energieplan utrecht - concept
TRANSCRIPT
2 3
Inhoudsopgave
Ons Utrecht in 2030 4
Het startpunt: Waar staan we nu? 5
De hoofdlijnen van ons plan 6
Wonen – ons plan 7
Werken – ons plan 10
Vervoer – ons plan 12
Centrale energievoorziening in Utrecht - ons plan 14
Randvoorwaarden voor ons plan 16
De effecten van ons plan 17
Colofon
Dit energieplan is het resultaat van de stadsgesprekken
energie op 14 maart, 28 maart en 18 april 2015. Dit plan is
opgesteld door 166 willekeurig geselecteerde Utrechters.
Fotografie: Ruth Catsburg
Ontwerp: DDK
Website: utrecht.nl/energie
LeeswijzerIn dit energieplan ziet u een aantal gele post-its. Verschillende experts hebben naar aanleiding van de door
u voorgestelde maatregelen een aantal vragen aangegeven.
Over deze punten praten we op 18 april samen verder. Het kan zijn dat u die vragen niet kunt
beantwoorden. Geen probleem; dan is dat het huiswerk dat de gemeente Utrecht moet doen bij de
uitwerking van het energieplan.
Daarnaast ziet u in het plan blauwe tekst staan. De experts hebben naar aanleiding van uw plan suggesties
gedaan om het completer te maken. Deze suggesties zijn in de geest van uw plan gemaakt. Graag ook
uw aandacht voor deze teksten. Laat ons op 18 april vooral weten als u het niet eens bent met deze
aanvullingen.
4 5
Het startpunt: we volgden een uniek proces
Het startpunt: Waar staan we nu?
Elk jaar wordt er een grote hoeveelheid energie
verbruikt, dat in geld overeenkomt met 400 miljoen
euro. Van al deze energie die jaarlijks wordt gebruik
is ongeveer een derde nodig voor ‘Wonen’. Voor
‘Werken’ is dat bijna de helft. De rest is nodig voor
vervoer. Als we kijken naar waar de energie voor
wordt gebruikt dan blijkt iets meer dan de helft
(stadsverwarming en gas) te gaan naar warmte,
ongeveer een kwart is elektriciteit en de rest is
voor vervoer. Als we naar CO2 kijken, is elektriciteit
het belangrijkst met bijna de helft van alle CO2
uitstoot. Daarbij wordt uitgegaan dat de elektriciteit
voornamelijk door fossiele bronnen wordt
opgewekt, net zoals het landelijk gemiddelde.
Figuur 1 Bouwstenen voor de dromen tijdens het eerste
Stadsgesprek. De lettergrootte geeft aan hoeveel deelnemers de
bouwsteen als positief ervoeren.
Wat gebruikt energie?
Welke soorten energie? Wat is de CO2 uitstoot?
De energievoorziening in Utrecht wordt
gedomineerd door gas en kolen en Utrecht
kent een eigen gascentrale. Op het gebied
van stadsverwarming ligt het oudste net van
Nederland in Utrecht gevoed door de (rest)
warmte uit de gascentrale. Hierop zijn in totaal 35
duizend woningen aangesloten en een zeer groot
aantal gebouwen zoals kantoren, zwembaden
en onderwijsgebouwen. Er is geen grootschalige
duurzame opwekking in de stad zelf. Sinds 2011
is het aantal zonnepanelen op daken in Utrecht
sterk in opkomst. Aan het einde van 2014 was
er een oppervlakte van ongeveer 62.000 m2
uitgerust met zonnepanelen. Dat is tien keer
zoveel als in 2011. Dit is bijna 2% van het totale
geschikte dakoppervlak voor zonnepalen in
Utrecht. Het aantal panelen groeit sneller dan in
de rest van Nederland.
Percentages energie op basis van werkelijk gebruikte energie bij de (eind)gebruiker. Vervoer is energie ‘aan de pomp’. Percentages
CO2 op basis van emissiekengetallen Utrecht (elektriciteit en stadsverwarming) of Nederlands gemiddelde (gas). Bronnen: Eneco,
Stedin, Gemeente Utrecht.
Stads-verwarming
7%
Vervoer21%
Diesel/Benzine
21%
Diesel/Benzine
19%
Werken47%
Gas27%
Stads-verwarming
16%
Wonen32%
Gas36%
Elektriciteit27%
Elektriciteit47%
Dit plan is gemaakt op basis van het
Stadsgesprek Energie dat plaats vond op drie
zaterdagen; 14 maart, 28 maart en 18 april
2015. Aan dit gesprek namen 166 inwoners
uit Utrecht deel, door loting bij elkaar
gebracht en gevraagd een plan te maken
voor een klimaatneutraal Utrecht. Gedurende
de drie zaterdagen hebben we gedroomd,
gesproken en gedacht over de toekomst van
de energievoorziening in Utrecht.
