gods vaderhart
DESCRIPTION
9789033817915TRANSCRIPT
7
Inleiding
Het Vaderhart van God is een onderwerp dat uit
de pastorale hoek van het christendom tot ons
is gekomen. God als Vader leren kennen, heeft
veel mensen geholpen in het ontdekken van wie
zij zelf mogen en kunnen zijn. In 1986 schreef
ik daarover in Vader, wie ben ik?, een boek dat
nog steeds in de handel is en veel mensen tot
pastorale hulp heeft gediend.
Het Vaderhart van God is niet alleen pastoraal
een mooi thema, het is ook een fundamenteel
onderdeel van ons geloof. We bidden immers
het Onze Vader. Toch kom je in de theologie het
Vaderhart van God niet snel als leerstuk tegen.
Dat is op zijn minst vreemd te noemen wanneer
8
je beseft dat het juist dit aspect was dat Jezus in
de problemen bracht met de religieuze macht
van zijn tijd en leidde tot zijn kruisdood.
Natuurlijk wordt er bij het leerstuk van de drie-
eenheid gesproken over Vader, Zoon en heilige
Geest en natuurlijk kom je in alle christelijke
liturgieën en theologie God als Vader tegen,
maar meestal als ‘een gewone, natuurlijke’
aanname dat Hij dat is. Punt uit, geen discussie,
geen uitleg, geen introductie of ‘mag ik je even
voorstellen aan …’
In mijn opvoeding werd juist veel aandacht
gegeven aan de eigenschappen van God. Dat Hij
almachtig, alwetend en alomtegenwoordig is.
En dat is ook zo. Jarenlang stond dat voor mij zo
vast als een huis. ‘He’s got the whole world in his
hands!’
9
Over het Vaderhart van God als leerstelling en
relationele waarheid, leerde ik pas toen ik zelf
een dertiger was. En het heeft heel wat moeite
gekost voordat dit ook zo vast als een huis in
mijn leven stond.
Ik ben diep geraakt door de oude kerkvader
Athanasius, die zei: ‘Het is vromer en nauw-
keuriger om God als Vader van de Zoon te
duiden, dan Hem te duiden naar zijn werken
en Hem de Ongeschapene te noemen.’ Met
andere woorden: het is beter eerst God te
leren kennen als Vader en daarna te leren over
zijn eigenschappen, dan te beginnen bij zijn
eigenschappen en Hem dan pas te leren kennen
als Vader.
10
En dat is precies wat ik in dit boekje nastreef.
Met je op een zoektocht gaan naar de God zoals
Jezus die openbaarde, beginnend met een
schone lei en eindigend in de geborgenheid van
zijn Vaderschap.
11
1. Schone lei
‘Laten wij mensen maken die ons evenbeeld
zijn, die op ons lijken.’ – Genesis 1:26a
Noem het zingeving, noem het religie, noem
het spiritualiteit. Noem het godsdienst, noem
het overtuiging. Noem het de zoektocht
naar onze oorsprong of pelgrimsreis naar
onze bestemming, ieder mens wordt ermee
geconfronteerd. Ieder mens heeft een spirituele
kant waar meer of minder serieus mee omge-
gaan wordt. De mens is een spiritueel wezen en
is daarmee op reis of op zoek. Op zoek naar zijn
of haar oorsprong of op zoek naar God.
12
Laten we beginnen met de vraag: wie of wat
is God? Wat maakt nu dat een god ook echt
God is? Wanneer kun je spreken van goddelijke
eigenschappen? Over het algemeen spreken
we daar pas over wanneer deze eigenschappen
bovenmenselijk zijn. Goden kunnen dingen
doen die mensen niet kunnen. Goden bewegen
zich in een wereld die boven de onze staat.
