geld en geluk - wordpress.com · profielwerkstuk gaan we dan ook de vraag of geld gelukkig maakt...
TRANSCRIPT
Geld en Geluk Maakt geld echt gelukkig?
Tristan Rovan
Geld en Geluk Maakt geld echt gelukkig?
Auteur: Tristan Rovan Begeleider: Jos Botman Profielwerkstuk VWO, Fioretti College Lisse Hillegom, oktober 2016
Voorwoord
Ruim een jaar geleden zag ik de film Into the wild, waarin het verhaal verteld wordt van een
jonge man die zijn geluk zoekt buiten de materialistische samenleving waarin hij is opgegroeid.
Door deze film raakte ik gefascineerd door het hoofdpersonage genaamd Christopher
McCandless. Ik wilde alles over deze man en zijn verhaal weten. Ik heb verschillende
documentaires over Christopher McCandless bekeken en het boek Into the wild van Jon
Krakauer over zijn leven gelezen. Toen ik een paar maanden geleden een onderwerp voor mijn
profielwerkstuk moest kiezen stelde ik mijzelf de vraag: wat interesseert mij nou echt, vind ik
leuk om te onderzoeken en heeft met mijn vakkenpakket en dus waarschijnlijk met mijn
toekomst te maken? En zo kwam ik al snel uit op het personage dat in het verleden zo veel
indruk op mij heeft gemaakt, met de economische vraag: Maakt geld nou echt gelukkig? In dit
profielwerkstuk gaan we dan ook de vraag of geld gelukkig maakt beantwoorden met links naar
het verhaal Into the wild.
Voor de mensen die de film Into the wild nog niet kennen, hier een korte samenvatting: In deze film wordt het verhaal verteld van een jonge man genaamd Christopher McCandless.
McCandless is een bovengemiddeld presterende student die de mogelijkheid heeft om aan
Harvard te gaan studeren. Maar McCandless heeft andere plannen, hij is de materialistische
op prestatiedrang gerichte samenleving zat, en wil deze dan ook ontvluchten. McCandless
wil de wereld beleven zoals het in zijn ogen bedoeld is. Dat doet hij door alles achter zich te
laten. Zo doneert hij al zijn spaargeld (24.000$) aan de ontwikkelingshulp organisatie Oxfam
Novib. Hij vernietigt al zijn identiteit kaarten, en noemt zichzelf vanaf nu Alexander
Supertramp. Door het aannemen van deze naam zorgt hij ervoor dat het onmogelijk is voor
zijn familie om hem op te sporen. Hij besluit vervolgens om met zijn oude Datsun te gaan
rondtrekken in Amerika.
Al snel moet McCandless ook zijn Datsun achterlaten doordat hij samen met zijn auto in een
modderstroom terecht is gekomen. Vanaf dan trekt McCandless 2 jaar te voet rond met als
enige bezit een backpack. Deze backpack bestaat voornamelijk uit boeken van zijn favoriete
schrijvers: Lev Tolstoj, Henry David Thoreau en Jack London. Verder heeft McCandless nog
een boekje bij zich waarin hij al zijn gebeurtenissen onderweg opschrijft. Tijdens zijn tocht
door Amerika komt hij veel bijzondere mensen tegen. Een boer waarvoor hij een tijdje
werkt, een oude man waarbij hij onderdak kreeg en een hippie-stel waarmee hij een tijd
samen rondtrekt. Deze mensen raken allemaal heel gehecht aan McCandless. Maar
McCandless vestigt zich nergens definitief. Dit omdat McCandless nog een groot doel voor
ogen heeft: Het echte leven ervaren door te gaan leven in het wild en Alaska.
Als McCandless in de wildernis van Alaska is belandt, komt hij een verlaten bus tegen waar
hij zich besluit te vestigen. Deze bus noemt hij liefkozend de Magic bus. Hier in de wildernis
geniet McCandless van de echte vrijheid.
Na 3 maanden te hebben overleefd in het wild besluit McCandless terug te gaan naar de
bewoonde wereld. Maar het smalle rustige riviertje dat hij had overgestoken in de winter
om bij de bus te komen is door het smeltwater een woeste brede rivier geworden.
McCandless ziet geen mogelijkheid om de rivier over te kunnen steken en besluit terug te
gaan naar de Magic bus.
De voedselvoorraad begint nu op te raken en er is er nauwelijks wild om op te jagen.
McCandless wordt steeds zwakker en magerder. Uit wanhoop besluit hij geplukte bessen
meteen op te eten zonder ze in de bus te controleren op eetbaarheid. Als McCandless bij de
bus aankomt voelt hij zich enorm misselijk en zwakker dan ooit. In de bus ziet McCandless
pas dat de bessen die hij had gegeten dodelijk giftig zijn.
McCandless sterft na 113 dagen te hebben overleefd in de wildernis in de Magic Bus. Zijn
lichaam wordt een paar weken na zijn dood aangetroffen door een groep elandjagers die de
Magic bus toevallig passeren.
Inhoud
Inleiding
Onderzoeksvragen
Hypothese
Wat is geluk?
Grote denkers over geluk
Piramide van Maslow
Wat is geld?
Grote denkers over geld
Conclusie
Slot
Discussie
Logboek
Bronnenlijst
Pagina 6 van 58
Inleiding
Waar word jij nou gelukkig van? En denk jij dat geld een belangrijke rol speelt op jouw
geluksgevoel? Dat zijn eigenlijk eigenlijk wel belangrijke vragen om aan jezelf te stellen.
Want streven wij mensen er niet allemaal naar om zo een gelukkig mogelijk leven te leiden?
En werkt niet bijna ieder mens om geld te verdienen?
Het is daarom best wel belangrijk dat je goed en veel over deze vragen nadenkt. Iemand die
veel over deze vragen nadacht is Christopher McCandless. Deze jonge man besloot na al dit
nadenken over wat nou echt gelukkig maakt en welke rol geld hier nou in speelt een heel
ander leven te gaan leiden. McCandless werd met zijn nieuwe visie op een gelukkig leven
vaak niet begrepen door andere mensen. Maar hij was ervan overtuigd dat hij door zijn
nieuwe manier van leven veel gelukkiger zou worden dan door het leven van het normale
leven zoals bijna iedereen doet.
In dit profielwerkstuk kijken we wat McCandless zijn visie op geluk was, en wat voor leven hij
er na het ontwikkelen van deze visie op na hield. Vervolgens vergelijken we McCandless zijn
visie met onderzoeken naar geld en geluk en de visies van verschillende filosofen over geld
en geluk. Dit doen we aan de hand van de volgende twee hoofdvragen: wat is geld en wat is
geluk? Uiteindelijk hoop ik tot een mooie conclusie te kunnen komen waarin ik of kan
behandelen waarom McCandless gelijk had in zijn visie op geld en geluk, of kan behandelen
waarom zijn visie niet klopt, en wat dan wel het goede verband is tussen geld en geluk.
Pagina 7 van 58
Onderzoeksvragen
Ik ga dit onderzoek aan de hand van de volgende hoofd- en deelvragen doen:
Wat is geluk?
Wat is de definitie van geluk?
Wat is het verschil tussen persoonlijk en maatschappelijk geluk?
Hoe meet je geluk?
Hoe groot is de invloed van je genen op geluk?
Wat zegt onderzoek naar geluk?
Wat zeggen filosofen over geluk?
Wat heeft de piramide van Maslow met geluk te maken?
Wat is geld?
Wat is de definitie van geld?
Wat is de geschiedenis van geld?
Welke vormen van geld zijn er?
Wat zijn de functies van geld?
Wat zeggen filosofen over geld?
Wat is het verband tussen geld en geluk?
Pagina 8 van 58
Hypothese
Voordat ik aan mijn onderzoek begin doe ik eerst een voorspelling over wat ik denk dat de
uitkomst wordt. Aan het einde van het onderzoek kan ik deze voorspelling vergelijken met
het resultaat. Mijn voorspelling luidt als volgt: ik denk dat geld gelukkig maakt tot een
bepaalt punt. Bij mensen onder een bepaald inkomen maakt geld wel gelukkiger omdat
mensen met een laag inkomen alleen nuttige dingen met hun geld kunnen doen, deze
dingen maken het leven simpeler en daarom zal dat het geluk verhogen. Mensen met een
hoger inkomen kunnen alleen maar extraatjes kopen van hun extra verdiende geld. Deze
extraatjes zorgen slechts voor een korte periode van voldoening die snel weer overgaat. En
omdat deze periode snel weer overgaat en steeds korter wordt doordat men aan de kick van
kopen went, maakt geld boven een bepaald inkomen niet meer gelukkig. De mens wordt dus
niet gelukkig van geld vanaf het punt dat je genoeg eerste levensbehoeftes hebt. De mens
wordt wel gelukkig van het doen van leuke dingen, het omringd zijn door andere mensen
waarvan hij houdt, het hebben van genoeg eerste levensbehoeften en het helpen van
andere mensen.
Ik denk ook dat geld heel relatief is. Mensen willen altijd beter zijn de rest. Daarom maakt
een verhoging van het inkomen bijvoorbeeld extra gelukkig als jij de enige bent die meer
gaat verdienen. Dit omdat wanneer jij meer gaat verdienen, jij meer extra dingen van je geld
kan kopen dan de rest, wat de mens op een of andere manier gelukkig maakt. Terwijl
wanneer iedereen meer gaat verdienen iedereen meer kan kopen waardoor niemand boven
de rest uitstijgt en iedereen even gelukkig blijft.
Dus mijn hypothese kort samengevat luidt: De toename van geld maakt boven een bepaald
inkomen niet meer gelukkig. Dit bepaalde inkomen ligt bij het inkomen dat de mens in staat
stelt in al zijn eerste levensbehoeftes te kunnen voorzien. Voor de rest denk ik dat het
relatief meer geld hebben dan een ander de mens ook wel gelukkig maakt.
Pagina 9 van 58
Wat is geluk?
Nadat McCandless was afgestudeerd aan de Emory University kon hij naar verschillende
universiteiten in heel het land. McCandless zijn cijfers waren zelfs hoog genoeg om aan
Harvard te gaan studeren. Toen Christopher dit zijn ouders vertelde, zeiden deze meteen
bereid te zijn deze studie voor hem te financieren. Oftewel niks stond een glansrijke carrière
voor McCandless in de weg. Bovendien wilden zijn ouders hem zelfs een nieuwe auto cadeau
doen om te vieren dat hij geslaagd was. Maar McCandless wilde niks van deze nieuwe auto
weten. McCandless was de materialistische op prestatiedrang gerichte samenleving meer
dan zat. Hij ergerde zich dan ook erg aan zijn ouders die volop mee draaiden in deze
samenleving en daarom weinig tijd voor de kinderen over hadden en onderling meer dan
eens flinke ruzie hadden. McCandless zette zich af van deze samenleving en besloot om in
plaats van verder te gaan studeren, alle banden met familie en vrienden te breken en alleen
de wijde wereld in te trekken op zoek naar zichzelf. McCandless was ervan overtuigd op deze
manier een stuk gelukkiger leven te leiden dan wanneer hij zou doorstuderen om vervolgens
mee te draaien in de maatschappij.
Maar wat is geluk nou eigenlijk precies? Waar worden wij als mensen nou over het
algemeen gelukkig van? En hoe meet je geluk? Dit zijn interessante vragen die we in dit
hoofdstuk gaan beantwoorden om meer inzicht te krijgen in het verband tussen geld en
geluk en de visie van McCandless.
Definitie De eerste onderzoeksvraag luidt: Wat is geluk? Om deze vraag goed te kunnen
beantwoorden kijken we eerst wat het begrip geluk nou precies inhoud. Het is namelijk altijd
handig dat je voordat je iets gaat onderzoeken precies weet wat je onderzoekt. Daarom
kijken we nu eerst naar de letterlijke betekenis van geluk. Hieronder zie je wat de
woordenboeken je voorschotelen als je geluk opzoekt.
Van Dale: ge·luk
1. gunstige loop van omstandigheden; voorspoed: hij heeft altijd geluk boft altijd; van geluk mogen spreken veel geluk hebben
2. aangenaam gevoel van iem. die zich verheugt Woorden.org: het geluk zelfst.naamw.
1. gunstige gebeurtenis 2. gevoel van grote blijheid en harmonie
Pagina 10 van 58
Hierboven staan twee letterlijke betekenissen van het begrip geluk, overgenomen uit
Nederlandse woordenboeken. Je ziet dat beide woordenboeken het hebben over een
gunstige gebeurtenis. Maar deze betekenis van het woord heeft niks te maken met het soort
geluk waar wij naar op zoek gaan. De andere betekenis die in de woordenboeken staat is wel
interessant voor dit onderzoek. Hier zie je dat beide woordenboeken het woord ‘gevoel’
gebruiken bij de uitleg van geluk. Blijkbaar is geluk dus een gevoel. Verder gebruiken deze
boeken positieve woorden om het gevoel geluk te beschrijven. Deze woordenboeken maken
ons nog niet heel veel wijzer over wat geluk precies is, maar ze vertellen ons wel dat geluk
een positief gevoel is dat een persoon kan krijgen.
Geluk is dus een positief gevoel. Maar over heel de wereld zijn er verschillende visies over
hoe je als mens dat positieve gevoel nou krijgt. Het verschilt natuurlijk ook sterk per persoon
of zelfs per bevolkingsgroep waar men nou een positiefgevoel van krijgt. Toch zijn de meeste
mensen het erover eens dat je positieve gevoel oftewel je geluk voor een groot deel afhangt
van de tevredenheid met de huidige levensomstandigheden. Nu is natuurlijk de vaag: wat
hebben mensen dan nodig om tevreden te zijn met hun levensomstandigheden? En ook hier
zijn de meeste mensen het over eens. Bijna ieder mens heeft vreugde, vredigheid, vrijheid,
inspraak, ontspanning en voldoende eerste levensbehoefte nodig om een tevreden leven te
kunnen leiden.
Geluk is het tegenovergestelde van ongeluk, dat wordt veroorzaakt door ontevredenheid,
woede, verdriet en overspanning. Dit zijn dus aspecten die voor een negatief gevoel leiden,
wat voor ontevredenheid zorgt en wat dus tot minder geluk leidt. Als we de definitie van
geluk samenvatten kunnen we het volgende concluderen: er zijn dingen in het leven die
mensen een positief gevoel geven, door dit positieve gevoel raken mensen tevreden, en
deze tevredenheid leidt tot geluk.
Pagina 11 van 58
Persoonlijk en maatschappelijk geluk
McCandless besloot zich af te zetten tegen de maatschappij en zijn eigen leven te gaan
leiden. Dit begon met het doneren van al zijn spaargeld ($24.000) aan ontwikkelingshulp-
organisaties. Verder besloot hij al zijn identiteitskaarten door te knippen en nu als een ‘vrij
man’ zijn geliefde gele Datsun in te stappen. Hij vertelt zijn ouders dat hij een tijdje gaat
rondreizen door Amerika en verlaat samen met zijn Datsun zijn ouderlijk huis is in
Washington D.C. Een paar maanden later ontvangen zijn ouders een laatste korte brief van
McCandless en zullen daarna niks meer van hem horen.
Je kunt geluk op verschillende manieren benaderen. Je hebt bijvoorbeeld persoonlijk en
maatschappelijk geluk. Deze twee begrippen hebben enorm veel met elkaar te maken en
hangen zelfs van elkaar af.
Voordat we het verband tussen beide begrippen gaan belichten, gaan we eerst kijken wat
deze begrippen betekenen. De naam van de beide begrippen verraadt de betekenis eigenlijk
al. Zo gaat het bij persoonlijk geluk specifiek over wat één persoon tevreden maakt en waar
hij of zij zelf nou echt gelukkig van wordt.