In onze gesprekken hebben we gemerkt dat we
verschillende opvattingen en ideeën hebben,
maar we hebben gezocht naar nieuwe, creatieve
oplossingen. We hebben een groot aantal
maatregelen besproken. In dit energieplan geven
we aan met welke maatregelen Utrecht zou
moeten beginnen, en welke randvoorwaarden we
daarbij belangrijk vinden.
We hebben, om tot het energieplan te komen,
niet alleen drie dagen met elkaar op diverse
manieren verschillende gesprekken gevoerd,
maar we hebben ook allemaal veel over het
energie- en klimaatvraagstuk geleerd. Wat
we leerden hebben we in de gesprekken ook
meteen kunnen toepassen. Daardoor is er nu een
energieplan dat bijna helemaal voldoet aan de
vraag van die we hebben meegekregen: realiseer
een klimaatneutraal Utrecht. De uitdaging ligt nu
bij de realisatie.
166 bewoners van Utrecht
6 7
De hoofdlijnen van ons planWij delen één droom: Utrecht als een schone,
duurzame, groene en veilige plaats. De uitstoot
van CO2 als gevolg van ons energiegebruik tot nul
is gedaald. Bovendien is Utrecht door de goede
luchtkwaliteit en gezonde leefomgeving een plek
waar we met plezier wonen, studeren, werken
en ontspannen. De aanpak om dit te bereiken in
Utrecht moet uitgaan van de kracht van Utrecht,
dat wat Utrecht uniek maakt. Utrecht is een
oude historische stad met een relatief jonge,
creatieve bevolking. Er is hier veel economie in
de dienstverleningssector. Het is een logistiek
knooppunt in Nederland en een gezonde fietsstad.
Niet voor niks start de Tour de France in Utrecht
juli 2015. Wanneer we werken aan het Energieplan
moet dat ook samengaan met deze onderdelen:
schoon vervoer, gezondheid en gebruik makend
van de kennis die hier lokaal aanwezig is.
Om het energiegebruik te verlagen zien we
mogelijkheden in verregaande isolatie, zuinigere
apparatuur, en een meer energiebewust
gedrag van de gebruikers. Deze maatregelen
verlagen zowel de vraag naar warmte als
elektriciteit. De resterende vraag naar warmte en
elektriciteit komt uit energiebronnen die steeds
schoner worden, met een steeds lagere CO¬2-
uitstoot, zoveel mogelijk opgewekt in Utrecht.
Hierin hebben bedrijven en bewoners zelf de keuze
hoe en waar we energie vandaan halen. Elektrisch
vervoer wordt gestimuleerd. We geven prioriteit
aan maatregelen die zichzelf terug verdienen, of
die dat – naar verwachting – op termijn doen.
We streven met ons plan naar breed
gedragen oplossingen met zo laag mogelijke
(maatschappelijke) kosten. Uitvoering van het plan
vraagt daarom om intensieve samenwerking met
en afstemming tussen allerlei partijen in Utrecht.
In de straat, de wijk en Utrecht als geheel. Burgers
en bedrijven worden nog beter geïnformeerd door
de gemeente en door de partijen die maatregelen
(willen) nemen. Beleid en maatregelen moeten
zichtbaarder worden. Bedrijven en burgers
worden aangesproken én geholpen als ze energie
verspillen. Goed gedrag van koplopers wordt
beloond, slecht gedrag van klaplopers bestraft.
De gemeente speelt een grotere rol bij het
organiseren van de financiering van maatregelen.
Wonen - ons planIn de toekomst zijn onze woningen
energieneutraal, comfortabel en betaalbaar. We
gebruiken energiezuinige apparaten en verlichting.
We kennen ons energiegebruik (onder andere door
slimme meters), weten hoe zich dat verhoudt tot
vergelijkbare energiegebruikers, en hebben keuze
wat betreft aanbieders. Om zo’n toekomst mogelijk
te maken, zijn de volgende maatregelen nodig.
Isolatie
✓ In gebieden die op stadsverwarming zijn (of
worden) aangesloten, wordt alle bestaande
woningbouw minimaal op energielabel B
gebracht.
✓ In gebieden waar geen stadsverwarming
aanwezig of mogelijk is, wordt bij renovatie
gestreefd naar de beste energielabels, minimaal
energielabel A, met als ambitie voor de langere
termijn minimaal energielabel A++ of daarmee
gelijkwaardig kwaliteitsniveau. Dit betekent
dat steeds minder woningen met aardgas
worden verwarmd en afgesloten kunnen
worden. De gemeente is nauw betrokken bij de
ontwikkeling van dit soort zeer energiezuinige
woningbouw,
leert hiervan, en past
waar nodig procedures en
regelgeving aan om dit proces te
versnellen en faciliteren.
