gree digitale multisplit arconditioning gmv (537 kb)

G:\002 Leverancier\030 Producten\001 Gebruiks- en Installatievoorschr\Gree\Gebruiks en

installatievoorschriften GMV\gebruiksaanwijzing\Digitale Multisplit Arconditioning GMV.doc 1/24

Digitale Multisplit Arconditioning

Installatie- en gebruikshandleiding Voor de units GMV-R120W/NA-K GMVL-R120W/NA-K GMV-R160W/NA-M GMVL-R160W/NA-M GMV-R260W/NA-M GMVL-R260W/NA-M GMV-R300W/NA-M GMVL-R300W/NA-M

Lees voor het in bedijf stellen zorgvuldig deze handleiding.

RoHS Conform



Gefeliciteerd met uw aankoop van de Gree Airconditioning. Lees voor het gebruik van de airco deze handleiding aandachtig door en bewaar de gebruiksaanwijzing zorgvuldig voor het juiste gebruik en onderhoud van uw apparaat.

Inhoud

Instructies voor gebruik 3 Veiligheidsvoorschriften 4

Voorzorgsmaatregelen 5 Installatie binnenunit 6 Aansluiten binnen- en buitenunit 9 Instellingen DIP switch 16

Installatie van

de airco.

Koudemiddelvulling en proefdraaien 17 Bediening van de airconditioning 19 Mogelijke keuze binnenunits 20 Onderhouddsvoorschriften 21

Bediening/

onderhoud

Storingen oplossen 22 Technische specificaties 24

Gebruik en onderhoud



Gebruikersinstrukties

• Bij gelijktijdig gebruik van alle binnenunits zal de capaciteit van de buitenunit nooit overtroffen worden. Oftewel de koel- of warmtecapaciteit van iedere binnenunit zal mogelijk verminderen als alle airco’s tegelijkertijd vraag hebben.

• Voor de elektrische voeding van de binnenunits wordt geadviseerd om hier

een “ringleiding”, een gezamenlijke voeding aan te sluiten . De binnenunits zijn niet uitgerust met afzonderlijke schakelaars maar worden bediend via een hoofdschakelaar. Let op dat de stroom uitgeschakeld is voordat u de binnenunits schoonmaakt.

• Voor ingebruikname moet de hoofdschakelaar 8 uur op ‘ON’ staan i.v.m.

olieopwarming in de compressor. • Nadat een binnenunit is uitgezet zal de ventilator nog 20 tot 70 seconden

blijven draaien om de restwarmte of- koelte te benutten en de unit gereed te maken voor het volgende gebruik.

• Indien de bediening van de binnenunit in strijd is met de instellingen van

de buitenunit zal na 5 seconden een foutmelding in de display van de binnenunit oplichten. Of er zal een foutcode in de display van het buitendeel verschijnen terwijl het binnendeel niets doet. Het adres van het binnendeel moet overeen komen met het adres van de afstandbediening.

• Let er op dat de datakabels en de elektriciteitskabels gescheiden blijven

met een afstand van minstens 20 cm, dit om communicatieproblemen te voorkomen. (gebruik afgeschermde kabel)



Veiligheidsvoorschriften

1. Lees voor het gebruik van de airco deze handleiding aandachtig door en volg de instructies nauwkeurig op.

2. Speciale aandacht voor de twee volgende symbolen. Waarschuwing: Dit symbool geeft aan dat verkeerd gebruik kan leiden tot ernstig letsel of zelfs de dood.

Let op: Dit symbool geeft aan dat verkeerd gebruik menselijk leed of materiële schade kan veroorzaken.

Waarschuwing! * Laat uw airconditioning door een vakkundig, stek erkend bedrijf

installeren. Dit voorkomt veel problemen. * Hang de airconditioner aan een constructie die sterk genoeg is om het

gewicht van de airconditioner te dragen zodat de unit niet valt; met alle materiële en immateriële schade tot gevolg.

* Installeer de afvoerpijp correct conform de installatie instructie. Neem goede voorzorgsmaatregelen om condensterugslag te voorkomen zodat waterlekkages voorkomen worden.

* Gebruik geen explosieve, licht ontvlambare, giftige of ander gevaarlijke stoffen in nabijheid van de airconditioner.

* Bij het waarnemen van een sterke geur of rook, schakel direct het toestel uit en neem contact op met uw leverancier.

* Zorg voor voldoende luchtstroom om tekort aan zuurstof te voorkomen. * Steek geen handen of voorwerpen in de lucht in- of uitlaat. Dit kan heel

gevaarlijk zijn. * Check het apparaat regelmatig op beschadigingen, ook na langdurig

gebruik. * Probeer de airconditioner niet zelf te repareren of te verhangen. Dit kan

leiden tot nog grotere schade.

Let op! * Controleer voordat u tot installatie overgaat de aansluitspanning met de

waarden op de kenplaat. Controleer tevens de veiligheidsvoorschriften. * Controleer voor gebruik de juiste aansluiting van kabels, afvoeren en

leidingen om het risico van waterlekkages en elektrische schokken uit te sluiten.

* De hoofdschakelaar van de airconditioninginstallatie moet goed geaard zijn. Gebruik hiervoor geen gasleiding, waterleiding, telefoonkabel etc.

