elfse talen de perkamentrollen van isildur

5
De Perkamentrollen van Isildur De Eed van Elendil Een voorbeeld van Quenya Door: Bram Elffers (januari 2002) Omdat er de laatste tijd op theFellowship.nl steeds meer vragen gesteld worden over Elfse talen, leek het me een goed idee om eens een inleidende tekst over Quenya te schrijven. Ik heb geprobeerd om op een toegankelijke maar gedetailleerde manier een voorbeeld te bespreken. Deze tekst gaat vrij diep in op details en veel minder op de 'grote lijn'. Er worden dan ook meer vragen opgeroepen dan er beantwoord worden. Dit is niet bedoeld als een 'beginnerscursus Quenya', maar meer als een kennismaking die misschien sommigen aanzet om zelf verder te gaan met het bestuderen van Elfse talen. Verreweg het meeste materiaal over Elfse talen is geschreven in het Engels (Nederlandse teksten zijn jammer genoeg erg zeldzaam). Omdat deze tekst in het Nederlands (en niet al te `taalkundig') is geschreven, is het onderwerp misschien voor meer mensen makkelijker te begrijpen. Ik heb niet geprobeerd om een volledige of strak ingedeelde tekst te maken. In plaats daarvan leek het me voor een eerste kennismaking beter om eens door een paar zinnen heen te dwalen, en te bespreken wat we tegenkomen. Een veel gehoord probleem is dat veel mensen Quenya zo moeilijk vinden. Dat is niet helemaal gelogen, maar met wat goeie wil kom je al een eind. Ondanks dat ik heb geprobeerd de tekst toegankelijk te houden, blijft het (helaas) toch een kwestie van ontleden, maar (gelukkig) ook niet veel meer dan dat. Wie een Nederlandse zin heeft leren ontleden op school zou ook deze tekst moeten kunnen volgen. Een mooi en redelijk kort voorbeeld van Quenya is de Eed van Elendil, zoals die wordt uitgesproken door Aragorn wanneer hij wordt gekroond. De Eed is te vinden in LotR: The Return of the King, boek VI, hoofdstuk 5: The Steward and the King. Et Eärello Endorenna utúlien. Sinomë maruvan ar Hildinyar tenn' Ambar-metta! Out of the Great Sea to Middle-earth I am come. In this place I will abide, and my heirs, unto the ending of the world! Vanuit de Grote Zee naar Midden-aarde ben ik gekomen. Op deze plaats zal ik blijven, en mijn opvolgers, tot het einde van de wereld! Aan de hand van dit voorbeeld wordt dieper ingegaan op de betekenis, de vertaling, en de zinsbouw van het Quenyaans. Zo kunnen we al snel wat meer te weten komen over hoe Quenya als taal in elkaar zit. De eerste zin van de Eed van Elendil luidt "Et Eärello Endorenna utúlien", en is door Tolkien zelf vertaald als "Out of the Great Sea to Middle-earth I am come". Dit kan weer vertaald worden als "Vanuit de Grote Zee naar Midden-aarde ben ik gekomen". Het uit elkaar halen van de zin en de woorden zal al snel een vrij goed beeld geven van hoe Quenya in elkaar steekt. Wat je misschien al zult hebben opgemerkt is dat de Quenyaanse zin minder woorden telt dan de Engelse en Nederlandse vertalingen. Hoe dit komt is te zien als we de zin letterlijk vertalen. Als we ieder

Upload: muppetzoot

Post on 16-Feb-2015

18 views

Category:

Documents


1 download

DESCRIPTION

Elfse talen uit de LOTR (Lord of the Rings)

TRANSCRIPT

Page 1: Elfse Talen de Perkamentrollen Van Isildur

De Perkamentrollen van Isildur

De Eed van ElendilEen voorbeeld van Quenya Door: Bram Elffers (januari 2002)

