handleiding philips firmware

Digital Satellite Receiver For in-home reception of digital satellite services

HET KOMPLETE HANDBOEK GEBASEERD OP

HDL Versie 4.49A Jay en LeonK

Deze handleiding is geschreven door Hauselito. Met dank aan Jay, Leon, Leesbril en Lexfiles

INHOUD 1 Inleiding ………………………………………………………………………………….. 1 Veiligheidsvoorschriften ………………………………………………………….. 1 Bediening en aansluitingen van de DSX 6073 ………………………………… 2 Afstandsbediening …………………………………………………………………. 3 Functietoetsen …………………………………………………………………….. 3 2 Ontvanger aansluiten …………………………………………………………………. 5 3 Menu structuur ………………………………………………………………………….. 7 4 Installeren van de Satellietontvanger ……….…………………………………..…. 8 Systeem instellingen ……………………………………………………………… 9 Decoder/RS232 instellingen …………………………………………………….. 9 TV/VCR/DVD-R instellingen ..………………………………………………….. 12 Persoonlijke instellingen ………………………………………………………... 12 Configuratie opslaan ……………………………………………………………. 13 Technische instellingen …………………………………………………………. 13 LNB instellingen …………………………………………………………………. 14 Richten van de schotelantenne ……………………………………………….. 15 Richten van een schotelantenne met rotor …………………………………… 16 Vastleggen van satellietposities ……………………………………………….. 22 Installeren van kanalen bij vaste schotelopstelling ………………………….. 24 Provider volgorde ……………………………………………………………….. 25 Willekeurige lijst …………………………………………………………………. 26 Installeren van kanalen bij schotelopstelling met rotor ……………………… 26 5 Het Hoofdmenu ……………………………………………………………………….. 31 Kinderslot en Remote Key ……………………………………………………… 31 Code instellen …………………………………………………………………… 32 Kanalen (de)blokkeren ………………………………………………………… 32 Kijken naar een kanaal met kinderslot ………………………………………. 34 Voorkeuzekanalen instellen …………………………………………………… 35 Programma’s opnemen ………………………………………………………… 36 Opname van een kanaal waar u naar kijkt …………………………………… 36 Opnemen van een programma dat later wordt uitgezonden ………………. 36 Een programma opnemen vanuit de Electronische Programma Gids ……. 38 Opname Indicatie ………………………………………………………………. 40 Abonnementsinformatie ……………………………………………………….. 40 Geldigheidsduur van uw abonnement …………………………………………41 Brievenbus ………………………………………………………………………. 41 6 Informatiebalken ……………………………………………………………………… 42 Bovenste balk ……………………………………………………………………. 42 Onderste balk ……………………………………………………………………. 42 7 Electronische Programma Gids ……………………………………………………. 44 8 De Zaplijst ……………………………………………………………………………… 45 9 Het Plusmenu …………………………………………………………………………. 47 Timer ……………………………………………………………………………... 47 Taal en Ondertiteling …………………………………………………………… 47 Rotorpositie ……………………………………………………………………… 47 10 Het Servicemenu ……………………………………………………………………… 48 ECM PID ………………………………………………………………………….. 48 Beschikbare ECM PID’s ………………………………………………………… 48 PBM SECA ……………………………………………………………………….. 49

Kanaal bewerken ………………………………………………………………... 49 Transponder bewerken ………………………………………………………… 52 Opties …………………………………………………………………………….. 55 Extra opties ………………………………………………………………………. 56 CAM info & RS232 instellingen ……………………………………………….. 57 SHL-CRYPT opties ……………………………………………………………… 59 11 Uw ontvanger van nieuwe software voorzien …………………………………… 60 De OSLink methode ……………………………………………………………. 60 Controle van uw OSLink ………………………………………………………... 61 Het programmeren van uw ontvanger ………………………………………… 63 De seriële methode ……………………………………………………………… 67 Uitlezen van de aanwezige firmware van de ontvanger …………………….. 67 Schrijven van nieuwe firmware naar de ontvanger ………………………….. 70 Schrijven van een nieuwe kanalenlijst ………………………………………... 73 12 Geavanceerde Instellingen …………………………………………………….…… 74 Virtuele Smartcard ……………………………………………………………… 74 Het programma DOWNLOADER ………………………………………………. 74 Nieuwe sleutels handmatig invoeren …………………………………………. 75 Uw kanalenlijst voorzien van nieuwe sleutels ……………………………….. 76 Service Kaart ……………………………………………………………………. 79 Funcard geschikt maken als servicecard ……………………………………. 79 Een servicecard maken ………………………………………………………… 80 Een servicecard uitlezen ……………………………………………………….. 82

INLEIDING

Veiligheidsvoorschriften Let op gevaarlijke spanningen in uw ontvanger. De kast niet openen. Mag alleen door speciaal opgeleid personeel gerepareerd worden. Plaats deze Philips-satellietontvanger niet in de regen of in een vochtige omgeving, om kortsluiting en dus brand of elektrische schokken te voorkomen. Controleer voordat u de ontvanger op de netspanning aansluit of de netspanning overeenkomt met de spanning op het plaatje aan de onderzijde van de ontvanger. Zoniet, raadpleeg uw dealer. Zorg dat er geen voorwerpen en vloeistoffen in de luchtopeningen komen. Wanneer er vloeistof in de ontvanger terecht komt, neem de netstekker van de ontvanger uit de contactdoos en haal er een TV-technicus bij. Zorg dat de lucht in de luchtopeningen vrij kan circuleren. Laat minstens 3 cm vrij rondom de ontvanger. Plaats de ontvanger niet dichtbij een warmtebron (radiator, e.d.) of een apparaat met een sterk magnetisch veld (zoals een motor, transformator). Gebruik de ontvanger niet in een stoffige omgeving waar het onderhevig is aan trillingen. Gebruik de ontvanger niet meteen nadat u het apparaat van een koude naar een warme omgeving – of omgekeerd – verplaatst heeft, of in een omgeving met een hoge luchtvochtigheidsgraad. Voorkom heftige schokken als u de ontvanger moet vervoeren. Maak de ontvanger schoon met een vochtige zeemleren lap. Gebruik nooit een schuurmiddel. De ontvanger levert een spanning van 14 of 18 V gelijkspanning aan de satellietschotel. Zorg dat u de satellietschotel alleen aansluit op de ingangen voor satellietschotel, en op geen enkele andere ingang. Sluit nooit een kabel aan of vervang nooit een kabel terwijl de ontvanger op netspanning aangesloten is. Steek de netstekker van de ontvanger nu nog niet in de wandcontactdoos, maar lees deze instructies eerst verder.

PHILIPS DSX607x firmware HDL 4.49A 1

1 Smartcard opening. 6 Volume instellen (lager) / keuze in menu. 2 Bankpas opening. 7 Programma keuze / menu keuze omlaag. 3 4 Cijferig display. 8 Programma keuze / menu keuze omhoog. 4 AAN / UIT schakelaar. 9 Volume instellen (hoger) / keuze in menu. 5 OK toets. 10 Menu toets.

1 Ingang voor het netsnoer - 6 Parallelle poort (SELV). 230 V AC / 50 Hz (excessive voltage). 7 HIFI audio uitgang (SELV). 2 Ingang voor de telefoonkabel (TNV3).

8 Scart-aansluiting voor videorecorder 3 Scart-aansluiting voor TV (SELV). (SELV). 4 Aansluiting voor schotelantenne (SELV). 9 Antenne uitgang voor tweede satelliet ontvanger (SELV). 5 Seriële poort (SELV). SELV : Safety Extra Low Voltage. TNV3 : Telecommunication Network Voltage 3. NB: Het serie- en typenummer bevinden zich op de sticker aan de onderzijde van uw Ontvanger.


1.1 AFSTANDSBEDIENING A. FUNCTIE TOETSEN

A Drukt u op de A-toets dan verschijnt het zogenaamde PID-scan scherm in beeld. Dit scherm wordt besproken in Hoofdstuk 10.1. Drukt u twee keer op de A-toets dan verschijnt het venster CAM INFO & RS232 INSTELLINGEN. Dit venster wordt behandeld in hoofdstuk 10.7. B Wanneer u op de B-toets drukt verschijnt het venster RS232 ONDERTITEL INSTELLINGEN.


1 Met deze optie stelt u het kleurenschema samen. 2 Hiermee stelt u de achtergrondkleur in. 3 Deze optie geeft u de mogelijkheid om de tekstkleur te veranderen. 4 Hiermee stelt u de tijd in dat de ondertitels worden getoond. C Hiermee start u de onder titels.

Voor de ondertitels heeft u het softwareprogramma MEDIASAT SUBTITLES nodig en een seriële kabel tussen uw PC en de satellietontvanger. Het programma is ingesloten bij deze handleiding. Verbind uw PC met de satellietontvanger middels een seriële kabel. Na het starten van het programma, verschijnt bovenstaand venster. Links boven is een kleine werkbalk met de knoppen OPEN, RS232, PLAY, PAUSE en STOP. Klik op OPEN om een SRT-ondertitel bestand te openen. Selecteer in het keuzeveld daaronder de in gebruik zijnde COM poort waar u de seriële kabel op hebt aangesloten. Selecteer, als de een voortgangsbalk wilt zien, ProgressBar. Wacht nu tot het programma dat u met ondertitels wilt zien begint en klik op PLAY. Als de ondertitels niet geheel synchroon met de film zijn, kunt op >, >>, < of << klikken om de tijd in stappen van 1 of 10 seconden te corrigeren. C Niet in gebruik. D U kunt met deze firmwareversie kanalen zoeken op naam. Druk hiertoe op de D-toets. E Door op de E-toets te drukken, brengt u de zaplijst op uw TV scherm, twee keer Drukken geeft een uitgebreide zaplijst. Dit wordt behandeld in hoofdstuk 9 Om de Satellietontvanger te resetten wanneer de software onverhoopt mocht vastlopen, drukt u achtereenvolgen op TV/SAT en MUTE. De ontvanger zal zich uitschakelen en daarna weer inschakelen.


ONTVANGER AANSLUITEN In dit hoofdstuk leest u hoe u de Philips digitale satelliet ontvanger kunt aansluiten op de apparatuur die u al bezit, zoals een TV en een videorecorder (VCR).

Note:

• Afspelen van een videocassette.

Wij raden u aan om voor het afspelen van een videocassette, uw ontvanger in standby te zetten.

• Digitale draadloze telefoon.

Als u een digitale draadloze telefoon (DECT) bezit kan deze in sommige gevallen storingen op het signaal van uw ontvanger / TV toestel veroorzaken. Wij adviseren u dan ook om beide apparaten niet in elkaars directe nabijheid te plaatsen.

• Smartcard

Laat uw smartcard a.u.b. in de decoder zitten zodat uw abonnement maandelijks kan worden verlengd.

• Aanvullende garantievoorwaarde.

Indien binnen de garantieperiode de satellietontvanger defect raakt, ruilt Philips Nederland hem om. De klant doet in dat geval afstand van zijn oorspronkelijk in eigendom behorend apparaat.


(1) Gebruik de meegeleverde speciale verloop stekker. LET OP! Alarmnummer bellen wanneer het modem actief is. Wanneer uw modem actief is kunt alleen een alarmnummer bellen door de digitale ontvanger uit te zetten met de aan/uit knop aan de voorkant LET OP! Dit apparaat is goedgekeurd volgens de beschikking van de raad 00/303/EG voor pan-Europese aansluiting van enkelvoudige eindapparatuur op het openbaar geschakelde telefoonnetwerk (PSTN). Gezien de verschillen tussen de individuele PSTN’s in de verschillende landen, biedt deze goedkeuring op zichzelf geen onvoorwaardelijke garantie voor een succesvolle werking op elk PSTN- netwerk- aansluitpunt Neem bij problemen in eerste instantie contact op met de leverancier van het apparaat.


MENU STRUCTUUR

SERVICE KAART MENU.

INSTELLEN VAN DE VOORKEURKANALEN.

KANALEN INSTALLEREN, KANALEN TOEVOEGEN EN VERWIJDEREN, VOLGORDE VAN KANALEN WIJZIGEN EN EEN OVERZICHT VAN DE COMPLETE LIJST VAN KANALEN.

HANDMATIG TOEVOEGEN OF WIJZIGEN VAN KEYS VAN DE VERSCHILLENDE PROVIDERS

INSTELLINGEN VAN DE ONTVANGER, DE TV, DE VIDEO/DVD-R ETC.

INSTELLEN EN WIJZIGEN VAN DE CODE EN INSTELLEN VAN EEN KINDERSLOT.

GELDIGHEIDSDUUR VAN HET ABONNEMENT RAADPLEGEN EN NALEZEN VAN BERICHTEN VAN CANAL+.

CONTROLEREN VAN DE SIGNAALSTERKTE VAN DE ONTVANGST, EN ANTENNE- EN ROTOR INSTELLINGEN.

INSTELLEN VAN DE TIJD EN HET KANAAL VOOR EEN VIDEO-OPNAME.

INFO OVER DE INGEBOUWDE CAM, KINDERSLOTCODE EN KANALEN ZOEKEN.

WIJZIGEN VAN DE TV- ,VIDEO- EN DVD-R STANDAARDINSTELLINGEN.

WIJZIGEN VAN HET VOLUME, DE ONDERTITELING, DE GESPROKEN TAAL, HOE LANG DE IFORMATIEBALK IN BEELD IS, HET ALARM, DE TIJD ETC

CONTROLEREN VAN DE SIGNAALSTERKTE, EN INSTELLEN VAN ROTOR EN LNB.

RAADPLEGEN VAN DE SOFTWAREVERSIE EN DE MAKERS ERVAN.


INSTALLEREN VAN DE SATELLIET-ONTVANGER Hoe kunt u de satellietontvanger instellen! 1. Stop de smartcard in de linker opening aan de voorkant van de decoder (SMARTCARD 1.)

2. Druk op de AAN/UIT knop op de decoder.

3. Druk op de rode toets van de afstandsbediening om de decoder aan te zetten. Indien uw leverancier de decoder niet met zenderlijst heeft geleverd, verschijnt in het scherm het HOOFDMENU.

U heeft op dit moment alleen toegang tot de opties 4, 5, 7,8 en 9. Wanneer het HOOFDMENU niet verschijnt nadat u de ontvanger heeft aangezet, druk dan twee keer op de toets TV/SAT van uw afstandsbediening. NOTE: In het algemeen, indien u na het aanzetten van uw ontvanger geen beeld heeft, druk dan twee keer op de toets TV/SAT van uw afstandsbediening. 4. Voer de volgende drie stappen uit om de decoder in te stellen, : Stap 1 SYSTEEM INSTELLINGEN (Toets 4) Stap 2 TECHNISCHE INFORMATIE (Toets 7) Stap 3 KANALEN INSTALLEREN (Toets 5)


4.1 SYSTEEM INSTELLINGEN A. 1 • DECODER/RS232 INSTELLINGEN

U komt in het HOOFDMENU door de MENU-toets in te drukken. Om in het MENU een van de opties te kiezen kunt u op het gewenste nummer drukken of met behulp van de pijltjestoetsen ↑↓ een optie te selecteren. Druk op OK om uw keuze te bevestigen. Kies vanuit het HOOFDMENU optie 4 (SYSTEEM INSTELLINGEN), en vervolgens 1 (DECODER/RS232 INSTELLINGEN) Via dit MENU kunnen de voorkeurinstellingen van uw ontvanger vastgelegd worden. Gebruik de pijltjestoetsen ↑↓ om het nummer van de gewenste functie te selecteren. De mogelijke opties verschijnen door de pijltjestoetsen ←→ te gebruiken.


MENU TAAL Hiermee stelt u in, in welke taal het MENU wordt gepresenteerd. U kun kiezen tussen Nederlands, Engels of Spaans.

1e VOORKEURTAAL U kunt kiezen tussen Nederlands, Spaans, Frans, Engels, Duits en Italiaans of de originele versie. Het is afhankelijk van de provider of deze functie wordt ondersteunt.

