hs 11 na sluiting nirond-tr 2011-11 n v2

21
11 Maatregelen na sluiting (controlefase) NIROND-TR 2011-11 N Versie 2 – september 2012 Hoofdstuk 11 uit het veiligheidsrapport voor de oppervlaktebergingsinrichting van categorie A-afval in Dessel

Upload: niras-cat

Post on 22-Mar-2016

221 views

Category:

Documents


5 download

DESCRIPTION

 

TRANSCRIPT

Page 1: HS 11 Na sluiting NIROND-TR 2011-11 N V2

11

Maatregelen na sluiting (controlefase)

NIROND-TR 2011-11 N Versie 2 – september 2012

Hoofdstuk 11 uit het veiligheidsrapport voor de oppervlaktebergingsinrichting van categorie A-afval in Dessel

tabbladen.indd 31 11/01/13 10:56

Page 2: HS 11 Na sluiting NIROND-TR 2011-11 N V2

NIRAS NIROND-TR 2011–11 Categorie AVersie 2

Technische basis van het veiligheidsrapport voor de oppervlakte-bergingsinrichting van categorie A-afval te Dessel

Page 3: HS 11 Na sluiting NIROND-TR 2011-11 N V2
Page 4: HS 11 Na sluiting NIROND-TR 2011-11 N V2
Page 5: HS 11 Na sluiting NIROND-TR 2011-11 N V2

Hoofdstuk 11: Maatregelen na sluiting

Technische basis van het veiligheidsrapport voor de oppervlaktebergingsinrichting van categorie A-afval te Dessel

NIROND-TR 2011–11 N, Versie 2, 30 september 2012 11-iii

Hoofdstuk 11 Maatregelen na sluiting

Technische basis van het veiligheidsrapport voor de oppervlaktebergingsinrichting van categorie A-afval te Dessel

Nationale Instelling voor Radioactief Afval en verrijkte Splijtstoffen

NIRAS

Kunstlaan 14

1210 Brussel

Serie Categorie A Documenttype NIROND-TR

Status Vertrouwelijk tot cAt-vergunningsaanvraag

Publicatiedatum 30 september 2012

NIRAS-rapport nummer

NIROND-TR 2011–11 Herzieningsnummer Versie 2

Sleutelwoorden Bergingscolli, Categorie A, veiligheid, vergunningsaanvraag

De gegevens, resultaten, besluiten en aanbevelingen in dit rapport zijn eigendom van NIRAS. Dit rapport mag worden aangehaald

mits het vermelden van de bron. Het wordt beschikbaar gesteld op voorwaarde dat het niet gebruikt wordt voor commerciële

doeleinden. Elk commercieel gebruik, inclusief het kopiëren en heruitgeven ervan, vereist de voorafgaande schriftelijke toestemming

van NIRAS.

Page 6: HS 11 Na sluiting NIROND-TR 2011-11 N V2

Hoofdstuk 11: Maatregelen na sluiting

Technische basis van het veiligheidsrapport voor de oppervlaktebergingsinrichting van categorie A-afval te Dessel

NIROND-TR 2011–11 N, Versie 2, 30 september 2012 11-iv

Versie Commentaren en overzicht van wijzigingen ten opzichte van vorige versie

Nummer Datum

1.0 30/11/2011 Initiële versie Peer Review en overmaakt aan FANC

2.0 30/09/2012 Initiële versie ingediend bij het FANC samen met de vergunningsaanvraag tot oprichtings- en exploitatie (A1) van de oppervlaktebergingsinrichting voor categorie A afval te Dessel

Page 7: HS 11 Na sluiting NIROND-TR 2011-11 N V2
Page 8: HS 11 Na sluiting NIROND-TR 2011-11 N V2

Hoofdstuk 11: Maatregelen na sluiting

Technische basis van het veiligheidsrapport voor de oppervlaktebergingsinrichting van categorie A-afval te Dessel