Omdat er de laatste tijd op theFellowship.nl steeds meer vragen gesteld worden over Elfse talen, leek het me een goed idee om eens een inleidende tekst over Quenya te schrijven. Ik heb geprobeerd om op een toegankelijke maar gedetailleerde manier een voorbeeld te bespreken. Deze tekst gaat vrij diep in op details en veel minder op de 'grote lijn'. Er worden dan ook meer vragen opgeroepen dan er beantwoord worden. Dit is niet bedoeld als een 'beginnerscursus Quenya', maar meer als een kennismaking die misschien sommigen aanzet om zelf verder te gaan met het bestuderen van Elfse talen. Verreweg het meeste materiaal over Elfse talen is geschreven in het Engels (Nederlandse teksten zijn jammer genoeg erg zeldzaam). Omdat deze tekst in het Nederlands (en niet al te `taalkundig') is geschreven, is het onderwerp misschien voor meer mensen makkelijker te begrijpen. Ik heb niet geprobeerd om een volledige of strak ingedeelde tekst te maken. In plaats daarvan leek het me voor een eerste kennismaking beter om eens door een paar zinnen heen te dwalen, en te bespreken wat we tegenkomen. Een veel gehoord probleem is dat veel mensen Quenya zo moeilijk vinden. Dat is niet helemaal gelogen, maar met wat goeie wil kom je al een eind. Ondanks dat ik heb geprobeerd de tekst toegankelijk te houden, blijft het (helaas) toch een kwestie van ontleden, maar (gelukkig) ook niet veel meer dan dat. Wie een Nederlandse zin heeft leren ontleden op school zou ook deze tekst moeten kunnen volgen.

Een mooi en redelijk kort voorbeeld van Quenya is de Eed van Elendil, zoals die wordt uitgesproken door Aragorn wanneer hij wordt gekroond. De Eed is te vinden in LotR: The Return of the King, boek VI, hoofdstuk 5: The Steward and the King.

 

Et Eärello Endorenna utúlien. Sinomë maruvan ar Hildinyar tenn' Ambar-metta!

Out of the Great Sea to Middle-earth I am come.In this place I will abide, and my heirs, unto the ending of the world!

Vanuit de Grote Zee naar Midden-aarde ben ik gekomen. Op deze plaats zal ik blijven, en mijn opvolgers, tot het einde van de wereld!

 

Aan de hand van dit voorbeeld wordt dieper ingegaan op de betekenis, de vertaling, en de zinsbouw van het Quenyaans. Zo kunnen we al snel wat meer te weten komen over hoe Quenya als taal in elkaar zit.

De eerste zin van de Eed van Elendil luidt "Et Eärello Endorenna utúlien", en is door Tolkien zelf vertaald als "Out of the Great Sea to Middle-earth I am come". Dit kan weer vertaald worden als "Vanuit de Grote Zee naar Midden-aarde ben ik gekomen". Het uit elkaar halen van de zin en de woorden zal al snel een vrij goed beeld geven van hoe Quenya in elkaar steekt.

Wat je misschien al zult hebben opgemerkt is dat de Quenyaanse zin minder woorden telt dan de Engelse en Nederlandse vertalingen. Hoe dit komt is te zien als we de zin letterlijk vertalen. Als we ieder woord uit de Quenyaanse tekst apart vertalen zul je merken dat een enkel woord in Quenya eigenlijk een deel van een zin is:

Et Eärello Endorenna utúlien

Uit van de Grote Zee naar Midden-Aarde ben ik gekomen

Hoe kan het dat de woorden in Quenya zoveel betekenis hebben? Dit heeft te maken met de grammatica. De belangrijkste oorzaak is het gebruik van naamvallen in Quenya. De taal kent namelijk tien verschillende naamvallen, waarvan er in deze zin twee voorkomen. Wie Quenya wil bestuderen komt vroeg of laat naamvallen tegen; hier zal ik er maar kort aandacht aan geven om lezers niet meteen weg te jagen. Als je Duits, Latijn of Grieks hebt gehad zul je weten dat een naamval de vorm heeft van een uitgang bij een stamvorm: dat is hier ook zo. Na een voorzetsel volgt vaak verplicht een bepaalde naamval (denk aan het Duitse rijtje voorzetsels waarna een datieve naamval verplicht is: 'mit, nach, bei, seit, von, zu, außer, aus, gegenüber'). Net zoiets is hier aan de

Page 2: Elfse Talen de Perkamentrollen Van Isildur

hand. Na het Quenya-voorzetsel et (uit) moet er een ablatieve naamval (bekend uit Latijn en Grieks) volgen. De stamvorm van het volgende woord is Eär (Grote Zee). Dit woord krijgt de ablatieve naamvalsuitgang -llo. De ablatieve naamval duidt een bewegingsrichting aan, namelijk van iets weg, of ergens vandaan. Omdat *Eärllo niet goed uitgesproken kan worden, moet tussen de stam en de uitgang een e geplaatst worden. Van de Grote Zee wordt daarom Eärello. De eerste twee woorden samen betekenen vanuit de Grote Zee.

