het valt wel, maar niet mee! hoe houd ... - deborah de poorter · deborah beschrijft in haar...

264
Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd je jezelf staande in een wereld waarin alles, inclusief jijzelf, omvervalt?

Upload: others

Post on 10-Jun-2020

3 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

Page 1: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

Het valt wel, maar niet mee!

Hoe houd je jezelf staande in een wereld waarin alles, inclusief jijzelf, omvervalt?

Page 2: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen
Page 3: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

Het valt wel, maar niet mee!

Hoe houd je jezelf staande in een wereld waarin alles, inclusief jijzelf, omvervalt? Deborah de Poorter

Page 4: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

Colofon

© 2015 Deborah de Poorter Omslagontwerp en illustraties: Manon Toma van Graphic Genetic Foto omslag: Anne Quaars Vormgeving binnenwerk: Pumbo.nl Redactie: Chinouk Thijssen ISBN 9789082349405 NUR 875 www.pumbo.nl www.hetvaltwelmaarnietmee.nl Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, door middel van druk, fotokopieën, geautomatiseerde gegevensbestanden of op welke andere wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Deborah de Poorter.

Page 5: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

Inhoudsopgave

Voorwoord 7 Inleiding 10 Het eind van het begin 13 Vrienden voor het leven 21 De kast 25 De shoarmatent 29 Paniek om niets? 37 De bodem is in zicht 42 Laat maar liggen 48 Oxazepam & zoute drop 52 Back to square one 55 Vluchten kan niet meer 57 Nieuwe ronden, nieuwe kansen 61 De bedrijfsarts 64 School 66 Loslaten 76 Back in time 77 Routine 82 Overgevoelig 86 Conversiestoornis 89 Verjaardagscadeau 93 Intakegesprek 96 Meidenvakantie 100 Tweede intake 103 Een rondje langs alle hulpinstanties 110 Een andere afslag 114 Het UWV 116 Dag van opname 119 Theedrinken en wat dutten 122 Therapeuten 129 Nieuw doel: niet zoveel moeten 132 Massages en gewichten heffen 134

Page 6: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

De klik 136 Creatieve therapie 139 Niet zomaar een gymclubje 142 Vluchten, vechten of bevriezen 145 Verstrikt 148 De resetknop 151 Hoe hard wordt er nu in mijn richting gerend? 153 Wanneer gaat dit stoppen? 156 Gedoe in de groep 162 Waar hoor ik thuis? 165 Het kan dus altijd erger 168 Muurvast 173 Weekenden zijn geen ontspanning 177 Alles slaat op tilt 189 Hier trek ik de lijn 192 EMDR 194 Koffie en sigaretten 197 Niet toen, morgen, maar nu 201 Kans op geluk 206 Escalatie 215 Kijken waar je staat 219 Ik weet wat ik heb, en nu? 223 Groep C 230 Afbouwen 236 Allerlaatste evaluatie 242 Onbegrip 252 Ik kom er wel 254 Nawoord 256 Dankwoord 259 Contact 262

Page 7: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

7

Voorwoord

Alweer zo’n tweeëntwintig jaar geleden maakte ik voor het eerst echt kennis met de vreemd verdeelde wereld van de gezondheidszorg. In een kraakhelder wit ziekenhuispak stapte ik nietsvermoedend de psychiatrische kliniek binnen ‒ de locatie achter het algemeen ziekenhuis waar ik toentertijd werkte als psychosomatisch fysiotherapeut. Ik had overleg met psychotherapeute Franny Moene, over een patiënte die ik samen met haar in behandelde. Een kennismaking die bepalend was voor mijn verdere loopbaan. Het was meer dan indrukwekkend toen ik de kliniek binnenwandelde. De overgang van het algemene ziekenhuis was in fysieke afstand circa vijftig meter. De overgang in verschillende werelden leek onoverbrugbaar. Andere mensen, andere kleding, andere visie, andere taal, een andere kijk op gezondheidszorg… alles was anders. Lag in het ziekenhuis de focus nog op het lijf, het ‘mechanische’, het controleerbare; in de psychiatrische kliniek ging het meer om het gevoel, de geest, het ongrijpbare. En de samenhang tussen deze werelden was eindeloos ver weg. Met als gevolg dat mensen met lichamelijke klachten, die niet medisch verklaard kunnen worden, in een niemandsland terechtkomen met alle gevolgen van dien.

Page 8: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

8

De oprichting van het COLK in 2007 was niets anders dan een logisch voortvloeisel van dat eerste overleg en de wederzijdse wens om samenhang tussen de wereld van ‘het lijf’ en de wereld van ‘de geest’ bij elkaar te brengen als een natuurlijke eenheid. Een intens wonderlijke en diep fascinerende eenheid die ons kan leiden tot enorme hoogtes maar bij de verkeerde balans ons ook kan leiden tot soms zeer diepe dalen. Het is erg positief om te merken dat in toenemende mate de eenheid van lichaam en geest wordt erkend door zorgverleners, maar nog veel belangrijker is de openheid die door steeds meer ervaringsdeskundigen wordt getoond. Deborah draagt met haar boek, over de periode rondom haar opname in het COLK, hier in belangrijke mate aan bij. Mijn kennismaking met Deborah op 1 juli 2008 in het COLK is dan ook een indrukwekkende ervaring die het belang van herkenning, erkenning, begrip en normalisering bevestigt. Alles wat Deborah had ervaren in de voorgaande periode leek vreemd voor haar, omdat het niet paste in de ‘normale’ wereld van óf de lichamelijke gezondheidszorg óf de geestelijke gezondheidszorg. Niet wetende dat haar klachten werden veroorzaakt door het onlosmakelijke samenspel van haar lichaam en geest. Dat simpelweg écht luisteren en uitleg over psychosomatiek de aanzet kon geven tot het herpakken van haar eigen regie en daarmee zou leiden tot uiteindelijk herstel van klachten is en blijft een uitzonderlijke ervaring, ook voor mij.

Page 9: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

9

Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen die de wereld van de psychosomatiek ons kan voorschotelen. In dit openhartige verhaal beschrijft zij de intense en zelfs verlammende reacties waarmee je geconfronteerd kunt worden als je volledig uit balans raakt in je leven. Het onbegrip als symptomen niet in het voorbeeldplaatje vallen van de gezondheidszorg. Als klachten al snel worden vertaald als aanstellerij en hysterie, omdat ze niet passen in een bestaand, medisch plaatje. Terwijl het enige wat je wilt regie is over je eigen leven… Matthijs Rumke Oprichter COLK (Centrum voor behandeling van psychosomatische klachten) Voorzitter Psychosomatische Fysiotherapie Nederland SocialFactory

Page 10: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

10

Inleiding

Breda, februari 2015 Op mijn twintigste veranderde mijn leven voor altijd. Het begon met flauwvallen. Al snel meerdere malen op een dag. Artsen konden niets vinden. Ik kon soms urenlang niet meer lopen. Aandachttrekkerij werd het genoemd. Met wat zoute drop zou het wel weer overgaan. Uiteindelijk kreeg ik na lang zoeken een diagnose: een conversiestoornis en een angststoornis. Mijn lijf zette psychische stress en trauma’s om in lichamelijke klachten. Mijn lichaam sprak de woorden die ik zelf niet kon vertellen. Opeens was ik psychiatrisch patiënt. Zo had ik mijn leven nooit voorgesteld. Ik werd ook nog volledig afgekeurd. Met als ultieme dieptepunt een opname in een psychiatrische kliniek. Het grootste gevecht van mijn leven vond daar plaats; tegen de schaamte, tegen de angst om te voelen, tegen mijn nieuwe realiteit. Ik maakte een begin met leren vechten en leven voor mijzelf. Het besef dat ik zo ziek was, kon ik maar moeilijk aanvaarden. Na tien maanden dacht ik wel terug te kunnen naar mijn oude leven. Dit bleek totaal niet zo te zijn. Werken en studeren ging niet meer. Ik was echt ziek. Therapie en revalideren werd mijn fulltimebaan. Een diploma, een bruisend sociaal leven, werk… Wie was ik zonder al die dingen? Maar vooral: wie wilde ik zijn? Mijn zoektocht naar een diagnose en de juiste therapie was een ellenlange weg vol onbegrip, schaamte en verdriet. Ik gun niemand diezelfde weg en diezelfde eenzaamheid. Dat je jezelf moet schamen voor psychische klachten, dat doorbreek ik door het delen van mijn verhaal. Vanuit deze gedachte ben ik drie jaar geleden mijn blog Hetvaltwelmaarnietmee.nl begonnen en heb ik dit boek geschreven. Mijn manuscript bevat dagboekfragmenten uit het jaar 2007 tot en met 2009. Deze fragmenten waren het uitgangspunt voor mijn

Page 11: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

11

autobiografisch verhaal en ik heb er later hoofdstukken bij geschreven om het verhaal duidelijker en leesbaarder te maken. Het is mijn versie van ‘de waarheid’. In die tijd was ik ontzettend ziek en in de war. Schrijven was mijn enige manier om orde te scheppen in de chaos en antwoorden te vinden op de talloze vragen die ik had. Iedereen die in het boek voorkomt, is anoniem gemaakt, behalve Matthijs Rumke, medeoprichter van het Colk. Zijn naam mocht ik gebruiken. Dat ik anderen kan laten zien dat er iemand is die het allemaal ook heeft meegemaakt en die er weer bovenop is gekomen, zie ik als een groot voorrecht. Dit was mijn allergrootste wens toen ik in mijn kamertje zat in de kliniek: een ervaringsverhaal lezen. Dat perspectief en referentiekader dat ik zocht, heb ik mezelf gegeven. En met dit boek hoop ik jou het vertrouwen mee te geven dat het antwoord in jouzelf zit. Vorig jaar kreeg ik van alle uitgevers die ik aanschreef afwijzing na afwijzing. Soms bracht me dit even aan het wankelen, maar stoppen deed ik zeker niet. Ik bleef geloven in mijn droom. Toen ik het heft weer in handen nam en op mijn blog vertelde dat ik mijn eigen boek wilde uitgeven, gebeurde er ineens iets. De kliniek waar ik opgenomen ben geweest, het Colk in Gorinchem, wilde graag dat het er zou komen. Toen ik Matthijs Rumke vroeg het voorwoord voor dit boek te schrijven, heb ik hem het manuscript gestuurd. Nadat hij het had gelezen, vertelde hij dat hij ook een aantal exemplaren wilde bestellen voor zijn vereniging. Dankzij het Colk, Matthijs Rumke en de vereniging voor Psychosomatische Fysiotherapeuten Nederland komt mijn boek precies op de plek waar het wat mij betreft nodig is. Bloggend en schrijvend blijf ik mijn steentje bijdragen aan de bekendheid van onverklaarde lichamelijke klachten en het doorbreken van het taboe rondom de psychiatrie. Ook wil ik mijn lezingen uitbreiden. Op scholen waar toekomstige hulpverleners

Page 12: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

12

studeren, in ziekenhuizen of klinieken wil ik mijn verhaal vertellen. Niet alleen om te laten zien wat er nog voor winst valt te behalen in de weg naar een diagnose en de juiste behandeling, maar ook dat het mogelijk is om weer te herstellen. Dit jaar ga ik mezelf inschrijven als eenmanszaak om zo mijn lezingen professioneel neer te kunnen zetten. Ik zie mezelf zeker nog een boek schrijven, misschien wel twee of drie, en voor de rest wil ik weer studeren en blijven leren. Voor nu ben ik trots en dankbaar dat ik hier sta. Dat zie ik nooit als iets vanzelfsprekends. Mijn weg hiernaartoe is mijn grootste overwinning. Acht jaar geleden begon mijn verhaal en na al die tijd kan ik met volle overtuiging zeggen dat ik ben waar ik moet zijn. En morgen? Dan zet ik weer een volgende stap. Mag ik je mee terugnemen in mijn verleden? Een hartelijke groet,

Deborah de Poorter

Page 13: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

13

Het eind van het begin

Maandag 10 september 2007 ‘Wat kan ik voor je doen?’ Mijn huisarts kijkt me aan en ik voel zijn spottende blik. Verbeeld ik me dit of neemt hij me niet serieus? Het zal vast aan mij liggen. Ik vraag me voor de zoveelste keer af wat hij van me vindt. Val ik ondertussen al in de ‘gekken-categorie’? De laatste weken heb ik flink wat tijd opgemaakt in zijn wachtkamer. Het eerste bezoek wordt me aangeraden door mijn nieuwste psycholoog. Ze stelt vast dat ik depressief ben en medicatie nodig heb. Ik voel me al een tijd lang rot en tijdens mijn bijbaantje deze zomer in de horeca is alles in een stroomversnelling gegaan. Een neerwaartse spiraal lijkt me de juiste omschrijving. Na flink wat aandringen van de mensen om mij heen besef ik uiteindelijk zelf dat ik hulp nodig heb en ga naar een psycholoog. In mijn woonplaats Breda, waar ik nu bijna een jaar woon, heb ik nog geen huisarts dus de psycholoog geeft me wat opties. Ik vind het helemaal niet vreemd dat zij mij medicatie aanraadt. Iedereen slikt tegenwoordig wel eens een pilletje om zich beter te voelen. Al dan niet recreatief. Het taboe is er volgens mij wel een beetje vanaf. Ik heb er totaal geen slecht gevoel over. Mijn moeder slikt zelf ook al jaren antidepressiva en is er sindsdien een stuk leuker op geworden. Daarnaast wil ik erg graag geloven in de illusie dat een pilletje alles weer goed maakt. Daar houd ik me vooral aan vast. Voor mij zijn er geen argumenten om het niet te doen. Bovendien heeft mevrouw de psycholoog me al zes sessies voor zich zitten, dus ze kent me door en door. ‘Wat er aan de hand is? Dat is mijn vraag aan u! Ik weet het niet meer. Ik voel dat het niet goed gaat, maar wat het nu precies is, ik heb geen idee!’ Terwijl ik de paniek door mijn hele lijf voel razen lijkt het voor de tegenpartij juist alleen maar duidelijker te worden.

Page 14: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

14

We zitten toch echt in dezelfde ruimte, maar de afstand tussen ons lijkt per minuut te groeien. De huisarts heeft een voorgeschiedenis gekregen van mijn psycholoog en haalt zijn standaard-‘depressievragenlijst’ tevoorschijn. De vragen beantwoord ik bevestigend. ‘Ja, ik voel me onrustig, ja, ik heb negatieve gedachten en ja, ik heb wel eens nagedacht over de dood.’ Een plus een bleek nog nooit zo makkelijk. Ik pas perfect in het depressieve beeld. Ergens ook wel eens prettig om in een plaatje te passen. Dat maakt het lekker duidelijk. De huisarts volgt het advies van mijn psycholoog en schrijft me de pillen voor. ‘Nou, dan heb ik hier het recept voor antidepressiva. Het kan een aantal bijwerkingen hebben, dus over twee weken plannen we een nieuwe afspraak om te kijken hoe het gaat. Is dat allemaal duidelijk voor je? Goed, sterkte.’ Eenmaal buiten, met mijn recept stevig in mijn hand geklemd, probeer ik mezelf rustig te houden. ‘Mezelf rustig houden’ gaat niet zo makkelijk, mijn hele lijf staat namelijk in brand. En dan niet dat fijne ‘in vuur en vlam staan’. Bezig blijven helpt. Ik ga naar de apotheek om mijn medicatie op te halen en dan zal het over een tijdje vast wel beter gaan. Ik zal straks wel googelen naar de medicatie. Het heet Lexapro. Ik weet zelf niet zeker of ik depressief ben, ik voel alleen dat het niet goed gaat.

Page 15: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

15

Dit lees ik op internet:

Lexapro bevat escitalopram en wordt gebruikt voor de behandeling van (ernstige) neerslachtigheid (depressie, depressies in engere zin, in het bijzonder die met vitale kenmerken) en angststoornissen (zoals paniekstoornis met of zonder pleinvrees, sociale angststoornis, gegeneraliseerde angststoornis (langdurig aanhoudende angst en bezorgdheid) en obsessieve-compulsieve stoornis (dwanggedachten ofwel dwanghandelingen)). Escitalopram behoort tot de groep van zogenaamde selectieve serotonine heropnameremmers (SSRI’s). Deze geneesmiddelen werken op het serotoninesysteem in de hersenen door het verhogen van het serotonineniveau. Verstoringen van het serotoninesysteem worden beschouwd als een belangrijke factor in de ontwikkeling van (ernstige) neerslachtigheid en daaraan gerelateerde ziektebeelden.

Dan zal het vast wel goed zijn. Twee weken later ‘Hallo Deborah, hoe gaat het met je, hoe zijn de afgelopen weken verlopen en heb je veel last van bijwerkingen?’ De huisarts vuurt zijn vragen op me af. Van zijn gezichtsuitdrukking valt niets af te lezen. Ik probeer hem wederom te peilen, maar het lukt me niet. Het is sinds lange tijd een dagtaak, mensen en hun gedachten over mij inschatten. Een nogal vermoeiende hobby. Op mijn gemak voel ik me niet bij hem en hij verwacht ook nog een eerlijk antwoord. We hebben een controlemoment, zoals dat heet, om te kijken hoe het gaat met de medicatie. Ik vertel dat ik de bijsluiter heb gelezen en dat ik behoorlijk ben geschrokken van de enorme lijst met alle mogelijke bijwerkingen. ‘Het is nu eenmaal verplicht om alle

Page 16: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

16

bijwerkingen die ooit zijn voorgekomen op een bijsluiter te zetten. Maak je je daar maar niet al te veel zorgen over. Ik ben meer benieuwd wat je zelf hebt ervaren.’ Braaf dreun ik mijn eigen lijstje met bijwerkingen op. ‘Ik heb last van een droge mond, ik voel me lusteloos, het lijkt alsof er alleen nog maar watten zitten in mijn hoofd, maar het gekke is dat ik wel bang ben. Ik heb de hele dag een onbehagelijk gevoel over me heen hangen. En met vlagen flinke paniek.’ ‘Die angst houden we in de gaten, ik lees in je dossier dat je een geschiedenis hebt met angstaanvallen. We wachten het even af. Bespreek het in je therapie. Ik schrijf je wat kalmeringstabletten voor, die kun je in het geval van paniek erbij nemen. Om de komende tijd te overbruggen.’ ‘O, nou ja, dat is goed,’ zeg ik en voordat ik het goed en wel besef sta ik met mijn nieuwe recept buiten. Nu heb ik er ook Oxazepam bij gekregen.

Oxazepam behoort tot de benzodiazepinen. Het werkt rustgevend, spierontspannend, vermindert angstgevoelens en beïnvloedt de overdracht van elektrische prikkels in de hersenen. Het wordt voorgeschreven bij angstgevoelens en gespannenheid, slapeloosheid en alcoholontwenning.

Page 17: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

17

De ware voor een nacht

De zomer van 2007 Met een drankje in de hand en een man in mijn vizier voel ik mezelf lang onoverwinnelijk. Totdat de avond valt moet ik mezelf door de dag heen slepen. Tot die tijd lijk ik alleen maar te bestaan. In de kroeg voel ik dat ik leef. Aandacht laat mijn bloed sneller stromen. De perfecte plek om al je zorgen te vergeten. Alles draait om gezelligheid en vooral niet om moeilijkheden. Ik zorg er dus voor dat ik zo vaak mogelijk in de kroeg te vinden ben. Alleen zijn ligt een beetje gevoelig, dat kan ik al een tijdje niet meer. Wie met me mee naar huis wil mag mee. Op zoek naar grootse liefde ben ik bijna nonchalant in wie ik toelaat. Toegang tot mijn lichaam hebben er steeds meer. Mijn lijst met veroveringen groeit gestaag. Mijn hart is alleen wat moeilijker te benaderen. De mannen die mijn pad kruisen hebben daar ook absoluut geen interesse in. Op de momenten zelf heb ik dat helemaal niet in de gaten. Ik ben er iedere keer opnieuw weer van overtuigd dat ik de ware heb ontmoet. De ware, zeker, voor een nacht. Op het oog heb ik alles. Het studentenleven waar ik altijd van droomde, een leuke bijbaan in de horeca, vrienden en vriendinnen, aandacht van mannen, genoeg geld en een uitpuilende kledingkast. Toch ben ik niet gelukkig. Wat het is weet ik niet. Ik verlies mezelf steeds meer in werken en uitgaan. Na het stappen ga ik naar de plaatselijke shoarmatent. Dat het best sneu is om stamgast te zijn bij een shoarmatent besef ik al niet eens meer. Alles om maar niet alleen te hoeven zijn in dat stomme studentenhuis. Laat ik het zo zeggen, ik heb geen warme band met mijn huisgenoten. We wonen in een oud klooster dat is omgebouwd tot studentencomplex. Het huis heeft drie verdiepingen, allemaal bewoond met studenten. Iedere verdieping bestaat uit een lange gang met tien studentenkamers. Er is een gezamenlijke woonkamer

Page 18: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

18

met een grote keuken en aan de andere kant van de gang bevinden zich twee douches en toiletten. Ik woon op de bovenste verdieping met negen anderen. Acht van de negen huisgenoten hebben een warme band met elkaar. Er hoort er nog eentje niet ‘bij’, maar dat lijkt bijna logisch, hij komt namelijk zijn kamer niet uit. Dus acht van de tien vormen een hechte groep. Ze doen van alles samen en binnen deze groep zijn er zelfs hechte vriendschappen ontstaan. Ik hoor hier niet bij. Bij de kluizenaar hoor ik ook niet, toch vormen wij het ‘andere’ groepje, wij zijn ‘de rest’. Soms heb je dat, dat je niet bij elkaar past. Dat hoeft helemaal geen probleem te zijn. Geen probleem voor anderen misschien, maar voor mij wel. Ik wil namelijk overal bij horen. Ook al zijn het niet eens mijn type mensen, ze moeten me wel aardig vinden. De momenten dat ik thuis ben verschuil ik me in mijn kamer. Mijn persoonlijke bunker. Een roze bunker, dat dan weer wel. Het is een kamer van zestien vierkante meter met een klein raam. Geen kleine ruimte, maar het grootste probleem is dat ik bijna geen daglicht heb. Als je al niet depressief bent, word je het wel van zo’n hok als de mijne. Inschattingsfoutje. Mijn vriendin Puck en ik hebben er een soort roze barbiehuis van gemaakt. Puck woont ook in het klooster, maar dan aan de andere kant van het gebouw. Dat heeft precies dezelfde indeling als aan mijn kant van het klooster. We moeten zes trappen af, om het gebouw heen lopen, zes trappen op klimmen en dan zijn we bij elkaar. We wonen onder hetzelfde dak, voor mij is zij mijn huisgenoot. Mijn leven lijkt op een kaartenhuis dat langzaam instort. Alle onderdelen lijken nog enigszins te blijven staan, al is het wankel, maar de grond begint langzaam onder me te verdwijnen. Dit is mijn eerste jaar dat ik de hele zomer in Breda blijf. Ik besteed iedere zomer aan mijn horecabijbaantjes, maar de afgelopen jaren waren die baantjes bij mijn ouders in Zeeland. Toen droomde ik er al van om te mogen werken in de binnenstad van een grote stad. Dat leek

Page 19: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

19

me zo stoer, om bij zo’n club collega’s te mogen horen. In mijn hoofd had ik er een hele voorstelling van gemaakt. Daar ben ik sowieso goed in, luchtkastelen bouwen. Zonder te weten of het wel zo is, dacht ik dat er alleen maar hippe mensen in de horeca werkten. Dat het een populair wereldje zou zijn. Hierdoor maakte ik mezelf alleen maar gek en vond ik het hartstikke eng om daadwerkelijk op de Havermarkt van Breda te solliciteren. Waarom deed ik het dan? Als ik mezelf iets beloof, zorg ik ervoor dat ik het nakom. Mijn lichaam vond het niet zo’n goed idee. Wekenlang zat ik voor mijn dienst thuis op de wc met ontzettende diarree. Een beetje buikpijn houdt mij niet zomaar tegen. Even doorbijten is mijn motto. Deze zomer in Breda stond in het teken van hard werken en vooral hard feesten. Dat leek me wel wat. Er is wel een aantal redenen waarom ik Zeeland ontvluchtte, maar daar ben ik op dat moment helemaal niet mee bezig. Ik stort me vol overgave op mijn nieuwe leven. Vol avontuur, nieuwe mensen en lange nachten. Het is best normaal in de horeca om van het leven te genieten. Borrels drinken en na het werk de kroeg in. Ik wil zo graag bij de rest horen, daar doe ik alles voor. Zeker omdat ik er in mijn studentenhuis en in mijn eigen gezin voor mijn gevoel niet meer bij hoor, zet ik hier alles op alles. Ik vind het fantastisch dat ik mee op stap mag, natuurlijk ga ik overal mee naartoe. Al snel houd ik me bezig met mijn mannelijke collega’s. Binnen een paar weken ben ik al bij een collega blijven slapen en met een ander ben ik aan het scharrelen. Geloof het of niet, met die eerste heb ik alleen gezoend. Toen deed ik nog niet aan onenightstands. Althans, dat wilde ik hem doen geloven. Dat leek me wel netjes voor de verhoudingen op de werkvloer. Toen hij erachter kwam dat ik al vrij snel met een andere collega aan het scharrelen was, vond hij het een beetje hypocriet dat ik alleen met

Page 20: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

20

hem had willen zoenen. Achteraf is het juist beter, het had onze band alleen maar kunnen verpesten. Doordat ik al snel mijn weg vind bij iedereen, word ik overal bij betrokken. Op de werkvloer wordt er veel geluld. Over iedereen. Wat dat betreft is het een verschrikkelijke wereld. Ik ben nogal naïef. Wat je ’s nachts in de kroeg uitvreet is voer voor overdag. Er wordt veel om en met mij gelachen. In het café is er een hechte vriendinnenclub onder de collega’s. Vier heel stoere, sterke meiden, die allemaal hun mond mee hebben. Ze lijken niet zo snel ergens bang voor. Ik kijk tegen ze op. Dit is wat ik altijd wilde, bij zo’n meidengroep horen. Het wordt al snel mijn doel. Mijn andere vriendinnen herkennen me al snel niet meer terug. Hier kan ik alleen maar om lachen, ze weten nog niet eens de helft van wat ik allemaal uitspook. Ik begin dingen te verzwijgen. Ik word behoorlijk selectief in wat ik wel en niet vertel. Afspraken vind ik moeilijk om na te komen. Leugens vinden steeds vaker de weg naar buiten. Mijn werk wordt mijn verslaving. Het is de ultieme afleiding van mijn leven. In mijn hoofd is het nog eens ontzettend gerechtvaardigd. Want wat is er eigenlijk mis met hard werken? Ik werk al jaren iedere zomer fulltime in de horeca en tijdens die weken zie ik mijn vriendinnen niet of nauwelijks. Zij hebben duidelijk andere verwachtingen van een zomer en van mij.

Page 21: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

21

Vrienden voor het leven

De laatste tijd weet ik niet meer wat ik met mijn vriendinnen aan moet. Mijn vriendschap met Merel ligt in puin, maar dat is al jaren zo. De mensen om mij heen mogen haar niet en haar vrienden zijn niet gek op mij. De waarheid zal wel in het midden liggen. We kennen elkaar al lang, we komen allebei uit Zeeland. Tijdens onze studies worden we pas echt vriendinnen. We halen eigenlijk het slechtste in elkaar naar boven. Afzonderlijk zijn we best leuke en lieve meiden, maar zet ons samen en je krijgt een giftige combinatie. Merel heeft een heel duidelijke mening en behoorlijk hoge verwachtingen van haar vriendinnen. Zeker ook naar mij toe. De afgelopen tijd gaat dat niet zo soepel. Aan alle uitgesproken, maar vooral onuitgesproken verwachtingen ga ik helemaal voorbij. Als vriendin stel ik haar iedere keer teleur. Daar ben ik me wel van bewust. Mijn focus is verlegd naar mijn werk en mijn collega’s. Dat is mijn nieuwe familie. Ik investeer enorm veel aandacht, tijd en energie om ervoor te zorgen dat het op mijn werk goed gaat. Niet alleen mijn werk zelf wil ik tot in perfectie uitvoeren, ik wil ook goed in de groep liggen. Zonder dit nieuwe werk met het bijbehorende leven heb ik al moeite genoeg om te blijven staan. Mijn vriendinnen die het dichtst bij mij staan, heb ik in deze periode (on)bewust op een afstand gezet. Die spiegels en confrontatie trek ik niet. Al een lange tijd ben ik aan het verzuipen in alles, vooral in mijn werk. Deze veranderingen trekt Merel niet. Haar leven is hetzelfde, maar het mijne is totaal veranderd. Eigenlijk passen mijn vriendinnen op dit moment niet in mijn nieuwe, overvolle leven. Heel simpel, ik heb geen tijd. Zeker niet voor het gezeik van Merel, dus zij belandt al snel op een zijspoor. Hoe meer zij van mij wil en vraagt, hoe moeilijker ik het vind om met haar om te blijven gaan. Deze onrust probeer ik van me af te schudden, maar dat is enorm

Page 22: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

22

moeilijk. De weinige momenten die ik alleen thuis ben verstikt het schuldgevoel me steeds meer. Niet alleen met Merel verloopt het stroef, maar ook met Puck en Floor. Mijn drie beste vriendinnen uit Zeeland. Puck ken ik het langst, maar met haar en Merel ben ik het ‘kortst’ bevriend. Puck en ik gingen samen Social Work studeren in Vlissingen. Hier leerden we elkaar goed kennen. Ondanks het feit dat we zo verschillend zijn, klikt het goed. Floor en ik zijn vriendinnen geworden in de eerste klas van de middelbare school. Voordat het schooljaar begon belde ze mij op, ik stond op de lijst van al haar nieuwe klasgenoten. Ze had zin om te gaan zwemmen en het leek haar leuk om dit met een nieuw klasgenootje te doen. Van alle namen op de lijst kwam ze bij mij. Zo stoer, wie durft dat nou op elfjarige leeftijd? Vanaf die dag zijn we dikke vriendinnen. Floor wil de laatste tijd van alles van mij, maar ik heb gewoonweg steeds minder te bieden. Floor is een serieus meisje met behoorlijk wat bagage. Haar ouders gingen scheiden toen ze jong was en haar moeder probeert sindsdien het hoofd boven water te houden met drie kinderen. Ze werkt keihard en zoekt haar geluk en afleiding in andere mannen. Dit zijn niet altijd de beste mannen voor haar, hierdoor heeft Floor al heel vroeg veel meegemaakt. Ze kwam vaak bij mij thuis en bleef ook veel slapen. In die jaren hadden we het mega gezellig met elkaar. Na de middelbare school ging ik studeren en zij ging naar het vwo. We hadden beloofd dat er niets zou veranderen tussen ons, maar dat was natuurlijk niet reëel. Alles veranderde in onze levens, dus ook onze vriendschap. Ik leerde veel nieuwe mensen kennen en kreeg op de eerste dag van mijn introductiekamp een nieuwe vriend. Het balanceren tussen iedereen zijn behoeftes was begonnen. Mijn gevoel voor haar bleef, maar we zagen elkaar een stuk minder. Toen ik een jaar later op kamers ging in Tilburg werd het contact nog minder, maar een jaar later kwam ze zelf in Tilburg studeren. We wilden de draad weer oppakken, maar dat ging niet vanzelf. Ik merkte dat ze een stuk verder was in haar

Page 23: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

23

ontwikkeling. Ze was gaan nadenken over haar leven en verleden en had hier veel moeite mee. Zij ging de confrontatie met zichzelf aan. Ik respecteerde haar, dat ze zo hard met zichzelf aan het werk was, maar zelf kon ik dit niet. Ik was nog lang niet op dat punt. Je kunt elkaar niet forceren om op dezelfde manier en hetzelfde tempo te groeien. Ze werd jaloers want ze dacht dat ik iedereen boven haar verkoos. De afstand werd steeds groter. Na een jaar Tilburg verbrandde ik mijn schepen en ging ik mijn geluk beproeven in Breda. Floor had helemaal geen idee meer hoe mijn leven eruitzag en hierdoor was er vaak onbegrip. Dat maakte het alleen maar moeilijker voor ons om onze vriendschap te overwinnen. Ik koos niet voor haar, op dat moment wilde ik geen moeilijkheden. Ik was op de vlucht en wilde alleen maar mensen om me heen die mij niet kenden. Hier heb ik haar enorm mee gekwetst. Ze is een paar keer enorm boos geworden en na een aantal berichten vol haat en verderf bloeide het langzaam dood. Puck staat op dit moment het dichtst bij me. We wonen in hetzelfde gebouw en ze bekritiseert me het minst van alle drie. Bij haar kan ik ademhalen. Ze heeft wel een paar keer aan de bel getrokken. Puck en ik hadden altijd onze eigen rituelen. Thee drinken op het terras in de binnenstad van Breda, samen naar de bioscoop, samen eten. We zagen elkaar enorm vaak. Toen ik m’n nieuwe leven kreeg was er automatisch minder ruimte voor Puck. Een dag weet ik nog goed, we hadden een heel leuke dag gehad, we waren naar de bioscoop geweest, en Puck wilde nog een drankje drinken op een terras. Ik wilde naar mijn werk toe, om daar wat te drinken. Dat idee viel niet helemaal in goede aarde en ze werd boos. Puck wilde mijn ogen openen, laten zien dat ik te ver ging. Altijd was ik aan het werk, en nu waren wij weer een keer samen en wilde ik nog steeds daar aan de bar zitten. Ik snapte totaal niet waarom ze boos werd. We waren toch de hele dag samen geweest? Het ging meer om het principe. Al onze rituelen waren langzaam aan het verdwijnen en als toppunt was ik er ook helemaal niet bij

Page 24: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

24

met mijn hoofd. Ik had geen zin in ruzie, dus we gingen samen naar het terras. Daar bleek het gesprek nog niet voorbij te zijn. Puck waarschuwde me: ‘Deb, je moet een keuze maken, anders raak je me kwijt.’ Dit had ik niet verwacht. Ik klapte compleet dicht. Ik kreeg een rood hoofd en begon wat te stamelen. ‘Ik kijk nu al een tijdje toe hoe jij je leven leidt en het staat me helemaal niet aan. Je kunt alleen nog maar praten over je nieuwe leven met al die leuke, fantastische mensen. En ik dan? Als je onze vriendschap niet serieuzer gaat nemen, ben ik weg.’ Deze klap zag ik niet aankomen. Die andere twee meiden, oké, maar nu Puck ook nog? Misschien moet ik maar eens na gaan denken. Doe ik het allemaal verkeerd? Ik weet het niet. Kritiek wil en kan ik niet registreren. Dus is het er niet.

Page 25: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

25

De kast

De relatie tussen mijn moeder en mij ligt wat ingewikkeld. De liefde voor de ander is groots en we kunnen echt niet zonder elkaar. Tegelijkertijd hebben we een bepaalde afstand nodig. Te veel nabijheid en we worden na een tijdje letterlijk ziek van de ander zijn aanwezigheid. Onze liefde is op dit moment niet gezond. Het ‘volwassen worden’, dat hele proces van aantrekken en afstoten verloopt niet zonder kleerscheuren. Wij zijn niet van het type ‘met de deuren slaan en elkaar tot op het bot uitschelden’. Juist niet. Veel van onze vetes vinden plaats in stilte. Een afkeurende blik van mijn moeder vertelt meer dan duizend woorden. Mijn onmacht en onvrede slikte ik in. Een scala aan gevoelens heeft het daglicht nooit gezien. Wanneer er iets niet lekker zat, wat dan ook, vluchtte ik op een zeker moment naar mijn kamer. Nooit met een scène, maar braaf nadat ik de laatste lepel vla op had en wat borden op het aanrecht had gezet. Soms vraag ik mezelf wel eens af hoe ik op zulke momenten overkwam. Ik weet alleen wat ik voelde. Alsof er een bom in mijn binnenste ontplofte. Volgens mij was het niet aan mij te zien wanneer ik boos was. Alles om maar geen ruzie te maken. Mijn moeder is allergisch voor ruzie. En ik dus ook. Mijn moeder heeft zelf veel problemen doordat ze een enorm heftige jeugd heeft gehad. De laatste jaren is ze er steeds meer achter gekomen wat dit voor haar betekent. Ze is al een paar keer flink vastgelopen in haar leven, heeft een burn-out achter de rug en verschillende depressies. Mijn moeder zo te zien lijden heeft mij flink geraakt. Vanaf kinds af aan wilde ik haar redden en er voor haar zijn. We wilden elkaar beschermen en dat is ons beiden niet gelukt. Toen zij mij vorig jaar wat meer losliet kon ik dat niet plaatsen. Mijn hele rol had ik hieraan opgehangen, ‘het redden van mijn moeder en mijn gezin’. Wat bleef er nog over toen dat wegviel?

Page 26: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

26

Het grootste dieptepunt in ons gezin, de rechtszaak, was enorm heftig. Anderhalf jaar lang werd het steeds uitgesteld. Naar elke datum leefden we toe, waren we misselijk en op de dag zelf werd er weer uitstel aangevraagd. En dit gebeurde drie keer. Op een gegeven moment hebben mijn ouders de laatste datum doorgegeven, maar ik heb die niet opgeschreven. Ik was er met mijn hoofd niet bij. De avond van tevoren, nu vorig jaar, werd ik gebeld en werd me verteld dat de volgende dag de rechtszaak zou plaatsvinden. Het werd zwart voor mijn ogen. Ik had zo meegeleefd en nu kon ik er niet bij zijn? Ik wilde naar Middelburg komen de volgende dag. Ik moest er bij zijn, voor mijn broertje. Voor ons gezin. Mijn moeder vertelde dat het beter was als ik niet zou komen. ‘Jij bent veel te gevoelig, het is beter voor je broertje dat je er niet bij bent. Hoe belangrijk is het eigenlijk voor je? Je was het toch vergeten.’ Dat waren de zinnen die bleven hangen en ze sneden door mijn ziel. Zat ik eindelijk eens alleen op mijn kamer, gebeurde dit. Ik ging kapot. Ik belde Roos om mijn wanhoop te delen. Ik kon alleen maar janken. De uitspraak volgde, ze werden niet veroordeeld. Gebrek aan bewijs. Kotsmisselijk was ik ervan. Lange tijd had ik de schade van dichtbij meegemaakt en nu kon ik niet zien wat het resultaat zou zijn. Ook wilde ik bij mijn gezin zijn tijdens dit moeilijke moment en dat ging dus niet. Mijn laatste houvast was weg. In alles voelde ik me afgewezen. ‘De steun zijn’, dat was wat ik kende. Dat was wie ik was. Zelfs dat was weg. Op dat moment is de knop helemaal omgegaan. Ik moest zo snel mogelijk weg van die pijn. Sneller leven, werken, studeren, meer eten en zuipen en neuken. Niets meer voelen, zo snel mogelijk. En het lukte. Alleen duurde het niet zo lang als ik had gehoopt. De gevoelens die ik nog overhad, kon ik niet delen met de mensen in mijn omgeving. De band met mijn ouders werd steeds moeizamer. Ik bevond me in een ander, door mijzelf geschapen universum. De luiken waren gesloten. Niemand kon er meer in of uit. Mijn familie was gefrustreerd en vond me

Page 27: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

27

egoïstisch. Ook vonden ze dat ik de verkeerde keuzes maakte. Niets kon ik meer van ze aannemen. Mijn moeder belde afgelopen zomer. Ze had een kast voor me gekocht en wilde een dagje langskomen in Breda. We maakten een afspraak voor een ochtend. Toen ze langskwam had ze niet alleen de kast meegenomen maar ook allerlei boodschappen en een lekkere lunch. Ik had er helemaal niet bij stilgestaan dat ze na zo’n lange reis een dagje zou willen blijven. Twee uur later moest ik namelijk werken. Zover was ik al. Misschien was het zelfbescherming, ik vond het erg moeilijk om mijn moeder weer te zien. Alle confrontatie met pijn wilde ik niet. In haar aanwezigheid kon ik het niet meer ontkennen. Toen ik haar vertelde dat ik moest werken brak de bom. Zij maakte een reis van twee keer anderhalf uur en ik had amper twee uur voor haar vrijgemaakt. Ze snapte mij niet en mijn keuzes zeker niet. We konden elkaar de hand schudden. Ik snapte mezelf al lang niet meer. Confrontaties trok ik niet. Ik kon er niet mee omgaan. Mijn moeder eiste dat ik pas ’s avonds aan het werk zou gaan, zodat ze toch niet helemaal voor niets was gekomen. Ik belde mijn werk op om te vertellen wat er aan de hand was. Mikkie reageerde gelukkig positief en vertelde dat ik de late dienst mocht werken. De sfeer tussen mijn moeder en mij werd natuurlijk niet beter. Ik had haar zichtbaar gekwetst. Toen ze wegging vertelde ze dat ze voorlopig niet meer langs wilde komen, totdat ik mijn zaken op orde had. Na deze confrontatie ging ik nog harder leven. Nooit had ik in de gaten dat ik tegen de muur aan zou klappen. Die zomer leek wel een soort vacuüm, ik zag het begin niet meer en zeker geen eind. Voordat ik alles op vluchten en problemen gooi, wil ik eerlijk zeggen dat ik het ook leuk heb gehad. Het snelle leven, vol uitdagingen, hard werken en hoogtepunten past bij mij. Ik houd van drama en passie. Alle routine uit Zeeland heb ik er wel uitgeleefd in deze periode. Heel eerlijk, ik houd van mannelijke aandacht. Ik was er zeker naar op zoek. Meer had ik niet nodig, dacht ik. Ik hield van borrelen, flessen wijn, het gevoel dat alcohol

Page 28: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

28

me gaf. Alle controle loslaten, nergens meer aan denken. Heerlijk. Het is alleen behoorlijk uit de hand gelopen.

Page 29: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

29

De shoarmatent

Wanneer je aan het werk bent in de horeca, heeft iedereen vrij en andersom. Een van de dingen die ik leuk vind aan de horeca. Omdat ik natuurlijk studeer, eigenlijk mijn hoofdprioriteit, heb ik vaak avonddiensten. Die beginnen om zes uur ’s avonds en duren tot een of twee ’s nachts. Een uur tijdens doordeweekse dagen, twee in de weekenden. Wanneer het café dichtgaat, ben je niet klaar met werken, je moet nog afsluiten. Dat is een hele klus, maar vaak erg gezellig. Vanaf halftwaalf mag je een wijntje of een biertje pakken, dat maakt het werk natuurlijk een stuk gezelliger. Veel drinken we dan niet, maar een paar drankjes gaan er altijd wel in. We kletsen vaak nog na met elkaar. Regelmatig trekken we pas om drie uur de deur dicht. De stapavond is dan net over het hoogtepunt heen. Ook al moet ik de volgende dag om negen uur ’s ochtends in de schoolbanken zitten, naar huis gaan, dat kan ik dan nog niet. Veel te vroeg. Geregeld gaan we nog ergens wat drinken. Wanneer er nog gegeten moet worden gaan we naar ‘mijn’ shoarmatent. Mijn werk is inmiddels mijn tweede thuis, de shoarmatent verdient minstens de derde plek. Een typische shoarmatent, niet heel bijzonder, precies waar je aan denkt bij zo’n tent. Een aantal tafels, vol met dronken mensen en de bar met keuken. De pizzaoven staat natuurlijk centraal. Een roterende kebabstaaf ernaast. Aan de bar een rijtje barkrukken, altijd gevuld met wat vaste gasten. Geloof me, die hebben ze zelfs daar. De vaste gasten zijn mannen van verschillende afkomst. Geen vinger op te leggen. Er zijn altijd mensen en dat is precies wat ik nodig heb. Tussen al die mannen zit ik de hele zomer. Wie zit er ’s nachts nu het liefst op een barkruk een pita kaas te eten, terwijl die ook in zijn bed kan liggen? Het is niet dat ik mijn slaap niet nodig heb. Vaak zijn er vriendinnen van mij die op stap zijn geweest of ben ik er samen met collega’s. Alleen ben ik er ook te

Page 30: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

30

vinden. Aanspraak genoeg. Het personeel ken ik ondertussen en het is altijd gezellig. Gezelliger dan thuis tenminste. Een van de medewerkers van de shoarmatent ken ik van school. Op onze hogeschool werkt hij overdag als technisch medewerker. Mijn vriendinnen en ik moeten altijd om hem lachen, hij heeft een heerlijke, flink doorgerookte stem. Ik vind dat wel sexy. En hij is een stuk ouder. Nog een pluspunt. Maar ja, hij werkt wel in een shoarmatent, dus die lucht krijg je er gratis bij. Flirten is mijn ding. Dat doe ik graag en het liefst zo vaak mogelijk. Dus ook met hem, de shoarmaman. Ik heb werkelijk geen bijbedoelingen, maar mannen denken daar vaak toch iets anders over. Gewoon flirten moet altijd tot meer leiden. Er staat in deze weken ook wel standaard ‘pak me’ op mijn voorhoofd geschreven. Dat mannen me in een bepaald hokje stoppen kan ik dus wel begrijpen. Na een avondje stappen met een vriendin eindigen we met zijn tweeën bij mijn derde thuis. Het is al laat en ze moeten sluiten. De whisky komt op tafel. Dronken waren we al, maar dit brengt ons naar een heel ander niveau. De whisky wordt aangelengd met Sprite. Maar dan nog, er is een grens. Met mijn zatte kop krijg ik een helder moment. Het is kwart voor zes ’s ochtends, de zon komt alweer bijna op en ik kijk om me heen. Wij zitten daar met al die vreemde mannen alsof het onze beste vrienden zijn. En mijn shoarmaman wil me wel de zolder laten zien. Naïef en stom als ik ben, laat ik me gedwee rondleiden. Op de zolder ligt een oud, vies, beschimmeld matras. Ik word erop geduwd en meneer begint me te zoenen. Een paar tellen later, dat duurt wat langer met zoveel drank op, heb ik in de gaten waar dit naartoe gaat leiden. Met al mijn kracht heb ik geweigerd. Dat doe ik niet vaak, ik moet niet heilig doen, maar dit zie ik niet zitten. ‘Deborah, waarom doe je zo? Is dit niet wat je wilt? Je zit me al weken op te geilen. Kom nou meisje, doe gezellig mee.’ Mijn hoofd is opeens kraakhelder, dit wil ik niet. Het duurt wat langer voordat mijn lichaam diezelfde boodschap

Page 31: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

31

heeft doorgekregen, langzaam maar zeker duw ik hem van me af en vertel ik dat ik naar huis wil. Gelukkig respecteert hij, na flink wat mokken, mijn besluit en mag ik naar beneden gaan, waar mijn vriendin nog aan de whisky zit. Ik vraag haar haar whisky naar binnen te gieten en we gaan weg. Je zou denken dat ik me zo erg zou schamen dat ik er niet meer naartoe durf. Niets is minder waar. Die tent blijft een aantrekkingskracht op me hebben. Ze komen niet zo snel van me af. Best zielig eigenlijk. Een paar weken later kom ik de shoarmaman tegen in een van de discotheken van Breda. Voor de verandering ben ik weer eens helemaal lam. Op vrouwen heeft drank vaak een bepaald effect. Ze worden er geil en aanhankelijk van. Zo ook op mij, ik wil met iedereen trouwen of met ze naar bed. Meestal een combinatie van die twee. Ik kom hem tegen en val hem om de nek. Hij ziet een kans en pakt hem. Voordat ik het weet worden we van de wc geplukt door een bodyguard. Gelukkig net op tijd, we hebben een partijtje staan tongen, maar meneer heeft zijn broek alweer op zijn enkels. Hij wilde weer een poging wagen. Thank god voor de camera’s in die tent. Nu we het over mijn ergste zomer ooit hebben. De bodyguards van de Moskee. Dat zijn van die enorme bonken, dat zullen ze nog steeds wel zijn. Een keer per jaar is er Dancetour in Breda. Ik ben er een keer heen geweest, daarna nooit meer. Ik heb mijn portie wel gehad. Dancetour begint overdag en duurt tot een uur of elf ’s avonds. Dan ben je al megadronken. Degene die nog niet naar huis willen, gaan nog naar de stad. Natuurlijk bevind ik me ook onder die idioten. Dus wij met z’n allen naar de Moskee. Hartstikke leuk. Ik ben met een vriendinnetje van school. Op een gegeven moment moet ik naar de wc en laat mijn tas in een hoek staan van de discotheek. In mijn beschonken toestand dacht ik waarschijnlijk dat zij hem zou bewaken. Zij is allang in een ander universum. Terug van de wc kan ik mijn tas nergens vinden. Dus ik

Page 32: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

32

loop in paniek naar de bodyguards. Met driedubbele tong probeer ik uit te leggen dat mijn tas is gestolen. Zij beginnen te lachen en ik word boos. ‘Waarom lachen jullie mij uit? Mijn hele leven zit in die tas!’ Nog steeds lachend schuiven ze een kastje open en daar blijkt mijn tas te staan. ‘Niet zomaar onbeheerd achterlaten, hè meissie!’ Megadankbaar en blij knuffel ik ze allebei. Wat er daarna gebeurt is een zwart gat, maar mijn bewustzijn schakelt pas weer in wanneer ik midden in een soort bezemkast sta. Een van die beren staat voor me en doet een poging om mij uit te kleden. Ik begrijp dat ik mijn dankbaarheid heb laten zien met flink wat gezoen. ‘Nee, ik wil dit niet,’ vertel ik meneer de beer. ‘Ah, toe nou, we zijn zo lekker bezig. Wil je niet effe?’ ‘Laat me met rust. Nee, ik wil niets. Ik wil weg.’ Dat ik twee keer weiger betekent niet dat ik altijd zo ‘braaf’ ben. Er zijn genoeg situaties waarin het wel helemaal uit de hand liep. Ik genoot er nog van ook. Van de aandacht dan, dronken seks is meestal een flinke tegenvaller. Jongens mochten mee naar huis, maar ik vertelde ze altijd dat ik alleen maar wilde knuffelen. Schaapachtig beaamden ze mijn wens. ‘Als jij alleen maar wilt knuffelen, dan doen we dat.’ Stuk voor stuk beloofden ze mijn grenzen te respecteren. Ergens tussen de stad en mijn huis bleek de drank en mijn wanhoop die grenzen behoorlijk te hebben weggepoetst. Meestal eindigden we flink seksend in bed. Er zijn natuurlijk altijd uitzonderingen. Er was er een die geen stijve kon krijgen, hoe hard hij het ook probeerde, het was een compleet fiasco. Een ander dook meteen op me en begon me te bevredigen met zijn tong. Dit was een grote verrassing en ik liet het maar letterlijk over me heen komen. Na een paar minuten stopte hij en keek hij met twinkelende ogen naar me alsof hij me een groot cadeau had gegeven. ‘Nu ik!’ Hij trok zijn boxershort al naar

Page 33: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

33

beneden en wilde dat ik hem zou pijpen. Eigenlijk had ik daar helemaal geen zin in. Best oneerlijk. Blijkbaar is het spelletje ‘voor wat, hoort wat’. Maar alles in mij schreeuwde ‘nee!’. Ik pijp sowieso niet zo snel, zeker niet bij een onenightstand. Gek dat er ergens diep verborgen nog een soort normen en waarden aanwezig zijn. Ik weet niet of het normen en waarden zijn, misschien meer een aversie tegen de enorme intimiteit die het eigenlijk is. Die je niet kunt hebben met een vreemde. Hij liet het niet zomaar gebeuren dat zijn feestje niet door zou gaan. Met een hoog kinderstemmetje begon hij mij te smeken. ‘Ah, toe nou, wil je me alsje-alsje-asjeblieft wat kusjes geven op mijn piemel?!’ Dit bleef hij maar herhalen, als een soort van mantra. Dat ik daardoor juist alleen maar meer bevestiging kreeg van mijn ‘nee’ snapte hij niet helemaal. Hij werd kwaad. Heel kwaad. Het kinderstemmetje verdween gelukkig en een verongelijkte man kwam ervoor in de plaats. Hij werd boos. Als ik dit niet voor hem wilde doen, wilde hij ook niet meer bij me zijn. Voordat ik het besefte trok hij al zijn kleren aan en verdween hij zo mijn kamer uit. Een beetje beduusd, maar vooral geschrokken van de hele situatie kon ik de hele nacht niet meer slapen. Had ik het dan wel moeten doen? De ochtenden na dit soort nachten word ik altijd wakker met zware schuldgevoelens. Dat maakt de kater alleen maar erger. Hoe kom ik iedere keer in deze situaties terecht? Om het maar weer snel te vergeten stort ik me zo snel mogelijk in een volgend fiasco. Er zitten heus wel leuke jongens tussen, maar ze ruiken mijn wanhoop. Ik ben geen relatiemateriaal. Liefde is niet wat ik zoek, obsessief zoek ik naar de grote redder. Iemand die me langer dan tien minuten niet aan mijn leven doet denken. In mijn binnenste zit een groot zwart gat dat ik probeer te vullen, met alcohol, werken en liefde. Nou ja, liefde, liefde mag het niet worden genoemd. Dat is een grote belediging. De grootste schaamteloze nachten stop ik weg, ik wil er niet meer aan denken. Mijn vriendinnen zijn hier niet bij, de

Page 34: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

34

toeschouwers zijn vaak mensen die ik pas kende. Op mijn werk zorgt het voor genoeg gespreksstof. Liegen doe ik steeds vaker. In mezelf ontken ik alles, het is gewoon nooit gebeurd. Als ik dit maar hard genoeg herhaal, geloven anderen me misschien. Het ontkennen van mijn realiteit wordt steeds drastischer. Van alle dingen waar ik niet meer mee kan leven neem ik gewoonweg afstand. Zowel in mijn echte leven als in mijn hoofd. Er is een ruimte in mijn hoofd die ik af kan sluiten, daar zit alle pijn en het verdriet. Ik dacht dat ik de macht had om iedere keer de deleteknop in te drukken, maar ik heb niet in de gaten dat deze ruimte steeds meer wordt gevuld met nieuwe demonen.

Page 35: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

35

Waar wil je het vandaag over hebben?

Woensdag 3 oktober Groepstherapie, iedere week op woensdagavond van halfvijf tot zeven uur. Dat moet mijn redding worden. Therapie is geen feest, dat had ik me van tevoren wel kunnen bedenken. Dat ik het eigenlijk vooral zelf moet doen valt me best wel tegen. Ik had opnieuw torenhoge verwachtingen van mijn therapeut. Zij zou mij weer gelukkig maken. Met een toverstaf zwaaien en met magische glitters alles weer mooi oppoetsen. Mijn roze bril moet nog worden afgerukt. Tijdens het intakegesprek vertelt de therapeute dat ik een perfect geschikte kandidate ben voor groepstherapie. Weer blijk ik ergens perfect geschikt voor. Eigenlijk zie ik dat hele groepsgebeuren niet zitten, ik heb al genoeg problemen met mezelf. Laat staan om die van een hele groep er ook nog bij cadeau te krijgen. Ik voel een zachte dwang richting de groepstherapie. In de groep is namelijk meteen plaats en als ik individuele therapie wil, moet ik op een wachtlijst. Mijn psycholoog weet niet wanneer er een plekje vrijkomt. Eindelijk heb ik de stap genomen om aan mezelf te werken en nu wil ik niet meer op een of andere lijst. Ik heb hulp nodig, en wel per direct! Een beetje aarzelend stem ik uiteindelijk maar in met groepstherapie. Had ik maar naar mijn gevoel geluisterd, maar daar ben ik al een tijd niet meer zo goed in. Dit is niet mijn eerste therapiepoging, toch blijft het confronterend. Ik verbaas me wel over bepaalde zaken. Stemmingswisselingen? Zwart-wit denken? Moeite met verantwoordelijkheden? Tja, de waarheid blijkt hard. Moeilijkheden stop ik graag weg. Ik weet dat ik moeite heb met dingen, maar om het dan in therapeutenjargon te horen, zo officieel, is behoorlijk confronterend. Het is moeilijk om groepstherapie met woorden te omschrijven. Alleen al de stap om het aan te gaan is erg zwaar. Het lijkt wel als een soort onzichtbare

Page 36: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

36

drempel waar je overheen moet. Eenmaal over de drempel wordt het niet makkelijker. Dan begint het pas. Ik zit in een groep met acht andere meiden. We zitten samen in een kring, met twee psychologen erbij. We beginnen iedere week met thee en wat lekkers. Het lijkt een beetje op een AA-meeting die je op televisie wel eens ziet. ‘Hallo, ik ben Deborah en ik heb een probleem.’ ‘Hallo Deborah.’ Tijdens therapie heeft iedereen ongeveer tien minuten waarin ze haar verhaal kwijt kan. Ook is er een wekelijks thema en daar wordt met de groep over gepraat. Dit gaat bijvoorbeeld over depressies en wat dat met je leven doet, heftige gebeurtenissen, relaties, ouders, misbruik. Niet echt vrolijke onderwerpen, maar daar komen we niet voor. Een meisje heeft haar beide ouders verloren, dus ze is werkelijk alleen. Dat heeft me zo aangegrepen, hoe moet ik daar nou tegenop boksen met mijn ‘problemen’? Deze groep is voor mij het bewijs dat anderen veel grotere problemen hebben. Vaak leef ik de hele week naar therapie toe en dan is tien minuten nooit genoeg. Al mijn emoties komen er in die paar minuten uit. En is mijn tijd voorbij, dan slik ik het weer in en ga ik terug naar huis, naar mijn leven. Ik heb totaal geen idee hoe ik moet veranderen. Ik spaar al mijn bagger maar op tot de volgende therapiesessie. In de hoop dat ik dan antwoorden krijg. Na therapie spreek ik meestal met Roos af in de stad om wat te eten. Roos is een klasgenootje en steeds meer een vriendin. We hebben een heel goede klik en zij accepteert me zoals ik ben. Het idee om alleen op mijn kamer te zitten na zo’n sessie staat me totaal niet aan. De etentjes zijn voor mij een overbrugging, we praten wat over de sessie en ik probeer het zo snel mogelijk weer te vergeten. Dus eigenlijk ga ik ook op de vlucht voor mijn therapie.

Page 37: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

37

Paniek om niets?

