helderse vereniging voor sociale geschiedenis · pag.8: dolle dinsdag was henk keet zijn geluk...
TRANSCRIPT
1
1
Bestuurssamenstelling:
Voorzitter:
W.F.H. v.d. Paard 0223-614023
Secretaris:
J.G. Kikkert 0223-612426
Noordzeestraat 3 Den Helder
Penningmeester:
H. v.d. Blom 0223-615541
2e Penningmeester:
C. Dalenberg 0223-641945
Bestuursleden:
H. Boerekamps 0223-669499
Redactie de Morgen:
Freek Bellinga 0223-618270
Dick Muller 0223-613249
Bert Heuvelman 0223-618470
Webeditor:H. Boerekamps
Internet: Natuurlijk is de HVSG ook via
internet bereikbaar. Onze website
www.hvsg.net.
INHOUD DE MORGEN-SEPT. 2017
Pag.2: In Memoriam Wim Kalkman
Pag.3: Dat wat nooit mag worden vergeten!
Pag.5: Een nieuwe redactie
Pag.8: Dolle Dinsdag was Henk Keet zijn geluk
Pag.11: De tapijtkever
Pag.13: Run op drinkwater
Pag.16: (Lucht)zakgeld
Pag.18: Behouden Huys
Contributie: het lidmaatschap van de HVSG Contributie bedraagt minimaal € 12,50 per jaar. Voor elk volgend lid, woonachtig op het adres van een al ingeschreven lid, geldt een m
Verenigingsorgaan “De Morgen” verschijnt eens per 3 maanden en is bij de Koninklijke Bibliotheek geregistreerd onder Internationaal Standard Serial Number (ISSN) 1572-7378.
Het logo van de Morgen: Voor gebruikmaking
van het logo, zoals dat sinds medio 1993
wordt gevoerd, is toestemming verkregen van
de Brusselse hoofdredactie van het Vlaamse
dagblad “De Morgen”.
Losse nummers à € 3,50. Eerder verschenen
nummers kunnen worden besteld door
overmaking van € 3,50. per gewenst
exemplaar op postrekening NL63 INGB 0000
700681 t.n.v. HVSG, te Den Helder o.v.v. het/
de betreffende nummer(s).
Aanmoedigingen, op- aanmerkingen en/of
klachten over De Morgen gaarne naar
[email protected] Inleveren kopij
voor “De Morgen”. Uw bijdrage dient samen
met ingescande foto’s/tekeningen op schijf,
USB-stick of via de E-mail aangeleverd te
worden bij de redacteur.
Inleverdata: Voor de 15e van de 2e, 5e, 8e, 11e
maand. Publicatie hoeft niet te betekenen dat
de daarin vermelde meningen het inzicht van
de redactie of van de vereniging weergeven.
Auteurs dragen de verantwoording voor de
inhoud van hun bijdragen. De redactie
behoudt zich het recht voor om ingezonden
artikelen in te korten of niet te plaatsen.
HELDERSE VERENIGING VOOR SOCIALE GESCHIEDENIS
Opgericht op 30 december 1991 en ingeschreven bij de Kamer Voor Koophandel voor Hollands
Noorderkwartier d.d. 22 september 1993, onder dossiernummer V 637339.
2
2
In Memoriam Wim Kalkman (1928-2017)
Eind juli 2017e week maakte de familie
Kalkman het overlijden bekend van Wilhelm
(Wim) Kalkman. Gedurende de periode 1981-
1999 verzorgde hij een wekelijkse publicatie
van een historische foto in het Helders
Weekblad waar vele Nieuwediepers telkens
naar uitkeken.
Wim Kalkman
Wim Kalkman, in 1928 in Den Helder geboren,
woonde van 1934 tot 1946 op Texel. In 1957
trad hij in dienst bij de inspectie der
invoerrechten & accijnzen aan de
Buitenhaven. In 1951 gevolgd door een
administratieve werkkring bij de dienst van
het loodswezen, in hetzelfde gebouw, doch
twee deuren verder. Door zijn vele activiteiten
in het jeugdwerk, vooral in de
padvindersbeweging, werd hij onder anderen
secretaris van de sectie ‘Jeugd’ van de
Helderse Gemeenschap, een overkoepelend
orgaan voor alle Helderse jeugdverenigingen.
Zo raakte hij geïnteresseerd in de politiek en
werd hij in 1955 lid van de Volkspartij voor
Vrijheid en Democratie. In 1958 werd hij op
een naar verwachting nog onverkiesbare
plaats op de kandidatenlijst voor de
gemeenteraadsverkiezingen gezet, doch door
onverwacht grote winst voor de VVD kwamen
hij en de kandidaat na hem in de
gemeenteraad. Wim Kalkman had onder meer
zitting in de raadscommissies voor Culturele
zaken en Onderwijs. In de raad heeft hij
gepleit voor het realiseren van de plannen
voor het openluchttheater ‘De Paddenstoel’ in
de Donkere Duinen, onder directie van de
vermaarde Tom Borgerding. Vooral door zijn
drukke werkzaamheden bij het loodswezen
bedankte hij in 1960 voor het
raadslidmaatschap, waardoor zijn
zittingsperiode niet werd voltooid. Achteraf
gezien zou dat, zij het iets later, toch het geval
zijn geweest, door zijn benoeming tot
administrateur van het gemeentelijk lyceum,
want het beroep van
gemeenteambtenaar was toen onverenigbaar
met het raadslidmaatschap.
De functie aan het lyceum, later de openbare
scholengemeenschap ‘Nieuwediep’, heeft hij
25 jaar vervuld. Wim Kalkman was
medeauteur van het boek ‘Texel, Nederlands
laatste slagveld’, een relaas over de door hem
zelf beleefde muiterij der Georgiërs op Texel,
en voorts samen met Marinus Vermooten van
de boeken ‘Een halve eeuw terugblik’ Den
Helder 1935-1985 en ‘100 jaar Den Helder en
het bestuur van de stad van 1890-1990’.
Daarnaast hield Wim gedurende vele jaren
lezingen over het werk van de Koninklijke
Noord en Zuid-Hollandse Reddings-
maatschappij, het loodswezen en over de
Georgiërs op Texel. Wim Kalkman werd
onderscheiden met de zilveren legpenning van
de K.N.Z.H.R.M. en met de gouden
eremedaille verbonden aan de Orde van
Oranje-Nassau. Met zijn heengaan verliest
Den Helder een markante persoonlijkheid.
Talrijke Nieuwediepers zullen zich hem met
veel waardering blijven herinneren.
Tekst Marinus Vermooten
3
3
Dat wat nooit mag worden vergeten!
