ict en de keten van werk en inkomenx/knipselkrant/iwi.pdfde staatssecretaris van sociale zaken en...

ICT en de keten van werk eninkomen

Inspectie Werk en Inkomen ICT en de keten van werk en inkomen

R04/06, april 2004ISSN 1383-8733ISBN 90-5079-080-1

2 Inspectie Werk en Inkomen ICT en de keten van werk en inkomen

Voorwoord

De Centrale organisatie werk en inkomen, het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen,de gemeenten, het Bureau Keteninformatisering werk en inkomen en het Inlichtingenbureauvormen schakels in de keten van werk en inkomen. Vanuit het perspectief van de burger beke-ken, bestaat het SUWI-domein uit verschillende ketens van bedrijfsprocessen, gericht op hetleveren van bepaalde diensten. Het geheel van alle bedrijfsprocessen en ketens wordt betiteldals de SUWI-keten. Deze keten functioneert alleen naar behoren als de ketenpartners beschik-ken over op elkaar afgestemde processen en ICT-ondersteuning, zowel voor de eigen proces-sen als voor de overdrachtsmomenten naar elkaar.

De betrokken ketenpartners beschikten voor de invoering van de Wet Structuur uitvoeringwerk en inkomen (SUWI) ieder over bestaande ICT-voorzieningen, die grondig moestenworden aangepast om de uitvoering in de nieuwe structuur op een adequate manier te onder-steunen. In 2001 is er voor dit doel een veranderingsproces ingezet. Op dit moment loopt ereen aantal innovatieve ICT-projecten die van groot belang zijn voor de wetsuitvoering en voorde samenwerking binnen de keten.

De staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) heeft de Inspectie Werk enInkomen (IWI) verzocht om, in aanvulling op het jaarverslag van de inspectie over 2003, te rap-porteren over de stand van zaken van lopende innovatieve projecten bij de ketenpartners ophet gebied van processen en ICT. Daaraan voldoet de inspectie met de voorliggende rappor-tage.

Mr L.H.J. KokhuisInspecteur-generaal


Inhoud

Samenvatting 7

1 Inleiding 9

2 Stand van zaken ICT projecten in de SUWI keten 152.1 Keteninformatisering 152.2 UWV 172.3 CWI 212.4 Gemeenten 23

3 Overzicht risico’s per project 25

4 Conclusie en oordeel 27

5 Reacties ketenpartners 29

Lijst van afkortingen 31

Bijlage 1 : Reactie Stichting Inlichtingenbureau van 21 april 2004 33

Bijlage 2: Reactie Bureau Keteninformatisering werk en inkomen van 22 april 2004 37

Bijlage 3: Reactie Vereniging van Nederlandse Gemeentenvan 26 april 2004 41

Bijlage 4: Reactie Centrale organisatie werk en inkomenvan 26 april 2004 (e-mailversie) 45

Bijlage 5: Reactie Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringenvan 23 april 2004 47

Publicaties van de Inspectie Werk en Inkomen 55


Samenvatting

Op verzoek van de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid rapporteert deinspectie over de stand van zaken van zeven lopende innovatieve projecten op het gebied vanprocessen en ICT bij de ketenpartners, te weten BKWI, CWI, gemeenten, IB en UWV. In ditrapport komen de volgende projecten aan de orde: het Programma Ketenresultaten 2003/2004,programma Walvis/SUB, programma ICT, programma AG, programma WW, SONAR en hetSectorloket. De staatssecretaris heeft de inspectie gevraagd de stand van zaken van deze pro-jecten te relateren aan de doelstellingen van de wet Structuur uitvoering werk en inkomen(SUWI) en om de door de organisaties geformuleerde doelstellingen, de beheersing, de doel-matigheid en de risico’s van deze projecten in beeld te brengen.

Met de uitvoering van de geselecteerde projecten is veel geld gemoeid. De ICT projecten diede inspectie in dit rapport bespreekt, hebben gemeenschappelijk dat de betrokken organisatiesde voorbereidende fase hebben afgerond en inmiddels bezig zijn, of op korte termijn zullenstarten met de daadwerkelijke realisatie. De beheersing van de risico’s door de ketenpartnersis vanwege de fase waarin de onderzochte ICT projecten zich bevinden, moeilijk te beoordelen.Een ervaringsgegeven bij het innoveren van processen en ICT is dat de fase waarin veel produc-ten nog moeten worden gerealiseerd en/of moeten worden ingevoerd, er een is waarin in depraktijk de meeste vertraging optreedt. Er is bij de onderzochte projecten tot nu toe mindervoortgang dan was ingeschat en de resultaten van een aantal projecten zijn onzeker. Met derealisatiefase van deze projecten nog voor de boeg is de beheersing van deze risico’s een vitaalpunt van aandacht.

De inspectie ziet de grootste onzekerheden ten aanzien van de kosten/ en of opleverdatum inde verandertrajecten bij UWV. Het gaat hier om omvangrijke en complexe projecten met veelonderlinge afhankelijkheden. De door UWV beschikbaar gestelde informatie wekt de indruk dater een reëel risico van uitloop dan wel overschrijding van de kosten - inclusief vertraging tenaanzien van de reductie van uitvoeringskosten- aanwezig is.

Ten aanzien van de overige verandertrajecten (SONAR, Sectorloket) constateert de inspectieeveneens een aantal risico’s. Hier ziet de inspectie echter minder onzekerheid ten aanzien vanhet te behalen resultaat en/of kosten en opleverdatum.

Bij de ICT-projecten die zich vooral richten op samenwerking is het de inspectie veelal niet dui-delijk tot welke meetbare resultaten ze zullen leiden. De inspectie ziet dan ook de belangrijkstemate van onzekerheid ten aanzien van het op te leveren resultaat bij de realisatie van hetProgramma Ketenresultaten 2003/2004. De inspectie stelt vast dat er in 2003 een aantal (tech-nische) randvoorwaarden voor verdergaande samenwerking en gegevensuitwisseling isgecreëerd. Of die randvoorwaarden zullen leiden tot intensievere samenwerking is niet duide-lijk.

Inmiddels spreken de ketenpartners zich uit voor het samen bepalen van te bereiken resultaten,het ontwikkelen van procedures, het realiseren van werkproceskoppelingen, het uitwisselen vangegevens en het creëren van een gezamenlijke ICT-infrastructuur. Ketenpartners gaan verder opzoek om het proces rond de klant te ontwikkelen in plaats van het plaatsen van de klant in hetproces.

OordeelDe ketenpartners in de keten van werk en inkomen schieten vooralsnog tekort in het bereikenvan verdergaande samenwerking met behulp van ICT. De inspectie constateert dat de keten-partners samenwerking met behulp van ICT beperkt invullen en nog weinig voortgang op ditterrein hebben geboekt. Een belangrijke oorzaak ligt bij de verschillen in visie op ICT en opICT architectuur bij de ketenpartners.


.

De beperkte voortgang die de ketenpartners hebben geboekt op het gebied van ICT en samen-werking en het accent dat de organisaties sinds 2001 hebben gelegd op hun eigen informatie-huishouding maken dat de inspectie haar zorg uitspreekt over het bereiken van de doelstellingvan een voltooide implementatie van SUWI op het terrein van processen en ICT door deketenpartners in 2006.


1 Inleiding

AanleidingAanleiding voor dit onderzoek was het verzoek van de staatssecretaris van Sociale Zaken enWerkgelegenheid van 10 februari 2004 om, in aanvulling op het jaarverslag van de inspectieover 2003, te rapporteren over de stand van zaken van lopende innovatieve projecten bij deketenpartners op het gebied van processen en ICT. De staatssecretaris heeft de inspectiegevraagd de stand van zaken van deze projecten te relateren aan de doelstellingen van SUWI enom de door de organisaties geformuleerde doelstellingen, de beheersing, de doelmatigheid ende risico’s van deze projecten in beeld te brengen.

OnderzoekDe Inspectie Werk en Inkomen heeft in overleg met de staatssecretaris van Sociale Zaken enWerkgelegenheid uit de vier domeinen zeven lopende innovatieve ICT-projecten geselecteerd(zie onderstaand schema). Deze projecten zijn gekozen omdat ze het meest risicovol zijn.Binnen de inspectie liep reeds onderzoek naar deze projecten.


De geselecteerde projecten lopen sterk uiteen in geraamde kosten en verwachte doorlooptijd:

Geraamde kosten Verwachtein euro: doorlooptijd:

De keten van werk en inkomen

Programma ketenresultaten 2003/2004 3.000.0001 t/m 2004

Het CWI-domein

SONAR 12.500.000 t/m 2005

Het UWV-domein

Walvis en WFSV 415.300.0002 t/m 2019

Programma WW 55.300.000 t/m 20043

Programma AG p.m.

Programma ICT4 119.600.000 t/m 20055

Het gemeentelijk domein

Sectorloket 2.865.142 t/m 2004

Naast een stand van zaken en een weergave van de risico’s van deze zeven projecten, bekijkenwe de stand van zaken van die zeven projecten in relatie tot de voortgang van de belangrijkstekorte- en lange termijn activiteiten uit het Beleidsplan ICT. Deze activiteiten moeten zorgenvoor een goede ICT-ondersteuning van de SUWI-keten. We geven op basis hiervan een oordeelover de invulling die de ketenpartners tot nu toe hebben gegeven aan ICT-ondersteuning van deSUWI keten. Het oordeel betreft zowel het eigen domein als de samenwerking in de keten.

ToetsingskaderBij de totstandkoming van de Wet SUWI is er door het toenmalige kabinet een aantal beleids-doelstellingen geformuleerd, die door de Veranderorganisatie SUWI werden gebruikt als uit-gangspunt bij het vaststellen van de benodigde veranderingen op het gebied van ICT. De beno-digde ICT-veranderingen, vallen uiteen in twee categorieën:

1 Het op orde brengen van de eigen informatiehuishouding van de uitvoeringsorganisaties;2 Het faciliteren van (verdergaande) samenwerking binnen de keten. Een belangrijke voor-

waarde daarbij is elektronische gegevensuitwisseling.

