ii meesters - vu · 2005. 6. 27. · studie over henry thornton, bankier, briljant monetair...

12
SmithsayoostenrijkseSchool Bastiat TurgotBuchanan I{eynes Eucken RicardoHayekchicagoSchool Markt- meesters I I , PORTRETTEN VAN VOORAANSTAAN DE LIBERALE ECONOMEN Met bUdragen van A. Heertje &A.c. Hoyng, R.W.lJanlijp, E.Schoorl,A.R.leen, G.Meijer, A. Nen1jes,E.E. C.lJanDamme, H. Visser,J. P.G.Reijnders,H.P.lJanDalen Onderredactievan M.lJan de Velde I .1 ~ . I I BOOM '19 Teldersstichting 10.='.... . -~. - =--""- =.-.......

Upload: others

Post on 29-Mar-2021

0 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

Page 1: II meesters - VU · 2005. 6. 27. · studie over Henry Thornton, bankier, briljant monetair eco-noom en samen met William Wilberforce de drijvende kracht achter de afschaffing van

SmithsayoostenrijkseSchoolBastiatTurgotBuchananI{eynesEucken

RicardoHayekchicagoSchool

Markt-meesters

I

I,

PORTRETTENVAN VOORAANSTAAN DE

LIBERALE ECONOMEN

Met bUdragenvanA. Heertje&A.c. Hoyng,

R.W.lJanlijp, E.Schoorl,A.R.leen, G.Meijer,

A. Nen1jes,E.E.C.lJanDamme,

H.Visser,J.P.G.Reijnders,H. P.lJanDalenOnderredactievan M.lJandeVelde

I

.1

~.

I I BOOM '19 Teldersstichting

10.='.... . -~. - =--""- =.-.......

Page 2: II meesters - VU · 2005. 6. 27. · studie over Henry Thornton, bankier, briljant monetair eco-noom en samen met William Wilberforce de drijvende kracht achter de afschaffing van

FRIEDRICH AUGUST HAYEK

krachtige afwijzing van overheidssturing in de economie waseen belangrijke oorzaak geweest van de wildernis waarheenhij na de Tweede Wereldoorlog gestuurd werd, maar maaktehem in de jaren zeventig populair bij de Britse Conservatie-ven, de invloedrijke Sir KeithJoseph voorop. Deze was, na eenministerschap onder Edward Heath, teleurgesteld geraaktin de keynesiaanse economie en de welvaartsstaat met zijnondanks prijs- en inkomensbeleid niet meer in bedwang tehouden inflatie en zijn antikapitalistische tendensen. Hij hadbanden met het Institute for Economic Affairs te Londen,dat de idee van een liberale markteconomie hooghield toenkeynesiaanse macro-economie nog hoogtij vierde en dat eenforum bood voor Hayek en de Amerikaanse vrijemarkteco-noom Milton Friedman. In 1974 stichtte hij het op het beleidgerichte Centre for Policy Studies, met Margaret Thatcher alsvice-voorzitter. Het beleid van Thatcher, die in 1979 minister-president werd, heeft via die weg deels het stempel van Hayekgekregen.

In Oost-Europa schitterde Hayeks ster hoog aan het fir-mament rond de val van het communisme. De Russische

hervormer Yegor Gaidar bijvoorbeeld was zeer onder deindruk van Hayeks werk en de minister van Privatisering inhet post-communistische Tsjechoslowakije organiseerdestudie bijeenkomsten met parlementariërs over de ideeënvan Hayek. Al eerder circuleerden Hayeks werken achter hetIJzeren Gordijn in de samizdat-pers.1

Over Hayek is dus heel verschillend geoordeeld, maarhij heeft in ieder geval belangrijke bijdragen aan het econo-mische debat geleverd, en dat op een breed terrein. In dezebijdrage komen, naast een beknopt biografisch overzicht,Hayeks mens- en maatschappij beschouwing, zijn conjunc-tuurtheorie, zijn visie op de economische orde en zijn opvat-tingen over het monetaire systeem aan de orde. Tot besluitvolgt een kritische waardering. Een groot deel van Hayeksomvangrijke reuvre moet hier buiten beschouwing blijven,niet alleen zijn werk buiten het economische terrein maarook zijn publicaties over de geschiedenis van de economie.Als voorbeeld van die laatste zij slechts genoemd de prachtige

193

Friedrich August Hayek1899-1992

............................................................................

Hans Visser

1 Inleiding

192

Friedrich August Hayek was een van de groten op het wes-terse intellectuele podium van de twintigste eeuw. In de

jaren dertig werd hij als tegenpool van John Maynard Keynesgezien, ongeveer even belangrijk, maar na de Tweede Wereld-

oorlogverdween hij een tijdlang uit het zicht, in ieder gevalbij de economen. De bekende Nederlandse econoom Jan Penvertolkte een breed gedeeld gevoel toen hij in 1961in hetHollands Weekblad het werk van Hayek en zijn geestverwan-

ten, Von Mises voorop, afdeed als 'Verzuurde Oostenrijkerij'en stelde dat 'het koppel Von Hayek-Von Mises altijd enoveral misgetast heeft in vragen van economische politiek'.

Na de Tweede Wereldoorlog verschoof Hayeks belang-stellingvan de economische wetenschap naar de politieketheorie, de methodologie van de sociale wetenschappen ende cognitieve psychologie, maar later keerde hij terug naar deeconomie. Toen de keynesiaanse economische benaderinggeen raad wist met de stagflatie in de j aren zeventig, rees dester van Hayekweer. In 1974 werd zijn werk bekroond metde Nobelprijs voor economie, die hij deelde met de totaal

anders georiënteerde Zweedse econoom Gunnar Myrdal. Zijn

Page 3: II meesters - VU · 2005. 6. 27. · studie over Henry Thornton, bankier, briljant monetair eco-noom en samen met William Wilberforce de drijvende kracht achter de afschaffing van

FRIEDRICH AUGUST HAYEK

studie over Henry Thornton, bankier, briljant monetair eco-noom en samen met William Wilberforce de drijvende krachtachter de afschaffing van de slavenhandel door Engeland in1807, in de door Hayek bezorgde uitgave van Thorntons An

Inquiry into the Nature and Effects of the Paper Credit ofGreatBritain.