Mijn Voorwoord gaat over dat wat nooit mag worden vergeten.
Op 4 mei herdenken wij de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog. Steeds vaker wordt er gesproken over het herdenken van alle slachtoffers. Slachtoffers van WO II, andere oorlogen, militaire conflicten en interventies. De verbreding van de herdenkingen maakt gelijktijdig ruimte voor een eigen invulling. Het is duidelijk dat herdenkingen niet beperkt blijven tot één of twee dagen per jaar. Mijn hart krimpt bij het denken aan de Joodse slachtoffers van het Naziregime. Als daar weer aanleiding toe is, en dat is vaak. Zo ook op vrijdag 11 augustus 2017. In Haifa is de oudste man ter wereld op 113-jarige leeftijd overleden, Yisrael Kristal. Hij heeft de Holocaust overleefd. Kristal wordt op 15 september 1903 geboren in de Poolse stad Zarnow. In 1920 verhuist hij naar Lodz, waar hij later een snoepfabriek opent en een gezin sticht. Na de Duitse inval wordt hij met zijn vrouw en twee kinderen naar het getto van Lodz gestuurd.
Treintoegangspoort naar Auschwitz’
Later volgt deportatie naar het concentratiekamp Auschwitz. Zijn echtgenote en kinderen komen om door de Holocaust. Kristal hertrouwt in 1947 en emigreert drie jaar later naar Israël. Joodse slachtoffers worden op verschillende dagen en op verschillende wijzen herdacht. Tot op heden zijn het vooral herdenkingsplaquettes, met daarop de namen van degenen die zijn vermoord. Er gaat wat veranderen.
Rooie Hein de Zeejutter
De Duitse kunstenaar Gunter Demnig heeft het initiatief genomen om zgn. Stolpersteine, struikelstenen, te plaatsen. Hij brengt gedenktekens aan in het trottoir voor de huizen van mensen die door de nazi's verdreven, gedeporteerd, vermoord of tot zelfmoord zijn gedreven. Deze Stolpersteine herinneren onder andere aan Joden, Sinti en Roma, politieke gevangenen, homoseksuelen, Jehova's getuigen en gehandicapten. De kunstenaar noemt ze Stolpersteine omdat men erover struikelt, met het hoofd en met hart, en de voetganger moet buigen om de tekst te kunnen lezen. Op de stenen zijn, in een messing plaatje, de naam, geboortedatum, deportatiedatum en plaats en
4
4
datum van overlijden gestanst. De kleine stenen (10 x 10 cm) worden lange tijd alle door de kunstenaar zelf gemaakt en geplaatst. Genoodzaakt door de stormachtige ontwikkeling van het project laat hij zich tegenwoordig ondersteunen. De stenen worden in vele landen gelegd, in de straten van steden en dorpen. De wachtrij is heel lang. Daarom zijn er gemeenten die zelf over gaan tot het plaatsen van gedenksteentjes, zoals de gemeente Alkmaar. Lodewijk Lasschuijt, de initiator, zoekt steun voor het plaatsen van Stolperstenen in onze stad. Voor de zomer is deze wens opgepakt door de gemeenteraad van Den Helder. Ondertussen is een commissie enthousiast aan de slag gegaan. Het zal veel tijd en inspanning vergen, maar dan kan ook een wandeling door een Helderse straat opeens veranderen in een reis door de geschiedenis. Den Helder mag zich overigens verheugen in de bijzondere aandacht die uitgaat naar de voormalige Joodse inwoners dankzij enkele lokale historici.
Om het oude geloof
Zo schrijft Jack Ambriola een boekje over ‘De Joodse begraafplaats van Huisduinen’. Op 17 november 2015 verzorgt Jan T. Bremer zijn lezing ‘Joden in Nieuwediep’, integraal
afgedrukt in het juni-nummer van Levend Verleden, het blad van de Helderse Historische Vereniging. Mooi geschreven, nee, mooi verteld, nota bene op papier. Hij doet de Joodse gemeenschap en leden daarvan voor ons herleven, zoals Leonard Pinkhof en Levi Grunwald. Beiden hebben hun plaats in de lokale geschiedenis. Zij horen eigenlijk wel bij elkaar. Hoewel, Pinkhof is een zeer begaafd kunstenaar die o.a. prachtige illustraties en boekomslagen verzorgt. Hij is in Den Helder tekenleraar tot november 1940. Leonard is ervan overtuigd dat hij een weg weet om met zijn gezin naar Palestina uit te reizen. Het wordt een tragedie, het wordt Sobibor. In Den Helder woont hij aan de Soembastraat nr. 7. Daar is in juni 2017, als gedenkteken, een plaquette onthuld door de opperrabbijn, de burgemeester en de heer D. Groot. Levi Grunwald is textielhandelaar en een niet onverdienstelijke schrijver. Laat Pinkhof ons die tijd zijn met zijn tekeningen, Grunwald laat ons de taal van het volk horen. Hij schrijft wat hij hoort. Hun paden kruisen elkaar: Pinkhof illustreert de verhalen van Grunwald. Deze zet zich in voor de zeeredders. Met de opbrengst van de verkoop van zijn boekjes over Dorus Rijkers en andere redders steunt hij hun hulpfonds. Boekhandel Egner geeft deze goedkope volksboekjes uit. Een feuilleton over het leven in de Helderse Joodse gemeenschap wordt eveneens uitgegeven als boek: ‘Om het oude geloof’. Bij het lezen, horen we de mensen praten, denken, hun normen en waarden begrijpen. Pinkhof illustreert zijn verhalen. Zij ontsluiten voor ons de Joodse cultuur in Den Helder. Naast struikelstenen, hun namen en hun plekken, kunnen wij hen horen en zien in de verhalen van Grunwald, met de tekeningen van Pinkhof. Het zijn Jan Bremer en Jack Ambriola, die de Joodse geschiedenis naar boven hebben gehaald. Daarvoor is dank verschuldigd!
Tekst Willem van der Paard voorzitter
5
5
Een nieuwe redactie
V.l.n.r.: Henk Boerekamps(webmaster), Freek Bellinga, Dick Muller, Bert Heuvelman
In het juni-nummer van De Morgen hebt u gelezen dat Gerard Hoekmeijer, na een aantal jaren, afscheid heeft genomen als redacteur. Na het september-nummer volgt Henk Boerekamps hem. Ook hij stopt als redacteur. De HVSG is beiden veel dank verschuldigd! De nieuwe redactie bestaat nu uit drie personen: Bert Heuvelman, Freek Bellinga en Dick Muller. Zij stellen zich hier aan u voor:
Mijn naam is Dirk Muller. Roepnaam Dick.
