emagazine februari
DESCRIPTION
e-magazine voor de GGZ van GGZTotaal www.ggztotaal.nlTRANSCRIPT
MEER DAN DE
SYMPTOMEN
E-M
AGAZ
INE
VOOR
DE
TOTA
LE G
GZ
FE
BRUA
RI 2
014
INHOUDSOPGAVE
11. ColumnDe Nachtrustverstoorder
Carice de Wildt
6. Beroepende POH-GGZ
Jeannet Appeloo
“Die diversiteit houdt me scherp”
8. ArtikelSoteria Nederland
Willem Gotink
“Het verschil ligt toch in de basishouding ten opzichte
van de mens in een psychotische crisis”
3. Interviewmet Arjan Braam
José Hoekstra
“Praten over levensbeschouwing
maakt de behandelrelatie gelijkwaardiger”
12. BoekbesprekingEen hoopvolle toekomst
Johan Atsma
Corry Punch-Venneman en Maurice Punch: Een hoopvolle toekomst. De Windroos, een werkwijze
voor herstel en maatschappelijke integratie van jongvolwassenen met psychoseproblematiek
INHO
UD
- 2-
ijna was deze tweede editie van
GGZTotaal - onbedoeld - een themanummer geworden. Met als gemeenschappelijk thema ‘méér dan de symptomen´. Letterlijk staat dit
in het interview met de initiatiefnemers van Soteria-Nederland, enigszins als kritiek op de
huidige GGZ. Hoogleraar Arjan Braam zegt het niet letterlijk, maar hij heeft het over zingeving en spiritualiteit, iets waar veel
behandelaren zich nog niet goed raad mee weten. De schrijvers van het boek ‘Een
hoopvolle toekomst’ willen hun kinderen meer bieden dan een behandeling van de symptomen en werken daar hard voor. Dat
dat niet altijd van een leien dakje gaat, valt te bespeuren in de recensie van hun boek en
uiteraard in het boek zelf. En Carice de Wildt is in haar column ‘De nachtrustverstoorder’ meer in beslag genomen door het
moederschap dan door haar bipolaire stoornis. Gelukkig maar.
Alleen het artikel over de POH-GGZ lijkt een buitenbeentje, hoewel ook bij de huisarts ongetwijfeld naar méér wordt gekeken dan
alleen naar de symptomen.
Ons eerste nummer in januari werd zeer positief ontvangen. Daar zijn we uiteraard heel blij mee, al zijn we zijn ons er terdege
van bewust dat er nog veel water door de Rijn zal stromen voordat we ons een
‘kwaliteitskrant’ mogen noemen. Of dat gaat lukken? We hopen het. De redactietafel ligt nog boordevol ideeën om het zover te
brengen. Uw suggesties en commentaar zijn daarbij zeer welkom. Financiële
ondersteuning is dat overigens ook, want voor niets gaat de zon op. Als u daarover denkt, vindt u hier onze suggesties.
V a n d e r e d a c t i eB
“Op het moment dat je over levensbeschouwing gaat praten wordt de relatie horizontaler, ga je
meer van mens tot mens praten en laat je al meer van jezelf zien.”
Arjan Braam
“Psychiaters hebben lang weerstand gehad tegen
religie, iets wat uit de tijd van de psychoanalyse stamde, maar inmiddels is die antistemming wel weg.
Over het algemeen nemen de openheid en interesse
op dit gebied nu toe, maar veelal ontbreekt de kennis nog. Er valt nog veel te onderzoeken over de relatie
tussen religie en psychopathologie. Er is natuurlijk ook een enorme verschuiving gaande in de maatschappij
nu, veel gangbare religie valt weg, kerkelijkheid neemt
af, andere vormen van spiritualiteit komen daarvoor in de plaats. Het geloof in God neemt gek genoeg
feitelijk niet af. Inmiddels wordt spiritualiteit in onze maatschappij niet uitsluitend meer gezien als een
vaag gebied, maar meer als een domein van waarden.
De rol van religie loopt nogal uiteen in de psychiatrie
In de komende jaren wil ik onder andere voorbereidend werk doen voor een multidisciplinaire
richtlijn levensbeschouwing in de psychiatrie. In de
palliatieve zorg bestaat al een richtlijn levensbeschouwing, maar daar is levensbeschouwing
vooral gericht op het omgaan met de naderende dood.