* Als de airco opstart zal deze minimaal 5 minuten blijven draaien, dit om slijtage aan de compressor te voorkomen.

* Laat kinderen niet spelen met de airco. * Bedien de airconditioner niet met natte handen. * Schakel de hoofdstroom uit voordat u de airconditioner schoonmaakt of de

luchtfilter verwisseld. * Schakel de hoofdstroom uit indien de airco langdurig niet gebruikt wordt. * Stel de airconditioner niet bloot aan corrosieve omgeving, (direct contact

met water of condens). * Plaats niets op de airconditioner. Blokkeer de luchtstroom niet. * Na elektrische installatie moet de airconditioner gecontroleerd worden op

lekstroom.



Voorzorgsmaatregelen De airconditioner moet geïnstalleerd worden met in achtneming van alle veiligheidsvoorschriften. Indien de airconditioner deugdelijk is geïnstalleerd heeft de gebruiker veel plezier van zijn aankoop. Het is wettelijk verboden om de airconditioner zelf aan te sluiten. Neem contact op met uw dealer waar u het apparaat gekocht heeft of een ander STEK- erkend bedrijf om de unit professioneel te laten installeren conform de richtlijnen van de fabriek. Schakel de stroom nooit in voordat de installatie geheel is voltooid. Locatie buitenunit

* Vermijdt direct zonlicht. * Wees er zeker van dat de constructie waar de buitenunit geplaatst wordt

stevig genoeg is om het gewicht van de buitenunit te dragen. * De condensafvoer is op eenvoudige wijze naar buiten te leiden. * De lucht in- en uitlaat mag niet geblokkeerd zijn. * koelleiding tussen binnen en buitenunit zijn eenvoudig te monteren. * Installeer de unit niet in de nabijheid van licht ontvlambare of explosieve

stoffen of omgeving waar ontploffingsgevaar of lekken van gas mogelijk is. * Stel de airco niet bloot aan corrosieve omgeving, zware stof, zoute damp

of zware condens.

Locatie binnenunit *Plaats de buitenunit op een vlakke solide ondergrond. *Plaats de buitenunit zo dicht mogelijk bij de binnenunit, minimaliseer de bochten en lengten van de koelleiding.

*Vermijdt plaatsing onder een raam of tussen twee ramen in om geluid van de buitenunit binnen te voorkomen.

*Lucht in- en uitlaat mag niet geblokkeerd worden. *Zorg voor voldoende ventilatie zodat de machine luchttoevoer en afvoer niet belemmerd wordt.

*Installeer de unit niet in de nabijheid van licht ontvlambare of explosieve stoffen of in een corrosieve omgeving, met zware stof, zoute damp of verontreinigde lucht.

Zorg dat de condensafvoer niet uitkomt op de lucht in- of uilaat van de buitenunit. Als de airco binnen op verwarmen staat kan dan het condenswater via de afvoerpijp op de bodem van de buitenunit vloeien. Als de buitentemperatuur onder de 0˚C komt zal het condenswater bevriezen. Zorg ervoor dat de installatie van de buitenunit geen effect/ invloed zal hebben op de stralingswarmte van de unit.

Let op! Installatie op de volgende plaatsen kan problemen veroorzaken voor de airconditioner. Indien dit onvermijdbaar is neem dan contact op met uw Gree leverancier. 1 ) omgeving met machine olie; 2) omgeving met zout houdende grond, bv in de nabijheid van de zee; 3) omgeving met sulfide gassen zoal bij een zwavel bron) 4) Omgeving met hoog frequentie installaties, bv radio apparatuur, electro magnetisch veld of bij medische apparatuur 5) Een leefmilieu met uitzonderlijke condities welke schadelijk is voor airco’s.



Bekabeling - Voer de installatie uit in overeenstemming met de aangegeven bekabeling

instructies. - Het voltage van de energietoevoer moet gelijk zijn aan het voltage van de

buitenunit en gebruik speciale kabels voor airconditioning. - Trek niet met geweld aan energiekabels. (voedingskabels) - De elektrische installatie moet uitgevoerd worden met inachtneming van

de wettelijke regels. - De doorsnede van de soepele voedingskabel moet groot genoeg zijn,

beschadigde voedingskabels en verbindingen moeten vervangen worden door kabels van hetzelfde soort.

- Verzeker je ervan dat de aarde goed is aangesloten door volgens de geldende richtlijnen. De voeding dient afdoende te zijn beveiligd door middel van een smeltveiligheid en een werkschakelaar, die het vermogen kan schakelen.

Model Capaciteit van de

luchtdruk schakelaar Aanbevolen kabel (doorsnede x hoeveelheid)

GMV (L)-R120WNA-K 50A 6.0 mm² x 3 GMV (L)-R160WNA-M 16A 2.5 mm² x 5 GMV (L)-R260W2/NA-M 32A 4.0 mm² x 5 GMV (L)-R300M2/NA-M 40A 6.0 mm² x 5

Elektrische beveiliging (Aarden) - Het apparaat moet goed geaard zijn. - De tweekleurige kabel (geel en groen) in de unit is de aardedraad. Deze

draad mag niet gebruikt worden voor andere doelen en het is verboden deze kabel af te knippen. Bevestig deze draad niet met geboorde schroeven, (risico op elektrische schokken).