Ik ben geboren op 24 juni 1954 te Den Helder,
in de Ooievaarstraat.
Na de lagere en middelbare school in Den
Helder heb ik enige tijd Rechten gestudeerd in
Amsterdam. Vervolgens moest ik in militaire
dienst: de Lichte Luchtdoelartillerie in Ede. En
zo kwam ik ook weer terug in Den Helder,
voor schietoefeningen bij het Botgat.
De Gouden Bocht van de Amsterdamse
Herengracht
Daarna ben ik gaan werken bij een kleine
Amsterdamse bank, Albert de Bary, gevestigd
in eeuwenoude panden aan de Gouden Bocht
van de Herengracht, later het Nederlandse
filiaal van de Deutsche Bank. Mijn kantoor is
sinds 2011 in de Oval Tower, naast de Arena,
in Amsterdam-Bijlmer.
De Oval Tower bij de Johan Cruijff Arena
Hoewel ik dus niet in Den Helder werkzaam
was en lang in Amsterdam een woning had,
ben ik mijn geboortestad aan het Marsdiep
steeds trouw gebleven en daar telkens weer
naar teruggekeerd.
Een grote hobby van mij is geschiedenis. Altijd
al ben ik geboeid geweest door het verleden,
dat zo anders is dan de tegenwoordige tijd,
maar ook nog vaak levend lijkt en door te
werken in het heden. Die hobby resulteerde
onder meer in een deeltijdstudie geschiedenis
in Leiden, waar ik een bachelorsgraad
behaalde.
6
6
En nu dus in medewerking aan De Morgen!
Want ik heb veel belangstelling voor de
historie van Den Helder, waar immers mijn
roots liggen. En niet alleen in de grote
gebeurtenissen, maar ook in de kleine en
niettemin bijzondere en vaak herkenbare
verhalen van mensen van dichtbij huis, om zo
te zeggen.
Het zou mooi zijn als er veel van die Helderse
geschiedenissen vastgelegd zouden kunnen
worden in De Morgen. Ook ik hoop daaraan
mijn bijdrage te mogen leveren en ik zie uit
naar een prettige en succesvolle
samenwerking met mijn mederedacteuren.
Mijn naam is Wilhelm Frederik Bellinga.
Ik ben geboren op 12 -02-1940 te Den Helder
vanaf mijn 14e jaar werkzaam geweest in de
woninginrichting.
De laatste jaren van mijn werkzame leven als
mede eigenaar van het voormalige
Helders Service Bureau Interieur B.V.
Sinds 1986 Odd Fellow en lid van de
Neptunusloge in Den Helder.
Nadien 12 jaar in de politiek als raadslid en
fractievoorzitter voor de VVD in de gemeente
Den Helder
Grootste hobby : Het organiseren van
culturele evenementen
Zomerdromen
In die functie 12 jaar voorzitter van de Dag
van de Muziek, mede oprichter van
Zomerdromen en Initiatiefnemer/ voorzitter
van het Rondje Cultuur Huisduinen.
Sinds kort lid van de Stichting Behoud
Helderse Doopsgezinde Vermaning
(Driemasterkerk)
Deze Stichting streeft naar behoud van dit
gemeentelijk monument met daarin het
prachtige Flaes en Brunjes orgel uit 1853.
Mijn aandeel betreft voornamelijk het
verzorgen van de programmering en het
verhuur aan culturele instellingen.
De laatste jaren publiceer ik wekelijks een
limerick in het Helders Weekblad en verzorg
interviews voor de Dorpskrant van Huisduiner
Belang.
Flaes en Brunjes orgel uit 1853
Ik hoop een steentje bij te mogen dragen aan
De Morgen en verheug mij op de
samenwerking met de nieuwe redactie.
Mijn eerste bijdrage gaat over een herinnering
aan de dierbare tijd achter de toonbank van
het Helders Service Bureau en is getiteld de
tapijtkever u treft het elders in het blad.
7
7
Mijn naam is Bert Heuvelman.
Ik ben geboren op 17 sept. 1947 in de
Hoogstraat, naast Slagerij Schrieken, te Den
Helder. Mijn schooltijd heb ik doorgebracht op
de Koningin Julianaschool, de Da Costaschool,
de Wilhelmina-Mulo en tenslotte de Helderse
Kweekschool.
De Helderse Kweekschool op de hoek
Kanaalweg-Weststraat, op deze plek komt nu
een woontoren.
In 1969 deed ik examen voor onderwijzer en
een jaar later behaalde ik de hoofdacte. Mijn
eerste baan was onderwijzer van de derde
klas op de Koningin Emmaschool in Nieuw Den
helder. In 1975 werd ik daar “hoofdmeester”.
De Koningin Emmaschool in Nieuw Den
Helder. De school staat er nog steeds en wordt
nu als kerk gebruikt.
Vanaf 1984 werd dat “directeur”. In datzelfde
jaar fuseerde de Emmaschool met de
Frrisoschool tot Basisschool De Fontein. Hier
ben ik tot 2002 als schoolleider werkzaam
geweest. In dat jaar vond ik dat het tijd werd
voor iets anders en vertrok naar de
Jeugdgevangenis De Doggershoek. Samen met
enthousiaste collega’s startten we de school
“Het Dok”. De school werd net middelpunt in
het dagelijks leven van de daar geplaatste
jongeren. Helaas werd De Doggershoek in
2011 gesloten. Ik kon toen met voorpensioen,
maar bleef enkele dagen per week werken bij
scholen van De Spinaker in Heerhugowaard en
Hoorn. (ZMOK-onderwijs). Nu werk ik nog
twee dagen per week op De Spinaker aan de
Burg. Houwingsingel in Den Helder.
De Spinaker is gehuisvest in de voormalige
J.P.Thijsseschool (Burg. Houwingsingel) Hier
een foto uit de jaren '50. De gymzaal is
gesloopt.
Naast deze baan doe ik ondermeer
vrijwilligerswerk in de zorgcentra Den Koogh,
Buitenveld en De Zeester. Ik werk mee als
organist en voorganger bij kerkelijke
vieringen. De overige tijd besteed ik aan
muziek, lezen, de familie en af en toe een
reisje naar Grieks eiland. De Helderse
geschiedenis heeft mij altijd geïnteresseerd.
Den Helder is dan ook in dat opzicht een
unieke stad! In de jaren ’90 van de vorige
eeuw was ik lid van de werkgroep presentatie
van de HHV. We verzorgden diapresentaties
voor tal van verenigingen, instellingen en
scholen. Als redactielid van “De Morgen” hoop
ik mede gestalte te geven aan het
geschiedkundig verleden van onze stad waar ,
evenals nu, mensen werkten en leefden. Juist
de geschiedenis geeft vorm aan het heden.