✓ De renovatie van monumentale panden
wordt actief ondersteund door de gemeente.
Alle betrokken partijen denken mee over de
mogelijkheden om energie te besparen, waarbij
de cultuurhistorische waarde niet verloren gaat.
✓ Alle nieuwbouw woningen zijn vanaf
2020 energieneutraal. Zonnepanelen zijn
geïntegreerd in het ontwerp, te kostbare
uitzonderingen daargelaten.
✓ De gemeente onderzoekt de mogelijkheid
om energieverspillende woningen
zwaarder te belasten, bijvoorbeeld via de
onroerendezaakbelasting (OZB). Jullie idee
was om een OZB-verhoging in te zetten als
pressiemiddel (of boete) voor partijen die slecht
presteren op het gebied van duurzaamheid.
Dit mag niet volgens de belastingwet- en
regelgeving. Wel zouden we via de OZB een
collectieve ‘spaarpot’ kunnen aanleggen om
duurzaamheidsmaatregelen voor woningen
te financieren. Bijvoorbeeld door deze in te
zetten voor leningen. Die leningen worden
terugbetaald aan het fonds en kunnen weer
ingezet worden. Is dit een interessante route?
Wat maakt het
plan Uteregs?
Wie neemt het initiatief voor
campagnes tot isolatie? Hoe
worden deze succesvol? Wie
zijn daarbij nodig? Hoe gaan
we om met verschillende
eigenaren?
Waarom nieuwbouw woningen pas
vanaf 2020 energieneutraal?
Kunnen we bij grondexploitaties
eventueel ‘nul-op-de-meter’
eisen in ruil voor een lagere
grondprijs?
8 9
instrumenten (bijvoorbeeld standaard
contracten) staat centraal.
✓ Voor een deel van de huurwoningen
krijgen de huurders de mogelijkheid om
zelf zonnepanelen aan te schaffen en de
opbrengsten te verrekenen met de service- of
huurkosten. Onderzocht wordt of sommige
daken kunnen worden verhuurd aan
energiebedrijven of -coöperaties.
✓ Bij alle nieuwbouw zijn zonnepanelen
standaard en geïntegreerd in het ontwerp,
tenzij de meerkosten niet kunnen worden
terugverdiend.
Energiezuinige apparatuur
✓ Energieverspilling bij apparaten is beter
zichtbaar in het gebruik en de aanschaf
van energiezuinige apparatuur wordt
gestimuleerd.
✓ Er komen ook gezamenlijke inkoop-initiatieven
voor energiezuinige apparaten.
✓ In nieuwbouw wordt alleen de
meest energiezuinige categorie aan
inbouwapparatuur aangeboden.
✓ De aanschaf van energiezuinige apparatuur
(met name verlichting, wasmachines,
koelkasten) voor lagere inkomens wordt
mogelijk gemaakt.
✓ Bewoners krijgen beter inzicht in hun
energiegebruik door bijvoorbeeld: het
uitlenen van elektriciteitsgebruiksmeters
voor apparaten, door slimme meters voor
elektriciteit, gas en warmte, door terug
te koppelen hoe zuinig/verspillend een
woning of huishouden is ten opzichte van
vergelijkbare woningen en huishoudens.
✓ Woningcorporaties, vastgoed-eigenaren,
particuliere woningbezitters en huurders
werken samen en wisselen kennis uit,
bijvoorbeeld bij aanbestedingen. De gemeente
helpt door deze partijen bij elkaar te brengen
en ervaringen uit vergelijkbare processen in
te brengen. Het doel is om te komen tot een
basisaanpak voor energierenovaties.
✓ De gemeente onderzoekt de noodzaak en
mogelijkheden om het huidige financiële
instrumentarium beschikbaar voor bewoners
en woningbouwcorporaties aan te passen
ofwel uit te breiden. Bij voorkeur in
samenwerking met hypotheekverstrekkers,
banken, pensioenfondsen en verzekeraars.
Onderzocht wordt of leningen gekoppeld
kunnen worden aan de (huur)woning, niet
aan de bewoner(s), waardoor deze lening
overdraagbaar is bij de verkoop van een
woning, bijvoorbeeld via de OZB.
Zonnepanelen op (woon) gebouwen
✓ Alle geschikte daken in Utrecht worden
voorzien van zonne-energie. Dit wordt
gestimuleerd door gezamenlijke inkoop-
initiatieven. Deze gezamenlijke acties willen
we ook bij energiebesparingsmaatregelen.
Uitwisseling van kennis, ervaring en
Wat is de rol van de
gemeente en welke partijen
zijn er verder nodig?