NIROND-TR 2011–11 N, Versie 2, 30 september 2012 11-v

11.2.1 Maatregelen en toezicht ter voorkoming van onopzettelijke

menselijke intrusie 11-2

11.2.2 Toezicht op maatregelen ter voorkoming van waterinfiltratie 11-3

11.2.3 Monitoring van de insluitingscapaciteit van de bergingsinstallatie11-3

11.2.4 Periodieke update van veiligheidsevaluaties 11-3

11.2.5 Beheersysteem 11-4

11.2.6 Andere activiteiten 11-6

11.3.1 Gefaseerde maatregelen ter voorkoming van menselijke intrusies11-6

11.3.2 Gefaseerde monitoringsactiviteiten met betrekking tot de

insluitingscapaciteiten van de berging 11-7

11.3.3 Gefaseerd toezicht op de maatregelen ter voorkoming van

waterinfiltratie 11-7

11.3.4 Fasering van andere activiteiten 11-7

11.5.1 Lijst van hoofdstukken 11-9

11.5.2 Lijst van referenties 11-10

11.5.3 Lijst van ondersteunende documenten hoofdstuk 11 11-10

Bijlage 1–1: Lijst van gebruikte afkortingen 11-10

11.1 Inleiding en doelstellingen 11-1

11.2 Activiteiten tijdens de controlefase 11-2

11.3 Overgang van de actieve naar de passieve maatregelen 11-6

11.4 Argumentatie tot opheffing van de oprichtings- en exploitatievergunning

11-8

11.5 Referenties hoofdstuk 11 11-9

11.6 Bijlagen 11-10

Page 9: HS 11 Na sluiting NIROND-TR 2011-11 N V2
Page 10: HS 11 Na sluiting NIROND-TR 2011-11 N V2

Hoofdstuk 11: Maatregelen na sluiting

Technische basis van het veiligheidsrapport voor de oppervlaktebergingsinrichting van categorie A-afval te Dessel

NIROND-TR 2011–11 N, Versie 2, 30 september 2012 11-1

Dit hoofdstuk handelt over de maatregelen na sluiting van de berging en omvat (i) de nucleaire reglementaire controlefase en (ii) de beslissing tot opheffing van de nucleaire reglementaire controle.

Nucleaire reglementaire controlefase: de afgesloten installatie blijft onder toezicht; dit houdt onder andere een voortzetting in van de monitorings- en toezichtsactiviteiten1, en van de toegangscontrole tot de bergingssite.

Opheffing van de nucleaire reglementaire controle: bestaat uit een administratieve beslissing tot declassering van een bergingsinstallatie, waarna de betreffende installatie niet langer onder de classificatie van het ARBIS valt.

De bergingsinstallatie blijft een nucleaire inrichting tot de opheffing van de nucleaire reglementaire controle. Ná de opheffing van de nucleaire reglementaire controle kunnen2 de actieve maatregelen en controles worden stopgezet, en vanaf dan gaat men er van uit dat er zich onopzettelijke menselijke intrusie in de bergingsinstallatie kan voordoen. Er is een uitgesproken intentie om deze controles zo lang als mogelijk verder te zetten, in interactie met de locale belanghebbenden en binnen een wettelijk kader (zie bv R11-5).

Het belangrijkste streefdoel van een oppervlaktebergingsinstallatie is de bescherming van mens en milieu tegen de risico’s verbonden aan het geborgen categorie A-afval, zonder dat dit buitensporige lasten oplegt aan toekomstige generaties (zie Hoofdstuk 2 [HS-2]). De risico’s verbonden aan een bergingsinstallatiedienen dus tot aanvaardbare niveaus gebracht te worden, en dit gedurende de hele levensduur van de bergingsinstallatie. De twee fundamentele vereisten die hieruit voortvloeien zijn:

De beperking van de radiologische inhoud: de beperking zorgt ervoor dat het afval enkel spoorhoeveelheden aan langlevende radionucliden mag bevatten.

De beperking van de periode van actieve controle en toezicht in duur, waarbij een maximale termijn van driehonderd jaar na de beëindiging van de operationele fase Ia. wordt ondersteld.

1 De terminologie met betrekking tot ‘monitoring’ en ’toezicht’ wordt beschreven in Hoofdstuk 16 [HS-16] van het

vergunningsdossier.

2 In de veiligheidsevaluaties wordt er voorzichtigheidshalve vanuit gegaan dat deze actieve maatregelen stopgezet worden. De

veiligheid mag immers niet meer afhangen van dergelijke maatregelen.

Page 11: HS 11 Na sluiting NIROND-TR 2011-11 N V2

Hoofdstuk 11: Maatregelen na sluiting

Technische basis van het veiligheidsrapport voor de oppervlaktebergingsinrichting van categorie A-afval te Dessel

NIROND-TR 2011–11 N, Versie 2, 30 september 2012 11-2

De activiteiten die van bijzonder belang zijn worden hieronder samengevat:

Maatregelen en toezicht ter voorkoming van onopzettelijke menselijke intrusie;

Toezicht op maatregelen ter voorkoming van waterinfiltratie;

Monitoring van de insluitingscapaciteit van de bergingsinstallatie;

Periodieke update van veiligheidsevaluaties;

Activiteiten aangestuurd door het beheersysteem

► Behoud van technische, menselijke en financiële middelen;

► Behoud van het geheugen .

Andere activiteiten.

Tijdens toekomstige veiligheidsherzieningen, -evaluaties en -vergunningen, in het bijzonder de vergunning tot sluiting en tot overgang naar nucleaire reglementaire controle, zal deze lijst gewijzigd en gecompleteerd worden.