2e VOORKEURTAAL Wanneer de eerste voorkeurtaal niet door de provider wordt uitgezonden, dan kunt u bij deze optie uw tweede voorkeurtaal instellen.

ONDERTITELING U kunt kiezen tussen Nederlands, Spaans, Frans, Engels, Duits en Italiaans of geen ondertiteling. Het is afhankelijk van de provider of deze functie wordt ondersteunt.

VOLUME NIVEAU TV Hiermee stelt u de u de standaardwaarde voor het volume in. Wanneer u naar een programma kijkt, kunt u met de pijltjestoetsen ←→ het volumeniveau aanpassen.

HELDERHEID RGB Hiermee stelt u de standaardwaarde in voor de helderheid van het signaal dat door de ontvanger naar uw TV wordt gestuurd, wanneer u in het MENU TV/VCR/DVD-R INSTELLINGEN gekozen heeft voor het RGB signaal.

INFO BALK Hiermee stelt u in hoelang de balk die de naam en het nummer van het gekozen kanaal aangeeft op het scherm moet blijven staan. U kunt kiezen uit 3 sec, 6 sec of geen balk.

ALARM Geeft automatisch aan wanneer een door u geselecteerd programma gaat beginnen. U kunt kiezen uit alleen audio, alleen video of audio én video.


TIJD De juiste datum en tijd worden automatisch in de satellietontvanger gezet als u alle instellingen heeft voltooid. De datum en tijd kunnen echter ook met de hand worden ingesteld Om dit in te stellen drukt u op 8 of op de B-toets.

U navigeert met behulp van de pijltjestoetsen ↑↓ en kunt zo bij de verschillende opties de juiste waarden invullen. Druk op de A-toets om uw invoer te bevestigen en terug te keren naar het voorgaande scherm.

RS232 BAUDRATE Hiermee stelt u de snelheid waarmee uw satellietontvanger communiceert met uw pc. Om de verschillende instellingen te kiezen gebruikt u de pijltjestoetsen ←→ op de afstandsbediening.

SETTINGS DOWNLOADEN U kunt door middel van uw pc en het softwareprogramma Mediasat Editor Studio (dit programma vindt u in het Download Castle op www.hutsefruts.nl) een kanalenlijst samenstellen. Verbind uw pc middels een seriële kabel met uw satellietontvanger en stuur de lijst nu naar de satellietontvanger.

Na alle instellingen gedaan te hebben keert u terug naar MENU 4 door vanuit MENU 4.1/D (DOWNLOAD INSTELLINGEN) op C te drukken. Vanuit MENU 4.1.8 (TIJD INSTELLINGEN) en MENU 4.1 (DECODER/RS232 INSTELLINGEN) dient u hiervoor op A te drukken.


http://www.hutsefruts.nl/

B. 2 • TV/VCR/DVD-R INSTELLINGEN Kies vanuit het HOOFDMENU optie 4 (SYSTEEM INSTELLINGEN), en vervolgens 2 (DECODER/RS232 INSTELLINGEN). Hier heeft u de mogelijkheid om uw TV en videorecorder optimaal in te stellen. Gebruik voor navigatie door dit menu de pijltjestoetsen ↑↓ op de afstandsbediening. Om de verschillende instellingen te kiezen gebruikt u de pijltjestoetsen ←→ op de afstandsbediening.

BEELDFORMAAT TV : 4/3 standaard of 16/9 breedbeeld

AUDIO TV : Stereo of mono

SIGNAAL TV : RGB of CVBS

AUDIO VCR/DVD-R : Stereo of mono

SIGNAAL VCR/DVD-R : PAL of NTSC Na de gewenste instellingen gemaakt te hebben keert u terug naar MENU 4 (SYSTEEM INSTELLINGEN) door op A te drukken.

C. 3 • PERSOONLIJKE INSTELLINGEN Kies vanuit het HOOFDMENU optie 4 (SYSTEEM INSTELLINGEN), en vervolgens 3 (PERSOONLIJKE INSTELLINGEN). Dit is een toekomstige uitbreiding van deze firmwareversie, u ziet het volgende scherm;


D. 4 • CONFIGURATIE OPSLAAN Wanneer u veranderingen in u configuratie aanbrengt, zoals de kleur en transparantie van menu’s of de codering van een specifiek kanaal, dan moet u deze vastleggen in het geheugen van de satellietontvanger. Door optie 4 te kiezen worden de veranderingen opgeslagen zodat u bij het volgend gebruik van uw ontvanger de laatst opgeslagen configuratie weer ter beschikking hebt.

4.2 TECHNISCHE INSTELLINGEN Druk vanuit het HOOFDMENU op 7 (TECHNISCHE INFORMATIE), en vervolgens 1 (SCHOTEL/ROTOR/LNB INSTELLINGEN)

Via het scherm SCHOTEL INSTELLINGEN kunt u zien hoe sterk het ontvangen signaal is.

Wanneer de schotel nog niet op een satelliet is gericht, is geen signaalsterkte zichtbaar. Om zeker te stellen dat de signaalsterkte indicatie bij het richten van de schotel te zien zal zijn, moet u de juiste waarden invoeren bij de instellingen voor de LNB’s. Om dit te bewerkstelligen drukt u op B (LNB INSTELLINGEN).


A. LNB INSTELLINGEN Het MENU 7.1/B (LNB INSTELLINGEN) geeft u de mogelijkheid instellingen in te voeren voor 4 verschillende satellieten. Bij het openen van dit menu is de keuzemogelijkheid LNB geselecteerd, hiermee kunt u met de pijltjestoetsen ←→ LNB-A t/m LNB-D kiezen en de daarbij behorende waarden invullen. U navigeert door dit scherm m.b.v. de pijltjes toetsen ↑↓ van de afstandsbediening om de waarden in te voeren.

Het is belangrijk te weten welke LNB welke satelliet ontvangt. Bij de hieronder genoemde voorbeelden, ontvangt LNB-A de ASTRA satelliet en voor de juiste signaalsterkte voert u hier de gegevens voor de ASTRA satelliet in. Hier volgen een aantal instellingen voor de meest voorkomende satellieten.

• SATELLIET : ASTRA 19,2°E • LNB : A • BAND : KU • FREQUENTIE : 11778 • LNB L.O. FREQUENTIE : 10600 • POLARISATIE : VERTICAAL • 22 KHz : JA • SYMBOL RATE : 27.500 • FEC : 3/4

• SATELLIET : Hotbird 13°E • LNB : B • BAND : KU • FREQUENTIE : 12072 • LNB L.O. FREQUENTIE : 10600 • POLARISATIE : VERTICAAL • 22 KHz : JA • SYMBOL RATE : 27.500 • FEC : 3/4

• SATELLIET : Sirius 5°E • LNB : C • BAND : KU • FREQUENTIE : 12054 • LNB L.O. FREQUENTIE : 10600 • POLARISATIE : VERTICAAL • 22 KHz : JA • SYMBOL RATE : 27.500 • FEC : 3/4


• SATELLIET : Thor 1°W • LNB : D • BAND : KU • FREQUENTIE : 11247 • LNB L.O. FREQUENTIE : 9750 • POLARISATIE : VERTICAAL • 22 KHz : JA • SYMBOL RATE : 24.500 • FEC : 7/8

Controleer in ieder geval de L.O. waardes van de LNB. Deze vindt u in de handleiding van de schotelantenne of op de sticker van de LNB. Neem contact op met de leverancier van de schotel als u de waarde niet kunt vinden. U kunt de naam van de satelliet veranderen. Standaard staat hier LNB gevolgd door de bijbehorende letter. Ga met behulp van de pijltjestoetsen ←→ van de afstandbediening naar links, hierbij wordt de naam gewist. U kunt nu met de numerieke toetsen van uw afstandsbediening de naam van de satelliet aanpassen. 1 = 1ABCabc 2 = 2DEFdef 3 = 3GHIghi 4 = 4JKLjkl 5 = 5MNOmno 6 = 6PQRpqr 7 = 7STUstu 8 = 8VWXvwx 9 = 9YZyz{

Spaties zijn hierbij niet mogelijk.

De naam die u hier invult, wordt in het menu SCHOTEL INSTELLINGEN weergegeven, dit maakte het eenvoudig de juiste LNB te kiezen bij het richten van de schotel.

B. HET RICHTEN VAN DE SCHOTELANTENNE De satellieten bedoeld voor radio/tv uitzendingen, bevinden zich boven de evenaar in een geostationaire baan. Dat houdt in dat ze ten opzichte van de aarde een vaste positie bekleden. De satellieten bevinden zich allemaal precies boven de evenaar en hebben allen dezelfde hoogte ten opzichte van de aarde. Deze “riem” van satellieten staat bekend als de Clark Belt De satellietposities worden weergegeven in graden Oost of West van de nulgradenlijn (deze denkbeeldige lijn heet de nulmeridiaan en loopt over het plaatsje Greenwich in Engeland). Omdat Nederland zich op het noordelijk halfrond bevind en de satellieten boven de evenaar staan, zal de richting van de schotelantenne (voor de Astra satelliet) grofweg zuid zijn.


Deze werkwijze gaat uit van 1 schotelantenne met daarop 1 LNB gemonteerd en onder punt A (LNB INSTELLINGEN) bij LNB A staan de waarden voor de ASTRA satelliet. In dit voorbeeld staat de schotelantenne aan het Velperplein in Arnhem, dit is van belang voor de azimuth en elevatie (horizontale richting en verticale hoek), en de te ontvangen satelliet is Astra op 19,2° Oost. Voor het richten van de antenne heeft u een kompas nodig

1. Druk vanuit het HOOFDMENU op 7 (TECHNISCHE INSTELLINGEN), en vervolgens 1 (SCHOTEL/ROTOR/LNB INSTELLINGEN)

2. Zet de LNB SPANNING op AANWEZIG met behulp van de pijltjestoetsen ←→.

3. Klik hier om de azimuth en elevatie voor de schotelantenne te berekenen. U gaat uw antenne richten op Astra, de positie hiervan is 19.2° Oost. De geografische positie van het Velperplein te Arnhem is 51.59 Noord en 5.54 Oost. Voor uw eigen situatie maakt u gebruik van Maporama. Wanneer u dit heeft ingevuld, drukt u op de knop Berekenen, de uitkomst verschijnt daar onder; Azimuth = 162.77° Elevatie = 29.58°.

4. Noteer de zojuist berekende waarden en stel uw schotel hierop af. Om de Azimuth in te stellen heeft u het kompas nodig. Lees de gebruiksaanwijzing van het kompas en richt de schotel op 163° (afgerond). De Elevatie staat aangegeven op de zijkant van de schotelantenne, stel deze in op 30° (afgerond). Draai de bouten van de antenne nog niet te vast, u zult waarschijnlijk nog iets moeten verdraaien om het beste signaal te verkrijgen.

5. In het scherm staat de signaalsterkte indicator die de kwaliteit en de sterkte van het ontvangen signaal aangeeft.De lengte van de balk geeft de sterkte aan, de kleuren geven de kwaliteit aan. Richt de schotel zo goed mogelijk uit: de balk moet zo ver mogelijk uitslaan.

• Als de signaalkwaliteit groen is en 50% of meer is, is de signaalsterkte acceptabel.

U kunt de schotel op deze positie vastzetten.

• Wanneer de signaalkwaliteit oranje is moet u de richting en/of elevatie van de schotel veranderen om een betere kwaliteit te krijgen.

• Bij een rode balk is de signaalkwaliteit slecht.

Het signaal kan slecht zijn omdat:

- De schotel niet goed gericht staat. - De verbinding tussen de schotel en de ontvanger via de coaxkabel niet in orde is

Wanneer de signaalsterkte indicator 50% of meer aangeeft, is de ontvanger klaar om de kanalen in het geheugen op te nemen. Druk op B om naar MENU 7.1/B (SCHOTEL/ROTOR/LNB INSTELLINGEN) terug te keren.

C. HET RICHTEN VAN EEN ANTENNE MET ROTOR Ook in dit voorbeeld staat de schotelantenne aan het Velperplein in Arnhem. Voor uw eigen situatie, maakt u gebruik van Maporama. De geografische positie van het Velperplein is 51.59 Noord en 5.54 Oost. U heeft een kompas nodig voor het richten van de antenne en een satfinder (verkrijgbaar bij onder meer www.oslink.org) voor het detecteren van het satellietsignaal. 1. Bevestig de rotor volgens de gebruiksaanwijzing aan de muurbeugel of mast. Het is

belangrijk dat deze loodrecht gemonteerd is.


http://home.tiscali.nl/hausi/AzEl.htm

http://www.maporama.com/

http://www.maporama.com/

http://www.oslink.org/

2. Allereerst moet de juiste rotorelevatie worden ingesteld. Deze is afhankelijk van de afstand tussen uw positie en de satelliet. Op de zijkant van de rotor is een gradenboog afgebeeld waar u de breedtegraad van uw positie kunt instellen; in dit geval de positie van het Velperplein in Arnhem, 51.59 Noord (afgerond 52°).

3. De as van de rotor moet zich in de zogenaamde nulstand bevinden. In de as van de

rotor zit een hoek, zodat als de rotor draait, de as een boog beschrijft, de nulstand is het hoogste punt in deze boog. Monteer de schotelantenne zodanig op de as dat de schotel haaks op middellijn van de staat.

4. Draai de bouten van de rotor en antenne zó vast, dat u deze met enige moeite nog kunt

verdraaien.

5. De lengtegraad van het Velperplein is 5.54 Oost. Richt de rotor inclusief schotel op een satelliet waarvan de lengtegraad zoveel mogelijk overeenkomt met de uwe, in dit geval is dat Sirius 5° Oost. Maak gebruik van deze berekening. Vul bij Satelliet Positie 5 in, en bij Eigen Positie de geografische positie van het Velperplein. Druk op de Knop Berekenen en daar onder verschijnt de uitkomst.


http://home.tiscali.nl/hausi/AzEl.htm

6. U ziet dat de azimuth van de rotor (incl. antenne) 180.69° moet zijn. Dit is bijna perfect zuid. Lees de gebruiksaanwijzing van het kompas en richt de schotel op 180° (afgerond). Markeer deze positie met een viltstift op de as van de muurbeugel en de klem van de rotor.

7. Nadat de richting min of meer goed is ingesteld, volgt de elevatie. De uitkomst van de berekening was 30.95°. U kunt deze elevatie echter niet zonder meer gebruiken omdat de rotor reeds onder een hoek is gemonteerd. Gebruik de volgende berekening om de juiste waarde van de elevatie te verkrijgen.

• Elevatie Schotel = VO – (60 – BG), waarbij VO (Vaste Opstelling) de zojuist

verkregen waarde van 30.95° is en BG de breedtegraad van het Velperplein vertegenwoordigd.

• Elevatie Schotel = 30.95 – (60 – 51.59) = 22.54° 8. Stel de schotel met behulp van de graden verdeling op de zijkant, in op 22.54°. 9. Draai de bouten van de schotelelevatie zó vast, dat u deze met enige moeite nog kunt

verdraaien.

10. Schakel de satellietontvanger in en druk vanuit het HOOFDMENU op 7 (TECHNISCHE INFORMATIE), kies 1 (SCHOTEL/ROTOR/LNB INSTELLINGEN) en vervolgens B (LNB INSTELLINGEN).

Omdat u bij een geïnstalleerde rotor slechts van één LNB gebruik maakt, vult u de satellietgegevens in onder LNB A. U heeft de rotor gericht op Sirius en vult dus de gegevens van deze satelliet in. Onder 4.2/A staan deze gegevens vermeldt.

Druk hierna op B om naar Menu 7.1 terug te keren. Wanneer de signaalsterkte indicator nu reeds een groene balk vertoont heeft u de schotel al goed op Sirius gericht.