Binnen de psychiatrie is de rol van religie en
spiritualiteit uiteenlopend en zijn er andere aspecten die de aandacht vragen. Psychiatrische episodes
stellen patiënten bijvoorbeeld voor heftige
bestaansvragen. Hoe behoudt het leven waardigheid ten tijde van en na een psychiatrische opname? Hoe
moet je sommige spirituele ervaringen tijdens psychose begrijpen?
Momenteel is het interessant dat in de
Multidisciplinaire Richtlijn diagnostiek en behandeling van suïcidaal gedrag aandacht is voor
levensbeschouwing. Het gaat dan om ‘actief betrokken zijn bij een religieuze gemeenschap’. Het is wel
belangrijk om daarbij door te vragen hoe groot die
betrokkenheid is. Iemand kan nog steeds zo ziek zijn dat hij suïcidaal wordt, of er kan sprake zijn van
uitstoting of vermeende uitstoting uit de gemeenschap.
In een langlopend onderzoek, de Longitudinal Aging
Study Amsterdam (LASA), doen we onderzoek naar de relatie tussen psychische klachten en religie bij
ouderen. Die religiositeit zoeken we steeds dieper uit.
Praten over levensbeschouwing maakt de behandelrelatie gelijkwaardiger Door José Hoekstra
INTE
RVIE
W
- 3-
Arjan Braam is sinds vorig jaar Hoogleraar Levensbeschouwing en Psychiatrie aan de universiteit voor Humanistiek.
Hij doet al zo’n 20 jaar onderzoek op het gebied van religie en psychiatrie, vanuit eerdere aanstellingen, en vanuit zijn persoonlijke interesse.
‘Ik wil onder andere voorbereidend werk doen voor een multidisciplinaire richtlijn
Arjan Braamfotografie Jeroen Dietz: De Beeldzaak
Het gaat nu om het Godsbeeld dat mensen hebben:
steunend, troostend, of juist angstig of kritisch. Zo speelt het zich verlaten voelen door God bij een
depressie een belangrijke rol. Het lijkt er op dat dit
gevoel zelfs blijft bestaan als een soort litteken nadat de depressie over is. Daarnaast doen we ook
onderzoek naar transcendente levenshouding, op zichzelf is die niet religieus. Het gaat dan om een
relativerende instelling ten opzichte van jezelf, ten
aanzien van tijd, generaties, het denken over de dood, en van materiële zaken.
Er start nu een studie naar de spirituele belevingen van mensen met een bipolaire stoornis. Rondom de
bipolaire stoornis is vaak veel aan de hand op het
gebied van spiritualiteit, maar de meeste psychiaters vragen er niet naar en zien de interesse in
spiritualiteit vooral als een voorbode van een manie. Medicatie wordt dan ingezet om de manie af te
remmen. Natuurlijk kan dat heel terecht zijn, maar
wat de patiënten hebben beleefd in spiritueel opzicht en hoe dat later nog een rol speelt bij het herstel,
proberen we nu te documenteren.
Levensbeschouwing verandert het behandelcontact
Ook wordt er onderzoek gedaan naar het behandelcontact. In hoeverre voelen mensen de
ruimte om dergelijke ervaringen te delen met hun behandelaar. We willen proberen mensen naar hun
ervaringen te vragen wanneer zij weer uit hun manie
zijn gekomen. Het kan zijn dat mensen aangeven: het heeft me veranderd, ik sta nu heel anders in het
leven. Maar soms schamen mensen zich juist voor hun ervaringen in een manie. Het kan ook leiden tot een
innerlijk conflict en daarmee tot een spirituele crisis.
Als behandelaar kun je wel naar deze ervaringen luisteren en ze erkennen. Wanneer je er niet zo in
thuis bent kun je doorverwijzen naar een geestelijk verzorger. Die zijn er zowel in de kliniek als in de
wijk. Ik pleit zeker voor een kortere lijn naar de
geestelijk verzorgers. Een grote reserve bij mensen met een bipolaire stoornis ten aanzien van hun
behandelaren zou misschien af kunnen nemen door
een nauwere samenwerking met geestelijk verzorgers. Mensen ervaren nu, dat wanneer ze over
hun ervaringen willen praten, men al snel zegt: ‘gaat u maar meer lithium slikken’.