Om leiding te geven aan de benodigde veranderingen in organisatie, werkprocessen en ICT-ondersteuning werd medio 2000 de Veranderorganisatie SUWI in het leven geroepen.6 Ombinnen de keten van werk en inkomen tot een goede ondersteuning door middel van ICT tekomen, achtte zij veranderingen noodzakelijk, zowel in de informatiehuishouding van deuitvoeringsorganisaties als in de gegevensuitwisseling tussen de organisaties. Deze veranderin-gen legde zij vast in het Beleidsplan ICT.7 De Veranderorganisatie SUWI ging daarbij uit van debeleidsdoelstellingen uit het Nader kabinetsstandpunt SUWI8 (doelmatigheid, effectiviteit,beleidsmatige aansturing, klantgerichtheid en publieke waarborgen) en vertaalde deze in eisenaan de informatiehuishouding van de uitvoeringsorganisaties.

De Veranderorganisatie SUWI inventariseerde in haar Beleidsplan ICT welke activiteiten er ophet gebied van ICT noodzakelijk waren om aan de eisen in de nieuwe structuur te voldoen. Zijmaakte daarbij onderscheid tussen activiteiten die noodzakelijk waren om per 1 januari 2002 inde nieuwe structuur te kunnen werken (het spoor van de korte termijn), en activiteiten die uit-eindelijk moesten leiden tot optimale ICT-ondersteuning van de SUWI-keten (het spoor van deSUWI vernieuwing). De belangrijkste activiteiten die uit deze inventarisatie naar voren kwamen,waren:


1Dit betreft een indicatie van de

kosten voor BKWI

2Voor de implementatie van de wets-voorstellen Walvis en Wfsv en voor

de programma’s WW en AG betref-fen de weergegeven kosten het

totaal van het veranderprogramma,met daarin inbegrepen de ICT-

component.

3Kosten 2005 en 2006 p.m.

4Het programma ICT realiseert

generieke ICT-voorzieningen. Debedrijfsspecifieke ICT-voorzieningen

zijn niet in dit programma opgenomen.

5Kosten 2006 p.m

6In de eerste voortgangsrapportage

Groot Project SUWI (TweedeKamer 1999-2000, 26448 nr. 16)is de Tweede Kamer geïnformeerd

over de opzet en de werkwijze vande veranderorganisatie.

7Beleidsplan ICT, SUWI verander-organisatie, Programmateam ICT,

12 januari 2001.

8Tweede Kamer, 1999-2000,

26448, nr. 7.

Korte termijn (2001-2002) Langere termijn (2002-2010)

De keten van werk en inkomen

- Formuleren ketenbreed informatiebeleid; Suwinet (realisatie van de geautoma-

- Vaststellen informatiearchitectuur gegevensuitwisseling; tiseerde uitwisseling van klantinforma-

- Vaststellen technische architectuur gegevensuitwisseling; tie tussen CWI, UWV en gemeenten,

- Ontwerpen beheerorganisatie voor Suwinet;. beveiligd en voorzien van privacy-

- Zekerstellen beveiliging / privacy binnen de keten. waarborgen).

Het CWI-domein

- Ontwikkelen en invoeren CWIntake (ondersteuning Beschikbaar krijgen van geautomati-

uitkeringsintakes); seerde systemen voor de ondersteu-

- Elektronische overdracht van informatie uit werkintakes ning van de primaire processen

van CWIntake naar de systemen van UWV en de gemeente- en voor de levering van beleidsinfor-

lijke sociale diensten. matie.

Het UWV-domein

- Systemen geschikt maken voor het automatisch verwerken - Migratie van processen en ICT-

van informatie uit uitkeringsintakes. voorzieningen van de voormalige

uitvoeringsinstellingen en Lisv naar

één samenhangend geheel van pro-

cessen en ICT-ondersteuning voor

UWV;

- Inrichten polisadministratie.

Het gemeentelijk domein

Systemen geschikt maken voor het automatisch verwerken Ontwikkelen en implementeren van

van informatie uit uitkeringsintakes. een domeinbrede aanpak, met

daarbinnen in ieder geval aandacht

voor de informatie-uitwisseling tussen

CWI en gemeentelijke sociale

diensten.

Overleg- en communicatiestructuur9

De ketenpartners zijn verantwoordelijk voor de hen opgedragen taken en zijn verplicht (opgrond van de wet Suwi) daartoe met elkaar samen te werken. De wijze waarop de ketenpart-ners hun samenwerking organiseren is weliswaar vrij, maar zeker niet vrijblijvend. De ministervan SZW is immers verantwoordelijk voor de uitvoering van de Wet SUWI en daarmee ookvoor het functioneren van de samenwerking tussen CWI, UWV en gemeenten.

Vanaf 2002 is er sprake van een Algemeen Ketenoverleg (AKO), een Procesketenoverleg (PKO)en een Informatieketenoverleg (IKO). Vanaf februari 2003 zijn het PKO en het IKO opgegaan inhet platform Proces en ICT (PPI).

Het Algemeen Ketenoverleg (AKO) bewaakt de (kwaliteit van de) uitvoering van hetProgramma Ketenresultaten 2003/2004. Het houdt bij of de uitvoering van het programma (oplandelijk en lokaal niveau) op schema ligt en of partners in prestaties achterblijven. Ook legt hetAKO besluiten (voor bilateraal bestuurlijk overleg met de Vereniging Nederlandse Gemeenten(VNG), CWI en UWV) aan de bewindslieden voor. Dit kan bijstelling van het programmabetreffen. Deelnemers: CWI, UWV, VNG (vult delegatie aan met vertegenwoordiger vanuitDivosa).

Het Platform Proces en ICT (PPI) coördineert en volgt de uitvoering van het ProgrammaKetenresultaten voor zover dat betrekking heeft op het afstemmen van de primaire processen,de gegevensuitwisseling, de ondersteuning ervan (ICT of handmatig) en het doorvoeren vanwijzigingen (releasebeleid). Het Platform stuurt BKWI en IB aan die de samenwerking van deketenpartners op het gebied van processen en ICT ondersteunen en faciliteren (onder anderedoor domeingroepen en werkgroepen die BKWI faciliteert). In het Platform participerennamens de UWV en CWI lijnverantwoordelijken op het gebied van de werkprocessen en ICT.Zij dienen te waarborgen dat ze namens de raden van bestuur het mandaat hebben beslissingen


9Ontleend aan programma keten-

resultaten 2003/2004

te nemen. VNG wijst twee vertegenwoordigers aan (waarvan één vertegenwoordiger vanDivosa) die het mandaat hebben beslissingen te nemen. Het is de taak van het Platform tijdigknelpunten op te sporen en te zorgen voor de- of escalatie. Hiervoor kan het noodzakelijk zijndat SZW extra bilateraal overleg voert met leden van de raden van bestuur CWI en UWV. HetPlatform legt besluiten voor aan het AKO.

Schema overlegstructuur

In het Programma Ketenresultaten komt de systeemverantwoordelijkheid van de minister voorde keten tot uitdrukking. Het Programma bevat hiertoe niet alleen de met de ketenpartnersafgestemde landelijke afspraken over het beperken van de instroom in uitkeringsregelingen enhet bevorderen van de uitstroom, maar ook kwaliteitsafspraken over proces en ICT, en oversamenwerking. Het Programma bevat daarnaast voorstellen die voortvloeien uit de voorwaar-denscheppende en faciliterende rol van de minister.

De (landelijke) ketenafspraken die met CWI en UWV worden gemaakt, zullen samen met deoverige prestatieafspraken worden opgenomen in de meibrieven 2005, waarin wordt verwezennaar de beoogde afronding van SUWI per 2006. In de meibrief geeft de minister van SZW debeleidsmatige en financiële kaders aan voor de door de zelfstandige bestuursorganen op te stel-len concept-jaarplannen. In het verlengde van de besluitvorming rond dit ProgrammaKetenresultaten 2003/2004 zullen de ketenpartners (CWI, UWV, BKWI en IB) bezien of deacties in hun jaarplannen in lijn liggen met de afspraken die in dit ketenprogramma zijn gemaakt.Het programma zal door de ketenpartners nader worden vertaald in onderling afgestemde pro-jectenplannen, die vervolgens in uitvoering worden genomen.Gemeenten hebben een eigen verantwoordelijkheid om zo efficiënt mogelijk zo veel mogelijkmensen naar werk toe te leiden.

De minister zal zich zoveel mogelijk baseren op de verantwoordingsgegevens van de zelfstan-dige bestuursorganen (zbo’s) (P&C-cyclus) en voor gemeenten op basis van informatieverzame-ling volgend uit het Beleidsplan Informatieuitvraag SZW dat naar verwachting voor de zomervan 2004 aan de Tweede Kamer wordt aangeboden.


OnderzoeksgegevensHet overzicht van de stand van zaken binnen de verschillende domeinen is gebaseerd op deverantwoordingen van de betrokken uitvoeringsorganisaties, aangevuld met informatie uit eigenonderzoek van de inspectie. De hoeveelheid ter beschikking gestelde informatie en de diepgangvan deze informatie, verschilde per uitvoeringsorganisatie.


2 Stand van zaken ICT-projecten in deSUWI-keten

In dit hoofdstuk beschrijven we per domein de doelstelling van het project of de projecten,ontwikkelingen sinds 2001, de huidige stand van zaken en de eventuele risico’s.

2.1 Keteninformatisering

De ketenpartners hebben in het Algemeen Ketenoverleg van 13 december 2002 afgesprokenom te komen tot een proces-, informatie- en ICT-architectuur voor de keten van werk en inko-men. Deze architectuur is uitgewerkt in het Programma Ketenresultaten 2003/2004. Hetonderdeel is onderverdeeld in drie clusters: werkproceskoppelingen, technische voorzieningenen randvoorwaarden. In het Programma Ketenresultaten 2003/2004 zijn alle in dit kadergemaakte afspraken ondergebracht.

Ontwikkelingen sinds 2001

Werkproceskoppelingen Eén van de doelstellingen van het Programma Ketenresultaten 2003/2004 is het realiseren vangoed functionerende, door ICT ondersteunde werkproceskoppelingen tussen CWI, UWV ende gemeentelijke sociale diensten (GSD). CWI, UWV en de gemeentelijke sociale diensten zijnzelf verantwoordelijk voor de realisatie van verzending, ontvangst en verwerking van elektroni-sche berichten. BKWI heeft een faciliterende rol: het bewaakt de wettelijke standaards enlevert de infrastructuur die nodig is om de berichten te versturen. De inspectie verwacht datde activiteiten van BKWI voor het ter beschikking stellen van de voor verzending benodigdeinfrastructuur volgens planning zal verlopen.