Persoonlijk geluk Ieder mens heeft zijn eigen aspecten in het leven waar hij gelukkig van wordt. En niet
iedereen is persoonlijk even gelukkig. Dat ligt aan twee dingen. Ten eerste zijn sommige
mensen genetisch bepaald gelukkiger aangelegd dan andere. En ten tweede zijn sommige
mensen een stuk tevredener met het leven dat zei leiden dan anderen.
Maatschappelijk geluk
Maatschappelijk geluk is al het persoonlijke geluk van een samenleving bij elkaar. Dus hoe
meer mensen persoonlijk gelukkig zijn hoe hoger het maatschappelijk geluk zal zijn. Via
maatschappelijk geluk kan je dus bepalen of een samenleving over het algemeen gelukkig is
of niet. Factoren die het maatschappelijke geluk kunnen beïnvloeden zijn belangrijk om te
kennen. Je kunnen namelijk door middel van deze factoren het maatschappelijke geluk op
een positieve manier beïnvloeden in de samenleving. Als je de burgers meer vrijheid of
veiligheid geeft kan het bijvoorbeeld zo zijn dat het maatschappelijk geluk in een
samenleving stijgt.
Via veranderingen die ervoor zorgen dat het maatschappelijke geluk wordt vergroot, wordt
het persoonlijke geluk bij de mensen ook weer groter. Want hoe gelukkiger de samenleving
in zijn geheel is, hoe gelukkiger de mensen persoonlijk zijn. Oftewel als je één van de twee
soorten geluk beïnvloedt, beïnvloed je automatisch ook de ander.
Pagina 12 van 58
Hoe meet je geluk?
Een maand nadat McCandless voor het laatst van zich had laten horen wordt hij in Lake
Mead National Recreation Area in Nevada op een nacht in zijn Datsun waarin hij tijdens zijn
rondreis sliep gewekt door een enorm kabaal. McCandless schrikt wakker en voelt dat zijn
auto alle kanten op wordt gebeukt. Hij kijkt naar buiten en ziet dat hij met zijn auto in een
enorme modderstroom is beland. Hij herinnert zich nu pas dat hij zijn auto de vorige avond in
een toen nog opgedroogde bedding van een rivier had neergezet om daar de nacht door te
kunnen brengen. Het had blijkbaar flink geregend die nacht waardoor deze droge bedding
was veranderd in een woeste modderstroom. Als de modderstroom in de ochtend is
opgehouden kruip McCandless zijn auto uit om de schade te bekijken. Tot zijn spijt komt tot
de conclusie dat zijn Datsun niet meer te repareren is. Hij besluit zijn belangrijkste spullen uit
de Datsun te pakken en in zijn backpack te stoppen, al zijn geld dat hij nog opzak had te
verbranden en zijn reis door Amerika te voet voort te zetten. McCandless denkt dat zijn reis
te voet eigenlijk alleen maar spannender en onvoorspelbaarder zal worden en beschrijft het
daarom als volgt “there is no greater joy than to have an endlessly changing horizon, for
each day to have a new and different sun.” Een paar maanden later wordt de kapotte Datsun
ontdekt door twee parkwachters met afgeschroefde nummerplaten waardoor het onmogelijk
is de auto te identificeren.
Het onderzoek naar geluk is nog redelijk jong. Dit komt omdat men vroeger niet zo erg
geïnteresseerd was in het onderwerp geluk. Dit is de laatste jaren volledig omgedraaid. Er is
in het verleden nog nooit zo veel aandacht aan het onderwerp geluk besteed als de laatste
tijd. Geluk is hot. Als je een boekenwinkel binnenloopt, stikt het van de tijdschriften over
geluk. Ook heb je de keuze uit diverse boeken die jou gelukkiger zouden maken. Verder
heeft bijna ieder huishouden wel een of andere quote aan de muur hangen die te maken
heeft met geluk, en posten de mensen al hun mooie momentjes op sociale media om maar
aan hun volger te laten zien hoe gelukkig ze wel niet zijn. Mensen zijn tegenwoordig in de
ban van geluk. En doordat we tegenwoordig zo geïnteresseerd in geluk zijn, vragen we ons
waarschijnlijk ook allemaal af hoe gelukkig zijn wij nou eigenlijk? En hoe meet je geluk?
Geluk is moeilijk te meten. Je kunt geen meetinstrument naast een mens neerzetten en zo
precies aflezen hoe gelukkig die persoon is. Toch zijn er een paar manieren hoe je geluk toch
kan meten.
Pagina 13 van 58
Big Data Een van de eerste onderzoeken naar geluk ging doormiddel van Big Data. Met Big Data
verzamel je allemaal gegevens. Aan deze gegevens hang je een gewicht met betrekking tot
de mate waarin het gerelateerd is aan het onderwerp dat je wilt onderzoeken.
Dat is met betrekking tot geluk bijvoorbeeld met songteksten gedaan. Je verzamelt alle
woorden uit songteksten en deelt deze in naar welke mate ze zijn gelinkt aan geluk. Dit doe
je met de songteksten uit verschillenden jaren. En op deze manier kan je de verschillende
jaren met elkaar vergelijken op de factor geluk. Het resultaat van dit onderzoek was dat
songteksten in de loop der tijd steeds minder geluk gerelateerde woorden bevatten.
Wetenschappers hebben precies hetzelfde gedaan met blogs zoals je in het figuur hierboven
kan zien. Blogs kan je vergelijken met dagboeken maar dan op Internet. Omdat blogs op
Internet staan kunnen wetenschappers makkelijk bij alle blogs en deze dus ook makkelijk
gebruiken om onderzoek naar te doen. Ook in het onderzoek naar de blogs is gekeken naar
het aantal geluk gerelateerde woorden. Je kunt via de blogs dus goed kijken naar het
geluksgevoel van de schrijvers door het woordgebruik. In het onderzoek kun je zien dat er
ieder jaar op 11 september en na het overlijden van Michel Jackson relatief minder geluk
gerelateerde woorden worden gebruikt. Oftewel deze twee gebeurtenissen zorgden
duidelijk voor een vermindering van het geluksgevoel van de bloggers. Verder zie je iedere
keer juist piekjes tijdens kerst en Valentijnsdag, dus die gebeurtenissen zorgen voor een
hoger geluksgevoel. In tegenstelling tot de songteksten zie je bij de blogs een lichte stijging
in het gebruik van geluk gerelateerde woorden. Door middel van Big Data kunnen we geen
enorme conclusies trekken, maar het is weer een extra manier om geluk in kaart te kunnen
brengen.
Pagina 14 van 58
Vragenlijsten Je kunt geluk ook onderzoeken door mensen naar hun geluk te vragen. Het vragen naar
geluk doe je door middel van vragenlijsten en interviews. Maar wat moet je de mensen nou
eigenlijk vragen om achter hun geluk te komen? Er zijn heel veel verschillende manieren hoe
je geluk kan bevragen. Je kunt mensen bijvoorbeeld vragen naar hun geluksgevoel. Dan
vraag je of de mensen zich over het algemeen een gelukkig mens voelen. Ook kan je vragen
of de mensen zich meestal gelukkiger voelen dan de mensen in hun omgeving. Naast vragen
naar geluksgevoel kan je ook vragen stellen met betrekking tot de tevredenheid van het
leven. Loopt je leven grotendeels zoals je zou willen? En ben je over het algemeen tevreden
met je leven? De vragen over geluksgevoel en tevredenheid van het leven kun je ook in
verschillende tijdsdimensies stellen. Je kunt deze vragen namelijk stellen met betrekking tot
een langere periode, zoals het hele leven tot nu toe. En je kunt deze vragen ook stellen over
kortere periode zoals de afgelopen maand, of misschien zelfs de afgelopen dag. De laatste
tijdsdimensie waarin je deze vraag kunt stellen is hoe de mensen zich op dit moment voelen.
Je ziet dus dat je op heel veel verschillende manieren naar geluk kunt vragen. Opvallend is
dat uit de antwoorden blijkt dat het helemaal niet zoveel uitmaakt op welke manier je naar
hun geluk vraagt. Of je nou specifiek naar geluksgevoel vraagt of naar de tevredenheid van
het leven, de mensen die hoog scoren op het een scoren over het algemeen ook hoog op het
ander. Je kunt geluk dus ook onderzoeken aan de hand van vragenlijsten en interviews.
Cantril ladder
De meest gebruikte maat om geluk over heel de wereld te meten en te
vergelijken is de Cantril ladder (zie afbeelding). Zoals je op de afbeelding ziet is
de Cantril ladder echt een ladder die begint bij 1 en eindigt bij 10. Op deze ladder
kun je aangeven hoe gelukkig of tevreden je bent met je leven. Hierbij betekent
1 dat je ontevreden of ongelukkig bent met je leven en 10 dat je heel gelukkig of
tevreden bent met het leven. De Cantril ladder is een handig meetinstrument
doordat je geluk in cijfers uitdrukt. Dit zorgt ervoor dat je verschillende groepen
over heel de wereld makkelijk kunt vergelijken met betrekking tot geluk. Zo kan
je via de Cantril ladder makkelijk zien of er verschil in het geluk ervaren wordt bij
bijvoorbeeld: verschillende leeftijdsgroepen, verschillende geslachten,
verschillenden inkomens, in verschillenden landen, enzovoort.
Pagina 15 van 58
Bruto nationaal geluk Een andere manier om het geluk in een land te meten is via het bruto nationaal geluk
(afgekort het BNG). Het BNG is uitgevonden in 1972 in het kleine Aziatische landje Bhutan.
De koning van Bhutan Jigme Singye Wangchuk was het zat dat zijn land werd beoordeeld op
de slechte economie door het lage BNP. Daarom ontwikkelde hij een andere maatstaf om de
ontwikkeling van zijn land te meten. Hij gebruikte hiervoor de volgende pijlers:
- bevordering van duurzame sociaaleconomische ontwikkeling
- behoud en bevordering van cultuur
- behoud van het milieu en natuur
- goed bestuur van ondernemingen
Ook wordt de levensvoldoening oftewel geluk meegenomen in het berekenen van het BNG.
Het BNG houdt bijvoorbeeld rekening met de vrijheid, economisch, politiek en privaat.
Verder wordt er nog gekeken naar de tolerantie en vertrouwen in de medemens,
rechtshandhaving, burgerrechten en wordt de welvaart gemeten als koopkracht per hoofd
van de bevolking.
Pagina 16 van 58
Hoe groot is de invloed van genen op geluk?
McCandless trekt nu te voet rond door in verschillende natuurparken aan de westkust van
Amerika. Hij slaapt in zijn tentje, leest veel en eet wat in zijn uit een bibliotheek gestolen
plantenboekje als eetbaar staat aangegeven. In een van deze parken wordt McCandless
opgemerkt door Jan en bob als hij eetbare bessen aan het zoeken is langs de weg. Jan Burres
en haar vriend Bob zijn een hippiestel dat met hun camper door Amerika trekt en geven
McCandless een lift. McCandless raakt bevriend met dit stel en trekt een tijdje met ze mee in
hun camper. Samen kampeerden ze aan een afgelegen stuk strand en voerden veel
gesprekken. McCandless leerde veel van Jan en Bob, en kwam door de gesprekken die hij met
ze voelde zelf tot de conclusie: “It is important in life not to be strong, but to feel strong, to
measure yourself at least once. If you want something in life, reach out and grab it.” Jan en
Bob waren in de week dat McCandless met hun meereisde erg aan hem gehecht geraakt
McCandless deed Jan ook veel aan haar eigen zoon denken, en zij maakte zich grote zorgen
om hem. Hoe kon een jongen helemaal alleen zonder geld en met alleen zijn backpack en
tent het nou volhouden in deze gevaarlijke wereld. Het kwam dan ook als een enorme schok
bij ze aan dat McCandless op een ochtend nergens meer te bekennen was en in het zand voor
de tent van Jan en Bob de volgende tekst achter had gelaten: “Thank you Jan and Bob!”
Het is een feit dat niet iedereen even gelukkig is of op dezelfde manier gelukkig is. Daarmee
borrelt de vraag op: wat zorgt nou voor het verschil in geluksgevoel bij mensen? Is dat de
omgeving of zijn dat de genen van de mensen die hier een grote rol in spelen. Deze vraag
gaan we in dit hoofdstuk beantwoorden.
Nature en nurture Er is een zienswijze dat het vermogen gelukkig te zijn een aangeboren eigenschap is.
Tegelijkertijd is er de zienswijze dat geluksgevoel juist te maken heeft met de invloed van de
omgeving waarin je leeft. Deze zienswijzen worden als nature en nurture aangeduid. Nature
houdt in dat alle eigenschappen van iemand zijn bepaald door aanleg, bijvoorbeeld vanuit
genetisch materiaal. Nurture betekent dat deze eigenschappen worden bepaald door
opvoeding en leefomgeving. Als geluksgevoel daadwerkelijk in je genen zit, dan heeft geluk
dus voornamelijk met nature te maken. Het zou namelijk inhouden dat je van ‘nature’
gelukkig zou zijn, dus dat je aanleg voor geluk zou kunnen hebben en dat het dus van
tevoren al bepaald is of jij gelukkig kunt zijn. Als geluk grotendeels wordt veroorzaakt door je
leefomgeving dan komt het dus door nurture en zou je gelukkig zijn tijdens het leven kunnen
aanleren, of misschien wel afleren. De verschillen tussen deze uitgangspunten zijn zo groot
dat de vraag “komt geluk door nature, nurture of beide” erom schreeuwt beantwoord te
worden. Gelukkig is er onderzoek naar dit onderwerp gedaan.
Pagina 17 van 58
Onderzoek Om onderzoek te doen naar geluk met betrekking tot nature en nurture worden tweelingen
gebruikt, eeneiige tweelingen en twee-eiige tweelingen. Eeneiige tweelingen hebben 100%
dezelfde genen en zijn dus volledig identiek aan elkaar. Dat betekent dat wanneer aanleg
voor geluk bestaat zij dezelfde aanleg voor geluk zouden moeten hebben. Twee-eiige
tweelingen hebben wel verschillende genen, bij deze tweelingen komt meestal maar 50%
van het genetische materiaal overeen. Dus als je aanleg voor geluk zou kunnen hebben zou
de meting van geluksgevoel bij deze broers en zussen verschillen moeten opleveren.
Voor dit onderzoek heeft Meike Bartels, professor van aan de VU gekeken naar eeneiige
tweelingen die apart van elkaar zijn opgegroeid. Deze kinderen hebben dus precies dezelfde
genen maar zijn beide in een hele andere omgeving opgegroeid. Deze eeneiige tweelingen
hebben ze vergeleken met twee-eiige tweelingen die wel in hetzelfde gezin dus in dezelfde
omgeving zijn opgevoed. En wat bleek, het geluksgevoel van de apart opgegroeide eeneiige
tweelingen kwam meer overeen dan het geluksgevoel van de twee-eiige tweelingen uit
hetzelfde gezin. Oftewel geluk heeft weldegelijk te maken met je genen.
Er is behalve naar gescheiden tweelingen ook heel veel onderzoek naar normaal
opgegroeide tweelingen. Als je eeneiige tweelingen een vragenlijst over geluk laat invullen,
kan je deze ingevulde vragenlijst vergelijken met die van twee-eiige tweelingen. Nu kan je
kijken of het geluksgevoel van eeneiige tweelingen meer op elkaar lijkt dan dat van twee-
eiige tweelingen. Als dat zo is, is dat een indicatie van een erfelijke factor. Met dit onderzoek
van Bartels kun je ook uitleggen hoe groot de erfelijke factor is met betrekking tot geluk.