Probeer nu door het verdraaien van de rotor azimuth (NIET de antenne) en antenne elevatie het best mogelijke signaal te verkrijgen.

11. Is er nog geen balk zichtbaar in de signaalsterkte indicator dan plaats u de satfinder, volgens de gebruiksaanwijzing, tussen de LNB en de satellietontvanger. De rotor wordt nog NIET aangesloten. Draai nu langzaam de rotor met de hand naar links of rechts tot u signaal hebt op de satfinder. Let wel, het gaat hierbij om slechts enkele millimeters tot hooguit een centimeter.

Geeft de satfinder geen signaal, dan verandert u de elevatie van de schotel iets naar boven of beneden. Verdraai de rotor handmatig weer links- of rechtsom.

Herhaal deze handelingen tot u de sterkst mogelijke signaaluitslag op de satfinder hebt. Gebruik de viltstift markering als referentie.

12. Heeft u signaal op de satfinder, dan kijkt u in het Menu LNB INSTELLINGEN of de signaalsterkte indicator een groene balk weergeeft. Wanneer dat niet het geval is, ontvangt u het verkeerde satellietsignaal en moet u de antenne opnieuw richten.

Vertoont de signaalsterkte indicator wel een groene balk, dan staat de antenne op de juiste satelliet, in dit geval Sirius, gericht.

Draai de bouten van de schotelelevatie en rotor vast.


13. Nu de rotor is gericht op de satelliet die zich, vanaf uw positie, het hoogst in de Clark Belt bevindt, volgen de satellieten die zich het verst oost of west in de Clark Belt bevinden en voor u nog te ontvangen zijn.

De volgende stap is het afstellen van de draaicirkel van de rotoras, zodat deze dezelfde boog beschrijft als de Clark Belt.

Sluit eerst de rotor aan op uw systeem en laat de satfinder ook aangesloten. Wanneer uw rotor is uitgerust met 2 knoppen voor rotatie naar oost en west dan heeft u

de satellietontvanger niet nodig. Als dat niet het geval is moet u de ontvanger in de directe nabijheid van de schotel plaatsen omdat u dan m.b.v. het MENU 7.1/C

(ROTOR INSTELLINGEN) de rotor moet gaan draaien. Note: De volgende stappen worden uitgevoerd met behulp van de ontvanger, beschikt

uw rotor over 2 knoppen dan gebruikt u die voor het verdraaien hiervan. 14. Druk, vanuit MENU 7.1/B (SCHOTEL/ROTOR/LNB INSTELLINGEN), op C (ROTOR

INSTELLINGEN). De signaalsterkte indicator zou in dit geval uitslag moeten vertonen. Er bevinden zich drie knoppen in het scherm waarmee u de rotor kunt verdraaien en stoppen, deze bedient u d.m.v. de knoppen 1, 2 of 3 van uw afstandbediening. Bij CONFIGURATIE kunt u onder DRAAI INSTELLING kiezen tussen PER STAP en SEC, kies hier PER STAP. Bij TIMEOUT (SEC) kunt u instellen hoeveel seconden de decoder zoekt naar signaal, alvorens te stoppen wanneer op een sat-positie geen signaal aanwezig lijkt te zijn. Hier selecteert u 0. AANTAL STAPPEN/SEC geeft u de mogelijkheid in te stellen hoelang de rotor draait als u bij DRAAI INSTELLING heeft gekozen voor SEC en hoeveel stappen als u voor STAPPEN heeft gekozen, kies voor 1.

15. Druk op toets 1 van uw afstandbediening en laat de rotor naar de uiterst oostelijke satelliet draaien welke nog uitslag geeft op de satfinder (Dit hoeft niet de meest oostelijke richting van de schotel te zijn). Hier stopt u de rotor, door op toets 2 van uw afstandbediening te drukken. Bepaal nu aan de hand van de satfinder of u het signaal sterker kunt ontvangen door de schotelantenne licht voorover of achterover te bewegen. Noteer of het signaal beter wordt door voor- of achterover te bewegen. Druk op toets 3 van uw afstandbediening en laat de rotor naar de uiterst westelijke satelliet draaien welke nog uitslag geeft op de satfinder (Ook dit hoeft niet de meest westelijke richting van de schotel te zijn) Voer dezelfde handelingen uit en noteer de bevindingen. Draai de rotor middels de ontvanger terug op Sirius.


16. Nadat u dit alles gedaan heeft, kunnen zich 5 mogelijke toestanden voordoen.

16.1 MOGELIJKHEID 1 U ontvangt in de uiterste positie van de schotel, zowel oost als west, ook de meest oostelijke en westelijke satelliet met het best mogelijke signaal. In dit geval bent u klaar met de afstelling en kunt u beginnen met het vastleggen van de satellietposities.

16.2 MOGELIJKHEID 2 Het signaal wordt beter bij een opwaartse beweging in het oosten, en een neerwaartse beweging in het westen. Draai de bouten van de rotor azimuth iets los en verdraai de rotor lichtjes naar het westen. Draai de bouten weer vast en draai de rotor m.b.v. de satellietontvanger terug op Sirius. Herhaal nu de handelingen genoemd onder punt 15.

16.3 MOGELIJKHEID 3 Het signaal wordt beter bij een neerwaartse beweging in het oosten, en een opwaartse beweging in het westen. Draai de bouten van de rotor azimuth iets los en verdraai de rotor lichtjes naar het oosten. Draai de bouten weer vast en draai de rotor m.b.v. de satellietontvanger terug op Sirius. Herhaal nu de handelingen genoemd onder punt 15.


16.4 MOGELIJKHEID 4 Het signaal wordt beter bij een opwaartse beweging in het oosten, én een opwaartse beweging in het westen. Draai de bouten van de rotor elevatie iets los en beweeg de rotor licht omhoog. Draai de bouten weer vast. Verstel nu de elevatie van de schotel iets naar beneden tot u weer signaal heeft op de satfinder. Herhaal nu de handelingen genoemd onder punt 15.

16.5 MOGELIJKHEID 5 Het signaal wordt beter bij een neerwaartse beweging in het oosten, én een neerwaartse beweging in het westen. Draai de bouten van de rotor elevatie iets los en beweeg de rotor licht omlaag. Draai de bouten weer vast. Verstel nu de elevatie van de schotel iets naar boven tot u weer signaal heeft op de satfinder. Herhaal nu de handelingen genoemd onder punt 15.

17. Nu de rotor goed is afgesteld, draait u alle bouten stevig vast en verwijder de satfinder. De volgende stap is het opslaan van de satellietposities.


C. HET VASTLEGGEN VAN SATELLIETPOSITIES

Note: De volgende handelingen hoeft u niet uit te voeren wanneer u in het bezit bent van een rotor met DiSEqC 1.2 of hoger. In deze rotoren zijn de satellietposities reeds opgeslagen

Druk vanuit het HOOFDMENU op 7 (TECHNISCHE INSTELLINGEN), dan 1 (SCHOTEL/ROTOR/LNB INSTELLINGEN), vervolgens op B (SCHOTEL/ROTOR/LNB INSTELLINGEN)en tenslotte op C (ROTOR INSTELLINGEN).

De firmware biedt u de mogelijkheid om een ROTOR DRAAIBEPERKING in te stellen. Dit voorkomt dat de rotor tijdens het draaien een muur of ander obstakel raakt. Als eerste draait u de schotelantenne, door op 1 te drukken naar de uiterst oostelijke positie. Druk op D om de oostelijke draaibeperking in te stellen. Druk op 4 om de oostelijke draaibeperking in te stellen. En ga terug naar het vorige meun door op C te drukken. Draai nu de antenne, door op 3 te drukken, naar de uiterst westelijke positie. Druk op D om de westelijke draaibeperking in te stellen. Stel de west limiet in door op 5 te drukken en activeer de draaibeperking door op 6 te drukken. Druk op C om terug te keren naar ROTOR INSTELLINGEN.


Met de rotor in de nulpositie, staat de antenne gericht op Sirius. U kunt deze satelliet opslaan onder positie 1. Ga met behulp van de pijltjestoetsen ↑↓ naar BEWAAR POSITIE. Hier kunt u door middel van de pijltjestoetsen ←→ 50 posities kiezen. Selecteer positie 1 en druk op OK. Positie 1 is nu opgeslagen. Om meer satellieten toe te voegen draait u de rotor oostelijk door toets 1 van uw afstandsbediening ingedrukt te houden tot de signaal sterkte indicator uitslag vertoont. Dit is de tweede satelliet in de Clark Belt (Eutelsat W3A), gezien vanaf Sirius. Druk nu op toets 1 of 3 tot u het sterkste signaal ontvangt. Wilt u deze positie opslaan, dan gaat u met behulp van de pijltjestoetsen ↑↓ naar BEWAAR POSITIE, kies een positie met de pijltjestoetsen ←→ en druk op OK. Doe dit met alle satellieten van uw keuze volgens de onderstaande lijst.

OOSTELIJKE SATELLIETEN

WESTELIJKE SATELLIETEN

Telecom 2A 3.0 Oost Paksat 38.0 OostAstra 1A/Sirius 2-3 5.0 Oost Hellas Sat 39.0 OostEutelsat W3A 7.0 Oost Express A1R 40.0 OostEutelsat W1 10.0 Oost Türksat 1C, Eurasiasat 1 42.0 OostHotbird 1-4/6 13.0 Oost Newsat 1 42.5 OostEutelsat W2 16.0 Oost Europe Star 45.0 OostAstra 1B/C E-H, 2C 19.2 Oost Eutelsat II f2 48.0 OostArabsat 2A 20.0 Oost Eutelsat W3 (Moving 0.1° W/day) 48.0 OostAfristar 21.0 Oost Express AM 22 53.0 OostEutelsat II f3 21.5 Oost Intsat 55.0 OostAstra 1D/3A 23.5 Oost Bonum 65.0 OostArabsat 2C-D/3A 26.0 Oost NSS 703 57.0 OostEurobird, Astra 2A-B/D 28.2 Oost Intelsat 904 60.0 OostArabsat 2B 30.5 Oost Intelsat 902 62.0 OostTürksat 1B 31.3 Oost Intelsat 906 64.0 OostE-Bird 33.0 Oost Intelsat 704 66.0 OostEutelsat, Sesat W4 36.0 Oost Panamsat 7/10 68.5 Oost Panamsat 4 72.0 Oost

Thor 2-3, Intelsat 10-02 1.0 West Hispasat 1C/1D 30.0 WestAmos 1/2 4.0 West Intelsat 801 31.5 WestAtlantic Bird 3 5.0 West Intelsat 903 34.5 WestNilesat 101/102 7.0 West Intelsat 707 (Moving 2.0° W/day) 35.0 WestTelecom 2D, Atlantic Bird 2 8.0 West Satcom C1, Telstar 11 37.5 WestExpress 3A 11.0 West NSS 806 40.5 WestAtlantic Bird 1 12.5 West Panamsat 3R/6B 43.0 WestGorizont 32 14.0 West Panamsat 1R 45.0 WestTelstar 12 15.0 West Intelsat 705 50.0 WestIntelsat 901 18.0 West Intelsat 706 50.0 WestNSS 7 22.0 West Intelsat 805 55.5 WestIntelsat 905 24.5 West Panamsat 9 58.0 WestIntelsat 907 27.5 west Amazonas 61.0 West


4.3 HET INSTALLEREN VAN DE KANALEN BIJ EEN VASTE SCHOTELOPSTELLING

Kies vanuit het HOOFDMENU optie 5 (KANALENLIJST BEWERKEN). Het volgende scherm verschijnt:

Voor het volautomatisch zoeken naar kanalen kiest u optie 5 (KANALEN OPNIEUW INSTALLEREN). U wordt gewaarschuwd dat de gehele kanalenlijst verloren kan gaan.

Kies OK om door te gaan.


In MENU 5.5 (KANALEN OPNIEUW INSTALLEREN) wordt u de mogelijkheid geboden om kanalen toe te voegen op twee verschillende manieren. Voor de PROVIDER VOLGORDE drukt u op OK. Kiest u voor de WILLEKEURIGE VOLGORDE drukt u op B.

A. PROVIDER VOLGORDE Als u deze methode kiest, zullen (als u CANAALDIGITAAL heeft gekozen) de kanalen van CANALDIGITAAL in een door CANALDIGITAAL bepaalde volgorde als eerste in de kanalenlijst komen te staan. Daarna volgen de overige kanalen in willekeurige volgorde. U heeft de mogelijkheid de kanalen te filteren op alleen TV, alleen radio, alleen data, een combinatie van dezen of op alles te zoeken. Het menu biedt ook de mogelijkheid om een andere LNB te selecteren, maar in het geval van PROVIDER VOLGORDE, blijft de LNB ASTRA geselecteerd omdat Canaal Digitaal via deze satelliet uitzendt. De decoder geeft de mogelijkheid om de “overige kanalen” te hernummeren (de CANAALDIGITAAL kanalen kunt u echter niet hernummeren). Bij deze optie zal de automatische zoekfunctie ongeveer 25 tot 45 minuten duren. Tijdens deze fase verschijnt en scherm met een voortgangsindicator.


Wanneer de kanalen gevonden zijn (de indicator geeft 100% aan), drukt u op B van uw afstandsbediening en de kanalenlijst wordt in het geheugen van de decoder vastgelegd.

B. WILLEKEURIGE LIJST Indien u deze methode kiest zullen de kanalen in willekeurige volgorde in de kanalenlijst komen te staan. Ook nu heeft u heeft de mogelijkheid de kanalen te filteren op alleen TV, alleen radio, alleen data, een combinatie van dezen of op alles te zoeken. Weer biedt het menu de mogelijkheid om een andere LNB te selecteren zodat u heel gericht op satelliet naar kanalen kunt zoeken. De decoder biedt de mogelijkheid om zelf alle kanalen (incl. CANAALDIGITAAL of ander abonnement) te hernummeren. Het automatisch zoeken zal ook hier 25 tot 45 minuten in beslag nemen. Tijdens deze fase zal een voortgangsindicator zichtbaar zijn. Wanneer de kanalen gevonden zijn (de indicator geeft 100% aan), drukt u op B van uw afstandsbediening en de kanalenlijst wordt in het geheugen van de decoder vastgelegd. Er zijn nog andere methoden om een kanalenlijst in het geheugen van de ontvanger vast te leggen, dit wordt behandeld in Hoofdstuk 11.5.

4.4 HET INSTALLEREN VAN DE KANALEN BIJ EEN SCHOTELOPSTELLING MET ROTOR

Note: De volgende handelingen hoeft u niet uit te voeren wanneer u in het bezit bent van een

rotor met DiSEqC 1.2 of hoger. In deze rotoren zijn de satellietposities reeds opgeslagen en kunt u gebruikmaken van kanalenlijsten ingesteld volgens deze satellietposities. Op www.hutsefruts.nl vindt u de kanalenlijst van Roymar die hiervoor bij uitstek geschikt is. Hoe u de kanalenlijst in het geheugen van de ontvanger schrijft, leest u in hoofdstuk 11.5.

Schakel uw TV en satellietontvanger in. Druk op de Plus toets van uw afstandsbediening en het volgende venster verschijnt op uw TV. Rechts in dit venster staat C•Rotor Positie, druk op C van uw afstandsbediening en u kunt met behulp van de pijltjestoetsen ←→ de positie van de schotelantenne instellen. Kies de gewenste positie en druk op OK. Druk op de Exit-toets ( ) om dit venster te verlaten. De antenne draait naar Sirius als u positie 1 heeft gekozen. Kies vanuit het HOOFDMENU optie 5 (KANALENLIJST BEWERKEN). Het volgende scherm verschijnt:



Voor het volautomatisch zoeken naar kanalen kiest u optie 3 (KANALEN TOEVOEGEN). U heeft de mogelijkheid de kanalen te filteren op alleen TV, alleen radio, alleen data, een combinatie van dezen of op alles te zoeken. Het menu biedt ook de mogelijkheid om een andere LNB te selecteren, maar omdat in de meeste gevallen een rotor voorzien is van slechts één LNB, laat u LNB A geselecteerd. Druk op OK om het zoeken te starten. Wanneer het zoeken is beëindigd, drukt u op B van uw afstandsbediening en de kanalenlijst wordt in het geheugen van de decoder vastgelegd. Lees de kanalenlijst m.b.v. de OSLink uit de ontvanger zoals is beschreven in hoofdstuk 11.1 B 5, of 11.2 A indien u dit serieel wilt doen. Voor de hieronder beschreven handelingen heeft u de volgende software nodig; Mediasat Editor Studio ofwel MES. Dit programma kunt u vinden in het Download Castle op de site van Hutsefruts.


