grenzenloos magazine 5 - juni 2014
DESCRIPTION
Maandelijks magazine voor emigranten, expats en tweedehuisbezitters.TRANSCRIPT
1
Voor emigranten, expats en tweedehuisbezitters
GrenzenloosMAGAZINE
Tien jaar ZwedenBen & Nicôle Heerland vertellen
NR 5
Juni 2014
Uitgeverij Grenzenloos
Grenzenloos.nl
ode aan de postbode Het bizarre verhaal van facteur Cheval
Ludique le VertWonen in Frankrijk
Michiel van der PutLeven in Spanje
2
BraziliË in de schijnwerpers
Komende weken zullen we overspoeld worden
met fraaie beelden van Brazilië en gaat ieder
Hollands (of Vlaams) hart toch iets sneller slaan bij
het zien van de wedstrijden van het nationale elftal,
waarvandaan we ook kijken.
En met de maand juni komt ook de zomervakantie
voor velen dichtbij. Misschien kunnen de verhalen en
artikelen van deze maand u nog helpen bij de keuze
van de bestemming. Deze editie van Grenzenloos
Magazine bevat onder meer het onwaarschijnlijke
maar waargebeurde verhaal van het levenswerk van
een Franse postbode. De moeite van een bezoekje
zeker waard!
Laat ons gerust weer weten wat u van deze editie
vindt. Uw reacties en tips worden altijd gewaardeerd.
Wij zijn te bereiken via [email protected]
Grenzenloos Magazine verschijnt 12 x per jaar, elke
laatste vrijdag van de maand.
Veel leesplezier!
Eric Jan van Dorp - Uitgever/hoofdredacteur
Twitter: @ericjanvandorp
Colofon
GRENZENLooS MAGAZINEGratis online magazine voor emigranten,
expats en tweedehuisbezitters.
Verschijnt 12 x per jaar, elke laatste
vrijdag van de maand.
Een uitgave van Uitgeverij Grenzenloos,
een imprint van VanDorp Uitgevers
Voor meer informatie of adverteren,
kijk op www.grenzenloos.nl
of mail naar [email protected]
In dit nummer staan bijdragen van:
Andy Arnts
Ludique le Vert
Michiel van der Put
Marc de Jong
Rob Smulders
David Scherpenhuizen
Ben & Nicôle Heerland
Eric Jan van Dorp
Coverfoto: Tiogo Tavares
Copyright©2014 VanDorp Uitgevers
op de teksten en foto’s in deze uitgave
rust auteursrecht. Niets uit deze uitgave
mag worden opgeslagen, gekopieerd
of op andere wijze dan ook worden
verveelvoudigd en/of verspreid,
zonder uitdrukkelijke en schrijftelijke
toestemming van de uitgever.
Welkom
3
Nieuws
ode an de postbode
Naar Zweden. Wel of niet?
Vingerbalkmaaier
Culture Shock
10 jaar Zweden
Turkije in trek
4
6
12
18
24
24
38
Inhoudsopgave
4
Sinds kort is er een nieuwe Nederlandstalige
website met dagelijks nieuws uit Zweden.
Naast algemeen nieuws is er veel aandacht voor
onderwerpen die te maken hebben met wonen,
werken en vakantie vieren in Zweden.
Initiatiefnemer van de nieuwe website is Marc
de Jong, die een aantal jaren geleden zelf
naar Zweden emigreeerde. Hij beschreef zijn
emigratie en het leven in zijn nieuwe thuisland
in het boek Bij ons in Zweden.
De website is uitermate informatief voor zowel
(potentiële) emigranten als Zweden liefhebbers
in het algemeen.
www.denieuwezweed.com
nieuws uit zweden - in het nederlandsnieuw initiatief van emigrant marc de jong
Nieuws
5
Malaga is de laatste jaren een populaire
Spaanse bestemming geworden. De stad is
populairder dan ooit door de mix van cultuur,
strand en de gunstige ligging ten opzichte van
het achterland. Wie een aatal jaren geleden
onroerend goed heeft aangeschaft in of rond
Malaga zal nu spijt hebben daar niet even mee
gewacht te hebben. De Spaanse vereniging van
taxateurs meldt dat de prijzen van woningen
in de provincie Málaga sinds het uitbreken van
de crisis met 44 procent zijn gedaald. Ook het
eerste kwartaal van dit jaar daalden de prijzen,
met liefst 7,3%. Een einde aan de prijsdalig lijkt
dus nog niet in zicht.
Toch gloort er enige hoop aan de horizon, want
voor het eerst in 47 maanden is het aantal
afgesloten hypotheken in Spanje toegenomen.
Dit blijkt uit gegevens die onlangs werden
gepubliceerd door het Spaanse bureau voor
de statistiek. In maart werden in totaal 16.625
nieuwe hypotheken afgesloten. In februari was
dat aantal 16.420. Het gemiddelde geleende
bedrag was 102.397 euro. (Bron: INSpanje.nl)
huizen in Malaga 44 procent goedkoper dan in 2008aantal afgesloten hypotheken neemt wel toe
wrak van vlaggenschip coluMBus Mogelijk gevondende santa maria verging in 1492 voor de kust van haïti
Amerikaanse duikers claimen het
vlaggenschip de Santa Maria van
Christoffel Columbus te hebben
gevonden voor de kust van
Haïti.
Volgens archeoloog
en schatzoeker
Barry Clifford
komt de
locatie van het
scheepswrak
overeen met hetgeen we weten over
de Santa Maria. Als de claim van
duiker Clifford wordt bevestigd gaat
de ontdekking de boeken in als één
van de belangrijkste archeologische
onderwater ontdekkingen in de
geschiedenis. Het vlaggenschip
van ontdekkingsreiziger Columbus
verging in 1492. Columbus wist zijn
bemanning destijds in veiligheid te
brengen op een nabijgelegen eiland.
Nieuws
6
ode aan de postbodeandy arnts
7
Frankrijk en La Poste – een romantischer huwelijk is nauwelijks denkbaar. Je
zou Romeo nog zonder Julia kunnen voorstellen, of koning Arthur zonder Guinevere. Maar Frankrijk zonder La Poste? Nee, dat is onmogelijk. In Frankrijk dienen de posterijen namelijk niet alleen een praktisch doel. Ze vervullen ook een symbolische functie.
De Franse postbode vertegenwoordigt een
herkenbare authenticiteit die onlosmakelijk
met Frankrijk is verbonden en het land een
beminnelijke allure geeft. Samen met Marianne
houdt hij het landsbeeld in evenwicht. Zij
als het strijdbare embleem van de republiek,
hij als haar tegenhanger. Zij belichaamt de
nationale trots, hij de vleesgeworden eenvoud,
de mascotte van het rustieke dorpsleven. Geen
wonder dus dat schrijvers en filmmakers hem
graag als karikatuur in hun werk oproepen.
Guy de Maupassant schreef in 1885 het
verhaal La petite Roque, waarin de Franse
plattelandspostbode wordt neergezet als
een symbool van onverzettelijkheid, volledig
onderworpen aan zijn beroep:
Tijdens zijn dagelijkse tocht vindt de sukkelige
Médéric Rompel in het bos van Carvelin
een kinderlijkje. Geschrokken haast hij zich
naar de burgemeester, die uiteindelijk zelf de
moordenaar blijkt te zijn en door onbewust
toedoen van Médéric zijn straf niet ontloopt. De
plichtsgetrouwe postbode weigert hem namelijk
een brief terug te geven waarin de burgervader
zijn moord opbiecht aan de officier van justitie.
In zijn klassieke film Jour de fête, doet
filmmaker Jacques Tati daar nog een schepje
bovenop. Hij speelt zelf de postbode François,
die door de bewoners van een boerengehucht
wordt opgejut om de post voortaan ‘op zijn
Amerikaans’ rond te brengen. Dat wil zeggen:
in dolle vaart op een oude fiets. Snelheid heeft
François wel, maar omdat hij regelmatig een
borrel teveel aanneemt, belandt hij alsnog van
de ene deceptie in de andere.
In 2008 is het opnieuw een klunzige
postbesteller die voor een kassucces zorgt.
De film Bienvenue chez les Ch’tis trekt in
Frankrijk meer dan twintig miljoen bezoekers
en breekt daarmee alle records. En weer is het
een drankzuchtige man, die ernstig lijdt onder
zijn dominante moeder en daarom niet durft te
kiezen voor het meisje dat hij liefheeft.
Waarom is nu juist de postbode al tijden zo’n
geliefd onderwerp van spot? Ten eerste vanwege
zijn uniform. Vroeger leek zijn bedrijfstenue
veel op het kostuum van een veldwachter en
dat gaf zijn verschijning iets potsierlijks. Een
gemeentewerker staat tenslotte ook niet in
een driedelig pak te schoffelen. Bovendien had
de postbode, of hij wilde of niet, een sociale
functie. Hij kwam overal, hoorde van alles en
werd dus graag uitgehoord. Om hem ook de
pikante nieuwtjes te laten vertellen, zetten de
buurtbewoners hem dikwijls een glaasje voor.
Die nam de postbode, die het zelf niet breed
had, graag aan, al was het maar uit beleefdheid.
Zo ontstond het beeld van een dronken
rondfietsende roddeltante. En van dat imago is
hij, ofschoon zijn uniform intussen volledig is
gemoderniseerd, nooit meer losgekomen. Wat
hij ook doet, welke prestatie hij ook levert, het
blijft het werk van een beperkte geest die je niet
au sérieux kunt nemen.
Frankrijk
8
ode aan de postbode
En daarmee kom ik bij de beroemdste postbode
uit de Franse geschiedenis: Ferdinand Cheval,
het meest schrijnende voorbeeld van een man
die een geweldige prestatie leverde en daar
nimmer de waardering voor oogstte die hem
toekwam.
Facteur Cheval zag eruit zoals alle negentiende-
eeuwse plattelandspostbodes eruit zagen:
een man met een pet, een harde snor en een
bedrukt en ondoorgrondelijk gelaat. Zulke
koppen bestaan tegenwoordig niet meer. Je
ziet ze alleen nog op
zwart-wit foto’s in
musea waar nauwelijks
meer iemand op bezoek
komt. Cheval zou dan
ook totaal vergeten
zijn, als hij niet op het
zonderlinge idee was
gekomen om in zijn tuin
een kasteel te bouwen.
Op zijn drieënveertigste
begon hij aan zijn
levenswerk. Elke
dag, als hij zijn
tweeëndertig kilometer
tellende postronde
van Hauterives naar
Tersanne te voet
aflegde, verzamelde hij
grote en kleine stenen
waarmee hij ’s avonds
en ’s nachts aan het werk toog. Zo verrees
geleidelijk aan, steentje voor steentje, een
exotisch bouwwerk dat door de dorpelingen
met groeiende verontwaardiging werd
gadegeslagen. Wat bezielde die man, om dat
allemaal in zijn eentje te doen? Die moest
volslagen gek geworden zijn.
Maar facteur Cheval wist wel beter.
Onverstoorbaar ging hij gewoon door. Weer
of geen weer, hij stond op de steigers. Dag
in, dag uit bouwde hij met behulp van zijn
kruiwagen, speciekuip en troffel verder aan
zijn Palais Idéal. Niemand die hem daarvan
af kon brengen. Na drieëndertig jaar zwoegen
was het af en stond er een extravagant,
zandkasteelachtig paleis van 23 meter lang, 12
meter breed en met een hoogte variërend van
6 tot 11 meter. Hij had er een bizarre potpourri
van stijlen en thema’s in
verwerkt: Hindoestaanse
elementen plaatste hij
gebroederlijk naast een
Arabische moskee, hij
liet zich inspireren door
de kunst uit het Oude
Egypte, liet goden en
godinnen verrijzen,
verbeeldde dieren en
Bijbelse taferelen, schiep
metershoge reuzen die
hij César, Vercingétorix
en Archimède doopte en
bracht tal van inscripties
aan om zijn heilige
missie te verduidelijken
en te verdedigen. In
sommige daarvan
weerklinkt zijn ironie
(Dieu protège le génie)
en zijn trots (Travail d’un seul homme).