Nog zo'n naamval vinden we in het volgende woord. Misschien ken je al het Elfse woord Endor voor Midden-aarde. Dan zul je al snel zien dat de naamvalsuitgang van dit woord (-llo) wat lijkt op die van het vorige (-nna). Alle naamvallen werken dan ook op dezelfde manier. Ook hier is het zo dat tussen de stam en de uitgang een e moet worden gezet omdat *Endornna niet uit te spreken is: daarom wordt het Endorenna. Hier gaat het om de allatieve naamval. Net als de ablatief duidt deze naamval een bewegingsrichting aan, maar nu naar iets toe, of ergens heen. Endorenna betekent daarom naar Midden-aarde. Nu je weet wat de stamvormen zijn en wat de uitgangen betekenen, zou je ook de omgekeerde richting kunnen beschrijven. Van Midden-aarde naar de Grote Zee is in Quenya Endorello Eärenna. Voor wie een hekel heeft aan naamvallen: in de rest van het voorbeeld komen ze niet meer voor.

Het laatste woord in de zin is een werkwoord, of eigenlijk een persoonsvorm met onderwerp. Utúlien betekent ik ben gekomen. Het gaat hier dus om een vorm van het werkwoord komen. Quenyaanse werkwoorden zitten op een bijzondere manier in elkaar, maar net als in het Nederlands gaat het hier om een stamvorm met een verbuiging aan het eind. De stam van het werkwoord komen is simpelweg tul. Het werkwoord staat in de voltooide tijd (is gekomen) in de eerste persoon enkelvoud (ik). Een Quenyaans werkwoord wordt vervoegd naar de voltooide tijd op een manier die misschien wat vreemd zal overkomen, maar die tegelijkertijd vrij makkelijk te onthouden is. Van de stam tul wordt de klinker (u) voor de stam geplakt, wat de vorm utul oplevert. Daarna wordt de klinker in de stam verlengd, dus krijg je utúl. Tot slot wordt daaraan nog de uitgang -ië vastgeplakt, en je hebt te voltooide tijd utúlië. Dit lijkt behoorlijk wat werk, maar het is erg makkelijk te herkennen wanneer je zo'n voltooide tijdsvorm tegenkomt. Het zal nu meteen duidelijk zijn dat de laatste letter van het woord in de zin de eerste persoon enkelvoud aanduidt: de uitgang -n in utúlien betekent ik. De uitgang voor ik is eigenlijk een afkorting van de volledige uitgang -nyë. De volledige vorm van utúlien is dus utúlienyë. Wie zich de uitroep "Utúvienyes!" herinnert, zal nu meteen de overeenkomst zien: ook daar gaat het om een voltooide tijd in eerste persoon enkelvoud, namelijk ik heb het gevonden! Je kunt nu dan ook zelf afleiden dat de stamvorm voor vinden tuv moet zijn.

We hebben nu een hele zin ontleed, maar er blijven een paar vragen onbeantwoord. Eén vraag is bijvoorbeeld: waarom staat er een los voorzetsel (et) voor Eärello maar niet voor Endorenna? Dit komt omdat een naamval in Quenya eigenlijk al hetzelfde is als een voorzetsel in het Nederlands. Eärello betekent al van de Grote Zee, en Endorenna betekent al naar Midden-aarde. Dit levert een nieuwe vraag op: waarom is het voorzetsel et dan nog nodig voor Eärello? Deze vraag kun je het best beantwoorden met de directe Nederlandse vertaling ernaast: Eärello betekent van de Grote Zee, Et Eärello betekent vanuit de Grote Zee. Het betekenisverschil is klein, maar het laatste is iets specifieker. In het Nederlands kun je iets vergelijkbaars zien: de zin ik geef haar een kado betekent hetzelfde als ik geef aan haar een kado. Het meewerkend voorwerp (haar) is eigenlijk een datieve naamval voor het woord zij. Omdat je deze naamval kunt herkennen aan het woord haar zelf, is het voorzetsel aan eigenlijk overbodig, maar je mag het wel zeggen. Ditzelfde gebeurt bij Endorenna: aan de ablatieve uitgang kun je al zien dat het naar Midden-aarde betekent. Er is wel een Quenyaans voorzetsel voor naar, namelijk an. An Endorenna betekent alleen weer net iets anders: naar Midden-aarde toe.

De tweede zin, "Sinomë maruvan ar Hildinyar tenn' Ambar-metta!", ziet er al een stuk ingewikkelder uit. Door Tolkien is hij vertaald als "In this place I will abide, and my heirs, unto the ending of the world!", wat vertaald kan worden als "Op deze plaats zal ik blijven, en mijn opvolgers, tot het einde van de wereld!". Om te zien hoe deze zin in elkaar zit kunnen we om te beginnen weer ieder woord apart vertalen:

Sinomë maruvan ar Hildinyar tenn' Ambar-metta

Op deze plaats

zal ik blijven en mijn opvolgers

tot het einde van de wereld

Ook in deze zin zie je dat sommige Quenyaanse woorden bijna onwaarschijnlijk veel betekenen. Door ieder woord uit elkaar te peuteren kunnen we achterhalen hoe hun betekenis in elkaar zit.