- Het aarde van apparaten dient te geschieden conform de richtlijnen van de NEN 1010.

- De voedingkabels moeten deugdelijk geaard zijn. Het is verboden om de aardedraad aan te sluiten op de: 1 waterleiding 2 gasleiding 3 rioolafvoerpijp 4 Andere onbetrouwbare bevestigingsplaatsen (vraag professionals).

Geluid - Installeer de airconditioner op een goed geventileerde plaats om een

verminderde capaciteit en een hoger geluidsniveau te voorkomen. - Installeer de airconditioning solide op een constructie die sterk genoeg is

om het gewicht van de airco te dragen waardoor vibraties en een verhoogd geluidsniveau voorkomen worden.

- Installeer de buitenunit op zodanige wijze dat de afgevoerde warme lucht en het geluid van de unit de buren niet storen.

- Plaats geen obstakels dicht bij de uitlaat van de buitenunit om een verminderde werking van het apparaat te voorkomen.

- Indien de airconditioner tijdens gebruik een abnormaal geluid geeft, neem dan direct contact op met uw leverancier.



De buitenunit installeren Voorzorgsmaatregelen voor installatie van de buitenunit De locatie van de buitenunit moet voldoen aan de volgende richtlijnen om een goed functionerend apparaat te garanderen. - De uitgeblazen warme lucht van de buitenunit mag niet retour gaan.

Rondom de buitenunit moet voldoende plaats zijn om onderhoud uit te voeren aan de machine.

- De buitenunit moet in een goed geventileerde omgeving staan zodat de machine voldoende lucht kan opnemen en afvoeren. Zorg ervoor dat de lucht in- en uitlaat niet geblokkeerd zijn.

- Opstellingsconstructie van de buitenunit moet sterk genoeg zijn om het gewicht van de buitenunit te dragen, geluid te isoleren en trillingen te voorkomen. Wees er zeker van dat de luchtstroom en het geluid van de unit geen overlast bij buren veroorzaakt.

- Buitenunits moeten worden opgetild met daarvoor bestemd hefmateriaal. Bescherm de unit tijdens het heffen. Sla niet op de metalen delen om oxidatie te voorkomen.

- Voorkom plaatsing in het directe zonlicht - De unit moet zo geïnstalleerd zijn dat regen en smeltwater afgevoerd

kunnen worden van de installatie. - Opstelling van de buitenunit moet dusdanig zijn dat de machine niet

bedorven komt onder sneeuw of in de oliedamp of vervuiling staat. - Om de geluidscondities te optimaliseren moet de buitenunit op rubber

dempers of veerdempers geplaatst worden. - Installatiebestek (afmeting) moet in overeenstemming zijn met deze

handleiding. De buitenunit moet stevig geïnstalleerd worden op de locatie. - De installatie moet geschieden door vakkundig STEK erkend bedrijf.

Installatie van de buitenunit

1 Buitenmaten van de buitenunit



2 Afmetingen van de opstellingsplaats

Schematische schets van ondergrond buitenunit GMV(L)-R120W/NA-K & GMV(L)-R160W opstellingsplaats buitenunit

Schematische schets van ondergrond buitenunit GMV(L)-R260W2/NA-M & GMV(L)-R300W2/NA-M opstellingsplaats buitenunit

3 Om de buitenunit op te heffen kunnen twee touwen gebruikt worden die voldoende lang zijn om de unit aan vier kanten te ondersteunen. Om te voorkomen dat de unit verkeerd terecht komt moet de hoek van de touwen lager dan 40˚ blijven gedurende het heffen en verplaatsen. Hieronder is te zien hoe de GMV-R300W2NA-M buitenunit en andere buitenunits met de luchtuitlaat van boven getild moeten worden. Minder dan 40˚

4 Bevestig de buitenunit aan de steunen en ondergrond met de

bijgeleverde M12 schroeven.



5 Benodigde ruimte rondom de installatie wordt getroond in de volgende

schets. GMV(L)-R120W/NA-K & GMV(L)-R160W/NA-M buitenunit (benodigde ruimte)

GMV(L)-R260W2/NA-M & GMV(L)-R300W2/NA-M buitenunit (benodigde ruimte)`

6 Buitenunit moet geïnstalleerd worden op een ondergrond van 10cm.

Voedings- en datakabels

Let op! * Buitenunit en binnenunits kunnen gezamenlijk en apart van voeding

worden voorzien maar de binnenunits moeten via een gezamelijke kabel van energietoevoer voorzien zijn. (ringleiding)

* Wees er zeker van dat er een circuit verbreker aanwezig is om het gehele systeem spanningloos te maken.

Voedingkabels

1 Leidt de kabels door rubber ringen. 2 Om de GMV-R160W/NA-M, GMV-R260W2/NA-M en GMV-R300W2/NA-M aan te sluiten op de computer bevestig de voedingskabel aan op de computeringang L1, L2, L3 & N en de aarde schroef.

3 Om de GMV-R120W/NA-K aan te sluiten bevestig je de voedingskabel aan de computeringang L, N en aarde schroef.

4 Bevestig de kabels met kabelklemmen. Datakabels 1 Open het elektrisch gedeelte van de buitenunit. 2 Leidt de datakabel via het airco-onderstel door de rubberen ring van de elektrische box.