Hoe stimuleren we ander
aankoopgedrag?
Wat zijn de belangrijkste
voorwaarden voor een
f inancieringsinstrument?
Op dit moment zijn
duurzaamheidsleningen voor
particulieren geen groot succes,
wat zou er anders moeten?
Wie moet hierbij betrokken worden?
Op dit moment hoort het direct
uitlezen van je slimme meter
bij je eigen energieleverancier.
Hiervoor betaal je vaak. Moet dit
onafhankelijk worden? Bijvoorbeeld
open source of via netbeheerder?
Kan dit tegen hele lage kosten?
10 11
Onder ‘werken’ verstaan we hier het
energiegebruik in alle overige gebouwen:
bijvoorbeeld in kantoren, industrie, winkels,
scholen, ziekenhuizen. In principe geldt voor
deze sector hetzelfde pakket aan maatregelen
als voor ‘wonen’. Overal is LED verlichting en
energiezuinige apparatuur aanwezig. Vanuit
warmte- en koudeopslag kan een groot deel van
de behoefte aan koeling in kantoren, horeca, en
dagverse winkels worden geleverd, waardoor
er minder elektriciteit voor koeling nodig is.
Maar doordat de energietarieven (inclusief
belastingen) voor deze sector lager zijn,
verdienen sommige maatregelen zich pas later
of helemaal niet terug. Een ander verschil is dat
voor gebouweigenaren ‘werken’ er in ons plan
meer wordt verplicht dan voor bewoners.
✓ Bedrijven met een bepaald minimum
energiegebruik moeten energiebesparende
maatregelen treffen als deze binnen vijf jaar
worden terugverdiend. De gemeente gaat deze
Vragen aan anderen
✓ Het verplicht stellen van zonnepanelen bij
nieuwbouwwoningen kan niet in de huidige
regelgeving. We vragen bij de Rijksoverheid
een ontheffing voor Utrecht; op extra eisen bij
nieuwbouw.
✓ We onderzoeken de mogelijkheden voor een
pilot in Utrecht voor het goedkoop inzichtelijk
maken van de energiedata om te vergelijken
met het wijkgemiddelde (bijv. via open
source of netbeheerder).Op dit moment is er
een “koppelverkoop” tussen leverancier en
netbeheerder voor het uitlezen van de slimme
meter en dus het inzichtelijk maken van het
energieverbruik. Dat betekent dat wanneer je
een slimme meter hebt, de gegevens van je
energieverbruik per apparaat, per uur alleen
door je eigen energieleverancier mag worden
gedaan. Wanneer dit open source is, dan
zouden anderen ook aanbiedingen kunnen
doen voor apparaten om de energiedata
zichtbaar te maken.
Werken - ons planHet zichtbaar maken van het
gebouwlabel is al verplicht
voor overheidsgebouwen, is dit
voldoende? Zichtbaar maken van
energieverbruik bij apparaten
en openbare ruimte is er nog
niet. Denken jullie dan ook aan
straatverlichting? Kunnen jullie
voorbeelden geven?
Wie organiseert de gesprekken
binnen bedrijven en hoe vindt
monitoring plaats?
Hoe stimuleren we een goede
relatie tussen gebouweigenaar en
huurder? Wie is hiervoor cruciaal?
Welke tools kunnen worden gebruikt?
eis strikter handhaven en bedrijven ook helpen
met het vinden van oplossingen. Gemeenten
en RUD (Regionale Uitvoeringsdiensten)
hebben als taak de wet milieubeheer te
handhaven. Landelijk wordt regelgeving
minder streng. Jullie stellen juist strengere
handhaving voor. Dan moeten we hiervoor
naar Den Haag.
✓ De gemeente onderzoekt de mogelijkheid
om energieverspillende bedrijven
zwaarder te belasten, bijvoorbeeld via de
onroerendezaakbelasting (OZB).
✓ In gebouwen is het energielabel altijd
zichtbaar als ook bij apparaten in
(openbare) gebouwen (bijvoorbeeld
met informatieborden/stickers met
energiegebruiksgegevens). Te beginnen bij
alles vanuit de gemeente zelf.
✓ De gemeente zet zich in om het landelijk
beleid voor investeringen in zonnepanelen in
de sector ‘werken’ te verbeteren, bijvoorbeeld
door het aanpassen van de structuur
van energietarieven of de mogelijkheden
tot teruglevering (tegen volledige
elektriciteitsprijs) te onderzoeken.
✓ Bedrijven en organisaties wordt gevraagd
om de doelstelling van de gemeente te
ondersteunen door zelf actief te zoeken
naar energiebesparingsmaatregelen in
hun gebouwen, in overleg met de eigenaar
of beheerder van hun gebouw. Om dit
te faciliteren, ondersteunt de gemeente
het opzetten van energieteams of
‘bedrijfsgesprekken’.