Nou, uit dit onderzoek blijkt dat 40% van je geluksgevoel wordt bepaald door je genen. Dit
onderzoek is niet alleen in Nederlandse tweelingen gedaan, maar ook getoetst aan
buitenlandse onderzoeken waar hetzelfde uitkwam. Dus de uitkomst van het nature nurture
debat is dat 40% van ons geluk in onze genen zit. Wat betekent dat 60% van ons geluk door
de omgeving komt. En dat wij als mens dus aan 60% van ons geluk iets kunnen doen door
onze omgeving te beïnvloeden.
Omgeving Om onderzoek te doen naar hoe de omgeving invloed heeft op het geluk wordt ook weer
gebruik gemaakt van tweelingen. Dit onderzoek gaat ook weer via het Nederlandse
tweelingenregister. Dit register heeft ongeveer 37.000 gezinnen ingeschreven staan die
vanaf de geboorte van hun tweelingen informatie doorgeven aan het register. De ouders van
deze tweelingen wordt gevraagd om vragenlijsten in te vullen bij de leeftijden van drie, vijf,
zeven en tien jaar oud. Wanneer de kinderen veertien zijn mogen ze zelf de vragenlijsten
invullen, wat ze om de drie a vier jaar zullen blijven doen. In deze vragenlijsten wordt van
alles gevraagd, bijvoorbeeld naar gezondheid, geluk, levensstijl, depressies, of ze sporten, of
ze roken. Als je nu wilt weten wat de omgeving doet met geluk, moet je zoeken naar
Pagina 18 van 58
eeneiige tweelingen waarvan het geluk erg verschilt, met andere woorden tweelingen
waarvan het gelukscijfer meer dan 1 punt verschilt Deze mensen hebben namelijk precies
dezelfde aanleg voor geluk, zijn in hetzelfde gezin opgegroeid maar toch verschilt het
geluksgevoel. Dit verschil ligt dan dus aan de omgeving. Doordat deze tweelingen heel veel
vragen hebben ingevuld kan er worden gekeken naar de verschillende omgevingen van hoog
en laag scorende tweelingen. Dit is uiteraard ook gedaan en in kaart gebracht, zoals op de
afbeelding hiernaast te
zien is. Op deze afbeelding
zie je links iedere keer de
persoon van de tweeling
die hoog scoort qua geluk
cijfer en rechts iedere keer
zijn of haar broer of zus,
die lager scoort qua geluk
cijfer. Nu kan je dus goed
zien waar het aan ligt dat
sommige eeneiige
tweelingen zoveel van geluksgevoel verschillen terwijl ze dezelfde genen hebben. Je ziet
namelijk dat de het deel van de tweelingen dat zich gelukkiger voelt dan hun broer of zus
ook over het algemeen een stuk hogere gezondheid heeft dan hun broer of zus. Ook valt
duidelijk uit de grafiek af te lezen dat het deel van de tweelingen dat zich gelukkiger voelt
dan hun broers en zussen zich een stuk minder eenzaam voelt. In de grafiek staat ook dat de
gelukkige helft van de tweelingen meer zelfvertrouwen en een betere band hebben met hun
familie hebben. Maar deze laatste verschillen zijn niet enorm groot in vergelijking met de
minder gelukkige tweelingen en daardoor ook moeilijk af te lezen in de grafiek. Dus aan de
hand van deze grafiek kun je de conclusie trekken dat het geluksgevoel dat niet in de genen
zit maar in de omgeving van een mens, voornamelijk zit in de gezondheid en eventuele
eenzaamheid van een mens.
Pagina 19 van 58
Onderzoek naar geluk
Toen McCandless Jan en Bob had verlaten trok hij weer alleen te voet rond. Tijdens zijn tocht
ontmoette hij in een klein dorpje in Montana Wayne Westerberg. Westerberg was een
graanboer en nam McCandless een tijd in dienst. McCandless verdiende hier weinig maar
had het behoorlijk naar zijn zin op de graanboerderij. Ook raakte hij in de loop der tijd
bevriend met Westerberg en vertelde hem het uiteindelijke doel van zijn reis: alleen te
overleven in het wild in Alaska, het echte leven te ervaren zonder geld, status en
bestaanszekerheid. Wayne wilde McCandless eerst van zijn idee afhalen omdat hij dit een
veel te gevaarlijk plan vond. Maar toen hij doorkreeg dat dat kansloos was besloot hij
McCandless te helpen met zijn plan en stelde hem voor aan een vriend van hem die alles wist
van survivallen. Op deze manier leerde McCandless in ieder geval de basisvaardigheden om
in het wild te leven. Niet lang daarna wordt Wayne plots opgepakt en komt het werk op zijn
graanboerderij stil te liggen. Dit is het moment dat McCandless de weg weer opzoekt en zijn
reis voortzet.
What makes a good life? Lessons from the longest study on happiness Het eerste onderzoek dat aan bod komt is mede gedaan en wordt gepresenteerd door
Robert Waldinger, een Amerikaanse psychiater die tevens Professor is aan Harvard.
Waldinger is bekend geworden door zijn bevindingen die hij heeft gedaan tijdens een 75-
jarig onderzoek naar geluk. Over dit onderzoek heeft hij ook een TED-talk gegeven genaamd
What makes a good life die in dit onderzoek wordt behandeld.
Om te weten wat gelukkig maakt heb je eigenlijk inzicht in de gehele levensloop van
verschillende mensen nodig, met bijna alle gegevens die je van die mensen te weten kunt
komen. Door alles te meten kun je kijken waar geluk nou wel en niet mee te maken heeft. Je
kunt mensen natuurlijk vragen naar hun verleden, als je hun leven wilt onderzoeken. Maar
dit is geen goede onderzoeksmethode, mensen blijken namelijk heel veel herinneringen te
vergeten of te verdraaien in de loop der tijd. Toch is het voor onderzoek naar geluk
essentieel om naar de levensloop van mensen te kijken.
Om dit voor elkaar te krijgen besloten wetenschappers van de universiteit van Harvard eind
jaren 30 van de vorige eeuw een enorm groot onderzoek op te zetten genaamd: The Harvard
Study of Adult Development. Voor meer dan 75 jaar werden voor dit onderzoek 724 mannen
jaar na jaar gevolgd. Deze mannen werd gevraagd naar hun werk, hun leefomgeving, hun
vrienden, hun gezondheid, noem maar op. Meestal lopen dit soort langdurig groot opgezette
onderzoeken snel stuk. Er zijn dan te veel drop-outs of de onderzoekers sterven zelf en het
onderzoek wordt stilgelegd. Maar door een beetje geluk en doordat verschillende generaties
onderzoekers aan dit onderzoek hebben gezeten is dit onderzoek geslaagd. Sterker nog het
onderzoek loopt nog steeds. Nog 60 van de 724 onderzochte mannen (inmiddels in de 90)
Pagina 20 van 58
zijn nog in leven en worden nog steeds onderzocht, net als de 2000 kinderen van de
deelnemers aan het eerste onderzoek.
Het onderzoek
Sinds 1938 worden twee groepen toen nog jonge mannen voor dit onderzoek gevolgd. De
eerste groep bestond uit tweedejaars studenten van Harvard. Deze groep mannen maakte
hun school af tijdens de tweede wereldoorlog, de meesten van hen hebben daarna dan ook
nog in de oorlog gevochten. De tweede groep die gevolgd werd voor dit onderzoek bestond
uit straatjongeren uit de armste wijken van Boston. Deze groep werd speciaal gekozen
omdat ze uit de meest achtergestelde families kwamen. Deze jongens woonden dan ook in
enorm vervallen huizen of barakken en hadden bijvoorbeeld geen toegang tot stromend
water. Toen deze jongens deelnamen aan het onderzoek werden ze stuk voor stuk
geïnterviewd, hun woonplekken werden bezocht, hun ouders werden geïnterviewd, en hun
gezondheid werd bekeken En deze jongens worden sinds 1938 nog steeds op deze manier
om de twee jaar onderzocht. Voor het onderzoek wordt er om de twee jaar naar de
medische dossiers gekeken, worden hersenscans gemaakt, hun familie wordt geïnterviewd,
en er worden diepte-interviews opgenomen tussen deze mannen en hun vrouwen, waarin
ze over hun grootste zorgen en grootste geluksmomenten praten.
De les
Al deze jongens werden in de loop der tijd mannen. Sommige van deze mannen werden
advocaat, andere timmerman. Sommige werden alcoholist, een andere eindigde als
president van Amerika. Sommige mannen beklommen heel de sociale ladder van de bodem
tot de top, andere namen de tegenovergestelde richting. Maar wat hebben we van deze
jongeren en de duizenden pagina’s aan informatie over hen geleerd?
Een van de belangrijkste conclusies die je uit dit meer dan 75 jaar durende onderzoek kan
trekken is dat goede relaties ons gezonder en gelukkiger maken. Er zijn 3 lessen die je uit dit
onderzoek kan halen over relaties.
De eerste les is dat sociale connecties heel goed voor ons zijn, en dat eenzaamheid
dit allesbehalve is. Uit dit onderzoek blijkt namelijk dat jongens die over goede
sociale relaties beschikten in hun leven gelukkiger waren, gezonder waren en langer
leefden dan mensen met minder goede sociale banden. Eenzaamheid blijkt uit dit
onderzoek enorm slecht te zijn. De jongens die zich eenzaam voelden in hun leven
bleken namelijk minder gelukkig te zijn (dat voelden zij zelf en dat vond hun
omgeving van ze), hun gezondheid nam eerder af, hun brein-functioneren nam
eerder af, en ze leefden over het algemeen ook minder lang dan de jongens die zich
niet eenzaam voelde.
Pagina 21 van 58
De tweede les uit dit onderzoek luidt: het gaat niet om hoeveel vrienden je hebt en
of je een relatie met iemand hebt of niet. Het gaat om de kwaliteit van de goede
relaties. Uit dit onderzoek blijkt namelijk dat het leven met veel conflicten ongezond
voor je is. Toen de mannen tachtig waren wilden de onderzoekers weten of ze in het
midden van het leven van de mannen al konden zien welke gelukkig en gezond
zouden zijn op hun tachtigste en welke niet. Hiervoor besloten ze van de tachtigjarige
alle gegevens te verzamelen van toen ze vijftig waren. En wat bleek, het waren niet
de cholesterolwaardes van de mannen op hun vijftigste die bepaalden hoe oud ze
werden. Nee, hoe oud deze mannen werden bleek te liggen aan hoe tevreden deze
mannen waren met hun sociale relaties op hun vijftigste. Hoe tevredener de mensen
waren op hun vijftigste over hun sociale relaties hoe gezonder ze waren op hun
tachtigste. Wat ook bleek was dat bij de mannen die gelukkige relaties hadden, op
hun tachtigste de fysieke pijn die zij voelden geen enkele invloed had op hun
geluksgevoel. Maar dit bleek wel zo te zijn bij de mannen die ongelukkige relaties
hadden. Bij deze mannen nam hun geluksgevoel wel af naarmate ze meer fysieke pijn
voelde. Oftewel de kwaliteit van relaties is ook van enorm belang.
De derde les die uit dit onderzoek kan worden getrokken is dat goede relaties niet
alleen onze lichamen beschermen maar ook de hersenen. Het blijkt namelijk dat de
mannen die op hun tachtigste nog een goede relatie hadden, waarbij ze het gevoel
hadden dat ze op de andere persoon konden rekenen in tijden van nood, de
herinneringen langer en scherper bleven. Bij de mannen die het gevoel hadden niet
op hun relaties te kunnen rekenen, trad eerder geheugenverlies op. Deze relaties
hoeven niet heel de tijd soepel te lopen. Sommige onderzochte koppels konden
namelijk iedere dag ruzie hebben, maar wisten dat ze op elkaar konden rekenen
wanneer ze elkaar nodig hadden. Deze ruzies hebben zolang de koppels weten dat ze
op elkaar kunnen bouwen geen enkele invloed op het geheugenverlies. Sociaal
contact en voornamelijk vertrouwen heeft dus veel invloed op het goed kunnen
functioneren van het brein.
Aan het eind van de TED-talk komt Waldinger terug op een recente vragenlijst die in is
ingevuld door eerstejaars studenten van zijn universiteit. In deze vragenlijst werd aan de
studenten gevraagd wat hun levensdoelen waren. Meer dan 80% van de studenten vulde in
dat hun belangrijkste levensdoel rijk worden was. Van deze studenten vulde 50% in dat
bekend worden ook een levensdoel was. Net als in dit recente onderzoek dachten de
onderzochte mannen toen ze jongens waren in 1938 ook dat welvaart, bekendheid, status
en succes tot een goed leven zouden leiden. Maar de 75-jarige studie naar deze mannen
heeft juist laten zien dat de mannen die het beste en gelukkigste leven hadden, niet de
rijkste en bekendste mannen waren, maar de mannen die de beste relaties hadden met hun
familie, vrienden en gemeenschap.
Pagina 22 van 58
Meer onderzoek naar geluk
Lopend en liftend komt McCandless aan bij de Grand-Canyon. Het is inmiddels een half jaar
sinds hij zijn huis in Washington heeft verlaten. McCandless is erg onder de indruk van de
prachtige natuur en besluit bij het toeristencentrum te vragen waar je het best kan beginnen
met het bevaren van de Colorado rivier door de Grand-Canyon. Hij krijgt hier te horen van
een ongeïnteresseerde parkwachter dat het niet mogelijk is om door de Grand-Canyon te
varen zonder op een wachtlijst te hebben gestaan van twaalf jaar. McCandless vindt het
totale onzin dat er een wachtlijst staat op het bevaren van een rivier en besluit zelf een
tweedehands kano te kopen met geld dat hij bij Wayne heeft verdiend. Hij laadt zijn kano vol
met zijn backpack en eten en sleept hem naar de Colorado rivier en vaart nu stroomafwaarts
door de Grand-Canyon. Nadat McCandless uit de wilde wateren van de Grand-Canyon is, ziet
hij op zijn kaart dat hij via de Colorado rivier helemaal door kan varen tot de golf van Mexico.
McCandless schrijft nog een kaart aan Wayne waarin hij zegt “I've decided I'm going to live
this life for some time to come. The freedom and simple beauty is just too good to pass up.”
Hierna stapt hij zijn kano weer in en vaart en lift met zijn kano honderden kilometers door tot
de golf van Mexico.
The surprising science of happiness Het volgende onderzoek dat we gaan behandelen is ook gepresenteerd bij TED-talk. Het
onderzoek wordt gepresenteerd en is mede gedaan door de Amerikaan Dan Gilbert een
Harvard Professor in psychologie.
Frontale kwab Het eerste dat je moet weten voordat je Gilberts onderzoek kan begrijpen is wat de frontale
kwab is. In de laatste 2 miljoen jaar is het brein van de mens verdrievoudigd qua massa.
Deze toename van massa komt niet door het feit dat de brein drie keer zo groot is geworden
maar door het krijgen van nieuwe structuren. Een van de grootste nieuwe structuren die is
ontwikkeld in ons brein heet de frontale kwab. Deze kwab zit vooraan in je brein en heeft
enorm veel functies. Een van de belangrijkste functies die de frontale kwab heeft is het
kunnen simuleren van situaties. Door deze frontale kwab heb jij als mens de mogelijkheid
om situaties te af te laten spelen in je hoofd en daar de gevolgen van de bedenken zonder
dat deze gebeurtenissen in het echte leven spelen. Je kunt het vergelijken met een
vliegsimulator voor piloten in opleiding. In deze simulator kunnen ze leren vliegen zonder
dat ze fouten maken in echte vliegtuigen. Mensen hebben dus ook zo een simulator in hun
hoofd en gebruiken die dan ook veelvoudig. Een heel duidelijk voorbeeld van het gebruik
van deze simulator: de meeste mensen zullen als ze een ijsje met uiensmaak krijgen
aangeboden dit aanbod afwijzen. Deze mensen hebben dit ijsje dan nog nooit geproefd
Pagina 23 van 58
maar in hun hoofd simuleren ze de gebeurtenis die komen gaat als ze het ijsje eten. Na deze
simulatie komen de meeste mensen tot de conclusie dat de combinatie tussen ui en ijs toch
geen goede is en dat ze dit geen lekker ijsje gaan vinden. En zo zie je maar, een simulatie in
je hoofd is snel gemaakt.
