gelezen en goedgekeurd
DESCRIPTION
TRANSCRIPT
1 1
g e l e z e n e n -goedgekeurd g e l e z e n e n -goedgekeurd g e l e z e n e n -goedgekeurd g e l e z e n e n -goedgekeurd
KA
TH
O’s
ca
hie
rs |
nr
25
| 2
011
| V
.U.
La
riss
a D
eb
lau
we
Au
teu
r: A
lan
Ve
ys,
pro
jec
tgro
ep
: L
ab
ell
en
va
n c
urs
usm
ate
ria
al
*: gelezen en goedgekeurd
32
Gelezen en goedgekeurd
auteur: Alan Veys en de projectgroep ‘Labellen van cursusmateriaal’
Voorwoord
Deze Katho cahier is het resultaat van het project ‘Gelezen en goedgekeurd’ dat proefdraaide in
2010-2011 binnen het departement Sociaal-agogisch werk - IPSOC. Drie docenten uit de opleiding
Bachelor in de Maatschappelijke Veiligheid lieten hun zelfgeschreven cursus aftoetsen aan
het kritisch oog van werkveld, studenten en collega’s. Deze bundel schetst het verloop van dit
experiment.
De ambitie van deze tekst is niet om een best practice naar voor te schuiven. Het is wel een
neerslag van hoe het reviseren van een zelf ontwikkelde cursus kan georganiseerd worden en onze
ervaringen tijdens dit proces. Hiermee willen we handvaten aanreiken aan andere departementen,
opleidingen en docenten die een gelijkaardig proces wensen door te maken. Door het neerschrijven
over het eigen ontwikkeld cursusmateriaal.
Dank
In de eerste plaats wil ik Bart Vandenbogaerde, Barbara Verdonck en Claudine Van der
Hoogerstraete bedanken. Deze docenten durfden het aan hun cursus aan een kritische externe
blik te onderwerpen. Eva Cornelis, Martine De Cock en Kries Vanoverberghe stonden borg voor
een kwalitatieve didactische feedback op de deelnemende cursussen. De experten Ignaas Devisch
Anne Martens, Peter Mertens, Dirk Pype en Ann Vandenbroucke bezorgden deze cursussen een
toetssteen met het werkveld en de brede maatschappelijke context. Paul Crevits, Famke Deprins,
Veerle Dupont, Riet Vanderstichele en Hannelore Verzele wil ik bedanken voor hun input en
feedback op dit project. Het cahier ‘kwaliteitsvolle leermiddelen’ van Kathleen Delameilleure en de
gesprekken met Bart Dhaenens waren een goede bron van inspiratie om met dit project van start te
gaan.
Zonder de medewerking van al deze mensen, had het project geen kans van slagen. Muchisimas
gracias!
54
Inleiding
Aanleiding voor het projectEen handboek dat in de handel verkocht wordt, wordt geschreven door één of meerdere auteurs,
nagelezen en becommentarieerd door evenzoveel kritische redactieleden en geredigeerd door een
gespecialiseerde ploeg taalkundigen van de uitgeverij die het werk uiteindelijk op de markt brengt.
Het departement Sociaal-agogisch werk - IPSOC heeft een traditie in home-made of zelf ontwikkeld
cursusmateriaal. Handboeken worden gebruikt waar mogelijk, maar 80% van het cursusmateriaal
wordt ontwikkeld door de vakdocenten zelf. Vakdocenten hebben immers hun expertise en kennen
de doelgroep waardoor een cursus op maat van de student geschreven kan worden. Het schrijven
van een syllabus of cursus is een éénmansproject, zelfs wanneer het samengesteld wordt door
meerdere auteurs, dan nog is ieder verantwoordelijk voor zijn/haar hoofdstuk. Geen of weinig
feedback van de doelgroep, geen kritische blik van een redactieraad en geen lezing door een
buitenstaander zijn de gevolgen.
Er zijn in de hogeschool en de opleiding goede handleidingen voor kwalitatief cursusmateriaal,
sjablonen en studiewijzers voorhanden. Daarnaast zijn er de jaarlijkse evaluaties van het
cursusmateriaal door studenten. Met dit project willen we verder gaan.
De huidige handleidingen voor kwalitatief cursusmateriaal kijken enkel door de bril van de
docent: is het didactisch in orde, of m.a.w. is er een inhoudstafel en wordt het sjabloon gebruikt?