Drieëndertig jaar bouwen aan je levenswerk
- wat een wilskracht moet er in dat tengere
postbodelichaam hebben gezeten. En dan te
bedenken dat Ferdinand Cheval geen enkele
artistieke of bouwkundige kennis bezat. Hij
bouwde na wat hij op ansichtkaarten en in
9
Frankrijk
tijdschriften had gezien en liet zich verder
leiden door zijn grenzeloze fantasie. Meer
had hij niet nodig. Hij werd gedreven door
een hartstochtelijk ideaal en bewees daarmee
dat een talentvolle autodidact prima met
gekwalificeerde vakbroeders kan wedijveren.
Grote namen als Antoni Gaudí en Niki de Saint-
Phalle zouden zich zelfs door het Palais Idéal
hebben laten inspireren.
Al wandelend langs die overdaad aan trapjes,
pilaren, galerijen, torens en ornamenten, groeit
mijn bewondering voor Ferdinand Cheval.
Onvoorstelbaar dat dit allemaal door één man
is gerealiseerd. Al die miljoenen stenen zijn
door zijn handen gegaan, door zijn handen
bewerkt en gerangschikt. Het paleis is zó rijk
gedecoreerd dat je je afvraagt hoe hij dat,
zelfs in drieëndertig jaar, allemaal voor elkaar
heeft gekregen. Toen hij het in 1912 voltooide,
was hij zesenzeventig en restte hem nog één
laatste wens: om na zijn dood als een soort
Toetanchamon van de Drôme in zijn eigen
paleis te worden bijgezet. Maar daar stak de
gemeente een stokje voor. Meneer Cheval was
maar een eenvoudige postbode en zou net als
ieder ander gewoon op het dorpskerkhof van
Hauterives worden begraven.
De oude man liet het er niet bij zitten. Hij
nam zijn kruiwagen en metselgerei weer op
en bouwde nog eens acht jaar aan zijn eigen
grafmonument, le tombeau du silence et du
repos sans fin. In 1922 was ook dat project af.
Net op tijd, want twee jaar later overleed hij.
Tegenwoordig is het Palais Idéal een
commerciële attractie waar zelfs jazz- en
10
pianoconcerten worden gehouden. In het souvenir-
winkeltje koop ik ansichtkaarten van facteur Cheval
en zijn droomkasteel. Naar wie zal ik ze sturen?
Wie begrijpt deze man? Wie ziet de schoonheid
en de tragiek van zijn creatie? De meningen zijn
daar nogal over verdeeld. Sommigen vinden het
paleis weerzinwekkend, anderen raken er niet over
uitgesproken.
Ik denk dat we het Palais Idéal vooral symbolisch
moeten zien: de mens moet bouwen aan zijn
eigen bestaan, aan zijn persoonlijke levensmissie.
En elke dag wordt ons de mogelijkheid geboden
om daar een steentje aan bij te dragen. Facteur
Cheval heeft dat op een wel heel letterlijke manier
gedaan, waardoor zijn paleis, of je het mooi vindt
of niet, een waardig symbool is van menselijk
doorzettingsvermogen.
Hoe zou het kunstwerk zijn beoordeeld als het door
een bouwlustige prinses was neergezet? Wat als het
sprookje van de Indische waterlelies in de Efteling
niet door koningin Fabiola van België, maar door
een postbode uit Dendermonde was geschreven?
Had het dan dezelfde mythische glans gehad? Nee,
want in de kunst schijnt een dubieuze wet te gelden
die bepaalt dat de waarde van een kunstwerk
afhankelijk is van de status van de maker.
Daarom zal het Palais Idéal van Ferdinand Cheval
altijd het paleis van een postbode blijven. En dat
maakt het voor velen tot een kluchtige curiositeit.
Want postbodes wonen niet in een paleis. Die
wonen in simpele arbeidershuisjes met een
fantasieloos voortuintje en een nog fantasielozer
vrouwtje dat zijn sokken stopt en de piepers
schilt. Het blijft het werk van een knutselaar, een
hobbyist. Van een kletsmajoor die buurtpraatjes
rondvertelt en borrels drinkt, ook al is zijn
schepping inmiddels tot nationaal monument
uitgeroepen.
Misschien schuilt de ware schoonheid van het
Palais Idéal daarom niet in zijn vormgeving,
maar in het trieste lot van de obscure held die er
tienduizend dagen van zijn leven aan werkte.
ode aan de postbode is een van de 18 boeiende verhalen uit
het nieuwe boek van En Route hoofdredacteur Andy Arnts
Parisiennes herken jeaan hun benen
Verhalen
Andy Arnts
UItgeverij VillageISBN 978 9 61851 017
Prijs € 16,95
o.a. te koop bij:Bol.com en Emigratieboek.nl
ode aan de postbode
11
Parisisennes herken je aan hun benenmet 5,- euro korting!
Met Parisiennes herken je aan hun benen lanceert En Route hoofdredacteur Andy Arnts opnieuw een prachtige verzameling verhalen, die niet alleen zijn liefde voor Frankrijk en Parijs kenmerken, maar vooral getuigen van zijn rijke fantasie, aanstekelijke humor en buitengewone verteltalent. De bundel is bovendien verfraaid met schitterende zwartwit foto’s van de bekende fotograaf Ferry van der Vliet.
Als speciale aanbieding voor Grenzenloos lezers geeft Emigratieboek.nl nu maar liefst 5
euro korting op deze prachtige bundel!
Ga naar Emigratieboek.nl en geef bij het afrekenen de code 6792011 in.
U betaalt dan slechts €11,95 ipv €16,95.
Uiteraard verstuurd Emigratieboek.nl ook naar het buitenland.
“Heb net het nieuwe boek van Andy Arnts (Parisiennes herken je aan hun benen) in een keer uitgelezen. Een aanrader voor elke Parijs en Frankrijkliefhebber!”
- Femke Wolthuis (NOS Journaal) -
www.emigratieboek.nl
grenzenloos actie emigratieboek.nl
12
Waarom emigreren naar Zweden?
Waarom verkiezen Nederlanders en
Belgen dit Scandinavische land boven
Frankrijk, Canada of Noorwegen,
om maar enkele andere populaire
emigratielanden te noemen?
Hier zijn vijftien redenen. De volgorde is
willekeurig, met uitzondering van reden 1.
1. rUst en rUiMteDit is ongetwijfeld de meestgehoorde reden.
Nederland is druk en luidruchtig, en dat is wel
het laatste wat je van Zweden kunt zeggen. De
emigranten die naar Zweden gaan vanwege
de rust en de ruimte, kiezen meestal voor een
woning op het platteland. Daar zingen de bossen
(die doen dat stilletjes) en wonen de buren twee
kilometer verderop (en die praten zachtjes).
2. FaMilie!De Zweedse samenleving is ingesteld op het
familieleven. Wie een baby verwacht of heeft
wordt overladen met vrije dagen die nog jaren
na de geboorte kunnen worden opgenomen.
Kinderopvang is goedkoop en laagdrempelig
en overal zijn voorzieningen voor mensen met
kinderen. Ook evenementen en traditionele
feestdagen zijn vaak sterk gericht op families. En
mocht het niet boteren: een echtscheiding regel je
eenvoudig online.
3. Minder stressOp de dag dat je het spreektempo van Matthijs
van Nieuwkerk als normaal gaat beschouwen,
weet je het zeker: je staat onder hevige stress. Je
kunt eraan toegeven en de Nederlandse “rat race”
accepteren, of je breekt ermee en verkast naar
Zweden. Daar gaat alles langzamer, en niet alleen
het spreektempo van tv-presentatoren. De enigen
die in Zweden over stress klagen, zijn de Zweden
zelf.
4. ze zien Je graag KoMenNederlanders zijn niet overal even geliefd.
In sommige vakantieoorden worden ze nog
meer gehaat dan Russen en Duitsers. Maar in
Zweden verwelkomen ze je met open armen en
kaneelbroodjes. Ze weten daar dat Nederlanders
ondernemend zijn en houden van een huis op
de boerenbuiten. Het uitstervende Zweedse
platteland heeft zulke mensen nodig. Ben je
een Nederlandstalige Belg? Geen Zweed die het
verschil kent, dus jij mag ook komen.
15 redenen oM te eMigreren
naar zweden
13
5. goedKoop wonenVoor de prijs van een rijtjeshuis in Nederland of
België koop je in Zweden twee landhuizen met
elk een hectare grond, en op sommige plaatsen
zelfs drie. Er zijn mensen die hun Zweedse villa
betalen met de overwaarde van hun verkochte
Nederlandse huis, en daarna voor niks wonen.
Wel opletten: goedkope huizen in Zweden liggen
vaak geïsoleerd of zijn in beroerde staat. Voor
velen is dat echter geen probleem.
6. tolerantieOok Zweden heeft politieke partijen met een
allesbehalve tolerante agenda, en in huiselijke
kring wordt er best wel eens gemopperd over
buitenlanders, andersgelovigen, homoseksuelen
en vrouwen die niet alleen achter de kookpot
willen staan. Toch merk je daar in het dagelijks
leven weinig van. De meeste Zweden zijn
vriendelijk en respectvol, en doen (in het
openbaar) niet moeilijk over wie “anders” is.
7. de lieFdeEr zijn aardig wat Nederlanders en Belgen
die nooit van plan waren om naar Zweden
te emigreren. Maar het hart was sterker. Ze
werden verliefd op een Zweed(se) en op zekere
dag werden ze wakker in Scandinavië in de
wetenschap dat ze nooit meer terug zouden gaan.
Dit zijn vaak de emigranten die de taal het best
spreken. Zweeds leren doe je nergens zo goed
als thuis, zolang er maar een Anders of Annika
rondloopt.
8. stilteIn Zweden kun je soms niks horen. Hoe dat
klinkt? Dat merk je pas als je een Zweeds bos
binnenwandelt of op een Zweedse berg gaat
zitten, want in de Benelux hoor je altijd wel
ergens achtergrondgeruis. Echte stilte is iets
bijzonders. Als je er gevoelig voor bent, wil je er
steeds meer van. Sommigen kiezen daarom voor
emigratie naar Zweden. Wees er niet doof voor.
Geniet van de stilte.
9. VeiligHeidZweden heeft een obsessie met veiligheid.
Als blijkt dat 1 op 1 miljard mensen doodgaat
van een bepaald stofje, wordt het in Zweden
meteen verboden. Voor een land dat doorlopend
succesvolle moordverhalen en thrillers uitbraakt,
zijn de Zweedse straten ook opmerkelijk
veilig. Als je woont in een grauwe stadswijk
van Rotterdam of Antwerpen is het land een
verademing. Je moet dan wel de Zweedse grauwe
stadswijken mijden.
10. Frisse lUcHtIn Zweden heb je mooie luchten die ook nog
eens fris zijn. Het is er goed ademen. Dat merk
je meteen als je er arriveert. De mensen mogen
er wel in dikke Volvo’s rijden, de uitlaatgassen
kunnen alle kanten op. Als je last hebt van
astma of gewoon genoeg hebt van de diesellucht
in je straat, dan is een bezoekje aan Zweden
genoeg om verliefd te worden. Ook goed voor je
kinderen!