Het eerste woord, Sinomë, is meteen moeilijk, en hoe de betekenis in elkaar zit is onduidelijk. Het lijkt een samenstelling te zijn van verschillende woorden, zoals símen (hier) of sina (deze) en misschien ímen of men (beide betekenen plaats). Waar de o in het midden vandaan komt is een raadsel. Misschien komt die van het voorzetsel no (op) en is het geheel een samenstelling van si[na]-no-me[n] (deze-op-plaats). Door de vertaling

Page 3: Elfse Talen de Perkamentrollen Van Isildur

van Tolkien en gebrek aan bewijs uit andere Quenyaanse teksten, is onduidelijk hoe dit woord is gevormd. Het is door Tolkiens vertaling in ieder geval zeker dat het hele woord op deze plaats moet betekenen.

Het tweede woord, maruvan, is wel duidelijk. Het gaat om een vervoeging van het werkwoord blijven, waarvan de stam mar is. In de eerste zin zagen we al dat -n de uitgang is voor de eerste persoon enkelvoud (ik) is. Het gaat hier dus blijkbaar om iets dat lijkt op ik blijf. Wat overblijft tussen het begin (mar-) en het eind (-n) is uva. De vorm -uva is de uitgang voor de toekomende tijd, zoals -ië de uitgang voor de voltooide tijd is. In het Nederlands worden de voltooide en toekomende tijd vervoegd met een hulpwerkwoord van tijd: hebben of zijn voor de voltooide tijd, en zullen voor de toekomende tijd. Mar-uva-n betekent letterlijk vertaald dus blijven-zal-ik, oftewel ik zal blijven. Omdat je nu weet wat de stamvormen zijn van komen en blijven, zou je kunnen proberen de toekomende tijd van de eerste en de voltooide tijd van de laatste te vormen. Komen is tul, de toekomende tijd daarvan is tuluva, en de eerste persoon enkelvoud heeft een -n op het eind: ik zal komen wordt dus tuluvan. Blijven is mar, de voltooide tijd daarvan is amárië, dus ik ben gebleven wordt amárien. Je zult al in de gaten hebben hoeveel de toekomende tijd tuluvan (ik zal komen) lijkt op maruvan (ik zal blijven), en de voltooide tijd utúlien (ik ben gekomen) op amárien (ik ben gebleven). Als je hiermee meer bekend raakt en weet waarop je moet letten, zul je steeds makkelijker de woorden en de zinsbouw in teksten herkennen.

Het Quenyaanse woord ar is al even makkelijk als de Nederlandse vertaling: het betekent gewoon en. Je zult het vaak tegenkomen, dus het is makkelijk om deze te onthouden.

Hildinyar is weer een woord waaraan iets nieuws te zien is. Het hele woord betekent mijn opvolgers, en letterlijk eigenlijk mijn volgers. Uit de Silmarillion ken je misschien het woord Hildor voor de Mensen. Hildinyar is daarvan afgeleid. Hildor wordt vertaald door Tolkien als 'the Followers' oftewel de Volgers, een naam van de Elfen voor de Mensen, omdat de Mensen nou eenmaal pas na de Elfen op Arda kwamen. Hildor is een meervoudsvorm waarvan het enkelvoud Hildo (Volger) is. Dit is vergelijkbaar met andere woorden: één Noldo, meerdere Noldor; één Vala, meerdere Valar. Het meervoud wordt meestal gevormd door -r achter het enkelvoud te plakken. Zo kun je aan de laatste letter van Hildinyar dan ook zien dat het een meervoudsvorm is. Maar hier is meer aan de hand, want het woord heeft twee uitgangen: het bestaat uit Hildo, -inya, en -r. Het middelste element inya is het bezittelijk voornaamwoord mijn. Hildo betekent Volger, Hildinya betekent mijn volger, Hildinyar betekent mijn volgers, ofwel mijn opvolgers. Hierboven, bij utúlien, zagen we al dat de uitgang -n een afkorting was voor -nyë, dat de eerste persoon aanduidt. Je kunt ik ook als een los woord schrijven, en dan krijgt het de vorm inyë. De gelijkenis tussen het persoonlijk voornaamwoord inyë (ik) en het bezittelijk voornaamwoord inya (mijn) is niet toevallig.