11.2.1 Maatregelen en toezicht ter voorkoming van onopzettelijke menselijke intrusie

Bescherming tegen menselijke intrusie is voorzien door middel van zowel actieve als passieve maatregelen:

Implementatie van beveiligingsmaatregelen welke evenredig zijn aan de radiologische risico’s inherent aan een bergingsinstallatie op het einde van de sluitingsfase, i.e. actieve maatregelen.

De finale configuratie van de bergingsinstallatie biedt op passieve wijze bescherming tegen onopzettelijke menselijke intrusie.

Door tijdens de sluitingsfase de bergingsinstallatie in zijn finale configuratie te brengen, zijn de risico’s op diefstal (bijvoorbeeld materieel) en sabotage dusdanig gereduceerd dat in principe geen beveiligingsmaatregelen meer vereist zijn. Daarentegen dient er nog steeds rekening gehouden te worden met de radiologische risico’s ten gevolge van onopzettelijke menselijke intrusie, waarbij de fysieke scheiding (i.e. een draadomheining) en een dagelijkse terreinverkenning door een erkende bewakingsdienst de belangrijkste beveiligingsmaatregelen vormen.

De integriteit van de genomen maatregel(en) zal worden gewaarborgd door middel van periodieke inspecties en preventief onderhoud. Afwijkingen vastgesteld tijdens deze periodieke controleactiviteiten kunnen een trigger zijn voor het uitvoeren van correctieve maatregelen.

Alle maatregelen met betrekking tot beveiliging zullen specifiek behandeld worden in aparte en vertrouwelijke documenten.

Page 12: HS 11 Na sluiting NIROND-TR 2011-11 N V2

Hoofdstuk 11: Maatregelen na sluiting

Technische basis van het veiligheidsrapport voor de oppervlaktebergingsinrichting van categorie A-afval te Dessel

NIROND-TR 2011–11 N, Versie 2, 30 september 2012 11-3

11.2.2 Toezicht op maatregelen ter voorkoming van waterinfiltratie

Het bergingssysteem is zo ontworpen dat het afval via de afdekking en ophoging, beide met een R2a-veiligheidsfunctie, beschermd wordt tegen infiltratie van regenwater en opstijgende grondwater. De monitorings- en toezichtsactiviteiten zijn dan ook afgestemd op het behoud van de integriteit van de hiervoor genomen maatregelen, en spitsen zich meer specifiek toe op de afdekking.

De details van het toezichtsprogramma voor de definitieve multi-barrière-afdekking zal worden bepaald op basis van de resultaten bekomen van (i) de proefafdekking en (ii) de opgedane ervaring met de definitieve multi-barrière-afdekking gedurende de exploitatie- en sluitingsfase.

Voor het toezichtsprogramma van de afdekking verwijzen we naar het Hoofdstuk 16 [HS-16].

Tijdens de nucleaire reglementaire controlefase is de mogelijkheid van herstelwerkzaamheden aan de afdekking voorzien ingeval er significante afwijkingen vastgesteld worden tijdens de controleactiviteiten.

11.2.3 Monitoring van de insluitingscapaciteit van de bergingsinstallatie

De insluitingscapaciteit van de bergingsinstallatie kan bevestigd worden door het monitoren van alle media geassocieerd aan de grondwatertransferweg. Deze omvat (i) de uitloging van radionucliden doorheen de bergingsinstallatie, (ii) het transport via grondwater naar nabijgelegen observatieputten.

Tot de aanvang van de sluitingsfase kan de effectiviteit van de genomen isolerende maatregelen (i.e. combinatie betonnen dak en multi-barrière afdekking) en de effectiviteit van de insluitingscapaciteit van de monolieten geverifieerd worden door middel van een intern drainage- en monitoringssysteem, en is (ii) van de grondwatertransferweg dus van ondergeschikt belang daar de uitloging van radionucliden tot de biosfeer, i.e. (i), belet wordt door de aanwezigheid van het drainagesysteem en inspectieruimte met modulevloer. Bij de start van de sluitingsfase wordt de mogelijkheid tot directe monitoring en bevestiging van de performantie (insluitingscapaciteit) sterk verminderd, en verschuift het zwaartepunt van monitoring naar het site-specifiek grondwaternetwerk.

Voor dit omgevingstoezichts- en monitoringsprogramma verwijzen we de lezer naar het Hoofdstuk 16 [HS-16].

