1

de Hebreeën-brief (8)

donderdag 16 mei 2013vanaf Hebreeen 414

2

Hebreeën 1:De Zoon hoger dan de engelen(=overtreft alle Godsverschijningen)

Hebreeën 2:De Zoon hoger dan Adam(= de Ben Adam)

Hebreeën 3:De Zoon hoger dan Mozes(= gesteld over het huis Gods)

Hebreeën 4:De Zoon hoger dan Jozua(= die het volk in de rust zal brengen)

3

Hebreeën 4:12,13

12 Want HET WOORD GODS is levend en krachtig en scherper dan enig tweesnijdend zwaard en het dringt door, zo diep, dat het vaneenscheidt ziel en geest, gewrichten en merg, en het schift overleggingen en gedachten des harten; 13 en geen schepsel is voor Hem verborgen, want alle dingen liggen open en ontbloot voor de ogen van Hem, voor wie wij rekenschap hebben af te leggen.HET WOORD hebben.

4

Hebreeën 414 Daar wij nu een grote hogepriester hebben, die de hemelen is doorgegaan, Jezus, de Zoon van God, laten wij aan die belijdenis vasthouden.

Gr. mega

> Hebreeën "het Israël Gods"

5

Hebreeën 414 Daar wij nu een grote hogepriester hebben, die de hemelen is doorgegaan, Jezus, de Zoon van God, laten wij aan die belijdenis vasthouden.

6

• Hij bracht het offer (> brandofferaltaar)• ging het voorhangsel voorbij (=werd onzichtbaar)• ging door beide heiligdommen (de hemelen)• naderde tot het binnenste, de ark (=de troon van God)

7

Hebreeën 414 Daar wij nu een grote hogepriester hebben, die de hemelen is doorgegaan, Jezus, de Zoon van God, laten wij aan die belijdenis vasthouden.

8

Hebreeën 415 Want wij hebben geen hogepriester, die niet kan medevoelen met onze zwakheden, maar een, die in alle dingen op gelijke wijze als wij is verzocht geweest, doch zonder te zondigen.

lett. sympathiseren

9

Hebreeën 415 Want wij hebben geen hogepriester, die niet kan medevoelen met onze zwakheden, maar een, die in alle dingen op gelijke wijze als wij is verzocht geweest, doch zonder te zondigen.

10

Hebreeën 415 Want wij hebben geen hogepriester, die niet kan medevoelen met onze zwakheden, maar een, die in alle dingen op gelijke wijze als wij is verzocht geweest, doch zonder te zondigen.

lett. zonder zonde

11

Hebreeën 416 Laten wij daarom met vrijmoedigheid toegaan tot de troon der genade, opdat wij barmhartigheid ontvangen en genade vinden om hulp te verkrijgen te gelegener tijd.

> de ark "Gij die troont op de cherubs"; Ps.80:2

12

Hebreeën 416 Laten wij daarom met vrijmoedigheid toegaan tot de troon der genade, opdat wij barmhartigheid ontvangen en genade vinden om hulp te verkrijgen te gelegener tijd. = ontferming

= vreugde om niet

13

Hebreeën 416 Laten wij daarom met vrijmoedigheid toegaan tot de troon der genade, opdat wij barmhartigheid ontvangen en genade vinden om hulp te verkrijgen te gelegener tijd.

lett. tot gelegen-komende hulp

14

1 Want elke hogepriester, die uit de mensen genomen wordt, treedt voor de mensen op bij God, om gaven en offers te brengen voor de zonden.

Hebreeën 5

15

1 Want elke hogepriester, die uit de mensen genomen wordt, treedt voor de mensen op bij God, om gaven en offers te brengen voor de zonden.

Hebreeën 5

lett. is aangesteld

16

1 Want elke hogepriester, die uit de mensen genomen wordt, treedt voor de mensen op bij God, om gaven en offers te brengen voor de zonden.

Hebreeën 5

lett. om aan te bieden naderingsgeschenkenalsook offers voor de zonden

17

2 Hij kan tegemoetkomend zijn jegens de onwetenden en dwalenden, daar hij ook zelf met zwakheid omvangen is,

Hebreeën 5

vergl. "sympathiseren"; 4:15

18

2 Hij kan tegemoetkomend zijn jegens de onwetenden en dwalenden, daar hij ook zelf met zwakheid omvangen is,

Hebreeën 5

19

3 die hem verplicht evenzeer als voor het volk, voor zichzelf offers voor de zonden te brengen.

Hebreeën 5

20

3 die hem verplicht evenzeer als voor het volk, voor zichzelf offers voor de zonden te brengen.