Dinsdag 20 november Ik ben in mijn stamcafé. Het zou een fantastische avond moeten zijn. Iedereen waar ik mee omga is verzameld op mijn favoriete plek. Toch voel ik me kut. Ik klets een beetje met iedereen en ondertussen ga ik iedere vijf minuten naar de wc. Ik voel een blaasontsteking opkomen. Ik bedenk dat het misschien wel leuker zou zijn als Bram er ook is. Bram is mijn, ja, wat is hij eigenlijk? Hij is niet mijn vriend, maar ‘scharrel’ vind ik de lading niet dekken. Hij is veel meer dan dat. We hebben elkaar een paar maanden geleden ontmoet in dit café. Sindsdien ben ik verkocht. Het is allemaal nogal ingewikkeld, maar als we samen zijn hebben we het meer dan leuk. Ik zoek al lang iets wat ik niet kan vinden. Toen ik Bram ontmoette dacht ik het te hebben gevonden. Hij denkt er alleen niet helemaal hetzelfde over als ik. Ingewikkeld dus, maar de liefde is er. Of hoe ik het ook moet noemen. Ik sms hem. Of hij ook komt. Sms terug. Nee, ik blijf lekker thuis vanavond, veel plezier! Daarna nog een bericht. Als je wilt, kun je straks naar me toe komen, je bent altijd welkom. Ik stop mijn telefoon weer in mijn zak, kijk om me heen en opeens komt de klap. Al deze mensen maken mij meestal gelukkig en compleet, maar nu voel ik me leeg en alleen. In een bomvolle kroeg. Dit besef vervult mij met een diep gevoel van onbehagen. Ik moet hier weg en snel ook. Misschien voel ik me wel beter als ik bij Bram ben, bedenk ik me. Ik vertel tegen iedereen dat ik naar huis ga vanwege mijn blaas en vertrek op Pucks fiets naar zijn huis. Bij Bram wacht me meestal een fijn gevoel van geborgenheid. We gaan meteen naar bed. Terwijl ik naast hem lig besef ik dat het hier hetzelfde is als in de kroeg. De eenzaamheid overvalt me en ik raak compleet in paniek. Bram schrikt, maar probeert me te kalmeren en zet me onder de douche. Daar begin ik

Page 38: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

38

keihard te huilen. Ik weet helemaal niet meer wat ik voel of wat er allemaal gebeurt. Ik heb geen controle over mijn gedachten en gevoelens en daar word ik alleen nog maar meer bang van. Bram droogt me af en helpt me met aankleden. Eenmaal terug in bed geeft hij me nog een zoen en zegt: ‘Probeer maar wat te slapen, dan kijken we morgen wel verder.’ Ik weet niet wat ik met mezelf aan moet en pak mijn telefoon. Een sms ontvangen, ik open hem, hij is van Puck. Ik weet niet waar jij bent, maar ik heb morgen wel mijn fiets nodig. Mijn paniek ontvlamt opnieuw. Ze heeft gezien dat hij er niet staat. ‘Bram, ik kan niet blijven slapen, ik moet naar huis om Pucks fiets terug te brengen.’ Met natte haren vertrek ik even later op haar fiets naar huis. Ik neem altijd dezelfde route, nu dus ook. Door de stad fietsend kom ik langs de kroeg waar ik net was. Ik fiets langs een groep mensen en hoor mijn naam. ‘Deborah? Wat doe jij hier?’ Mijn capuchon wordt van mijn hoofd getrokken, ze tellen één en één bij elkaar op en begrijpen dat ik bij Bram vandaan kom. Het zijn mijn collega’s en ze zijn behoorlijk pissig. En dronken. ‘Dus jij vertrekt tijdens een avondje uit met je vriendinnen om te kunnen neuken met Bram? Je had toch zo’n last van je blaas?’ Kan ik hun mijn gevoel en paniek uitleggen? Dat ik in mijn paniek bij Bram mijn blaas al niet eens meer voelde? Wat er net was gebeurd? Hoe eenzaam ik me had gevoeld in hun aanwezigheid? Ik snap mezelf niet eens, laat staan dat ik het over kan brengen op een groep dronken mensen. Ik kijk om me heen en zie dat ze best boos zijn. Ze staan op het punt om naar huis te gaan en een aantal moet mijn kant op. Ze gaan lopend en ik ga met Pucks fiets aan de hand met ze mee. Ik weet dat ik naar bed moet en een poging moet doen om tot rust te komen, maar ik moet voor mijn gevoel eerst wat lijmen. Het voelt alsof ik heel wat verkeerd heb gedaan. Ik snap dat zij dat zo zien. Ik heb alleen geen idee hoe ik ze de waarheid kan vertellen. Eigenlijk weet ik niet eens of ik dat wel wil. Drie kwartier later heb ik de fiets teruggezet en de sleutel onder de deurmat van Puck

Page 39: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

39

gelegd. Eindelijk naar bed. De volgende dag is een gewone schooldag. Gelukkig heb ik ’s middags pas les, voordat ik op school moet zijn lig ik de hele dag in mijn bed. Ik heb niets in huis behalve een reep chocolade. Dat is mijn ontbijt en mijn lunch. Ze zeggen dat je gelukkig wordt van chocolade, bij mij werkt het niet. Ik voel me leeg, zelfs met mijn suikerkick. Voordat mijn les begint, sms ik nog snel de meiden van gisteravond dat het niet mijn bedoeling was hoe het allemaal is gelopen, en dat het me spijt. Een zwaar schuldgevoel vervult me. Tijdens de les voel ik weer paniek opkomen. Het voelt alsof er langzaam stenen op mijn middenrif worden gelegd. Het is een zwaar, drukkend gevoel en ik vraag of ik in het raam mag zitten. We hebben grote ramen in de klas die open kunnen en enorme vensterbanken waar je in kunt zitten. Ik hoop dat het met wat frisse lucht beter gaat. Ook al heb ik geen zin in klassikale aandacht, al snel kan het niet anders. Mijn ledematen en gezicht beginnen helemaal te tintelen. Alsof ik over mijn hele lijf word geprikt met duizenden kleine naalden. De paniek wordt al snel zichtbaar voor mijn omgeving. Ook overvalt me een enorm gevoel van duizeligheid. Dit raakt niet onopgemerkt en mensen snellen naar me toe. Ik moet van de vensterbank worden getild, ik ben compleet de weg kwijt. Ik weet niet wat er was gebeurd als ik in de vensterbank was blijven zitten. Fijn, mijn eerste ‘echte’ paniekaanval in een volle klas met aankomend hulpverleners. Met de leraar kan ik het wel goed vinden, ik ben ‘blij’ dat het bij hem in de les gebeurt. Hoef ik me daar in ieder geval niet zo hard voor te schamen. Al snel komen er wat medewerkers van de school langs om poolshoogte op te nemen. Ik word op de grond tegen de muur aangezet. Er staan mensen om me heen en ze kijken me bezorgd aan. De twee mannen vragen of ik medicatie gebruik. Gezellig. Moet ik nu boven op mijn enorme schaamte vertellen dat ik aan de antidepressiva en kalmeringstabletten zit? Dat kan er ook nog wel

Page 40: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

40

bij. Schaamte vervult me opnieuw van top tot teen. Niet lang daarna val ik voor de eerste keer flauw, midden in de klas. Die dag val ik drie keer flauw. Ik moet ’s avonds nog naar therapie, het is woensdag. Ik ben nog steeds in paniek en acht mezelf niet in staat om ernaartoe te gaan. De moeder van een klasgenote van mij is een van mijn therapeuten. We bellen haar en vertellen wat er is gebeurd. Dat ik bang ben om zelf te reizen omdat ik mezelf niet vertrouw. Ze vertelt me dat ik moet komen, alleen, met de bus. ‘Als je nu niet komt, geef je toe aan je angsten. Het lijkt ons beter als je toch komt, dan kun je er meteen over praten.’ Even later zit ik in de bus. Ik bel mijn baas Mikkie. Ik sta vanaf morgen vier dagen achter elkaar ingepland en ik weet niet hoe ik het voor elkaar moet krijgen om dat te doen. Huilend vertel ik wat er op school is gebeurd en dat ik niet weet hoe ik vier dagen moet werken. Godzijdank neemt ze het enorm goed op. Ze zegt dat ik maar wat rust moet nemen en dat we over een week verder kijken. Bij therapie weet ik alleen nog dat er een spoed-individuele afspraak wordt gepland. Deze afspraak is twee dagen later. Ik heb mijn ouders op de hoogte gebracht. Zij vinden het een goed plan dat ik een weekend naar Zeeland kom om uit te rusten. ‘Je bent oververmoeid,’ zegt mijn moeder. ‘De Zeeuwse lucht zal je goed doen, even weg uit die stad.’ Een paar dagen naar huis. Waarom niet? Voordat ik naar Zeeland ga heb ik nog mijn ‘spoedafspraak’. We hebben het over mijn paniekaanval en over het flauwvallen. De therapeut zegt dat ik niet goed voor mezelf zorg en vindt dat ik beter moet eten en slapen. Structuur en rust. Een paar dagen naar Zeeland vindt ze een goed idee. Daarna gaat het vast beter. In Zeeland vinden er veel gesprekken plaats met mijn ouders, vooral tussen mijn moeder en mij. Ze vindt het een goed idee dat ik een week in Zeeland blijf. Een pauze van alle drukte, therapie of werk. Ook gaat ze mijn bazin bellen om dit te vertellen. Ik moet maar eens goed nadenken over de keuzes die ik maak. Ze vinden dat ik slecht bezig ben. Geen idee wat ik ermee moet. Erg

Page 41: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

41

rustig voel ik me hier niet, ik laat het maar over me heen komen. Ik weet het namelijk niet meer.

Page 42: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

42

De bodem is in zicht

Maandag 3 december Na mijn week in Zeeland ben ik weer terug in Breda met de wens om het helemaal anders aan te pakken. Ik begin met een schone lei. Mikkie en ik nemen samen door hoe het nu met mij gaat. Het voelt alsof ze naar me luistert en we hebben een fijn gesprek. Ik weet niet hoe ik haar kan bedanken voor de ruimte die ze me biedt en zij zegt: ‘Jij stond altijd klaar voor mij en nu is het mijn beurt om jou te helpen.’ Zo bijzonder. Mijn zelfverklaarde ‘schone lei’ duurt niet lang, op woensdag gaat het opnieuw mis in de les. Ik val letterlijk van mijn stoel. Nadat ik bijkom raak ik in paniek in de wetenschap dat het weer is gebeurd. Ik snap het niet, waarom val ik flauw? Dit is mij eerder nog nooit overkomen! Ik heb het met mijn huisarts over mijn flauwtes gehad en hij denkt dat het een soort paniekaanvallen zijn. Dus elke keer als ik val kan ik het beste een oxazepam pakken. Braaf neem ik er een. De volgende dag gaan we met een klein groepje uit mijn klas naar de rechtbank in Breda. Voor school volg ik een minor gericht op alles rondom recht en daarom mogen we wat rechtszaken bijwonen om daar een verslag over te schrijven. De zaken zijn enorm interessant, maar tegelijkertijd heftig. Dat heeft niets met de zaken te maken want die zijn redelijk ‘licht’. Het linkt aan mijn eigen gezin en aan onze rechtszaak. Herinneringen worden weggedrukt, maar een gevoel dat ik niet kan plaatsen blijft hangen. Na onze ochtend in de rechtbank gaan we met ons groepje lunchen bij mijn werk. We kletsen nog wat na over al onze indrukken. Het heeft met iedereen toch wel wat gedaan. We komen al snel op onze idealen. We delen allemaal de mening dat we ons rechtssysteem in Nederland niet eerlijk vinden. Het gaat niet altijd om eerlijkheid, als het recht maar wordt gesproken. Het onderwerp raakt iets aan waar ik niets mee

Page 43: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

43

kan en ik geef duidelijk aan dat ik het systeem in Nederland verschrikkelijk vind tegenvallen. Waarschijnlijk kom ik wat te scherp uit de bocht want mijn klasgenoten hebben al snel in de gaten dat dit voor mij een gevoelig onderwerp is. Het wordt me te veel en ik ga naar de wc. Daar kan ik meestal even op adem komen. Die haal ik niet eens, een paar meter verderop val ik al flauw. En het blijft niet bij één keer. Ik ben compleet de weg kwijt, raak continu buiten bewustzijn. Mikkie is gelukkig op de werkvloer aanwezig. Met een aantal collega’s dragen ze me naar een rustigere plek in het restaurant. De kok komt er ook bij, ik lig met mijn hoofd in zijn schoot. Ook al lig ik met mijn lichaam op de grond, ik val continu weg. Dit is heel moeilijk uit te leggen, maar ik raak buiten bewustzijn terwijl ik al lig. Weer eens wat nieuws. Mijn klasgenootjes blijven er de hele tijd bij. Over mij heen wordt er druk overlegd over wat er moet gebeuren. Ik ben wazig, maar tegelijkertijd is er de bekende paniek. Want wat gebeurt er nu eigenlijk? Gaat dit over mij? Ik besef niet dat ik degene ben die hier ligt. Ik ben het overzicht allang verloren. En wat is eigenlijk wijsheid? Andere mensen komen zich er mee bemoeien. Een van de gasten die aanwezig is in het restaurant komt toevallig ook uit Zeeuws-Vlaanderen. Ze vraagt of ze me naar mijn ouders moet brengen. Dat wil ik niet, zeker niet met iemand die ik niet zo goed ken. Op een gegeven moment wordt er afgesproken dat Mikkie mij naar huis brengt, maar ik blijk niet vervoerbaar. Telkens val ik weg. Dus wordt uiteindelijk de beslissing genomen om een ambulance te bellen. Geen idee hoeveel tijd er ondertussen al is verstreken. Ik wil helemaal geen ambulance. Ik voel me schuldig en enorm bezwaard om daar zo te liggen, iedereen zijn tijd op te maken, de hulp te moeten aanvaarden, zelf niet meer te kunnen beslissen. Puck wordt op de hoogte gebracht en ze wil gelijk naar mijn werk komen. De anderen hebben haar tegengehouden. Er is al genoeg te doen om me heen. Het licht gaat pas echt uit als ik het

Page 44: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

44

ambulancepersoneel aan zie komen. Ik raak compleet in paniek. Ze vragen me naar mijn naam en de datum. Al snel hebben ze in de gaten dat ik hyperventileer. Ze helpen me op een stoel en sluiten plakkers aan op mijn borst om mijn hartslag te controleren. Die is goed en ze beginnen weer met inpakken. ‘Wat is er precies gebeurd?’ ‘Nou, ik val vaak flauw. En het gebeurt steeds vaker,’ vertel ik huilend. ‘Bent u dan bang?’ vraagt de ambulancebroeder. ‘Ja, natuurlijk. Ik heb het gevoel dat ik geen controle meer heb over mijn lichaam. Hoe kan dit? Ik snap er helemaal niets meer van!’ ‘Wees maar niet bang, je gaat niet dood.’ Daarmee wordt het afgedaan en ze vertrekken met een lege ambulance. Ik weet heus wel dat ik niet doodga. Dat is zo’n beetje de enige zekerheid die ik heb. Maar voor de rest weet ik niets meer zeker. Hyperventilatie? Als zij het zeggen. Nadat ze zijn vertrokken ben ik er nog niet beter aan toe en lig ik nog steeds op de stenen vloer van het restaurant. Er wordt gevraagd of ik het niet koud heb. Ik voel het niet eens, zover ben ik inmiddels al. Mikkie heeft haar auto gehaald en voor de zaak neergezet. Ik word de auto in getild en naar huis gebracht. Vol schaamte. Thuis moet ik nog zes trappen op. Tree voor tree heb ik mezelf omhooggetrokken. Daarna ga ik naar bed. Bijkomen. Zwaar onder de indruk van alles wat er weer is gebeurd. Na een paar uur krijg ik een telefoontje van Puck. Zij is de hele dag enorm ongerust geweest. Ze wil nu wel eens weten wat er precies is gebeurd. Ik vertel haar wat ik weet en ze is het er niet mee eens dat er niets in gang is gezet. Ze vindt dat ik de huisarts moet bellen en dat er iets moet gebeuren. Na mijn telefoontje mogen we meteen langskomen. Ik moet alle zes de trappen weer af, gelukkig gaan ze naar beneden wat soepeler. Daarna op Pucks fiets naar de huisarts. Achteraf gezien niet zo verstandig, maar ze houdt me bezig om niet van de fiets af te vallen. Bij de huisarts aangekomen val ik

Page 45: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

45

midden in de wachtkamer flauw. We mogen daarna al snel naar binnen. De huisarts meet mijn bloeddruk maar weer eens op en de waarden blijken normaal. Hij vertelt al snel dat hij niets meer voor mij kan doen. Het is niet lichamelijk. Punt. Hij heeft wel in de gaten dat het niet goed gaat, dus hij wil wel verdere stappen ondernemen. Hij wil me doorsturen naar de GGZ voor een spoedconsult en/of opname. Eerlijk gezegd gaat het allemaal een beetje langs me heen. Ik besef niet wat er aan de hand is of wat er gaat gebeuren. Het enige wat ik wil is geholpen worden, maar een opname beangstigt me. Val ik nu opeens in de categorie ‘spoed’? Ik zit in mijn eigen wereldje, maar die is steeds meer doordrenkt van angst. Het lijkt alsof ik de hoofdrol speel in een film. Niet in mijn eigen leven. Puck is op haar best in dit soort situaties. Ze is enorm doortastend en zorgt ervoor dat er actie wordt ondernomen. We moeten wachten in de wachtkamer, ondertussen wordt er contact gelegd met de GGZ. In de wachtkamer krijg ik een telefoontje van de psychiater. Hij stelt wat vragen. Wat voor vragen, geen idee. Puck zegt na het telefoongesprek dat hij er vooral op hamerde of ik suïcidaal ben. Daar bleef hij op doorgaan, zegt ze. Ik zou het niet eens meer weten. Ik weet niet wat ik wil, maar ik weet wel dat ik niet wil worden opgenomen. Zijn voorlopige conclusie, gebaseerd op mijn antwoorden, is dat ik naar huis moet gaan en naar bed, natuurlijk met een oxazepam, en hij belt me morgen voor een tweede gesprek. Dan wordt er verder gekeken naar de eventuele vervolgstappen. Puck vindt dat mijn ouders moeten worden gebeld. Van mijn moeder mag ik me niet laten opnemen. Onder geen beding. Terwijl zij al in de auto naar Breda zitten, houdt de huisarts ze tegen. Ik wil namelijk echt niet dat ze komen. Waarom weet ik niet. De huisarts spreekt met mijn ouders en vertelt dat het mijn proces is. Dat ik mijn eigen verantwoordelijkheid moet nemen. Dat zij een deel van het probleem zijn. En mijn ouders, die veel respect hebben voor mensen met gezag, rijden braaf weer terug naar huis,

Page 46: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

46

de Westerscheldetunnel in en aan de andere kant weer terug naar Zeeuws-Vlaanderen. Waarom ik me zo afsluit voor hen weet ik niet. Alle redelijkheid is ondertussen wel verdwenen. Het enige wat ik nog goed kan is mensen wegduwen, om de realiteit maar krampachtig buiten mijn gezichtsveld te houden. Puck en ik gaan terug naar huis. Mijn psycholoog is inmiddels op de hoogte gebracht en zij belt me morgen om te kijken hoe het gaat. Hierdoor voelt het alsof ik in Breda moet blijven. Ik wil hier blijven omdat hier mijn hulpverlening is. Ze kennen me hier en weten dan misschien niet wat er aan de hand is, maar ze weten wel dat het niet goed gaat. Eenmaal thuis brengt Puck me naar boven en stopt me in bed. ‘Deb, als er iets is, of als het niet goed gaat, moet je me bellen. Ik wil dat je me dat belooft. Ik woon hiernaast en ik kan er zo zijn. Afgesproken?’ Ik beloof het en na deze helse dag ben ik opeens weer alleen. Na een paar uur sluimeren moet ik naar de wc. Ik lig in bed, maar moet de gang op naar de wc. Dit moet me lukken. Daar hoef ik toch niemand voor te bellen?! Een tijdje later word ik op de gang gevonden door een van mijn huisgenoten. Bewusteloos. Hij wist toen nog van niets. Niemand uit mijn huis trouwens. Terwijl ik bijkom vertel ik hem dat ik dit de laatste tijd vaker heb gehad. Hij wil me zo niet laten liggen en wil hulp inschakelen. Hij belt naar de huisartsenpost. Daar blijkt de melding van die middag in het systeem te staan en ze stellen mijn huisgenoot gerust. Dat er niets aan de hand is, dat het hyperventilatie is, dat het geen kwaad kan. Er wordt hem verteld dat ik een oxazepam kan nemen en rustig naar bed kan gaan. Eenmaal terug in bed ben ik bang. Voor mezelf, de aanvallen, maar ook voor wat er nog gaat komen. Wie gaat mij helpen? Dit kan toch niet langer? En wat is er in hemelsnaam aan de hand? Op dat moment belt Bram. Hij heeft een optreden gehad en rijdt vlak bij mijn huis. Hij hoort direct dat het niet goed gaat.

Page 47: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

47

‘Wil je langskomen en blijven slapen? Dat zou ik fijn vinden. Ik voel me zo kut en alleen.’ ‘Ik wil je best ophalen om bij mij te komen slapen. Ik heb al mijn instrumenten in mijn auto en die wil ik niet onbeheerd achterlaten. Blijf vannacht bij mij, dan voel je je morgen vast beter.’ Op dat moment maak ik de keuze om bij hem te gaan slapen. Ik wil mijn zorgen vergeten en dat kan ik alleen bij Bram.

Page 48: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

48

Laat maar liggen

Vrijdag 7 december Het was fijn om bij Bram te slapen. Hij moet vanmiddag werken dus ik moet weer naar huis. Het was een rustige nacht, dus we zien beiden geen enkel gevaar, maar bij het opstaan gaat het al mis. De reis naar mijn huis is een grote hel, overal val ik flauw. Het begint al bij de lift. Voor de deur val ik neer en als we beneden zijn val ik nog een keer. Terwijl ik daar lig lopen er allemaal bewoners langs. Gezellig ziet het er vast niet uit. Bram moet ze iedere keer geruststellen. Hij vertelt dat er niets aan de hand is. Niets aan de hand? Geloven we dat zelf nog? Na een aantal keer omver te zijn gevallen wordt Bram boos en ziet hij het niet meer zitten. Mijn huisarts wordt weer eens gebeld. Bram vertelt dat hij bang is om mij naar huis te brengen. We komen niet eens bij zijn auto. Deze verantwoordelijkheid is te groot. De huisarts legt opnieuw uit dat hij niets voor me kan doen. Hij vindt dat we het telefoontje van de psychiater moeten afwachten. Daar kunnen we op dit moment dus niets mee. De huisarts stelt Bram gerust. Hij hoeft niet bang te zijn, er kan niets met mij gebeuren. Het is immers niet lichamelijk. Uiteindelijk, half gedragen en half buiten bewustzijn, zijn we bij zijn auto gekomen. De ellende begint pas bij mijn huis. Die zes trappen lijken iedere keer een groter obstakel. Zelfs een trede kom ik niet eens op. Gisteren had ik nog kracht in mijn armen om mezelf omhoog te takelen. Nu is daar helemaal geen sprake meer van. ‘Gelukkig’ zijn er flatgenoten en samen met Bram dragen ze mij naar boven. Ik ben blij dat ik het niet bewust meemaak. Zo beschamend. Uiteindelijk heeft de nacht bij Bram me niet veel verder gebracht. We zijn weer een aantal aanvallen en heel veel moeite verder. Mijn

Page 49: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

49

huisgenoten zijn er en ze zijn heel erg lief. Net nu ik op mijn slechtst ben, hebben we opeens een fijn contact. Iedereen is het erover eens dat ik niet alleen naar de wc kan lopen. Bram moet weg, dus nemen mijn huisgenoten de verantwoordelijkheid over. Er wordt niet eens over gesproken, ze doen het gewoon. Ik voel me ontzettend bezwaard. Tegelijkertijd vind ik het zo lief. Ze komen met het idee om me op een bank te leggen en deze over de gang te schuiven. Zo hoeft niemand mij te dragen en kan ik ook niet iedere keer omvervallen. Een horizontale positie is een stuk handiger. Na de wc-expeditie lig ik eindelijk weer in mijn eigen bed, terug waar ik gisteravond ben geëindigd. Maar wel weer een ervaring rijker. Mijn telefoon staat ondertussen roodgloeiend. Merel is bezorgd en ze wil weten hoe het met me gaat. Ze wil niet langer afwachten, dus komt ze zo langs. Liggend in mijn bed vind ik alles prima. Ik heb nog steeds al mijn hoop gevestigd op de hulpverlening. Mijn psycholoog belt straks en ik wacht natuurlijk op het telefoontje van de psychiater. Ik heb Mikkie gesproken om te vertellen hoe het ervoor staat. Op de een of andere manier durf ik eerlijk tegen haar te zijn. Zij is in deze periode een grote steun voor mij. Het lijkt alsof ze écht naar me luistert en ik voel me enorm serieus genomen. Even later staat Merel voor de deur en die moet ik natuurlijk opendoen. In de deuropening val ik flauw. Ze heeft mij nog niet zien flauwvallen en schiet compleet in de stress. Voor de gezelligheid heeft ze haar vriend meegenomen. Ik denk dat ze het niet alleen aandurfde, wat ik misschien wel begrijp. Al zoveel mensen hebben me de afgelopen tijd op mijn slechtste momenten gezien, dit kan er ook nog wel bij. Grenzen zijn er om overboord te gooien. Eenmaal binnen neemt Merel vrij spontaan de regie over. Voor zover ik nog enige regie van mijn eigen leven in handen heb. Ik lig in bed en zij hangt aan de telefoon. Haar vriend hangt er een beetje

Page 50: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

50

bij. Ze belt met hulpverleningsinstanties, mijn ouders en Puck. Mijn ouders hebben ondertussen vrijwel continu contact met mijn huisarts in Zeeland. Hij adviseert mijn ouders wat ze moeten doen en wat Merel het beste kan doen. Merel en haar vriend willen me naar Zeeland brengen, maar we komen niet verder dan de gang. Dat is niet helemaal waar, we hebben het trappenhuis gehaald. Daar ben ik gestrand en ik lig er urenlang. Als verlamd. Ik kan me helemaal niet meer bewegen. Als ik op probeer te staan val ik flauw. Het wordt alleen maar erger. Uit ellende belt ze de ambulance en die wil wederom niet komen. Merel probeert haar schoonmoeder, die werkt blijkbaar in het ziekenhuis. Nadat ze mijn pols heeft opgenomen is ze weer weggegaan want met mijn hartslag is niets mis. Ze vindt het maar raar, denk ik. Ik kan me niet voorstellen hoe het er voor mijn omgeving uitziet. Ik ben continu van de wereld en ik lig daar maar. Pijnlijk, voor alle partijen. Mijn psycholoog belt en ze vertelt al snel dat ze niets voor me kan doen. Wederom krijg ik te horen dat ik het telefoontje van de psychiater moet afwachten. Hoezo kan mijn behandelaar niets voor mij doen? Zij kent mij toch het ‘best’? De rest van de dag rijgt zich aaneen door wat herinneringen en flink wat zwarte gaten. Ik weet echt niet wat er zich verder allemaal heeft afgespeeld. Op een gegeven moment houdt Merel de telefoon vast naast mijn oor. Het is de psychiater. Wat ik allemaal heb gezegd weet ik niet meer. Ik ben niet redelijk, maar bang en in paniek. Ik wil hulp. De dag ervoor heb ik blijkbaar een opname afgewezen. Daardoor kan hij nu niets voor mij doen. Met die woorden gaat het licht op zwart. Merel neemt het gesprek over en hij adviseert haar om mij op bed te leggen en me alleen te laten. ‘Het flauwvallen en de verlamming gaan vanzelf over, want hiermee wil ik alleen maar de aandacht op mij vestigen.’ Dat heeft Merel mij later verteld. Deze woorden staan in mijn ziel gebrand. Nog nooit ben ik zo gekwetst. Merel heeft zijn orders opgevolgd en ze zijn weggegaan. Ze was er

Page 51: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

51

ook ‘klaar mee’. Ondertussen is er in Breda nog steeds niets geregeld en dat zou ook niet gebeuren. Merel heeft mijn ouders gebeld om te vertellen dat ze weggaan en geeft de boodschap van de psychiater door. Mijn ouders zijn direct in de auto gesprongen om mij op te halen. Mijn moeder vertelde achteraf dat ze alles deed wat onze huisarts haar heeft geadviseerd. Ik snap wel waarom mijn ouders niet willen dat ik in Breda zou worden behandeld. Zij willen mij in Zeeland hebben, dicht bij hen. Maar voor mij voelt het alsof niemand mij wilde helpen. Ambulances kwamen niet meer, mijn psycholoog kon niets doen en de GGZ wilde niets doen. Mijn moeder denkt dat het met wat uitrusten wel weer losloopt. Zij hebben de aanvallen nog niet gezien. ‘Lekker een weekendje op de bank, Deborah, dan komt het vast weer goed.’ Eenmaal in Zeeland val ik uit de auto, zo op de betonnen oprit. Mijn ouders raken in paniek en willen op deze manier met mij het weekend niet in gaan. Ik word weer in de auto gezet en we rijden rechtstreeks naar het ziekenhuis.

Page 52: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

52

Oxazepam & zoute drop

Compleet onderzocht, maar er wordt niets gevonden. Toch ga ik met het uur steeds verder achteruit, zowel lichamelijk als geestelijk. Ik ben steeds meer in de war en weet op een gegeven moment zelfs mijn eigen naam niet meer. De dienstdoende arts laat mij op een gegeven moment naar Terneuzen vervoeren per ambulance. In ons dorpsziekenhuis kunnen ze niets voor mij doen, maar in Terneuzen is er een wat groter ziekenhuis. Hier word ik van top tot teen onderzocht, de hele checklist is afgevinkt, van tropische ziektes tot een soa. Er komt niets uit de testen. De spoedarts denkt dat het een soort posttraumatische stressstoornis is. Hij zit achteraf helemaal niet zo verkeerd, maar er wordt op dat moment niets mee gedaan. Ik word die nacht opgenomen in het bed van de neuroloog. Compleet verlamd. Zeven dagen lig ik in het ziekenhuis. Hier word ik geobserveerd door de verpleging en de neuroloog. De arts die mijn spoedopname heeft begeleid komt iedere dag bij me kijken. Het blijkt toch wel iets ‘abnormaals’ te zijn. Wat het is kan niemand zeggen. De neuroloog weet al snel dat het niet in zijn straatje past. Het zit niet in mijn hoofd, zullen we maar zeggen. Medisch kan hij er niets aan doen. Hij heeft een paar keer geprobeerd een aanval uit te lokken. Dit lukt en hieruit concludeert hij dat het ‘normale wegrakingen’ zijn. Precies volgens het boekje. Door alle medicatie van de laatste tijd is mijn bloeddruk enorm laag en zijn doktersadvies is om maar vooral veel zoute drop te eten. Op advies van mijn huisarts in Zeeland wordt alle medicatie gestopt. Ik mag niets meer slikken, ik moet loskomen van alle pillen. Ze hebben me nog niet veel goeds gebracht. De kalmeringstabletten worden abrupt gestopt en de antidepressiva wordt afgebouwd. Ik lig op de jeugdafdeling op een kamer met andere kinderen. Een kamergenootje is nog maar negen jaar en we hebben meteen

Page 53: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

53

contact. Zij vindt mij wel interessant en voor mij is zij een goede afleiding. Na een paar dagen word ik naar een andere kamer verhuisd. De verpleging vindt dat ik maar eens aan mezelf moet denken in plaats van voor dat meisje te zorgen. Ik kan helemaal niets, niet eens lopen, maar ik blijf vluchten. Dat krijg je er niet zomaar uit geslagen. In de andere kamer lig ik pal naast de zusterspost. Ik hoor ze fluisteren over mij, maar helemaal serieus neem ik mezelf niet. De laatste weken werd ik steeds achterdochtiger, dus ik kan het net zo goed in mijn hoofd halen. Het is echter geen hallucinatie, het gefluister is echt. Het blijkt namelijk niet de normale gang van zaken te zijn dat een spoedarts iedere dag bij een patiënt langskomt. Ook vinden ze het flauwvallen maar raar. In de loop van de week kan ik me weer een beetje bewegen. Zodra ik kan lopen mag mijn moeder me mee naar huis nemen, daarom komt de spoedarts dagelijks met mij oefenen. Na een paar dagen komt de neuroloog langs en hij stuurt mij door naar de psychiater van het ziekenhuis. Een consult lijkt hem wel een goed idee. In een rolstoel word ik door mijn moeder bij hem afgezet. We hebben een intakegesprek. Ik heb nog nooit zulke rare vragen moeten beantwoorden. Ze hebben totaal niets te maken met de situatie. Ze gaan over mijn hobby’s en er zijn wat vage vragen over mijn gezin. Het gesprek duurt in totaal een halfuur en in die korte tijd heeft hij de conclusie getrokken dat ik baat zou hebben bij een opname op de PAAZ (Psychiatrische Afdeling Algemeen Ziekenhuis). Ik snap niet waar hij het over heeft. Hij knikt naar mijn rolstoel en zegt: ‘Deborah, dit is toch geen normale situatie? Dat zie je zelf toch ook wel in? Mij lijkt het een goed idee als je zes weken komt uitrusten op de afdeling. Daarna kijken we verder voor een juiste vervolgbehandeling.’

Page 54: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

54

Mijn moeder wacht me op en neemt me weer mee naar de afdeling en ik vertel haar zijn bevindingen. Mijn moeder werkt ook in de psychiatrie en de psychiater is toevallig een directe collega van haar. Zeeuws-Vlaanderen is nogal een kleine wereld. ‘Deborah, je laat je niet opnemen, hoor je me?! Je bent niet psychotisch of wat dan ook, anders had ik dat wel gezien, je gaat gewoon mee naar huis!’ Zelf weet ik niet wat goed voor me is. Dat innerlijke kompas dat je de weg wijst of vertelt wanneer iets goed of fout is, ben ik al een hele tijd kwijt. Eigenlijk klinkt rust me best goed in de oren. Maar ja, mijn moeder zegt dit niet voor niets. Ik raak alleen maar meer in de war. Uiteindelijk maakt mijn moeder de keuze, ze neemt me mee naar huis.

Page 55: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

55

Back to square one

Maandag 24 december Flauwvallen is mijn dagelijkse realiteit. Hoe is het zover gekomen? Blijft het zo, of gaat het over? Al die vragen gonzen door mijn hoofd. In het ziekenhuis konden ze er niets over zeggen. Niemand heeft het antwoord. Is dit dan die bodem waar ze het altijd over hebben? Spelen met je eigen grenzen is geen aanrader. Blijkbaar heb ik deze grens nodig. Als mijn lichaam me niet had gestopt, was ik namelijk honderd procent doorgegaan. Ik ben zo hard over mezelf heen gewalst. Met als resultaat dat ik nu helemaal niets meer kan. Ik wil heel graag deze werkelijkheid ontvluchten. Dat is een stuk makkelijker. Ik word nu zo erg geconfronteerd met mezelf, op het moment dat ik alles even ‘vergeet’ is mijn lichaam er om me te helpen herinneren. Er moeten een heleboel dingen veranderen. Ik heb een lange tijd op de afgrond gedanst en uiteindelijk ben ik keihard over de rand gevallen. Het is lastig om goed uit te leggen wat er precies gebeurt als ik flauwval, omdat ik het niet bewust meemaak. Het kan ieder moment gebeuren en ik snap er helemaal niets van. De ene keer voel ik het aankomen, maar vaker niet. Het wordt mistig in mijn hoofd en het beeld springt op zwart. Dan kom ik bij, het besef dat ik weer ben gevallen komt binnen. Me bewegen kan ik dan nog niet. Het lijkt wel alsof mijn lichaam tijd nodig heeft om de val te verwerken. Ik kan mezelf dan niet aansturen. Iedere keer heeft het een andere tijdsduur. Er is geen pijl op te trekken. Ik lijk wel een defecte robot. Sommige mensen proberen me te ‘helpen’. ‘Niet flauwvallen hoor, Deborah!’ Dat soort dingen zeggen ze dan. Alsof ik daar een keuze in heb. Natuurlijk is het lastig voor mijn omgeving, zij zitten met mij opgescheept als het weer zover is. Ik ben blij dat ik het niet kan zien. Op het moment dat mensen iets niet kunnen verklaren verstoten ze

Page 56: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

56

het. Dat hebben ze bij mij in ieder geval gedaan. Dat heeft me tot op het bot gekwetst. Ik ben niet serieus genomen, ik werd niet behandeld als persoon maar er werd gekeken naar mijn symptomen. De psychiater van de GGZ, die mij telefonisch moest beoordelen, en mij nog nooit had gezien, trok de conclusie dat ik aandacht trok met het flauwvallen. Waarom zou ik op deze manier de aandacht naar me toe willen trekken? Ik wil na elke aanval het liefst verdwijnen. In het ziekenhuis konden ze mij niet plaatsen. Het is blijkbaar moeilijk om buiten je eigen referentiekader te denken. Ik kan wel verbitterd worden en die knoop in mijn buik blijven voelen, maar wat kan ik hier verder mee? Ik ben degene die opnieuw moet beginnen. Mijn leven staat op pauze terwijl de rest doorgaat. Ik moet voor mezelf gaan leven want ieder ander doet dat ook. Er zijn wel een aantal mensen die aan de zijlijn staan, die willen dat het goed met mij gaat, maar ik zal zelf weer in beweging moeten komen. Door deze ellende is het contact tussen mij en mijn ouders wel verbeterd. Ik weet ook beter wie er voor mij zijn als het niet goed gaat. Dat zijn er echter niet veel, maar dat maakt niet uit. Beter dat ik er nu achter kom dan later. Mijn ouders zijn er voor mij geweest tijdens mijn ziekenhuisopname. Mijn moeder zorgt voor me alsof ik een baby ben. Ik kan namelijk niets. Ze moet me omhoog helpen uit bed en helpen met uitkleden. Ze zet me op een stoel in de douche en wast me. Dat kan ik namelijk niet zelf. Dan droogt ze me af, kleedt ze me aan, geeft ze me te eten en te drinken. Ze bepaalt mijn dagstructuur, wanneer ik slaap en wanneer ik wakker word. Dat is zo moeilijk allemaal. Ik ben haar eeuwig dankbaar voor haar zorg, maar tegelijkertijd wil ik schreeuwen dat ze me met rust moet laten. Het is beschamend dat ik het zelf niet meer kan. Ik lijk wel twintig jaar terug in de tijd te gaan. In plaats van een volwassene ben ik weer een afhankelijk kind.

Page 57: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

57

Vluchten kan niet meer

Vrijdag 28 december Mijn vriendschap met Merel is voorbij. Zij is blijkbaar enorm boos op mij na die helse dag. Ze heeft gehoord dat ik bij Bram ben blijven slapen en daar is ze het niet mee eens. De avond ervoor had ze gevraagd of ik haar wilde bellen als het niet goed ging. Dat heb ik niet gedaan, niet expres, maar Bram belde en ik voel me goed bij hem. Rationele keuzes heb ik toen niet gemaakt. Maar ze neemt het me wel kwalijk. Ook vindt ze dat ze te veel verantwoordelijkheid heeft gekregen op dat moment. Dat had haar rol niet mogen zijn. Ze vindt dat er te veel fouten zijn gemaakt die dag. Ik snap wat ze bedoelt, maar ik kan daar op dit moment niets mee. Ik kon en kan niets meer, dus hoe moet ik ook nog haar gevoelens erbij nemen? Ik ben ook niet blij met hoe het die dag allemaal is gegaan. Het was de moeilijkste dag uit mijn leven. Ik heb er veel en lang over nagedacht, maar ik kan het niet meer. Ze heeft me een brief gestuurd waarin ze haar gedachten en gevoelens heeft beschreven. Om haar als vriendin te behouden moet ik veranderen. Ze benadrukt dat ze het niet aanvallend bedoelt, maar er moet wel een heleboel veranderen. Het moet van mijn kant komen. En misschien kunnen we dan vriendinnen blijven. Ik kan niet eens blijven staan, laat staan hard rennen voor haar, of voor wie dan ook. Dit zorgt voor zoveel meer stress, die ik er niet bij kan hebben. Niet alleen een brief, ze stuurt me flink wat berichtjes. Ze wil haar standpunt graag duidelijk maken en haar gevoel meedelen. Het komt zo hard binnen dat ik van mijn stoel val. Mijn ouders zijn woest. Deze berichten komen namelijk op eerste kerstdag. We hebben al zoveel stress gehad en mijn ouders willen voor zover dat kan een rustig kerstdiner met zijn vieren en dat is zelfs onmogelijk. Na dit gedoe moet ik mijn telefoon uitzetten en aan mijn ouders geven. Als

Page 58: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

58

een stout schoolmeisje. Het is de enige manier om wat rust te krijgen. Ik weet dat ik de afgelopen maanden niet de beste vriendin ben geweest, maar ik wil dit niet. Ik kan het echt niet meer. Ik wil haar daarom niet meer in mijn leven. Het kost me te veel, ik doe het nooit goed genoeg. Er zijn zoveel momenten geweest in onze vriendschap dat ik van haar baalde, dat ze me kwetste, dat ze over mijn grenzen ging. En ik heb altijd mijn mond gehouden. Ik weet dat dit niet netjes is. Dat is tot nu toe altijd mijn manier geweest. Ik heb een paar keer mijn grens aangegeven. Daar was ze het niet mee eens en het was volgens haar niet waar. Dan houdt het op een gegeven moment gewoon op. Nu heb ik geen keuze meer. Alle stress moet weg. Alles heeft een reden, daar geloof ik inmiddels wel in. Mensen komen en gaan, voegen iets toe en laten je dingen inzien. Of andersom. Robert, een klasgenoot, heeft me de afgelopen maand veel geholpen. Ik voel me erg begrepen door hem omdat hij zelf ook paniekaanvallen heeft. Ik hoef niet zoveel aan hem uit te leggen. Voor hem is ons contact best pijnlijk. Ik heb enorm veel steun aan de herkenning, maar voor hem is de spiegel van ons contact een ultieme confrontatie. En daar wil hij liever niet in kijken. Ik weet dat ik mezelf te veel aan hem begon te hechten. Het is beter dat ik loslaat en voor mezelf ga leren leven. Het blijft zo makkelijk om mezelf te verliezen in een ander. Ik had hem graag als mijn redding gezien, maar die focus moet van de ander naar mezelf. Geen enkel persoon kan me redden, alleen ikzelf. Maar een vriend met begrip was best welkom geweest. Maandag 31 december De laatste dag van het jaar. Terugkijken kan ik nog niet. Ik ben mezelf heel erg kwijtgeraakt en heb mezelf op de valreep weer een klein beetje teruggevonden. Ik heb net definitief afscheid genomen van Merel via een e-mail. Een jarenlange vriendschap beëindigen via een elektronische brief is niet de meest vriendelijke en juiste

Page 59: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

59

oplossing, maar ik kan op dit moment niet anders. Het voelt niet als een opluchting, maar wat had ik dan verwacht? Loslaten gaat niet zo makkelijk als het drukken op de verzendknop van de mail. Ik wil rust. Haar goedkeuring heb ik niet nodig. Zo wil ik het graag voelen. Ik heb geen zin meer om alles te weerleggen wat ze van mij vindt. Het nieuwe jaar wordt het jaar waarin ik mezelf als hoogste prioriteit neerzet. Waarin ik positief over mezelf ga denken. Ik moet mijn verwachtingen bijstellen. Bram zei laatst: ‘Het leven is een feest, maar je moet zelf de slingers ophangen.’ Er zit een kern van waarheid in deze oude spreuk. Het is jouw keuze hoe je met dingen omgaat. Ik ben wel bang dat Merel erg boos is, maar ik moet mezelf voor blijven houden dat ze me niets meer kan maken. Ik heb haar toegelaten tot diep in mijn ziel. Nu moet ik haar er langzaam uit snijden. Met Bram heb ik iets minder contact gehad, maar dat komt volgens mij ook doordat ik niet meer kan dan overleven. We hebben elkaar vandaag weer gezien en toen sprak hij uit of het wel verstandig is dat we onze relatie voortzetten. Ik snapte totaal niet waar dit vandaan kwam en al snel kwam de waarheid boven tafel. Hij had een e-mail gehad van Merel waarin stond dat hij beter wat afstand kon bewaren ten opzichte van mij. Nadat ze had gehoord dat ik bij hem had geslapen wilde ze hem waarschuwen. Ze wilde vragen of hij wel wist hoe verliefd ik op hem ben. Dat ik op dit moment geen verstandige keuzes maak en dat zij dit als vriendin voor mij moet doen. Ze hoopte dat hij zou begrijpen dat hij een stap terug moest doen. Omdat hij zelf wel wist dat hij mij niet kon geven wat ik nodig had. Woedend was ik toen ik het hoorde. Waarschijnlijk had ze de beste intenties met die mail, maar het voelt zo vernederend. Iedereen denkt te weten wat het beste is voor mij. En ik moet dat maar accepteren. Bram en ik hebben het er goed over gehad. We weten ook wel dat het geen ideale situatie is. Gelukkig heb ik hem er wel van te weten overtuigen dat we er niet mee hoeven te stoppen. Hoe

Page 60: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

60

we precies verdergaan weten we niet. Hij vindt ook dat mijn gezondheid op dit moment het belangrijkste is. Onze relatie, of hoe je het ondertussen mag noemen, komt vanzelf wel. Ook al hebben we op dit moment minder contact, in mijn hoofd overleef ik op onze liefde. Ik heb hem nodig, hij is zo goed voor mij. Gelukkig heb ik hem weten te overtuigen. Dat we het goed hebben samen, dat hij op onze gevoelens af moet gaan en niet op de mening van anderen.

Page 61: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

61

Nieuwe ronden, nieuwe kansen

Woensdag 2 januari Een nieuw jaar. Nieuwe ronden, nieuwe kansen. Ik heb vandaag, hier in het dorp, een intakegesprek gehad voor therapie. Ik ben er met spoed tussen geplaatst. Merel heeft me ondertussen alweer twee keer gebeld en een berichtje gestuurd. Ik heb er niet op gereageerd, maar de spanning in mijn lijf is torenhoog. Mijn moeder komt me net vertellen dat ze Merels moeder heeft gebeld om te vragen of ze mij met rust wil laten. Onze moeders zijn collega’s van elkaar. Had ik al verteld dat Zeeuws-Vlaanderen een kleine wereld is? Een aantal keer ondertussen, maar het blijft terugkomen. In alles. Eerst ben ik woest, ik lijk wel een klein kind, maar later voelt het ook alsof ik er niet meer zo alleen in sta. En dat is fijn. Het is zo moeilijk om mezelf open te stellen voor de mensen om me heen, vooral voor mijn ouders. Ik weet dat ze enorm hun best voor me doen. Ik heb mezelf zo lang afgesloten, dat is niet zomaar opgelost. Merels moeder vertelde dat haar dochter het moeilijk heeft met onze verbroken vriendschap. Gelukkig werkt dit niet zo op mijn schuldgevoel in, hoor… Ook al heb ik geen contact met haar, ze zit nog steeds diep in me. Het lijkt wel liefdesverdriet, ik sta ermee op en ik ga ermee naar bed. Ik denk niet dat dit zo snel voorbij zal zijn. Mijn moeder vertelde nog dat Merel zelf de vriendschap wilde verbreken, ze heeft het allemaal gedaan voor mijn ‘eigen bestwil’. Ik heb al een moeder, bedankt. ‘Ze vindt het allemaal te eng en te ingewikkeld en heeft geen zin meer in al haar drama.’ Gelukkig heb ik er wel zin in, dat scheelt. Grappig wel dat juist zij dat zegt. Maar goed. Ik schrijf allemaal boze dingen, maar ondertussen raakt het me allemaal snoeihard. Fijn, zo zonder medicatie. Volgens mij heb ik ook wel andere dingen aan mijn hoofd, maar mijn eigen situatie

Page 62: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

62

durf ik nog niet aan. Daar ben ik nog helemaal niet aan toe. Morgen heb ik mijn eerste therapiesessie hier in het dorp. Spannend. Merel heeft me van Hyves verwijderd. Daar ben ik wel blij mee. Anders kijk ik alleen maar dwangmatig naar haar pagina voor enig teken van leven, en wat heeft dat voor zin? Een van de eerste stappen om los te komen van elkaar is gezet. Vrijdag 4 januari Mijn eerste sessie met een alternatieve arts. Ze wil me weer terug bij mijn gevoel laten komen. Mijn gevoel is blijkbaar geblokkeerd. Dit doet ze door middel van bepaalde handopleggingen, meer kan ik er niet over zeggen. Het is een beetje vaag, maar ik sta bijna overal voor open. De neuroloog komt aan met zijn ‘zoute-drop-advies’, dus hoe erg kan het alternatieve circuit zijn? Ze is warm en luistert zonder oordelen. Ook wel eens verfrissend. Het voelt een beetje gek, maar wel goed. ’s Middags na de behandeling val ik twee keer flauw. Midden in de ABN AMRO in het dorp. Fijn, erg fijn. Zo gaat het praatje natuurlijk wel erg snel rond. Daarom wilde ik hier niet blijven wonen. Dat ‘ons kent ons’. ‘De dochter van’. Er zijn hier zoveel herinneringen die ik liever uit de weg ga. In Breda ben ik ‘dat meisje dat flauwvalt’. Ik weet eigenlijk niet wat beter is. Midden in de bank heb ik twee uur gelegen, ik kon me helemaal niet meer bewegen. Gelukkig was mijn moeder erbij. Eenmaal thuis belt ze de alternatieve arts voor advies. Zij vertelt dat ze nog nooit zo’n dergelijke reactie heeft meegemaakt. Ze heeft me voorzichtig behandeld en had niet verwacht dat ik zo gevoelig zou reageren. Het lijkt haar beter als ik met de behandelingen stop, aangezien mijn lijf het nog niet aankan. Wat ik verder kan doen weet ze ook niet. Handig, niemand weet wat die moet doen. Het kost me moeite om mezelf bij elkaar te houden. Tijdens het avondeten word ik compleet hysterisch. Geen idee waar het vandaan komt, maar het lijkt wel uit mijn tenen te komen. Ik ben mezelf

Page 63: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

63

volledig kwijt en kan mezelf niet in de hand houden. Ik hyperventileer en krijg een enorme paniekaanval. Schreeuwend zit ik aan tafel. Mijn vader reageert verschrikkelijk. Onmacht waarschijnlijk, maar ik dan? Het is voor mijn ouders moeilijk om mij zo te zien. Maar ik ben ook bang en in de war. Wat moet ik nu met mezelf? Op wie kan ik leunen? Ik kan mezelf niet meer groot houden, maar voel dat het van me wordt verwacht. Ik weet niet meer wat ik moet doen.

Page 64: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

64

De bedrijfsarts

Als het aan mij ligt blijf ik werken tot ik erbij neerval. Dat gezegde geldt helaas niet voor mij. Ik blijf maar vallen. Natuurlijk sta ik iedere keer weer op, maar ik ben geen visitekaartje voor het restaurant op deze manier. Het flauwvallen begint zijn tol te eisen. Het gaat gewoon niet meer. Ziek zijn zonder gevolgen is er niet meer bij. Ik heb een contract getekend en daar horen verplichtingen bij. Niet alleen verplichtingen, er wordt ook voor je gezorgd in geval van ziekte. Nooit heb ik daarbij stilgestaan. Ik ben nooit langer ziek geweest dan een dag. Mijn vorige bijbaantjes waren ook niet allemaal van het witte soort. In de horeca heerst er een groot grijs gebied. In Zeeland vooral, hier in Breda is het behoorlijk professioneel. Ik krijg mijn geld niet handje contantje wekelijks in een envelop met mijn naam erop. Nee, ik krijg netjes geld op mijn bankrekening gestort. Afschriften, vakantiegeld, alles. Het lijkt verstandiger, maar het gaat net zo makkelijk op. Al snel gaan een aantal partijen zich met mijn ziek-zijn bemoeien. Onder andere het payrolling-systeem; zij zorgen voor mijn loon en houden zich ook bezig met mijn gezondheid. Eind januari moet ik voor de eerste keer bij de bedrijfsarts in Breda verschijnen. Zij willen wel dat ik eerder kom, maar dat was gewoonweg niet mogelijk. Tijdens ons eerste gesprek word ik, tijdelijk, volledig afgekeurd. Ze vindt dat ik mijn functie niet uit kan voeren vanwege ‘psychische klachten’. Ik vind mijn klachten ook behoorlijk lichamelijk, maar ik spreek een arts niet graag tegen. Een maand later moet ik terugkomen en dan kijken we hoe het gaat. Hoe graag ik ook wil werken, ik besef dat het op dit moment niet kan. Het bezoek aan de bedrijfsarts is al een enorme onderneming en daar moet ik de hele dag van bijkomen. In haar

Page 65: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

65

‘probleemanalyse’, die ik een tijdje later per post ontvang, lees ik dat ze op langere termijn weer normale arbeidsmogelijkheden ziet en dat ze verwacht dat ik volledig re-integreer in mijn eigen functie. Mijn situatie is in haar ogen van tijdelijke aard. Deze woorden zwart op wit te zien stelt me gerust. Het voelt als een verzekering. Een arts denkt dat het goed komt! Dan moet het wel. Waar ze haar bevindingen op baseert weet niemand. Ze weet helemaal niet wat ik heb. Maar het is vast van tijdelijke aard. Ik slik nog steeds alles voor zoete koek. Ik moet wel, want wat de bedrijfsarts zegt, is waarheid. Althans, op werkgebied tenminste. Ze neemt me wel serieus, dat moet ik toegeven. Er zijn er een aantal aan haar voorafgegaan die er wat anders mee omgingen. Ik weet ook wel dat mijn situatie niet rooskleurig is. Dat een dokter dat ook ziet en me daarin serieus neemt is nieuw. Het bezoekje naar de bedrijfsarts is een maandelijks terugkomend ritueel. Gek genoeg voelt het niet als controlerend, maar meer als begeleiding. Ik ben erg blij met mijn goede verhoudingen met mijn baas Mikkie. Zij staat honderd procent achter me en dat zorgt dat ik wat minder zenuwen heb. In februari en maart word ik nogmaals afgekeurd. Ik krijg wel pluspunten voor mijn inzet en de zoektocht naar therapie, maar mijn situatie blijft hetzelfde. Dat zie ik ook wel in.

Page 66: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

66

School

Naast het re-integreren op mijn werk speel ik ook nog student. Een van de twee opgeven kan en wil ik niet, maar deze combinatie werkt niet bevorderlijk voor mijn gezondheid. Niet dat ik me daar iets van aantrek. Opgeven is namelijk geen optie. Nog bij mijn ouders haat ik het iedere dag dat ik school mis. Toen alles nog ‘goed’ was, nam ik school behoorlijk vanzelfsprekend. Ik was er wel, maar ik zat meer met mijn hoofd bij mijn werk. Daar wilde ik het goed doen. Dat enorm graag willen presteren had ik op school, maar wel een stuk minder. Toen kon ik mijn aandacht al niet verdelen. Eind januari ga ik weer naar school voor een presentatie. Er hangt best wel wat van af en ik wil erbij zijn. Dat lukt me, maar hoe is een andere kwestie. De presentatie geef ik zittend en zoals altijd tijdens ‘showtime’ gaat het hartstikke goed. Eenmaal voorbij gaat het snel mis. Ik kan niet meer lopen en val bijna iedere meter flauw in de school. In de klas, op de gang, bij de kantine, buiten de wc’s, op het schoolplein, overal heb ik al wel gelegen. Mijn projectgroepje staat letterlijk en figuurlijk achter me en ze bedenken allerlei creatieve oplossingen om me overal bij te betrekken en zo nodig naar huis te brengen. Op dat moment bevinden we ons ergens achter in het schoolgebouw. De uitgang is behoorlijk ver weg. Ze zetten me op een bureaustoel en rijden me zo door de hele school. Met mijn aanvallen trek ik al behoorlijk wat bekijks, maar op de bureaustoel alleen nog maar meer. Mijn bezwaarde gevoel bereikt zijn maximum en ik val nog maar eens een keer flauw. Mijn groepsgenoten vinden het niet meer verantwoord, halen een auto en zetten hem pal voor de uitgang. Als er iets aan de hand is verzamelt zich altijd al snel een publiek rondom het spektakel. Gek genoeg ben ik dat en dat maakt me niet rustiger. Een aantal vrijwilligers offeren zich op en zij plukken me van de grond en dragen me in de auto. Kapot en vol schaamte word

Page 67: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

67

ik naar huis gebracht. Ik weet niet zo goed of dit het nu allemaal wel waard is geweest, maar ik heb wel mooi een 7 binnengehaald! Ik heb wat studievertraging opgelopen, maar het moet in te halen zijn volgens mijn studiebegeleider. We maken een lijst van zaken die ik nog in moet halen en ze wil me begeleiden. Ze waarschuwt me wel voor extra werkdruk en weet niet of dit nu wel zo’n goed idee is. Ik sla haar waarschuwingen in de wind en vertel dat het me gaat lukken. En anders heb ik een halfjaar studievertraging. Dat is ook mogelijk. Liever niet, maar als het niet anders gaat, dan moet het maar. In februari start er een nieuw kwartaal en ik doe ‘gewoon’ mee met de normale routine. Je kunt kiezen hoe je het kwartaal indeelt. Of een stage tot het einde van het schooljaar of je kiest voor een project. Een stage is wel iets te hoog gegrepen, dus ik kies voor een project. Mijn lieve vriendinnen uit de klas kiezen daar ook voor en ik mag bij ze in de groep. Ik stamel wat onzeker of ze dat wel zeker weten, dat ik best wel een last kan zijn voor een groep, dat ik mijn uiterste best ga doen, maar dat er altijd een aanval of twee op de loer liggen. Ze zeggen dat ze weten wat ze doen en dat ze me graag op sleeptouw nemen, dat ik, als het niet gaat, ook thuis mag werken, dat ze me met alle liefde thuisbrengen, maar dat ik niet zo onzeker moet zijn! Het is niet alleen maar een ‘goede daad’, ze vinden mij van toegevoegde waarde. Iedereen heeft zijn kracht en ik blijkbaar ook. Nog nooit ben ik zo onzeker geweest over mezelf in mijn studententijd als nu. Iedere komma en punt die ik plaats in ons project betwijfel ik sterk. Ik durf bijna niets meer toe te eigenen en vraag veel bevestiging. Als een klein kind. Mijn zelfverzekerde houding wat betreft school is compleet verdwenen. Ik ben een schaduw van mezelf. Die onzekerheid verlamt mijn prestaties en enthousiasme. Daar ben ik me iedere seconde van de dag van bewust en dat maakt het er niet beter op. Ook moet ik op een gegeven moment drie keer per week de ochtenden werken. En we

Page 68: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

68

hebben vaak ’s ochtends afspraken voor onze projectgroep. Ik probeer het voor iedereen goed te doen en loop op mijn tenen, maar ik kan niet overal tegelijk zijn. Natuurlijk word ik er op een gegeven moment op aangesproken door mijn projectgroepje. Ze doen het op de meest lieve en aardige manier, maar ze willen wel graag weten wat mijn prioriteiten zijn. Ik dacht dat niemand in de gaten had hoe het er bij mij achter de schermen aan toeging. Maar iedereen heeft juist in de gaten hoe goed ik het probeer te doen, en daardoor doe ik het juist alleen maar fout. Vooral voor mezelf, maar ook voor de anderen. Ik weet niet wat ik moet doen. Natuurlijk is school het allerbelangrijkste. Maar ik loop ook bij de bedrijfsarts en ik moet mijn diensten draaien. Dat moet. Ik raak helemaal in de war en de spanning loopt op. Woensdag 2 april Ik moet stoppen met Bram. Mijn liefde voor hem doet zo’n pijn. Ik moet er alleen voor gaan, maar dat is misschien nog moeilijker. Niets is onmogelijk, dat weet ik, maar ik wil niet zonder hem verder. Niet mijn meest onafhankelijke statement ooit. Het is meer de wanhoop die de boventoon voert. De onafhankelijke vrouw speel ik wel een andere keer. De laatste tijd verandert er zoveel tussen ons en niets van dit is mijn idee. Ik wil zoveel meer van hem en als ik dat aangeef stoot hij me alleen nog maar harder van zich af. We hebben allebei een lange gebruiksaanwijzing en ik heb niet altijd het geduld om hem erbij te pakken. Ik houd van hem en wil hem helemaal voor mezelf alleen. Ik wil een relatie waarin het wordt benoemd dat ik iemand zijn vriendin ben, dat je naar de toekomst kijkt, dat je voor elkaar kiest. Ik wil niet continu gedraai aanhoren, met zijn wind meewaaien, op mijn tenen lopen, afwachten wat hij wil, of juist niet. Ik word zo onzeker van deze situatie. Ik voel me telkens niet goed genoeg. Het is nu gewoon ‘leuk’ tussen ons. Zo noemt hij het dan. Ik weet niet of dat voldoende is voor mij. Eigenlijk weet ik ook niet

Page 69: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

69

of ik het zo ‘leuk’ vind tussen ons. Onze relatie draait precies om wat hij wil. Wanneer hij afstand wil, komt er afstand en wanneer hij me weer in zijn bed wil, ben ik maar een telefoontje of sms van hem vandaan. Ik wil dat hij voor mij gaat, in zijn ogen, maar het daadwerkelijk doen, dat kan hij niet. Hij is zo onduidelijk in wat hij wil. Hij weet het volgens mij ook niet. Wanneer ik denk dat het voorbij is staat hij opeens weer voor mijn deur. Ik word helemaal gek van deze onduidelijkheid, maar stoppen is nog moeilijker. Hij is mijn houvast. Mijn ruggengraat ben ik ergens onderweg verloren. Ook al doet het zoveel pijn, ik wil niet stoppen. De pijn die ik krijg van de leegte is volgens mij veel erger. Het lijkt een bewuste keuze om mezelf pijn te doen. Wat zegt dat over mij? Bram is geen slechte man, echt niet. Als je al mijn exen of scharrels op een rij zet is Bram een van de goede. Toch kan hij me niet gelukkig maken en het lijkt wel alsof dat de gemeenschappelijke factor is tussen al mijn exen en Bram. Ik kies mannen die mij sowieso niet gelukkig kunnen maken. Natuurlijk moet je dat ‘zelf’ doen als vrouw. ‘Een man moet geen aanvulling maar invulling zijn.’ Die zelfhulpshit. Maar toch. Je wilt een man die je gelukkiger maakt dan dat je zelf al bent. De eerste stap is denk ik jezelf dat geluk gunnen, anders gaat het nooit lukken in de liefde. Het ligt dus niet zozeer aan Bram, maar meer aan mij. Ik had moeten weten dat hij het niet kon. Hij heeft het me namelijk zelf zo vaak verteld. Ergens dacht ik dat hij wel tot inkeer zou komen als hij eenmaal zag hoe leuk ik ben. Mijn hele leven doe ik mijn best om mensen te laten zien dat ik het wel waard ben. Dat zou toch al een gegeven moeten zijn? Ondertussen begint het flauwvallen enorm uit de hand te lopen. Zelfs mijn huisarts vindt het nu ook wel behoorlijk de spuigaten uitlopen. Ik dring maar weer eens aan op een onderzoek. Behalve wat bloedonderzoeken en het scherpe oog van de neuroloog is er medisch nog niet veel onderzocht. Ze weten vooral wat het niet is, maar wat wel, dat is nog steeds niet bekend. Mijn klachten worden alleen maar erger en

Page 70: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

70

ik ben er klaar mee. Hij stelt een hartonderzoek voor. Vierentwintig uur met een kastje lopen, een aantal dagen lang, en op die manier kan ik het flauwvallen vastleggen. Na een aanval moet ik het kastje aanzetten, op die manier wordt mijn hartslag geregistreerd. Uit dit onderzoek is niets gekomen. Behalve dat ik een gezond hart heb. Fijn, zou je denken. Hij heeft het alleen maar voorgesteld om mij gerust te stellen. Ik voel me zo in een hoekje gezet alsof ik een klein kind ben die een lesje moet leren. Ik doe dit niet voor de lol, voor lul lopen met zo’n kastje. Natuurlijk ben ik blij dat ik geen enge hartziekte heb. Maar wat is er dan aan de hand?! Ik wil het wel eens weten. In april verandert alles opeens. Ik word ‘arbeidsgeschikt’ bevonden voor twee uur per dag, gedurende drie dagen per week voor het uitvoeren van aangepaste werkzaamheden. Dit lees ik natuurlijk rustig terug in de probleemanalyse die ik wederom ontvang na mijn afspraak. Een hele lijst met beperkingen, maar ze ziet wel mogelijkheden. Aan het werk! Met Mikkie bespreek ik de conclusies van mijn nieuwe arbeidsgeschiktheid en we plannen wat diensten in. Het voelt heerlijk om weer aan het werk te kunnen gaan. Sinds november krijg ik wekelijks ‘ziektegeld’, een aantal procenten van mijn gemiddelde uren die ik werkzaam ben geweest in het jaar voorafgaand aan mijn ziek-zijn. ‘Gratis’ geld ontvangen is niet aan mij besteed en ik voel me met de dag schuldiger. Dat ik eindelijk weer wat terug kan doen voor het geld voelt goed. Mikkie bedenkt de ‘Deborah-dienst’, dat houdt in dat ik ’s ochtends meehelp met het openen van de zaak. Dat begint om halftien. Ik help met alles klaarzetten en om twaalf uur stop ik er weer mee. Op papier klinkt het simpel, maar het kost me al mijn energie om te blijven staan. Natuurlijk houdt het flauwvallen zich niet aan mijn ‘arbeidsgeschiktheid’ van twee uur per dag, gedurende drie dagen in de week. Steeds vaker val ik flauw tijdens mijn dienst. Ik wil koste wat kost mijn werk afmaken, maar ik besef ook wel dat ik naar huis

