het oranje boek
DESCRIPTION
ÂTRANSCRIPT
Er zijn maar weinig Nederlanders die
geen mening hebben over ’s Neerlands
eerste familie: de Oranjes. Sommigen
van ons vinden de monarchie een ach-
terhaald instituut, anderen daarentegen
– nog steeds een meerderheid – zijn van
mening dat de Oranjes en Nederland bij
elkaar horen en dat de een niet zonder
de ander kan. In het verleden is dat
niet anders geweest. In de afgelopen
vijf eeuwen zijn de Oranjes bejubeld en
verguisd, verwelkomd en weggejaagd,
gerespecteerd en veracht.
In Het Oranje Boek wordt aan de hand
van ruim 350 illustraties en even zo
veel teksten de bewogen geschiedenis
van Oranje en Nederland geschetst; vol
belangrijke gebeurtenissen uit ons nati-
onaal verleden, maar tegelijkertijd ook
kleine en grote familiedrama’s, veel lief,
maar ook veel leed, en daardoor voor
ons Nederlanders zo herkenbaar.
het
boek
het boekb
Oranİ
e
120071_omslag.indd 1120071_omslag.indd 1 27-03-12 09:4627-03-12 09:46
Uitverij Waanders
het boek
Ben Speet
Prinses Beatrix bij haar benoeming tot burgemeester van Madurodam in 1952
Inhoud
WOORD VOORAF 6
DE FAMILIE ORANJE-NASSAU 9
PALEIZEN EN KASTELEN 30
AAN EN NAAST HET ROER VAN STAAT 48
SAMEN IN GOEDE EN SLECHTE TIJDEN 84
GEMALEN EN GEMALINNEN, PRINSJES EN PRINSESJES 129
DONKERE BLADZIJDEN 177
SYMBOLEN EN RITUELEN 213
PRIVÉLEVEN 247
VIJFTIG BELANGWEKKENDE GEBEURTENISSEN 297
STAMBOMEN 348
ILLUSTRATIEVERANTWOORDING 350
COLOFON 352
Woord voorafHet Oranje Boek wil een beknopte geschiedenis geven van vijf eeuwen
Oranjes. Geschiedenis is het verhaal van wat mensen in het verleden
hebben gedacht en gedaan en een zoektocht naar het waarom van hun
denken en handelen. Wat waren bijvoorbeeld de beweegredenen van
Willem III om in 1688 Engeland binnen te vallen? Waarom schudde
koning Willem II in 1848 van de ene op de andere dag zijn conservatieve
veren af en omhelsde hij het liberalisme? Vragen, vragen en nog eens
vragen.
Om antwoorden te krijgen moeten wij op zoek naar bronnen die ons
informatie kunnen bieden. Op basis van hoe wij die bronnen
interpreteren of wat mensen die Juliana, Bernhard of Beatrix hebben
gekend ons vertellen scheppen wij een bepaald beeld van de persoon
die onze belangstelling hee� : de koopman-koning Willem I, de norse,
opvliegende Willem III, de lieve Emma, de kordate Wilhelmina,
de zorgzame Juliana, de schavuit Bernhard, de zakelijke Beatrix.
Nieuw historisch onderzoek zal echter moeten uitwijzen of onze
interpretaties en wat ons verteld is overeenstemmen met de
historische werkelijkheid. Zo niet dan dienen wij onze beeldvorming
te nuanceren, te herzien of misschien zelfs wel uit te wissen.
Het Oranjeverhaal is dus nooit af. Zo lang de Oranjes onze interesse
hebben, zal over hen geschreven worden en zullen nieuwe feiten over
hen bekend worden. Voorlopig wijst er niets op dat de interesse voor
het Koninklijk Huis tanende is. Integendeel, de grote belangstelling
voor televisieseries als ‘Bernhard, schavuit van Oranje’ en ‘Beatrix,
6
Oranje onder vuur’ – markante titels die misschien meer zeggen over de
samenstellers en het beeld dat zij hebben van de beide hoofdpersonen,
dan over Bernhard en Beatrix – laten zien dat het wel en wee van de
Oranjes ons nog steeds ter harte gaat.
Over de Oranjes is inmiddels een bibliotheek vol geschreven.
Die bibliotheek samenva� en in een boek(je) met zo’n 350 a� eeldingen
en korte teksten is een onbegonnen werk. Het samenstellen van
Het Oranjeboek was dan ook vooral het maken van keuzes. Onze
belangrijkste bronnen waren de 52 delen tellende verzamelreeks
‘In naam van Oranje’ (1993-1995), de ‘Encyclopedie van het Koninklijk
Huis’ (2005), ‘Geschiedenis van Oranje. De canon van ons Koninklijk
Huis’ van Graddesz Hellinga (2011) en ‘Wilhelmina; De jonge koningin’
(1998), ‘Wilhelmina; Krijgsha� ig in een vormloze jas’ (2001) en ‘Juliana
en Bernhard; Het verhaal van een huwelijk de jaren 1936-1956’ (2008),
alle drie van de hand van Cees Fasseur.