✓ De eigenaren van de gebouwen en de
huurders investeren gezamenlijk in
maatregelen. Zij maken afspraken over het
verdelen van de investeringen en opbrengsten.
Er is een open, goede relatie tussen beide
partijen waarbij bijvoorbeeld zowel de hogere
waarde van het gebouw (eigenaar) als de
relatie met productiviteit (huurder) worden
meegenomen.
Vragen aan anderen
✓ We vragen bij het Rijk om de verplichtende
maatregelen bij energiebesparing bedrijven
niet af te zwakken. Of als dat landelijk wel
gebeurt, of Utrecht mag vasthouden aan het
huidige ambitie niveau. Gemeenten en RUD
(Regionale Uitvoeringsdiensten) hebben als taak
de wet milieubeheer te handhaven. Landelijk
wordt regelgeving echter minder streng zodat
meer gemeenten tegen lagere kosten kunnen
handhaven. Jullie stellen: “Bedrijven met een
bepaald minimum energiegebruik moeten
energiebesparende maatregelen treffen als
deze binnen vijf jaar worden terugverdiend.
De gemeente gaat deze eis strikter handhaven
en bedrijven ook helpen met het vinden van
oplossingen.” dan moeten we hiervoor richting
Den Haag.
12 13
Vervoer - ons planIn de toekomst maken we zoveel mogelijk gebruik
van het openbaar vervoer en de fiets. Als we een
auto nodig hebben, rijden we milieubewust en
op korte termijn in zuinige en schone auto’s.
Op langere termijn zijn alle auto’s en bussen
elektrisch. Vrachtwagens rijden op elektriciteit of
biobrandstoffen.
Elektrische bussen en goederenvervoer
✓ Alle bussen in Utrecht worden op termijn
elektrisch. Hierbij is het belangrijk dat deze
minstens zo veilig zijn als nu.
✓ Er wordt onderzocht of het OV goedkoper kan
worden, maar in ieder geval niet duurder dan
nu, ook niet wanneer dit elektrisch wordt.
✓ Om biobrandstoffen voor vrachtwagens
mogelijk te maken, wordt ingezet op meer
onderzoek naar betere technieken. Op termijn
rijden die op biobrandstoffen waarvoor alleen
restafval of duurzame grondstof is gebruikt
(geen voedsel).
✓ Bij verbranding van biobrandstoffen mag geen
extra luchtvervuiling (en bijvoorbeeld stank)
optreden.
Zuinige auto’s en zuinig rijden
✓ Bij de aanschaf van een nieuwe auto wordt
gelet op het energielabel. Daarbij kunnen alleen
auto’s uit dezelfde klasse worden vergeleken.
✓ Utrecht zet in op campagnes voor Het Nieuwe
Rijden, zodat zuiniger kan worden gereden.
Deze campagnes worden onderdeel van een
meerjarenprogramma en vinden doorlopend
plaats.
Elektrische auto’s
✓ Overal in Utrecht zijn voldoende oplaadpalen
voor elektrische auto’s. In verschillende fases
werken we naar een binnenstad waar alleen
nog maar elektrische auto’s toegelaten worden
(met uitzondering van toeristen). Dit is wel
afhankelijk van de ontwikkeling van de techniek
(bijvoorbeeld de capaciteit en oplaadtijd
van accu’s) en de benodigde kostendaling.
Elektrisch vervoer moet ook veilig zijn.
✓ Er worden contracten gesloten met aanbieders
van 100% groene elektriciteit waardoor alle
oplaadpalen alleen maar groene energie
hebben. Bij voorkeur worden de laadpalen
opgewekt met lokale zonne-energie. Deze
laadpalen krijgen de voorkeur.
✓ De opgeslagen elektriciteit in de accu van
de elektrische auto wordt ook gebruikt voor
andere zaken dan vervoer. Zo wordt duurzame
energie optimaal gebruikt.
Vragen aan anderen
✓ We willen onderzoeken in hoeverre de accijnzen
op fossiele brandstof verhoogd kunnen
worden.
✓ We vragen de Provincie meer vaart te maken
met de green deal ‘zero emission’ (nul
emissie).
Het energielabel is er al voor auto’s.
Kunnen we in Utrecht meer doen? Wie
is dan nodig?
Een campagne voor Het Nieuwe
Rijden, moet de gemeente daar een
rol bij krijgen? Welke andere partijen
zijn daarbij belangrijk?
Toelaten elektrische auto’s: kunnen we ook doelen en
acties formuleren voor deze fases?
Het plan gaat nu vooral over
elektrisch, kan dat ook waterstof
zijn? Denk dan aan “nul emissie”
openbaar vervoer.