Impact Bias Gilbert heeft onderzocht of de simulator in onze hersenen wel altijd gelijk heeft met zijn
voorspellingen van situaties. Worden we nou echt veel gelukkiger van de dingen waarvan
onze simulator zegt dat we gelukkig worden? Het antwoord op deze vraag is ‘nee’. Uit
onderzoek van Gilbert blijkt dat dat de simulator het vaak niet bij het juiste eind heeft maar
overdrijft. Dit wordt de impact bias genoemd. De impact bias houdt in dat de simulator in je
hoofd je laat geloven dat verschillende uitkomsten meer invloed op je geluks- en
tevredenheidsgevoel hebben dan ze in het echt hebben. In Gilberts ’s onderzoek zie je dan
ook dat het winnen of verliezen van een verkiezing, het houden of verliezen van een partner,
het wel of geen promotie krijgen, het slagen of zakken voor een test, het loonsverhoging
krijgen of niet, en ga zo maar door, veel minder invloed heeft op het geluks- en
tevredenheidsgevoel dan mensen in eerste instantie verwachten.
Het psychologisch immuunsysteem De vraag die vrijwel iedereen stelt na het lezen van de ontdekkingen uit de vorige alinea
luidt: hoe komt het dat dit alles zo weinig effect op ons geluk blijkt te hebben? Deze vraag
legt Gilbert tijdens zijn TED-talk uit met een geschreven stuk tekst uit van de Engelse arts en
schrijver Thomas Brown. Brown schreef in 1642 namelijk over zichzelf: "I am the happiest
man alive. I have that in me that can convert poverty to riches, adversity to prosperity. I am
more invulnerable than Achilles; fortune hath not one place to hit me."(religio medici, 1642).
Als je deze tekst leest denk je misschien: die Brown is wel een heel erg zeldzame optimist.
Maar volgens Gilbert hebben we allemaal hetzelfde systeem in ons hoofd als Brown, alleen
hebben wij het nog niet door en Brown wel. Wij hebben allemaal een soort psychologisch
immuunsysteem in ons hoofd zitten. Dat is een systeem van cognitieve onbewuste
processen dat je kijk op de wereld op een dergelijke manier verandert dat je jezelf beter
voelt in de wereld waarin je leeft.
Pagina 24 van 58
Natuurlijk geluk en synthetisch geluk Het psychologisch immuunsysteem wordt vaak een beetje met een scheef oog bekeken. Er
wordt namelijk via dit systeem gezegd dat of je iets dat je wilt nou wel of niet krijgt je toch
even gelukkig blijft. Dit is voor mensen natuurlijk raar om aan te nemen omdat vrijwel
iedereen in zijn leven altijd zijn wil/simulator achterna gaat die aangeeft waarvan hij denkt
dat hij gelukkiger wordt. Mensen gaan er dus vanuit dat ze gelukkiger worden van het
behalen van hun hun wil. Dat is inderdaad ook één vorm van geluk, namelijk natuurlijk geluk:
het geluk dat je ervaart wanneer je krijgt wat je wilt. Maar er is nog een vorm van geluk,
namelijk synthetisch geluk. Synthetisch geluk is dat wat je ervan maakt als je niet krijgt wat
je wilt. In onze samenleving gaan mensen er heel erg vanuit dat natuurlijk geluk boven
synthetisch geluk staat. Gilbert vindt echter dat synthetisch geluk even gelukkig maakt als
natuurlijk geluk, hoe hij aan dit standpunt komt laat hij zien doormiddel een al 80 jaar oud
experiment genaamd het free choice paradigm.
Free choice paradigm Het free choice paradigm werkt als volgt. Je laat mensen zes dezelfde soort objecten met
enkele afwijkingen, bijvoorbeeld natuurfoto’s, schikken van mooist tot minst mooi. Nadat de
mensen deze hebben gerangschikt zeg je tegen ze: We hebben twee van de gerangschikte
foto’s bij ons. Je mag er eentje kiezen om mee naar huis te nemen als prijs voor het
meedoen aan het onderzoek. Je laat vervolgens iedere kandidaat kiezen tussen zijn zelf
gerangschikte foto’s nummer drie en vier. Dit is een moeilijke keuze omdat nummer drie en
vier beide ongeveer even mooi gevonden werden door de kandidaten. Maar normaal
gesproken kiezen de kandidaten voor hun nummer drie omdat ze deze foto toch iets meer
waardeerden dan nummer vier. Een tijd later, dat kan een jaar later zijn maar ook een
maand, keren de onderzoekers terug naar de kandidaten en vragen om de dezelfde foto’s
opnieuw te rangschikken van mooi naar mist mooi. En wat blijkt, de kandidaten zetten nu de
door hun gekozen foto een stuk hoger en soms zelfs op nummer één op de ranglijst. En
nummer vier, de keuze die ze dus niet hebben gemaakt daalt op de ranglijst. Uit dit
onderzoek is natuurlijk een leuk resultaat gekomen, namelijk dat mensen via hun hun
psychologische immuunsysteem het synthetische geluk ervaren (namelijk dat ze hun eigen
foto opeens mooier vinden nu het van hun is) dat in de buurt komt van hun natuurlijke geluk
(de foto die bij de eerste rangschikking op nummer één stond).
Op dit onderzoek kan je de kritiek geven dat deze mensen nog precies wisten dat ze nummer
drie hadden gekozen en vier niet, en dat ze daarom expres nummer drie opeens zogenaamd
veel mooier zouden vinden en nummer vier juist helemaal niet. Deze kritiek is echter onjuist,
dat bewijst een tweede onderzoek. Dit onderzoek is gedaan op precies dezelfde manier,
alleen hadden in dit onderzoek alle deelnemers anterograde amnesie. De houdt in dat deze
mensen, meestal doordat ze teveel gedronken hebben, geen nieuwe herinneringen meer
aan kunnen maken. Deze mensen herinneren zich hun jeugd, maar als je jezelf aan ze
voorstelt, de kamer uitloopt en daarna weer terug komt hebben ze geen idee wie je bent.
Pagina 25 van 58
Ook deze mensen werd de opdracht gegeven de foto’s te rangschikken en uiteindelijk tussen
hun nummer drie en vier te kiezen. En ook deze mensen kozen voor hun nummer drie. Er
werd hierna beloofd dat nummer drie later zou worden verzonden en de onderzoekers
verlieten de huizen. Bij ieder huis wachten de onderzoekers een halfuur. Na dit halfuur
keerde de onderzoekers terug en stelden zich opnieuw voor. Ze bevroegen de deelnemers
over de ontmoeting van een halfuur geleden, maar door hun geheugenverlies wist geen een
kandidaat ook maar iets van hun eerste ontmoeting. Hierna lieten de onderzoekers de
kandidaten weer dezelfde foto’s zien. Om er zeker van te zijn dat de kandidaten aan
geheugenverlies leden vroegen de onderzoekers aan de kandidaten welke foto zij in bezit
hadden. De kandidaten bleken gewoon te gokken, wat inhoud dat ze geen flauw idee
hadden van hun keuzes van een halfuur gelden. Hierna werd de kandidaten gevraagd de
foto’s opnieuw te rangschikken van mooist naar minst mooi. En wat bleek, uit dit onderzoek
kwam precies hetzelfde resultaat als uit het onderzoek onder normale mensen. De mensen
met geheugenverlies vonden hun gekozen foto mooier en foto nummer vier minder mooi
terwijl zo nog geen eens meer wisten dat ze de ene foto in bezit hadden en de ander net
hadden afgewezen. Gilbert zijn conclusie over dit onderzoek luidt: What these people did
when they synthesized happiness is they really, truly changed their affective, hedonic,
aesthetic reactions to that picture. (Gilbert, 2006).
Conclusie De conclusies de we kunnen trekken uit het onderzoek van Gilbert zijn de volgende.
Het eerste dat door dit onderzoek duidelijk werd is dat wij als mens een frontale
kwab hebben waarmee we situaties kunnen simuleren.
Maar wat ook duidelijk werd is dat gebeurtenissen vaak veel minder invloed op ons
geluks- en tevredenheidsgevoel hebben dan mensen vanuit hun simulatievermogen
verwachten. Dit is zo omdat de mens een psychologisch immuunsysteem heeft dat
ervoor zorgt dat we tevreden zijn met wat we hebben.
Pagina 26 van 58
Welvaart en geluk
Eenmaal in Mexico aangekomen verlaat McCandless zijn kano en wil weer terug naar
Amerika. Maar hij komt moeilijk de grens over doordat hij al zijn identiteitskaarten door
heeft geknipt. Het lukt McCandless uiteindelijk om in Amerika te komen door zichzelf via een
vrachttrein de grens over te smokkelen. In Amerika reist McCandless verder op vrachttreinen
door het land. Hij wordt een keer gesnapt door een machinist en behoorlijk in elkaar
geslagen. McCandless besluit dat hij via de trein niet verder naar Alaska kan reizen. De
komende tijd brengt McCandless voornamelijk werkend door in de steden Los Angeles, Las
Vegas en Bullhead. Hij heeft geld nodig voor eten en voor zijn reis naar Alaska. In de avonden
hangt McCandless rond op straat en slaapt in daklozenopvangcentra. Hij voelt zich enorm
eenzaam als hij studenten van zijn leeftijd met elkaar ziet feesten, terwijl hij alleen over
straat zwerft. Na een halfjaar voornamelijk in steden te hebben geleefd krijgt hij via een brief
van Jan en Bob te horen dat ze in de buurt zijn.
Naar Welvaart en geluk is een onderzoek gedaan in 1998 door de sociologen Veenhoven en
Timmermans. In dit onderzoek wordt het verband bekeken tussen toename van de welvaart
en de toename van het geluk.
Verschil welvaart en geluk Voordat Timmermans en Veenhoven begonnen aan hun onderzoek besloten ze eerst de
begrippen welvaart en geluk apart te analyseren. De betekenis van het woord ‘welvaart’ was
niet zo’n groot probleem om te achterhalen. Welvaart betekent namelijk ‘beschikking over
goederen en diensten'. Geluk definiëren Timmermans en Veenhoven voor dit onderzoek als:
‘geluk is de mate waarin iemands 'overall'-oordeel over zijn leven als geheel positief uitvalt.’
Dit overall-oordeel is belangrijk. Zo stellen Veenhoven en Timmermans: ‘weten dat je een
spannend leven leidt betekent nog niet dat je overall oordeel ook positief is’. De afwisseling
van een spannend leven geeft dan misschien wel veel voldoening, maar de onzekerheid en
het hebben van weinig rust dat een spannend leven met zich meebrengt kunnen het
geluksgevoel weer doen verlagen. In het overall oordeel naar geluk telt dus niet alleen de
welvaart en carrière van iemand mee maar gaat het vooral om het totale geluksgevoel.
Pagina 27 van 58
Welvaart en geluk in theorie Er zijn vier algemene opvattingen over het verband tussen welvaart en geluk. Veenhoven en
Timmermans hebben deze vier opvattingen op een rijtje gezet.
De eerste opvatting zie je op de afbeelding hieronder en gaat uit van een lineair verband tussen
welvaart en geluk. Hoe meer de welvaart toeneemt hoe meer het geluk zal toenemen.
In deze opvatting wordt er ook vanuit gegaan dat de mens nooit genoeg heeft omdat hij steeds
gelukkiger blijft worden van meer welvaart en dus van meer goederen en diensten. Er wordt dus
vanuit gegaan dat de behoeften oneindig zijn, wat door economen de 'common-sense' theorie
wordt genoemd.
De tweede theorie gaat uit van welvaartsverzadiging. Dit houdt in dat toename van de welvaart
tot een bepaalt punt bijdraagt aan de toename van geluk. Dit komt doordat er bij deze theorie
vanuit wordt gegaan dat de behoeftes niet oneindig zijn.
Pagina 28 van 58
Met deze opvatting moet er ooit wel welvaartsverzadiging optreden. En het gevolg van
welvaartsverzadiging zie je in de figuur hiernaast, namelijk dat nog meer welvaart, op een
gegeven moment, niet leidt tot nog meer geluk.
De derde theorie gaat uit van welvaartsaversie. Dit houdt in dat teveel welvaart eerst voor
verzadiging van het geluk zorgt en daarna zelfs voor een afname. Cultuurcritici die achter
deze theorie staan zeggen dat dat komt door alle commercie ons consumptie die de extra
welvaart met zich meebrengt wat tegen onze ware behoefte ingaat. En deze commercie en
consumptie gaat weer ten koste van ons geluk zoals je in de bovenstaande figuur kan zien.
Theorie nummer vier wordt ook wel de sociale vergelijkingstheorie genoemd. In deze theorie
wordt ervanuit gegaan dat de welvaart geen invloed op het geluk heeft. Het enige wat volgens
deze theorie invloed op geluk heeft is het welvaartsverschil met anderen.
Pagina 29 van 58
Volgens deze theorie worden mensen er gelukkig van wanneer ze het gevoel hebben er beter af
te zijn dan andere. Dit zorgt ervoor wanneer de welvaart in een samenleving stijgt iedereen hier
van profiteert, wat ervoor zorgt dat niemand zijn geluk wordt verhoogd wordt omdat iedereen er
even goed van af is gekomen. Welvaart is volgens deze theorie dus relatief.
Deze theorieën kunnen op twee manieren worden onderzocht, op landelijk en op individueel
niveau.
Landelijk niveau Het welvaartsniveau per land wordt gemeten door de koopkracht per hoofd van de
bevolking te meten. Het geluksgevoel per land wordt gemeten door interviews en mensen
cijfers aan hun leven te laten geven.
Als je deze gegevens tegen elkaar afzet zie je duidelijk een positief verband. In arme landen
blijken de mensen duidelijk minder gelukkig te zijn dan in rijke landen. Dit verband blijkt
echter niet perfect te zijn. De meest ongelukkige landen blijken namelijk niet de meest arme
landen te zijn. Zo blijkt bijvoorbeeld dat de voormalige Oostbloklanden qua welvaart niet
onderdoen voor landen als Brazilië en Mexico maar qua geluk wel. Ook een land zoals
Ierland blijkt een heel gelukkig land te zijn terwijl er een lage welvaart is. Geluk is dus niet
alleen maar een kwestie van welvaart. Nader onderzoek wijst ook uit dat vrijheid ook een
hele grote invloed heeft op geluk.
Na het onderzoeken van welvaart en geluk vielen meteen al de sociale vergelijkingstheorie
en de welvaartsaversie theorie af. In eerste instantie zagen Veenhoven en Timmermans in
hun onderzoek een verband tussen welvaart en geluk en de lineaire theorie. Maar bij nader
inzien zagen ze in hun onderzoek iets opmerkelijks terug. Bij arme landen zagen ze over het
algemeen dat hoe welvarender het land was, hoe hoger het scoorde bij geluksgevoel. Maar
bij de rijke landen zagen ze dit niet meer terug, hier bleef het geluksgevoel hetzelfde
naarmate de landen rijker werden. De knik van toename van geluk en geen toename van het
geluk in verband met welvaart lag rond het jaarinkomen van $.10.000 Dus uit dit onderzoek
van Veenhoven en Timmermans kan je concluderen dat op landelijk niveau de
welvaartsverzadigingstheorie een rol speelt met ten tijde van dit onderzoek een
verzadigpunt van $ 10.000 als inkomen per hoofd van de bevolking.