Geschiedenis houdt nooit op, ook niet in Den
Helder…..
8
8
Dolle Dinsdag was Henk Keet zijn geluk
Er waren begin vorige eeuw in Nederland
weinig provinciesteden waar een actief
boksleven bestond. In dit opzicht verkeerde
Den Helder in een bevoorrechte positie. Het
feit dat hier de Koninklijke Marine is
gevestigd, zal hieraan niet geheel vreemd zijn
geweest. Immers, er werd al heel lang door
marinepersoneel gebokst. Personen die zich
omstreeks 1934 bij de toen bestaande
boksvereniging "Sport na Arbeid"
verdienstelijk maakten, de heren waren
Snoeck, Beun, Gerrit Filmer, Henk Brons, Van
Wolveren, Henk Keet en Bram Beneker. Na
verschillende lokaliteiten te hebben benut,
kwam De Ring tenslotte in de Tweede
Vroonstraat terecht.
Boksvereniging Sport na Arbeid
Om de vier weken was er een wedstrijd in
dancing De Roskam in de Koningstraat. Door
veranderingen in het uitgaansleven
verminderde de belangstelling voor de
bokssport. Op den duur kon de vereniging zich
financieel niet meer staande houden en
omstreeks 1960 volgde de opheffing.
Advertentie Helderse Courant
Verzet
Een van de leden van de boksvereniging was
Henk Keet, in dit artikel meer over hem. Henk
Keet was ruim voor het uitbreken van de
Henk Keet
Tweede wereldoorlog in 1940 officier bij de
Burgerwacht te Den Helder. Een burgerwacht
is een uit gewone burgers samengestelde
groep die (al dan niet met instemming van de
overheid en al dan niet gewapend en
geüniformeerd) de openbare
orde en veiligheid handhaaft. In die tijd was
de heer Johan Bakker commandant van de
burgerwacht, Bakker is in mei 1942 omge-
komen. Eind mei 1940 staken Henk Keet,
Bakker en Chris ‘t Schip de hoofden bij elkaar,
ze wilden als dat nodig mocht zijn over een
betrouwbare gevechtsgroep beschikken.
Daartoe selecteerden zij leden van de
9
9
Burgerwacht, maar ook betrouwbare niet-
leden waren welkom.
Munitie en Spionage
Men trachtte zoveel mogelijk munitie te
verzamelen, maar ging zich steeds meer bezig
houden met spionage. De bemachtigde
stukken werden naar een contactman in
Alkmaar gebracht. Deze was lid van de
verzetsgroep in Alkmaar. Deze Alkmaarse
groep had een weg om de informatie naar
Engeland te krijgen. In oktober 1940 kreeg
Henk Keet contact met de heren J Buikes
onderofficier bij de Koninklijke Marine, en
Grootveld, die woonde in de Sluisdijkstraat te
DenHelder.
Oproep Helderse Burgerwacht in de Helderse
Courant
De spionage werd uitgevoerd door Buikes en
Grootveld, de tekeningen en verslagen
werden bij Bakker gemaakt. Later voegde zich
ook de gepensioneerde brigadier van Politie
Horstman zich bij de groep, hij kon een
nauwkeurige opgave verstrekken van alle
N.S.B. ers in Den Helder en de omgeving.
Toevallige ontmoeting
Eind 1940 kwam Henk Keet eens een keertje
in Amsterdam, bij van café Van Klaveren aan
de Martelaarsgracht ging hij een biertje
drinken en ontmoete daar bij toeval de heer
W. Palmer een oude kennis van vroeger.
Palmer bleek in de top van het Marineverzet
in Amsterdam te zitten.
Burgerwacht van Den Helder
Na dit gesprek werd er afgesproken samen te
werken en Henk Keet bracht geregeld
informatie, verslagen en tekeningen naar
Palmer, een niet geheel ongevaarlijke
onderneming!
Genoodzaakt
Dit ging door tot oktober 1941. Toen werd de
heer Bakker opgepakt en Henk Keet was
genoodzaakt om onder te duiken en vielen de
contacten in Den Helder uit elkaar. In januari
1942 ging Henk Keet alleen door en bijna
wekelijks bracht hij spionagemateriaal naar
Palmer in Amsterdam. Dit materiaal bestond
uit opgave van de Duitse troepensterkte,
tijden van vertrek en aankomst van Duitse
boten en konvooien. Dikwijls werd het
doorgeven van de berichten gevolgd door
bombardementen van de geallieerden.
Twijfels
Eens liet Henk Keet in een gesprek met Palmer
zijn twijfels blijken, of de stukken wel degelijk
in Engeland aankwamen. Palmer verzekerde
hem dat alle berichten in Engeland
aankwamen en Palmer overtuigde hem met
de zin “de soep is gaar” door radio Oranje te
laten omroepen. In mei 1943 voerde Henk
Keet en Palmer dit gesprek. Op 16 juni 1943
s’ avonds om 7 uur werd de zin op “de soep is
10
10
gaar” op de zender van Radio Oranje
uitgesproken.
Opgepakt
Kort daarop, in de nacht van 4 op 5 augustus
1943, werd Henk Keet gearresteerd. Een agent
van politie die in de verzetsgroep zat, en kort
na de overval op de arbeidsbeurs was
gearresteerd heeft de naam van Henk Keet
aan de S.D. doorgegeven dit om zijn eigen
leven te redden. Hij wist ook dat er een agent
voor Henk Keet op de Buitenhaven van Den
Helder spioneerde. Henk Keet stond op 14
juni 1944 terecht en het vonnis werd
uitgesproken door de rechter, de eis van de
officier van justitie werd gehonoreerd en Henk
Keet werd ter dood veroordeeld.
Dolle dinsdag
Op 5 september 1944 was het Dolle Dinsdag
geruchten dat Nederland was bevrijd
Het verzetsherdenkingskruis
Door deze gebeurtenis werd Henk Keet naar
Duitsland vervoerd, wat later zijn redding is
geweest. Door administratieve puinhoop na
Dolle Dinsdag werd het vonnis uitgesteld en is
Henk Keet een dag voor zijn terechtstelling
door de Amerikanen bevrijd en weer
behouden thuis gekeerd.
Henk Keet geboren te Den Helder op 6 juli
1899 en is overleden te Amsterdam op 28 juni
1971.