14
11. werKWie voor emigratie naar Zweden kiest vanwege
een baan, gaat in de regel om louter pragmatische
redenen. Je zou echter de eerste niet zijn die dan
besluit om voorgoed in het land te blijven, zelfs
al wil je baas je de volgende maand naar Dubai
sturen. De salarissen kunnen elders groter zijn,
maar wie vast in het Zweedse zadel zit, is er
moeilijk uit te wippen.
12. Vier seizoenenLente, zomer, herfst, winter: vier seizoenen met
elk hun kenmerken. Op school leer je erover, maar
in Zweden maak je ze veel intenser mee dan in de
Benelux. Natuur én inwoners leven mee met de
grillen en geneugten van de jaargetijden. Een lente
is er een lente, een herfst een herfst, een winter een
winter en een zomer is, als je geluk hebt, zelfs een
zomer.
13. de natUUrWie de eerste keer Zweden bezoekt, ziet wellicht
vooral bos. En bomen zijn weliswaar sympathiek,
maar ook wat saai. Maak daarom een rondreis
en ga van de harde weg af. Dan vind je desolate
berglandschappen, wilde rivieren, prachtig
glooiend akkerland en met wat mazzel ook elanden,
rendieren, zwijnen en ander overstekend wild. Alle
natuur die in Nederland alleen maar in boekjes
staat, kun je in Zweden aanraken.
14. dicHt biJ de benelUXCanada wordt weleens een reusachtige versie
van Zweden genoemd. Vergelijkbaar klimaat,
vergelijkbare natuur, ook rustig en toch rijk. Maar
wat als papa in Nederland ziek wordt? Of wanneer
je ouders graag hun kleinkind eens omhelzen? Dan
is het toch makkelijker als je in Zweden woont. Je
pakt de auto of het vliegtuig en je kunt je familie
nog dezelfde dag zien. Zonder jetlag en met lagere
kosten.
15. stUderenToegegeven: de leerlingen aan de Zweedse
basisscholen en gymnasia bakken er in
internationale vergelijkingen niet veel van, de
laatste tijd. Maar de universiteiten in Zweden
hebben ook vandaag een prima reputatie. De
welvaartsstaat maakt het bovendien gemakkelijk
om zelfs als 40-plusser nog een nieuw vak te gaan
leren. In Zweden kun je studeren tot je er genoeg
van hebt.
Tot slot: er zijn ook redenen om niet te emigreren
naar Zweden. Die lees je op de volgende pagina’s.
De 15 redenen om te emigreren werden opgesteld
door Zweden Emigrant Marc de Jong en eerder
geplubliceerd op de website De Nieuwe Zweed.
15
12 redenen oM niet te eMigreren
naar zwedenEr zijn veel redenen om te overwegen om
in Zweden te gan wonen. Maar uiteraard
zijn er ook veel redenen te noemen om
dat niet te doen. Deze redenen zijn vaak
persoonlijk en gelden voor de een wel en
de ander juist niet.
1. Je Hebt Het wel “geHad” Met nederlandAls dit je énige reden is, dan emigreer niet.
Veel mensen zijn ontevreden met de manier
waarop de samenleving in Nederland (of België)
functioneert. Ze hebben geen vertrouwen meer
in de politiek en wantrouwen hun omgeving.
Emigratie lijkt dan een uitweg. Maar vertrek
niet alleen daarom. Want de kans is groot dat de
problemen waarvoor je weg wilt lopen, ook in
Zweden bestaan. Emigratie moet een positieve
keuze zijn. Anders heb je het ook snel “gehad”
met Zweden.
2. “in zweden KoM Je MaKKeliJK aan werK”Vergeet het. Als je werk zoekt, zit je in Nederland
algauw beter. De werkloosheid in Zweden is
bijna twee keer zo hoog. Als buitenlander sta
je bovendien achteraan in de rij sollicitanten
tenzij je tot die ene procent behoort die over heel
bijzondere capaciteiten of ervaring beschikt. Dit
betekent niet dat je nooit werk zult vinden. De
meeste emigranten lukt het wel. Maar dat gebeurt
eerder laat dan vroeg.
3. eMigratie is geen eeUwigdUrende VaKantieVakantiegangers zien vaak meer van een land
dan mensen die er wonen. Als je in Zweden
woont, blijf je het grootste deel van het jaar
dicht bij huis. De vakanties worden dan besteed
aan familiebezoekjes in de Benelux, of aan een
zonbestemming elders. Het dagelijks leven in
Zweden is veel routineuzer dan een vakantie. Er
moet immers brood op de plank komen. Als je
alles van Zweden wilt zien, kun je er beter elk jaar
op vakantie gaan dan er naartoe verhuizen.
16
4. Je Hebt Moeite Met eenzaaMHeidVeel emigranten kiezen voor het Zweedse
platteland. Maar dat is een ander platteland dan
het Nederlandse of Vlaamse. In Zweden kan
het betekenen dat er in een straal van ettelijke
kilometers niemand anders woont. Het kan er
dus echt eenzaam zijn. Dan ga ik toch in een dorp
of stad wonen, zeg je? Dan zie je meer mensen.
Dat klopt. Maar de Zweden zijn niet zo geweldig
communicatief. Dus zelfs dan kun je je best
eenzaam voelen.
5. Je wilde altiJd al een caMpingCampings hebben een grote aantrekkingskracht op
Nederlandse landverhuizers. Maar in een land waar
het maar drie maanden per jaar warm genoeg is om
te kamperen (als je geluk hebt), zijn er weinigen die
met alleen een camping de kost kunnen verdienen.
Een bed & breakfast dan maar? Je mag blij zijn als
je daarmee je eigen breakfast kunt bekostigen. Het
kan, maar het is moeilijk. Wees realistisch als je
wilt emigreren.
6. scHolen en zorg ziJn niet altiJd beterEr zijn mensen die Zweden nog altijd beschouwen
als het welvaartsparadijs waar alles goed is. Dat
beeld is oud. Zorg en onderwijs in Zweden zijn min
of meer gratis en ánders geregeld, maar het land
kampt met problemen die je ook elders vindt. In de
gezondheidszorg is gebrek aan plaats en personeel.
De scholen scoren in internationale vergelijkingen
slecht. Dit wil niet zeggen dat goede zorg en
goed onderwijs er niet bestaan, maar ze zijn niet
vanzelfsprekend.
7. Je Hebt een HeKel aan KoUAls je in de zomer op vakantie bent in Zweden,
kan het prachtig weer zijn. Maar dat is maar
even. Het kwik komt het grootste deel van het
jaar amper boven de 10 graden. Winters met drie
maanden sneeuw zijn er doodnormaal en als je in
het noorden woont duren ze nog langer. Tussen
oktober en maart zijn de dagen er ook nog eens
beduidend korter dan wat je gewend bent. Je eerste
jaar in Zweden is altijd een test.
8. FaMilie en Vrienden wonen straKs VeraFIedereen realiseert zich dat je bij emigratie de
afstand tot familie en vrienden letterlijk vergroot.
Maar niet iedereen weet vooraf of hij/zij daar
tegen kan. Er zijn veel emigranten die Zweden
prachtig vinden, maar toch hun stap betreuren
puur vanwege heimwee. Skype is een aardige
hulp, maar geen wondermiddel. Het kan niet
voorkomen dat je het contact met de Nederlandse
samenleving verliest en over steeds minder zaken
kunt meepraten met je vrienden en familie.
17
9. Je neeMt JezelF MeeVoor sommigen is emigratie een vlucht. Ze hebben
genoeg van hun werk, van familie, van hun huis,
van alles wat ze voorheen aan het geboorteland
bond. Ze willen wég. Voordat je hierom je koffers
pakt, kun je je beter afvragen wat de oorzaak
is van je ongenoegen. Het kunnen persoonlijke
problemen zijn die je door een emigratie niet
oplost. Of het is je karakter wat je parten speelt. En
je karakter is het enige wat je niet achter kunt laten
als je verhuist.
10. aanpassen Kan MoeiliJK ziJnDe Zweedse cultuur staat dichter bij de
Nederlandse en Vlaamse dan bij de Russische of
Mexicaanse, om maar wat te noemen. Maar er zijn
ook wezenlijke verschillen. Zo hebben Zweden
andere omgangsvormen, andere tradities en andere
verwachtingen. En uiteraard is er een andere taal.
Niet iedereen vindt de gereserveerde houding van
de Zweden prettig. En lang niet alles is zo geregeld
als je in je geboorteland gewend bent. Emigreren
vraagt flexibiliteit. Niet iedereen heeft die.
11. Je bliJFt altiJd een bUitenlanderWie emigreert, voelt hoe het is om als buitenlander
in Nederland of België te leven. De mensen om je
heen kunnen vriendelijk en behulpzaam zijn, maar
er is altijd een barrière. Zij zitten niet op nieuwe
vrienden te wachten. Die hebben ze al genoeg. En
praten in een taal die niet de jouwe is, kan voor
jezelf een reden zijn om sommige dingen niet te
zeggen of te doen. Dat kan frustrerend zijn. Komt
bij dat je ook voor je familie en vrienden een soort
buitenlander wordt. Een emigrant is nergens thuis.
12. terUgKeren is MoeiliJK“Als het tegenvalt, dan ga ik toch gewoon terug!”
Tja, dat dacht je. Veel mensen realiseren het zich
niet, maar emigratie is nogal eens een definitieve
stap. De Nederlandse wetten en regels houden geen
rekening met mensen die naar hun geboorteland
terug willen en dat zorgt voor bureaucratische
obstakels. Verzekeraars en woningverhuurders
kunnen het knap moeilijk maken. Remigratie is
daardoor vaak een lastig proces, zeker als je krap
bij kas zit en weinig mensen hebt om op terug te
vallen.
De 12 redenen om niet te emigreren werden
opgesteld door Zweden Emigrant Marc de Jong
en eerder geplubliceerd op de website De Nieuwe
Zweed.
Tekst: Marc de Jong
Achtergrondfoto’s: Miriam Preis, Sara Ingman
18
Wonen in Frankrijk
Ludique is het pseudoniem van een oud-docent die na zijn pesionering samen
met zijn vrouw Maria (Lief) emigreerde naar Zuidwest-Frankrijk. Het tweetal woont en ‘werkt’ in en rond hun oude boerderij op het Franse platteland. Ludique is een begenadigd verteller/schrijver die anderen laat meegenieten van zijn dagelijkse belevenissen.
Wij stonden die eerste ochtend strijdlustig
op het weliswaar eigen, maar ook volledig
overwoekerde en zonder kapmessen
welhaast ondoordringbare erf van onze vers
verworven Franse boerderij. De volgeladen
bestelbus, waarmee we bij aankomst met een
voorwiel in een kennelijk nogal diep gat waren
gedoken, hadden we wel al teruggevonden.
We staarden in een diep en opmerkelijk
kubistisch gestoken gat in de grond. Een soort
pygmeeëngraf vlakbij de inrit naast het fietspad
dat hier royaal de Petite Route wordt genoemd.
“Ze hebben de brievenbus met betonnen voet en
al uit de bodem gerukt! Gestolen!” stelde Lief na
enige aarzeling vast.
“Gestolen?” herhaalde ik oprecht verbijsterd
en sprak een moment krachtig het hiernamaals
aan.
“Nou ja, het zij zo. Laad die bus maar uit.