Tenslo� e wil ik nog twee mensen bedanken. Allereerst Patric Aalders,
die bereid was zijn fabelachtige kennis van het Oranjehuis met mij te
delen en die met zijn kritische blik en rode pen mij voor vele uitglijders
hee� behoed. Ook Sonja van Hardeveld verdient dank omdat zij voor mij
allerlei hand- en spandiensten hee� verricht en zodoende op de achter-
grond hee� bijgedragen tot de totstandkoming van Het Oranje Boek.
Ben Speet
7
De Familie Oranje-Nassau
In dit eerste hoofdstuk willen wij u graag voorstellen aan de familie Oranje-
Nassau, te beginnen met een obscure Duitse graaf uit de twaalfde eeuw en te
eindigen met kroonprins Willem-Alexander, die, Deo Volente, zijn moeder
zal opvolgen als koning Willem IV. Het is een verhaal met veel namen en
jaartallen, hoogte- en dieptepunten en tal van onverwachte wendingen.
Meerdere malen hee� het voortbestaan van de familie aan een zijden draad-
je gehangen. Koning Willem III en Sophie hadden drie zonen, drie potentiële
troonopvolgers, maar alle drie stierven voortijdig. Wilhelmina en Juliana
waren beide enigst kind. Er was dus wel een ‘heir’, maar geen ‘spare’, zoals de
Engelsen zo fraai hebben geformuleerd. Op vier momenten in de familiege-
schiedenis leek de rol van de familie zelfs te zijn uitgespeeld. In 1650, 1702
en 1795 was het volk de Oranjes zo zat, dat het niets meer met hen te maken
wilde hebben. Vrouwe Fortuna beschikte in 1672, 1748 en 1813 echter anders
en bood hen een herkansing aan. In 1940 week Wilhelmina als balling uit
naar Londen, om pas na vijf jaar weer te kunnen terugkeren.
De verhouding tussen het volk, de stadhouders en de eerste drie koningen
is nooit innig geweest. De vier vrouwen die hen opvolgden, Emma,
Wilhelmina, Juliana en Beatrix hebben echter ieder op hun eigen manier de
banden met het Nederlandse volk aangehaald. In de 122 jaar dat deze vier
vrouwen tot nu toe hebben geregeerd is Nederland onherkenbaar veranderd
met ingrijpende gevolgen voor de familie. Ten tijde van Emma en Wilhel-
mina was Nederland nog een standensamenleving. Iedereen kende zijn
plaats en toonde, de socialisten uitgezonderd, derhalve respect, eerbied en
onderdanigheid aan de eerste familie van ons land. Tegenwoordig telt
Nederland ruim zestien miljoen mondige burgers, een twintigtal omroepen
en tientallen serieuze en minder serieuze tijdschri� en die allemaal de fami-
lie met een kritische blik volgen. Één misstap, en een aff aire is geboren.
Nr. 1
Slot Dillenburg
Omstreeks 1120 liet een zekere Rupert bij het Duitse gehucht Nassau
aan het riviertje de Lahn een burcht bouwen en noemde zich sindsdien
graaf van Nassau. In 1255 splitsten Walram II van Nassau en zijn broer
O� o het graafschap Nassau in twee nagenoeg gelijke delen. O� o kreeg
het noordelijk deel met onder andere het kasteel Dillenburg dat zijn
vader Hendrik II had laten bouwen aan het riviertje de Dill. Sinds deze
deling is er sprake van twee Nassautakken: de O� oonse tak waaruit ons
vorstenhuis is ontsproten en de Walramse tak waartoe de grootherto-
gelijke familie van Luxemburg behoort. Van het middeleeuwse kasteel
Dillenburg is bijna niets meer over. Het werd in 1760 door de Fransen
grondig verwoest.
de familie oranje-nassau10
Willem de Rijke
Op 10 april 1487 werd op slot Dillenburg Willem (later bijgenaamd De
Rijke) geboren. Zijn vader was Jan V graaf van Nassau (1455-1516). In
1531 trouwde Willem met Juliana van Stolberg, zeer tegen de zin van zijn
broer Hendrik III (1483-1538), die Juliana niet rijk genoeg vond. Juliana
schonk hem 12 kinderen, onder wie vijf zonen: Willem van Oranje, Jan
de Oude, Lodewijk, Adolf en Hendrik. Na lang aandringen van zijn ge-
lovige vrouw sloot de katholiek gedoopte en opgevoede Willem zich aan
bij het protestantisme, zij het met tegenzin, omdat hij zijn verstandhou-
ding met keizer Karel V en de toekomst van zijn oudste zoon Willem niet
in gevaar wilde brengen. Op 6 oktober 1559 overleed hij te Dillenburg.
Schilderij van J. Tideman, 1671.
de familie oranje-nassau 11
Hendrik III van Nassau
Na het overlijden van Willem de Rijke erfde zijn tweede zoon Jan de
Oude (1535-1606) de bezi� ingen van de Nassaus in Duitsland. Zijn
oudere broer Willem was daarmee akkoord gegaan, omdat hij zich
inmiddels een van
de rijkste mannen
in de Nederlanden
mocht noemen.