Verzetsherdenkingskruis
21 mei 1982 werd wijlen Henk Keet het
verzetsherdenkingskruis toegekend. Henk
Keet is een van de vele verzetsstrijders die na
de oorlog anoniem door het leven gingen,
zonder zich op de borst te kloppen hoe goed
ze in de oorlogs- periode wel waren. De
schrijver van dit artikel maakt een diepe
buiging voor Henk Keet en de vele anderen die
in het verzet hebben gezeten met gevaar voor
eigen leven.
Tekst Henk Boerekamps
Bronnen: Willem Mulder, Heldere courant,
archief HVSG, Rijksinstituut voor
oorlogsdocumentatie.
Foto’s:
Willem Mulder, Helderse courant,
NH historisch archief, archief HVSG
11
11
De tapijtkever
Op een broeierige zomermiddag stapte een
parmantig haast pedant mannetje met een
pruik op die veel weg had van een alpinopet
met driftige passen naar de toonbank. De rust
in de redelijk gevulde winkel met shoppende
consumenten van het Helders Service Bureau
Interieur B.V. werd ruw verstoord door de
krassende stem van bovengenoemd persoon
die met veel misbaar en een rood aanlopend
hoofd een doorzichtig jampotje op de
toonbank deponeerde en met luide stem het
volgende bommetje losliet `Hier heb je een
portie tapijtkevers en thuis heb ik er nog veel
meer` Hij speelde zijn moment superieur uit
met de vervolgzin: Het hele tapijt in de kamer
krioelt van die smerige beesten, wat dacht
meneer hier aan te doen?
Tapijtkever
De nieuwsgierig geraakte aanwezige
consumenten verplaatsten zich quasi
onopvallend richting toonbank en keken vol
verwachting mee naar mijn reactie: Weet u
zeker dat het hier om tapijtkevers gaat? was
mijn wedervraag met een blik alsof ik ernstig
twijfelde aan de biologische deskundigheid
van de geachte clientèle. Nu waren alle ogen
weer gericht op mijn opponent die vervaarlijk
briesend en haast struikelend over zijn
woorden mij het volgende toebeet. - Uw
bedrijf heeft vorige maand mijn flat van
nieuwe vloerbedekking voorzien en dat tapijt
krioelt nu van deze kevers - waarbij hij het
jampotje met inhoud onder mijn neus duwde.
Om een verdere confrontatie met publiek te
voorkomen probeerde ik het met een
voorzichtig: Zal ik na sluitingstijd even bij u
langskomen? Dat is wel het minste wat ik mag
verwachten van een zaak die de naam service
met zich draagt, hij schreeuwde het haast uit
en vervolgde met: Het is een schande voor uw
winkel en hij dreigde met de publiciteit als het
probleem niet naar tevredenheid zou worden
opgelost.
De tapijtwinkel
Het heertje beende vervolgens de winkel uit,
waarbij het leek of bij elke stap zijn pruik
opwipte van boosheid. Nadat ik mijn excuus
had aangeboden aan de nog aanwezige
clientèle aangevuld met de uitleg, dat door
een behandeling van het garen er vrijwel
onmogelijk tapijtkevers voorkomen in het
soort tapijt aan deze meneer geleverd, snel de
gemeentelijke milieu dienst gebeld. Het
telefoontje bevestigde mijn vermoeden dat
hier in deze kwestie haast zeker geen sprake
van tapijtkevers kon zijn. Komt u maar even
langs met het jampotje meneer, wij kunnen
heel eenvoudig vaststellen om welk diertje het
hier gaat. En inderdaad het bleek te gaan om
een z.g. broodkever die voorkomt in
meelproducten en waarvan de larven op een
bepaald moment massaal uitkomen en op pad
12
12
gaan in de omgeving op zoek naar voedsel.
Gewapend met deze kennis en een fotokopie
van de broodkever uit het grote keverboek
van de milieudienst verheugde ik mij op het
bezoek aan de plaats delict bij het heertje
thuis. De woonkamer zat vol met vrienden en
bekenden als steun voor de klager. Het
ontbrak er nog net aan dat ze demonstratief
met opgetrokken benen op de bank hadden
plaats genomen. De nog steeds niet
afgekoelde cliënt wees mij vol afschuw de
krioelende kevers op het tapijt aan. Ik
betuigde mijn medeleven en informeerde of
ook in andere vertrekken deze griezelige
gasten gesignaleerd waren.
Broodkever
De truc lukte. Het heertje was bereid mij een
rondleiding in het perceel te geven, waarna ik
als detective incognito op zoek naar de bron
van de keverplaag ging. In de keuken
aangekomen viel mij meteen de enorme
kastenwand op die kamerbreed en van vloer
tot plafond reikte. Nadat ik mijn bewondering
voor zijn keuken inrichting had uitgesproken
trok het heertje stuk voor stuk de deurtjes
open en ik heb zelden zo’n grote voorraad
pakken meel, macaroni, pudding en talloze
andere meelproducten onder één dak
aangetroffen. Uit één pak zelfrijzend bakmeel
stak een nieuwsgierige broodkever zijn kop
door de verpakking. Ik verzocht het heertjehet
pak voorzichtig te openen en het pak leek wel
tot leven gekomen, tientallen kevers baanden
zich een weg naar buiten. Ik had de bron van
de keverplaag aangeboord en confronteerde
de eerst nog onthutste en ontkennende klant
vervolgens met de uitslag van het milieu-
onderzoek. Het heertje schrompelde als het
ware in één. Er was weinig meer over van zijn
arrogante houding in de winkel na mijn
sarcastische vraag: En meneer wat denkt u te
gaan doen aan het herstel van de goede naam
van het Helders Service Bureau? Zijn
alpinopetpruik had hij het liefst vol schaamte
over zijn ogen laten zakken toen hij stamelend
zijn excuus aanbood. Zijn vrienden verlieten
opvallend snel de woning toen de uitslag van
mijn onderzoek ook hen had bereikt. Het
heertje heeft daarna ongetwijfeld nog een
enorm karwei gehad aan het vernietigen van
de aangevreten meel voorraden en het
verdelgen van de vermeende tapijtkevers...
Uit het bleven van een verkoper
Tekst Freek Bellinga
13
13
Run op drinkwater
Het is zondag 19 februari 2017: lichte paniek
in Gelderland. De gemeenten Doesburg,
Rijnwaarden, Zevenaar en een deel van
Rheden zitten sinds zaterdagavond 21.15 uur
zonder water. Dat komt door een storing in
een transportleiding, meldt waterbedrijf
Vitens aan Omroep Gelderland. Het gaat om
zo'n 30.000 huishoudens. Zoiets kan
natuurlijk ook in onze gemeente gebeuren,
ten gevolge van graafwerkzaamheden of om
andere redenen.
Dit was landelijke nieuws van dit jaar, maar
hoe was het in het verleden?