Pagina 30 van 58
Vergelijking binnen landen Het verschil in geluk tussen arme en rijke burgers binnen een land kan worden uitgedrukt in
een correlatiecoëfficiënt. Is de correlatie 1 dan lopen de verschillen tussen welvaart en geluk
perfect samen. Dus dat zou betekenen dat de iemand die twee keer zoveel verdient als een
ander ook twee keer zo gelukkig zou moeten zijn. Als de correlatie 0 is zijn de verschillen in
geluk onder rijken even groot als onder armen. Dit houdt in dat geld helemaal geen invloed
heeft op het geluk.
Veenhoven en Timmermans hebben voor hun onderzoek 36 landen onderzocht en in een
schema gezet met op de y-as de correlatiecoëfficiënt en op de x-as het gemiddeld inkomen
per onderzocht land (zie afbeelding hieronder).
In bovenstaande figuur valt op dat de correlaties laag zijn. De gemiddelde correlatie is
slechts +0,15. Dat wil zeggen dat maar 2% van de variatie in geluk binnen landen kan worden
toegeschreven aan inkomensverschillen.
Pagina 31 van 58
Als geluk aan welvaart ligt mag je wel een groter verband verwachten stellen Veenhoven en
Timmermans in hun onderzoek. Vandaar dat de lineaire theorie met betrekking tot welvaart
en geluk binnen landen al meteen afvalt. Ook de vergelijkingstheorie gaat niet op in
vergelijking tussen landen. Volgens de vergelijkingstheorie zou de correlatiecoëfficiënt in alle
landen even sterk moeten gelden ongeacht de welvaart binnen een land omdat het geluk
niet in de absolute welvaart zit maar in de welvaart vergeleken met andere mensen.
Verder kan je uit dit onderzoek concluderen dat het verband tussen welvaart en geluk
sterker is in arme dan in rijke landen. Dit kan je koppelen aan de theorie van begrensde
behoeften. In arme landen zoals India en Nigeria die ook een hele hoge correlatiecoëfficiënt
hebben, betekent verschil tussen arm en rijk, honger of geen honger. Honger of geen honger
heeft wel een grote invloed op het geluk en het is daarom ook niet gek dat bij deze landen
het verschil in welvaart wel een relatief hoge invloed heeft op het verschil in geluk.
De uitkomst van het onderzoek binnen landen is dezelfde als de uitkomst van het onderzoek
tussen landen. De welvaartsverzadigingstheorie blijkt bij beide onderzochte delen het verband
te zijn tussen welvaart en geld.
De conclusie Veenhoven en Timmermans kwamen na hun onderzoek met de volgende conclusies.
In rijke landen zijn mensen gelukkiger dan in arme landen. Maar dit gaat boven een
bepaalt inkomensniveau niet meer op.
Binnen rijke landen zijn de mensen met een hoog inkomen nauwelijks gelukkiger dan
mensen met een laag inkomen. Deze bevindingen wijzen op de begrensde
behoeftetheorie: toename van de welvaart maakt gelukkig, zolang het nodig is om in
de eerste levensbehoeften te voorzien.
Geluk is niet relatief
De economische behoeftes zijn niet oneindig. Naarmate we rijker worden neemt het
marginaal geluksrendement van verdere welvaartsgroei af. In rijke landen heeft dit
inmiddels al geleid tot een welvaartsverzadiging. Verdere groei van welvaart heeft
hier geen invloed meer op het geluk
Pagina 32 van 58
Grote denkers over geluk
McCandless brengt een tijd door met Jan en Bob op een camperkamp. Hier bereid hij zich
lichamelijk samen met Bob voor op zijn avontuur in de wildernis. Na een fijne periode in het
kamp zegt McCandless tot grote spijt van Jan en Bob te willen vertrekken. McCandless meent
nog één groot doel voor ogen te hebben, en dat is zichzelf bewijzen in de wildernis van
Alaska. McCandless reist noordwaarts en krijgt een lift van een tachtigjarige man genaamd
Ronald Franz. Franz was een Vietnamveteraan en tijdens zijn uitzendperiode waren zijn
vrouw en kind omgekomen in een auto-ongeluk met een dronken man. McCandless en Franz
konden het goed vinden tijdens deze lift. Toen Franz hoorde dat McCandless die avond van
plan was om in zijn tentje naast de weg gaan slapen bood Franz hem aan in zijn huis te
overnachten. In plaats van één overnachting verbleef McCandless een paar dagen bij Franz
waarbij de twee een goede band opbouwden en veel discussieerden. Zo vond Franz dat
McCandless als jonge intelligente man iets van zijn leven moest maken, in plaats van rond te
trekken door Amerika en proberen te overleven in het wild. McCandless had een andere visie
op ‘het wat maken van je leven’ en zei het volgende tegen Franz: “So many people live within
unhappy circumstances and yet will not take the initiative to change their situation because
they are conditioned to a life of security, conformity, and conservatism”. McCandless vond
ook dat Franz uit zijn veilige leventje moest kruipen en wat van zijn leven moest maken
ondanks zijn leeftijd. McCandless zei hierna het volgende tegen Franz: The very basic core of
a man's living spirit is his passion for adventure. The joy of life comes from our encounters
with new experiences”. De ochtend nadat McCandless en Franz hier een discussie over
hadden gevoerd reed Franz McCandless 160 kilometer noordwaarts en nam emotioneel
afscheid. Als afscheidscadeau gaf Franz McCandless zijn outdoor spullen die van pas moesten
komen in Alaska. McCandless beloofde Franz weer te bezoeken na zijn avontuur in Alaska en
vervolgde zijn reis.
Om achter de echte betekenis van geluk te komen helpt het om verschillende visies van
grote denkers te belichten. Door deze visies krijg je een beter beeld van wat zij vinden dat
geluk nou echt inhoudt
Pagina 33 van 58
Siddhartha Gautama Boeddha Boeddha (450 v.Chr. tot ca. 370 v.Chr.) leefde in een beschermde rijke omgeving. Boeddha
had een rustig leventje als prins, was getrouwd en had een kind. Op zijn dertigste
veranderde zijn leven echter drastisch door vier ontmoetingen. Boeddha ontmoete een
oude man, een zieke, een dode en een asceet. Door deze ontmoetingen besefte Boeddha
voor zichzelf dat leed het maatschappelijke lot van de mensheid was, en dat niemand
hieraan kon ontkomen.
Boeddha verliet na deze ontdekking het paleis van zijn vader en ging in zijn eentje opzoek
naar een weg om aan dit lijden te kunnen ontkomen. Hierna trok Boeddha vijf jaar lang rond
in de bossen. Hier had Boeddha veel tijd om na te denken en te mediteren. Hij kwam
daardoor in het bos tot de volgende vier waarheden.
De eerste was dat het leven wordt gekenmerkt door lijden, wat inhoud dat je fysieke
en mentale problemen hebt.
De tweede waarheid is dat de oorzaak van dit lijden verstoorde emoties zijn, zoals
gehechtheid, boosheid en onwetendheid.
De derde waarheid is het mogelijk is het lijden te stoppen en blijvend geluk te
ervaren.
En de vierde waarheid is de manier waarop je dat kan bereiken.
Boeddha was er al achter dat al het lijden, zelfs het lichamelijk lijden in onze geest zit. Dus,
stelt Boeddha als je de geest kan veranderen kan je ook de pijn en al het lijden veranderen
en zelfs geheel beëindigen. Boeddha zegt dat je door de volgende maatregelen je geest op
een positieve manier kunt ontwikkelen en daarmee het lijden kan stoppen.
De eerste maatregel is het veranderen van je instelling door voornamelijk positieve
motivatie te ontwikkelen. Dit kan bijvoorbeeld via meditatie, daar staat het boeddhisme ook
bekend om.
De tweede maatregel is dat je dagelijkse activiteiten je positieve houding moeten
reflecteren.
De derde manier om je geest op een positieve manier te ontwikkelen is het gelukkig maken
en helpen van andere mensen.
Je kunt Boeddha’s visie in drie hoofdzaken waar we gelukkiger van worden indelen. De
eerste hoofdzaak is de drang naar bevrijding, iedereen wil van zijn eigen lijdensweg en
problemen veroorzaakt door verwarring af. De tweede zaak is om alle voelende wezens te
bevrijden van hun lijden, oftewel je moet nu anderen helpen gelukkiger te worden. En de
derde zaak is om wijsheid te ontwikkelen zodat je de waarde aard van onszelf en van andere
verschijnselen begrijpt, omdat je hiervan gelukkig wordt.
Pagina 34 van 58
Aristoteles Aristoteles (384 v.Chr. –, 322 v.Chr.) was een Grieks wetenschapper en filosoof, zijn werk
gaat onder meer over wiskunde, ethiek, biologie, politiek en logica. Aristoteles was twintig
jaar leerling van Plato en heeft zelf onder andere Alexander de Grote als leerling gehad.
Volgens Aristoteles werd een mens alleen gelukkig als hij van al zijn vermogens en
mogelijkheden gebruik maakte. Er zijn drie soorten geluk stelt Aristoteles.
Het eerste soort geluk is het leven van een leven vol lust en genot.
Het tweede soort geluk bestaat uit het zijn van een vrije en verantwoorde burger.
De derde vorm van geluk is het leven als onderzoeker en filosoof.
Verder heeft Aristoteles nog een eis aan het leven van een gelukkig leven gesteld. Aristoteles
heeft namelijk de uitspraak gedaan: "Om gelukkig te worden, heeft een mens voortreffelijke
vrienden nodig."(filosofie.nl).
Oftewel geluk kan je volgens Aristoteles halen uit het genot van het leven, het zijn van een
vrij burger, het onderzoeken en filosoferen over het leven en het onderhouden van goede
vriendschappen.
Epicurus Epicurus (341 v.Chr. - 270 v.Chr.) was een Grieks filosoof en tevens stichter van de naar hem
vernoemde filosofische stroming, het epicurisme. Het epicurisme was een van de vier
hoofdstromen van filosofie in de oudheid.
In het epicurisme wordt gesteld dat het in het leven draait om geluk, en geluk bereik je door
zo pijn zoveel als mogelijk te vermeiden en genot te bevorderen. Een bekende quote van
Epicurus luidt ook: "De wortel van al het goede is genot." (filosofie.nl). Vaak wordt genot in
dit geval verkeerd geïnterpreteerd als plat hedonisme, maar dat bedoelt Epicurus hier niet
mee. Wat hij er wel mee bedoelt is dat geluk in het bevorderen van de gemoedsrust en
onverstoorbaarheid zit. Oftewel genot is het leven van een tevreden rustig leven.
Een belangrijke bron van onrust en wat dus de gemoedsrust, de onverstoorbaarheid en
vervolgens het genot dwars zit, is volgens Epicurus het bang zijn voor de goden als we
verkeerd leven. Epicurus was namelijk een aanhanger van het atomisme en geloofde dat het
heelal alleen maar bestond uit lege ruimte en atomen. Daarom kwam vond hij het ook
onnodig om de dood te vrezen: ‘zolang wij er zijn, is de dood er niet, en wanneer de dood
gekomen is, zijn wij er niet meer'(Filosofie.nl).
Pagina 35 van 58
Baruch Spinoza Spinoza (24 november 1632 –21 februari 1677) was een verlichte Nederlandse filosoof,
wiskundige, schrijver en politiekdenker van Joodse afkomst. Spinoza stond erom bekend dat
voor hem god en de natuur hetzelfde waren. Een van Spinoza’s belangrijkste werken is
Ethica, in dit pleidooi voor de vrijheid van meningsuiting behandelt Spinoza ook de vraag:
'Hoe goed te leven?’.
Volgens Spinoza moet je als je gelukkig wilt leven, handelen in het voorschrift van de rede. Je
moet over alles nadenken en daar je handelingen op aanpassen. Door na te denken kan de
mens zijn emoties begrijpen, en doordat de mens zijn emoties begrijpt kan het zich
ontworstelen aan de overheersing van de emoties. Als je veel nadenkt zal je ook de relatie
en interactie tussen de mens en god/natuur leren begrijpen. Omdat je dit begrijpt zal je god
of de natuur leren waarderen, wat weer gepaard gaat mat liefde voor god of de natuur (de
mens, de wereld en het universum).
Spinoza stelt hierom ook: ‘Kennis wordt zelf een emotie, namelijk de vreugde van het
kennen’. Volgens Spinoza wordt je dus gelukkig van kennis.
Jeremy Bentham Bentham (1748 – 1832) is een Engelse rechtsfilosoof en aanhanger van het utilitarisme. Het
utilitarisme is een ethische stroming die streeft naar zoveel mogelijk geluk voor zoveel
mogelijk mensen. Deze stroming komt ook heel erg duidelijk terug in zijn visie op het recht:
"Het grootste geluk voor het grootste aantal mensen is de basis van moraal en
wetgeving."(filosofie.nl).
Bentham was geïnspireerd door de in dit onderzoek al eerder behandelde filosoof Epicurus.
Ook Bentham was er namelijk van overtuigd dat geluk de aanwezigheid is van zoveel
mogelijk genot en zo min mogelijk pijn.
Bentham had een systeem ontwikkeld waarmee hij de beweerde de mate van geluk
kwantitatief te kunnen meten. Voor dit systeem stelde hij een lijst parameters op waarmee
hij geluk zou meten, voorbeelden hiervan zijn tijd, intensiteit en onzekerheid. Met dit
systeem analyseert hij dronkenschap bijvoorbeeld als volgt: dronkenschap zorgt weliswaar
voor intens genot, maar is van korte duur en wordt de volgende dag opgevolgd door pijn
(kater) en schaamte (daling zelfvertrouwen).
Een belangrijke rekenmethode die Bentham gebruikt in zijn systeem is het geluk van
anderen. Mensen die hun eigen geluk nastreven beseffen niet dat hun geluk toeneemt
wanneer mensen in hun omgeving ook gelukkig zijn.
Pagina 36 van 58
Dus volgens Bentham hangt geluk niet alleen maar af van de aanwezigheid is van zoveel
mogelijk genot en zo min mogelijk pijn, maar ook van het geluk van de mensen in je
omgeving.
Hierdoor vindt Bentham ook dat wetgeving en moraal in een samenleving gericht moet zijn
op het grootste aantal geluk voor het grootst aantal mensen. Namelijk omdat geluk van
verschillende personen elkaar versterkt.
Pagina 37 van 58
De behoeftehie rarchie van Maslow
McCandless liftte verder door Amerika en Canada tot dat hij uiteindelijk in Alaska aankwam.
Zijn langverwachte avontuur in het wild kon bijna beginnen. Hij hoefde nog maar een paar
kleine dingen te regelen voordat hij de wildernis en pure vrijheid in kon. Ten eerste ging hij in
de lokale bibliotheek wat plantenboeken regelen zodat hij wist wat eetbaar was en wat niet.
Verder kocht hij nog een geweer en kogels bij de jagerswinkel om wild mee te kunnen
schieten. Ook haalde hij nog twee kilo rijst om als voorraad te hebben om zo zeker te zijn van
zijn voedselvoorziening in het wild. McCandless was nu op en top klaar voor zijn avontuur
vond hij. Onderweg naar de wildernis krijgt McCandless een lift van Jim Gallien die zelf al
jaren in Alaska woonde en veel van de natuur af weet. Toen hij McCandless’ plan hoorde
raadde hij het hem eerst nog af dit te doen. Maar toen hij doorhad hoe vastbesloten de
jongeman van zijn zaak was besloot hij in ieder geval zijn paar rubberen laarzen aan de veel
te onuitgeruste jongen te geven zodat hij in ieder geval droge voeten hield en zijn tenen er
niet af zouden vriezen tijdens zijn avontuur in het wild. Toen McCandless Gallien had bedankt
voor de laarzen en uitstapte na de lift, vroeg hij Gallien nog om één gunst. McCandless wilde
graag dat Gallien nog een brief van hem op de post zou doen omdat hij dit zelf vergeten was.