Page 71: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

71

moet als er al gasten in de zaak zitten. Dat het niet werkt, weiger ik een aantal weken in te zien. Totdat het weer helemaal verkeerd gaat en het flauwvallen mijn dagen overneemt. Terug naar de bedrijfsarts dus. Opnieuw word ik ‘tijdelijk’ arbeidsongeschikt verklaard. Ik blijk niet in staat om mijn eigen werkzaamheden uit te voeren, of andere aangepaste. Dit alles door een terugval in mijn klachten door onvoldoende behandeling. Over drie weken mag ik het nog eens proberen. Drie keer per week, twee uur. Niet alleen met werken gaat het moeizaam, op school wil het ook niet vlotten. De realiteit is dat het steeds slechter met me gaat. Ik wil het alleen niet inzien. Mijn omgeving heeft het allang door en ik vraag veel van ze met al mijn aanvallen. Toch sta ik iedere keer weer op en blijf ik doorgaan. Ik zie geen andere optie. Ik wil naar school en blijven werken. Hoe weet ik niet, maar ik blijf mezelf maar vooruit pushen. Totdat mijn lichaam er weer mee stopt voor de zoveelste keer. Donderdag 8 mei Qua tijd ben ik weer wat verder, maar niet in gezondheid. Ik ben bang om te vervallen in mijn oude gewoontes. Of zit ik daar nog middenin? Natuurlijk heb ik al veel afgeleerd, maar niet omdat ik zelf het licht heb gezien. Het kon niet anders. Ik weet dat ik aan het veranderen ben, in mijn hoofd tenminste, maar ik moet het ook nog in de praktijk brengen. Dat is nog niet zo makkelijk eigenlijk. Ik wil graag verder, maar dit is ontzettend moeilijk. Alles voelt als drijfzand. Ik zit vast en glijd langzaam af in een diepe afgrond. Ik ben in de tussentijd verhuisd naar een nieuwe studentenkamer. Ik kon niet in het klooster blijven met al die trappen. Het ging niet meer. Het was wel fijn om daar weg te gaan, er kleven zoveel pijnlijke herinneringen aan dat huis. Ik kan niet vergeten wat er is gebeurd. De was en de afwas blijven weer liggen en ik loop mezelf voorbij. Sinds ik weer ben begonnen met werken lijkt het slechter te

Page 72: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

72

gaan. Ik weet dat dit signalen zijn, maar ik lijk geen grip te hebben op mezelf. Ik maak me veel zorgen en pieker de hele dag door. Waar is de stopknop? Ik kan hem niet vinden. Ik word langzaamaan gek. Morgenochtend ga ik bellen voor een intakegesprek met een nieuwe psycholoog hier in Breda. Het is belangrijk om therapie te blijven volgen. Dit moet door blijven gaan. Op dit moment heb ik al een paar weken geen therapie meer gehad. Dat werkt niet bevorderlijk. Straks krijg ik weer te horen dat ik voor mezelf moet kiezen en goed moet leven. Ben ik daar wel al aan toe? Om goede keuzes te maken? Ik heb ook weer veel te veel geld uitgegeven. Geld is een moeilijk ding in mijn leven. Sinds ik op kamers zit gaat het met bakken de deur uit. Ik weet dat ik op mijn geld moet letten, maar het lukt me niet. Ik houd me niet eens aan mijn eigen afspraken en grenzen. Zijn die er nog wel? Als ik mezelf niet eens respecteer, hoe kan ik dan verwachten dat anderen mijn grenzen wel respecteren? Ik vind het steeds moeilijker om nog ergens zelfrespect vandaan te halen. Ik walg van mezelf. Ik moet rust vinden. Ergens. Waar dan ook. Gisteren heb ik een goed gesprek gehad met Bram en hij vindt het ook erg belangrijk dat ik met mezelf aan de slag ga. Hij kan het niet voor me doen, ik moet het zelf oplossen, zegt hij. Ik moet mezelf belangrijk genoeg vinden om dit te doen. Op dat punt ben ik alleen nog niet. Het is confronterend, maar er moeten dingen veranderen. Ik wil zo graag verder met mijn leven, maar ik kan niet verder voordat ik iets ga veranderen. Als ik het nu niet doe, blijf ik mijn leven lang hier last van houden. Ik wil graag verder komen. Ik blijf zo hangen in mijn onzekerheid. Ik weet niet hoe het komt. Ik mag best trots zijn op mezelf. Een aantal vluchtroutes zijn al dichtgetimmerd, ik vlucht niet meer in mannen of drank. Winkelen leek voor mij wel een soort verslaving. En nee, ik was me toen nog niet bewust van de term ‘shopverslaving’. Telkens wanneer ik de stad in liep moest en zou ik iets kopen. Het leek op dat moment ook

Page 73: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

73

nodig. In die tijd verdiende ik meer geld dan nu, maar ik stond wel chronisch rood. Niet een paar miezerige tientjes, maar het echte werk, altijd maximaal duizend euro. Mijn vriendinnen deden het allemaal. Duizend euro in de min was de nieuwe nul! Niet alleen winkelen gaf me een tijdelijk geluksgevoel. Overal zocht ik dit geluk. De focus was vooral naar buiten gericht, het zou eens bij me opkomen om het bij mezelf te zoeken! Mijn spaarrekening is grotendeels opgegaan aan etentjes en drankjes. Lekker eten geeft me een onmiddellijk geluksgevoel. Zeg nou zelf, wat is er nu gezelliger dan lekker uit eten gaan met leuke mensen om je heen? Niets mis mee, maar een avond op de bank zat er voor mij niet in. Drank, mijn bijnaam was ‘de Borrel’, lijkt me duidelijk. Ik dacht mijn geluk te kunnen kopen. Nergens kon ik mate in houden. Aan de ene kant vluchtte ik hiervoor weg, maar het bleef een constante vorm van stress. Met dit besef ben ik er nog lang niet. Ik wil de dagen bewust beleven en voelen dat ik leef. Ik merk dat mijn energie nog lang niet terug is en daar moet ik aan werken. Ik wil graag vergeten wat er gebeurd is afgelopen winter, maar het is juist de bedoeling dat ik dit in mijn achterhoofd houd en hier iets mee doe. De zomer begint voordat ik het weet. Het is makkelijk om me te laten verleiden om weer door te gaan. Zelfs al zou ik het willen, het kan niet. Dinsdag 13 mei Het ging gisteren helemaal mis op mijn werk. Ik ben een behoorlijk aantal keer flauwgevallen, het liep best wel uit de hand. Na mijn dienst ging ik met wat collega’s lunchen op het terras. Op een gegeven moment wilde ik betalen, maar terwijl ik naar binnen liep, viel ik flauw. Voor een vol terras. Ik had mijn werkkleding nog aan, dus het was behoorlijk beschamend. Ik wil mijn werk niet nog meer belasten. Flauwvallen is niet eens meer zo bijzonder, maar het aantal keer was wel vervelend. Ik leek er bijna niet meer uit te komen. Telkens wanneer ik weer bij bewustzijn kwam en ze me wilden

Page 74: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

74

verplaatsen ging ik opnieuw knock-out. Op een gegeven moment heeft de bedrijfsleider van het restaurant naast ons mij naar binnen gedragen. Ik weet nog dat hij met natte doeken probeerde me bij bewustzijn te krijgen, en te houden. Dit lukte bijna niet. Wederom werd ik weer eens naar huis gebracht, vol schaamte. Toen ik eenmaal veilig thuis was, voelde ik me alsof ik onder een vrachtwagen had gelegen. En die vrachtwagen was niet een keer over me heen gereden, maar minstens vijf keer. Zo voel je je soms wanneer je een erge kater hebt. Nou, na zo’n dag vol aanvallen voelt een kater zelfs fijn. Met een kater weet je tenminste dat je lol hebt gehad. Het lijkt de huisarts een goed idee dat ik aan de medicatie ga. Hij heeft me een recept meegegeven met kalmeringstabletten. Jazeker, oxazepam! Ook heeft hij het gehad over een opname. ‘Want dit gaat zo niet langer.’ Wanneer ik weer zoveel aanvallen heb, moet ik naar huis gaan en binnenblijven. Ik moet leren eraan toe te geven in plaats van het te negeren en ik moet het een plaatsje geven in mijn dagelijks leven. Ik kan en mag het niet meer ontkennen. De aanvallen lijken niet zo snel weg te gaan en ik moet dit niet negeren, maar accepteren. Zijn woorden. Het lijkt me geen verrassing dat ik de pillen niet neem. Daar wordt het niet beter van. En een opname, wat denkt hij zelf?! Ik vind het niet nodig. Op dat punt zijn we nog niet. Of wel? Ik weet het niet. Wat ik wel weet is dat ik hem niet vertrouw. Dus ook zijn hulp niet. Wat is goed voor mij? Weet ik dat zelf nog wel? Hij heeft wel gelijk dat er hulp moet komen. Dat weet ik wel. Blijkbaar heb ik therapie echt nodig. Het besef is er wel al een klein beetje, ik kan het niet meer alleen. Alles stort langzaam maar zeker in, al wil ik het absoluut niet, het lijkt onvermijdelijk. Ik zou niet weten waar dit eindigt. Ik wil het misschien ook niet weten. Ik ben de afgelopen dagen bij Bram geweest. Hij is lief voor mij. Gisteren was ik helemaal van de kaart en hij kwam meteen naar mij toe. Ik hoefde er niet eens om te vragen. Soms lijkt het wel alsof ik

Page 75: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

75

verslaafd aan hem ben. Moet ik het nog uitspellen? Stoppen is nog niet gelukt. Wanneer hij er is verdooft mijn gevoel. De pijn is weg en ik lijk me voor even weer ‘goed’ te voelen. Maar wanneer hij weggaat, of afstand neemt, voelt het alsof er een deel van mij langzaam afsterft. Ik krijg last van ontwenningsverschijnselen en denk hem zo snel mogelijk weer nodig te hebben. Is dit ook zo of komt dan de waarheid boven tafel? Als ik me niet kan verdoven met liefde kom ik opeens bij mijn gevoel. En dat ben ik niet gewend, voelen.

Page 76: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

76

Loslaten

‘Hand in hand, maar nooit helemaal, ik moet loslaten. Jij ziet mij, maar het is niet genoeg. Ik wil alles wat jij mij niet kunt geven, nog een keer, als een afscheid dat maar niet komt. Iets loslaten wat ik nooit had, is onmogelijk. Samen maar toch alleen. Al die gevoelens. Jij ziet alles anders. We hebben samen het pad bewandeld, alleen waren onze wegen nooit hetzelfde. Ik gun je alles, maar het liefst mezelf. Liefde is de ander gelukkig willen zien en gelukkig maken. Maar wat als die dingen niet samengaan? Ik accepteer ons einde, als een nieuw begin.’

Page 77: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

77

Back in time

Er is niet een oorzaak waardoor het zo uit de hand is gelopen. Eigenlijk had mijn omgeving al veel eerder in de gaten dat het misging met mij dan ik zelf. Voordat ik in Breda ging studeren had ik al twee jaar gestudeerd. Een jaar in Vlissingen en daarna een jaar in Tilburg. In de periode dat ik in Tilburg woonde ging er veel mis. Zowel bij mijn ouders als bij mij. Mijn moeder die ziek werd en mijn vader die dat niet aankon, een inbraak in mijn studentenhuis, iemand die voor de trein sprong waar ik in zat, mijn vriend die het uitmaakte en als klap op de vuurpijl mijn broertje die werd misbruikt. En dat allemaal in een heel korte tijd. Al snel knapte er iets in mij. De bergen begonnen te verrijzen in mijn dagelijks leven en ik kon ze steeds moeilijker beklimmen. Het duurde niet lang voordat ik alleen maar naar de bergen kon kijken en dat was eigenlijk al te veel. Ik wist niet wat ik moest doen en wie ik eerst moest helpen. Ik was compleet lamgeslagen. Ik kon letterlijk niets meer en raakte steeds meer gevangen in mezelf. De dag dat ik gebeld werd over mijn broertje vergeet ik nooit meer. ‘Er is iets gebeurd met Sam, Deborah. En het is heel erg.’ Daar zat ik dan, in Tilburg. Mijn moeder wilde me niet precies vertellen wat er was gebeurd, maar ze vertelde me wel dat hij nog leefde. Of ik alsjeblieft zo snel mogelijk naar huis wilde komen want Sam vroeg naar mij. Het was op dat moment net drie dagen uit met mijn vriendje. We waren anderhalf jaar samen geweest. Relativeren was nooit mijn sterkste punt en tijdens deze dagen kroop ik tegen de muren op van liefdesverdriet. Naar mijn idee kwam de breuk behoorlijk uit de lucht vallen. Sowieso leken alle bommen van de laatste tijd uit de lucht te komen vallen. Iedere keer dacht ik dat het niet erger kon en dan volgde er weer een bak ellende. Het een nog erger dan het ander. Ze zeggen dat onheil nooit alleen komt, dat hebben we

Page 78: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

78

geweten. Nadat ik op had gehangen met mijn moeder belde ik naar Puck en zij had aan een woord genoeg. Ze woonde in Breda en kwam direct naar Tilburg. Ook belde ik mijn ex-vriendje. Ik was nog steeds afhankelijk van hem en kon dit voor mijn gevoel niet alleen oplossen. Hij woonde in Vlissingen en wilde graag naar me toe komen, zodat we samen naar Zeeland konden gaan. Ik zou hem op het station van Goes ontmoeten. Dan moest ik maar een klein stukje alleen reizen. Het was inmiddels avond toen ik met de veerboot aankwam in Breskens. Mijn moeder stond me op te wachten. Ik wist niet waar ik me op moest voorbereiden, maar wat ik te horen kreeg sloeg alles. Ik hoorde mijn moeder met verbijstering aan. Ze vertelde me dat Sam op zijn stage was aangerand door zijn twee stagebegeleiders. Hij liep al een tijdje stage bij een bakkerij in ons dorp. Die wordt gerund door twee mannen. Mijn moeder was helemaal kapot. ‘Deborah, ik was altijd bang voor zulke dingen, dit is de ergste angst van een ouder en die is nu uitgekomen. Ik heb geen idee hoe we hiermee om moeten gaan. Laten we naar huis gaan, want je broertje wil je erg graag zien.’ Het bleek dat weekend te zijn gebeurd, maar toen kon hij er nog niet over praten. Ik dacht dat hij ook liefdesverdriet had, de dag dat ik naar Tilburg terugging was ik nog op zijn kamer geweest. Hij lag huilend in zijn bed. Hij vertelde me dat het uit was met zijn vriendin. Geen seconde twijfelde ik aan zijn verhaal. Hier heb ik me nog lang schuldig over gevoeld. Had ik maar doorgevraagd en me niet zo verdronken in mijn eigen verdriet. Maar hoe kun je zoiets gruwelijks bedenken? Eenmaal thuis aangekomen was onze huisarts net weg. Hij had mijn broertje onderzocht en ons advies gegeven. Ook had hij een familiepakket kalmeringstabletten en slaapmedicatie voorgeschreven. Ik zie de stapel nog liggen op tafel. De blik in mijn broertjes ogen zal ik nooit vergeten. Hij lag op de bank en keek me aan en zijn ogen vertelden zijn hele verhaal. Ik pakte hem vast en voelde zijn lichaam terugschrikken. Wat wilde ik graag zijn pijn

Page 79: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

79

overnemen. In de periode die volgde ben ik zo veel mogelijk thuis geweest. Totdat mijn ouders me op een gegeven moment verzochten om weer terug naar Tilburg te gaan. Ik kon niets anders meer dan mezelf bekommeren om Sam. Ik wilde zo graag voor hem zorgen en zijn leed wegnemen. Het was mijn persoonlijke missie. Heel ons gezin was getroffen en ik voelde de pijn van ons allemaal. Mijn ouders wilden aangifte doen, maar lieten de beslissing over aan mijn broertje. Hij mocht bepalen wat hij wel en niet wilde. Hij wilde aangifte doen. Er kwamen politieagenten langs en een tijd later mensen van de zedenpolitie. We gingen een traject in, wat een grote hel was. Ik voelde me altijd zo veilig in dat kleine dorpje. Dat er in Tilburg dingen gebeuren, oké, maar in dat kleine Oostburg? Ik stortte mezelf compleet op Sam, op zijn redding. Hij had therapie aangeboden gekregen, maar hij wilde dit absoluut niet. Ik vond dat mijn ouders hem hiertoe moesten dwingen. Het voelde alsof ik als enige alle zorgen en verantwoordelijkheid op me nam. Onzin natuurlijk. Voor zo’n situatie is geen gebruiksaanwijzing geschreven, we deden allemaal wat ons het beste leek. Mijn ouders lieten het afhangen van mijn broertje en hij wilde absoluut niet met iemand praten. Wat is dan de beste keuze? Het duurde niet lang totdat de roddelmachine op gang kwam. Het nieuws was ondertussen overal bekend. De raarste verhalen werden verspreid en het ergste was dat sommige behoorlijk negatief spraken over mijn broertje en ons gezin. Mensen vonden dat hij er zelf om had gevraagd. Dat hij homo was. Dat hij het had verzonnen. Dat hij ervan had genoten. Alles werd uit zijn verband getrokken, details werden verdraaid en steeds erger doorverteld. Tot op een dag een overbuurman het verhaal tegen mijn vader vertelde, zo verdraaid dat die man niet eens doorhad dat het over mijn vaders zoon ging. We hadden al zo’n klap in ons gezicht gehad, maar alle verhalen deden nog eens extra pijn. Mensen zijn zo brutaal, ze kwamen zelfs naar me toe en vroegen rechtstreeks of het waar was dat mijn broertje was verkracht. Voor

Page 80: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

80

hen was het een sensatieverhaal, voor ons de realiteit. Nieuwsgierigheid gaat blijkbaar over lijken. We gingen vaak op stap in de plaatselijke discotheek en de hele buurt was daar aanwezig. Er zijn namelijk niet zoveel opties in West Zeeuws-Vlaanderen. Op een avond bleven mensen ons maar aanspreken en mijn broertje sloeg op tilt. Ik was hem kwijt en raakte in paniek. Toen bleek hij naar het strand te zijn gegaan. Ik was zo bang dat hij zichzelf iets aan zou doen, maar ik moest erop vertrouwen dat hij niets stoms zou doen. Hierna werd ik alleen maar meer bezorgd. Een paar weken daarna gingen we met het gezin een weekendje weg. Sam en ik deelden een kamer en toen zag ik pas hoe slecht hij eraan toe was. Hij had moeite met slapen en had geen eetlust. Ik wilde het eten wel door zijn strot duwen. Mijn plan van aanpak was niet alles, maar ik voelde heel sterk dat er iets moest gebeuren. De blik in zijn ogen bleef nog steeds in en in triest. Tegelijkertijd nam hij niets van me aan. Mijn hart brak. Mijn ouders vonden dat ik te ver ging in mijn bezorgdheid en wilden rust in de tent. Voor mij, zichzelf en vooral voor Sam. Daarom leek het ze beter dat ik terug zou gaan naar Tilburg. Mezelf focussen op mijn eigen leven. Ik weet dat ze het goed bedoelden, maar voor mij was het een enorme afwijzing. Ik wist niet eens meer hoe ik me op mezelf moest focussen. Ik kreeg niets meer voor elkaar. Zelfs een telefoontje plegen was al te veel gevraagd. Er kwam niets meer uit mijn handen. Al snel had ik een gesprek met een studentenpsycholoog en hij stelde vast dat ik depressief was. Ik kon gewoonweg niets meer en stopte met mijn studie. Erg pijnlijk, want dit was de tweede keer dat ik ermee stopte. Ik stond er hartstikke goed voor, maar ik wilde weg van die plek die me aan deze nare tijd herinnerde. Ik wilde een nieuwe start maken. Die zomer ben ik naar Zeeland gegaan en heb ik in een restaurant gewerkt, waar ik me fijn voelde. Een vriendin van mij werkte er ook en het was een redelijk rustige periode. Maar mijn toekomst hing boven me als een donderwolk. Wat moest ik met de rest van mijn

Page 81: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

81

leven? Ik kon toch niet alles opgeven? Voordat ik daadwerkelijk stopte in Tilburg had ik nog een afsluitend gesprek met mijn decaan. Hij wilde me aan het denken zetten. Omdat het nu twee keer niet was gelukt met mijn studie wilde hij dat ik goed na zou denken over wat ik wilde. Ik hoefde namelijk niet per se een studie te volgen. Misschien zou een jaartje rust me wel goeddoen, zeker na alle gebeurtenissen. We maakten samen een top drie. Een jaar werken in de horeca, naar het buitenland gaan of studeren. Ik wilde blijven studeren. Al mijn vriendinnen studeerden, ik wilde op kamers blijven, dicht bij hen. Als ik niet meer zou studeren raakte ik ze vast kwijt. Dat was wel het laatste wat ik wilde. Maar wat ik zelf eigenlijk wilde? Geen idee. Ik wilde vasthouden aan wat ik kende. Na de zomer startte ik met studie nummer drie. Maatschappelijk werk en dienstverlening in Breda.

Page 82: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

82

Routine

Mijn vader en ik zijn geen praters. Dat kunnen we niet, geen idee waarom. De dagelijkse dingen passeren de revue, maar daadwerkelijke diepgang is er nooit. Ik kan het me in ieder geval niet herinneren. We begrijpen niet hoe de ander in elkaar zit en doen geen poging. Alles staat bij mijn vader in het teken van routine. Hij woont al zijn hele leven in hetzelfde dorp. We wonen mijn hele leven in hetzelfde huis en hij werkt langer dan twintig jaar voor dezelfde baas. En ik weet zeker dat hij dat tot aan zijn pensioen blijft doen. Hij is vertegenwoordiger voor een groothandel in ons dorp. Dat is wie hij is. Hij verkoopt graag en dat doet hij met verve. Zeeland is zijn speelterrein, daar voelt hij zich op zijn best. Hij gaat iedere horecazaak af met zijn ordner en iedereen ziet hem graag komen. Ze doen hun bestelling en vertellen ondertussen hun familiegeheimen. Er is iets aan mijn vader waardoor je je grootste geheimen met hem deelt. Andere mensen in ieder geval. Een trouwe hond kun je hem wel noemen. Trouw aan zijn stek, vrouw en baas. Iedere kans om zichzelf te verbeteren en om verder te komen in het leven heeft hij stelselmatig afgeslagen. Veiligheid boven alles. Hij is een enorm gepassioneerd fan van voetbalclub FC-Utrecht, maar nog een groter fan van mijn moeder. Hij vormt een team met haar. Ik ben jaloers geweest op hun liefde en heb lang geprobeerd om te concurreren met mijn moeder. Hij maakte altijd onderscheid tussen ons. Mijn vader is geen hippe man, zeker niet, maar hij houdt van ‘hippe kapseltjes’ en van ‘kapstertjes’. Mijn moeder ziet hij graag verzorgd. Lang haar vindt hij niets, nee, het moeten van die korte kopjes zijn. Mijn kapsels vond hij meestal niets in vergelijking met die van mijn moeder. Ik kon daar zo boos om worden. Wat maakt het uit, zou je denken, maar jarenlang heb ik mijn haar kort gehouden omdat mijn vader niet van lang haar houdt. Nu laat ik het

Page 83: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

83

eindelijk groeien. Ik wil lang haar. Punt. Mijn moeder was altijd slanker dan ik. Dat vond hij ook altijd nodig om te benadrukken. Mijn kiezen strak op elkaar en mijn antwoord was nog een dropje in mijn mond te stoppen. Nooit kon ik zeggen wat ik nodig had, mijn antwoord was stilte. Er was immers geen gesprek. Mijn vader was altijd bang dat mijn moeder weer in een depressie zou belanden, hij deed alles om haar te beschermen. Best logisch. Maar wij, de kinderen, moesten altijd ‘voorzichtig’ zijn met mama. Zij heeft het al zo zwaar gehad, wij moesten ‘aardig’ en ‘lief’ zijn voor haar. Soms schreeuwde ik in mezelf: en ik dan??!!! Er was altijd een tweestrijd gaande. Alle aandacht die mijn moeder kreeg van mijn vader, wilde ik zelf ook, maar ik gunde het haar. Mijn liefde voor mijn moeder was net zo groot. Ik raakte steeds meer in de war omdat ik boos op mezelf was. Ik moest ‘gewoon normaal doen’ en niet zo ‘overgevoelig’ zijn. Het lag allemaal aan mij. Ik had toch zo’n goede jeugd gehad? We moesten ons best doen voor mama. Die zinnen spookten door mijn hoofd en namen me over. Hoe kon ik nu concurreren met mijn moeder? In alles delfde ik het onderspit. Ik kon het nooit winnen. Dus gaf ik op een gegeven moment de strijd op. Of hij die verandering heeft opgemerkt, geen idee. Al snel begon ik aandacht bij andere mannen te zoeken. Zo ongelofelijk standaard, maar zoiets gaat vanzelf. Een gebrek aan iets moet altijd worden gecompenseerd. Zo geschiedde. Na zijn werk kwam hij stipt om vijf uur thuis en riep hij terwijl hij de deur opende: ‘Joehoe, is het eten al klaar?’ Bijna altijd was het klaar en konden we aan tafel. Mijn broertje en ik tegenover elkaar, ik naast mijn vader en mijn moeder tegenover hem. Alle groenten en aardappelen kwamen uit de moestuin van mijn opa en oma. Het vlees kwam uit de supermarkt. Meestal de budgetknallers. Een keer in de week friet, zelf gesneden natuurlijk, maar zo zijn ze wel het lekkerst. Nasi en spaghetti en op een gegeven moment mijn favoriet: Chicken Tonight. De rest van de dagen aten we Hollandse pot: aardappelen met vlees en groente.

Page 84: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

84

En natuurlijk met een kuiltje jus. Ik kotste op die aardappels met vlees en groente. Ik kon er niets aan doen, maar ik lustte het gewoonweg niet. Daar begon mijn sambalverslaving. Alles begon ik met sambal aan te kleden en ik vertelde dat ik het ‘allemaal anders zou doen’. Ze deden altijd hun best en ik was verwend. Na het eten ruimde mijn moeder alles op en ging mijn vader met de benen omhoog op de bank zitten. Eerst zijn krantje lezen, dan het nieuws kijken. Wij waren ondertussen allang weer naar boven. Huiswerk maken en chatten met onze klasgenoten. Bellen deed ik ook steeds vaker. Om vijf voor acht, tijdens het weerbericht, werd er voor de eerste keer naar boven geroepen: ‘Joehoe, komen jullie naar beneden? We gaan thee drinken!’ Dat vond mijn moeder altijd zo gezellig. Met zijn allen thee drinken om acht uur en GTST kijken. Wat ik ook aan het doen was, hoe nuttig het ook wel of niet was, ik kon het staken en naar beneden komen. GTST volgde ik graag, maar het feit dat het ‘moest’, vond ik verschrikkelijk. Steeds meer voelde ik me gevangen in de routine van ons gezin. Maar er iets van zeggen deed ik natuurlijk niet. Ik knorde heus wel en werd wat recalcitrant. Dat wel. Ik vertelde keer op keer dat ik het allemaal anders zou doen. Mijn ouders genoten juist van deze structuur. Mij benauwde het. Toch was het vaak wel gezellig en knus. Allemaal een kopje thee en een koekje. In de winter een dekentje over ons heen. Om halfnegen een film. Vaak niet, want als er voetbal op tv was, werden ‘de vrouwen’ verbannen. Wij mochten dan naar boven. Mijn vader liet zich bijna nooit ompraten om gezellig wat met zijn allen te kijken. Hij had de hele dag gewerkt en hij moest voetbal kijken. Zo gaan die dingen. Hij had heus wel interesse in ons, maar luisteren leek hij niet te doen. Hij kon bijvoorbeeld na drie jaar nog steeds niet onthouden wat ik studeerde. Het leek allemaal een beetje langs hem heen te gaan. Wat voor hem altijd van belang was, was ‘zijn goede naam’. In Zeeuws-Vlaanderen kende iedereen hem en hij vond het belangrijk dat zijn kinderen braaf waren en niet voor

Page 85: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

85

roddels zorgden die zijn goede naam eventueel konden bedoezelen. Als er iets gebeurde, wist mijn vader het al snel. In dorpen wordt er veel gekletst. In gedachten en steeds meer in mijn gedrag ging ik me tegen hem afzetten. Op een gegeven moment bleek hij ook nog eens behoorlijk menselijk. Ik was een stuk jonger en weet er niet veel meer van. Mijn vader meed de tandarts. Daar werd meestal wat lacherig over gedaan, hij ging gewoon niet naar zijn afspraken. Mijn moeder kwam daar natuurlijk altijd achter. Maar zijn angsten stopten daar niet, hij kreeg op een gegeven moment last van hyperventilatie. Daarna wilde hij niet meer naar drukke plekken en hij durfde niet meer op de snelweg te rijden. We gingen een keer met ons gezin naar de markt en hij wilde niet mee. Dat moment vergeet ik nooit meer. Mijn vader hoorde toch de ‘sterkste’ te zijn? Waarom was hij dat dan niet? Alles leek in elkaar te storten. Mijn moeder had haar inzinkingen en nu mijn vader ook. Ik wist niet hoe ik me daartoe moest verhouden. Ik probeerde sterk te blijven voor iedereen.

Page 86: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

86

Overgevoelig

Discussies ga ik niet aan, ik doe al jaren mijn uiterste best om ze zo veel mogelijk uit de weg te gaan. Woorden blijven haken achter in mijn keel en mijn verzameling groeit met de dag. Ergens in mijn buik lijkt het wel een vuilnisbelt, zoveel troep is er ondertussen al verzameld. Ik snap niet waarom ik zo reageer. Of juist niet reageer. Mijn ouders zijn lieve mensen. Mijn vader doet nog geen vlieg kwaad en mijn moeder is een echte moeder. Ze gaat door het vuur voor haar gezin. In alles probeert ze het goed te doen en haar motto is: ik wil het absoluut niet doen zoals mijn moeder het heeft gedaan. Mijn kinderen krijgen een onbezorgde jeugd. De beste intenties dus, maar tegelijkertijd legt het nogal wat druk op een kind. Op mij in ieder geval wel. Ondankbaar misschien, maar voor mij werkt het zo. ‘Een onbezorgde jeugd’. Het feit dat ik zorgen heb en niet gelukkig ben, heeft ze nooit begrepen. Ze heeft het honderdtachtig graden anders gedaan dan haar eigen moeder. Door haar moeder is mijn moeder doodongelukkig geworden. Dus dan zou het toch zo moeten zijn dat haar kinderen gelukkig zijn? Zo simpel is het dus blijkbaar niet. Waarom ik ongelukkig ben, weet ik ook niet zo goed. Ik hoor mijn moeders stem door mijn hoofd razen. ‘Je hebt nooit iets moeten doen in het huishouden! Ik heb altijd alles voor jullie gedaan. Ik moest thuis altijd alles doen!’ Dat ik mag studeren heeft ze vaak benadrukt. Zij wilde namelijk ook studeren, maar dat mocht pertinent niet. ‘Ik zou HBO makkelijk aankunnen, jij moet jezelf nog maar eens bewijzen.’ Naast de stem van mijn moeder is er ook nog de stem van mezelf. Een strenge stem vol oordelen, verwarring en onbegrip. Ik ben niet verwaarloosd. Praktisch gezien ben ik een verwend meisje. Maar op emotioneel gebied mist er iets. Het feit dat ik dit zo voel brengt een enorm groot schuldgevoel met zich mee. Ik mag me namelijk niet zo voelen. Ik word helemaal gek. Wat ik voel

Page 87: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

87

mag er niet zijn van mezelf. Ik ben mijn eigen grootste vijand. Ik worstel met mijn gevoelens en herinneringen. Veel werd er geweten aan het feit dat ik ‘overgevoelig’ ben. Het werd vaak benoemd als iets slechts, met een ietwat vies gezicht erbij. ‘Ja, maar Deborah, die is gewoon overgevoelig.’ Op de momenten dat ik mezelf niet in de hand kon houden spoten mijn emoties eruit. Ik weet nog goed dat op mijn zestiende een schoolvriendinnetje overleed. Ze was zelf nog maar net zestien en ze overleed aan de gevolgen van een scooterongeluk. Ik las het nieuws in iemand zijn MSN-status. RIP Daisy, stond er. Ik wist niet wat ik las en geloofde het niet. Ik vroeg aan degene met die status of het een luguber grapje was. Zij bevestigde dat ze was overleden. Slecht nieuws schud ik van me af als een natte hond. Alles in mijn lijf zegt nee. Ik wil daar niet aan. Op dat moment raakte ik volledig in paniek. Ik belde mijn collega, met wie ik wat later naar het werk zou meerijden, en vertelde het verhaal. Even later bevestigde ook zij het nieuws, het was op teletekst te lezen. Ik was alleen thuis en raakte nog meer in paniek. Ik ben buiten op de stoep gaan zitten totdat ik werd opgehaald om naar mijn werk te gaan. Daar was ik nog steeds verdrietig. Een paar weken eerder waren er twee goede vrienden van een collega omgekomen tijdens een auto-ongeluk. Die zomer zijn er een flink aantal jongeren overleden in onze omgeving. Mijn collega was sterk en beheerst met het verlies omgegaan. Volgens mijn baas tenminste. Mijn reactie daarentegen was voor mijn baas wederom een bevestiging dat ik ‘overgevoelig’ ben. Voor mij was het opnieuw bewijs dat mijn gevoel er niet mocht zijn. Mijn verdriet overviel me enorm en ik wist niet wat ik ermee moest. Mijn ouders vonden mijn reactie ‘ontzettend overdreven’ en daar moest ik het mee doen. Ik was in de war. Volgens mijn ouders was het niet mijn beste vriendin en reageerde ik alsof er een familielid was overleden. Een klap in mijn gezicht. Ik was zestien jaar en ik had gewoonweg geen controle over deze situatie. Ik kon niet zo beheerst reageren als mijn collega.

Page 88: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

88

En ik wist niet eens of ik dat wel wilde. Waarom zijn emoties en verdriet een teken van zwakte? Ik heb mijn moeder zo vaak zien huilen en als ik het doe is het ‘slecht’? Mijn toenmalige baas waar ik voor werkte heeft me altijd verteld dat ik nooit maatschappelijk werkster zou worden. ‘Dat kun je helemaal niet aan.’ Ik werd daar zo boos en verdrietig om. Waarom zou ik dat niet kunnen? Altijd haalde ze mijn collega aan, die was tenminste sterk. Zij zou het nog ver schoppen. Iedere zomerdag waren wij aan het werk en de werkzaamheden werden verdeeld onder alle collega’s. In dit restaurant deed je niet ‘alles’, maar had je een eigen taak. Zij mocht altijd bestellingen opnemen met de handheld en ik moest ‘tafels indekken’. Soms mocht ik de drank wegbrengen. Maar ik heb jarenlang tafels ingedekt. Dat betekent letterlijk het bestek dat bij de bestelde gerechten hoort op tafel leggen met een servet ernaast. Ik heb er wel eens wat van gezegd, of ik ook niet eens wat anders zou mogen doen. Zij vond het een perfecte taak voor mij, tafels indekken. Mijn zelfvertrouwen zakte tot onder het nulpunt. Op een gegeven moment kon ik het niet meer. Ik geloofde bijna dat dit mijn bestemming was. Toen ben ik naar een ander restaurant gegaan, waar ik drie jaar heb gewerkt. Dit was ook geen sprookje, maar de eerste dag kreeg ik een portemonnee in mijn handen gedrukt en een opschrijfboekje met een pen. Ik stamelde nog wat onzeker, maar zij hadden alle vertrouwen in mij. Terecht bleek, want het ging me goed af. Ik bleek toch wel iets te kunnen!

Page 89: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

89

Conversiestoornis

Ik weet wat ik heb! Gisteren werd ik opgebeld door een oud vriendinnetje. Ze vertelde dat ik de televisie aan moest zetten, omdat er een meisje bij het tv-programma Je Zal Het Maar Hebben te zien was die dezelfde klachten lijkt te hebben als ik! Dus ik sprong uit mijn bed en gilde naar mijn ouders dat ze naar deze zender moesten zappen. Aandachtig keken we naar het verhaal en wat ons betreft lijkt het echt hetzelfde te zijn. Ze heeft precies hetzelfde en het heeft een naam: een conversiestoornis. Het is een ziekte waarbij stress zich vertaalt in lichamelijke klachten. Op dit moment ben ik vooral hyper en wil ik het fragment aan iedereen laten zien. Het is wel gek om het te zien van een ander. Van alles kan ze een aanval krijgen. Ze kreeg zelfs een aanval toen Ruben Nicolai zijn borsthaar liet zien. Daar werd een beetje lacherig over gedaan, dat vond ik niet zo leuk. Toch voelt het ‘goed’ dat er meerdere mensen zijn zoals ik. Op internet vind ik het volgende over de conversiestoornis:

Conversie is Latijn voor ‘omzetting’. Iemand met een conversiestoornis zet een psychisch probleem om in een lichamelijke klacht. Dat gebeurt onbewust. Als gevolg van grote stress schakelen de hersenen bepaalde lichaamsfuncties uit. De verschijnselen kunnen ernstig zijn: flauwvallen, verlamming, doofheid, blindheid, stuiptrekkingen, niet meer kunnen praten. Soms is de uitval kortdurend, bijvoorbeeld een kort moment van verlamming of blindheid, direct gevolgd door herstel. Maar de conversiestoornis kan ook chronisch worden, met langdurige of blijvende uitvalsverschijnselen. De neurologische klachten zijn echt, maar er is geen lichamelijke verklaring voor; de oorzaak is

Page 90: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

90

psychisch. Vaak worden de conversieverschijnselen voorafgegaan door een stressvolle gebeurtenis of periode. Maar soms zijn traumatische gebeurtenissen van langer geleden de oorzaak. Dat er niet altijd een directe aanleiding is, bemoeilijkt de diagnose. Bovendien komt de aandoening niet zoveel voor. Conversiepatiënten nemen normale lichamelijke signalen zoals pijn of hartkloppingen niet waar. Dat gebeurt onbewust, maar soms ook bewust. Ze negeren signalen omdat ze de ernst ervan niet inzien. Daardoor gaan ze te lang door met dingen die ze eigenlijk niet fijn of te stressvol vinden.

Hierna gaat het snel. Mijn psycholoog in Zeeland stelt de diagnose vast. Ik heb dus een conversiestoornis. Ik vind het erg moeilijk om de juiste woorden te vinden om mijn gevoel hierover te beschrijven. Ik heb echt ‘iets’, maar het is niet lichamelijk. Het is psychisch. Ben ik gek? En hoezo uit het psychische zich in die aanvallen? Zijn deze nep? Stel ik me aan? Of is dit een ziekte? Hoe komt het dat de artsen dit niet hebben gezien? Achteraf blijken mijn klachten zo makkelijk in het straatje te passen van de conversiestoornis. Het lijkt wel een simpele optelsom. Ik heb veel verschillende gedachten die allemaal een andere richting op springen. Natuurlijk overheerst de opluchting. Ik heb niets ‘ernstigs’. Er kunnen gerichte stappen worden gezet. Een klinkklare oplossing schijnt er niet te zijn. Had ik maar iets ‘makkelijks’, zodat een pot pillen alles op zou lossen. Zodat ik rustig weer verder kan gaan met mijn leven. Nee, dit is de moeilijke weg. Ik moet de confrontatie aangaan met mezelf en alles wat ik de laatste jaren heb ingeslikt. Ik kom er deze keer niet zo makkelijk vanaf. Een paar weken later komt mijn moeder met een verhaal over een kliniek. Zij had het met haar fysiotherapeut over mij gehad, zij herkende mijn klachten en vertelde dat een vriend van haar bij een

Page 91: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

91

kliniek werkt waar deze klachten worden behandeld. Deze kliniek is in Gorinchem en heet het Centrum voor Onverklaarde Lichamelijke Klachten. Mijn moeder stuurt een e-mail over mij en mijn klachten naar deze man. Hij heet Matthijs Rumke en hij is een van de oprichters van het COLK. We horen een tijdje niets, maar dan krijg ik een uitnodiging voor een intakegesprek. Ik ben benieuwd of zij mij kunnen helpen. School gaat ondertussen gewoon door en ons project begint steeds meer vorm te krijgen. Mijn projectgroepje helpt me overal doorheen en ik ben ze enorm dankbaar. Het gaat helaas niet vanzelf. Ik moet vaak thuisblijven en/of naar huis gebracht worden. Iedere schooldag val ik minimaal een keer flauw. Hoe bizar het ook is, we krijgen met elkaar een bepaalde routine. Waar medestudenten in paniek raken en mijn groepsgenoten vertellen wat ze moeten doen, blijven zij rustig. Ze laten me liggen en geven me de tijd om bij te komen. Ondertussen gaan zij verder, want het werk moet gewoon doorgaan. Als ze bij elke aanval iedere keer moeten stoppen komt het project nooit af. Ik wil te graag en te veel. Ik wil zo graag meehelpen dat ik niet besef dat ik eigenlijk niet aan de groep denk, maar alleen maar aan mezelf. Mijn aanvallen kosten tijd en energie. Grenzen kan ik niet voelen, laat staan aangeven. Dat doen zij voor mij. Ik schaam me enorm, maar het is wel zo. Als het volgens hen te veel is, zetten ze me in de auto en brengen ze me naar huis. Eén keer ondersteunen ze me naar de ingang van mijn huis en komen we een oude vrouw tegen. Ze glimlacht vriendelijk naar ons en zegt: ‘Het valt wel, hè, maar niet mee!’ We zijn stomverbaasd over haar reactie, maar hij is zo treffend! Sindsdien is dat ons motto. Lachen is belangrijk, je moet het niet altijd serieus nemen. Het schoolwerk wordt enorm serieus genomen, maar het verloopt wel op een gezellige manier. Ik probeer waar ik kan mijn steentje bij te dragen. En dan is het project eindelijk klaar. Wat ons rest is een presentatie. Gelukkig mag ik mijn stuk weer zittend presenteren. We halen het project met een ruime

Page 92: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

92

voldoende en zo sluit ik mijn schooljaar af. Met een voldoende, dankzij mijn lieve groepsgenoten.

Page 93: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

93

Verjaardagscadeau

Wereld om je heen

‘Je ogen zijn gesloten Je probeert je klein te maken Je laat het langs je heen gaan Want dan kan het je niet raken Je komt niet uit je woorden Weet niet wat je moet zeggen En niemand wil je horen Als jij het uit wil leggen Ligt het soms aan jou? Is het je onzekerheid? Ik weet wat jij bedoelt Als echt niemand je begrijpt Laat het maar los Laat je maar gaan Ik vang je op Kom naast je staan Hier sta je dan Maar niet alleen Jouw wereld is veranderd Niet de mensen om je heen Je knikt wat met je hoofd Je durft geen nee te zeggen Je lichaam is verdoofd Je blijft je grens verleggen Je kunt je niet bewegen Ook al zit de pijn vanbinnen Kom jij jezelf tegen Nu je dit wilt overwinnen

Page 94: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

94

Ligt het soms aan jou? Is het je onzekerheid? Ik weet wat jij bedoelt Als echt niemand je begrijpt Laat dit maar los Laat je maar gaan Ik vang je op Kom naast je staan Hier sta je dan Maar niet alleen Jouw wereld is veranderd Niet de mensen om je heen Alles is zo anders Nu jij jezelf kent Lijkt alles veranderd Omdat jij veranderd bent Laat dit maar los Laat je maar gaan Ik vang je op Kom naast je staan Hier sta je dan Maar niet alleen Jouw wereld is veranderd Niet de mensen om je heen Jouw wereld is veranderd Niet de mensen om je heen.’ Voor mijn verjaardag krijg ik een iPod met dit liedje erop, door Bram gezongen en begeleid op zijn piano. Hij heeft dit lied speciaal voor mij geschreven. Ik heb alleen maar gehuild. De tekst zegt zoveel. Hij kent me zo goed. Dit zet alles weer op zijn kop. Twijfels komen ook weer opzetten. Ik hoop telkens dat we nog een relatie

Page 95: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

95

krijgen. Waarom krijg ik zo’n enorm cadeau als hij niet met mij verder wil? Dit getuigt toch van zijn liefde? Ik weet niet wat ik ervan moet vinden. Ik heb nog nooit zo’n mooi cadeau gekregen. Op dit moment ben ik waanzinnig blij en verliefd, maar ook ontzettend in de war. Altijd die beide kanten. Dubbel.

Page 96: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

96

Intakegesprek

Dinsdag 1 juli ‘Station Gorinchem, ik herhaal, station Gorinchem.’ Ik ben er. Snel zoek ik nog in mijn tas naar de routebeschrijving die ik van het internet heb geplukt. Vanaf het station is het nog precies twaalf minuten lopen. In welke richting staat er niet bij, lekker handig. Ik probeer mezelf bij elkaar te houden. Diep ademhalen, dat schijnt te helpen. Ik heb mezelf goed voorbereid. Op het station van Breda heb ik twintig euro gepind voor de taxi, voor het geval dat ik me niet meer rustig kan oriënteren. En inderdaad, de paniek komt mijn oren bijna uit, dus ik neem een taxi. Er is nog tijd genoeg. Eenmaal buiten weet ik niet waar ik heen moet, maar ik zie al snel de taxistandplaats en loop naar de eerste toe. ‘Goedemorgen juffrouw, waar gaat de reis heen?’ Ik geef het adres, ga zitten en vraag me ondertussen af wat hij van me denkt. Ik heb vandaag mijn nieuwe jurk aangedaan voor de gelegenheid. ‘Zo juffie, ga je solliciteren?’ Tja, wat moet ik nu zeggen? Ik kan moeilijk antwoorden dat ik inderdaad ga solliciteren voor een plekje in de kliniek, als cliënt. ‘Ja meneer, ik ga solliciteren voor een stageplek.’ Leugens rollen steeds makkelijker mijn mond uit de laatste tijd. ‘Goh, dat is altijd spannend. Ben je zenuwachtig?’ ‘Ja, dat ben ik zeker, maar ik heb het gesprek goed voorbereid.’ ‘Succes meissie!’ zegt hij wanneer we aankomen op mijn bestemming. Ik stap de taxi uit en loop naar het COLK, Bij binnenkomst meld ik me aan voor mijn afspraak met Matthijs Rumke , naast medeoprichter is hij werkzaam in de kliniek als psychosomatisch fysiotherapeut. Eigenlijk heb ik een dubbel gesprek met een fysiotherapeut en een psycholoog. Dat komt een andere keer, de psycholoog blijkt helaas verhinderd. Matthijs en ik hebben een goed gesprek. Ik voel me erg gehoord, hij lijkt me te

Page 97: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

97

begrijpen. Dit is zo nieuw en in plaats van verdrietig, ben ik blij. Alles wat ik vertel klinkt hem logisch in de oren. Hij knikt en haakt overal op in. Ik kan het niet geloven. Op dit moment zijn mijn klachten redelijk behapbaar. Althans, volgens de regels vanuit de kliniek. Ze willen het even afwachten, kijken wat de tijd met mijn klachten doet. Er wordt sowieso een vervolggesprek gepland in september met een psycholoog erbij. Dan wordt er een traject gestart. Waarschijnlijk ga ik daarna beginnen met deeltijdtherapie. Dat houdt in dat je een aantal dagen per week therapie hebt, maar je gaat altijd weer terug naar je eigen huis. Dit klinkt goed, dan kan ik gelukkig nog werken en naar school. Dat pakken ze niet zomaar van me af. Na het gesprek loop ik op wolken. Nog niet alle informatie is geland, maar ze blijken hier verklaringen te hebben voor waarom een lichaam ermee stopt. Hij lijkt me te snappen en zelfs te doorzien. Na één gesprek! Dat is andere therapeuten na lange tijd nog niet eens gelukt! Hij herkende mijn karaktereigenschappen. Ik kan niet zo goed omgaan met grenzen. Ook vergeleek hij mijn leven met een achtbaan. Hij vertelde dat je een achtbaan niet zomaar stop kunt zetten. Klinkt logisch. Hij maakte een tekening van het menselijk lichaam. Hierin wilde hij de werking van stress laten zien op het menselijk lichaam. Ondanks het feit dat mijn klachten onverklaarbaar zijn, fungeer ik ze niet. Ik wist altijd al dat ik die klachten niet bewust op me af heb geroepen. Je kunt je lichaam niet zomaar flauw laten vallen, of verlamd laten zijn. Toch was ik daar altijd bang voor, dat ik het ergens in mijn hoofd zelf aanstuurde. Maar in die tekening was duidelijk te zien dat dit een onbewust proces is. Hoe het allemaal precies in elkaar zit, leer ik nog wel, denk ik, maar het heeft te maken met de werking van je zenuwstelsel en stress. Veel stress.

Page 98: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

98

‘I know it’s wrong, hanging on too long.’ Dinsdag 8 juli Bram komt met het idee om samen op vakantie te gaan. Ondanks het feit dat het zijn eigen idee is, heeft hij minimaal drie keer afgezegd. Telkens begint hij weer te twijfelen of het wel een goed idee is om met mij op vakantie te gaan. Hij is namelijk bang dat hij me een ‘verkeerd beeld’ geeft van onze relatie. Ik mag namelijk niet denken dat we een relatie hebben. De eerste keer dat hij met het idee kwam bevond ik me in de zevende hemel. Ik schreeuwde het van de daken, zo blij was ik. Het leek me de ultieme kans om dichter tot elkaar te komen. Toen hij begon met twijfelen zakte ik door de grond. Ik schaamde me dat ik er zo onbevangen in had gestaan. In onze hele relatie komt hij steeds op dingen terug en nu heb ik hem weer geloofd. Ook schaam ik me dat ik het al aan iedereen heb verteld. Wat moeten ze wel niet denken? Steeds vaker proberen vriendinnen me een spiegel voor te houden over Bram. Dat hij niet goed voor me is. Zeker niet in deze tijd van mijn leven. Ik verdien iemand die voor stabiliteit zorgt en niet continu onrust veroorzaakt. Dat zeggen mijn vriendinnen tenminste. Diep in mijn hart weet ik dat ze gelijk hebben, maar ik kan het niet stoppen. Wanneer ik bij hem ben voel ik me zo goed, dat heb ik met niemand. Bram is de enige voor wie mijn hart wagenwijd openstaat. Voor de rest heb ik een grote muur opgebouwd. Het is als spelen met vuur, ik weet dat ik word gekwetst, het is alleen een kwestie van tijd. We dansen op de afgrond, maar het gevoel dat ik van hem krijg wil ik niet kwijt. Dus als hij met een vakantie aankomt, aarzel ik geen seconde. We boeken uiteindelijk, na heel veel stress, een week Tunesië. Ik heb nog nooit gevlogen en vind het megaspannend. Na aankomst in Tunesië valt er meteen een last van me af. Nog nooit heb ik zo duidelijk het gevoel dat ik ver weg ben van mijn problemen. Dit is een andere wereld, ik kom erachter wie ik ben

Page 99: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

99

zonder alle stress en problemen van thuis. Het doet iets met me. Bram ziet het ook. We krijgen in de gaten dat mijn aanvallen me niet zomaar overkomen. In Tunesië heb ik er maar drie. In een week. En die hebben allemaal een duidelijke aanleiding. Dat biedt perspectief. Zonder stress heb ik dus veel minder aanvallen. Ik weet alleen niet hoe ik ervoor moet zorgen dat ik minder stress heb. Zover ben ik nog niet. Ondanks mijn ontspannen gevoel is het voor ons een beladen week. Bram neemt steeds meer afstand van me en hij laat duidelijk weten dat het niet gaat werken tussen ons. We hebben moeilijke gesprekken. Voor mij is het een krampachtige poging om hem te behouden, maar voor hem wordt het juist steeds duidelijker dat we met elkaar moeten stoppen. Het is best wel confronterend. Omdat we zo’n lange tijd op elkaars lip zitten, ziet hij hoe slecht ik voor mezelf zorg. Ook geef ik mijn grenzen niet goed aan en hij vindt dat ik mijn verantwoordelijkheden niet neem. Dat wil ik helemaal niet horen en zeker niet van hem. Maar het moet gezegd worden. Het komt alleen niet bij me aan en zeker niet binnen. Ik ben alleen maar hard aan het werk om mijn relatie met hem te behouden. Zorgen voor mezelf staat wel het laagst op mijn lijst. Ik had gehoopt dat hij zijn standpunt zou veranderen tijdens de vakantie als hij maar zou zien hoe leuk ik ben. Niets helpt. De laatste dag is een dag vol huilbuien omdat ik weet dat alles anders wordt wanneer we eenmaal weer thuis zijn. In Nederland komt de afstand weer terug in ons leven. Zowel letterlijk als figuurlijk. Elkaar loslaten lukt nog steeds niet, maar de verwijdering is nu echt begonnen. Of ik dat nu wil of niet.

Page 100: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

100

Meidenvakantie

Begin dit jaar besluiten Puck en ik om samen op vakantie te gaan. Heerlijk, er even tussenuit. Na een paar dagen komt ze terug op ons idee. Ze heeft erover nagedacht en het lijkt haar geen goed idee om met zijn tweeën te gaan. Puck wil tijdens haar vakantie graag stappen en het is op dat moment nog moeilijk in te schatten of mij dat gaat lukken. Ik kan me heel goed voorstellen dat ze het niet helemaal ziet zitten met mij alleen. Uiteindelijk is er een groepje verzameld met meiden van haar opleiding. Ik ken niemand, maar we gaan met zijn vijven, naar Hongarije, met een bus. Van tevoren heb ik duidelijk uitgelegd wat er kan gebeuren en iedereen lijkt het ermee eens te zijn dat ik meega. Achteraf hoor ik dat er telefoontjes achter mijn rug om zijn geweest. Een meisje die er later pas bij is gekomen maakte zich zorgen of het wel zo’n goed idee is dat ik mee zou gaan. Ze hoopte iedereen aan haar kant te krijgen, maar dit is zichtbaar niet gelukt. Ik heb hier niets van gehoord. Heerlijk achterbaks, en we studeren allemaal Social Work. Zo sociaal gaat het er dus aan toe. Ik word van tevoren steeds zenuwachtiger om op vakantie te gaan met meiden die ik helemaal niet ken. Terwijl ik nog steeds veel flauwval. Soms weet je dat je iets niet moet doen en toch doe je het, tegen beter weten in. Zo is het ook met deze vakantie. Ik heb natuurlijk al mijn vakantie met Bram achter de rug en ik weet dat het ontspannen gevoel dat ik in Tunesië heb ervaren nooit ga krijgen in Hongarije. Maar deze vakantie kan ik voor mijn gevoel niet zo makkelijk afzeggen. En het is allang betaald. Met Puck heb ik het enorm naar mijn zin gehad en een van de meiden die ik leer kennen is Sammie. Met zijn drieën klikt het enorm. Maar we zijn met zijn vijven. Het is grappig hoe het met een groep vrouwen gaat. Dat kun je van tevoren al uittekenen, altijd drama. De eerste paar dagen houdt iedereen zijn masker nog op.

Page 101: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

101

Maar als je twaalf dagen met elkaar onderweg bent, tja, dan gaat het een keer fout. We zijn ook niet het meest luchtig samengestelde groepje. Ik neem een flinke beperking met me mee. Dat heb ik behoorlijk onderschat. Voor mijn doen heb ik vaak mijn grenzen aangegeven. Veel avonden ben ik in het hotel gebleven. Zij zijn nog een aantal keer flink op stap geweest. Puck heeft haar laptop meegenomen zodat we series kunnen kijken. En ik heb zoals altijd een hele vracht aan boeken mee. Ik heb me flink vermaakt, maar er is ook genoeg spanning. Het flauwvallen is dagelijks aanwezig en ik voel me daar erg rot over. Daardoor wordt het natuurlijk alleen maar erger. We hebben een uitstapje gemaakt naar Boedapest. Een prachtige stad, echt waar. Ook vanuit een liggend perspectief. Ik kan niet meer. We gaan met een bus naar de stad. In de bus is het bijna min tien door de airco. In ieder geval ‘lekker koel’. Buiten is het zesendertig graden boven nul. Die temperatuurswisseling is dodelijk. Vrijwel direct ga ik op een zebrapad onderuit. Sammie en Puck hebben me die dag flink gered. Ik weet dat ik de hele vakantie een last ben, maar we zijn nu eenmaal op elkaar aangewezen. Ik heb het ook niet enorm naar mijn zin doordat ik in een vreemd land continu op mijn bek ga. Ik heb mezelf beloofd dat ik nooit meer meega op een meidenvakantie. Er zijn heus ook wel mooie momenten. Puck staat als een huis achter me en knokt voor me. We hebben op onze kamer de grootste lol gehad. De laatste dag van de vakantie is de ergste dag. Voordat we gaan eten, gaan we naar het café waar onze vliegtijden worden aangegeven. Als we daar aankomen geef ik al aan dat ik wel snel wat moet eten. Op dat moment heb ik niet in de gaten dat ik het niet vol zal houden. Midden in die tent ga ik compleet tegen de vlakte. Niets nieuws onder de zon, zou je denken. Nou, deze keer is het flink mis want ik kom er bijna niet meer uit. Puck en Sammie zorgen goed voor me. Ook de Hongaarse mannen blijken behoorlijk zorgzaam te zijn. De eigenaar van het café heeft een bloeddrukmeter. Mijn

Page 102: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

102

bloeddruk blijkt gevaarlijk laag en ze willen me naar het ziekenhuis laten brengen. En dat wil ik niet, want morgen moeten we al vliegen! Ze geven me suikerwater en alle tijd om bij te komen. Maar telkens ga ik weer knock-out. De andere twee meiden hebben ondertussen trek gekregen van het toekijken. Ze vertellen ons dat ze uit eten gaan en laten ons daar achter, zonder dat ze weten hoe het afloopt. Tot zover de ‘gezellige’ sfeer. Puck en Sammie zijn woest. En ik ben zo ver van de wereld dat ik het niet eens doorheb. Puck wil terug naar ons hotel, er moet iets gebeuren. Dit heb ik later gehoord van de meiden, ik blijk door vier enorme bodyguards midden door het centrum te zijn gedragen. Eenmaal terug bij het hotel word ik in de kamer van Sammie en de andere twee meiden gelegd. Ik kan helemaal niets meer. De hoteleigenaresse knikt ons hoofdschuddend na en zegt: ‘Too much too drink.’ Puck is woest, maar ik kan me voorstellen dat het eruitziet alsof ik zo lam als een konijn ben. Was het maar waar, dan had ik er tenminste nog wat lol aan beleefd. De meiden pakken mijn koffer in en ik hoef nergens aan te denken. Behalve een nacht goed slapen. De volgende dag kan ik gelukkig weer lopen. We moeten terug naar Nederland. Iedereen wordt opgehaald op Schiphol, behalve Sammie en ik. Ik heb mijn ouders niet gebeld omdat ik ze niet wil ‘belasten’. Nog zo’n hersenkronkel. Zeker na zo’n dag als gisteren. Die twee meiden komen langs Breda maar willen liever samen met hun vriend en ouders zijn. Ze kunnen ons ‘helaas’ niet afzetten. Duidelijk. Hoe ik rechtop in Nederland ben beland, blijft een wonder. Puck is de hele dag bezorgd. De hele dag hoor ik haar in mijn oor fluisteren: ‘Niet vallen, blijven lopen, niet vallen!’ Ze helpt me om goed in Nederland te komen. Sammie en ik zijn daarna met de trein naar huis gegaan, we hebben ons toch nog flink vermaakt. Die vakantie was een keer, maar nooit meer. En die twee meiden? Nooit meer gezien.