11.2.4 Periodieke update van veiligheidsevaluaties

De periodieke update van veiligheidsevaluaties, onder andere gebaseerd op de resultaten afkomstig uit het monitorings- en toezichtsprogramma, en hun vergelijking met de bekomen resultaten van de voorgaande veiligheidsevaluaties, moeten de bevoegde autoriteiten ervan kunnen overtuigen dat de langetermijnveiligheid behouden blijft ná beëindiging van de nucleaire reglementaire controlefase, zoals periodieke assessments van de radiologische impact voor intrusiescenario’s, scenario’s van geleidelijke uitloging, …

De periodieke update van veiligheidsevaluaties kan ook de genomen beslissingen omtrent de vermindering van actieve maatregelen tijdens de nucleaire reglementaire controlefase helpen justifiëren (zie § 11.3).

Gedetailleerde informatie wat betreft de periodieke update van veiligheidsevaluaties kan teruggevonden worden in Hoofdstuk 1 [HS-1] van het vergunningsdossier.

Page 13: HS 11 Na sluiting NIROND-TR 2011-11 N V2

Hoofdstuk 11: Maatregelen na sluiting

Technische basis van het veiligheidsrapport voor de oppervlaktebergingsinrichting van categorie A-afval te Dessel

NIROND-TR 2011–11 N, Versie 2, 30 september 2012 11-4

11.2.5 Beheersysteem

Het beheersysteem, van toepassing tijdens de nucleaire reglementaire controlefase, zal voornamelijk een voortzetting betekenen van het beheersysteem van toepassing tijdens de pre-operationele en operationele periode. In dit hoofdstuk zal er dan ook voornamelijk verwezen worden naar het Hoofdstuk 3 [HS-3].

11.2.5.1 Behoud van technische en menselijke middelen

Meer informatie kan teruggevonden worden in Hoofdstuk 3 [HS-3].

11.2.5.2 Behoud van financiële middelen

De wetgever heeft NIRAS de mogelijkheid geboden een speciaal fonds op te richten voor de financiering van haar opdrachten op lange termijn, het zogenaamde Fonds op Lange Termijn, afgekort FLT (Wet van 8 augustus 1980 betreffende de budgettaire voorstellen).

Het FLT moet zowel de kosten van de voorlopige opslag van het radioactief afval, als van de verwezenlijking van de industriële bergingsinstallaties, als van het toezicht tijdens de nucleaire reglementaire controle op de bergingsinstallaties dekken.

Om er zeker van te zijn dat het FLT over de nodige financiële middelen zal beschikken om de kosten van het beheer van het radioactief afval op lange termijn te dekken, heeft NIRAS een mechanisme ontwikkeld dat in alle omstandigheden de dekking van de vaste kosten waarborgt en de dekking van de variabele kosten verzekert naargelang zij zich voordoen. Dit mechanisme berust op drie grondbeginselen:

De contractuele hoeveelheden, of het contractueel bekendmaken door iedere belangrijke producent van zijn volledige geplande afvalproductie, zodat NIRAS de capaciteit van haar installaties kan berekenen, de vaste kosten ervan kan ramen en vervolgens op een billijke wijze het aandeel van iedere belangrijke producent daarin kan bepalen.

De tariefbetaling, of het spijzen van het FLT door toepassing van een éénheidstarief, telkens NIRAS de verantwoordelijkheid voor afval aanvaardt, teneinde zowel de vaste als de variabele kosten te dekken die aan dit afval toegeschreven kunnen worden.

De contractuele waarborg, of waarborg van iedere belangrijke producent, waarvan het bedrag op ieder moment gelijk is aan het verschil tussen het totale bedrag van de vaste kosten, die aan de door de producent aangekondigde hoeveelheid afval toe te schrijven zijn, en het aandeel in de vaste kosten die hij reeds betaald heeft via tariefbetalingen.

Volgens de aan NIRAS opgelegde verplichting van financieel evenwicht moet het geheel van de inkomsten van het FLT gelijk zijn aan het geheel van de uitgaven. Dit evenwicht is onafhankelijk van het veronderstelde tijdschema van deze inkomsten en uitgaven. Bij de sluiting van de bergingsinstallaties zal er in het FLT een bedrag overblijven, dat voldoende interest moet opbrengen voor de financiering van het onderhoud van en het toezicht op de bergingsinstallatie na de sluiting ervan.

Volgens de huidige wetgeving (KB van 4 april 2003 gewijzigd door het KB van 1 mei 2006) inzake haar beleggingen mag dit fonds enkel belegd worden in beleggingsproducten met een relatief laag risicoprofiel, namelijk in ‘schuldvorderingsbewijzen uitgedrukt in €, uitgegeven of gewaarborgd door een lidstaat van de Europese Gemeenschap, door zijn plaatselijke besturen of door internationale publiekrechtelijke instellingen waarin één of meer staten deelnemen’.