194

2 Biografische schets

Hayek werd geboren op 8 mei 1899 te Wenen. Na zijn mili-taire dienst in de Eerste Wereldoorlog schreef hij zich in aande Universiteit van Wenen. Na een verb lijf voor studie in NewYork in 1923-1924 keerde hij terug naar Wenen, en in 1927werd hij de eerste directeur van het Österreichisches Institutfür Konjukturforschung. In 1931 gaf hij op uitnodiging eenaantal voordrachten aan de London School ofEconomics

(LSE). Deze werden in datzelfde jaar in boekvorm uitgegevenonder de titel prices and Production, een publicatie waarmee

hij internationaal bekendheid verwierf. Ook nog in 1931 aan-vaardde Hayek de Tooke-Ieerstoel aan de LSE. In 1950 werdHayek hoogleraar Social and Moral Sciences aan de Univer-siteit van Chicago. In 1962 werd hij benoemd tot hoogleraareconomie aan de Albert-Ludwig Universiteit in Freiburg, inDuitsland, waar hij in 1967 met emeritaat ging, en in 1969aan de Universiteit van Salzburg. In 1977 keerde hij terugnaar Freiburg, waar hij op 23 maart 1992 overleed.

Hayek was - in tegenstelling tot Keynes, die zijn tijdverdeelde tussen King's College in Cambridge en de Raad vanBestuur van een verzekeringsfirma in Londen, op cultureelterrein activiteiten ontplooide en ook nog eens varkens-boer werd - meer het type van de studeerkamergeleerde.Toch moet het onder de serene oppervlakte af en toe steviggestormd hebben. Zijn liefde voor een nichtje werd eerst nietbeantwoord. Hij trouwde met een ander, die op zijn groteliefde leek, maar verdween na twintigjaar toch met die eersteliefde naar Arkansas om daar een scheiding te krijgen, totontsteltenis en woede van zijn collega's aan de LSE. Later

. ""

FRIEDRICH AUGUST HAYEK

leed hij onder zware depressies, die hem tot aan de rand vande zelfdoding brachten.

3 Mens- en maatschappijbeschouwing

Hayek was een, misschien wel de leidende, representant vande Oostenrijkse School in de economie. Dat is een denkrich-ting in de economie waarvan Carl Menger (1840-1921), eenvan de docenten van Hayek, de grondslagen legde. Een ken-merk van de Oostenrijkse School is de subjectieve waardeleer,

die stelt dat de waarde van een goed of dienst afhangt van desubjectieve waardering ervan door de gebruiker ofverbruiker,en niet van objectieve grootheden als de hoeveelheid arbeiddie de productie van het goed of de dienst gekost heeft (zie debijdrage van Van Zijp in dit boek).

De subjectieve waardeleer is een bestanddeel gewordenvan de hoofdstroom van de economische wetenschap. Dat isdeels ook het geval met een ander kenmerk van de Oosten-rijkse School, het methodologisch individualisme, dat de indi-viduele persoon als uitgangspunt van de analyse kiest. Hetmethodologisch individualisme wil sociale verschijnselenen krachten bestuderen vanuit relaties en interacties tussen

individuen met hun subjectieve beweegredenen. Het is daar-mee ver verwij derd van de marxistische nadruk op een strij dtussen verschillende klassen in de samenleving als motor vande geschiedenis. De prijstheorie gaat in de leerboeken van ditmethodologisch individualisme uit. Het blijkt een moeilijk,hoewel niet onoplosbaar, probleem te zijn om van die prij s-theorie op het niveau van het individu een verband te leggenmet de macro-economie, die met geaggregeerde groothedenals het nationaal inkomen, de totale consumptie, de totaleinvesteringen en het prijsniveau werkt. De economen die totde Oostenrijkse School gerekend worden, tot en met de gene-ratie na Hayek, onder wie Israel Kirzner, gaan dat probleemin het algemeen uit de weg door de macro-economie af tewijzen, wat hen uiteraard recht tegenover de marxisten, maarook tegenover de keynesiaanse denkrichting doet belanden.

195

I

Page 4: II meesters - VU · 2005. 6. 27. · studie over Henry Thornton, bankier, briljant monetair eco-noom en samen met William Wilberforce de drijvende kracht achter de afschaffing van

196

""'--,.

FRIEDRICH AUGUST HAYEK

Hayek onderscheidt zich van een deel van de economenuit de Oostenrijkse School door niet het apriorisme van Von

Mises over te nemen. Hij bouwde zijn theorieën dus niet opdoor deductie uitgaande van enkele buiten discussie staandeaxioma's. Het empirische element is bij hem van centralebetekenis. Daarbij gaat het vooral over de wijze waarop men-sen kennis verwerven ('Economics and KnowIedge' van 1937).Die opstelling maakt de discussie met Hayek een stuk gemak-kelijker dan die met Von Mises en zijn (vooral Amerikaanse)volgelingen.

Oostenrijkse economen leggen sterk de nadruk op dehandelend optredende mens, in het bijzonder de onderne-mer die innovaties introduceert. Zij verschillen daarin vande neoklassieke economen, die op het terrein van de micro-economie in de tijd van Hayek en zijn voorgangers nogalgecharmeerd waren van algemeen-evenwichtsmodellenwaarin door concurrentie de winsten zijn verdwenen en eenevenwicht wordt bereikt in een situatie waarin iedereen vol-

ledige marktkennis heeft. In de ogen van mensen als Hayekbetekent concurrentie juist dat het systeem voortdurend ver-andert en er geen algemeen evenwicht kan ontstaan. De ideevan volledige marktkennis en een perfect werkende markt,een abstractie die het mogelijk maakt elegante modellen tebouwen, wordt door de Oostenrijkers principieel afgewezen.Nu het verschijnsel van onvolledige informatie en niet-per-fect werkende markten in de hoofdstroom van de economie

steeds meer serieus genomen wordt, neemt de OostenrijkseSchool een iets minder excentrieke plaats in.

Oostenrijkse economen, Hayek voorop, zijn doodsbe-nauwd voor de gevolgen van overheidsingrijpen om mis-standen uit de weg te ruimen. Hayek lijkt daarmee eenstroming te volgen die volgens de ideeënhistoricus WilliamM. Johnston oorspronkelijk in de medische wereld, maarlater ook onder filosofen en sociale wetenschappers in hetnegentiende-eeuwse Wenen veel aanhang had en door hemals therapeutisch nihilisme wordt aangeduid. Diagnose vraagtdaarin alle aandacht, therapie wordt verwaarloosd of nietnodig geacht. Hayek zelf greep graag terug op de filosofen van

.FRIEDRICH AUGUST HAYEK

de Schotse Verlichting, in het bijzonder David Hume (1711-1776), Adam Smith (1723-1790) en Adam Ferguson (1723-1815), die er allen de nadruk op legden dat de samenlevingzich ontwikkelt als het gevolg van menselijk handelen, maarniet volgens een blauwdruk. Een van Hayeks meest geliefdecitaten is afkomstig van Ferguson: 'results of hu man actionbut not ofhuman design'.