Page 103: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

103

Tweede intake

Vrijdag 5 september Mijn tweede intakegesprek in het COLK en ik ben hier wederom alleen naartoe gegaan. Waarom doe ik dit soort dingen alleen? Het is zo belangrijk voor mijn toekomst, toch kan ik hier niemand bij toelaten. Van tevoren komt het niet eens bij me op om iemand mee te vragen. Mijn ouders bieden zichzelf aan, maar ik heb ze afgewezen. Ik weet dat ze het niet leuk vinden, maar ik kan er niemand bij hebben. Ik moet dit zelf uitzoeken. Nadat ik mezelf heb aangemeld bij de receptie wacht ik op de twee therapeuten met wie ik een gesprek heb. Deze keer is er een psycholoog bij, Matthijs is ook bij deze intake aanwezig. In de wachtkamer laat ik alle indrukken binnenkomen en probeer tegelijkertijd rustig te blijven. Erg lastig om mezelf onder controle te houden want dit gesprek heeft nogal wat invloed op de rest van mijn leven. De twee therapeuten komen me halen en vragen of het me lukt om met de trap naar boven te gaan. ‘Ja natuurlijk,’ zeg ik eigenwijs, ik twijfel niet eens. Een paar minuten later kom ik boven aan de trap bij van een aanval. Mijn eerste aanval in de kliniek. Fijn. Een logische combinatie van zenuwen voor het gesprek en de inspanning van het traplopen. De blik van mijn toekomstige therapeuten staat al een stuk serieuzer dan daarnet. ‘Het is beter dat je het aangeeft als het je eigenlijk niet lukt. Dit is nu typisch een voorbeeld van je grenzen aangeven. Dat leer je hier vast nog wel.’ En zo begint ons gesprek al op de gang. Na een tijdje kan ik mezelf weer bewegen en lopen we, ik nog wat wankel, naar de gespreksruimte. Helaas gaat deze tijd wel van mijn afspraak af, dus we hebben niet meer alle tijd. Ik vertel eerlijk dat mijn klachten na het vorige gesprek behoorlijk toe zijn genomen. Het gesprek neemt al snel een serieuze wending die voor mij totaal uit het niets lijkt te

Page 104: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

104

komen. Ze hebben het over een opname. De vorige keer was dit helemaal niet ter sprake gekomen. We hadden het toen over een deeltijdtraject. Dit hield in dat ik een paar keer per week therapieën zou volgen in een groep en dat ik daarna weer naar huis kon. Ik wilde mijn studie aanhouden en mijn werk. Alles op een laag pitje, maar niemand kon mij dwingen om mijn leven te stoppen. Dacht ik. ‘Omdat je ver van de kliniek woont en je klachten flink zijn verergerd, denken wij aan een opname, Deborah.’ Terwijl ze dit zeggen hoop ik nog dat het een grapje is. Ik besef niet eens wat ze zeggen. Dit kan niet waar zijn. Deze optie was niet eens in mij opgekomen. De wereld duizelt, zowel letterlijk als figuurlijk. Ik voel me ongelofelijk alleen. Een fractie van een seconde bedenk ik dat ik mijn moeder bij me wil hebben, maar ik schud het snel van me af. Dat is nu eenmaal niet zo. Ik kom al snel met een goed idee, althans, dat vind ik zelf. ‘Ik kan wel een paar weken vakantie opnemen voor de behandeling en dan kan ik daarna weer terug naar mijn eigen leven. Zo hoef ik mijn studie en werk niet te stoppen, vakantie kan er altijd wel af.’ ‘Zo werkt het niet, helaas misschien voor jou. We werken alleen al met een observatieperiode van een maand en daarna gaan we de behandeling daadwerkelijk vormgeven. We zien dat het hard aankomt en denk er maar eens goed over na, maar wij én het hele team zijn van mening dat dit de beste oplossing voor je is.’ Terwijl deze klap wordt medegedeeld blijkt de tijd op te zijn en sta ik jankend weer buiten. Ergens diep in mijn bewustzijn dringt een deel van de boodschap tot me door. Mijn leven zal nooit meer hetzelfde zijn. Gesprekken waarin je leven compleet verandert hebben blijkbaar ook een tijdslimiet van maximaal een uur. Compleet lamgeslagen en in een waas loop ik naar het station. Een groot verdriet borrelt naar boven. Ik kan niet geloven dat dit nodig is. Ik weet nog niet eens of ik het wel wil, een opname. Ik was nog zo

Page 105: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

105

vastberaden, voorafgaand aan het gesprek. Maar ze zullen het niet voor niets voorstellen, toch? Ik sta op het perron en de moed zakt diep in mijn schoenen. Mijn toekomst lijkt compleet te zijn weggevaagd en ik weet niet wat ik moet doen. Een deel van mij wil de moed opgeven, is dit het allemaal wel waard? Ik wil niet voor de trein springen, het zou niet eens lukken, van de spanning alleen al val ik flauw zelfs voordat ik durf te springen. Ik weet niet hoe ik hieruit moet komen. Ik pak mijn telefoon en weet dat ik mensen op de hoogte moet brengen van het gesprek. Als ik het aan anderen ga vertellen lijkt het alleen nog maar meer waarheid te worden. Ik bel eerst Mikkie. Een beetje lacherig vertel ik dat ik binnenkort niet meer voor haar kan werken. Dat ik het nog niet zeker weet, maar dat ze me willen opnemen. Dat ik niet wist dat het zo erg was. Mikkie stelt me gerust voor zover dat mogelijk is en probeert me in te laten zien dat het op deze manier ook niet verder kan. Ze snapt dat het een klap is, maar dit is volgens haar wellicht de verandering die nodig is. Alles spookt door mijn hoofd. Misschien moet ik wel mijn hele leven op pauze zetten, maar ik wil mijn kamer niet opgeven. Mikkie vindt dat ik eerst maar met mijn ouders moet bellen en het gesprek moet laten bezinken. Mijn ouders schrikken van het nieuws, maar lijken zich er snel bij neer te leggen. Mijn omgeving blijkt deze optie wel in hun achterhoofd te hebben gehad. Ik niet. De klap dreunt hard na en ik voel me wekenlang lamgeslagen. Ik kan het bijna niet opvangen. Toch weet ik al snel dat een opname mijn enige optie is. Ik laat het de kliniek weten en word op de wachtlijst gezet. Ik neem een halfjaar pauze van mijn studie en werk een paar uurtjes in het restaurant totdat ik werkelijk word opgeroepen voor mijn opname. Ondertussen gaan mijn andere behandelingen gewoon door. In Breda is het deze keer na zes behandelingen misgegaan. De psycholoog kon niet zoveel met mij; zijn woorden. Waarom had ik dat zelf niet eerder kunnen zeggen, dat ik niet zoveel met hem kon?!!

Page 106: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

106

Weer tijd verspild en niets bereikt. Behalve een enorme dosis energie minder en flink wat geld lichter. Hij vertelde me bij de intakegesprekken dat hij geen namen onthoudt en bijnamen bedenkt voor de belangrijke mensen in mijn leven. De bijnamen kwamen uit de koninklijke familie. Bram noemde hij bijvoorbeeld prins Bernard. Dat is toch verschrikkelijk? Maar ik heb daar zelf nooit iets van gezegd. Wie ben ik om een bepaalde methodiek of werkwijze af te keuren? Therapeuten zijn in mijn ogen behoorlijk slim. Bram vond zijn aanpak belachelijk en had het idee dat hij me helemaal niet serieus nam. Dat gevoel had ik ook. Maar ja, weggaan betekende weer op een wachtlijst bij een nieuwe therapeut. Ik hoopte tegen beter weten in dat het beter zou worden. Totdat hij me zelf vertelde dat hij het niet meer zag zitten. Dit na aanleiding van een aanval. Ik kwam al flauwvallend binnen in zijn behandelkamer. Hij schrok enorm, terwijl hij wist dat dit kon gebeuren. Nadat hij het had gezien wist hij zeker dat het iets lichamelijks was. Dit is zo vernederend, want ik heb hem net mijn hele verhaal verteld. Dat het een conversiestoornis is en dus niet lichamelijk. Dan ziet hij een keer een aanval en twijfelt hij opeens aan alles wat eraan vooraf is gegaan. Ik wil niet opnieuw tegen onbegrip opboksen. Hij snapt er werkelijk niets van, maar ik moet het me niet ‘persoonlijk aantrekken’. Hoe bizar is dat?! Mijn behandeling stopzetten, dat gaat toch juist over mij? Hoe kan ik me dit nu niet persoonlijk aantrekken? Na poging nummer zoveel hebben mijn ouders en ik besloten dat ik geen nieuwe therapie meer ga zoeken in Breda totdat de behandelingen in Gorinchem beginnen. Ter overbrugging ga ik weer terug in therapie in Zeeland. Deze psycholoog neemt me serieus en wil me ondersteunen tot mijn opname. Jammer dat ik het bijna af moet dwingen, maar ik ben blij dat ik toch ergens terechtkan. Ik weet dat ik het niet meer kan zonder hulp. Maar soepel gaat het nog niet tussen mij en de hulpverlening.

Page 107: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

107

‘The less you give, the more I want’ Het is nu ‘echt’ drie weken over tussen Bram en mij. Of we elkaar werkelijk los kunnen laten zal de tijd ons leren. Hij gaat verder en ik blijf achter. Hij heeft iemand anders leren kennen tijdens mijn vakantie naar Hongarije. Ik kan het niet begrijpen, maar hij heeft me altijd gewaarschuwd dat dit kon gebeuren. Als hij iemand zou ontmoeten met wie hij wel een toekomst zag, zou hij voor die ander gaan. Dat heeft hij wel minimaal tien keer gezegd, dat klopt, maar ik geloofde hem niet. Een grote inschattingsfout. Ik mis hem met alles wat ik in me heb. Soms doe ik net alsof het niet zo is. Dat helpt niet, dan komt het daarna nog harder aan. Hij houdt van mij, maar hij ziet geen toekomst tussen ons. Zijn woorden. Ik zie dat wel. Ik probeer door te gaan, maar het doet zo’n pijn. Waarom is het zo gelopen? Ik heb mezelf zo’n pijn gedaan. Daardoor ben ik zo vaak gekwetst. Maar ik ben blijven geloven in onze liefde, ik houd mezelf behoorlijk voor de gek. Elke keer wanneer het ‘voorbij’ was, kwam hij toch weer terug bij mij. Daarmee probeer ik mezelf zoet te houden. Ik ben zo klaar met mijn strijd, terwijl hij nog moet beginnen. Ik moet het nu alleen doen. Ik voelde me veilig bij hem. Ondanks alles had ik onze tijd nooit willen missen. Ik schaam me, maar gisteren zijn we weer samen geweest. Het was zo fijn, even geen zorgen, bij hem zijn. Hij blijft me aantrekken en afstoten. Het is erg moeilijk, maar ik sta het toe, om maar iets van zijn liefde te voelen. Daarna ging hij naar haar en is hij blijven slapen. Dat steekt. Elke seconde ben ik met mijn gedachten bij hen geweest. Ik word helemaal gek! Ik weet dat dit niet goed voor mij is en dat ik andere dingen aan mijn hoofd heb, maar ik lijk er niet mee te kunnen stoppen. Hij is zo goed voor mij, maar tegelijkertijd ook enorm slecht. Ik heb nergens meer controle op. Op mijn eigen leven zeker niet dus probeer ik me vast te grijpen aan hem. Op papier

Page 108: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

108

misschien wel logisch, maar dat lukt natuurlijk niet. Ik moet me niet zo vastklampen aan hem. Daar is liefde niet voor bedoeld. Misschien ben ik er ook helemaal nog niet klaar voor. Straks in de kliniek sta ik er helemaal alleen voor. Zo voelt het nu ook. Hij kan me niet redden, niemand kan dat. Ik moet blijkbaar eerst alles verliezen om weer te kunnen voelen dat ik leef. In iemands armen is er alleen maar stilte. Zodra ik word losgelaten komt alles drie keer zo hard terug. Ik ben moe, de moeheid rolt zich als een dikke deken steeds strakker om me heen. Ik stik er bijna in. Ook al doe ik niets, helemaal niets. Het wordt steeds erger. Ik ben alleen maar in gedachten. Niet eens over mezelf, maar over anderen. De dagen gaan voorbij zonder mooie momenten. Ik snap niet dat ik me zo kan voelen. Heb ik hier zelf de hand in? De omstandigheden zijn zoals ze zijn. Maar het is mijn eigen keuze hoe ik me hieronder voel. Natuurlijk voel ik me kut. Maar het kan altijd nog erger. Ik moet niet zeuren, ik heb nog steeds een mooi leven. Gelukkig kan ik me altijd nog redden met mijn talent in bagatelliseren. The less you give, the more I want. Straks heb ik niets meer om me aan vast te klampen of in te vluchten, behalve mezelf. Ik ben benieuwd hoe dat zal zijn. Het feit is dat je altijd met jezelf door een deur zal moeten. Deze hele situatie is zo’n enorme realitycheck. Terug naar het begin. Kijken wat nu belangrijk is. Vanuit mezelf leren kijken en niet altijd vanuit de ander. Het is mijn leven en dat moet ik leren voelen. Ik wil het leven voluit leven en aankunnen. Werken zonder kapot te gaan. Weer eens uitgaan. Leven zonder altijd dat nadenken. Maar misschien is dat niet realiseerbaar. Ik weet het ook allemaal niet meer. Ik had nooit gedacht dat ik in zou storten. Niemand denkt dat van zichzelf. Wat is mijn les? Ik weet het niet. Is dit een straf, les of juist een cadeau? Je krijgt wat je aankunt, wordt gezegd. Kan ik dit aan?

Page 109: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

109

Woensdag 1 oktober Ik sta op de wachtlijst en op dit moment kan ik alleen maar doen wat er van me wordt verwacht: afwachten. Het lijkt wel alsof mijn leven in de wacht wordt gezet en mijn omgeving doorrent. Het lijkt niet zo, het is zo. Ik voel me erg moe, alleen en down. Ik had zulke hoge verwachtingen van alles en iedereen en dat zorgt alleen maar voor teleurstellingen. Ligt alles aan mij? Ik weet het niet. Alles is veranderd, werkelijk alles. Ik ben nu gestopt met school en probeer alles zo goed mogelijk te regelen. Sta ik nog wel in het leven? Overeind blijven is nu mijn doel, letterlijk en figuurlijk, en dit gaat steeds vaker mis. Ik merk dat ik niet meer mee kan. Alles is confronterend en klote. Soms voel ik, maar vaker niet. Ik probeer de dagen door te komen door middel van series kijken. Hele seizoenen klik ik achter elkaar weg. Als de ene aflevering afgelopen is kom ik weer terug in de realiteit en dat schud ik zo snel mogelijk weer van me af door een nieuwe aflevering aan te zetten. Er lijkt een gat in mijn lichaam te zitten, zoveel pijn voel ik als ik stilsta. Ik ben mentaal en lichamelijk compleet gebroken. Ik weet niet meer wat ik moet doen. Overleven is nog nooit zo moeilijk geweest. Vannacht heb ik gedroomd over autorijden. In de droom raak ik de macht over het stuur kwijt. Het blijkt te betekenen dat we in het wakende bestaan de controle over ons eigen leven kwijt raken. Verrassend.

Page 110: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

110

Een rondje langs alle hulpinstanties

Totdat ik werkelijk word opgenomen blijf ik mijn uren werken, maar tijdens mijn opname wordt mijn re-integratie gestaakt. Het voelt leeg. Waar ik bijna een jaar lang voor heb geknokt moet ik nu loslaten. Het is me niet eens gelukt om boven die tweeënhalf uur uit te stijgen. Ik heb gevochten met alles wat ik in me heb. En nu is het doek gevallen. Klaar. ‘Gestaakt’. Mijn hele leven is gestaakt. Zo is het echt. Ik heb zo hard mijn best gedaan om weer te kunnen werken en naar school te kunnen gaan. Het voelt als dubbel falen. Ik weet niet zo goed wat ik moet denken van de prognose van de bedrijfsarts. ‘Volledig re-integreren in mijn eigen functie’. ‘Alles weer op kunnen pakken’. Zo ziet het er op dit moment niet naar uit. En dat is behoorlijk klote. Geen studiefinanciering. En na een jaar stopt mijn vergoeding vanuit mijn werk. En nu? Heb ik ergens recht op? Zo ja, op wat? Een uitkering? Bijstand? Ik heb werkelijk geen idee. Alles wordt ondertussen van me afgepakt, maar van mijn kamer blijven ze af. Stoere praat en ik meen het, maar praatjes vullen geen gaatjes. Er moet geld komen om mijn kamer te kunnen betalen. En andere vaste lasten zoals mijn mobiele telefoon en zorgverzekering. Dat is wel het minste. Ik ken niemand die het me kan lenen. In mijn paniek kom ik altijd weer bij Mikkie terecht. Mijn ouders zijn op vakantie, juist nu ik ze ‘nodig’ heb. Maar mijn ouders hadden de vakantie ook echt nodig. ‘Tijd voor zichzelf’. En ik dan? Ik zit hier in de shit. Ik weet heus wel dat iedereen vindt dat ik mijn kamer op moet geven, dat het niet kan, dat het ook eigenlijk onzin is. Ik ben straks maandenlang weg uit Breda. In de weekenden ga ik de eerste tijd zelfs naar mijn ouders. Die kamer staat alleen maar te verstoffen. Wat heb ik eraan om hem aan te houden? Alles. Die kamer staat voor vrijheid. Een stukje controle. Een reddingsvest op open zee. Ik wil me ergens aan vast kunnen grijpen. Die kamer is

Page 111: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

111

mijn eigen ruimte. Van het idee dat ik straks niets meer heb in Breda word ik kotsmisselijk. Ik wil een stukje houden van mijn eigen leven. Misschien best nog wel te begrijpen, maar dit grapje kost me vierhonderdtachtig euro per maand. Er gaat wel huurtoeslag vanaf, maar toch. Er moet geld op tafel komen. Mikkie adviseert me om naar professionals te gaan. Ze weet ook niet hoe dit soort dingen werken. Mijn eerste stap is het Algemeen Maatschappelijk Werk. Een paar maanden eerder stuurde ik ze nog mijn sollicitatiebrief voor een stageplek. Nu sta ik op de stoep omdat ik ze nodig heb. Het kan snel gaan. Met hoge verwachtingen ga ik de spreekkamer binnen. Dit zijn immers mijn voorbeelden. Dit ga ik later ook doen. Mensen helpen in nood. Ik probeer mijn situatie zo duidelijk mogelijk uit te leggen. Student, tijdelijk ziek, arbeidsarts en opname. Dat ik mijn studie tijdelijk stop heb gezet, maar wel mijn kamer wil aanhouden. Of dat mogelijk is tijdens mijn opname? Zijn er potjes voor? Nog geen vijf minuten later is mijn zoektocht naar antwoorden al op zijn einde. Mijn fantastische maatschappelijk werkster zegt nee. Het blijkt niet mogelijk. Haar advies is mijn kamer op te zeggen en tijdelijk weer bij mijn ouders te gaan wonen. ‘Dat is toch niet zo erg?’ Ik kan het niet geloven, maar met een uitgestreken en emotieloos gezicht blijft ze nee schudden. ‘Je hebt nergens recht op.’ Met een ‘sterkte’ word ik de deur uitgewerkt. Eenmaal op straat voel ik de paniek komen. Moet ik dan alles opgeven? Ik dacht dat je in Nederland potjes had voor dit soort dingen. Ik raak in een flinke dip. De vooruitzichten zijn dan ook niet om over naar huis te schrijven. O wacht, dat kan niet eens, want mijn ouders liggen lekker op het Turkse strand terwijl ik hier een oorlog aan het bevechten ben. Zo voelt het tenminste. Met alles wat ik in me heb fiets ik naar mijn werk om Mikkie het nieuws te vertellen. Ik sta tenminste niet alleen in mijn deceptie. Ze kan het niet geloven dat ik nergens recht op heb en ze vindt dat ik het niet zomaar moet opgeven.

Page 112: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

112

Deze onwetendheid legt zo’n enorme druk op mij dat mijn aanvallen natuurlijk alleen maar toenemen. Dit is precies wat ik niet kan gebruiken in de aanloop naar mijn opname. Moet ik het dan maar laten zitten? Dat kan ik niet. Ik vecht tot het bittere eind. Als het Algemeen Maatschappelijk Werk me niet kan helpen, zoek ik ergens anders hulp. Om de hoek van het AMW bevindt zich het juridisch loket. Iedere ochtend kun je daar advies krijgen. Gratis. Je moet alleen wel in de rij staan vanaf acht uur. Om halfnegen gaan ze open en ze helpen maar een aantal mensen. Dus ga ik in de rij staan tussen een heleboel andere wanhopige mensen. Na twee dagen is het nog niet gelukt om een afspraak te krijgen en ik word helemaal gek. Mikkie vindt het onverantwoordelijk dat ik in die rij moet staan. Ze heeft zelf nog wel een optie: de Sociale Dienst. Vol goede moed, geen idee waar ik die vandaan heb gehaald, sta ik diezelfde middag bij de Sociale Dienst in Breda. Een man achter een balie hoort mijn verhaal aan en lacht me bijna uit. Alsof mijn verzoek een lachertje is. ‘Nee, je hebt nergens recht op. Volgende!’ Nu weet ik het niet meer en de wereld duizelt weer voor mijn ogen. Op de een of andere gekke manier weet ik te blijven staan en maak de terugtocht naar mijn werk. Aan de bar huil ik alles eruit. Alle wanhoop en verdriet stromen uit mijn ogen. Mikkie en mijn collega’s troosten me en zijn superlief. Eenmaal bijgekomen zegt Mikkie dat ik mijn gezicht moet wassen, want we gaan terug naar de Sociale Dienst. En zij gaat met me mee. Zij wil namelijk wel eens een normaal antwoord van die zogenaamde professionals en ze heeft zo’n idee dat zij die antwoorden wel krijgt. Ik zie het niet zitten om terug te gaan naar die klootzak, zo aardig was hij niet, maar dat Mikkie dit voor me wil doen, sterkt me. Door haar hulp en steun voel ik me minder alleen. We gaan terug en even later staan we weer voor zijn balie. Hij kijkt ons aan met een neutrale blik en ik heb niet het idee dat hij me herkent. Mikkie legt langzaam en duidelijk mijn situatie nog maar eens uit. Dan heeft hij in de gaten wie er voor hem staan en hij wil

Page 113: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

113

langzaam en duidelijk herhalen dat ik werkelijk nergens recht op heb. Dan stamel ik iets over het staken van mijn studie en zijn gezicht klaart ineens op. ‘Had dat dan gezegd, dat je geen student meer bent! Je moet contact opnemen met het UWV, je hebt misschien wel recht op een Wajong-uitkering. Dat is een uitkering voor jongeren met een arbeidshandicap.’ Hij drukt me een folder in mijn handen en klaar is Kees. Mikkie geeft me een arm en drukt me stevig tegen zich aan. ‘We gaan zorgen dat je een afspraak krijgt bij het UWV. Het komt wel goed, Deborah.’ Voor het eerst sinds lange tijd geloof ik in een goede afloop. Al is het maar vijf minuten.

Page 114: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

114

Een andere afslag

Zaterdag 25 oktober Gisteren ging de meidengroep van mijn werk uit eten. Dat is niet uniek, dit gebeurt bijna wekelijks. Een groot verschil is dat ik niet ben uitgenodigd. Ik word altijd uitgenodigd, maar deze keer dus niet. Ik vind het wel moeilijk, ik heb er altijd graag bij gehoord en zeker bij hen. Ik denk dat niemand het leuk vindt om te worden overgeslagen. Ik had ook geen zin om in mijn eentje naar mijn werk toe te gaan. Vaak ga ik daar aan de bar zitten als ik me niet alleen wil voelen. Mijn leven is flink aan het veranderen. Misschien dat ik daarom niet meer word uitgenodigd. Wil ik het zelf nog wel? Ik wil mensen om me heen die mij waarderen om wie ik ben. Niet omdat mijn acties hilarisch waren toen ik mezelf kapot dronk. Toen was ik natuurlijk interessant. Het ligt ook wel aan mij. Ik ben degene die verandert en mijn leven is op dit moment niet reuzegezellig. Een van mijn collega’s is klaar met mij, maar ik misschien ook wel met haar. Denk ik. Ik weet het niet. Ze vertelde me laatst dat het tijd wordt dat ik word opgenomen omdat ‘iedereen er klaar mee is’. Het drong op dat moment niet tot me door, dat gebeurde pas toen ik thuiskwam. Wie zegt er nu zulke dingen? Achter mijn rug om, oké, maar in mijn gezicht? En wil ik zulke mensen om me heen? Ik weet het allemaal niet, alles speelt zich vooral af in mijn hoofd. Ik heb geen referentiekader. Mijn nieuwe vrienden, mijn zogenaamde familie, het lijkt allemaal een grote zeepbel die op ontploffen staat. Wat moet ik doen? Ik ben nog nooit zo vaak alleen geweest. Ik moet uit mijn cirkeltje breken met negatieve mensen. Misschien draaf ik zelf wel door omdat ik niemand meer spreek en alles opblaas. Waarom maak ik me druk om mensen die er niet toe doen? Omdat ik zo graag door het stof ga

Page 115: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

115

voor mensen? Ik moet mensen leren kennen die meer met mij op een lijn zitten, maar ik weet niet wat mijn lijn is. Het enige wat ik wil is vrienden om me heen. Zeker in deze tijd. Maar er zijn maar weinig mensen over. Er moet iets veranderen want ik kan niet verder met mezelf op deze manier. Het is een grote teringbende. Ik word helemaal gek, of begin ik het nu pas te merken? Hoe dichterbij de opname komt, hoe duidelijker het wordt dat ik een afslag neem, compleet de andere kant op. De richting die ik op ga verschilt enorm met de rest van mijn omgeving. Stiekem hoopte ik op een soort van afscheid, maar ik leef soms in een sprookjeswereld. Je ziet vaak op tv van die verrassingsprogramma’s waarin mensen in het zonnetje worden gezet. Daar heb ik wel eens van gedroomd. Niet dat ik zo’n heilige Moeder Teresa ben. Maar toch. Ik hoopte dat er iets zou gebeuren, dat mensen het jammer zouden vinden dat ik een tijd lang opgenomen zou worden. De laatste keer op mijn werk was er een feest en niemand legde de nadruk op mijn naderende vertrek. Ze lieten allemaal weten geen afscheid te nemen omdat ze snel langs zouden komen. Dat gaf me wel een goed gevoel. Snel maak ik een innerlijke notitie dat ik toch een agenda moet kopen om mijn bezoeken goed te plannen.

Page 116: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

116

Het UWV

Een jaar geleden was het UWV nog een ver-van-mijn-bedshow. Een willekeurige overheidsinstantie. Dat ze nu zoveel te zeggen hebben over de verdere verloop van mijn toekomst vind ik behoorlijk bizar. Tot zover mijn gevoel van onafhankelijkheid. Ik heb ze nodig, dus ik moet wel met ze in zee. Ik neem contact met ze op en leg mijn situatie uit. Dat ik opgenomen word, mijn studie heb gestaakt en dat ik al een jaar bij de bedrijfsarts loop voor mijn werk, dat binnenkort wordt gestaakt. Dat ik een afspraak wil maken omdat ik denk dat ik recht heb op een Wajong-uitkering. Het duurt even voordat ik er terechtkan, maar op 18 november is het zover. Mijn afspraak met de verzekeringsarts van het UWV. Ik heb intussen een enorm dossier aangelegd, met alle ‘bewijzen’ van mijn ziekte. Een conversiestoornis is nogal controversieel, althans, dat heb ik gemerkt de laatste tijd. Artsen geloven erin of niet. Ook al is het een bestaand ziektebeeld, het blijkt vaak een kwestie te zijn van ‘persoonlijke smaak’ of ze er wat mee kunnen. Ik weet dat ik ziek ben, maar toch voelt het alsof ik me moet bewijzen. Mijn moeder wil graag met me mee naar het gesprek, maar dat zie ik helemaal niet zitten. Ik vertel mijn ouders dat ik het alleen wil doen. Achter hun rug om vraag ik Bram met me mee. Hij is nog steeds de enige die dichtbij mag komen. Ik besef dat ik mijn moeder hiermee zal kwetsen, maar ik kan niet anders. Bewapend met een vuistdik dossier vol doktersverklaringen, therapiebeschrijvingen, brieven van artsen en psychologen voel ik me enigszins voorbereid. Geen idee op wat precies. Ik weet wel dat er veel van ons gesprek afhangt. Eenmaal in zijn spreekkamer volgt er een goed gesprek. De grote stapel met ‘bewijzen’ blijft onaangeraakt. Hij bladert op zijn gemak door zijn aantekeningen en we gaan stapsgewijs door mijn verleden. Ik vertel over mijn opleidingen, mijn werk, mijn thuissituatie en mijn

Page 117: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

117

gezondheid. Na een behoorlijk uitgebreide samenvatting steekt hij van wal. Hij vertelt eerlijk dat hij nog niet eerder van een conversiestoornis had gehoord. Dat hij research heeft gedaan en dat hij mede doordat ik word opgenomen me een Wajong-uitkering toe wil kennen. Omdat mijn klachten me zodanig belemmeren in mijn sociaal en professioneel functioneren – zijn woorden – word ik (tijdelijk) volledig arbeidsongeschikt bevonden. De re-integratie naar werk of school is nu totaal van de baan. Eerst moet ik maar eens aan mezelf werken in mijn opname. ‘Over een jaar zien we wel weer verder.’ Deze woorden horen moet een opluchting zijn. Ik krijg een Wajong-uitkering. Ik heb blijkbaar ergens recht op. Maar het voelt meer als een stomp in mijn gezicht. Na de afspraak stap ik de gang op en val als een lappenlop op de grond. Een paar minuten later kom ik bij en de arts loopt langs. Hij glimlacht vriendelijk en zegt dat ik me niet zo’n zorgen had moeten maken. Dat hij alleen nog maar meer achter zijn besluit staat en dat ik rustig bij moet komen. Terwijl ik op vloer van het UWV-gebouw lig, voel ik een voorzichtige glimlach. Tegelijkertijd stromen de tranen over mijn wangen. Van verdriet. Ik ben volledig arbeidsongeschikt. Ik kan het niet geloven. Alsof het hele afgelopen jaar niet heeft plaatsgevonden. Het lijkt wel een droom. Een nachtmerrie eigenlijk. Dit had ik nooit gedacht. Ik heb het afgelopen jaar geknokt om alles te behouden en dat hoeft nu niet meer. Alles is weggevallen. Ik weet dat ik het zelf heb aangevraagd, maar het zwart op wit horen, maakt het echt. Volledig arbeidsongeschikt. Ik vraag me af waar ik nog wel geschikt voor ben. ‘Je moet het een plekje geven.’ Ik heb een jaar gezocht en geen plek kunnen vinden.

Page 118: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

118

Deel 2

Page 119: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

119

Dag van opname

Dinsdag 2 december Het is begonnen, vandaag is de eerste dag van mijn opname. Zeg maar dag tegen de vrijheid. Ze zeggen vaak: waar een deur sluit, opent er een andere. In dit geval is dat niet aan de orde, lijkt me. Alle deuren zijn dichtgetimmerd. Ik zit hier dan wel ‘vrijwillig’ (wie had dat ooit gedacht?), maar je mag niet naar buiten zonder toestemming en een goede reden. ’s Avonds gaan alle deuren ook nog eens op slot. Deze dag heb ik vervloekt, weggelachen en nog dieper weggestopt, maar de laatste weken leefde ik er steeds meer naartoe. Alles is dubbel in mijn verknipte wereld. Deze wereld speelt zich nu vooral af in mijn hoofd. Mijn wereld is namelijk vakkundig afgebroken in het afgelopen jaar. Ik probeer mezelf rustig te houden, maar hoe doe je dat op de dag dat je wordt opgenomen in een kliniek? Ik heb geen handleiding kunnen vinden. Ik vergelijk het met trouwen of een baby krijgen. Dat zijn dingen die je mee hoopt te maken in je leven en je weet hoe je ongeveer hoort te reageren op deze dingen. En als je het niet weet zijn er duizenden boeken over te lezen en nog meer mensen aan wie je het kunt vragen. Maar zo’n opname, geen idee. Ik ken niemand in mijn omgeving die eerder opgenomen is geweest. Nooit gedacht dat ik de gekste zou zijn. Op papier tenminste. De grootste gekken lopen nog steeds buiten rond. Dat houd ik mezelf maar voor, je moet je toch nog ergens aan vast kunnen houden op zo’n dag. Mijn moeder en broertje hebben me naar Gorinchem gebracht. De auto zat bomvol met spullen. Het leek net een echte verhuizing, maar dan met een wat minder leuke eindbestemming. Afscheid nemen ging wel goed. Niemand moest huilen. Op dit soort momenten kunnen we onszelf goed beheersen.

Page 120: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

120

Ik heb mijn eigen kamer, hij is erg klein, maar ik hoef hem gelukkig niet te delen. Ik heb een bed, een kledingkast, een bureau en een wasbak tot mijn beschikking. Het ziet er een beetje treurig uit. De kleuren zijn nogal depressief. Van dat vale ziekenhuisgroen gecombineerd met beige. Het nodigt niet uit. Misschien is dat wel de bedoeling, je moet je niet al te comfortabel voelen, het is natuurlijk geen hotel. Gelukkig heb ik genoeg troep van mezelf meegenomen om door de kamer te slingeren, zodat het een beetje mijn eigen chaos wordt. Net als thuis. Er komen enorm veel indrukken op me af, maar het komt niet echt bij me binnen. Ik kan maar niet geloven dat dit mijn nieuwe wereld is. Iedereen wil kennismaken. De verpleging en mijn groepsgenoten wisselen elkaar af. Ze lijken zich collectief te verbazen over mijn leeftijd. Ik krijg te horen dat ik in groep D ben geplaatst en dat ik de jongste ben van de groep. Van de hele kliniek zelfs. In groep D zijn we nu met zijn achten, sommigen zitten in een rolstoel en anderen kunnen lopen. De gemiddelde leeftijd is veertig jaar en ouder. Gezellig. De kliniek bestaat uit drie groepen: C, D en E. Iedere groep heeft zijn eigen ‘woonkamer’. In de woonkamer bevindt zich een keuken, maar die is er meer voor de sier. Hij is in ieder geval niet functioneel, zelf koken is namelijk niet de bedoeling. Dat is te belastend. Net als het huishouden. Thuis zou ik juichen, maar hier heeft het een soort melodramatisch therapeutische bijsmaak. Ons eten komt van een andere locatie, het naastgelegen ziekenhuis. Na een paar dagen ziekenhuis komen de ziekenhuismaaltijden vaak je neusgaten uit, wij mogen er blijkbaar maanden aaneengesloten van genieten. Het zal mij benieuwen. Bij de keuken staat een grote eettafel, waar natuurlijk aan gegeten wordt; sommige dingen zijn hier wel wat het lijkt. In dezelfde ruimte is er een zitgedeelte met twee banken en twee stoelen. Er is een tv, maar volgens mij wordt

Page 121: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

121

die niet veel gebruikt. Sfeer is er niet, ze hebben een poging gedaan met wat planten, die quasinonchalant een plek hebben gevonden. De woonkamer van onze groep ligt in het midden van de kliniek. Pal naast onze woonkamer bevindt zich de verpleegpost. Iedereen komt langs ons gelopen en gereden. Van privacy was al geen sprake meer nadat ik hier over de spreekwoordelijke drempel was gestapt. Drempels zijn er natuurlijk niet in verband met de toegankelijkheid. Alle deuropeningen zijn extra breed en er zitten naast iedere deur grote ronde knoppen om de deuren te openen. De wc’s en doucheruimtes zijn helemaal aangepast zoals het hoort. Behoorlijk confronterend. Ik zit natuurlijk niet in een rolstoel, maar af en toe maak ik er wel gebruik van. Dat mijn lotgenoten wel altijd of voor langere tijd in een rolstoel zitten biedt geen vrolijk perspectief. Dat had ik net zo goed kunnen zijn. Ik heb eerder een rondleiding gehad en toen viel deze omgeving nogal rauw op mijn dak. Hoe je het ook wendt of keert, het is een kliniek. Nu ik de mensen er bij zie, wordt het plaatje steeds completer. Het ruikt hier naar ziekenhuis en dat stelt niet gerust. Juist niet. In het ziekenhuis zoek ik ook meestal de snelste weg naar de uitgang. Tijdens het eten wordt het me allemaal te veel. Het lijkt me onbeleefd om zomaar op te staan van tafel, dus kies ik ervoor om braaf te blijven zitten. Mijn lijf denkt daar anders over en ik krijg de eerste aanval van mijn opname. Nadat ik bijkom komen er een aantal cliënten om me heen zitten en staan. Ze lachen vriendelijk naar me en heten me officieel welkom. Ik hoor erbij, zeggen ze. Moet ik daar blij mee zijn? Ze konden zich niet voorstellen dat ik er zo slecht aan toe was. Ik had namelijk mijn mooiste jurk aangetrokken voor de gelegenheid. Ook al is het niet echt een feestje, ik wilde goed voor de dag komen. Alles voor de eerste indruk. Onder die feestjurk met bijbehorende make-up zit dus blijkbaar een meisje dat thuishoort in deze groep.

Page 122: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

122

Theedrinken en wat dutten

Van ‘uitrusten’ is hier trouwens ook geen sprake. Ik heb net het dagprogramma ontvangen. Dagprogramma COLK 07.00-08.30 Ontbijt en ADL-begeleiding 08.30-09.00 Dagopening 09.00-10.30 Individueel programma of groepsprogramma 10.30-11.00 Koffiemoment + taken en menulijst 11.00-12.00 Individueel programma of groepsprogramma 12.30-13.00 Lunch 13.00-14.00 Bewust rust 14.00-15.00 Individueel programma of groepsprogramma 15.00-15.30 Koffiemoment 15.30-17.00 Individueel programma of groepsprogramma 17.30-18.30 Maaltijd en aansluitend dagsluiting 18.30-20.30 Bezoektijd 20.30-21.00 Koffiemoment Weekverlof: verlof van vrijdag (na corvee en kamer opruimen) na de lunch tot zondagavond (20.00 uur retour op afdeling). Er zijn verschillende programma’s mogelijk en ik bevind me in het basisprogramma. Ik mag meteen al gezellig meedoen. Er zijn mensen die in een ‘prikkelarm’ programma komen. Die mogen alleen op hun kamer blijven en hebben de keuze tussen zitten of liggen. Zelfs eten doen ze op hun kamer en ze worden daar ook verzorgd. Ik weet niet waar ik blijer mee zou zijn. Ik kwam hier omdat ik helemaal naar de klote was. Ben. Betekent dit dat het bij mij wel meevalt? Dat ik niet ziek genoeg ben? Als zij denken dat het basisprogramma goed voor mij is, zal dat wel zo zijn. Ik weet niet zo

Page 123: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

123

goed wat ik had verwacht van zo’n opname. Gezellig theedrinken en een beetje dutten? Dit blijkt keihard werken. Stiekem haat ik zo’n gestructureerd leven. Maar misschien ben ik daarom wel hier. Omdat ik moet leren wat goed voor me is. Basisprogramma COLK groep D Maandag 09.30-10.30 Weekendnabespreking 11.00-12.00 Doelenbespreking Vrijdag 09.30-10.30 Groepsoverleg 11.00-12.00 Weekendvoorbespreking Naast het basisprogramma krijg ik allerlei verschillende soorten therapie. We beginnen ‘rustig aan’. Op dinsdagmiddag mag ik meedoen met de groep PMT, fysiotherapie krijg ik voorlopig alleen individueel, ik mag op woensdagochtend meedoen met de groep creatieve therapie en ik heb natuurlijk afspraken met mijn psycholoog. Om wat meer informatie te krijgen over al deze verschillende therapieën haal ik mijn Welkom in de kliniek-informatiemap boven water.

PMT staat voor psychomotorische therapie. Omdat het functioneren van het lichaam centraal staat, is deze vorm van therapie erop gericht om op een andere manier met het lichaam om te gaan. Door de nieuwe ervaringen die cliënten in deze therapie opdoen, leren ze weer opnieuw contact met hun lichaam te krijgen en er positieve ervaringen mee op te doen. Creatieve therapie: Met behulp van allerlei technieken (boetseren, tekenen, schilderen, bouwen et cetera) leren cliënten beter inzicht te krijgen in hoe ze omgaan met hun lichaam en met hun gevoelens en gedrag. Daarbij is het

Page 124: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

124

belangrijk dat ze hun eigen mogelijkheden (her)ontdekken. Psychosomatische fysiotherapie: De cliënt houdt zijn vorderingen zelf bij met behulp van registratie en grafieken. Daardoor houdt hij zelf het overzicht over hoe de behandeling verloopt. Dit programma is om twee redenen van belang: Na een langdurig ziekteproces is een goede training van de algemene lichamelijke functies nodig. Ook hebben de lichamelijke klachten vaak secundaire lichamelijke gevolgen, zoals pijn, spieratrofie, oedeem of verslechterde doorbloeding. Naast het lichamelijke gebeurt er ook op psychologisch gebied veel. Zo zijn veel cliënten bang om opnieuw te gaan bewegen uit angst voor pijn of voor de verwachte (negatieve) reactie van anderen uit hun omgeving. Voor sommige mensen geldt juist het tegendeel. Zij hebben het gevoel altijd maar dóór te moeten gaan en geen rust te mogen nemen, ook al versterken ze daarmee zelfs hun klachten. Voor hun revalidatie is het van belang dat cliënten zicht krijgen op hoe deze processen werken en hoe ze helpen bij, of juist belemmeren in hun herstel. Psychotherapie of psychosociale begeleiding: De cliënt werkt samen met zijn psychotherapeut aan de klachten en problemen. Er kunnen verschillende therapievormen worden gebruikt, zoals steunende gesprekken of begeleiding, het bespreken en aanpakken van psychosociale problemen op maatschappelijk gebied, cognitieve gedragstherapie, relatie- of gezinstherapie, EMDR (Eye Movement Desensitization and Reprocessing) of hypnose. Het is belangrijk dat de directe omgeving van de cliënt, zoals partner, kinderen en familie, zo veel mogelijk bij de behandeling betrokken wordt. Dat wil niet zeggen dat de betrokkenen problemen met elkaar hebben. Als dat echter wel het geval is, bestaat de mogelijkheid om deze problemen gezamenlijk te bespreken en daarvoor oplossingen te zoeken. Ik weet niet hoe ik dit allemaal moet gaan doen en onthouden. Ik krijg niet eens de tijd om flauw te vallen. Ik hoor veel verhalen in de groep en die zijn niet positief. Sowieso komen mijn medecliënten niet positief over. Dat ze niet blij en gelukkig door de kliniek heen

Page 125: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

125

huppelen snap ik ook wel, maar er wordt zoveel geklaagd en geroddeld. Ik heb het gevoel dat ik een hoop heb gemist. Die achterstand haal ik nooit meer in. Ze willen me allemaal waarschuwen voor de verpleging. Die zijn er volgens mijn groepsgenoten op uit om je te pakken. Ik raak alleen maar meer in de war. Wie kan ik hier vertrouwen? Al dat achterbakse gedoe. Ik dacht dat ik dat thuis had gelaten. Wat ik wel fijn vind is dat ik in een omgeving ben waarin mensen mijn aanvallen lijken te begrijpen. Er is een soort vanzelfsprekend begrip. Mijn groepsgenoten hebben bijna allemaal last van aanvallen. Ik had er nog nooit een gezien van een ander. Best eng om te zien. Die van jezelf zie je natuurlijk nooit. Vanavond heb ik twee aanvallen gehad. Ze kwamen kort na elkaar, maar ik kwam redelijk snel bij. De uitval duurde wel een stuk langer, dan kan ik me een tijd lang niet bewegen. Dit is zo raar, eng, maar tegelijkertijd behoorlijk onrealistisch. Hoe kan ik beseffen dat er iets is geblokkeerd in mijn hoofd waardoor ik mijn lichaam niet aan kan sturen? Dat lukt me gewoonweg niet. Iedere keer na zo’n lange uitval ben ik dankbaar dat mijn lichaam weer werkt. Wanneer ik op de grond lig, wakker na mijn aanval maar verlamd, besef ik heel goed dat er mensen zijn die altijd verlamd blijven. Dat is hun dagelijkse realiteit. Verschrikkelijk. Bij mij gebeurt het vaak en ik begrijp niet waarom. Ik hoor van iedereen dat ik het nog wel zal leren. Een conversiestoornis heeft namelijk altijd een oorzaak. Ze zeggen dat er signalen zijn die aan een aanval voorafgaan. Ik dacht dat ik zomaar omver viel. Dit is zo’n bizarre omgeving, het is helemaal niet raar voor de anderen dat ik van mijn stoel val tijdens het eten, of dat ik weer een paar uur in de gang lig. Ik word gewoon gegroet alsof het de normaalste zaak van de wereld is. Ze hebben manden met dekentjes en kussentjes, een dekentje om over je heen te leggen en een kussen voor onder je hoofd ter ondersteuning. Het gaat hier namelijk de hele dag zo door, bijna bij iedereen. Na een lange tijd de uitzondering te zijn geweest vind ik het heerlijk om in

Page 126: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

126

een omgeving te zijn waarin ik ‘pas’. Ook al is het niet gezond dat dit hier normaal is. Maar dan besef ik me dat ik ook niet in een gezonde omgeving ben. Welkom in de psychiatrie! De komende twee weken blijf ik tijdens de weekenden in de kliniek. Als enige cliënt. Op zich vind ik dat niet vervelend. Op deze manier kan ik wat meer mijn plek vinden. Vanmiddag zijn mijn ouders op visite geweest. Ik was erg zenuwachtig en het kostte me enorm veel energie om mezelf bij elkaar te houden. Ik heb enorm veel pijn in mijn nek, ik heb hem deze week verdraaid tijdens een aanval. Ik wist niet hoe ik mezelf op moest stellen. Zelfs al zou ik een masker op willen zetten, vandaag lukte het me niet. De pijn in mijn nek is continu aanwezig. Mijn ouders zagen me letterlijk afzien en probeerden me te steunen. Na hun bezoek krijg ik al snel drie aanvallen achter elkaar. Dat doet mijn lijf al helemaal geen goed. Tussendoor probeer ik rust te nemen op mijn kamer, maar dat houd ik niet vol. Ik trek dat helemaal niet, een beetje stilliggen. Maar ja, wat moet ik dan? Erg veel opties heb ik niet. Vorig jaar was 7 december mijn ergste dag ooit. Nu, een jaar later, ben ik opgenomen in een kliniek. Mijn definitie van ‘erg’ verandert met de dag. Eerst vond ik flauwvallen erg, nu is dat alweer bijna ‘normaal’. Nu worstel ik met hier zijn en de zorg van de verpleging. Dat als mijn lichaam het niet meer doet en ik naar de wc moet, ik geholpen moet worden. Dat ze me letterlijk op de pot moeten zetten en me moeten helpen met uitkleden. Mijn nieuwste dieptepunt. Ik ben benieuwd waar dit eindigt.

Page 127: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

127

‘Nobody said it was easy’ Op de afdeling is er iedere dag de mogelijkheid om een individueel gesprek met iemand van de verpleging aan te vragen. Dit noemen ze een ‘tienminutengesprek’. Ook hier zit weer een addertje onder het gras, je moet hem namelijk zelf aanvragen. De gedachte erachter is dat je op deze manier leert om zelf hulp te vragen. Behoorlijk moeilijk dus. Je zou verwachten dat je als je hier opgenomen bent wel weet dat je hulp nodig hebt, dat die er in overvloed is en dat je er ook recht op hebt. Toch vind ik het nog steeds moeilijk om dit ook daadwerkelijk te doen. Hulp vragen. Het komt mijn strot bijna niet uit. Na twee weken heb ik eindelijk een gesprek aangevraagd met de verpleging. Ze vonden het wel eens tijd worden dat ik er een aan zou vragen en juichen me bijna toe. Eenmaal met de verpleging voor me kan ik mijn verhaal niet duidelijk formuleren. Daar houd ik niet van, bij mijn vorige therapeuten kon ik mijn verhaal klinkklaar op tafel leggen. Nu is het een grote warboel. Ik weet niet zo goed wat er aan de hand is. Ik voel me erg afgevlakt en niet mezelf. De groep interesseert me niet, wat ze zeggen doet me helemaal niets. Ze doen wel hun best, ik weet alleen niet wat ik ermee moet. Dat vind ik helemaal niet bij me passen. Ik vind het niet leuk om alleen te zijn in deze groep, er is niemand waar ik mee kan praten, behalve de verpleging en mijn therapeuten. En dat vind ik moeilijk. Al mijn gedachtenkronkels komen naar boven en ik gooi ze op tafel. Ergens is het fijn om iemand in vertrouwen te nemen. Na het gesprek zegt de verpleging dat het verstandig zou zijn als ik vaker een tienminutengesprek aan zou vragen. Ik weet dat deze opname goed voor me is, maar het is erg moeilijk. De mensen die hier zitten vormen een kliekje en ze delen alles met elkaar. Ze hebben kinderen van mijn leeftijd, hoe kunnen ze nou weten waar ik mee zit? Ik luister al twee weken naar al die verhalen over hun

Page 128: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

128

kinderen of weet ik veel wat. Ik hoor hier dingen waar ik helemaal niets mee kan, maar ja, dat zeg ik dan natuurlijk weer niet. Mensen willen toch even snel hun verhaal kwijt, ik ben ook niet ongeïnteresseerd. Echt niet! Maar ik kan er niets mee, eerst viel ik de hele tijd flauw, maar nu ben ik behoorlijk afgevlakt. En val ik flauw.

Page 129: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

129

Therapeuten

Mijn behandelaren vinden dat ik mezelf meer mag laten zien in de groep. Ze lijken behoorlijk met elkaar op een lijn te liggen. Ik moet die lijn alleen zelf nog vinden. Als je je eerste zin begint met ‘wat je therapeuten vinden’, is het therapiegebeuren echt begonnen. Ik kan er niet meer onderuit. Voor mijn opname dacht ik dat ik na een maand weer thuis te zijn, nu zit ik er al een maand en ik ben voorlopig nog niet klaar. Hoelang het gaat duren zou ik werkelijkwaar niet weten. Ik zie dagelijks veel verschillende hulpverleners voorbijkomen. Alleen al op de afdeling zijn er op een dag zeven verpleegkundigen aanwezig. Drie per dienst, dus ’s ochtends, ’s avonds drie en een tijdens de nachtdienst. Geen gewone zusters of broeders, ze worden ‘psychiatrisch verpleegkundigen’ genoemd. Zusters met wat extra kennis dus, om het wat makkelijker te maken. Zij zijn verantwoordelijk voor het welzijn op de afdeling. Zij verzorgen en begeleiden ons en verstrekken de nodige bergen medicatie. Ze doen de dagopening, koffiemomenten, lunch, dagafsluiting en verzorging van iedereen die het nodig heeft. Naast het bomvolle dagprogramma hebben ze het enorm druk met alle aanvallen. Bijna iedereen in de kliniek heeft ze en vaak meerdere op een dag. Er wordt behoorlijk wat gesjouwd met iedereen. In een maand tijd ben ik al ontelbaar vaak van de grond geplukt, in een rolstoel getild en naar mijn bed vervoerd. Op mijn kamer moeten ze me dan weer in bed tillen. Als je uitval hebt, lijk je blijkbaar ook nog eens twee keer zo zwaar aan te voelen. Je kunt namelijk totaal niet meehelpen. Wat een baan, maar ik ben blij dat ze er zijn. Naast het verplegend personeel op de afdeling is er in de kliniek nog een heel behandelteam aanwezig. Het team dat zich op dit moment met mij bezighoudt bestaat uit een psycholoog, psychosomatisch

Page 130: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

130

fysiotherapeut, creatief therapeut, psychomotorisch therapeut en mijn mentor vanuit de verpleging. Het is vermoeiend om al deze mensen mijn verhaal opnieuw te vertellen en alle namen goed te onthouden. Gelukkig komt mijn verhaal er steeds soepeler uit. Naast alle therapeuten en verpleegkundigen zit ik natuurlijk ook nog in een groep en dat vraagt de nodige energie. Zoals ik het nu zie zijn ze meer bezig met hun omgeving en alles wat er niet goed is dan dat ze met zichzelf bezig zijn. Het is natuurlijk makkelijker om naar anderen te kijken dan naar jezelf. Precies wat ik nu zelf doe, maar goed, een ander zie je scherper. Sommigen zitten hier al bijna een jaar. Ook al zitten ze hier zo lang, ze zijn helemaal niet genezen. Ik ben hier best wel van geschrokken. Ik had gehoopt dat ik me aan de groep op kon trekken. Dat is tot nu toe niet het geval. Na mijn komst zijn er in de groep nog twee vrouwen bij gekomen. Janne en Inez, allebei totaal verschillend, zowel qua innerlijk als uiterlijk. Janne is een kleine, stoere, rustige, lieve, wat mannelijke vrouw en Inez is een lange, vurige vrouw met rode krullen. Het vuur zit duidelijk ook in haar karakter want ze is behoorlijk aanwezig. De oude garde ergert zich aan haar, maar ik geniet. Door hun komst heb ik hoop. Op de een of andere manier klikken wij met zijn drietjes. Ik weet niet hoe het komt, maar ik ben er blij mee. Ze hebben geen aanvallen zoals ik. Inez heeft chronische pijnklachten, onder andere in haar buik en nek. Ook is ze chronisch moe. Moe zijn we hier allemaal dus dat begrijpen we als geen ander. Wat Janne heeft weet ik nog niet precies. Volgens mij heeft ze veel heftige pijnen. Ze heeft in ieder geval ME en conversie. Ze trilt heel erg met haar handen en dat komt niet door de drank, zegt ze zelf. Daar maken we allemaal grapjes over. Zijzelf nog het hardst. Ze zijn twee keer zo oud als ik, allebei eind veertig, maar dat maakt niets uit, leeftijd lijkt weg te vallen in elkaars aanwezigheid. Door hun komst voel ik me minder alleen. We kletsen steeds meer met elkaar en denken hetzelfde over onze tijd in de kliniek. We willen hier beter

Page 131: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

131

uitkomen en daar doen we alles voor. Voorzichtig denk ik medestanders gevonden te hebben.

Page 132: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

132

Nieuw doel: niet zoveel moeten

Doelen zijn erg belangrijk in de behandeling. Je wordt er bijna mee doodgegooid. Logisch misschien, met behulp van doelen is je vooruitgang enigszins meetbaar. Voor iedere therapie moet ik doelen stellen. Ze moeten wel realistisch zijn en in het beste geval haalbaar binnen mijn opname. Niet zo makkelijk. Als ik zelf mijn doelen mag verzinnen zijn ze wat grootser. ‘Ik ben aanvalvrij.’ ‘Ik ben gelukkig.’ ‘Ik pieker niet en houd van mezelf.’ ‘Ik haal met gemak mijn HBO-diploma.’ ‘Vriendschappen en relaties gaan vanzelf.’ ‘Ik verwacht niet meer zoveel van anderen en van mezelf.’ ‘Ik laat het verleden los.’ Haalbaar? Misschien niet, daarom is het verstandiger om het in samenspraak te doen. Mijn behandelaren vinden namelijk dat ik te veel en te snel wil. Zou het?

Doel 1: Ik voel me vanaf het moment dat ik opsta erg moe en soms ook duizelig. (Dit moet vast worden gelegd en verbeteren.) Doel 2: Ik leer voor mezelf te zorgen en let op mijn hoeveelheid energie die ik in het groepsproces stop. Doel 3: Ik benoem niet alleen emoties, ik kan ze ook in mijn lichaam voelen. Ik bespreek per dag één emotie aan de hand van de vier G’s.

Dit zijn de doelen die ik heb opgesteld met de verpleging voor op de afdeling. Iedere morgen moet ik registeren hoe moe of energiek ik mezelf voel en hoe erg mijn duizeligheid is. Op die manier krijg ik wat meer grip op mijn gevoel en leer ik waardoor het erger of beter wordt. Nu lijkt het me allemaal nog ‘te overkomen’. Wederom niet mijn woorden. Ik lijk alleen nog maar mijn hulpverleners na te

Page 133: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

133

kunnen praten. Toch weten zij het beter dan ik, dus ik neem ze serieus. Alles heb ik ervoor over om beter te worden. In de groep is het belangrijk dat ik beter voor mezelf leer te zorgen. Dat is een les die ik mee kan nemen in mijn eigen leven later. De verpleging gaat er erg op letten hoe ik functioneer in de groep. Mijn derde doel lijkt me best duidelijk. Ik kan alles mooi benoemen en opschrijven, maar daadwerkelijk emoties voelen in mijn lijf is moeilijk. Op deze manier hopen ze dat mijn lijf en hoofd weer samen gaan werken. Ik ben benieuwd. Ik moet doelen formuleren voor de therapieën die ik volg. Ik vind het erg belangrijk dat er niet aan symptoombestrijding wordt gedaan, maar dat we naar de kern van mijn problemen gaan kijken. Het flauwvallen is niet mijn grootste probleem, het is een uiting van iets. En daar wil ik aan werken zodat het flauwvallen stopt. Ik wil werken aan grenzen, deze eerst voelen en ze dan stellen. Ik moet heel veel met mijn gevoelens. Ik vind het al lastig genoeg om ze te voelen. Misschien is dat het begin. Ik wil van de stress af. Ik moet flink aan mijn eigenwaarde werken want die is weg. Ook moet ik wat met mijn vermoeidheid, mijn energie wordt met de dag minder. Als ik het zo bekijk moet ik genoeg van mezelf. Misschien is dat wel een doel, niet zoveel moeten.

Page 134: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

134

Massages en gewichten heffen

De illusie dat een psychosomatische fysiotherapeut je spanningen weg masseert en wat gewichten in je handen drukt om je conditie een beetje op te krikken, heb ik na ons eerste gesprek al snel losgelaten. Omdat mijn klachten ‘psychosomatisch’ zijn, worden ze continu op twee manieren bekeken en behandeld. Met alleen praten kom ik hier niet weg. Gezellig meepraten met een therapeut kan ik best goed, niet zo ingewikkeld, het lijkt vaak over iemand anders te gaan. En dat is natuurlijk niet de bedoeling. Maar goed, fysiotherapie. De bedoeling is dat ik ongeveer een keer per week met haar aan de slag ga. Inge komt stoer en rustig over. Ze is in de dertig, heeft blonde korte krullen en komt iedere dag op haar motor naar de kliniek. Ik kom er tijdens onze eerste afspraken achter dat ze nogal van het structureren is. Alles moet in kaart worden gebracht. Dat is dus precies waar ik niet van houd. Ze komt met een behoorlijke takenlijst op de proppen. Ik moet mijn aanvallen gaan registreren. Turven is niet voldoende. Ik moet bij iedere aanval beschrijven welke gedachten of gevoelens eraan voorafgaan. Ik moet namelijk leren dat aanvallen niet vanzelf komen. Het wordt tijd om mijn lichaamssignalen te gaan onderzoeken. Die moet ik leren voelen en herkennen. Ook zijn er situaties waardoor ik sneller flauwval. Die moet ik leren onderscheiden. Mijn vermoeidheid moet ik registreren. Iedere dag moet ik op drie verschillende momenten in kaart brengen hoeveel energie ik heb. Ik mag mijn energieniveau een punt geven, van 1 tot 10. Zo kunnen we uiteindelijk zien hoe erg mijn energie wisselt en waar dat mee te maken heeft. Eigenlijk heb ik hier helemaal geen zin in, maar ik weet dat het nodig is voor mijn ‘proces’. Ik ben hier nu toch, laat ik me er maar aan overgeven. Makkelijker gezegd dan gedaan, maar het begin is er. We gaan aan de slag met een dagplanning, ik moet alles uitschrijven.

Page 135: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

135

Mijn afspraken, rustmomenten, letterlijk bijna alles. Mijn agenda zit volkomen dichtgetimmerd. En dat voor iemand die zo’n hekel heeft aan orde en regelmaat. Al snel verlang ik naar die gedroomde massages en gewichtjes heffen. Deze vorm van fysiotherapie vind ik maar wat moeilijk. Naar mijn lichaam leren kijken en de confrontatie aangaan met mijn energie en de achterliggende redenen onderzoeken. Dat is natuurlijk waar het om gaat. Dat mijn opname geen feestje zou worden wist ik ook wel. Maar toch, ik ga het nog steeds liever uit de weg. Inge weet dat en houdt me stevig op de juiste weg. Met een zachte hand dwingt ze me om naar mijn zwakke kanten te kijken. We hebben het over mijn angst om te voelen. Ik vertel dat ik er nog niet klaar voor ben om me aan het voelen over te geven. Dat ik doodsbang ben om die beerput open te breken. Wie weet hoe ik er dan aan toe ben? En wat gaat er allemaal komen als ik het eenmaal toelaat? Ik weet wel dat mijn gedrag me niet verder heeft geholpen, het stelselmatig wegduwen van alles wat met voelen te maken heeft. Maar dat is wel wat ik ken. En laat dat maar eens los.