Ook in het onderwijs aan behandelaren willen we
meer aandacht voor levensbeschouwing gaan inbrengen. Zodra je dit onderwerp aanroert geef je al
meer van jezelf prijs op een niet-medisch gebied. Tot nu toe was er een zekere verticale relatie tussen arts
en patiënt. Maar op het moment dat je over
levensbeschouwing gaat praten wordt de relatie horizontaler, ga je meer van mens tot mens praten en
laat je al meer van jezelf zien. Uiteindelijk maakt het de patiënt vaak helemaal niet uit wat de
levensbeschouwing is van de arts, als deze maar een
professionele houding heeft en bereid is om over geloof en levensbeschouwing te praten. Uiteindelijk
zijn de metaforen in alle grote religies ook vergelijkbaar. Bidden en mediteren bijvoorbeeld zijn
overal ter wereld ongeveer gelijk.
Het woord holisme valt wel eens. Binnen een holistische visie hoort ook dat je meer van mens tot
mens gaat praten, dat iemand niet gereduceerd wordt tot het ziektebeeld alleen, maar dat náást aandacht
voor de sociale omgeving, ook aandacht komt voor
levensbeschouwing.”
De leerstoel Levensbeschouwing en psychiatrie is ingesteld door het KSGV - Kenniscentrum voor Levensbeschouwing en Geestelijke Volksgezondheid, een stichting die door de steun van donateurs al tientallen jaren ijvert voor een psychisch gezonde omgang met levensbeschouwing, door middel van publicaties, studiedagen en leerstoelen.
- 5-
•
levensbeschouwing in de psychiatrie’INTERVIEW MET ARJAN BRAAM José Hoekstra
Kropman
POH-GGZ Jeannet Appeloo
BERO
EPEN
De overheid probeert op talloze manieren de stijgende kosten in de GGZ binnen de perken te houden. Meestal onder fel protest van de diverse belangenorganisaties, bang voor de gevolgen van een volgende bezuinigingsronde.Weinig protest was er bij de invoering en recentelijke uitbreiding van de Praktijk Ondersteuner Huisarts voor de Geestelijke Gezondheidszorg, kortweg POH-GGZ. De POH-GGZ is een hulpverlener voor eenvoudige GGZ-problematiek in de huisartsenpraktijk zelf. De cliëntenorganisaties zijn tevreden, de huisartsen zijn tevreden, de GGZ is tevreden. GGZ Totaal laat twee tevreden POH-GGZ-ers aan het woord.
Waarom zijn de huisartsen zo tevreden over de
POH-GGZ?Ellen Pannenborg, maatschappelijk werkster en POH-
GGZ in Medisch Centrum Uitgeest: “Het verwijt
voorheen was nogal eens dat de huisarts doorverwees en dan zijn patiënt als het ware kwijt
was. Nu kan hij volgen wat er gebeurt. Bovendien is de lijn veel korter en wordt de patiënt veel gerichter
verwezen”.
Jan Seeleman, SPV en POH-GGZ in een huisartsenpraktijk in Almere, daarnaast secretaris van
de Landelijke Vereniging POH-GGZ: “Huisartsen kunnen nu zorg uit handen geven waarmee ze zich
eerst geen raad wisten. . Cliënten met een milde of
matige depressie of paniekklachten bleven óf bij de huisarts, óf gingen meteen naar de, te zware, tweede
lijn. Die mensen krijgen nu de zorg die ze nodig hebben, in de huisartsenpraktijk in hun eigen
woonwijk”.
Wat me lastig lijkt, is die diversiteit aan
problematiek. Opvoedproblemen, depressie, burnout, beginnende dementie, verslaving. Je kan toch niet
overal verstand van hebben?
Beiden: “Die diversiteit maakt het werk juist leuk, het houdt je scherp”.
Ellen Pannenborg: “Je kunt natuurlijk ook niet alles weten. Er zijn voldoende manieren om geïnformeerd
te raken. Dóórvragen, de familie erbij betrekken, er
bestaan allerlei testjes. Je kunt overleggen met de huisartsen, collega’s POH-GGZ, psychologen of met
een psychiater, er is supervisie, intervisie en verder kun je je natuurlijk bijscholen door het lezen van
vakliteratuur, het volgen van cursussen of andere
scholing. Daarnaast zijn er altijd doelgroepen waar je minder kaas van de casuïstiek hebt gegeten. Dan is
het zinvol om te onderzoeken waar iemand het beste op zijn of haar plek is.