Grasmaaier, zaag en snoeischaar. Dan gaan we
ludiquevingerbalkmaaier
19
Ludique le Vert
meteen aan de slag”, besloot Lief die hoogst
praktische plattelandsgenen in de fijne kuiten
met zich meetorst.
“Die afschuwelijke dennenboom daar, die moet
meteen weg”, vervolgde ze en wees daarbij op
een stevige tot aan de nok toe
opgeschoten boom tegen de zijkant van het
huis.
Ik keek, indachtig het door mij gekochte
boomhandzaagje, vermoedelijk een tikkeltje
bekommerd.
“Zagen ‘wij’ die eerst even om?” stelde ze
lieftallig voor. “Met je nieuwe boomzaag,
lieverd?”
Die had ik. Ik toonde haar, zo besefte ik, een
in deze omgeving en voor dit doel bespottelijk
klein handzaagje. Zo’n half gebogen dingetje
met een zaagblad van amper dertig centimeter.
Ik schatte de boom op zeven meter.
“Wat dacht je van een kettingzaag?” smaalde
Lief guitig.
Ik negeerde de vraag en besloot, niet gehinderd
door enige kennis van zaken, deze volwassen
woudreus manmoedig te lijf te gaan.
Het handzaagje bleek vlijmscherp en het groene
gevaarte kwam alras met een oorverdovend
geraas, een krakende dreun en in gezelschap
van de tv-antenne en een stuk of wat
dakpannen, donderend naar beneden.
“Hij ligt er mooi bij”, sprak Lief eerbiedig nadat
de stilte was teruggekeerd.
Ik had ook twee grasmaaiers op de kop
getikt. Een koopje! Voor een scheet en
drie knikkers, want ik heb een bloedhekel
aan geld uitgeven. Ik koop zelden iets.
Hoogstens in noodgevallen. Welnu, de
ene grasmaaier, een tamelijk aftands wit
geval, weigerde ook na twee glazen wijn,
een nieuw startkoord, twee schone bougies
en een opkomende hernia, categorisch alle
diensten.
“Terminaal”, constateerde ik zorgelijk zuchtend.
“Je had er toch twee gekocht?” memoreerde
Lief behulpzaam.
Dat had ik inderdaad. Volgens de verkoper een
identiek geval.
Ik zette het loodzware houten krat, een fors
uitgevallen soort aardappelkist, aan Liefs
voeten.
Ze keek veelzeggend zwijgend naar mijn
offer dat uit talrijke ondefinieerbare metalen
onderdelen, veren, ringetjes, schroef25
boutjes, wielen, kabels en gebogen buizen
bestond.
“Jaja”, mompelde ze begripvol.
“Moet enkel nog even in elkaar worden gezet”,
lichtte ik toe, “Maar, compleet! Simpel! Net een
meccanodoos. Een soort Solex.
Kijk maar, hier is het zuigertje! Zie je wel?”
“Ja, heel erg mooi lieverd. Maar, laat die oud
ijzerwinkel maar zitten”, adviseerde Lief. “Ze
zijn toch veel te klein voor hier. Ik neem liever
die grote, brede vingerbalkmaaier die je hebt
gekocht.”
20
Wonen in Frankrijk
Ik rolde het loodzware, prehistorische monster de
cour op en startte. En waarachtig, het helse beest
kwam na een tiental forse rukken, diep blaffend,
woest grommend en heftig stampvoetend, tot
leven. Lief deed een stapje achteruit.
“Hij rijdt uit zichzelf,” schreeuwde ik boven de
herrie uit. “Je hoeft er alleen maar achter te
lopen en te sturen.”
Lief stroopte vastberaden de mouwen op en
greep het stuur, vol knoppen, handgrepen en
kabels, met beide handen stevig vast. Een enkele
trap met de voet op een beugel ergens onderop,
bracht alvast de vingerbalk in beweging. Lief
haalde diep adem en draaide het gas moedig
open, klikte dat vast en de machine begon woest
ratelend en driftig vibrerend te rijden. De eerste
paar meters hobbelde Lief er wat onelegant
achteraan, het stuur stevig vasthoudend. Alsof ze
een koppel, voor haar veel te sterke en te zware
Labradors aan de lijn uitliet. Lief is namelijk vrij
klein van stuk en qua plastiek tamelijk fragiel.
De snelheid bleek echter per meter toe te nemen
en het gevaarte sneed werkelijk alles wat er op
haar pad kwam aan gort. Alles! Ik zag nog net
hoe Lief in galop woeste pogingen deed om het
ding een bocht te laten maken, maar dat mislukte
jammerlijk. En even later zag ik haar opnieuw
voorbij komen. Ze hield zich nog steeds
stevig vast, maar de machine sleepte haar gewoon
achter zich aan en vervolgde verwoestend zijn
weg. Ik zag hoe een laag, houten hekwerkje tot
fijn brandhout werd gevingerbalkt en een lange
bezemsteel keurig in gelijke mootjes werd gehakt.
Aan de overkant van de Petite Route kwam de
helse machine uiteindelijk tegen een groot hek
tot stilstand. Koeien vlogen alle kanten op.
Ik zag enkel nog wat puffende rookwolkjes boven
21
het hoge groen uitkomen.
Een grote blauwe tractor stopte. De boer
klauterde uit de cabine en liep direct op Lief af
die moeizaam en als een dronken matroos in Cora
Kempermanjurk overeind krabbelde. Er hing een
laars in het prikkeldraad.
“Bonjour madam!” groette de boer joviaal.
‘Madam’ keek de boer met grote, verwilderde
ogen, paniekerig aan.
“Besjoer”, bracht ze angstig piepend uit.
“Roger!” stelde de man zichzelf voor en schudde
haar de hand. “U bent aan het maaien?”
Lief sprak indertijd behalve ‘Oui’, ‘Non’ en ‘Je
t’aime’ geen woord Frans en bleef de man aldus
met haar grote, zwarte ogen zwijgend, hol en niet-
begrijpend aanstaren.
Ik had intussen op mijn gemak een rustgevend
pijpje gestopt en aangestoken en stond aldus het
tafereel op ontspannen afstand te aanschouwen.
Pijprokers zijn geen onruststokers.
“Hellup!” miauwde Lief gesmoord in mijn
richting, “die meneer, die zegt wat tegen me…..!”
De boer keek in mijn richting. “Ah! Le patron!”
riep hij bij wijze van groet en besteeg zijn tractor,
startte en reed het gevaarte behendig ons erf op
en bracht de kolos pal naast me tot stilstand.
Ik zag dat er een enorme, vierkante platte bak
achter de tractor hing.
“Ik hoorde dat dat kleine vrouwtje het erf aan het
maaien is. Is dat uw vrouw?” bulderde hij half uit
de cabine hangend boven het zware geronk van
de motor uit.
Ik knikte bevestigend.
“Dat is geen vrouwenwerk”, sprak de man beslist.
“Koffie?” inviteerde ik hem, weliswaar
tamelijk irrelevant maar wel geheel volgens
de Nederlandse emancipatienormen. Ik wilde
toch een bescheiden statement maken. De
cuisine is per slot van rekening mijn domein en
het erf is van mijn Lief. Een soort premature
boedelscheiding.
De boer knikte kort terwijl hij de deur van zijn
cabine met een ferme ruk dichttrok. De tractor
loeide en het vierkante gevaarte zakte traag naar
beneden. De boer gebaarde me opzij te gaan en
zette het mobiele landbouwgeweld in beweging.
Lief kwam, op één laars hinkelend, het erf weer
op. Ik ben koffie gaan zetten.
Binnen de kortste tijd stond de tractor weer
zwijgend op de cour.
Alles was gemaaid en gekortwiekt.
Die middag, zo had Lief daadkrachtig besloten,
moest de druif worden gesnoeid. Dringend!
“Waar staat dat spul dan?” vroeg ik haar en
tuurde het erf rond.
Ik acht het namelijk redelijk om dergelijk
fruitgewas, vanwege de pluk, laag bij de grond te
kunnen aantreffen.
Lief wees echter naar boven, op onze werkelijk
kolossale grange waaraan zich over de volle
breedte, vlak onder de dakrand en daarboven,
een uitbundig ontplofte woestenij uitstrekte.
“Dat daar moet worden gesnoeid?” sputterde ik
benauwd.
“Ja, pak je de ladder even, lieverd?”
“Dat is zeker vijf of zes meter hoog, lief. Dat ga
ik echt niet doen!” protesteerde ik. Enerzijds
vanwege de driedelige, lichtgewicht aluminium
ladder die ik voor een prikje op de kop had getikt
en anderzijds omdat ik al last van hoogtevrees
krijg als ik op een krant ga staan.
“Dat hoef jij ook niet te doen, dat doe ik zelf.
Als je namelijk verkeerd snoeit kan de hele
druif zomaar doodbloeden. Als jij voor mij
de ladder nou maar stevig blijft vasthouden”,
sprak Lief tactvol en ter zake kundig. Ze
klom, gewapend met een snoeischaar en een
Ludique le Vert
22
bewonderenswaardige dosis moed of, zo u wilt,
doodsverachting, de volledig uitgeschoven ladder
op, die tot net onder aan de dakrand reikte. Ik
stond als lichtgewicht zwaartepunt ruggelings en
wijdbeens op de onderste trede op mijn gemak
een pijpje te roken en van het uitzicht rondom te
genieten.
Er kwamen achtereenvolgens een blauwe, oranje,
groene en een gele tractor voorbij die alle even de
vaart inhielden. Ook telde ik een viertal jeeps en
een aantal kleine bestelautootjes. Soms stopten ze
of reden even achteruit om vervolgens weer door te
rijden. Ook La Poste stond langdurig stil. Zonder
post trouwens.
Een mij nog onbekende streekbewoonster kwam
herhaaldelijk met haar hondje voorbij slenteren.
Heen en dan weer terug.
En hoewel ik het toch wel zeer opmerkelijk vond,
amuseerde ik me kostelijk en zwaaide uitbundig
naar elke voorbijganger of doneerde een joviaal
bonjour. En zo schoven we steeds een meter
of wat op tot de klus aan het eind van de middag
was geklaard.
“Een puntje wijn lief?” vroeg ik aan mijn meisje
dat moe op de stenen trap voor het huis had
plaatsgenomen. Hond Sophie – Lief en zij zijn
onafscheidelijk – had haar lieve kop op haar
schoot gelegd.
“Mmm, lekker. Kir Limousin graag”, zuchtte ze.
“Santé!” zeiden we beiden tegelijkertijd. Toen ging
de telefoon.
Ik nam op. “Oui, bonjour?”
Het bleek ene Dominique te zijn. De vrouw
van boer Roger. Ze maakten zich zorgen
over de gezondheid van mijn vrouw.
Of ze wellicht ziek was? Ze moest
toch gauw weer opknappen en het
voorlopig echt kalmpjes
aandoen. We moesten morgen
maar bij hen komen eten.
Dan hoefde mijn vrouw niet
te koken. Hadden we al een
huisarts? Het nummer van de
pompiers?
Ik stelde haar gerust en
beloofde morgen langs te
zullen komen.
Toen ik vervolgens weer
naar buiten stapte, zat de mij
onbekende, met haar hond heen
Wonen in Frankrijk
23
en weer slenterende streekbewoonster, pardoes
naast Lief wiens hand ze vertrouwelijk in haar
beidenhanden vasthield.
“Chantal”, stelde ze zich aan mij voor en richtte haar
zorgelijke
blik direct weer op Lief die mij haar ‘hellup’ blik gaf.
“U moet beter voor uw vrouw zorgen, meneer!”
sprak Chantal
zonder mij verder nog een blik waardig te keuren.
