h3 van mohammed tot karel de grote tijd van monniken en ridders 500-1000 vroege middeleeuwen
TRANSCRIPT
H3 Van Mohammed tot Karel de Grote
Tijd van Monniken en Ridders 500-1000
Vroege Middeleeuwen
Kenmerken (blz 71)
• Het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur (3.1)
• De verspreiding van het christendom (3.2)• De vrijwel volledige vervanging in West- Europa van de
agrarisch-urbane cultuur door een zelfvoorzienende agrarische cultuur, georganiseerd via hofstelsel en horigheid (3.3)
• Het ontstaan en de verspreiding van de islam (3.4)
Kernbegrippen (blz 71)
• Agrarisch- urbaan• Aurtarkie/ zelfvoorziening• Feodalisme• Hofstelsel• Horigen/ horigheid• Islam
3.1 Leenmannen en leenheren Het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur
• Clovis• Merovingers• Frankische Rijk• Hofmeijer• Pepijn de Korte• Karolingers• Karel de Grote
• 482-511• 751• 768
Noteer de volgende namen,begrippen en jaartallen. Schrijf de betekenis er achter tijdens de uitleg.
3.1 Leenmannen en leenheren Het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur
Merovingische dynastie482-511 Clovis maakt een einde aan de Romeinse heerschappij en sticht een christelijk Frankenrijk
In de 8e eeuw worden de Merovingische koningen overvleugeld door hun hofmeijers (belangrijkste dienaar)
Deze hofmeijers worden zo machtig dat de paus in 751 Pepijn de Korte tot koning zalfde
Begin Karolingische dynastie
• Clovis• Merovingers• Frankische Rijk• Hofmeijer• Pepijn de Korte• Karolingers• Karel de Grote
• 482-511• 751• 768
Noteer de volgende namen,begrippen en jaartallen. Schrijf de betekenis er achter tijdens de uitleg.
Noteer de volgende namen,begrippen en jaartallen. Schrijf de betekenis er achter tijdens de uitleg.
• Feodalisme• Leenheer• Leenman• Vazal• Graafschap• Zendgraven• Markgraven• Personaliteitsbeginsel• Palts
Feodalisme of Leenstelsel
Geeft stuk grond in leen Belooft heer met ‘raad en
daad’ ter zijde te staan
Niet alleen grond in leen gegeven, ook bestuursfuncties of geldelijke inkomstenbronnen (tol)
Eenvoudige mannen konden ook vertrouweling van de koning worden. Zij kregen geen land maar werden wel door de koning onderhouden→ vazal genoemd
Uitbouw feodale stelsel onder Karel de Grote
Ook Karel de Grote trok rond door zijn rijk→ controleren leenmannen of om oorlog te voeren
Kenmerken bestuur Karel de Grote
• Feodalisme• Rechtspraak volgens personaliteitsbeginsel
(iedereen werd gevonnist volgens regels van de eigen groep of het volk waartoe men behoorde)
• Geen vaste verblijfplaats→ Palts• Koning mee als opperbevelhebber in oorlog
Noteer de volgende namen,begrippen en jaartallen. Schrijf de betekenis er achter tijdens de uitleg.
• Feodalisme• Leenheer• Leenman• Vazal• Graafschap• Zendgraven• Markgraven• Personaliteitsbeginsel• Palts
Vergelijk het bestuur van de Frankische koningen met de Romeinse keizertijd. Welke verschillen zijn er?
Romeinen:• Centrale hoofdstad• Overheid zorgde voor orde
en veiligheid• Handhaafde recht volgens
geschreven regels• Groot ambtenaren-
apparaat die in vaste dienst waren
Franken:• Rondreizende hofhouding• Wegen niet meer
onderhouden dus heersers hadden gezag in klein gebied
• Alleen geestelijken konden lezen en schrijven dus geen bestuur volgens geschreven wetten en regels
• feodalisme→ persoonlijke band basis bestuur
Kerstnacht 800
Voor- en nadelen feodale stelsel
Voordelen leenman:Leenman krijgt inkomstenen mag er wonen
Voordelen leenheer:Trouwe dienaren die heer taken uit handen nemen
Nadelen leenman:Grond was te leen, moest na zijn dood terug naar zijnleenheer
Nadelen leenheer:Leenmannen gaven grond toch vaak door aan zonen→
leenheer verliest zeggenschap
Rijk Karel na zijn dood in 814
Bedreigingen buiten Frankische Rijk
Oorzaken verval rijk
• Versnippering van het gezag door feodale structuur
• Delingen van het rijk volgens het Frankisch erfrecht
• Nieuwe invallers
Kenmerk:
Het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur
Kernbegrippen: Feodalisme
Opdrachten 3.1
Opdracht 6 Bedoelde en onbedoelde gevolgenKarel de Grote bouwde het leenstelsel verder uita Welke doelen streefde Karel de Grote na met de verdere
uitbouw van het stelsel?Beter bestuur, betere rechtsspraak, beveiliging van grenzen
B Welke twee onbedoelde gevolgen had het stelsel?Hij verloor inkomsten van de kroondomeinen aan leenmannen. Leenmannen deden of lenen hun eigen bezit waren en gaven het door aan hun zonen daardoor verloor de koning zijn bezit helemaal.
C Beredeneer of dat gevolgen zijn op korte of op lange termijnverlies van inkomsten→ korte termijnde grond doorgeven aan hun zonen→ lange termijn
Opdracht 7In de geschiedenis is sprake van Gebeurtenissen→ feiten
Verschijnselen→ samenhangende gebeurtenissen met een duidelijk doel,
er verandert niets, het is er
Ontwikkelingen→ gebeurtenissen en verschijnselen samen
Lees bron 15 en beredeneer van de onderstaande zinnen en
begrippen of het een gebeurtenis, verschijnsel of ontwikkeling is:• 781 Lodewijk wordt onderkoning van Aquitanië• Kroondomeinen• De leenmannen krijgen de kroondomeinen steeds meer in eigen handen• Leenstelsel
Opdacht 8afbeeldingen analyseren (zie ook blz 331 Kijkwijzer)
• Wat is er te zien? personen, voorwerpen, achtergrond
• Welke effecten, overdrijving of vertekening zijn er te zien?
• Titel afbeelding?• Wie is de maker?• Wie is de opdrachtgever?• Afbeelding te zien voor publiek?• Is er gebruik gemaakt van
symboliek?• Met welke doel is de afbeelding
gemaakt?• Wat zegt de afbeelding over de
tijd waarin het is gemaakt?