hoev003dood01 01 - digital library for dutch literature · 2012-03-19 · indien het oorlogswoê n...

89

Upload: others

Post on 03-Jan-2020

0 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

Page 1: hoev003dood01 01 - Digital Library for Dutch Literature · 2012-03-19 · Indien het oorlogswoê n hem niet verflonde n heeft, Die felle Tygerin doet my voor onheil vreezen. Hy plag
Page 2: hoev003dood01 01 - Digital Library for Dutch Literature · 2012-03-19 · Indien het oorlogswoê n hem niet verflonde n heeft, Die felle Tygerin doet my voor onheil vreezen. Hy plag
Page 3: hoev003dood01 01 - Digital Library for Dutch Literature · 2012-03-19 · Indien het oorlogswoê n hem niet verflonde n heeft, Die felle Tygerin doet my voor onheil vreezen. Hy plag
Page 4: hoev003dood01 01 - Digital Library for Dutch Literature · 2012-03-19 · Indien het oorlogswoê n hem niet verflonde n heeft, Die felle Tygerin doet my voor onheil vreezen. Hy plag

D E

D O O D E L Y K E

MINNENYD, TREURSPEL.

D O O R

W I L L E M V A N D E R H O E V E R

By de Erfg. van J: L E S C A I L JE e n D I RK RANK , op de Beursfluis, 1714.

Met Privilegie

Page 5: hoev003dood01 01 - Digital Library for Dutch Literature · 2012-03-19 · Indien het oorlogswoê n hem niet verflonde n heeft, Die felle Tygerin doet my voor onheil vreezen. Hy plag
Page 6: hoev003dood01 01 - Digital Library for Dutch Literature · 2012-03-19 · Indien het oorlogswoê n hem niet verflonde n heeft, Die felle Tygerin doet my voor onheil vreezen. Hy plag

Copye van de privilegie. DE Staten van Hollan d ende Weftvricfland doen te weten , alfoo

ons vertoon t is b y de Regenten va n het Burger Weeshuys ende Oude Mannenhuy s de r Sta d Amfierdam, en, in di e qualiteyt, te famen eygenaer s , mitsgaders Regente n va n den Schouburg aldaar , dat zy, Supplianten, federr ecnige Jaaren hebbende gcjouifleeit va n onfenOftroye o f Privilegi e van dat o de n 19 September 1684. waor by wy aen de Regenten va n de n felven Schouburg, in die tyt, had-den gelieve n te confentere n , accorderen ende Octroijeren, datfy , gedurende de n ty t van vyftien eerf t achte r een volgende Jaren , de Wercken , die doenmaels ten diende van het Tooneel reets gedruckt waren, ende , van ty t to t tyt , nog vorde r i n he t lig t gebrach t , ende ten Tooneele gevoert (oude werden, alleen foude mogen druk-ken , uytgeven e n verkopen , nu ondervonden , dat d e jaren , by het voorgemelde onfe Octroy of Privilegie gen'aemt, op den 19 Sep-tember 1699. fouden komen te expireren; ende dewyl de Supplian-ten te n meeften dienft e va n de Schoubur g , waer va n hunne refpe -itive Godshuyfen onder andere mede moeiten werden gefubcenteert, de voorgemeld e Wercken , foo va n Treurfpelle n , Blyfpellen al s Kluchten, als anders , die reet s gedtuck t e n te n Toneel e gevoer t warren , of i n he t toekomend e gedruckr , en te n Toneel e gevoelt foude moge n werden , geern e alleen , gely k voorheenen , foude n blyven drucken , doen drucken, uytgeven e n verkopen, ten eyndc de felv e Wercke n , door he t nadrucke a va n anderen , haar luyfter , foo i n tae l , als fpelkonft , niet mogten kome n t e verliefen , dog dat fulcx aen haer, na de expiratie van het bovengemelde ons Octroy, en fulc x na e den 19 September 1699. niet geperinitteer t foud e we-fen, fo o vonde n d e Supplianten hu n genootfaek t fig tekeerento t ons , onderdanig verloekende, dat w y ae n de Supplianten , in hare bovengemelde qualiteyt , geliefde n t e verleenen prolongatie van he.( voorlz. Octroy of Privilegie , omme alfoo de vootfz. Wercken, foo van Treurfpellen , Blyfpellen, Kluchten, als andere, reets gemaekt en ten Tooneele gevoert , e n al s no g i n he t ligt te brengen, denty d van vyftie n eerf t achte r een volgende Jaren , alleen t e mogen druc-ken e n verkoopen , o f doen drucken en veikoopen, me t verbod aen allen ander e o p feecker e hog e pene n , b y U Ed. Groo t Mog dae t roe t e {tellen , e n voorts in communi forma ; fo is 't dat wy de faec-ke , ende'tverfoek voorfz . overgemcrk t hebbende , ende genegen wetende, te r bed e va n d e Supplianten , uit onfe rechte wetenfchap , Souveraiue mag t e n authoritey t , defelve Suppliante n geconfen -teert, geaccordeer t ende geoctroireerr hebben , confenteren, accor -deren end e o£troyere n . mits defe n , dat f y , b y continuatie , de voorfz. Wercken , fo o va n Treurfpellen , Blyfpellen , Klugte n al s andere, reet s gemaek t e n te n Tooneelegevoerr, en alsnog in het licht t e brengen, de n tyt va n vyftien eerf t achte r eenvolgend e Ja -ren, allee n binnen onfe landen , fullen mogen drukken , doen druc-ken , uytgeven e n verkopen, verbiedend e daaro m allen en «en yge-

A 3 lyk

Page 7: hoev003dood01 01 - Digital Library for Dutch Literature · 2012-03-19 · Indien het oorlogswoê n hem niet verflonde n heeft, Die felle Tygerin doet my voor onheil vreezen. Hy plag

lyk, d e voorfz. Werckeri, in' t geheel ofte ten deele, naartedruc-ken, ofte , elders naargedrukt , binnen de n felv e onle n land e t e brengen, uy t te geven, oft e verkoopen , op'd e verbeurt e va n alle de naargedrukte , ingebragr e oft e verkogt e exèmplaaren , endeeen boete va n dri e honder d gulden s , daar én boven, t e verbeuren, t e arppliceren ee n dard e par t voo r de n Officier , di e de calangie doen fil, een dard e par t voorde n Arme n der Plaatlen daar 't catus voor-vallen fa l , ende he t letterend e dard e part roo t de Suppliante n , alles i n die n verftand e , dat w y d e Suppliante n me t dele n onlê n ©(rroy* allee n wilh-rrd e gratificeren tot verlioeding e va n harefcha-<te ddor het ! nadrukken va n d e voorfz- . Wercke n , daar door in ge-nigen deele n verdaa n deninhoude van dien teauthoriferen , oftete advouéren, ende. vee l mi n he t felve onde r onl e Protexti e e n d e befchermingé eenig h meerde r credit , aanlien, o f reputati e t e ge-ven , nemaar d e Suppliante n incasdaerinn e ietsonbehoorlykfou -de influë're n alle'he t felv e to t hare n lad e Tulle n gehoude n welen te veimtwoordr n , tot die n eyndewe l expreflelykbcgeetende, da t by aldien l y det e onfe n • Oftroye, voor d e voorfz. Wercke n fullen willen {lelle n , daer va n geen geabbtevieerd e oft e gecontraheerd e mentie fulle n moge n make n . nemaer gehoude n (uile n wefe n he t felve Oftro y i n i geheel , e n fonder eenig e Omiffie, dae r voor te drukken oft e t e doe n drukken , ende da t f y gehoude n fullen (yn een exemplae r va n all e d e voorfz . Wercken . gebonde n en wel ge-conditioneert t e brengen i n de Bibliotheecq va n onfe^Univerziteyt tot Leyden , end e daet van behoorlyk t e doe n blyken , alle s op pe-ne'Van'het effeft van dien te verlieten , ende ten eynde de Supplian-ten defe n onfe n .Oftroy e ende confenre mogen genieten alsnaerbe -hoóren, latten w y alle n ende een ygelyk , die 'r aengaen mag, dat fy d e Suppliante n vande n inhoud e va n defen doen latte n ende ge-dogen' . • ruttelvk , vredelyk . ende volkomentlyk genieten, ende ge-bruycken , ceflerende all e belet ter conrrarie gedaen. Gedaa n in den Hag«; onde r onfe n grot e Zegele , hie r onde r aen doen hangen op den een en twintiglten May in 't Jaer onfes Heer en Zaligmakers , een Öuyfent fes Honden negen en negentigh.

A. H E I N S I U S . Ter Ordonnantie van de Staten

SIMON Va n B E A U M O N T .

De Regenten va n he t Wees-e n OudeMannenhuishebben , in haar voorfz. qualireit , he t recht van deze Privilegie, voo r D E D O O D E L Y K E M I N N E N Y D , Treur/pel, ver -gund aa n de Erfgenaamen va n y. Lefcailje.

in Amfieldfm , den a 3. yanuary, 1714 .

KOR-

Page 8: hoev003dood01 01 - Digital Library for Dutch Literature · 2012-03-19 · Indien het oorlogswoê n hem niet verflonde n heeft, Die felle Tygerin doet my voor onheil vreezen. Hy plag

KORTE INHOUD .

De wakkre Claudius ten top van eer verheven, Word van Odaviade Ryksprinces bemind,

Zovierig, datzyftaat , gezag , noch eer, noc h leven Ontziet; maar dol van fp'yt gants raazende en ontzind) Haar Medeminnaares aan Claudius verbonden, Belaft t e dooden j ' t wierd terftond z o 't fcheen vol -

bragt, Want Porcia wierd van den Hemel hulp gezonden, Of fchoon de Ryksprinces haar reeds verlooren acht; Maar toen zy haare wraak zo euvel zag mislukken, Vervandemenfchlykheid, ofeenignaberouw , Beftond zy 't gladde ftaal zelf in haar borft te drukken. Zo woed de minnenyd in een verbolgen Vrouw; De haat als liefde zwicht, wi l graag op't felfte woe-

den ; Wie op verdelgen loert bereidt zich zelf een graf. Kom zie de onfchuldige in 't uiterfte behoeden, En hoede boosheid krygt haar wel verdiende ftraf.

A 4 VER-

Page 9: hoev003dood01 01 - Digital Library for Dutch Literature · 2012-03-19 · Indien het oorlogswoê n hem niet verflonde n heeft, Die felle Tygerin doet my voor onheil vreezen. Hy plag

V B R T O O N E R S . V A L E 5, l \ A £ , faiztr « 8 &9W€-O C T A v I A, %y» Zkfier, verliefd op Claudius, C L . A U \> 1U S, Qpperfie Veldheer. P p R CI A , Beminde van Cla.tcdi.ns. L A O N I C E , VertrouwdevanOÜav'ta. F L A VI A A N, Minwaar van Fuhia. FULVIA , Staat Juffer va» Oétavia.

A R K A S , Skt.vo%4 7 , . , . _ ' . >van den Ketter. O R A N I E S , Movemer ^ A c i S , Dienaar van Or antes. N E R I N E , Pocher van Oraytes. Q u I LI, l U S, Hooft max v#>f de Lyfwatht. J U N I U S , Vertrouwde van den Keizer. F O RB AS, Lyf wacht.

HetTooncelis, in , e n e veu buiten Romen,

Page 10: hoev003dood01 01 - Digital Library for Dutch Literature · 2012-03-19 · Indien het oorlogswoê n hem niet verflonde n heeft, Die felle Tygerin doet my voor onheil vreezen. Hy plag

D O O D E L Y K E

M I N N E N Y D , T R E Z.' R S P E U

E E R S T E B E D R Y F . E E R S T E T O O N E E L .

O C T A V I A , L A O N I C E ,

O C T A VIA. (le n O dr a de guide Zon met aangenaame flraa-Het hoofd ter kimme uitftak,. en boiTchen,

bergendaalen Verlichte, joeg de fchrik my ftraks ten bed-

den uit; Myn zachte en ftille ruft \vierd onverwacht geftuijt Door ce n benaauwd e droom, fchoon ydel ; mijta r de

droornen, Hoe nieti g doe n de n menfch wanneer zy kwaat zy q

fchroomen. My dacht, dat Claudius aan mynezyde zat, Terwyl hy om een kus uit zuiv're liefde bad, (len, By 't Ruifchen van een Beek, gezoomd met Kamomu S Daar de oude Tyber 't hoofd komt uit de golven tillen K In fchaduw van het dicht enhooggekruind gebpomt' , (Hoe goe d i s ' t groot e Goó n da t zulk s maa r i s ge ^

droomd! ) (gen, Kwam daa r een Tygerin verwoed uit 'tbofch gefpron -Om aas te zoeken voor haar nooit verzaade jongen,

A j Eu ,

Page 11: hoev003dood01 01 - Digital Library for Dutch Literature · 2012-03-19 · Indien het oorlogswoê n hem niet verflonde n heeft, Die felle Tygerin doet my voor onheil vreezen. Hy plag

TO DE DOODELYK E M I N N E N Y D , En greep myn Claudius van acht'ren by den hals.

L A O N I C E . (vals -Bedroef u o m geen droom; want droomen zyn fteeds

O C T A V I A . Ik zag zyn bloedig lyk, ik zag zyn diepe wonden; Hy wier d van ' t grouwzaa m Die r i n weinig tyds ver-

flonden, Jat'eenemaal vernield; du s wierd ik, mynvrindin , Beroofd van Claudius, het voorwerp van myn min, My waard, ja waardiger dan de appels myner oogen.

L A O N I C E . Mevrouw, ontroer u niet om yd'le waan en loogen, Gy ziet'herh haalt weerom, die in uw boezem leefd.

O C T A V I A . Indien het oorlogswoên hem niet verflonden heeft , Die felle Tygeri n doet my voor onheil vreezen. Hy plagt in 't fpits van 't heir altyd vol moeds te weezen. Da l r ' t Romen s glori e geld , fchroom t h y voo r geen

gevaarj Zyn krygstriomfen, dfezo veel in 't openbaar G.evterd zyn, hebben ons daar blyken van gegeeven. Geen Leeu w i s ftouter, o m doo r ' t woef t gebergt t e

ftreeven, Ajs myneClaudius door't heetft' van 's vyands magt; Dit heeft hem by den Vorftzo hoog in ftaatgebragt. Hy maakte door zyn deugd Oóhviazich waardig ; Ik béri'opzyne min, 'kontken het niet, hovaardig .

L A O N I C E . Heeft hy u zyne trouw en liefde toegezetd ?

O C T A V I A . 6 Ja! maa r vond in 't eèrfteeen weini g z-waarighetd, Om da t de Keizer my graag met myn netfzag trouwen , Diezich in Spanje heeiteèn wyl tydsopgehouv.en , Om de ongehoorzaamheid teflrafïen .

L A O N I C E . Ruim zo groot

Was deeze trouw voor u. OCT 4'

Page 12: hoev003dood01 01 - Digital Library for Dutch Literature · 2012-03-19 · Indien het oorlogswoê n hem niet verflonde n heeft, Die felle Tygerin doet my voor onheil vreezen. Hy plag

T R E U R S P E L , i r O C I A Ï I A .

Ik koos veel eer de dood r Eer ik myn Claudius om and'ren zou verlaaten; (ten) Hy heef t 7,ich waard gemaakt myn Broeders ryk enftaa -Ja heerich t reed s nevens hem; wat wil myn grootheid

meer ? Ik tree door deze trouw met hem ten top van eer; DeGoden hebben zelf deeze Echt voor my beflooten , Op dat ik met myn kruin zoude aan 't geftarnte ftooten,

T W E D E T O O N E E L , O C T A V I A J L A O N I C E , F U L V I A .

L A O N IC'E .

Mevrouw, 'k zje Fulvia,zy Ipoeit rnet raflè fchreên^ O C T A ' V I A .

Hoe zytgy zo verbaaft! ze g my, watzyndereêri? F U L V I A .

Princes, ontfteluniet , 'khehFJaviaan vernomen ; Hy is met ClaudiqSin ftilte hier gekomen, Reets voor twee dagen.

OCTAV.IAi Waar is Flaviaan ? F U L V T A »

In'thof. OCTAVIA.

Ga roep hem.' F U L V I A .

?tZalgefchiên,

P E R D E T O O N E E L , O C T A V I A , L A O N I C E .

O C T A V I A.

athelfchéfurieo? Zich tuffchen beiden (lelt, om ons van één te fcheuren ?

'kZie

W

Page 13: hoev003dood01 01 - Digital Library for Dutch Literature · 2012-03-19 · Indien het oorlogswoê n hem niet verflonde n heeft, Die felle Tygerin doet my voor onheil vreezen. Hy plag

i l D E D O O D E L Y K E M I N N E N Y D , 'k Zie de afgrond opetid zich, de hel ontfluit haa r deu -

ren Om my re plaagen, Goón! wat droefheid gaat my aan! Zou Claudius myn eer en liefde dus verraan, Dat hy tweedaagen zich zou voor myn oog verbergen! Eer

L A O N I C E . Geef een weini g tyds , mevrouw, verfchoon

myn vergen, Tot dat gy Flaviaan gefproken hebt : hy komt.

O C T A V I A . Ik ftaa door deze maar verbaaft en ganfch verdomd .

L A O N I C E . Princes, ontveins uw druk. Daa r is hy.

V I E R D E T O O N E E L . O C T A V I A , L A O N I C E , F L A V I A A N .

O C T A V I A .

'k W enftegaare n Teweeten, Flaviaan , wa t u is wedervaaren Op uwen togt ?

F L A V I A A N . Princes, verfchoon my.

O C T A V I A . Waarom dat ?

Gy hebt in 's Keizers winfl, of fchaade uw deel gehadt. Waar zal dit weigeren en aarzelen toe (trekken ?

F L A V I A A N -P e wakk're Claudius zal alles u ontdekken, Die niet als wond'ren heeft in 's Keizers djenft gedaan . !Zo lang als Romen zal opzynen grondïlag (taan, (ten. Wordt nimmermeer de roem van zulk een held vergee-

O C T A V t A. Datzydaar meê , z o * t wil, ' k verlan g me t fmar t t e

weeten Van

Page 14: hoev003dood01 01 - Digital Library for Dutch Literature · 2012-03-19 · Indien het oorlogswoê n hem niet verflonde n heeft, Die felle Tygerin doet my voor onheil vreezen. Hy plag

T R E U R S P E L . I J Van u, hoe alles is gegaan in dezen ftryd , En waarom Claudius gemift heeft op zyn tyd Aan ons verflag te doen. Di t wil ik zonder draalen.

F L A V I A A N . Wel nu gy zulks begeerd, Princes, ik zal 't vernaaien. Na reeds de Keizer dan zyn leger had vergaard, En wyl nu alles op zyn hoefflag ftond gefchaard, Trokhytotin'tgezigtvanBudaasfterkewallen, (len . Daar 't hoofd der muiters zich verborg voor 't overvil -Camiilus vol van mped ftout in het harrenas, Vertrouwende op zyn kracht dacht dat hy veilig was Voor onze magt:de Vorfl gebood,behouwdéns 't leëveo Van hem, en anderen, dat hy zich öp zou geeven; (kop. Maar 't antwoord was, het (taal te zwaayen dril den Dies récht men in der yl de ftormgevaartens op, En Müurrarmtieiërs, om den muiteling te dwingen: Hy zag tot driemaal toe de fterke veft befpringeh Van yz're drommen; maar hy, vol van moed, én ftöut, Heeft zich harttlekkigopzyn oörlogsvolk vertrouwd. De pylen ftoóven als een bui van hagelfteéneh, 't Geluid klom boven't zwerk van 't lüchtéh, klaageü.

weenen; Gints vloog een regenvlaag van keien door de lucht, Die 't al vernielden in haartoomeloozejvlucht, En fnorden overal, als los geborften winden; Toen liet zich Claudius voor 't fpits van 't leger vinder Daar reets het ftorthgevaarte een muurbre s ha d ge -

maakt. Romeinen, riephy , di e üw glorie nooit verzaakt, Ziet hier een weg gebaand, ohi ons geluk tfc verten, 'k Géefvoor Valeriaan myn eigen hoofd ten beftèb, Zo ik Camillus hoofd niet levere in zyn magt; Wyl hy de zege dan van onze handen wacht, Zo móeten wy deh Vörft niet in den nööd vèrlaatèö. Stak ooit een Lègervoögd het hart in zyn Solddatëh , Zo deed het Claüdiüs; 't fcheen öFer vuur 'eh V fcift Door cd'le krygsdeugd uit hun aller gogen kwtói.u

Toen

Page 15: hoev003dood01 01 - Digital Library for Dutch Literature · 2012-03-19 · Indien het oorlogswoê n hem niet verflonde n heeft, Die felle Tygerin doet my voor onheil vreezen. Hy plag

J 4 D E D O Q I i E L Y K E M I N N E N Y D , Toen Claudius zyn Volk tot vechten had bewoogen, Is hy, gelyk een Leeuw, ter muurbres ingevloogeuj Dezynen volgden hem, daar hy Camillus vond, Die als een yz're rots voor hem gewapend ftond, Omfingeld met een hoop van fterke 1 yftrouwanten;(ten, *t Bloed ftroomde door de bres van 't flaan aan alle kan-En verwde 't aangezigt van meenig dapper held. Toen Claudius zich voor Camillus had gefield, Riep hy, verrader! durft gy *s Keiiers kroon belaagen ? Hier op viel hy hem aan met yfièlyke flagen ; Camillus ging hem weer met eu v'le moed te keer; Het vuur vloog wederzyds uit hun gevreefd geweer, Terwyl ons moedig volk op zyne makkers vielen; Maar zy, wel afgerecht in 't lichten van hunn' hielen, "Verlieten hunnen Heer in't heetfte van den ftryd. Dat niemand my, ,'t geluk van deze winft benyd, Met my te helpen, neen, zulks wil ik niet gehengeri, Riep Claudius, ik zal 't alleen ten einde brengen, En voel my n armen doof der Goden gunft verftaald . ïtfaèlk een korten tyd zyn adem had gehaald, Was ieder weer vol moeds, omditgefchi l t e flechten. C*ns Romen fchept Vermaa k , om Leeuwen t e zie ü

. vechten, Maardit verwoed gevecht was immer alzo wreed. Ik zag, hoe Claudius pp zyne tanden beet, En brullende van fpyt, va n ed'le moed, ehtooren , Befrond he t fchitt'rend Staal door de opening te boprefi Van 't harnas, daar de börft en fchouder fcheid van een J Camillus, voelend e zyn fpierenafgefneên , Liet'datelyk het ftaal zyn zwakken hand ontvallen, Deèz'flag wrocht de overgaaf van Budaas fterke wallen: Toen 't krygshoof d nedervie l door 't Horte n van zyn.

bloed. De winnaar wierdalom van 't ganfcheheif begroet , Wyt de bverwonneling in 't legér wterd gedraagen, Daithemdoor 's Keizers laft het.hóofd 'wierd afgefla-

Page 16: hoev003dood01 01 - Digital Library for Dutch Literature · 2012-03-19 · Indien het oorlogswoê n hem niet verflonde n heeft, Die felle Tygerin doet my voor onheil vreezen. Hy plag

T R E U R S P E L . i ? Een ftraffe, waardig hen, diehunnen Vorf t weêrftaan . Na de onderhandeling mét Buda was gedaan, Daar's Keizers goedheid bleek,en minnelyk ontfarmen , Nam hy held Claudius wel tienwerf in zyn armen, Hem noemende zyn Vriend, zy n heil, zyn toeverlaat, En ging toen verder in der y 1 met hem te raad', Wie dat men fchikken z^u naar Romen, om de maaren Van de overwinning aan zyn Zufter t e verklaaren; Waarop ftraks Claudius den Vorft zyn trouwen dienf t Zelf aanbood; dus moeftik o p 'talleronvoorzienf t En noch tien kapiteins met hem naar Romen trekken . Dit is het al, Princes , 't geen ik u kan ontdekken.