Page 136: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

136

De klik

Mijn ervaringen met psychologen zijn niet altijd positief geweest, dus na mijn zoveelste poging begin ik erg terughoudend in mijn contact met Louise. Zij was ook bij mijn intakegesprek aanwezig en nu is ze mijn hoofdbehandelaar en psycholoog. Een wekelijks terugkerende afspraak op de agenda. Louise is een jonge, slanke vrouw van in de dertig. Ze komt rustig op me over, intelligent, maar tegelijkertijd ook wat afstandelijk. Ze kijkt een beetje de kat uit de boom, in dit geval probeert ze mij uit de boom te kijken. Ik wil een klik voelen met mijn therapeut, maar die heb ik nog niet met haar. In een van onze eerste gesprekken kom ik goed voorbereid naar de strijd. Ik heb een lijst met al mijn doelen meegenomen. Een van de belangrijkste dingen is dat ik wil dat ze me serieus neemt. Een gevoelig punt, vanuit mijn eerdere ervaringen. Daarnaast heb ik een heleboel thema’s waar ik aan wil werken met haar. Een kleine samenvatting: grenzeloosheid, niet voelen, innerlijke leegte, beter om leren gaan met stress, eigenwaarde, angst voor afwijzing en beter om leren gaan met conflicten. En dit allemaal het liefst zo snel mogelijk. Louise schrijft het netjes op maar lijkt ondertussen niet helemaal overtuigd. Ik ben daarentegen behoorlijk tevreden met mijn waterdichte verhaal. Zo weet ik tenminste dat we aan de slag gaan met de dingen die ik wil. Zo makkelijk gaat het allemaal niet, Louise heeft ook een aantal aandachtspunten. Daar had ik mezelf niet op voorbereid. Mijn psycholoog heeft natuurlijk ook wat te zeggen over mijn behandeling. Ze vindt dat we aan mijn overmatige aanpassing op de afdeling moeten werken. Ik doe extreem mijn best om gemotiveerd over te komen. Te veel volgens Louise. Ik moet mijn ‘eigen koers gaan varen’. Dat klinkt op zich wel goed. De eerste tien minuten van ons gesprek denk ik mijn behandeling onder controle te hebben, maar ik merk al snel wie hier de

Page 137: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

137

behandelaar is. Zo hoort het natuurlijk, maar mezelf overgeven vind ik moeilijk. Tijdens onze gesprekken vind ik het lastig om haar te peilen en aansluiting te vinden. Met de verpleging bespreek ik na een tijdje de optie om van psycholoog te wisselen. Ik ‘voel’ het gewoonweg niet. In ons contact is ze erg afwachtend en denkt ze lang na. Ik word daar onrustig van en probeer haar denkpauzes automatisch in te vullen. Negatief natuurlijk. Dat helpt me niet om me op mezelf te focussen. De verpleging vindt dat ik het met haar moet bespreken. Dat doe ik natuurlijk liever niet. Het liefst wissel ik van psycholoog zonder haar op de hoogte te brengen. Lekker naïef, want al mijn gesprekken met iedere behandelaar worden vastgelegd in rapportages. Deze zijn openbaar voor al mijn behandelaren en de verpleging in mijn dossier. Dus voordat ik het gesprek wel of niet aanga met Louise is ze allang op de hoogte van mijn twijfels. Lekker dan. Het lijkt wel alsof ik in een Big Brother-huis ben beland, maar de hoofdprijs is nog onbekend. En het langste blijven zitten is ook niet mijn ultieme doel. Maar de hele kliniek kan over mijn schouder meekijken. Wat ik denk, hoe ik me voel, hoe vaak ik naar de wc ga en hoe vaak ik op de grond lig. Een beetje gek. Soms voel ik me op mijn gemak bij een bepaalde behandelaar of iemand van de verpleging en dan laat ik het achterste van mijn tong zien. Achteraf baal ik dan wel, omdat iedereen alles zwart op wit terug kan lezen. Goed misschien voor mijn ‘proces’, maar ik vind het nog erg onwennig. Natuurlijk, hoe kan het ook anders, komt Louise terug op mijn twijfels. Ze brengt het enorm netjes, dat mag worden gezegd. Ik probeer het zo duidelijk mogelijk uit te leggen, maar ik raak verstrikt in mijn woorden. Hoe kan ik uitleggen dat ik geen klik voel? Dat ik een andere benadering wens? Tegelijkertijd voel ik me een stout schoolmeisje dat heeft geklikt tegen een andere meester. Louise vindt deze situatie juist ‘uiterst positief’. Het is de bedoeling dat ik voor mezelf mijn beste therapie creëer. Uiteindelijk ben ik zelf

Page 138: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

138

verantwoordelijk voor mijn therapie en als ik iets mis bij haar, of iets anders nodig heb, moet ik dat aangeven. Dat is een van mijn leerpunten en nu kunnen we het in de praktijk brengen. Een andere psycholoog is voor haar geen optie. Gelaten ga ik ermee akkoord. Misschien is het inderdaad wel goed, therapeuten kunnen niet altijd je vrienden zijn. Tegelijkertijd vraag ik mezelf af wat ze van mij vindt. Misschien vindt ze mij wel geen ‘leuke’ cliënt? Zijn cliënten eigenlijk leuk? Hoe werkt dat? Wanneer ben je een goede cliënt? Als je braaf ja en amen zegt of juist tegen alles aan schopt? Waarom wil ik hier nu ook weer in uitblinken? En de prijs voor de beste cliënt gaat naar… Deborah! Ziekelijk, dat pleasende gedrag van mij. Uiteindelijk is het haar werk om mij te helpen, dus ze hoeft me niet te mogen. Ik raak langzaamaan de weg kwijt in mijn gedachten en snap er helemaal niets meer van. Het is me opnieuw gelukt om iets kleins te laten exploderen tot een grote zooi. In mijn hoofd tenminste.

Page 139: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

139

Creatieve therapie

Door middel van therapeutisch knutselen moet ik ‘weer bij mezelf leren komen’. Mijn gevoelens leren uiten in een kleiwerkje of een tekening. Het klinkt bizar, kinderlijk, maar ook te mooi om waar te zijn. Alles wat mij kan helpen om mezelf terug te vinden of mijn aanvallen te stoppen, daar ga ik voor. Dan is een beetje knutselen zelfs nog niet eens zo gek. Voor mijn opname was ik de laatste tijd bezig met ‘creativiteit’. Ik moest iets in plaats van feesten, maar ik vond het leuk. Ik houd van mooie dingen, spreuken en plaatjes. Ik heb twee collages gemaakt met positieve spreuken die ik op mijn kamer in de kliniek heb opgehangen. Ik kan wel wat positiviteit gebruiken dacht ik zo. Goed ben ik niet, ik doe maar wat. Volgens mij gaat het in deze therapie niet echt om talent. Al snel krijg ik te horen dat ik mezelf te veel spiegel aan de anderen. Ik vind iedereen een stuk creatiever dan mezelf. Wat ik ook doe, het moet wel bij de eerste poging al goed zijn. Ik wil boven iedereen uitstijgen. Ontdekt worden als een natuurtalent. De beste zijn. Dat slaat natuurlijk nergens op en ik kan er helemaal niets mee. Omdat ik het direct perfect wil doen, komt er juist niets uit mijn handen. Het knutselgroepje is er niet voor de gezelligheid, we worden ‘geobserveerd’. Alles ligt onder een vergrootglas. Hoe gaan we om met groepsdruk? En leggen we de lat te hoog voor onszelf? Wist ik veel dat er op die manier naar ons wordt gekeken, bij PMT kan ik het me nog enigszins voorstellen, maar bij creatieve therapie? Ik word er onrustig van om continu geobserveerd te worden. Al na een aantal sessies wordt er van bovenaf besloten dat ik niet meer meedoe met de groep. Ik krijg vanaf dat moment individuele therapie. De hele tafel is nu voor mij alleen. Ik moet me maar eens op mezelf gaan richten, vinden ze hier, ik houd me te veel bezig met de groep en spiegel mezelf constant waardoor ik mezelf niet kan

Page 140: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

140

ontwikkelen. Een conclusie van mijn therapeuten tijdens mijn laatste evaluatie. De creatief therapeute is een aardige, wat oudere vrouw. Eind vijftig, zoiets. Het lijkt alsof ze het allemaal reuzegezellig vindt om met iedereen wat aan te rommelen, maar ondertussen ziet ze alles. Haar observaties zijn scherp, nooit gedacht dat je mensen zo goed kunt doorzien aan een knutseltafel. Ik weet wel dat er hele theorieën achter zitten, maar toch. Het leek me in eerste instantie de leukste therapie. Niet zo bedreigend in ieder geval. Niets is minder waar. Zeker nu ik individueel met haar om de tafel moet vind ik het verschrikkelijk. Het gaat namelijk over mij. Om mij. Mijn doelen in deze therapie gaan over keuzes maken. Daar ben ik namelijk niet zo goed in, mijn eigen keuzes maken. Ook gaan we onderzoeken wie ik eigenlijk ben, dat ben ik behoorlijk kwijtgeraakt. En balans zoeken. Anja vindt dat ik nogal een romantisch wereldbeeld heb. Misschien ben ik wel een dromer en een tikkeltje naïef. Maakt dat wat uit? Ik maak collages en mag mijn favoriete muziek meenemen. Ze wil graag weten wat deze muziek met mij doet. In de kliniek luister ik enorm veel naar muziek. India Arie neem ik mee. Ik weet eigenlijk niet wat het met me doet. Anja gaat hierop door, het lijkt wel alsof ze een antwoord uit me wil trekken, maar ik vind het moeilijk om het achterste van mijn tong te laten zien. Dat heb ik nog nooit gedaan. Ik sla een beetje dicht. Geen idee wat ik voel. Het zijn mooie en fijne liedjes, de teksten doen wel wat met me, maar ik weet niet wat precies. Ik mag een beeld maken van een aanval. Hoe ziet dat er eigenlijk uit? Ik weet niet goed hoe ik dat vorm moet geven. Ik begin te merken dat een aanval vaak voorkomt bij spannende momenten. Mijn beeld is grijs/zwart en het vervaagt langzaam. Alles loopt door elkaar om mijn duizeligheid vorm te geven. Het komt allemaal te dichtbij. Ik weet dat het de bedoeling is dat ik in contact kom met mijn gevoelens. Creatieve therapie is verwarrend voor mij. Het liefst stop ik ermee, ik ren altijd weg van moeilijke dingen. Deze

Page 141: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

141

keer maak ik het af, ik moet het aangaan. Gelukkig snapt Anja mijn gevoel en vindt ze me geen moeilijke cliënt. Dat heb ik haar natuurlijk gevraagd. Ik heb het gevoel dat ik nu in faal. Anja zegt dat deze therapie een zoektocht is voor ons beiden, zeker voor mij naar mijn gevoelens, dat dit mag, dat ik goed ben zoals ik ben. Ik weet het niet. Verwarrend.

Page 142: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

142

Niet zomaar een gymclubje

Psychomotorische therapie klinkt erg ingewikkeld, maar tot nu toe lijkt het een combinatie van verschillende sporten en ontspanningstechnieken. Deze therapie krijg ik zowel individueel als in groepsverband. De module is vooral gericht op je lijf en alle lichaamssensaties die je wel of niet ervaart. Ik weet nog niet zo goed wat ik ervan vind. Ik weet ook wel dat het niet zomaar een gymclubje is, maar het leek er in eerste instantie wel op. Alleen wordt er een heleboel bij gepraat. Therapeutisch gepraat natuurlijk. Tijdens een balspel wordt er bijvoorbeeld gekeken hoe je daarmee omgaat. Of je je grenzen aangeeft of tot het uiterste gaat, hoe je reageert op de groep, of je je te veel aanpast aan de anderen en jezelf dus vergeet, of bij jezelf kunt blijven. Mijn doel in de PMT is mijn grenzen leren voelen en aangeven. Mijn extreme aanpassingsvermogen wordt ook hier onder de loep gelegd. Zo kunnen ze zien hoe ik daadwerkelijk in de praktijk reageer. PMT is een combinatie van inspanning en ontspanning. Dat moeten we allebei aanleren. Wat we vaak doen ter ontspanning is een lichaamsregistratie. Dan zitten we met de groep in een cirkel, op een stoel. De therapeute praat ons door de sessie heen. Je moet in gedachten je verschillende lichaamsdelen nagaan. Lijkt kinderspel, maar voor mij en de meeste anderen is dit pure marteling. Ik sta niet graag stil bij mijn lijf. Zeker niet omdat ik dan allerlei dingen begin te ervaren waar ik niets mee kan. Maar dat is juist de bedoeling. Ervaren wat is er is, je gevoelens laten komen. Het klinkt een stuk makkelijker dan het is. Tijdens die lichaamsregistraties komt er meestal een heleboel paniek en spanning naar de oppervlakte, in verschillende delen van mijn lijf. Ook is het soms onmogelijk om mijn benen te voelen. Met alle macht probeer ik het dan, maar het blijven twee lompe aanhangsels

Page 143: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

143

die toevallig bij mij horen. De therapeute vindt het allemaal logisch en denkt dat die spanning samenhangt met angst omdat ik op onbekend terrein kom. Ik haat onbekend terrein, maar ja, daar heb ik hier niets aan. Ik zal er wel iets mee moeten, wil ik verder komen. Accepteren wat er is, is dus totaal nog niet aan de orde. Het leukste van PMT vind ik het boksen. Dit doen we meestal tijdens mijn individuele sessies. De laatste tijd ervaar ik meer irritaties en zelfs boosheid. Ik weet niet wat ik met die heftige emoties aan moet, maar het schijnt heel goed te zijn. Langzaam herken ik mijn oude patronen, waarin ik iedereen maar altijd gelukkig wil maken. Ik kan soms zo balen van mijn groepsgenoten. De laatste tijd loop ik leeg op ze, omdat ik zoveel voor ze heb gedaan en er werkelijk niets voor terugkrijg. Het voelt alsof ik nooit goed genoeg ben. Een oud en herkenbaar gevoel. Al die irritaties vormen een grote brok frustratie en verdriet. Een overweldigend gevoel. Dat ik weer begin te voelen en niet alleen maar flauwval is überhaupt al heftig. Het boksen zorgt ervoor dat ik dit gevoel ergens op kan richten. Eigenlijk schrik ik wat een energie en kracht er nog in mij zit. Ik kan maar door blijven slaan en val niet eens flauw. Natuurlijk moet ik wel worden begrensd, maar daar is Alison voor. Ze begeleidt mij door dit proces. Ik oefen met bokshandschoenen en zelfs met een honkbalknuppel. Lekker agressief, maar het helpt. De komende tijd staan mijn boosheid leren uiten en ontspanning centraal. Natuurlijk zijn mijn aanvallen ook in deze therapie aanwezig. Ik val eigenlijk overal wel van flauw, de triggers zijn ontelbaar, als ik schrik gebeurt het al. Afgelopen keer schrok ik van een gymmat die hard omver viel en toen ging ik alweer. Bij iedere therapie moet ik wel een paar keer worden opgehaald door de verpleging. Dan komen ze me altijd braaf halen met een rolstoel, iedere keer weer hebben ze compassie, althans, zo voelt het. Maar ook al reageert iedereen goed en begripvol, voor mij voelt het

Page 144: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

144

als een regelrechte afgang. Zeker tijdens therapieën. Dan schaam ik me als ik het uur niet helemaal af kan maken en opgetakeld en weggereden moet worden. Alison en ik komen er na een tijdje achter dat beweging me meer ontspant dan de letterlijke ontspanningsoefeningen. Als ik stil word gezet, raak ik al snel bekneld in mezelf en mijn innerlijke gevecht, terwijl dit met bewegen juist even uitgezet wordt. Nooit gedacht dat ik nog eens blij zou worden van beweging. Hoe klein ze ook zijn, het zijn toch overwinningen.

Page 145: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

145

Vluchten, vechten of bevriezen

Wat gebeurt er als ik eenmaal ga voelen? Die stormvloed aan emoties heb ik liever niet. Een gevoel drijft wel al aan de oppervlakte en dat is mijn schuldgevoel. Een zwaar overheersend schuldgevoel. Het lijkt een lichamelijke pijn, een zware steen op mijn maag die met de dag zwaarder weegt. Met Inge heb ik het over een aantal situaties waar ik niet mee om kan gaan. Ik wil en kan mezelf niet in de ogen kijken over wat ik heb gedaan. Of juist niet heb gedaan. Ze legt me uit dat ieder mens overlevingsmechanismes kent. In iedere extreme stresssituatie kun je op drie verschillende manieren reageren. Je vlucht, je vecht of je bevriest. Die eerste twee reacties kende ik, maar het bevriezen nog niet. Door haar uitleg begrijp ik eindelijk waarom ik op bepaalde manieren heb gehandeld, of niet kon handelen. Ik bevroor gewoon. Het helpt om inzicht te krijgen in mezelf. Het flauwvallen is eigenlijk een extreme vorm van bevriezen. De situatie letterlijk niet aankunnen en jezelf zodanig uitschakelen. Een sessie later doen we een meting met ‘Biofeedback’, dan word je via je vinger aangesloten op een grote machine en op die manier word je hartcoherentie opgemeten. Blijkbaar kun je de resultaten beïnvloeden met positieve gedachten. Je lichaam reageert daarop en zo leer je dat je wel degelijk controle hebt. Je kunt jezelf letterlijk ziek denken, maar je kunt het ook positief inzetten en jezelf daardoor beter voelen. Ik vind het erg moeilijk om de resultaten te zien en deze in mijn lichaam te herkennen. Dat is misschien op dit moment ook te veel gevraagd. Ik zie wel dat positieve gedachten helpen en daar schrik ik van. De sleutel ligt dus in mijn handen en in mijn hoofd. Ik ben degene die mezelf beter kan maken. Een zware

Page 146: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

146

verantwoordelijkheid. Dat betekent grof gezegd dat ik mezelf ziek heb gemaakt. Lastig. Mijn groepsgenoten hebben het in de wandelgangen over een apparaat dat je spierspanning opmeet. Dat wil ik ook wel. Ik wil mijn lichaam leren kennen en weten hoe mijn lijf reageert. Ik wil nog steeds op papier zien dat er iets anders is aan mij. Als bewijs. Of het bewijs dat ik me aanstel. Soms denk ik dat namelijk. Dan vraag ik me af wanneer ze in de kliniek doorkrijgen dat ik de opname niet nodig heb, dat ik iemand zijn plaats ophoud. Misschien denken ze zelfs wel dat ik me aanstel of simuleer. Ik weet dat ik hier niet zomaar zit, maar toch. Ik voel me een fraudeur, en dat gevoel schud ik niet zomaar van me af. Hoe graag ik Inge ook mag, en hoe goed de therapie ook verloopt, het is niet altijd even gezellig. Inge en ik hebben een gesprek gehad over mijn ouders en over mijn weekenden. Ze vindt dat ik zelf mijn keuzes moet maken, of en wanneer ik weer naar Breda ga. Ze vindt het belangrijk dat ik na moet denken over wat ik wil en niet wat handiger of beter is voor mijn ouders. Dit gesprek voelt niet zo fijn, het voelt alsof ik het niet goed doe. Gelukkig kan ik het later met haar uitpraten. Ze bedoelt het natuurlijk wel goed, ze wil me mijn eigen regie terug laten nemen, zoals dat zo mooi klinkt. Dat is alleen niet iets wat zo makkelijk gaat, ben ik bang. Wil ik het eigenlijk wel? Mijn eigen regie terugnemen? Is het niet ergens stiekem wel fijn om mezelf over te geven aan anderen? Moeilijk. De spierspanningsmeter heeft niet veel duidelijkheid gegeven. Mijn spierspanning is gewoon. Normaal. Perfect. Ergens voelt dat niet helemaal goed. Ik wil zwart op wit zien dat mijn lijf inderdaad niet ‘klopt’. Ik voel het toch? Waarom zie ik het dan niet terug in onderzoeken? Wat is er nu eigenlijk waarheid? Mijn onzekerheid komt weer naar boven. Inge probeert me gerust te stellen. Mijn klachten bevinden zich op een ander gebied, waar mijn

Page 147: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

147

spieren niet zoveel mee te maken hebben. Dus het is juist goed dat ik deze resultaten heb. Het zit me niet lekker. Ik wil bewijzen zien voor mijn onverklaarde lichamelijke klachten. Ik besef hoe dubbel dit klinkt. Ze zijn niet voor niets onverklaarbaar. Ik weet dat het psychosomatisch is, maar een lichamelijke verklaring is nog steeds erg welkom.

Page 148: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

148

Verstrikt

‘Come Closer, I just can’t stop, I just can’t stop. And I just can’t pull myself away, I can’t break.’ Het zijn de laatste dagen van december. Meestal maak ik dan een balans op van het afgelopen jaar. Het is wel erg naïef om te denken dat er over een paar dagen weer een onbeschreven blad voor ons ligt. Elke keer denken we dat we iedere januari wél echt gaan veranderen. Aan de ene kant geeft het zeker wat lucht om (weer) een rotjaar af te sluiten en vol frisse moed opnieuw te beginnen. Maar het is ook confronterend om te zien wat je wéér niet hebt gedaan of wat je wéér niet hebt bereikt. Vorig jaar rond deze tijd was ik in de volle overtuiging dat ik nu allang beter zou zijn. Er was geen ruimte voor een andere optie. Toch is het allemaal anders, gezond kun je me niet noemen en ik zit zelfs in een kliniek. Je zou denken dat dit niet een vooruitgang is. Feitelijk is dat het ook niet, maar het is wel goed, volgens mij. Ik denk dat ik beter hier 2008 kan afsluiten dan thuis. Hier kan ik hard aan mezelf werken om écht een nieuwe start te maken. Hier kom ik niet weg met schijnheilige voornemens, hier moet ik eraan geloven, elke dag weer, en als ik het zelf niet doe, word ik er wel aan herinnerd. En nee, dat is niet leuk. Ik merk dat ik soms behoorlijk negatief ben over de situatie hier. Het is zo ongelofelijk dubbel. Ik moet weer terug naar af om van daaruit verder te kunnen. Ik had nooit gedacht dat ik zo ziek zou zijn als ik ben. Vaak besef ik het ook niet. De nachten zijn hels. Wat ik overdag nog weg kan drukken overvalt me ’s nachts. Dan is er geen routine of structuur waar ik in kan verdwijnen. Ik hoef nergens te zijn, behalve in mijn bed. Ik besef dan heel goed waar ik ben en

Page 149: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

149

dat ik alleen ben. Dat de rest van de wereld doorgaat. Er wordt op niemand gewacht. In de vroege ochtend val ik in slaap en als ik dan wakker word ben ik vaak niet georiënteerd. Dan kijk ik om me heen en het besef dreunt binnen: ik ben opgenomen. Veel tijd is er niet om erbij stil te staan, want al snel begint het hele circus weer opnieuw. Je moet opstaan en naar de groep. Je moet meedraaien in het dagprogramma. Iedere dag opnieuw. Je komt hier niet om uit te slapen. Een enorme omschakeling, van je helemaal alleen voelen naar een groep mensen die ook een klotenacht hebben gehad. Maar iedere keer als ik het ongelofelijk kut vind, denk ik hoe het nu thuis zou zijn. Thuis kan ik helemaal niets meer. Wat ochtenden werken en afwachten wanneer Bram met me af wil spreken, mezelf de hele dag voegen naar andermans leven, op de bank liggen, taarten bakken, met mijn huisgenootje Mirre kletsen, maar me vooral erg rot voelen. Dat is niet het leven dat ik wil. Ik had nooit verwacht dat het zo zou lopen, maar het loopt nooit zoals je zelf wilt. Dat heb ik wel geleerd. Ik moet zelf het leven leiden. Bram heeft me geholpen, maar ik moet gaan beseffen dat het over is. Hij heeft een ander en wij zullen nooit samen zijn. Hij kan mij niet geven wat ik wil. Hoe vaak moet ik dit nog tegen mezelf herhalen? Het is geen sprookje. Hij is niet Mister Big, McDreamy en zelfs geen McSteamy. Ik moet me geen illusies maken, hij komt me niet redden. Dat gaat niemand doen, behalve ikzelf. Hoe moeilijk dat ook is. Maar het is wel goed om te leren dat ik het zelf kan. Ik ben nog niet ingestort, ook al is dit de perfecte plek ervoor. Instorten is voor mij een teken van zwakte. Ik wil dit goed en zo rustig mogelijk doorlopen. Mijn relaties en vriendinnen waren mijn reddingsboeien, maar niemand kan je redden van jezelf. Ik denk dat ik tijdens mijn opname mijn verwachtingen moet loslaten. Bram wil geen relatie, dat heeft hij wel duizend keer gezegd. Dat feit kwam nooit binnen. Ik dacht dat het wel goed zou komen. Hoe erg kun je jezelf voor de gek houden? En

Page 150: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

150

niet één keer, maar steeds weer opnieuw. Ik heb zoveel ontkend. Zijn gedrag was anders dan wat zijn woorden me vertelden. Hij heeft me zo vaak gekwetst, maar dat kwam omdat ik ervoor openstond. Ik heb zo over me heen laten lopen door mannen en vriendinnen. En met Bram pikte ik het altijd omdat hij me nooit slecht heeft behandeld. Hij was altijd goed voor mij, alleen wilde hij nooit een relatie. Toen hij wat met haar kreeg, ging ik zelfs nog door met hem. Hij kwam soms eerst bij mij langs en ging dan ’s avonds nog naar haar; dat is toch niet normaal? Dan had ik zoveel pijn, maar ik hield van hem en ik wist dat hij het niet slecht bedoelde. Dan ging ik er maar mee akkoord. Hij was immers zo lief. Ik moet mezelf gaan wapenen tegen deze pijn. Ik moet respect voor mezelf gaan krijgen en in de toekomst zelfs eens eisen gaan stellen. Ik wil een man die alleen voor mij gaat en mij het einde vindt. Dat is toch niet te veel gevraagd? Ik voel me nog steeds aangetrokken tot Bram en dat zal denk ik altijd zo blijven. Ik moet er wel iets mee doen, ik moet niet denken dat het goed komt want dat zal niet gebeuren. Ik hoorde van een collega dat hij hem heeft gezien in de kroeg, met haar, en toen was ik heel de avond van slag. Ik weet toch dat hij met haar is? Heb ik nog hoop? Ik wil mezelf niet meer kwetsen. Ik ben toch meer waard? Geloof ik dat eigenlijk wel? Wat vind ik mezelf eigenlijk waard? Vind ik het leuk om mezelf te pijnigen, steeds weer opnieuw? Misschien wel, ik ben in de afgelopen jaren niet goed voor mezelf geweest. Ik heb mezelf nooit serieus genomen. Dat is heel pijnlijk om te merken. Ik mag blij zijn met mijn leven, maar dat heb ik nooit zo gevoeld. Het was nooit genoeg. Gewoon alleen thuis zijn was nooit goed en leuk. Ik moest altijd met iedereen afspreken om maar ‘geluk’ op te roepen. Dat is geen geluk, hoor, ik kon nooit gelukkig zijn met mezelf. Hoe stom is dat? Dan heb je alles en nog kun je niet gelukkig zijn. Wanneer ben ik eigenlijk echt gelukkig geweest?

Page 151: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

151

De resetknop

Jammer dat je je bagage nooit kunt achterlaten op de laatste dag van het jaar, zodat je de deur dicht kunt doen en het jaar weer als nieuw kunt beginnen. De resetknop heb ik helaas weer niet gevonden. Hoe hard ik ook mijn best doe, ik kan mijn huidige situatie niet meer ontkennen. Een schone lei klinkt zo aantrekkelijk. In mijn geval betekent dat alles negeren en zo hard mogelijk wegduwen. Ook niet verstandig, en zelfs al zou ik het willen, het gaat niet eens. Ik ga dus maar weer verder, zo goed of slecht als het gaat. Bram is terug van vakantie en hij wil deze week graag langskomen. Dat vind ik heel erg fijn. Vanavond is hij wel alweer bij haar. Het steekt me nog steeds. Ik doe heel erg mijn best om mezelf te richten op de goede dingen, maar wat zijn ‘de goede dingen’? Ik zie ze steeds minder. Goede gezondheid? Niet echt. Liefde? Ook niet. Vriendschap? Daar ga ik niet eens op in. Ik heb een goede band met Janne en Inez. Daar ben ik dankbaar voor. En mijn ouders zijn er voor me. Ook al verloopt dat allemaal wat stroef, ze zijn er wel. En ondanks alles is Bram nog steeds in mijn leven. Ik weet dat onze breuk het beste is, maar ik vind het nog wel verschrikkelijk erg. Misschien is het wel goed dat mijn verdriet eruit komt. Ik moet het verwerken. Vroeger ging ik snel naar de volgende jongen om maar niet stil te hoeven staan bij teleurstellingen en verdriet. Dat houdt niemand lang vol. Uiteindelijk komt alles er toch wel uit, dat zeggen ze hier tenminste. Ik moet meer aan mezelf gaan denken. Ik ben degene die mezelf beter kan maken. Ik moet van mezelf leren houden. Ik merk dat ik vandaag weer heel erg bezig ben met wat anderen van me vinden en hoe ze over me denken. Daar ben ik zo klaar mee. Maar ik weet niet hoe ik die gedachten kan stoppen. Ik word gek van mezelf! Het lijkt wel een grote kermis in mijn hoofd. Zoveel

Page 152: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

152

gedachten buitelen over elkaar heen. De ene schreeuwt nog harder om aandacht dan de andere. Als het nou leuke dingen zouden zijn, maar dat valt best tegen. Wanneer ga ik nu eens stoppen met piekeren over alles en iedereen en me concentreren op mijn opname? Ik zit hier niet om te genezen van een gebroken hart. Ik weet ook wel dat Bram mijn ultieme afleiding is. Een tijd lang kon ik mezelf compleet in mijn liefde voor hem verliezen om me maar niet rot te hoeven voelen. Nu vervult hij die functie niet meer en weet ik niet meer waar ik me in kan verliezen. De realiteit begint langzaam dichterbij te komen.

Page 153: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

153

Hoe hard wordt er nu in mijn richting gerend?

Dinsdag 13 januari Gisteren was een rotdag, ik kon urenlang mijn handen niet meer bewegen. Uitval komt dagelijks voor, maar het duurt steeds langer. Op dit soort momenten voel ik me beperkt. Ik kon niet eens zelf eten. Ik lag de hele dag op bed en Frans heeft me gevoerd. Daar is de verpleging voor, ik weet het, maar dat maakt het niet minder klote. Ik zak het liefst weg in een bodemloze put. Overal wil ik liever zijn dan hier, maar waar moet ik heen? Dit is waar ik het mee moet doen. Mijn lijf werkt niet mee en dat begin ik te beseffen. Het geeft me in ieder geval genoeg tijd om na te denken. Liggend op bed probeer ik antwoorden te vinden. Te vatten hoe het zover heeft kunnen komen. Hoe ik in elkaar zit. Hoe meer ik nadenk, hoe minder ik mezelf snap. Alles zit in de knoop, niets werkt meer mee. In groepen wilde ik altijd aardig en leuk zijn terwijl ik me dan vanbinnen vaak erg onzeker voelde. Altijd was ik bezig met de sfeer; of het wel leuk genoeg was, pijlen of ik nog leuk genoeg was. Doordat ik altijd vrolijk deed wist ik zelf op den duur niet meer hoe ik me voelde. Hoe vrolijker ik was, hoe slechter het uiteindelijk ging. Mijn vrolijkheid is een masker geweest. Voor de buitenwereld, maar ook voor mezelf. Ik weet niet goed wie ik zelf ben. Ik heb mijn zelfbeeld ontleend aan hoe mijn omgeving op mij reageerde. Dat is therapiejargon. Ik wilde zo graag leuk gevonden worden, ten koste van alles, dus ging ik me aanpassen. Bij iedereen was ik anders. Hierdoor ben ik de weg behoorlijk kwijtgeraakt. De laatste tijd had ik het steeds drukker omdat er meer mensen bij waren gekomen om tevreden te stellen. Hierdoor moest ik voor mijn gevoel vaak mensen teleurstellen. Ik ging harder rennen en voelde me steeds schuldiger. Mijn agenda stond bomvol met afspraken, vaak dubbele. Dan kwam ik overal te laat en moest ik al snel weer weg naar mijn

Page 154: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

154

volgende afspraak. Als de een tevreden was, was de ander vaak alweer aan het klagen. Het was nooit goed. Ik was nooit aardig of lief genoeg. Het was ook bijna onmogelijk. Dit alles zet me wel aan het denken. Hoe hard wordt er nu in mijn richting gerend? Deze vraag duw ik vaak weg, maar toch, hij is er wel. Erg druk zijn mijn bezoekuren nog niet geweest. Sommige groepsgenoten hebben iedere avond bezoek. Dat hoeft voor mij ook weer niet, maar bij mij is het bezoekuur meestal een extra rustuur. Wat had ik gedaan als een van mijn vriendinnen in een kliniek had gezeten? Had ik dan net zo weinig van mezelf laten horen? Ik weet dat het confronterend kan zijn voor anderen, maar zij hoeven niet te blijven. Na maximaal twee uur mogen ze weer terug naar hun eigen leven. Ik ben degene die niet weg kan. Ik besef dat mijn huidige wereld zo ver van de rest af staat en dat ze er waarschijnlijk niets mee kunnen. Hoe kan ik verwachten dat mensen snappen wat er hier gebeurt? Dat kan ik ook niet. Het zou wel fijn zijn als sommigen een poging zouden wagen. Puck heeft me een berichtje gestuurd, dat ze me mist. Dat vind ik erg fijn en dat heb ik ook wel nodig. Veel hoor ik niet van haar, ze is tot nu toe één keer op visite geweest met haar huisgenootje Sammie. Dat vond ik superfijn. Ik maak hier zoveel mee, de kliniek is een compleet andere wereld. Hoe kan ik ooit uitleggen aan mijn oude wereld hoe het hier is? Ik weet ook niet of ze ervoor openstaan. Ik mis Puck ook, maar tegelijkertijd is het dubbel. Ze is mijn beste vriendin en ik kan dit niet met haar delen. Met Bram probeer ik het af en toe, hij is een aantal keer hier geweest. Het lijkt alsof hij het begrijpt. Ik wil niet alles aan elkaar afwegen. Niemand is minder of beter als ze één of twee keer vaker op bezoek komen. In deze situatie is het alleen extra confronterend. Ik ben hier alleen en niet omdat het zo fantastisch goed met me gaat. Vrienden horen je toch door dik en

Page 155: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

155

dun te steunen? Ik vind het moeilijk. Wat mag je van anderen verwachten? Die vraag blijft hangen. Met Janne en Inez lig ik op een lijn. Dat is natuurlijk niet gek en misschien zelfs wel logisch. Wij leven samen, zij zien mij als ik net wakker ben, ze zien mijn aanvallen, mijn zwakste momenten en we beleven samen ook de leuke dingen. Het is hier niet alleen maar de hele dag pijnlijk. We lachen wat af. Een week in de kliniek lijkt wel een maand in de buitenwereld. We vergelijken het met een snelkookpan. Alles gaat hier in de hoogste versnelling. Je danst hier nooit op de oppervlakte. Juist niet. Iedere dag is een achtbaan met diepe dalen en hoge pieken. Je zorgvuldig opgebouwde muur wordt langzaam afgebroken en de brokstukken zijn zichtbaar voor iedereen. Het is zo anders dan buiten. Ook al heb ik nu een fijn contact met Janne en Inez, het is pijnlijk om de afstand te zien tussen mij en mijn ‘eigen’ wereld. Ik vraag me af of deze nog wel te overbruggen is.

Page 156: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

156

Wanneer gaat dit stoppen?

‘Maar je hoofd vol zorgen houdt je lichaam in zijn macht. Er komt altijd een morgen, ook na de langste nacht.’ Tijdens het zoveelste koffiemoment van de dag wordt het me opeens te veel. Een van de groepsleden vertelt over haar problemen en dat is best een bijzonder moment voor haar. Zij uit zich nog minder dan ik, terwijl ze het hard nodig heeft. Ze is halfzijdig verlamd en een aantal ledematen zitten verpakt in een spalk. Met een hand kan ze zichzelf nog enigszins voortduwen in haar rolstoel. Ze heeft veel aanvallen waarbij ze buiten bewustzijn raakt, met de bijbehorende uitval, maar ook aanvallen waarbij haar oogleden dichtvallen. Bij een conversiestoornis kunnen je zintuigen uitvallen, zoals je gehoor en je zicht, deze vorm komt alleen wat minder vaak voor. De lichamelijke reacties staan ergens symbool voor en waarschijnlijk wil ze iets niet ‘zien’. Het klinkt gek, blind zijn zonder een lichamelijke oorzaak, maar het gebeurt wel degelijk. Net zoals alle aanvallen van iedereen echt zijn. Ze is de enige in de kliniek met deze aanvallen en ik vind het best heftig. Wanneer ze vandaag eindelijk begint te praten ben ik blij voor haar. Tijdens het gesprek begint het al snel te duizelen voor mijn ogen, maar ik doe er niets mee. Ik luister niet naar dit signaal, waardoor ik over mijn grens ga en van de bank af stuiter. Het is voor mij belangrijk dat iemand zijn verhaal kwijt kan, maar welke prijs wil ik daar zelf voor betalen? Dat vind ik best wel moeilijk en het antwoord weet ik niet. Later op de dag komt de verpleging even op mijn kamer kijken en volgt er spontaan een tienminutengesprek op de rand van mijn bed. We hebben het over de schuldvraag van mijn conversiestoornis, of hoe je het ook wilt noemen, maar daar gaat het helemaal niet om. Het is te makkelijk om met een vingertje te wijzen

Page 157: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

157

naar mijn hele omgeving zonder zelf in de spiegel te kijken. Het is nu eenmaal zo dat ik hier zit en ik moet hier iets mee. Mijn ouders hebben gedaan wat zij konden, alleen was het voor mij niet genoeg. Ik wil zo graag bevestiging en antwoorden omdat ik mezelf niet snap. Ik heb het toch goed gehad thuis? Ik heb toch niets om over te klagen? Waarom is mijn lijf er dan mee gestopt? Er zijn zoveel mensen die het zwaarder hebben gehad en die fietsen fluitend naar hun werk. Hoe kan dat? Dit gesprek maakt voor mij wel een hoop duidelijk. In alles maar relativeren en wegpoetsen ben ik de beste. Het maakt in ieder geval duidelijk dat ik enorm in de knoop zit. Mijn hoofd is een grote warboel. Ik snap niets van mezelf, mijn herinneringen en de relatie met mijn ouders. Wat moet ik ermee? Mijn ouders zien alles zo anders. Wie heeft er gelijk? Of hoeft niemand gelijk te hebben? In de kliniek zeggen ze dat ik recht heb op mijn eigen visie, dat ik me daar niet voor hoef te verontschuldigen. Iedereen heeft zijn eigen waarheid en niets is fout. De verpleging vindt dat ik op sommige gebieden wat tekort ben gekomen in mijn opvoeding. Ik vind dat een moeilijk gegeven. Elk weekend ga ik naar Zeeland omdat ik (nog) niet voor mezelf kan zorgen in Breda. De rit is voor mijn ouders te zwaar, ze hebben allebei een baan en de afstand is wekelijks niet te doen. Openbaar vervoer is geen optie met mijn aanvallen. Ik kom de straat nog niet eens uit zonder neer te gaan. Laat staan dat ik het halve land kan doorkruizen. In overleg met mijn behandelaren en mijn ziektekostenverzekering kom ik in aanmerking voor ziekenvervoer. Het is een gewone taxi (in mijn geval), dus geen busje. Ik ben nu twee keer met de taxi naar huis gebracht en het was beide keren dezelfde chauffeur. Vrijdag kwam hij me voor het eerst halen en hij werd naar binnen geroepen. Met iemand van de verpleging gingen we in een gespreksruimte

Page 158: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

158

zitten om hem te informeren over mij en mijn ‘gebruiksaanwijzing’. Hij voelde zich zichtbaar enorm opgelaten. Hij was niet de enige, ik schaamde me dood. Toch moet hij wel weten wat er kan gebeuren. Stel dat ik een aanval krijg en hij weet nergens van. Dat kan niet. Ik weet niet of het daardoor komt, maar tijdens de ritten zegt hij bijna niets. Die stilte vind ik moeilijk. De hele tijd houd ik me bezig met het invullen van zijn mogelijke gedachten. Ik weet zeker dat hij mij een grote idioot vindt en ik ben bang dat hij nog gelijk heeft ook. Ik vind het eng om nieuwe mensen te ontmoeten. Dat had ik al toen ik nog in Breda woonde. Wat moet je allemaal wel of niet vertellen? Wat zullen mensen wel niet denken? Ik hoef hem in ieder geval niet te vertellen dat ik ben opgenomen, dat is nogal duidelijk. Eigenlijk heb ik het heel druk tijdens zo’n rit, ook al wordt er niet eens wat gezegd. Eenmaal terug in de kliniek op zondagavond voel ik de vermoeidheid in een klap over me heen komen. Ik heb voor de eerste keer zelf, op tijd, aangegeven dat ik naar mijn kamer wil. Wel raar dat ik het hier begin te voelen, maar thuis nog steeds niet. Het is een begin. Iedere maandagmorgen staan de weekendnabespreking en het formuleren van de doelen voor de komende week op de agenda. Een doel erbij kan nooit kwaad. Mijn doel deze week is om op tijd weg te gaan uit de groep zodat ik eventuele aanvallen kan voorkomen. Ik blijf vaak nog te lang zitten, waardoor ik een heleboel onnodige aanvallen heb. Onnodig volgens de verpleging. Ze zijn ‘te voorkomen’. Dus daar moet ik iets mee, alles wat is te voorkomen is natuurlijk meegenomen. Zelf zie ik nog niet in dat het zo makkelijk kan zijn, maar ik ga het wel proberen. Elke dag heeft een strakke indeling, ze hechten hier enorm veel waarde aan structuur. Dat is goed voor ons. Alles is voorgekauwd; wanneer we opstaan, eten, ontspannen… Zelfs wanneer we onze koffie mogen drinken. Ik snap de achterliggende therapeutische

Page 159: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

159

gedachte wel, maar soms denk ik: waar ben ik in hemelsnaam in beland? Het is nog een beetje een gevecht om me eraan over te geven, het recalcitrante hoort ook bij mij, denk ik. Ergens geeft het ook wel rust. Ik weet precies wanneer ik waar moet zijn. We hoeven zelf niet meer na te denken hoe we onze dagen in moeten vullen. Dat blijkt in de weekenden al moeilijk genoeg. Na de weekendnabespreking heb ik mijn evaluatie voorbereid met Frans. Iedereen heeft iemand van de verpleging als mentor, en Frans is die van mij. Hij is megadirect, hij is niet van de suikerspinbenadering, maar een en al spiegel en volgens mij is het zijn grootste missie om anderen te confronteren. Veel groepsgenoten hebben enorme moeite met hem. Waarschijnlijk omdat wij helemaal niet van de waarheid houden. In het begin vond ik Frans ook best wel moeilijk te behappen. Zijn benadering schrok me af. Toch vind ik het steeds fijner om gesprekken met hem te hebben. Hij is oprecht geïnteresseerd en zijn integriteit straalt van hem af. Hij wil dat het beter met je gaat. Dat is aan alles te merken. Het is een fijn gesprek. Ik hoef nergens bang voor te zijn, hij vindt dat ik mijn evaluatie goed heb voorbereid. Ik ben enorm zenuwachtig voor mijn evaluatie omdat ik denk dat ze me misschien naar huis willen sturen. Hoe kan ik nou bang zijn om naar huis te mogen? Na anderhalve maand ben ik nog steeds doodsbang om niet serieus te worden genomen. Die angst blijft hardnekkig aanwezig. Wat ben ik toch tegenstrijdig! Ik vraag Frans of hij erbij kan zijn, maar dat is nog niet zo simpel, hij heeft eigenlijk geen dienst morgen. Toch wil hij er graag speciaal voor mij bij zijn. Wel fijn om iemand naast me te hebben staan, ook al is het iemand die ervoor wordt betaald. Het begin is er om dit soort dingen te delen.

Page 160: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

160

Ook al vind ik het spannend, het is een fijne evaluatie. Ik mag beginnen en vertel mijn visie op mijn ontwikkeling tot nu toe. Het is nogal een verhaal, maar ik kan dat niet makkelijk samenvatten. Na mijn verhaal komen mijn therapeuten een voor een aan bod. Het lijkt wel alsof ik terechtsta in mijn eigen rechtszaak. Het wachten is alleen op de jury die me wel of niet schuldig verklaart. Frans zegt dat ze vanuit de verpleging een duidelijke groei zien in mijn ontwikkeling. Ze vinden dat ik meer voor mezelf opkom en dat ik met een duwtje in de rug duidelijk kan zeggen wat ik voel. Een groot aandachtspunt blijft de relatie met mijn ouders, dat wordt door iedereen gesignaleerd en benoemd. Ook vinden ze dat ik mijn eigen weg moet vinden en dat ik hier alle tijd en ruimte voor krijg. Ze zeggen dat ik wat dat betreft in mijn ontwikkeling nog een puber ben, ik moet mezelf leren vinden. Anja, van creatieve therapie, vindt het positief dat ik trouw deze therapie blijf volgen, terwijl ik het heel erg moeilijk vind. De algehele conclusie is dat ik goed bezig ben, dat ik mezelf durf te confronteren en dat ik tot op het bot gedreven ben. Ik heb eerlijk gezegd dat ik het registeren van mijn aanvallen erg moeilijk vind. Inge is hier niet boos over, ze had dit allang door. We gaan het hier natuurlijk nog wel over hebben. Er is nog niet over een ontslagdatum gesproken, ik mag voorlopig nog wel blijven. Gek, maar het voelt als een opluchting. Ik wil zelf ook blijven. Louise is eigenlijk wel positief, ze vindt het goed dat ik kritisch ben geweest over onze samenwerking. Dat vind ik erg moeilijk te snappen. Dat een kritische houding als iets positiefs wordt gezien. Ik laat het maar over me heen komen. Ik vind het wel behoorlijk ongemakkelijk, zoveel complimenten. Frans benadrukte na de evaluatie dat hij geen uitzonderingen maakt voor cliënten, maar omdat ik zo goed mijn best doe, wilde hij er graag bij zijn voor mij. Dat doet me zoveel. Blijkbaar heb ik toch wel een invloed op mensen, een positieve. Dat krijg ik steeds meer in de gaten, dat ik óók iemand ben.

Page 161: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

161

Na mijn evaluatie heb ik nog psycho-groep. Simpel gezegd is het groepstherapie. Van de groep kun je namelijk heel veel leren. Ik zit nog niet zo lang in de groep en vertel inhoudelijk niet veel. En al ben ik voornamelijk met anderen bezig, er gebeurt heel veel met me. Er vecht heel veel spanning in mij. Ik voel dat er hard aan mij wordt getrokken om mijn verhalen te delen en ik ben bang voor wat er dan gaat komen. Ik wil erg graag vooruit, maar het lijkt wel alsof ze willen dat het er in een uurtje uitkomt. Janne zegt zelfs dat ik de verkeerde kant op aan het vechten ben, dat ik alles doe om het maar zo goed mogelijk binnen te houden. Koste wat kost. Ik denk dat ze wel gelijk heeft. Ik ben misschien wel erg voorzichtig. En als iemand mij gaat pushen, trek ik me juist terug. Dat heb ik wel gemerkt. Dan ga ik diep in mezelf zitten en mezelf nog verder verwijderen van de situatie. Ik leer tijdens deze sessies hoe ik met gevoelens en situaties omga. Ik lach emoties weg en vaak probeer ik opkomende gevoelens weer weg te drukken. Dat had ik niet van mezelf verwacht. Ik wilde toch zo graag vooruit? En nu blijk ik zelf vooruitgang te saboteren. Blijkbaar heb ik het mezelf op deze manier aangeleerd. Misschien dat ik het er over een tijdje uit kan laten komen. Ik ben niet van plan om op commando te gaan zitten janken. Het komt of het komt niet. Ik weet dat er heel veel in mij zit, maar ik ben niet zo’n publiekelijke deler. Ik merk dat Janne heel erg met me begaan is en dat vind ik fijn, maar ze kan niet voor mij bepalen hoe ik met mijn gevoelens omga. Het gaat me allemaal te snel.

Page 162: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

162

Gedoe in de groep

Voor de verandering is er weer eens een discussie in de groep. Erica is lekker op dreef en ze trekt alle aandacht naar zich toe, zwaar irritant. Alicia vertelt hoe het met een oud-groepsgenoot gaat. Het UWV wil dat ze weer gaat werken. Heel heftig om te horen, want zo goed gaat het niet met haar. Ik heb haar nog een paar weken meegemaakt, ze is net ontslagen uit de kliniek na bijna een jaar opname. Ze voelde zich meer thuis in de kliniek dan thuis. Typisch een gevalletje van hospitalisatie. Dat houdt in dat je helemaal gewend bent geraakt aan een ‘ziekenhuisleven’. Je hoeft zelf niet meer na te denken en je voelt je veiliger binnen die beschermde wereld dan in je eigen omgeving. Hier had ze veel bescherming om zich heen en er was de hele dag steun. Ze had de oude groep achter zich staan, daardoor voelde ze zich een stuk sterker. Thuis moet ze die steun zelf om zich heen verzamelen. Iedereen was wel een beetje ongerust toen ze wegging. Haar lichamelijke klachten kwamen de laatste weken voor haar naderende ontslag weer terug door de spanning. Na dit nieuws van Alicia is de groep collectief in shock. We weten allemaal dat dit slecht nieuws is. Toch gaat het al snel niet meer over haar, Erica heeft het gesprek heel handig naar zichzelf toe getrokken. Ze krijgt het altijd voor elkaar dat het ‘opeens’ over haar gaat. Dat irriteert Inez en zij loopt weg uit de groep. En dat is olie op het vuur voor de rest. Op dat moment had ik zelf weg moeten gaan, maar ik had net een telefoontje gehad van Bram, wat dwarszat. Daardoor wilde ik niet naar mijn kamer. Ik was er nog niet aan toe om alleen te zijn en dat te voelen. Met als resultaat dat ik in de groep een enorm heftige aanval krijg. Waarom denk ik op zulke momenten niet beter na? Ik weet beter, waarom maak ik dan de bewuste keus om te blijven zitten? Uiteindelijk ben ik dan veel verder van huis.

Page 163: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

163

Woensdag 21 januari Vandaag voel ik me compleet gebroken. Ik heb slecht geslapen, ben heel moe en heb veel uitval in mijn benen. Ik moet met de rolstoel bij creatieve therapie worden weggereden. Een beetje kleien is blijkbaar al te veel. Daarna smeer ik een boterham om op mijn kamer op te eten en onderweg krijg ik weer een aanval. Deze duurt langer dan normaal. Hierdoor heb ik de hele dag weinig gevoel in mijn benen. Ik ben te uitgeput om rust te kunnen vinden. De hele middag heb ik in mijn bed gelegen. Ik ben misselijk van de moeheid. Na het avondeten moet ik met de rolstoel naar mijn kamer worden gereden. Mijn benen kunnen me vandaag niet dragen. Er is wel een lichtpuntje. Bram komt op bezoek! Ik beloof mezelf alvast dat ik hem niet ga smeken, verleiden of mezelf laat gaan. Gewoon genieten dat hij er is. Hij blijft in mijn leven, maar op een andere manier. Na zijn bezoek ben ik erg moe, maar het heeft me wel goed gedaan. Hij is oprecht geïnteresseerd in mij en wil de waarheid horen. Hij herhaalt iedere keer dat hij veel voor me voelt, maar dat hij denkt dat het niet voor altijd is. Hij wil het niet proberen, maar ik wil er nog steeds voor gaan. Als hij het zou willen zou ik het doen. Maar ik weet dat dit het beste is voor mij. Al die onduidelijkheid is nergens goed voor. Ik heb rust en stabiliteit nodig naast al deze onzekerheid van mijn lijf. Hij wil eerlijk zijn, maar tegelijkertijd doet diezelfde waarheid ongelofelijk veel pijn. Het is moeilijk, het is voorbij tussen ons, maar we zien elkaar nog wel. Maar dan zonder de seks. Hij zegt dat hij me daar te bijzonder voor vindt. Het is zo dubbel. Als hij niets om me zou geven zou hij hier niet zijn. Het is geweldig dat hij het gewoon doet. Hij maakt tijd om langs te komen. Voor de rest heb ik nog steeds niet veel mensen gezien. Niet veel… Naast Bram eigenlijk niemand meer de laatste tijd. Het is helaas niet af te dwingen. Ik had wel verwacht dat ik vaker bezoek zou krijgen, iedereen heeft van tevoren gouden bergen beloofd. Het valt best wel

Page 164: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

164

tegen. Ik dacht een agenda bij te moeten houden met wie wanneer langs zou komen. Ben ik nou zo naïef? Ik heb me nog nooit zo alleen gevoeld, terwijl ik eigenlijk bijna nooit alleen kan zijn hier in de kliniek. Ik, die altijd zoveel vrienden wilde en er alles voor deed om maar aardig gevonden te worden, sta opeens helemaal alleen. Waren die vriendschappen dan allemaal een illusie? Hoort het erbij dat je alleen overblijft tijdens de moeilijkste tijden van je leven? Dat je dan je echte vrienden leert kennen? Wat kan ik hiermee? Ik voel me verdomme behoorlijk in de steek gelaten en ik mag er niet boos over zijn van mezelf. Ook zo fijn. Voel ik iets, mag het weer niet van mezelf. Jij mag niet klagen en zeuren. Je bent geen slachtoffer, hoor je. Met jezelf zielig vinden kom je nergens. Door die gedachten worstel ik me dan ook maar weer heen. Zonder vrienden. Maar met heel veel hulpverleners en mijn groepsgenoten om me heen. Wat een lol.

Page 165: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

165

Waar hoor ik thuis?

Maandag 2 februari Gisteravond heb ik weer een aanval gehad. Ik ben het zat om mijn aanvallen continu op te schrijven, want ik val in herhaling. Letterlijk en figuurlijk. Het mag geen routine worden, maar ondertussen went het al een beetje. Best ziek eigenlijk. Ondanks het feit dat het went baal ik van iedere aanval. Zeker als ik lang uitval heb moet ik soms huilen van frustratie. Het kost me al mijn energie, die ik niet eens heb. Ik vraag me af waar het vandaan blijft komen. Ik ben zo ontzettend moe, maar mijn lijf, hoofd en de kliniek gunnen me geen rust. Vandaag doen mijn benen het weer een keer niet. Ik heb een moeilijk weekend gehad. Ik voelde dat het niet goed ging met mijn moeder, ze had ook nog eens haar voet verzwikt. Ze baalde het hele weekend, daardoor zette ik mezelf op slot. Mijn vader vond dat ik nu maar eens voor mijn moeder moest zorgen in plaats van andersom. Dat kon toch best? Ik voelde me erg eenzaam. Ik ben nu telkens aan mezelf aan het twijfelen. Stel ik me aan? Wat is er mis met mij? Het is een feit dat ik er enorm veel last van heb. Mijn ouders doen hun best, maar waarom voel ik me dan zo rot en alleen? Ze hebben vaak al genoeg aan zichzelf. Dat merk ik gewoon. Ik heb een uitlaatklep nodig in het weekend. Mijn moeder heeft het zelf zwaar en met mijn vader kan ik niet praten. Heb ik te veel aandacht nodig? Ik kan toch niet verwachten dat alles om mij draait? Wat mag ik wel verwachten? In de kliniek leer ik dat ik mezelf moet uiten, dat het heel belangrijk is, maar waar moet ik dat dan doen? Voor mijn omgeving lijkt het nu alweer bijna normaal dat ik opgenomen ben. Het nieuwtje is eraf. Maar normaal is het niet. Als ik maar hard aan mezelf werk, komt het vanzelf wel goed. Niemand begrijpt dat zij ook mee moeten veranderen. En als ik niets zeg,

Page 166: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

166

verandert er zeker niets. Toch krijg ik de woorden mijn strot niet uit. Terug in de kliniek tijdens de koffie is het ook niet enorm gezellig. Het blijft stil, opzettelijk volgens mij. Ik heb op alle mogelijke manieren geprobeerd om de stilte te doorbreken, maar dat lukt gewoonweg niet. Ik ben maar op tijd weggegaan, want de stilte werkte nogal verstikkend. Het gaat slecht met de groep, van een groep is maar bar weinig over. Ik weet niet waarom ze stil zijn. Eigenlijk wil ik er niet te veel bij stilstaan. Toch doet het me veel en kost het me bakken vol energie. Ik heb last van deze sfeer. De verpleging vindt dat ik hetzelfde gedrag vertoon in de groep als in mijn eigen leven. Ik speel de vredestichter en die rol hoef ik hier niet meer te spelen. Iedereen is verantwoordelijk voor het groepsproces. Niet alleen ik. En als de rest niet wil, heeft het geen zin om de kar te willen trekken. Ze vinden dat ik de situatie moet laten zoals hij is. Moeilijk.

Page 167: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

167

‘I am not your expectations!’ Praat ik zelf wel over de dingen die er werkelijk toe doen? Een gesprek is natuurlijk altijd een wisselwerking. Ik weet niet hoe ik uit de stilte moet komen. Hoe zorg ik ervoor dat ik word gezien? Ik mis Bram enorm. We spreken elkaar best regelmatig, vaak in vergelijking met mijn andere vrienden, maar dat maakt het missen niet minder erg. Het is zo moeilijk dat iedereen verdergaat en ik niet. Een beetje ‘aan mezelf werken’. Ik weet dat het voor mijn eigen toekomst is, maar dat maakt het niet opeens leuk. Het is verschrikkelijk moeilijk. Eigenlijk sta je er alleen voor. Ik weet dat ik in Breda nog wel mensen heb, maar dat is anders dan wanneer je iemand nodig hebt om je verhaal bij te doen. Ik kan dit met niemand delen. Dit is iets van mezelf. Soms probeer ik het wel eens uit te leggen, wat er nu allemaal gebeurt, maar dan hoor ik mezelf praten en dan houdt het al vrij snel op. Mijn tijd hier valt niet te verklaren of uit te leggen. Ik weet niet wat er gaat gebeuren als ik verander, ik weet niet waar ik terechtkom en wat er allemaal nog gaat gebeuren. Wat of wie raak ik nog meer kwijt? Die gedachte vind ik eng. Ik wilde altijd zoveel en nu wil ik alleen maar gezond worden. Ik ben met zulke andere dingen bezig dan vroeger. Mijn oude wereld leeft in zo’n andere realiteit. Ik zit in een heel andere fase, de luchtigheid is er wel vanaf. Het gaat hier over de meest moeilijke dingen. Hoe kan ik me ooit weer mengen in mijn oude leven? Kan ik nog wel terug naar mijn oude leven? Of is dat station voorbij? Wat is eigenlijk mijn wereld? Ik voel me steeds meer op mijn gemak in de kliniek. Hier is alle begrip en steun. En in mijn oude wereld niet. Maar me ergens thuis voelen, heb ik nergens meer.

Page 168: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

168

Het kan dus altijd erger

Mijn aanvallen zijn veranderd. Ook mijn herstel is anders dan eerst. Eerst viel ik ‘gewoon’ flauw, had ik uitval, krachtverlies en kwam dat langzaam weer terug. Nu blijft mijn lichaam af en toe in een verkrampte houding ‘staan’. Het lijkt vaak alsof ik stik wanneer de spanningen te hoog oplopen. Dit had ik laatst bij mijn ouders. Mijn moeder bleef maar tegen me aan praten en ik kon me niet verweren. Het lukte me niet om woorden te vormen, totdat het letterlijk niet meer lukte. Mijn keel leek dicht te zitten, ik kon niet meer praten of normaal ademen. Inge denkt dat dit een afweerreactie is van mijn lijf. Niet zo handig van mijn lijf, want mijn moeder werd behoorlijk boos toen dit gebeurde. ‘Ik zeg wel helemaal niets meer als het op deze manier moet!’ Dat soort dingen. Daar heb ik ook niet veel aan. Ik begrijp haar standpunt, maar ik voel me er niet fijner door. Het zorgt bij mij in ieder geval alleen maar voor meer stress. Ik haat mijn veranderde aanvallen, maar Inge benoemt het zo dat mijn lichaam vanbinnen in beweging is. In de kliniek zien ze het vaker, dat iemand zijn reacties en aanvallen enorm veranderen tijdens de therapie. De lichamelijke reacties zijn uitingen van mentale problemen. Als die meer aan de oppervlakte komen, kan het lichaam natuurlijk nog meer van zich laten horen. Theoretisch gezien vind ik het allemaal best wel logisch. Maar nu het mij overkomt, baal ik gewoon. Ik haat veranderingen, ook al is het een teken van iets goeds. Ik wist hoe het zat. Hoe ziek mijn lichaam ook reageerde, ik wist tenminste hoe hij reageerde. Nu kan morgen alles weer anders zijn. In plaats van verbetering gaat het lichamelijk (en psychisch?) alleen maar slechter. Ik lijk meer te voelen, maar ik heb ook steeds meer aanvallen. Het is moeilijk en zwaar. Ik merk dat ik verander en mijn omgeving verandert niet mee. Daardoor voel ik me juist eenzamer. In de kliniek en door Inge wordt het toegejuicht.