Hayek heeft veel aandacht voor de onbedoelde gevolgenvan het menselijk handelen. De Schotse Verlichting meende,in navolging van de uit Rotterdam afkomstige Engelse artsBernard Mandeville (1670-1733) in zijn beroemde TheFable

ofthe Bees, dat mensen door hun eigen doeleinden na testreven meer goeds voor de samenleving bereiken dan wan-neer ze handelen vanuit de edelste motieven. Mandeville stelt

dat 'Pride and Vanity have built more Hospitals than all theVirtues together', en Adam Smith propageert in de WealthofNations op iets minder provocerende toon dezelfde idee:'It is not from the benevolence of the butcher, the brewer, or

the baker th at we expect our dinner, but from their regard totheir own interest.'

De onbedoelde gevolgen pakken in Hayeks door deSchotse Verlichting gevoede ideeën goed uit als ieder voorzich bezig is, maar verkeerd als een overheid, al bedoelt diehet nog zo goed, gaat ingrijpen. In het eerste geval komt eenspontane orde tot stand, in het tweede geval doemt het gevaarvan constructivisme of constructivistisch rationalisme op.Constructivisme is de term die Hayek gebruikt voor de ratio-nalistische visie dat de mens, omdat hij zelf de instituties vande samenleving en de beschaving heeft geschapen, die ooknaar believen kan veranderen om zijn wensen of begeertente bevredigen. Die visie is gebaseerd op wat Hayek sciëntismenoemt, dat is de overname van de methodologie van denatuurwetenschappen met haar mechanistische oorzaak-en-gevolgdenken door de mens- en maatschappijweten-schappen.

In de loop van duizenden jaren heeft de mensheid insti-tuties ontwikkeld die uit de spontane activiteiten van indivi-duen een geordend geheel doen ontstaan, zonder dat de

~

197

Iiiii .

Page 5: II meesters - VU · 2005. 6. 27. · studie over Henry Thornton, bankier, briljant monetair eco-noom en samen met William Wilberforce de drijvende kracht achter de afschaffing van

FRIEDRICH AUGUST HAYEK

198

mensen eigenlijk goed begrepen wat de functies van gevolgderegels waren. Bij die instituties kunnen we denken aan zakenals het gebruik van taal en van geld. Instituties worden doorsociologen omschreven als verduurzaamd gedrag; ze regelenhet gedrag van mensen en garanderen op die manier eenbepaalde orde. Als de overheid die orde gaat doorbreken omdoelbewust bepaalde doeleinden zoals sociale rechtvaar-digheid na te streven, en daardoor constructivistisch bezigis, dreigt een proces van voortgaand ingrijpen. Dat komtdoordat de samenleving veel te ingewikkeld in elkaar zit omvolgens een blauwdruk veranderd te kunnen worden. Voort-gaand ingrijpen, waarbij de ene maatregel op de andere volgtom onbedoelde gevolgen van eerder ingrijpen te corrigeren,tast de vrijheid aan en dreigt een dictatuur tot gevolg te heb-ben. Een inkomenspolitiek bijvoorbeeld, waarbij sommigegroepen meer inkomen ontvangen dan de markt hun zou ver-schaffen, kan algauw tot inflatie leiden. De overheid zal dieinflatie, naar Hayek vreest, niet gauw bij de wortel aanpakkenmaar zal symptomen gaan bestrijden door middel van prijs-beleid. Daardoor ontstaan onevenwichtigheden in die zin dattegen de toegestane prijzen meer gevraagd dan aangebodenwordt. De overheid moet dan voor een distributiesysteemzorgen, denk aan de woningverhuur, en gaat op die manier intoenemende mate het hele economische systeem beheersen.Hayek wil voor alles de vrijheid van de mens handhaven. Vrij-heid is bij Hayek de afwezigheid van dwang door de mede-mens. Alleen algemene regels die voor iedereen gelden zijnaanvaardbaar. Het gaat Hayek om vrijheid van dwang, nietom recht op allerlei mooie zaken. Maatregelen ten gunstevan doelgroepen, gemotiveerd vanuit verdelende rechtvaar-digheid, leiden zijns inziens maar al te gauw tot dwang. Datbetekent niet dat hij tegen sociale verzekeringen was, maarwel dat hij ingrijpen in de markt om systematisch de inko-mensverdeling te wijzigen afwees.

Hayek tracht zijn positie te baseren op een waardevrijebasis. Het gaat er in de samenleving volgens hem om de men-selijke kennis zo goed mogelijk te benutten. Bij een nastrevenvan sociale rechtvaardigheid moet de overheid dwang uit-

1

..

FRIEDRICH AUGUST HAYEK

oefenen. Daardoor wordt iemands gedrag niet meer bepaalddoor zijn eigen kennis, maar door de kennis van een ander.Op die manier wordt de beschikbare menselij ke kennis nietop zo goed mogelijke wijze benut en uitgebreid. Dat gaat tenkoste van de economische groei, en uiteindelijk ten koste vande welvaart van de armere groepen in de samenleving. Auto's,radio's, koelkasten en vliegreizen waren eerst luxeartikelen.Doordat een groep rijke mensen daar vraag naar uitoefende,kon de productie van die goederen en diensten via de toepas-sing van nieuwe technologie zo veel efficiënter worden dat zeook binnen het bereik van minder gefortuneerden kwamen.

4 Economische politiek

Hayek heeft zijn naam in de jaren dertig van de twintigsteeeuw gevestigd met zijn conjunctuurtheorie, die nauwsamenhing met zijn kapitaal theorie. De Zweedse econoomKnut Wicksell (1851-1926) had in de kredietcreatie door debanken de oorzaak gezien van inflatie en deflatie. In een

geldloze samenleving, zo stelde hij zich voor, zou het aanbodvan besparingen door de rente gelijkgemaakt worden aande vraag naar besparingen. In een geld gebruikende samen-leving kanje hetzelfde resultaat krijgen bij een neutrale ofnatuurlijke rente. Latere schrijvers hebben hier het begripneutraal geld gebruikt, om de situatie te beschrijven waarinhet geld wel de ruil vergemakkelijkt, maar geen zelfstandigeinvloed op vraag en aanbod heeft. Ook Hayek heeft zich inten-sief met deze problematiek beziggehouden, in het bijzonderin zijn Prices and Production, en daarnaast als redacteurvan de bundel Beiträge zur Geldtheorie van 1933, waarin hethoogtepunt van deze benadering was opgenomen, het artikel'Zum Problem des "Neutralen" Geldes' van de Nederlander

J. G. Koopmans. 2

Hayek combineerde deze benadering met de kapitaaltheo-rie van de Oostenrijkse econoom Eugen von Böhm-Bawerk(1851-1914). Böhm-Bawerk had het begrip omwegproductiegeïntroduceerd. Van omwegproductie is sprake als met debeschikbare productiemiddelen niet meteen gebruiks- of

.....