Tekst: Ludique le Vert
Foto’s: Ludique le Vert, C. Prieur
Ludique le Vert, pseudoniem van een gepensioneerde en
met vrouw, twee honden en vijf katten naar de Franse
Corrèze geëmigreerde Groninger.
Spontaan, gepassioneerd en humoristisch vertelt
Ludique over de ‘Ik vertrek’-achtige emigratie naar het
dorp Lubersac in de Corrèze, waar hij en zijn vrouw
een authentieke boerderij hebben opgeknapt om daar
en daarvandaan Bourgondisch te genieten. Ludique
en zijn vrouw hebben zich duidelijk aangepast aan de
Franse dorpscultuur, en Ludique heeft tegelijkertijd de
Groningse nuchterheid behouden om de belevenissen
en de observaties in en om de boerderij en in het
dorp treffend en luchtig te verwoorden. Belevenissen
en observaties waarin eveneens geëmigreerde
Nederlanders, vriendelijke Franse buren en familie en
vrienden in (en op bezoek vanuit) Nederland glansrijke
bijrollen vervullen. Door de schrijfwijze is het boek
bijzonder vermakelijk, zeker niet alleen voor liefhebbers
van Frankrijk en de Franse cultuur.
(Recensie Hilarisch Frankrijk van NBD-Biblion, de
overkoepelende instelling van Nederlandse bibliotheken)
Ludique le Vert
Ludique le Vert bundelde recent 23
verhalen over zijn belevenissen in
Frankrijk. Een aaneenschakeling van de
meest hilarische gebeurtenissen, op een
ongekend geestige en aanstekelijke wijze
opgetekend.
Hilarisch FrankrijkHoe wij vertrokken
Ludique le Vert
UItgeverij GrenzenloosISBN 9789461851024
Prijs € 16,95
o.a. te koop bij: Bol.com en Emigratieboek.nl
24
Leven over de grens
Op Mondi.nl, de website van de belangenvereniging
voor twedehuisbezitters, stond onlangs het
volgende artikel dat belangrijk kan zijn voor alle in
het buitenland wonende Nederlanders. Het artikel
verscheen na aanleiding van een ingezonden brief
van een Nederandse emigrant:
Geachte Nederlander in het buitenland,
Gaarne wil ik de volgende feiten onder uw
aandacht brengen.
In 2013 heeft de Nederlandse regering besloten
om de AOW-leeftijd in fasen te verhogen. Dit in het
kader van de verhoogde levensverwachting van
elke Nederlander. Op het moment is de verhoging
bepaald, als je geboren bent na 31 maart 1956
en voor 1 januari 1957, dus in 2023 moet de
ontvanger van de AOW 67 jaar oud zijn. Echter
deze leeftijd is fictief. Immers in de aangenomen
wet is opgenomen dat de levensverwachting
van het Nederlandse volk mee gaat spelen en
dat verhoging van de AOW-leeftijd om de vijf
jaar getoetst kan worden. Voor wat dit betreft
is alles duidelijk, echter wat niet duidelijk is het
verdampen van de opgebouwde AOW-jaren.
Volgens de loonbelasting wet in 1964 is bepaald
dat elke Nederlander, ongeacht of hij/zij werkt,
twee procent opbouwt vanaf zijn vijftiende
levensjaar tot zijn 65ste levensjaar. Dus dat je
uiteindelijk 100 procent AOW kon krijgen. Echter
bij het aannemen van de nieuwe AOW-wet in
2013 zijn ineens de spelregels tijdens de wedstrijd
veranderd. In de nieuwe wet gaat men niet meer
uit van aanvang maar van het einde, zoals nu is
bepaald dat de Nederlander zijn AOW krijgt op
67, dan tellen we 50 jaar terug, de opbouw begint
op zijn 17 levensjaar. Geen enkel probleem zie ik
u denken immers van 17 tot 67 is 50 jaar en dat
maal 2 procent is 100 procent AOW.
Fout gedacht, want er zijn zo ongeveer 500.000
stemgerechtigde expats, die dachten dat hun
opbouw begon op hun vijftiende levensjaar,
maar nu de wet is veranderd ineens vier procent
opbouw kwijt zijn als ze pas op 67 hun AOW
krijgen. Toen de nieuwe wet werd behandeld in
de tweede kamer zijn daarover vragen gesteld
aan de staatssecretaris Klijnsma, maar deze kon
er geen antwoord op geven hoeveel Nederlanders
door deze regeling werden getroffen. Ik ga ervan
uit dat ze dat in haar onschuld heeft gezegd of
geen grip heeft op haar ambtenaren, want deze
regeling bespaart zeker met de huidige uitkering
al 300 miljoen euro over de komende acht jaar.
Geen bedrag dat je even niet weet, als er in de
tweede kamer vragen worden over gesteld. Wat
veel erger is dat als deze wet in zijn huidige vorm
blijft bestaan, de levensverwachting die om de vijf
jaar wordt herwaardeerd het zo maar kan zijn dat
straks pas elke Nederlander op zijn 70 levensjaar
AOW krijgt. Dan verliezen de Expats geen vier
maar tien procent.
Conclusie
• Het onrechtmatige afpakken van de
opgebouwde percentage AOW tot 2013;
• Het onzorgvuldig handelen van de regering ten
opzichte van de Expats;
• Dreigende te korten van levensonderhoud van
toekomstige AOW-ers in het buitenland;
onvolledig aow-pensioen voor emigranten
25
AoW uitkering
• Verhoogd risico van terugkeer van ouderen
met alle gevolgen van dien. Nu het kabinet
met een nieuw voorstel is gekomen om de
leeftijd versneld te verhogen in 2015 en het
recht om AOW te krijgen al in wil laten gaan
als 67 bent in 2021, geeft dit een kans om deze
onrechtmatigheid te repareren. Dus mail aan
SWZ en aan de beide kamers, mail aan de
leden in de eerste en tweede kamer.
Voor alle duidelijkheid. Ik neem even mezelf als
voorbeeld.
Oude situatie tot 1 januari 2013: recht op AOW
met ingang van 5 december 2023, dus 65 jaar oud.
Geboren 5 december 1958 volgens de wet
loonbelasting 1964 opbouw van mijn 15
levensjaar, dus 5 december 1973, uit Nederland
vertrokken 1 oktober 2011.
Opbouw 2011-1973= 38 jaar x 2 procent 76
procent AOW.
Nieuwe situatie na 1 januari 2013 Recht op AOW 5
december 2025, dus dan 67 jaar oud.
Opbouw nu 2025-50= telling begint in 1975. Dus
2011-1975=36 jaar x 2 procent is 72 procent AOW.
Met vriendelijke groet,
Henk Veldhuis
Mondi heeft naar aanleiding van deze brief contact
opgenomen met de Sociale Verzekeringsbank ter
verificatie van de gegevens.
Reactie Sociale Verzekeringsbank
De berekening in de brief aangaande de gekorte
jaren AOW-opbouw is correct, evenals het
rekenvoorbeeld aan het einde van de brief. Het
effect is inderdaad dat expats minder AOW zullen
ontvangen, vergeleken met de situatie vóór de
verhoging van de AOW-leeftijd. Dit heeft het
kabinet ook geconstateerd. In de memorie van
toelichting bij het wetsvoorstel over de verhoging
van de AOW-leeftijd, staat hierover de volgende
passage: “Mensen met AOW-opbouw, die voor hun
65e levensjaar naar het buitenland emigreren of
geëmigreerd zijn, kunnen te maken krijgen met
een kortere opbouwperiode. Of deze groep mensen
daardoor AOW-bouw missen en dit negatief voor
hen uitpakt is op voorhand niet duidelijk. Dit
hangt sterk af van het pensioenstelsel van het land
waarheen men is geëmigreerd. In steeds meer
landen wordt de pensioengerechtigde leeftijd
verhoogd. Het is zeer wel mogelijk dat men in het
immigratieland ook tot op latere leeftijd pensioen
kan opbouwen.”
De SVB ziet geen aanleiding om een inhoudelijke
reactie te geven op de brief van de heer
Veldhuis. De SVB voert wetten en regelingen
uit en heeft geen mening over de politieke en
of beleidsmatige doelstellingen daarvan. Dat is
de verantwoordelijkheid van, in dit geval, het
Ministerie van SZW.
Als expats informatie willen over de gevolgen
van de verhoging van de AOW-leeftijd voor
hun persoonlijke situatie, dan adviseren wij
hen om contact op te nemen met de SVB via de
contactpagina op onze site: www.svb.nl
Via de site www.mijnpensioenoverzicht.nl kan
iedereen inzicht krijgen in de opbouw van zijn
AOW en andere Nederlandse pensioenen. Hiervoor
is wel DigiD nodig.
Tekst: Rob Smulders, directeur van Mondi, de
belangenvereniging voor tweedehuisbezitters.
26
Culture Shock
AFsTANDeN
Emigreren is een ingrijpende gebeurtenis.
Voor volwassenen, maar zeker ook voor
kinderen. Veertig jaar na dato weet David
Scherpenhuizen nog precies hoe hij zich voelde
bij de verhuizing van Australië naar Nederland.
Ik was pas vijf minuten in Nederland en ik
had er al een hekel aan. Daar stonden we dan
op Schiphol; mijn ouders, mijn jongste zus en
ik, vers aangekomen uit mijn geboorteland
Australië. Ik was dertien jaar oud en het was
zomer 1975. De warmste zomer sinds 1940 toen
de Duitsers Nederland binnenvielen maar ik
voelde me alles behalve een veroveraar. Het
was bloedheet en benauwd. Ik was hitte gewend
in Australië maar dit was alsof iemand een
doorweekte wollen laken over me heen had
gegooid.
27
David Scherpenhuizen
Afstanden
We hadden een behoorlijke afstand afgelegd,
wel 18.000 kilometer maar de afstand was in
werkelijkheid veel groter. Het was de afstand
tussen Australië, een jong en dynamisch land en
Nederland, een land ver over zijn hoogtepunt,
overvol en uitgeblust. Het was de afstand tussen
mijn zorgeloze, zonnige jeugd en een onzekere
toekomst. Australië was lichtjaren ver weg.
Mijn opa haalde ons op. We hadden hem al
anderhalf jaar niet meer gezien sinds hij naar
Nederland was teruggekeerd. Na een ferme
knuffel en een slobberige wang zoen, reden we
richting Friesland. Het landschap onderweg
was plat en lelijk. Mijn vader klaagde altijd dat
Australische vergezichten zo saai waren maar
dit kon hij toch onmogelijk prefereren? Fel
groene velden met gele madeliefjes. Verdeeld in
keurige rechte vakjes, gescheiden door ondiepe
slootjes met vies ruikend water. Ik keek mijn
ogen uit. Alles was zo netjes en keurig als een
tafel gedekt voor het zondags ontbijt. Ik was een
veel ruigere en wilde omgeving gewend.
Burum
Opeens ging de keurig geplaveide weg over in
kinderkopjes en opa’s auto begon vervaarlijk te
schokken: we waren in Burum gearriveerd, een
dorpje in “the wilds of” Friesland. We stopten
voor een rijtjeshuis dat niet te onderscheiden
was van zijn twee buren en stapten uit. Zoiets
had ik nog nooit gezien.
D’r woonden toch geen mensen in dit soort
blokken dozen. Toch?
Binnen troffen we mijn oma aan die we altijd
Nanna noemden. Daar zat ze dan, weggezakt
in een grote stoel die haar leek te verzwelgen
en omringd door haar schatten; postzegels,
munten, tijdschriften, lappen stof die ooit wel
eens van pas zouden kunnen komen, een blik
speculaas en haar onvermijdelijke, dampende
kop thee. Zo kende ik haar nog uit Australië.