Ó C T A V I A . Waarom kwam Claudius niet op zyn tyd ten hoof ?

F L A V I A AN . Zulks weet ik niet, Princes, maar, nada t i k geloof , Zyn fchoone Porcia heeft hem wat opgehouwen , Die hy met 's Keizers wil na zy ne komft zal trouwen; Twee dagen ftil te zy n heeft hy aan ons belaft , Op dat hy prachtig met zyn ftoet het geen hem paft , In kottely k gewaad mogte aan het hof verfchy nen.

OCTAVIA. Waarom u dan vertoond ?

F L A V I A A N . De min, diemydoetkwynen ,

Heeft my hier toe geraan. O C T A V I A .

Is 't noch om Fulvia ? Verwacht door trouwe min haar tot uw wedergd. Maar zal men Claudius met Porcia zien paaren i

F L A V I A A N . Zyn ejge redenen kom ik aan u verklaaren: Hy heeft my zulks vertrouwd

OCTAVIA. Ca heen , ik ben voldaan.

V Y F -

Page 17: hoev003dood01 01 - Digital Library for Dutch Literature · 2012-03-19 · Indien het oorlogswoê n hem niet verflonde n heeft, Die felle Tygerin doet my voor onheil vreezen. Hy plag

it? D E D O O D E L Y K E M I N N E N Y D ,

V Y F D E f O O K E E L . O C T A V I A , L A O N I C Ë .

O C T A V I A .

Vervloekte Claudius! li zal déblixëm flaah Van myne wraak! zi e hier één üi'tkomit van my n

droörnéri. Zyn al dé gruwelen uit Acheron gekoomen. Myn waarde Laonice, ommyteontrufién ! ach ! 'k Vérfbê y ine t regt het uur, 'toé h ik hét lichr eeril zag . Rampzalige Pïihcës!" wat dolheid hééft uw zihhéii Verbyftert, toe n gydagt om Claudius te minnen! ÓRarhp! Öbitierfiiiarl ! hoé! za l éeh öiiderdaah Myn min verachten, órri één minder aan te flaan , Als ik ben?eén Priricés van 't Roomfche Ryk geböof ëri; Dat fiddren zal, Wanneer het myne wraak zal hööréri. Ja Wreek, ÖÖavia , dëhboh , dieügéfehied : Hy heeft.rriyn hóbp gevleid , ,Ö doödelyk verdriet! Met weêrmih! en ik zie my Ichelms van hem verlaten! t Snoo d bedrog!

L A C - N I C E . Gy hebt wel reeden hem te haatétt,

ÓJa, Princes, 't is waar; maar , 'z o gy my geloofd, u w wraa k ging v eel 'te ver ten koften van zyn hoofd. Hy is des Keizers vrind.

Ö C T A V I A . Mynvyand. Zoud e ik lyden,

Dat zig een ander in zyn armen zou verbly den ? Zou ik een huwelyk gedoogen van die gëeh, Dien ik door myne min tëh top van ftaat holp treên ? Hy is dés Keizers gunft aan myne min verrchüjafgt . Door my zag hy zyn kruin zo menigmaal gehuldigd Met lauwerieren, en van ftörnens burgerfcha p Voi blydfchap tofe gejuicht met vrolyk hand geklap. Staat my di e fmaad e n hoo n voo r dankbaarhei d t e

wachten? Van

Page 18: hoev003dood01 01 - Digital Library for Dutch Literature · 2012-03-19 · Indien het oorlogswoê n hem niet verflonde n heeft, Die felle Tygerin doet my voor onheil vreezen. Hy plag

T R E U R S P E L . , 17 Van hem, o m wieuik ftout de liefde dorft verachten Van veele Vorfttn, daar ik wierd van aangebeên, En zouby leeven , en myn glory zien vertreên ? Dat duld ik niet; oneen ! zy n leven is myn fterven. Maar zal ik Claudius, e n zyne liefde derven Voor eeuwig? heme l ach! waarbe n ik toe geraakt? ó Neen! myn hart werd van een ander vuur geblaakt, Om my te wreek en al fchende ik 't ontzag der Goden, Ik zal hem dw ingen, om zyn eygen bruid te dooden. Dit werd door minnenyd en wanhoop my geraan ?

L A O N I C E . Wat heeft de onnozelheid toch in uw oog misdaan ? Zou zy haar dierbaar bloed om uwe min verliezen!

O C T A V I A . Ik wil haar ftraffen voor haar reukelooS verkiezen: Want zekerlyk is haar myn liefde wel bekend Tot Claudius, die los myn broeders luifter fchend . Hoe f was hy niet verpligt en zekerlyk gehouwen, Daar hyzig door den Vorft't gezantfeha p za g vertrou -Op zyn verzoek, terfton d he t Keizerlyk gebod (we n Aan my te melden ? en heeft hy niet, alsyerzot Door liefde, zonder my van's Keizers lafttefpreeken , Zich reed s tweedagen hier in Romens wal verftceken ? En zou hy ft raffeloos va n zulk een misdaad gaan ? Hy heeftien Keizer , ' t ryk, en my tekortgedaan. Zyn Brui d za l fterven. Ja ., zo wree k i k ' t bef t my n

fchanden, En myn beleedigde eer zelf door zyn eigen handen.

L A O N I C E . Ik ftaom deeze wraak verbaaft en ganlch verftomt . Princes, zo 't wezen mag, wagt tot uw Broeder komt; U w ongenoegen.zal den Keizer waarfyk ipyten ; Hyzal. . .

O C T A V I A . Maar wat pord u hier tegens aan te wry ten ?

'k Straf hem regtvaardig , ; die mymondergang betragt ; Ik ftraf hem, die 't bevel des Keizers beeft veracht :

B G y

Page 19: hoev003dood01 01 - Digital Library for Dutch Literature · 2012-03-19 · Indien het oorlogswoê n hem niet verflonde n heeft, Die felle Tygerin doet my voor onheil vreezen. Hy plag

18 D E D O O D E L Y K E M I N N E N Y D , Gy zyt zelfoor en oog getuige van zyn woorden, Dat niets ter waereld, alsmynLiefde, hembekoorden . Wat hoogverheeve ziel gedoogd zo fnood een zaak ? Neen, honderd Porciaas veel liever aan myn wraak Geofferd, ' k Sterf veel eer, al s ik dit zal gedoogen. Die my hovaardig in myn eerkroon is gevloogen, Zou die fteeds lachchen»en ik fchreijen ? groote Goon! Ben ik gebooren, o m te dulden zulk een hoon ? Ik zal 't niet lyden: neen. My n Lyfwagt! beef, verrader Van myne Liefde, gy zult weeten, maar ter kwaader En on voorzienen uur, dat gy my hebt misdaan.

Z E S D E T O O N E E L . O C T A V I A , L A O N I C E , Q U I L L I U S .

O C T A VIA.

Gy hebt, Hee r Quillius , u w plig t (leed s voorge -daan,

Kn üw gehoorzaamheid my altoos laten blyken , Dies g y u met hétampt van Hoofdman zaagt verryken; 'k Gaf u daar by de naam van Raadsman, om dat gy My met uw goede raad zou dienen; ik bely, Dat ik my heeden in een zaak zie ingewikkeld, ( k ^ » Zo i n myn nadee l y dat myn hart, doo r wraak geprik-Schier tragt te barften ui t myn boezem.

Q U I L L I U S . Zomy deee r

Gebeuren mag ^Mevrouw, dat ik zulks weet, ik zweer, Dat my n getrouw e dienft , al s ' t helde r ligt.za l fchy -

nen, (nen, Hoe zwaar de zaak magzyn ; laataluwzorgverdwy -Omdiete melden een, wiens bloed u eigen is.

O C T A V I A . Gyk end held Claudius, e n de geheimenis Van onze Liefde.

Q U I L L I U S . 6Ja! endathyeêrzouöerve n

Voor

Page 20: hoev003dood01 01 - Digital Library for Dutch Literature · 2012-03-19 · Indien het oorlogswoê n hem niet verflonde n heeft, Die felle Tygerin doet my voor onheil vreezen. Hy plag

T R E U R S P E L . 19 Voor u, dan hy uw gunft of min zou willen derven.

O C T A VIA. Die fnoode heeft my reeds van zyne min beroofd.

Q U I L L I U S . Hoe kan zulks zyn,Princes?wie word dan ooit geloofd, Indien men Claudius zou mogen ontrouw heeten ?

O C T A VIA. Noch meer; hy heeft de pligt geheel en al vergeeten, Die hy my fchuldig was, en 's Keizers eer gefchend In zyngezandfchap , 'kweet , ' t is nu noch onbekend, Dat hy twee dagen reeds in Romen heeft verfleeten, En zonder, dat ik mag 't bevel my ns broeders weten, Aan hem gegeeven.

Q ü I L l I U S . Wat mag hier van de oorzaak zyn ? O C T A V I A,

Een heete drift van min. Zy n liefde was maarfchyn Te my waards; fchoon ik die nooit heb verdagt gehou-

wen , (Wen Heeft h y beftaan, om zig in 't heimelyk te ondertrou-Met een onwaardige, ten opzigt van myn ftaat. Nu voel ik, dat die hoon my diep ter harte gaat, Ja onverzoenelyk; waarom ik heb beflooten Dees trouw te fluiten, e n voor eeuwig om te ftooten; Dees misdaad kan, met regt de ftraf geenzints ontvlien: Ik wil in 't kort een eind van deeze liefde zien Door haare, of zyne dood, ofbeide; want 't vermogen, 't Geen ik heb,kan,noch mag die fpy t geenzints gedogen. Watzegtgy, Quillius , va n die vervloekte daad?

Q U I L L I U S . Princes, ik ftabedugt.

Ó C T A V I A . Geef my ten minflen raad.

Ik wil gewrooken zyn, en geenzints buiten reeden, Aan een ondankbaren verrader aan een wreeden, Verachter van myn min.

B 1 Quix.-

Page 21: hoev003dood01 01 - Digital Library for Dutch Literature · 2012-03-19 · Indien het oorlogswoê n hem niet verflonde n heeft, Die felle Tygerin doet my voor onheil vreezen. Hy plag

zo D E DQODELYK E M I N N E N Y D , Q U I L L I U S .

Princes, ik zou uraan, Om ann des Keizers vrind uw handen niet te flaan; Hyinindhem, al s zijzelf.

O C T A V I A . Wel aan. Da n zal zy fterven ,

Wier dood myn leeven is, en leeven myn verderven. Q U I L L I U S .

Princes, op welkeen wys helpt gy haar doch van kant? O C T A V I A .

Doorhem, di e haar bemind. Jazelfdoordeeigehanc j Van Claudius. Ik wil en 't legt voorvalt beüooten , Dat hy de boezemzal van Porcia dóorftoten .

Q U I L L I U S * Hoe! Porcia ! wien s glan s met eerbied werd geroemd In Rome.

O C T A V I A . Ja, diets van my ter dood gedoemd.

Q U I L L I U S . Maar meeod gy Claudius tot zulk een daad te krygen, Dat hy zyn bruid zou döón ? wat middel ?

Ó C T A V I A . Door het drygen

Afaa bem te dfioden,, zo hy''t weigerd. Dez e laft -Wfiw.d u.bevalen; want ik ftel jiiyh hoop voor vaft ïnugehoorzaamheid, omdit/tfaksüittevoeren. . D # ^ raak zucht pordmy op,ge)£egemheid,te toeren, ^rdatmynbtoederkomt. ' ""

Q U I L L I U S , . Princes, hoe zal het gaan,

Als hy hartnekkig zoekt haar leven voor-te ftaan^ De liefde zal hem wis tot haar befcherrhing dwingen .

O C T A V I A . Laatdan uw VoIJt jiat ftaal in haaren boezem dringen. Verberg haarijchcBa'am in den laten avondfton d In een'verhblé hoek maar elders in dén grond. Gebied uw volk op ftraf, o m dit geheim te houwen,

Draag

Page 22: hoev003dood01 01 - Digital Library for Dutch Literature · 2012-03-19 · Indien het oorlogswoê n hem niet verflonde n heeft, Die felle Tygerin doet my voor onheil vreezen. Hy plag

T R E Ü . R S P E L a i Draagzorge, da t ik mag in als op u vertrouwen. Een onverzoenbre haat door knaagt myn ingewand. Noch eens, als 't is gezegt, help haar terftond va n kant Door hem,of door uw volk j wanneer ik ben gefcheidèn Van Claudius, zult gy hem in haar Waning leiden: V 'k Verwag t hem reeds ten hoof. Doe d al het volk, het

geen (meen , Hem vergezeldfchap t voor t vertrekken. , Schelm! 'ik 'k Zal u een andren toon, als eertyds laaten hodren j Want myn beleedigde eer heeft uwe val gefwooren, . Ik hoorgerugt , hykomt , houdugereed , my n Heer .

Z E G E N D E T O O N E E L . O C T A V I A , L A O N I C E , F U L V I A , Q U I L L I U S .

FULVIA.

Princes, heer Claudius verzoekt verlof, endeeer , Om u tefpreeken, zo 't mag weezen.

O C T A V I A . Laat hem koomen.

Ik voe l my n ziel'opmieu w doo r Tvraakzugt ingenod-men.

Verwoede Minnenyd! hoe knaagt gy.myn gemoed!

A C H T S T E T O O ? N E E L . O C T A V I A , Q I A Ü D I U S , L A O N re E , et)gei>o!g.

Qy ll-l-iUS, • doti'h'eïgevolg vdnCfitüSiits zferttekkeii.}

GfcAVDÏUS,

GedugteryksPfJftoe;s,, i k val Voorutevoet , En breng u zeegen toe;. Kamillnsisy.erllagsn,

De Keizer gaf my lafty, /en 'r was.Zyn welbehagen , Dat ik ü deeze m»r,fciöüfcrengen, en met een Den goeden ftaat yan-zy n gezondheid.. *

Q c r A v i j i t ) Maar ik meen*

Waoaeer deKoaing«m«H Princen tets begeeren y B 3 Dat

Page 23: hoev003dood01 01 - Digital Library for Dutch Literature · 2012-03-19 · Indien het oorlogswoê n hem niet verflonde n heeft, Die felle Tygerin doet my voor onheil vreezen. Hy plag

tz D E DOODELYK E M I N N E N Y D , Dat men heel ftriktelyk haar laft en wil moet eeren, En ftraks volbrengen, o f het is, zo' t by my leid, Geen kleine proefgetoont van ongehoorzaamheid, 't Geen gy me zeggen wilt, hebikalreegeweete n Twee dagen. Heeft de Vorft zig dan niet braaf gekwee-

ten, Om zulk een afgezand te zenden? foei ! 'tisfchan d Voor hem, die 's Vorften guntt durfd fchuy ven van der

hand, Als gantfch onwaardig, engeenzint s daar aan gehou-

wen? Verrader! wie kan ooit uw eed en woord vertrouwen ?

N E G E N D E T O O N E E L . C L A U D I U S , Q U I L L I U S .

C L A U D I U S .

Wat onverwagte flag beklemd myn moedig hart! Dat hart, 't welk in 't gevaar.de dood fteeds heeft

getart> En nooit voor mannen moed in 't krygsveld is bezwee-

ken, Word van een vrouwe tong, alsmeteenvlym , door -

fteeken. Myn liefde is wis ontdekt door u, 6 Flaviaan! Maar ik geloof, g y hebt onweetend my misdaan; Gy koft haar hertstogt niet, die my veel fmarts zal brou-

Q U I L L I Ü S . (wen . 'kHeblaft, heerClaudius , o m u by my te houwen, 'k Zal u geleiden; dit is 't ernftige bevel, My van O&avia gegeeven.

C L A U D I U S . Welk een hel

Van rampen zie ik reeds geopent voor myn oogen! Q U I L L I U S .

Gyziet, 6Claudius, uinuwminbedroogen : 't Had meerder wysheid in een man, alsgy , geweeft ,

Dat

Page 24: hoev003dood01 01 - Digital Library for Dutch Literature · 2012-03-19 · Indien het oorlogswoê n hem niet verflonde n heeft, Die felle Tygerin doet my voor onheil vreezen. Hy plag

T R E U R S P E L . 2 j Dat ge aan Oöavia, die u zo onbevreef t Haar hart ontdekte; haar uw dankbaarheid te toonen, Als dat ge dus haar gunft verachten durft en hoonen , Al fcheen zy u te groot, zynde een Princes van 't ryk : De band des huwelyks maakt geboorte en ftaat gelyk. Zy dagt, zo drade min haar koele borft deed blaken, Ü ee n bezitter van haar dierbaar hart te maken En fchoonheid; dat de Vorft wel gaarne toe zou ftaan , Wyl zy voornemens was hem zelf daar toe te rain, Om dat neef Decius haar oog niet kon behaagen. Heeft zy geen redenen, om over u te klagen, En zig te wreken van een daad, die haar berouwd ? Gyhebt, hetgee n haar fmart, u heimlyk ondertrouw t Met Porcia: zy wil, en heeft voor vaftbeflooten, (ten. Dat g y met eige n hand uw bruid door 't hart zult ftoo-U w liefdei s haarbekend:'tmoetdaad'lyk zy n volbragf; 'k Heb anders laft, uw hoofd te leevren in haar magt, Indien gy weigerd om uw brujd terftond te dooden. Gehoorzaam dan, mynHeer .

C L A U D I U S . Waar toe, £ groote goden!

Ben ik gekomen ? werkt de liefde zulk een haat , Dat ikmynfchoonebruid, my n lief, myntoeverlaat, Moet dooden ?

Q U I L L I U S . Ja, mynHeer , gykun d dit niet ontwringen.

Men za l doo r ' t Oorlogsvol k , daar to e gefchikt , ü dwingen.

C L A U D I U S , Onzaalge dienaar in een vonnis al te wreed! Verrader, 'kmerk , g y fchept behagen in myn leed, Omdat gy door myn hulp niet wierd ten top verheeve n Door 't ampt, dat Fabius nog onlangs wierd gegeeven Door ' s Keizers gunft , dit is ' t; dit pord u w boosheid

aan, Om na d'onnoosle dood van myn Meeftres te ftaan.

B 4 Q U I L -

Page 25: hoev003dood01 01 - Digital Library for Dutch Literature · 2012-03-19 · Indien het oorlogswoê n hem niet verflonde n heeft, Die felle Tygerin doet my voor onheil vreezen. Hy plag

2 4 D E DOODELYK E M I N N E N Y D , QuiLLIUS.

Hoe! ik u haten, heer ? zulk s is u nooit gebkek en. Durf ik Oiftavia haar wetten tegen ipreeken, Daar zy in 't afzyn van haar Broeder hier gebied ? Ik moet gehoorzaam zyn, en volg my n pligt; 't verdriet , Dat uwezie l gevoeld, komt my op 't hoogfte treffen j . Ik kan de wreedheid van dit vonnis wel bezeffen ; Ik benzo wel, alsgy , hie r door ten einderaad. Gehoorzaam haar gebod, 'k zie u ten top van (laat.

C L A U D I U S . Hoe door Oétavia 'k verloor veel liever 't leeven. Ik ga, omaanmy n bruid de laafle kus tegeeven; Maar nooi t zie ik myn hand bepurperd met haar bloed: Hoe trots de Minnenyd het hosfd op fteekt , en woed Op een onnooz'le, neen zulks zal haar nooit gelukken. Tragt zy myn Porcia na't duyftre graf te rukken ? Zy ziet my nimmer van haar dierbaar bloed bemorft . 'k Stie t liever 't gladde ftaal in haar verwoede borft , Eer ik myn ziels vrindin te leven zou beletten; En gy, die fchuldig waart die wreedheid om te zetten, Enhaaroploopendheid t e dutten door uw raad , Laat op uw hals, de fchuld met zulk eene euveldaad Zelf uit te voeren, in haar razerny beflooten .