Jan Seeleman: “Voor de jeugd hebben we hier een
aparte POH-GGZ. Ouderen zie ik ook wat minder omdat er inmiddels in Almere diverse voorzieningen
zijn, zowel voor ouderenpsychiatrie als ouderen met dementie. Maar dan nog is de diversiteit heel groot.
Je moet daar natuurlijk wel van houden, van die
verscheidenheid. Als je je liever specialiseert, moet je geen POH-GGZ worden.”
De Landelijke Vereniging POH-GGZ is in maart 2013 opgericht. Inmiddels heeft de vereniging ongeveer 250 leden, een kwart van het totaal aantal POH-GGZ.
Doelstelling van de vereniging is onder andere:* Het waarborgen en verder ontwikkelen van de functie POH- GGZ. * Bijdragen leveren aan het ontwikkelen van landelijk beleid in overleg met andere partijen.* Belangenbehartiging m.b.t. de leden van de landelijke vereniging.
Op 19 juni 2014 vindt de eerste ledenvergadering plaats. Een symposium in samenwerking met het Nederlands Huisartsengenootschap is in voorbereiding voor het najaar van 2014. Voor meer informatie: www.poh-ggz.nl
“Behalve opleiding is een bepaalde mentaliteit nodig. Daadkracht, doorzettingsvermogen, empatisch vermogen, kunnen netwerken. Dat komt
natuurlijk ook met de ervaring die je in de loop van de jaren opdoet.”
Ellen Pannenborg
- 7-
Er is de nodige discussie geweest over welke opleiding
geschikt is. Tegenwoordig zijn het vooral SPV’n die de functie POH-GGZ uitoefenen.
Jan Seeleman: “Vanuit de vereniging vinden we dat je in
ieder geval een HBO-diploma moet hebben, en ervaring in de GGZ. We kwamen uit op SPV, psycholoog en
maatschappelijk werker als geschikte beroepen en opleidingen. Plus een aantal jaren werkervaring. Maar dat
wil niet perse zeggen dat andere opleidingen niet
geschikt zijn. Je ziet ook wel HBO-V en SPW”.Ellen Pannenborg: “Behalve opleiding is een bepaalde
mentaliteit nodig: daadkracht, doorzettingsvermogen, empatisch vermogen, kunnen netwerken. Dat komt
natuurlijk ook met de ervaring die je in de loop van de
jaren opdoet.”Jan Seeleman, aanvullend: “…en kennis van
psychopathologie, goed kunnen communiceren met collega’s, stevig in je schoenen staan…”
Vanuit de politiek is de vrees geuit, dat een POH-GGZ die
gedetacheerd is vanuit een grote instelling, eerder zal doorverwijzen naar die instelling. Daardoor wordt een
gedeelte van het effect van de POH-GGZ teniet gedaan.
Jan Seeleman, gedetacheerd vanuit GGZ Centraal: “Ik ken de geluiden, maar ik heb daar nooit iets van gemerkt.
Vanuit GGZ Centraal is in die zin nooit druk uitgeoefend. Het credo is steeds geweest, dat je iemand moet
doorverwijzen naar de instelling die zo veel mogelijk kan
leveren wat de cliënt nodig heeft.”Ellen Pannenborg, niet gedetacheerd, maar in dienst van
de huisarts: “Bij ons speelt dat wel. Niet in mijn praktijk,
maar ik weet dat er huisartsenpraktijken zijn die met Vicino in zee zijn gegaan, omdat de doorverwijzing dan
gemakkelijker was. Ikzelf ervaar trouwens geen
problemen met doorverwijzen, ook al ben ik niet gedetacheerd, maar in dienst van de huisartsen.”
De POH-GGZ lijkt een uitkomst voor diverse groepen.
Maar kan de politiek ook tevreden zijn, wordt er bezuinigd? Of heeft de POH-GGZ een aanzuigende
werking?Jan Seeleman: “Het begrip aanzuigende werking vind ik
hier niet op zijn plaats. Er wordt effectievere zorg
geleverd voor een lager tarief. Ik heb bijvoorbeeld een cliënte, die jarenlang bij de huisarts kwam, zonder de hulp
te krijgen die ze nodig had. Nu krijgt ze psycho-educatie en behandeling, de huisartsenbezoeken én de klachten
nemen drastisch af. Ik denk dat er veel mensen die eerst
tussen wal en schip vielen, nu de zorg krijgen die ze nodig hebben. Uiteindelijk leidt dit waarschijnlijk tot
goedkopere zorg ” Ellen Pannenborg: “Ik ben ervan overtuigd dat de inzet
van een POH-GGZ wel degelijk kostenbesparend werkt.