Of nog sterker: goden beheersen op een
onzichtbare wijze het menselijke leven of
oefenen daar invloed op uit. Als dat zo is, dan is
onze zoektocht wel erg lastig. Want we stappen
daarmee een gebied binnen waarvan het
bestaan en de werking boven ons vermogen
ligt. Een mogelijk gevolg daarvan is dat we alles
wat we niet begrijpen aan die bovenmenselijke
wereld toeschrijven. We zoeken dan als het goed
gaat snel verklaringen in een God die aan onze
13
kant staat. Wanneer het niet goed gaat, schrijven
we dit toe aan het kwaad, ook wel de duivel
genoemd. Goed en kwaad; God en de duivel.
Alsof er slechts twee partijen zijn, en de mens
niet meer dan een toeschouwer of fi gurant is.
Als mens spelen we mee in het contact met
dat bovennatuurlijke. We hebben daarin een
eigen verantwoordelijkheid keuzen te maken
in onze zoektocht en keuzen te maken in
de zoektocht van God naar ons. Genoegen
nemen met een toeschouwersrol, of nog erger,
de rol van fatalistische fi gurant, brengt ons
waarschijnlijk niet verder dan de spirituele
ervaring die iedereen weleens heeft: wanneer
je met verbazing naar de sterrenhemel kijkt of
naar een ondergaande zon en daarbij gevoelens
van verbondenheid ervaart met iets groters dan
jezelf.
14
Er moet toch meer zijn? Er moet toch ook meer
zijn dan een of ander abstract Godsbesef? Als
er een God is, zou deze dan ook te kennen zijn?
Dichtbij, persoonlijk, met naam en toenaam?
Is het mogelijk niet alleen van een afstand, als
toeschouwer, als onderdaan of in rituelen een
God te dienen, maar die God ook van dichtbij te
kennen?
Daarvoor moet zo’n God, naast dat boven-
menselijke, ook iets persoonlijks hebben. Iets
dat ons raakt en verbindt. Waardoor de mensen,
jij en ik, geen toeschouwers zijn, en God geen
afstandelijke kracht of verheven wezen. Zoiets
zou mogelijk zijn wanneer die God de oorsprong
van ons bestaan is, de oorsprong van het leven,
Schepper van het leven of de Bron van het leven.
Dat zou de reden voor verbondenheid tussen
God en mens en mens en God zijn en dat wordt
15
dan ook in de grote religies erkend. De mens is
aan zijn God verbonden omdat God zijn of haar
Schepper is.
Of anders gezegd: de mens
vindt zijn oorsprong in
God, in de schepping.
Maar voordat we verdergaan op onze zoektocht,
moeten we ons wel afvragen waarom een
bovenmenselijke God mensen zou gaan
scheppen. Mensen die in contact met Hem
kunnen leven. Als je bij een God denkt aan
een alleenstaand opperwezen, dat helemaal
volmaakt is en tot alles in staat, dan blijft het
vreemd dat zo’n God iets schept dat duidelijk
van een mindere dimensie is dan hijzelf. Hele-
maal als Hij dan een relatie met zijn schepsel
zou willen hebben. Dat wringt, jeukt, voelt
De mens vindt zijn
oorsprong in God,
in de schepping.
16
ongemakkelijk. Is die God dan eenzaam? Heeft
Hij behoeften? Heeft Hij aanbidders nodig om
zijn eigen grootheid te bevredigen? Dat maakt
God niet volmaakt, maar erg egocentrisch.
Voor een schepping en persoonlijke relatie moet
er dus iets in God zijn dat verder gaat dan een
supermacht die ooit eens de wereld schiep.
Er moet een reden zijn voor die schepping
en die reden moet in het wezen van God te
vinden zijn.
Wellicht is God zelf relatie? Wellicht is God liefde
of is liefde God? Liefde heeft relatie nodig en
dan zou die in God te vinden moeten zijn. Martin
Buber, de bekende Joodse godsdienstfi losoof,
zegt het als volgt: ‘In het begin was er relatie.’
God is bovenmenselijk en van een andere
dimensie. God kan enkelvoud en meervoud
tegelijk zijn en toch weer één. Daarmee