Q u I L Li us . Ik "heb door reen getragt haar wraakluft om te ftooten , Maar alles was vergeefs: 'k beken, haar haat valt hart; Maar overweeg eens, heer, wa t voor een bittrefinar t Haar ziel gevoeld, dat zy zig ziet van u verlaaten: De hertstogt van de min dwingt haar, om u te haten, En ' t voorwerp , waaro m gy haar liefde ftoutveragt. Ze is buiten oorzaak niet tot zulk hefluit gebragt. Gy hebt haar min gevleid met weermin, e n 't verkiezen Van u doet haar geheel die hoop, en wenfch verliezen : Het is geen flegte maagd, die van u werd gehoond. Gy zaagt door hare min umooglyk noch bekroond Tot Vorf t van 't Roomfche Ryk .

C L A U -

Page 26: hoev003dood01 01 - Digital Library for Dutch Literature · 2012-03-19 · Indien het oorlogswoê n hem niet verflonde n heeft, Die felle Tygerin doet my voor onheil vreezen. Hy plag

T R E U R S P E L . 25 C L A U D I U S .

Niets kan myn mfn bepalen. Eer tal detonin 't weft verryz.en, en weer daalen In 't Ooft, deüohkre nagt een heldre dageraad Vertoonen, eer ik ooit myn Porcia verlaat. (den ; Geen pragt, of ftaatzugt zal myn oogen meer verblin-Ik kan myn ruft alleen in bare liefde vinden; 'k Vervloek de grootheid, daar ik wierd door aange»

daan. Q U I L L I U S .

Myn wagt, volg my getrouw, daar ik u voorzal gaan.

Einde van het Eerfte Bedryf.

B 5 TWEE -

Page 27: hoev003dood01 01 - Digital Library for Dutch Literature · 2012-03-19 · Indien het oorlogswoê n hem niet verflonde n heeft, Die felle Tygerin doet my voor onheil vreezen. Hy plag

•x6 D E DOODELYK E M I N N E N Y D ,

T W E E D E B E D R Y F . E E R S T E T O O N E E L .

P O R C I A , C L A U D I U S . P O R C I A . (gen ,

Myn uitverkoorne Heer, met welk een loet verlan-Begunftigt van 't geluk mag ik u weer ontfangen!

'k Had u zo fpoedig in myn Armen niet verwagt. Hebt ge u gezandfchap ,Lief, zo haaft ten eind gebragt ? Hoe heeft O&avia zig op uw komft gedragen ? (gen Watdeerd, myn Bruidegom! hoekryg ik op myn vra-Geen antwoord ? ach! ik vrees voor eenig ongeval; Wat of't mag weezen! fpreekRoemrugtige, o f zal, En moet u andre helft, op dit gezigt bezwyken ? ó Claudius, die my uw Liefde en trouw deed blyken > Hoe! ach t gy my niet waard > om dees geheimenis Te weten ? zo my ramp door't lot befchooren is, Ofu, wy zyn te zaam in Romens wal gebaoren; Al had het kwaad geluk myn ondergang gezwooren, *k Sta voor het nootlot pal, en fchied u moet te kort, Myn waarde. .. Maar wat 's dit 'k zie dat gy Traanen

(tort. Zulks paft aan geen Romyn, voor al niet, die zyn dagen Verfleeten heeft in 't veld in fchriklyke on weers v lagen, En Oorlogs rampen, die, va n daar de guide Zon Verryft, en' s avonds daald, zyn Vyand overwon; Die nooit in 't bloedig veld verzet ftond nog bezweken. Myn Claudius,6 Goon!hoekryg ik hem aan't fpreeken? MynuitverkooreLief, ei! hoornamyngebeén . De droefheid bind zyn tong, helaas waar wil dit heen! Laat zulk een krygsvoogd dus zyn eedlen moet verflap-Dieover heuvelen van Lyken heen dorft (tappen, (pen , jSeftapelt door zyn Arm, en nooit verwonne (taal, pezuil van Latium, zyn roem en zegenpraal. Spreek dog > myn Claudius, wat is u wedervaaren ?

Page 28: hoev003dood01 01 - Digital Library for Dutch Literature · 2012-03-19 · Indien het oorlogswoê n hem niet verflonde n heeft, Die felle Tygerin doet my voor onheil vreezen. Hy plag

T R E U R S P E L . 27 Ei matig, zo 't mag zyn, uw droefheid.

C L A U D I U S . Achdehaaren

Staan my te bergen; Goon ! P O R C I A .

Wat is 'er dan gefchied ? C L A U D I U S .

ÓPyn, öhertewee , 6doodelykverdriet! (ken . ó Liefde! diemydoedeen Doo d vol wreetheid fmaa -

PORCIA, Is onze Min ontdekt ? kan dit uw Hart zo raken ? Hoe vreeft gy voor een Vrouw ? al is zy groot van Haat, 't Is maar een Menfch,als ik;en vreeft gy voor haar haat? Dat paft geen Claudius, o neen ! myn Lief, myn leven, Daar al 'tgevaar des Doods u nimmer heeft doen beven. Is dat ftandvaftig hart uw boezem nuontvloon?

C L A U D I U S . Die fnode wil, dat ik myn ziels vrindin zal doón, Of dat ik fterven moet.

P O R C I A . Myn trooft, myn welbehagen>

Gy ziet meteenen flag uvan die laft ontilagen. Verfchoon uw Porcia, my n Heer, in'tminfteniet , Maar volg gehoorzaam, 't geen de Ryks Princes gebied. De dood van uwen hand zal my geenzins mishagen; 'k Zal moogiyk door één flag ontwyken veele flagen. Indien myn dood aan haar, en u vernoeging geeft, Dan heeft uw Porcia al 1 ang genoeg geleeft, Want 'k agt myn Bruidegom zo waardig in dit leven , Dat ik voor hem myn Bloed graag wil ten beften geven, Wyl gy uw ftaat daar door nog meer verhoogtzult zien, Wagt ikdeDoodflag , Heer , geboge n op myn knien: Kus my voor 't laaft, myn vriend; gun my uw lieve.!ipn Eer myn onnoofle ziel haar kerker z*al ontflippen, (peil , Tot een erkentenis van myn getrouwe Min. *k Ben Bruid van een Romyn, en ft erf een Romynin.

C L A U D I U S . ZouwikuDooden? P O R -

Page 29: hoev003dood01 01 - Digital Library for Dutch Literature · 2012-03-19 · Indien het oorlogswoê n hem niet verflonde n heeft, Die felle Tygerin doet my voor onheil vreezen. Hy plag

s.8 D E DOODELYK E MINNE N YD, PORCIA.

Ja-C L A U D I U S .

Zou ik myn Lief doen fierven? P O R C I A .

ïïoe.' zo u ik leven, e n myn lieve leven derven? Dan was de waereld voor myn rampen veel te kleen. Gy zult door my ne Dood de top van eer betreé"n Met een Princes....

C L A U D I U S . Eizwy'gt. ' k Mag haar niet hooren noemen,

Die U uit Minnenyd en haat ter Dood durft doemen. Vloekwaardige! ichept vry vermaak in euveldaan, Maar nimmer zultgy zien, da t ik de hand zal Haan Aan myn verkoorne Bruid, veel minder u beminnen; Gy zult door Moordery geenzins myn haat verwinnen. Wat zal dees razerny u baaien ? niet met al; Wyl ik u nimmer kan, of mag, o f lieven zal. Gy hebt my lang gevleid, i k veinsde, omuwetoore n 't Ontgaan, terwy l de Vorft voo r lang my heeft doen Dat hy met Decrus, uw Neef,u paaren zou; (hooren, Maar nimmer wierd myn hart bewogen door uw trouw Myri Vorft te hoonen, fchoon gy niet ontzagt de paaien Van zedigheid en eer los o verhoop te haaien. Zo ben i k tot nu toe, getrouw in my ne pligt Gebleven, e n myn Min, opu , my n Zon, my n ligt, Alleen geveft; maar' t fchynt de Gooden te mishagen, Wylzymynzwaareftraf, fchoo n on verdient, verdra -Geregte Hemel! waa r in heb ik to'g misdaan ? (gen. Ik heb de grootheid, voo r myn Min, graa g afgedaan; De glans van't kroone goud kon my geenzins verblin-

den. 6 Ramp! o bittre fmaad ! ik weet geen hulp te vinden: De waereld is te k leen voor myn bedroefd geval. Vervloekte! braakt gy dus op my uw bittre gal ? Op my t di e gy onlangs uw Lief, uw eigen noemde, En ik gedwongen wier d zulks mee te doen? ' k ver -

bloemde My n

Page 30: hoev003dood01 01 - Digital Library for Dutch Literature · 2012-03-19 · Indien het oorlogswoê n hem niet verflonde n heeft, Die felle Tygerin doet my voor onheil vreezen. Hy plag

T R E U R S P E L . i $ My n kuifche Liefde; maar het ging met u zo veer > Dat gy gefchonden had, uwftaat, geza g en eer, Indien ik, welk een fchand! uw drifjt had willen volgen; Nu maakt de Minnenyd u rafende en verbolgen, Ja Moorderes van haar, die u hooit iets misdeed. Verwoede Tygerin, u opzet, boos en wreed, Zal niet gelukken j hoe ! zou ik myn Lief doen daalen ]n 't graf! ik wenfch veel eer, dat my de Blixem ftraalen Verzengden, als dat ik de hand aan haar zou flaan.

PORCIA. Myn waarde Claudius, ik bid, ei f Iaa t u raan, (ten. Gedoog niet, dat men (lout myn levens draad doet kor-Door ee n onwaardige n : fchroomd g y myn bToe t t e

ftorten ? Kom, ryk my uw geweer; ik ben 'dit leven moe. Schrikt gy voor dit gezigt, zo fluit uwe oogeri toe : Ik zal met eigen hand my zelfs de Doodfteek gevjen ; Wyl 't noodlot my benyd met u te mogen leven, Enfchyndder Gode n wil , my n Heer , datziilksgé -

fchied. Ik fterf dan voor dien geen, cjie myne ziel gebied; Voor een Romyn, zo groot, als Romen in haar muuren Ooit heeft gezien, wiens naam alle eeuwen zal verduu-Ei aarfel niet, rnjh'Lief! ryk my hét gladde ftaai , (ren. Ik draag de meèfte'fchult; Iy dat ik die betaal. Myn oogen porden u de Ryksprfnces t e haatëfl'; Gy hebt haar Liefd.e alleen om iriy ne Min verlaten.

C L A U D I U S . Zóu ik haar rriinnen, en myn fchoone Porcia Verlaten ? neen,, ik koos der Gooden ongen a Veel eer voor eeuwig. Zo u een dartle hand my ftreelen Van haar, die'k vloek en haat! daar'k nimmer Wenïch

tedeelen Iirtminftev.anhaargunft, ikfchuwhaar , alsdepeft , Ja als het flirhft gedrogt in Romcns Wolveneft . Zo lang dé naareDood voor myn;gezigt zal vlieden, Zal niemant oyer my als Porcia gebieden.

P O R -

Page 31: hoev003dood01 01 - Digital Library for Dutch Literature · 2012-03-19 · Indien het oorlogswoê n hem niet verflonde n heeft, Die felle Tygerin doet my voor onheil vreezen. Hy plag

jo DE DOODELYKE M I N N E N Y D , P O R c i A . (knoop .

Maar ' t fchynt , het nootlo t breek t die vaf t gebond e C L A U D I U S .

Zo lang ons leven duurd, zo lang duurd onze hoop. En zo't niet wezen kan, ' k wil zonder u niet leven.

P O R C I A . De liefde heeft aan my dezelve Wet gegeven, Maar zal dit zyn het loon voor alle uw Gorlogsdaan ?

C L A U D I U S . Indien de Keizer kwam, het zou hier anders gaan.

P O R C I A . Ontvlien wy Romen,Heer,dat ons zo zeer doet dugten.

C L A U D I U S . Zulks is onmogelyk. W y kunnen 't niet ontvlugten . U w huis is overal bezet met fterke wagt.

T W E E D E T O O N E E L . Q U I L L I U S , P o R C I A , C L A U D I U S , « f r o o / ^

Q U I L L I U S . (brag t

Wat zal dit zyn, mynHeer? heb t gy nog niet vol-tiet vonnis tot u laft?deRyksprinceszal wagte n

Na tyding van haar Dood;'k moet anders u doen Aagten Zulks is haar wil en laft, en die dient voort gdet . Het vorinis van haar mond is hier een ftale wet.

C L A U D I U S . Een vonnis,da3r met fchrik de nazaat van zal hooren. Zie hier Prokruftus in een vrouwefchets herbooren ; Een helfche Phedra woed in haar verbolge Borft . Vervloekte! 'kzieu , metonnofelbloedbemorf t Door dees ontmenfchte daad , we l haal t de doodfiii k

geven Ach.! was de Keizer hier; verrader, 'k zag u 't leven Beroven nevens haar, do g zo dees fterft, verwagt, Dat ik u nog zal zien aan myne wraak geflagt .

Q U I L L I T J S . Myn Heer,my n pligt die hangt aan 't geen my n wert ge-

boden. C L A u-

Page 32: hoev003dood01 01 - Digital Library for Dutch Literature · 2012-03-19 · Indien het oorlogswoê n hem niet verflonde n heeft, Die felle Tygerin doet my voor onheil vreezen. Hy plag

T R E U R S P E L . 3 t C L A U D I U S .

Maarniet, ontaarde , datgeonnofelezoudDooden , Dat gy natuur, d e wet, e n reeden zoudvertreeri.

Q U I L L I U S . Ik moet gehoomam zyn.

C L A U D I U S . Welaan, ikbentevreen .

Indien het wezen moet. I k fterf dan; ik ben fchuldig. Myn waarde Porcia, i k bid, zy t tog geduldig, Myn droevig nootlot wil, dat gy my derven moet ; Heb ik u iets misdaan, i k val voor u te voet, Vergeef u Claudius het geen hy heeft misdreven : 'k Had wel gewenft,myn Lief,da t ik voor u mogt leven, Maar nu 't niet wezen kan, fterf i k vernoegt voor u. 'k Lee f voo r geen Monfterdier , myn oogen di e zyn Om haar ooit weer te zien. (fchuw ,

P O R C I A . Myn Lief, waardwaaldg y heenen?

Dat men u Dooden zal, ftemd geenzin s rriet haar mee-In 't minften over een;zy zoekt myn Dood alleen, (ne n Om daardoor met myn Lief in 'tEchtvërbont te treên; Zy veinft, myn Claudius, én toontzigflegts verbolge n Op u; om dat gy zoudhaar dolle driften volgen : Zy zoekt u leven niet; myn leven is haar leed. Kom, kus my dan voor't laaft, myn Lief, ik ben gereet, £n wel gemoed de flag des Doods van u t'ontfangen; Laat ik u voor het laaft, eens in myn Armen prangen. Vaar wel, my n Claudius! myn fterfuur is na by, Al is 't niet van uw hand.

C L A U D I U S . Hoe zoud gy fterven ! gy!

Dieniemant ooi t misdeed; zulk s zal ik nimmer lyden j Ik zal u door myn hand voor fterven ftraks bevryden.

Hy trekt Z.yn degen. Q U I L L I U S .

Mynwagt, komherwaartsaan .

C L AU -

Page 33: hoev003dood01 01 - Digital Library for Dutch Literature · 2012-03-19 · Indien het oorlogswoê n hem niet verflonde n heeft, Die felle Tygerin doet my voor onheil vreezen. Hy plag

yz D E DOODELYK E MINNE N YD, C L A U D I U S .

'kRaadu, da t gy niet fthend MynGodlyk beeld. Zi e toe.

PORCIA. Zou ik hier in elend

Mynlevenflyten? neen , hie r ismyn Borfl, ówreede, Gy zoud het ftreng gebod gewiflyk overtreede n Van uw Princes, zo gy my in het leven liet. (drie t Zie h ier my n Borft: (toot toe, kom, maak van myn v er-Een einde; zo word ik van 's waerelds la(t ontflageh ; Maar laat die fnooharpy uwe oogen nooit behagen, Doe toch myn Zaalge fchim hier door geen onruft aan , Myn Claudius; gy zoud gewis u zelf verraan. Zy is niet waardig met dien Eernaam zig te dekken Van uwe Bruid, die haait de Hel tot prooi zal ftrekken , Daar zy, met Ixion gebonden op een Rad, Haar ftrafzal leiden; de Aarde is zulk een ondier zat. Een gruwe l , daar me t fchrik ganfc h Rom e va n za l

fpreeken. Q U I X L I U S .

Myn Heer, ' t is meer x als tyd, dees lafter af te breeken, Of anders zal ik voort bevorderen uw ftraf.

C L A U D I U S . . Hoe paft dit een Romyn? ee n man van Eerzq laf ? Daar hy aan 't wettig regt verbonden is met Eeden, De drift te volgen, endekwagenegenthede n Van een verwoede Vrouw,? ófmart! 6 Hellene pyn! Verrader, doe als ik ; fterf liever een Romyn. Ik zal beletten, dat gy haar aan my zult wreeken, Terwyl ik met dees hand my zelven zal doorfleeken.

Q u i .11 . i u s . Wel hoe! wat gaat u aan? wat zal dit zyn , mynHeer ?

P O R C I A . Vaar wel myn Claudius, ik zie u nimmer weer.

Hy tuil zit doorjleken, maar werd verhinderd, terwyl wet dl'ot cia van etnigevueggtruhi.

DER-

Page 34: hoev003dood01 01 - Digital Library for Dutch Literature · 2012-03-19 · Indien het oorlogswoê n hem niet verflonde n heeft, Die felle Tygerin doet my voor onheil vreezen. Hy plag

T R E U R S P E L . 33

D E R D E T O O N E E L . C L A U D I U S , Q U I L L I U S , en Gevolg.

C L A U D I U S .

Waarom my doch belet my n 1 even te beroven, Daar gy myn heldre Zon haar ligt tragt uit tedo-

Q U I L L I U S . (ve n ? Misdoe hem niet, zietoe ; nee m hem zyn Degen af .

C L A U D I U S . Zo gy my 't leven laat, zo leef ik tot uw ftraf; Ja'k zal op 's Keizers wil door Beulen u doen (haffen : 'k Ziedoor geregtïgheid u alle loon verfchaffe n Voor deze gruwelen, die gy aan my begaat. Zou ikmyneigeBruid , myntrooil, my n toeverlaat, Om ' t leve n brengen , die nooit fchuld , of misdaad

kende! 6 Vader Jupiter! waar wil dit heen in't ende! ((taan? Waar blyf t u w goedhei d o m d e onnoz'le n voo r t e Wat beeft my n Porciadoch tegens u misdaan ? (ven! Myn waarde ! maa r wat's dit? waa r is myn liefgeble -Vervloektefchelmen, ik beroof u allen 't leven, Zogy mynPorciain 't minftedeel misdoed .

Q U I L L I U S . Bedaar, uw hand is vry van haar onnofel Bloed. Stel u geruft, my n Heer,

C L A U D I U S . Hoe zou ik toch bedaaren!

Gyzult, indie n zyfterft, a l t'zaam ter Helle vaaren, 'k Zal u verwurgen met myn handen, fnood geboeft . Help Hemel! ach! myn ziel werd tot 'er dood bedroeft .

V I E R D E T O O N E E L . C L A U D I U S , Q U I L L I U S , F O R B A S , « » G * 7 > « £ .

H Q U I L L I U S .

ebt gy uvan't bevel, ' t geen ik u, ga f gek weten? C F O R -

Page 35: hoev003dood01 01 - Digital Library for Dutch Literature · 2012-03-19 · Indien het oorlogswoê n hem niet verflonde n heeft, Die felle Tygerin doet my voor onheil vreezen. Hy plag

H D E DOODELYKE MINNENYD , F O R B A S.

Zy is in den Tybervan haar Gallery gefmeeten. Zy riep otn Claudius, terwy 1 zy neder vil.

C L A U D I U S . Rufi nudeBlixemnoch? zwygtn u de Donder ftil ? Om deze gruw'Jen in den afgrond neer te ftorten ? ó Srtode j hoe derft gy het dierbaar 1 even korten Van myn verkoorne Bruid ? 't was wonder, fchelm, dat

de Aard (vaard . U niet verzwolg; wat 's dit ? haar fchim maakt my ver-Maar zagt!zynaderd my. Komhier, myn uitgelezen, Uw Liehaar n was my Lief, zo u ik u fchaduw vree-

zen? Komhier, mynZaat'g e fchim, omhelsuwGlaudios . ötiiy lier) wy Rórrsen, kom, myn Lief, geef my e«n kus. Ik tal met u het Vee in 't weeHg Woud gaan welden.

Q u i L m u s-Myn Heer, *k hëbïaft om u tirftond ten Hoof te leiden.