Alle maatregelen bij vervoer zijn
vaak geregeld in provinciaal of
landelijk beleid. Is er ook een
maatregel nodig op bewustwording
en verandering gedrag?
14 15
Centrale energievoorzieningin Utrecht - ons planInfrastructuur
De energiebesparende maatregelen onder wonen,
werken en vervoer hebben gevolgen voor het
ontwerp en de kosten van het energienetwerk voor
aardgas, warmte en elektriciteit in Utrecht. Aardgas
zal een steeds kleinere rol gaan spelen, elektriciteit
een steeds grotere (door elektrische auto’s, door
warmtepompen voor A++ woningen). Om de kosten
voor de stad als geheel te beperken is een optimale
afstemming van groot belang.
✓ Bij zowel nieuwbouw als renovatie projecten
in de bestaande bouw werken alle betrokken
partijen aan het invullen van de vraag naar
energie(besparing) en het aanbieden van
duurzame energie op het niveau van een wijk.
Hierbij wordt gestreefd naar oplossingen
met de laagste maatschappelijke kosten. De
gemeente bewaakt en coördineert dit proces.
Stadsverwarming
✓ De CO2-uitstoot van de (bestaande)
stadsverwarming neemt verder af door de
warmte te maken vanuit groene energie.
✓ De gemeente stimuleert dat meerdere
aanbieders hun warmte kunnen “invoeden”;
een zogenaamd open stadsverwarmingsnet.
✓ Om meer invloed te hebben op het product
‘warmtelevering’ wordt er onderzocht of
andere vormen van beprijzen van warmte en of
participatie het draagvlak voor warmtelevering
kan beïnvloeden.
✓ Elke aanbieder van warmte geeft aan waar
de warmte van afkomstig is en hoeveel CO2–
uitstoot bij de productie is vrijgekomen.
✓ Er wordt onderzocht of en hoe op termijn ook
andere bronnen worden aangesloten, zoals
warmte uit biomassa, diepe aardwarmte of
zonnewarmte.
✓ In de gebieden waar (bijna) iedereen op
stadsverwarming wordt aangesloten, worden
gasleidingen niet meer vervangen. Bewoners/
partijen zijn dan verplicht te kiezen voor
optimale isolatie of stadsverwarming.
Zonnevelden
✓ De gemeente bekijkt continu welke stukken
gemeentegrond gebruikt kunnen worden voor
het opwekken van zonne-elektriciteit.
✓ De opbrengst van de grondverhuur wordt ook
gebruikt voor het faciliteren van investeringen
in energiebesparing of schone energie.
✓ De gemeente geeft ruim baan aan de
ontwikkeling van zonnevelden, bijvoorbeeld
door het snel beschikbaar stellen van
vergunningen en eventueel aanpassen
bestemmingsplan.
Open netten zijn op dit moment niet mogelijk, omdat warmtenetten niet onafhankelijk worden beheerd. Er is geen regelgeving voor eigenaren van
warmtenetten om daaraan mee te werken.
Als bedrijven of bewoners in een bepaalde wijk geen stadsverwarming willen, wat zijn dan hun opties (zonder gas)? En komt voor die opties een vergoeding
beschikbaar?
✓ De gemeente ziet erop toe dat de inpassing
in het landschap op een aantrekkelijke manier
gebeurt. Hierbij worden de mogelijkheden van
de zonnevelden voor educatie/bewustwording
ook meegenomen.
✓ De gemeente zet zich in om het landelijk beleid
voor (collectieve) investeringen in zonnevelden
te verbeteren. De gemeente onderzoekt
mogelijkheden om de drempel voor zulke
investeringen te verlagen.
Windenergie
✓ Er wordt gezocht naar de beste locaties voor
windturbines in Utrecht. Dit betekent op
voldoende afstand van woonwijken, langs
snelwegen, kanalen of op industrieterreinen.
✓ Daar waar, uit onderzoek blijkt dat er mogelijk
overlast kan ontstaan door het geluid of de
slagschaduw van de windturbines, worden
extra aanpassingen gedaan om deze hinder zo
veel mogelijk te beperken of te voorkomen.
✓ Vanaf het begin wordt samengewerkt door
gemeente, initiatiefnemers en omwonenden. Er
wordt draagvlak gecreëerd door betrokkenen te
laten meedenken en door ze de kans te geven
te delen in de opbrengsten van de windturbines.
✓ De gemeente ziet bij alle projecten toe op een
goede inpassing in het landschap, bijvoorbeeld
door de vormgeving (grootte, kleur, patronen)
van de windturbines of het bij elkaar plaatsen
van meerdere windturbines op een lijn.
Biomassacentrales
✓ In de centrales wordt alleen duurzaam en
verantwoordelijk geproduceerd hout gebruikt,
bij voorkeur lokaal snoeihout en GFT afval.