Page 169: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

169

Ik blijk op de goede weg te zitten, maar waarom voelt die weg dan zo kut? Ik takel alleen maar af. Hoe moet ik dat rijmen met ‘goed’? Registeren vind ik steeds moeilijker. Ik heb er eerlijk gezegd geen zin in. In alle aspecten van mijn opname geef ik me duizend procent, maar mijn ‘huiswerk’ doen staat me steeds meer tegen. Het is confronterend om te zien hoe ik me voel. Het is makkelijker om het niet te doen want dan hoef ik het niet te zien. Maar ik moet het wel inzien. Alleen op die manier kom ik werkelijk ‘vooruit’. We hebben nieuwe afspraken gemaakt. Ik moet nu mijn aanvallen bijhouden, mijn duizeligheid, mijn vermoeidheid en hoe vaak ik buikpijn heb en naar het toilet ga. Ook moet ik bijhouden hoe vaak ik naar het toilet vlucht. Dat doe ik namelijk, om aan de situatie te ontsnappen. Als ik het niet trek, in een therapie of in de groep, trek ik me al snel terug op de wc. Dat zijn de weinige momenten die ik voor mezelf heb. Inge vindt dit niet zo’n goed teken, ze ziet het namelijk zoals het is, als een vluchtreactie. Dus moet ik daar weer iets mee. Registreren dus! Niets wordt hier aan het toeval overgelaten. Schema’s zijn nog steeds niet mijn hobby en ik moet er alleen maar meer bijhouden. En ik ben al zo moe! Ik weet niet hoe ik dit moet doen. Mijn doorzettingsvermogen laat me af en toe in de steek. Het (over)leven in de kliniek valt me steeds zwaarder. Misschien omdat ik nu langzaam begin te voelen? Mijn masker vervaagt steeds meer. Inge benoemt het ‘als het meer in contact komen met mezelf’. In mijn andere therapieën komen moeilijke dingen naar boven. Daarom vindt Inge het belangrijk dat ik ook een stukje ontspanning ervaar. Alles moet een beetje in balans zijn. Ik, die totaal uit balans ben, sta overal voor open. Ontspanning, het klinkt hemels. Ik moet fijne dingen doen, die goed voelen. Contact zoeken met mensen waar ik me goed bij voel. Lezen, schrijven, dansen op muziek. Positieve ervaringen opdoen. Op papier klinkt het mooi, maar deze dingen voelen al lang niet fijn meer. Ik ben misschien een beetje negatief de laatste tijd. Ik weet het niet. Het is

Page 170: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

170

een grote warboel in mijn hoofd. Natuurlijk wil ik leren ontspannen. Maar dat dit een enorme lijdensweg zou worden, had ik niet verwacht. Ik kan namelijk niet op een knopje drukken en gewoonweg ontspannen. Mijn lijf is zo ontregeld dat ik dit langzaam moet proberen te bereiken. Met kleine stapjes. Als ik bijvoorbeeld op bed ga liggen, raak ik compleet in paniek. Mijn lijf flipt. Een enorme paniek neemt zich van mij meester. Hartkloppingen, het zweet breekt me uit en misselijkheid komt bijna mijn tenen uit. Inge weet dit en we maken dus een heel plan van aanpak, wat mij steeds een beetje beter gaat helpen om dichter bij ontspanning te komen. Ik kan niet zomaar in bed gaan liggen. Dat moment moet ik op- en afbouwen. Ingewikkeld. Net zoals alles ingewikkeld is op dit moment. Inge vertelt dat mijn lichaam in de overlevingsstand staat en dat het logisch is dat mijn lijf flipt als ik zomaar op bed ga liggen en verwacht dat het ontspant. Je verwacht toch ook niet van een marathonloper dat hij tijdens zijn wedstrijd kan gaan liggen en slapen? Zo voelt het voor mijn lijf blijkbaar. Om naar bed te gaan moet ik eerst wat meer ontspannen raken. Met muziek, wat dansen op mijn kamer en rustig op het bed gaan zitten. Na een kwartier mag ik langzaam gaan liggen. Nog zoiets, nu ik toch met mijn zwarte bril kijk. Leuke dingen doen?! Ik kan bijna niets, laat staan de dingen die ik leuk vind. Een tripje naar het plaatselijke winkelcentrum op vijfhonderd meter afstand is al een overwinning, als ik de eindstreep al haal. Ik vind het namelijk ‘best wel spannend’. Ik wil weer ‘gewoon’ leven! Zonder restricties of gebruiksaanwijzingen. Maar ja, om dat te kunnen bereiken moet ik dus eerst compleet gaan voor deze opname. Ik weet het wel. Maar toch. Misschien is het wel goed dat ik mezelf een beetje begin af te zetten. Het werd tijd dat er een stukje van mijn kracht of boosheid terugkwam.

Page 171: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

171

Donderdag 5 februari Ik heb weer een slechte dag. Goede dagen kan ik me eigenlijk niet eens herinneren, maar de laatste tijd lijken mijn gedachten steeds donkerder te worden. Het gaat niet goed. Tijdens het ontbijt krijg ik een aanval. Wanneer ik bijkom hangen er twee verplegers over me heen, daardoor raak ik compleet in paniek. Wat er daarna gebeurt kan ik helemaal niet rijmen. Ik heb het later gehoord van de groep en van de verpleging, maar ik krijg door die paniek een soort epileptische aanval. Een kwartier lang lag ik te stuiptrekken op de grond. Na mijn aanval heb ik de hele ochtend in bed doorgebracht, ik kan niet geloven wat er is gebeurd. Ik heb het niet bewust meegemaakt, maar mijn lijf wel en dat is te merken. Ik ben helemaal leeg, zo leeg heb ik me nog nooit gevoeld. Tegelijkertijd voel ik een extreme vermoeidheid. Mijn lijf is kapotgestreden en mijn spieren voelen stram aan. Ik kan niet geloven dat mijn aanvallen weer zijn verergerd en hoop dat het iets eenmaligs is. Ik werk zo hard aan mezelf en dit krijg ik ervoor terug? Hoe harder ik vecht, hoe meer ik moet verslaan lijkt het wel. Naast alle energie die deze aanval heeft gekost lijkt het alsof mijn levenslust is verdwenen. Ik weet niet wat ik nog moet doen, er is niets waar ik me aan vast kan houden. Mijn lichaam laat me steeds meer in de steek en ik weet niet waar ik voor vecht. Vechten voor mijn gezondheid lijkt even de mindere prioriteit, het gaat nu puur om overleven. Mijn groepsgenoten zeggen dat het licht uit mijn ogen verdwenen is. Ze staan dof en laten mijn pijn zien. Ik geloof ze want ik kan niets meer verbergen. Het toneelspelen is voorbij. Mijn masker is verbrijzeld vanochtend door mijn eigen lijf. ’s Middags heeft Koos me met een rolstoel naar de kinderboerderij gebracht. Hij had ook wel in de gaten dat vanochtend een dieptepunt was. Hij was erbij en was zelf ook geschrokken van de hevigheid, zei hij. Ik ben er nog lang niet, blijkt maar weer. De kinderboerderij was wel leuk, maar ook behoorlijk confronterend.

Page 172: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

172

Waarom kan ik dat niet zelf? Een paar honderd meter lopen? Mijn leven lijkt een grote afgang. Het lijkt alleen maar slechter te gaan sinds mijn opname. Na het avondeten moet ik naar mijn kamer worden gebracht omdat het gewoonweg niet gaat. De avond breng ik huilend door. Hoe kan ik dit nu accepteren? Dit moet een nachtmerrie zijn, niet mijn leven. Het feit is dat ik niet wakker word. Wat moet ik doen? Ik heb zoveel vragen en niemand heeft een antwoord voor me. Mijn vechtlust is aan het verdwijnen. Als ik in de spiegel kijk schrik ik zelf ook van de persoon die terugkijkt. Er moet iets gebeuren want zo gaat het niet werken. Ik probeer mijn kracht terug te zoeken in mijn ogen maar dat is onmogelijk. Het enige wat ik kan doen is proberen te slapen en morgen weer verder te gaan. Opstaan en weer opnieuw beginnen. Meer heb ik niet in de hand. Hoe vaak ik ook val en wat er ook gebeurt, het is aan mij om op te blijven staan. Maar het voelt alsof ik nu knock-out in de ring lig en de bel is gegaan. Uitgespeeld. Vrijdag 6 februari Tijdens de weekendvoorbespreking vanochtend wordt het duidelijk dat ik meer aan mezelf móét denken. Ik zit hier niet voor het welzijn van de groep, maar voor mezelf. Wanneer ga ik dit nu eens zelf zo voelen? Het is niet de eerste keer dat ik dit hier heb gehoord. Het lijkt wel alsof ik in rondjes blijf draaien. Ik wil heel graag veranderen, maar ik weet niet hoe.

Page 173: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

173

Muurvast

Maandag 16 februari Tussen de afdeling en de kliniek bevindt zich een soort buitenruimte. Je kunt het een tuin noemen. Je hebt er geen privacy of uitzicht, maar wel een beetje frisse lucht. Iedereen zit hier altijd te roken of wat lucht te happen. Ik ben vaak buiten te vinden, ik heb die frisse lucht gewoon nodig, ook al gaat het meer om het idee ervan. Je bent er nooit alleen. Ik wil me niet afzonderen maar vandaag heb ik er geen zin in. Altijd dat sociale gedoe. Overal word je geacht ‘sociaal’ te zijn en mee te kletsen. Ik kan het niet meer. Ik kom hier niet voor de gezelligheid. Ik heb het gehad in mijn kamer. Maar buiten wil ik eigenlijk ook niet zijn. Ik pak mijn iPod en ga op een rustig plekje zitten waar de zon wat voorzichtig op me schijnt. Even helemaal niets. Ik mis een thuis en mijn eigen bed. Mijn eigen ruimte. Op zich ben ik hier inmiddels wel gewend, ik krijg steeds meer mijn eigen plek in de groep, maar toch is het anders dan thuis. Ik kan niet doen wat ik wil, het blijft moeilijk om mezelf hier iedere dag aan over te geven. Ik kan niet zomaar naar vrienden toe of naar de stad. Je bent hier nooit alleen. Op je kamer wel, maar daar voel ik me ook niet op mijn gemak. Laat ik het zeggen zoals het is: ik kan hier niet wegvluchten. Ik zit hier muurvast. Als ik wil ontsnappen aan die vier muren kom ik in de buitenplaats, gebouwd tussen de muren van de kliniek. Vrolijk word ik er niet van. Het positieve is dat ik hier wel word stilgezet. Voor de eerste keer in jaren ga ik bij mezelf te rade. Ik sla dan natuurlijk weer door naar de andere kant, dat hoort wel bij mij, denk ik. Ik denk veel na over het verleden en pieker constant over de toekomst. Ik weet niet hoe ik per dag moet leven. Ik heb nog zoveel te leren. Het is zo vermoeiend om hier te zijn. Soms wil ik gewoon weer terug naar mijn oude leven. Dat is ook geen oplossing, maar alles aangaan is zoveel moeilijker.

Page 174: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

174

Vluchten kan ik veel beter, daar ben ik tenminste goed in. Het is elke keer een gevecht in mijn hoofd. Ik voel wel steeds vaker dingen, maar nog niet genoeg. Ik ben niet alleen maar meer bezig met mijn groepsgenoten. Dat gaat maar af van mijn eigen tijd hier. Als ze toch niet willen leren, doe ik uiteindelijk alleen maar mezelf hiermee tekort. Dit vertelt de verpleging me keer op keer en ik moet dat zelf ook gaan vinden. Ik heb nog zoveel bergen te beklimmen, laat ik nu eerst maar eens stoppen met continu vechten voor anderen in plaats van voor mezelf. Ze zullen toch wel blijven vallen of verkeerde keuzes maken, ongeacht wat ik zeg of doe. Ik kan net zo moeilijk hun leven sturen als dat van mezelf. Het komt zoals het komt. Ik zie zo goed wat anderen moeten veranderen om beter te worden. Dat ze dat niet aanpakken of doen is erg frustrerend. Zelf heb ik dat overzicht nog niet zo goed. Ik snap nu wel beter dat anderen dat bij mij ook moeilijk vonden. Ik nam niets aan. Mijn groepsgenoten doen eigenlijk precies hetzelfde als ik. Weer een confronterend moment. Ik wil veel bereiken, maar uiteindelijk gaat het om de eerste stap en dan volgt de andere wel. Ik kan en mag niet van mezelf verwachten dat ik in een week of in een maand alles kan veranderen. En voor de rest moet ik het gewoon op me af laten komen. Inzichten komen vanzelf wel. Ik moet proberen om op mijn eigen gevoel te gaan leren vertrouwen. Nu is het vaak zo moeilijk, ik raak snel in de war op dit moment. Ik moet het per dag leren bekijken. En niet te veel verwachten. Op dit moment heb ik al heel veel geleerd. Mijn lichaam blijft signalen afgeven en die zal ik erg serieus moeten nemen. Ook in de weekenden moet ik meer rusten en dan zal het vanzelf wel komen. Wanneer ik dit lees kan ik wel schreeuwen. Ik word helemaal gek. Waarom mag ik niet een keer flink balen? Waarom houd ik mezelf allemaal dingen voor die niet altijd reëel zijn? ‘En niet te veel verwachten’, alsof dat zo makkelijk is?! Ik weet dat ik me groot probeer te houden, maar daardoor houd ik ook mijn gevoel weg.

Page 175: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

175

Waarom gil ik nooit een keer dat ik het niet eerlijk vind dat dit nu juist mij overkomt, dat ik vanaf kinds af aan al maatschappelijk werkster wil worden en dat dit nu niet kan? Dat ik in een kliniek zit en iedereen het te druk heeft om langs te komen, dat ik de moeilijke weg soms helemaal niet leuk vind. Ik wil alle problemen van anderen naast me neer kunnen leggen, maar mijn hoofd zit er vol mee. Wees nou eens eerlijk naar jezelf toe, Deborah, en niet zo verschrikkelijk diplomatiek. Dinsdag 17 februari De kok van mijn werk belde me net dat hij me op wil komen halen, de eerste vrijdag dat ik een weekend naar Breda mag. Dat vind ik echt leuk. Uit onverwachte hoeken komt zoveel. Ik moet me proberen te richten op het positieve, want dat is er. Ik merk dat ik weer wat kracht heb om het leven aan te kunnen. Ik probeer in de groep meer bij mezelf te blijven. Ook voel ik mijn aanvallen beter aankomen. Vanmorgen kreeg ik meteen na het opstaan weer een aanval. Ik ben erg moe, ik heb heel veel op bed gelegen. ’s Avonds heb ik een tienminutengesprek met de verpleging. Ik mag niet meer preventief in een rolstoel als mijn benen uitvallen. Ik snap het wel, ik moet zelf zorgen dat het niet meer zover komt dat ik niet meer kan lopen. Niet dat ik graag in een rolstoel zit, maar ik weet niet hoe ik uitval in mijn benen kan voorkomen. Alsof het zo makkelijk gaat dat ik dat kan veranderen. Ik vertel het wel tegen mijn benen, dat ze niet meer uit mogen vallen. Was het maar zo makkelijk! Bij het groepsgesprek om elf uur ben ik wel aanwezig geweest. Ik heb me hier afwachtend opgesteld, ik voelde me nog niet goed. Er wordt aan mij gevraagd wat ik zelf merk van de veranderingen in de groep. Ik ben hier wel heel eerlijk over geweest. Ook heb ik eerlijk tegen Erica gezegd dat ik wel veranderingen bij haar zie. Ik vind dat ze een negatieve houding heeft en ik merk dat ik me hieraan erger.

Page 176: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

176

En ik heb dit op een goede manier gezegd! Ik was hier zelf wel door verrast. Ik kreeg complimenten van een paar mensen. Ik had wel de verwachting dat Erica hierop zou reageren, maar dat deed ze niet. Hier werd ik weer onzeker van. Maar ik probeer het nu bij haar te laten liggen. Ik heb gezegd wat ik ervan vind. Het gaat me steeds beter af! Het voelt goed om dingen te zeggen. Dit moet ik vasthouden!

Page 177: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

177

Weekenden zijn geen ontspanning

Gisteren ben ik weer door dezelfde taxichauffeur naar mijn ouders gebracht. Hij heeft ieder weekend dienst en heeft op zijn werk aangevraagd of hij iedere week mij mag rijden. Een rit Gorinchem-Oostburg is namelijk een halve werkdag voor hem. Zo maakt hij op een makkelijke manier zijn uren. Ik hoop dat hij het leuk vindt om mij te rijden. Maar dat weet ik niet zo goed, hij valt namelijk niet te peilen. Onze gesprekken verlopen wel soepeler, we praten steeds meer en we hebben het zelfs na flink wat ritten over relaties gehad. Hij vertelde dat hij vrijgezel is. Het bleef stil na deze bekentenis en na een flinke adempauze kwam hij opeens met een verhaal dat ik niet aan zag komen. Het verbaasde me nogal. Hij vertelde dat hij een tijd geleden een relatie heeft gehad met een meisje dat boulimia had. Zij was net als ik een tijdje opgenomen geweest in een kliniek. Hij is bij haar gebleven tijdens deze periode. Hij haalde haar iedere week op en bracht haar weer weg. Ook ging hij één of twee keer in de week bij haar op bezoek in de kliniek. Hij vertelde dat hij dit niet van zichzelf had verwacht, maar dat liefde dat met je doet. Dat je dan bij iemand blijft. Ze zijn anderhalf jaar samen geweest. Ik vond het zo’n mooi en heftig verhaal. Hij begon nog eens met de vergelijking tussen haar en mij. Het laat me niet zo makkelijk los. Hij heeft zoveel kanten die ik nooit had verwacht. Hoe beter ik hem leer kennen, hoe meer het me opvalt dat ik moet proberen om niet te snel op vooroordelen af te gaan. Mensen zijn zo complex, ze zijn niet wat je aan de buitenkant ziet, of te plaatsen in een hokje vanwege een bepaalde baan. Hij leek me iemand die helemaal niets op zou hebben met ziektes, of met moeilijke meiden. Ik heb mijn eigen oordeel op hem geprojecteerd. Ik wist zeker dat hij me gek zou vinden en raar. Dit verandert veel. Wat maakt de mening van mijn taxichauffeur mij nou uit? Hij wordt ervoor betaald om mij te

Page 178: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

178

vervoeren, meer niet. Het is zijn werk. Toch kan ik van hem leren. Hij is bij zijn vriendin gebleven in een moeilijke tijd. Er zijn dus mannen die een uitdaging niet uit de weg gaan. Hij zei dat er wel meerdere mannen zo zijn. Hij zei dat de liefde wel zou komen, dat ‘het komt als het komt’. Heerlijk, zo’n nuchtere kijk op het leven. Dat is wel het beste. Verfrissend. Mijn ouders waren dit weekend ziek en vooral mijn vader had nogal wat medelijden met zichzelf. Volgens mij zijn alle mannen zo als ze ziek zijn. Hij lag ’s nachts verschrikkelijk te hoesten. Ik kon er niet van slapen. Mijn moeder was haar stem kwijt, dat is allemaal niet erg, alleen vinden ze zichzelf dan zo zielig. Ziek zijn is niet leuk, maar het hoort erbij. Mijn moeder jammerde: ‘Ik wil niet ziek zijn’. Dan denk ik: wat een lekker voorbeeld zijn jullie. Mijn vader voelt zich doodziek bij een verkoudheid. Ik weet niet wat ik van hem moet leren. Zij horen toch mijn voorbeelden te zijn? Mijn moeder neemt al jaren letterlijk instructies aan van haar psycholoog hoe ze met mij om moet gaan. De uitvoering is helaas niet altijd even spetterend. Ze proberen me nu maar weer eens los te laten. Elke keer stoot ze mij van zich af en dan trekt ze me weer naar zich toe. Het gaat van het ene naar het andere uiterste. Hoe serieus moet ik ze nemen? Wat kunnen zij zich voorstellen van mijn situatie? Het voelt als mijn eigen gevecht. Ik heb me zo met hen beziggehouden de afgelopen jaren, maar ben daarin mezelf vergeten. Ze moeten het zelf doen en ik ook. Misschien dat het wel beter gaat als ik het loslaat. Ik moet leren vertrouwen op mijn eigen waarheid. Ik heb mijn eigen kijk op het verleden. En dat kan en mag niemand veroordelen. Ikzelf dus ook niet! Het is ingewikkeld, het accepteren van de situatie zoals hij is. Mijn vader weet niet beter. Veroordeel ik hem nu? Ik weet het niet. Ik zag mezelf altijd als anders en in mijn gedachten was dat niet goed. Ik ben ook anders, ik ben mijn eigen persoon. Wat mijn weg is weet ik niet, maar ik wil mezelf losmaken van mijn gezin. Waarom heb ik

Page 179: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

179

die bevestiging zo hard nodig van mijn ouders? Zijn ze zelf zo geslaagd? Waarom zouden zij mogen oordelen? Het is mijn leven. Ik wil niet zo lullig over ze doen, maar het zit me helemaal niet lekker. ‘Los - laten Vastgeklemd in mijn web Mijn web Geweven van het fijnste draad Helemaal in de knoop Je moet weg, maar blijf nog even Verslavend Mijn bevestiging Opnieuw en opnieuw Me echt snappen doe je niet Dit is mijn waarheid Mijn wereld, mijn kijk Laat mij ook gaan Los – laten’ Bram ‘Jij was mijn reddingsboei en droeg me naar de kant even kon ik steunen Nu moet ik het zelf doen zonder zijwieltjes, zonder jou Altijd zal ik je dankbaar zijn Jij zag me echt, zoals niemand me ooit zag Zelfs ik niet Jij zag mij.’

Page 180: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

180

Maandag 2 maart Mijn eerste weekend in Breda sinds drie maanden zit erop. Ontzettend leuk, eng, druk en zenuwslopend. Ik vond het behoorlijk bizar om weer terug in mijn eigen huis en wereld te zijn. Eenmaal terug in de kliniek heb ik eindelijk lekker geslapen. Het lijkt alsof ik me in de kliniek meer op mijn gemak voel dan in Breda. Dat is niet zo gek, ik ben daar drie maanden niet meer geweest. Ik voelde direct een enorme druk. Ik kon geen rust vinden, ik was continu erg gespannen. Het was wel een goede oefening om er weer te zijn. Ik zie nog veel leermomenten. Dodelijk vermoeiend, ik zie alles als een leerschool. Ik moet mijn rust leren vinden. Mijn huisgenootje en collega Mirre kwam vaak op mijn kamer. Dat is wel gezellig, maar ik moet ook kunnen zeggen wanneer ik mijn rust neem. Ik heb veel moeite met al het geroddel en het gepraat over niets. Het was eigenlijk precies weer zoals het was. Gek om na alles wat ik heb meegemaakt in de afgelopen drie maanden weer terug in mijn eigen leven te worden gezet. Ik heb nu al gezien dat ik het niet meer op deze manier wil en kan. Vooral de mensen van mijn oude werk hebben een enorme mening over alles wat je wel en niet doet. Dat is absurd. Ze zullen daar ook niet zo snel in veranderen. Ik moet een reëel beeld krijgen over hen. Is hun mening nog zo belangrijk? Ik wil zo graag aardig gevonden worden, maar is dat werkelijk mijn eerste prioriteit? Dat lijkt me meer mijn gezondheid?! Ik moet mensen op waarde leren schatten, niet iedereen zijn vrienden voor het leven. Daar zitten gradaties in. Ik word heus wel door sommige mensen gewaardeerd, maar is dat om wie ik was? Je weet natuurlijk nooit of ze zo’n fan zullen zijn van de nieuwe ik. Ik zit nog met mijn hoofd in Breda, maar op maandag draait de kliniek alweer op volle toeren. Er wordt op niets of niemand gewacht. We hebben weer een groepsgesprek dat nergens over gaat. Ik heb er wat van gezegd. Ik vind het zo’n onzin. Inez had last van

Page 181: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

181

Erica’s telefoon en zei daar iets van. Nou, dat kon volgens Erica echt niet, hoor. Ze flipte helemaal want haar telefoon kon niet zachter… haha! Natuurlijk. Er is door dit soort onzin weer veel spanning in de groep. Ik probeer het langs me heen te laten gaan, maar het komt nog steeds binnen. De kleinste dingen worden hier vaak enorme drama’s. Alles komt onder een vergrootglas te liggen, zeker in een groep met acht verschillende mensen die niet in de bloei van hun leven zijn. Met veel ontvlammingen als gevolg. In de buitenwereld leef je ook niet met acht verschillende mensen samen. Daar moet je wel heel bewust voor kiezen en vaak zijn het dan nog enigszins gelijkgestemden. Samenleven met zoveel anderen in de meest verschrikkelijke tijd van je leven is geen aanrader. Iedereen is op zijn kwetsbaarst en van aanvallen word je ook niet gelukkig. Vuurwerk gegarandeerd met deze botsende persoonlijkheden. Dan heb je altijd weer de ‘gevoelige types’ onder ons die er niet tegen kunnen. Dus iedere keer na dit soort gezeik hebben er ook altijd weer een aantal een aanval. Zo is het hier altijd wat. Vanmiddag bracht Erica een nieuwtje, ze mag op 1 april met ontslag. En nee, het is geen grap. Ik vind het heftig want ze is totaal niet genezen. Wat ik van haar heb gezien is dat ze nooit eerlijk naar zichzelf heeft gekeken. In mijn ogen is zij het ultieme slachtoffer. Ze is het ook letterlijk, een slachtoffer, want ze heeft een heel zwaar auto-ongeluk gehad. Hierdoor heeft ze lichamelijke klachten gekregen en uiteindelijk kwam er een conversiestoornis bovenop. Ze wil er alleen niet aan geloven dat ze zelf ook een aandeel heeft in de oplossing, wat betreft de aanvallen. Wanneer we eerlijk naar onszelf durven te kijken en snappen waardoor ons lichaam het heeft overgenomen, kunnen we werkelijk met onszelf aan de slag. Zij keek nooit in de spiegel, misschien heeft ze dat niet in zich. Wanneer het de verpleging niet was, waren het wel de mensen uit haar eigen leven die het verkeerd deden. Zij had er in ieder geval nooit zelf een aandeel in. Ze wees altijd met haar vinger naar anderen. Zo

Page 182: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

182

vermoeiend, maar ook zonde, want nu gaat ze dus naar huis met bijna dezelfde klachten als waar ze mee binnenkwam. Janne, Inez en ik hebben zoveel last gehad van haar. Natuurlijk mag ik niet oordelen en zelf niet hypocriet met mijn eigen vinger wijzen, maar het was zo vaak gezeik. Er zitten een aantal mensen in de groep die de sfeer naar beneden halen. Het is heel hard werken hier en het zou helpen wanneer iedereen dezelfde mentaliteit heeft. Behoorlijk naïef gedacht. We kunnen wel blijven zeiken over wat de verpleging en de behandelaren allemaal verkeerd doen, maar het feit blijft dat zij ons proberen te helpen. Het heeft geen zin om als een klein kind overal tegen aan te schoppen. Natuurlijk moeten we voor onszelf opkomen, ik zeker, maar dit kinderachtige gedoe helpt niemand verder. Misschien ben ik nu een beetje gemeen, maar vierentwintig uur per dag aardig zijn helpt hier ook niet. Ik gun iedereen in de groep het beste en zeker verbetering in hun situatie. Als ze blijven hangen, om wat voor redenen dan ook, vind ik dat moeilijk. Ook wel confronterend. Ik wil zo graag verder en veel van mijn lotgenoten lukt dat niet. Het liefst zou ik ze vooruit schoppen. Ik vind het erg moeilijk om te zien dat heel veel mensen ziek naar huis gaan. Geen fijn vooruitzicht. Donderdag 5 maart Wat een week, rustig is het hier nooit, maar deze week is het weer eens heftig. Ik ben gebroken. Ik heb morgen een gesprek met mijn Louise. Het vorige gesprek heeft veel indruk op mij gemaakt en ik heb er vaak aan gedacht. Ik heb een aantal persoonlijkheidstesten ingevuld. Niets nieuws onder de zon, ik heb er door de jaren heen al zoveel ingevuld. Toch zijn dit weer andere testen en de uitslag heeft wel wat met me gedaan. Er zijn wat verrassingen uitgekomen voor mij.

Page 183: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

183

Cliënte ervaart een hoge lijdensdruk, is introvert, maar ook impulsief met voldoende angsttolerantie in aanleg, onvoldoende ontwikkelde remmingen en geneigdheid tot externaliseren wat betreft lichamelijke spanningsklachten. Combinatie van de schalen duidt erop dat cliënte al op jonge leeftijd in ontwikkeling sterk en sociaal vaardig heeft moeten maken. eager to please, sterk afhankelijk van de bevestiging door anderen, ondanks haar competente kanten. Cliënte heeft nauwelijks eigen identiteit ontwikkeld. Belangrijke anderen worden geïdealiseerd, daarbij fusiewens, maar ook verlatingsangst. Afstand/nabijheid is problematisch.

Deze uitslagen vind ik behoorlijk heftig. Ik wil graag een lichamelijke verklaring en vind het moeilijk om deze nergens terug te vinden, maar nog moeilijker vind ik het om mijn psychische mankementen te zien. Deze zijn er genoeg. Dat weet ik ook wel, maar vaak bagatelliseer ik alles of vind ik dat ik mezelf aanstel. Dat is ook weer een mankement, maar ik weet bijna niet beter. Dit is hoe het er in mijn hoofd aan toe gaat. Ja, ik heb het zwaar, maar is dat dan een ‘hoge lijdensdruk’? Van lezen dat afstand/nabijheid problematisch is in mijn relaties word ik ook niet blij. Tegelijkertijd klopt het wel. Mijn relaties met anderen zijn moeizaam en ik weet nooit hoe ik ze moet interpreteren. Altijd ben ik onzeker over waar ik sta en wat anderen van me denken. Hier ben ik dagelijks mee bezig. De antwoorden kloppen wel, het is alleen nogal veel om zomaar te verwerken. Louise geeft me de tip om veel in mijn dagboek te schrijven, dat zou me kunnen helpen met het ordenen van de chaos. Schrijven ligt me, dus deze tip neem ik graag mee. Wat me sterkt is dat ik volgens de testen een redelijk sterk persoon ben en dat ik best wat kan hebben. Dat weet ik diep vanbinnen wel, maar soms twijfel ik eraan omdat

Page 184: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

184

mijn lichaam zichzelf heeft laten kennen. In mijn ogen (en dat van anderen) een groot teken van zwakte. Daarnaast komt naar voren dat ik veel druk/spanning ervaar en dat ik die ventileer door middel van lichamelijke klachten. Niet echt een verrassing. Wat mij wel heeft verrast is ‘de mate van extraversie’. Louise heeft aan de hand van de testresultaten uitgelegd dat er een bepaalde knak in mijn persoonlijkheidsontwikkeling heeft plaatsgevonden. Om dat zo duidelijk op papier te zien vind ik moeilijk. Ik ben vanuit mezelf behoorlijk introvert, maar ik heb mezelf gepusht tot extraversie. Dat past dus niet bij mij. Daarom ben ik zo ver van mezelf verwijderd geraakt. Wie ik wilde zijn, was ik helemaal niet. Het paste niet. Nu snap ik wel iets beter waarom bepaalde dingen zo slecht hebben gevoeld. Ik kan een heleboel vertellen, maar mezelf laten zien, heb ik altijd moeilijk gevonden. Huilen en verdriet, dat kon ik altijd wel laten zien. Erg onduidelijk allemaal. Ik vind het moeilijk om te merken dat alles in mij op losse schroeven is komen te staan. Ik dacht een bepaald beeld van mezelf te hebben. Ik dacht dat dit was wie ik ben. Altijd aan anderen denken, gezellig zijn, veel kletsen, uitdagingen aangaan… Mijn studie, mijn werk, mensen om me heen, spontaniteit en de beest uithangen… Nu weet ik het eigenlijk niet meer. Ben ik dan in wezen een muurbloempje? Dat kan toch niet kloppen? Aan de ene kant vind ik het leuk om mezelf opnieuw te ontdekken, maar het is ook eng. Ik merk dat ik veel oordelen over mezelf heb. Dan voel ik eindelijk eens iets maar dan denk ik: boehoe, nou nou, wat heftig zeg, lekker aandacht trekken, hè. Dit is een continu gevecht. Nooit mochten mijn gevoelens er zijn en hier wel. En dat voelt niet helemaal natuurlijk. Maandag 9 maart Weekendnabespreking: Doel is om aan mezelf te denken en rust te nemen. Niet te veel met de groep bezig zijn! (Het blijft een

Page 185: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

185

belangrijk punt.) Een paar uur later is mijn eerdere voornemen alweer onderuitgehaald. Tijdens het groepsgesprek word ik behoorlijk aangevallen door mijn vroegere buddy. Hij heeft een week lopen sudderen op iets waar hij blijkbaar van baalt. Lekker volwassen om het dan een week later pas uit te spreken. Ik had een aantal groepsleden blijkbaar… ja, wat heb ik eigenlijk gedaan? Ik heb iets verkeerd gedaan wat de sfeer verpestte. Weet ik veel. Het wordt me al een week kwalijk genomen. Wat het precies is weet ik niet eens meer. Ik heb het hier helemaal gehad. Ik doe constant mijn best en voor iets belachelijks word ik nu uitgekotst. Iemand van de verpleging komt me na afloop opzoeken op mijn kamer en vraagt hoe het met me gaat. Ik vertel dat ik boos ben en dat ik flink baal. Dat ik het oneerlijk vind om zo aangesproken te worden. Zeker dat het niet eens om iets recents gaat, maar om iets van een week geleden. Dat ik er zo ontzettend klaar mee ben om altijd maar op mijn tenen te moeten lopen. Waarom ik niet goed genoeg ben. Ze laat me uitrazen en huilen en geeft me een schouderklopje. Ze vindt het juist gezond dat ik er klaar mee ben. Het is niet normaal om zo bezig te zijn met anderen en met de groep. Je kunt het nooit goed doen voor de ander. Het wordt tijd om me daar bewust van te zijn en al die energie eens in mezelf te stoppen. Ze feliciteert me met mijn woede. Ze vindt het alleen maar goed dat ik me zo voel. Dat ik íéts voel. Dat betekent dat ik grenzen begin te krijgen. Zo had ik het nog niet bekeken, voor nu ben ik alleen maar kwaad. Het positieve zien we morgen wel weer.

‘Als je er een gewoonte van maakt je niets persoonlijks aan te trekken, hoef je geen belang te hechten aan wat anderen doen of zeggen. Je zult alleen op jezelf moeten vertrouwen om tot verantwoorde keuzes te komen. Je bent nooit verantwoordelijk voor wat anderen doen. Je draagt alleen verantwoordelijkheid voor jezelf.’

Page 186: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

186

Dinsdag 17 maart Om 12.00 uur een aanval en daarna drie kwartier uitval. Om 18.00 uur weer een aanval en daarna tweeënhalf uur uitval. Geen woorden voor zo’n dag als vandaag. Alles komt eruit door middel van hevige stuiptrekkingen. Deze aanvallen kosten me al mijn energie en mentale kracht. Ergens word ik ook steeds bozer. Ik wil en kan deze nieuwe realiteit niet accepteren. Ik ben nog nooit zo kwaad geweest op mijn lijf als nu. Flauwvallen prima. Uitval, daar valt nog mee te leven. Maar epileptische aanvallen? En dan ook nog eens de ‘neppe’? Godverdomme. Ik word er helemaal gek van. Mijn lijf is niet meer van mij. Mijn zeggenschap is allang verdwenen. Ik voel me in mijn hemd gezet en ben compleet radeloos. Kwaadheid betekent ook vechtlust. Maar hoe moet ik dat doen als de kwaadheid op mezelf is gericht? Ik moet toch juist voor mezelf leren vechten? Het is een moeilijk gegeven en ik breek er mijn hoofd bijna over.

‘Opgeven betekent niet altijd dat je zwak bent. Soms betekent het dat je sterk genoeg bent om iets los te laten.’

Woensdag 18 maart Vandaag heb ik mijn presentatie gegeven bij Weet Wat Je Hebt, (Psycho-educatie). Ik was erg zenuwachtig dat ik het niet goed zou doen. Maar het ging gelukkig prima. Ik ben altijd zo zenuwachtig voor alles en als ik het dan moet doen, dan doe ik het. Vaak nog goed ook. Waarom maak ik me dan zo druk van tevoren? Ik weet dat ik me goed heb voorbereid, toch zie ik grote mislukkingen en beren op mijn pad. Ik zit midden in mijn therapie, het is heel erg zwaar. Maar ik doe het wel, ik ga het aan en ik doe het helemaal alleen! Er gebeurt veel en er verandert ook heel veel. Ik voel meer en dat is niet altijd per definitie positief. Voor mij in ieder geval niet.

Page 187: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

187

Het is natuurlijk wel de bedoeling van dat hele beter worden en de behandeling. Ik heb niet voor niets altijd alles weggestopt. Ik haat voelen. Ik merk steeds meer dat ik het zelf zal moeten klaren. Mijn ouders hebben de antwoorden ook niet. Op sommige dagen lijkt het nog alsof ik iemand anders ben die vanaf een afstandje kijkt naar de persoon die ik eigenlijk moet zijn. Het daalt allemaal nog niet in. De dagen rijgen zich aaneen met voelen en dissociëren. Afstompen en rauwe pijn. Het schakelen lijkt me te overkomen. Ik heb nog weinig controle over mijn gevoelens. Ik probeer te kijken naar de positieve punten van mijn opname, ik kan hier altijd bij iemand terecht. Hier kan en mag ik leren om mezelf te zijn. Het heeft mij niet geholpen om de lieve vrede te bewaren. Nergens. Waarom zou ik het in hemelsnaam proberen in een kliniek waarvan ik zeker ben dat iedereen problemen heeft? Ik lijk wel verslaafd aan een verloren zaak. Bram en ik hebben onszelf weer laten kennen. We zijn weer met elkaar naar bed geweest. Het platonische van onze relatie heeft Breda niet overleefd. Tijdens mijn opname ging het goed, maar tijdens een weekend in Breda ging het weer eens mis. Ik had het eigenlijk niet verwacht, omdat ik zeker wist dat hij het niet wilde. Het was weer helemaal als vanouds, toch vertelde hij na amper drie minuten na de seks dat hij er al spijt van had. Een koude douche. Maar ik weet hoe hij is. Hij heeft het tegen zijn nieuwe vriendin, of hoe ik haar ook moet noemen, verteld. Ik was helemaal ongerust en schaamde me diep en haar reactie was: 2-1?! Heel apart. Ik zou helemaal niet blij zijn, maar ik probeer naar mijn eigen rol te kijken, ik kan niet naar hen kijken. Hoe kan iemand daar zo makkelijk overheen stappen? Bram is ook apart. Ik wil iemand die voor mij gaat. Maar als ik hem zie ben ik verloren. Hij heeft een speciaal plekje in mijn hart. Ik moet hem zien voor wat hij is: een goede vriend. Het kan niet meer zijn. Hij kan mij niet gelukkig maken. De leegte die ik vanbinnen

Page 188: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

188

voel moet ik zelf vullen met liefde. Hij moet zijn eigen weg volgen en ik de mijne. Ik kan het leven niet dwingen en de liefde zeker niet. Hoe meer controle ik wil, hoe meer ik het verlies. Ik heb al zoveel moeten loslaten, dit gaat me lukken. Hij mag heus wel in mijn leven blijven, maar het moet platonisch. Ik moet alles op mezelf inzetten want met hem ga ik de strijd niet winnen. Op papier probeer ik mezelf serieus te nemen maar in het echte leven vergeet ik alles en kies ik meestal voor de onverstandige weg. Ik denk dat het tussen ons gaat veranderen zodra ik niet meer wil. De verleiding is er en zal blijven, maar ik moet verder. In dat spelletje van aantrekken en weer afstoten heb ik geen zin,al is het opwindend genoeg. Het wordt tijd dat ik mezelf eens aan kan kijken in de spiegel. Er zijn heus wel mannen die mij leuk zullen vinden, maar eerst moet ik mezelf maar eens leuk vinden. Anders wordt de rest van mijn leven zo’n drijfzandgebeuren. Het moet natuurlijk wel veranderen. Mijn leven hangt niet af van het feit of iemand mij leuk genoeg vindt om iets aan te gaan. Eerst maar eens mijn aanvallen accepteren en een plaatsje geven. En straks kijken naar wat er nog mogelijk is.

Page 189: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

189

Alles slaat op tilt

Ook bij Louise komen mijn angsten uitgebreid aan bod. Ze benoemt vooral mijn krampachtige pogingen om controle te behouden. Er gebeurt zoveel de laatste tijd dat ik me overspoeld voel. Het is te veel, ik weet gewoonweg niet wat ik met mezelf aan moet. Louise denkt goed met me mee en heeft het idee dat ‘we’ misschien te snel willen. Het is belangrijk om het tempo goed te bepalen, ik moet het wel aankunnen. Mijn hoofd wil het liefst zo snel mogelijk, maar mijn systeem slaat op tilt. Ik voel me gezien en gehoord door Louise. Nooit gedacht dat het zo snel beter tussen ons zou gaan. Ze probeert op allerlei manieren oplossingen aan te dragen en dat zorgt ervoor dat ik me minder alleen voel. Erg fijn. Mijn strenge stem neemt helaas wel steeds meer de overhand. Alsof er continu iemand ‘aansteller’ roept. En het wordt alleen maar erger. Louise denkt dat het op dit moment geen zin heeft om hier tegen in te gaan. Ik moet de stem maar toelaten. Dit klinkt wel erg schizofreen, maar dat is het niet. Iedereen heeft een innerlijke stem en die van mij is nogal uit balans. Net zoals de rest van mij. De komende tijd moet ik hem in plaats van proberen te sussen maar laten roepen. Ik hoop dat het lukt. Ook hebben we het veel over mijn extreme aanpassingsvermogen. Dit patroon blijf ik namelijk herhalen in de groep. In de kliniek moet ik mijn patroon zien te doorbreken, zodat ik het thuis kan leren veranderen. Eigenlijk komt het erop neer dat ik mezelf minder belangrijk vind dan de ander. Iedereen is belangrijker dan ikzelf. Daar is heel veel van mijn gedrag op gebaseerd. Het opofferen komt dus voort uit iets diepers. Zo leer ik mezelf wel steeds beter kennen. Ik weet heus wel, rationeel gezien, dat ik ook wat ‘voorstel’, dat anderen niet belangrijker zijn. Toch is het in mijn systeem als waarheid geprogrammeerd. Mijn waarheid, waar ik al mijn hele leven naar leef. Ik vind mezelf pas een

Page 190: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

190

goed mens als ik er voor anderen kan zijn. Alles wat enigszins naar egoïsme neigt wordt door mij afgestraft. Niemand heeft mij ooit verteld dat ik niet belangrijk ben. Dat heb ik mezelf wijsgemaakt. En die boodschap heb ik behoorlijk serieus genomen. Louise raadt me een ‘piekeruur’ aan omdat mijn gedachten te veel met me aan de loop gaan. En ze hebben vaak niet eens nut. Dat is meestal zo met piekeren, je probeert krampachtig te bedenken wat er allemaal kan gebeuren of wat niet om alle mogelijkheden uit te sluiten. Stel dat er dan iets enorm misgaat, dan heb je het van tevoren al helemaal uitgedacht, hoe je er mee om wilt gaan. Ik bedenk vaak de allerergste scenario’s en maak mezelf helemaal gek met dingen die waarschijnlijk nooit uitkomen. Als je zou weten wat ik allemaal al heb bedacht, valt mijn realiteit nog best wel mee. Onzin natuurlijk dat piekeren en een enorme tijdsverspilling, maar stop er maar eens mee. Ik vind het piekeruur een grappig idee. Inmiddels sta ik overal voor open, alles wat helpt geef ik graag een kans. In oorlog en liefde, vooral in oorlog zoals nu, is alles geoorloofd. We hebben het over mijn veranderde aanvallen. Ook Louise vindt het niet per se iets negatiefs. Ze denkt dat het te maken heeft met het doorbreken van mijn ‘somatoforme dissocatie’, het lichamelijk reageren op spanningen. Ik leer op een andere manier om te gaan met spanningen. Verder vormen mijn problematische grenzen een rode draad in onze gesprekken. Daar horen automatisch herinneringen bij die ik liever nooit meer aan de oppervlakte had gezien. Om te kunnen veranderen zal ik eerst moeten erkennen wat er allemaal is gebeurd. Stap voor stap deel ik mijn gedachten, gepaard met heel veel schaamte. Het helpt om deze moeilijke herinneringen uit de schaduw te halen en in het licht te houden. Hoe confronterend het ook is, ze horen bij mij en het is gebeurd. We gaan dieper in op mijn zelfbeeld. Het liefst wil ik positief over mezelf denken, maar ik weet niet of dat haalbaar is. Louise is al een tijd met mij bezig om alles in

Page 191: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

191

kaart te brengen. De kerngedachten die ik heb zijn: ik ben een mislukkeling, ik ben niets waard en ik verdien het niet. Hoe ik hiermee omga is vooral leuk doen en een positieve sfeer maken, juist heel erg mijn best doen voor anderen, niet laten zien hoe ik me voel, niet voelen maar dissociëren, piekeren, niet in het hier en nu denken, meningen van anderen vragen, anderen op een voetstuk plaatsen en mezelf de grond in trappen. Dit is wel een beetje de kern van mijn overlevingsmechanisme. Als ik het zo op papier zie, weet ik hoeveel werk er nog aan de winkel is. Ik weet hoe het er in mijn hoofd aan toe gaat, maar om het zo uit zijn verbanden te zien, maakt me verdrietig. Deze overlevingsmechanismen zorgen ervoor dat ik altijd onder stress sta en mezelf eenzaam voel. Louise legt het allemaal uit en nu snap ik waarom ik zoveel stress ervaar, zelfs wanneer er niets aan de hand is, sta ik nog stijf van de spanning. Dat heeft dus te maken met mijn ‘binnenkant’. Louise vindt dat ik mezelf erg vaak bestraffend toespreek, als een soort ‘bestraffende ouder’. Het merendeel van de tijd kraak ik mezelf af en ik heb het niet eens in de gaten. Ik vind het zo moeilijk om voor mezelf te kiezen en mijn grenzen aan te geven en als ik het doe wordt er vaak niet naar geluisterd. Nog vaker wordt eroverheen gegaan. Ergens is het natuurlijk positief dat ik mijn grenzen begin te voelen. Ik begin het te merken wanneer anderen eroverheen gaan. Alles is een wisselwerking, ik ben nooit duidelijk genoeg geweest. Waarom anderen over mijn grenzen blijven gaan, weet ik niet. Louise vindt het goed dat ik mijn grenzen aangeef. Dat het consequenties heeft voor mijn relaties met anderen hoort er blijkbaar bij. Misschien vindt mijn omgeving het helemaal niet zo leuk als ik voor mezelf op leer komen. Ik kan niet meer terug, het moet nu eenmaal anders. Zelfs als het betekent dat ik een heleboel mensen verlies, dat moet dan maar.

Page 192: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

192

Hier trek ik de lijn

Ik heb weer eens een aanval gehad. Op zich niets bijzonders, want dat gebeurt bijna dagelijks. Vaak meerdere keren op een dag. Alleen deze keer is de nasleep wat minder prettig. De verpleging op de afdeling heeft een protocol over ‘hoe om te gaan met aanvallen’. Iedereen vult het in op zijn persoonlijke manier, wat ik ook enorm goed snap en vaak fijn vind. Deze keer is er een invaller aan het werk die ik nog niet zo goed ken. Terwijl ik weer bij bewustzijn kom, maar mijn lichaam nog niet aan kan sturen, hoor ik hem. Ik kan niets bewegen, mijn ogen openen gaat zelfs nog niet, maar ik hoor hem tegen me praten, het voelt als roepen. ‘Deborah, wordt maar wakker!’ En terwijl ik dit hoor merk ik dat hij aan mijn lichaam begint te schudden. Ik kan niets doen en voel me zo machteloos. Wanneer ik weer wat bijkom, overheerst de angst. Ik voel me zo onbegrepen. Misschien kan ik het niet zo goed relativeren, maar ik voel me al machteloos genoeg als ik op de grond lig, overgeleverd aan de zorg van anderen. En dan zegt iemand, nota bene van de verpleging: ‘Word maar wakker.’ Alsof ik op een knopje kan drukken en dan kan zeggen: ‘Oké, dat is goed’, me vervolgens uit kan schudden als een hondje en al kwispelend op kan staan. Zo werkt het helemaal niet. Hierna word ik bang voor hem. Ik wil niet meer door hem worden geholpen. Ik weet dat dit een overdreven reactie is, hij bedoelde het helemaal niet slecht, maar mijn lichaam denkt hier toch anders over. De verpleging en therapeuten nemen mij serieus. Wanneer hij dienst heeft doe ik namelijk mijn deur op slot. Ook ben ik doodsbang om een aanval te krijgen in zijn bijzijn. Niet zo handig want dat versterkt elkaar alleen maar. We hebben nu met alle behandelaren een lijst gemaakt met afspraken. Hierin staat hoe iedereen omgaat met mijn aanvallen. Ik voel me heel serieus genomen. Met mijn psycholoog hebben we het

Page 193: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

193

er nog inhoudelijk over gehad, want die angst ging van kwaad tot erger. Ik kwam erachter dat mijn lichaam dit gevoel kende. Het was een ‘herinnering’ aan machteloosheid, niets kunnen doen. Dit heeft te maken met mijn grenzen en mijn relaties met mannen. Voor Bram heb ik namelijk wat vervelende ervaringen gehad. We hebben uiteindelijk een afspraak met zijn drieën. Mijn psycholoog, hij en ik. De hele situatie loopt behoorlijk uit de hand. Hij lag van tevoren al niet goed in de groep, maar hij vindt ook nog eens dat ik de groep tegen hem heb opgestookt. Dat is niet zo, de spanning liep te hoog op. Iedereen met conversie is hier enorm gevoelig voor. Hij liep natuurlijk op zijn tenen en hij werd steeds achterdochtiger. Dat zorgde voor uitbarstingen in de groep. Na ons gesprek hebben ze het er in een vergadering over gehad en er is besloten dat hij niet meer in komt vallen in de kliniek. Ik voel me schuldig, maar tegelijkertijd ook opgelucht. Dat hebben ze vanuit de kliniek niet alleen voor mij gedaan, zo werkt het niet. Hij heeft achteraf toegegeven dat hij het hele proces rondom de onverklaarde lichamelijke klachten niet zo goed snapte. Dan hoor je hier wat mij betreft niet.

Page 194: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

194

EMDR

Dinsdag 31 maart Vandaag is opnieuw een dag om door te strepen. Ik heb een EMDR-behandeling gehad. Eye movement desensitization and reprocessing (afgekort EMDR) is een therapeutische interventietechniek die voornamelijk wordt toegepast bij mensen met een posttraumatische stressstoornis (PTSS). Deze therapie wordt vaak toegepast bij trauma’s en situaties die te lang blijven hangen, zodanig dat het je functioneren beïnvloedt. Ze doen het niet voor ieder pijntje, om het zomaar even te zeggen. De behandeling ging goed, maar ik heb er nu wel flink last van. Ik heb een flinke na-reactie, maar dat schijnt normaal te zijn. Ik dissocieer volledig. Ik heb langdurige uitval in mijn benen en bij bewustzijn vlieg ik telkens uit mijn lichaam. Dat blijft een rare gewaarwording. Herbeleving en angst voeren de boventoon. Gelukkig word ik goed opgevangen door de verpleging. Frans steunt me enorm, hij heeft de hele tijd naast mijn bed gezeten om me erdoorheen te praten. Ik ben erg moe. Ik heb veel geslapen en twee keer even buiten gezeten. Stemmen en geluiden komen hard binnen. Ik ben op scherp gezet en tegelijkertijd voelt het alsof ik in een cocon zit. Ik kan er niet uitbreken. Sinds een paar weken komen er allerlei herinneringen naar boven. De laatste tijd als ik in mijn bed naar het plafond lig te staren verschijnen ze op mijn netvlies. Terwijl ik dit helemaal niet wil. Ik heb al genoeg aan wat er op mijn bordje ligt. Het liefste wil ik doen alsof bepaalde feiten nooit hebben plaatsgevonden. Dat helpt me alleen niet verder. De schaamte was altijd zo groot, maar deze feiten zijn een deel van mij. Een deel van het begin van de oplossing. Ik was al een tijd lekker bezig in de liefde. Overal zocht ik bevestiging; wanneer de een me liet zitten, ging ik al snel druk op zoek naar de volgende. Hierin lette ik

Page 195: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

195

helemaal niet op wat ik eigenlijk wel of niet wilde. Mannen vonden dit wel lekker makkelijk natuurlijk. Ging het me werkelijk om hen? Ik denk het eigenlijk niet, zij vervulden tijdelijk een gevoel van compleet zijn. En dan heb ik het juist niet over seks. Als het daarop aankwam, zei ik vaak nee. Lekker duidelijk. Ik zei wel nee, maar mijn lichaam deed uiteindelijk ‘ja’? Dus waarom zou de ander luisteren naar een afwijzing? Ik durfde niet voor mezelf op te komen en dit is een aantal keer verdergegaan dan dat ik eigenlijk wilde. Laat ik het zo zeggen: er zijn een aantal mannen bij die doorgaan bij een wat onduidelijk antwoord. Ik heb lang rondgelopen met het gevoel dat ik het op mezelf had afgeroepen. Je nodigt toch niet voor niets een man uit? Dan vraag je er toch om? En vergeet niet: ik was er ook niet vies van, van aandacht en alles eromheen. Dit ging altijd gepaard met flessen wijn. Mijn al niet aanwezige grenzen vervaagden hierdoor alleen nog maar meer. Ik heb hier een enorm schuldgevoel aan overgehouden. Ik vond dat ik niet mocht klagen, ik had er immers om gevraagd, mijn broertje, die was echt misbruikt. Dus stopte ik alles ver weg en vond ik mezelf de grootste mislukkeling op aarde. Mijn problemen met grenzen waren bekend in de kliniek. Daar heb ik het vaak over gehad. Alleen het gedoe met mannen kwam op een later moment naar boven. Ik heb het zelf nooit gezien als ‘misbruik’. Het gaat mij meer om de schuldgevoelens, dat ikzelf misbruik van me heb laten maken. Ik heb altijd zo’n laag zelfbeeld gehad dat ik dit soort situaties over me heen heb laten komen. Letterlijk. En dan vond ik nog dat ik het verdiende ook. Zelfrespect is iets wat ik al lange tijd mis en dat heb je wel nodig in omgang met de rest van de wereld. Zeker met mannen. Onduidelijk zijn en uiteindelijk overstag gaan op het moment zelf heeft me een heleboel gekost. Mijn ‘nee’ moet een ‘nee’ worden. Als ik geen controle heb over mezelf en ik moet me laten verzorgen door de verpleging voel ik me behoorlijk kwetsbaar. Ze doen me hier heus geen kwaad, maar ik wil zelf weer de baas worden over mijn eigen lijf. Toen die

Page 196: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

196

verpleger aan mijn lijf ‘rammelde’ (zo kwam het op mij over), kwamen al die andere ervaringen naar boven. Niet alleen in de liefde heb ik problemen gehad met grenzen, maar ook met vriendinnen en in mijn familie. Ze zijn steeds meer vervaagd totdat ze compleet waren verdwenen. Door die EMDR heb ik hopelijk een begin gemaakt om weer ergens iets op te kunnen bouwen. Dit moet gaan veranderen. Hoe slecht ik ook over mezelf denk, er moet toch een positieve omslag kunnen komen? Het destructieve in mij moet ophouden naar de buitenwereld toe, maar ook in mijzelf. Daar begint het natuurlijk allemaal. Op dit moment overheerst het schuldgevoel. Ben ik nu zo’n slecht mens? Ik weet het niet. Een heleboel van de rotzooi waar ik nu mee moet dealen heb ik mezelf aangedaan. Misschien gaat het ook over de vraag waarom ik het allemaal op die manier heb aangepakt. Op een gegeven moment was mijn ratio ver te zoeken. Zou ik iemand anders ook zo sterk veroordelen als zij mij zouden zijn? Waarschijnlijk niet. Ik heb het boetekleed strak aangetrokken en het lijkt alsof het me langzaam begint te verzwelgen. Dat er altijd meerdere kanten aan een situatie zitten moet ik nog zien. De tijd zal het leren.

Page 197: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

197

Koffie en sigaretten

Iedere ochtend schuif ik als laatste aan bij de volle ontbijttafel. Je kunt van zeven uur tot halfnegen ontbijten, daarna begint de dagopening. Ik hoor elke ochtend al vroeg mensen over de gang schuifelen. Kreunend draai ik me nog eens om, ik wil dan nog niet opstaan. Ik slaap slecht ’s nachts. En wanneer ik slaap heb ik vaak nachtmerries. Dus het is niet zo dat ik lekker uitrust en wil blijven liggen. Die uurtjes in de ochtend wil ik nog meepakken om nog ergens energie vandaan te halen. Met mijn wekker op de snoozestand probeer ik het opstaan elke keer vijf minuten uit te stellen, totdat het niet meer kan en ik me moet haasten. Douchen voor het ontbijt lukt vaak niet, dus met een duf hoofd kom ik om kwart over acht de huiskamer binnen strompelen. De anderen vinden dat vaak grappig, die zitten al zeker een uur te stuiteren van alle koffie die wordt gedronken. Koffie en sigaretten, echt kliniekvoer. Daar wordt op geleefd in de psychiatrie. In de kliniek is zelfs een ‘rokersruimte’. Het is het meest duffe hok dat ik ooit heb gezien. Duf, zowel qua inrichting als qua geur. Een klein beetje rooklucht vind ik soms best wel lekker. Maar in de lucht die daar hangt zit bijna geen zuurstof meer bij. Toch is het er altijd druk. Mijn ontbijt wordt door iedereen gadegeslagen. Ik pak een beker en gooi hem vol met Brinta en melk. Even roeren en klaar is mijn ontbijt. Ik ga aan tafel zitten en probeer dat ranzige vocht weg te werken. Ik vind het helemaal niet lekker; waarom ik het iedere ochtend blijf drinken, geen idee. Het is snel en makkelijk. Ik vraag me af of er voedingsstoffen in zitten. Mijn gezicht spreekt iedere keer boekdelen. Toch weer iets om over te lachen met elkaar. Het is niet altijd leuk om ’s ochtends al in een groep te moeten functioneren. Je moet je ten alle tijden aanpassen. Niet te veel, want dat mag niet in de kliniek. Dat is namelijk onze valkuil. Doen wat je

Page 198: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

198

wilt kan ook niet. Dus je vraagt braaf elke ochtend: ‘Hoe hebben jullie geslapen?’ Het is een retorische vraag, want je weet dat iedereen rot slaapt. En met die vraag is de dag vol therapie weer begonnen. Met Janne en Inez wordt de band steeds hechter. We steunen elkaar en proberen de ander, naast onszelf, door de dagen heen te slepen. Janne stuurt me lieve kaartjes, dat doet me zo goed. We herkennen veel in elkaar, ze noemt me zelfs haar kleine zusje. Hun bezorgdheid raakt me, ik voel me gezien. We beginnen zelfs al onze eigen gewoontes te ontwikkelen. Inez loopt structureel rond met een kersenpitkussen op haar hoofd. Dat helpt volgens haar tegen de pijn. Door de warmte van het kussen loopt ze de hele dag door te gapen. Het is een grappig gezicht. Ze is wat rustiger, dit komt door haar nieuwe medicatie. Iedereen in de groep slikt sowieso vrachten vol pillen. Ze hebben allemaal hun eigen doos. Vakjes voor iedere dag, ook nog eens verdeeld over dagdelen. Ik kan me niet voorstellen dat het allemaal even goed is voor iedereen. Zelf wil ik niet aan de pillen. Die hebben me destijds over de afgrond getrokken, ik denk dat het me geen goed kan doen. Hierdoor neem ik wel weer de moeilijke weg. Pillen kunnen een tijdje helpen om het wat makkelijker te maken. Waarom zou ik het makkelijk willen als het moeilijk kan? De verpleging en behandelaren respecteren mijn besluit en zien ook wel in dat het me geen goed zal doen als ik er zelf niet achtersta. Het onderwerp komt af en toe wel terug, tijdens hele zware periodes. Het zou best fijn zijn om die scherpe randjes er wat af te halen. Toch doe ik het niet. Ik heb al zo weinig controle over mijn lichaam, laat staan dat ik er nog eens pillen bij gooi. Wie weet wat dat allemaal weer in de war schopt. De eetmomenten zijn vaak hilarisch. Eerst kregen we ons eten van het naastgelegen ziekenhuis. Dit wordt dan vervoerd in een kar en deze wordt door de hal van de kliniek gereden. Je hoort het ding al aankomen, en geloof me, niemand is dan enthousiast of krijgt spontaan een

Page 199: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

199

kwijlende Pavlov-reactie. Iedere week mogen we de eetlijsten invullen, voor elke dag zijn er twee keuzes. Op papier klinkt het soms best lekker. Jammer genoeg moeten we met de hele groep kiezen, alles heel democratisch. Ik heb een specifieke smaak dus ik ben niet altijd tevreden met het resultaat. Zelfs wanneer het wel mijn keuze is, wordt mijn enthousiasme vaak bestraft. Op papier lijkt het nog wat, maar wanneer het in die dampende, ijzeren bakken op tafel wordt gezet, houdt het al snel op. De geur alleen al verpest een heleboel. En wanneer het deksel eraf gaat word ik spontaan misselijk. Stampotten drijven in een laag vet, vlees wordt niet gebakken, maar gekookt. Het resultaat is rubber, echt rubber. Sowieso wordt er niets gebakken, dus de ‘gebakken aardappelen’ zijn nat en zien er zielig uit. Wanneer we pasta hebben, valt het nog mee, dan hebben we een goede dag. We krijgen altijd bakjes sla en een toetje na. Daar wordt op geleefd. Ik weet dat ik goed moet eten, alle energie is broodnodig, maar het gaat niet. Voor mijn opname had ik altijd commentaar op alles, nu beloof ik mezelf wat nederiger te worden. Alles is goed, als het dit maar niet is. Om toch maar af en toe wat lekkers te eten, bakken we tosti’s. Heel veel tosti’s. Ik besmeer de mijne rijkelijk met dikke lagen sambal. Mijn smaakpapillen worden verdoofd en kapotgebrand, maar die heb ik hier niet nodig. Ik leer boterhammen te eten met pindakaas en sambal. Hartstikke lekker. We weten ondertussen dat het eten verschrikkelijk vies is maar dat weerhoudt ons er niet van om te klagen. Iedere dag opnieuw. De verpleging wordt er moe van en probeert ons in de hand te houden. Maar zij hoeven die troep niet elke dag te eten. Dat geven ze dan ook wel weer eerlijk toe. Ze vinden ook niet dat we ons aanstellen, want het slechte eten is een feit. Maar er continu over zeuren heeft geen zin en is slecht voor de moraal. Wat ons betreft is dit dagelijks geklaag lijm voor de groep. De eetmomenten zorgen voor saamhorigheid. We moeten namelijk allemaal dezelfde troep verwerken. Inez is de negativiteit vaak beu

Page 200: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

200

en probeert ons wakker te schudden. Ze heeft ook zeker gelijk, maar het gaat allang niet meer over het eten. Het is een manier om te ontsnappen aan de problemen van alledag. Hoe lekker is het na een dag vol therapie, waarin je het gevecht aan moet gaan met je demonen, om ’s avonds te klagen over het eten? We blijven tenslotte Nederlanders, altijd iets te klagen. Na een tijdje krijgen we te horen dat het eten gaat veranderen. Iedereen is helemaal in rep en roer. Sowieso doen veranderingen in een doorgaans gestructureerde omgeving wat met een mens. De verwachtingen zijn hooggespannen. Voortaan wordt ons eten ergens anders bereid en vervoerd naar de kliniek. Daar wordt het verder ‘klaargemaakt’ in een soort van stoomoven. Het klinkt in ieder geval gezond. Het resultaat is wat minder. De kwaliteit van het eten is een stuk beter en de keuzes klinken mij goed in de oren. Waarschijnlijk komt het eten ook goed aan, alleen dan moet het nog worden klaargemaakt. Alles wordt kapotgestoomd. Resultaat? Zompig eten. Gebakken aardappeltjes en frietjes komen onherkenbaar uit de schalen. Toch is het een stuk beter dan het ziekenhuiseten. Met wat fantasie en mijn pot sambal kom ik nu een heel eind.