C L A U P I U S . Na'»moordhol riteendgy; weg, ik ben het Hof al moe. Slak vry de Deuren van dat Helfche Doolhof toe. Ik gametPorciaitèarandïewegeftzöeken , Daar wy het Roomfche Hof en Rornen sullen vloeken Tot in de diepfte kolkrvan Plütoos Zwavelpoel. Kom dan, myiiizaW'geMim^vertrooftmy , i k gevoel Een onverwagte vreugd; maarl? zie u weer vetdwynen. Vloek waardige Atr£us> kom, fluit vry derouw-gor-

dynen Voor u bebloede Hof; awTreurfjte l heef t zyn deel. Een Roomfth e Moordere s vèrfchynd hie r pp 't To-

neel , Die al wat grouwzaam is opde Aarde,komt braveeren: 'kZie moogfykrietheel al ndch 't onderft boven keeren; Het fchud reed$ overal, waar ik myn voeten zet; Daar komt de fno Harpy, zy heeft het Maal gewet, Om my met Porcia voor altoos te verëenen. Sta by, ÓHertules! verplette r hals eobeenea

Page 36: hoev003dood01 01 - Digital Library for Dutch Literature · 2012-03-19 · Indien het oorlogswoê n hem niet verflonde n heeft, Die felle Tygerin doet my voor onheil vreezen. Hy plag

T R E U R S P E L . 35 Ën hoofd en fchouders van die Hydra, di e myn Zon Zo vroeg deed duiken, eer haar heldre glans begon Eerft regt in de oogen; van die oogen had te krieken. Kom, fnelleHemelbó , lee n my uw vlugge wieken, Om wraak te vordren van den opperflen Jupyn. Wiemaakt my n voeten vaft? ' k moet by mynEgazyti. Laat los , wa t fchrikdie r kom t va n ve r hoe langs hoe

nader ? Zytgy'tCamillus? fta; wa t zoekt gy hier,'verrader? Komt gy Valeriaan beftooken op zyn grond, Daar i k u ov erwon, doorboord met wond op wond ? Daar vliegt zy n fchadu w heen : ho e reizen my de naa-

ren ! (varen Toef, Helfch e Veerman, toef, 'k moet met hem over-Naar ' t onderaartfch e Styx , daa r nooi t geen daglig t

ftraald, Daar 't afgefturve volk door 't recht hun fchuld betaald' . Daar zal ik met myn Lief in Beemden en Landsdouwen In 't Zalig Myrte dal voor eeuwig Bruiloft houwen . Ryk my uw hand, myn Bruid; heeft u de Nyd ontzielt ? Ontvlien wy Romen, dat van fnode Monfters krielt j Ik zal uw bleekefchim, gefloten in myn armen, Door zuivr e minne gloed en Liefde weer verwarmen, En zo lang bidden aan de Goden, tot uw Geef t In 't heemels Lichaam keérr.'k ben voor u niet bevreeft. Korftgaanwy; maar ! wat is dit ? daar vliegt zy uit myn Ik volg haar fchaduw na. (oogen .

V Y F D E T O O N E E L . Q U I L L I U S , A R B A S , enGe-volg.

Q U 1 L L 1 u S.

Xk ben met hem bewoogefi. Als Liefde in haat verkeert, zy 't alderfelfte woed . Men volgt hem, waar hy gaat. Da t hy zig niet misdoed.

Eifide van bet "Tweede Bedryf, C 1 D E R -

Page 37: hoev003dood01 01 - Digital Library for Dutch Literature · 2012-03-19 · Indien het oorlogswoê n hem niet verflonde n heeft, Die felle Tygerin doet my voor onheil vreezen. Hy plag

3<? D E D O O D E L Y K E M I N N E N Y D ,

D E R D E B E D R Y F . E E R S T E T O O N E E L .

P O R C I A , O R A N T E S , N E R I N E , A C I 3 -

P O R CI 4. ó /""^ oedertierenheid des Hemel s, die myn dagen

V j T r a g t t e verlengen ! 'kzie, he t is uw weibeha-Dat ik gered ben, daar de Dood met open mond (gen , Reetsgaapte, om 't zwakke Lyf te rukken naden grond Des Tybers; welk een dank ben ik uw goedheid fehul-Ik ly de Rampen van het wreed geval geduldig, (dig? Wie weet, waar toe uw gunft my 't Leven fpaaren wil . Ik tree, 6 goede G oon! met u in geen gefchi 1, Al heeft de Moort getragt myn Levensdraad te korten, U w alvermogen wift die wreedheid op te fchorten.

O R A N T E S . Mevrouw, g y doet «eer wel; di e zig geduldig toond In tegenfpoeden, ziet zig onverwagt geloond Met mee r geluk, al s men va» Goden dorft verwagten . Ik zal uw ongeval, z o 't mooglyk is, verzagten, Indien ik weten mag, wie dat gy zyt, en hoe Gy in denTyber Itroom geraakt zyt.

P O R C I A . 'kBid, e i doe

Daarom geen moeite; 'k zal u rykelyk vergelden De dienft, die gy me doed; maar om myn naam te mei-Of wie ik ben, vin d ik tot noch toe ongeraan: (den , Ik dank u Duizendmaal voor't geen gy hebt gedaan, En ik beloof met een, dat gy in 't kort zult weeten, Wie da t ik ben, en hoe 't geweld my heeft gefmeeten , Maar onverdiend, helaas! in 's Tybers fnelle vloed , Waaruitik, dooruwhulp , be n van de Dood behoed, En zonder dat ik weet, waa r dat ik ben.

O R A N T E S . De Goden

Die

Page 38: hoev003dood01 01 - Digital Library for Dutch Literature · 2012-03-19 · Indien het oorlogswoê n hem niet verflonde n heeft, Die felle Tygerin doet my voor onheil vreezen. Hy plag

T R E U R S P E L . 37 Die hebben hier ter ftee my tot u hulp ontbooden, Om dat gy in uw ramp verligting vinden zou. Gy zyt in 't Lufthof van den Keizer.

P O R C I A . Ach!

O R A N T E S . Mevrouw,

Ontfteltudit? P O R C I A .

o Neen, maa r zo gy zorg wilt dragen Voor my en voor my n Eer., za l 't my op 't hooglt beha-Indien ik voor dit kleed een ander kleed geniet, (gen ,

O R A N T E S . Eenlandkleed, zo'tuluft v

P O R C I A . 6Ja! 'kzalmynverdrie t

Daar door vergeten > en u als myn Vader houwen Tot dat de tyd aan u myn onfchnld zal ontvouwen.

O R A N T E S . Nerine, geefMevrouwualderbeftekleed .

P O R C I A . Denk, wylikbyuben , da t ik Lerindeheet. 'k Verzoek, dat gy voortaan my anders niet zult heeten, Zolang het links geval is op myn heil gebeeten.

N E R I N E . Lerinde, als' t u belieft, kom , laa t ons t'zamen gaan, Ik weet myn befte kleed zal u veel mooijer ftaan Als my, gy zult ver voor al onze landjeugd pronken , Wyl u de Hemel heeft met zulk een glans befchonken , Wiens weerga ik nooit zag.

P O R C I A . Nerine, ikbenbly ,

Dat ik 20 mooi ben in uwe oogen, maar 'k b'ely Dat ik van niemant, als van u, di t immer hoorden, Terwyl da t myn gelaat geen Minnaars ooit bekoorden.

O R A N T E S . Ikhoorgerugt: vertrek , eeriemantonsverraft .

C 3 N E -

Page 39: hoev003dood01 01 - Digital Library for Dutch Literature · 2012-03-19 · Indien het oorlogswoê n hem niet verflonde n heeft, Die felle Tygerin doet my voor onheil vreezen. Hy plag

3 8 DE DOODELYK E MINNE N Y D , N E R i NE.

Wy gaan. O R A N T E S .

Doe al het geen, Lerindeaanubelaft, T W E E D E T O O N E E I * .

O R A N T E S , A C I S .

O R A N T E S . ooit kwam my vreemder zaak i n ' t leve n ooi t t e

vooreh, onfpoed heef t d e Dood va n mik ee n Vrouw be -fchooren!

Geworpen in den vloed des Tybers! zulk een Beeld! Wiens aangenaam gelaat de koelfte harten ftreeld ; Haar Ichoonheid ongemeen,haar kleeding en Juweelen Doen my, van't geen zy is, iets ongemeens verbeelen. Wat voor een Beulfche hand is zo verwoed geweeft , Om zulk een helder ligt te dooven ?

A c i s . 't Moet een Beeft

Alleen in Menfchen fchyn geweeft zyn, daar 't rhedoo-En al het Menfchlyk i n vervlog«n is:'t vermoogen (ge n Vanhaarefchoonheid, j a al waszy ftraftens waard, Verdiend alleenig, dat zy daarom werd gefpaard ;• Ook kan in zulk een keft geen groote misdaad woonen.

O R A N T E S . Haar zedig aangezigt komt zelf de deugd vertoonen. Daar 's niet aan 't Lichaam, of't belooft een zuivre ziel, Ach hoe onzeker draaid de wankelbjare kiel Van 't leven, in een Zee, vol rampen en gevaaren! Dan lchynd de nevel van ons onheil rtp te klaaren, Dan daalt zy wederom tot onze fmart en leet. (wreed . ' t Balftuuri g lo t toon t zi g we l zoet , maa r ' t meeft e Gelukkig zynze, die van t Hoofs gewoel ontflagen , By Ploeg, en fpa op 't land verfly ten hunne dagen. Was deze fchoone maagd zo lofl yk niet van leeft ,

Wat

Page 40: hoev003dood01 01 - Digital Library for Dutch Literature · 2012-03-19 · Indien het oorlogswoê n hem niet verflonde n heeft, Die felle Tygerin doet my voor onheil vreezen. Hy plag

T R E U R S P E L , & De Tyber had zo na haar Doodbus nkt geweeft.

Ac is. Hoe kan de Hemel zulk een gruweldaad gehengen!

O R A N T E S . De Minnenyd heeft kragt om zulks te weeg te brengen Ten trots der Goden; ziet noch regt, noch reeden aan; Die hertstog t fchep t vermaa k i n fchriklyk e euvel e Haar deerlyk ongeval tal daar uit zyn gebooren. (daan . De Tyd zal mogelyk dè waarheid ons doen hooren. * Daar komt de Slotvoogd van den Keizer, zyn gelaat Staat vrolyk.

D E R D E T O O N E E L . A K K A S I O R A N T E S , A C I S .

A R K A S.

J. s 't hier al volkomen tlyk in (taat•, Orantes, want de Vorft meent aanftonds hier ie wezen.

O R A N T I S . (zen . 't Is alles, als 't behoord, myn Heer, daar 's niet te vree-'k Gehoorzaam u in als, gelyk een onderdaan, Hoe is de leegertogt van onzen Vorft vergaan ?

A R K A s. De Hemel heeft aan hem dezeege willengonnen; Camijlus door den arm van Claudius verwonnen, Heeft zyn verdiende ftraf ten koften van zyn Hoofd Gekregen.

O R A N T E S . Welk een vreugd! d e Hemel zy geloofd.

Zo moet het alle gaan, die 's Vorften troon belagen; Decs goede maar, m y n Heer, kan my op 't hoogft be-

hagen. Wat brengt Held Claudius al wondren aan den dag!

A R K A S . Zo groot, Orantes , al s ons Romen immer zag. Hy cierd zyn Eed Ie kruin met eeu^Jge lam ierea.

C 4 Wy

Page 41: hoev003dood01 01 - Digital Library for Dutch Literature · 2012-03-19 · Indien het oorlogswoê n hem niet verflonde n heeft, Die felle Tygerin doet my voor onheil vreezen. Hy plag

4o D E D0ODELYK E M I N N E N Y D , Wy zagen menigmaal zyn zeegevauen zwieren, Metvrolyk hand geklap verwelkomt, uitdenftryd . Hy is als eerfte Raad des Keizers ingewyd, En veldheer, zo dat elk hem wel te regt mag noemen De tweede in 't Ryk, waa r op 't Romy nze vol k durf d

roemen, Ah 's Keizers regterhand en zy n verkoorne vriend.

O R A N T E S . Hy heeft door zyne deugd die glorie wel verdiend. 'kBeryk reet s een getal van tweemaal dertig Jaaren, Maar kende nimmermeer een veldheer zo ervaaren, Diezo veel ilagen heeft gewend ten eind gebragt.

A R K A s. Dit maakt hem by den Vorft zo hoog en dier geacht. De vyand zidderd, als hy Claudius hoort melden; Hy is de roem en eer van Romen, en haar Helden, Ja zelf Oöavia haar liefde en vrindfchap waard .

O R A N T E S . Zo ik my niet bedrieg, zie ik hun noch gepaard. Ik zag haar menigmaal hier in den Hof voor deezen Met hem; zy fchie p vermaak byzonder jn 't byweezen Van Claudius,

A R K A S . Men zegt de gunft van haar gaat veer.

Zy is wel de eerfte, diehaardee l neem t in zyn eer. Zyn heldendeug d fchyn t meef t haa r Vorftly k Har t t $

treffen, O R A N T E S .

Zo kan een brave ziel zig tot den Hemel heffen . Geboorte en af komft zwigt voor eige deugd; wat geeft 't Geboorte regt aan hem, die zulks niet wel beleert ? Veel min, als of hy was van (leg te ftam ge boor en.

Daar werd binnen getrampet. A R K A S .

Daar klinkt de Veld klaroen, Orantes, ons in de oor en. De Vorft die naderd; 'k zie de Hofpoort reets bezet M.et zyn Trauwanten; 't is hoognodig dat men let

Op

Page 42: hoev003dood01 01 - Digital Library for Dutch Literature · 2012-03-19 · Indien het oorlogswoê n hem niet verflonde n heeft, Die felle Tygerin doet my voor onheil vreezen. Hy plag

T R E U R S P E L . 41 Op alles, dat de Vorft tot vreugde kan verftrekken; Die 't Harna s fleets voor ons kloekmoedig aan durf t

trekken, Verdient dat hy vermaak, en dille ruft geniet.

O R A N T E S . 't Gemeen is vryer dan de V orften van verdriet, (ren. Enonluft; 'tminf t gevaa r komt ftraks haar ruft verüo-

A R K A S . Daar komt de Keizer; ga, fchik alles na behooren.

V I E R D E T O O N E E L . V A L E R I A A N , J U N I U S , ARJCAS, enGnolg.

V A L E R I A A N . 'k T~TT ie eind'Iyk myn ruft weer t'eenemaal herftelt ,

y_ j En met CamillusDood geklujftert a l 't gewelf , 't Welk buite n oorzaak Hou t myn Ryks Kro<jn dorft

belaagen; Ik wil met Claudius dees dag; de Zeegen waagen Beklimmen, jadezeEer , di e paft hem nevens my: Hy heeft zo menigmaal myn Ryk voor flaverny Behoed ; maar 'k he b myn Vrind niet op myn komf t

vernomen; Wat of de reeden is, dat hy zig binnen Romen Noch op houd,daar myn komft hem is bekent gemaakt?

J U N I U S . Hy die in 's Vorften dienft met regten y ver blaakt, Werd door iets wichtigs, Heer , o p uwe komft weer-

houwen; Hy is die geen waar op de Keizer kan vertrouwen.

V A L E R I A A N . 't Is zo; maar egter komt my dit heel vreemd te voor. Yertrektgy lieden, wyl ik dezeplaats verkoor, Om wat te ruften, eer 'k in Romen zal Veffchynen.

J U N I U S . Dees aangename plaats doed alle zorg verd wyiien.

C S VA-

Page 43: hoev003dood01 01 - Digital Library for Dutch Literature · 2012-03-19 · Indien het oorlogswoê n hem niet verflonde n heeft, Die felle Tygerin doet my voor onheil vreezen. Hy plag

4x DE DOODELYKE MINNENYD, V A L E R I A A N .

Ga, Arkas , ga , bezor g het nodigebefte l Voor ons vertrek van hier.

A R K A S . Wy volgen uw bevel.

V Y F D E T O O N E E L . V A L E R I A A N , J U N I U S .

V A L E R I A A N .

Ik ben verwonderd, jaikfta, al s opgetogen, DatClaudius óGoon ! wa t fchoonheid vo l ver -

mogen Komt ons hier naderen ? ik zag haar nooit voor heen,

Z E S D E T O O N E E L . V A L E R I A A N , J U N I U S , P O R C I A .

J U N I U S .

Dit fchyn d d e welluft zelf , we l waard omaange-been

Te werden; geen Godin kan by haar fchoonheid halen . V A L E R I A A N .

Gelukkig is die geen, wiens Min zy zal betalen Met wederliefde; maar hoe komt die fchoonheid hier ?

J U N I U S . Dat weet ik niet, my n Heer.

V A L E R I A A N . Ik voel een hevig vier

Oiitfteken i n myn Borft door haar bekoorlyk wezen. J U N I U S .

Heeft zy uw Hart gekweft, laat zy u weer genezen, Myn Vorf t ; door uw e Mi n za l haa r groot e Eer ge-

fchien. V A L E R I A A N .

?k Beken , ' k he b fchoonder Menfch myn dagen nooit gezien.

'tOnt-

Page 44: hoev003dood01 01 - Digital Library for Dutch Literature · 2012-03-19 · Indien het oorlogswoê n hem niet verflonde n heeft, Die felle Tygerin doet my voor onheil vreezen. Hy plag

T R E U R S P E L . 43 't Ontzaggely k gelaa t doet my voor weerzi n fchroo -

men. Laat my alleen, 'k verlang van waar iy is gekomen Te weten, e n hoe zy is in myn Hof geraakt, Die myn onkwesbaar hart zo fchielyk heeft geblaakt, (ia heen.

J U N I irs . MynVorfl, i k ga.

R E V E N D E T O O N E E U

V A L E R I A A N , P O R C I A -

V A L E R I A A N .

V ercierd gy u met Bloemen, Vrindin, vergu n my de Eer, dat ik u zo mag noemen, U , die ik waardig acht texyn een Ryks Princes.

P O R C I A . Die tytel is te groot. Noe m myn uw Dienares.

V A L E R I A A N . Uwe ongemeene glans maakt u die naam wel waardig . Myn Hart is, zo'tmagzyn , o m u te dienen vaardig.

P O R C I A . 'k Heb zulk een Heer om my te dienen niet van doen; Ookfpreekje, n a my dunkt, benede n uw fatzoen, 'k Hou van die ftreeken niet; ga zulks een ander vragen,

V A L E R I A A N . Niets is zo aangenaam, al s om u te behagen. In welk een oord hebtge u Geboorte plaats gehad ?

P O R C I A . Hier in het naafteDorp, jiie t verre buiten ftad.

V A L E R I A A N . Wat doe n u Ouders toch ? of mag men dat niet weten ï

P O R C I A . Ik zyde*tu gaarne, Heer , maar' t is my al vergeten. Diezyn lang Dood geweeft, z o datik maaralleen Ben in de Waereld, maar ik ben heel wel te vreen,

Om

Page 45: hoev003dood01 01 - Digital Library for Dutch Literature · 2012-03-19 · Indien het oorlogswoê n hem niet verflonde n heeft, Die felle Tygerin doet my voor onheil vreezen. Hy plag

44 DE DOODELYK E MINNE N Y D , Omdat ik hier de koft kan metmyn handen winnen.

V A L E R I A A N . Zo gy genegen zyt, 6fchoone> my te Minnen, 'k Zal u daar afontflaan .

P G R C I A . Myn Heer. wa t zou dat zyn ?

't Verfchil isal te groot. J e lyktganfch nie t bymyn . Een HooffcheJuffrouw, Heer , zo u beter by u paffen, Als ik, die voor een Knaap in 't Veld ben opgewaflen. Een Boere Meisj e paft wel by een Boere k necht. Hebiknietwelgezeit, mynHeer ? i s dat niet recht?

V A L E R I A A N . öja ! gyhebtgelyk , maa r altyd mag men tragten Zyn ftaat te vorderen, en beter lot verwagten, Wanneer het goed geluk ons zelfde handen bied. Wat geeft het Land aan u, als Arbeid en verdriet ?

P O R C I A . Hier kènd men geen verdriet, dat is ten Hoof te vinden, Daar draaid het los geval op vleugels van de winden; Daar boud de Nyd haar Troon tot nadeel van de deugd, Die in eens anders leet behaagen fchept; de vreugd En waare welluft woondo p ' t Land, e n by die Men-

fchen, (fchen. Die nooi t een s anders fchade om eigen voordeel wen-Hier Leeft de zoete Vree; hierwoonddeftilleRult ; Hier heerft geen Minnenyd, daar elk zyn Liefje kuft .

V A L E R I A A N . Heeft u de Ervarentheid geleert, dit uit te leggen ?

PORCIA. In'tminfteniet, my n Heer , ' k wee t daa r nie t va n t e

zeggen. V A L E R I A A N .

Kan u myn Liefde niet behagen ? P O R CIA .

Neen; oneen . Ik hou my met de ftaat, waa r in ik ben, tevreen .

V A -

Page 46: hoev003dood01 01 - Digital Library for Dutch Literature · 2012-03-19 · Indien het oorlogswoê n hem niet verflonde n heeft, Die felle Tygerin doet my voor onheil vreezen. Hy plag

T R E U R S P E L . 45 V A L E R I A A N .

'k Zal uvan geld voorzien, kleinodië n en kleeren, En alles watgy meer kunt denken of begeeren.

P O R C I A . Wy Leven hier geruft, en vreedzaam by de ploeg. Die niets begeert, mynHeer, i s die niet Ryk genoeg ?

V A L E R I A A N . 6 Ja.

P O R C I A . Zo doe ik.

V A L E R I A A N . Maar...

P O R C I A . Myn Heer,'k weet van geen maaren.

Heeft u de Min ontftelt, ik raad' u tot bedaaren. Een eerde ontvonk te kool werd ligtelyk uitgebluft , Daar een ontftoke vlam de ganfche buurt ontruft .

V A L E R I A A N . Ik kan uw fchoonheid niet uit my n gedagten zetten.

P O R CIA . (ten * Wat fchoon is, wil zig graagbewaaren voor 't befmet -Neemdan nietkwalyk, Heer , datikmynfchoonbei d

tragtr Daar gy op roemt, en daar ik nooit aan heb gedagt, Voor fmet te veiligen j zoo volg ik het behooren; Als ' t Bloempj e een s i s geplukt; gaa t haaftzynglan 9

verlooren. Dat eerft heel minnelyk van ider wierd gegroet, Werd dan veragtelyk vertreden met de voet.

V A L E R I A A N . Ik fta verwondert door uw zoete reen te hooren. (ren . Uw mond ontfteekt myn vlam noch felder dan t& voo-

P O R C I A . Dit loopt regtaveregts. I n plaats, da t u de reen Betoomen zouden, houd gy minder u te v reen; Laat af, mynHeer , gymoog t myn kuifche mond niet

raken. Hyvjilbaarkujfe». Gy

Page 47: hoev003dood01 01 - Digital Library for Dutch Literature · 2012-03-19 · Indien het oorlogswoê n hem niet verflonde n heeft, Die felle Tygerin doet my voor onheil vreezen. Hy plag

4« D E DOODELYK E MINNENYD , Gy drukte door uw brand een vlek opmyne kaken. EipynigmyneZiel, mag'tzyn , me t geen berouw ; Laat af, mynHeer , ikbe n verbonden door de trouw , Zet doch, zo' t wezen mag, uwzotterny terzyden .