Volgens het artikel Terugblik van Marinus
Vermooten is de drinkwater leiding in Den
Helder een van de oudste van ons land. Voor
deze leiding waren er waterboeren, deze
kleine zelfstandige haalden het drinkwater uit
Huisduinen, om dit per paard en wagen met
daarop een tank te verkopen voor anderhalve
cent per emmer van 2 liter. Let op geen
eurocenten. Omdat het grondwater in Den
Helder zo zilt was dronk men regenwater dat
toen van een betere kwaliteit was dan hede
ten dagen. De activiteiten van de waterboeren
gingen door als er veel militairen in de
kazernes gelegerd waren zoals in de 1e
wereldoorlog. En zelfs in 2e wereldoorlog was
dit op sommige plaatsen nog het geval, toen
ging het voornamelijk om warm water.
Zo moet het eraan toe zijn gegaan
Plannen maken
Halverwege de 19 eeuw werden er plannen
gemaakt om alle huishoudens aan te sluiten
op het waternet. Den Helder was toen een
internationale havenstad en daar hoorde een
goed waterleidingnet bij. In 1856 was het dan
zover de eerste aansluiting was een feit.
In 1899 nam de gemeente Den Helder de
exploitatie over van een in Amsterdam
gevestigde particuliere maatschappij en er
kwamen steeds meer aansluitingen. Waren dit
in 1901 nog maar 975, vijf jaar later was dit
aantal verdubbeld. Den Helder was toen op 20
straten na voorzien van wateraansluitingen.
Vernieuwing
Op 30 mei 1905 nam de raad het plan Schotel
aan, dat voorzag in de bouw van een nieuwe
watertoren met een ontijzeringsinrichting en
bezinkbassin, verder 2 nieuwe pompen en een
nieuwe ketel, het maken van een
Rijnwaterkelder en een nieuw machine
gebouw.
De waterboer aan de haven aan het werk
Het pompstation is in 1907 gebouwd voor de
Duinwaterleidingmaatschappij Den Helder,
later het Provinciaal Waterleidingbedrijf
Noord-Holland (PWN). Het pand ligt in de
duinen ten zuiden van de Duinweg en is
ontworpen door ingenieur J. Schotel uit
Kralingen. Hij kreeg de opdracht een plan voor
verbetering en uitbreiding van de
gemeentelijke waterleiding te maken. Onder
14
14
het plan vielen ook een watertoren en
bezinkingsbassins.
De invloed van Jugendstil is goed zichtbaar in
de architectuur van het pompstation.
In 1913 werd het pand aan de zuidoostzijde
uitgebreid met een omvangrijke aanbouw in
dezelfde stijl, dat is nu een grote open ruimte
omdat de machines die daar stonden
inmiddels zijn weggehaald.
Pompstation in Huisduinen
Primeur
Den Helder heeft een primeur als in 1856 de
bouw van een watertoren gereed is. Het is de
eerste watertoren in Nederland die bedoeld is
voor de drinkwatervoorziening.
Eerste watertoren in Den Helder
Het waterleidingnet in Amsterdam is ouder,
maar men gebruikt daar op dat moment nog
geen watertorens.
Pomphuis
Het pomphuis heeft na de uitdienststelling
diverse functies gehad, van kraakpand,
slaapplek voor dakloze tot wietplantage
waarvoor de benodigde energie werd afgetapt
van de lichtmasten in de directe omgeving.
Nadat het pompstation een provinciaal
monument is geworden, zijn er plannen
gemaakt door het Landelijke Fonds voor
Beeldende Kunst thans het Mondriaan Fonds
die het pand om het pompgebouw te
gebruiken en in te richten voor jonge
veelbelovende kunstenaars die voor 3 tot 6
maanden hun intrek konden nemen en het
oude lege pompgebouw als aterlier konden
gebruiken. Het plan werd goedgekeurd en tot
op de dag van vandaag wordt zo gebruik
gemaakt van deze unieke locatie.
Inkijkje oude pompgebouw
Restaurant
In mei 2015 kwam ondernemer Fred van Tol
met een plan om er een bijzonder restaurant
in te vestigen. Fred van Tol, voorheen uitbater
van restaurant De Buuren van Pieck in de
15
15
Impressieve tekening van de plannen van Fred
van Tol Koningstraat, is nu eigenaar van het
pannenkoeken restaurant bij Mariëndal.
Volgens van Tol ligt het pompgemaalhuis er
nu troosteloos bij. Ik wil het gebied, met het
gebouw en de prachtige duinkwel die voor het
pompgemaal ligt, weer in oude glorie hersteld
zien. Ik vind dat inwoners en mensen die van
buiten komen het recht hebben mee te
genieten van dit prachtige stukje Den Helder',
aldus Van Tol tegen het Noordhollands
Dagblad. U leest het nadat het pompgebouw
is behouden, want de sloophamer was bijna in
het gebouw gezet, genoeg plannen. Wat
ervoor niet kon, was nu opeens wel mogelijk,
eigenlijk te triest voor woorden.
Nieuwe watertoren
In 1924 krijgt Den Helder een aansluiting op
het Provinciaal Waterleidingbedrijf. Als in
1982 de waterwinning in het duingebied
stopt, is het gemeentelijk waterleidingbedrijf
overbodig. In 1988 valt het doek voor de
watertoren als waterleverancier voor de stad.
De toren is daarna gebruikt als café, en
klimwand, op dit moment (bijna) in gebruik als
woning.
De nieuwe watertoren foto omstreeks 1920
Zo zien we maar wat een gewoon goed, iets zo
normaals als water zo invloed kan hebben op
ons dagelijks leven. We kunnen ons geen dag
voorstellen zonder water, maar ook niet
zonder elektra en gas, alhoewel gas, zoals de
schrijver denkt wel zijn langste tijd heeft
gehad in het huishouden.
Tekst Henk Boerekamps
Bron, Marinus Vermooien, Helderse Krant,
diverse internetpagina’s van het PWN.
Foto’s archief HVSG.
16
16
(Lucht)zakgeld….
Enkele weken geleden vloog een militair
vliegtuig een uurtje rondjes boven het
centrum van Den Helder. Het bromgeluid
van de motoren wekte mijn
nieuwsgierigheid om naar buiten te gaan en
te kijken wat voor vliegtuig het was. Een
viermotorige Hercules die waarschijnlijk op
een oefenmissie was. Het geluid van dit
vliegtuig deed me terugdenken aan de jaren
‘50 en ’60 van de vorige eeuw. In die jaren
was er veel vliegverkeer boven Den Helder.