Technische voorzieningenVoor de geautomatiseerde uitwisseling van gegevens tussen de ketenpartners is Suwinet inge-richt. In het Programma Ketenresultaten 2003/2004 zijn afspraken gemaakt die zijn gericht ophet optimaliseren van de Suwinet onderdelen Inkijk en Suwinet-Mail. Verder zijn er afsprakengemaakt over de implementatie van een technische architectuur die koppelbaar is met debestaande en de geplande systemen van de ketenpartners.

RandvoorwaardenEr is in het Programma Ketenresultaten 2003/2004 een aantal afspraken vastgelegd die rand-voorwaardelijk zijn voor het functioneren van de keten, en voor het realiseren van de werkpro-ceskoppelingen en de bovengenoemde technische voorzieningen. Deze afspraken hebbenbetrekking op:1 Ketenarchitectuur. Richtlijnen en standaards voor die processen, informatiesystemen en

delen van de informatiehuishouding die meer dan één organisatie betreffen;2 Releasebeleid. Afstemming tussen de ketenpartners over wijzigingen in processen en infor-

matiesystemen die gevolgen kunnen hebben voor de andere ketenpartners, met als doel omverstoringen in ketenproces en –ICT te voorkomen;

3 Ketencoördinatie en –standaardisatie gemeenten. De Vereniging van NederlandseGemeenten en Divosa zullen een plan opstellen inzake de aanpak en positionering van deketenfunctie in het gemeentelijk domein.

Stand van zaken

WerkproceskoppelingenDe inspectie heeft geconstateerd dat de oorspronkelijk in het Programma Ketenresultaten2003/2004 afgesproken doorlooptijden van werkproceskoppelingen regelmatig worden aange-past.


CWI is voornemens de werkproceskoppelingen te baseren op het nieuw te ontwikkelen auto-matiseringssysteem SONAR. Zolang SONAR nog niet operationeel is zal CWI voor het door-geven van gegevens (van de vooraankondiging) de huidige voorziening Digiforms gebruiken. Intermen van berichtenuitwisseling heeft Digiforms dezelfde technische aansluitmogelijkheden alsSONAR.

UWV heeft een projectplan opgesteld om de afspraken uit het ketenprogramma (waaronder dewerkproceskoppelingen) te realiseren. In het plan zijn de projectorganisatie, randvoorwaarden,de te realiseren mijlpalen met een benodigd budget opgenomen. Uit het projectplan blijkt nietop welke wijze UWV de berichten vanuit Digiforms dan wel SONAR automatisch in de WW-systemen zal verwerken.

Momenteel is het Inlichtingenbureau bezig met het ontwikkelen van het sectorloket. In dit sec-torloket is functionaliteit opgenomen voor het routeren van berichten. Volgens planning is hetsysteem op 1 april 2004 technisch gereed. Implementatie is voorzien vanaf 1 juli 2004. Of ernaast het routeren van berichten ook de mogelijkheid om berichten te kunnen printen wordtontwikkeld, is onduidelijk.

Het grootste deel van de gemeentelijke sociale diensten maakt voor de ICT-ondersteuninggebruik van leverancierspakketten. De werkproceskoppelingen dienen ook door deze pakkettenondersteund te worden. Onder meer om dit te realiseren is het Coördinatiepunt ICTGemeenten voor de W&I-sector (kortweg CP-ICT) opgericht. Het CP-ICT functioneert sindsjanuari 2004. Bij de oprichting van dit coördinatiepunt is aanzienlijke vertraging ontstaan, waar-door afstemming met de leveranciers namens het gemeentelijk domein in 2003 niet mogelijkbleek.

Begin 2004 is op initiatief van CWI/SONAR en de gemeenten Harderwijk en Ermelo een pilotgestart om de gegevensuitwisseling tussen CWI en gemeentelijke systemen te faciliteren. Decoördinatie is later belegd bij BKWI. De specificaties voor deze berichten worden momenteeluitgewerkt door BKWI. Het coördinatiepunt ICT gemeenten is hierbij betrokken. Over deimplementatie en het daadwerkelijk gebruik van deze werkproceskoppeling in het gemeentelijkdomein zijn nog geen verdere afspraken gemaakt. Verschillen in werkwijze tussen gemeenten ende aanwezigheid van meerdere organisaties die binnen het gemeentelijk domein actief zijn,vormen een complicerende factor.

Technische voorzieningenBKWI heeft in het projectplan Professionalisering Suwinet-Inkijk zijn plannen voor optimalisatievan Suwinet-Inkijk vastgelegd. De inspectie heeft geconstateerd dat in december 2003 eengroot deel van de geplande verbetering was gerealiseerd. De performance en beschikbaarheidvan het systeem blijft echter een probleem met name door de aanleverende systemen vanUWV-Cadans en in mindere mate UWV-Bouw. Door de vertraging bij de realisatie van deLandelijk Raadpleegbare Deelverzameling (LRD) van de Gemeentelijke Basisadministraties(GBA) kan deze informatie nog niet ter beschikking worden gesteld. In vervolg op eerderonderzoek zal BKWI in het begin van 2004 een onderzoek uitvoeren naar de ervaringen vangebruikers met Suwinet-Inkijk.

In een risicoanalyse constateerde BKWI in het najaar van 2003 dat de beveiliging van Suwinet-Mail nog niet afdoende kon worden gegarandeerd, al betekende de gehanteerde opzet op eenaantal punten wel een verbetering ten opzichte van de huidige situatie waarbij onder meer hetmailverkeer via internet wordt gedoogd.

RandvoorwaardenTen aanzien van de ketenarchitectuur heeft de inspectie geconstateerd dat er in 2003 nogweinig voortgang is geboekt. Een belangrijke oorzaak hiervoor ligt bij de verschillen in visie opICT, en op architectuur, bij de verschillende ketenpartners:

• Voor CWI vloeit architectuur voort uit het referentiewerkproces voor deze organisatie;• Voor UWV is architectuur primair een middel om vanuit zes ICT-omgevingen op een beheerste


manier tot één ICT-omgeving te komen;• Gemeenten geven aan voor implementatie van architectuur afhankelijk te zijn van een beperkt

aantal pakketleveranciers.

BKWI heeft aangegeven op korte termijn een aantal uitgangspunten omtrent de ketenarchitec-tuur te zullen presenteren.

Er zijn stappen gezet die moeten leiden tot een adequaat releasebeleid binnen de keten. Er iseen uitgewerkt releasebeleid met wijzigingsprocedures per component en er is ketenbredesoftware waarin wijzigingen worden geregistreerd en gemonitord. Alle partijen zijn inmiddelsook betrokken bij het wijzigingsbeheer van de keten. De praktijk moet nog uitwijzen in hoe-verre deze maatregelen inderdaad leiden tot een afdoende beheerst verloop van die wijzigingenin processen en ICT die meerdere ketenpartners raken.

Om de ketencoördinatie en –standaardisatie binnen het gemeentelijk domein vorm te gevenheeft de VNG in bestuurlijk overleg met de staatssecretaris van SZW afgesproken een coördi-natiepunt ICT gemeenten in het leven te roepen. Met enkele maanden vertraging werd innovember 2003 een subsidie-aanvraag bij het Ministerie van SZW ingediend en toegekend. Ditonder voorwaarde dat uiterlijk op 1 april 2004 een bedrijfsplan wordt opgeleverd dat per taakinzicht geeft in activiteiten en producten, en de daarvoor benodigde inzet van mensen en mid-delen. Dit plan is inmiddels aangeleverd. In afwachting van de totstandkoming van het coördina-tiepunt heeft BKWI in 2003 een aantal coördinerende activiteiten op het gebied van ICTbinnen het gemeentelijk domein gefaciliteerd. BKWI heeft hierbij echter tevens aangegevendeze activiteiten niet voort te zullen zetten. Redenen waren ondermeer de in 2003 verminde-rende animo vanuit het gemeentelijk domein om aan overleg deel te nemen en aan projectenmee te werken. In overleg met BKWI participeert het CP-ICT inmiddels op de voor het func-tioneren van de SUWI-keten relevante punten, aldus VNG.

Aandachtspunten en risico’s• Er is onduidelijkheid over interpretatie en voortgang van afspraken. Op veel onderdelen

bestond er in 2003 – en bestaat er nog steeds – onduidelijkheid over interpretatie en voort-gang van afspraken uit het ketenprogramma. Een voorbeeld hiervan is het verschil in interpreta-tie van de betekenis van doelen, waarbij het onduidelijk is of het einddoel ‘technisch gereed’ is,of ‘geïmplementeerd’ waarbij ketenpartners daadwerkelijk gebruik maken van een voorziening.

• De doelstellingen zijn onvoldoende geconcretiseerd. De doelstellingen gericht op de verbete-ring van de efficiency en klantvriendelijkheid zijn in het ketenprogramma, door de ketenpart-ners, te summier uitgewerkt.

• Het is onduidelijk of de werkproceskoppelingen daadwerkelijk zullen worden geïmplementeerden gebruikt. In 2003 is een aantal voorwaarden geschapen voor realisatie van werkproceskop-pelingen in 2004. Het is echter onduidelijk of de werkproceskoppelingen zoals die in hetProgramma Ketenresultaten zijn opgenomen, in 2004 zijn geïmplementeerd, daadwerkelijk doorketenpartners zullen worden gebruikt en of hiermee de beoogde verbetering van klantvriende-lijkheid en efficiëntie van de verwerking binnen de keten zal worden behaald.

• Het opstellen van een ketenarchitectuur is met vertraging tot stand gekomen. De opzet enwerking van het CP-ICT gemeenten heeft de inspectie nog niet kunnen beoordelen. De inrich-ting van een aanspreekpunt voor het gemeentelijk domein blijkt in de praktijk zeer moeizaamte verlopen.

2.2 UWV

Ontwikkelingen sinds 2001In november 2001 verschenen het jaarplan 2002 en het bedrijfsplan 2002-2005. In dat laatstedocument kwamen onder andere de missie, de veranderstrategie, de beleidsdoelstellingen, debedrijfsvoering en de globale veranderagenda’s van 2002 tot en met 2005 aan de orde. In maart


2002 verscheen Kompas 2005, de koers van UWV.10 In dit document gaf de leiding van UWVhaar visie op de noodzakelijke veranderingen.