Ook kostenbesparend, maar minder leuk, is dat we in toenemende mate te maken krijgen met patiënten die
hun eigen risico niet kunnen betalen. Het gevolg is dat een toenemende groep patiënten niet verwezen kan of
wil worden omdat zij het gewoonweg niet kan betalen. En
dit is vaak de groep die nu juist beter gebaat is bij meer specialistische zorg.” •
“Die diversiteit houdt me scherp”
Soteria Nederland Willem Gotink
- 8-
ARTI
KEL
In 1971 start Loren Mosher in Californië het eerste Soteriahuis: mensen met een psychose worden er met zo min mogelijk medicatie opgevangen, de aandacht gaat meer naar de persoon dan naar de symptomen en het behandelteam bestaat grotendeels uit getrainde mensen zonder een GGZ-achtergrond. Nadat in 1983 de financiering en daarmee het experiment stopt, resten er slechts publicaties, waar niets mee lijkt te gebeuren.
In Zwitserland pakt de psychiater Luc Ciompi de draad in 1984 op. Hij voegt zijn ervaring vanuit de reguliere GGZ toe aan de theorieën van Mosher. Daarmee is het eerste Soteria-huis in Europa (na een worsteling van zeven jaar) een feit. In 2004 concludeert hij: “De observaties in Soteria Bern bevestigen Mosher’s claim dat… de meeste acuut-schizofrene patiënten even succesvol kunnen worden behandeld als bij de standaardbehandelingen, maar met significant minder antipsychotica en zonder hogere kosten. Bovendien lijkt de Soteria-aanpak een positief effect te hebben op het subjectief-emotionele, familiare en sociale vlak.”In Nederland spant Stichting Soteria Nederland zich al enkele jaren in om dit model hier van de grond te krijgen. Zij heeft daarbij de oorspronkelijke Soteria-gedachte aangevuld met bewezen moderne behandelwijzen uit het buitenland, waaronder de Open Dialoog uit Finland van Jaakko Seikkula, de zorgkringen die de Amerikaanse psychiater Podvoll heeft ontwikkeld en de praktijk van de Healing Homes uit Zweden (zie ook de links onderaan het artikel).
“HET VERSCHIL LIGT TOCH IN DE BASISHOUDING TEN
- 9-
OPZICHTE VAN DE MENS IN EEN PSYCHOTISCHE CRISIS.”
Wat wil of doet Soteria-Nederland anders dan de huidige praktijk? Mario Domen, mede-initiatiefnemer: “we kijken, veel meer dan gebruikelijk in de GGZ, naar de mens achter de symptomen. De huidige GGZ behandelt vooral de symptomen, is erg eenzijdig medisch gericht. Dat leidt onder meer tot méér medicatie dan wenselijk of noodzakelijk, weinig aandacht voor iemands achtergrond en sociale systeem en weinig of geen aandacht voor de betekenis die de symptomen voor de individuele mens hebben. Zo wordt nauwelijks gesproken over wat stemmen iemand te zeggen hebben, of wat het voor iemand betekent om stemmen te horen. De behandelaar is, vanuit zijn perspectief, degene die weet wat goed voor de patiënt is, terwijl die patiënt daar zelf vanuit heel andere perspectieven ook het nodige over kan zeggen. Natuurlijk vinden er overal binnen de GGZ vernieuwingen plaats, maar de structuur van de GGZ verhindert een werkelijk centraal stellen van de cliënt en zijn ontwikkelingsweg.Overigens is Soteria Nederland niet voor alle mensen met een psychotische stoornis een alternatief. Maar wie bij de reguliere GGZ geen resultaat ziet of verwacht, zou wel eens baat kunnen hebben bij een andere vorm van begeleiding. Dat vergt wel van zowel cliënt als behandelaar een bereidheid om buiten het eigen perspectief te kijken.”
