gemeentelijk verenigingsbeleid
DESCRIPTION
Presentatie t.b.v. VSG module 'gemeentelijk verenigingsbeleid'.TRANSCRIPT
Sportverenigingen: tussen tradities en ambities
Maikel Waardenburg
Arnhem, 10 november 2011
Inhoud presentatie
• Achtergrond
• Onderzoek
• Ontwikkelingen
• Beleidsoriëntaties
• Spanningsvelden
• Discussie
• Conclusie
Achtergrond
Onderzoek naar sportverenigingen
W.J.H. Mulier Instituut
USBO
Onderzoeksvraag
Hoe ontwikkelen sportverenigingen zich, inspelend op recente veranderingen, in bestuurlijke en organisatorische zin?
Waartoe op aard?
Sportverenigingen zijn een ‘bijproduct’ van de eigen wens van een groep mensen om samen te sporten
– Vrijwillige participatie
– Democratische besluitvorming
– Passie en gelijkwaardigheid
– Stabiliteit
Trends
� Jaren ’90: individualisering en commercialisering
� Antwoord: vitaliseren
� Jaren 2010: vermaatschappelijking en vermarkting
� Antwoord: professionaliseren (+ vitaliseren)
Top 10 meest genoemde beleidsterreinen in sportgemeente essays (in procenten, N=34)
9Kinderopvang10.
9City Marketing9.
15Maatschappelijke participatie van burgers8.
21Maatschappelijke functie (algemeen)7.
24Sociale integratie van bevolkingsgroepen6.
26Leefbaarheid in wijken5.
32BOS-impuls4.
38Sportparticipatie onder specifieke doelgroepen3.
41Sociale cohesie2.
59Gezondheidsbevordering1.
Oriëntaties verenigingsbestuurders
3Anders
3Nieuwbouw/uitbreiding eigen accommodatie
5Ontwikkelen nieuw sportaanbod
7Realiseren (top)sportambities
10Samenwerking vereniging(en)
12Professioneel kader (werven, behouden)
12Publiciteit en reclame
19Financiën
23Beheer/onderhoud accommodatie
25Werving vrijwilligers
28Behoud vrijwilligers
34Sfeer en cultuur vereniging
39Ledenwerving
46Ledenbehoud
% verenigingenSpeerpunten beleid sportverenigingen
Bron: Verenigingsmonitor
2008, Mulier Instituut
Verantwoordelijkheden en thema’s die verenigingen zien (in procenten)
5725Duurzaamheid
37271425Opvoeding
42332533Participatie
49353338Gezondheid
72625261Sportwaarden
GrootMiddelKlein
% Mee
eens
GrootteTotaal
Maatschappelijke activiteiten van sportverenigingen (in procenten)
4842- overgewicht tegengaan niet taak van sportclub (eens)
5256- taak stimuleren tot meer bewegen (eens)
29c
29- huisregels op papier m.b.t. gezonde leefstijl
47c
29- betrokken bij sportstimuleringsproject
Bevorderen volksgezondheid
13b
11b
- samenwerking met buurt/wijk/welzijnsorganisatie
Leefbaarheid (achterstands)wijken
4947- verenigingen met leden met een beperking
6255- verenigingen met allochtone leden
Integratie van minderheden
8b
<1a
- (structurele) samenwerking met NSO/BSO
40b
39b
- (structurele) samenwerking met (brede) school
Samenwerken met onderwijs
20092007Maatschappelijke activiteiten:
Maatschappelijke functieVerenigingsscore op 9 criteria, 2007 en 2009 (in procenten)
Bron: W.J.H. Mulier Instituut (Verenigingsmonitor 2007, 2009)
Oriëntaties in sportverenigingen
SV
Verenigingsoriëntatie
Marktoriëntatie Beleidsoriëntatie
vermarkting
professionalisering
vermaatschappelijking
Spanningsvelden
1. Passie vs. doelrationaliteit
2. Vrijwilligheid vs. professionaliteit
3. Autonomie vs. sturing(instrumentalisering)
4. Profijt vs. publieke belangen
Vragen
Wat verstaat u onder een vitale/sterke sportvereniging?
Mag een gemeente of sportbond de inhoudelijke ontwikkeling van een sportvereniging beïnvloeden?
Wat kan een gemeente of sportbond doen om sportverenigingen te versterken?
Discussie
StellingMarktwerking bij sportverenigingen is slecht voor hun betrokkenheid bij sociaal-maatschappelijke vraagstukken.
Sportverenigingen zijn niet bruikbaar voor het bereiken van specifieke doelgroepen, zoalsgehandicapten, kinderen met eengedragsstoornis en ouderen.
Conclusie
Beleidsoriëntatie
• Sportverenigingen worden gekenmerkt door verschillendeambitieniveau’s
• Verdere maatschappelijke inzet mogelijk
• Start vanuit de traditionele kracht van een vereniging
“Voortbouwen op de gedrevenheid en passie van de mensen zelf is beter dan maatschappelijke betrokkenheid af te dwingen of verenigingen ongewild de markt op te duwen.”
Conclusie
“Misschien is de belangrijkste les van deze studie wel dat we de complexiteit en diversiteit van de Nederlandse sportwereld dienen te accepteren en als uitgangspunt nemen voor de toekomst. En daarmee het beeld loslaten dat met één en dezelfde aanpak sturing van bovenaf of van onderaf mogelijk zou zijn.”