3 Plug de datakabel in de 4 pin connector CN46 of CN48 van de printplaat van de buitenunit.

4 Bevestig de datakabels nauwkeurig op de juiste wijze.



5 Plaats het voorzetpaneel terug en maak hem dicht door de schroeven aan te draaien.

● Geschakelde manier van koelleiding montage

De montage van koelleiding is geschakeld ( zoals hieronder afgebeeld)

● Capaciteitscode binnen- en buitenunit

Capaciteitsniveau Capaciteitscode Capaciteitsniveau Capaciteitscode

Binnenunit Type 20 20 Type 50 50 Binnenunit Type 25 25 Type 60 60 Binnenunit Type 30 30 Type 70 70 Binnenunit Type 35 35 Type 80 80 Binnenunit Type 40 40 Type 100 100 Binnenunit Type 45 45 Type 120 120 Buitenunit Type 120 120 Type 260 260 Buitenunit Type 160 160 Type 300 300

* Maximaal 16 binnenunits kunnen met gebruik van splitters aangesloten worden op een buitenunit.

* Capaciteit van de binnenunits moet tussen de 50% en 130% van de buitenunit liggen.

Splitters Splitters kunnen geselecteerd worden volgens de volgende lijst: Totale capaciteit

binnenunits Model

Splitter ≤150 FQ01N 150 – 300 FQ02N › 300 FQ03N



Toegestane lengte en hoogteverschil van de koelleiding.

Toegestane lengte in meters GMV(L)-R120W/NA-K GMV(L)-R160W/NA-M

GMV(L)-R260W2/NA-M GMV(L)-R300W2/NA-M

Totale lengte gemonteerde koelleiding

120 250 L1+L2+…+L7+L8+a+b+…+h+i

gebruikte lengte

50 100 L1+L5+L6+L7+L8+i Lengte vanaf de verst gemonteerde leiding

Vooraf berekende lengte

60 125 L5+L6+L7+L8+i

25 50 --------- Horizontale lengte vanaf de eerste splitter naar de verst gemonteerde leiding

25 50 ---------

Buitenunit boven

Hoogteverschil tussen binnen- en buitenunit

Buitenunit beneden

20 40 --------

Hoogteverschil tussen binnen en buitenunit

6 15 -----------

De totale lengte is gebaseerd op één Y splitter per 0.5 meter. Toegestane lengte en hoogteverschil van de koelleidingen.



* Doorsnede van de verbindingsleiding

1. The hoofdleiding vanaf de buitenunit tot aan de 1 ste splitter moet dezelfde doorsnede hebben als de gemonteerde leiding vanaf de buitenunit.

Doorsnede van koelleiding buitenunit Item Model

GMV(L) R120W/NA-K

GMV(L) R160W/NA-M

GMV(L) R260W2/NA-M

GMV(L) R300W2/NA-M

Luchtleiding mm Φ 19.05 Φ 19.05 Φ 28.6 Φ 28.6 Vloeistofleiding mm Φ 12.7 Φ 12.7 Φ 12.7 Φ 12.7

Verbindingsleiding

Verbinding type Flare verbinding Soldeerverbinding

2. Doorsnede van de aangebrachte leiding tussen de splitters wordt geselecteerd aan de hand van de capaciteit van de totale binnenunits. De capaciteit van de buitenunit zal bepalend zijn indien de capaciteit van de binnenunits groter is dan die van de buitenunit.

Doorsnede van de splitters Totale capaciteit van alle binnenunits.

Zuigleiding persleiding

Minder dan 80 Φ 15.9 Φ 9.52 Tussen 80 en 140 Φ 19.05 Φ 12.7 Tussen 140 en 180 Φ 22.2 Φ 12.7 Tussen 180 en 220 Φ 25.4 Φ 12.7 Tussen 220 en 300 Φ 28.6 Φ 12.7 3. De aangebrachte leiding van Splitter naar binnenunit heeft dezelfde

doorsnede als de leiding aan de binnenunit. Indien de afstand van de eerste Splitter naar de binnenunit meer dan 30 meter bedraagt, de koelleiding aan de luchtzijde van de eerste Splitter naar deze binnenunit kan 1 maat kleinere doorsnede hebben.

Doorsnede van toegepaste binnenunit koelleiding

Capaciteit van de binnenunits.

Zuigleiding persleiding

Model 20 & 25 Φ 9.52 Φ 6.35 Model 30 & 35 Φ 12.7 Φ 6.35 Model 40, 45 & 50 Φ 12.7 Φ 9.52 Model 60, 70 & 80 Φ 15.9 Φ 9.52 Model 100 & 120 Φ 19.05 Φ 12.7

Verbinden van uitgaande leiding voor binnen- en buitenunit

* Zie de afbeelding voor de aanzetmomenten om de verbindingen aan te draaien.

Montageleiding Aansluitstuk vanr Flare aansluiting binnenunit.



Moersleutel schroefsleutel * Breng het uitgezette eind van de koperen leiding (flare) in een lijn met het

centrum van de van koperdraad voorziene aansluiting. Draai de flare verbinding aan met de hand.