Jaarlijks stelt UWV een veranderprogramma op. Dit veranderprogramma heeft tot doel voorafte sturen op geld, inhoud en samenhang. Het veranderprogramma geeft op hoofdlijnen overmeerdere jaren weer wat per programma de doelen zijn, welke afhankelijkheden bestaan, welkemijlpalen opgeleverd moeten worden en wat de kosten zijn. De beschrijving is globaal, ook al ishet laatste veranderprogramma 2004-2006 duidelijk meer geconcretiseerd (bijvoorbeeld mijl-palen per kwartaal) dan in eerdere jaren. Het veranderprogramma heeft zowel een interne alseen externe functie. Extern vormt het de basis om transformatiebudget vrij te geven. Internvormt het de basis voor rapportages van programmamanagers.

Het veranderprogramma bestaat uit meerdere programma’s. Elk van de vijftien programma’s(het aantal varieert in de tijd) is toegewezen aan een programmamanager. Deze manager is ver-antwoordelijk voor de realisatie van het gehele programma. UWV kent regieprogramma’s(rechtstreeks onder de Raad van Bestuur) en lijnprogramma’s (programmamanager is divisie /stafdirecteur). Onder een programma vallen meerdere projecten.

In het najaar van 2002 heeft UWV de Koersnota ICT opgesteld.11 De nota vloeit voort uitKompas 2005 en het daarvan afgeleide veranderprogramma. UWV is een informatie-intensieveorganisatie en dit verklaart dat vrijwel alle in Kompas 2005 beschreven veranderingen conse-quenties hebben voor de bedrijfsinrichting en de daarbij benodigde ICT-voorzieningen. DeKoersnota gaat dan ook in op strategische keuzes en gehanteerde uitgangspunten op het gebiedvan bedrijfsinrichting en ICT. Doelstelling is het op hoofdlijnen borgen van de samenhangtussen de vele programma’s en projecten en het ondersteunen van de besluitvorming van deRaad van Bestuur vanuit een langere termijn perspectief. Onder het motto ‘Alles moet, nietalles kan tegelijk’ beschrijft de Koersnota de bij de uitvoering van de verandering van toepassingzijnde voorrangsregels. De continuïteit van het primair proces heeft daarbij de hoogste priori-teit gevolgd door de implementatie van nieuwe weten regelgeving. UWV stelt de KoersnotaICT periodiek bij op basis van veranderende omstandigheden en voortschrijdend inzicht.

Walvis/SUBMet het wetsontwerp Walvis/SUB is een vereenvoudiging van de uitvoering van de werkne-mersverzekeringen beoogd. De belangrijkste gevolgen zijn:

1 De Belastingdienst wordt het werkgeversloket. Alle werkgevergerichte contacten die nunog bij UWV liggen, gaan over naar de Belastingdienst, met uitzondering van de contactendie uit hoofde van de uitvoering van de Arbeidsongeschiktheidswetten en Werkloosheidwetnoodzakelijk zijn.

2 De processen van inwinnen van gegevens, premieheffing en -inning en looncontrole wordenondergebracht bij de Belastingdienst.

3 UWV wordt verantwoordelijk voor de kwaliteit van de gegevens, inclusief de fiscale loonge-gevens, in de Polisadministratie. De Belastingdienst wordt verantwoordelijk voor het inwin-nen van gegevens en het juist, volledig en tijdig afhandelen van controleverschillen en signa-len bij zowel UWV als de Belastingdienst.

4 Aangezien uitkeringen ook onderworpen zijn aan loonbelasting, zullen gegevens over uitke-ringsverhoudingen op identieke wijze als andere inkomensverhoudingen tot de Polis-administratie komen: via de inwinfunctie Belastingdienst.

Voorzien is in de volgende data van implementatie:• per 1 januari 2005 de invoering van het uniforme loonbegrip volgens Walvis alleen voor de col-

lecterende functie en conform de huidige heffingsmethodieken van UWV. De premie-inningvoor 2005 wordt nog door UWV uitgevoerd;

• per 1 januari 2006 de invoering van de Polisadministratie bij UWV, invoering van het uniformeloonbegrip voor de distribuerende functie van UWV en invoering van de vereenvoudigde dag-loonsystematiek bij UWV;

• eveneens per 1 januari 2006 de nieuwe Heffings- en Inningsadministratie bij de Belastingdienst;• van 2006 tot 2008 overgangsfase Polisadministratie en gesloten bedrijfsvoering vanaf 2008.


10Kompas 2005, De koers van UWV,

15 maart 2002.

11Van UWV-Kompas naar ICT-koers,

22 november 2002.

Vanaf dat moment is de Polisadministratie volledig dienstbaar aan de uitkeringsprocessen enkan de uitfasering van de basisregistraties worden gestart.

De Polisadministratie moet het centrale deel van de informatiehuishouding van UWV worden,waarin is vastgelegd wie gedurende welke periode voor welke wet verzekerd is, op welkearbeids- of uitkeringsverhouding deze verzekering berust en hoe hoog het verzekerde loon is.Beoogd is dat de Polisadministratie zal uitgroeien tot een ‘authentieke registratie’, zowel voorwerkgever en (ex)werknemer als voor organisaties binnen en buiten het domein van de socialezekerheid. Voor handhaving c.q. de opsporing van misbruik en oneigenlijk gebruik van wettelijkeregelingen zullen derden gebruik kunnen maken van de in de Polisadministratie vastgelegdegegevens. Naast de CWI, gemeenten en de Belastingdienst gaat het onder meer om de SocialeVerzekeringsbank (SVB), IB en de Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst (SIOD).

Stand van zaken 1 Januari 2006 is voor UWV en Belastingdienst een belangrijke mijlpaal. Op dat moment dientUWV onder andere te beschikken over een operationele Polisadministratie die in staat is omde vanaf die datum via de Belastingdienst aangeleverde PANA-berichten te verwerken.12 Medevan invloed op de haalbaarheid van deze datum is het tijdig gereed zijn van weten regelgeving,de tijdige realisatie van heffing- en inningsystemen door de Belastingdienst en het tijdig gereedzijn van de systemen van werkgevers voor de aanlevering van PANA-berichten.

Voor een tijdige realisatie van een operationele Polisadministratie en de benodigde aanpassin-gen in de uitkeringssystemen per 1 januari 2006 lopen bij UWV projecten voor:

• De realisatie van de gegevensbank en de verwerkingsprogrammatuur van de Polisadministratiedoor een externe ICT-leverancier op basis van door UWV opgestelde c.q. op te stellen ont-werpen;

• De bouw c.q. aanschaf en inrichting door UWV zelf van zogenaamde generieke software pro-ducten en het systeemintegratieplatform;

• Het ontwerp en de bouw van gegevenslogistieke koppelingen tussen de Polisadministratie en debasisregistraties van de voormalige uitvoeringsinstanties (uvi’s) voor gebruik vanaf 1 januari2006 tot en met de uitfasering van de oude basisadministraties per 2009;

• Het integreren en testen van de verschillende softwarecomponenten tot een samenwerkendgeheel;

• De aanbesteding van een nieuw rekencentrum;• Het ontwerp en de bouw van een nieuwe dagloonmodule.

De afdeling Concern-ICT van UWV vervult bij bovenstaande activiteiten een cruciale rol. Naasthet opstellen en bewaken van de referentiearchitectuur die zorgt voor samenhang tussen decomponenten, realiseert Concern-ICT generieke software componenten voor werkstroombe-sturing input/output management, dossiermanagement en gegevenspresentatie. Daarbij gaat hetniet alleen om productselectie/-aanschaf respectievelijk software ontwikkeling, maar ook om deinrichting van de generieke componenten voor de Polisadministratie. Verder zorgt zij voor hetsysteemintegratie-platform. De referentiearchitectuur is nog niet eerder toegepast in eenomvangrijk en complex project als dat van de ontwikkeling van de Polisadministratie.

Aandachtspunten en risico’s• In 2003 is personele capaciteit zowel kwalitatief als kwantitatief soms in onvoldoende mate of

te laat beschikbaar gekomen. Hierdoor zijn activiteiten in de tijd gaan schuiven en is er nage-noeg geen speling meer in de planning. Dit is op dit moment vooral bedreigend voor het pro-ject Polisadministratie.

• Het kritieke pad en de onderlinge afhankelijkheden tussen projecten waren eind 2003 nogonvoldoende in beeld gebracht.

• De planning om per 15 januari 2004 de functionele specificaties van de aan te bestedenPolisadministratie voor honderd procent gereed te hebben, is niet gehaald. Het vaststellen vaneen volledig functioneel ontwerp medio januari 2004 werd tot voor kort als een cruciale mijl-


12PANA is een systematiek voor

premieafdracht die aansluit bij desalarisbetalingcyclus van de werk-

gever.

paal beschouwd. Er is een alternatieve procedure opgesteld waarbij in de loop van 2004 de spe-cificaties voor honderd procent gereed zullen zijn.

• De aan de gegevensuitwisseling tussen UWV en Belastingdienst te stellen beveiligingseisen zijnnog onvoldoende uitgewerkt. De nog te realiseren uitwerking op het niveau van eisen en deimplementatie van deze eisen in maatregelen, procedures en te bouwen software, kan beteke-nen dat extra kosten moeten worden gemaakt en dat de benodigde maatregelen niet tijdigworden getroffen.

• De planningen van het systeemintegratieplatform en overige generieke softwarevoorzieningenzijn in 2003 niet gehaald. Eventuele verdere vertragingen kunnen leiden tot vertraging van dePolisadministratie.

• De aanbesteding van het Rekencentrum is vertraagd. Eventuele verdere vertragingen kunnenleiden tot vertraging van de Polisadministratie.

UWV acht de einddatum van 1 januari 2006 voor het operationeel zijn van de polisadministra-tie nog steeds haalbaar. De planningen van de verschillende projecten komen in relatie tot dezeeinddatum echter op een steeds kritieker pad. De inspectie signaleert dan ook risico’s voor eentijdige realisatie van de implementatie van Walvis en Wfsv per 1 januari 2006.

ICTHet programma ICT bestaat uit een groot aantal projecten dat de ICT randvoorwaardenbinnen de gehele UWV organisatie moet scheppen waaronder generieke voorzieningen zoalswerkstroombesturing input/output management, dossiermanagement, gegevenspresentatie enhet systeemintegratieplatform.