Page 201: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

201

Niet toen, morgen, maar nu

Maandag 6 april Gisteren las ik iets wat me de hele tijd bijblijft. Van in iemand zijn schaduw staan of jezelf opofferen, daar heeft nog niemand ooit een applaus voor ontvangen. Eigenlijk kom je niet zo ver met opoffering, in mijn geval kom je uiteindelijk uitgeblust terecht in een kliniek. Hoe kan het nou dat ik aan de andere kant ben beland en dan niet aan de kant van de mensen die hulp bieden en daarvoor worden betaald? Dat vraag ik me zo vaak af. Het besef dat ik hier zit terwijl mijn hele wereld doordraait, om woest van te worden. Hoe is dit in hemelsnaam gebeurd? Ik begin eindelijk te voelen hoe absurd dit allemaal is. Die golven woede zijn ook niet echt prettig, maar ze moeten er nu eenmaal uit, zeggen ze hier. Mijn doel was om in de hulpverlening te gaan werken. Leuk, voor andere mensen zorgen en mensen helpen zichzelf te leren helpen. Ik weet eigenlijk niet of ik nog wel in de hulpverlening wil werken. Ik heb hier een behoorlijke hekel gekregen aan mensen die in de slachtofferrol zitten en daar vooral rustig in blijven hangen. Je kunt mensen niet dwingen om hetzelfde inzicht te hebben als wat jijzelf hebt. Ik dacht altijd dat ik andere mensen zou kunnen helpen, maar zij moeten het wel zelf doen en willen. En dat is nog niet zo makkelijk. Is mijn leven pas de moeite waard tot een of andere idioot besluit mijn ‘ware liefde’ te zijn en wij samen door het leven gaan ‘huppelen’? Of wanneer ik mijn diploma van weet ik veel wat voor opleiding heb afgerond? En moet het dan HBO of MBO zijn voor de mate waarin mijn zelfbeeld is bevredigd? Want met een mager LOI’tje zal ik mezelf heus geen schouderklopje geven, of toch wel? Wat is belangrijk? Snel weer aan het werk gaan, of juist de tijd nemen om goed en bewust beter te worden? Al die vragen, en het antwoord schijnt al ergens in jezelf te zitten. Dan moet er nog veel graafwerk gebeuren. Ik vraag mezelf wel eens af of

Page 202: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

202

mensen echt gelukkig zijn met de manier waarop ze hun leven invullen. Als ik om me heen kijk zie ik veel mensen die alles willen en zo snel mogelijk. Niets is meer een vervulling. Totdat je opeens je gezondheid kwijt bent, dan ga je pas beseffen waar het daadwerkelijk om gaat. Al die inzichten, helemaal geweldig, ik ben er erg blij mee. Het geeft een bepaalde diepte in mijn leven. Alleen straks ben ik weer terug in mijn oude omgeving en dan heb ik er niets aan. Of wel? Stel, ik ga alles loslaten, komt er dan iets voor terug? In een soort van boemerangwerking? Mijn gezondheid, familie, opleiding, vrienden? Werkt het zo makkelijk? Ik denk het namelijk niet. Het is moeilijk om los te laten, maar heb ik het eigenlijk wel voor het zeggen? Is het wel zo handig om koste wat kost die controle vast te houden over dingen waar ik helemaal niets aan kan veranderen? Op dit moment is het gewoon zo dat ik in een instelling zit, en het enige wat ik kan doen is alles per dag bekijken. Ik weet niet hoe mijn leven eruit gaat zien. Ik denk dat ik in de liefde mijn lesje heb geleerd, ik wil iemand die een aanvulling is op mijn leven en geen invulling. Maar ja, straks zit ik weer alleen op mijn kamer en ben ik dan nog zo standvastig? Zijn we niet allemaal uiteindelijk zwak en op zoek naar een knuffel of wat aandacht? Ik wil mijn leven niet meer in dienst stellen van de ander. Ik wil geen egoïst worden, maar ik wil niet meer mijn lichamelijke en geestelijke gezondheid op het spel zetten om een ander maar tevreden te stellen. Het grappige is: een ander is nooit tevreden! Wat je doet of juist niet doet, het is nooit goed. Dus daar hoef ik het niet voor te doen. Alles ligt nu nog open, ik kan alles doen met mijn leven wat ik wil, binnen een aantal flinke grenzen. Door mijn haperende lijf ben ik gedwongen om voor mezelf te kiezen. En ik ben van plan om verantwoordelijkheid te nemen voor mijn eigen leven en mijn lichaam. Dat kan een ander niet voor mij doen, hier zal ik veel keuzes in moeten maken. Als ik goed kijk, heb ik in de vier maanden van mijn opname al veel geleerd, ik ben er nog lang niet maar ik ben

Page 203: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

203

wel op weg. Ik ben niet meer op de vlucht, ik werk eraan. Woensdag 8 april Tijdens Weet Wat Je Hebt vanochtend kreeg ik het enorm benauwd. Het waren denk ik emoties want ik werd enorm geraakt door het verhaal van een medecliënt. Sindsdien voel ik me erg rot en negatief naar alles en iedereen. ’s Avonds vindt het zijn uitweg, ik heb een aantal aanvallen achter elkaar. Ik reageer heel heftig op aanrakingen, ik verkramp compleet en heb last van hevige spierspanning. Mijn kaken zitten helemaal op slot. Dit vertelt de verpleging achteraf. Mijn aanvallen zijn weer anders dan anders. Ik heb erg lang last van uitval. Zelfs mijn stem is even weg. De verpleging vraagt zich af waar dit symbool voor zou kunnen staan. Waarom moet ik mijn mond houden? Ben ik onbewust bang voor wat er komt als ik eenmaal dit ‘voelen’ doorzet? Gisteren heb ik te veel hooi op mijn vork genomen. Ik kan erg slecht mijn rust vinden, ik ben erg druk en lijk soms wel een clown. Mijn vrolijke masker heb ik hier ook vaak op. Mijn gevecht om te voelen is flink aan de gang. Een middelbareschoolvriendin uit Zeeland komt vanavond op bezoek. Die komt wel en al die andere ‘goede’ vriendinnen hebben nog steeds de weg naar Gorinchem niet kunnen vinden. Het bezoek is voor mij een oefening om aan mijn grenzen te denken en deze aan te geven. Dat is dus niet gelukt. Om tien over negen komt de verpleging vragen of ik nog van plan ben om bij het koffiemoment te verschijnen. Dat begint namelijk om halfnegen. Hij ziet dat mijn bezoek er nog is en blijkbaar heb ik de verpleging nodig om haar weg te sturen. Zelf vind ik het moeilijk om dit te doen. Dat zijn de regels hier en dan nog kan ik het niet! Teleurstellend. Ze was midden in haar verhaal over de stormachtige relatie met haar vriend. Hoe kan ik dan stop zeggen? Grenzen zijn er om overschreden te worden. Heel leuk allemaal, maar door het bezoek ben ik wel compleet gebroken. Mijn lichaam doet pijn alsof

Page 204: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

204

ik een enorme kater heb. Zo leuk en spannend is het niet om over die grens te blijven gaan. Ik krijg namelijk direct de rekening gepresenteerd. Morgen krijg ik weer bezoek, ik ben van plan meteen aan te geven dat het bezoekuur maar tot halfnegen duurt. Heb ik dat in ieder geval gehad. Woensdag 15 april Weet Wat Je Hebt was behoorlijk intens. Ik weet niet wat er precies gebeurt, maar ik moet enorm huilen. We moeten langetermijndoelen bedenken. Ik kan geen doel bedenken en iedereen wil me helpen, maar ik zit compleet vast in mijn eigen chaos. Het lukt me niet om eruit te komen. Ik zie het gewoon niet meer. Misschien is het helemaal niet zo erg om eens flink te huilen. En dat doel komt vast vanzelf, hoop ik. Het is lastig om geen perspectief te hebben, ik weet niet waar ik straks eindig. Blijft dit mijn leven? Flauwvallen en die enorme vermoeidheid? Wat kan ik daar straks mee in Breda? Dan kan ik toch nog steeds niets? Misschien moet ik mijn perspectief hierop baseren. Op niets. Dan kan het alleen maar meevallen. Ik vind wel dat het beter gaat tijdens mijn vrije weekenden in Breda. Van tevoren maak ik een planning. Ik maak maar een afspraak per dag en kijk wat ik qua huishouden kan doen. Ik ga nu zelfs alweer alleen voor mijn boodschappen. Dat is best een kleine overwinning. Mezelf wat rustiger houden in Breda lukt ook steeds beter. Ik voel sterk wat ik wel en niet kan. Soms lukt het niet. Vorige week heb ik bijvoorbeeld wel de was gedaan en de afwas niet. Allebei was te vermoeiend. Het helpt wanneer ik zelf wat meer ontspannen ben. Ik kom er steeds meer achter dat de mensen om mij heen zich helemaal niet zo druk maken als ik. Logisch misschien, maar ik moest dat inzien. Waarom zou ik dat doen? Wat heeft dat voor meerwaarde? Anderen leven blijkbaar veel luchtiger. Daar heb ik

Page 205: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

205

nooit zo bij stilgestaan. Voor mij was het altijd zo normaal om zo te denken, natuurlijk weet ik ook wel dat ik er last van heb, maar zo werkte het nu eenmaal in mijn hoofd. Dat wil ik graag anders. Ik heb dit weekend besloten dat ik niet meer terugga naar mijn oude werk. Ik zal nooit meer kunnen leven en werken zoals ik dat deed. Ik moet een heel ander leven gaan leven. Ik zie eindelijk in dat mijn oude leven niet meer gaat werken. Het klinkt zo makkelijk, een uitkering trekken. Dat is helemaal niet mijn wens of uitgangspunt. Toch ben ik bang dat mensen deze mening zullen hebben, maar zij moeten maar eens een weekje in mijn schoenen staan. Het is altijd zo makkelijk om te oordelen. Je weet niet hoe iemand zich echt voelt. Ik hield me altijd vast aan mijn werk, daar moest en zou ik naar teruggaan. Mikkie teruggeven wat ze mij heeft gegeven. Anderen wisten het al, maar ik moest het zelf inzien, het gaat niet meer. Ik ga dus niet terug naar mijn oude leven, maar ik heb geen idee wat ik ervoor terugkrijg.

Page 206: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

206

Kans op geluk

Maandag 27 april Gisteren heb ik met mijn taxichauffeur Boris gezoend! Ik vind dat hij het verdient om eindelijk bij naam te worden genoemd. Ik heb hem verteld dat ik hem leuk vind en toen liep hij om de taxi heen en zoende hij me. Het was echt zo leuk en ik ben helemaal hyper. Ik was compleet van slag daarna. Ik dacht zeker te weten dat ik een blauwtje zou lopen. Toch wilde ik heel graag vertellen wat ik van hem vond. En toen zoende hij me! Het gebeurde op het parkeerterrein van de kliniek. Iedereen had het kunnen zien, maar er was toevallig niemand. En ja, ik heb ervan genoten. Ik vind het zo te gek dat hij door mijn situatie heen kijkt. Hij zal me toch niet zomaar zoenen? Ik zit niet in een situatie voor een scharrel. Dat zal hij toch wel begrijpen? Ik weet niet wat ik hiermee aan moet, hij is niet te peilen. Dat maakt het ook zo spannend. Ik dacht dat hij niets van mij moest hebben. Maar we hadden iedere week leukere gesprekken en we leerden elkaar steeds beter kennen. Hij heeft een interessante kijk op de wereld. Daar kan ik nog veel van leren. Ik zat enorm te vissen tijdens de rit naar Gorinchem. Hij zei dat hij niemand op het oog had en dat hij op blond valt. Ik kon wel door de grond zakken. Hij gaf geen millimeter mee en toch zoende hij me. Toen we afscheid namen vroeg hij me of ik voorzichtig wilde doen de komende weken. Zo lief! Ik weet niet hoe ik deze weken door moet komen. Ook al is het positieve spanning, het blijft wel spanning. Het doet veel met me, het brengt me nog meer uit balans. Ik weet dus niet of het zo slim is waar ik mee bezig ben. Ik ben er al aan begonnen en ik wil deze kans niet uit de weg gaan. Deze kans op geluk. Ik vind mezelf wel stoer dat ik het tegen hem heb gezegd. En hij vindt mij ook leuk, denk ik. Hoop ik. Ik ben zo benieuwd wat hij van me vindt. Hij is geen type om spelletjes te spelen. Hij heeft niet

Page 207: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

207

zoveel meisjes gehad volgens mij. Natuurlijk heeft hij wel die langere relatie gehad. Ik wil me hier niet schuldig om voelen. Ik hoef aan niemand verantwoording af te leggen. Toch is het wel weer iets voor mij, om iemand op te scharrelen tijdens een opname in een psychiatrische kliniek. Wie maakt dit nou weer mee? Met mijn ‘ik kan het wel alleen’. Ik voel me bijna schuldig, maar waarom? Natuurlijk gaan mensen hier iets van vinden. Ik heb geen relatie met Bram, maar ik ga het hem wel vertellen. Hij is ook altijd eerlijk tegen mij geweest. Natuurlijk houd ik nog van Bram, maar ik moet verder en hij is ook allang verdergegaan. Ik wil dit gevoel voor Boris een kans geven. Door de zoen met hem weet ik wat ik wil, iemand die écht voor mij gaat. En ik weet niet hoe de toekomst zal lopen, maar ik heb wel gezien dat ik alles aan kan wat me wordt aangereikt. Merel heeft ge-sms’t dat ze tijd heeft om langs te komen. Vorige zomer kwam ze opnieuw in mijn leven. Ze heeft haar excuses aangeboden via de mail, daar begon ons contact opnieuw waar het eerder eindigde. Ze vond het erg vervelend dat het zo uit de hand was gelopen. Voor mijn opname had ze beloofd om langs te komen. Ik heb erover nagedacht en uiteindelijk bedankt voor de ‘eer’. Op dit moment zit ik niet in de situatie om dankbaarheid te tonen wanneer iemand de moeite wil nemen om na vijf maanden langs te komen. Dan heb ik het wel over vriendinnen. Wat voor redenen ze allemaal heeft, het maakt me niet meer uit. Ik moet veranderen en voor mezelf kiezen. Ik weet dat iedereen zijn eigen leven heeft, maar als iemand zich een vriendin noemt, heb ik daar verwachtingen bij. Ik kan zulke mensen niet meer in mijn leven gebruiken. Ik ben niet meer boos, ze heeft genoeg aan zichzelf. Ik wil er geen deel meer van uitmaken. We hadden nooit opnieuw contact moeten krijgen. Er is te veel gebeurd om met een schone lei verder te gaan. Ik wist niet wat ik moest sturen dus Puck heeft me geholpen met een goed berichtje. Zij is altijd iets harder en duidelijker. Dat is soms wel goed, want ik probeer het altijd zo lief te brengen dat het nog

Page 208: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

208

niet duidelijk overkomt. Wat mij betreft is onze vriendschap nu echt voorbij. Mijn opname stelt me in staat om afstand te nemen en alles in mijn leven te overdenken. Ik wil de juiste keuzes leren maken en veranderen. In de kliniek heb ik het klankbord om te oefenen. Te bedenken wat ik wil en hierin grenzen te stellen. De therapeuten en de verpleging helpen me om in te zien wat reëel is. Ze vinden me te streng voor mezelf en leren me om voor mezelf te kiezen. Het begint steeds veiliger te voelen om dit ook werkelijk te doen. Of in ieder geval te proberen. Woensdag 29 april Ik heb een aantal dagen vrij gekregen van de kliniek. Deze dagen heb ik opgedeeld tussen Zeeland en Breda. Ik kan namelijk nog niet zo lang alleen zijn in Breda, maar zes dagen bij mijn ouders is veel te veel. Ik ga eerst naar mijn ouders en daarna nog een paar dagen naar Breda. Lijkt me een goede regeling voor iedereen en vooral voor mij want ik kan nergens mijn rust vinden. Op Koninginnedag was ik in Zeeland en heb ik Puck weer gezien. We zijn samen naar de jaarlijkse rommelmarkt gegaan. Ik vond het hartstikke spannend om weer in het centrum van het dorp te zijn. Ik heb me maar geconcentreerd op de kleedjes vol met troep, in plaats van op de mensen. Want wat zullen de mensen wel niet denken? Roddels gaan snel in een klein dorpje in Zeeland, dus op mijn gemak voel ik me niet meer daar. Waarschijnlijk ben ik behoorlijk paranoïde en denk ik dat mijn verhaal op mijn voorhoofd staat gekerfd, maar het feit blijft dat ik me niet op mijn gemak voel. Na de rommelmarkt hebben we op een terrasje gezeten, overigens het enige terras van het dorp, en heb ik het berichtje naar Merel gestuurd. Ik was er wel flink mee bezig, maar het voelde goed voor mij. Ik heb niets meer terug gehad. Dat kan ik me ook wel voorstellen. Ik vind het wel gek, Merel en Floor waren mijn jeugdvriendinnen en dat is nu weg. Mijn leven is zo veranderd. Ik

Page 209: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

209

dacht dat wij voor de rest van ons leven vriendinnen zouden zijn. Dat we elkaars getuigen zouden zijn op onze bruiloften. Zulke dingen. Het loopt vaak anders. Dat blijkt wel weer. Met Boris is het meer dan leuk. We hebben een goed gesprek gehad en het is serieus tussen ons! Wie had dat nou gedacht? We hebben eindelijk nummers uitgewisseld. Ik ben zwaar verliefd op Boris. Ik vind het eng om toe te geven, zeker aan mezelf. We sms’en best veel en hij geeft positieve signalen af. Hij vindt mij leuk, zegt hij. Ik sms’te gisteren dat ik aan hem dacht en toen stuurde hij terug dat hij ook aan mij dacht. Ik voel me net zo'n puber! Zondag heb ik twee aanvallen gehad. En vanavond weer een. Ik weet dat mijn vermoeidheid de boventoon voert. Verliefd zijn kost veel energie, die ik nog niet heb. Ik zit in een kliniek; wanneer ga ik het vechten tegen mezelf loslaten? Het lijkt me handig om eens voor mezelf te gaan vechten. Net weer een enorme aanval achter de rug. Het is een week vol aanvallen. Deze aanval is een flinke ontlading van alle spanning voor het weekend en het zien van Boris. Ik wil graag aan hem laten zien dat het goed met me gaat. Wat niet helemaal de waarheid is, maar als je verliefd bent wil je je mindere kanten wat wegpoetsen, toch? Het werkt natuurlijk tegen me want ik kan niets verbergen. En hij weet heus wel dat het niet goed met me gaat, maar dan nog. Deze week heb ik buitensporig veel verdriet gehad, dat hoort er ook wel bij en het is goed dat het begint te komen. Ik heb de bodem weer gezien. Natuurlijk zie ik de grond iedere dag, maar de letterlijke bodem is toch even wat anders. Ik kom er wel, alleen op een andere manier. Ik ben benieuwd wat mijn manier precies is. Af en toe zie ik een lichtstraaltje tussen de wolken doorkomen. Maandag 18 mei Het is belangrijk om te voelen en het mag van mij nu wel komen. Vandaag is een fijne dag. Ik heb geen aanval gehad. Ik probeer elke

Page 210: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

210

keer op tijd weg te gaan en dat lukt me vandaag. Tijdens de weekendnabespreking gaat het over het gesprek met mijn broertje. We hebben dit weekend een goed gesprek gehad, hij begrijpt me en heeft dezelfde gevoelens. Dat doet mij echt veel. Ik ben dus eigenlijk zo gek nog niet! Ik twijfel zo vaak aan mijn rol of mijn ervaringen in het verleden en door ons gesprek voel ik me iets minder alleen staan. Ik mag mijn eigen herinneringen hebben, die kan niemand van me afpakken. De therapeut benoemt tijdens de weekendnabespreking een positieve verandering bij mij, ze zegt dat ik me minder verantwoordelijk voor hem voel. Het lijkt allemaal niet meer zo krampachtig. Mijn broertje en ik lijken heel erg op elkaar en ik wil niet dat hij dezelfde fouten maakt, maar ik kan het niet controleren of tegenhouden. Ik kan mijn gezin niet redden, dat is niet gelukt. Maar ik kan wel proberen om mezelf te redden en daar ben ik druk mee bezig. Daarnet belde Bram, hij zit in een dip en wil een tijdje niet afspreken. Ik vind het belangrijk dat hij dit aangeeft. Natuurlijk wil ik hem graag zien, maar het is gezond dat ‘Bram en ik’ een beetje naar de achtergrond gaan. Hij heeft die keuze lang geleden al gemaakt, twee jaar lang heb ik gewacht en nu ga ik verder. Ik kan niet blijven aanklooien met mijn leven. Moet ik dit tegenhouden met Boris? Ga ik mezelf mijn geluk onthouden? Ik ga ervoor. Hij komt me woensdag weer ophalen en ik heb gevraagd of hij dan wil blijven slapen als ik in Breda ben. Dat lijkt hem hartstikke leuk! Hij komt voor het eerst logeren, superspannend! Ik ben een tijdje in gesprek geweest met een documentairemaker. Hij wil een documentaire maken over iemand met een conversiestoornis en hij wilde hier onder anderen met mij over praten. Hij vindt mij ‘interessant’ omdat ik nog zo jong ben en ook vanwege mijn verhaal en aanvallen. Ik heb er serieus over nagedacht en er goed met hem over gepraat. Ik heb hem vandaag gebeld om te

Page 211: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

211

zeggen dat ik het niet doe. Ik ben bang dat ik er spijt van krijg; het is een mooie kans, maar ik kan dit nog niet aan. Het is de ultieme confrontatie met mezelf en mijn klachten. Wil ik mijn aanvallen op film zien? En wil ik dat anderen dit kunnen zien? Het is zo kwetsbaar en persoonlijk. Op dit moment ben ik daar niet aan toe. Dat is ook kiezen voor mezelf. Weekendvoorbespreking: hierin heb ik mijn dagen wat gepland. Een aandachtspunt hierbij is rust nemen. Mijn doel is rustig aan doen, rust durven en mogen nemen. Ook wil ik mezelf kwetsbaar durven opstellen ten opzichte van Boris. Eindelijk is het de dag dat Boris komt logeren. De tijd gaat erg snel. We zitten lekker op mijn bank te kletsen en te zoenen. Ik vraag hem of hij al trek heeft, hij zegt van niet. Ik heb geen zin om te koken dus stel ik het eten uit. Ik heb de hele dag al slecht gegeten, natuurlijk door de spanning. Ik voel geen trek door alle kriebels heen. Ik ben wel erg moe, ik kan niet eens meer goed nadenken. Ik voel me zo stom want ik maak domme opmerkingen. Mijn doel is om me kwetsbaar op te stellen, nou, dat is me wel gelukt. Zelfs aan een date zitten doelen vast. Spontaniteit is allang uit mijn leven verdwenen. Ik krijg al snel mijn eerste aanval in het bijzijn van hem. Ik had goed moeten eten. Natuurlijk is het een combinatie van meerdere factoren, ik vond het ook erg spannend. Ik voel me sterk falen dat ik tijdens onze eerste serieuze date omver val. Maar het is wel een goede test. Zou hij gaan of blijven? Nou, hij blijft. En hij lijkt het te accepteren. Hij blijft enorm rustig en dat vind ik verfrissend. Hij zegt dat ik heel speciaal voor hem ben en ik heb het gevoel dat hij me respecteert en bewust voor mij kiest met alle kanten van mij. Ik heb hem gevraagd of we het rustig aan kunnen doen en dat vond hij verstandig. Ik ben nooit verstandig! Maar tijden veranderen, ze moeten veranderen en dit voelt beter. Ik voel me nog best wel onzeker over mijn lichaam en ik wil het rustig

Page 212: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

212

aanpakken. Ik vind het echt tussen ons en ik wil dit laten groeien. Ik kan me er nog niet helemaal aan overgeven. Het lijkt allemaal zo makkelijk te gaan en dan vraag ik me af voor hoelang dit is. Wanneer is ooit iets makkelijk geweest voor mij? Ik moet wennen aan zoiets goeds. Ik denk dat het te maken heeft met zelfbescherming. Blijven wachten tot het addertje van onder het gras vandaan komt kruipen. Ik vind Boris heel speciaal en hij komt niet zomaar op mijn pad. Eenmaal terug in de kliniek gaat er zoveel om in mijn hoofd en met mijn lichaam gaat het ook niet lekker. Ik merk dat ik veel bevestiging nodig heb, het lijkt nooit genoeg. Boris zei gisteren dat hij overtuigend in zichzelf gelooft. Zo hoort het te zijn, denk ik. Toch vind ik dat moeilijk; is dat de normale gang van zaken, dat je zo over jezelf denkt? Nu we een relatie hebben moet ik mezelf naast hem plaatsen en niet onder hem. Ik ben gelijk aan iedereen. Als hij uiteindelijk wil gaan, dan gaat hij maar. Ik word geen leuker persoon als ik me voor alles in ga dekken. Ik weet dat het een soort automatische zelfbescherming is, maar die moet ik loslaten. Er zijn geen garanties in het leven en in de liefde. Waarom zoek ik altijd naar iets om me druk om te maken? Het heeft geen zin, het kost alleen maar energie en tijd. Het lijkt wel alsof ik niet meer zonder stress of gedoe kan. Zondag 31 mei Ik ben weer een weekend in Oostburg. Boris heeft me gebracht, het was een fijne rit. Hij gaf me een zoen toen we elkaar zagen in de kliniek. Dat zegt mij dat hij zich niet voor mij schaamt. Zo fijn en voor mij niet zo vanzelfsprekend. In de auto pakte hij heel schattig mijn hand vast. Toen hebben we een paar keer hand in hand gezeten. Ook gaven we elkaar een paar keer een zoen. Dat is wel raar want hij is natuurlijk wel aan het werk. Ik probeer wat rustiger te zijn als we elkaar zien, maar mijn hartslag zit nog steeds erg hoog.

Page 213: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

213

Hij kwam binnen bij mijn ouders thuis en ik merkte dat ik behoorlijk mezelf was. Mijn moeder was er en normaal probeer ik alles te controleren, maar het ging allemaal vanzelf. Ik ken hem nu bijna een halfjaar en ik voel me, voor zover ik dat op dit moment kan, op mijn gemak bij hem. Dat heb ik nog maar bij weinig mensen. Ik weet hoe het zit met Boris en hoe toegewijd ik ben in mijn behandeling. Ik ben elke dag keihard aan het knokken en dit is letterlijk een lichtpuntje in mijn leven. En waarom zou ik geen liefde verdienen? Ik verdedig me tegenover mezelf, merk ik, ook een beetje gek. Ik vul meningen in die ik zelf bedenk. Ik hoef me toch niet te verdedigen? Hij is goud waard. Iemand die voor mij kiest en tot nu toe alles accepteert, uit ervaring weet ik dat er niet zoveel mensen zijn die dat doen en ook nog mijn vriendje willen zijn! Woensdag 3 juni Bij Weet Wat Je Hebt wordt ons gevraagd wat de volgorde is van klachten wanneer de spanning oploopt. Best een hersenkraker, maar er zit wel degelijk een bepaald verloop in. Het is niet altijd dezelfde volgorde van lichamelijke signalen. Vermoeidheid, duizeligheid, door mijn benen zakken, pijn in mijn buik, licht gevoel in mijn hoofd, piekeren en hartkloppingen met als hoogtepunt of dieptepunt een aanval. Dat zijn wel de signalen waar ik alert op moet zijn. Ik vind het ingewikkeld om naar deze signalen te luisteren. Welke moet ik serieus nemen? Allemaal natuurlijk, maar moe ben ik altijd. Dus dan zou ik niets meer kunnen doen. Duizeligheid is al wat meer te controleren, maar dat heb ik vaak. Ik denk dat ik wel wat kan met dat lichte gevoel in mijn hoofd. Dat zit altijd voor een aanval. Buikpijn moet ik wat serieuzer gaan nemen. Ik heb al jarenlang dagelijks diarree van de stress, normaal naar de wc gaan kan ik me niet eens meer herinneren. Wanneer ga ik over mijn grenzen? Ik voel dat nog niet altijd, dus daar ga ik mee aan de

Page 214: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

214

slag. Wie weet wat ik allemaal nog kan veranderen als ik wat beter op die signalen ga letten. De rest van de dag ben ik een beetje melancholisch. Puck heeft haar eindgesprek gehad op school en is dik geslaagd. Ik ben oprecht blij voor haar en enorm trots, maar ergens is het dubbel en doet het pijn. Ik word flink geconfronteerd met mezelf. We zijn samen begonnen aan onze studie, ik had naast haar kunnen staan, willen staan. Zij heeft de eindstreep gehaald en ik ben opgenomen in een kliniek. Als iemand mij dit van tevoren had verteld had ik diegene keihard uitgelachen. Over mijn gedeelte dan hè, in Puck heb ik altijd geloofd. De realiteit is keihard en nog pijnlijker dan mijn ergste nachtmerrie.

Page 215: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

215

Escalatie

Er is een enorme escalatie geweest in onze groep. Alles trilt nog na. Een paar dagen geleden kregen we een nieuwe groepsgenoot, niets nieuws onder de zon. Ondertussen heb ik al een flink aantal mensen zien gaan en komen. Voordat hij kwam werd ons gevraagd wie zijn buddy wilde worden. Ik was nog nooit iemand zijn buddy geweest en ondertussen ken ik het hier ook wel een beetje, dus leek het me wel een leuke uitdaging. Had ik het maar nooit gedaan. Hij kwam binnen tijdens een koffiemoment. Het ging er een beetje vreemd aan toe. De meeste mensen kijken op hun eerste dag een beetje de aap uit de boom en laten de hele situatie op zich inwerken. Zo’n opname en een nieuwe groep kunnen best intimiderend zijn. Voor hem niet, hij leek zich op zijn gemak te voelen. Ik had me voorgesteld en verteld dat ik zijn buddy was. Vanaf het eerste moment begon hij me belachelijk te maken. Ik vond het niet zo leuk, maar ik besloot er niets van te zeggen, misschien was dit wel zijn soort humor. Hij vond me belachelijk jong om zijn buddy te zijn. Wat kon ik hem in vredesnaam leren, met mijn ‘enorme levenservaring’? Ik liet het maar een beetje langs me heen gaan en probeerde hem op de beste manier alles zo goed mogelijk uit te leggen. Als ik een rol op me neem, neem ik deze serieus ook. Misschien zelfs een tikkeltje te. Dezelfde avond nog begon hij weer gekke opmerkingen naar me te maken. Het lag niet aan mij, de hele groep merkte het. Iedereen kwam gelukkig voor me op. Op zulke momenten staan we wel als groep voor elkaar. Iedere nieuwe groepsgenoot moet zich eerst bewijzen voordat ze er officieel ‘bij horen’. Kinderachtig misschien, maar zo gaat dat nu eenmaal. Groepsdynamica pur sang hier. Ja ja, toch wel wat opgestoken van mijn studie.

Page 216: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

216

Ik vond zijn opmerkingen vreemd, maar het bleef ook niet echt hangen. De dagen erna ging het al snel helemaal mis. Ik ben hier al een tijdje en voel me ondertussen best wel op mijn gemak. Met de meeste mensen en behandelaren heb ik een warme band. De kliniek is nu een soort van mijn thuis, dus ik maak grapjes en grollen. Dat hoort er wat mij betreft wel bij om het hier vol te kunnen houden. Je moet het zelf een beetje gezellig maken. Een van de verpleegkundigen komt ook uit Breda, hij had het over zijn opleiding en we bleken op dezelfde school te hebben gezeten. Niet zo verrassend, maar we hadden zelfs dezelfde leraren gehad. Dat vond ik wel leuk en we maakten daar wat grapjes over. Blijkbaar is dat helemaal in zijn verkeerde keelgat geschoten. De sfeer verslechterde en het ging langzaamaan helemaal mis. Er was zoals gewoonlijk weer het wekelijkse groepsgesprek, maar meneer wilde hier niet bij zijn. Vanwege mij. Hij vond dat ik de groep opstookte en hij wenste daar niets mee te maken te hebben. Zijn kamer in de kliniek bevond zich schuin tegenover de mijne en dat zat me niet lekker. Maar ik had niet in de gaten dat hij op uitbarsten stond. Gisteravond was Koos het er niet mee eens dat hij niet met ons wilde eten. Hij bleef nukkig op zijn kamer zitten. Zijn kamer bevindt zich letterlijk naast onze huiskamer. Wij zaten met de hele groep aan tafel terwijl Koos naar zijn kamer ging. We hoorden ze al snel tegen elkaar schreeuwen. Hij ging compleet door het lint en leek behoorlijk de weg kwijt te zijn. Hij was het niet eens met de gang van zaken in de kliniek, iedereen was vriendjes met mij en volgens hem speelden we allemaal met elkaar onder een hoedje. De scheldwoorden vlogen door de gang. Koos drukte op zijn alarmknop en de andere verpleegkundigen kwamen al snel aangerend. Ze wilden hem rustig krijgen. Dat werkte alleen maar als een rode lap op een stier. Hij wilde onze woonkamer in komen, woest dat hij was. Hij stond als een gek aan de deurklink te trekken, gelukkig kon de verpleging hem tegenhouden. Er werden allemaal

Page 217: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

217

nare dingen geroepen, vooral over de corrupte verpleging en over mij. Compleet in shock zaten we met zijn allen aan tafel. Ze hebben hem weggevoerd en nadat hij wat rustiger was geworden, werd hij dezelfde avond nog weggestuurd uit de kliniek. Hij moest zijn spullen pakken en vertrekken. De hele groep trilde en was collectief geschrokken. We waren in onze eigen ‘veilige’ omgeving overvallen door een groepsgenoot. Het valt niet uit te leggen hoe hard dit aankomt. De meesten van ons hebben al zoveel meegemaakt, dan wil je ook niet nog eens in zo’n heftige situatie zitten. Ik wist dat hij het op mij had gemunt, maar waarom? Wat had ik hem misdaan? We hoorden later dat hij tijdens zijn opname in een psychose was geschoten, daardoor was zijn reden ver te zoeken. Dat had ik op dat moment totaal niet in de gaten en ik heb er flink last van. Mijn veilige gevoel is helemaal verdwenen. Ik durf niet meer naar buiten, ik weet zeker dat hij me opwacht. Totaal onredelijk, maar de situatie zelf was hartstikke gestoord. Bij iedereen verergeren de aanvallen weer, alle spanning moet eruit. Erg stressbestending zijn we natuurlijk niet. Gelukkig neemt de verpleging ons serieus, althans, dat idee hebben we. Totdat we erachter komen dat hij een paar dagen later nog een afsluitend gesprek heeft in de kliniek. Dat is ons helemaal niet verteld, ook al hoeven ze dat natuurlijk ook helemaal niet te doen. Maar ik zie hem lopen en word helemaal gek. De hele groep gaat los en is woest. Hoe kunnen ze dit op deze manier aanpakken? Waarom wordt het ons niet verteld van tevoren, zodat we weten dat we op ons stuk van de kliniek kunnen blijven? Ze hebben zijn gesprek gepland tijdens ons rustuur, ze dachten natuurlijk dat er geen haan naar zou kraaien. Helaas, ik heb hem gezien en daar word ik niet blij van. Na het rustuur zou ik koffie gaan drinken met Boris, maar ik ben doodsbang om naar het winkelcentrum te gaan. Boris probeert alles te relativeren, hij snapt mijn angst niet. Hij weet zeker dat mocht ik hem tegenkomen, hij

Page 218: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

218

me heus niets aan zou doen. Een van de verschillen tussen Boris en mij. Rationaliteit versus irrationaliteit.

Page 219: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

219

Kijken waar je staat

Therapie bestaat ook altijd uit het kijken waar je staat. Het is belangrijk om resultaten vast te leggen en te beseffen hoever je al bent gekomen. Voor mij werkt het eigenlijk alleen maar demotiverend. Ik vind continu dat ik te weinig heb bereikt. Ik dacht na een halfjaar opname op een ander punt te staan. Het punt om naar huis te gaan. Ik had nooit gedacht dat ik na zo’n tijd nog opgenomen zou zijn. Nou ja, eerst dacht ik na een maand al thuis te zijn. Bijstellen, dat is het toverwoord. Iedere keer verwachtingen bijstellen. Voor mij is dat nogal moeilijk, omdat ik nogal veel van mezelf eis. Dat is een van mijn karaktereigenschappen die ervoor heeft gezorgd dat ik hier uiteindelijk zit. Inge en ik kijken terug op een halfjaar samenwerken. Er zijn natuurlijk ook een aantal positieve punten: ik kom beter in contact met mijn lijf, ik voel al wat lichaamssensaties. Volgens Inge ben ik klaar voor de volgende stap en dat is werken aan mijn conditie. Die is namelijk compleet weg. Eindelijk komt het gewichtjes heffen aan bod! Ik mag een keer per week ‘meetrainen’ met de fysiogroep. Er is een hele kleine sportzaal in de kliniek, waar een aantal apparaten staan opgesteld, met een grote spiegel en een loopbrug. Een paar keer per week kwam ik er langs en hoopte ik snel mee te mogen doen. Eindelijk is het zover! Ik ben er klaar voor! Mijn verwachtingen van het ‘sportclubje’ waren, hoe kan het ook anders, iets te hoog gespannen. Vol goede moed ga ik aan de slag op het eerste apparaat, met gewichten, dat je benen traint. Ik heb er maar twee kilo aan gehangen, maar na drie herhalingen vallen mijn benen al uit. Geen beweging meer in te krijgen. Compleet gevoelloos. Drie herhalingen. Wat een fiasco.

Page 220: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

220

Ik ben al vaak vernederd tijdens mijn opname, maar dit is wel weer een dieptepunt om in te lijsten. We zijn nog niet eens vijf minuten bezig en ik kan alweer worden opgehaald door de verpleging. Na mijn enorme ‘training’ moet ik worden weggereden in de rolstoel. Dit is niet bepaald wat ik had verwacht van mijn hernieuwde sportcarrière. De volgende dag komt Inge me halen op de afdeling. Ze wil terug naar de fitnessruimte, wij met zijn tweetjes, zodat ik weer een wat positievere ervaring naast gisteren kan zetten. We maken goede afspraken, dat ik zal stoppen zodra ik mijn lichaam voel reageren, en het gaat meteen een stuk beter. Ik kan een aantal herhalingen aan en mijn lichaam valt niet uit. Ik kan zelfs lopend weer terug naar de afdeling. Dat voelt een stuk beter dan gisteren en dat was natuurlijk Inges bedoeling! Inge zegt eerlijk dat ze dacht dat ik anders niet terug zou komen. In de kliniek hebben we een lift en een trap om boven te komen. Sinds mijn trapfiasco (tijdens mijn intakegesprek klom ik zelfverzekerd met de trap omhoog en viel ik eenmaal boven aangekomen flauw) ga ik met de lift. In het kader van ‘conditietraining’ neem ik steeds vaker de trap. Erg vermoeiend en met trillende benen, maar toch, ik neem weer de trap! Mijn aanvallen zijn sinds een tijdje opnieuw veranderd. Ik heb nu namelijk alleen nog maar ‘pseudo-epileptische’ aanvallen. Het lijken epileptische aanvallen, maar dat zijn het niet. Deze aanvallen zijn zwaarder en vermoeiender voor mijn lijf. Ze duren ook behoorlijk lang. De helft van de tijd ben ik er ook nog eens bewust bij. Dan krijg ik eerst een aanval en raak ik buiten bewustzijn, na een tijdje schiet ik een soort van ‘wakker’ en blijft het schokken nog wel doorgaan. Soms duren de schokken nog uren. Hierna ben ik gebroken en krijg ik juist nog meer aanvallen omdat mijn lichaam helemaal op is. Ik weet niet hoe ik mezelf kan verdedigen tegen deze aanvallen die me langzaamaan vernielen.

Page 221: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

221

Met Inge probeer ik in kaart te brengen wat er nu eigenlijk allemaal aan de hand is. Mijn triggers zijn nogal verschillend namelijk. Ik heb enorm veel last van de zomerhitte, daar krijg ik sneller aanvallen van. Zowel in de kliniek als erbuiten zijn er wat vervelende momenten voorgevallen met vriendinnen en medegroepsgenoten. Stiekem ben ik ook erg bang voor mijn leven buiten de kliniek. Ik weet niet hoe ik mezelf moet gaan redden na mijn opname. Alles is confronterend, mijn enorm lage belastbaarheid en het bijkomende schuldgevoel. Wat doe ik verkeerd dat het nog zo slecht gaat? Schuldgevoelens werken natuurlijk niet in mijn voordeel. Als we het zo bij elkaar hebben gezet snap ik wel waarom het niet goed gaat. Dat overzicht heb ik nodig, in mijn hoofd is het namelijk al snel een grote chaos. Als ik in mijn eigen hoofd ga zitten raak ik alleen maar in paniek en dat moeten we niet hebben. Inzicht en structuur, dat is de manier. Dat ik dat nog eens zou toegeven. Ik weet wel een beetje wat goed voor mij is, nu het mezelf nog gunnen. Een groot thema in onze bijeenkomsten blijft angst. Ik ben hier nog niet helemaal uit, ik blijk me afhankelijk van mijn situatie te voelen. Ik pas me te veel aan de situatie aan en wat er op me afkomt. Daardoor verlies ik kracht en uiteindelijk de regie over mezelf. Dit thema komt weer naar boven na de situatie met mijn agressieve groepsgenoot. Inge en ik gaan hiermee aan de slag en ze probeert me te laten zien dat je op verschillende manieren met zo’n situatie om kunt gaan. Nu is het me vooral ‘overkomen’. Dat is ook zo, ik had dit niet echt aan zien komen. Hoe moet je je op zoiets voorbereiden? Toch heb ik de keuze hoe ik er op dat moment mee omga. Ik hoef het niet ‘aan te gaan’. Dit vind ik een moeilijk punt, maar ik denk dat ik het wel snap. Wat er ook gebeurt, ik heb zelf een keuze. Dat voelt wel fijn. Niet iedereen kan zomaar van alles met mij doen, daar hebben ze dan altijd nog ‘toestemming’ voor nodig. Dat vergeet ik nog te vaak.

Page 222: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

222

Zaterdag 13 juni Het was gisteren een drukke dag. Lang geleden dat ik zoveel heb gedaan. De hele dag had ik last van uitval en dan komt het nog steeds niet bij me op om mijn plannen te wijzigen. Dat moet me dan verteld worden. Lekker handig. Ik wilde namelijk naar een feestje om afscheid te nemen van een collegaatje. Ze verhuist voor de liefde naar Amerika. Ik vind het belangrijk om daar moeite voor te doen. Ik was bang dat mijn andere collega’s dit stom zouden vinden, of er in ieder geval een oordeel over zouden hebben. ‘Goh, kan ze dat dan wel?’ Dat soort dingen. Volgens mij was dat ook zo, maar dan nog steeds is het mijn invulling. Mijn vriendin/collega/huisgenootje Mirre is niet meegegaan naar het feest. Had ze geen zin in. Iedereen heeft zijn eigen prioriteiten, blijkt maar weer.

Page 223: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

223

Ik weet wat ik heb, en nu?

Er is mij gevraagd om na te denken hoe ik mijn perspectief kan bijstellen, want mijn toekomstbeeld is vooral doordrenkt met angst. Heel veel angst. Ik weet niet wat mijn perspectief is, wat er mogelijk is. Tot nu toe ben ik niet genezen en ik weet niet of dat ooit gaat gebeuren. Maar negatief denken helpt me ook niet verder. Hoe kan ik dit veranderen? Ik vind de praatjes van mijn omgeving wel logisch klinken, maar geloven doe ik ze niet. Dus ik moet het bij mezelf houden. Goed slapen, rust nemen, mijn relatie met Boris koesteren, mensen loslaten, een andere relatie met mijn ouders creëren en ontspanning centraal stellen. Ik ben er nog lang niet, maar hier kan ik aan werken. Andere mensen of omstandigheden kan ik niet controleren, hoe hard het ook is. Als ik aan deze dingen ga werken kan ik misschien mijn perspectief geleidelijk aan wat positiever krijgen. Angst blokkeert herstel, ik moet proberen om rustig te blijven. Piekeren heeft geen zin. Ik heb gehoord dat ik paniek zelf aanjaag, soms bewust, maar vaak ook onbewust. Hoe meer controle ik wil, hoe meer ik het kwijtraak. Ik heb gemerkt dat ik het beste reageer wanneer ik het loslaat. Ook al zo’n modewoord, loslaten. Maar ik moet erdoorheen en mijn verleden achter me gaan laten. Ik mag de tijd nemen om te herstellen, deze knop omzetten heeft tijd nodig. Vastklampen aan hoe het was, voldoen aan de eisen van anderen. Zo heb ik lang geleefd, maar ik wil verder. Wanneer heb ik voldoende kwaliteit van leven? Dat kan ik alleen maar zelf bepalen, maar ik ben daar nog lang niet. Ik heb tijd nodig. De afgelopen maanden gingen vooral over het afscheid nemen van mijn oude leven, het loslaten van Bram en een nieuwe liefde toelaten. De relatie met mijn ouders is veranderd. Mijn gevoelens beginnen terug te komen en ik kies meer voor mezelf. Deze weken staat mijn

Page 224: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

224

conditie opbouwen centraal. Ook ben ik op zoek naar therapie in Breda, een nieuwe psycholoog en een psychosomatisch fysiotherapeut. Het werk is nog lang niet voorbij, ik moet mijn verwachtingen telkens doorstrepen en bijstellen. Een flexibele houding ten opzichte van mijn eigen gezondheid blijft moeilijk. Ik vind het erg spannend om mijn focus weer te verleggen naar Breda. Het voelt niet meer als mijn ‘thuis’. Ik zie het helemaal niet zitten om naar Breda te gaan. Maar hier wil ik ook niet blijven. Mijn doel blijft hetzelfde tijdens de weekendnabespreking. Rusten, schrijven en mijn oefeningen doen. Ook wil ik beter om leren gaan met het piekeren. Een medecliënt irriteert mij enorm. In plaats van me continu op hem te focussen moet ik kijken wat mij zo dwarszit. Wat doet het met mij? Hij verwacht zoveel van zijn omgeving en dat vind ik niet oké. Maar misschien spreekt hij mijn gedachten wel uit. Ik moet daar even over nadenken. Ik ben de laatste maanden juist zo geforceerd bezig geweest met het idee dat je niet te veel mag verwachten van de mensen om je heen. En hij zegt nu het tegenovergestelde. Ik ben behoorlijk onrustig. Ik heb net een aanval gehad met drie uur uitval in totaal. De aanleiding was een heftig groepsgesprek. Eerst was er geen onderwerp maar toen bracht Inez iets in over de weekenden. Ze weet soms niet wanneer ze iets fout doet in het weekend omdat ze toch klachten krijgt. Dat herkende ik, dat ik altijd rondloop met een enorm schuldgevoel. Vaak is alles gewoon al te veel en dan wil ik alles ook nog op orde hebben. Tijdens de weekenden in Breda heb ik elke dag wel een afspraak. Ik wil graag mensen zien en daarbij wil ik mijn huishouden voor elkaar krijgen. Dat is te veel. Ik had het over mijn afwas en toen zei Inez dat dit dom was van mij om het op te laten stapelen. Dat ik meer rust en activiteit moest plannen. Het kwam behoorlijk rot over, heel zwart-wit. Ik deelde mijn schuldgevoel, dat ik me lui voel als ik die afwas zie, en ze bevestigde dit gevoel. Janne ging zich er toen ook

Page 225: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

225

mee bemoeien door mij te verdedigen en toen voelde Inez zich weer aangevallen. Ze gingen er heftig in op en ik schrok enorm dat het zo uit de hand liep. Ze waren pissig op elkaar en het ging over mij. Andere groepsgenoten gingen zich er uiteindelijk mee bemoeien en toen ging het licht uit bij mij. Letterlijk. Woensdag 1 juli Bij Weet Wat Je Hebt wordt ons gevraagd na te denken hoe we onszelf zien in de maatschappij. Het voelt alsof ik me aan de zijlijn van het leven bevind, dat ik in het rijtje van ‘uitkeringstrekkers’ hoor, dat ik er niet bij hoor, dat ik op een deur sta te kloppen die potdicht zit. Ergens heb ik de verkeerde afslag genomen. Ik kan nog steeds niet geloven dat ik buitenspel sta. Mijn plek in de maatschappij? Die zie ik niet zo rooskleurig in. Daar voel ik me dan weer schuldig over, dat ik zo denk. Ik moet positief zijn. Houdt het schuldgevoel ooit op? We hebben het over leerprocessen. Als je iets nieuws leert, ga je een aantal stappen door. De een doorloopt de stappen wat sneller dan de ander, maar je krijgt ze allemaal voor je kiezen. Het inzichtelijk krijgen van een leerproces geeft mij wel vertrouwen. Je bent eerst ‘onbewust onbekwaam’ als je iets nieuws leert. We hebben het met elkaar over onze aanvallen. Ik wist namelijk niet dat er nog een heleboel signalen vooraf gingen aan een aanval. Ik viel gewoon. Onbewust onbekwaam dus. Hier in de kliniek leerde ik dat er wel degelijk signalen waren. Alleen kon ik dat nog niet veranderen. Bewust onbekwaam. Je weet dat je iets niet kunt. Dan heb je nog twee stappen. De derde stap is dat je bewust bekwaam bent. Ik ken de signalen en ben me bewust van mijn lijf, geef mijn grenzen aan en voorkom zo een aanval. Dat is natuurlijk een mooi perspectief. Daar ben ik nog niet. Ik wankel een beetje tussen deze stap en een stapje terug, bewust onbekwaam. Ik val nog heel vaak terug, er zijn nog een heleboel aanvallen die ik niet heb kunnen voorkomen. In

Page 226: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

226

het mooiste geval kom je al snel bij stap vier. Dat is ‘onbewust bekwaam’. Dan gaat dit hele proces vanzelf. Dat zie ik nog niet zo snel gebeuren, dit is voor mij toekomstmuziek. Dat houdt namelijk in dat ik mijn lijf zo goed in de gaten houd dat ik mijn signalen herken en daarop inspring, zodat een aanval helemaal niet meer hoeft te gebeuren. Omdat ik dan allang heb ingegrepen. Dat lijkt me een mooi streven. Ik heb al eerder therapie gehad, maar toen stond ik er nog niet voor open. Althans, dat besef ik nu. Ik verwachtte dat een psycholoog wonderen zou verrichten. De psycholoog zou mij gelukkig maken, dat wist ik zeker. Zo werkt therapie dus niet. Ik zette me heel erg af, om het maar niet te voelen. Ik was nog niet aan dat hele proces toe. Nu pas eigenlijk. Ondertussen wist ik wel heel erg goed dat ik hulp nodig had, maar ik was er nog niet aan toe om die te accepteren. Qua levenslessen ben ik geen makkelijke student. Ik moest eerst letterlijk en figuurlijk op mijn bek gaan voordat ik mijn lessen in wilde zien. Het flauwvallen werkte nog niet eens als rem. Daar heb ik uiteindelijk anderhalf jaar voor nodig had, om daadwerkelijk in de spiegel te kijken en in te zien dat ik zo niet meer verder kon. Ik wil mijn eigen leven weer in de hand hebben, gaan en staan waar ik wil. Natuurlijk zal ik nog fouten maken, maar ‘de lol’ is er wel vanaf. Ik wil aan mijn relatie werken, genieten, rustig verder kijken. Ik wil mijn rustgevoel verder uitbouwen, het is mijn leven en ik moet leven met mezelf. De consequenties van mijn gedrag horen daarbij. Ik moet voor mezelf leren leven. Misschien ben ik er wel langzaam aan toe, aan het leven ‘buiten’. Ik heb Puck laten weten dat ik niet naar haar diploma-uitreiking kom. Per sms. Laf, ik weet het. Ik had het eerder kunnen doen en op een andere manier, maar ik heb gelukkig nog wel op tijd afgezegd. Ik weet dat ze hiervan gaat balen. Ik kan het helemaal niet aan, naar de hogeschool (mijn oude school!) en daar rustig zitten tussen alle afgestudeerden. Ook al zou ik het willen, die spanning

Page 227: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

227

kan ik helemaal niet aan. Is het egoïstisch? Misschien wel. Ik kies hierin duidelijk voor mezelf. De situatie kost mij te veel en dat gaat niet. Puck is daar nu de dupe van. Maar ik net zo goed. Als ik zou gaan, zou haar afstuderen in teken van mij staan, omdat ik daar een of meerdere aanvallen zou krijgen. Dat wil ik haar niet aandoen. Denk ik dan aan haar of aan mezelf? Misschien beide. Ik ben benieuwd naar haar reactie. Ik heb er al dagen buikpijn van. Natuurlijk heb ik het overlegd met de verpleging. Zij vinden het goed dat ik voor mezelf heb gekozen. Ook snappen ze mijn schuldgevoelens, maar ze denken dat Puck het wel zal begrijpen. Het is volgens hen niet verantwoord dat ik ernaartoe zou gaan. Dus het is de beste keuze, hoe ongelukkig het ook is. Het is een van de belangrijkste momenten uit het leven van mijn beste vriendin en ik kan er niet bij zijn. Pijnlijk. Om alles weer even in het perspectief van mijn leven in de kliniek te zetten: gisteren heeft iemand van afdeling E een zelfmoordpoging gedaan. Ze had te veel pillen ingenomen. Binnen een korte tijd is dit de tweede keer op de afdeling dat iemand een poging doet. Bij mij komt dan zoveel boosheid naar boven, ook de vorige keer, toen het in onze groep gebeurde. Ik vind het eng, dom en egoïstisch. Ik ben boos omdat ik het zo erg vind, ook kan iemand blijkbaar zelf de verantwoordelijkheid niet dragen, of die neemt hij niet. Natuurlijk is het hier zwaar. Maar ze hebben verdomme kinderen! Het zal je moeder maar zijn. Ik weet dat oordelen niet goed is en ook niet op zijn plek is. Het raakt me enorm. Eigenlijk wordt een zelfmoordpoging hier niet ‘getolereerd’, omdat je hier mentaal redelijk stabiel moet zijn. Toch hoeft ze niet te vertrekken. Vanuit de kliniek willen ze dat wel, maar wettelijk gezien moet iemand blijkbaar een tweede kans krijgen. Ze moest verplicht langs alle afdelingen gaan om haar excuses aan te bieden. Heftig voor haar. Ze vertelde dat ze geen zelfmoord wilde plegen, ze had van een bepaald kruidenmengsel te veel gebruikt. In mijn ogen een vaag verhaal. Ik

Page 228: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

228

heb me er vervolgens zo druk over gemaakt dat ik een megazware aanval kreeg. In totaal duurde deze drie uur, met enorme spierspasmes. Ze wilden maar niet stoppen. Het was heel heftig, het liefst wis ik deze dag alsof het nooit is gebeurd. Nadat ze haar verhaal had verteld uitte ik mijn gevoel en toen was het eigenlijk buitenproportioneel, zo groots. Ik moet mijn gevoel nu toelaten om het uiteindelijk te kunnen leren doseren. Niets is nog in balans of werkt zoals het zou moeten werken. Maar dit is wel de weg die ik moet bewandelen. Ik zit behoorlijk in de knoop, ook met mijn leven buiten de kliniek. Ik voel me eenzaam. Ondertussen heb ik nu een week geen contact gehad met Puck. Ze heeft niet gereageerd op mijn bericht over haar diploma-uitreiking. Ik heb haar net weer ge-sms’t. Ik begrijp dat ze kwaad is, maar moet ik nu door het stof kruipen en sorry zeggen? Ik weet niet wat ik nu moet doen, ik kan gewoon niet gaan. En dat zal ze diep vanbinnen wel weten, althans, dat hoop ik maar. Als ze met me wil praten, zal ik naar haar luisteren, ze betekent heel veel voor mij. Desondanks moet ik mijn grenzen leren trekken. Het is nog maar de vraag of wij nog op dezelfde basis als vroeger vriendinnen kunnen zijn. Ik moet en ben aan het veranderen. Op bepaalde momenten kan ik er niet voor haar zijn, dat is anders nu. Ik doe mijn best om haar te steunen en interesse te tonen. Onze vriendschap is hopelijk wel op meer gebaseerd dan alleen op dit soort dingen? Ik ben niet meer de oude en als ze de nieuwe ik niet accepteert, tja, ik kan haar moeilijk dwingen. Ik heb vanmiddag bij individuele PMT gebokst. Dit voelde erg goed. Ik had eerst een steen op mijn hart liggen, zo rot voelde ik me, maar door het boksen kwam daar een beetje verlichting in. Tussen Boris en mij gaat het goed, ik heb natuurlijk weer eens zorgen gehad om niets. Morgen komt hij me halen. Echt fijn, ik wil ons een serieuze kans geven. Daar ben ik natuurlijk al een tijdje mee bezig, maar soms vind ik het erg moeilijk. Hier in Gorinchem zit ik

Page 229: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

229

altijd met te veel dingen in mijn hoofd. Straks in Breda zal het leven weer wat meer vanzelf gaan. Ik hoop het tenminste. Het moet me lukken. Straks in Breda nog meer therapie, uiteindelijk een dagbesteding en dan hopelijk weer werken. Wat lijkt me leuk? Niet te veel stress, wel iets met mensen. Alles komt wel, rustig aan. Ik heb nog een berichtje gestuurd naar Puck. Ik heb nu drie keer ge-sms’t en nog geen reactie gehad. Ik had mezelf ervan overtuigd dat ze misschien gemaild zou hebben, maar dat is niet zo. Ik heb ergens een onbeveiligde internetverbinding gevonden en mijn mail stiekem gecheckt, maar nee. Ik heb er voor de zoveelste keer over gepraat met de verpleging. De spanningen lopen hoog op. Vooral doordat ik niet weet wat ze denkt. Alles vul ik in. Ik kan haar verwachtingen op dit moment niet waarmaken. Maar tegelijkertijd voldoet zij ook niet aan mijn verwachtingen. Ik voel me niet helemaal serieus genomen in mijn situatie. Hoe zou het zijn gegaan als de situatie omgekeerd was? Misschien kunnen we elkaar niet meer vinden. We zullen allebei wat naar het midden moeten komen als we verder mee willen gaan. Puck heeft volgens mij geen idee wat er zich hier allemaal afspeelt. Dat kan ook niet, omdat ik het niet deel. We drijven steeds verder weg van elkaar. Alles is aan het veranderen, de afstand tot mijn vrienden wordt steeds groter, maar ik heb wel een stukje van mezelf teruggevonden. Tussen mij en mijn ouders gaat het een stuk beter. Dat helpt wel. Mijn einddatum is trouwens bekend. Het wordt 7 oktober. Spannend, eng, leuk, misselijkmakend, fantastisch. Gelukkig duurt het nog even.