✓ Onderzocht wordt of GFT-afval uit de gemeente
voor de vergroening van de stadsverwarming
of voor andere vormen van groene energie-
opwekking een rol kan spelen.
✓ Op termijn moet worden onderzocht of de CO2
emissies afgevangen en afgevoerd kunnen
worden.
✓ Vanaf het begin is duidelijk dat de centrales
geen luchtvervuiling of geuroverlast geven.
Er is duidelijke informatie beschikbaar over
bijvoorbeeld vergunningen of aanvoer van
grondstoffen voor de inwoners van Utrecht.
✓ De warmte uit de centrales wordt mede
gebruikt voor de vergroening van de
stadsverwarming.
Wat betekent op
voldoende afstand en
wat zijn de beste locaties?
Wat maakt een locatie
geschikt voor een zonneveld
of windenergie?
Wat is de rol van de gemeente in de
realisatie van deze maatregelen?
Welke andere betrokkenen hebben
een rol of kunnen een rol spelen?
Bij het afvangen en afvoeren van de
CO2-emissies, waar gaat dat dan naar
toe?
16 17
Verschillende rollen en betrokkenheidDiepe aardwarmte
✓ Op het gebied van veiligheid moeten de risico’s
van aardtrillingen en vervuiling van grondwater
centraal staan.
✓ De technologie dient verder ontwikkeld te
worden, zodat onder andere het rendement
hoger wordt. De impact van een project op het
milieu moet in kaart worden gebracht op een
goede en vertrouwenwekkende manier.
✓ De gemeente heeft een rol in het vinden van
een geschikte locatie voor de installatie(s).
Vragen aan anderen
✓ Bij aardwarmte wordt ingezet op gezamenlijk
Nederlands (of Europees) beleid en
samenwerking. Dit is nodig om de grote
financiële risico’s te delen, en om de techniek
verder te ontwikkelen.
✓ Voordat diepe aardwarmte projecten uit
de grond komen, zijn meer studies naar
de haalbaarheid, gevolgen en veiligheid
noodzakelijk. Hierbij is het uitgangspunt dat
internationaal wordt samengewerkt.
✓ We vragen bij de rijksoverheid om
experimenteerruimte in Utrecht om nieuwe
producten voor warmte te ontwikkelen en
toepassen.
Randvoorwaarden voor ons planInformatie, scholing, bewustwording en gedrag
Het meest belangrijk is gedrag: bedrijven,
maatschappelijke organisaties en bewoners in
Utrecht kunnen slimmer omgaan met energie
voor wonen, werken en vervoer. Dat vraagt om
informatie, scholing, bewustwording, en uiteindelijk
dus ook ander gedrag. Bijvoorbeeld dat burgers en
bedrijven andere keuzes maken als ze (elektrische)
apparatuur kopen. Dat ze thuis en op het werk
meer oog hebben voor energiebesparend gedrag.
Dit zal ook helpen om de acceptatie van sommige
hierboven beschreven van maatregelen te vergroten
(bijvoorbeeld diepgaande isolatie).
Wat precies moeten we doen
om het gedrag van ons, dat van
onze buren en werkgevers te
veranderen?
Wie zijn daarvoor de beste
partijen?
Welke vragen hebben
we aan anderen?
✓ Willen we betrokken blijven bij het vervolg van
deze stadsgesprekken?
✓ Zo ja: Hoe?
✓ Hoe kunnen we de uitvoering van dit plan het
best volgen? Wie bewaakt de voortgang?
✓ Hoe zorgen we dat dit een succes wordt? Hoe
kunnen we daar zelf aan bijdragen?
✓ …
Vervolg
De effecten van ons planVoor sommige maatregelen (zoals diepe
aardwarmte of andere innovaties van de
toekomst) is het onzeker of deze voor 2030
beschikbaar komen.
✓ De maatregelen die al wel beschikbaar zijn,
kunnen bij elkaar tot 90% van de huidige CO2-
uitstoot terugdringen. Gerekend met huidige
prijzen, zijn de investeringen die daarvoor in
Utrecht gedaan moeten worden 7 tot 10 miljard
euro. Voor een woning geldt – afhankelijk
van de mate van isolatie – een investering van
ongeveer 15 tot 35 duizend euro (exclusief
meerkosten voor elektrische auto’s). Daar staat
een besparing van 2 tot 2,5 duizend euro per
jaar tegenover.
✓ Daarnaast worden de komende decennia
40 tot 90 duizend banen gecreëerd, met
name voor bouw- en installatiebedrijven. De
isolatie van gebouwen verhoogt het woon- en
werkcomfort flink. Verder maakt elektrisch
vervoer Utrecht een stuk schoner en gezonder,
net als stadsverwarming en warmtepompen. De
komst van zonnepanelen op daken verhoogt de
waarde van deze gebouwen.