In 1504 was graaf
Engelbrecht II van
Nassau, broer van
Jan V van Nassau
en één van de be-
langrijkste edelen
in de Nederlan-
den, gestorven.
Kinderen had hij
niet, zodat zijn
bezi� ingen en
titels overgin-
gen op zijn neef
Hendrik III, een
broer van Willem
de Rijke. In 1515
huwde hij Claudia van Châlon. Zij kregen één kind; René van Nassau.
In 1524 hertrouwde hij met de Spaanse markiezin Mencia de Mendoza
y Fonseca. Geen kinderen. In 1538 overleed hij. Portret door Jan Gossart
omstreeks 1516.
de familie oranje-nassau12
René van Châlon
In 1530 sneuvelde Philibert van Châlon, prins van Orange. Omdat hij
geen kinderen had, liet hij zijn titel na aan zijn el� arige neef René van
Nassau, het zoontje van zijn reeds overleden zuster Claudia. In juli 1544
werd René, inmiddels René van Châlon genoemd, op het slagveld bij
Saint Dizier dodelijk getroff en door een kogel. Omdat hij geen wet-
tige nakomelingen had, hee� hij in zijn kort van tevoren opgestelde
testament bepaald dat, indien hij zou sneuvelen, zijn minderjarige neef
Willem van Nassau zijn erfgenaam zou worden. Keizer Karel V verbond
daaraan echter later wel de voorwaarde dat Willem katholiek zou wor-
den opgevoed in Breda en Brussel, ver weg van zijn protestantse ouders
in Dillenburg. Willem de Rijke ging daarmee akkoord. Korte tijd later
leverde hij zijn zoontje persoonlijk af bij het kasteel van de Nassaus in
Breda. René van Châlon door een anonieme schilder geportre� eerd.
de familie oranje-nassau 13
Willem van Oranje
Prins Willem van Oranje (1533-1584) hee� zijn heer Karel V goed ge-
diend. Toen de keizer op 25 oktober 1555 de regering over de zeventien
Nederlandse gewes-
ten overdroeg aan
zijn zoon Filips II,
leunde de jichtige
keizer demonstra-
tief op de schouder
van Willem. Ook
met Filips liep de
samenwerking
aanvankelijk goed.
Maar toen ging het
mis. In 1567 zegde
Willem zijn ver-
trouwen in Filips
II op en vluch� e
naar Dillenburg om
daar de leiding over
de opstand tegen
Spanje en Filips II
op zich te nemen.
In 1580 werd hij
door Filips II vogelvrij verklaard. Vier jaar later werd hij vermoord. Wil-
lem is vier keer getrouwd geweest; met Anna van Egmond, Anna van
Saksen, Charlo� e de Bourbon en Louise de Coligny.
Portret door Adriaen Key uit omstreeks 1579.
de familie oranje-nassau14
Maurits
Willem van Oranje liet drie zonen na: Filips Willem (1554-1618), Maurits
(1567-1625) en Frederik Hendrik (1584-1647). Filips Willem, de oudste
zoon en erfgenaam
van de titel Prins van
Oranje, verkeerde in
1584 echter in Spaanse
gevangenschap. Op
advies van Johan
van Oldenbarnevelt
(1547-1619), landsad-
vocaat van het gewest
Holland en daarmee
de belangrijkste en
machtigste persoon in
de statenvergadering
van Holland, werd
daarom Willems tweede
zoon Maurits in 1585
benoemd tot stadhou-
der van Holland en
Zeeland. Twee jaar later
benoemden de Staten-
Generaal, eveneens op
aandringen van Van Oldenbarnevelt, Maurits tot opperbevelhebber van
het leger en de vloot van de Republiek. In 1590 en 1591 werd Maurits
bovendien nog benoemd tot stadhouder van Gelderland, Utrecht en
Overijssel.
Maurits door Michiel van Mierevelt begin 17de eeuw.
de familie oranje-nassau 15
Frederik Hendrik
Na het overlijden van Maurits in 1625 volgde zijn hal� roer Frederik Hen-
drik, die kort daarvoor was getrouwd met Amalia van Solms (1602-1675)
hem op als stadhouder. De militaire successen van Frederik Hendrik,
de grootse staat die het echtpaar voerde en de economische voorspoed
van de Republiek verleenden de Oranjes groot prestige op het Europese
politieke toneel. Hun
oudste dochter Louise
Henrië� e trouwde met
de keurvorst van
Brandenburg, hun zoon
Willem II met Mary
Stuart, een dochter
van de Engelse koning
Karel I, en hun dochter
Albertine Agnes met
de Friese stadhouder
Willem Frederik van
Nassau-Dietz. Met dit
laatste huwelijk werden
de Nederlandse Oranje
Nassaus en Duitse Nas-
saus weer aan elkaar
verbonden.
Frederik Hendrik door Ge-rard van Honthorst omstreeks 1646.
de familie oranje-nassau16