Gegeven de verwevenheid met een groot aantal ICT-programma’s binnen UWV is vertragingbinnen het Programma ICT extra kritisch. Uit vergelijking van de diverse veranderprogramma’sblijkt dat er juist in dit programma sprake is van vertraging op het gebied van randvoorwaarde-lijke voorzieningen: generieke internet-/intranetvoorziening, technisch platform voor interneten intranet (UWV-website), elektronisch archief/dossier, procesbesturing / werkstroombestu-ring en systeemintegratieplatform. Als redenen voor de vertraging geeft UWV: de beperkingvan het budget en de complexiteit en het wachten op een beslissing.

Veel van de projecten (waaronder het systeemintegratieplatform) zijn reeds in voorliggendejaren gestart. De inspectie heeft slechts beperkt zicht op de activiteiten die in voorliggendejaren op dit gebied zijn uitgevoerd.

AGHet programma AG heeft onder meer tot doel de vele en verschillende arbeidsgeschiktheidsys-temen binnen UWV te reduceren. Dit gebeurt door uitfasering van uvi-systemen en migratievan gegevens naar een systeem van een andere uvi (doelsysteem). Verder maken activiteiten alsinvoering van referentiewerkprocessen, het vernieuwen van de sociaal-medische functie en devernieuwing van het Ziektewet-proces en systemen deel uit van het programma AG. De inspec-tie heeft in 2003 onderzoek uitgevoerd naar de uitfasering van het GUO AG-systeem.

Eén van de projecten in 2003 betrof de migratie van de systeemcomplexen waarmee de voor-malige uitvoeringsinstellingen GUO en USZO de WAO administreerden naar één doelsysteem-complex gebaseerd op de bestaande USZO-administratie. De migratie van de WAO-systeem-complexen van het voormalige GUO en USZO naar één doelsysteemcomplex bleek slechts inbeperkte mate representatief voor de andere projecten die UWV in het kader van de Koers-nota ICT uitvoert.


De in de Koersnota ICT beoogde reductie is slechts deels gerealiseerd doordat delen van hetuit te faseren systeem binnen de divisie AG ook voor niet aan de WAO gerelateerde werkpro-cessen in gebruik te bleken zijn. Hierdoor was een volledige uitfasering nog niet zonder meermogelijk.

Eén van de afspraken uit het Programma Ketenresultaten 2003/2004 is dat de ketenpartnersgebruik zullen gaan maken van referentiewerkprocessen. De ICT-voorzieningen die binnen deketen worden gebruikt moeten hierop gaan aansluiten. De definitie en invoering van referentie-werkprocessen binnen de divisie AG bleek nog niet voldoende gevorderd om deze in het pro-ject mee te kunnen nemen. Als gevolg hiervan zijn tussentijdse aanpassingen aan het doel-systeemcomplex uitgevoerd om aan de basiseisen van de referentiewerkprocessen te kunnenvoldoen. Mogelijk zijn er nog aanvullende aanpassingen nodig.

UWV is bezig met het ontwikkelen van een generieke infrastructuur voor de gegevensuitwisse-ling tussen bestaande en nieuwe systeemcomplexen (systeemintegratieplatform). Ten tijde vande migratie van de systeemcomplexen van het voormalige GUO en USZO was deze generiekeoplossing nog niet gereed, wat voor de divisie AG reden was om te kiezen voor een tijdelijkeoplossing.

WWHet programma WW heeft onder meer tot doel de vele en verschillende WW-systemenbinnen UWV te reduceren. Dit gebeurt door uitfasering van uvi-systemen en migratie van gege-vens naar een systeem van een andere uvi (doelsysteem). Verder zijn activiteiten als invoeringvan referentiewerkprocessen, het inrichten van klantmanagement, de implementatie van kwali-teitszorg en het inrichten van de samenwerking met CWI, onderdeel van het programma WW. UWV geeft in het jaarverslag aan dat de convergentie van de ontslag-WW-gevallen Cadans BVGen Detam naar het UWV WW doelsyteemcomplex is gerealiseerd (projectdoel 2003). Verdergeeft UWV aan dat vanaf 1 januari 2004 nieuwe gevallen (dit betreft de hoofdstroom ontslag-werkloosheid) van Cadans via dat systeem worden verwerkt. Vanaf dat moment wordt circatachtig procent (voormalig Cadans en voormalig Gak) via één systeem verwerkt. Gedurende2004 worden de lopende Cadans gevallen ook in dit systeem overgebracht.

Aandachtspunten en risico’s • Diverse projecten binnen het Programma ICT schuiven op in de tijd, ondergaan een herdefinië-

ring van resultaten of kennen nog een globale inrichting van het project (resultaten, kosten)voor verdere jaren.

• Volgens een interne UWV-rapportage hebben veel werkzaamheden in 2003 nog het karaktervan ontwerpen / studies. Realisatie moet nog plaatsvinden en dat houdt bij ICT-projecten in datde meeste kosten nog moeten worden gemaakt en dat tijdens de realisatie pas zal blijken of deontwerpen/studies ook werken.

• Een sterk complicerende factor is dat er veel onderlinge afhankelijkheden bestaan tussen debelangrijkste ICT-projecten.

• UWV rapporteert in haar verantwoordingen slechts op hoofdlijnen en weinig concreet.

• Gelijktijdig aan de realisatie van de nieuwe en aangepaste processen en systemen, heeft UWVbeleid opgesteld voor reductie van het personeelsbestand. Het onvoldoende op elkaar afge-stemd zijn van deze ontwikkelingen kan resulteren in een uitstroom van bekwaam personeeldie niet gelijk op loopt met de benodigde personele capaciteit voor de veranderprojecten én degoing concern.

2.3 CWI

Het project SONAR heeft als doel een applicatie te ontwikkelen die de dienstverlening vanCWI aan werkzoekenden / uitkeringsaanvragers gaat ondersteunen, die de al dan niet elektroni-sche werkproceskoppelingen tussen CWI en de overige ketenpartners ondersteunt en diezorgt voor een adequate registratie van gegevens om relevante managementinformatie te


kunnen genereren. De dienstverlening is gebaseerd op een procesinrichting die bij CWI refe-rentiewerkproces heet. Het nieuwe systeem SONAR en dit referentiewerkproces kennen eengrote wederzijdse afhankelijkheid, waarbij het referentiewerkproces leidend is.

Ontwikkelingen sinds 2001SONAR is de opvolger van twee eerdere projecten binnen CWI die niet zijn geslaagd: Agora enCWIntake. Agora was een ambitieus project ten tijde van Arbeidsvoorziening (Arbvo), devoorloper van CWI. CWIntake kwam voort uit de SUWI Veranderorganisatie en was bedoeldals tijdelijke oplossing in combinatie met het oude PGI-systeem voor het ondersteunen vanwerk- en uitkeringsintakes en voor de informatieoverdracht aan UWV en sociale diensten.

CWI en haar leverancier hanteren een aanpak waarin de leverancier, in zogeheten ‘proeftuinen’,stapsgewijs een werkende versie van het systeem oplevert. Deze stapsgewijze aanpak is vorm-gegeven in een overeenkomst waarin de werkzaamheden worden uitgevoerd op basis van vasteprijzen en vaste oplevertijdstippen, ondersteund door een strenge bonus/malus regeling.

In SONAR is op dit moment voorzien in vier proeftuinen:1 De bouw en acceptatie van de ondersteuning van het referentiewerkproces versie 2003. 2 De koppelingen met de zogenaamde servicebus. De servicebus is een voorziening door

middel waarvan SONAR met andere geautomatiseerde systemen gegevens kan uitwisselen.Deze zal ook voor het realiseren van de werkproceskoppelingen worden gebruikt.

3 Proeftuin drie omvat de aanpassing van het systeem aan het referentiewerkproces versie2004/2005.

4 Het beproeven van het systeem in de CWI vestiging Harderwijk.

Volgens de planning zal het project SONAR, inclusief de uitrol bij de vestigingen, in de tweedehelft van 2005 worden afgerond.

Stand van zakenDe inspectie volgt sinds eind 2003 de voortgang en resultaten van het project SONAR. In ditkader is de aanbesteding en proeftuin één onderzocht. De selectie van software en leveranciersvoldoet, op een aantal kleine onvolkomenheden na, aan de daaraan gestelde eisen. Ook op hetpunt van de Europese aanbesteding heeft de inspectie minimale tekortkomingen geconstateerd.Wel constateerde de inspectie dat er een adequaat beveiligingsplan (met daarin maatregeleninzake continuïteit en audit trails) nog niet aanwezig was. CWI heeft aangegeven dat dit planalsnog zal worden ontwikkeld. In proeftuin één is de functionaliteit ten behoeve van het refe-rentiewerkproces versie 2003 gebouwd en beproefd. Er bleven enkele tientallen punten staanwaarover verschil van mening was tussen leverancier en CWI. Na raadpleging van de begelei-dende auditor werd tachtig procent daarvan als meerwerk alsnog uitgevoerd. De overigepunten kwamen voor rekening van de leverancier. Het meerwerk had voor het grootste deelbetrekking op de gebruikersvriendelijkheid van het systeem.

Voor wat betreft de koppelingen wordt proeftuin twee gesplitst. Dit betekent ook dat voorbeide delen van de splitsing aparte offertes komen van de leverancier. Er is een zeker risico datde som van beide offertes uitgaat boven de oorspronkelijke raming van proeftuin twee. CWIgeeft aan dat deze offertes extern zullen worden getoetst. Proeftuin drie vervalt. Er is namelijknog te weinig definitief bekend van (besloten over) het referentiewerkproces 2004/2005. Deraming van proeftuin drie wordt in mindering gebracht. De actualisering op het referentiewerk-proces wordt eind 2004 of na de uitrol van het systeem ondergebracht in een nieuwe proeftuinvijf. Deze wordt gerekend als meerwerk. De offerte door de leverancier van dit meerwerk zalnaar verwachting van CWI na 1 november 2004 worden opgeleverd.

CWI geeft aan dat de basisfunctionaliteit (het ondersteunen van de CWI-processen zonder deinterne koppelingen) succesvol is afgerond, zij het dat op het punt van de gebruiksvriendelijk-heid sterk de nadruk zal moeten worden gelegd op voorlichting/opleiding. Ook worden eenaantal activiteiten opgeschoven in de tijd.