Hij gaf Gallien een brief geadresseerd aan Wayne Westerberg. “Please return all mail I
receive to the sender. It might be a very long time before I return South. If this adventure
proves fatal and you don’t ever hear from me again, I want you to know you’re a great man. I
now walk into the wild.”
Maslow Abraham Maslow was een humanistische Amerikaanse psycholoog die in 1943 de piramide
van Maslow introduceerde. Maslow stelt dat elk mens streeft naar zelfverwerkelijking of
zelfontplooiing. Om dit bereiken moet een aantal fundamentele menselijke behoeften
minimaal bevredigd zijn. De piramide van Maslow is dan ook een hiërarchische ordening van
behoeften. Volgens zijn theorie zou de mens pas streven naar bevrediging van de behoeften
die hoger in de hiërarchie geplaatst zijn nadat de behoeftes onderaan de hiërarchie eerst zijn
bevredigd.
Pagina 38 van 58
De piramide De piramide van Maslow bestaat dus uit een behoeftehiërarchie met de volgende behoeftes:
1. Organische of lichamelijke behoeften, dit zijn de eerste of primaire levensbehoeftes.
Je kunt niet zonder deze behoeftes. Dit zijn dan ook behoeftes als, eten, drinken,
voldoende slaap, maar ook behoeftes zoals zuurstof en warmte.
2. Veiligheid en zekerheid, na de primaire levensbehoeftes komt bestaanszekerheid. Dit
zijn behoeftes zoals beschutting, bescherming, zekerheid en stabiliteit.
3. Sociale behoeftes, als mensen zekerheid hebben in hun leven gaan ze op zoek naar
saamhorigheid, vriendschap en liefde. Dit wordt in eerste instantie
tegemoetgekomen door het gezin, maar later gaan mensen ook opzoek naar
vrienden, clubs en verengingen waar ze graag bij willen horen.
4. (Zelf)waardering en erkenning, dit zijn de volgende zaken waar we volgens Maslow
waarde aan gaan hechten. Bij (zelf)waardering en erkenning zijn twee zaken van
belang.
De behoefte aan zelfwaardering, dat houdt in dat mensen een gevoel van
zelfvertrouwen krijgen door waardering voor jezelf, succes en door wie je
bent. Dit zorgt er ook voor dat mensen gaan verlangen naar vrijheid,
onafhankelijkheid en er waarde aan hechten een individu te zijn.
De behoefte aan waardering van andere, mensen gaan nu ook waarde
hechten aan respect van anderen, hun plaats in de groep, erkenning en hun
status.
5. De hoogste en laatste staat die een mens kan krijgen is zelfverwerkelijking. Dit komt
tevoorschijn wanneer aan alle andere behoeftes is voldaan en een persoon niet
langer meer wordt gedreven door de behoefte om zichzelf te bewijzen. Hierdoor zijn
mensen die die zichzelf verwezenlijken meer zichzelf en de persoon die ze in aanleg
ook zijn. Bij mensen die zichzelf verwezenlijken speelt vooral de behoefte aan zin en
Pagina 39 van 58
doel in hun leven. Mensen die de in de behoefte van zelfverwerkelijking zitten voelen
zich volgens Maslow ook vrij van angst en van de waardering en beoordeling van
anderen. Deze mensen komen er door het bereikte zelfvertrouwen en door de
vrijheid toe om te realiseren wat in ons is. Zij kunnen zich daar dan ook op focussen,
zonder belemmeringen vanbinnen (in onszelf) of van buitenaf. Dit wordt ook wel het
niveau van zelfontplooiing genoemd.
Kritiek Al deze behoeftes nemen ook weer een eigen soort geluk met zich mee. Geluk bestaat
namelijk in verschillende bewustzijnsniveaus. Zo is er het geluk van een volle maag en het
geluk van veiligheid. Maslow veronderstelde dat geluksniveaus hiërarchisch geordend zijn:
pas als een lager geluksniveau bereikt is, ontstaat een hoger geluksgevoel. Er is veel kritiek
op deze stelling van Maslow. Zo schrijft de site visionair.nl: Heel veel mensen rapporteren
geluk zonder dat ze bijvoorbeeld een gevierd lid van de maatschappij zijn of een
aantrekkelijke seksuele partner hebben. Anderen voelen zich diepongelukkig terwijl ze alles
hebben wat hun hartje begeert. Eén van de beroemdste voorbeelden uit de geschiedenis is
prins Siddhartha Gautama, de grondlegger van het boeddhisme die zijn luxeleven
vaarwelzegde om het vraagstuk van het lijden op te lossen. (Germen,17 maart 2011)
Je kunt je echter afvragen wat de waarde is van deze kritiek. Het is namelijk niet zo dat
Maslow zegt dat je niet gelukkig kan zijn als je geen gevierd lid bent van de maatschappij of als
je geen aantrekkelijke partner hebt. Wat je op het model zou kunnen aanmerken is dat het
zoals elk model strak is afgebakend. Terwijl in praktijk de gebieden wat meer in elkaar
overlopen. Verder wordt er gezegd dat mensen die alles hebben wat hun hartje begeert
diepongelukkig kunnen zijn, zoals de grondlegger van het boeddhisme Siddhartha Gautama. In
deze situatie kan je Siddhartha Gautama heel goed vergelijken met McCandless. Beiden
mannen die het goed hebben getroffen maar toch een stap terug doen op Maslows piramide.
Bekijk je deze stappen echter vanuit de behoeftenpiramide van Maslow dan zou je heel
makkelijk een totaal andere conclusie kunnen trekken, namelijk dat deze stappen terug
waarschijnlijk komen vanuit het bewustzijn dat deze mannen kregen toen ze in het
zelfontplooiingsgebied kwamen op de piramide. In deze fase heb je namelijk de luxe om na
te kunnen denken over geluk, en kan je tot de conclusie komen dat het echte geluk voor jou
in een lager behoefteniveau schuilt. Dat is dan waarschijnlijk ook de reden geweest voor
McCandless om in zijn eentje de wildernis van Alaska in te trekken. Hij was er namelijk van
overtuigd dat het echte leven en zijn bijbehorende geluk in het zelf voorzien van voedsel en
andere primaire levensbehoeftes schuilt, en niet in het verkrijgen van status en aanzien in de
maatschappij.
Pagina 40 van 58
Onderzoek
Deze visie van McCandless wordt onderschreven door verschillende onderzoeken. Zo schrijft de visionair.nl: Uit onderzoek blijkt dat Maslow tot op zekere hoogte gelijk heeft. Mensen in zeer arme landen zijn veel minder gelukkig dan mensen in rijke landen en hun mate van geluk stijgt naar mate hun rijkdom toeneemt. Hier zit echter een bovengrens aan: ongeveer het niveau waarbij iedereen voldoende voedsel, onderdak en bestaanszekerheid heeft. Daarboven gaan andere behoeften een rol spelen. (Germen,17 maart 2011) Een van deze onderzoeken is het eerder, bij het onderdeel ‘Welvaart en Geluk’ aangehaalde onderzoek aan de Erasmus universiteit door Veenhoven en Timmermans waarbij de conclusie luidt: Al met al duiden de uitkomsten erop dat onze economische behoeften niet oneindig zijn. Naarmate we rijker worden neemt het marginaal geluk rendement van verdere welvaartsgroei af. In rijke landen is inmiddels een toestand van welvaartsverzadiging opgetreden. (Veenhoven, R. en Timmermans, D. 1998) Met andere woorden: de toename van welvaart draagt bij aan het geluk zolang het bijdraagt aan het vervullen van de eerste levensbehoeftes en zekerheid. Dus het kunnen voorzien in eerste levensbehoeften draagt in ieder geval bij aan het geluksgevoel. Het kunnen voorzien in eerste levensbehoeften hangt in moderne maatschappijen, zoals we al gezien hebben, samen met een zekere mate van beschikbaarheid van geld. Dus maken we nu de stap naar de betekenis van geld voor geluk.
Pagina 41 van 58
Wat is geld?
Nadat McCandless de auto van Jim Gallien had verlaten liep hij recht de wildernis in. Het was
april dus heel Alaska lag nog onder een dik pak sneeuw. Na een wandeling van ongeveer vier
dagen kwam McCandless midden in het wild een oude verlaten bus tegen. In deze bus stond
een kleine houtkachel en een matras. McCandless vond dit een goede plek om zich een tijdje
te vestigen en noemde de bus liefkozend de Magic Bus. De komende tijd eet McCandless
voornamelijk zelf geschoten klein wild zoals eekhoorns, ganzen, eenden en een keer een
stekelvarken. Ook leeft hij van zijn meegenomen rijst en planten die hij na het plukken op
eetbaarheid controleert in de bus met zijn plantenboek. McCandless schrijft in zijn dagboek
dat hij enorm geniet van de natuur, de vrijheid, het niet nodig hebben van geld en het niet
leven in een op prestatie en status gerichte samenleving. McCandless is heel de dag voedsel
aan het zoeken, aan het genieten van de rust en natuur of aan het lezen. In de boeken die
McCandless leest markeert hij de belangrijke inspirerende passages. Een van de passages die
door McCandless was gemarkeerd komt uit het boek Family Happiness van Tolstoj: “I have
lived through much, and now I think I have found what is needed for happiness. A quiet
secluded life in the country, with the possibility of being useful to people to whom it is easy to
do good, and who are not accustomed to have it done to them; then work which one hopes
may be of some use; then rest, nature, books , music, love for one's neighbour - such is my
idea of happiness. And then, on top of all that, you for a mate, and children, perhaps - what
more can the heart of a man desire?”
Definitie Het woord ‘geld’ is afgeleid van het woord ‘goud’. Geld heeft dus met goud te maken. Maar
voor dat we hier verder op ingaan is het handig om eerst het woord ‘geld’ verder te
analyseren. Om achter de letterlijke betekenis van geld te komen staat hieronder de
betekenis van het woord ‘geld’ in twee woordenboeken.
Van Dale:
geld (het; o; meervoud: gelden)
1. algemeen ruilmiddel van metaal of papier, dan wel giraal: geld in omloop brengen;
gelden verduisteren; iets te gelde maken verkopen; voor geen geld nooit
2. vermogen, kapitaal: geld hebben; oud geld dat al lange tijd in de familie is
Pagina 42 van 58
Woorden.org:
het geld zelfst.naamw.
Munten en bankbiljetten waarmee je kunt betalen.
Wat je uit deze woordenboeken kunt halen is dat geld een ruilmiddel is waarmee je kan
betalen. Geld wordt dus gebruikt om te ruilen tegen goederen of diensten. Dit is handige
informatie om te weten voor de zoektocht naar het begrip geld. Om erachter te komen wat
geld nou echt is en inhoudt, is het handig om terug te gaan naar de oorsprong van geld.
Geschiedenis We gaan voor ons onderzoek naar geld ver terug in de tijd. Zoals we net hebben geleerd van
de woordenboeken is geld een ruilmiddel en naar een ruilmiddel werd al heel lang geleden
gezocht. Voor de geschiedenis van geld en ruilen gaan we terug naar de tijd van de jagers en
boeren.
Toen de mensen nog rondtrokken als jagers en verzamelaars vond er weinig ruil/handel
plaats. Er werd wel geruild, maar binnen de stam, zo werd er bijvoorbeeld onderling vlees
geruild tegen vis of bessen.
De jagers en verzamelaars werden in de loop der tijd boeren. Deze boeren trokken niet meer
rond zoals hun voorouders deden maar vestigden zich op een vaste plek. Deze vaste plekken
groeiden uit tot dorpjes. In deze dorpjes vond specialisatie plaats. Dat houdt in dat de
mensen de taken verdelen.
Specialisatie droeg op twee manieren bij aan het introduceren van geld. Ten eerste ging het
werk een stuk beter door de specialisatie waardoor boeren overschotten kregen en deze
gingen verhandelen met andere boeren. En ten tweede kwam er veel onderlinge handel in
deze dorpjes door de specialisatie. Want als je de taken verdeelt krijg je bijvoorbeeld een
visser en een veeboer die beide ook graag gebruik maken van elkaars producten.
In het begin werd er nog veel aan ruilhandel gedaan in deze dorpjes, en werd dus een
hoeveelheid vis geruild voor een koe. Dit was behoorlijk onhandig om de volgende redenen:
het is moeilijk te bepalen hoeveel vis je nodig hebt voor een koe, het kost veel tijd om iedere
keer maar weer te onderhandelen over de ruilverhouding, en het is moeilijk om een grote
hoeveelheid vis te bewaren als je net een hoop vis hebt ontvangen ter waarde van een koe.
Om deze redenen besloten de boeren dat het anders moest.
Ze besloten om een vast ruilmiddel te gaan hanteren voor de handel. Zo werd er
bijvoorbeeld betaald met kralen, schelpen of zout. Dit waren de eerste vormen van
ruilmiddelen en dus ook de eerste vormen van geld.
Pagina 43 van 58
Vorm van geld De ruilmiddelen die door de boeren werden geïntroduceerd, werden weer later vervangen
door gouden en zilveren munten.
Goud en zilver waren het meest geschikt om de waarde van een product of een dienst uit te
drukken. Goud en zilver representeren namelijk een intrinsieke waarde. Deze waarde wordt
veroorzaakt door de tijd en arbeid die nodig is om goud en zilver te winnen en het te laten
omsmelten tot munten.
Andere redenen voor het maken van munten van goud en zilver zijn dat het zeldzame en
duurzame grondstoffen zijn, dat ze makkelijk te bewerken zijn en dat veel mensen het
gewoon hele mooie grondstoffen vinden.
Een van de eerste definities van geld werd geformuleerd door de Griekse filosoof Aristoteles.
Hij zei dat geld aan de volgende voorwaarde moest voldoen: het moet duurzaam zijn, het
moet een intrinsieke waarde hebben, het moet draagbaar zijn, en het moet deelbaar zijn.
(Admin, 2015)
Gouden en zilveren munten voldoen natuurlijk aan de eisen volgens de definitie van geld van
Aristoteles. Maar het geld is erg veranderd. Omdat het niet altijd handig was om je zware
gouden en zilveren munten overal mee naartoe te nemen. Besloten mensen hun munten in
bewaring te geven bij een goudsmid. Hiervoor kregen de mensen dan tegoedbonnen. Deze
tegoedbonnen gaven recht op een bepaalde hoeveelheid goud en werden natuurlijk al snel
ook als betaalmiddel gebruikt. Dit was dan ook het eerste briefgeld. Het heeft geen
intrinsieke waarde maar is toch evenveel waard als goud. In 1971 werd de koppeling met
goud zelfs helemaal weggelaten.
Vergaan van koppeling In de jaren 70 van de vorige eeuw was de Amerikaanse president Nixon het zat dat de
goudvoorraden van zijn land enorm afnamen doordat iedereen dollars in kwam wisselen
voor goud.
Veel Amerikaanse burgers en landen die dollars aanhielden, vertrouwden de zaak niet dat
Nixon de oorlog in Vietnam financierde door extra dollars bij te drukken. Zij waren allemaal
bang dat hun geld minder waard werd en wilde daarom hun briefgeld/waardebonnen
inwisselen voor goud. Dit omdat goud wel een intrinsieke waarde heeft en dus zijn waarde
blijft behouden ondanks de grote hoeveelheid briefgeld die Nixon bij liet drukken.