Tenn' is de afkorting van tenna, weer een voorzetsel, dat tot betekent. Omdat het volgende woord begint met een klinker, wordt de laatste klinker van tenna niet uitgesproken en daarom vervangen door een apostrof. Het op deze manier inkorten van woorden is niet echt aan regels gebonden. Je mag in ieder geval altijd elk woord voluit schrijven. Misschien heeft Tolkien hier nauwkeurig willen weergeven hoe de zin werd uitgesproken, niet hoe hij geschreven zou worden.

Ambar-metta is een samengesteld woord, zoals je al kan zien aan het verbindingsstreepje. Het betekent het einde van de wereld, letterlijk wereld-einde. Ambar is (net als Arda) een eigennaam voor de wereld, en wordt daarom altijd met een hoofdletter geschreven. Met een kleine letter geschreven kan ambar ook verdoemenis betekenen, zoals je kunt zien aan de naam van Túrin in de Silmarillion: Turambar betekent "Master of Doom" of Meester der Verdoemenis. Metta betekent einde. Dat hetzelfde woord zowel wereld als verdoemenis betekent, is misschien wel veelzeggend. Omdat over de grammatica hiervan toch weinig te zeggen valt (het zijn gewoon twee aan elkaar geplakte woorden), kan misschien iets worden afgeleid over de symboliek. Zou Ambar-metta, het einde van de wereld, ook vertaald kunnen worden als het einde van de verdoemenis of als verlossing? Tolkien hechtte veel belang aan zijn geloof, en dit zou daarvan een subtiele uiting kunnen zijn: de Bijbel voorspelt namelijk een vergelijkbaar `einde der tijden'.

Nu we ook deze zin helemaal hebben doorgelicht, doemen er weer nieuwe vragen op. Hoe zit het bijvoorbeeld met de lidwoorden de, het, en een? Toevallig worden in dit voorbeeld helemaal geen lidwoorden gebruikt in de Quenyaanse tekst, maar wel in de vertalingen. Om te beginnen zijn lidwoorden in Quenya heel makkelijk: er is er maar één. Een onbepaald lidwoord (een) bestaat niet in Quenya, het wordt gewoon weggelaten. Het enige lidwoord in Quenya is i, wat zowel voor de als voor het gebruikt kan worden. De reden dat i in de Quenya-tekst niet is gebruikt, is dat alle woorden die met een lidwoord erbij vertaald worden, in Quenya als eigennaam zijn gebruikt. Eigennamen hebben over het algemeen geen lidwoord: de Jan of het Nederland klinkt in de meeste gevallen vreemd, en dat vonden Elfen blijkbaar ook. Zij zullen het dan ook niet gehad hebben over *i Eär, of *i Endor.

Nog een vraag zou je kunnen stellen over het eerste woord van de tweede zin: als voorzetsels te maken hebben met naamvallen, en Sinomë betekent op deze plaats, waarom heeft dat woord dan geen naamval? Er is wel een naamval in Quenya die voor plaatsaanduidingen zoals op gebruikt wordt, namelijk de locatief. Omdat we weten dat de locatieve naamval de uitgang -ssë oplevert, kunnen we zeker zijn dat Sinomë die uitgang in ieder geval

Page 4: Elfse Talen de Perkamentrollen Van Isildur

niet heeft. Omdat Tolkien nooit ergens *Sinomessë heeft geschreven weten we niet of dat een mogelijk woord zou kunnen zijn. Als het zo is dat het voorzetsel no (op) deel uitmaakt van het woord, is dan een naamval overbodig? Of heeft Tolkien dit woord verzonnen voor hij de naamvalsuitgang bedacht?

Dit soort `gaten' in de kennis van het Quenya (en andere Elfse talen) zul je vaker tegenkomen als je besluit je er verder in te verdiepen. Het uitpluizen van dit soort problemen is dan ook een belangrijk onderdeel van het bestuderen van Quenya. Het is in ieder geval duidelijk dat achter ieder zinnetje heel wat denkwerk van Tolkien heeft gezeten, anders hadden zijn talen nooit de samenhang gehad die ze (steeds meer) blijken te hebben. Waarom mensen zoveel moeite doen om een verzonnen taal zo uitgebreid te bestuderen kun je je met recht afvragen. Misschien wel omdat ze gesproken hadden kunnen zijn, of juist omdat ze nooit gesproken zullen worden. De moeite die het kost om Tolkiens talen te onderzoeken, lijkt in ieder geval niets vergeleken bij de moeite die hij heeft gedaan om ze te verzinnen.