Wat en wie is nodig om het
energieplan te laten uitvoeren?
Wat is de rol van de gemeente,
de rol van de landelijke overheid,
de rol van de bewoners, de
bedrijven, de netbeheerder, de
woningbouwcorporatie, de werkgever,
de…..? Hoe worden bedrijven en
bewoners in de toekomst betrokken?
18
AftitelingDit Energieplan werd mede mogelijk gemaakt door:
• 166 inwoners van Utrecht
• dagvoorzitter Eric Spaans
• 21 deelnemers aan de kennismarkt AB
Energy, BAS Utrecht, Bewonersplatform en
vereniging Buren van Lage Weide, De Bundeling,
Eneco, Energiefonds, Energie-U, Windvogels,
Kennisgroep duurzaamheid D66, Kracht van
Utrecht, Mitros, Natuur & Milieu, NMU, Ring
Ring, Stedin, Stichting Kunstzinnig Energiepark,
Universiteit Utrecht, Utrecht van Morgen,
Vereniging Eigen Huis, Voordorp op Eigen Kracht
en Watture.
• Dr. Ivo Opstelten (Hogeschool Utrecht)
• 9 gespreksleiders: Anouk van der Wal, Doeke
Fennema, Eleane Fischer, Frank Roodenburg,
Louke Vissers, Maarten Königs, Marco Glastra,
Michiel Louweret en Rita van der Meulen
• Synthetron: Jeanette Kalthof, Leo Dijkema en
Lucas de Jong.
• deelnemers aan de vissenkom: Arjan Schothorst
(Dura Vermeer/Van Ieperen), Fiona van ’t
Hullenaar (ASR), Hugo Buijs (Eneco), Joop Oude
Lohuis (Ecofys), Lot van Hooijdonk (wethouder
gemeente Utrecht), Marko Kruithof (Stedin),
Monique Hoogwijk (Programmamanager
Utrechtse Energie) en Rolf van der Weide (Bo-Ex).
• de inhoudelijke inbreng van experts vanuit de
gemeente Utrecht: Cees van der Vliet, Henk van
den Berg, Kees Verschoor, Marianne Coopmans,
Marion Overberg, Mirjam Harmelink, Peter Steijn,
René Groen en Rogier Coenraads
• deelnemers aan de Carrousel: Gerja Koldenhof
(Stedin), Lex Bosselaar (RVO), Peter van der Wel
(Stedin), Hugo Buis (Eneco), Harold Koekkoek
(Eneco), Auke Bruinsma (Eneco), Leidy Girigori
(Eneco) en Ilse van den Breemer (Eneco).
• de persbegeleiders: Anita van Wijnbergen en
Gerard Derksen
• het ontvangst en registratieteam: Annemarie
Bremer, Cecilia Sweet, Isabelle Verhoef, Julia
Penning de Vries, Lexa Postma en Reinout van
der Veer
• Medewerkers van Facilitair & Huisvesting,
beveiliging en de Catering: Edwin van de Ven,
Elise Ribbink, Gerard Uytdewilligen, Gerben
van Dalen, Gerrit van Eijk, Henk Nagtegaal,
Kitty Hallie, Marian Vreenegoor, Toeda en vele
anderen!
• Actic en Tegenwind voor het nodige vermaak
• de verslaglegging in film en fotografie: Joeri
Calis, Kim van Engelen, LeendertOostlander en
Ruth Catsburg
• de opmaak van het energieplan: DDK
• 15 medewerkers van Ecofys: Arno van den Bos,
Caspar Noach, Daan Peters, David de Jager,
Esther Eggink, Ewald Slingerland, Joop Oude
Lohuis, Maarten Cuijpers, Margriet van Lidth-de
Jeude, Martijn Overgaag, Rolf de Vos, Thomas
Winkel, Vera Haaksma, Willemijn Pouwels en
Wouter Meindertsma
• Het projectteam Stadsgesprek energie: Anneke
Boonstra, Arno Harting, Geisje Hoetjes, Gertine
Heij, Inge van de Klundert, Judith Naaktgeboren,
Judith van Noort, Lars Schotel, Marte Kappert,
Mieke Donders, Mirelle Kolnaar, Monique
Hoogwijk en Sjaak Pieterse.
• 1.834 koppen koffie
• 911 koppen thee
• 721 flesjes fris
• 1.789 broodjes
• 630 flappen op 25 flapovers aan 7 muren
• 17.000.000 nachtgedachten
• Wethouder Duurzaamheid: Lot van Hooijdonk
En natuurlijk iedereen die we per ongeluk niet
genoemd hebben!
April 2015