Henk Hop, bestuurslid: “Het gaat om het geheel, om een nieuw paradigma. De aanpak van Soteria Nederland als geheel is effectief, niet de afzonderlijke onderdelen. Mijn echtgenote is 10 jaar geleden opgenomen geweest met een psychose. Destijds werd er een bipolaire stoornis gediagnosticeerd. Maar dit was op basis van symptomen onder invloed van zware medicijnen (Cisordinol) en omdat de symptomen uiteindelijk verdwenen door toepassing van lithium, wat veelal bij bipolaire stoornis wordt gebruikt. Ik kende haar van voor de psychose, toch werd er niet echt iets gedaan met mijn observaties. Later stelden de professionals trouwens ook wel vraagtekens bij de door hen gestelde diagnose. Uiteindelijk is mijn vrouw helemaal hersteld en functioneert ze nu zonder medicijnen al een heel aantal jaren als ervaringsdeskundige in de psychiatrie.Ik zeg niet dat ik ontevreden ben over de behandeling destijds, maar het was goed geweest als er verder gekeken was dan de symptomen. De opname was dan misschien niet te vermijden geweest, maar hij heeft nu ook voor een behoorlijke vervreemding van de thuissituatie gezorgd. Als je dat enigszins kan vermijden, bijvoorbeeld door intensieve thuisbegeleiding, of door het gezin meer te betrekken bij de opname, dan moet je dat doen. Hetzelfde geldt voor medicatie. Dat kan soms voor een tijdje heel nuttig zijn, maar heeft ook behoorlijke bijwerkingen. Dus hoe minder, hoe beter.”
De mensachter de
SYMPTOMEN
Soteria Nederland bestaat al enkele jaren. Hoe is de stand van zaken? Henk Hop: “We hebben veel overlegd met zorgkantoren en GGZ-instellingen, er zijn verschillende publicaties geweest en we leiden hulpverleners op in de Soteria aanpak. We hebben een aantal symposia gegeven, in samenwerking met stichting Weerklank en eerder met Detlef Petry toen die nog in Vijverdal werkzaam was. De stichting bestaat sinds 1 januari 2009 officieel, sinds september 2012 zijn we een toegelaten instelling. We zijn in januari van dit jaar gestart met de voorzichtige begeleiding van een aantal cliënten, maar zijn daarbij nog afhankelijk van PGB of private financiering. We zoeken nog een psychiater die zich met Soteria Nederland wil verbinden om ook mensen in acute psychotische perioden te kunnen begeleiden via de daarmee gepaard gaande DBC-financiering.”Mario Domen: “Die financiering is wel een probleem. We kunnen een aantal dingen beter en uiteindelijk ook goedkoper dan de bestaande GGZ instellingen. Maar doordat daar veel instanties mee gemoeid zijn, is dat lastig te verkopen. Zo zal de zorgverzekering niet méér begeleiding gaan betalen, ook al houden meer mensen door onze aanpak hun werk. Voor die besparing verwijzen ze ons door naar het UWV Het levert dus wel geld op, maar steeds voor een ander potje.”
Hoe kijkt de gevestigde GGZ tegen jullie aan?“We hebben een aantal gesprekken gevoerd met voorzitters van raden van bestuur van grote instellingen. Die stonden sympathiek ten opzichte van Soteria Nederland, maar op het praktische vlak ligt dat anders: je loopt tegen de grenzen van de GGZ-structuur aan met haar gevestigde belangen. Psychiaters als Detlef Petry, Jos Droes en Dirk Corstens verbinden zich wel; ook worden we gesteund door de buitenlandse ‘Soteria-psychiaters’. Volgens sommige behandelaren zouden de Soteria-principes al gemeengoed zijn in de GGZ, maar het grote verschil ligt toch in de basishouding ten opzichte van de mens in een psychotische crisis. Waar de reguliere GGZ uitgaat van ziek-zijn en ‒ waar mogelijk ‒ beter worden, probeert Soteria Nederland de mens te volgen en te ondersteunen in zijn ‒ aanvankelijk soms
onbegrijpelijke ‒ ontwikkelingsproces.”