Helderheid in schrijven, correctheid en inhoudelijke volledigheid betreft, goede voorbeelden,
boeiende schrijfstijl, vermijden van overlap, voortbouwen op andere cursussen, goede referenties
en bronnenlijsten,… dat kan je niet met zo’n handleiding alleen realiseren. De student-evaluatie
van het cursusmateriaal die via vragenlijst of mondeling door de docent wordt opgevraagd is vaak
globaal en algemeen. Ze zegt niets over de diverse voorbeelden die gebruikt worden, de opbouw
van de cursus, het gebruik van de cursus, …. Kortom, docenten moeten vaak eigen ervaringen en
opzoekingswerk inbrengen om hun cursusmateriaal te actualiseren. Ze kunnen zich niet beroepen
op een redactieploeg die de toets voor hen maakt.
Dat zoveel vakdocenten zelf een cursus schrijven en hier ook zeer veel tijd aan besteden, zegt iets
over de gedrevenheid en ambitie om maatwerk te leveren. Dit project is geen pleidooi voor nog
meer werk voor de vakdocent noch een verdoken en van bovenuit gestuurde evaluatie van het
bestaande cursusmateriaal.
VisieDit experiment heeft de ambitie om een experiment op te zetten om de onderwijsvisie te aarden.
In deze visie op leren is de docent een auteur en ontwikkelaar van stimulerende leeromgevingen
voor zijn of haar studenten. Essentieel bij het leerproces is de inzet van eigentijds en leerkrachtig
studiemateriaal. Het werkveld en de maatschappij als volwaardige partners in dit proces betrokken.
Hun inbreng moet een permanente toetssteen voor de ontwikkelde leeromgevingen zijn. Maar
heeft de docent ook effectief tijd om na te gaan of zijn cursusmateriaal aan deze toets doorstaat?
En kan deze verantwoordelijkheid louter op de docent afgewend worden?
Het ondersteunen van de docent staat in dit experiment centraal. Er worden tijd en middelen
vrijgemaakt om de docent bij te staan in het aftoetsen van zijn of haar zelf ontwikkelde
cursusmateriaal. Het zoeken van experten uit het werkveld, mededocenten en studenten wordt
gefaciliteerd door projectcoördinator (mededocent) en hoeft niet meer door de docent zelf
opgevolgd te worden. Hierdoor wordt de noodzakelijke ruimte vrijgemaakt opdat de welwillende
docent ook effectief kan overgaan tot aftoetsen en bijwerken van de cursus.
In het volgende deel wordt een stappenplan uit de doeken gedaan. We maken de opsplitsing tussen
het niveau van het management (opleidingscoördinator) en de niveau van de docent om duidelijk
te maken welke stappen ondernomen kunnen worden.
Stappenplan voor het management
I. Bepalen van cursussen die deelnemen aan het project
(Opleidings- of departementaal niveau)
Welke cursussen worden gekozen om de toets te doorstaan? Bij de start van het project zal dit
eerste vraag zijn. Hieronder worden een aantal principes opgesomd die onze keuze bepaalden.
1. VrijwilligheidWe kozen er in eerste instantie voor om de keuze van de cursus bij de docent te leggen. De docent
kiest dus zelf of hij al dan niet zijn cursus wil herwerken. Als het herwerken van de cursus gebruikt
wordt als evaluatie- of functioneringstool, dan schiet dit zijn doel voorbij. Deelnemen aan dit
project is een voldoende garantie op kwaliteit Het is geen goed idee om een soort examen te
maken waarop een docent kan slagen of niet slagen. Het gaat erom dat een docent zijn/haar werk
laat nalezen door externen.
76
Intrinsiek verwachten we natuurlijk dat docenten met de commentaren iets doen. En dat zullen ze
ook, want het is ondenkbaar dat een docent, die vrijwillig vraagt om mee te werken, nadien niets
zou doen met de commentaren.
Het kwaliteitslabel mag geen verplichting worden voor elke vakdocent, opgelegd door het
departement. Het is een vrijblijvend engagement van de individuele docent of vakgroep. We zijn
ervan overtuigd dat de bovenvermelde argumenten én het effect van een zachte competitie, de
vakdocent zal overtuigen.
2. Belang voor het werkveld.Alle vakken en opleidingsonderdelen zijn belangrijk voor het werkveld. Toch zullen bepaalde
onderdelen meer inspelen op de actualiteit dan anderen. Idealiter worden alle cursussen binnen
een opleiding om de vijf jaar gereviseerd. Door het aspect ‘werkveld’ in rekening te brengen, is het
mogelijk prioriteiten aan te brengen.