199

Page 6: II meesters - VU · 2005. 6. 27. · studie over Henry Thornton, bankier, briljant monetair eco-noom en samen met William Wilberforce de drijvende kracht achter de afschaffing van

FRIEDRICH AUGUST HAYEK

200

verbruiksgoederen worden voortgebracht, maar kapitaal-goederen die zulke producten, of weer andere kapitaalgoede-ren, kunnen voortbrengen. Je kunt flessen door de glasblazerlaten produceren, maar je kunt ook investeren in machinesdie de tandwielen en de assen maken waarmee machines

kunnen worden gemaakt om flessen te produceren. Omin zulke kapitaalgoederen te kunnen investeren en via dieomweg de productie te vergroten, moeten de individuen in

de samenleving hun inkomen niet onmiddellijk opsouperen,maar een deel aan fabrikanten ter beschikking stellen. Datbetekent uitstel van consumptie, en daar moeten ze in devisie van Böhm-Bawerk en Hayek een vergoeding voor ontvan-gen. Die vergoeding is de rente.

In een samenleving waar het geld neutraal is in die zin datde besparingen uit het inkomen van de economische sub-

jecten gelijk is aan de vraag naar besparingen ten behoevevan investeringen, komt een omwegproductie tot stand diestabiel is. De zaak loopt mis als de banken krediet gaan cre-eren, door de rente te verlagen beneden het neutrale niveau,en zo meer geld in omloop brengen. Investeerders wordendoor de te lage rente verleid de omwegproductie uit te brei-den. Zij gaan met geleend geld in meer kapitaalintensieveproductieprocessen investeren. Dat kan een tijdje goed gaan,maar op een gegeven moment gaat het mis. De kapitaalgoe-derenindustrie ziet zich geconfronteerd met een hogere vraagen daardoor met gestegen prijzen. Zij voert haar productie open trekt daartoe werknemers aan. Die moeten voor een deel

weggekocht worden uit de consumptiegoederenindustrie.De inkomens van de werknemers stijgen, terwijl de productievan consumptiegoederen eerder daalt dan stijgt. Immers, dekapitaalgoederen die straks de productie van consumptie-goederen efficiënter moeten doen plaatsvinden, zijn nog nietgereed, terwijl de bestaande consumptiegoederenindustriehet met minder mensen moet doen. De bestedingen tenbehoeve van consumptiegoederen stijgen als gevolg van degestegen inkomens, maar de productie daalt en de prijzenstijgen derhalve. Nu gaat de consumptiegoederenindustriemet de kapitaalgoederenindustrie strijden om de schaarse

"'""'J':-oF.';;'"

FRIEDRICH AUGUST HAYEK

productiefactoren. Inmiddels zien de banken door de voort-gaande kredietverlening hun liquiditeit dalen: hun saldibij de centrale bank worden ten opzichte van de deposito'ssteeds kleiner en in reactie daarop verhogen zij de rente. De

aantrekkelijkheid van het uitbreiden van de omwegproduc-tie vervalt en het resultaat is een voorraad niet-afgebouwde

kapitaalgoederen. Werknemers komen op straat te staan ener moet een aanpassingsproces op gang komen om de juiste

prijsverhouding tussen kapitaalgoederen en consumptiegoe-deren, in overeenstemming met de (neutrale) rente, te her-stellen. Daarbij moet de overheid vooral niet ingrijpen, wantdan wordt de onevenwichtigheid slechts bestendigd. Immers,

monetaire politiek houdt, teneinde de bestedingen te stimu-leren, de rente laag. De rente zorgt voor de intertemporelecoördinatie van de beslissingen en die wordt verstoord als deoverheid of de banken aan de rente gaan sleutelen.

Ook budgettair beleid ter stimulering van de economie iseen gruwel in Hayeks ogen. Een stimulerend overheidsbeleidbetekent een overheid die het beter weet dan de mensen zelf.Bovendien leidt zo'n beleid, waarbij onvermijdelijk ook weer

nieuw geld in de economie gepompt wordt, tot inflatie eneen verkeerde allocatie van arbeid en kapitaal die uitloopt op

werkloosheid. Hayek verwij t keynesiaanse economen dat zehet gevaar daarvan verwaarloosd hebben. We zien in Hayeksconjunctuurtheorie en vooral in zijn beleidsaanbevelin-gen -laten uitzieken - het therapeutisch nihilisme uit hetWenen van de negentiende eeuw terugkeren.

5 De economische orde

In de jaren dertig van de twintigste eeuw heeft een intensievediscussie plaatsgevonden over de vraag in hoeverre de Sovjet-economie, die de markt wilde uitschakelen, goed kon functio-neren. Het zal duidelijk zijn dat Hayek, met zijn afl<eervan

dwang, weinig van een planeconomie moest hebben. Hij namdan ook een prominente plaats in de discussie in. In 1908had de Italiaanse econoom E. Barone al uiteengezet dat een

centrale planner de productiemiddelen efficiënt zou kunnen

201

Page 7: II meesters - VU · 2005. 6. 27. · studie over Henry Thornton, bankier, briljant monetair eco-noom en samen met William Wilberforce de drijvende kracht achter de afschaffing van

~I]

111

III1

lillil

202

FRIEDRICH AUGUST HAYEK

inzetten, dat wil zeggen op dezelfde manier als de markt zou

doen in overeenstemming met de uit vraag en aanbod resul-terende schaarsteverhoudingen. Voorwaarde was dan wel datdie planner over volledige informatie beschikte betreffendede vraag naar goederen en diensten en de beschikbaarheid

van productiemiddelen. Hayek betoogde daartegenover datde planner nooit in staat zou zijn om de daartoe vereiste

oplossing van miljoenen vraag- en aanbodvergelijkingen uitte voeren.