Page 14: HS 11 Na sluiting NIROND-TR 2011-11 N V2

Hoofdstuk 11: Maatregelen na sluiting

Technische basis van het veiligheidsrapport voor de oppervlaktebergingsinrichting van categorie A-afval te Dessel

NIROND-TR 2011–11 N, Versie 2, 30 september 2012 11-5

11.2.5.3 Het opzetten van maatregelen ter verzekering van het behoud van geheugen

Belangrijke vereisten zijn dat tijdens de nucleaire reglementaire controlefase en zo lang mogelijk ná de nucleaire reglementaire controle er geen intrusie plaatsvindt en dat correctieve acties kunnen uitgevoerd worden indien zich uitzonderlijke evenementen voordoen (zoals aardbevingen, een uitzonderlijke periode van zeer hevige regen die de afdekking aantast, … ).

Wanneer na de controleperiode de vergunning van bergingsinstallatie opgeheven wordt, valt de installatie niet langer onder de wet- en regelgeving voor nucleaire installaties. Dit betekent dat de controles voor redenen van stralingsbescherming kunnen stopgezet worden, maar dat betekent niet dat er geen andere controles (bodemgebruik) en inspanningen (bewaren van het geheugen van de site) kunnen zijn die verder gezet worden. Er is een uitgesproken intentie om deze controles zo lang als mogelijk verder te zetten, in interactie met de locale belanghebbenden en binnen een wettelijk kader (zie bv R11-5).

Het is van belang de kennis nodig om aan deze vereisten te voldoen door te geven van generatie op generatie. Enerzijds zorgen de dagdagelijkse operationele activiteiten voor een vorm van continue kennisoverdracht. Anderzijds kan deze zich operationaliseren door jaarlijks in een daarvoor specifiek opgezette workshop, die zich over meerdere dagen kan uitstrekken, met alle betrokkenen (exploitant, bevoegde autoriteit, lokale actoren) de onbewuste kennis (tacit knowledge) en explicite kennis (factual knowledge) te actualiseren waar nodig. Deze workshop zal volgende evalueren en eventueel bijsturen door middel van gerichte acties:

Documentenbeheer: een periodieke herziening van alle documenten, schema’s, plannen, … opdat bijvoorbeeld eventuele (structurele) ingrepen steeds op een verantwoorde wijze kunnen gebeuren, en dit op basis van de correcte documentatie. Evaluatie van de media waarop de kennis bewaard wordt, de plaats waar deze bewaard wordt, …De te behouden kennis en informatie, die specifiek is voor elke groep van belanghebbenden, wordt dan jaarlijks op deze workshop gevalideerd en opgedateerd. Dit gedeelte kan als het pakket explicit knowledge beschouwd worden.

Operationele kennis: op basis van een goed gestructureerd documentbeheer wordt nagegaan of er nog voldoende operationele kennis (expertise/savoir-faire) aanwezig is in verschillende disciplines (wetenschappelijk/engineering) om de vereiste taken, beschreven in de documenten, uit te voeren. Dit is de tacit knowledge die niet door explicite kennisoverdracht kan doorgegeven worden.

Vanaf de projectfase, vóór de start van de bouw, zal reeds begonnen worden met het opstellen van een procedure ‘document- en kennisbeheer’, die ervoor zorgt dat de kennis en informatie die in een later stadium van belang kan zijn, bewaard wordt en terug kan geëxploiteerd worden. Deze archivering zal via het medium ‘hardcopy op chloorvrij archiveringspapier’ en ‘digitaal’ uitgevoerd worden. Voorbeelden van te bewaren informatie zijn: synthesedocumenten die een as-build-beeld geven van hoe de installatie gefaseerd gebouwd werd, en gegevens over de inhoud van de monolieten en resultaten van monitoring.

Al vanaf de operationele periode zal het concept van markers geïntroduceerd worden. Deze structuren in het landschap in de onmiddellijke omgeving van de bergingsinstallatie communiceren in meerdere talen over de functie en inhoud van de berging. Na de opheffing van de nucleaire reglementaire controle zullen deze markers geoptimaliseerd zijn, en samen met een correcte invulling van het bestemmingstype van het terrein er verder voor zorgen dat de tumuli niet onmiddellijk degraderen door middel van menselijke activiteiten.

Page 15: HS 11 Na sluiting NIROND-TR 2011-11 N V2

Hoofdstuk 11: Maatregelen na sluiting

Technische basis van het veiligheidsrapport voor de oppervlaktebergingsinrichting van categorie A-afval te Dessel

NIROND-TR 2011–11 N, Versie 2, 30 september 2012 11-6

Meer informatie over de algemene context van het beheer van documentatie en kennis kan teruggevonden worden in Hoofdstuk 3 [HS-3].

11.2.6 Andere activiteiten

11.2.6.1 Omgevingstoezicht

Daar het nog steeds een nucleaire klasse 1-installatie betreft, dienen er bepaalde monitoringsactiviteiten uit de operationele periode meegenomen te worden. In dit geval spreken we over de monitoring van de omgevingsdosis.