Gelukkig was niet alles veranderd.
Burum had heus wel zijn charmes alleen ze
waren verdomd goed verborgen. De maan had
niet vreemder geleken. Het dorpje was van
oudsher een boeren gemeenschap en overal
28
Culture Shock
liepen verweerde boeren rond in rubberen
laarzen en blauwe overals, een pet tot net boven
de wenkbrauwen getrokken en een pijp tussen
de tanden geklemd. Alom zag je ouderwetse
boerenwoninkjes met grote schuren, lage
daken, kleine raampjes en binnenplaatsen
glimmend van de koeienstront. En daartussen
rijen identieke, moderne huizen met een plukje
gras voor en achter die als tuinen moesten
fungeren. Een paar armzalige bloemetjes
probeerden de aanblik op te vrolijken maar het
mocht niet baten.
Wat me het meest bij is gebleven is de alom
aanwezige, penetrante geur van mest. De
dorpelingen hadden een heilig geloof in de
heilzame werking van mest en waren ervan
overtuigd dat het overal goed voor was. Het
werd rijkelijk uitgestrooid over hun velden
en tuinen en het had me niets verbaasd als ze
het op hun eten strooiden! De sterke geur van
mest hing over het dorpje als een soort mist
maar niemand leek het op te vallen behalve
ons. Ik had voor het eerst vreselijk veel last van
hooikoorts en mijn neus was continu verstopt.
Dit was wellicht een zegen. Op die manier werd
mij de volle lading van de mestgeur bespaard.
Vriendjes
Na een paar weken had Nanna iets bijzonders
voor me in petto. Ze vond het hoog tijd
dat ik met jongens van mijn eigen leeftijd
omging. Een paar jongens uit de buurt werden
opgetrommeld om me mee op sleeptouw
nemen. Toen ik dat hoorde werd ik overmand
door emoties. Ik holde de trap op en verstopte
me in een linnenkast en begon vreselijk te
janken. De afgelopen weken waren slopend
voor me geweest, zowel fysiek als geestelijk:
afscheid nemen van mijn geboorteland en
oudere zus en broer en wennen aan een
nieuwe taal en vreemde omgeving. Ik voelde
me verward en eenzaam. Verlegen was ik
nooit geweest maar op dat moment was ik
voor alles overgevoelig. Mijn vader en opa
dwongen me steeds in ongemakkelijke situaties.
Weliswaar met de beste bedoelingen maar ik
voelde me er vreselijk opgelaten bij. Zo moest
ik boodschappen doen bij het plaatselijke
winkeltje maar ik sprak toen nog geen woord
Nederlands behalve “ ‘n lekker kopje thee”.
Ik probeerde me wanhopig verstaanbaar te
maken, aarzelend en stotterend, terwijl de
beduusde winkelier niet begrijpend naar me
keek. Ik verliet doorgaans de winkel, blozend
van schaamte en zonder boodschappen. Mijn
gevoelige tiener ego had het dagelijks zwaar te
verduren. Het idee om een middag met vreemde
jongens op pad te gaan was ondraaglijk maar
Nanna was onvermurwbaar.
Ik hoorde de deurbel en veegde mijn tranen
weg. Die ‘bloody Dutchies’ moesten vooral niet
denken dat ik een huilebalk was. Ik ging naar
beneden en werd voorgesteld aan een houterige,
lange tiener die natuurlijk Hans heette. Hij
stak beleefd zijn hand uit maar ik negeerde
het. Handen schudden vond ik verwijfd en
aanstellerig. Ik ging het spel nu volgens
mijn eigen regels spelen. Ik zou me niet aan
Nederland aanpassen, Nederland moest zich
maar aan mij aanpassen! Hij keek me aan en
zei: “Come.”
‘HANDEN SCHUDDEN VOND IK
VERWIJFD EN AANSTELLIRIG’
29
David Scherpenhuizen
Die middag was nog erger dan ik had gevreesd.
Mijn zintuigen werden meteen belaagd door de
geur van mest en vers hooi. Mijn neus begon
te jeuken en mijn ogen deden pijn. Ik werd
voorgesteld aan een andere jongen, Piet, die een
beetje Engels sprak.
“Who do you do?”, vroeg hij.
Gaat wel, antwoordde ik in het Engels, behalve
mijn hooikoorts. Hij keek me niet begrijpend
aan maar toen ik fel moest niezen, wees hij naar
het gras en glimlachte breed.
“You haf hooikoorts!”
We kregen gezelschap van een groep jongere
kinderen en ik werd aan hen getoond als een
soort kermisattractie. Ik verstond niets van hun
opgewonden geklets maar ik bloosde bij het
horen van enkele woorden zoals “kangoeroe”
en “koala beer”. Ze lachten en grijnsden als een
groep opgewonden, witte chimpansees.
Na een tijdje werd ik uit pure ellende door het
dorpje rondgeleid. Mijn gidsen lieten me de
trots van Burum zien; een oude windmolen.
Nou, nou, ik kon mijn opwinding nauwelijks
verbergen. Converseren had weinig zin dus
werd er op een gegeven moment een voetbal
tevoorschijn getoverd. Dit had geen uitleg nodig.
Ik pakte de bal aan, stuiterde ’m een paar keer
voor mijn voeten en schopte de bal vervolgens
over de goal. Aussie rules! Yeah!
De jongens keken elkaar hoofdschuddend
aan en brachten me eindelijk terug naar mijn
grootouders. Ik was duidelijk een hopeloos
geval.
De afstand tussen Australië en Burum was groot
maar de kloof tussen mijn opvoeding en de
Nederlandse mores was nog veel groter. Ik had
nog een behoorlijk eind te gaan voordat ik me
thuis zou voelen...
Tekst: David Scherpenhuizen
Foto’s: Jos Helmich, David Scherpenhuizen
David Scherpenhuizen is na de
remigratie van zijn ouders in
Nederland blijven wonen en heeft
tegenwoordig zijn eigen copywriting en
communicatiebedrijfje Easy Writers.
Daarnaast is David Scherpenhuizen
auteur van enkele boeken, waaronder
de titel Geheimen van de Languedoc,
uit de Dominicus reeks en de thriller
Het Mysterie van Bugarach.
30
Grenzenloos uitzicht
31Foto: C. Gutman
32
Zweden
Rust, ruimte en natuur. Dat is waar Ben en
Nicôle Heerland naar eigen idee jarenlang
te weinig van kregen. Het dagelijks leven in
Nederland werd vooral gedomineerd door leuke
maar stressvolle banen. Roofbouw op het privé-
leven was het gevolg. Nadat de ingebruikname
van de Polderbaan er voor zorgde dat het laatste
beetje rust in hun woonomgeving verdween,
werd de knoop doorgehakt en de blik over de
grens gericht. Na zich eerst op Oostenrijk te
hebben georiënteerd, werd uiteindelijk in 2004
een woning in Zweden gekocht. Grenzenloos
Magazine was benieuwd naar de ervaringen van
een decennium leven in het hoge noorden.
Jullie zijn bijna tien jaar geleden jaar geleden
geëmigreerd naar Zweden. Wat was toen jullie
belangrijkste drijfveer om dat te doen?
Ben: “We wilden de drukte en hectiek van
Nederland verruilen voor een kalmer bestaan in
een omgeving met meer rust, ruimte en natuur.
Bovendien wilden we een betere balans tussen
werk en vrije tijd creëren om op die manier
meer van ons leven te kunnen genieten.”
Zijn de verwachtingen die jullie destijds
hadden over het omgooien van jullie leven
achteraf bekeken uitgekomen?
Ben en Nicôle: “Ja!!”
10 jaar zweden ben & nicôle heerland
33
Ben & Nicôle Heerland
Ben: “We hebben erg veel meegemaakt en dat
waren zeker niet alleen mooie dingen. Toch gaat
er geen dag voorbij dat we niet van al het moois
dat Moeder Natuur ons voorschotelt en onze
grotere vrijheid genieten, iets waar we overigens
erg dankbaar voor zijn.”
Nicôle: “We hebben het gevoel dat we nu zelf
leven in plaats van te worden geleefd. En dat
voelt erg goed!”
Waar was jullie keuze voor Zweden op
gebaseerd? Waarom bijvoorbeeld niet
Noorwegen, Canada of Nieuw-Zeeland?
Ben: “Tja, eigenlijk stond Zweden met
behoorlijke afstand op de tweede plaats en
wilden we naar Oostenrijk emigreren. Pas toen
we daar onze droomplek niet konden vinden,
kwam Zweden echt in beeld. Vervolgens reisden
we naar Zweden af om ons daar te oriënteren
en kochten we er binnen enkele dagen een huis.
Het is dus raar gelopen, maar achteraf bekeken
hebben we erg veel geluk gehad. Zweden
voorziet namelijk veel beter in wat we zochten
dan Oostenrijk. Canada vond ik persoonlijk ook
heel interessant, maar Nicôle zag het niet zitten
om op zo’n grote afstand van haar familie in
Nederland te gaan wonen.”
Nicôle, met een knipoog: “En ach, uiteindelijk
zijn we er achter gekomen dat Canada gewoon
in Zweden ligt...”
Je leest regelmatig dat een emigratie nogal een
impact kan hebben op je relatie. Kunnen jullie
dat beamen?
Nicôle: “Zeker! In Nederland hadden we allebei
een baan. De avonduren en weekenden gingen
meestal op aan sport. Na onze emigratie zaten
we ineens 24 uur per dag op elkaars lip. Dat was
dus een enorm verschil. De eerste tijd moest
er veel worden geregeld en dan is het wel fijn
dat je met elkaar kunt overleggen. Maar soms
wil je ook wat ruimte voor jezelf. Ben had in
Nederland een leidinggevende functie en was
het beroepsmatig gewend om mensen aan te
sturen. Ik werkte als journaliste/redactrice
en had een grote mate van zelfstandigheid en
vrijheid in mijn baan. Ik was dan ook niet altijd
even blij met Bens – overigens goedbedoelde
– aandacht voor bijna alles wat ik deed. Hoe
lief hij het ook bedoelde, zijn beschermende
houding werkte op mij heel beklemmend en het
heeft dan ook even geduurd voordat we in ons
nieuwe leven op een goede manier met elkaar
konden samenwerken.”
Ben: “Ja, we moesten even wennen aan de
nieuwe situatie, maar uiteindelijk zijn we
daardoor veel dichter bij elkaar komen te staan.
Volgende maand zijn we 25 jaar samen, dat zegt
hopelijk genoeg!”
Jullie hebben geen kinderen. Kinderen leren
snel een andere taal, maken vriendjes en
zorgen voor contacten met andere ouders,
school, sportverenigingen. Maakt dat volgens
jullie een groot verschil bij de snelheid van
inburgeren?
Nicôle: “Dat ‘probleem’ hebben wij opge-
lost door zelf naar school te gaan! We
hebben twee jaar Zweeds gestudeerd bij de
lokale gymnasieskola en hebben ons altijd
34
Zweden
behulpzaam opgesteld wanneer buurtverenig-
ingen hulp nodig hadden. Zo leerden we niet
alleen veel mensen kennen, maar konden we
tevens onze taallessen in de praktijk brengen.
We horen weleens dat de Zweden stug zijn en
dat het moeilijk is om met hen in contact te
komen, maar die ervaring delen wij niet. We
merken dat de Zweden het enorm waarderen
dat we hun taal hebben geleerd en dat we
ons hebben aangepast aan hun cultuur. Het
inburgeren moet wat mij betreft dan ook vanuit
jezelf komen. Natuurlijk kan het hebben van
kinderen de inburgering bespoedigen, maar het
is zeker geen vanzelfsprekendheid.”