Page 230: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

230

Groep C

Zondag 12 juli Nog steeds niets gehoord van Puck. Ik heb een besluit genomen: wat er ook gebeurt, ik probeer bij mijn standpunt te blijven. Dan maar geen beste vriendin. Hoe stoer dit ook op papier geschreven staat, het vreet aan me. Wat moet ik doen? Ik wil haar niet kwijt. Straks heb ik helemaal niemand meer. Maar zoals het nu gaat is er al zoveel afstand tussen ons. Dat was al voor dit gedoe met haar afstuderen. Onze werelden liggen zo ver van elkaar af. Ik weet niet of het nog te lijmen valt. Naast mijn constante gepieker houd ik me natuurlijk ook bezig met mijn opname. Ik ben op dit moment mijn maandelijkse evaluatie aan het voorbereiden. Ik merk vooruitgang. Voelen komt eindelijk wat op de voorgrond en ik ben druk zoekende hoe ik het beste om kan leren gaan met bepaalde gevoelens. Mijn conditie blijft centraal staan. Ik moet zowel op lichamelijk als mentaal gebied meer aankunnen voordat ik naar huis kan gaan. Nu zou het nog niet gaan zoals ik dat zou willen. Sowieso is dat wat lastig, maar het moet beter kunnen. Punt. De balans vinden tussen rust en inspanning gaat nog niet goed. Ik wil me minder inspannen voor de groep. Ook wil ik mijn emoties meer voelen en mijn grenzen meer aangeven. Wat wil ik nog veel. Er zijn een aantal dingen die goed gaan, maar mijn wensenlijst blijft maar groeien. Gaat me dit ooit lukken voordat ik naar huis ga? De tijd begint te dringen, ik kan verandering niet afdwingen. Mijn evaluatie was uiteindelijk best heftig. Eerst maar het positieve. De verpleging vindt mij iets ‘transparanter’. Mijn uitstraling komt meer overeen met wat ik voel, dus ik maskeer minder en vertoon minder clownesk gedrag. Mijn

Page 231: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

231

valkuil is nog steeds onderwerping. Ik pas me nog steeds te veel aan de rest van de wereld aan. Als het moeilijk wordt trek ik me terug. En dan nu de ‘bom’ die me in mijn schoot werd geworpen zonder enige waarschuwing. Ze vinden dat ik naar een andere afdeling ‘moet’. Afdeling C. Daar is minder begeleiding en dat is belangrijk om mijn ‘autonomie te bevorderen’. In Breda ben ik namelijk ook alleen. De logica snap ik wel, alleen zag ik dit totaal niet aankomen. Ik moet weg uit groep D. De groep waar ik nu al bijna acht maanden ‘hoor’. Mijn plekje, mijn schijnveiligheid. Misschien juist daarom. Thuis heb ik dat allemaal niet. Hard, maar waar. Ik moet alvast afkicken van alle mensen om me heen. Het helpt dus niet om je omstandigheden te willen controleren. Blijkbaar werkt dat uiteindelijk tegen je. Ik hield zo vast aan jongens, vriendinnen, gezondheid, werk, opleiding, echt alles. Nu blijk ik me vast te houden aan mijn groep. Ik weet dat het ziek klinkt. Als een plekje in een groep van een psychiatrische kliniek je identiteit begint te bepalen is het misschien ook wel beter om te vertrekken. Werkelijk alles verandert. Continu. Het heeft geen zin om krampachtig te proberen alles hetzelfde te laten zijn. Toch val ik constant in dezelfde oude valkuilen. Iedere keer als ik me ergens aan begin te hechten, moet ik het loslaten. Ik wil helemaal niet dat alles hetzelfde blijft. Zeker niet zoals het nu gaat. Tegelijkertijd vind ik het doodeng om te veranderen. Zowel positief als negatief. Nu weet ik wat ik heb en wat niet. Wat staat me nog te wachten? Het is de bedoeling dat ik volgende week naar groep C ‘verhuis’. Het is geen verhuizing qua inpakken en afstand, maar er gaat wel een heleboel veranderen. Mijn kamer blijft hetzelfde, alleen moet ik in plaats van naar woonkamer D de gang af lopen en naar woonkamer C. Je zou het niet zeggen, maar dat is een wereld van verschil. Iedere groep heeft zijn eigen klimaat en cultuur.

Page 232: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

232

Op dit moment zijn er drie vrouwen op afdeling C. Eentje vertrekt volgende week, op de dag dat ik aanschuif. Er zijn dus twee vrouwen die mijn groepsgenoten worden. Ik ken ze van de afdeling en in verschillende therapieën heb ik ze al voorbij zien komen. Het vooruitzicht om het met hen te moeten stellen stelt me niet gerust. Helemaal niet zelfs. Het zijn twee heel verschillende vrouwen. Helena komt oorspronkelijk uit Polen, ze heeft een heleboel meegemaakt en haar verschijning laat dat duidelijk zien. Ze is mager, ze komt breekbaar over. Ze loopt met een stok en dat gaat niet soepel. Ze schuifelt door de kliniek en een been sleept wat achter haar aan. Uiterlijk is geen voorspelbare factor. Mentaal is ze enorm sterk. Te sterk misschien voor haar broze lijfje. De andere vrouw, Joyce, komt ook uit Zeeuws-Vlaanderen en lijkt mij de absolute tegenpool van Helena. Waar Helena vaak sterk is en misschien te weinig hulp vraagt, is Joyce de eerste om de handdoek in de ring te gooien. Ze worstelt al jaren met een conversiestoornis en weet dondersgoed wat ze wel en niet moet doen. Alleen kan ze het niet. Joyce heeft een verstandelijke beperking. En ze is moeder. Deze twee feiten zijn geen oorzaak en gevolg, maar maken haar leven een stuk moeilijker. Ze kan namelijk niet voor haar zoon zorgen en dat is misschien wel het meest pijnlijke ooit voor een moeder. Hij woont in een tehuis. Joyce staat voor mij symbool voor onmacht. Ze wil wel heel graag, maar ze weet gewoonweg niet hoe. Ze heeft een heleboel narigheid meegemaakt – wie niet in de kliniek? – maar ze gaat er op haar manier mee om. Ze is bijna de hele dag negatief. Tijdens een paar uur therapie kan ik dat nog redelijk aan, maar het vooruitzicht om met haar samen te moeten leven, schrikt behoorlijk af. Na mijn evaluatie zit ik in de paniekmodus en de onrust schiet door mijn lijf. Ik vertel het nieuws aan mijn groepsgenoten en zij reageren bijna net zo ontzet als ik. Dat doet me wel goed. Ik zie al mijn inspanningen terug in hun reactie. Ze willen niet dat ik ga. Iedereen

Page 233: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

233

heeft daar zijn eigen motieven voor. Ook zij moeten meegaan met de constante veranderingen binnen de kliniek. De afgelopen tijd staat al in het teken van afscheid nemen. We hebben een open groep en dat betekent dat het constant in beweging is. Er zitten maximaal acht personen in groep D. Een aantal mensen gaan met ontslag en dan komen er weer nieuwe bij. Zo simpel als dat. In de praktijk zorgt het voor veel onrust en spanning. Je weet immers wat je wel of niet aan je oude groepsgenoot hebt en wat ervoor terugkomt valt nog maar te bezien. Inez mag met ontslag en is dolblij. Terug naar haar twee dochters en man. Ze heeft het wel gehad in de kliniek, wat ik heel goed snap, en waagt de stap met een zekere tred. Natuurlijk vindt ze het spannend, maar ze is er klaar voor. Ik geloof in haar en in haar verbetering. Ze heeft hard aan zichzelf gewerkt, in de spiegel gekeken en een aantal heftige gebeurtenissen verwerkt. In combinatie met de broodnodige rust, reflectiemomenten en een bak vol pillen gaat het leven haar een stuk beter af dan bij binnenkomst. Janne en ik vinden het moeilijk om haar uit te zwaaien, maar we gunnen haar alle goeds. We geven een afscheidsfeestje en weten dat we haar moeten laten gaan. Mijn ‘afscheid’ van groep D wordt ook niet overgeslagen. Een groepsgenoot wil het groots vieren en stelt voor om Chinees te bestellen. Iedereen vindt het een goed idee en de verpleging gaat zelfs akkoord. We bestellen voor de hele groep en het eten lijkt wel voor een heel weeshuis. De hele tafel staat vol met witte plastic bakken vol lekkers. Het lijkt wel een feestmaal en dat is het ook. Ik waardeer het enorm en na het eten komen er zelfs cadeautjes op tafel. Dat terwijl ik een paar weken geleden jarig was en al enorm ben verwend. Na wat tegensputteren van mijn kant moet ik eraan geloven. Ik scheur het cadeaupapier van mijn cadeau en zie een miniboksbal met bokshandschoenen. Alle namen van mijn groepsgenoten staan erop. Ze weten allemaal hoeveel ik aan het boksen heb en het cadeau raakt me diep. Wat er ook allemaal is

Page 234: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

234

gebeurd, deze mensen hebben mij leren kennen zoals nog niemand mij ooit heeft gezien. We zijn allemaal verschillend, maar we hebben ook een heleboel gemeen. En deze gemeenschappelijke deler is voelbaar tijdens mijn laatste avond in de groep. De laatste tijd was de groep al wat gezelliger, een aantal oude groepsleden zijn naar huis gegaan en er kwamen anderen voor in de plaats. Met ieder nieuw groepslid veranderde de groep, op een positieve manier. Ik vind het erg moeilijk om afscheid te nemen, ook al zie ik ze nog steeds iedere dag, maar ik maak straks geen deel meer uit van deze groep. Ik weet hoe het voelt om ergens buiten te vallen. Hoe hard ze ook zeggen dat ik erbij blijf horen, ik weet dat vanaf morgen alles anders wordt. Met een dubbel gevoel ga ik naar bed. Morgen ben ik weer een stukje dichter bij huis. Voor nu voelt dat helemaal nog niet fijn. Vrijdag 24 juli Ik heb de beste vriend van Boris ontmoet en ik was natuurlijk hartstikke gespannen. Het ging heel goed en het was gezellig. Ik wil graag een goede eerste indruk maken op de omgeving van Boris. De meesten weten van mijn situatie en zullen daar hun gedachten bij hebben en daar wil ik natuurlijk een fantastische indruk overheen gooien. Vermoeiend. Eigenlijk moeten ze me accepteren zoals ik ben, maar dat is niet zo makkelijk, ik accepteer mezelf nog niet eens. Met uitzondering van de broer van Boris heeft nog niemand naar mijn ziekte gevraagd. Het is nu een beetje als de roze olifant in de kamer. Iedereen ziet hem staan, maar hij wordt genegeerd en dat terwijl hij niet is te missen. Vooralsnog erg ongemakkelijk. Mijn sociale leven is een stuk minder groots. Op dit moment zie ik Boris en voor de rest is mijn weekend leeg. Een leegte in mijn sociale leven, daar heb ik altijd zo hard tegen gevochten. Mijn levensmissie. Ik wilde het liefst een grote vriendengroep en droomde van vriendinnengroepjes zoals in Sex and the City. De werkelijkheid valt vies tegen. Toch voel ik me steeds beter. Na alles wat er is gebeurd

Page 235: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

235

sta ik nog steeds. Het grootste deel van de tijd in ieder geval. Hoe moeilijk het ook is, ik heb nog nooit het bijltje erbij neer willen gooien. Daar ben ik blij mee, dat er ergens een behoorlijke kracht in mij zit om te knokken. Mijn ‘bewegingsruimte’ wordt steeds groter. Ik moet het wel rustig opbouwen. Ik heb op dit moment al twee weken geen aanval meer gehad! Een record!

Zolang je niet volledig thuis bent bij jezelf, blijf je vervulling zoeken bij de ander. Dat lukt nooit. De liefde is niet bedoeld om jouw wereld te complementeren maar om deze te verruimen – Marianne Williamson

Page 236: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

236

Afbouwen

Over negen weken ga ik naar huis en ik ben alvast begonnen met het afbouwen van bepaalde therapieën. Ook zit ik alweer eventjes in groep C. Een grote verandering. Ik voel me alleen. Alsof ik nu niet meer zo belangrijk ben voor de therapeuten omdat ik straks weg ben. Het liefst verdwijn ik. Ik probeer mijn gevoel uit te leggen aan Inge en dat helpt. Daardoor worden mijn demonen al wat minder groot. Praten helpt! Ik voel het eindelijk ook zo. Ik doe actief mee aan de modules om alles nog uit mijn behandeling te halen. Ik ga nu twee keer per week naar de fitnessgroep en ik merk een zichtbare verbetering. Anderen zien het ook. Eindelijk vooruitgang! We zijn aan de slag gegaan met een nieuwe dagplanning en hebben het opbouwen van mijn conditie hier ook in opgenomen. Het is de bedoeling dat ik drie keer per week buiten de kliniek ga wandelen. Alleen. Dit vind ik erg eng, maar we bouwen het rustig op. Eenmaal thuis moet ik mezelf ook weer redden. Mijn lijf moet weer wat meer worden uitgedaagd om verder te komen. Ik voel me gesterkt door Inges vertrouwen in mij. Misschien wordt het toch allemaal wel beter!

Page 237: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

237

Het systeemgesprek

Donderdag 27 augustus Al vanaf het begin van mijn opname dringen mijn behandelaren aan op een systeemgesprek. Dat is een gesprek met je gezin. Elke keer wanneer dit de afgelopen maanden werd geopperd, schoot ik compleet in de stress. De grootste doemscenario’s volgden elkaar in een snel tempo op. Zo’n gesprek zag ik helemaal niet zitten. Mijn ouders hebben me al vaak genoeg gezegd dat ze er niet van zijn gediend dat ze slecht afgeschilderd zouden worden door mijn behandelaren. Op een paar rampzalige pogingen na probeerde ik mijn opname een beetje gescheiden te houden van mijn gezin. Niet echt de bedoeling, maar dat was mijn manier. Ik wist zeker dat alles in elkaar zou vallen op het moment dat we met elkaar om de tafel zouden gaan zitten. Dat zag ik iedere keer niet zitten. Daarom nodigde ik mijn ouders ook niet uit voor mijn evaluatiemomenten. Veel van mijn therapie gaat over mijn ouders, maar het gaat nu een keer over mij. Ik leer mijn gedachten te vertrouwen en mijn gevoelens te uiten. Zonder andermans oordelen. Dit gaat op zo’n voorzichtige manier, anderen kon ik daar nog niet bij hebben. De laatste tijd werd het me duidelijk dat mijn ouders zelf ook een grote sleutel hebben in mijn proces. Ik hoor nu eenmaal in mijn gezin, ook al probeer ik mezelf te genezen. Het werkelijke genezen staat niet los van mijn gezin. Juist niet. We horen bij elkaar. Het gesprek heb ik van tevoren al minstens honderd keer de revue laten passeren. Alle mogelijke dingen die eventueel zouden kunnen worden gezegd, heb ik al bedacht. De gradaties van ellende ook. Je kunt maar ergens op voorbereid zijn. Het feitelijke gesprek heb ik voorbereid met mijn behandelaar en de verpleging. Ik was gelukkig al iets minder bang door de familieavond in mei. Op die avond leek het daadwerkelijke kwartje te vallen bij

Page 238: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

238

mijn familie. Na een halfuurtje moest ik worden weggereden omdat het te zwaar voor me was. Na afloop kwamen mijn ouders en broertje naar mijn kamer, alle drie met tranen in hun ogen. Ik zag begrip bij ze. Ze snapten eindelijk waarom ik zo ziek was geworden. Ze waren altijd bang dat zij de schuld zouden krijgen, maar nu leerden ze dat het veel oorzaken kan hebben. Dat het al begon met mijn geboorte, dat ik daar al zoveel stress heb opgelopen. (Ik bleef vast zitten, uiteindelijk kreeg ik een hartstilstand en moest ik worden gereanimeerd.) Het pesten op de basisschool, mijn gevoeligheid, de moeilijke jaren en de heftige situaties… Eindelijk leek de puzzel voor hen in elkaar te passen. Hun angst maakte ruimte voor begrip. Toen leek er al een klein beetje van de muur die tussen ons in stond af te brokkelen. Door deze avond had ik al wat meer vertrouwen in het gezinsgesprek. Ik had mijn psycholoog al een heleboel verteld over mijn gezin. Ik was bang dat ze me uiteindelijk zou vertellen dat ik het inderdaad niet goed heb gezien, dat mijn herinneringen en gevoelens niet kloppen, dat ik een aansteller ben. Ik hoefde nergens bang voor te zijn. Ik dacht dat ik alles zou moeten regisseren en controleren. Niets was minder waar. Mijn ouders, broertje en ik zaten in een kring met twee therapeuten. Mijn eigen psycholoog en Bowien, de chef de Clinique. Bowien begon mijn ouders wat vragen te stellen. De eerste was vrij simpel en makkelijk: wat de reden was waarom we hier waren. Mijn moeder beet het spits af en begon een heel relaas, over zichzelf. Over haar eigen jeugd en over hoe zwaar ze het heeft gehad. Ik snapte niet zo goed waarom ze het over die boeg gooide, maar goed, ik herkende hier mijn moeder wel weer in. Volgens mij probeerde ze zichzelf te verklaren. Ze werd al snel afgekapt, Bowien bracht ons terug naar het onderwerp van onze bijeenkomst. Namelijk mij. Mijn vader haakte in, probeerde wat te zeggen, maar barstte midden in zijn eerste zin uit in een enorme huilbui. We schrokken er allemaal van. Dit had niemand verwacht. Dit had ik nog nooit van hem

Page 239: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

239

gezien, zoveel opgekropt verdriet. Om mij. De therapeuten haakten er natuurlijk op in. ‘Waarom raakt het u zo?’ Met horten en stoten vertelde mijn vader dat hij het zo erg voor mij vond dat ik zo ziek was geworden. Hij voelde zich heel schuldig en snapte niet wat hij verkeerd had gedaan. Hoe moeilijk ik het ook vond om hem zo verdrietig te zien, zijn emotie werkte zalvend. Eindelijk lag het op tafel, wat het met iedereen deed dat ik zo ziek ben en hier zit. Blijkbaar hadden we gespreksleiders nodig, dit konden we niet alleen aan de keukentafel. Mijn broertje werd er ook bij betrokken. Hij bleek zich ook schuldig te voelen, daarom vond hij het zo moeilijk om met mij geconfronteerd te worden. Hij dacht dat ik ziek was geworden doordat hij misbruikt was. Dat ik daar niet mee om kon gaan en dat ik daardoor ben ingestort. Hij denkt dus dat ik niet ziek was geworden als hij dat niet had meegemaakt. Dat was voor mij het ergste wat ik kon horen. Ik wilde helemaal niet dat hij zich verantwoordelijk zou voelen. Hij heeft er toch ook niet om gevraagd om misbruikt te worden? Nu draagt hij ook nog eens dit gevoel met zich mee. Ondertussen jankte ik de ogen uit mijn kop en probeerde ik hem duidelijk te maken dat het niet zo is. Dat ik me juist zo verantwoordelijk voor hem heb gevoeld en schuldig. De therapeuten zagen onze liefde naar elkaar toe, wat eigenlijk heel mooi is. Nu moeten we die liefde positief inzetten en ons schuldgevoel opzij leren zetten. Al met al was het een fijn gesprek. Iedereen was zichzelf, daar was ik wel blij mee. Nu hadden mijn therapeuten tenminste een goed beeld van mijn familie. Ik zag wat mijn situatie met hen deed. Dat was indrukwekkend. Ondertussen ben ik alweer een tijdje ziek en alweer een poosje opgenomen, dan lijkt het op een gegeven moment alweer bijna normaal. Zij zijn doorgegaan met hun leven. Mijn leven staat nog steeds stil. Daar ben ik best wel boos om geweest. Waarom ben ik het zwarte schaap van de familie? Waarom doet het mij zoveel en gaat de rest rustig verder? Nu hebben we allemaal ons gevoel laten

Page 240: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

240

zien en heb ik gezien dat het hun ook behoorlijk raakt. Volgens mij proberen ze mij hier ook voor te beschermen. Dat ze niet willen dat ik hun verdriet zie, omdat het al zo heftig is voor mij. Dat is eigenlijk best wel lief. Gek hoe je allemaal zo’n andere invulling kunt hebben van gebeurtenissen, toch wel belangrijk om dit soort dingen bespreekbaar te maken. Ik ben blij en opgelucht dat we het gesprek hebben gedaan. Het was een mooi moment dat ik nog lang met me mee zal nemen. Nu is het aan ons om dit verder op te pakken. Louise en ik bespreken het gezinsgesprek na. Eigenlijk vind ik het wel fijn dat ze mijn familie nu eens heeft gezien. Ik heb het al zo vaak over ze gehad, nu heeft ze het eens met eigen ogen kunnen bekijken. Ik ben natuurlijk erg benieuwd naar haar mening en of ze er hetzelfde over denkt als ik. We hebben het over de druk die ik heb ervaren naar mijn moeder toe om gelukkig te zijn, zodat ik háár gelukkig kon maken. Deze ‘opdracht’ is natuurlijk niet gelukt en ik heb tijdens het gezinsgesprek geprobeerd uit te leggen hoeveel pijn me dit doet. Louise vertelt dat haar aandacht tijdens het gezinsgesprek steeds naar mijn ouders werd getrokken. Dit vind ik wel grappig om te horen, zo heb ik dat zelf ook ervaren. Zij leken de hoofdrol te hebben, terwijl het eigenlijk om mij zou moeten gaan. Toch vind ik het erg belangrijk dat zij hun zegje konden doen. Het belangrijkste was voor mij dat we geen verwijten naar elkaar zouden maken, maar wat begrip voor elkaar konden ontwikkelen. Dat is gelukt, we hebben er uiteindelijk allemaal heel veel aan gehad. Louise komt terug op het ontstaan van mijn klachten. Ze laat me de symboliek zien; ze begonnen in een periode dat ik op mijn eigen benen wilde leren staan, wat dus niet is gelukt. Deze verbanden heb ik zelf nooit gelegd en het komt hard binnen. De puzzelstukjes raken steeds meer compleet. De tijd gaat snel en mijn vertrek uit de kliniek komt steeds dichterbij. Ik heb er wel zin in, maar ik ben ook

Page 241: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

241

verdrietig. Verdrietig om het feit dat ik niet zo ver ben gekomen als ik had gehoopt. Ook ben ik bang voor mijn thuiskomst. Ik heb niet zoveel vrienden meer over, misschien zijn de vrienden van vroeger werkelijk niet zo ‘echt’. Hier heb ik dagelijks steun van mijn mede-cliënten en thuis heb ik dat niet meer. Ik weet niet wat ik kan verwachten. Durf ik de stap weer te zetten, vanuit deze schijnbare veilige wereld naar mijn oude wereld? Ik zal wel moeten. Maar ik zal weer helemaal opnieuw moeten beginnen.

Page 242: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

242

Allerlaatste evaluatie

Donderdag 17 september Vandaag is mijn laatste evaluatie. Eerder vond ik het niet nodig om dit met iemand te delen, nu wel. Ik heb Boris uitgenodigd om erbij te zijn, ik wil hem deel uit laten maken van mijn hele leven. Daar past mijn opname ook bij, vind ik. Ook vind ik het belangrijk dat hij ziet en hoort hoe het met mij gaat. Het is een beetje ongemakkelijk om hem letterlijk en figuurlijk zo dichtbij te laten komen, maar het is wel goed. We hebben het over de afgelopen maanden. Dat ik aan veel doelen heb gewerkt, dat ik telkens mijn verwachtingen heb moeten leren bij te stellen. Mijn uitgangspunt was dat mijn aanvallen zouden stoppen. Het bleek niet haalbaar om dit binnen de opname te behalen. Wat ik erg positief vind is dat ik lichaamssignalen heb leren herkennen. Voor mijn opname en in het begin was ik grenzeloos. Ik voelde letterlijk niets meer. Doordat ik nu vaker signalen herken en hier ook actie in onderneem heb ik langzaamaan weer grenzen gevoeld en gevonden. Een belangrijk signaal voor mij is duizeligheid. Dat is er vrijwel constant maar het is in grote mate een voorbode voor een aanval. Door middel van registratie heb ik wat lijnen kunnen zetten en zien in mijn ontwikkeling. In het algemeen zijn mijn aanvallen flink verminderd, wel heb ik af en toe een terugval. Belangrijk voor mezelf is dat ik aanvallen meer kan verklaren. In mijn behandeling heb ik een begin gemaakt met het leren accepteren hoe het nu is en wat ik heb. Niet makkelijk, maar veel tijd én de erkenning en herkenning met lotgenoten en het behandelteam hebben hier heel erg in geholpen. Psycho-educatie en de gesprekken met Louise hebben me inzichten gegeven over hoe mijn lichaam reageert en waarom. In andere therapieën heb ik bevestigd gekregen dat ik niet gek ben, maar heb ik antwoorden gekregen over mezelf en mijn verleden. Er zijn heel wat

Page 243: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

243

puzzelstukjes op zijn plaats gevallen. Dat is niet vanzelf gegaan. Maar deze combinatie heeft er wel voor gezorgd dat ik wat milder voor mezelf leer te zijn. Het is nu eenmaal zo gelopen en ik heb dit nooit bewust opgezocht. Ik heb op een gegeven moment mezelf ruimte gegeven wat betreft mijn toekomsteisen. Dit ging stapje voor stapje maar doordat ik dit wat heb losgelaten, ging het vanzelf wat beter. Mijn leven controleren is niet gelukt en dat gaat me ook niet lukken. Toen ik eindelijk ging loslaten kwam er ruimte voor goede dingen. De relatie met mijn ouders is rustiger en er is ruimte voor mij. Ik vind mijn gezondheid zo belangrijk dat ik hiervoor kies. En het helpt dat ik nieuwe mensen om me heen heb die mij zien en niet alleen mijn verleden of stempel. Ik ben er nog lang niet, maar dat heb ik gaandeweg ingezien. Ik heb wel een begin gemaakt en ik weet dat ik dit thuis moet gaan uitbouwen. In de laatste periode ben ik aan de slag gegaan met mijn conditie. Ik zie hier een stijgende lijn in, als ik het maar binnen mijn grenzen opbouw. Door de conversiestoornis had ik geen vertrouwen meer in mijn lichaam. Maar nu ben ik dit weer een beetje aan het opbouwen. Rationeel weet ik heel goed dat mijn lichaam niet voor niets aan de rem heeft getrokken, maar ik merk dat er gevoelsmatig nog veel weerstand en boosheid is. Dit merk ik bijvoorbeeld bij de ontspanningsmodule. Ik heb geleerd dat ik structuur erg fijn vind en ga dit thuis ook voortzetten. De verandering naar afdeling C heeft me veel zelfstandiger gemaakt. Ik kan steeds beter keuzes maken voor mezelf. Vorige week heb ik met Inge besloten om mijn programma af te bouwen. Dit had ik vroeger nooit gedurfd, maar ik vind het een goede keus. Ook was het systeemgesprek erg goed, en met mijn energie gaat het beter. Ik heb geleerd dat veel van mijn karaktereigenschappen goed zijn, maar dat ze compleet uit balans waren. Ik heb geleerd dat ik niet alles moet willen en ook niet meer terug moet willen naar die tweehonderd procent. Tachtig procent is een mooi streven.

Page 244: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

244

Al met al is het raar om de laatste evaluatie te hebben, maar het is weer een terugblik. Op veel gebieden een pijnlijke terugblik, maar het is ook goed om het opnieuw na te lopen. Mijn laatste weken in de kliniek zijn aangebroken en het besef dat ik straks weer naar huis ga begint een beetje te komen. Ik moet op maandag heen en weer naar Breda omdat ik een intakegesprek heb bij de GGZ voor mijn vervolgbehandeling. Ik dacht dat ik er met een paar gesprekken wel zou zijn, maar de GGZ stelt een deeltijdtraject voor. Wekelijks een avond – van vijf tot tien uur – in therapie. En natuurlijk, hoe kan het ook anders, groepstherapie. Alsof ik nog niet genoeg heb gedaan in een groep. Het is schematherapie gebaseerd op cognitieve gedragstherapie. Waar mijn opname vooral gericht was/is op de conversiestoornis wordt er in deze therapie vooral naar de onderliggende redenen gekeken. Er wordt verder gewerkt aan mijn grenzen, zelfbeeld, het verleden en mijn relaties met anderen. Klinkt op zich wel goed. Ik vraag aan de therapeut wat de bedoeling is van dit traject, hoelang dit ongeveer gemiddeld gaat duren. Hij heeft het over minimaal een jaar. Niet te geloven. Maar het is nodig en dat weet ik. Dus in Breda ga ik straks verder met therapie. Twee keer per week naar de psychosomatisch fysiotherapeut en een avond naar de GGZ. Dat wordt pittig. Vlak voor mijn ontslag lig ik ‘rustig’ op bed te wachten op mijn bezoek. Inez komt namelijk langs in mijn laatste week om alvast een soort afscheidsfeestje te vieren. Het is zo jammer dat Janne en Inez al thuis zijn, ik had ze er graag bij gewild. Natuurlijk ben ik blij dat ze hier weg zijn, maar ik had het graag met hen af willen maken. We zijn er samen aan begonnen. Daarom vind ik het heerlijk dat Inez nog langskomt. Terwijl ik wat aan het lezen ben op bed hoor ik opeens een grote doffe klap tegen mijn slaapkamermuur. Mijn slaapkamer bevindt zich op een hoek en tevens de ingang van de kliniek. Wat doe je als

Page 245: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

245

je iets geks hoort? Dan ga je kijken. Althans, dat is mijn logische reactie. Ik ga de hoek om en zie een medecliënt op de grond liggen. Ze is uit haar scootmobiel tegen de muur aan gevallen. Niet zo vreemd in een kliniek waar iedereen aanvallen heeft. Op het moment dat ik de situatie wat meer kan overzien beginnen mijn hersenen pas te registeren wat er werkelijk aan de hand is. Ze bloedt en het komt uit haar polsen. Weer een zelfmoordpoging. Ik weet niet wat ik moet doen, want ze is ondertussen buiten westen. Volgens mij door een aanval, maar het kan ook vanwege het bloed zijn. Ik heb geen idee en kan niet meer helder nadenken. Ik kan de situatie nog net registeren en mijn conclusies trekken, maar dat is het dan ook. Ergens gaat er een knop om en mijn lijf trekt het nog om naar de verpleegpost te lopen. Daar vertel ik wat er volgens mij aan de hand is. De verpleging reageert gelukkig snel en onderneemt actie. En bij mij valt de spanning letterlijk weg, ik krijg een aanval. Hoe verrassend. Een tijdje later lig ik weer in bed, helemaal kapot en met een flink klotegevoel. Dit is namelijk haar tweede poging en ik kan het gewoonweg niet loslaten. Inez komt even later bij me zitten. Het is niet een enorm gezellig bezoek voor haar, ik kan me amper bewegen en kan mijn bed niet uitkomen. Ik zit helemaal vol van wat ik heb gezien. Inez kan al veel meer afstand nemen en probeert het voor me te relativeren. Dat het niets met mij te maken heeft, dat het iets van haar is, dat ze hulp nodig heeft en dat ze die in de kliniek misschien niet helemaal kunnen bieden, omdat de kliniek daar ook niet voor is bedoeld. Dat ze nu waarschijnlijk naar huis moet, hoe erg dat ook is, maar dat dit de afspraken zijn. Hoe realistisch en lief Inez het ook brengt, het blijft me dwarszitten. Het lijkt wel alsof ik het niet los wil laten. Om iemand zo te zien liggen, met bloedende wonden omdat ze niet meer wil leven, vind ik verschrikkelijk. En het beeld verdwijnt niet zo snel uit mijn hoofd.

Page 246: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

246

De volgende dag heb ik mijn afscheidsgesprek met Louise en zij vindt het ergens ook wel weer bizar dat ze me met één of twee extra trauma’s naar huis sturen. Het gaat dan om die gekke man die het op mij had voorzien en natuurlijk het voorval van gisteravond. We moeten er wel een beetje om lachen, maar daarnaast zit er wel een serieuze toon in het gesprek. Ze vindt dat ik goed op mezelf moet letten en dat ik in de gaten moet houden of de beelden blijven hangen. Anders krijg ik nog een EMDR-sessie. Voor alles is een oplossing. Ik kan er wel grapjes over maken, maar ik ben blij dat ze me serieus neemt. Het was niet zo’n leuke ervaring. Gelukkig gaat het ‘goed’ met mijn groepsgenoot. Wat ik ervan weet is dat ze het niet bewust wilde doen. In een dissociatie is ze in zichzelf gaan snijden. Ze moet weg uit de kliniek, maar dat wil ze niet. Het laatste woord is hier nog niet over gezegd. De sfeer is gespannen en iedereen loopt op zijn of haar tenen. De meningen zijn verdeeld, maar het gemeenschappelijke gevoel is dat het verschrikkelijk is voor haar dat het zo slecht met haar gaat. Ze blijkt naast de conversieklachten nog veel meer te hebben, hierdoor is het voor haar moeilijk om beter te worden. Ze is al heel vaak opgenomen geweest. Het is zo’n leuke en lieve vrouw, maar als er iets misgaat in haar hoofd, gaat het goed mis ook. Ik weet dat ik me er niet te veel op moet focussen, want het zijn mijn laatste dagen in de kliniek. Ik moet wel zeggen dat dit soort situaties het niet aantrekkelijk maken om te willen blijven. Deze omgeving is niet gezond. Ik word hier niet gelukkiger. Het is echt tijd om te gaan. Woensdag 7 oktober Ik weet nog hoe bizar het was, mijn eerste dag in de kliniek. Het lijkt al zo lang geleden. Alle deuren gingen op slot en zo voelde het ook voor de rest van mijn leven. Nu mag ik weer naar huis. Een aantal maanden later dan ik ooit had verwacht. Blij ben ik niet, die metamorfose die ik had gehoopt door te maken heb ik niet helemaal

Page 247: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

247

afgemaakt. Het voelt alsof mijn haar nog in de verf zit en mijn kleren in de wasmachine. Het eindresultaat is ‘onaf’. Toch is het tijd om te gaan en deze deur dicht te doen. Ik heb de afgelopen maanden zo tegen deze dag opgezien. Uit pure angst, want wat staat er achter deur nummer vier te wachten? Een nieuwe wasmachine? Of gewoon een ‘nieuw’ maar tegelijkertijd oud en leeg leven? Ik ga naar huis met een heleboel ervaringen, een hoop meer zelfkennis en, zoals ze dat hier zo mooi zeggen, ‘de tools om het zelf weer te doen’. Ook al vind ik het eng, het wordt tijd om het zelf weer te doen. In het begin vond ik die gehospitaliseerde cliënten maar wat zielig, en nu lijk ik zelf ook wel erg te genieten van de veiligheid. Niet dat het hier ooit veilig is, maar dan nog… Alle sprookjes die ik had bedacht zijn wel doorgeprikt, dus ik ga in ieder geval terug naar huis met een hoop illusies minder. Dat scheelt in de bagage. Ik weet dat ik cynisch overkom, maar ik weet niet wat ik vandaag met mezelf aan moet. Hoe kan ik terug naar Breda gaan terwijl ik nog niet eens weet wat ik moet met mijn leven? Ja, ik moet braaf in therapie. Dat is de zekerheid die ik heb, de rode draad in mijn leven. Bof ik even. Mijn agenda blijft gevuld met therapie, en de rest zien we wel. Mijn moeder komt me halen en dan kan de volksverhuizing beginnen. Ik heb nogal wat troep verzameld in de afgelopen tien maanden. Het afscheid is kort maar krachtig, de afgelopen week stond al constant in teken van afscheid, dus het is goed zo. Afdeling C was al de hele week versierd met slingers en ballonnen, zo lief. Ik heb, zoals dat traditiegetrouw gaat in een kliniek, getrakteerd op brownies en heb aan iedereen een kaart geschreven met een klein cadeautje erbij. Ook heb ik puzzelstukjes gemaakt en overgeverfd met schoolkrijtverf. Met een krijtje heb ik er ‘bedankt’ op geschreven. Simpel, maar wel zoals ik het wilde. Iedereen uit de kliniek – mijn groepsgenoten, de verpleging en mijn behandelaren –

Page 248: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

248

vormt een puzzelstukje in mijn behandeling en mijn weg naar verbetering. Ik krijg allemaal hele lieve woorden en iedereen vertrouwt in mijn weg naar beterschap. Lief. Hoe kun je ooit ‘goed’ afscheid nemen? Ik weet dat alles anders zal zijn. Iedereen gaat weer verder met zijn leven en dat moet ik zelf ook doen. Ik weet alleen nog niet hoe. Ik ben de hele dag weemoedig en ben blij dat mijn moeder bij me is. Ook best gek, maar zij is de enige die ik op deze dag om me heen wil hebben. In Breda aangekomen zijn de overloop en mijn kamer helemaal versierd. Er hangen ballonnen en slingers, dit had ik nooit verwacht. Mijn vriendinnetje Mirre komt uit haar kamer en geeft me een welkom-thuis-knuffel. Ik wil haar bedanken voor de versieringen, maar ze zegt zelf al dat zij het niet heeft gedaan. Mijn andere huisgenoten hebben mijn kamer versierd en ze willen een klein feestje geven vanavond. Dat had ik niet verwacht. Mirre gaat al binnen twee minuten over op de orde van de dag. Ze praat me bij over het werk en over haar onvrede. Geen vraag hoe het met me gaat of wat dan ook. Nadat ze haar gal heeft gespuugd vertrekt ze naar haar werk en roept nog na dat ze er vanavond niet bij kan zijn. Ze heeft andere afspraken. De deur gaat dicht en ik kijk mijn moeder met grote ogen aan. Ik twijfel aan mezelf, maar mijn moeder vult mijn reactie in. Als vriendin zijnde zou ze zich wel anders mogen opstellen. Ik word gelijk onzeker en twijfel aan mezelf. Mijn moeder veegt mijn gevoel van tafel, ik moet juist genieten van de versiering en mijn spontane feestje. Ik moet eraan wennen dat dit soort lieve gebaren uit de meest onverwachte hoeken komen. Van degene van wie ik het meeste verwacht komt namelijk helemaal niets. Verwarrend. De rest van de dag staat in het teken van mijn kamer weer tot mijn thuis maken. Mijn moeder maakt mijn hele kamer schoon en samen pakken we mijn tassen uit en als het avond wordt heb ik al zeven

Page 249: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

249

huilbuien gehad, maar begin ik ook te landen in mijn kamer. Boris komt morgen langs, daar kijk ik ook wel naar uit. Ik weet nog niet zo goed hoe ik alleen moet zijn. Mijn moeder gaat weg en ik huil nog een keer, maar deze keer van dankbaarheid. We hebben de meest moeilijke maanden overleefd, zonder enorme drama’s, en we kunnen nog steeds met elkaar door een deur. We zijn nog niet waar we moeten zijn, maar ik ben blij dat ze er voor me is op dit soort dagen. Het feestje ’s avonds is megalief. We drinken thee en eten taart en het voelt als een warm bad. Zo lief dat ze dit voor mij doen. Ik houd het niet lang vol, maar ik voel me welkom in mijn eigen huis. De eerste nacht is onwerkelijk, maar ook wel weer fijn. Er is geen controle, ik hoef nergens heen of mezelf aan te passen. Ik mag weer zelf kiezen wat ik eet of drink en wanneer. Van dit soort besefmomenten word ik blij. Ik ben vijf dagen in Breda als ik een telefoontje krijg van Mirre. Ik ben op dat moment bij een ander collegaatje. Mirre vertelt dat we allebei een brief van de woningbouwvereniging hebben ontvangen; zij heeft die van haar al geopend en het is geen goed nieuws voor mij. Ik moet zo snel mogelijk naar huis komen. Voor iemand die goed met stress om kan gaan, maar niet heus, is dit telefoontje niet enorm gezellig. Natuurlijk storm ik direct de deur uit. Eenmaal thuis op de bank met de brief op schoot kan ik wel janken. In de brief vragen ze namelijk of iedere bewoner een bewijs van inschrijving wil sturen. Een inschrijving aan een hogeschool als bewijs dat je nog studeert. Hartstikke logisch, het zijn natuurlijk studentenkamers. Ik ben al tien maanden bang voor die brief, maar toen was het allemaal prima. Nu ben ik amper een week terug in Breda en sta ik al bij wijze van spreken op straat. Als je niet meer studeert en dus geen bewijs van inschrijving kunt tonen, moet je je kamer zo snel mogelijk verlaten. Wat een klotetiming.

Page 250: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

250

Paniek neemt iedere vezel van mijn lijf over en ik kan weer een van mijn zekerheden van mijn lijstje afstrepen. De kamer waar ik me weer thuis wil voelen staat letterlijk op de tocht. Mirre probeert me nog te kalmeren maar dat was al te laat voordat ze überhaupt mijn telefoonnummer intoetste om me te bellen. Ik bel in paniek mijn ouders op en ze proberen me gerust te stellen, maar ik hoor dat ze het zelf niet eens menen. Alles wordt langzaam afgebroken en ik kan er niets tegen doen. Het enige wat ik kan doen is contact opnemen met de woningbouwvereniging. Ik ga eerlijk mijn verhaal vertellen. Ik kan toch niet na tien maanden loze huur te hebben betaald met mijn staart tussen mijn benen terug naar mijn ouders in Zeeland? Het was juist de bedoeling dat ik mijn eigen plekje zou hebben. Het is al na kantooruren dus ik moet tot morgen afwachten. Met wallen tot op mijn knieën en met trillende handen bel ik de volgende dag om klokslag negen uur naar de contactpersoon van de brief. Ze is er niet. In bespreking. Ze belt me later terug. Oké. Voor haar is het natuurlijk gewoon werk. Relativeren is allang niet meer aan de orde, dat kan ik namelijk niet meer. Alle ‘handige’ handvatten die ik heb meegekregen vanuit de kliniek zijn plotsklaps vergeten. Ik kan nu niet rustig nadenken hoe ik hier eens verstandig mee om kan gaan. Godverdomme! Ik heb straks geen woonplek meer. Ik zie mezelf al langs kijkavonden gaan. ‘Wat studeer je?’ ‘Op dit moment even niets.’ ‘Goh, en wat doe je dan voor werk?’ ‘Op dit moment… even niets.’ ‘Hou je dan wel van stappen?’ ‘Op dit moment even niet.’ Erg verkoopbaar als gezellig huisgenootje ben ik niet. Mezelf in een minuut verkopen? Ik weet niet eens wat ik moet zeggen. Mijn afgelopen jaar in een kliniek moet ik al helemaal verstoppen, denk

Page 251: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

251

ik. Niet echt aantrekkelijk. Dus een andere kamer zoeken is niet mijn grootste hobby op dit moment. Een paar uur later word ik gelukkig teruggebeld. Het enige wapen dat ik heb is de waarheid en die vertel ik dan maar. Ik ben eerlijk over het stoppen van mijn studie, dat ik tien maanden opgenomen ben geweest en dat ik wel weer de ambitie heb om terug te gaan naar school, dat ik wat tijd nodig heb om nog te herstellen en dat ik hoop dat ze me die wil geven. Helaas is dat niet mogelijk. Het zijn de regels dat je uit het huis moet als je niet meer studeert. Maar er komt een maar, ze zegt dat ze me graag wil helpen. Ze wil niet dat ik zomaar op straat kom te staan en ze vindt het onverantwoordelijk als ik nu op zoek moet gaan naar een andere kamer. Ze denkt dat ik aanspraak kan maken op de 5%-regeling. Ik had er nog nooit van gehoord, maar jaarlijks mogen consultants vijf procent van het complete aanbod verdelen onder mensen die het volgens hen enorm hard nodig hebben. Een soort van urgentieregeling dus. Ik kan mijn oren niet geloven. Ze gaat me helpen, aan een huisje in Breda! Dus ik moet mijn huis uit, maar alleen wanneer ze een andere optie heeft. Ik durf het niet te geloven, maar ze belooft haar uiterste best te doen om mij te helpen. Het blijft terugkomen, uit de meest onverwachte hoeken komen de grootste wonderen.

Page 252: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

252

Onbegrip

‘Maar waarom heb jij eigenlijk ziekenvervoer? Dat is toch alleen voor echte zieke mensen?’ Taxichauffeur nummer drieënveertig stelt de standaardvraag. Tja, wat zal ik nu weer eens zeggen, denk ik bij mezelf. ‘Ik ben ziek geweest en ik kan nog niet fietsend naar de fysiotherapeut, vandaar. En bij de fysiotherapeut ben ik aan het revalideren.’ Ondertussen vraag ik mezelf af of hij hier tevreden mee is. ‘O, heb je dan een blessure of zoiets? Meestal vervoeren wij mensen naar de Daniel den Hoed-kliniek voor bestraling of naar de nierdialyse. Die zijn er vaak erg slecht aan toe. Al die mensen hebben ook vervoer nodig, hun ziekte is eigenlijk een manier voor ons om ons brood te verdienen.’ Ik zit me ondertussen kapot te ergeren omdat ik het gevoel heb me steeds maar opnieuw te moeten verdedigen. Ik heb helemaal geen zin om telkens alles uit te moeten leggen. Ondertussen mompelt hij verder dat ik zeker wel door een dokter ben gekeurd om met het ziekenvervoer mee te mogen. Wat denkt hij nou zelf? Dat ik mezelf voor mijn lol door Breda laat vervoeren door een stel nieuwsgierige taxichauffeurs? Een andere chauffeur was nog brutaler. Mevrouw was erg benieuwd wat ik mankeerde; op zich prima, maar ze was zo brutaal. Nou, ze wond er geen doekjes om, met haar Brabantse accent: ‘Wat ben jij nog jong voor zo’n pas, wat heb je dan dat je zo’n pas nodig hebt?’ ‘Nou mevrouw, dat is nogal moeilijk om in het kort uit te leggen. Het is zowel psychisch als lichamelijk.’ Daar ging ze niet mee akkoord. ‘Nee, dat kan niet, het is het een of het ander!’ Ze bleef stil en dacht diep na. Haar ogen lichtten op,

Page 253: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

253

alsof ze het ei van Columbus had gevonden. ‘Heb je dan soms zuurstoftekort gehad bij de geboorte?’ ‘Nee, mevrouw!’ Zonder fooi stapte ik maar snel uit. Wat geeft iedereen het recht om mij de hemd van het lijf te vragen? Alleen maar omdat ik nog jong ben en je niets aan mij kunt zien? Wat dan nog! Kon ik maar weer fietsen, dan had ik ze niet meer nodig. Nu ben ik helaas nog afhankelijk van ze om naar mijn afspraken te kunnen gaan. Even op mijn tanden bijten dan maar. Dinsdag 3 november Ik kom net terug van mijn eerste bezoek aan de kliniek. Ik krijg nog wat gesprekken als nazorg. Boris kwam vannacht bij me slapen, zodat hij me vanochtend weg kon brengen. Zo lief. Alleen kon ik geen rust vinden. Ik lag alleen maar te stressen. Ik heb me wel goed door het bezoek heen geslagen. De wereld gaat daar door, net als hier. Waar hoor ik thuis? Ik had mijn plekje daar en nu moet ik dat opnieuw zelf maken. Waar wil ik eigenlijk bij horen? Ik wil rust met mezelf. Sommige mensen van de verpleging liepen langs me heen zonder iets te zeggen. Het voelt zo raar; als je daar niet meer zit, hoor je er niet meer bij. Het is uiteindelijk hun baan, ze weten alles van mij en dat was het dan. Ik moet wel het positieve uit mijn herinneringen naar boven halen. Het is wel weer mijn ding om deze negatieve gevoelens te onthouden. Ik moet beseffen dat het leven niet om mij draait. Mijn leven moet om mij gaan draaien. Zo hoort het te zijn. Ik moet ergens weer een plekje vinden en deze innemen. Nu wacht ik af tot iemand anders mij mijn plek wijst als een of ander braaf en gehoorzaam hondje. Dat nederige mag er wel uit. Zo ben ik helemaal niet. Ik verdien ook een plek, net als iedereen, en ik ga hem vinden.

Page 254: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

254

Ik kom er wel

Woensdag 4 november Ik heb nog steeds last van enorm veel stress. Mijn lichaam is totaal ontregeld geraakt. Ik moet mezelf accepteren en hoe het is gelopen. Mijn leven is nog niet voorbij. Ik heb nog genoeg veerkracht om te genieten. Mijn teleurstellingen hebben te maken met mijn te hoge verwachtingen van het leven. En nu leer ik die los te laten. Mijn wereld vergaat niet als mensen me niet aardig vinden. Daar hoef ik niet voor naar hun pijpen te dansen. Door dit te schrijven probeer ik me deze dingen voor te houden. Het is allemaal niet zo gezellig. We zijn inmiddels bijna twee jaar verder en hoe sta ik er nu voor? Mijn leven brokkelt steeds meer af en ik weet dat dit nodig is om verder te kunnen, maar het is verschrikkelijk moeilijk. In de kliniek kon ik me nog verstoppen voor de realiteit van thuis. Maar hier moet ik het aangaan. Het wordt nooit meer zoals vroeger. En daar hoor ik blij mee te zijn, dat weet ik. Maar veranderen gaat bij mij langzaam en loslaten nog langzamer. In tien maanden tijd ben ik nooit echt alleen geweest. Op ieder moment konden er mensen zomaar binnenlopen. De weekenden waren nooit rustig. Ik heb die rust nu nodig en kan langzaam wennen aan het weer alleen zijn want de deur wordt nog niet platgelopen. Ik denk dat dit goed is voor me, toch was dit een van mijn grootste angsten tijdens mijn opname, dat ik alleen zou zijn. Dat ik niet meer in mijn eigen leven zou passen. Die angst is wel waarheid geworden. Ik pas niet meer in mijn oude leven, maar waar ik dan wel pas… geen idee. Het zoeken is nog niet voorbij. Waar ik altijd zo bang voor was staat op het punt van uitkomen. Ik pas nergens meer, maar mijn oude leven wil ik niet meer terug, dus wat dat betreft is het goed. Het is allemaal onzeker en nieuw en ik heb geen idee waar ik straks uitkom, maar slechter

Page 255: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

255

dan de afgelopen tijd kan het denk ik niet meer. Onzekerheid is zo slecht nog niet. Ik heb geleerd dat ik op mezelf mag vertrouwen en niet alles bij anderen moet halen. Anderen doen ook maar wat en niemand is heilig. Mijn verwachtingen lagen te hoog en na de honderste teleurstelling werd ik uiteindelijk op mezelf teruggeworpen. Ik wil het leuk en goed hebben met mezelf. De rest komt later dan wel weer. Ik kom er wel, ik blijf vechten voor herstel. Volgende week begint mijn groepstherapie bij de GGZ. Weer een nieuwe stap. Ik vind het natuurlijk spannend. Ik heb tot nu toe alles aangekund. Waar ben ik nou zo bang voor? Wat kan er nu nog gebeuren? Dat mensen weggaan? Ik ben al heel wat mensen kwijtgeraakt en ik sta nog steeds. Althans, het grootste gedeelte van de tijd… Mensen moeten mijn zelfvertrouwen niet vullen met bevestiging, dat moet ik zelf doen. Rust vinden in mijn lichaam en geest. Iemand anders zijn mening zegt eigenlijk niets over mij. Ik heb mijn eigen weg te gaan. Sterker nog, ik zou niet eens willen ruilen. Met niemand. Ik hoef me nergens voor te schamen en zeker niet continu te verdedigen. Het werk dat ik dit jaar heb verzet is een investering voor de rest van mijn leven. Ik sta nu zoveel dichter bij mezelf. Ik leef (bijna) niet meer voor de ander en ben niet meer zo bang om alleen te zijn. Ik mag meer genieten van mijn leven. Ik zit nog zo vaak met schuldgevoelens. En waarom? Het is gelopen zoals het is gelopen. Eindelijk weet dat ik dat ik niet mijn opleiding, baan, inkomen, relatiestatus of vriendenkring ben. Ik ben Deborah. En nu moet ik dit nog zo gaan voelen. Ik heb er vertrouwen in! Niet het vallen is falen, maar het weigeren om weer op te staan.

Page 256: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

256

Nawoord

Na mijn opname dacht ik dat ik er al was, maar toen bleek mijn herstel pas te beginnen. Mijn opname van tien maanden in Gorinchem was het startpunt van mijn nieuwe leven. Na 2009 heb ik nog drie jaar iedere week groepstherapie gehad bij de GGZ. Daarnaast heb ik een tijdlang gerevalideerd bij een Psychosomatische fysiotherapeut in Breda. Nooit heb ik enig idee gehad dat mijn herstel zo lang zou duren. Heel lang was ik overtuigd van het idee dat ik terug zou gaan naar mijn oude leven. Het besef dat alles anders was en ik een compleet nieuw leven op moest bouwen, heeft jaren geduurd. Ze zeggen vaak dat je je ziekte moet accepteren om verder te kunnen. Acceptatie was voor mij een van de moeilijke dingen. Waar ik tijdens mijn opname vooral aan mijn conversiestoornis heb gewerkt ‒ het signaleren van mijn lichamelijke klachten en het toelaten van mijn gevoelens ‒ ging het bij de GGZ over mijn zelfvertrouwen, het stellen van grenzen, het accepteren van mijn situatie, schaamte, de relatie met mijn ouders, betere relaties met anderen en mijn traumatische ervaringen. De lichamelijke klachten van mijn conversiestoornis zijn een uiting geweest van onderliggende problemen. Die moest ik recht in de ogen kijken, voor zover ik kon oplossen of een plekje geven. Nu ik bijna geen lichamelijke klachten meer heb lijkt alles vaak weer goed. Het gaat ook ieder jaar beter. Ik weet wel wat mijn zwakke plekken zijn en hier moet ik aandacht aan blijven besteden. Sporten heeft me ontzettend veel gegeven. Mijn sportcarrière kwam natuurlijk niet zo vlammend van de grond in de kliniek, maar na mijn opname is dit ieder jaar beter gegaan. Waar ik vroeger op school als laatste werd gekozen tijdens de gym sport ik nu met liefde

Page 257: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

257

meerdere keren per week. De neiging om in mijn hoofd te blijven zitten, is vaak nog erg groot. Mijn lichaam was lang de vijand, dus dit was een lange weg. In Breda ben ik eerst anderhalf jaar lang begeleid door een Psychosomatisch fysiotherapeut. Wij hebben ons gericht op het accepteren van mijn beperkingen, de teleurstellingen die ik heb ervaren door mijn lichaam en het opbouwen van mijn conditie. Hier ben ik mee verdergegaan in de sportschool. Fietsen en wat cardio, daarna durfde ik de stap te nemen naar groepslessen en weer een tijd later durfde ik te gaan hardlopen. Met als hoogtepunt de Singelloop in Breda, waar ik tien kilometer hardliep! Boris en ik zijn nog steeds samen; begin 2015 hebben we ons eerste huis gekocht en we zijn gelukkiger dan ooit. Dankzij mijn verbeterde gezondheid hebben we steeds meer vrijheid om te leven zoals wij willen. Toch genieten we het meest van samen Masterchef Australia kijken op de bank en daarna lekker koken. Ik heb zo lang gevochten tegen rust, veiligheid en burgerlijkheid en dit is precies wat wij samen hebben. Met onze twee katten. En ik geniet volop. Ook heb ik inmiddels een superleuke baan. Mijn psycholoog van de GGZ confronteerde me een paar jaar geleden, hij hield me een spiegel voor en vertelde dat hij niet wist waar ik over vijf jaar zou staan. Of ik nog thuis zou zijn, verstijfd van angst, of inmiddels weer aan het werk. Hij kon het gewoon niet inschatten. Dit was voor mij een belangrijk moment en alles in mij heeft gevochten tegen de verlammende angsten die ik ieder moment van de dag voelde. Ik moest en zou, zo kwaad als het soms ging, verdergaan. Het begon met een paar uur vrijwilligerswerk, daarna heb ik geweldige werkervaring opgedaan bij Omroep Mik en mocht ik anderhalf jaar hoofdredacteur zijn van Stichting Hoezo Anders. Een online platform voor jongeren met een niet-zichtbare beperking en/of chronische ziekte. Deze kans heeft me mijn nieuwe richting doen bevestigen: schrijven, communicatie, het online wereldje. Dit is mijn plek. Jongeren met een beperking laten zien wat er nog

Page 258: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

258

allemaal mogelijk is, dat is ontzettend inspirerend. Toch wilde ik verder, die betaalde baan had ik mezelf als doel gesteld. Samen met mijn coach Heidi de Rijbel van re-integratiebureau Frame ging ik op zoek naar een nieuwe baan. Mijn zoektocht was dichterbij dan ik dacht; Frame bood mij een werkervaringsplaats aan als communicatiemedewerker. Inmiddels heb ik een contract en leer ik iedere dag bij. Is dit dan alleen maar een groot succesverhaal? Daar lijkt het wel op en ik knijp mezelf regelmatig om te beseffen dat dit nu mijn leven is. Alleen ikzelf weet wat ik ervoor heb gedaan, gelaten en op heb gegeven om hier te komen. Het was niet alleen maar een stijgende lijn naar boven. Ik heb geleerd om voor mezelf te leren leven en dat was niet altijd een makkelijke keuze. Maar wel de enige voor mij. Zoals alles in het leven gaat het met vallen en opstaan. Geloof in jezelf, durf voor jezelf te staan en je eigen weg te bewandelen. Wanneer jij alles uit jezelf haalt wat erin zit, heeft het leven geweldig mooie verrassingen en wendingen voor jou in petto. Mijn grootste wens is uitgekomen. Wat rest is… genieten, vol overgave! Bedankt voor jouw tijd.

Page 259: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

259

Dankwoord

Acht jaar ben ik bezig geweest met het schrijven van dit boek. Acht jaar… Dat is een lange tijd en tijdens deze periode zijn er een aantal mensen die achter mij zijn blijven staan, die in mij geloven, mij hebben gestimuleerd, een schouder hebben gegeven om op te steunen en een kritische noot waar nodig. Deze acht jaar heb ik niet alleen nodig gehad voor het opschrijven van mijn verhaal. Het schrijven was vaak ondergeschikt in deze periode. Schaamte, angst en onzekerheid voerden de boventoon en deze mochten er stuk voor stuk zijn. Dankzij publicaties in tijdschriften en andere media, zoals Psychologie Magazine, Viva, Vriendin, Libelle, De Telegraaf, UWV Perspectief, Hoezo Anders en het Reformatorisch Dagblad heb ik geleerd om te staan voor mezelf en mijn verhaal. Psychische klachten zijn nog steeds een taboe en ik wil door middel van het delen van mijn verhaal laten zien dat je heus zo gek nog niet bent met een psychiatrische diagnose. Mijn ouders en broertje Remco ben ik de grootste dank verschuldigd. Zonder hen was dit boek er nooit geweest. In de afgelopen jaren hebben we elkaar (terug) gevonden en ik ben enorm trots op ons gezin. Samen zijn we sterker dan ooit en we staan meer dan ooit in verbinding met elkaar. Ik houd van jullie. Mama, jij was altijd mijn referentiekader, mijn voorbeeld. Acht jaar later mag ik wel zeggen dat onze relatie veel is veranderd. Ik ben je enorm dankbaar voor alles. Dank je wel dat we bij elkaar onszelf kunnen zijn. Ik heb veel respect voor jou en je bent nog meer mijn voorbeeld dan ooit! Remco, dank je wel dat ik mijn verhaal mag delen op mijn manier. Ik houd van je en hoop nog veel mooie momenten samen te mogen beleven. Papa, ik ben trots op jou. Bedankt voor je steun en liefde.

Page 260: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

260

Mark. Boris. Liefste. Mijn taxichauffeur. Je reed mijn leven binnen op het dieptepunt in mijn leven. Een bedankje is niet genoeg voor de liefde die jij mij gegeven hebt, de basis waar we de afgelopen zes jaar op hebben gebouwd. Dankzij jou leer ik iedere dag dat ik mezelf mag zijn en dat ik me nergens voor hoef te schamen. En dat ik soms te veel klets, zeur, te veel wil in het leven, maar dat dit ook goed is. Op een prachtige toekomst! Mijn liefste vriendinnen Laura & Iris. Bedankt voor de liters thee, uren gepraat over mijn onzekerheid, dromen, jullie peptalks en bemoedigende woorden, jullie vertrouwen en liefde. Jullie zijn de liefste! Ook Erik, jij bleef naast mij staan tijdens de meest moeilijke momenten in mijn leven. Je vriendschap is me enorm dierbaar. Bedankt ook voor je prachtige lied. Voor altijd een plekje in mijn hart. Mirjam en alle anderen die ik noem in het boek: bedankt voor jullie vriendschap. Sommigen van jullie zie ik niet meer, maar jullie hebben allemaal een stempel gedrukt op wie ik vandaag de dag ben. Jojanneke, dank je voor het meelezen, je vertrouwen en je deskundige blik! Sandra & Ineke, jullie blijven altijd mijn Colk-familie. Daniella Krijger van Hoezo Anders, je hebt mij altijd opgepept en het vertrouwen gegeven om door te zetten. Ingrid Joosten, Henk Jan Hofsteenge en Matthijs Rumke, het Colk is het startpunt van mijn verhaal en dankzij jullie komt mijn boek op de plek waar het is begonnen. Zo moest het altijd zijn. Bedankt voor de kans die jullie mij hebben gegeven, ik ben jullie ontzettend dankbaar. Ivonne van I.F. Only Events, bedankt dat je mijn droom, een boekpresentatie, werkelijkheid hebt gemaakt. Verder wil ik Manon Toma bedanken voor de prachtige omslag en de fijne samenwerking, Anne Quaars voor de geweldig mooie fotoshoot,

Page 261: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

261

Chinouk Thijssen voor het redigeren, je vertrouwen en nog fijnere samenwerking en Bob Krijnen voor het meedenken in de periode naar mijn boekpresentatie. & last but not least Bram Bakker voor je vertrouwen in ‘de goede afloop’.

Page 262: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen

262

Contact

Heb je naar aanleiding van het lezen van mijn boek vragen, wil je meer weten over de conversiestoornis, of over mij, neem dan een kijkje op mijn website www.hetvaltwelmaarnietmee.nl Ik ben te boeken als spreekster, stuur een mailtje naar [email protected], ik kijk graag wat we hierin voor elkaar kunnen betekenen. Op social media ben ik ook present, je mag hier altijd je vragen stellen, je mening geven over het boek of mij volgen. Ik vind het bijzonder om te weten wie mijn boek allemaal leest, lijkt me leuk om iets van je te horen. Facebook: Hetvaltwelmaarnietmee | Twitter: @Deborahschrijft | Instagram: Hetvaltwelmaarnietmee.nl Doorverwijzen: COLK Wijnkoperstraat 2 4204 HK Gorinchem www.colknederland.nl Het COLK is tijdens kantooruren bereikbaar op telefoonnummer 088 405 1400 of per mail via [email protected] www.psychosomatischefysiotherapie.nl www.socialfactory.nl

Page 263: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen
Page 264: Het valt wel, maar niet mee! Hoe houd ... - Deborah de Poorter · Deborah beschrijft in haar verhaal een prachtig, dapper maar ook vooral prikkelend voorbeeld van de pieken en dalen