De verschillende latere bijdragen van Hayek op dit ter-rein, zoals The Road to Serfdom, 'The Use of Knowledge inSociety' en The Fatal Conceit, laten de volgende redeneringzien.3 In de eerste plaats kan de centrale planner geen prio-riteiten bepalen in overeenstemming met de wensen vande economische subjecten. Bovendien is de kennis over diewensen, over de beschikbaarheid van middelen en over de

manieren om die in te zetten niet kant-en-klaar aanwezig.Kennis is verspreid aanwezig, ieder beschikt over kennis

betreffende bepaalde hulpbronnen en mogelijkheden omdie te gebruiken. Door spontane interactie van de mensen

met hun beperkte kennis worden hun activiteiten gecoördi-neerd. Iemands optreden in de markt creëert nieuwe infor-

matie voor andere marktpartijen en al die verspreide, diffuseen zich ontwikkelende kennis kan nooit kant-en-klaar bijeen centrale planner belanden. Die zal dus zelf beslissingennemen en de mensen dwingen tot bepaalde handelingen.

Besluitvorming kan daarom veel beter gedecentraliseerdplaatsvinden. De coördinatie vindt plaats via het prijsme-chanisme. Het prijzensysteem is in de ogen van Hayek eeninstitutie die in de loop van de geschiedenis geëvolueerd isom het probleem op te lossen hoe verspreide kennis gecoör-dineerd en gebruikt kan worden. Via concurrentie komen

prijzen tot stand waarbij de gevraagde en de aangebodenhoeveelheden van goederen en diensten aan elkaar gelijkzijn. Die concurrentie is niet een bepaalde toestand, maareen ontdekkingsproces. Vragers en aanbieders ontdekken

dat tegen bepaalde prijzen bepaalde hoeveelheden gekochtof verkocht kunnen worden en bouwen op die manier hun

I1

1

L

FRIEDRICH AUGUST HAYEK

(markt)kennis op.Een ander probleem met centrale planning is dat de plan-

ners wel zullen uitmaken wat goed is voor een ander. Hayekvreest dat ook een beperkte mate van centrale planning eenhellend vlak is: van het een komt het ander. De overheid heeft

overigens wel een rol in het geheel. Zij dient te zorgen voorcodificatie van de regels die in de loop van de tijd zijn ont-staan en gevolgd in de markt, zoals die betreffende handels-gebruiken en intellectueel eigendom. De spontane orde dientgerespecteerd te worden (zie verder over het zogenaamdecalculatiedebat de bijdrage van Van Zijp).

Hoewel Hayek in de nadagen van het communisme inOost-Europa op een voetstuk geplaatst werd, past in zijnvisie geen abrupte overgang naar een markteconomie. Dieis immers het resultaat van een leerproces. De overgang zoudaarom een geleidelijk proces moeten zijn, waarbij de insti-tuties van een markteconomie zich met vallen en opstaanontwikkelen. Het beginpunt zou de vrije ontwikkeling van hetmidden- en kleinbedrijf kunnen zijn, omdat daar de positieveonbedoelde effecten van het handelen uit eigenbelang à laAdam Smith het duidelijkst waarneembaar zijn, terwijl bijgrote ondernemingen, vooral als die geprivatiseerd moetenworden, complexe 'corporate governance'-problemen (betref-fende de vraag welke belangen domineren bij de besluitvor-ming) om een oplossing vragen.

6 Het monetaire systeem

Hayek heeft altijd angst gekoesterd voor overheidsinvloedin het economische leven. Als de overheid de geldscheppingin handen krijgt, is het leed niet te overzien. Dat leed zoubestaan uit inflatie. Nu is inflatie bij Hayek niet een procesvan algemene prijsstijging dat de prijsverhoudingen grossomodo onaangetast laat. Nieuw gecreëerd geld komt opbepaalde plekken in het verkeer: bij ondernemers die nieuwekredieten hebben ontvangen of bij werknemers die hogeloonstijgingen hebben afgedwongen. De bestedingen vandie groepen verstoren de prijsverhoudingen en daardoor de

203

Page 8: II meesters - VU · 2005. 6. 27. · studie over Henry Thornton, bankier, briljant monetair eco-noom en samen met William Wilberforce de drijvende kracht achter de afschaffing van

FRIEDRICH AUGUST HAYEK

204

productiestructuur. Het gevaar is levensgroot dat de schade

alleen hersteld kan worden door een depressie, die je inHayeks visie moet laten uitzieken. Hayek is dan ook voorstan-der geweest van de gouden standaard. Die legde immers eenstevige discipline op aan de overheid. Zodra de geldschep-ping wat te ruim werd, zou er goud wegstromen uit een land

en werden de banken gedwongen de kredietverlening in teperken.

Nu was het niet zo dat Hayek alle heil verwachtte van degouden standaard, hij onderkende ook de nadelen ervan.

Een daarvan was dat het aanbod van goud zich slechts heel

langzaam kan aanpassen aan de vraag, wat tot forse prijsfluc-tuaties kan leiden. Bovendien was hij net zoals Keynes vanmening dat goudproductie neerkomt op het inzetten van pro-ductiefactoren voor iets wat in feite niet gebruikt wordt. Hijheeft daarom in 1943 een goederenstandaard aanbevolen.

In plaats van een vaste prijs voor een hoeveelheid goud, zoalsonder de gouden standaard, zou er dan een vaste prijs vooreen heel pakket grondstoffen gelden. Dreigt er een omvang-rijke prijsdaling, zoals in de Grote Depressie van 1929-1933,dan worden de grondstoffen aan de centrale bank verkocht

in ruil voor geld en krijgen de producenten van die grondstof-fen een stimulans om' hun productie uit te breiden. Daardoor

stijgt automatisch de geldhoeveelheid en krijgen de beste-dingen een stimulans. Bij dreigende prijsstijgingen wordenpakketten grondstoffen van de centrale bank gekocht - diebehouden namelijk hun vaste prijs - en verdwijnt er op diemanier geld uit de circulatie, wat het proces van prijsstijgin-gen afremt. Het is opmerkelijk dat dit toch meer keynesiaan-se element van het op peil houden van de bestedingen doorHayek naar voren gebracht werd, terwijl Keynes weinig in hetplan zag.