En over vijf jaar?“Dan werken er verspreid over Nederland een aantal ambulante teams, volgens de principes van Soteria Nederland, gefinancierd door de zorgverzekeraars.”•
- 10-
Meer informatie over:Soteria Nederland: www.soterianederland.nlSoteria Bern (Engelstalig)De zorgkringen (Podvoll)Open dialoog (Finland)Healing Homes (Zweden)
MARIO DOMEN
HENK HOP
Carice de Wildt
COLU
MN
Als je bipolair bent, heb je een goede nachtrust nodig. Zeker als je de volgende ochtend weer vroeg op kantoor moet zijn. Op je werk. Daar waar een flinke reorganisatie je veiligheid overhoop schiet. De sfeer wordt slechter, de mensen grimmiger en het mes waarmee geslepen wordt steeds scherper. Dan zit je echt niet te wachten om een paar keer per nacht gewekt te worden door een klein, gouden keeltje van elf maanden. ‘Wat zou hij hebben?’, fluisterde mijn man. ‘Ik ga wel even’, zei ik terwijl ik al naast ons bed stond. Ik was toch aan het piekeren over de reorganisatie, dus dat kwam mooi uit. Toen ik de slaapkamer van ons kleine wonder betrad, trakteerde hij me op een grote glimlach. Tegen alle Nanny-regels in haalde ik hem uit zijn bedje en knuffelde hem. Hij wees met een klein vingertje naar de deur. Hij wilde eruit. Lekker spelen.
Maar mijn baby is niet bipolair. ’s Nachts moet hij slapen. Net zoals zijn oude moeder. Bovendien heeft zijn vader ook rust nodig. Het is niet niks allemaal. Een vrouwtje dat psychiatrische hulp nodig heeft. En dan moest er ook nog zo nodig een kind komen. Bovendien lukte dat niet meteen, waardoor er een heel ziekenhuiscircus aan te pas moest komen. Vervolgens worden we uit onze slaap gerukt. Niet dat dat vaak voorkomt hoor. Ik geloof dat dit de derde nacht in elf maanden was. Maar zo stond ik wel mooi, in het holst van de nacht, met mijn kleine wondertje op mijn arm. Hij kraaide en vertelde hele verhalen. Ik knuffelde hem en fluisterde dat de nacht is om te slapen. Overdag kunnen we spelen, keihard werken en heel hard lachen. Mensen hebben ook hun rust nodig. Ik viel hem nog niet meteen lastig met het dag- en nachtritme van de bipolair. Dat leert hij later zelf wel.
Drie kwartier later legde ik hem gelukkig in zijn bedje. Zelf ging ik naast mijn tevreden slapende man liggen. Ik bedacht hoe fijn mijn kind als medicijn werkt. Dat daar geen lithium tegenop kan. Hij biedt structuur, een zinvolle dagbesteding en liefde. Bergen liefde. Bergen was ook, hoor. Maar liefde is leuker.
Veel tijd om erover te zwijmelen had ik niet. Meneertje jengelde weer. Tegen alle opvoedregels in, legde ik hem gezellig tussen ons in. Twee minuten later sliep hij. Onfeilbaar voldaan. Knorrend vleide hij zich tegen me aan. Ik vond het heerlijk, maar sliep niet.
’s Ochtends was ons kleine wonder met geen stok wakker te krijgen. Zelf waren we te laat. Met flesje, ontbijt, douchen en aankleden. Brengen naar de kinderopvang. Naar het werk. Ik appte mijn collega’s dat ik een verschrikkelijke nacht had gehad. Dat geloofden ze vast.
Mijn kleine schatje schaterde aan het ontbijt. Hij smeerde kaas in zijn haren en veegde zijn beboterde handjes af aan zijn mooie, kreukloze shirtje. Hij spreidde zijn armpjes en gooide zijn lijfje tegen me aan. Likte aan mijn wang en trok aan mijn haar. Ik veegde een kledder kwijl van mijn kantoorbloesje en realiseerde me dat ik al uren niet meer over de reorganisatie had gepiekerd.
DE NACHTRUSTVERSTOORDER
“Ik viel hem nog niet
meteen lastig met het dag- en nachtritme
van de bipolair. Dat leert hij later
zelf wel.”