CWI beoogt met het project SONAR een applicatie te ontwikkelen die de dienstverlening aanwerkzoekenden/uitkeringsaanvragers ondersteunt, die de werkproceskoppelingen ondersteunt


en die adequate registratie van gegevens mogelijk maakt voor management- en verantwoor-dingsinformatie. De bouw van deze applicatie is al een eind gevorderd. Het resterende trajectkent echter nog een aantal probleemgebieden. Dat kan betekenen dat planningen uitlopen enkosten worden overschreden. Of en zo ja, in welke mate dat zal gebeuren, is nu nog niet tevoorzien. De inspectie sluit vertraging en kostenoverschrijding echter niet uit. CWI maaktgebruik van een externe auditor om risico’s tijdig in beeld te krijgen en is transparant in deinformatievoorziening aan de inspectie.

Aandachtspunten en risico’s• Het behalen van de hoofddoelstelling is moeilijk meetbaar. SONAR is aan te duiden als een

doelmatigheidsproject. De baten zijn echter niet gekwantificeerd, bijvoorbeeld als besparingenin het bedrijfsproces of als kengetallen van het bedrijfsproces. Dat maakt het voor alle betrok-kenen lastig om achteraf te bepalen in hoeverre SONAR een succes is.

• Gebruikerstevredenheid is onzeker. Er zijn aanwijzingen dat SONAR voor de gebruiker eengrote overgang in denkwijze en werkwijze zal opleveren. Samen met eveneens gesignaleerderisico’s ten aanzien van responstijden levert dit risico’s op voor de acceptatie van het systeem.

• Doorlooptijden kunnen problematisch worden. Uit de evaluatie van proeftuin één blijkt dat deneiging bestaat om moeilijke zaken naar achteren te schuiven.

• Contractuele greep op leverancier is onzeker. Door de externe auditor wordt aangegeven dathet leveranciersmanagement strakker geregeld moet worden. De deliverables waren (in proef-tuin één) niet expliciet beschreven en ook de acceptatiecriteria waren niet voldoende duidelijkaangegeven.

2.4 Gemeenten13

Om de elektronische gegevensuitwisseling tussen de SUWI-organisaties en de circa vijfhonderdgemeenten c.q. gemeentelijke sociale diensten te faciliteren, is de Stichting Inlichtingenbureau inhet leven geroepen. Op dit moment is het Inlichtingenbureau bezig met de ontwikkeling vaneen zogeheten sectorloket, dat een intensievere elektronische gegevensuitwisseling met hetgemeentelijk domein mogelijk moet maken.

Ontwikkelingen sinds 2001Om de gegevensuitwisseling tussen gemeentelijke sociale diensten en andere uitvoeringsorgani-saties zoals UWV en de Informatie beheer groep (de zogeheten bronnen) mogelijk te maken, isde zogeheten samenloopapplicatie ontwikkeld. Bij de eerste aansluiting van gemeenten op desamenloopapplicatie, begin 2002, bleek dat de applicatie niet goed werkte. Het heeft uiteinde-lijk geresulteerd in een aanpassing van de bestaande samenloopapplicatie zodat het IB in staatwas verder te gaan met het aansluiten van gemeenten. Vanaf april 2003 zijn alle gemeenten aan-gesloten. Uit diverse interne en externe audits bleek echter dat de bestaande samenloopappli-catie weliswaar geschikt is voor het genereren van samenloopsignalen op basis van gegevensvan gemeentelijke sociale diensten, UWV en IBG, maar niet geschikt is voor het ontsluiten vannieuwe vormen van gegevensuitwisselingen tussen gemeentelijke sociale diensten en partijen alszorgverzekeraars en Justitie.14 Het risico dat de applicatie wederom te kampen zou krijgen meteen gebrekkige werking, werd te groot geacht. Het IB heeft daarop met het Ministerie vanSZW het volgende afgesproken (vastgelegd in de meibrief van 2003):

1 Het IB gaat een generiek platform bouwen waarmee de huidige en nieuwe vormen vandienstverlening naar de toekomst toe gegarandeerd zijn. Dit platform wordt het sectorloketgenoemd;


13Het toezicht op de ICT-ontwikkelin-

gen in het gemeentelijk domeinwordt deels beperkt door de

bestuurlijke verhoudingen.Gemeenten zijn medeoverheid.Doelmatigheidsaspecten, zoals

opzet en werking van ICT bij desociale diensten, vallen volledig

onder gemeentelijke verantwoorde-lijkheid en lokale politieke sturing.Er is ook geen rechtstreekse ver-

goeding van uitvoeringskosten. ICTis daarom tot nu toe niet betrokkenin het toezicht op de uitvoering vande bijstandswet. Met de SUWI-uit-

voeringsstructuur stuurt de ministervan SZW meer op ICT-aspecten in

de SUWI-keten (Inlichtingenbureau,Suwinet). De betekenis voor de

reikwijdte van het toezicht op ICT-uitvoeringsaspecten wordt verkend.

14Het IB heeft zelf audits laten ver-

richten. Daarnaast heeft deInspectie Werk en Inkomen meer-

dere audits uitgevoerd

2 Er moet een nieuwe samenloopapplicatie worden ontwikkeld die meer betrouwbaar is dande huidige. Het is de bedoeling in 2004 deze nieuwe applicatie als module op te nemen inhet sectorloket;

3 Nieuwe vormen van gegevensuitwisseling worden als aparte module of als onderdeel van desamenloopapplicatie, gerealiseerd. Het gaat hierbij in 2004 in eerste instantie om de gege-vensuitwisseling van gemeenten met zorgverzekeraars en Justitie.

Stand van zakenDe inspectie concludeert naar aanleiding van de beoordeling van het aanbestedingstraject datde specificaties voor het nieuw te bouwen systeem voldoen aan de huidige gestelde eisen endat de leverancier op een zorgvuldige wijze is geselecteerd. Er vindt evenwel een beperktevastlegging plaats van interne communicatie en projectvoortgang. Hierdoor is de inzichtelijk-heid voor de inspectie bemoeilijkt. Tevens heeft de inspectie gesignaleerd dat de beveiligingsei-sen in relatie tot de privacywetgeving beperkt zijn uitgewerkt. Het IB heeft de aanbesteding inoktober 2003 afgerond waarbij het opdracht voor het bouwen van het sectorloket aan eenICT-leverancier is gegund. De aanbesteding is medio december 2003 definitief afgesloten doorondertekening van de overeenkomst.

Het IB heeft in het plan van aanpak project Sectorloket gemeenten (SLOG) de belangrijkstemijlpalen en de deelprojecten weergegeven die nodig zijn om de mijlpalen te realiseren. Debelangrijkste zijn: april 2004 voor de oplevering infrastructuur en werkproceskoppelingen enoktober 2004 voor de oplevering samenloopapplicatie en Inkijk. Om deze mijlpalen te realise-ren, onderscheidt het IB drie deelprojecten: realisatie (bouw en implementatie), beheer enuitrol/communicatie (aansluiten gemeenten, communicatie met ketenpartijen). De drie deelpro-jecten bestrijken het gehele jaar 2004.

Aandachtspunten en risico’s• De eerder opgelopen achterstand op de planning is grotendeels ingelopen. IWI signaleert dat

het project SLOG in het begin een vertraging heeft opgelopen, maar door het inzetten vanextra personeel de achterstand grotendeels is ingehaald. De tot op heden geplande tussenpro-ducten van de leverancier en IB zijn grotendeels opgeleverd zodat de mijlpalen van fase 1 naarverwachting gehaald zullen worden.

• De kwaliteit van de tot nu toe opgeleverde tussenproducten is voldoende. De kwaliteit van detussenproducten die tot nu toe zijn opgeleverd biedt daarmee een redelijke mate van zekerheiddat de in het programma van eisen (bestek) geformuleerde uitgangspunten worden gereali-seerd.

• De sturing en beheersing binnen het project zijn een aandachtspunt. De projectmatige inrich-ting en beheersing van het project SLOG waaronder de vastlegging van de interne communica-tie, projectvoortgang, bewaken van mijlpalen, de beveiligingseisen, en aansturing van de ICT-leverancier behoeven meer aandacht.


3 Overzicht risico’s per project

Programma ketenresultaten - onduidelijkheid over interpretatie en voortgang van afspraken;

2003/2004 (Keten) - doelstellingen zijn onvoldoende geconcretiseerd;

- onduidelijk of de werkproceskoppelingen daadwerkelijk zullen

worden geïmplementeerd en gebruikt;

- opstellen ketenarchitectuur en inrichting aanspreekpunt gemeente-

lijk domein blijken in de praktijk moeizaam te verlopen.

Walvis/SUB (UWV) - de planningen van de verschillende (deel)projecten komen in relatie

tot de einddatum van 1 januari 2006 op een steeds kritieker pad

terecht.

Programma ICT - diverse projecten schuiven op in de tijd, ondergaan een her-

Programma AG definiëring van resultaten of kennen nog een globale inrichting van

Programma WW (UWV) het project (resultaten, kosten) voor verdere jaren;

- de veelheid aan onderlinge afhankelijkheden tussen de projecten

stelt extra eisen aan de programmabeheersing.

SONAR (CWI) - het behalen van de hoofddoelstelling is moeilijk meetbaar;

- doorlooptijden kunnen problematisch worden als gevolg van

opgelopen vertragingen;

- contractuele greep op leverancier is onzeker.

Sectorloket (IB) - sturing en beheersing van het project zijn een aandachtspunt.


4 Conclusie en oordeel

De voortgang van de ICT-projecten in de SUWI-keten is minder groot dan de inschatting in hetBeleidsplan ICT. De Veranderorganisatie SUWI ging er in haar Beleidsplan ICT van uit dat eenaantal veranderingen op ICT-gebied al op korte termijn (in 2001 of 2002) gerealiseerd zoudenkunnen worden. In de praktijk bleek dit niet het geval te zijn: juist die activiteiten die voor dekorte termijn waren gepland, liepen vertraging op. Inmiddels zijn de ketenpartners wel bezigom de nog niet uitgevoerde activiteiten alsnog te realiseren. Met name bij de projecten waarbijde nadruk ligt op het op orde brengen van de eigen informatiehuishouding ziet de inspectie datze niet tijdig worden uitgevoerd en ziet ze risico’s op het terrein van de beheersing van dekosten.