* Draai de flareverbinding aan met een schroefsleutel tot je ´klik´hoort. * Bochten niet te scherp maken anders knikt deze. Gebruik een buigtang om

de koelleiding te buigen. * Omwikkel de koelleiding en koppelingen met isolatiemateriaal. Plak dit

zorgvuldig vast. Leiding diameter mm

Wanddikte van de leiding mm

Draaimoment N.m

Φ 6,35 (1/4) ≥ 0,5 15-30 Φ 9,52 (3/8) ≥ 0,71 30-40 Φ 12,7 (1/2) ≥ 1 45-50 Φ 15,9 (5/8) ≥ 1 60-65 Φ 19,05 (3/4) ≥ 1 70-75 Φ 22,22 (7/8) ≥ 1 70-75

Let op: 1. Trek niet hard aan de koelleiding die aan de binnenunit verbonden is om

scheuren van de capillaire leidingen en andere koppelingen te voorkomen. 2. De buizen in het binnendeel worden ondersteund door beugels.

De Y splitters monteren

1. Y- type splitter



* De splitter is uitgerust met een verloopstuk zodat de diameter van

verschillende pijpen aangepast kan worden. Als de aansluitpijp een andere diameter heeft dan de splitter, gebruik de pijpensnijder om het midden van de pijp te snijden met de verschillende diameters en verwijder de bramen.

Snij in het midden * Splitters moeten in altijd in horizontale richting geplaatst worden. Zorg

ervoor dat zowel de zuig als pers splitter in dezelfde stand wordt gemonteerd.

* Voor de inlaatzijde van de splitter moet een rechte pijp van minstens 300mm gemonteerd zijn. De minimale afstand tussen de verschillende onderdelen moet 800mm bedragen. Zie afbeelding.

* Aan de perszijde moet het gebruikte isolatiemateriaal bestand zijn tegen

temperaturen van 120˚C of een nog hogere temperatuur, evenals de isolatie van splitters. Gebruik geen foam isolatie rondom splitters als warmte isolatie. Om lekken aan vloeistofleidingen te voorkomen is het vereist om de twee uiteinde van de verschillende isolatiematerialen deugdelijk (uiteinde aan uiteinde) aan elkaar te plakken, bv het foam materiaal bij de splitter met de warmteïsolatie.

Let op! Bij een multisplitsysteem moet elke leiding gelabeld worden om de leidingen te herkennen en foute aansluiting te voorkomen. Installatie van een beveiligingslaag rondom de koelleiding.

1. Om condens- en waterlekkage aan de koelleiding te voorkomen moet de zuig- en persleiding goed en naadloos geïsoleerd worden.

2. De verbindingen tussen de binnen- en de buitenunit moeten zo aangebracht zijn dat er geen ruimte tussen het isolatiemateriaal en het wandoppervlak van de leiding.



Opmerking: De getekende lijnen tussen de diverse onderdelen geven de communicatiekabels weer waarbij de laatste binnenunit wordt afgesloten met een weerstand (meegeleverd af fabriek). De communicatiekabels dienen gemonteerd te worden zoals hierboven afgebeeld.



Instrukties voor DIP switch binnenunits.

* Elke binnenunit binnen één airconditioningsysteem krijgt een uniek adres. Het adres van twee binnenunits mag niet hetzelfde zijn.

* Op het moederbord van elke binnenunit is er een 8-bit DIP switch (S1). Met de switch wordt het adres en de capaciteit van de binnenunit ingesteld. Het adres van Bit 5 t/m 8 (capaciteit) is door de fabrikant toegekend. Het is alleen toegestaan om bit in 1 t/m 4 in te stellen voor het toekennen van een adres aan de binnenunit.

* Op de vloer staande binnenunits en de 25, 35, 50 wandunits hebben twee 4-bit switches om het adres en de capaciteit in te stellen. De 4 bit switch (gemerkt met Capacity onder de switch) om de capaciteit in te stellen is door de fabrikant ingesteld. Het is alleen mogelijk om het adres in te stellen met de dip switches (gemerkt met Adress) om alle adressen toe te kennen aan de binnenunits.

Bits 1-4 voor toewijzing adres

Voorbeeld adresinstellingen 4 3 2 1 Toegewezen

adres 4 3 2 1 Toegewezen

adres

0 0 0 0 1 1 0 0 0 9 0 0 0 1 2 1 0 0 1 10 0 0 1 0 3 1 0 1 0 11 0 0 1 1 4 1 0 1 1 12 0 1 0 0 5 1 1 0 0 13 0 1 0 1 6 1 1 0 1 14 0 1 1 0 7 1 1 1 0 15 0 1 1 1 8 1 1 1 1 16

Opmerking: “O” betekent “ON” (aan) Instrukties voor SIP switch van de buitenunit * The Dipswich van de buitenunit is een 4 bits en toewijzing is hetzelfde

als bij de binnenunit. Bit 1 t/m 4 zijn voor de capaciteitsinstellingen “O” betekend “ON”, (aan). De instelling is door de fabrikant toegekend en de gebruiker kan deze instelling niet veranderen.



Koudemiddelvulling 1. Voordat de machine de fabriek verlaat wordt deze voorzien van een

koudemiddelvulling. Extra koudemiddel moet bijgevuld worden na het aanbrengen van alle koelleidingen.