Neptune
Het was midden in de Koude Oorlog en de
Marine vloog toen met een aantal kleine en
grote propellervliegtuigen. Ik was in die tijd
een kleine amateur-vliegtuigspotter en zeker
in Den Helder kwam je aan je trekken. Grote
vliegtuigen zoals Neptunes, Grumman
Trackers, Atlantiques en Orions afgewisseld
met helikopters zoals de Sikorsky S-58,
Augusta Bell, de Wasp en de Lynx oefenden
boven de stad en de Marinehaven. Kleinere
vliegtuigen waren er ook: Harvards,
Grumman Avengers en de Fokkers S-11. De
laatsten kon je altijd herkennen aan hun
gele kleur, het geluid van de motor en het
landingsgestel dat niet intrekbaar was.
Fokker S-11 boven de Nieuwe Haven
Deze vliegtuigen waren gestationeerd op De
Kooy. Adelborsten van de Kon. Marine kregen
op dit toestel hun eerste vlieglessen. Als
inwoner van Den Helder keek je al niet meer
op van vliegtuiglawaai: je woonde eenmaal in
de stad van de Marine. Waar je ook aan
gewend raakte, waren de schietoefeningen op
Fort Erfprins. Elke maand was het wel raak! In
de jaren ’50 werd er geschoten op een doelwit
dat gesleept werd door een Grumman
Avenger van de marine.
Grumman Avenger
Als jongen van een jaar of tien vond ik dat
altijd een fascinerende gebeurtenis. Ik weet
nog (ik zat toen op de Kon. Julianaschool) dat
tijdens het speelkwartier er flink op los
geknald werd, je zag lichtspoormunitie als een
soort vuurwerk omhooggaan. Er werd
geschoten op een soort “luchtzak”. Het
vliegtuig sleepte deze achter zich aan. Het
waren vooral vliegtuigen van het type
Grumman Avenger. De opdracht van de
“schutters” was natuurlijk om die luchtzak te
raken…..en soms gebeurde dat ook!
17
17
Fort Erfprins zeefront 1960
Het zal in het voorjaar van 1957 geweest zijn,
toen het een keer echt raak was… Een rode
luchtzak dwarrelde naar beneden in de
omgeving van de Sportvelden aan de
Sportlaan. Ik speelde met enkele vriendjes in
de Hugo de Grootstraat en we zagen dat ding
neerkomen. Wij eropaf. Ergens in de
omgeving van het Liniepad, tussen de bomen
en struiken, vonden we de luchtzak, althans
wat ervan over was. Ik kan me herinneren dat
het van een soort canvas was gemaakt met
dunne metalen banden. Met zijn drieën
sleepten we het geval naar huis. Een buurman
vertelde dat je die terug moest brengen naar
De Kooy. Maar hoe? Op de fiets was het een
hele tocht en die grote lappen konden echt
niet op een bagagedrager.
Kanonnen op Erfprins
Gelukkig bezat die buurman een auto en zo
hebben we hem weggebracht. Bij de poort,
die dag en nacht bewaakt werd, moesten we
ons verhaal vertellen. Er werd getelefoneerd
en onze adressen en het telefoonnummer van
de buurman (want die had een
telefoonaansluiting!) werden genoteerd.
Enkele dagen later kregen we bericht dat we
voor het vinden 15 gulden konden ophalen op
een afgesproken tijdstip. Op de fiets zijn we
erheen gegaan en inderdaad kregen we 15
gulden voor het terugbrengen van de
luchtzak. Dat waren twee rijksdaalders voor
een ieders van ons.. We voelden ons rijk…dat
was veel zakgeld! Vijf gulden..daar kon je toch
van alles meedoen…een zakje patat kostte
toen nog maar 25 cent….
Aan dit voorval moest ik denken toen ik
enkele weken geleden die Hercules boven de
stad zag cirkelen. Later verdwenen de grote
vliegtuigen boven Den Helder en kwamen de
helikopters… Nu is er elke dag nog wel gebrom
boven Den Helder, maar de luchtzakken zijn
met de tijd definitief weggevlogen……
Tekst Bert Heuvelman
18
18
Behouden Huys
Schoolplaat van het Behouden Huys.
De naam van het gebouw waarin de HVSG een
kantoor heeft, is goed gevonden! Want het
ligt aan een straat die genoemd is naar Willem
Barentsz, de zeevaarder die voortleeft in onze
vaderlandse geschiedenis omdat hij met
enkele van zijn mannen de barre winter op
Nova Zembla wist te overleven in een door
henzelf gebouwde schuilplaats, het ‘Behouden
Huys’. Maar ook omdat het Helderse
Behouden Huys van thans een plek is voor
beschermd wonen. En ten slotte omdat het
pand, dat eens het verouderde bejaardenhuis
‘Ten Anker’ was, nu eens niet is afgebroken,
maar na een grondige verbouwing een goede
nieuwe bestemming gekregen heeft.
Het is bekend: in Den Helder zijn in de loop
der tijd meer panden gesloopt dan in menige
andere stad. Met name tijdens de Tweede
Wereldoorlog en later weer ten behoeve van
de dijkverzwaring, maar ook in het kader van
de stadsvernieuwing in de jaren van – nota
bene - de Wederopbouw. Niettemin, hoewel
er in onze stad nauwelijks panden zijn die
oorspronkelijk ouder zijn dan tweehonderd
jaar, zijn ook hier toch veel huizen van vroeger
behouden en tevens … voortdurend
verbouwd.
Tegenwoordig verfraait ‘Zeestad’ de gevels
van winkels in het centrum, maar ook
particulieren zijn bezig panden op te knappen.
Het valt op dat de tijd dat het modernisme
dominant was – alles moet nieuw! – ook in
architectuur en stedenbouw voorbij is. Maar
over smaak blijft te twisten, het oude gezegde
dat het tegendeel beweert, ten spijt. ‘Onze
eigen’ Rob Scholte schampert vaak op de
volgens hem verfoeilijke en lelijke
historiserende stijl van Zeestad en de
Gemeente. Daarentegen stelt Thierry Baudet,
om maar een andere spraakmakende en soms
provocerende Nederlander van tegenwoordig
te noemen, dat aan de bouwkunst van voor
1950 verre de voorkeur te geven valt boven
moderne architectuur.
Kameleon
Misschien zou Baudet positief staan tegenover
de renovatie van het in de laatste jaren ietwat
vervallen grote pand aan de Spoorgracht 1 op
de hoek van de Janzenstraat. Waar eerst de
gevel beneden bijna geheel van glas was,
komen nu, aan weerszijden van een deur,
twee paar smallere en hoge ramen, bekroond
door een gemetselde boog van bakstenen, in
de stijl van die van de eerste verdieping, d.w.z.
de strakke, symmetrische stijl van omstreeks
de voorlaatste eeuwwisseling, toen het pand
werd gebouwd.