Ben: “Nee, soms werkt het zelfs averechts. Zo
hebben we situaties meegemaakt waarin ouders
alle communicatie door hun kinderen lieten
uitvoeren, waardoor ze zelf in een isolement
terecht kwamen.”
Nederland is in de tijd dat jullie weg zijn
uiteraard veranderd. Voelen jullie je nog thuis
wanneer je Nederland bezoekt of heb je het
gevoel een buitenstaander te zijn?
Nicôle: “Ik voel me nog meer buitenstaander
dan ik me vóór onze emigratie al voelde.
Natuurlijk is het fijn om familie en vrienden
te zien, maar verder heb ik in Nederland
weinig te zoeken. Onze voornaamste redenen
om te emigreren zijn namelijk nog steeds
aanwezig: te druk, te weinig natuur, gehaaste
mensen, onverdraagzaamheid, hectiek in het
35
Ben & Nicôle Heerland
verkeer, nergens stilte, files... vul het lijstje
zelf maar aan. Over het algemeen voel ik me
een stuk relaxter in ons nieuwe thuisland. De
Zweden zelf zijn gemiddeld genomen ook een
stuk rustiger. Zelfs op vakantie vinden veel
Nederlanders geen rust, alles moet gehaast en
snel. Ik herken dit overigens wel van vroeger
hoor, ik gedroeg me namelijk precies zo!”
Jullie houden al vele jaren via een website heel
trouw en precies de wereld op de hoogte van
jullie dagelijkse belevenissen. Met welk doel
voor ogen zijn jullie hieraan begonnen? En is
het lastig om het zo frequent bij te houden?
Ben: “Onze website was in eerste instantie
bedoeld om de achterblijvers in Nederland –
familie, vrienden en bekenden – van ons wel
en wee op de hoogte te houden. We kwamen
er echter al snel achter dat we ook door een
heleboel andere geïnteresseerden werden
gevolgd. Vervolgens is het een beetje uit de
hand gelopen en inmiddels bloggen we al ruim
acht en een half jaar. Op zich is het niet lastig
om dat frequent bij te houden. Er zijn nog
steeds meer dan genoeg leuke dingen om met
de wereld te delen, al komen we er sinds we
vorig jaar met het schrijven van nieuwe boeken
zijn begonnen niet altijd meer aan toe om dat
op dagelijkse basis te doen.”
In jullie blogs en boeken komt duidelijk
naar voren dat jullie in Zweden al die jaren
heel dicht bij de natuur leven en deze intens
beleven. Is jullie kijk op het leven hierdoor ook
veranderd?
Ben: “Absoluut! We hebben oog gekregen voor
het mooie in gewone en alledaagse dingen en
we hebben geleerd om bewust van elk moment
te genieten. Daarnaast hebben we geleerd om
met weinig tevreden te zijn en onszelf aan de
omstandigheden aan te passen in plaats van
steeds maar te proberen om alles naar onze
hand te zetten. We halen ons levensgeluk uit
alle mooie dingen die we – veelal in de natuur
– zien en meemaken. En uit het feit dat we die
ervaringen met elkaar en met anderen kunnen
delen. Dat is voor ons echte rijkdom. We hoeven
niet meer te voldoen aan alle verwachtingen die
de maatschappij van ons heeft en al helemaal
niet meer mee te doen aan de consumptierace,
om gelukkig te kunnen zijn!”
Door de huidige economische crisis is het voor
velen moeilijk geworden om de stap over de
grens te maken. Is het ook naar jullie idee
tegenwoordig lastiger om als emigrant een
inkomen te vergaren in Zweden dan een aantal
jaren terug?
Ben: “Ja, maar misschien niet zo veel als je
zou verwachten. Natuurlijk is ook hier de
werkeloosheid toegenomen. De emigranten
die in loondienst gaan werken, doen dat echter
over het algemeen in beroepen waar nog
voldoende werk in is. Daarnaast beginnen veel
emigranten een eigen bedrijf. Op die manier in
je levensonderhoud voorzien is moeilijk, maar
dat was het voor de crisis eigenlijk ook al. Het
grootste probleem is volgens mij dat potentiële
emigranten hun woning niet kunnen verkopen,
of dat er door de lagere huizenprijzen niet
genoeg geld overblijft om in Zweden een huis te
kopen en de eerste magere jaren door te kunnen
komen.”
‘we doen niet meer mee aan de consumptierace’
36
Zweden
Tot slot: hebben jullie als ervaringsdeskun-
digen nog een gouden tip voor Nederlanders
en Belgen die rondlopen met emigratieplannen
richting Zweden?
Ben: “Om te beginnen trappen we even een
paar open deuren in: oriënteer je van tevoren
zo uitgebreid mogelijk, denk niet te makkelijk
over geld verdienen met een eigen bedrijf, zorg
dat je een financiële buffer hebt en last but not
least leer de taal! Onze gouden tip heeft echter
te maken met jezelf. Bedenk van tevoren goed
waarom je wilt emigreren en leg die reden(en)
vast. Besef vervolgens dat het onmogelijk is
om je leven te veranderen zonder ook jezelf te
veranderen. Check na je emigratie regelmatig of
je nog wel op het goed spoor zit, want anders is
het risico groot dat je er uiteindelijk achterkomt
dat er behalve het uitzicht weinig is veranderd.”
Nicôle: “En dat zou zonde zijn. Tenzij het
veranderen van het uitzicht het enige doel van
je emigratie was natuurlijk...”
Ben en Nicôle Heerland hebben het verhaal van hun emigratie en de eerste jaren in Zweden een aantal jaren geleden opgetekend. De boeken zijn recent helemaal bijgewerkt en van een nieuw jasje voorzien.
Naar de NoorderzonEmigreren naar Zweden
o.a. te koop bij:
Emigratieboek.nl
In het hoge noordenEmigreren naar Zweden
o.a. te koop bij:
Emigratieboek.nl
De jaren 2007 en 2008 zijn beschreven in twee boeken die uitsluitend via Amazon.de en de website van Ben & Nicôle beschikbaar zijn:
Berichten uit Zweden 2007Berichten uit Zweden 2008
Bekijk ook eens de veelbezochte website van Ben en Nicôle Heerland:
Naar de Noorderzon.
http://naardenoorderzon.blogspot.nl
37
Elke laatste vrijdag van de maand verschijnt er
een nieuwe editie van Grenzenloos Magazine.
Maar wist u al dat Grenzenloos Magazine dagelijks
actueel interessant nieuws publiceert via Facebook
en Twitter? Speciaal uitgezocht voor (potentiele)
emigranten, expats en bezitters van een tweede
huis over de grens. Nieuws waarmee u op de
hoogte blijft van de laatste ontwikkelingen die ook
voor u belangrijk kunnen zijn.
Wanneer u de Grenzenloos Magazine Facebook
pagina liked blijft u dagelijks op de hoogte van al
het belangrijke ‘grenzenloos’ nieuws. U vindt de
pagina op dit adres:
www.facebook.com/grenzenloosmagazine
Daarnaast rapporteert Grenzenloos Magazine al
het actuele nieuws ook op Twitter. Volg ons dus
ook daar.
https://twitter.com/GrenzenloosMag
grenzenloos magazine op facebook en twitter
38
Turkije
Steeds meer Belgen en Nederlanders kiezen
of maken de keuze om te emigreren naar
Turkije, ondanks dat de republiek (nog)
niet voorkomt in lijstjes van internationale
populaire verhuisbestemmingen. Met name de
kosten voor levensonderhoud zijn nog bijzonder
laag in vergelijking met de meeste Zuid en
West Europese landen. En dat is los van het
klimaat, de omgeving en de sfeer een belangrijk
argument.
Er zijn veel vragen over het verkrijgen van een
verblijfsvergunning (Ikamet) in Turkije. Omdat
in april 2014 veel regels zijn veranderdheeft
belangenvereniging Mondi in samenwerking
met de Turkologe drs. Esmeralda G. Sepers, de
actuele informatie op een rijtje gezet
De grootste verandering sinds april j.l. is dat
een verblijfsvergunning voorlopig voor slechts
maximum een jaar wordt verstrekt. Ook de
vorm van de verblijfsvergunning is gewijzigd.
Er wordt geen “blauw boekje” meer verstrekt,
maar een pasje ter grootte van een bankpasje,
dat overigens veel goedkoper is dan het blauwe
boekje. Er wordt tegenwoordig direct gevraagd
aan te tonen dat er een ziektekostenverzekering
aanwezig is. Let wel, deze stappen zijn voor
ongehuwde personen zonder Turks paspoort
uit Nederland. Voor België kunnen de tarieven
turkije in trekgewijzigde procedure sinds april 2014
39
anders liggen. Indien iemand met een Turkse
partner gehuwd is, zijn er andere regels van
toepassing.
Belastingnummer
Allereerst is het van belang om bij het
belastingkantoor in de gemeente of provincie
waarin verbleven wordt een persoonlijk
belastingnummer (Vergi Numerasi) aan te
vragen. Een geldig adres, een origineel paspoort
of identiteitskaart en een kopie daarvan waarop
het adres en de namen van de ouders genoteerd
moeten worden is daarvoor nodig. Let erop dat
het belastingkantoor vaak tussen 12:00 en 13:30
uur gesloten is. Ga ‘s ochtends vroeg, dan is het
meestal het minst druk. Er zijn geen kosten aan
verbonden.
Bankrekening
Zodra het belastingnummer ontvangen is, kan
eenvoudig en kosteloos een eigen bankrekening
(hesap) bij een bank naar eigen keuze geopend
worden. Neem daarvoor ook het paspoort
mee. Dezelfde dag is niet mogelijk in verband
met de verwerking en administratie van het
belastingkantoor. Afhankelijk van het aantal
extra transacties en de diensten, bankpasje en/
of internetbanking, worden er later kosten in
rekeningen gebracht. Een bankrekening kan
geopend worden in verschillende valuta, vaak
wordt gekozen om zowel een EURO-rekening
als een TL-rekening te openen.
Voorzien in eigen onderhoud
Een eigen bankrekening is essentieel om aan
te kunnen tonen dat er in het eigen onderhoud
voorzien kan worden. Alleen in dat geval kan
een verblijfsvergunning verkregen worden. Als
er een verblijfsvergunning van een jaar wordt
aangevraagd, moet aangetoond worden dat er
per maand 500 Amerikaanse Dollar beschikbaar
is, dus voor een jaar verblijfsvergunning moet
een equivalent van 6000 Dollar op de rekening
staan. Dit mag overigens in elke valuta, dus
wanneer er een EURO-rekening geopend is, kan
een kopie van het bankboekje met het actuele
banksaldo getoond worden en zal het bedrag
voor een jaar omgerekend minimaal 6000
Amerikaanse dollar moeten bedragen.
Gepensioneerden zijn vrijgesteld van de
verplichting om aan te tonen dat er per maand
een bedrag van 500 Amerikaanse dollar ter
beschikking is op een Turkse bankrekening. De
Sociale Verzekeringsbank kan een beschikking
afgeven van het recht op AOW. Als deze
beschikking vertaald wordt in het Turks en
deze vertaling gelegaliseerd wordt, zal de
vreemdelingenpolitie dit accepteren.
Ziektekostenverzekering
Bij de aanvraag voor een verblijfsvergunning
moet de aanwezigheid van een
ziektekostenverzekering aangetoond worden.