Voor dit omgevingstoezichts- en monitoringsprogramma verwijzen we de lezer naar het Hoofdstuk 16 [HS-16].

Momenteel worden voorzichtigheidshalve geen tussenstappen voorzien tijdens de nucleaire reglementaire controlefase, er wordt uitgegaan van een verderzetting van alle maatregelen en schikkingen, getroffen bij de start van de nucleaire reglementaire controlefase. De exacte sequentie en eventuele afname van actieve maatregelen zal tijdens volgende fases verduidelijkt worden. Beslissingen om bepaalde maatregelen te reduceren zullen steeds in functie zijn van (i) de risico’s op dat moment verbonden met de bergingsinstallatie en/of (ii) het vertrouwen in de performantie van de bergingsinstallatie aan de hand van periodieke assessments- en monitoringresultaten.

De geleidelijke vermindering van actieve maatregelen gedurende de nucleaire reglementaire controlefase dienen gejustifieerd en gerechtvaardigd te worden tijdens de toekomstige periodieke reviews van het veiligheidsdossier en beveiligingsmaatregelen, en dienen onderworpen te worden aan een voorafgaandelijke goedkeuring van de bevoegde autoriteiten.

De activiteiten waarvan een overgang naar louter passieve maatregelen mogelijk zijn, worden beschreven in onderstaande punten:

Gefaseerde maatregelen ter voorkoming van menselijke intrusie;

Gefaseerde monitoringsactiviteiten met betrekking tot de insluitingscapaciteiten van de berging;

Gefaseerd toezicht op de maatregelen ter voorkoming van waterinfiltratie;

Fasering van andere activiteiten.

11.3.1 Gefaseerde maatregelen ter voorkoming van menselijke intrusies

Daar de radiologische impact ten gevolge van de intrusiescenario’s afneemt met de tijd kan, enkel (i) mits justificatie door de exploitant en (ii) mits toestemming van de bevoegde autoriteiten, het programma met actieve en passieve maatregelen geleidelijk evolueren naar een programma met louter passieve maatregelen.

Page 16: HS 11 Na sluiting NIROND-TR 2011-11 N V2

Hoofdstuk 11: Maatregelen na sluiting

Technische basis van het veiligheidsrapport voor de oppervlaktebergingsinrichting van categorie A-afval te Dessel

NIROND-TR 2011–11 N, Versie 2, 30 september 2012 11-7

Een belangrijk instrument voor het evalueren van de intrusiescenario’s is de cartografie van de activiteit van de verschillende radionucliden in de installatie, zoals verkregen en gemonitord tijdens de exploitatiefase. De evaluatie van de intrusiescenario’s resulteert in de optimalisatie van de duur van de nucleaire reglementaire controlefase (zo’n 250 jaar na sluitingsfase), want een aantal korter levende nucliden dienen immers voldoende tijd te krijgen om door radioactief verval een minder hoog risico te vormen ten opzichte van intrusiescenario’s. De evaluatie van de intrusiescenario’s kan ook helpen bij het nemen van beslissingen, opdat een vermindering qua actieve maatregelen op een verantwoorde wijze kan gebeuren. Een belangrijk gegeven is dat de genomen maatregelen steeds voldoende en evenredig zijn aan de radiologische risico’s die een onopzettelijke menselijke intrusie op dat moment kan teweegbrengen op mens en milieu.

Een minimum aan beveiligingsmaatregelen tot opheffing van nucleaire reglementaire controle blijft vereist, maar bijvoorbeeld een zekere vermindering qua intensiteit bewaking (bijvoorbeeld geen dagelijkse terreinverkenning meer) behoort wel tot de mogelijkheden.

11.3.2 Gefaseerde monitoringsactiviteiten met betrekking tot de insluitingscapaciteiten van de berging

Gedurende de sluitingsfase worden alle toegangen tot het afval stapsgewijs afgesloten, met als gevolg dat het drainagesysteem buiten werking wordt gesteld. Als er geen significante radiologische besmetting gedetecteerd wordt in het drainagesysteem vóór de aanvang van de sluitingsfase, zal deze waarschijnlijk voor het detecteren van enige besmetting tijdens, en na sluiting van de bergingsinstallatie zeer klein zijn. Niettemin, op basis van het DiD-principe (Defence in Depth – Gelaagde Bescherming), zal de eerste jaren ná de sluitingsfase een meer intensieve monitoring gebeuren van het site-specifiek grondwaternetwerk. Dit opdat gebreken bij het afdichten van de verschillende drainage- en monitoringsystemen tijdig opgemerkt kunnen worden. Op periodieke basis kan met behulp van veiligheidsevaluaties en monitoringsresultaten besloten worden om de intensiteit te verminderen.