V A L E R I A A N . Gy zoek t my door uw reen wat om den Tuin te lyden , En,fchoon het was 20, 'k wil, dat gy dien Minnaar haat, Endatgy opmyn'Min uwgunftigeooge u flaat. Wat voordee l kan de trouw u van een landman geven ? Wat anders, als alleen flegts armelyk te leven ?

PoROA. Kan ik beletten , wat de Hemel t'zamen voegd ? Ik ben door zy ne min geruft, en heel vernoegd.

V A L E R I A A N . Aanbiddelyke Maagd! laat ik uw kaakjes kullen . Ei! laat ik in uw armmyn Minnevlammen bluffen . Voldoe depligt, die u de liefde heeft geleerd. Een Boeremeisje werddoor myne Min geëerd.

P O R CIA . (re n Maar wat maakt u zo ftout ?- doen dat uw mooije klee-Van goud en kakelbont, als onzePaauwe veeren ? Plaagd u de Minneluft, gaat gunter in de buurt, Daar woond een mooijertje, di e gaarne zig verhuurt; 'k Meen dat gy mogelyk by haar te regt zult raken.

V A L E R I A A N . Hoe kan uw lieve mond die Boerze reden braken ? Myn fchoone, myn Godin, wat maakt u toch bedugt ?

P O R C I A . Ja, wa s ik een Godin , danvloogikdoordelugt, Om uw verwyfde reen niet langer aan te hooren.

V A L E R I A A N . Kan u dit fchoon juweel, myn waarde, niet bekooren ?

P O R C I A . Ganfchniet. E n fchoon, i k nam' t, wa t dee d i k me t

dat ding ? Het zou my pallen, als een Aap een goude Ring. Al wou de Keizer zelf zyn halve goed my geven *

Noch

Page 48: hoev003dood01 01 - Digital Library for Dutch Literature · 2012-03-19 · Indien het oorlogswoê n hem niet verflonde n heeft, Die felle Tygerin doet my voor onheil vreezen. Hy plag

T R E U R S P E L . 47 Noch zou ik wygeren, met hem onkuis te levert.

V A L E R I A A N . Hebt gy hem ooit gezien ?

P O R C I A . Wel neen ik, maa r ik weet,

Dat hy veel wyzer is, als gy bent. V A L E R I A A N .

't Is my leer. Maar laat ik eïndlyk u verwinnen door myn fmeken.

P O R C I A . Ik zou verzoeken om my 't hoofd niet meer te.breken j Want zy t yerzekert, dat daar niet van worden zei.

V A L E R I A A N . 6 Snoode af keerigheid veel erger dan de Hel! Maar heb ik niets, waar meê dat ik u kan behagen ?

P O R C I A . Ja toch ; ga aan Clorinde uw brandend Hart opdragen . Datishetlievertje, daa r ik vanhebgezeid. (meid : Bloed Heerfchop ! datje't wift , ' t i s zulkeenfnogr e Diezelje beter noch, als myn perfoon gelyken .

V A L E R I A A N . 'k Zal voor uw leven lang met fchatten u verryken, Myn fchoone land Godin, ei geefc my maar een kus ?

P O R C I A . 'k Heb heden noch geen tyd. E i wagf noch wat tot flus , Ofwel to t morgen; maar wat zou Menalkus zeggen , Indien ik dorft myn mond aan uwe lippen leggen, Om u te kullen, daar ik ben aan hem verlooft ? Die Vrin d fchon k my o p Trouw een mand vol lekker

Ooft, Een mooij e onder Keurs, ee n koftelyke Bouwen, Beken nu zelf, ben-i k niet aan dien knaap gehouwen ?

V A L E R I A A N . Wie deerde toch ooit iets, daa r hy niet af en wift ?

P O R C I A . 'k Verzeek er u, myn Heer, 't is agter 't Net gevift j Want, aog y voorvaart in uw boosheid, myteplagen y

Ik

Page 49: hoev003dood01 01 - Digital Library for Dutch Literature · 2012-03-19 · Indien het oorlogswoê n hem niet verflonde n heeft, Die felle Tygerin doet my voor onheil vreezen. Hy plag

4 8 D E D O O D E L Y K E M I N N E N Y D , Ik zal na Romen gaan, en aan den Keizer k lagen, En hem verhalen wat voor leetniy hiergefchied .

V A L E R I A A N . Myn wil is onbepaald, ' k Vraag naden Keizer niet. Die floute weigeringzal ik u doen vergeten.

P O R C I A . Wie gaf u deze magt ? dat wou ik garen weten. Ik lach eens met uw praat, 'tlsloogen , ' t geen gy zegt; Al ben ik een Boerin, ik fteun op 't wettig regt.

V A L E R I A A N . (zen . Kom, ftuurfe fchoonheid, kom, laat ik u eens omhel-Tree met my gins in 't Bos, beplant met Olm, en Elfen.

Hy vat baar hand. P O R C I A .

Laat los, zeg ik, myn Heer j ik wyk niet van myn pligt, Al was 't Valeriaan, ik vloqg hem in 't gezigt, Eer dat ik lyden zou, dat hy myn Eer zou krenken.

V A L E R I A A N . Gyzoud, ee r gy zulks deed, u zelve wat bedenken. Des Keizers wil gaat ver.

P O R C I A . Ik zou waarachtig niet.

Wel hoe! hy mag niet doen, het geen hy zelf verbied. Daarzynderveeleaan'tHof, dieopzy n Liefde loeren, En zou hy dan zyn luft hier buiten by de Boeren T e bluffen zoeken? neen , d e Keizer is te goed, Om zulks te denken, Vrind .

V A L E R I A A N . Myn Lief, i k ben van 't Bloed

Des Keizers, e n dat ka n in'tminfteuwEernietfmet -P O R C I A . (ten .

Of't fmetten kan, of niet, 'k meen daar niet op te letten. Ik volg de leffen, die myn Moeder heeft belalt Dat ik zou volgen, dat ik aan geen dartel gaft Myn Eer, a l wat hy deed, ooi t zou te pande geven: Dit zyn haar leffen, en daar meen ik na te leven. Daarom is 't vrugteloos my daar toe aangepord.

Page 50: hoev003dood01 01 - Digital Library for Dutch Literature · 2012-03-19 · Indien het oorlogswoê n hem niet verflonde n heeft, Die felle Tygerin doet my voor onheil vreezen. Hy plag

T R E U R S P E L . 4$ V A L E R I A A N

Indiengywift, ho e ik... Po R G1A. Ja 'k merk wel, waar 't u fchortjj

Je hoeft uw meening my niet klaarder uit te leggen. Al ben ikjonk en Boers, i k heb wel hooren zeggen, Dat door onguure Min werd fmart, enpyn geleên. Ik blyfuw dienares, myhHèer , hoüutevreen .

V A L E R I A A N , Ach! laatgym y alleen? i k zal van liefde derven, Zo ik u zoet gezigrjop deze tyd moet derven. Ik werd gedreven door een duldelooze pyn. Gy moet, he t gaat, hoe'tgaat , g y zultdemynezyn»

Hy vat haar aati. PORCIA.

óGóden! helptmydoch , Ei ! do e my die genade. " V A t E R I A A N . "

Hier loopt myn eer gevaar; ikga , ee r 't werd te fpade. Vaar wel, ondahfcbre, 'k zal in kort u Weder zien.

P O R ciA . Ik zal, waarg y vericbynt, voo r uwe lagen vlien.

A C H T S TE T O O N E E L . PORCIA, O R A N T E S , heel' verkaajl^ mtkoomenj,

Q R A N T E S . \ T 7 Jé mairitt hier 4ulk gerugt ? wie tf agt hier hulp te

Hoe! zytgyhierajléeri ? e n was'tuwflëm, Lerinde ? Zeg my in 't kort, wa t is u in den Hofgefchied rt

P O R C I A . Eenonverwagt geweld: Ee n doödelyk verdriet.

, O R A N T E S . Vanwlen?

PORCIA. Een onverlaat. Ee n van des Keizers benden,

Die zogt in wederzin van my, m y n eer te fchenden. D O R A N ,

Page 51: hoev003dood01 01 - Digital Library for Dutch Literature · 2012-03-19 · Indien het oorlogswoê n hem niet verflonde n heeft, Die felle Tygerin doet my voor onheil vreezen. Hy plag

$è D E DOODELYK E MItfNENYD , Ö R A N T E S .

Heeft h y door overlaft uw kuisheid iets misdaan ? P O R C I A .

Hy is op myngerugt ganfch toornig weggegaan , En drygde op andren tyd myn vroomheid te belagen.

' O R ANTES. Was u zyn naam b'ewuli, 'k zou 't aan den Vorft gaan

klagen, En melden hem, Wat kwaad hier in zyn Hof gefchied . Is hy by u bekend?

P O R c iA . Ik ke n o f ke n he m niet .

l i s oo k onnodig , omden Vorftzulksteverklaare m O R A N T E ^ . (ren !

Hoe wer d de fchqonheid vaak gèdryg t met veel gevaar De wederwaardigheid is eigen aan haar glans.

' P O R C I A ' . Terwyl ik bezig was te ftrengelen een krans Van'fris gebtoémt e en kruid, et} dankende defjöderi , Dat i k myn lyf s gevaar was door hun hulp ontvloden ,

lEiiuwBermhertigheid, z o wierd ik aangedaan Van hem, die na myn eer zo eerloos beeft geftaan: Hy dagt door giften my eerft tot zyn wil te krygen; Maar toen zulks vrugtloos was ,'ïégbft ty ftraks tedry-

O.RANTE.SK, (gen . ^ leefd e werkt veeltyds veel böit.enfijpprigheen ^ Maar wyl hy u noch niet misdaan ttèèjï, zy t te vteen". Haar hoe lang meend gy hier alsxjnbekètid te dwaaltn ?

P O R C I A . Tot dat het goed geluk met aangenarheftraalè ö My fchopndei, toelacht, al s tot nu toe; zyt geruft .

O R A N T E S . Daar kom t de Keizer . Laa t on s éaan , hy zoekt ZYf t

lult Hierindeezeeeazaamhéid'.

NE-

Page 52: hoev003dood01 01 - Digital Library for Dutch Literature · 2012-03-19 · Indien het oorlogswoê n hem niet verflonde n heeft, Die felle Tygerin doet my voor onheil vreezen. Hy plag

T R E U R S P E L . 51

N E G E N D E T O O N E E L . V A L E R I A A K , Q U I L L I U S .

V A L E R I A A N .

ó v J o o n ! wa t moet ik hooren: Ach Quillius, vrat raad > ik zal van droefheid fmooren . Is Claudius, helaas! 'tveritandenredenkwyt ?

SU I L L I U S . , alsikuhebgezyt.

V A L E R I A A N . En weet mende oorzaak niet, hoe zulks is by gekomen?

Q O U L I U S . Neen Heer.

V A L E R I A A N . 6 Eer, en Roem, en luilkr van ganfch Romen!

Hoe treft uw ongeval hetdiepft vanfnyn gemoed! Gy hebt zo meenigmaal myn Troon en Kroon behoed Voor 't wank'len;Hemel! ach! zal ik nu moeten dervea Zyn dierbaar Raadbefluit ? dienöoit ontzag te tterven Voor my , daar 't Oorlógs vie r op 't hevigf t heeft ge-

blaakt , Is diezo onverwachtiyn zinnen kwyt geraakt ? Ga heen, gee f order, bren g een ider in gedagten, Om zonder ftaatfy niy in Romens wal te wagten; Zoaanftonts.

Q U I L L I U S . Heer, fkga .

V A L E R I A A N . Ik zweer die geen de Dood,

Die tot zyn ongeluk de minfte byftand bood.

Einde van bet Derde Bedryf.

Da VIER-

Page 53: hoev003dood01 01 - Digital Library for Dutch Literature · 2012-03-19 · Indien het oorlogswoê n hem niet verflonde n heeft, Die felle Tygerin doet my voor onheil vreezen. Hy plag

52 DE DQODELY& E M I N N E N Y D ,

V I E R D E B E D R Ï F . E E R S T E T . O O N £ E L .

O C J AV I A.J L A ÓA* IC E.

G C T A V j A . ' ' t i O a a t wel , ikziemynwraalua'teindteweegge -

' V j | . ' bracht.' _. Weenvry, ö'Clau^i^is ; OÖaviadieïach t Om uw begonneJeet en droef fiefd. Zo» ik dulden, Na dat ge uw löafèntaa) zo zieréiylï ver gulden, Ommy te vlyen in myn yverigêMin. , Dat u een minder zou. behagen,; $yi uw zin Van m y afwenden, een Princés'van 't magü£ Rqrnep:? Dan was het met myn4ta^tv, en^oetheid orngeTcómen; Dan had my u-af konift gee n me^r^qgrreg ï d,a n 't ge-Ik heb udaarö.rtyjnèt,beminjd/ja^^ ; ,.jfoieep( : Met myn genegen ^ar^ datgyimejtQua.Yerlatefl. ,

f xLief, als'ik;'uTi^ci !,'zofetzalSpuiihaten, u yer vólgen,tpt dpji paften'peispbfik, -, t . yns levens v ijchoojiuw £}r,u^arcet $ dealderlaafte jGjïJc

Gegeven heeft^ullCs kan myn zieïnoch nietvetppegen, 'k Zal by haarfl^re.tchimraallmed&deiiwe voege n ;j Want,gy. re z^r/tot h'ebt rnyn on<pergaflg;betrag^, ,._.'.' 'k Zie'dQ&iha^r^QodaiiepiisïryitwrCTak JBiajrJiaif.val r

L A O N I G E . fcWfiï-Is'tmogelyk, Princes ! watzegtgy?

' O C T A . Ï . U . 't Is geklonken,

Myn^vy^ndin^stadeoTyberftroom verdronken . ï k be n gew^otykpn yandefpyt,, di e Qaudius My heeft berokRendyóórzyriveinferyi endu s Myn kuifche-min gehoond; hy gaat zi&ondertrouwen, Terwyl h y zweert my n mi n voo r ' t grootf t gelu k t e

houwen, 't Geen ooit op Aarde hem ontmoeten kan; de Goon

Die

Page 54: hoev003dood01 01 - Digital Library for Dutch Literature · 2012-03-19 · Indien het oorlogswoê n hem niet verflonde n heeft, Die felle Tygerin doet my voor onheil vreezen. Hy plag

T R E Ü R S P E L . 55 Die neemert zei ver deel in deze fmaar en hoon ; Zy ftraffendeBedeti, di e hy eerloos heeft gezwooren ; AVy 1 hy zyn zinnen voor die misdaan lieert verlooren. 't Schynd , dat de Herhei zelf handhavent myne wraak.

L A O N I C E ; Is Claudius, helaas! zynïirihenkwytgeraakt ! Kan zulk een ïtréttgeftraf u teer gemoed behagen ?

O C T A VI A, Waarom niet voor de vuiit my n goedheid afgeflagen ? Waarom gehuygel d metmynliefde ? 'tftondhenlvry , Die te verachten; maar in tegendeel heeft hy Myn min met wedermin vergolden.

L A o Nic E . 't Kon wel weren,

Had hy zulks nietgedaan, dat herfrdan Hon d te vreezen Uwbittrehaat, Princes , öfdathy' t heef t gedaan, Om Deciusnietïnzyn liefd e te verrain, En flegts alleen geveinft, ommaardenty d t e rekken , Dat hy het Huwlyk zag met u, en hem voltrekken. Dit heeft de Liefde, dieh y droeg toïPorcia, Hem ligt geraden, o m des Vorltehongena Met één hier door te ontgaan, met san u op te dragen Zyn Liefde, wy l het was des Vorften welbehagen , Om u met Decius te paaren.

O e T A v i A. Maar ik deed

Aan hem verdaan, da t ik my zelve reets gerept Gemaakt had, orhden Vorft ons Huwlyk te Verzoeken; 6 Snoode veinfery, wel waardig te verv-loeken. Hy toonde zich verblyd, j a in zyn ziel verheug d Om myn voornemen ; en noch Itoft men op zyn deugd -Als of hy 'tfchelmftuk ha d alleen uit nood bedreveii ,

L A O N I C E . Princes, iktragtniet , omuwgramfchapftoftegeverr , Maar, wa s het mogelyk, té minderen uw haat.

O C T A VIA . Laat my die zaak alleen bevolen; vol g mynraad .

D 3 Zo

Page 55: hoev003dood01 01 - Digital Library for Dutch Literature · 2012-03-19 · Indien het oorlogswoê n hem niet verflonde n heeft, Die felle Tygerin doet my voor onheil vreezen. Hy plag

J4 D E D O C W L Y K E M Ï N K E N Y D , Zo gy u van een min zo teder zaagt veofteeken, Gy zoud.was 't in uw magt,u moogtylételder wneéken» Alsik.

L A O N I C E . Maar heeft de Vojfcnoch.niets daa r aFgthoord ?

ÜCIA.V1J.* 'k Heb hem verwelkomd a^nideCoJlatyflfche Poort, Na ik , door Quilliu;>den Keizer had doen weten, Wat deerlyk oiigeval de Harlens. hadibezetehi Van Claudius, waar af geen menfcb de reeden wift . Hy heeft zig van nu af reets inde tyd vergift,: Dat hy bdoord had, om beiqheid daar. van te brengen; Hetichyntde Hemel wil ge.regtewiaak geheuge n Wyl niemand Claudius geloven zal, omda t Zyn zinnen fpoorlooszyn verdwaal d van 't regtepad.

L A O N I C E -Maar zo de Keizer door zyn zorg hem doet genezen, Wat raad, Mevrouw ? g y hebt zyn ongena te vreezen.

O C T A V J A . Daar tegens dag en raad.

L A O N I C E . 'k Zie Quillius. H y komt.

O c T A v 1 A. Ik hoop, dat hy zyn rol heel wyffelyk vermom d Gefpeelt heef t by den vorft, om alles ftil te houden, Wyl i k al myn geheim aan zyn verftand vertrouden .

T W E E D E T O O N E E L . Q U I L L I U S , O C T A V I A , L A O N I C E .

Q U I L L I U S .

Vertoefde ik wat te lang , 't is buiten royne fchuld. O C T A V I A .

Hoe draagt de Keizer zig ? Q U I L L I U S .

Hy raaft van ongeduld : T e meer, wyl Claudius in de aldwerfte hoeke n

Vap

Page 56: hoev003dood01 01 - Digital Library for Dutch Literature · 2012-03-19 · Indien het oorlogswoê n hem niet verflonde n heeft, Die felle Tygerin doet my voor onheil vreezen. Hy plag

T R E Ü R S P E L . w Van Romen niet en is te vinden, na 't doorzoeken Zelf van den Vorft in zy n paleis; daar werd gedacht, Dat mooglyk Claudius zig zelfheeft omgebracht , Om dat hy nergens is, waa r dat men zoekt, t e vinden. Ik hebde Vorft berigt, dat hy als een ontzinden, Wie 't ook mag zyn, betigt van 't Jeet, hem aangedaan, Om dat hy aan zyn reen geenzints geloof zou flaan. Hier door zo neem ik weg 't vermoede n en vertroüi

wen, (wen. Schoon dat hy ons betigt, datzulks geen proef zal hou<-

OCTAVU. Gy deed zeer wel, myn Heer; waar is de Vorft ?

Q u i L L i u s. Hy komt.

Ik heb zo veel ik koft, de zaak geheel vermomd. Daar is de Keizer zelf; Princes, zytop u hoeden.

D E R D E T O O N E E L . O C T A V I A , V A L E R I A A N , Q U I L L I U S ,

L A O K I C E , J U N I U S , e» Gevolg.

V A L E R I A A N .

Zo ik de reden van zyn Dolheid kon bevroeden, Of kende ik flegts dé geen,die oorzaak zyn géweeA

Van dit bedroefd geval, nooit wiérd myn ftraf gevreeft 7-0 fchrikkelyk, als die hun op den kop zou dalen. Zy zouden 't zwaar verlies my met hun Bloed betalen.

O C T A V I A . Daar i s geen menfch, myn Heer, di e daar van de oor-

zaak weet. Zyn droevig ongeval is my van Harte leet.

Q U I L L I U S . - (wen, Ik zou hem voor verraar, van 't Keizerryk aanfcbou» Die zulk een bittren drank heeft voor den Vorft gebrou-

V A L E R I A A N . (wet) . Waar of myn hals vrind is ? waar heen of hy mag vlien! Ik ben bedugt van hem nooit leevend weer te zien.

D 4 Ju -

Page 57: hoev003dood01 01 - Digital Library for Dutch Literature · 2012-03-19 · Indien het oorlogswoê n hem niet verflonde n heeft, Die felle Tygerin doet my voor onheil vreezen. Hy plag

jtf D E D O O D E L Y K E M I N N E N Y D , J U N I U S » (ren.

Hy heeft, zo 't fchynt iets aan den Tyberftroom verl o Daar hy, niet lang geleen, zyn droeve klagt liet hooren, Na dat ons wierd berigt; maar niemand wift waar heen, Dat hy gevloden was.

C L A U D I U S , van binnen. Ik breek u hals en been,

Zogy dedoortogt vanhet Hofmy wil t beletten . Wie is zo ftout , di e zig durfd tegens my verfetten ? Verraders, alsgyzyt ! keiidgyuwveltheerniet ?

V A L E R I A A N . ' t Is Claudius zyn ftem; nu minderd myn verdriet. Ik dan k de Goden, dat hy leeft; wan t al myn vreezen Was , dat hy rafende mogt omgekomen weezen.

V I E R D E T O O N E E L . V A L E R I A A N , O C T A V I A , Q U I L L I U S , J U ^

N I U S , L A O NIC E , F O R B A S , en Gevolg.

FORBAS. 6 V Torft! Heer Claudius, als dol en ganfch verwoed,

V Drygd ide r eenteDoón , die n hy in't Hof ont-moet.