Hayeks zorg voor de omvang van de bestedingen mag watvreemd overkomen gezien zijn visie op de conjunctureleneergang als noodzakelijk aanpassingsproces, maar hij waswel beducht voor het gevaar van doorschieten; een zwaredepressie wilde hij liever voorkomen. Een groot pluspuntvoor Hayek was dat het systeem, evenals de gouden stan-

.~.

iI ~

FRIEDRICH AUGUST HAYEK

I

!

daard, automatisch werkt; er is geen overheidsingrijpenvoor nodig. Keynes was in die tijd bezig met blauwdrukkenvoor het Internationale Monetaire Fonds en wilde juist hetautomatisme van de gouden standaard kwijt door een inter-nationale clearing-instelling op te zetten, waar landen meteen betalingstekort een negatief saldo zouden krijgen (roodkonden staan) in plaats van goud af te staan. Keynes' bezwaartegen de goederenstandaard en de gouden standaard was datdie bij een betalingsbalanstekort de geldhoeveelheid doenverminderen en de lonen op de 'harde' manier, via werkloos-

heid, in de pas brengen met de wisselkoers. Hij was voorstan-der van een bewust loonbeleid, en als de lonen bij de gelden-

de wisselkoers te hoog zouden blijken voor betalingsbalans-evenwicht prefereerde hij een wijziging van de wisselkoers.

Hayek is niet meer op de goederenstandaard teruggeko-men. Toen hij zich in de jaren zeventig weer met het monetai-re systeem ging bezighouden, zocht hij het - gedreven doorafkeer van het naoorlogse, op behoud van werkgelegenheidgerichte keynesiaanse beleid dat regelmatig tot inflatoireprocessen leidde - in een heel andere richting. Die richtinghad hij overigens al in 1937 als mogelijkheid genoemd. Zepast goed in zijn visie dat instituties zich spontaan moetenontwikkelen. De idee is dat geldschepping geheel vrijgegevenzou moeten worden. Dankzij de concurrentie in de marktzullen de aanbieders van geld ervoor zorgen dat hun productwaardevast is, anders kunnen ze het niet kwijt. De concurre-rende geldeenheden zouden in waarde vrij tegenover elkaarmoeten fluctueren. Geld van de overheid of de centrale bank

hoeft niet te verdwijnen, het verliest alleen zijn monopolie.Om dit geld aantrekkelijk te laten blijven voor het publiek,dienen de overheid en de centrale bank ervoor te zorgen dat

het zijn waarde houdt. Dit zal hen, in Hayeks ogen, ervanweerhouden om in reactie op omvangrijke loonstijgingende geldhoeveelheid aan te passen, wat een goed gebruik wasom in zulke omstandigheden hoge rentevoeten, moeilijkeverkrijgbaarheid van krediet en werkloosheid te voorkomen.Dan zullen de werkgevers zich wel twee keer bedenken voorze toegeven aan eisen van vakbonden. Concurrentie tussen

205

Page 9: II meesters - VU · 2005. 6. 27. · studie over Henry Thornton, bankier, briljant monetair eco-noom en samen met William Wilberforce de drijvende kracht achter de afschaffing van

206

FRIEDRICH AUGUST HAYEK FRIEDRICH AUGUST HAYEK

de officiële geldsoorten van verschillende landen zou ook

heilzaam kunnen werken, en er zou in een land vrijheid moe-

ten bestaan om het geld van andere landen te gebruiken.4 Als

de mensen geld met een stabiele koopkracht, zoals de Duitse

mark of de Zwitserse frank, zouden gaan gebruiken in plaats

van hun binnenlandse valuta, zouden hun regeringen wel

gedwongen worden inflatie tegen te gaan.

Wie het heil verwacht van spontane evolutie van institu-

ties en wantrouwend staat tegenover geplande veranderin-

gen, kan nauwelijks enthousiast zijn over een gezamenlijke

Europese munt. Inderdaad zag Hayek de ideeën voor een

monetaire unie als een schoolvoorbeeld van constructivisme.

Hayeknoemde inzijnboekjeDenationalisation of Money deideeën voor een Europese monetaire unie, die in 1970 inhet rapport van de commissie-Werner waren neergelegd,utopisch. De greep van de overheid op de geldschepping zoudaardoor nog groter kunnen worden. Het was wederom deBritse regering die ruimte gaf aan Hayeks ideeën. John Majorlegde, als minister van Financiën onder Margaret Thatcher,in november 1989, een halfjaar na de presentatie van het rap-port-Delors over de EMU, een voorstel op tafel om de natio-nale munteenheden van de lidstaten van de Europese Unie,toen nog de Europese Gemeenschap, onder een systeem vanvrij fluctuerende wisselkoersen ongehinderd met elkaar telaten concurreren. Hij stelde later voor om naast de nationalevaluta een kunstmatige Europese munt, de ECU, te creëren,maar die moest blijven concurreren met nationale valuta's.

Opmerkelijk in Hayeks pleidooi voor concurrerende geld-eenheden is dat hij een stabiel prijsniveau wilde nastreven,terwijl in zijn eerdere conjunctuurtheorie een verbetering vande productiviteit gepaard moest gaan met prijsdalingen. Hetstabiele prijsniveau in de Verenigde Staten in de jaren twin-tig was in zijn oorspronkelijke opvatting de oorzaak van deGrote Depressie,5 maar de geldinjecties in de economie diebij productiviteitsverbeteringen nodig zijn om het prijspeilstabiel te houden in plaats van te laten dalen, veroorzaken nuin Hayeks ogen nog slechts verstoringen van verwaarloosbarebetekenis.

7 Waardering

Hayek besloeg met zijn studies een zeer uitgestrekt terrein.Er is zeker samenhang tussen zijn werk op verschillendeterreinen, maar die is niet onverbrekelijk. We kunnen in het

bijzonder zijn meer 'technische' analyses van de conjunctuurwel los zien van zijn mens- en maatschappijbeschouwing.

Wat die technische analyse in zijn conjunctuurtheorie

betreft is het opvallend met hoeveel gemak hij die in zijnbeschouwingen over concurrerende geldeenheden zelfterzijde heeft geschoven. Al eerder had de eveneens uit Oos-tenrijk afkomstige, maar niet Oostenrijkse, econoom Gott-fried Haberler (1900-1995) erop gewezen dat na de EersteWereldoorlog en na de Tweede Wereldoorlog een snelle

overgang van een oorlogseconomie naar een vredeseconomieplaatsvond, die betrekkelijk soepel verliep hoewel de produc-tiestructuur enorme wijzigingen moest ondergaan. Boven-dien vond Haberler het vergezocht om de Grote Depressie van

1929 tot 1933 te verklaren uit een verstoorde prijsstructuurdie moest uitzieken. Ook constateerde hij dat er weinig lastvan structurele scheefgroei waar te nemen viel in landenwaar de deflatie waarmee de depressie samenging door een

actief overheidsingrijpen werd geremd. Hoewel Hayek sterkde nadruk legde op het belang van een ongehinderde markt-werking, had hij paradoxalerwij s dus ook weer te weinigvertrouwen in de soepele werking van de markt.