11.3.3 Gefaseerd toezicht op de maatregelen ter voorkoming van waterinfiltratie

De fasering van de periodieke controleactiviteiten op de maatregelen ter voorkoming van waterinfiltratie moet blijken uit de resultaten afkomstig van (i) de proefafdekking en (ii) de opgedane ervaring met de definitieve multibarrière-afdekking gedurende de exploitatie- en sluitingsfase.

11.3.4 Fasering van andere activiteiten

11.3.4.1 Omgevingstoezicht

Indien het nodig wordt geacht, kan de beslissing genomen worden om de frequentie van omgevingsdosismonitoring verder te reduceren, bijvoorbeeld op jaarlijkse basis in plaats van op halfjaarlijkse basis.

Page 17: HS 11 Na sluiting NIROND-TR 2011-11 N V2

Hoofdstuk 11: Maatregelen na sluiting

Technische basis van het veiligheidsrapport voor de oppervlaktebergingsinrichting van categorie A-afval te Dessel

NIROND-TR 2011–11 N, Versie 2, 30 september 2012 11-8

Enkel wanneer aan onderstaande voorwaarden voldaan wordt, kan de exploitant effectief overgaan tot de aanvraag van de opheffing van de nucleaire reglementaire controle. Op basis hiervan kunnen de bevoegde autoriteiten al dan niet de beslissing nemen tot de opheffing van de nucleaire reglementaire controle, waarna de betreffende installatie niet langer meer onder de classificatie van het ARBIS [KB 20/07/01] valt. In het bijzonder, de beslissing wordt genomen op basis van de beoordeling van het vertrouwen in de langetermijnveiligheid van de bergingsinstallatie.

Voorwaarde 1: de radiologische impact voor de scenario’s van geleidelijke uitloging valt binnen de vooropgestelde beperkingen

De beslissing tot opheffing van de nucleaire reglementaire controle zal onder andere genomen worden op basis van een door monitoring bevestigde insluitingscapaciteit van de bergingsinstallatie, door het monitoren van het grondwaternetwerk in de omgeving van de bergingsinstallatie.

Voorwaarde 2: de radiologische impact voor de intrusiescenario’s valt binnen de vooropgestelde referentiewaarden

Figuur 11-1 - Radiologische impact van verschillende intrusiescenario’s tussen de onderstelde start van de

operationele fase Ib en de opheffing van nucleaire reglementaire controle (ondersteld op 350 jaar)

De radiologische impact voor de verschillende intrusiescenario’s voor de V2 bronterm (zie Figuur 11-1) leveren reeds een eerste indicatie dat de duur korter kan zijn dan de vooropgestelde 250 jaar

Page 18: HS 11 Na sluiting NIROND-TR 2011-11 N V2

Hoofdstuk 11: Maatregelen na sluiting

Technische basis van het veiligheidsrapport voor de oppervlaktebergingsinrichting van categorie A-afval te Dessel

NIROND-TR 2011–11 N, Versie 2, 30 september 2012 11-9

(vanaf beëindiging sluitingsfase). Deze radiologische impacts zijn bepaald voor de 40 voor de langetermijnveiligheid belangrijk geachte radionucliden samen met 60Co.

Meer informatie in verband met (i) de invulling die gegeven wordt aan de verschillende intrusiescenario’s en (ii) de veiligheidsevaluatie kan teruggevonden worden in Hoofdstuk 14 [HS-14]. Op het einde van de exploitatiefase, i.e. wanneer de exacte karakteristieken van het geborgen afval gekend zijn, zal een precieze inschatting van de benodigde duur van de nucleaire reglementaire controlefase gegeven worden met betrekking tot voorwaarde 2.

Voorwaarde 3: het behoud van geheugen is verzekerd op lange termijn

Het verzekeren van het behoud van het geheugen op lange termijn is een proces dat reeds zal aanvangen in de constructiefase en operationele periode van dit project (zie § 11.2.5.3). Het zal volgens verschillende werkwijzen gerealiseerd worden:

► Op het einde van de nucleaire reglementaire controlefase wordt een volledig ‘dossier’ samengesteld (in meerdere talen), dat alle relevante informatie nodig in de periode na de reglementaire controle over de berging bevat. Dit dossier zal een afgeleide zijn van een dan reeds bestaand dossier dat opgebouwd werd tijdens de constructiefase en operationele periode, en dat tijdens de fase van nucleaire reglementaire controle periodiek opgedateerd zal worden. Dit volledig ‘dossier’ voor de periode na de reglementaire nucleaire controle zal bij verschillende instanties op lokaal, regionaal en federaal niveau enerzijds in digitale format en anderzijds geprint op chloorvrij archiveringspapier bewaard worden. Een voorbeeld van dergelijk dossier is het Mémoire de synthèse pour les générations futures dat ANDRA opgemaakt heeft na de sluiting van de oppervlakteberging Centre de la Manche [R11-4].