Pagina 44 van 58
Nixon loste dit op door te stellen dat dollars in de toekomst niet meer tegen de tot dan
vastgelegde vaste prijs voor goud ingeruild mochten worden. Er was natuurlijk veel kritiek op
deze beslissing en men vond het toentertijd een gevaarlijk experiment. Maar ondertussen is
er niks veranderd en is dit experiment al meer dan 40 jaar aan de gang, waardoor de waarde
in dollars van goud steeds verandert met de stand van de economie.
De functies van geld
Geld heeft in onze moderne samenleving nog steeds dezelfde functies als waarvoor het ooit
is verzonnen door de boeren die onderling handel wilden drijven. De drie functies van geld
zijn tegenwoordig namelijk nog steeds: ruilmiddel, rekeneenheid en oppotmiddel.
Ruilmiddel: geld wordt tegenwoordig nog steeds gebruikt om goederen te ruilen. Als jij een
bloemkool wilt hebben van de groenteboer hoef je niet met een zelf geproduceerd
ruilmiddel aan te komen zetten, maar kan je gewoon betalen, en dus ruilen, door middel van
geld
Rekenmiddel: we gebruiken geld tegenwoordig ook nog steeds om dingen een waarde te
geven. Zo kan je via het rekenmiddel geld uitrekenen hoeveel vermogen en dus hoeveel
koopkracht je misloopt als je besluit minder te gaan werken.
Oppotmiddel: geld zorgt er ook voor dat je vermogen kan sparen. Door geld niet uit te geven
vergroot je je vermogen (moet je het wel op de bank zetten, m.b.t. rente en inflatie). Geld
kan je makkelijk sparen doordat je niet bang hoeft te zijn dat het over datum gaat of bederft.
Pagina 45 van 58
Grote denkers over geld
Na twee maanden te hebben overleeft in het wild kreeg McCandless steeds meer moeite met
het bij elkaar sprokkelen van voldoende voedsel. Het kwam daarom als een geschenk uit de
hemel vallen toen hij voor het eerst de mogelijkheid kreeg een eland te schieten. Hij had van
de vriend van Wayne geleerd hoe je het vlees van een net geschoten dier het best kon
opbergen. Een van de belangrijkste lessen van deze vriend hield in dat je het vlees zo snel
mogelijk moest uitroken in een afgesloten ruimte. McCandless ging meteen te werk met het
uitsnijden van het vlees. Hij bracht het vlees naar een kleine grot aan de rand van de rivier en
maakte van mos en takken een deur waarmee hij de grot afsloot. Hierna stak hij het mos aan
zodat de rook die daar vanaf kwam al het ongedierte op afstand zou houden. Alles leek
volgens plan te gaan. Maar na een paar uur bleek het vlees al onder de larven en vliegen te
zitten en was het niet meer eetbaar. McCandless liet de stukken vlees aan de kant van de
rivier voor de wolven liggen en keerde huiswaarts richting de bus. Hier schreef hij op hoe
schuldig hij zich voelde dat hij een eland voor niks van het leven had beroofd en dat dit de
zwaarste tijd tot nu toe was in het wild.
In het vorige hoofdstuk is het de betekenis van geld aan bod gekomen. Dus we weten nu wat
geld betekent, waar geld vandaan komt en wat de functies van geld zijn. Maar dit is nog niet
genoeg informatie over geld voor dit onderzoek. Om aan meer bruikbare informatie over
geld te komen bekijken we in dit hoofdstuk de visies van een paar grote denkers op geld.
Plato De eerste denker die we gaan behandelen is de Griekse filosoof en schrijver Plato (427 v.C. –
347 v.C.). Plato was een idealist en zette voor de westerse filosofie lange tijd de toon op het
gebied van geld. Plato zijn mening was dat men niet veel goeds moest verwachten van het
bezit van geld.
Dit standpunt komt dan ook terug als Plato zijn utopische samenleving schetst. Plato’s
utopische samenleving wordt bestuurd door een heersende klasse. Deze bestaat uit
‘voortreffelijke mannen’. Volgens Plato mogen deze mannen geen eigendom en dus geen
geld bezitten voor zover dit te vermijden is. Dit is zo omdat volgens Plato de mannen
bezitters worden in plaats van wachters wanneer zij hun eigen huis, land of goud zouden
hebben. Bezitters zouden anderen haten en beloeren en bovendien zouden ze zelf voorwerp
zijn van argwaan en wantrouwen. In dat geval is de ineenstorting van henzelf en de
samenleving nabij.
Pagina 46 van 58
De zorg van eigendom gunt Plato liever aan de grote massa van overheersten. Die hebben
wel recht op particulier bezit. Deze massa heeft daarentegen geen politieke invloed. De
politieke macht is voor bestuurders en sluit de economische macht uit.
Volgens Plato draait het dus niet om geld. Geld en bezit zorgen namelijk voor wantrouwen
en haat en moeten daarom ook gescheiden worden van politieke macht. We eindigen Plato’s
visie op geld met een quote van hem met betrekking tot geld en macht: ‘Macht is het recht
van de sterke, rechtvaardigheid zijn belang. Zijn kinderen kan men beter een goed geweten
nalaten dan geld.’ (Dekker, 2008)
Seneca Lucius Annaeus Seneca (ca 4 v.C. – 65 n.C.) was een Romeinse filosoof en schrijver. Seneca
was een stoïcijnse denker.
Volgens het stoïcisme, een filosofische stroming die driehonderd jaar voor Seneca’s
geboorte ontstond, is het het beste om zo min mogelijk bezit of aanzien te hebben. Bezit en
aanzien zijn namelijk een ballast en leiden je af van wat echt belangrijk is. Ook maken bezit
en aanzien je afhankelijk, je loopt namelijk het gevaar als je bezit of aanzien verliest dat je
daardoor diep in de put raakt. Om geen slaaf te worden van je begeerten en je bezit moet je
het verlangen naar deze oppervlakkigheden afkappen. Zo bescherm je jezelf volgens het
stoïcisme tegen pijn voor het verlies en jaag je niet de verkeerde dingen na.
De goede dingen die je volgens Seneca moet najagen zijn: het aangaan van echte
vriendschappen, en jezelf ontwikkelen. Een bekende uitspraak van Seneca luidt dan ook:
‘Geld alleen heeft nog niemand rijk gemaakt’ (Dekker, 2008).
Er was ook veel kritiek op Seneca, zo werd Seneca vaak verweten dat hij zelf niet leefde
volgens de principes die hij uitdroeg. Seneca kwam namelijk uit een rijke familie, hij vervulde
politieke functies en verkeerde veel aan het hof. Sterker nog Seneca voedde Nero, de
kroonprins en later keizer van Rome, op.
Seneca verdedigde zijn rijkdom door te stellen dat het voor de hand liggend is dat hij liever
leeft in rijkdom. Zo stelt Seneca dat iedereen liever een zacht bed en een gedekte tafel
heeft, en dat iedereen vervelende klusjes liever door iemand ander op laat knappen. Maar
Seneca zegt dat hij hier niet naar streeft en er niet veel waarde aan hecht. “Het wegvallen
van rijkdom moet zijn als het wegvallen van het toetje na een goede, volle maaltijd. Het zou
fijn zijn als je het dessert nog kon eten, maar als het er niet was zou je het eigenlijk niet
missen.” (Dahmen, 2009).
Pagina 47 van 58
Meer grote denkers over geld
Na de mislukking van het Eland besloot McCandless zijn backpack in te pakken en de
wildernis weer te verlaten. De voedselvoorraad begon nu echt op te raken en McCandless
begon zelf ook heel mager te worden bovendien vond hij dat hij aan zichzelf genoeg had
bewezen alleen te kunnen overleven in het wild. Opgewekt begon McCandless aan de
ongeveer 30 kilometer lange terugreis. Maar ergens halverwege werd hij opgeschrikt door
een enorm woeste rivier de het pad kruiste. McCandless herkende de rivier, en kon zich
herinneren dat hij deze rivier op de heenweg in april ook over had gestoken alleen was het
toen een smal stroompje geweest. Doordat het nu tegen de zomer was, was dit kleine
riviertje door het smeltwater in een enorm woeste stroom veranderd. Na een paar kansloze
pogingen kwam McCandless tot de conclusie dat het onmogelijk was om de rivier in deze
staat over te steken.
David Hume David Hume (26 april 1711 –25 augustus 1776) was een schotse verlichtingsfilosoof en
geschiedschrijver. David Hume was van mening dat de enige functie van geld de functie als
ruilmiddel was.
Hij schreef een essay genaamd ‘Of Money’ waarin hij bedenkt wat er gebeurt met een land
als het zou worden ontdaan van zijn munteenheid, terwijl tegelijkertijd plots al het goud van
de wereld zou zijn verdwenen.
Volgens Hume is er in dit geval niks aan de hand. De functie van goud zou volgens Hume
meteen over worden genomen door zilver en het van zijn munt beroofde volk zal meteen
teruggrijpen op een andere buitenlandse valuta om de handel niet te laten stilvallen.
Volgens Hume hoeft een regering zich ook niet druk te maken om geld. Volgens Hume is geld
ook geen maatstaf voor rijkdom want het gaat om werknemers, bedrijven en grondstoffen.
Geld is alleen maar een ontwikkeling van andere grootheden. ‘De behoefte aan geld kan een
staat nooit schaden. Want mensen en grondstoffen zijn de echte kracht van welke
gemeenschap dan ook.’ (Dekker, 2008)
Pagina 48 van 58
Denis Diderot De Franse filosoof en tevens redacteur van de Encyclopédie Denis Diderot (1713 – 1784) was
erg openhartig over zijn problemen met financiële zaken.
Diderot verdiende niet slecht als redacteur van de Encyclopédie maar had het zeker niet
breed. Hij dacht dat hij heel zijn leven hard zou moeten blijven werken tot het moment van
aftakeling en rust. Maar niks bleek minder waar. In 1762 kocht keizerin Catharina de Grote
van Rusland zijn bibliotheek voor een vors bedrag. Diderot kon de toekomst nu zonder
zorgen tegemoetzien.
Diderot wordt hier op de een of andere manier maar niet gelukkig van. Zo schrijft hij zijn
vriendin in 1765 dat het enige wat het geld hem heeft opgeleverd kleine ergernissen zijn en
dat de dagen er door het geld er niet minder onrustig op zijn geworden.
Een paar jaar later schrijft Diderot een essay genaamd Regrets sur ma vieille robe de
chambre over hetzelfde onderwerp. In dit essay beschrijft Diderot hoe hij zijn oude kamerjas
is kwijtgeraakt en om deze reden een nieuwe krijgt van zijn vriendin. Diderot beschrijft deze
nieuwe kamerjas als ‘Ik was heer en meester over mijn oude kamerjas; van de nieuwe ben ik
een slaaf geworden.’ (Peeters, 2007). Het gevolg van de nieuwe kamerjas van Diderot is
namelijk dat hij deze jas niet vindt passen bij zijn oude meubilair en versleten huisinrichting.
Alles moet ineens vervangen worden om het bij elkaar te laten passen.
Oftewel een kettingreactie van aankopen. Deze kettingreactie is later bekend geworden als
het Diderot Effect. Diderot is een symbool geworden van het gevaar van plotselinge rijkdom.
Rijkdom kan namelijk de vertrouwde wereld ernstig verstoren en voor ongewilde aankopen
zorgen, wat betekent dat je jezelf niet meer onder controle kan houden. Diderot
waarschuwt zijn vrienden dan ook voor de ‘aanvallen’ van rijkdom. ‘Laat mijn voorbeeld u tot
lering strekken. De armoede heeft haar vrijheden, de weelde haar beperkingen.’ (Dekker,
2008).
Arthur Schopenhauer Schopenhauer (1788 – 1860), is een Duist filosoof uit het voormalig Pruisische rijk.
Schopenhauer stond voornamelijk bekent als een mensenhater en een enorme sarcast.
Ondanks het slechte mensbeeld dat Schopenhauer had, heeft hij in zijn leven toch een
positieve uitspraak over de mens gedaan. Deze uitspraak had te maken met de mens en
geld. 'Geld is het menselijk genieten in abstracto; wie het geluk niet in concreto kan genieten,
zet dus al zijn zinnen op geld’. (Verdegaal, 2015).
Schopenhauer wil met deze uitspraak zeggen dat ongelukkige mensen achter geld aanhollen
omdat ze denken dat dit hun leven gelukkiger maakt.
Pagina 49 van 58
Dit is een hele bijzondere uitspraak voor deze filosoof. De uitspraak gaat er namelijk vanuit
dat er mensen zijn die wel in staat zijn echt gelukkig te zijn. Dit terwijl Schopenhauers visie
was dat de wereld slecht is. Dat wij mensen slecht zijn door onze wil, een soort universeel
beest dat in ieder mens aanwezig is. Je kunt alleen maar ontsnappen door de wil, bron voor
begeerten, driften en ambitie, te ontdekken en te overwinnen.
Je moet als mens afzien van al het ‘willen’ van binnen dan pas kan je een rustig leven leiden.
Onder dit ‘willen’ valt ook de begeerte naar bezit en geld.
Bertrand Russell Bertrand Russell (1872-1970) een Britse filosoof, historicus, logicus, wiskundige en tevens
winnaar van de Nobelprijs voor literatuur in 1950, had een duidelijke visie op geld.
Deze visie is in een mooie quote verwerkt. ‘Bedelaars benijden miljonairs niet. Ze benijden
wel andere bedelaars die meer succes hebben.’ (Dekker, 2008).
Oftewel mensen hechten alleen maar waarde aan mensen die het beter hebben binnen hun
directe omgeving. Mensen maken zich dus niet zo druk om anderen die het financieel beter
hebben buiten hun directe omgeving.
Dit is zo omdat mensen uit dezelfde omgeving zich graag met elkaar vergelijken. Dus of
mensen gelukkig zijn met de hoeveelheid geld, succes of bezittingen is relatief volgens de
visie van Russel.
Jacob Needleman Needleman (1934) is een Amerikaanse filosoof, schrijver en professor. Needlemans
uitganspunt in een van zijn werken (Money and the meaning of life) is dat er niks mis is met
geld. Sterker nog Needleman vindt dat er te weinig aandacht wordt besteed aan geld.
Volgens de visie van Needleman leven we in twee werelden. De materiele wereld en de
spirituele wereld. De materiele wereld is de wereld van al het tastbare, waar bijvoorbeeld
ook eten en onderdak onder vallen. Dus zonder de materiele wereld zouden we niet kunnen
leven. Geld is het symbool van de materiële wereld. Je moet tegenwoordig namelijk voor
bijna al het tastbare geld betalen. Dit maakt geld volgens Needleman niet het belangrijkste
wat er is.
De wens om rijk te zijn, om te willen eten of om onderdak te willen hebben moet je niet
verwarren met de betekenis van het leven. De betekenis van het leven moet je zoeken in de
spiritualiteit, die andere tweede wereld dus.
Pagina 50 van 58
Needleman eindigt zijn stelling met: ‘Maar als je niet genoeg aandacht geeft aan die andere
wereld, dan kan dat je zoektocht in de spirituele wereld enorm dwarszitten.’ (Dekker, 2008).
Oftewel je moet genoeg aandacht aan geld besteden om te zorgen dat je goed wordt
bevredigd in je materiele wereld. En wanneer alles in orde is met je materiele wereld kan je
naar het doel van het leven gaan kijken in de spirituele wereld.
Pagina 51 van 58
De conclusie
Doordat McCandless erachter was gekomen dat het kansloos was de rivier over te steken
besloot hij terug te keren naar zijn bus om daar te wachten tot het water minder wild zou
zijn. De volgende avond komt McCandless hongerig, vermoeid en natgeregend aan bij de
Magic Bus. In de volgende dagen raakt de voorraad rijst op en valt McCandless nog meer af.