II. Vrijmaken van tijd en middelen
en aan te schrijven. Een niet te onderschatten tijdsinvestering waarvan moeilijk kan verwacht
worden dat de docent hier zomaar ruimte voor heeft. Het is dus essentieel dat de docent
ondersteund wordt indien deze beslist zijn of haar cursus te laten reviseren. Een schatting op basis
van onze ervaringen leert dat een projectcoördinator die 5% vrijgesteld wordt, dit proces voor een
vijftal cursussen kan organiseren.
Naast het inzetten van tijd, moet eveneens nagedacht worden aan het belonen van de revisors.
Zij steken hun tijd in het nalezen en becommentariëren van de cursus. Binnen de opleiding dient
worden nagegaan wat haalbaar is. In ons experiment beloonden we de studenten met twee
cinematickets. Het bedanken van de experten werd opgevat als een netwerkmoment waarbij op
een informele manier de banden tussen opleiding en werkveld kunnen worden aangehaald. Ook de
didactische experten uit het departement worden hiervoor uitgenodigd.
Stappenplan voor de projectcoördinator
Op zoek naar een spiegel
worden? In het beste geval heb je zelf voldoende contacten in het werkveld die je kunnen
helpen om de cursus te verbeteren. Indien dit niet het geval is, dan kan je te rade gaan bij
expertisecentra of collega’s. Het sjabloon in bijlage 1 kan je inspiratie geven om deze mensen te
contacteren.
student die er vorig jaar door was? Kies je enkel de primussen van de klas? Of mogen de
studenten die het moeilijker hebben ook hun zegje doen?
Opgelet: Wij kozen er voor om enkel cursussen te laten reviseren van vakken die door studenten
volledig afgewerkt werden. Een 2e jaarsvak werd dus beoordeeld door de huidige derdejaars.
Voor cursussen uit het laatste jaar van een opleiding is het niet steeds evident om studenten
terug te vinden die kunnen/willen meewerken. Via de alumniwerking kan gepoogd worden om
alsnog studenten te vinden.
zoek in de eigen rangen. Enkele mededocent -beducht voor hun didactische kwaliteiten- werden
aangesproken om de cursussen van hun collega’s in alle vertrouwelijkheid door te lichten.
Een tip: probeer bij je zoektocht outside of the box te denken. Bij dit proefproject werd een
kruisverbanden gelegd worden waarbij bijv. vakken uit verpleegkunde bepaalde experten uit
het departement Sociaal-agogisch werk - IPSOC kunnen gebruiken, didactische experten in de
Lerarenopleidingen, enz.
Eenmaal de revisoren gevonden zijn, kan overgegaan worden tot het beoordelen van de cursus.
Maar wat bepaalt een goede cursus?
Bepalen toetsingscriteria
Wat zijn nu de criteria die bevraagd dienen te worden? Tijdens dit project werd de
projectcoördinator aangestuurd door een stuurgroep die zich o.a. boog over dergelijke uitdagingen.
98
cursus moet voldoen. Het vastleggen van deze criteria is een delicaat en subjectief gegeven.
Daarom werden de criteria in de stuurgroep van dit project bepaald.
Wanneer de stuurgroep nadacht over de belangrijkste criteria botsten we al snel op deze
student tot student en van expert tot expert. Ondanks de veel verschillende en soms tegenstrijdige
visies op ‘goed cursusmateriaal’ kwam de stuurgroep tot een consensus.
Enkele reeds bestaande documenten boden een welgekomen eerste leidraad nl. het zelfevaluatie
document en het Katho cursus sjabloon (beide te vinden op My Toledo onder de community ‘Katho
nieuws’ - Leermiddelen en binnenkort ook op KATHOnet).
Ondanks de verschillende meningen in de stuurgroep, was er een grote consensus over wat
belangrijk is. Een stimulerende cursus moet qua lay-out aan enkele minimale voorwaarden
voldoen, moet up-to-date zijn, moet begrijpelijk en boeiend zijn, enz. De lijst van criteria die
tijdens dit project werden gebruikt wordt hieronder opgesomd.
Vorm
tekeningen (of verschillende media).
Inhoud
inzicht.
beroepsuitoefening.
Structuur
onderwijswerkvorm, leermiddelen (bv. gebruikte boek of syllabus, artikels, enz), te bereiken
competenties, de begeleiding en de manier van evalueren.
moet bereiken.
onderwerp te lezen.
storend ervaren?
Didactisch
vaardigheden of attitudes.
toepassingsgerichtheid, etc).
studenten.
Al deze criteria werden vervolgens in een overzichtelijke vragenlijst gegoten die de docent kan
gebruiken om aan de revisoren te bezorgen. Deze vragenlijsten zijn in bijlages 2-4 terug te vinden
is, of kunnen op eenvoudig verzoek naar [email protected] digitaal bezorgd worden.