Beheersing risico’sDe ICT-projecten die de inspectie in dit rapport bespreekt, hebben gemeenschappelijk dat debetrokken organisaties de voorbereidende fase hebben afgerond en inmiddels bezig zijn, of opkorte termijn zullen starten met de daadwerkelijke realisatie. De beheersing van de risico’sdoor de ketenpartners is vanwege de fase waarin de onderzochte ICT-projecten zich bevinden,moeilijk te beoordelen. Een ervaringsgegeven bij het innoveren van processen en ICT is dat defase waarin veel producten nog moeten worden gerealiseerd en/of moeten worden ingevoerd,er een is waarin in de praktijk de meeste vertraging optreedt. Er is bij de onderzochte projec-ten tot nu toe minder voortgang dan was ingeschat en de resultaten van een aantal projectenzijn onzeker. Met de realisatiefase van deze projecten nog voor de boeg is de beheersing vandeze risico’s een vitaal punt van aandacht.

Onzekerheid kosten/opleverdatumDe inspectie ziet de grootste onzekerheden ten aanzien van de kosten en/of opleverdatum inverandertrajecten bij UWV. Het gaat hier om omvangrijke en complexe projecten met veelonderlinge afhankelijkheden. De door UWV beschikbaar gestelde informatie wekt de indruk dater een reëel risico van uitloop dan wel overschrijding van de kosten - inclusief vertraging tenaanzien van de reductie van uitvoeringskosten - aanwezig is. Verder was de informatie die deinspectie over de voortgang van de verandertrajecten in de afgelopen jaren van UWV heeftontvangen beperkt: dit heeft mede het beeld van de inspectie van de status van deze projectenbepaald. Ten aanzien van de overige verandertrajecten (SONAR, Sectorloket) constateert deinspectie eveneens een aantal risico’s. Hier ziet de inspectie echter minder onzekerheid tenaanzien van het te behalen resultaat en/of kosten en opleverdatum.

Onzekerheid resultaatBij de ICT-projecten die zich vooral richten op samenwerking is het de inspectie veelal niet dui-delijk tot welke meetbare resultaten ze zullen leiden. De inspectie ziet de belangrijkste matevan onzekerheid ten aanzien van het op te leveren resultaat bij de realisatie van het ProgrammaKetenresultaten 2003/2004. De inspectie stelt vast dat er in 2003 een aantal (technische) rand-voorwaarden voor verdergaande samenwerking en gegevensuitwisseling is gecreëerd. Of dierandvoorwaarden zullen leiden tot intensievere samenwerking is niet duidelijk. Inmiddels spre-ken de ketenpartijen zich uit voor het samen bepalen van te bereiken resultaten, het ontwikke-len van procedures, het realiseren van werkproceskoppelingen, het uitwisselen van gegevens enhet creëren van een gezamenlijke ICT-infrastructuur. Ketenpartners gaan verder op zoek omhet proces rond de klant te ontwikkelen in plaats van het plaatsen van de klant in het proces.

OordeelDe partners in de keten van werk en inkomen (CWI, UWV, gemeenten, BKWI en hetInlichtingenbureau), schieten nog tekort in het bereiken van verdergaande samenwerking metbehulp van ICT.

Voor een juiste uitkeringsverzorging en het aan het werk helpen van mensen is verdergaandesamenwerking in de keten van werk en inkomen een onvoorwaardelijke eis. Het ICT-beleids-plan gaat dan ook uit van zo snel mogelijk en zo veel mogelijk samen doen op het gebied vanICT. Dit betekent een gezamenlijke strategie, een gemeenschappelijk doen en afstemmen metandere schakels als het gaat om het oplossen van problemen op het gebied van processen en


ICT. De inspectie constateert echter dat de ketenpartners samenwerking met behulp van ICTbeperkt invullen en nog weinig voortgang op dit terrein hebben geboekt. Een belangrijke oor-zaak ligt bij de verschillen in visie op ICT en op ICT-architectuur bij de ketenpartners. Ook iser onduidelijkheid over interpretatie en voortgang van afspraken en zijn doelstellingen onvol-doende geconcretiseerd. Dit veroorzaakt problemen, vertraging en extra kosten voor de ICT-projecten in de keten van werk en inkomen. De inspectie constateert dat ten aanzien van deketensamenwerking recent de intentie is geuit tot een meer gemeenschappelijke visie op keten-informatisering.

De inspectie ziet dat de ketenpartners vanaf 2001 vooral aandacht hebben besteed aan het oporde brengen van hun eigen informatiehuishouding. Het is mogelijk dat verdergaande samen-werking binnen de keten pas mogelijk is als de processen en geautomatiseerde systemen van debetrokken organisaties op orde zijn. Dit is echter een eerste fase in het totale proces.Bovendien signaleert de inspectie bij deze inspanningen het risico dat ketenpartners te weinigrekening blijven houden met de geschiktheid van hun eigen systemen binnen de keten.Ketenpartners geven als verbeterpunten op het terrein van samenwerking aan de impact vanhun veranderprogramma’s ketenbreed in te schatten alvorens deze tot uitvoer te brengen enhun interne projectplanningen beter binnen de keten af te stemmen.

De beperkte voortgang die de ketenpartners hebben geboekt op het gebied van ICT en samen-werking en het accent dat de organisaties sinds 2001 hebben gelegd op hun eigen informatie-huishouding maken dat de inspectie haar zorg uitspreekt over het bereiken van de doelstellingvan een voltooide implementatie van SUWI op het terrein van processen en ICT door de uit-voeringsorganisaties in 2006.


5 Reacties ketenpartners

De inspectie heeft het concept rapport voorgelegd aan de ketenpartners, te weten aan BKWI,CWI, IB en UWV. Voorts is aan VNG, gezien de bestuurlijke betrokkenheid, een reactiegevraagd. Hieronder is per ketenpartner een samenvatting opgenomen van de reactie met hetcommentaar daarop van de inspectie. Tenslotte is ook nog een overall reactie van de inspectiegegeven. In de bijlagen van dit rapport zijn de schriftelijke reacties van BKWI, CWI, IB, UWVen VNG in zijn geheel opgenomen.

BKWIHet BKWI onderschrijft op hoofdlijnen de conclusie en het oordeel van de inspectie. Verderacht het BKWI een gezamenlijke visie op de samenhang van werkprocessen binnen de SUWI-keten en op nieuwe samenwerkingsconcepten een randvoorwaarde voor optimale ondersteu-ning door middel van ICT. Ook doet BKWI de suggestie om te voorzien in intensivering van destrategische sturing en in centrale financiering om zo een versnelling van het ketenprogrammateweeg te kunnen brengen.

CWIUit de reactie van de Raad van Bestuur van CWI blijkt dat de Raad van bestuur vindt dat derapportage in het algemeen een goede en afgewogen beschrijving geeft. De Raad van Bestuurbenadrukt dat ten aanzien van de risico's bij SONAR minder onzekerheid bestaat over resul-taat, kosten en opleverdatum dan bij andere projecten. De inspectie tekent hierbij aan dat ditlaatste niet wegneemt dat het belang van het welslagen van SONAR voor CWI dermate grootis, dat de risico’s niet mogen worden onderschat. Overigens deelt CWI de constatering niet datde ketenpartners nog weinig voortgang hebben geboekt op het terrein van de samenwerkingmet behulp van ICT. Daarbij wijst CWI op de zwaarte van de taak om eerst de eigen informa-tiehuishouding op orde te hebben en ook goede afspraken te maken over de uitwisseling vaninformatie.

IBHet IB heeft kennis genomen van de rapportage en onderschrijft het gegeven beeld en deinhoud op hoofdlijnen. Ten aanzien van de opmerkingen van het IB dat de rol van gemeentenvan belang is, verwijst de inspectie naar voetnoot 13 op pagina 23 waarin de inspectie aangeeftdat door de bestuurlijke verhoudingen doelmatigheidsaspecten, zoals opzet en werking van ICTbij de sociale diensten volledig onder gemeentelijke verantwoordelijkheid en lokale politiekesturing vallen. Met betrekking tot de opmerkingen dat vastlegging van de interne communicatieen projectvoortgang bij de start van de realisatie is verbeterd merkt de inspectie het volgendeop. Waargenomen is dat het IB de frequentie van de communicatie met de leverancier en destuurgroep heeft opgevoerd. De vastleggingen hiervan hebben echter nog niet de noodzakelijkemate van detaillering en diepgang. Hieromtrent zal nader overleg met het IB plaatsvinden.

UWVVoor UWV geven de feitelijkheden in het concept-rapport op zichzelf weinig aanleiding totopmerkingen. Met betrekking tot de weging, conclusies en oordeelsvorming plaatst UWV eenaantal opmerkingen. UWV is daarbij van mening dat de doorlooptijd van ontwikkeling en reali-satie van de keteninformatisering in relatie tot de interne ontwikkelen realisatietrajectenalleszins redelijk is. De inspectie ziet geen aanleiding haar meer kritische toonzetting en oor-deels-vorming bij te stellen. De inspectie deelt de opvatting van UWV dat de ontwikkeling vande polisadministratie een belangrijke voorwaarde vormt voor grote slagen in de voortgang vande keteninformatisering. Juist de ontwikkeling van de polisadministratie vormt een uitermatekritisch en risicovol traject dat de inspectie nadrukkelijk in haar toezicht betrekt.

VNGDe VNG is vanwege haar bestuurlijke betrokkenheid verzocht een reactie te geven op het rap-port. VNG geeft in haar reactie enkele suggesties om passages aan te passen aan meer recenteinformatie. VNG doelt daarmee met name op de werkzaamheden van het Coördinatiepunt ICTGemeenten, dat sinds januari 2004 functioneert. De inspectie heeft deze suggesties ten dele


overgenomen. Voor het overige appelleert VNG aan een meer realistische planning in het lichtvan de politieke en beleidsmatige ontwikkelingen.

Overall reactie IWIDe reacties van de ketenpartners geven de inspectie geen aanleiding tot wijziging van haar oor-deel. Voorts maken een aantal ketenpartners van de gelegenheid gebruik om de ICT-ontwikke-lingen in een bredere context te plaatsen, alsmede suggesties voor verbetering van de ketensa-menwerking aan te bieden. Vanuit haar signalerende rol volstaat de inspectie met hetweergeven van de desbetreffende kanttekeningen. Tenslotte hebben enkele ketenpartners eenaantal tekstuele opmerkingen geleverd. Deze zijn ten dele in de definitieve tekst van het rap-port verwerkt.