► Een ‘verankering’ van een algemene kennis over de berging in de lokale en regionale gemeenschappen zal via onderwijsmodules gerealiseerd worden. Hierbij is het van belang mee te geven waar (bij welke instanties) er meer informatie (de volledige ‘dossiers’) over de berging kan gevonden worden.

► Een set van markers in de onmiddellijke omgeving met meertalige informatie over de site, aangevuld met schematische figuren moet toelaten dat personen die geen voorafgaande kennis hebben over wat er zich in de tumuli bevindt, ingelicht worden over de inhoud om zo enige vorm van activiteit die de tumuli zouden aantasten te ontraden.

Meer informatie over de algemene benadering van NIRAS voor het beheer van documentatie en kennis kan teruggevonden worden in Hoofdstuk 3 [HS 3].

11.5.1 Lijst van hoofdstukken

[HS-1] Hoofdstuk 1: Organisatie van het dossier en algemene informatie, NIROND-TR 2011-01 N V2 (30/09/2012)

[HS-2] Hoofdstuk 2: Veiligheidsbeleid, veiligheidsstrategie en veiligheidsconcept, NIROND-TR 2011-02 N V2 (30/09/2012)

Page 19: HS 11 Na sluiting NIROND-TR 2011-11 N V2

Hoofdstuk 11: Maatregelen na sluiting

Technische basis van het veiligheidsrapport voor de oppervlaktebergingsinrichting van categorie A-afval te Dessel

NIROND-TR 2011–11 N, Versie 2, 30 september 2012 11-10

[HS-3] Hoofdstuk 3: Beheersysteem, NIROND-TR 2011-03 N V1 (30/09/2012)

[HS-5] Hoofdstuk 5: Kennis van de fenomenologie van de kunstmaige barrières in hun omgeving, NIROND-TR 2011-05 N V2 (30/09/2012)

[HS-14] Hoofdstuk 14: Veiligheidsevaluatie - Lange termijn veiligheid, NIROND-TR 2011-14 N V2 (31/10/2012)

[HS-16] Hoofdstuk 16: Monitoring, NIROND- TR 2011-16 N V2 (30/09/2012)

11.5.2 Lijst van referenties

[R11-1] FANC/AFCN Note: Guide relative à la prise en compte du risqué d’intrusion humaine pour les depot définitifs en surface de déchet radioactifs, FANC-MP1-02, Ref.007-087-F Rev.1 – 02/04/2010

[R11-2] FANC/AFCN Note: Guide technique ‘Dépôt definitive en surface sur le territoire belge’, FANC-MP1-04, Ref.007-228-F Rev.1 – 01/07/2010

[R11-3] FANC/AFCN Note: Guidance project ‘Near surface disposal on Belgian territory’ – Section B: Special provisions, FANC-MP1-04, Ref.009-037-F Rev.1 – 01/07/2010

[R11-4] Charton P. et.al., 2008, ANDRA, Centre de stockage de déchets radioactifs de la Manche (50), situé sur la commune de Digulleville. Mémoire de synthèse pour les générations futures (destinée à maintenair une connaissance minimale aux générations prochaines et à toutes celles qui se succéderont jusqu’en 2500 au moins). 169p.

[R11-5] Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 maart 1981 houdende bepaling van de opdrachten en werkingsmodaliteiten van de openbare instelling voor het beheer van radioatcief afval en splijstoffen op het vlak van de fondsen voor middellange en lange termijn (3 juli 2012)

11.5.3 Lijst van ondersteunende documenten hoofdstuk 11

[OD-234] ONDRAF/NIRAS, Een strategische aanpak voor het kennisbeheer van het geïntegreerd project voor oppervlakte berging van het categorie A-afval, NIROND-TR 2012-08 N, Versie 1, 12 april 2012.

Bijlage 1–1: Lijst van gebruikte afkortingen DiD Defence in Depth – Gelaagde Bescherming

FANC Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle FLT Fonds op Lange Termijn

NIRAS Nationale Instelling voor Radioactief Afval en verrijkte Splijtstoffen

Page 20: HS 11 Na sluiting NIROND-TR 2011-11 N V2

Hoofdstuk 11: Maatregelen na sluiting

Technische basis van het veiligheidsrapport voor de oppervlaktebergingsinrichting van categorie A-afval te Dessel

NIROND-TR 2011–11 N, Versie 2, 30 september 2012 11-11

Page 21: HS 11 Na sluiting NIROND-TR 2011-11 N V2