Indien deze in Nederland afgesloten is,
kan bij de ziektekostenverzekeraar een
speciaal formulier, het N/TUR111 formulier,
aangevraagd worden waarop de verzekeraar
verklaard dat er een verzekering loopt.
Dit formulier moet vervolgens in Turkije
geregistreerd worden bij het lokale Instituut
voor Sociale Zekerheid (Sosyal Güvenlik
Kurumu). Hiervan wordt een ontvangstbewijs
afgegeven.
Neem bij de registratie van de
ziektekostenverzekering wel het Turkse
belastingnummer mee. Wanneer er geen
ziektekostenverzekering afgesloten is, dient
deze in Turkije afgesloten te worden.
Verblijfsvergunning
40
Turkije
De aanvraag
Ga op een werkdag naar één van de hoofd-
gemeentes van de provincie waarin verbleven
wordt en waar ook het adres van inschrijving is.
In de provincie Antalya kan het in ieder geval in
Alanya, Manavgat en Antalya.
Bij de aanvraag moet worden meegenomen:
• Paspoort (EN een kopie);
• Minimaal zes! pasfoto’s;
• Een recente uitdraai banksaldo of een kopie
bankboekje;
• Turkse belastingnummer;
• Ziektekostenverzekeringsverklaring;
• Voor de zekerheid: kopie van
huurovereenkomst of eigendomsbewijs (tapu
senedi).
Stap vervolgens binnen bij het Emniyet
Müdürlügü. Dit is vrij vertaald het veiligheids-
bureau van de stad. In dit bureau is vaak een
aparte balie voor buitenlanders (yabancilar).
Daar wordt een formulier verstrekt waarop een
aantal gegevens ingevuld moeten worden zoals
de reden van aanvraag, burgerlijke stand, naam
van vader en moeder en het adres in Turkije.
Als het banksaldo voldoende is en de reden voor
aanvraag gegrond, wordt een briefje afgegeven
waarop staat dat belasting betaald moet worden
voor de verblijfsvergunning. Tevens wordt een
briefje verstrekt voor de uitgifte van het pasje
van de verblijfsvergunning. Het formulier dat is
ingevuld, moet nog even in eigen bezit gehouden
worden.
Kosten
De kosten voor de verblijfsvergunning voor
een jaar bedragen 187 TL in 2014 voor
Nederlanders, dit bedrag moet betaald worden
bij de belastingdienst. Het pasje ter grootte van
een bankkaart dat tegenwoordig wordt verstrekt
als verblijfsvergunning kost 50 TL. Dit bedrag
moet bij de gemeente waar je ingeschreven staat
betaald worden. Het is raadzaam om direct
41
na het verkrijgen van beide briefjes naar de
instanties, de belastingdienst en de gemeente, te
gaan. Bij betaling van dit soort bedragen moet
altijd het Turkse belastingnummer getoond
kunnen worden. Ga hierna met de betaalbewijzen
weer terug naar het Emniyet Müdürlügü waar de
ikamet-procedure is begonnen.
Alle papieren die nu verzameld zijn, moeten
samen met de betaalbewijzen en pasfoto’s
ingeleverd worden. De ambtenaar zal een dossier
maken van de aanvraag en stuurt de aanvraag
naar een centraal punt in Ankara, waarna de
verblijfsvergunning per post naar het opgegeven
adres zal worden gestuurd. Er zal een indicatie
worden gegeven wanneer deze verwacht kan
worden.
Tips
• Maak van te voren kopieën van alle
documenten;
• De werktijden bij de officiële instanties
zijn vaak van 8:00 tot 12:00 en van 13:30
tot 17:00. Het is meestal erg druk op deze
kantoren, dus neem vooral ook veel geduld
mee en ga zo vroeg mogelijk;
• Een verblijfsvergunning in combinatie met
een werkvergunning is sinds april 2014 alleen
nog bij de Turkse consulaten in het land van
herkomst aan te vragen;
• Een verblijfsvergunning wordt vaak
aangevraagd door mensen die meer in Turkije
willen gaan verblijven dan is toegestaan op
een toeristenvisum;
• Een verblijfsvergunning is nodig wanneer op
eigen naam een auto, scooter, motor of een
telefoon- of internetabonnement aangeschaft
wordt. Zelfs een Turkse museumjaarkaart
is voorbehouden aan de houders van een
verblijfsvergunning.
Tekst: Rob Smulders ism drs. Esmeralda Sepers
Rob Smulders is directeur van Mondi, de
belangenvereniging voor tweedehuisbezitters.
Tot 2009 kochten buitenlanders vastgoed in Turkije vooral als tweede woning of beleggingsobject. In 2005 was Turkije in Nederland zelfs het populairste land voor aanschaf van een tweede woning. Minder dan vijf procent van de aspirant-kopers uit Nederland was in 2005 voornemens om te emigreren naar Turkije voor (semi)permanent verblijf volgens een enquête van Mondi destijds. 2002 waren slechts enkele aanbieders van Turks vastgoed actief op de Nederlandse en Belgische markt. In november 2006 registreerde Mondi ter vergelijking maar liefst 329 makelaars, bemiddelaars en projectontwikkelaars. Rob Smulders maakte namens Mondi in die tijd een voorspelling dat er slechts ruimte was voor maximaal 30 tot 40 aanbieders, niet wetende dat er ook nog een financiële crisis op komst was.
De markt is gigantisch uitgedund en daarmee zijn ook een groot aantal malafide partijen verdwenen, met grote financiële gevolgen voor vele gedupeerden. Helaas lopen er nog steeds veel niet-gekwalificeerde gelukszoekers rond die u maar al te graag een woning willen verkopen.
Waakzaamheid is geboden, ook richting tal van juridische dienstverleners die er zelf geen problemen mee hebben om conflicterende belangen te vertegenwoordigen. Succesvol kopen van vastgoed in Turkije hoeft geen probleem te zijn, zolang u weet wat u daadwerkelijk koopt en op de hoogte bent met wie u zaken doet. De animo voor vastgoed in Turkije zal de komende jaren weer langzaam toenemen. Het speculatieve motief is zo goed als verdwenen.
Verblijfsvergunning
42
Spanje
De eerste keer dat ik met ‘t handje gecon-
fronteerd werd is nu, grofweg, 25 jaar
geleden. Ik bevond me op het beruchte Place Pi-
gal te Parijs. Een grote zwarte vrouw in opzich-
tige kleding maakte het gebaar: de arm schuin
gestrekt omlaag, ongeveer op heuphoogte,
handpalm naar beneden gericht en een korte
vinnige vibratie met vier gestrekte vingers
tegelijk. In die tijd was ik op seksueel gebied
nogal een groentje, waardoor ik dit gebaar in-
terpreteerde als wegwezen hier.
Wat me van die ontmoeting is bijgebleven
is een gevoel van verwarring, omdat het
handgebaar en de oogopslag van de vrouw
niet met elkaar strookten. Vanaf dat moment
zag ik alle vrouwen als raadselachtige wezens,
waar je maar beter van af kunt blijven. Pas
in mijn Amsterdamse periode was ik in de
gelegenheid om die verwarring ten aanzien van
het vrouwelijke geslacht recht te zetten.
Als we in Nederland iemand naar ons toe willen
bewegen dan maken we een grote haal met onze
arm, vaak nog ondersteund met een naar achter
wegdraaiende nekzwaai. Soms gaat dit gebaar
vergezeld van uitroepen als “kom hier” of “he joh”,
maar dat is eigenlijk overbodig, omdat het gebaar
meer dan voor zich spreekt. Als de geroepene
zich op datzelfde moment in een groepje mensen
bevindt kan hij nog twijfelen of het gebaar hèm
aangaat, maar dàt er iemand moet opdraven is
zonneklaar. Misschien een wat lompe manier
van communiceren, maar doorgaans wel een heel
duidelijke. Het enige wat je je kunt afvragen is waar
al die ophef voor nodig is.
In Spanje ben ik ‘t handje inmiddels talloze malen
in een andere context tegengekomen. In het
ziekenhuis: u bent aan de beurt. In de supermarkt:
señor die kassa gaat sluiten, dus graag bij deze
kassa aansluiten. In de bus: hombre, deze plaats
is nog vrij. Niks afwerend, hooguit sturend, maar
altijd vriendelijk en behulpzaam.
‘t handje
michiel van der put
43
Michiel van der Put
Als de mamma’s hun niño roepen gebruiken ze
ook altijd een handje. In het begin kwam dat
knikje wat vinnig op me over, maar pas later
begreep ik de liefdevolle betekenis ervan. Maar
ik heb ‘t handje pas echt leren waarderen in het
Spaanse verkeer.
Zoals bij de meeste auto’s hier, is de airco
van onze auto ook kapot. Om toch nog enige
verkoeling te krijgen hangt mijn linker arm
tijdens het rijden in volle lengte uit het raam.
In Nederland zie je dit rijgedrag wel bij
vrachtwagenchauffeurs en aanverwant volk, een
wat lullig gezicht vind ik persoonlijk, maar hier
in Spanje heeft het behalve een verkoelende ook
een verkeersfunctie: je kunt er de auto áchter
je mee controleren. Je kunt het gebruiken als je
wilt invoegen, passeren of een ander tot spoed
manen. Een extra richtingaanwijzer, maar dan
een van het ongeschreven verkeersrecht. Met ‘t
handje, eigenlijk kun je in de auto al volstaan
met een lichte opwaartse knik van de pink en
ringvinger, leg je het omliggende verkeer simpel
je wil op. Enige voorwaarde is dat je niet aarzelt
en stoïcijns voor je uit blijft kijken. Niemand
zal toeteren en iedereen zal het accepteren,
vooropgesteld dat jij ook andermans handje
respecteert.
Degene die hier het eerst met ’t handje zwaait
heeft voorrang. De eerste keer dat ik ermee
te maken kreeg negeerde ik ‘t handje en werd
ik pardoes door een invoegende automobilist
afgesneden. Nu heb ik ‘t handje volledig in de
vingers en dirigeer ik mijn bolide, met wuivende
palm, moeiteloos door de zwoele chaos op de
boulevard. Hebt u zich wel eens afgevraagd
waarom ze in Zuid-Europa op een volstrekt
andere wijze mensen naar zich toe wenken
dan in Nederland? Wat is de reden dat ze in
het mediterrane gebied volstaan met een meer
subtiele handbeweging? Heeft dit half-werend-
half-paaiend knijpen met de hand iets te maken
met de temperatuur of is het gewoon Latijnse
gemakzucht? Nu de temperatuur in Nederland
structureel stijgt, is er iets voor te zeggen om ook
daar het komhier gebaar te minimaliseren. Het
is immers niet meer nodig om de koude jatten
met weidse gebaren te verwarmen. Of vinden
de Nederlanders dat wenkje te arrogant en
laatdunkend?
Tekst: Michiel van der Put
Lees alle 42 verhalen:
Spanje als besluiten andere verhalen
Michiel van der Put Prijs € 14,95
Te bestellen via:Bol.com en Emigratieboek.nl
44
Het volgende nummer van Grenzenloos Magazine verschijnt op 27 juni
Schrijf u in op Grenzenloos.nl om op de dag van uitkomen een e-mail als herinnering te krijgen.
GIDSEN TAALCURSUSSEN ERVARINGSVERHALEN
Kijk regelmatig op Emigratieboek.nl en ontvang ook onze wekelijkse nieuwsbrief Volg ons op Twitter (@emigratieboek) en Facebook (fb.com/emigratieboek)
Emigratieboek.nlBOEKHANDEL VOOR LANDVERHUIZERS