Open MES en klik op File, Open Patch en open de zojuist opgeslagen kanalenlijst. Er verschijnt een venster waar u het type ontvanger moet selecteren, hier kiest u voor de keuze waar Philips PATCH in voorkomt. Nu verschijnt een venster waar u de lijst moet selecteren, kies de bovenste en klik op OK. In het MES venster worden nu alle kanalen van uw lijst getoond. Hier kunt u de kanalen die u niet wilt zien verwijderen. U klikt simpelweg op het niet gewenste kanaal en u drukt op Delete. Uiteraard kunt u door CTRL te gebruiken uw selectie in één keer maken en die verwijderen. Onder de werkbalk ziet u 3 knoppen, KANALEN, TRANSPONDERS en PANEEL. Bij het openen van MES is KANALEN geselecteerd zodat het venster alle kanalen weergeeft. In afbeelding op de vorige pagina ziet u dat NED1 is geselecteerd. Wanneer PANEEL is ingedrukt ziet u links in het venster informatie over het geselecteerde kanaal. U ziet dat NED1 is geselecteerd, en dat deze zich op Transponder 1 bevindt. Note: Verwar deze transponder niet met die van de satelliet, deze zijn niet hetzelfde.

Wanneer de satellietontvanger kanalen zoekt en hij vindt het eerste kanaal dan wordt transpondernummer 1 daaraan toegekend.


Klik nu op de knop TRANSPONDERS. Het MES venster geeft nu de transponders weer. Omdat NED1 zich op transpondernummer 1 bevindt, selecteert u deze transponder. Links in het venster ziet u weer de informatie, nu betreffende de transponder die is geselecteerd. Er wordt onder meer getoond dat op zich op deze transponder 13 kanalen bevinden. Deze informatie is van weinig belang wanneer de lijst zich in de satellietontvanger bevindt, vandaar dat de firmwarebouwers hier een andere functie aan toegekend hebben. De waarde die nu onder Kanalen staat, vertegenwoordigt de satelliet positie. Bedenk dat u, toen u kanalen ging zoeken, gekozen hebt voor satellietpositie 1, dit is de Sirius satelliet. Alle kanalen die in deze lijst staan zijn dus afkomstig van deze satelliet op positie 1. Om dit aan de ontvanger door te geven moet u het aantal kanalen dat zich op deze transponder bevinden veranderen in de waarde 1.


Om dit te veranderen dubbelklikt u op Transpondernummer 1. Het volgende venster verschijnt. Rechts in het scherm ziet u onder TID en NID het aantal Kanalen (13) staan. Verander deze waarde in 1. De ontvanger zal nu “weten” dat deze transponder bij satellietpositie 1 behoort. Druk op OK om de verandering op te slaan. Omdat alle transponders in deze lijst van Sirius afkomstig zijn, dient u deze handeling voor elke transponder te herhalen. Wanneer dit is gebeurt moet u de lijst opslaan. Klik op File, Opslaan Patch. Klik alleen op …Als wanneer u het bestand een anderen naam wilt geven. Noteer wat het laatste kanaal van de lijst is en welke transponder, dan weet u waar u moet verdergaan als u de kanalen van de volgende satelliet wilt bewerken. Schrijf de lijst weer naar de ontvanger zoals beschreven in hoofdstuk 11. Herhaal deze werkwijze voor alle satellietposities waar bij u eerst de positie van de antenne verandert zoals in het begin van dit hoofdstuk staat beschreven.


HET HOOFDMENU De MENU-toets

M.b.v. het HOOFDMENU van de satellietontvanger kunt u allerlei handige zaken regelen zoals het instellen van het kinderslot, voorkeurkanalen bepalen, een timer instellen voor het opnemen van meerdere programma’s etc. U komt in het HOOFDMENU door op de MENU-toets te drukken.

Om in het HOOFDMENU een van de opties te kiezen kunt u op het gewenste nummer drukken of met behulp van de pijltjestoetsen ↑↓ daarna op OK te drukken.

5.1 KINDERSLOT EN REMOTE KEY U kunt uw persoonlijke code zelf instellen of wijzigen. Als u een programma wilt bekijken dat geblokkeerd is of als u naar een betaalprogramma wilt kijken, moet u deze code invoeren. U kunt ook de toegang tot een aantal kanalen blokkeren met het kinderslot.

Kies vanuit het HOOFDMENU optie 3 (KINDERSLOT EN REMOTE KEY).


A. CODE INSTELLEN

• Kies vanuit het menu KINDERSLOT EN REMOTE KEY, optie 1.

• Kies een getal van 4 cijfers (niet 0000, dit is de standaardcode, hiermee is het kinderslot gedeactiveerd)

• Wanneer u later uw pincode wilt wijzigen kunt u opnieuw optie 1 kiezen (AANPASSEN VAN UW PINCODE).

Bevestig uw code door op OK te drukken of, indien u een andere code wilt invoeren, ga terug naar het scherm CODE EN KINDERSLOT door op A te drukken.

B. KANALEN (DE)BLOKKEREN Hiermee kunt u de toegang tot één of meer kanalen blokkeren of deblokkeren..

• Druk op de MENU-toets, daarna op 3 en dan op 2. Wanneer u nog geen code heeft ingesteld wordt u er middels het volgende scherm op gewezen, dat eerst te doen alvorens u verder kunt gaan.

Druk op A om terug te keren naar menu 3 en voer de handelingen uit zoals beschreven onder A. CODE INSTELLEN.


• Heeft u wel een code ingesteld dan verschijnt het volgende scherm

• Voer uw code in en druk op OK, de kanalenlijst wordt gepresenteerd.

In het scherm KANALEN (DE)BLOKKEREN is het mogelijk om:

• Kanalen te selecteren waarop u een kinderslot wilt zetten. Wanneer u een kanaal heeft geselecteerd d.m.v. de pijltjestoetsen ↑↓ drukt u op OK, er

verschijnt een open slotje in het scherm.

• Druk nu op B om het kinderslot te activeren (of deactiveren), het symbool van het open slotje verandert in een gesloten slotje of omgekeerd.


C. KIJKEN NAAR EEN KANAAL MET KINDERSLOT Als u bij het zappen een geblokkeerd kanaal tegenkomt, ziet u een informatiebalk onder in het scherm. Hier wordt u gevraagd of u toegang wilt verkrijgen.

Druk op OK, nu kunt u uw code gaan invoeren.

Druk op OK om uw code te bevestigen. Het gewenste kanaal wordt nu gedeblokkeerd. Wanneer u het kanaal bij nader inzien niet wilt bekijken drukt u op A en dan het kanaalnummer van uw keuze.


5.2 VOORKEUZE KANALEN INSTELLEN

• Druk op de MENU-toets en op 2 om naar het menu VOORKEUZE KANALEN INSTELLEN te gaan.

U kunt hier een lijst met uw favoriete kanalen samenstellen. Bij het zappen tussen de kanalen ziet u dan alleen uw geselecteerde voorkeuze kanalen. Om het zappen tussen voorkeuzekanalen mogelijk te maken drukt u op de Pref-toets ( ) van de afstandsbediening.

Deze firmwareversie biedt u de mogelijkheid om 3 verschillende voorkeuze kanalenlijsten aan te maken. Zo kunt u bijvoorbeeld de sportkanalen toevoegen aan Lijst 1, nieuwszenders aan Lijst 2 en muziekkanalen aan Lijst 3. Om de verschillende lijsten te selecteren drukt u herhaaldelijk op de Pref-toets ( ) van de afstandsbediening. Op het TV scherm verschijnt het symbool in de kleur van voorkeuzelijst 1, 2 of 3. Een wit symbool betekent dat de voorkeuze functie niet actief is.

• Gebruik de pijltjestoetsen ↑↓ om u favoriete kanaal te selecteren en druk op A, B of C om uw voorkeuze kanaal op te nemen in de bijbehorende lijst. Het symbool verschijnt naast elk kanaal dat geselecteerd is, zowel in het menu van de programma’s, de INFO-balk en de Zaplijst (E-toets).

• Om de selectie van een programma ongedaan te maken, drukt u op A, B of C en het symbool verdwijnt. U kunt boven de kanalenlijst zien in welke voorkeuze lijst het

betreffende kanaal is opgenomen. Tevens heeft u de mogelijkheid om in te stellen welke voorkeuzelijsten u actief wilt hebben. Druk op de + toets van de afstandsbediening, op u TV scherm verschijnt het Plus Menu (dit wordt verderop in de handleiding uitvoerig behandeld). Afhankelijk van de zender waar u op afgestemd hebt, wijkt uw beeld af van onderstaande afbeelding, dit is echter niet van invloed op het resultaat.

Druk nu op de MENU-toets.


Nu zal het Service Menu op uw TV scherm verschijnen. Vanuit dit menu drukt u op 5 (OPTIES) Door hier herhaald op 8 (Lijst) te drukken, schakelt u tussen Lijst 1, Lijst 2, Lijst 3 of Alles. Om dit menu te verlaten en naar de TV terug te keren drukt u op de Exit-toets ( ).

5.3 PROGRAMMA’S OPNEMEN Om een programma op te nemen, moet de ontvanger aanstaan op het kanaal dat u wilt opnemen. U kunt de ontvanger zo programmeren dat hij automatisch op het juiste moment het juiste kanaal inschakelt dat u wilt opnemen. U zult daarnaast ook uw videorecorder/DVD-R moeten programmeren. A. OPNAME VAN EEN DIGITAAL KANAAL WAAR U NAAR KIJKT Zet uw decoder op het gewenste kanaal en uw videorecorder/DVD-R op de preselectie voor de ontvanger. U kunt nu de opname starten LET OP! U kunt niet een programma opnemen via uw decoder en gelijkertijd naar een ander kanaal kijken via uw digitale ontvanger. B. OPNEMEN VAN EEN PROGRAMMA DAT LATER WORDT UITGEZONDEN U zult eerst de videorecorder/DVD-R op de preselectie van de decoder moeten instellen. Daarna moet u de ontvanger zo programmeren dat deze op tijd op het juiste kanaal inschakelt.

U kunt vanuit het HOOFDMENU of vanuit de EPG de ontvanger programmeren om op een later tijdstip een programma op te nemen.


Druk op MENU-toets en vervolgens op 1.

Kies nu een vrij volgnummer voor de opname en in het onderstaande scherm kunt u de programmagegevens invoeren.

• Selecteer nu de datum, kanaalnummer, starten eindtijd en of het opnemen dagelijks, wekelijks of maandelijks moet plaatsvinden.

• Wanneer u niet weet welk kanaalnummer hoort bij het programma dat u wilt opnemen, druk dan op E. De Lijst met Kanalen wordt nu gepresenteerd en u kunt eenvoudig uw

kanaalnummer kiezen. Druk op OK om uw keuze te bevestigen. U keert automatisch terug naar het voorgaande scherm.


• Als u alle gegevens heeft ingevuld, druk dan op OK om te bevestigen. U keert automatisch terug naar het scherm OPNAME PROGRAMMEREN waar u kunt zien dat uw programma is opgeslagen.

• Hier kunt u, als blijkt dat u iets verkeerd heeft ingesteld, terugkeren naar het scherm PROGRAMMA’S OPNEMEN of de invoer wissen door middel van de E-toets.

LET OP!

• Als er op het kanaal dat u wilt bekijken een kinderslot zit, moet u uw code invoeren.

• Vergeet niet om de videorecorder vóór de opname in te stellen.

• U kunt maximaal acht programma’s programmeren voor opname.

C. EEN PROGRAMMA OPNEMEN VANUIT DE ELECTRONISCHE PROGRAMMAGIDS (EPG) Vanuit de EPG kunt u alleen kanalen opnemen warvoor u een abonnement heeft. U kunt dit als volgt doen:

• Druk op de EPG-toets.

• Kies d.m.v. de pijltjestoetsen ↑↓ welke EPG u wilt bekijken en druk op OK.


Het EPG HOOFDMENU wordt gepresenteerd.

• Selecteer ALLE TV-PROGRAMMA’S, zodat u uit het complete programma- aanbod kunt kiezen.

• Hier kunt u m.b.v. de pijltjestoetsen ↑↓ ←→ navigeren, buiten het beeldbereik zijn de overige zenderkanalen ondergebracht. • Ga op het gewenste programma staan (zichtbaar door het witte kader) en bevestig met

OK.


• In dit scherm ziet u welk programma u heeft gekozen, is dit juist druk dan op 1. Het programma wordt opgeslagen en u keert terug naar het PROGRAMMA OVERZICHT.

Dit scherm kunt u, als u geen programma’s meer wilt opnemen, verlaten d.m.v. Exit-toets ( ) en u keert terug naar de satellietuitzending.

D. OPNAME INDICATIE

• Als de ontvanger in stand-by staat, zal deze automatisch inschakelen op het kanaal en op het tijdstip dat u wilt opnemen. In het display van de ontvanger verschijnt “rEC”.

• Als u kijkt naar een ander kanaal dan het kanaal dat u wilt opnemen, dan krijgt u een herinnering d.m.v. een alarmsignaal. In het display van de ontvanger verschijnt “PLUS”.

- Als u op + drukt verschijnt er een bericht om de kanalen die u wilt opnemen in te

stellen. - Als u op OK drukt zal de decoder naar het kanaal schakelen dat u wilt opnemen.

5.4 ABONNEMENTS INFORMATIE

Druk vanuit het HOOFDMENU op toets 6.


Vanuit dit menu heeft u toegang tot: A. DE GELDIGHEIDSDUUR VAN UW ABONNEMENT

• Druk vanuit het menu ABONNEMENTS INFORMATIE op 1. De ontvangstrechten van uw abonnement worden elke maand automatisch verlengd. In dit venster kunt u achterhalen of uw abonnement daadwerkelijk is verlengd. U kunt hier echter niet vinden wanneer uw jaarabonnement afloopt. Daarvoor moet u uw inschrijfformulier raadplegen. Wij adviseren u om uw smartcard altijd in de ontvanger te laten zitten zodat uw abonnement iedere maand automatisch verlengd kan worden.

A. BRIEVENBUS Het is mogelijk dat u een abonnement heeft op een kanaal dat u persoonlijke berichten toestuurt. Op het display van de ontvanger verschijnt dan de tekst MESS (van “MESSAGE” ofwel “BERICHT”)

• Druk op de vanuit het menu ABONNEMENTS INFORMATIE op 2 of gebruik de de pijltjestoetsen ↑↓ en bevestig uw keuze met de OK-toets.

Als u het bericht gelezen hebt, verdwijnt MESS van het display van de ontvanger. De laatst ontvangen berichten zullen in de brievenbus worden opgeslagen

Om uit dit Menu te gaan, drukt u op de MENU-toets of op de Exit-toets ( ).


INFORMATIEBALKEN (INFO) INFO-toets

Wanneer u tijdens het kijken naar een programma op de INFO-toets drukt, verschijnen er informatiebalken. In deze balken vindt u informatie over programma’s die op dat moment worden uitgezonden alsmede informatie over programma’s die daarna worden uitgezonden.

Als u op de INFO-toets drukt verschijnen er twee balken in het TV-scherm, één bovenin en één onderin.