U w Lyfwach t i s bedugt, om hem hier in te laten. V A L E R I A A N .

Geefdaatlyk orde r aan het Hooft van myn foldaten Hemhier te leiden; ga .

F O R B A S . MynVorft, he t zal gefchien.

Forbas binnen. O C T A V I A .

Gy zult u zekerlyk ontftellen he m te zien. t Was nodig, Heer , he t Hof voor onheil te bewaaren.

V A L E R I A A N . Hyzalzigmogelyk, me t my te zien, bedaaren.

VYF-

Page 58: hoev003dood01 01 - Digital Library for Dutch Literature · 2012-03-19 · Indien het oorlogswoê n hem niet verflonde n heeft, Die felle Tygerin doet my voor onheil vreezen. Hy plag

T R E U R S P E L . 57 V Y F D E T O O N E E L .

C L A U D I U S , V A L E R I A A N , O C T A V I A , Q V I L -L IV S,J U N I U S,L A o N i C E, F o RB A S, en Gevolg.

C L A U D I U S . 'aar is de Hcerfcher va n het magtig Room s ge->

bied? Wel hoe! wat zal dit zyn ? kend my hier niemand niet ? Wiens lo f gedragen wierd op alle vier de winden, Kan die in 't Roomfche Ho f nu gee n Befcherme r vin -

den, Of helper, o m het leed, te n onregt hem gedaan, Te wreeken ? tragt men hier de onnooflen te verraSn ? Is 't Roomfche Wolvenet t geipii ï o p Menfch e Moor ^ 6 Tygerin, gevoed op Caucafus i n 't Noorden, (den ? Hoe zultgy dezen daad betreuren;, ' t is gedaan Metu, verwagtuwftraf , z o haaft Valeriaan Keerd uit Panonié, daar ik van 't bloed geronnen Bemorft wierd, voor de vuift Camillus heb verwonnen, En in het Oorlogs Veld, n a menighartgevegt Den Calabreefch het juk heb op den Hals gelegt. Die Spanj en ziddren deed voor zyn gewapende Armen, Vind die nu niemand, diezig zyner wil Erbarmen ?

V A L E R I A A N . Myn vrind, my n Claudius, wat deerd u ?

C L A U D I U S . Niet met al*

Want elk, naikbefpeur , lach t met myn ongeval. En gy durfd vragen, wat my over is gekomen, Daar de Alderfchoonfte Maag d het leven is benomen, Die ooit het aardryk droeg,van my op 't hoogft bemind .

O C T A V I A . 'k Geloof, d e liefde maakt hem t' eenemaal ontzind. Men heeft geen andre kwaal uit zyne Mond vernomen > Wat y ver dat men deed, na dat hy kwam in Romen.

W

PJ CLAU»

Page 59: hoev003dood01 01 - Digital Library for Dutch Literature · 2012-03-19 · Indien het oorlogswoê n hem niet verflonde n heeft, Die felle Tygerin doet my voor onheil vreezen. Hy plag

j8: D E DOODELYK E MINNE N Y D , C L A U D I U S .

Hoe veinfö het loos bedrog! vervloekte Ryks Princes, Pie naam die ftaat u fchoon, maar wel van Moorderes Noch fchoonder .

Q U I L L I U S . Vorft, het is heel raadzaam hem te fluiten,

Hy moet in ftilte zyn, of anders raakt hy buiten Alzyn verftand, jazo u to t Dolheid overflaan .

C L A U D I U S . Bloetdorftige, 't is zo: zulk s hebt gy wel geraan; Maar 'k zal u in het kort voor Minos Regtbank dagen , Wyl de aarde een gruwel heefto m zul k ee n fchel m t e

V A L E R I A A N . (draagen . Vrind Claudius.

C L A U D I U S . Wat is't ?

V A L E R I A A N . Kend gy me niet ?

C L A U D I U S . èja!

GyzytmynVorft. V A L E R I A A N . Ik kom hier tot uw hulp. C L A U D I U S .

Te fpa , Om my te helpen; maar 'k heb u noch iets t'ontdekken; Zo gy terftondmet my de wapensaan wilt trekken Ben ik verzekerd, dar ons niemand zal verraan. Wy zullen, al s voorheen, door's Vyands leger flaan; Gy weet, my n moedi g Har t wier d nooi t doo r fchri k

benepen: 'JcZalAlba, zo'tuluft , inRomenswallenflepen ; Kom, tree n wyt'zaamteVeld, doorluchteVorft ; 'k

heb moed, Dat ik uw Vyanden zal fmooren i n hun Bloed. Wy zullen onder 't loof van krakende lauwrieren Geruft en wel gemoed altyd de zeegen vieren:

Page 60: hoev003dood01 01 - Digital Library for Dutch Literature · 2012-03-19 · Indien het oorlogswoê n hem niet verflonde n heeft, Die felle Tygerin doet my voor onheil vreezen. Hy plag

T R E U R S P E L . j * Dat gaatu voor. Vaa r wel, vaar wel, myn Vaderland , Ik lie u moöglyk haaft door helfche twift aan Brand. jP« Doader.zal de kruin van uwe Heuvels pletten, \Vyl ik dê'Boosheid zie ver hoven uwe wetten Keen klimmen, jazydingtbedrieglyke n val s Pen RoQm&hen Keizer zelf na zyn gedugten hals. Hoe zal Valeriaan zich.voor. verraad bevryden f\m ' t Hof, daa r de onfchuld zel f de Dood heeft moe -

ten lyde n Van wreede Wolven, die ganfchtazende en verwoed, Hun Balg graag meften met onnofel Menfche n Bloed ? Hoé kan deHemel noch met aangename (Iraalen Den dag begunftigen ? wiezet den afgrond paaien , Om te verzwelgen hun, die Moorden onverdiend ; Maar'k zie hun ftraffen,. wantde Keizer is myn vriend. Waar zyn myn Wapenen? maar ach! myn leden beven; jvlyn tong werd fpraakeloos; de Ziel wilmy begeven ^ Ik derf, ik volg myn lief.

V A L E R I A A N . Ik voel myn ongedult

Jin toorn ontfteeken; hoemy;n Zufte r draagt gyfchult Aan zulk een ongeval ? ik zweere u by de grooten Ontzaggelyke Goon, zo gy iets hebt befloote n Tot nadeel van myn vriend, dat ik u ftraffen zal.

O C.T A V I A . Wyt zulks alleen, mynHeer , d e flagen van't geval. Wat reeden! zou ik in zyn nadeel iets verrigten r Het is geen wysheid te geloven het betigten Van eenen, die 't verftand geheel verlooren heeft .

Q U I L L I U S . Indien zyn Raferny aan u misnoegen geeft , Het'loopt hier al gevaar, met op den hals te laden Uw ftraf en ongena.

J U N I U S . MynVorft, i k zou u-raden,

Hem in een andren:lugt te zenden,, en daar by Te zorgen, dat men zogt door krag t van Artfeny

' tOnr

Page 61: hoev003dood01 01 - Digital Library for Dutch Literature · 2012-03-19 · Indien het oorlogswoê n hem niet verflonde n heeft, Die felle Tygerin doet my voor onheil vreezen. Hy plag

tfo D E D O O D E L Y K E M I N N E N Y D , 't Onfteld gemoed, eo Bry n weerom te regt te brengen. ** C L A U D I U S . Gy hoeft gee n meer vergift, om my tedoón te mengen. 6 Neen! ik heb genoeg van uw vervloekt Fenyn . Ik loek he t leven niet; ' k wil by myn Egazyn. Niets, dan de Dood alleen, kan ons weerom verëenen.

V A L E R I A A N , Myn hals vrind Claudius, zeg my, wie was die geenen, Die gyverloore hebt?

C L A U D I U S . Een niemand haarsgel yk;

Meer waard, dan al uw fchat, j a 't ganfche Keizerryk. V A L E R I A A N .

Hy kend my. J U N I U S .

. Ja, myn Heer, daar 's hoop, hem te genezen, Maar ' t ftil zyn za l voo r al aan hem hoognodig wezen.

V A L E R I A A N . Breng he m naar buiten op myn luflhuis; laat al 't geen, Dat tot zyn welzyn diend, bezorgen; ga , i k meen t J me t my n lyfArtsftraks t e volgen; ' k zal betragten, Met ai dat mooglyk is, ~ïyn droefheid te verzagten.

J U N I . U S . Kom, gaa n wy,~ Claudius; doe't geen de vor ft gebood.

C L A U D I U S . Indien ik fterven moet, ' k ga willig na myn Dood. Maar ee r het daar toe komt, zal ik den Hemel fmeken , Om myn geleeden leet op 't alderfellt te wreeken.

Z E S D E T O O N E E L . V A L E R I A A N , O C T A V I A , Q U I L L I U S ,

L A O N I C E , en Gevolg.

B OCT AVIA . eklaag zyn droevig lot.

V ALER1AAN; Hyfchynt geheel verftoord

Op

Page 62: hoev003dood01 01 - Digital Library for Dutch Literature · 2012-03-19 · Indien het oorlogswoê n hem niet verflonde n heeft, Die felle Tygerin doet my voor onheil vreezen. Hy plag

T R E U R S P E L . 6* Opu, enQuillius ; hyfpreektvanMenfchemoord . Daar moet jet s weze n , 't gee n zyn harfens kwa m t '

ontvellen. O C T A V I A .

Wie zal tog ok de mond van hem een vonnis vellen, Die met zyn zinnen zyn verftand mif t ?

V A L E R I A A N . Zulks i s waar .

't Is daarom ook verdagt by my, en Twyffelbaar ; Indien my de oorzaak klaar kon blyken, ik zou toonen , Dat ik niet oogeftraft die n misdaad zou verfchoonen . Het roud my, hem te zien in zulk een droeve ftaat : Hy heert my trouw gediend te velde en in den Raad. Ja weergaloos is my zyn y ver fleets gebleeken, (ken Ganfch Romen nevens my mag wel me t eerbie d fpree -Van hem, diei k myn Kroon en fepter waardig acht; 'k Zie myn gebied vergroot, in top van eer gebragt Alleen doorCIandïus, die , o m my te behagen De Dood nooit heeft onzien, maar in de felfte flagen Getoont, wat een Romein door eedle Daden paft ; Hy heeftCamiilus i n het Harnas aangetaft , Een man zo moed ig, die door de opflag van zyn blikken Zyn Vyandaarde n deed, e n voorzynZabelfchrikke n En kloek verwonnen; jaPannonie herfteld . Wat dunkt u; beu ik niet verpligt aan zulk een Held ? Pord my zyn ongeval niet, om beducht te wezen ? Die door zy n naam alleen myn vyaridendoed vreezen, Enitrengtèïtrafreri nie t myuuilterfteongena , Die daar van de oorzaak zyn ? wat zegt gy, Zufter ?

O C T A V I A.

Ze zyn ftrafwaardig ; maar hoezult gy de oorzaak we -Ligt heeft een ydle waan zyn herzenvat bezeten, (ten ?

V A L E R I A A N . Hy is de rn§n niet, om door.kleineBeus'lary Zig zo te ontzetten,; neen , oneen ! geloofditvry , Daar fchüil d wa t anders; 'k zal door kragt van Artze-

nyen, In-

Page 63: hoev003dood01 01 - Digital Library for Dutch Literature · 2012-03-19 · Indien het oorlogswoê n hem niet verflonde n heeft, Die felle Tygerin doet my voor onheil vreezen. Hy plag

& D E D O O D E L Y K E M I N N E N Y D , Jndien hctmooglyk is , hem ran diekwaal bevryen; 1c Neem al les by de hand, wa t tot behoudenis Van lyn gezondheid kan verllrekken; maar ik gis, Dat de Oppermagten op myn Grootheid zyn verbolgen» 'k Ga na myn Lullhof.

O C T A VI A. Heer, zo 't zyn mag, 'k zal u volgen* V A L E R I A A N .

Als't u beliefd.

Z E V E N D E T O O N E E L . O C T A V I A , L A O N I C E , Q U I L L I U S .

L A O N I C E . / cl hoe, Princes, wat zal dit zynf

U w tegenwoordigheid tal zckeilyk zyn pyn Vermeerderen.

O C T A V I A . Geen nood; ik neem het kwaad vermoeden

Hier door ten deelcn weg. L A O S I C P .

Zulks kan ik niet bevroeden» O C T A V I A .

Ik moerden lyf Arts van myn Broeder door het Goud Zien om te zetten, dat hy Claudius nog houd In lync Mymcring, om niet ontdekt te wezen.

Q U I L L I U S . Indien dat zulks mislukt, Princes? het (laat tt vreten Vaij eer ontdekt te zyn.

O C TA VI A. Gans niet; fiel t u te vrcen.

't Goud dringt noch, al s het plagt , doo r Haal en yzer heen,

Ja dott de vrindfchaptelfin vyandfehap verkeeren; 'i Helpt Koninkrykcn, doo r het Oorlog, enregcere n Vermaard, gehee l en al verwoeden door zyn glans;

't Goud

w

Page 64: hoev003dood01 01 - Digital Library for Dutch Literature · 2012-03-19 · Indien het oorlogswoê n hem niet verflonde n heeft, Die felle Tygerin doet my voor onheil vreezen. Hy plag

T R E U R S P E L . €% 't Goud drukt de weegfchaal van het recht uit haar Ba-

lans. Het moet 'er nu meê door; i s my de hoop ontvloden, Door 't muTen, dien ik Min, we l aan 'k zal hem doen.

Dooden, Eerhyinftaatis, omdeVorfttetoonen , da t Ik in zyn ongeluk heb part, of deel gehad. Men moet geen euveldaad ten halve laten fteken ; De liefde dwingt my, om my felaanhemtewreeken, Al wat men fterkte noemd, valt voor het goud te zwak; jupyn ontfloót door 't goud 't onwrikbaar koper dak; ^Vaair onder Danaë lag voor zy n oog verfcholcn; 't Gebied derwaereld is, en blyfi aan 't goud bevolen. Hebtgy, HeerQuillius , d e lali, die ik u gaf, Volbragt?

Q u i L L I U S . 6 Ja! Princes , ik heb hun al op ftraf

Èn ongerïaden uw verzoek, óf wil doen hooren; 2y hebben my detreed, van trouw tezyn, gezwooren $ Om nooit te ontdekken't geen by ons is uitgevoerd.

OCTAVIA. Of fchoon de weerwraak op myn Euveldaden loerd, Om die te flrsflfen, 'k meen haar egrer voor te komen : Ikgazpdatelyk, 'tgee n ik heb voorgenomen Volbrengen; Claudius moet door myn Raad van kant J Zodóofd men böftdevIamvandeezeontftokeBrand . Schoon elk gezwooren heef t ' t verborgen iti l te hou-

wen, Kan ik, zo langfy leeft, in*t minft daar op vertrouwen.

Qu IL Li us. Verfagt de Hartstogt, daar uw woeden eer ft uit fproot.

O C T A V I A . 'tGefchied, o m my, e n u te redden uit de nood; Ik iie geen andren weg, waar heen ik ook mag willen.

L A O N I C E . Za'tuif barft door berouw zult gv de gramfchap ftillen Van uvf en Broeder.

O C T A -

Page 65: hoev003dood01 01 - Digital Library for Dutch Literature · 2012-03-19 · Indien het oorlogswoê n hem niet verflonde n heeft, Die felle Tygerin doet my voor onheil vreezen. Hy plag

<>4 DE DQODELYK E M I N N E N Y D , ÓCTAVT A. Neen; eenfuffendnaberou w

Paft nimmermeer aan my; een booggeboore vrouw Duld nooit diefcbande; zo u ik om genade frheken ? Veel liever wil ik zelf myn eigen hart doorfteken . Ik lei niet, dat ik werd zo laf van moet betigt ; 'k Vloo g eerder zonder vrees de Dood in't aapgezigt, Eer 't.vorftelyk gemoed die hoon en fmaad zou dulden* Hoe wift die fnode Boef zyn logen te vergulden, Als hy my vleide, dat ik in zyn hart alleen Gefchreven ftond?ö Goon! hoe werd myn ziel beftreen, Als ik herdenk, hoe dat die valfche mond , my trooften , Moet ik hem houden voor den booften aller bootten; Dat my het hart doorpynd met bittreïpyt en wee. Zyn Dood ftaat vaft. 6 Ja, o f myne;'een va n twee. Kom, volgmy , 'k zal u flraks de bly ken daar afgeven; 'k Sterf liever duizend doon, als eereloos te leven; 'k Ben met myn vyandin haar dood ganfch niet te v reen; Myn vyand moet met haar het helfche Styx betrêen.

L A O N I C E . Prinses, wat Razerny heeft uw verftand bezeten ?

O C T A VIA . Het fcheel d my niet, ho e gy myn driften po k moog t

heeten. Ik wreek denbittren hoon, di e my is aangedaan; *k Zal u in 't kort doen zien, hoe 't met my zal vergaan.

Einde van het Vierde Bedryf.

V T F -

Page 66: hoev003dood01 01 - Digital Library for Dutch Literature · 2012-03-19 · Indien het oorlogswoê n hem niet verflonde n heeft, Die felle Tygerin doet my voor onheil vreezen. Hy plag

T R E ü R S P E L . tfj V Y F D E B E D R Y F .

E E R S T E T O O N E E L . P O R e I A , N E R I N B -

N P O R C I A . erine, watgerugtvervulddenganfchenHof ?

N'ERINE. Een deerlyk ongeval, 't welk onzen Keizer ftof Zal geven, om met reen dit onluk tebeklagen . DewakkreClaudius, zyn innerlyk behaagen , Die als een dapper Held voor Romen heeft geureen , En om zyn deugden word van ider aangebeên; Ja al Ie harten door zyn weidaan kan bekooren, Lerinde die heeft nu al zyn V erfland verlooren. Nuishy hiergebragt , met hoop, ofdeop e luch t Hem mogt verandering toebrengen.

PORCIA. Aeh!

N E R I N E . Gyzugt.

PORCIA. Met reden, hoe zou my het ongeluk nie t fmartexi (ten . Vara hem, die't Roorntehe Volk hun vyandendorft tar -Maar wee t rrie n d« oorzaak nkt van zulk een ongeval ?

N E R I N E . 6 Neen J maar' k hoop dat hy in 't kort genezen zal: Hjft Ry&ïottzeket al te veel aan hem verliezen.

P O R C I A . Ik voel van fchrik m y «bloed in de aderen bevriezen.

N E R I N E . Onftel trHiitt te vee), 'tzalmoogly k noc h welgaan , Gy trekt» al te hart dit droevig voorval aan. Ik zie uw aangezigtgeheel van verw verfchieten ; Hoe-zyt gy 2o beoogt ?

E P O R -

Page 67: hoev003dood01 01 - Digital Library for Dutch Literature · 2012-03-19 · Indien het oorlogswoê n hem niet verflonde n heeft, Die felle Tygerin doet my voor onheil vreezen. Hy plag

66 DE DOODELYK E M I N N E N Y D , P O R CI A.

Wie zon zulks niet verdrieten. N E R I N E .

Had ik geweten van te vooren, dat die maar Uzouontftellen, 'khadzeunictgebragt . Bedaar , Daar komt hy zei ver aan, ontvlie n wy den ontzinden: Hy trag t in d'eenzaamheid hier mooglyk ruft te vinden.

T W E E D E T O O N E E L . C L A U D I U S , alleen.

ó/^nbarmhertigheid de r Goon! moe t ik uw plagen V^/Onfchulclig lyden? achlaan wiezal ik nu klagen,

Nu my de Hemel zelf myn aardfch geluk benyd ? IkbenmynPorcia, my n lief, my n leven kwyt. Een duiftrefchaduwfchyntmyneoogen t e verblinden, Ik tragt vergeefs het fpoor na Plutoos Ryk te vinden, Om myn Euridice, door een ferpent verraft , In 't licht te voeren, fchoon de helhond y slyk baft, En gloeyend zulfer braak t uit zyn drie kopre kaken. Daar komtOöavia; ik zie haare oogen blaken; Haar klaauwen zyn van bloed, als een Harpy, bemorft; Help goon ! daar ftoot ze een pook in haar verbolge

borft; (ken . En fchynd al ftervend my om weermin noch te fmee-Neen; neen; wagt van my n gun ft nooit 't alderminft e

teeken. Sterf, fterf, vervloekte , di e myn ondergangbefloot ; Myn har t Ipringt op van vreugd door uw gewenften

dood. Nu zal uw geile drift my nimmermeer verveelen. (len ! Maar welk een Hemelzang komt myn gehoor te ftree-Myn Hart werd door die vreugd tot ftille ruft bekoord; Hebt dank, ógrooteGoon! mynfmekeni s verhoord . Die aan de Tyber heeft haarzuivre Ziel gegeven, Zal ik met blydfchap weeraanfchouwen in dit leven; De Goden zy n, zo 't fchynd, bewogen met myn fmart ;

'kOm-

Page 68: hoev003dood01 01 - Digital Library for Dutch Literature · 2012-03-19 · Indien het oorlogswoê n hem niet verflonde n heeft, Die felle Tygerin doet my voor onheil vreezen. Hy plag

T R E U R S P E L . 6 7 'k Omhels in 't kort tnyn lief met een genegen Hart ; Maar neen; zulks kan niet zy n; zy is van hie r gefchei -

den, Daar zy met open arm haar Minnaar zal verbeiden In't zalig woud, daa r mirt, daa r roos, enlelybla d Van Nektar druipt, befproeid door Herfens waterbad , En zo my Quillius dedoortocht wil beletten, 'k Zal dien verrader zy n vervloekte kop verpletten. IktragtmynPorciatevinden, 'tgaat , hoe'tgaat , In weerwil va n de Hel en aller Goden haat. Vind ik myn Schoone niet in 't onderaardfch gewemel , 'k Vlieg met Bel lerefon door 't ftarre dak ten Hemel, Al blikzemde Jupyn, en dat my de Eridaan, Van boven neer gefchokt, verzengde n halfgebraan , En ganfch geleebraakt,my ten graffteezou verftrekken , Zo züfik niet , o m myn verloofde Bruid te ontdekken. Maar wat Sireen toond zig met my ne fmart begaan ?