Heeft Hayek inderdaad, zoals Pen stelt, misgetast op hetterrein van de economische politiek? Grotendeels wel, en dat

geeft hij zelf impliciet toe. Dit negatieve oordeel neemt nietweg dat, zoals ook The Economist in 2002 heeft laten zien, erwel een zwakke vorm van Oostenrijkse analyse op conjunc-

tuurcyc1i toe te passen valt. Bij een opgaande conjunctuurzijn de verwachtingen van de ondernemers vaak te positiefen wordt er te veel geïnvesteerd. In de neergaande fase moetdan de overcapaciteit afgebouwd worden en moeten, vooral,slechte balansverhoudingen verbeterd worden. In die zin is'uitzieken' een noodzakelijk proces. Een hogere rente tijdens

de hoogconjunctuur had de oververhitting kunnen afrem-

207

"

Page 10: II meesters - VU · 2005. 6. 27. · studie over Henry Thornton, bankier, briljant monetair eco-noom en samen met William Wilberforce de drijvende kracht achter de afschaffing van

208

FRIEDRICH AUGUST HAYEK

men. De nadrukvan Hayek op het voorkomen van overinves-teringen in plaats van op het verhelpen van een depressie,is dan niet onzinnig, ook al hoeft iemand daartoe niet hetOostenrijkse verhaal over de samenhang van de rentevoeten de kapitaalintensiteit van productieprocessen volledigte aanvaarden.

Ten aanzien van Hayeks mens- en maatschappijbeschou-wing zullen sommigen opmerken dat afwijzing van de ideedat mensen 'recht' hebben op zaken als sociale rechtvaardig-heid, een luxe is die vooral degenen die aan de goede kantzitten zich kunnen permitteren. Niet iedereen zal voorts eeneconomische orde met spontaan ontwikkelde institutiesipso facto de meest aanvaardbare economische orde vinden.De stelling is verdedigbaar dat die instituties mede resultaatvan in de samenleving bestaande machtsverhoudingen zijn,welke niet als sacrosanct beschouwd hoeven te worden.

Het is opvallend dat een econoom die even enthousiastde zegeningen van de vrije markt verdedigde als Hayek eenoplossing ter correctie van een al te scheve inkomensverde-ling aandroeg die de markt geheel in standhoudt. Het gaathier om Milton Friedman, die - evenals twee andere Nobel-prijswinnaars, James Meade enJames Tobin, die minderbang waren om de onvolkomenheden van de markt door deoverheid te laten corrigeren - een negatieve inkomstenbe-lasting propageerde. Bij een negatieve inkomstenbelastingontvangen mensen beneden een bepaald inkomensniveauautomatisch geld van de belastingdienst, en moeten mensenboven dat niveau geld betalen. Een negatieve inkomstenbe-lasting werkt met vaste regels en betekent nauwelijks eenaantasting van het marktsysteem. Friedman verdedigde denegatieve inkomstenbelasting in 1968 en Hayek zal daar,naar men mag aannemen, kennis van genomen hebben.Kennelijk zag hij er niets in.

Voorts kan worden opgemerkt dat het geloof van Hayekdat de coördinatie van het handelen van de mensen slechts

goed kan verlopen via de markt inderdaad een geloof is. Eris geen dwingende reden om aan te nemen dat gedecen-

FRIEDRICH AUGUST HAYEK

~

~

traliseerde besluitvorming altijd en overal beter werkt dan

centraal gecoördineerde besluitvorming. De speltheorie,met het bekende prisoners' dilemma, biedt daar voorbeel-den van. We kunnen wat de praktijk betreft denken aanhet economische beleid van individuele landen in de jaren

dertig van de twintigste eeuw. Landen troffen defensievemaatregelen om de gevolgen van de depressie te verzachtenvia het afremmen van de invoer. Die maatregelen maakten

het andere landen moeilijker om hun exporten op peil te

houden. Op hun beurt namen zij weer defensieve maatrege-len, en het resultaat was een neergaande spiraal. De onderAmerikaanse leiding in en vlak na de Tweede Wereldoorlogondernomen pogingen om een internationale economischearchitectuur te creëren die zo'n neergaande spiraal kon

helpen voorkomen, kunnen als uitingen van constructi-visme gezien worden, maar zonder IMF, Wereldbank enGATT(nu WTO) zouden landen na de Tweede Wereldoorlog

waarschijnlijk veel meer maatregelen genomen hebben dienadelig voor andere landen hadden uitgewerkt. Over GATT,immers niet meer dan een codificatie van spelregels, heeft

Hayek zich overigens positief uitgelaten.Anderzijds waren de gevaren die Hayek zag opdoemen

bij een actief overheidsingrijpen niet uit de lucht gegrepen.Zijn angst voor de gevaren van collectivistische oplossingenen het verwaarlozen van de voordelen van de markt en van

algemene, voor ieder geldende regels was zeker vlak na deTweede Wereldoorlog, toen 'planning' ook in veel niet-com-munistische landen zeer populair werd in de politiek, niet

zonder grond. Hayek zou de val van het communisme enhet verdwijnen van het geloof in de maakbaarheid van desamenleving met instemming hebben begroet. Bij rechtseregeringen voelde hij zich duidelijk beter thuis dan bij linkse.Wellicht zou hij echter de neoconservatieven in Washington,die menen dat de Amerikaanse vorm van democratie en vrije-markteconomie in andere delen van de wereld, Irak voorop,

met slechts een korte overgangsperiode overgeplant kanworden, van constructivisme beschuldigen.

209

u~

Page 11: II meesters - VU · 2005. 6. 27. · studie over Henry Thornton, bankier, briljant monetair eco-noom en samen met William Wilberforce de drijvende kracht achter de afschaffing van

FRIEDRICH AUGUST HAYEK

Literatuur

210

Van Hayek

Hayek, F.A. (1967)Prices and

Production, Routledge &

Kegan Paul, Londen [tweede,

oorspronkelijk in 1935verschenen editie; eerste

editie 1931].