A. BOVENSTE BALK Hier vindt u de tijd en het nummer en naam van het kanaal waarop u bent afgestemd. Indien van toepassing wordt ook weergegeven of het een favoriet kanaal is.

B. ONDERSTE BALK In deze balk vindt u opnieuw de naam en het nummer van het kanaal, de titel van het programma, het type programma, begin- en eindtijd en een voortgangsindicator.

• Druk op de pijltjestoetsen ↑↓ om een ander kanaal te selecteren of druk rechtstreeks op het nummer van het kanaal waarin u geïnteresseerd bent. De onderste balk wijzigt terwijl de bovenste balk en het programma waar u naar kijkt ongewijzigd blijven. Let wel, als u op een kanaal afgestemd bent van CANAAL DIGITAAL NL en u wilt informatie over een kanaal dat niet door deze provider wordt uitgezonden, dan moet u eerst afstemmen op het gewenste kanaal.

• Druk op de → toets om te zien wat er na het huidige programma wordt uitgezonden.


• Onderin deze balk wordt het Plusteken gepresenteerd. Dit is een verwijzing naar de Plus-toets op uw afstandsbediening. Drukt u hierop dan wordt boven deze balk extra informatie getoond in een tekstblok.

Dit tekstblok kan uit meerdere pagina’s bestaan. Dit wordt rechtsboven in de onderste balk weergegeven.

U bladert m.b.v. de pijltjestoetsen ↑↓ door deze informatiepagina’s. Wanneer u op de Plus-toets van uw afstandsbediening drukt, keert u terug naar de Informatiebalk, drukt u op de Exit-toets ( ), dan keert u terug naar de satellietuitzending


ELECTRONISCHE PROGRAMMAGIDS (EPG)

EPG-toets De electronische programmagids (EPG) geeft informatie over alle programma’s die de komende week worden uitgezonden. Met de EPG kunt u zeer eenvoudig programma’s opzoeken.

Met behulp van de EPG-toets heeft u toegang tot de volgende opties:

ALLE TV-PROGRAMA’S: Hier vind u de TV-programma’s in volgorde van uitzending per kanaal gegroepeerd.

ENTERTAINMENT, SPORT, FILMS, DOCUMENTAIRES EN ANDERE GENRES : Deze programma’s staan per genre gerangschikt.

MAAK EIGEN SELECTIE: Hier kunt u selecties maken om uw favorieten programma’s te zoeken. De programma’s die u heeft geselecteerd worden opgeslagen in het geheugen.

DE EPG IS IN DE FIRMWARE HELAAS NOG NIET OP ORDE.

WANNEER DIT IS GEREALISEERD VOLGT

WELLICHT DE BESCHRIJVING.


DE ZAPLIJST

Wanneer u tijdens het TV kijken van zender wilt veranderen en u weet niet meer precies het kanaalnummer, dan heeft u de ZAPLIJST ter beschikking.

• Druk op de E-toets van uw afstandsbediening. De ZAPLIJST verschijnt op uw TV-scherm.

Bovenin dit venster staat Alle kanalen met daarachter het symbool in het wit wat aangeeft dat er geen voorkeuze kanalenlijst geselecteerd is.

U bladert door dit scherm met behulp van de pijltjestoetsen ↑↓ van uw afstandsbediening. Als u het kanaal van uw keuze heeft gevonden, drukt u op de OK-toets, de Zaplijst blijft hierbij in beeld staan wat u de mogelijkheid geeft om eventueel verder te zoeken. Wilt u blijven kijken naar het programma dat u zojuist heeft gekozen dan drukt u nogmaals op de OK-toets of op de Exit-toets, de Zaplijst verdwijnt

Drukt u tijdens de weergave van de Zaplijst op de Pref-toets dan zal het scherm er als volgt uit komen te zien. Het scherm kan afwijken van het uwe, afhankelijk van de voorkeuze kanalen U ziet dat nu alleen de kanalen gepresenteerd worden die opgenomen zijn in de voorkeuzelijst. Zo is het mogelijk snel naar voorkeuze te gaan, drukt u nu weer op de Pref-toets dan worden alle kanalen weer getoond, de aanwijzer staan waar u hem heeft geplaatst en kunt vandaar verder zappen. Tevens kunt u bovenin het venster zien welke voorkeuzelijst u heeft geselecteerd. Dit verandert pas als u gaat bladeren en niet gelijkertijd met het drukken van de Pref-toets.


• Drukt u twee keer snel achter elkaar op de E-toets van uw afstandsbediening, dan verschijnt een dubbele ZAPLIJST op het TV scherm.

Op deze wijze worden meer kanalen in één venster gepresenteerd zodat het zoek wordt vergemakkelijkt. Ook hier geldt dat wanneer u tijdens de weergave van de Zaplijst gebruik maakt van de Pref-toets het scherm de overeenkomstige voorkeuzekanalen zal weergeven.


HET PLUSMENU

DE PLUS TOETS Als u naar een programma kijkt en de Plus-toets indrukt verschijnt het volgende venster.

Dit venster voorziet u van informatie en geeft de mogelijkheid een aantal instellingen te doen.

Op de onderste regel, te beginnen aan de linkerkant ziet u het kanaalnummer, daarnaast de naam van de zender waar u op afgestemd bent. Rechts hiervan de actuele tijd en de satelliet die het programma uitzendt.

Op de tweede regel ziet u de starten stoptijd van het programma, de naam en een voortgangsindicator.

Op de volgende regel vindt u de timer, de taal waarin het programma wordt uitgezonden en de positie van de rotor (indien van toepassing).

Hierboven de signaalsterkte indicator, eventuele ondertiteling en de aanduiding dat u op C moet drukken om de rotorpositie te veranderen.

Tenslotte, op de bovenste regel, ziet u de codering die wordt toegepast op het huidige kanaal, de provider ID en de sleutel (Key) die momenteel voor decodering wordt gebruikt.

A. TIMER De TIMER is een voorziening die de ontvanger na een ingestelde tijd automatisch uitschakelt. U kunt de Timer op twee manieren instellen;

1. Druk op A, u kunt nu de tijd invoeren in minuten (017 voor 17 minuten).

2. Druk op B, de tijd die u hier kunt instellen is beperkt tot blokken van 30 minuten. Bij herhaald drukken veranderd dit, 30, 60, 90, 120, 150 en 180 minuten.

Op gezette tijden verschijnt linksonder in uw TV-scherm de tijd die nog rest voor de ontvanger wordt uitgeschakeld.

B. TAAL EN ONDERTITELING Wanneer het PLUSMENU verschijnt, is de taaloptie geselecteerd. U kunt hier voor de optie taal en/of ondertiteling kiezen d.m.v de pijltjestoetsen ↑↓. Om te kiezen uit verschillende talen of ondertiteling, gebruikt u de pijltjestoetsen ←→ . Dit kan alleen indien de provider waarop bent afgestemd ook meertalig is en/of ondertitels meezendt.

Om uw keuze te bevestigen en terug te keren naar het programma, drukt u op de Plus-toets of de OK-toets.

C. ROTOR POSITIE Door op C te drukken kunt u de rotor handmatig op een vooraf geprogrammeerde positie zetten. U heeft de keuze uit 50 verschillende posities. De programmering van deze posities wordt in een apart hoofdstuk behandeld.


HET SERVICEMENU Een zeer divers en krachtig onderdeel van deze firmware is het SERVICEMENU. Het voorziet u van informatie en u kunt, eventueel per kanaal, instellingen aanpassen die bijvoorbeeld het kanaalnummer wijzigen, de werking van toetsen van de afstandsbediening veranderen of kleurschema’s wijzigen. Om toegang tot het SERVICEMENU te krijgen, drukt u op de + toets en vervolgens op de Menu-toets. In het hier gepresenteerde scherm ziet u verschillende opties die u kunt wijzigen of die u leiden naar een ander scherm met instellingen. 0. ECM PID (Entitlement Control Message Packet Identifier) De ECM PID zijn stuurcommando’s voor de Smart Card. ECM's worden als packets verstuurd. Zo'n packet bevat codeersleutels, ID's etc. die nodig zijn om het signaal te decoderen. M.a.w. de ECM is een identificatie van de service en van de condities waaraan voldaan moet worden om van de geboden service gebruik te kunnen maken. Providers gebruiken regelmatig valse ECM's om illegale kaarten uit te schakelen, zonder dat het de originele kaarten beïnvloedt. Zendt een provider in meerdere coderingen uit, dan zijn er even zovele ECM PID’s. Hier kunt u de ECM PID van uw keuze invoeren, wilt u bijvoorbeeld naar Nederland 1 kijken via uw CanalDigitaal Smartcard en niet via de EMU met IRDETO, dan vult u hier de juiste ECM PID in.

1. BESCHIKBARE ECM PID’s Als u deze optie kiest verschijnt het volgende scherm. Let wel, afhankelijk van het kanaal waarop u bent afgestemd zullen de waarden afwijken. Dit geldt voor alle menu’s die afhankelijk zijn van het kanaal waarop u bent afgestemd. De eerste kolom vermeldt het CA SYSTEEM (Conditional Acces), dit is het door de provider gebruikte coderingssysteem. De tweede kolom laat de daarbij behorende ECM PID zien. Dit is dus de waarde die u bij 0. ECM PID kunt wijzigen. De derde kolom tenslotte, bevat de waarde van de Provider ID. NOTE: U kunt dit scherm ook oproepen door tijdens de uitzending op “A” te drukken. Zodoende kunt u handmatig de juiste ECM PID selecteren. U gaat terug naar het SERVICEMENU door op A te drukken, of op de Exit-toets ( ) om terug te keren naar de satellietuitzending.


2. PBM SECA (Package BitMap) Wanneer u op 2 drukt verschijnt een infoscherm met daarin een nummer zoals hieronder afgebeeld. (Dit nummer kan afwijken van het uwe).

De PBM SECA optie is van belang bij gebruik van een originele CanalDigitaal Smart Card. Wanneer u hebt ingesteld dat u het Nederlandse zenderpakket via SECA wilt bekijken, dan leest de firmware deze waarde van uw Smart Card en gebruikt deze voor het kanaal dat u wilt zien in plaats van de EMU te gebruiken. De PBM is een abonneewaarde die bepaalt welke kanalen in het pakket u mag bekijken. Een abonnee met een basis pakket heeft een andere PBM waarde dan een abonnee met een volledig pakket.

3. KANAAL BEWERKEN Deze optie biedt u de mogelijkheid instellingen te veranderen die betrekking hebben op het kanaal waarop u bent afgestemd. Druk op 3 voor het volgende scherm. 3.0 NAAM Deze optie stelt u in staat de naam van het kanaal naar uw wensen aan te passen. Bij het selecteren van deze optie verschijnt het onderstaande venster. Verander de naam van het kanaal m.b.v. de pijltjestoetsen ←→ of met de toetsen van de afstandsbediening overeenkomstig de lijst op pagina 15. A brengt u terug naar het bovenliggende menu, met de Exit-toets ( ) gaat u terug naar de uitzending. Soms komt het voor dat een provider bepaalde instellingen wijzigt van een kanaal.

In dat geval hoeft u niet het kanaal opnieuw te gaan zoeken maar brengt u een bezoek aan www.kingofsat.net . Daar vindt u, na het betreffende kanaal gezocht te hebben, de bedoelde instellingen die u bij de volgende opties kunt invullen.


http://www.kingofsat.net/

3.1 SERVICE ID Verander met de numerieke toetsen op de afstandsbediening deze waarde en bevestig met OK.

3.2 VIDEO PID

De Video PID is een substroom van het complexe signaal om de juiste video gepresenteerd te krijgen. Verander deze met de numerieke toetsen op de afstandsbediening deze waarde en bevestig met OK.

3.3 AUDIO PID

De Audio PID is een substroom van het complexe signaal om de juiste audio te kunnen beluisteren. Verander met de numerieke toetsen op de afstandsbediening deze waarde en bevestig met OK.

3.4 PCR PID (Program Clock Reference)

De PCR PID is een synchronisatiestroom die noodzakelijk is om de twee aparte substromen Audio en Video te synchroniseren. Verander met de numerieke toetsen op de afstandsbediening deze waarde en bevestig met OK.

3.5 NUMMER Door op de pijltjestoetsen ←→ van de afstandsbediening drukken bladert u door de kanaalnummers. De overeenkomstige gegevens worden in het venster gepresenteerd. 3.6 NIEUW NUMMER Hier kunt u een nieuw nummer aan het huidige kanaal toekennen.

3.7 TRANSPONDER

In de kanalenlijst van de ontvanger is informatie opgeslagen over onder andere de frequentie van de transponder. Omdat op één frequentie meerdere kanalen kunnen worden uitgezonden, zijn de transponders genummerd zodat een makkelijke verwijzing mogelijk is naar de kanalen. U kunt het transpondernummer veranderen indien u weet welke frequentie ermee is verbonden, doch doorgaans is dit niet nodig.

3.8 STATUS Het volgende venster verschijnt wanneer u optie 8 kiest.


3.8.0 BLOKKEER Hiermee kunt u het kanaal waarnaar u kijkt blokkeren of deblokkeren zonder daarvoor eerst naar het HOOFDMENU te gaan.

3.8.1 VOORKEUR

Met deze optie neemt u het huidige kanaal op in een voorkeuzelijst of u schakelt de voorkeuze voor dit kanaal uit.

3.8.2 AKTIEF

U kunt hiermee het geselecteerde kanaal aktief maken zodat u er naar kunt kijken, of inaktief zodat het kanaal niet meer selecteerbaar is.

3.8.3 LIJST 3

Wanneer u het kanaal in de voorkeuze lijst wilt opnemen, dan kunt u hier kiezen voor lijst 3.

3.8.4 LIJST 2


3.8.5 ZET ECM VAST

Wanneer u in het HOOFDMENU hebt gekozen voor de originele taal als eerste voorkeurtaal, dan kan het voorkomen dat een zender toch de nagesynchroniseerde taal laat horen. Om nu toch naar die zender in de originele taal te kunnen kijken, moet u eerst de originele taal selecteren zoals beschreven in hoofdstuk 9B. Zet vervolgens de ECM vast met AAN. Nu zal de firmware de door u geselecteerde taal behorende bij de zender, in het geheugen vastleggen zodat u voortaan de originele taal zult horen.

3.8.6 ZET PID VAST

Het kan, om redenen, voorkomen dat u naar een kanaal wilt kijken in een specifieke codering, bijvoorbeeld Nederland 1 in IRDETO, maar dat telkens wanneer u het kanaal selecteert de SECA codering wordt gekozen. Selecteer eerst de IRDETO codering zoals beschreven in hoofdstuk 9.1. Zet nu de PID vast d.m.v. AAN en in het vervolg zal de firmware IRDETO als codering selecteren voor dit kanaal

3.8.7 LIJST 1


Om dit menu te verlaten drukt u op A. U keert terug naar het bovenliggende menu. Om

naar de TV uitzending terug te keren drukt u op de Exit-toets ( ).


4. TRANSPONDER BEWERKEN Optie 4 van het SERVICEMENU geeft u de mogelijkheid om alle instellingen aangaande de transponder aan te passen. Druk op 4 voor het venster Transponder Bewerken. Dit Menu bestaat uit twee pagina’s welke u kunt bereiken m.b.v. de pijltjestoetsen ↑↓ van uw afstandsbediening.

4(1).0 NUMMER

Hiermee kunt u, d.m.v de pijltjestoetsen ←→ door de verschillende transpondernummers bladeren, waarbij de bijbehorende gegevens zullen worden getoond.

4(1).1 NIEUW NUMMER

Door op 1 te drukken, krijgt u de mogelijkheid het transpondernummer te veranderen. Let er echter wel op dat, als u dat doet, en het door u ingevoerde nieuwe nummer bestaat al, dat nummer overschreven zal worden met de gegevens van het huidige.

4(1).2 KANALEN OP TRANSPONDER

Bij het kiezen van deze optie verschijnt het nu volgende informatiescherm.