Hebreeën 5

21

4 En niemand matigt zichzelf die waardigheid aan, doch men wordt ertoe geroepen door God, zoals immers ook Aaron.

Hebreeën 5

22

4 En niemand matigt zichzelf die waardigheid aan, doch men wordt ertoe geroepen door God, zoals immers ook Aaron.

Hebreeën 5

23

5 Zo heeft ook Christus Zichzelf niet de eer toegekend hogepriester te worden, maar Hij, die tot Hem sprak: Mijn Zoon zijt Gij; Ik heb U heden verwekt;

Hebreeën 5

> in zijn opstanding

24

8:4Indien Hij nu op aarde was, dan zou Hij niet eens priester wezen, daar er hier reeds zijn om volgens de wet de gaven te offeren.

1

25

7:1616 die dit niet geworden (nl. hogepriester) is krachtens een wet met een voorschrift betreffende vleselijke afkomst, maar krachtens een onvernietigbaar leven.

2

26

5 Zo heeft ook Christus Zichzelf niet de eer toegekend hogepriester te worden, maar Hij, die tot Hem sprak: Mijn Zoon zijt Gij; Ik heb U heden verwekt;

Hebreeën 5

in Psalm 2

27

5 Zo heeft ook Christus Zichzelf niet de eer toegekend hogepriester te worden, maar Hij, die tot Hem sprak: Mijn Zoon zijt Gij; Ik heb U heden verwekt;

Hebreeën 5

28

32 En wij (= Paulus en Barnabas) verkondigen u, dat God de belofte, die aan de vaderen geschied is, aan ons, hun kinderen, vervuld heeft door Jezus OP TE WEKKEN, 33 gelijk in de tweede psalm geschreven staat:Mijn zoon zijt Gij; Ik heb U HEDEN VERWEKT.

-Handelingen 13-

29

6 zoals Hij ook op een andere plaats spreekt: Gij zijt priester in eeuwigheid naar de ordening van Melchisedek.

Hebreeën 5

de eerste van de 7 verwijzingen naar Psalm 110:45:10; 6:20; 7:11,15,17,21

30

6 zoals Hij ook op een andere plaats spreekt: Gij zijt priester in eeuwigheid naar de ordening van Melchisedek.

Hebreeën 5

> tot in de aeon

31

6 zoals Hij ook op een andere plaats spreekt: Gij zijt priester in eeuwigheid naar de ordening van Melchisedek.

Hebreeën 5

<=> ordening van Aäron

32

7 Tijdens zijn dagen in het vlees heeft Hij gebeden en smekingen onder sterk geroep en tranen geofferd aan Hem, die Hem uit de dood kon redden, en Hij is verhoord uit zijn angst,

Hebreeën 5

33

7 Tijdens zijn dagen in het vlees heeft Hij gebeden en smekingen onder sterk geroep en tranen geofferd aan Hem, die Hem uit de dood kon redden, en Hij is verhoord uit zijn angst,

Hebreeën 5

Psalm 22:1-22

34

Psalm 22 van David

vers 1-22: het lijden van de Christus • mijn God, mijn God, waartoe...? (:2)• veracht door het volk (:7)• honden hebben mij omringd (:17)

... die mijn handen en voeten doorboren • zij verdelen mijn klederen onder elkaar (:19)• verlos mij! (:22)

35

7 Tijdens zijn dagen in het vlees heeft Hij gebeden en smekingen onder sterk geroep en tranen geofferd aan Hem, die Hem uit de dood kon redden, en Hij is verhoord uit zijn angst,

Hebreeën 5

Psalm 22:22b

36

Psalm 22 van David

vers 23-32: de heerlijkheid daarna• Gij hebt mij geantwoord! (:22c)• Ik zal Uw naam aan mijn broeders verkondigen

(:23 > Hebr.2:12!!)• verheerlijk Hem, gij ganse nageslacht van

Israël (:24)• alle geslachten der aarde zullen zich

neerbuigen (:28)• "... omdat Hij het gedaan heeft!" (:32)

37

8 en zo heeft Hij, hoewel Hij de Zoon was, de gehoorzaamheid geleerd uit hetgeen Hij heeft geleden,

Hebreeën 5

38

8 en zo heeft Hij, hoewel Hij de Zoon was, de gehoorzaamheid geleerd uit hetgeen Hij heeft geleden,

Hebreeën 5

39

9 en toen Hij het einde had bereikt, is Hij voor allen, die Hem gehoorzamen, een oorzaak van eeuwig heil geworden,

Hebreeën 5

= volkomen geworden> opstanding!

40

9 en toen Hij het einde had bereikt, is Hij voor allen, die Hem gehoorzamen, een oorzaak van eeuwig heil geworden,

Hebreeën 5

aeonische redding= redding voor de aeonen