Hij is nu volledig afhankelijk van de planten en het wild dat hij kan schieten. Alleen de planten
zijn nog steeds schaars in het koude Alaska en het grote wild lijkt te zijn weggetrokken.
McCandless doet er alles aan om genoeg voedsel bij elkaar te vinden maar blijft afvallen. Hij
raakt met de dag vermoeider, zwakker en heeft steeds meer moeite met opstaan. Twintig
dagen nadat hij terug is gekeerd van de rivier schrijft hij in zijn logboek: "DAY 100! MADE IT!
BUT IN WEAKEST CONDITION OF LIFE. DEATH LOOMS AS SERIOUS THREAT." De dagen
daarna wordt McCandless letterlijk gek van de honger. Hij komt ook een beer tegen maar
schiet deze niet, gek genoeg loopt de beer ook gewoon langs McCandless zonder
confrontatie. De dagen hierna is McCandless zo verzwakt dat het zelfs een hele opgave voor
hem is om alleen al de bus uit te komen.
Al het onderzoek zit erop, en de bergrippen geld en geluk zijn allebei uitgewerkt. Er is nu
genoeg informatie beschikbaar om een conclusie te kunnen trekken. Daarom volgt nu het
antwoord op de vraag maakt geld echt gelukkig?
Een toename van geld maakt inderdaad gelukkig, in ieder geval zolang het toegenomen geld
bijdraagt aan het voorzien in de eerste levensbehoeftes. Als daar aan voldaan is, neemt het
geluksgevoel niet evenredig toe met de rijkdom, totdat zelfs een moment bereikt wordt
waarop meer geld geen enkele positieve invloed meer heeft op het geluksgevoel. Dit wordt
ondersteund door het onderzoek van Timmermans en Veenhoven.
Ook laat het onderzoek van Timmermans en Veenhoven zien dat de arme en rijke mensen in
rijke landen ongeveer even gelukkig zijn, waarbij in enkele landen de balans zelfs in het
voordeel van de armeren doorslaat. Geld en geluk hebben hier dus geen recht evenredige
relatie.
Waarom geluk niet meer geleidelijk toeneemt met een toename van de welvaart nadat je als
mens bent bevredigd in al je eerste levensbehoeftes komt o.a. door de volgende zaken:
De piramide van Maslow laat zien dat welvaart na een bepaalt punt geen extra geluk meer
met zich meebrengt. Met welvaart kun je primaire levensbehoeftes kopen wat je gelukkig
maakt. Zodra die behoeftes zijn bevredigd ga je verder naar de volgende trappen. Daar
wordt geluk o.a. bepaald door veiligheid, zekerheid, sociale behoeftes, erkenning en
zelfontplooiing. Deze behoeftes kan je in principe niet kopen met geld.
Pagina 52 van 58
Uit onderzoek van Gilbert blijkt dat de mens in zijn frontale kwab de gevolgen van meer
welvaart op ons geluk veel te hoog inschat. Dat een toename van welvaart op een gegeven
moment niet heel veel meer uitmaakt voor ons geluk, heeft te maken met het psychologisch
immuunsysteem dat wij mensen allemaal hebben. Of we nou meer of minder geld hebben,
we blijven toch wel gelukkig met wat we wel hebben. Dit wordt ook ondersteund door
Seneca. Seneca zei dat iedereen rijk wil zijn, maar dat je rijkdom kunt vergelijken met het
wegvallen van het toetje na een goede, volle maaltijd. Het zou fijn zijn als je het dessert nog
kunt eten, maar als het er niet was zou je het eigenlijk niet missen.
Een toename van welvaart leidt ook tot een Diderot effect. Mensen voelen zich volgens deze
filosoof door meer welvaart gedwongen om meer en betere spullen te kopen. Maar door de
aanschaf van deze spullen voel je jezelf gedwongen om weer meer spullen te kopen die bij je
nieuwe spullen passen, waardoor je eigenlijk weer meer welvaart nodig hebt. Je wordt een
soort slaaf van je rijkdom. Deze zichzelf versterkende cirkel zorgt ervoor dat het geluk kan
afnemen door toename welvaart. Een stapje terug kan dan juist weer goed zijn voor je
geluksgevoel.
Maar als een toename van geld nou niet gelukkig maakt, Wat dan wel?
Wat volgens Maslow in de hoogste trap van zijn piramide voor geluk zorgt is zelfontplooiing.
Bijna alle in dit onderzoek behandelde filosofen zijn het in dit opzicht met Maslow eens. Het
ontwikkelen van jezelf zorgt voor meer kennis over jezelf en over de wereld, deze kennis
maakt de mens vrij volgens al deze filosofen. Het leren begrijpen van jezelf en van de wereld
om je heen helpt dus blijkbaar in gelukkig worden.
Uit het 75 jarig onderzoek van Waldinger kun je de conclusie trekken dat ook het hebben
van goede sociale relaties de mens gelukkig en gezond maakt. Dat sociale relaties je gelukkig
maken kun je ook afleiden uit de piramide van Maslow (niveau 3 van de piramide).
Ook veel filosofen zoals Seneca, Aristoteles en Bentham stemmen overeen met Waldinger
en Maslow in de conclusie dat sociale relaties bijdragen aan geluk. Zo zegt Bantham dat het
geluk van een individu afhangt van het geluk in zijn omgeving. Een hier passende quote van
Aristoteles is: "Om gelukkig te worden, heeft een mens voortreffelijke vrienden nodig."
Pagina 53 van 58
Slot
McCandless is zo verzwakt door het voedsel tekort dat het jagen kansloos is geworden. De
enige manier hoe hij nog aan eten kan komen is door kruipend planten en wortels te
verzamelen. Ook heeft McCandless een bordje aan de bus gehangen met de tekst: Attention
Possible Visitors. S.O.S. I need your help. I am injured, near death, and too weak to hike out. I
am all alone, this is no joke. In the name of God, please remain to save me. I am out
collecting berries close by and shall return this evening. Thank you, Chris McCandless.
McCandless was die dag ook naar eten opzoek. Toen hij eindelijk iets eetbaars had gevonden
namelijk bessen at hij deze door de honger meteen op. Op de terugweg naar de bus voelde
McCandless al dat er iets mis was met zijn maag na het eten van de bessen. In de bus
aangekomen kijkt hij in zijn plantenboek wat voor bessen hij eigenlijk net gegeten had en of
dat de reden was voor de buikpijn. Na het kijken in het plantenboek kwam McCandless tot de
verschrikkelijke ontdekking dat de bessen die hij zojuist had gegeten giftig waren.
McCandless raakte in paniek en barste in tranen uit. Hij probeerde de bessen verschillende
keren uit te kotsen maar al deze pogingen waren kansloos. Nadat McCandless bijgekomen
was begon hij al waanbeelden te krijgen en voelde dat het einde naderde. Heel McCandless
zijn leven begon zich opeens snel in zijn hoofd af te spelen. Met een van zijn laatste krachten
maakte McCandless nog een aantekening in zijn logboek: ” happiness is only real when
shared”. Niet lang hierna stierf McCandless in zijn slaapzak in de Magic Bus.
Pagina 54 van 58
Discussie
Ik heb in dit onderzoek de vraag onderzocht of geld echt gelukkig maakt. Dit heb ik gedaan in
relatie tot de zoektocht van de hoofdpersoon uit het boek ‘Into the wild’.
Uit mijn onderzoek is gebleken dat geld tot op zekere hoogte weldegelijk meewerkt aan
geluk. Geld maakt namelijk gelukkig zolang het toegenomen geld bijdraagt aan het voorzien
in eerste levensbehoeftes. Als geld echter niet meer dient voor het voorzien in de eerste
levensbehoeftes, neemt het geluksgevoel niet meer recht evenredig toe met de
toegenomen rijkdom. Er komt zelfs een moment waarop de toename van geld totaal geen
positieve invloed meer heeft op het geluksgevoel.
Deze uitkomst lijkt op mijn hypothese. In mijn hypothese schreef ik namelijk dat geld boven
een inkomen waarin je in al je eerste levensbehoeftes kunt voorzien niet meer gelukkig
maakt. Maar dit bleek niet helemaal zo te zijn. Het blijkt namelijk niet zo te zijn dat meer
geld boven het primair benodigde inkomen niet extra gelukkig maakt. Het is echter wel zo
dat een toename van geld boven het primair benodigde inkomen relatief minder gelukkig
maakt dan een toename onder het primair benodigde inkomen.
Nu is natuurlijk de vraag voor volgende onderzoeken: waar zitten de knikken in toename van
het geluk? Vanaf welk inkomen zorgt de toename van geld niet meer voor een evenredige
toename van geluk? En bij welk inkomen zorgt een toename van geld helemaal niet meer
voor een toename van geluk en is de welvaartsverzadiging maximaal. Misschien zou dit wel
een heel positieve invloed kunnen hebben op de beloningsstructuur van bestuurders en top
managers. Zouden we met deze wetenschap misschien de recente instorting van de
wereldeconomie vanuit de honger naar nog meer winst en geldelijke beloning hebben
kunnen voorkomen? Zouden bedrijven met deze wetenschap misschien meer van hun winst
willen gebruiken om iets terug te doen voor een gezonde wereld?
Ook stelde ik in mijn hypothese, te verwachten dat het hebben van relatief meer geld dan je
omgeving, wel gelukkig maakt. Dit blijkt ook niet helemaal te kloppen. Zo liet het onderzoek
van Timmermans en Veenhoven zien dat arme en rijke mensen in rijke landen juist ongeveer
even gelukkig zijn. Hiermee kan je dus de vraag stellen of de mensen die voor nivellering in
Nederland pleiten, wel een punt hebben. Blijkbaar in ieder geval niet voor het gevoel van
geluk binnen Nederland.
Pagina 55 van 58
Logboek
2015:
Dec: lezen boek Into the wild, 35 uur
2016:
Jan: kijken van de film Into the wild, plus aantekeningen maken, 4 uur
20 mei: opzoeken informatie, 2 uur
21 mei: opzoeken bronnen, 2 uur
10 juli: bronnen zoeken over geluk, 3 uur
22 juli: bronnen zoeken geld, 2 uur
22 aug: zoeken info over Maslow, 2 uur
9 sept: kijken TED talk, plus aantekeningen maken, 3 uur
10, 11, 12 sept: beginnen met schrijven voorwoord, inleiding en hypothese, 10 uur
20, 27 en 28 sept: schrijven eerste hoofdstuk Wat is geluk? 13 uur
23, 24 sept: beginnen, schrijven en afronden hoofdstuk Wat is geld? 8 uur
1 okt: beginnen en afronden piramide van Maslow, 4 uur
3, 4 en 6 okt: Filosofen over geluk lezen en behandelen, 11 uur
8 okt: trekken van conclusie, 3 uur
9, 10 okt: in elkaar zetten en laten aansluiten van alle losse stukken, 6 uur
11 okt: lay-out maken, 3 uur
13 okt: heel het werkstuk controleren en bijschaven, 5 uur
Pagina 56 van 58
Bronnen
Boeken Krakauer, J. (1996). Into the Wild. Villard
Film Penn, S.(Regisseur). (2007). Into the Wild. Paramount Vantage
Internet Auteur, A. (jaar van uitgave). Titel van het document. Geraadpleegd op dag maand jaar
Admin, (11 juni 2015). Wat is geld eigenlijk?, 29 sep. 16 http://thebigsecretsofmoney.com/geld/wat-geld-eigenlijk Bartels, Meike, (gepubliceerd, 5 jan. 16). Hoe meet je hoe gelukkig je bent?,21 sep. 16, http://www.universiteitvannederland.nl/college/hoe-meet-je-hoe-gelukkig-je-bent/
Bartels, Meike, (gepubliceerd, 5 jan. 16). Hoe groot is de invloed van je genen op hoe gelukkig je bent?,21 sep. 16, http://www.universiteitvannederland.nl/college/hoe-groot-is-de-invloed-van-je-genen-op-hoe-gelukkig-je-bent-2/ Bartels, Meike, (gepubliceerd, 5 Jan. 16). Bestaat er een specifiek geluksgen?, 21 sep. 16, http://www.universiteitvannederland.nl/college/bestaat-er-een-specifiek-geluksgen/ Bouwman, Haije,(gepubliceerd, 23 sep. 2006). Ethica (1677), 8 okt. 16 http://amsterdamsespinozakring.nl/spinoza/filosofie/ethica Dahmen, Moud, (gepubliceerd, 2009). Rijk zijn, en toch niets nodig hebben, 1 okt. 16, https://www.filosofie.nl/nl/artikel/25900/rijk-zijn-en-toch-niets-nodig-hebben.html Dekker, Geert, (gepubliceerd, 5 april 2008). De schaduwen van geld, 1 okt. 16 http://www.geertdekker.nl/index.php?id=10 Filosofie.nl, Aristoteles, 8 okt. 16 https://www.filosofie.nl/aristoteles/index.html Filosofie.nl, Benedictus de Spinoza, 8 okt. 16 https://www.filosofie.nl/spinoza/index.html Filosofie.nl, Epicurus, 8 okt. 16 https://www.filosofie.nl/epicurus/index.html
Pagina 57 van 58
Filosofie.nl, Jeremy Bentham, 8 okt. 16 https://www.filosofie.nl/jeremy-bentham.html Germen, (17 mar. 11). Een wereld met alleen geluk: kan dat?, 24 sept. 16 http://www.visionair.nl/ideeen/filosofie/een-wereld-met-alleen-geluk-kan-dat/ Gewoon-nieuws.nl, (28 nov. 13). Het wijdverbreide misverstand over het begrip “geld”,29 sep. 16 http://www.gewoon-nieuws.nl/2013/11/het-wijdverbreide-misverstand-over-het-begrip-geld/ Gilbert, Dan, (sep. 2006). The surprising science of happiness, 7 okt. 16 http://www.ted.com/talks/dan_gilbert_asks_why_are_we_happy/transcript Peeters, Carel, (gepubliceerd, 29 dec. 07). Genieten voor miljoenen, 1 okt. 16 https://www.vn.nl/genieten-voor-miljoenen/ Lenoir, Frédéric, (gepubliceerd, 2014). Wijsheid is het ware geluk, 8 okt. 16 https://www.filosofie.nl/nl/artikel/41177/wijsheid-is-het-ware-geluk.html
Maitreya.nl, Boeddhisme in een notendop, 8 okt. 16 http://www.maitreya.nl/boeddhisme-intro-notendop-wat-is-samenvatting.htm Mijnwoordenboek.nl, 10 sep. 10 http://www.mijnwoordenboek.nl/vertaal/NL/EN/geluk
VanDale.nl, 10 sep. 10 http://www.vandale.nl/opzoeken?pattern=geluk&lang=nn Veenhoven, R. en Timmermans, D.,(28 aug. 98). Welvaart en geluk, 24 sep. 16 repub.eur.nl/pub/16329/830628_tcm445-233307.pdf Verdegaal, Erica, (gepubliceerd, 2 feb.15). Maakt geld echt gelukkig?, 2 okt. 16 http://radar.avrotros.nl/columns/detail/maakt-geld-echt-gelukkig/ Waldinger, Robert, (gepubliceerd, dec. 15). What makes a good life? Lessons from the longest study on happiness, 7 okt. 16 https://www.ted.com/talks/robert_waldinger_what_makes_a_good_life_lessons_from_the_longest_study_on_happiness/transcript?language=en Wikipedia, Nature-nurture-debat, 21 sep. 16 https://nl.wikipedia.org/wiki/Nature-nurture-debat Wikipedia, World Database of Happiness, 17 Sep. 16 https://en.wikipedia.org/wiki/World_Database_of_Happiness
Pagina 58 van 58
Samen met de foto op de voorkaft een van de weinige overgebleven foto’s van de echte Christopher McCandless