2. Controleer de persafsluiter en de zuigafsluiter van de buitenunit. Deze staan dicht.

3. Sluit de vacuümpomp aan op de persafsluiter en de zuigafsluiter van de buitenunit om de binnenunits en het leidingstelsel te vacumeren. Zie de volgende afbeelding.

4. Nadat zeker is dat er geen lekkage in het systeem zit en wanneer de compressor niet in bedrijf is, kan het berekende koudemiddel R410A bijgevuld worden door de vulopening van de vloeistof afsluiter van de buitenunit.

Calculatie hoeveelheid koudemiddel 1. Hoeveelheid koudemiddel in systeem af fabriek GMV(L)

R120WNA-K GMV(L) R160WNA-M

GMV(L) R260WNA-M

GMV(L) R300WNA-M

Hoeveelheid gevuld koudemiddel (kg) 6 8 14 14

Opmerking: * De hoeveelheid koudemiddel in de machine af fabriek is niet

voldoende voor het gehele systeem als alle koelleidingen gemonteerd zijn.

* Zodra de lengte van de koelleiding bepaald is kan de hoeveelheid koudemiddel bepaald worden welke afhankelijk is van de lengte van de vloeistofleiding.

2. Methode van calculeren van het te vullen koudemiddel.( gebaseerd op de vloeistofleiding). Hoeveelheid koudemiddel dat bijgevuld moet worden= ∑ lengte van de persleidingen x hoeveelheid van de extra koudemiddel gevuld per meter van de persleiding. Hoeveelheid bij te vullen extra koudemiddel per meter persleiding (kg/m) Φ 22.2 Φ 19.05 Φ 15.9 Φ 12.7 Φ 9.52 Φ 6.35 0.35 0.25 0.17 0.11 0.054 0.022



Inspectiepunten na installatie Inspectiepunten Mogelijke problemen als gevolg

van niet juist installeren. Check

Is de unit deugdelijk geïnstalleerd ? De unit kan vallen, overmatig vibreren of meer geluid maken.

Is de gaslektest uitgevoerd? Koel- en warmte rendement kan verminderen.

Is de unit goed geïsoleerd? Kan condens- en waterlekkage veroorzaken.

Is de afvoer glad? Kan condens- en waterlekkage veroorzaken.

Komt het gebruikt energievoltage overeen met de gegevens op de kenplaat?

De unit kan uitvallen en de componenten kunnen verbranden.

Zijn de kabels en leidingen correct geïnstalleerd?


Is de unit veilig geaard? Risico van lekstroom. Is de bekabeling aangebracht in overeenstemming met de voorschriften?


Zijn er obstakels bij de in- of uitlaat van de unit?

Koel- en warmte rendement kan verminderen.

Komt de lengte van de koelleiding en de hoeveelheid koudemiddelvulling overeen met de voorschriften?

Airco koelt niet goed bij te weinig koudemiddel en er is kans op schade aan koelcomponenten bij te veel koudemiddel.

Proefdraaien

1. Inspectie voor proefdraaien * Controleer de buitenkant en de leidingen op beschadigingen welke veroorzaakt zijn tijdens vervoer of laden/ lossen?

* Controleer of de eindpunten van de elektrische componenten los zitten en of de fase aansluiting correct is.

* Controleer de draairichting van de ventilator. * Controleer of de kranen in het systeem geopend zijn.

2. Proefdraaien * Nadat bovenstaande controle is uitgevoerd en goed bevonden zal het proefdraaien door gekwalificeerde technici uitgevoerd kunnen worden.

* Zet spanning op de unit en zet de bedrade bediening en de afstandsbediening op “ON”.

* Indien de compressor een abnormaal geluid maakt, schakel de unit dan direct uit en onderzoek de unit.



Warmtepomp type Digital Multi-Connecting Air-Conditioning Unit

Diagram Warmtepomp type Digital Multi-Connecting Air-Conditioning Unit Schakel de voeding in en de binnenunits en de buitenunit zullen in werking gesteld worden. Wanneer het systeem in de “Koel” mode staat: de lage temperatuur en lagedruk koudemiddel vanuit de warmtewisselaars van de binnenunits komen samen in de compressor om gecomprimeerd te worden tot hoge temperatuur en hoge druk gas. Daarna zal het gas de warmte afgeven aan de buitenlucht in de warmtewisselaar van de buitenunit en het koudemiddel verandert in vloeibaar koudemiddel. Het vloeibare koudemiddel gaat naar de binnenunit via de splitters en passeert de aangesloten componenten om druk te verminderen. De vloeistof passeert de warmtewisselaar van de binnenunit en zal warmte opnemen uit de lucht in de kamer. Het vloeibare koudemiddel verandert dan in laag temperatuur en lage druk gas. Deze cirkel herhaalt zich steeds weer om de gewenste koeling te bereiken. Wanneer het systeem in “verwarm” mode wordt gezet keert de 4-weg omkeerklep het proces om, en het verwarmingsproces opstarten. Dit zal in omgekeerde volgorde plaatsvinden volgens het principe van het koelproces. Het koudemiddel ontwikkeld warmte in de warmtewisselaar van de binnenunit en absorbeert warmte in de warmtewisselaar van de buiten, met het doel: verwarmen.