Lijst van afkortingen

AG Arbeidsgeschiktheid AKO Algemeen Ketenoverleg Arbvo Arbeidsvoorzieningsorganisatie BKWI Bureau Keteninformatisering Werk en Inkomen BVG Bedrijfsverzamelgebouw Cadans Cadans Uitvoeringsinstelling BV CWI Centrale organisatie voor Werk en Inkomen Divosa Directeuren van Overheidsorganen voor Sociale Arbeid GBA Gemeentelijke Basisadministratie GSD Gemeentelijke sociale dienst GUO GUO Uitvoeringsinstelling BV IB Stichting Inlichtingenbureau IBG Informatie Beheer Groep ICT Informatie- en communicatietechnologie IKO Informatie Ketenoverleg IWI Inspectie Werk en Inkomen LRD Landelijk Raadpleegbare Deelverzameling P&C cyclus planning en control cyclus PKO Proces Ketenoverleg P.m. pro memorie PGI Primair Gemeenschappelijk Informatiesysteem PPI Platform Proces en ICT SIGIS Structurering en Integratie Gemeentelijke Informatiestromen SIOD Sociale inlichtingen- en opsporingsdienst SLOG Sectorloket Gemeenten SUB Samenwerking UWV en Belastingdienst SUWI Structuur uitvoering werk en inkomen SVB Sociale Verzekeringsbank SZW Sociale Zaken en Werkgelegenheid USZO USZO Uitvoeringsinstelling BV uvi Uitvoeringsinstelling UWV Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen VNG Vereniging van Nederlandse Gemeenten Walvis Wet administratieve lastenverlichting en vereenvoudiging in de sociale

verzekeringswetten Wfsv Wet financiering sociale verzekeringen WW Werkloosheidswet


Bijlage 1

Reactie Stichting Inlichtingenbureau van21 april 2004


Bijlage 2

Reactie Bureau Keteninformatiseringwerk en inkomen van 22 april 2004


Bijlage 3

Reactie Vereniging van NederlandseGemeenten van 23 april 2004


Bijlage 4

Reactie Centrale organisatie werk eninkomen van 26 april 2004 (e-mailversie)Inspectie Werk en InkomenDe heer mr. L.H.J. KokhuisPostbus 115632502 AN Den Haag

Kenmerk: CWI 2004Contactpersoon: drs. J.P.M. van StraatenDatum: 26 april 2004 Uw kenmerk:Doorkiesnummer: 020-7515225Direct faxnummer: 020-7515212Betreft: Rapportage ICT projecten in de keten

Geachte heer Kokhuis,

Met grote belangstelling heb ik kennis genomen van de rapportage van de Inspectie over ICTprojecten in de SUWI-keten. Ik besef dat het welslagen van het SUWI-project in belangrijke is verbonden met het welslagenvan de projecten op ICT-terrein en het realiseren van een doelmatige informatie-uitwisseling inde keten van werk en inkomen. Voor de Raad van Bestuur van CWI betekent dit dat de inrich-ting van deze projecten zeer veel aandacht krijgen.

Met betrekking tot de onderhavige rapportage merk ik op dat deze m.i. een goede en afgewo-gen beschrijving geeft van de ontwikkelingen van de ICT-projecten die meerdere partijen in deketen raken.

In uw conclusies (blz. 30) ziet de CWI bevestigd dat in belangrijke verandertrajecten zoalsSonar weliswaar sprake is van risico’s, maar dat onder andere over dit project, vergeleken metandere projecten, bij de Inspectie minder onzekerheid bestaat over het te behalen resultaat,kosten en opleverdatum. De Raad van Bestuur van CWI kan zich verenigen met deze beoorde-ling.

De tekst van de rapportage geeft mij aanleiding om een aantal opmerkingen onder uw aandachtte brengen. Deze opmerkingen treft u in het hiernavolgende aan.

In paragraaf 2.1 onder “aandachtspunten en risico’s” schetst u de onduidelijkheid omtrent hetal dan niet daadwerkelijk gebruiken van de in het Programma Ketenresultaten opgenomen terealiseren werkproceskoppelingen. Op basis van de in februari 2004 door het Ministerie vanSZW beschreven samenhang tussen processen, gegevens, actoren en systemen binnen desociale zekerheid is op dit punt inmiddels duidelijk voortgang gemaakt.

In paragraaf 2.2 schetst u onder “aandachtspunten en risico’s” dat de baten van het SONAR-project niet zijn gekwantificeerd. Hierbij wil ik opmerken dat vervanging van het huidige PGIabsoluut noodzakelijk is en dat de exploitatie van SONAR in lijn is met het lange termijn-budget voor ICT-ondersteuning van het primaire werkproces.

In het volgende punt merkt u op dat de grote overgang in denkwijze en werkwijze die voorgebruik van het systeem nodig is risico’s op zal leveren voor de acceptatie van het systeem. Omde gewenning van de medewerkers maximaal te doen zijn is voorzien in een uitgebreide oplei-ding van 2 dagen voor alle adviseurs. Door het uitgebreid testen van de tussentijdse resultatendoor gebruikersgroepen, het aanpassen van het systeem op basis van wensen van gebruikers enhet uitvoeren van performancetesten op een aantal momenten gedurende het project wordtrekening gehouden met de aspecten die belangrijk zijn voor de gebruikers van het systeem.


In dezelfde paragraaf stelt u dat uit de evaluatie van proeftuin één blijkt dat de neiging bestaatom moeilijke zaken naar achteren te schuiven. Dit is niet juist. Door de veelheid aan te realise-ren werkproceskoppelingen (met ketenpartners) was het nodig om prioriteiten te stellen in hetrealiseren van deze werkproceskoppelingen binnen SONAR. Daarbij is rekening gehouden metvoorhanden alternatieven. Bovendien was verschuiving van een aantal activiteiten, zoals de aan-passing van het ontwikkeld systeem aan veranderende werkprocessen aan de orde om over devereiste specificaties voor deze aanpassingen te kunnen beschikken. Beide planningsaanpassin-gen staan los van de complexiteit van de noodzakelijke activiteiten. De einddatum voor hetopleveren van de te ontwikkelen applicatie is als gevolg van het voorgaande niet in gevaar.

In het onderdeel “oordeel” van hoofdstuk 4 van de rapportage constateert u dat de ketenpart-ners samenwerking met behulp van ICT beperkt invullen en nog weinig voortgang op dit terreinhebben geboekt. Ik onderschrijf deze conclusie niet. Het is de verantwoordelijkheid van deketenpartijen primair om de eigen informatiehuishouding goed op orde te hebben. Daarnaast ishet van belang goede afspraken te maken over uitwisseling van informatie. In omvang en bete-kenis is het eerste een zwaardere taak dan het tweede. Uw constatering gaat daaraan voorbij.

Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.

Hoogachtend,

Centrale organisatie werk en inkomen,

drs. R. de GrootVoorzitter Raad van Bestuur


Bijlage 5

Reactie UitvoeringsinstituutWerknemersverzekeringen van 23 april2004


Publicaties van de Inspectie Werk enInkomen

2004

R04/06 ICT en de keten van werk en inkomen R04/05 De manager de baas?

Een onderzoek naar WAO-managers en hun integrale verantwoordelijkheid voor het werk van verzekeringsartsen

R04/04 Inzet reïntegratie-instrumenten en -voorzieningen door UWVR04/03 Herbeoordeeld?

Uitvoering van de wettelijke WAO-herbeoordelingenR04/02 Verbetering opzet financieel beheer CWIR04/01 Gemeente Assen en de bijzondere bijstand

Onderzoek naar bijzondere bijstandsverlening bij verblijf in het buitenland

2003

R03/21 Werken met behoud van een Abw-uitkering in AmsterdamQuick scan

R03/20 UWV en WalvisEerste rapportage

Aanpassing Jaarplan IWI 2004 i.v.m. het gewijzigd toezicht op gemeentenR03/19 De uitvoering van de Algemene bijstandswet in Den Helder

Eerste rapportage verscherpt toezichtR03/18 Vreemdelingen en arbeid

Het vergunningenbeleid van CWIR03/17 Certificatie- en keuringsinstellingen op het gebied van arbeidsomstandigheden in

2002R03/16 Elfde tot en met dertiende voortgangsrapportage inzake de realisatie bestuurlijke

afspraken met AmsterdamR03/15 Afspraken Centra voor Werk en Inkomen met de gemeenten Hoorn en ZaanstadR03/14 De inschakeling van een private partij bij de uitvoering van de Algemene bijstands-

wet door de gemeente MaarssenEindrapportage

Jaarplan 2004R03/13 Indicatiestelling sociale werkvoorziening

Een onderzoek naar de kwaliteit van het indicatiestellingprocesR03/12 Afhandeling openstaande posten Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen

EindrapportR03/11 Gemeentelijke eindejaarsuitkeringen aan minima in 2002R03/10 Gemeentelijk beleid en handhaving van de bijstandswetgeving bij woonwagen-

bewonersLoenen en de intake van bijstandsaanvragenR03/09 Facetten van handhaving van de Algemene bijstandswet

Monitor van bestrijding van misbruik en oneigenlijk gebruik door gemeenten 2001R03/08 De decentrale aansturing van de Sociale VerzekeringsbankR03/07 Debiteurenbeheer collecterend proces Uitvoeringsinstituut Werknemers-

verzekeringenJaarverslag 2002R03/06 De uitvoering van de Algemene bijstandswet in Amsterdam

Stand van zaken eerste kwartaal 2003R03/05 De uitvoering van onderzoeken in het kader van de Algemene bijstandswet door de

gemeente Rotterdam in 2002


Toetsingskader instellingen persoonscertificatie in het kader van de Arbeidsomstandighedenweten enkele andere wettenR03/04 De uitvoering van de Algemene bijstandswet door gemeenten in 2001

Quick scanR03/03 Opzet financieel beheer Centrale organisatie werk en inkomen

Review van het KPMG-rapport 'Risicoanalyse financieel beheer CWI'R03/02 Onderzoek toepassing Werkloosheidswet bij SHB Havenpool Rotterdam BVR03/01 De ketens van werk en inkomen

Een verkennend onderzoek naar de keten van werk en inkomen vanuit cliënt-perspectief

U kunt deze publicaties opvragen bij:

Afdeling [email protected] Beatrixlaan 822595 AL Den Haag

Postbus 115632502 AN Den HaagTelefoon (070) 304 44 44Fax (070) 304 44 45


ict en de keten van werk en inkomenx/knipselkrant/iwi.pdfde staatssecretaris van sociale zaken en...

Documents