Daar werd gezongen. Myne oogen,gants vermoeid door 't eindeloos getraan, Die werden dootde flaap heel afgemat, verwonnen, Om my n vermoeiden geeft een weinig ruft te gonnen. Dit aangenamedal een Hemelryk verbeeld ; Ik voel myn pyn geftilt; nu Morfeus hand my ftreeld.

Terwyl C lau\fius flmmert , werd dit volgend* döur Por ei a van binnen gezongen.

Bedroefde Ziel,' laat af van klagen, De Hemel toond u zyn gena; Zo gy in 't leven fcliept behagen , Zo leeft alleen voor Porcia;,

Die ui t d e K o o d , En va n de n Doo d

Gered is, om u te beminnen. Keer, waard e Claudius, keerwederb y uw zinnen .

C L A U D I U S . Waar, en wie zyt gy, .die met Hemels zoet geluid Myn half geftorven geeft haaft trekt ten Boezem uit ?

E 2 Kom,

Page 69: hoev003dood01 01 - Digital Library for Dutch Literature · 2012-03-19 · Indien het oorlogswoê n hem niet verflonde n heeft, Die felle Tygerin doet my voor onheil vreezen. Hy plag

68 DE DOODELYK E M I N N E N Y D , Kom, nader, mag het zyn, ik zal voor u niet vreezen; Wy 1 gy me een afgezant der Goden fchynt t e weezen, Om my te trooften in myn droevig harteleet ; Wyl ik al fluimerendeeen dee l daar af vergeet.

Daar vjerd verder gezongen. Gy zult naai uwdeerlykzugte n Den troon betreden van 't geluk. Gy hebt voortaan niet meer te dugtcn; Met haar verkeerd in vreugd uwdruk ,

Die va n de Goo n U to t ee n loo n

Gefpaard i s om u te Beminnen. Keer, waard e Claudius, keer weder by uw zinnen.

C L A U D I U S . Met welk een zoete hoop werd myne Ziel gevleid! Zo dees Sirene zang myne ooren niet misleid ; Die zoete hoop lchy nd my van verre toe te lonken. Maar ach! my n Porcia is jammerlyk verdronken ; Zy is geftorven, en komt nimmer weer by my. 'k Zoek ruft .

D E R . D . E T O O N E E L . P O R C I A , C L A U D I U S .

P O R C I A . lyn Claudius!

C L A U D I U S . Is't Spook, ofTovery ?

De Slaap bedwelmd jnyn Bryn ; 't aa l moóg'Iy k yde l weezen.

P O R C I A . Myn Claudius!

C L A U D I U S . Helpt, Goon!

P O R C I A . Verban, verban uw vreeaec

Ik

M,

Page 70: hoev003dood01 01 - Digital Library for Dutch Literature · 2012-03-19 · Indien het oorlogswoê n hem niet verflonde n heeft, Die felle Tygerin doet my voor onheil vreezen. Hy plag

T R E U R S P E L , 6 9 Ik bén de Zaajge fchim, ik ben de waarde Geef t Van haar, di e u zo Lief in 't Leven is ge|veeft, Helaas geweeft! verdelgd door een van dealderbooflen ; Nu kom ik maaralleen, my n Lief, omutetroolkn . Vlugt niet, mynClaudius ; ik zal u niet misdoen ; Alsikueenigvind hie r in het eenzaam groen, (ken ; Zal i k u w flaauw gemoe d tot hulp en Trooft verltrek -Maar ' k zal my nimmermeer aan uwgezigt ontdekken , Als iemand u verzeld; want anders uondu ftraf Te vreezen; dit's' t bevel , datjupitermygaf ; Hy heeft my toegedaan myn Bruidegom te lpreken, En myn Kriftalle Graf, wanneer 't my luft, te breken, Alleen tot Trooft va n u, vanu , DoorlugtigHel d ! Ach! zo het Noodlot had de Parken uitgefteld , En was myn levensdraad zo haaft niet argefneden , Wat zou ik met myn Lief vernoegd en wel te vreden Geweeft zy n ! nimmermeer genoo t ee n menfc h mee r

vreugd; Nu mag iku (legs rain, dat is, bemi n de Deugd, Gelyk voorheen; dan zal uw hart kwetzuur genezen.

C L A U D I U S . (zen. Zyt g y de fchaduw van het Lichaam, ' t welk voor de-My meer, als een Princes, het Hart in Min deed braan ? Dan heeft de Dood in 't minlie uw fchoonheid niet mis-

daan. Kom, my n verkoore Bruid; heef t u de Ziel begeven, Ik wil voor eeuwiglyk met uwe fchaduw leven .

P O R C I A . (zyn . Myn Lief , my n Claudius, zulks kan, noc h mag niet Ei! raa k rny niet, z o gy niet wild, dat ik verdwyn, Noch haal niet op uw hals de frrafdergroote Goden . My aan te roeren werd op Lyfïiraf u verboden. Gyzult, z o gy my raakt, my nimmer wederzien . Daar komthy, di e my zulks uit Liefde deed gebien.

'Terwyï'Claudiusomkykl, gaat Porcia fchielyk weg.

E 3 V I E R -

Page 71: hoev003dood01 01 - Digital Library for Dutch Literature · 2012-03-19 · Indien het oorlogswoê n hem niet verflonde n heeft, Die felle Tygerin doet my voor onheil vreezen. Hy plag

7o D E DOODELYK E M I N N E N Y D , V I E R D E T O O N E E L

C L A U D I U S .

MynLief! 'k zie niemand meer; maar , ach ! zyi s verdweenen.

Bedroefde Claudius, waar wil 't noch met u heenen ? MynLief! mynPorcia ! waarzytgy ?

V Y F D E T O O N E E L . ORANTÏS , C t A U D I Ü S .

O R A S I E J .

V V aardi g Heer, Stel» z o hetmooglykis, uw zinnen wat ter neer > Ik zal u leiden, daar men bezig is te mengen Een Artzeny, die u weer zal te regte brengen; Gy moet nu de Eenigheid een kleine poos ontvlien.

C L A U D I U S . Orantés, 'k heb den Geeft van myn Godin gezien; Ja zelf gefproken.

O R A N T E S . 't Zyn zwaarmoedige gedagten,

Myn Heer, gy moet u wel voor deze inbeelding wagten. C L A U D I U S .

Daar komt haar fchaduw weer; Orantes, gaan wy heen, Ik wagt weer trooft van haar, wanneer ik ben alleen.

Z E S D E T O O N E E L . P O R C I A , V A L E R I A A N .

PORCIA, Vlugtende.

Helpt Gode n ! ftaatme by ! wil t tog myn Eer be-hoeden !

V A L E R I A A N . Vlugt niet , my n Dafne, lja , verba n het kwaad ver -

moeden , Dat

Page 72: hoev003dood01 01 - Digital Library for Dutch Literature · 2012-03-19 · Indien het oorlogswoê n hem niet verflonde n heeft, Die felle Tygerin doet my voor onheil vreezen. Hy plag

T R E U R S P E L . 71 Dat ik utegens dank misdoen za), Aa , my n Lief.

P O R C I A . Ik ben geen Lief van u, di e my, gely k een Dief, Vervolgen durfd , o m my myn kuisheid af te prangen.

V A L E R I A A N . 'k Ben in de ftrikken van uw fchoon gelaa t gevangen; Ikvolgu, waa r gygaat, gely k de Zonnebloem DeZon. Gedoog , datik u my n Verlotternoem, Die my de Boeijens eerft hebt om den hals gefmeten .

P O R C I A . 'k Wee t va n die dingen niet , noch' k wil dernietvan

weten. Wie boeit u? zo' tuluft , g a datelyk vanhier .

V A L E R I A A N . Ik word verflonden van een al te hevig vier, Zo ik geen Artfeny kan van uw mond ontfangen .

P O R C I A . 'k Zeg noch, 'k zal aan den Vorft uwe averegtze gangen Doen weten; ben ik hier niet veilig op het Land ? 'k Weet, da t de Keizer't kwaad ver van zyn Hof ver-

band , Om dat zyn Onderdaan in veiligheid zou woonen : Gy tragt in weerwil van den Vorf t zy n Eet te hoonen; Gy brandmerkt zyne deugd, zelf op zyn eigen grond, Ja in zyn Hof.

V A L E R I A A N . Dees' taal komt uit geen Boerfchc mond.

A Is ik de Keizer was, zou ik u dan behagen ? P O R C I A .

Neen; maa r i k zou voor'tminft e u meer ontzag toe-dragen ,

Indien gy zogt myn Eer te bergen; maar gy tragt Die te verdelgen, Hee r

V A L E R I A A N . Ik zweer u by myn magt;

'kZal myn Onkuifche Min verlaten, zo'k ma g weten, Wie dat gy zy t, en hoe ik u voortaan moet heten ;

E 4 Want

Page 73: hoev003dood01 01 - Digital Library for Dutch Literature · 2012-03-19 · Indien het oorlogswoê n hem niet verflonde n heeft, Die felle Tygerin doet my voor onheil vreezen. Hy plag

fx D E DOQDELYKElMINfNENYD , Want Boers te zyn, verbied uw fchoo o g«la« en leeft .

P o «.e I A . 'k Ben Dfenareflè van den Keizer; di t is 't meef t Van mypgelukkig lot .

V A L E R I A A N . Zo zy tgy een.germgen,

En Boerfch e Mei d ? 't i s wel: 'k zal om rr\y n Min u dwingen. Hy vat haar aan.

P d R c i A , kttulewu. Ik bid, ógroote Vorll, datgy my niet misdoed; *k Beuonderuwezorggekweekr e n opgevoed; IkbendeDogtervanPhilippus, di e veel Jaaten Door zy ne Dapperheid uw Septet kwan) bewaar en. Wiens Doo d noc h onlangs door ganfe h Romen wierd

beklaagt. V A L E R I A A N .

Wie zyt gy, Porcia ? zyt gy dieEed'le Maagd, (zen ? Wiens deugd en fchoonheid wer d i n ary n gebiedgepre-

P O R C U . 'k Zeg ja, me t fehaamte, Heer.

Z E V E N D E T O O N E E L C L A U D I U S , V A L E R I A A N , P O R C I A .

C L A U D I U S .

X v l y n Vorff , wat zal dit wezen ? Misdoe die fchaduw niet ; he t is,dc wnardeGeef t Vanhaar, di e in haar Tyd my is zo Lief geweelr , Dat ik in 't heimlyk my met haar dorft ondertrouwen . Gy moe t u w hande n van' t Geheilig d voorwer p hou-Vanjiipitergefchikttottrooftvanmyalleen. (wen ,

V A L E R I A AM . Ik merk in deze zaak een voorval ongemeen . Philippus Dogterhierop't Land in fiegte kleden, Van menig Eedel Heer bemind en aangebeden , En Claudius geheel van zyn Ver Hond berooft ?

Wat

Page 74: hoev003dood01 01 - Digital Library for Dutch Literature · 2012-03-19 · Indien het oorlogswoê n hem niet verflonde n heeft, Die felle Tygerin doet my voor onheil vreezen. Hy plag

T R E U R S P E L . 73 Watofhierfchoild?

C L A U D I U S . 'tis zo. I k ben aan haar verloofd.

Maar ach! de bittre Dood beeft ons van eengefcheiden. V A L E R I A A N . {den ?

Ik fta verzet, Mevrouw; wat fchuild hier tuflchen bei-Daar Claudius-van ipreekt, ay tgy daar van bewuft?

PORCIA. Ja, mee r als al teveel.

V AZ.-ER.IAAN. Verhaal, terwy l 't my luft,

Het geen daar isgefchied, geduldi g aan te hooren. P O R C I A .

'k Verzeker u, myn Vorit, zulks zal uw ruft verftooren . V A L E R I A A N .

Te meer verlang ik, om te weten van de zaak; Zogy belediguy-t, ' k bevorder uwe wraak.

P O R C I A . Toen 't wankelbaar geluk, al s met de wind gedreven, Heer Claudius ten top van Glory had verheven, Toen k waru-de bittre Nyd verftoren zyne vreugd. UwZufter, grooreVorït , verliefd e op zyne deugd; Ze oiuveinsdeuiet haarMin aan hem bekend temaken; Terwyl een geile drift haar Boezem fcheen te bïaken.

V A L E R I A A N . MynZufier?

P O R C I A . Ja, myn Heer; 'kbid luifter met geduld»

Ik ben van haar geftraft, ganfch buiten myne fchuld; Maar 't Hemels voorbefchik, 't welk met onzydigeOo-Hier al le aanziet.wou myn derven niet gedogen: (gen Hy zag ztg dan van haar op 't alderhoogft Bemind , Maar hy, by u geagt, ó Vorft, als boezem vrind, (gen 5 Schiep in haar'Min, ho e groot, in'tminftegeenbeha " Wyl gy met eige mond aan hem had voorgedragen, OmDecius, u w Neef, haa r tot een Egtgenoot Te geven; maar zy .heel van Eed'Ie fchaarate ontbloot,

E s Be -

Page 75: hoev003dood01 01 - Digital Library for Dutch Literature · 2012-03-19 · Indien het oorlogswoê n hem niet verflonde n heeft, Die felle Tygerin doet my voor onheil vreezen. Hy plag

74 DE DOODELYKE MINNE N YD, Beftond, indien hy haar geen weermin bood; te drygen: Hy, vreezende haar Haat op zynen hals te krygen, Befloot te veinzen tot de komft van Decius; Hy vleide haare hoop wel zomtyds met een kus, Schoon hy 't ongaarne deed, wyl hy met welbehagen Zyn gunftige oogen reeds had op myn Min geflagen ; Enzynde zonder Vrind, o f Maag, e n Ouderloos, Vond ik geen zwaarigheid, dat ik een Held verkoos, Die zig vanRomens Vorf t en Romen hoog ziet achten.

V A L E R I A A N . Gy dwaald niet in uw keur, noch_Edele gedagten. Hy i s my n Vrind , en my meer da n myn Rykskroo n

waard. P O R C I A .

Toen nu de Ryks Princes by toeval wierd verklaard Onze onderlinge min, zogtzy , i n Toorn ontfteken , Na midd'len, om terftond zig over ons te wreeken, En , zonde r te overflaan, watreed'lykwas , o f niet, Sprak zy ons Vonnis uit, 6 Doodelyk verdriet ! Zy heeft aan Quillius op Lyfftraf ftreng geboden , Dat hy myn Bruidegom zou dwingen my te Dooden; By weigering zyn Hoofd te leevren in haar magt. Ziehier, GenadigHeer , waartoewyzyngebragt .

V A L E R I A A N . Hoe zyt gy haare haat, en Gramfchap noch ontvloden ?

P O R C I A . Alleenigdoor de magt en hulp dergroote Goden ; Wyl Claudius zig zag ten niterfte bekneld , Daar hy gedwongen wierd met wil of me t geweld Om my te Dooden, had hy zelf reeds voorgenome n Veel eer te fterven , ja zo 't niet was voorgekomen, Hy had het fchittrend ftaal gedreven in zyn Hart. 'k Wierd van hem afgerukt, ó Doodelyke fmart ; Maar wyl dat elk ontzag onnozel Bloed te florpen , Wierd ik van boven in den Tyberftroom geworpen , Terwyl dat de Avondftond he t fchelmftuk gunili g was; Maar vond mêlyden in decs diepe waterplas,

Want

Page 76: hoev003dood01 01 - Digital Library for Dutch Literature · 2012-03-19 · Indien het oorlogswoê n hem niet verflonde n heeft, Die felle Tygerin doet my voor onheil vreezen. Hy plag

T R E U R S P E L . 75 Wantzyndeop'tuiterftevan'tLeven t e verliezen, Sloeg ik myn handen aan een krag, met ligte biezen BewofTen, di e metmydoor'tftroomen d Wate r dreef: Dit ' s d e ooizaak , groote Vorft , da t i k noch hede n

Leef, (ven , 'k Wier d va n Orantes, door de ftroom hier aangedre-Geholpen, di e my heeft di t kleed aan 't Lyfgegeven , Om onbekend te zyn; nu hoop ik dat de Tyd , Door uw Genade, Vorft, m y beter Lot beryd, (ren. Als ' t gee n u w Zufte r my had door haar haat befchoo-

C L A U D I U S . Heeft dan myn Porcia het Leven niet verlooren ? Ik voel verandering in myn ontftelde Bloed.

V A L E R I A A N . Ik ftadoor dit verhaal verflagen i n 't gemoed.

C L A U D I U S . 'k Weet niet wat ik daar af zal denken of geloven.

P O R C I A . Myn waarde Claudius, wy zyn ons leet te boven. Omhels my nu, my n Lief, geruf t en wel te vreen.

C L A U D I U S . 't Wasmooglyktotmynftraf . W y zyn hier niet alleen. Jupyn heeft doo r uw mond dit ftriktlyk my geboden.

P O R C I A . Toen wierd ik in 't getal gerekend van de Dooden, Nu weder in 't getal der Levenden, myn Heer ; Ik ben uw Porcia; herhaal uw Zinnen weer .

V A L E R I A A N . (g en, Daar kom t my n Zufter . Gaat , gymoet u hierverber -Mevrouw, zo ' t weze n mag; ik bid, verfchoonmy n

vergen. Vrind Claudius, begeef u op myn Raad ter zy, 'k Zal haar verftrikken, eer zy 't weet door vynzery, £n aan u toonen hoe uw Leet my gaat ter Harten.

Claudius en Porctagaan ider vaneenbeizondtre zyde van ,t Tooneel na Binnen.

ACHT-

Page 77: hoev003dood01 01 - Digital Library for Dutch Literature · 2012-03-19 · Indien het oorlogswoê n hem niet verflonde n heeft, Die felle Tygerin doet my voor onheil vreezen. Hy plag

7<J D E D O O D B L Y R E M I N N E N Y D ,

A C H T S T E T O O N E E L . O C T A V I A , V A L E R I A A N , L A O N I C E .

O C T A V I A .

Dit weelig Wou d ka n zelf 't TeffalifchTempc tar -ten

In fchoonheid e n vermaak. My n Broeder, zytgegroet; Lang werd uw Leven door der Goden gunft behoed .

V A L E R I A A N . 'k Bedank myn Zufter, en ik wenfch u in dit Leven , Dat nooit geen ongeval uw heil mag tegenftreveri.

L A O N I C E . Lang Leefde Keizer, fleets gezegend van om hoog.

O C T A V I A . ' t Is alles Vorftelyk, myn Broeder, waar hier 't Oo g Gaat wyden , daar de konft wer d va n Natuu r gepre -

zen, Wie zou voor ditgezigt in Romen willen wezen > Daar ' t Liefly k Pluimgedier t ons harten ooren ftreeld , En 't weelig Woud alom een Hemels Hof verbeeld ? Gelukkig zynze, di e hier altoos mooged woonen .

V A L E R I A A N . Ja veel gelukkiger, al s die, di e onder Kroonen Hun Levenilyten, (leed s door zwaarezorg vernuft . De Onnozelhei d wer d hie r nooit door de Nydverraft ; Hier Leeft men veilig; maar daar fchiét my in gedagten Een zaak , waarinikmoetmynpligtenEerbetragten , Een reed'lyk Vorft verpHgt zig graag aan het gemeen. GaLaoaice, laa t ons voor een wyl alleen.

N E G E N D E T O O N E E L . V A L E R I A A N , O C T A V I A .

V A L E R I A A N .

Ik heb in deze zaak, my n Zufter, uva n noden. Gy moet my Raden.

O c T A-

Page 78: hoev003dood01 01 - Digital Library for Dutch Literature · 2012-03-19 · Indien het oorlogswoê n hem niet verflonde n heeft, Die felle Tygerin doet my voor onheil vreezen. Hy plag

T R E U R S P E L . 17 OCTAVIA.

Heer, wy volgen uw Geboden . V A L E R I A A N .

Een van myn Onderdaans, teer veel van my geacht, Die in Germanie 't gebied heeft, door myn Magt , Aan hem gegeven, heeft zig niet ontzien de Reden , En Wetten van het Land te fchcnden, en vertreden 'tGebodjdaarzelf Natuur,e n 't Wettig Regt voor plyt; Want aangedreven door verwoede M innen yd, Wyl h y by ' t voorwerp va n zy n Mi n gee n trooft ko n

vinden, Om dat ze een ander reeds met Hart en Ziel Beminden, En zig op 't heiligft aan haar Minnaar had verloofd, Heeft hy haar met gewclt van 't waard fte pand beroofd ; Want o m zy n Gyle drift te volgen, heef t die fnooden Zyn Medeminnaar, flegts ui t Minnen yd ? doe n Doo -

den. Bedenk, of deze Daad geen ftraf eifcht van myn hand , En ofzulks cfcigeftraft ma g blyven in èen Land, (den ? Daar de Regtvaardighei d d e Weegfchaal heef t in han-

O C T A V I A. Myn waarde Broeder , neen;.zulks ftrekteuzelft to t

fchanden. Die ' t Reg t bèfcherme n moed , dorf t die het regt ver-

treên? Zyn Dood is nut voor u, v o o r t R y k , en' t algemeen .

V A L E R I A A N . IsdituwVonnii?

O C T A V I A . Ja.

V A L E R I A A N * Blyftgy by dit vertrouwen ?

O C T A V I A . Voorvaft.

V A L E R I A A N . Ik moet eens zien, of gy. uw woord zult houwen»

Ofgy nie t aarslen zult voor't vonni s van uw mond. OCTA-

Page 79: hoev003dood01 01 - Digital Library for Dutch Literature · 2012-03-19 · Indien het oorlogswoê n hem niet verflonde n heeft, Die felle Tygerin doet my voor onheil vreezen. Hy plag

7 * D E DOODELYK E MINNE N YD, O C T A V I A .