Type binnenunits welke gebruikt kunnen worden Diagram van geïntegreerde systemen

Digital Multi Connected air-conditioners (GMV) bestaan uit een buitenunit en maximaal 16 binnenunits. De binnenunit kan een cassetteunit, een wandunit, een satelietunit en een vloermodel. De binnenunits worden bediend met een afstandsbediening en een bedrade bediening. Waneer één binnenunit een commando krijgt zal de buitenunit opstarten Als alle binnenunits stoppen zal de buitenunit zal de buitenunit stoppen.



Onderhoudsmaatregelen

Let op! * Voordat u de airconditioner gaat schoonmaken moet de unit niet meer werken en de spanning moet eraf zijn. ( de hoofdschakelaar “Off” (= uit) zetten.

* Maak de airconditioner niet nat en gebruik geen water om de airconditioner schoon te maken, (gevaar voor elektrische schokken).

Voorzorgsmaatregelen! * Vluchtige vloeistoffen zoals Tinner of benzine kunnen schade veroorzaken aan de lak van de airconditioning, (gebruik alleen een zachte droge doek of een vochtige doek met een neutraal schoonmaakmiddel om de behuizing van de airco te reinigen.

* Gebruik geen water dat heter is dan 45˚C om de behuizing van de airco te reinigen anders kan deze verkleuren of vervormen.

* Droog de luchtfilter niet boven een vuur anders kan de filter vlamvatten of vervormen.

Inspectie aan het begin van het koelseizoen

* Controleer de luchtinlaat en uitlaat van de binnen- en de buitenunits en verzeker je ervan dat er geen blokkades zijn.

* Controleer de aarde bedrading en wees ervan verzekerd dat de aarde betrouwbaar is.

* Controleer de batterijen van de afstandbediening, (zijn deze nog vol). * Controleer de plaatsing van de buitenunit op stabiliteit. Neem contact op met uw leverancier of dealer indien u enige afwijkende conditie vast stelt.

* Controleer de luchtfilters op vervuiling. * Indien de airco na langdurige stilstand weer wordt gebruikt zet de hoofdschakelaar 8 uur op ‘ON’ alvorens de unit in bedrijf te stellen om zeker te zijn van een geruisloze herstart.

Inspectie aan het eind van het koelseizoen * Reinig de filter en de behuizing van de airconditioner. * Schakel de hoofdstroom uit van de airconditioner. * Verwijder stof en vreemde artikelen uit de buitenunit. * Indien er roest op de buitenunit zit, verf de roestplek om uitbreiding van roest te voorkomen.

Voor de onderhoudsvoorschriften van de afzonderlijke binnenunits verwijzen wij u naar de handleiding die geleverd is bij de binnenunit.

Let op! * In geval van abnormale condities (zoals een onaangename geur), schakel de unit uit en schakel de hoofdstroom direct uit. Neem contact op met uw Gree dealer of installateur. Indien de unit niet uitgezet wordt in geval van ongewone condities kan schade aan de airconditioner ontstaan, elektrische schok of brand.

* Probeer de unit niet zelf te repareren, dit kan elektrische schokken of vuur veroorzaken.



Voordat u uw Gree dealer of installateur belt, controleer de

volgende aspecten. Probleem Oorzaak Verbeter maatregelen

Zekering is doorgeslagen of schakelaar staat “OFF”.

Vervang de beschadigde zekering of zet de schakelaar op ‘ON’.

Energietoevoer verbroken Herstart de unit nadat de energietoevoer hervat is.

Energie toevoer is niet aangesloten Sluit de energietoevoer aan.

Batterij van de afstandbediening is zwak. Plaats nieuwe batterijen

Unit doet helemaal niets.

Afstand tussen afstandbediening en unit is te groot.

Afstand mag niet groter zijn dan 8 meter.

Unit doet het enige tijd en stopt dan direct.

Lucht inlaat of luchtuitlaat van binnenunit of buitenunit is geblokkeerd.

Verwijder de opstakels.

Temperatuurinstelling is niet juist. Controleer de instelling van de afstandbediening en de bedrade bediening

Luchtsnelheid is te laag ingesteld. Controleer de instelling van de afstandbediening en de bedrade bediening

De luchtrichting is niet goed. Controleer de instelling van de afstandbediening en de bedrade bediening

Deur of raam staat open Sluit deuren en ramen. Standplaats in de volle zon Blindder de ramen met

zonwering of gordijn. Te veel mensen in de ruimte Te veel warmtebronnen Verminder de

warmtebronnen Filter is vervuild of geblokkeerd. Reinig de filter

Unit koelt of verwarmt niet goed

Opmerking: Indien de oorzaak van het disfunctioneren van de airconditioning niet gevonden kan worden in bovenstaande items, neem dan contact op met uw Gree dealer of leverancier.



De volgende aspecten zijn geen storingen.

Storing Reden

De unit wordt direct nadat deze uitgezet is weer aangezet.

Overbelastingbeveiliging schakelt de unit 3 minuten uit voor nieuwe start.

Airconditioner draait

niet.

Als de unit is ingeschakeld. 1 minuut stand by tijd Unit blaast damp Gedurende koel proces Binnenlucht met hoge

luchtvochtigheid wordt snel gekoeld.

