être +avoir + aller invuloefening
TRANSCRIPT
![Page 1: êTre +avoir + aller invuloefening](https://reader031.vdocuments.pub/reader031/viewer/2022020207/559eb28e1a28abd26a8b4723/html5/thumbnails/1.jpg)
2.2 De onregelmatige werkwoorden
![Page 2: êTre +avoir + aller invuloefening](https://reader031.vdocuments.pub/reader031/viewer/2022020207/559eb28e1a28abd26a8b4723/html5/thumbnails/2.jpg)
Être ( zijn )
je tu il / elle / on nous vous ils / elles
ik ben jij bent hij / zij / men is wij zijn jullie zijn ,u bentzij zijn
![Page 3: êTre +avoir + aller invuloefening](https://reader031.vdocuments.pub/reader031/viewer/2022020207/559eb28e1a28abd26a8b4723/html5/thumbnails/3.jpg)
Être ( zijn )
je tu il / elle / on nous vous ils / elles
suis es est sommes êtes sont
ik ben jij bent hij / zij / men is wij zijn jullie zijn ,u bentzij zijn
![Page 4: êTre +avoir + aller invuloefening](https://reader031.vdocuments.pub/reader031/viewer/2022020207/559eb28e1a28abd26a8b4723/html5/thumbnails/4.jpg)
avoir (hebben)
j' tu il / elle / on nous vous ils / elles
ik heb jij hebt hij / zij / men heeft wij hebben jullie hebben, u heeft zij hebben
![Page 5: êTre +avoir + aller invuloefening](https://reader031.vdocuments.pub/reader031/viewer/2022020207/559eb28e1a28abd26a8b4723/html5/thumbnails/5.jpg)
avoir (hebben)
j' tu il / elle / on nous vous ils / elles
ai as a avons avez ont
ik heb jij hebt hij / zij / men heeft wij hebben jullie hebben, u heeft zij hebben
![Page 6: êTre +avoir + aller invuloefening](https://reader031.vdocuments.pub/reader031/viewer/2022020207/559eb28e1a28abd26a8b4723/html5/thumbnails/6.jpg)
Aller
je tu il / elle / on nous vous ils / elles
vais vas va allons allez vont
ik ga jij gaat hij / zij / men gaat wij gaan jullie gaan zij gaan
![Page 7: êTre +avoir + aller invuloefening](https://reader031.vdocuments.pub/reader031/viewer/2022020207/559eb28e1a28abd26a8b4723/html5/thumbnails/7.jpg)
être (zijn) avoir hebben) aller (gaan)
suis es est sommes êtes sont
ai as a avons avez ont
vais vas va allons allez vont
![Page 8: êTre +avoir + aller invuloefening](https://reader031.vdocuments.pub/reader031/viewer/2022020207/559eb28e1a28abd26a8b4723/html5/thumbnails/8.jpg)
être (zijn) avoir hebben) aller (gaan)
suis es est sommes êtes sont
ai as a avons avez ont
vais vas va allons allez vont
![Page 9: êTre +avoir + aller invuloefening](https://reader031.vdocuments.pub/reader031/viewer/2022020207/559eb28e1a28abd26a8b4723/html5/thumbnails/9.jpg)
![Page 10: êTre +avoir + aller invuloefening](https://reader031.vdocuments.pub/reader031/viewer/2022020207/559eb28e1a28abd26a8b4723/html5/thumbnails/10.jpg)