- 11-
Jongeren met een psychische aandoening hebben het vaak moeilijk om na behandeling een duurzame plaats in de samenleving te realiseren. ‘Een hoopvolle toekomst’ is een hartenkreet en een sterk pleidooi voor een concreet programma voor rehabilitatie en herstel. Het boek beschrijft het ontstaan en de ontwikkeling van een initiatief van ouders van jongeren met een psychische aandoening om hun kinderen een hoopvolle toekomst te bieden. De Windroos is het resultaat van dat initiatief: een werkwijze voor herstel en maatschappelijke integratie van jongeren met psychoseproblematiek.Begin jaren negentig raakten de schrijvers van dit boek betrokken bij de ouderadviesraad van de adolescentenkliniek van het AMC. Verontrust door het ontbreken van een systematische structuur voor herstel en re-integratie startten betrokken ouders een eigen rehabilitatieproject. Wat volgde was een jarenlange strijd van dappere ouders die op de bres staan voor hun kinderen en al doende alle in’s en out’s leerden kennen van de GGZ, weerbarstigheid van medische professionals, financiering, subsidies en steunfondsen. Dat alles resulteerde uiteindelijk in een gehuurd oud schoolgebouw in Amstelveen waarin de Windroosformule gaandeweg gestalte kreeg.Vanaf 1999 draait daar een programma voor jongeren met ‘een aandoening’. Een bewust gekozen term om stigmatisering te voorkomen en de nadruk te leggen
op herstel. Herstel is het doel, de benadering is holistisch en ‘consumer-run‘: de deelnemer bepaalt. De ingezette middelen zijn vooral computertraining en studeren. Van vitaal belang is het leren de regie over het eigen leven te voeren. De missie van de Windroos formuleren de schrijvers als: “mensen met een blijvende beperking zo goed mogelijk leren omgaan met hun mogelijkheden”. Met de focus op onderwijs en oog voor knelpunten in het dagelijks leven. Zaken als huisvesting, inkomen en sociale contacten moeten als basisvoorwaarden in orde zijn, anders is er geen ruimte voor een nieuw begin, aldus de schrijvers. Dus ook daar wordt energie in gestoken, ofwel door workshops, ofwel door directe hulp.Het boek beschrijft uitgebreid de worsteling om iets van de grond te krijgen. Het wordt duidelijk dat buiten de reguliere kaders van de GGZ denken en doen een zaak van volharding, creativiteit en lange adem is. Daarmee ontstaat een duidelijk beeld van alle te omzeilen klippen. Die kaders bewegen niet mee, maar zijn in beton gegoten. De schrijvers bepleiten met hart en ziel dat jongeren met psychoseproblematiek een plaats verdienen in de maatschappij en dat succes kan worden behaald met een programma dat zich richt op “complete jonge mensen (...) die als zodanig moeten worden benaderd”. Het Windroosprogramma kenmerkt zich door een holistische en integrale benadering vanuit
Maandelijks bespreekt
GGZTotaal een recent
uitgegeven boek, dat
betrekking heeft op de GGZ.
Onderstaande recensie is
van Johan Atsma, docent/
coach MBO verpleegkunde.
Boekbespreking Johan Atsma
Corry Punch-Venneman en Maurice Punch: Een hoopvolle toekomst. De Windroos, een werkwijze voor herstel en maatschappelijke integratie van jongvolwassenen met psychoseproblematiek.
BOEK
BESP
REKI
NG
- 12-
een optimistische kijk op de deelnemers. “De ex-psychiatrisch patiënten (hebben) zelf leiding (...) over projecten of activiteiten waaraan zij deelnemen. Het is hun project en hun wensen en behoeften zijn de drijfveer”. Daarnaast gaan de initiatiefnemers ook voor inhoud en visie. Ze schakelen het Trimbosinstituut in voor onderzoek en men stelt zich terdege op de hoogte van nieuwe ontwikkelingen, vooral in Amerika. Een apart hoofdstuk licht de Windroosmethode nader toe en verduidelijkt hem door de praktijk te beschrijven die in de loop der jaren samen met de deelnemers is ontwikkeld.Het boek eindigt met de constatering dat er na twintig jaar hard werken onverminderd gestreden moet worden om een goed idee, dat navolging verdient, te behouden en te bestendigen. De huidige bezuinigingen in de GGZ geven geen reden tot optimisme. Het boek levert fundamentele kritiek op de gevestigde orde binnen de zorg voor jongeren met psychoseproblematiek en biedt daarmee meer dan genoeg stof tot nadenken. Corry Punch-Venneman en Maurice Punch: Een hoopvolle toekomst. De Windroos, een werkwijze voor herstel en maatschappelijke integratie van jongvolwassenen met psychoseproblematiek. Uitgeverjj Eburon, 143 blz; € 19.95, ISBN 978-90-5972-775-5
Kijk voor meer informatie op onze website: www.ggztotaal.nl
ontw
erp
e-m
agaz
ine:
Ingr
id H
uism
ans
FEBR
UARI
201
4