1110
Uitvoering
In de volgende fase contacteert de projectcoördinator de betreffende personen. Het opzet en
deadline worden gecommuniceerd (zie bijlage 1 voor een sjabloon);; de cursus en vragenlijst worden
doorgestuurd naar inhoudelijk expert, student en didactisch expert.
competenties enz.) voor ogen houden.
Als alle deelnemers hun vragenlijst hebben ingevuld, dan worden deze best als basis voor een
gesprek gebruikt. Men kan er voor opteren om de ingevulde vragenlijsten direct door te geven aan
de docent, maar een persoonlijk onderhoud, waarin de antwoorden worden toegelicht, zal meer
kwalitatieve feedback geven. De revisoren kunnen hun antwoorden nuanceren, tips geven, enz.
Eenmaal deze gesprekken afgerond zijn, kan de docent beginnen aan het bijwerken van de cursus.
In onze proeftuin werd van de docent een inspanningsverbintenis gevraagd. Er werd dus niet
meer nagegaan of de docent daadwerkelijk alle suggesties ter harte genomen heeft. We laten de
eindverantwoordelijkheid over de inhoud van de cursus bij de docent en gaan er van uit de hij best
geplaatst is om over de geschiktheid van de adviezen te oordelen.
In het project was tevens een kwaliteitslabel ingeschreven. De docenten die hun cursus bijgewerkt
hebben, kunnen nadien hun cursus voorzien van een kwaliteitslabel en korte bijhorende tekst om
dit te duiden (zie bijlage 5)
Kritische succesfactoren
Een aantal aspecten in dit project vragen om een doordacht aanpak.
moeten de feedback te zien krijgen. Dit is geen evaluatietool!
didactische experten niet overbevraagd worden op opleidings- of departementsniveau.
je inhoudelijke en didactische experten als je dit duurzaam wil implementeren
Richting voor verdere exploratie
werd gemaakt omwille van de beperkte omvang van dit proefproject. Om dit proces verder
te optimaliseren, kan overwogen worden om de vragenlijsten te digitaliseren zodoende de
verwerkingstijd te verminderen voor docenten.
om het aspect taal grondiger te bevragen.
staat laat zijn cursus doorlichten. Kan beleidsmatig gesteld worden dat elke cursus om de
zoveel jaar dient doorgelicht zonder aan de fundamenten van vrijblijvendheid te raken?
eveneens uitgerold worden in afstandsonderwijs.
zelden of nooit overleg. Het in kaart brengen van deze gemeenschappelijke inhouden, zou
kunnen leiden tot het opstarten van een lerend netwerk voor docenten op Katho niveau. Overleg
1312
Tijdlijn academiejaar
Sept
embe
r O
ktob
er
Nov
embe
r M
aart
Apr
il/m
ei
Juni
/juli/
augu
stus
2011
Reeds verschenen KATHO Cahiers:
- nr 0 Nieuwe vormen van examineren en toetsen in student-en competentiegericht onderwijs- nr 1 Pluralisme & Identiteit, Uitdagingen voor een katholieke hogeschool- nr 2 Leren van competenties via cases- nr 3 Zelfsturend werken aan de competenties d.m.v. portfolio- nr 4 Enjoy Learning: een breed en veelkleurig concept- nr 5 Activerende hoorcolleges: de traditie herdacht- nr 6 ‘Tastend in de toekomst’ over identiteit binnen pluraliteit- nr 7 Evalueren en quoteren- nr 8 ePortfolio- nr 9 Digital storytelling- nr 10 Studiewijzer- nr 11 Kennisvalorisatie: van visie tot praktijk- nr 12 Tips en tools voor de digitale didactiek- nr 13 gekregen... om niet... Gegeven- nr 14 Uitdagingen afstandsonderwijs- nr 15 Mobile learning?! Ambisties! En ambivalenties?- nr 16 Tips en tools voor de digitale didactiek – deel 2- nr 17 Taal is een aardig ding- nr 18 Om warmte gaan wij een leven- nr 19 Personeelsevaluatie- nr 20 Kwaliteitsvolle leermiddelen- nr 21 Hoger onderwijs van morgen- nr 22 Bouwstenen voor het onderwijs van morgen- nr 23 Op weg naar een toets(ings)beleid- nr 24 Praktijkgericht onderzoek: een grote sprong voorwaarts
g e l e z e n e ngoedgekeurd g e l e z e n e ngoedgekeurd g e l e z e n e ngoedgekeurd g e l e z e n e ngoedgekeurd