In dit venster ziet u een opsomming van alle kanalen die dezelfde transponder delen. Er zijn vijf kanalen per venster zichtbaar en u kunt bladeren met behulp van de de pijltjestoetsen ↑↓ van uw afstandsbediening. Verlaat dit scherm door op A of op de Exit-toets ( ) te drukken.

4(1).3 AANTAL KANALEN

Deze optie geeft weer hoeveel kanalen er beschikbaar zijn op deze transponder.

NOTE: Dit geeft het totaal aantal kanalen weer die op de transponder beschikbaar zijn dus niet de kanalen die u van deze transponder heeft geïnstalleerd.

4(1).4 TRANSPONDER

Bij deze optie ziet u welke frequentie de transponder heeft. U kunt deze desgewenst wijzigen indien zich veranderingen hebben voorgedaan.


4(1).5 TUNER

De frequentie die de satelliet uitzendt, ligt in een bereik dat ongeschikt is voor satellietontvangers en TV’s. De Locale Oscillator van de LNB zet deze hoge frequentie om naar een lagere en stuurt deze naar de tuner.

4(1).6 OSCILLATOR Hier wordt de frequentie weergegeven van de Locale Oscillator van de LNB.

De minimum en maximum waarden hiervan zijn af te lezen op de LNB. De frequentie van de tuner is afhankelijk van de frequentie van de Locale Oscillator

C OPSLAAN

Kiest u C met uw afstandsbediening, dan worden de wijzigingen die u heeft aangebracht in het geheugen opgeslagen.

Om naar pagina 2 van dit menu te gaan drukt u op de pijltjestoets ↓ van uw afstandsbediening en het volgende venster wordt gepresenteerd. 4(2).0 TID (Transponder Identification)

Met dit nummer kan de firmware de transponder van de satelliet identificeren waarop het door u gewenste kanaal wordt uitgezonden.

4(2).1 NID (Network Identification)

Het Network ID bestaat uit een getal tussen 0 en 8191 (decimaal). Dit is populair gezegd, het herkenningsnummer van het programma. Aan de hand hiervan wordt bijvoorbeeld de juiste EPG-data toegevoegd.

4(2).2 SR (SymbolRate)

Symbolrate is een parameter specifiek voor ontvangst van digitale signalen. Het is een maatvoering voor de hoeveelheid data die per seconde via een transponder wordt verzonden. Dit wordt in Mega Symbols per seconde aangegeven en is afhankelijk van de bandbreedte van de transponder.

4(2).3 FEC (Foreward Error Correction)

Aan de digitale signalen wordt data voor foutcorrectie toegevoegd. Doel hiervan is, kenmerkende fouten, die tijdens het overdrachtstraject ontstaan, te herkennen en te corrigeren. Hierdoor is ook bij slecht weer een storingsvrije ontvangst mogelijk.

4(2).4 POLARISATION

Om verschillende programma’s in één frequentiebereik te kunnen overdragen, worden de signalen in het horizontale en verticale vlak door de satelliet uitgezonden. De keuze uit de ontvangen polarisatievlakken gebeurt normaal gesproken m.b.v. een omschakelspanning van 13/18 volt via de coaxkabel naar de LNB.


4(2).5 Tone 22kHz In de satellietontvanger is een 22kHz toongenerator ingebouwd. De DiSEqC aansturing gebruikt dit signaal om DiSEqC compatibel apparaten te kunnen aansturen.

Het is in alle gevallen gewenst dat bij deze optie AAN geselecteerd is.

4(2).6 DiSEqC (Digital Satellite Equipment Control)

Bij deze optie kunt u invullen welke LNB gebruikt moet worden om het kanaal van uw keuze te kunnen ontvangen. U kunt kiezen uit A, B, C of D. Wanneer u een rotor heeft aangesloten of gebruik maakt van een zogenaamd monoblock, dan heeft u maar één LNB en vult u A in. Heeft u meerdere LNB’s aangesloten dan kiest u voor de LNB die het signaal ontvangt van de satelliet waarvan u het kanaal wilt ontvangen. De DiSEqC aansturing gebruikt de 22 kHz Tone om commando’s te versturen naar verschillende DiSEqC compatibel apparaten. De commando’s worden verzonden als een serie korte 22 kHz tonen via de coaxkabel. Deze commando’s bestaan uit een aantal digitale bytes van 8 bits elk. Elk bit beslaat een specifieke tijd en de verhouding van die tijd, gevuld met het 22 kHz signaal bepaald of het gaat om een 1 of een 0. In dit geval geeft u alleen aan dat de DiSEqC aansturing het 22 kHz signaal moet gebruiken om te kiezen uit het aantal LNB’s dat u hebt geïnstalleerd.

4(2).7 LNB

Door het drukken op toets 7, kunt u de LNB in- of uitschakelen. Drukt u op 7 wanneer er UIT staat, dan schakelt u de LNB uit, staat er AAN bij deze optie en u drukt op 7, dan schakelt u de LNB aan.

4(2).8 EURO-8

In het verderop te behandelen Menu OPTIES kunt u aangeven of u gebruik maakt van een scartaansluiting met slecht 8 contacten. Hier kunt u het gebruik daarvan uit- of aanzetten.

C OPSLAAN

Kiest u C met uw afstandsbediening, dan worden de wijzigingen die u heeft aangebracht in het geheugen opgeslagen.

Om naar het bovenliggende menu terug te keren drukt u op A. Druk op de Exit-toets ( ) om naar de TV uitzending terug te keren


5 OPTIES

Na het kiezen van mogelijkheid 5 wordt het Optie Menu getoond. 5.0 AUTO PID

Indien ingeschakeld zorgt Auto PID voor een automatische keuze van een actieve PID voor dit kanaal, die in overeenstemming is met een coderingssleutel uit de EMU/Smartcard. Bij een niet ingeschakelde Auto PID moet u handmatig de juiste PID selecteren. Deze optie is standaard ingeschakeld.

5.1 MHW UPDATE (Media HighWay)

Indien in uw kanalenlijst het Philips Data Kanaal van de ASTRA satelliet is opgenomen, krijgt u automatisch MHW updates. Dit geldt echter alleen als u de originele firmware van Philips nog geïnstalleerd zou hebben. MHW is het deel van de firmware dat het uiterlijk en de direct aansturende broncode bevat. Deze mogelijkheid staat standaard op AAN.

5.2 TYPE

Hier geeft u aan hoe gezocht wordt naar de coderingsleutel. Als u in het bezit bent van een originele Canal Digitaal Smartcard dan kunt u hier KAART selecteren. Wilt u liever via de EMU kijken, selecteert u EMU. Wanneer u EMU heeft geselecteerd en u wilt de Nederlandse kanalen via de Canal Digitaal Smartcard bekijken dan hoeft u alleen de juiste ECM PID te kiezen voor die kanalen en de firmware zal dan ook op de aanwezige smartcard naar sleutels zoeken. Het kan ook zijn dat u KAART heeft geselecteerd en toch ook de EMU wilt doorzoeken naar coderingsleutels. In dat geval moet u naast de juiste ECM PID ook voor AUTO PID kiezen.

5.3 AUTO

Deze optie laat u kiezen tussen SECA en GEEN. Selecteert u SECA dan zal indien mogelijk de SECA coderingssleutel worden gebruikt. Selecteert u GEEN dan is er geen voorkeur voor een specifieke coderingssleutel.

5.4 ZAPMENU

Hier kunt u aangeven of u het Zapmenu wilt oproepen met de E-toets of de OK toets.

5.5 TIMER

Met de Timer wordt u de mogelijkheid geboden om de ontvanger na een door u ingestelde tijd automatisch uit te schakelen. U bent, anders dan in het Plus Menu, vrij om de tijd tot op de minuut te bepalen. Nadat u op 5 hebt gedrukt, verandert de aanduiding in het tijdveld in ++:++ en onder in het menu verschijnt de optie C • Opnieuw. Voer nu de gewenste tijd in, de + tekens veranderen in de door u getypte cijfers. Maakt u een vergissing dan kunt u dat herstellen door op C te drukken, in het tijdveld verschijnen de + tekens weer en u kunt opnieuw de tijd invoeren. Wilt u afzien van de timerfunctie vul dan 00:00 in of druk op A als u nog geen invoer gemaakt had.


5.6 TIMER AKTIEF

Door het kiezen van deze optie schakelt u de Timer in of uit. 5.7 EURO 8-PIN Hier kunt u aangeven welk soort apparaat verbinding heeft met de satellietontvanger via de SCART-kabel. Het gaat hierbij om een spanning die op pin 8 van de SCART-

connector wordt gezet. Voor de stand SAT is dat 9,5-12 Volt en voor de stand TV 0-2 volt. Standaard staat hier GEEN.

5.8 Lijst

Door het kiezen van 8 bepaalt u welke lijst u gebruikt wanneer u door de voorkeuzekanalen zapt. U kunt kiezen uit Lijst 1, Lijst 2, Lijst 3, of Alles.

Om naar het bovenliggende menu terug te keren drukt u op A. Druk op de Exit-toets ( ) om naar de TV uitzending terug te keren. 6 EXTRA OPTIES Bij het drukken op 6 wordt het venster Extra Opties getoond. Hier heeft u de mogelijkheid om nog een aantal opties aan uw wensen aan te passen.

6.0 EMM EMU (Entitlement Management Messages)

De EMM bevat algemene informatie over de abonnee en over de status van het abonnement, ze worden gebruikt om informatie over de bevoegdheden en coderingssleutels over te dragen, te wijzigen of te verwijderen. U kunt kiezen uit AAN, UIT en NIEUW waarbij Nieuw alleen nieuwe instructies doorlaat.

6.1 EMM INFO Deze functie geeft aan wanneer er een nieuw EMM bericht wordt ontvangen. U kunt kiezen voor AAN en UIT.

6.2 TIJD

Deze optie biedt de mogelijkheid om de tijdsaanduiding weer te geven op TV, op de Display van de decoder of op beiden tegelijk; DISP & TV.

6.3 KLEUREN

Bij keuzenummer 3 kunt u aangeven welke kleur en transparantie u wenst bij de weergave van Infobalken en menu’s. Het eerste nummer staat voor de kleur. U kunt kiezen uit 5 verschillende kleuren. Het tweede nummer geeft de mate van transparantie weer, er zijn 4 verschillende modi waarbij 1 ondoorzichtig is.


6.4 AUDIO INFO

Wanneer u de volumeregeling van de decoder gebruikt en daarvan de Volumebalk graag in beeld wilt zien, dan zet u de Audio Info op AAN. Tevens zult u dan het Mute-symbool gepresenteerd krijgen wanneer u op Mute drukt.

6.5 SECA2EMM

Seca2EMM laat automatische updates van de Seca 2 codering toe. U kunt kiezen uit UA/SA (Unsynchronized Automatic Update/Synchronized Automatic Updat), SA en Geen. Het Nederlandse pakket gebruikt UA en POLSAT (Nagravision codering) SA.

6.6 NAGRA EMM

Deze optie stelt u in staat om automatisch de Nagravision EMM routines te volgen. U kunt het volgen AAN of UIT zetten. Dit is vrijwel enkel van toepassing op het Cyfrowy pakket. (Polsat) 6.7 ZAP INFO U kunt programma-informatie zien tijdens het zappen wanneer u de Zap Info op AAN zet. U ziet dan de programmanaam, de duur van de uitzending en hoelang het programma nog duurt.

6.8 MENU & TV Bij deze optie kunt u kiezen of het HOOFDMENU wordt gepresenteerd over het actuele TV-beeld of dat het op een zwarte achtergrond wordt vertoond. Bij AAN verschijnt het over het TV-beeld en het geluid blijft ook hoorbaar. Bij UIT Wordt het HOOFDMENU op een zwarte achtergrond vertoond en er is geen geluid aanwezig.

Druk op de Exit-toets ( ) om naar de TV uitzending terug te keren. Om naar het bovenliggende menu terug te keren drukt u op A.

7 CAM INFO & RS232 INSTELLINGEN Wanneer u de data van een provider wilt loggen, kiest u voor optie 7. 7.0 CAM Dit geeft weer welke instructieroutines er actueel in de interne Conditional Acces Module worden gelezen.


7.1 PMT (Program Map Table) Wanneer u PMT selecteert, wordt weergegeven welke instructies worden verstuurd voor het nu actieve kanaal. Deze instructies worden door de kaart verzonden en geeft op kanaal-niveau weer welke instructies worden verzonden om het kanaal te activeren. 7.2 ECM Kiest u ECM dan wordt het Entitlement Control Message van het geselecteerde kanaal weer gegeven. Dit is een constante datastroom. U kunt deze datastroom onderbreken door op D te drukken. Druk nogmaals op D om de stroom weer te starten. 7.3 EMM Deze optie geeft de Entitlement Management Message weer voor het kanaal waarop u bent afgestemd. 7.4 DEBUG Dit geeft u de mogelijkheid om de datastromen via de seriële poort naar uw PC over te brengen en om te zetten in een leesbare log.

7.5 ECM com Indien u de ECM com aanzet, wordt de ECM datastroom direct naar de PC verzonden als de RS232 op SERIEEL AAN staat. 7.6 EMM com Indien u de EMM com aanzet, wordt de EMM datastroom direct naar de PC verzonden als de RS232 op SERIEEL AAN staat.


7.7 RS232 Optie nummer 7 geeft u de mogelijkheid om de seriële poort van de satellietontvanger te openen of te sluiten. Bij SERIEEL AAN is dataoverdracht naar een PC mogelijk. Bij SERIEEL UIT is dataoverdracht naar een PC niet mogelijk. 7.8 Download Wanneer u een EMM of ECM Set uit uw PC naar de ontvanger wilt schrijven, dan kiest u hier voor AAN. Standaard is UIT geselecteerd.

7.9 Auto draai Bent u in het bezit van een antennerotor, dan kunt u hier kiezen om het automatisch draaien van de rotor in te schakelen. Zet Auto draai op AAN om de antenne tijdens het zappen automatisch naar de goede satelliet te laten draaien. 8 SHL-CRYPT OPTIES Deze optie is niet langer beschikbaar. Hier konden instellingen worden gedaan voor een aantal XXX kanalen.


UW ONTVANGER VAN NIEUWE SOFTWARE VOORZIEN Wanneer u uw ontvanger aanschaft, wordt deze geleverd met standaard software, ook wel firmware genoemd. Deze is in overeenstemming met de eisen van CANAL DIGITAAL, wat inhoudt dat het met zo’n ontvanger niet mogelijk is andere coderingen te decoderen dan die van CANAL DIGITAAL. Uw ontvanger is echter voorzien van een aansluiting waarmee het mogelijk is de software te vervangen door een nieuwere versie. Op het internet zijn verschillende fora te vinden waar druk wordt gediscussieerd over satellietontvangst, decoders en software. Voor de Nederlandse hobbyist is de site van hutsefruts waarschijnlijk de plaats waar de meeste informatie hierover te vinden is. Deze site vindt u door te surfen naar www.hutsefruts.nl. U vindt daar ook nieuwe software voor uw Philips satellietontvanger. Deze software heeft een aantal voordelen ten opzichte van de standaard versie.

• U kunt tot 4 verschillende LNB’s aansluiten,

• Er is een uitbreiding voor een rotor gerealiseerd,

• Er zijn (per kanaal) een groot aantal instellingen mogelijk,

• De ontvanger kan met 6 verschillende coderingen omgaan.

Er zijn twee manier om uw ontvanger van de nieuwe firmware te voorzien.

1. M.b.v. de OSLink interface en software,

2. Serieel programmeren met het programma FlashCvt.

De eerste methode is de snelste maar u moet daarvoor een OSLink aanschaffen. Deze is te bestellen bij www.oslink.org. De tweede methode duurt aanzienlijk langer, maar hiervoor heeft u slechts een seriële Sub D-9 kabel nodig.