Spoorgracht 1, zoals het er nog een paar
maanden geleden van buiten uitzag.
19
19
Op de gevel prijkt nu (nog?) de naam ‘Café De
Kameleon’ en ook die naam lijkt toepasselijk
vanwege de vele gedaanteveranderingen die
het pand in de loop der tijd heeft ondergaan,
evenals trouwens zo veel andere Helderse
huizen. Maar ook omdat de naam van het café
nog niet zolang geleden ‘Bar Gezellig’ luidde –
overigens ook niet onaardig bedacht! En weer
daarvoor heette het vele jaren ‘Las Palmas’.
Maar mensen van een generatie voor mij, die
vlakbij, aan de Steengracht, gewoond hebben,
duidden Spoorgracht 1 wel aan als ‘het huis
van Oortgijsen’.
Het voor zijn tijd en voor zijn omgeving
kapitale pand, gelegen op een prachtig punt
aan een kniebocht van het Helders Kanaal,
tussen de Keizersbrug en de Gasbrug, was een
passende plek voor notabele burgers van Den
Helder: de houthandelaars Oortgijsen. En het
gebied dat nu als het Vinkenterrein’ bekend
staat, heb ik door ouderen weer ‘het erf van
Oortgijsen’ horen noemen. Een soort bassin
dat op dat terrein gelegen was, aan het einde
van de Molenvaart - zoals het in 1967
gedempte water tussen Steengracht en
Fabrieksgracht officieel heette - werd in
verhalen over vroeger trouwens weer betiteld
als het ‘Balkengat’: een naam die geen
toelichting lijkt te behoeven.
Zicht op de Steengracht vanaf het Helders
Kanaal in 1967: de Molenvaart wordt
gedempt.
Vinken, Oortgijsen, Janzen
In 1949 verhuisde de Houthandel Vinken, die
tot dan gevestigd was geweest op de hoek van
de Jonkerstraat en de Spoorgracht, naar het
oude domein van Oortgijsen, wiens bedrijf
reeds voor de oorlog was opgeheven. De 19e e
eeuwse houten loodsen die op het erf
stonden, zijn in 1979 afgebrand. Op het
terrein stond ook een houtzaagmolen, ‘De
Goede Verwachting’, die echter al in
september 1897 door brand ten gevolge van
blikseminslag verloren is gegaan. Die molen
verklaart de naam Molenvaart.
Houtzaagmolen ‘De Goede Verwachting’, nog
vlakbij de weilanden, in een gebied dat
destijds ‘de Ribbetjes’ genoemd werd.
De houtzaagmolen was in 1824 gebouwd door
de heren Janzen, die in de 19de eeuw een
belangrijke rol speelden in het Helderse. De
firma Gebroeders Janzen & Co, eigenaar van
het erf en het daar opererende bedrijf,
verkocht het geheel in december 1897 aan Jan
Oortgijsen. Jan Oortgijsen (1844-1914) was
reeds tientallen jaren als meester-timmerman
in dienst van de heren Janzen in hun
houtzagerij en houthandel aan de Helderse
Molenvaart. De molen werd (voorlopig?) niet
herbouwd, want Oortgijsen ging in het bedrijf
dat nu van hem was, gebruik maken van
stoomkracht. Jan Oortgijsen was een
succesvol zakenman, die tegelijkertijd ook vele
maatschappelijke functies vervulde en van
20
20
1891 tot 1897 zitting had in de gemeenteraad,
die toen uit twintig leden bestond.
Ook zijn zoon, Klaas Ferdinand (1874-1945),
die later de leiding van de houthandel
overnam, zat in de Helderse gemeenteraad,
van 1905 tot 1914. De jonge Oortgijsen was
evenals zijn vader van de vrijzinnig-liberale
richting. Hij was een actief raadslid. Hij maakte
zich bijvoorbeeld sterk voor de verfraaiing van
het Julianapark, het vroegere ‘spoorbosje’
voor het station, en hij pleitte ook voor
plantsoenaanleg elders in de stad. Als
bestuurslid van ‘Helders Belang’, een
voorloper van de VVV, trachtte Oortgijsen ook
de ontwikkeling van Huisduinen als badplaats
te bevorderen. Later was hij nog voorzitter
van het Reddingsfonds en secretaris van het
Historisch Genootschap van de Kop van
Noord-Holland.
Ansichtkaart: Den Helder. Julianapark met de
muziektent en het station op de achtergrond
K.F. Oortgijsen woonde later vlakbij
Spoorgracht 1 aan de Westgracht, volgens het
adresboek van Den Helder van 1933 op
nummer 80. Dat was voorbij de Keizersbrug,
op de hoek van de Keizerstraat, d.w.z. het
gedeelte van die straat dat getransformeerd
werd in Beatrixstraat na de ‘doorbraak’
omstreeks 1960. Dat andere ‘huis van
Oortgijsen’ is dus niet behouden, maar
afgebroken voor de stadvernieuwing. Het was
een karakteristiek, hoog huis met een
trapgevel. Later was het huis het kantoor van
de advocaat mr. H. Jonker. Het adresboek van
1933 vermeldt trouwens bij Spoorgracht 1:
‘Oortgijsen, Wed. J.’. Houthandel v/h Wed. J.
Oortgijsen & Zn. was weer de volledige naam
van het bedrijf.
Goede Verwachting
Op het ogenblik zijn er grootscheepse plannen
om de molen ‘De Goede Verwachting’ te
herbouwen en van het erf dat eens van
Vinken, Oortgijsen en Janzen was, een ruim en
groen woongebied te maken en zelfs het
water daar in ere te herstellen.
Het ‘Vinkenterrein’ in de toekomst?
Er valt natuurlijk veel meer te zeggen over het
behoud en herstel van huizen in Den Helder,
over de vernieuwing en verfraaiing van de
stad, over Vinken, de heren Janzen en over
vader en zoon Oortgijsen, maar het komt me
voor dat het in de geest van de laatste is, dat
Spoorgracht 1 weer in oude stijl opgeknapt
wordt.
Een voorbeeld dat navolging verdient!
Geraadpleegde bronnen:
Marinus Vermooten, Terugblik: Houthandel Vinken, in:
Helders Weekblad, 29 oktober 2015
Idem en Wim Kalkman, 100 Jaar Den Helder en het
bestuur van de stad van 1890 tot 1990, Schagen, 1990,
pp 20, 21 en 42
Website van de Helderse Molenstichting
Database van Verdwenen Molens in Nederland
Recente nummers van de Helderse Courant
Dick Muller