Licht geklepper als de unit opstart.

Geluid van het elektronisch expansieventiel.

Continue sissen als de unit werkt.

Geluid van vloeiend koudemiddel in gasvorm in de unit

Sissen als de unit opstart en uitschakelt.

Geluid als gevolg van het stoppen vna de koudemiddelstroming in de unit.

Voortdurend zacht sissen gedurende en na werking.

Geluid van een werkend afvoersysteem

Unit maakt lawaai

Kraken gedurende en na werking.

Unit blaast stof Wanneer de unit na langdurige stilstand weer in gebruik genomen wordt.

Opgehoopt stof in de binnenunit wordt naar buiten geblazen.

Airconditioner brengt

geurtjes voort.

Gedurende werking Geurtjes uit de ruimte worden opgezogen door de unit en worden weer uitgeblazen door de unit.

Aftersales Service Indien de airconditioning enig kwalitatief probleem vertoont of u heeft nog vragen, neem dan contact op met u Gree dealer of leverancier. Temperatuurbereik van airconditioners

Conditie van de binnenunit Conditie van d e buitenunit Droge-bol Temperatuur ˚C.

Natte-bol Temperatuur ˚C

Droge-bol Temperatuur ˚C.

Natte-bol Temperatuur ˚C

koeling 27 19 35 24 Max. Koeling 32 23 43 26 Min. Koeling 21 15 18 / Warmte 20 15 7 6 Max. Warmte 27 / 24 18 Min. Warmte 20 15 - 15 - 16 Aanmerkingen:

1. Alle gegevens betreffende de Koeling/ verwarmingscapaciteit en geluid zijn gemeten in de fabriek.

2. De parameters in de tabel hieronder zijn gemeten onder werkende omstandigheden. De parameters in de specificatie zijn waardes die kunnen varïeren to de maximale waarde vermeld op de kenplaat. De verwarmingscapaciteit van de binnenunit is afhankelijk van de capaciteit van de warmtepomp.

3. De volgende parameter zijn gemeten volgens de geldende voorschriften, (bepaling Q/GD21.10 standart).



Model Item

GMV (L)- R120W/NA-K

GMV (L)- R160W/NA-M

GMV (L)- R260W2/NA-M

GMV (L)- R300W2/NA-M

Hoeveelheid koeling capaciteit (W) 12000 16000 26000 3000 Hoeveelheid verwarmingscapaciteit (W) 14000 17000 28500 33500

Geluid (dbA) 58 58 58 58 Compressor Digital

Scrol x 1 Digital Scrol x 1

Digital Scrol x 1 + constant speed Scrol x 1

Digital Scrol x 1 + constant speed Scrol x 1

Koudemiddelvulling R410A kg 6 8 14 14 Voeding 220-

240V~50Hz 380-415V 3N~50Hz

380-415V 3N~50Hz

380-415V 3N~50Hz

Koeling kW 4.2 5.3 10.5 11.5 Energiebelasting Verwarming kW 4.3 5.5 10.0 10.5 Koeling A 21.4 8.0 20.4 21.9 Aanloopbelasting Verwarming A 22.1 8.3 19.0 20.9 Energiebelasting

kW 0.092 x 2 0.092 x 2 0.65 0.65

ventilator

Aanloopstroom

A 0.75 x 2 0.75 x 2 2.2 2.2

Afmeting (mm) (Breedte x diepte x hoogte)

1260 x 450 x 1270

1260 x 450 x 1270

990 x 840 x 1715

990 x 840 x 1715

Gradatie van waterressistentie IP24 IP24 IP24 IP24 Weertype T1 T1 T1 T1

Zuigleiding Mm Φ 19.05 Φ 19.05 Φ 28.6 Φ 28.6 Persleiding mm Φ 12.7 Φ 12.7 Φ 12.7 Φ 12.7

koelleiding

verbindingswijze Flare Flare Hard soldeer Hard soldeer Wt. kg 140 140 280 300 Aanbevolen energiekabels

mm² x aantal kabels

6,0 x 3 2,5 x 5 4 x 5 6,0 x 5

Aanmerkingen: 1. Cooling Only units (GMVL type) heeft niet het item ‘verwarmingscapaciteit’. 2. De koelcapaciteit is gemeten onder de volgende werkende conditie:

binnentemperatuur 27˚C DB, 19 NB, buitentemperatuur 35˚C DB, 24˚C NB. 3. De verwarmingscapaciteit is gemeten onder de volgende werkende condities:

binnentemperatuur 20˚C DB, 15˚C NB, buitentemperatuur 7˚C DB, 6˚C NB. 4. De hoeveelheid koudemiddelvulling R410A vloeistof in de tabel is specifiek

zonder leidingen, zodoende is het noodzakelijk om extra koudemiddel te vullen afhankelijk van de situatie.

5. De gegevens in de tabel zijn onderwerpen die kunnen veranderen (bijv. door slechte opstellingsplaats) maar de gegevens op de kenplaat zijn geldend. (max)

Kusters Technische Handelsonderneming BV Postbus 315 5900 AH Venlo Tel: +31 77 3540341 Fax: +31 77 3510949 www.kusterstho.nl [email protected]

gree digitale multisplit arconditioning gmv (537 kb)

Documents