11.1 DE OSLINK METHODE Voor deze methode heeft u het volgende nodig;

• OSLink Interface

• Gestabiliseerde 9 volts voeding (mantel = min, kern = plus)

• Parallelle printerkabel

• OSLink v.400 software.

Er zijn twee uitvoeringen van de Oslink, een eenvoudig model met één LED en een wat geavanceerder model met een twee LED’s en een 12 volts DC/DC converter . Deze converter kan van pas komen bij specifieke programmering van uw ontvanger.



http://www.oslink.org/

A. CONTROLE VAN UW OSLINK Zorg ervoor dat de voedingsstekker juist is gepolariseerd, de buitenzijde is het min-, de kern het pluscontact. Verbind nu de voeding met de Oslink. Bij het eenvoudige model met 1 LED, zal deze helder oplichten. Bij het model met twee LED’s zal de groene oplichten. De rode LED wordt verderop behandeld. Tevens kunt u, als u in het bezit bent van een multimeter, een controle uitvoeren op de juiste spanningen. Leg de Oslink Interface voor u met de componentzijde naar boven en de parallelle connector naar u toe. Verbind de min-pen van de multimeter met de mantel van de 25-pins parallelle connector. Op Meetpunt 1 meet u met de plus-pen ca 5 volt en op meetpunt 2 ca 3,6 volt. Met de plus-pen op Meetpunt 3 meet u, met een 9 volt voeding tussen 8 en 10 volt. Verwijder de voeding van de OSLink. Rechts op de Interface bevindt zich de aansluiting t.b.v. de satellietontvanger (hier genummerd 1 t/m 5). Stel uw multimeter in om weerstand te meten. Plaats de meetpennen op de pennen 1 en 2, u meet 2200 Ohm. Plaats de meetpennen op de pennen 3 en 4, u meet niets. Plaats de meetpennen op de pennen 3 en 6, u meet niets. De processor mag niet warm worden. De spanningsregelaar (LM7805), links op de interface, mag iets warm worden wanneer u een voeding van meer dan 9 volt gebruikt. Overtuig u ervan dat in het BIOS van uw PC de printerpoort is ingesteld op ECP/EPP. Verbind de Oslink m.b.v. de parallelle kabel met uw pc en sluit daarna de voeding aan. Start de Oslink v.400 software. Denk eraan dat u beheerderrechten moet hebben voor een goede werking.


Klik op de tab OSLink Guard rechts van het scherm, typ in het OSLink Command veld “OSLink” en klik op Send. De melding “H2DEETOO COMPATIBLE OSLINK INTERFACE CONNECTED" verschijnt onder in het scherm. Ziet u een andere melding dan dient u de verbinding met de OSLink, de voeding en de printerpoort te controleren. Verbind de pennen 3 en 4 d.m.v. een jumper. Klik op de tab Diagnostics. In het nu gepresenteerde scherm, staat links in het midden onderstaande afbeelding. Verander de Write waarde in AA en klik op Write Byte. Rechts onder in het scherm ziet u de volgende afbeelding. DataValid(15) en RxAck(13) worden groen en in DataValid(15) verschijnt een 1. Klik nu op Read Byte, bij Read zal de waarde in AA veranderen DataValid(15) en RxAck(13) worden groen en in RxAck(13) verschijnt een 1.


B. HET PROGRAMMEREN VAN DE ONTVANGER NOTE: U krijgt bij de OSLink een stekkertje geleverd dat op de Service Aansluiting (aan

de onderzijde van de satellietontvanger) geplaatst dient te worden. Controleer of op beide buitenste pennen een stukje isolatie zit. Is dit niet het geval, knip dan twee stukjes krimpkous af, ter grootte van ca 3 mm. Schuif deze over de buitenste pennen en verwarm ze totdat ze strak over de pennen zitten.

1. AANSLUITEN VAN DE APPARATUUR NOTE: Het is zeer belangrijk dat u de apparatuur op juiste wijze en volgorde met elkaar verbindt.

• Zet uw computer aan, en start de OSLink Software op.

• Verbindt de OSLink met de PC d.m.v. de printerkabel.

• Overtuig u ervan dat de satellietontvanger is uitgeschakeld met de aan/uit knop en plaats de OSLink interface voorzichtig aan de onderzijde in de service aansluiting van de ontvanger.


• Sluit de spanning aan op de OSLink.

• Schakel de satellietontvanger in d.m.v. de aan/uit knop (het display blijft uit in deze situatie).

2. SOFTWARE PROGRAMMA INSTELLEN

Klik op de tab Flash ROM’s. Selecteer uit het menu Flash, Read Signature. De OSLink interface zal nu de zogenaamde Flash ROM’s van de ontvanger uitlezen en de gegevens presenteren in de statusbalk onderin het scherm.

Bovenin het scherm zijn nu alle menu’s en iconen selecteerbaar geworden, dit is noodzakelijk om van het programma gebruik te kunnen maken.

Het uitlezen van de Flash ROM’s van nieuwere ontvangers is niet mogelijk, in de statusbalk verschijnt een foutmelding.

Om het programma toch te kunnen gebruiken klikt u op de tab OSLink Guard, typ in het OSLink Command veld “ENABLEPGM” en klik op Send. Hiermee wordt het programma geforceerd in de programmeermodus gezet. Keer terug naar het Flash ROM’s scherm, u ziet dat de iconen en menu’s selecteerbaar zijn geworden.

3. FIRMWARE PROGRAMMEREN Voor u begint met het programmeren van uw satellietontvanger, moet u eerst weten welk type ontvanger u heeft. Er zijn diverse types op de markt, maar er zijn maar twee soorten firmware die u kunt gebruiken voor een update, te weten, firmware type DSX 6071 en type DSX 6072. De volgende lijst geeft een opsomming van de decodertypen en de firmware die benodigd is. DOCDERTYPE FIRMWARE DST5816/33 DSX6072 DSX6073/03 DSX6072 DSX7071/23 DSX6072 DSX7072/03 DSX6072 DST5816/13 DSX6071 DST5816/23 DSX6071 DSX7071/03 DSX6071 Als u niet zeker weet welk type ontvanger u heeft, dient u eerst de firmware welke nu aanwezig is, uit te lezen. De firmware bevindt zich in het geheugen van uw ontvanger, dit wordt aangegeven links in het scherm middels AREA’s. U kunt deze area’s in verschillende statussen zetten, PGM (Programmeren), CLR (Wissen) en SKIP (Overslaan) Selecteer vanuit het FLASH menu “Set all areas to PGM” . Aan de rechterzijde van het scherm ziet u onder PGM dat alle area’s, ook wel blokken genoemd, geselecteerd zijn.


Om alle blokken op PGM te zetten kunt u ook op de afkorting PGM zelf klikken. Dat geldt ook voor de opties CLR en SKIP. Om de firmware te lezen, kiest u in FLASH menu “Read Firmware”. De firmware wordt als bestand op schijf opgeslagen en u wordt gevraagd om het bestand een naam te geven. Geef het bestand een naam en kies een locatie, klik vervolgens op OK. U ziet aan de Progress Indicator dat het programma bezig is de firmware van de ontvanger te lezen.

Nadat de software is gelezen zal in de statusbalk rechts onderin het scherm uw type ontvanger worden gepresenteerd.

Nu bekend is welk type ontvanger u heeft, kunt u de bijbehorende firmware downloaden, in dit geval lk_jay_6072of2_hdl4.49A_nl.zip. Wanneer u de nieuwe software heeft gedownload dan staat deze met de extensie “zip” op uw harde schijf. In deze handleiding wordt de firmware van LeonK en Jay besproken, daarom zullen in de voorbeelden de bestandsnamen van deze software gebruikt worden. Let wel, het zijn slechts voorbeelden, de bestandsnamen kunnen in de loop van de tijd veranderen

In uw downloadmap staat het bestand lk_jay_6072of2_hdl4.49A_nl.zip.

Voor u de ontvanger kunt voorzien van de software dient u eerst het “zip”-bestand uit te pakken. Dat kunt u doen met een van de vele programma’s die speciaal hiervoor zijn gemaakt. Ook Windows XP heeft de mogelijkheid om “zip”-bestanden uit te pakken. Als u het bestand heeft uitgepakt in de map van uw keuze, ziet u daar drie bestanden staan;

• Eeprom.bin,

• LK_JAY_6072OF2_HDL4.49A_NL.bin,

• WARNING watching pay tv without a valid subscription is ILLEGAL.txt

De Eeprom is een chip in de satellietontvanger die gegevens bevat betreffende de tijd, het laatst bekeken kanaal, de geheugenplaats van de kanalen in de firmware etc. Eeprom.bin is een bestand dat de Eeprom voorziet van de juiste gegevens, LK_JAY_6072OF2_HDL4.49A_NL.bin is het bestand dat de firmware bevat. Het “txt”-bestand bevat een waarschuwing die u zich ter harte moet nemen. Om verzekerd te zijn van een goede werking van de nieuwe firmware, dient u eerst de oude te wissen, of te overschrijven met een lege firmware. In deze handleiding overschrijven we de oude met een lege firmware, welke te downloaden is van www.hutsefruts.nl. Selecteer PGM voor alle area’s. Kies “Write firmware” uit het FLASH menu. Een venster wordt geopend vanwaar u de lege firmware kunt selecteren, klik op OK. Eerst worden de verschillende versies firmware met elkaar vergeleken. In de kolom Process ziet u welke area’s up-to-date zijn en welke niet.

Wanneer dit gebeurt is, wordt de firmware geschreven naar de blokken die geactualiseerd moeten worden. Als dit gereed is, verschijnt er een venster met de mededeling dat de update succesvol verlopen is, klik op OK.



NOTE: Blok 18 is een write protected blok, dit is zichtbaar in de tweede linker kolom, daar staat een slotje om aan te geven dat dit blok niet overschrijfbaar is. Indien u in het bezit bent van de OSLink met twee LED’s, een groene en een rode, dan kunt u dit blok wel overschrijven. Plaats hiertoe een jumper op de twee metalen pennen op de print, de rode LED zal oplichten. Er staat nu een spanning van 12 volt op pen 6 van de OSLink aansluiting, dit stelt u in staat om ook blok 18 te programmeren.

4. EEPROM PROGRAMMEREN

Voor een correcte werking van de firmware is het essentieel dat de Eeprom (Electrical Erasable/Programmable Read Only Memory) in de ontvanger wordt voorzien van de juiste gegevens. De eerste stap is het wissen van de Eeprom configuratie. Selecteer hiervoor uit het EEPROM menu “Erase Configuration”. Na enkele seconden krijgt u de melding dat dit succesvol is gebeurt. De volgende stap is de Eeprom voorzien van een nieuwe configuratie. Gewoonlijk wordt bij de firmware ook een Eeprom geleverd, deze zal in de meeste gevallen voldoen. er zijn echter gevallen bekend waarbij het noodzakelijk is een eigen Eeprom te maken. Dit proces zal afzonderlijk worden behandeld. Kies in het EEPROM menu de optie “Write Eeprom”. In het scherm dat verschijnt, kiest u de Eeprom die bij de firmware werd geleverd. Klik nu op OK. Na enkele seconden is het schrijven van de configuratie van de Eeprom voltooid.

5. DE KANALENLIJST In de meeste gevallen zal de firmware zijn voorzien van een kanalenlijst. Het kan echter voorkomen dat dat niet het geval is, of dat u een eigen kanalenlijst wilt gebruiken. In dat geval moet u de OSLink nogmaals gebruiken voor de geheugenplaatsen waar de informatie betreffende de kanalen is ondergebracht. Op de site van hutsefruts, maar ook op andere zoals LexFiles, kunt u een zogenaamd SETTINGS bestand downloaden, waarin een kanalenlijst is opgeslagen. Vaak is het bestand genaamd FLASH512K.bin waarbij 512K de bestandsgrootte aangeeft. Selecteer “Select Data Area’s” in het FLASH menu, blok 0 t/m blok 6 worden nu op PGM gezet. Hier bevindt zich buiten de kanalenlijst ook de EMU informatie. Kies uit het FLASH menu de optie “Write Firmware” en kies in het nu getoonde scherm het bestand FLASH512K.bin. Klik op OK. De kanalenlijst wordt in het geheugen van de ontvanger geschreven en u krijgt een melding wanneer dit proces is afgerond. U heeft nu alle handelingen uitgevoerd die noodzakelijk zijn voor een juiste werking van de nieuwe firmware.

6. HET ONTKOPPELEN VAN DE OSLINK INTERFACE Nadat uw satellietontvanger is voorzien van de nieuwe firmware, moet de OSLink Interface worden ontkoppeld. Dit moet, om eventuele schade aan uw apparatuur te voorkomen, op de volgende manier gebeuren.

• Schakel de satellietontvanger uit d.m.v de aan/uit knop,

• Haal de voedingstekker uit de OSLink Interface,

• Verwijder de OSLink Interface uit de satellietontvanger,

• Verwijder de parallelle printerkabel

Nu kunt u de satellietontvanger weer inschakelen met de aan/uit knop. In het display van de ontvanger verschijnt het volgende: ─ ─ : ─ ─ Dit is de tijdsaanduiding, deze wordt bij een werkende ontvanger automatisch van de juiste tijd voorzien.


11.2 DE SERIËLE METHODE Voor deze methode heeft u niet meer nodig dan het software programma FlashCvt en een normale 9 pins Sub D kabel. Let er wel op dat het geen zogenaamde NULMODEM kabel is.

A. UITLEZEN VAN DE AANWEZIGE FIRMWARE IN DE

ONTVANGER Evenals bij de OSLink methode moet u weten welk type ontvanger u heeft. U kunt dit vinden op de sticker aan de onderzijde van de satellietontvanger. NOTE: Een ontvanger van het type DST5816/03 kunt u niet serieel van nieuwe

firmware voorzien. Om te weten welk type firmware u moet gebruiken voor de update van uw satellietontvanger, moet u, zoals ook bij de OSLink methode, de in uw ontvanger aanwezige firmware uitlezen. Als u zeker weet van welk type uw ontvanger is gebruik dan de lijst van hoofdstuk 11.1 B.3 NOTE: Overtuig u ervan dat u werkt met een PC waarvan de schermbeveiliging en

energiebeheerschema’s zijn uitgeschakeld. De kans bestaat anders dat bij het lezen of schrijven van de firmware, het systeem naar standby schakelt en zodoende het lees- of schrijfproces voortijdig beëindigd wordt. Uw ontvanger zal dan niet meer functioneren en kan alleen met een OSLink interface opnieuw van firmware worden voorzien.

Schakel uw ontvanger uit d.m.v. de aan/uit knop en verbind de seriële kabel met de PC en de ontvanger. Voor het gebruik van het softwareprogramma FlashCvt heeft u beheerderrechten nodig. Start het softwareprogramma FlashCvt. Het Hoofdscherm van FlashCvt verschijnt op uw pc.


Zet de satellietontvanger aan met de aan/uit schakelaar, en laat deze in standby staan. Overtuig u ervan dat in het onderste deel van het scherm van FlashCvt bij Besturing, Alle Data is geselecteerd (wanneer u slechts de kanalenlijst wilt uitlezen, selecteert u 512Kb Blok) en klik op de knop Lees Sat. Het venster Ontvanger I/O wordt nu getoond. In het algemeen zullen de hier getoonde instellingen voldoen. Het kan echter zijn dat uw seriële poort een ander COM nummer heeft. In dat geval verandert u dat overeenkomstig uw situatie. Klik nu op de knop Verbinden om de verbinding tussen PC en satellietontvanger tot stand te brengen. Wanneer de verbinding is gerealiseerd bevindt de ontvanger zich in de SERVICE MODE. Het display op de ontvanger zal SE aangeven. Tevens ziet u onderin het witte logscherm dat de servicemode actief is. Het software programma zet de ontvanger automatisch op de data overdrachtsnelheid die u heeft ingesteld, in dit geval 115200 bps. Tevens zijn de knoppen Lezen en Lees Eeprom nu aanwijsbaar. Druk op de knop Lezen. Het voortgangsscherm Data Lezen verschijnt, de data van de ontvanger wordt gelezen en in het geheugen van het softwareprogramma opgeslagen. Dit proces duurt ongeveer 10 minuten.