Neen; 't geen ik heb gezegt, fteunt op een vafte grond. Zo ' t Reg t aa n my ftond, 'k?o u dien Booswigt loo n

verfchaffen. (fen . Détydeifchtgeen verzuim, omzulkee n daa d teftraf -

T I E N D E T O O N E E L . V A L E R I A A N , O C T A V I A » P O R C I A .

K V A L E R I A A N , Porcia wenkende. endgy deez' Vrouw ?

O C T A V I A . 6 Neen.

V A L E R I A A N . Heeft zy u ooit misdaan ?

O C T A V I A . Myns wetens niet.

V A L E R I A A N . Waarom dan na haar Dood geftaan ,

Wyl zy u nooit misdeed, en gy haar nimmer kende ? O C T A V I A .

Hoe! ik , my n Heer ? wa t ' s dit ? da t he m de Hemel fchende,

Diemy dus Eereloos zulks heeft te Iaft gelegt. V A L E R I A A N .

De Goden dage n u, zo't fchynt, voor !t Wettig Regt; Om u te (haffen voo r het kwaad, door u bedreven. Voeld g y het Hart van vrees niet in uw: Boezem beven? Wroegd u 't gemoed noch niet ?

O C T A V I A . Hoe! di e niet heeft misdaan ,

Waarom zou dien 't gemoed to t Wroeging overflaa n ? Ten is geen konft my van een Misdaad tebetigten , Die , verr e van my af, ee n ander kan verrigtcn. Wie maakt my by den Vorft verdagt , en dus gehaat ? Myn Broeder, zeg, wie is 't ? wie brouwt my zulk een

kwaad? Hy

Page 80: hoev003dood01 01 - Digital Library for Dutch Literature · 2012-03-19 · Indien het oorlogswoê n hem niet verflonde n heeft, Die felle Tygerin doet my voor onheil vreezen. Hy plag

T R E Ü R S P E L . 79 Hy zal niet zonder ftraf myn Toorn en Wraak ontvlie -

den, (den ! Wat laat gy, Hemel , door de Boosheid niet gefchie-

V A L E R I A A N . fa meer als al te veel. Maa r wat porde u toch aan, Om na den Dood van deze Onfchuldige te ftaan ? Hebt gy aan Quillius geen laft daar toe gegeven ?

O C T A V I A . Een logen Geeft heeft my die fchandvlek aangevreven. Waar deelde een Boerfche Meid zo diep in myne haat ?

PORCIA. Het.isgeen BoerfcheMeid,Mevrouw,die voo r u ftaat, 'i Is Porcia, die gy haar Leven dagt te Rooven; Maar ik, geholpen door een fterker magt van boven, Leef noch , in weerwil van uw Tomelozen haat; De flag, die Claudius zo diep ter Harte gaat, Is uit uw Razerny het aller eerll geboren; Hy heeft zyn Zinnen door uw Minnenyd verloren. Uw Liefde was op 't hoogft hem aangenaam geweeft, Had hy 't misnoegen van zyn Keizer niet gevreeft. Ik had 'tgeluk, dat ik zyne Oogen kon behagen; Maar nimmer dagt ik, dat ik zulke zware plagen Daar door zou halen op myn hals, of niet zo groot, Dat gy me voeren zoud op de Oever van de Dood. 'k Ben in den Tyber van myn Galery gefineeten.

V A L E R I A A N . Ontkend gy zulks?

O C T A V I A . 6 Ja. V A L E R I A A N .

. IkzalhaaftTtekerweetea De waarheid van de zaak ; vertrek uit myn gezigt. •

O C T A V I A . Ik ga. Maa r wee die geen! die my terfl heeft betigt.

E L F -

Page 81: hoev003dood01 01 - Digital Library for Dutch Literature · 2012-03-19 · Indien het oorlogswoê n hem niet verflonde n heeft, Die felle Tygerin doet my voor onheil vreezen. Hy plag

8o D E DOODELYK E M I N N E N Y D , E L F D E T O O N E E L ,

V A L E R I A A N , P O R C I A .

V A L E R I A A N .

Hartnekkigheid zal u in 't minfte niet verfchonen. Ik fpree k met Quillius, h y zal my klaar vertonen

Al 't geenedat hier in mynafzyn is gefchied. Vrind Claudius!

T W A A L F D E T O O N E E L . V A L E R I A A N , C L A U D I U S ' , P O R C I A .

C L A U D I U S .

ynVorft! V A L E R I A A N .

Al uw geleen verdriet Neemt hier een einde; wyl gy zult van my ontfange n Het voorwerp van uw Min en uiterfte verlangen.

C L A U D I U S . 'k Bedank u, groote. V.arft \ voo r 't aangenaam befluir.

V A L E R I A A N . 'k G a voo r ee n kleine n tyd. Vertroof t u w fchoon e

Bruid.

D E R T I E N D E T O O N E E L . C L A U D I Ü S J P O R C I A .

C L A U D I U S ;

Zyt g y *t, myn Porci a ? is ' t waarheid , of zyn ' t I Droomen ?

Ik twyffe l i n ' t geloof : 'k moe t voo r d e waarheid fchroomen.

Zyt gy myn Porcia ? hoe kan zulks dog gefchien, Daar ik zo onlangs heb uw naare fchim gezien ? Zyt g y door 's Hemels wil weer uit uw Graf verrezen ?

zyt

M

Page 82: hoev003dood01 01 - Digital Library for Dutch Literature · 2012-03-19 · Indien het oorlogswoê n hem niet verflonde n heeft, Die felle Tygerin doet my voor onheil vreezen. Hy plag

T R E U R S P E L . 8 i Zytgy myn Porcia ?

P O R C I A . Wie zou ik anders wezen ?

Myn waarde Claudius zie hier uw Dienares. C L A U D I U S .

Gyzyt myn Ligt, my n Zon, e n Lieve Zielsvoogdes Wel eer geweeft; maar nu gefcheiden uit dit Leven. Durf ik my aan geen Geelt of fchaduw overgeven .

P O R C I A . Ik ben door 's Hemels gunft tot myn gel uk behoed. Myn waarde Claudius, ik val voor u te voet. Myn Ziels Gebieder, kom, wilt myn ver lange bluffen ; Want Geeften zyn geenzints genegen om te kuflèn. Ik ben uw Porcia, my n Liefzyt nie t bevreelt.

C L A U D I U S . Is dandeTyberftroom u w Grafïtee nietgeweeft ?

P O R C I A . Myn Uitverkoore,neen; waar werd uw bryn gedreven? Die eens te derven komt, keer d nimmer in dit Leven. Oétavia, zie t nu haar Felle Wraak geituif .

C L A U D I U S . 'k Omhel s u dan, myn Lief, al s myn herboore Bruid. Wie dorf t z o vee l gelu k nazulkeenRampfpoedwag -

ten? Myn argefloofde Bryn gevoeld weer nieuwe kragterj-. 'k Herleef weer in uw Arm, nu ik uw Leeveu zie. ' Myn Har t fpring t o p va n vreug d ; wyk bang e droef V

heid, vli e Voor eeuwig van my af, my n Lief, die 'k dagt verloren Te wezen, zie ik weer, alsinmynArmherbooren . ö Onverziene vreugd!

P O R C I A . 6 Bi ydfehap zonder eind!

C L A U D I U S . Myn half verftorve Geeft, door Droefheid afgepynd , Zal nu door dit geluk weer weelig Adem halen. Een kus van uwe Mond zal al die ünart betalen.

F P O R -

Page 83: hoev003dood01 01 - Digital Library for Dutch Literature · 2012-03-19 · Indien het oorlogswoê n hem niet verflonde n heeft, Die felle Tygerin doet my voor onheil vreezen. Hy plag

Sa D E DOODELYK E M I N N E N Y D , PORCIA.

Myn waarde Claudius boet uw gewenfte vreugd . C L A U D I U S .

Myn Ligt , myn Leve n y Zo n , en Leidfter va » d e Deugd,

Ik Zil de Goden voor 't Altaar met dankbre klanken. En een ootmoedig Hart voor uw verlofiiög Danken , Verwoede Octavia „ dorft gy uw handen,üaa n Aan eene, die u nooit in 't miafte heeft misdaan ?

P O R C I A . Daar komt de Keizer met zyn Z.ufter; laat ons tragten, Omhaarontmenfchten Haa t door fineken te verzagten, En Bidden aan den Vorft, dat hy haar niet misdoed.

V E E R T I E N D E T O O N E E L . V A L E R I A A N , O C T A V I A , C L A U J P I U S ,

P Q R C I A , Q U I L H U S .

V A L E R I A A N . ó Qnoode! die als Dol en Razend heb t gewoed,

i j I k heb van Quillius de ganfche zaak vernomen . Wat helfche fury heeft uw herzens zonder fchromet i Zo ver vervoerd, o m zulk een gruwel te begaan? Bid om genaden, of het is met u gedaan. Door n w bekentenis zuk gy myn ftraf betomen, Dieanders, al s een Zee, u over 't hoofdzalftromen . Maakt da t d e zngt van' t Bloe d nie t va n noy werd, ge-

rukt. O C T A V I A . .

Het fpyt me, dat myn wil zo deerlyk is mislukt: Ja, ik ontken het niet, 'k ben meer als ftraffens waardig, Omdat ik tot hun ftraf niet reeder was en vaardig-En wag t gy na berouw van 't geen ik heb beftaan, ïk heb my zei ven door Lafhartigheid verraan : Had ik hen beide ftrak s voor my a geitgt doen Dooden, Dan was, noc h hyr noc h zy, geregtefttafoat v loden . Myn Eed'le Wraak hadroy tot dit beflutt verpligt .

Page 84: hoev003dood01 01 - Digital Library for Dutch Literature · 2012-03-19 · Indien het oorlogswoê n hem niet verflonde n heeft, Die felle Tygerin doet my voor onheil vreezen. Hy plag

T R E U R S P E L . 83 Ik vloog hun beiden eer verwoed in 't aangezigt, Eer eenig Naberouw my immer in gedagten Zou komen , neen ! me n moet die Lafheid niétver -

wagten Van een, die nade Dood haars Broeders opdenTroon Kan klimmen; 'tRoomfch e Bloed wasnimmerzulk*

gewoon, Vooral in die niet, alsgeboorentotRegeeren . Wie zou Oétavia in haar gezigt braveeren, En blyven ongeltraft ? dat leid myn grootheid niet* Ben ik een Ryks Princes in 't magtigeGebied Van Romen, 'kzal , wie' k ben, da n aan de Waereld

tonen, (nen. Dat ik nie t zonder Wraak myn Achtbaarheid laat hoo-

V A L E R I A A N . Gy Hoond de myne. 'kZal, fchoon gy myn Zufterzy t, U doen gevoelen al die bittre imaad en fpyt, Diegymyaandoed.

P O R C I A . Vorft, i k bid, e i laat u raden i

Vergun uw Zufter op myn fmeken doch Genaden. 't Gemoed is noch te heet, om zig wel te beraan. Die drift zal in haar Ziel in 't kort wel overgaan. Kwaadaardigheid is nooit voorheen in haar gebleken»

OCTAVIA. Maar wie gaf u verlof gena voor my te fineken, Zoek voor u zelf gena; gy zyt die my misdeed.

P O R C I A . Heb ik 0 ooit misdaan, Princes , hetismyleet^ En buiten myne fchuld; ik zal na dezen tragten, Zo gy uw bittren haat en gramfchap wild verzagten j Om al te doen het geen een Onderdaan betaamd.

V A L E R I A AM . Werd gy door haare deugd niet in üw Ziel befchaamd ? Zy komt u fmeken, die gy durft ter Dood verdoemen.

O c T A v i A. Het fcheelt my niet, ho e hoog gy haaf e Deugd moogt

roemen, F a I k

Page 85: hoev003dood01 01 - Digital Library for Dutch Literature · 2012-03-19 · Indien het oorlogswoê n hem niet verflonde n heeft, Die felle Tygerin doet my voor onheil vreezen. Hy plag

84 D E DOODELYK E MINNENYD , Ik zal

C L A U D I U S . 6 Groote Vorft! fcheld haardeez misdaad kwyt;

Zy zal haargramfclwp wel verzagten doorde tyd. De Kroon en.Septcr zy n :naar ydele cieraden; Een Vorf t verheerlyk t zic h doo r Goedheid , daa r ten

kwaden Een al te ftrengen ftraf werd by 't gemeen misduid^ Ik zoek geen wraak, oneen ! nuikmynfchooneBrui d Weerom verkregen heb, wer d mynegeeft gedreven , Princes, om voor altoos in u we gunft te let en.

O C T A V I A. Verrader, diemy n Min met weermin heefrgevleid , 'k Ben door uw veinzery verlokt en fchelms misleid ; Maar 't roud my minder, dat ik ben van u verftckeu, Als dat ik u den Hals niet beiden hebdoen breken. Zo ik 't vermogen had, gelyk ik had voorheen > Gy, noc h uw Porciazou de Aarde meer betreên. My n Eer te honen, en 't Gezandichap mee te fchenden Van myne n Broeder, die my noch in myn Elenden Zoekt te verdrukken, eifch t een onbepaalde ftraf. 'k Vervloek my zelf, Verraar ! o m dat ik u zo laf Gefpaard heb ; want u w Itra r des Doods ftond in myn

handen; {den . Maar 'k zal noch tragten na de midd'Ien, om de fchan-Myaangedaan, meteenRomeinfche , eneuv'lemoe d T e wreéken ; foei! ik voel, da t myn ontroerde bloed Mykomtbctigten; ja , my vinnig fchynd te haten, Om dat ik zulk een fchelm in 't leven heb gelaten. Dit fpyt my; maar ik ben noch niet ten einde raad; Ik wreek my zelfs in fpyt van aller Goden haat.

V A L E R I A A N . Ik zal u ftrafFen voor uw misdaan, meer dan wreeden! Die't Keizcrlyk ontzag durfd met de voeten tteden.

O C T A V I A . Ik maak met uw gena, of ftraf hier geen verfchil ; My p Leven of my n Dood hangt af van my ne wil;

Ik

Page 86: hoev003dood01 01 - Digital Library for Dutch Literature · 2012-03-19 · Indien het oorlogswoê n hem niet verflonde n heeft, Die felle Tygerin doet my voor onheil vreezen. Hy plag

T R E U R S P E L . Sf Ik fchen d doo r my n befluit , ' t i s waar, ' t ontzag der

Goden. 'k Zal hen doen derven, en daar na my zelve Dooden. Die ' t Üervén niet ontziet, fchroomd nimmer voor ge-

vaar. Zou ik , du s trot s gehoond, noc h trcen in't openbaa r In Romen?

V A L E R I A A N . Romen zal uw fchuilplaas niet meer (trekken .

Gy poogd noc h doo r een glimp uwe euveldaan te dek-AlsofuwRazernyRegtvaardigwasgeweeft. (ken ,

OCTAV IA . Niet in uwe Oogen, maardemyne; wylikmeef t Gehoond ben , fchoonh y heeft' t ontzag voor u gebro-

ken; Wyl h y twe e dagen zich i n Romen heef t verftoken > Eerhy uw laftvolbragt : ' t is waar, hetftaatuvr y Zulks te vergeven; maa r dien bittrenfmaad, dieh y My aangedaan heeft, zal die fnode noch betreuren; Zo ' k me t my n Tanden ' t har t ko n ui t zy n Boeze m

fcheuren, Dan (lelde zig myn Hart ten deele noch geruft; (bluft. Want ' k za l nie t ruften , voo r my n wraakvuu r i s ge-Hoe! my te Vleijen ! e n zig heimlyk te ondertrouwen Met eene , di e 'k me t reg t voo r mynSlavinmaghou -

P O R C I A . (wen . Princes, bezadigu . Waar in heb ik misdaan?

OCTAVIA. Verraderes! gy hebt met hem myn Eer verraSn, (ven ? En vraag t g y noc h zoftout , wa t kwaatgy hebt bedre-Gyzult di e fchand vlek, die gy my hebt aangewreven, Betalen met uw Hals en laaftedruppel Bloed .

V A L E R I A A N . De Hel heeft nimmerzulk een Monfter uitgebroed. Gy werd noch fchuldiger bevonde n dan te vbbren; Wyl g y van geen berou w wil d va n uw Misdaad hoo-

ren. F 3 Gy

Page 87: hoev003dood01 01 - Digital Library for Dutch Literature · 2012-03-19 · Indien het oorlogswoê n hem niet verflonde n heeft, Die felle Tygerin doet my voor onheil vreezen. Hy plag

%6 D E DOODELYK E M I N N E N Y D , Gy dompelt Romen in een onuitwisbre fchand.

O C T A V I A . 'k Wou, dat ik Romen aan vier hoeken sag in Brand. Nu ik my n Liefde zie 20 fchandely k omeeren, Wenfchik, da t alles mag in Puin, e n As verteeren. Ach! had het Blixemvuur my het gezigt ontrukt, Eer ik dat Denkbeeld had in myne Ziel gedrukt, (gen, 't Welk doo r verwoede Ipyt my n Hart komt af te kna-» Ofganfch verbryzeld door de felle Donderdagen, Dan lpoog deondankbaarheid my niet in *t aangezigt. Wat buttenfpoorigheid, ÖGoon! hebi k verrigt, Dat ik my bloot gaf aan de M in van een Verrader!

P O R C IA. Mevrouw, zo' t wezen kan, bedaa r toch.

O C T A V I A . Kom niet nader |

Of'k druk u't gladde ftaal door uwen Boezem heen. Maar'k vin d geen "heul, noc h hulp dan in my n Dood

alleen. Zy wil haar doorfteektn. •k Sterf dan.

CtAUDIÜS. Laat af, Mevrouw .

O C T A V I A . Belet gy my te frervefl,

Daar ik niet leven kan, al s om u te bederven ? Door myne Dood werd u gewenfte Ruft bereid.

V A L E R I A A N . Ik fta verbaaft voor dees verwoede oplopentheid. Zy is myn Zufter, en ik voel, da t Mededogen (gen . Voor haa r komt pleiten, 'k ben geheel met haar bewo-« Myn Zufter, zo'tmag'zyn , ftel doch uw Hart geruft.

O C T A V I A . 'k Voel, hoe het vuur van wraak in my werd uitgebluft. Maar 'k za l van heden af voor Romen eeuwi g gruu-Om myngelede Leet niet telkens te vernuuwen. (wen,

V A L E R I A A N . GaQuillius, draa g zorg, da t zy haar niet misdoéd.

Page 88: hoev003dood01 01 - Digital Library for Dutch Literature · 2012-03-19 · Indien het oorlogswoê n hem niet verflonde n heeft, Die felle Tygerin doet my voor onheil vreezen. Hy plag

T R E U R S P E L . 87

V Y F T I E N D E T O O N E E L . V A L E R I A A N , C L A U D I U S > P O R C I A .

C L A U P I U S .

De Minnenydalleen, my n Heer, maak t haa r ver-woed.

Ik bid zyn Majefteit, al 't geen zy heeft misdreven , Wyl Liefd e d e oorzaak is , da t gy ' t haa r wild verge -

P OR C I A . (ven . 'k Bid om Genade voor het geeu zy heeft misdaan.

V A L E R I A A N . Uwe Eed'le Deugd alteen komt my daar toe te taan. Door uw vergiffenis zal ik *t haar meê vergeven.

P O R C I A . 'k Bedank u, groote Vorft; lang moet de Keizer leven,

C L A Ü P I U S . Hyfterve, die^ynRyk , o f zyn Perzoon belaagd.

V A L E R I A A N . Terwyl het aan de wil der Goden heeft behaagd U t e Vereenigen, zal ik met vreugd aanfehouwe n U w Trouwdag, en u noch in meerder waarde hoowea, Myn Halsvrind, als ik ooit voor dezen heb befiaan. Mevrouw, verfchoonmy , z o ik u iets heb misdaan. „ Zulks werd u door myn mag t weer rykelyk vergolden .

P O R C I A . (den . De Jeugd e n top van Staat wer d ligt'ly k vr y gefcboL r

C L A U D I U S . De Min van Claudius en Porcia,. dieza l Een voorbeeld (trekken van het wankelbaar geval.

P O R C I A . (zen . 'kZieQuillius, my n Vorft. HyfehyBdontfteldtewe -

C L A U D I U S . Dat hy zo fchielyk keerd, doet my voor onheil vrezen,.

S E S T

Page 89: hoev003dood01 01 - Digital Library for Dutch Literature · 2012-03-19 · Indien het oorlogswoê n hem niet verflonde n heeft, Die felle Tygerin doet my voor onheil vreezen. Hy plag

88 DE DOODELYK E M I N N E N Y D , & c . S E S T I E N D E T O O N E E L .

V A L E R I A A N , C L A U D I U S , PORCIA, Q U I L L I U S .

Q U I L L I U S .

Uw Zufter, groote Vorft, heeft lich zelf afgemaakt; Na dat xe een menigte van vloeken had gebraakt

Op Claudius, heeft t y, doo r Minnenyd gedreven , Zich 't (hal in *t Hart gedrukt te n kofte van haar leven. Ik kon dees Razerny onmogelyk verhoen. Zy had een tweede Pook verborgen in het groen, Die zy heel fchielyk: greep, eer dat ik zulks kon denken. Zo myneDienft aa n haar uw groot geza g kan krenken. Ik bid, genadi g Vorft, vanuvergiffenis.

V A L E R I A A N . Vertrek. O p myn geluk de Nyd gebeten is.

Quillius binnen. Moet ik die fchandvlek in myn mogentheid gedogen! Heeft ee n kwaadaardige j ee n Booze alleen't vermo -

gen MynEertefchenden! Goon ! i k fterf van ongeduld.

C L A U D I U S . Bezadigu, my n Heer; ' t is buiten uwe fchuld.

V A L E R I A A N . ' t Is zo, wyl' t wezen moet, 'kzal my geduldig dragen, 'k Moet Lyden al het geen, de Goden kan behagen. *k Zie hoe ée Hemel hier Regtvaardig loon verfchaft . De onnozele bevryd, de fchuldige geftraft .

E I N D E .