Nadat het leesproces is beëindigd, is het nuttig om de Eeprom te lezen en te bewaren voor eventueel later gebruik. Druk op Lees Eeprom. Na enkele seconden is de Eeprom gelezen en verschijnt een scherm waar u kunt aangeven waar het bestand moet worden opgeslagen. Kies een map en een naam (Eeprom.bin) waaronder u het bestand wilt bewaren. Het leesproces is nu afgerond en u kunt de SERVICE MODE verlaten. Klik op Ontkoppelen, de verbinding met de satellietontvanger wordt verbroken en in het display verschijnt opnieuw de tijd. Sluit het Ontvanger I/O scherm door op Afsluiten te klikken, u keert terug naar het Hoofdscherm. Hier ziet u dat het witte gebied is gevuld met tekst. Dit is de data die zojuist van de ontvanger is gelezen. Het onderstaande scherm kan afwijken van het uwe, afhankelijk van de software die in uw satellietontvanger aanwezig is. Sla deze data op door op Opslaan Bin te klikken. Er verschijnt een scherm waar u kunt aangeven waar het bestand moet worden opgeslagen. Kies een map en een naam waaronder u het bestand wilt bewaren. Open het zojuist opgeslagen bestand door er op te dubbelklikken. Er verschijnt een venster met de mogelijkheid een programma te selecteren waarmee u het bestand wilt openen


Selecteer Wordpad en klik op OK. Het bestand wordt geopend in Wordpad en u ziet de firmware als een brei met schijnbaar willekeurige tekens. Dit is de tekstweergave van het binaire bestand dat de firmware vormt. Zoek nu een tekstreeks door op CTRL-F of op het verrekijkertje in de werkbalk te drukken. Type “dsx” in het zoekveld en klik op Volgende zoeken. Het zoek resultaat wordt getoond en achter “dsx” staat het typenummer, b.v. DSX6072/19A. Als de eerste zoekopdracht geen type weergeeft, drukt u nog een keer op Volgende zoeken tot het type wordt vermeldt. U weet nu met zekerheid welk type firmware geschikt is voor uw satellietontvanger, en u kunt de juiste nieuwe firmware gaan dowloaden. Als het bestand op uw schijf staat, pakt u het uit naar de gewenste map.

B. SCHRIJVEN VAN NIEUWE FIRMWARE NAAR DE

ONTVANGER Schakel uw ontvanger uit d.m.v. de aan/uit knop en verbind de seriële kabel met de PC en de ontvanger. Schakel de ontvanger weer in en laat hem op standby staan. Overtuig u ervan dat er geen schermbeveiliging of energiebeheerschema’s actief zijn. Tevens is het raadzaam alle niet noodzakelijke programma’s (ook diegene die op de achtergrond actief zijn) af te sluiten. Voor het gebruik van het softwareprogramma FlashCvt heeft u beheerderrechten nodig. Start FlashCvt, het Hoofdscherm van FlashCvt verschijnt op uw pc. Klik op Laden Bin. Het venster Openen wordt gepresenteerd en u navigeert naar de map waar u het gedownloade bestand hebt uitgepakt. Selecteer het “bin” bestand en klik op Openen. De firmware wordt nu geladen. Dit is na ca 3 seconden zichtbaar in het witte gebied van het Hoofdscherm van FlashCvt.


De data die in het logvenster wordt gepresenteerd beslaat slechts de blokken 0 t/m 7, d.w.z. dat alleen data van de kanalenlijst zichtbaar is, de overige blokken worden niet getoond. Wanneer u bij deze blokken enkel 0 bytes ziet en in het bovenste deel van het scherm Bestandsbeheer, bij Grootte wordt 2097152 bytes weergegeven, dan heeft deze firmware geen kanalenlijst. Omdat de complete firmware naar de satellietontvanger wordt geschreven, moet bij BESTURING, onder in het scherm, Alle Data worden geselecteerd. Klik nu op Schrijf Sat. Wanneer de firmware geen kanalenlijst bevat wordt de volgende foutmelding getoond. Deze melding kunt u negeren door op Ja te klikken, de kanalenlijst kunt u later separaat naar de ontvanger schrijven. Het volgende scherm is, zoals ook bij het leesproces, het Ontvanger I/O scherm.


Neem de instellingen over van de afbeelding hierboven. Klik nu op Verbinden om de verbinding tussen PC en satellietontvanger tot stand te brengen. Wanneer de verbinding is gerealiseerd bevindt de ontvanger zich in de SERVICE MODE. Het display op de ontvanger zal SE aangeven. Tevens ziet u onderin het witte logvenster dat de servicemode actief is. Het software programma zet de ontvanger automatisch op de data overdrachtsnelheid die u heeft ingesteld, in dit geval 115200 bps. Tevens zijn de knoppen Schrijven en Schrijf Eeprom nu aanwijsbaar. Klik op Schrijven, het schrijfproces begint en zal ca 100 minuten duren.


Wanneer de laatste data is geschreven, verschijnt onder in het logvenster dat het proces is beëindigd met vermelding van de hoeveelheid data en de verstreken tijd.

U kunt op Ontkoppelen klikken om de verbinding tussen de PC en satellietontvanger te verbreken. U verlaat de service mode. Schakel de ontvanger uit met de AAN/UIT knop en verwijder de seriële kabel. Schakel de ontvanger weer aan, in het display wordt de tijd weergegeven, het apparaat is gereed voor gebruik. Wanneer de ontvanger de tijd niet weergeeft en na inschakeling geen beeld geeft, dan kunt u hem enkel nog voorzien van nieuwe firmware d.m.v. een OSLink Interface.

C. SCHRIJVEN VAN EEN NIEUWE KANALENLIJST Op de site van hutsefruts, maar ook op andere zoals LexFiles, kunt u een zogenaamd SETTINGS bestand downloaden, waarin een kanalenlijst is opgeslagen. Vaak is het bestand genaamd FLASH512K.bin waarbij 512K de bestandsgrootte aangeeft. Ga te werk zoals beschreven onder punt B van dit hoofdstuk, tot en met het starten van de software (met dien verstande dat u, omdat het hier slechts de kanalenlijst betreft, bij BESTURING, onder in het scherm, 512Kb Blok selecteert). Klik op Laden Bin. Het venster Openen wordt gepresenteerd en u navigeert naar de map waar u het gedownloade bestand hebt uitgepakt. Selecteer het “bin” bestand en klik op Openen. Het logvenster toont de data van de kanalenlijst en bij Bestandsbeheer wordt bij Grootte 524288 bytes vermeld. Klik op Schrijf Sat. Het Ontvanger I/O venster verschijnt. Neem de instellingen over van de afbeelding hierboven en ga verder te werk zoals onder punt B van dit hoofdstuk vanaf het punt Verbinden. Na ca 15 minuten is het schrijven afgerond en kunt u na het ontkoppelen de ontvanger weer gebruiken.


GEAVANCEERDE INSTELLINGEN In dit hoofdstuk leest u hoe u verandering kunt aanbrengen in de coderingssleutels voor de EMU van de satellietontvanger en hoe u met behulp van een FUN6 card (programmeerbare smartcard) een kanalenlijst in de ontvanger kunt schrijven.

12.1 VIRTUELE SMARTCARD De in de firmware aanwezige EMU bevat alle bekende coderingssleutels van de verschillende providers en coderingssystemen. Deze sleutels worden door de providers op gezette tijden vernieuwd, met als gevolg dat u deze zenders niet meer kunt zien. Er is echter een internet gemeenschap die zich bezighoud met het decoderen van deze sleutels. M.b.v. het softwareprogramma DOWNLOADER kunt u middels het internet controleren of er sleutels zijn veranderd en welke sleutels daarvoor in de plaats zijn gekomen. Het softwareprogramma wordt bij deze handleiding meegeleverd. A. HET PROGRAMMA DOWNLOADER

Nadat u Downloader heeft gestart ziet u het beginscherm, klik onder in het scherm op INSTELLINGEN / INTERNET, het volgende scherm verschijnt; Indien nog niet ingesteld, klik op de pijl van het invulveld TAAL en selecteer dutch.lang. Klik op de pijl van het invulveld FTP://, dit is de URL waar gezocht gaat worden naar nieuwe sleutels. U mag het vinkje daaronder weghalen, dit opent een browservenster met de site van de makers. Klik op de knop HAAL GEGEVENS OP, er wordt contact gemaakt met de site en de gegevens worden opgehaald. Wanneer de gegevens opgeslagen zijn meldt het programma: “Job finished”.


Er wordt een browservenster geopend waarin de nieuwe sleutels worden vermeld. Als er, zoals in dit voorbeeld, maar drie sleutels zijn veranderd, kunt u ervoor kiezen om deze met de hand te veranderen. Druk deze pagina af zodat u de sleutels bij de hand heeft als u deze in uw satellietontvanger wilt invoeren.

B. NIEUWE SLEUTELS HANDMATIG INVOEREN U gaat nu de sleutel van Canal+ NL vernieuwen. Schakel uw TV en satellietontvanger in. Druk op de MENU-toets van uw afstandsbediening en kies voor optie 8, VIRTUELE SMARTCARD. Het volgende MENU venster wordt getoond;

U navigeert met de de pijltjestoetsen ↑↓ ←→ door het menu. Bij het openen van dit menu is de SECA codering geselecteerd. U kunt met de pijltjestoetsen ←→ door de beschikbare coderingen bladeren.


Ga één veld naar beneden d.m.v. de pijltjestoetsen. Hier staan de providers van de SECA-codering genummerd vanaf 1. Blader zolang tot u provider nummer 7 in beeld heeft. Dit is Canal+ NL, u ziet dat aan de Provider ID daaronder; 006A. Op uw uitdraai, ziet u dat sleutel nummer 0E is veranderd. U ziet in het menu dat dit het geval is. Ga, met behulp van de pijltjestoetsen van uw afstandsbediening, naar het veld 0E en druk op OK (KEY BEWERKEN). Merk op dat links in het menu staat weergegeven welke toetsen u kunt gebruiken voor het invoeren van de nieuwe sleutel. Tevens ziet u daar dat de cursor zich op Positie 1 bevindt, u kunt nu de nieuwe sleutel intoetsen. Wanneer u een F moet typen, gebruikt u de Info-toets. De oude sleutel zal nu worden overschreven. Controleer uw invoer en druk op OK (BEWERKING BEVESTIGEN), na enkele seconden keert u terug naar het voorgaande scherm, druk hier op C (OPSLAAN). De nieuwe sleutel is nu in de EMU geschreven en u kunt het menu verlaten.

C UW KANALENLIJST VOORZIEN VAN NIEUWE SLEUTELS Wanneer er teveel sleutels zijn veranderd om handmatig de veranderingen door te voeren, dan kunt u m.b.v DOWNLOADER uw kanalenlijst van de nieuwe sleutels voorzien. Voer dezelfde handelingen uit als beschreven onder punt A van dit hoofdstuk. Wanneer de nieuwe sleutels zijn ontvangen opent wederom het browservenster waarin de nieuwe sleutels worden vermeldt, u kunt dit venster sluiten.


Klik op FILE en dan op EMU/SECTION, het volgende venster verschijnt; Omdat de nieuwe sleutels in de EMU worden geschreven, selecteert u hier CREATE EMU. Klik vervolgens op >>. De EMU sectie maakt deel uit van de kanalenlijst. In dit venster wordt u gevraagd om uw kanalenlijst te openen. Klik op >>.


In het hier gepresenteerde venster worden alle beschikbare coderingen weergegeven, alsmede de daarbij beschikbare providers. In het linker deel van het venster ziet u de coderingen, klikt u op een van deze coderingen, dan zal het rechter deel de beschikbare providers tonen. Rechtsonder staat het maximum te selecteren providers van de geselecteerde codering vermeld. Nadat u eenmaal uw selectie heeft gemaakt, zal bij de volgende start van DOWNLOADER dezelfde selectie actief zijn met één uitzondering. Bij Viaccess zult u (als u dat eerder had aangevinkt) opnieuw V2 TPS France moeten selecteren. Nadat u uw selectie gemaakt heeft, klikt u op >>. In dit venster moet u aangeven dat u een EMU wilt genereren, klik daartoe op EMU in de lijst. Klik vervolgens op GENEREER EMU.


U dient de kanalenlijst een nieuwe naam te geven of accepteert de naam die al ingevuld is bij Bestandsnaam. Belangrijk is, dat u het bestand opslaat als bin-bestand zodat u het later met de OSLink of serieel naar de ontvanger kunt schrijven. Klik op OPSLAAN, het bestand wordt nu met de nieuwe sleutels bewaard op de harde schijf.

12.2 SERVICE KAART MENU De firmware biedt u de mogelijkheid om, zonder de PC met de satellietontvanger te verbinden, een kanalenlijst naar de ontvanger te schrijven met behulp van een FUN6 kaart. Deze kaart moet eerst geschikt worden gemaakt om door de satellietontvanger als zodanig te worden herkend. Voor het geschikt maken moet u beschikken over een zogenaamde CARD PROGRAMMER. Dit is hardware waarmee een kaart geprogrammeerd kan worden, m.b.v. bijbehorende software op uw PC. Deze handleiding bespreekt de INFINITY USB PROGRAMMER en een speciaal hexadecimaal bestand (FUNCARD6.hex) dat nodig is om de FUN kaart geschikt te maken, wordt meegeleverd. A DE FUNCARD GESCHIKT MAKEN ALS SERVICECARD Start de Infinity USB software en detecteer de kaart.


Om de kaart geschikt te maken als Servicecard, mag deze geen gegevens bevatten. Klik hiervoor op WISSEN onderin het scherm. Nadat het wissen is voltooid klikt u op het OPENEN icoon dat hoort bij FLASH en open het bestand FUNCARD6.hex. Bij FLASH wordt nu weergegeven dat het bestand geladen is. Klik linksonder in het scherm op de pijl van de knop SCHRIJVEN, selecteer FLASH GEHEUGEN en klik hierop. De FUN6 kaart wordt nu beschreven en is na voltooiing geschikt als Servicecard.

Steek de FUN6 kaart in de Smartcard

opening van de satellietontvanger.

B EEN SERVICECARD MAKEN

In het HOOFDMENU kiest u optie 9 (SERVICE KAART MENU). Het volgende menu verschijnt op uw TV scherm; Kies hier optie 2 (SERVICE KAART AANMAKEN)


Druk nu op optie 1 (KANALENLIJST (TCS/TPT/TSR)) om de kanalenlijst op uw FUN6 kaart te schrijven. Nadat het schrijven is voltooid ziet u het volgende scherm;


Druk op A om terug te keren naar het SERVICE KAART MENU. Druk hier wederom op 2 (SERVICE KAART AANMAKEN) en kies In het volgende menu voor optie 2 (VIRTUELE SMARTCARD (EMU)). Herhaal de voorgaande stappen om als laatste optie 3 (DECODER INSTELLINGEN (Tsettings)) naar de FUN6 kaart te schrijven.

Als de laatste schrijfbewerking is

voltooid, is uw Servicecard gereed.

C EEN SERVICECARD SCHRIJVEN

Om de gegevens van uw Servicecard naar de ontvanger te schrijven, gaat u weer naar het SERVICE KAART MENU en u kiest daar eerst voor optie 3 (RESET FLAS512K & EMU) om het geheugen waar de kanalenlijst wordt geschreven geheel te wissen. Nu kiest u optie 1(SERVICE KAART UITLEZEN) om de gegevens naar de ontvanger te schrijven. De werkwijze is gelijk aan die om de Servicecard te maken.


handleiding philips firmware

Documents