Hayek, F.A. (red.) (1933)

Beiträge zur Geldtheorie,

Julius Springer, Wenen.Hayek, F.A. (1937) 'Economics

and Knowiedge', Economica,

jaargang 4 (new series).

Hayek, F.A. (1971) MonetaryNationalism and International

Stability, Longmans, Green,Londen [1937]. Herdrukt door

A. M. Kelley, New Vork.

Hayek, F.A. (1978) bezorging

door en inleiding bij Henry

Thornton,AnEnquiry into the

Nature and Effects of the Paper

Credit ofGreat Britain, GeorgeAllen & Unwin, 1939, Londen

[herdruk A. M. Kelley, Fairfield(N.J). Vreemd: op het titelblad

staat 'Enquiry', op de omslag'Inquiry'].

Hayek, F.A. (1943) 'A Commodity

Reserve Currency', Economic

journal,jaargang 53, nr. 210,juni/september.

Hayek, F.A. (1976) TheRoad to

Serfdom, Routledge &KeganPaul, Londen [eerste druk1944].

Hayek, F.A. (1945) 'The Use

of Knowledge in Society',

American Economic Review,

jaargang 35, nr. 4.Hayek, F.A. (1967) Studies in

Philosophy, Politics and

Economics, University of

Chicago Press, Chicago.

Hayek, F.A. (1972)A Tiger by the

Tail: The Keynesian LegacyofInfiation, Institute of

Economic Affairs, Londen

[tweede druk].

Hayek, F.A. (1974) 'Lecture

to the memory of Alfred

Nobel', 11 december 1974,www.nobel.se/economics/

laureates/1974/hayek-lecture.html

Hayek, F.A. (1976) Choice in

Currency: A Way to StopInflation, Institute of

Economic Affairs, Londen.

Hayek, F.A. (1978)

Denationalisation of Money- The Argument Refined,

Institute of Economic Affairs,Londen [tweede editie].

Hayek, F.A. (1978)NewStudies in

Philosophy, Politics, Economics

and the History ofIdeas,

Routledge &Kegan paul,Londen.

Hayek, F.A. (1979) 'Toward a Free

Market Monetary System' ,

journal ofLibertarian Studies,jaargang 3, nr. 1.

Hayek, F.A. (1988) The Fatal

Conceit: The Errors of

Socialism, Routledge, Londen.

Over Hayek

Birner,J. en R. van Zijp (red.)(1994) Hayek, Co-ordination

and Evolution, Routledge,Londen.

Butler, E. (1983) Hayek: HisContribution to the political

..it

FRIEDRICH AUGUST HAYEK

and Economic Thought ofOur

Time, Temple Smith, Londen.

Garrison, R.W. (1986) 'Hayekian

Trade Cycle Theory: A

Reappraisal', Cato journal,

jaargang 6, nr. 2.Garrison, R. W. en 1. M. Kirzner

(1989) 'Friedrich August

von Hayek', in:J. Eatwell,

M. Milgate en P. Newman

(red.) The New Palgrave: TheInvisible Hand, Macmillan,

Londen en Basingstoke.Keizer, W. (1991) 'Leven en

werken van F.A. von Hayek',

Economisch Bulletin, jaargang23, nrs. 1 en 2.

Khalil, E. 1.. (2002) 'Information,

knowledge and the close of

Friedrich Hayek's system',

Eastern Economic journal,

jaargang 28, nr. 3.Kotterman-van de Vosse, 1.

(1990) 'Friedrich Hayek', in:P. B. Cliteur en G.A. van der

List (red.) Filosofen van het

hedendaags liberalisme, Kok

Agora, Kampen.

Machlup, F. (red.) (1977) Essays

on Hayek, Routledge &Keganpaul, Londen.

McKinnon, R. 1. (1992)

'Spontaneous Order on theRoad Back from Socialism:

An Asian Perspective',American Economic Review,

jaargang 82, nr. 2.Pen,J. (1962) 'Verzuurde

Oostenrijkerij', Hollands

Weekblad, 6 april 1961,

opgenomen in: J. Pen, Het

aardige van de economie,Aula-boeken, Utrecht en

Antwerpen.Visser, H. (1988) 'Austrian

Thinking on International

Economics', journalof

Economic Studies,jaargang 15,nr. 3/4.

Visser, H. (1993) 'Currency

Competition, the EMU andConstructivism', International

journal ofNew Ideas,jaargang2, nr. 1.

White, 1..H. (1999) 'Hayek's

Monetary Theory and policy:

A Critical Reconstruction',

Journal of Money, Credit, and

Banking,jaargang 31, nr. 1.

Zijp, R. van (1993)Austrian and

New Classical Business Cycle

Theories, Edward Elgar,Aldershot.

verdere literatuur

Barone, E. (1972) 'The Ministryofproduction in the

Collectivist State', in:A. Nove en D. M. Nuti (red.)

Socialist Economics, Penguin,Harmondsworth. uit: F.A.

von Hayek (red.) (1935)

Collectivist Economic Planning,

Routledge &Kegan paul,

[oorspronkelijk in het

Italiaans in: Il Giornale degliEconomisti, 1908].

Friedman, M. (1975) There's No

Such Thing as a Free Lunch,

Open Court, La Salie (Ill.).Haberler, G. (1976) The World

Economy, Money, and the

GreatDepression 1919-1939,American Enterprise Institute

for Public Policy Research,

Washington.Johnston, W.M. (1972) The

Austrian Mind: An Intellectual

and Social History 1848-1938,

211

Page 12: II meesters - VU · 2005. 6. 27. · studie over Henry Thornton, bankier, briljant monetair eco-noom en samen met William Wilberforce de drijvende kracht achter de afschaffing van

FRIEDRICH AUGUST HAYEK

University of California Press,Berkeley.

Keynes, J. M. (1943) 'The

Objective ofInternationalPrice Stability', Economic

journal,jaargang 53, nr. 210,

juni-september.

Koopmans,J.G. (1933)'Zum Problem des

"Neutralen" Geldes', in:

Hayek,1933.Mandeville, B. (1970) The

Fable ofthe Bees, Penguin,Harmondsworth [naar de

tweede editie, van 1723; deeerste editie verscheen in

1714].

Ryan,A. (1989) 'Liberty', in:

J. Eatwell, M. Milgateen P. Newman (red.) The

New Palgrave: The lnvisible

Hand, Macmillan, Londen

en Basingstoke.

Noten

212

1 De ondergrondse pers inde Sovjet-Unie, die bloeidevan de dood van Stalin in

1953 tot de afbrokkelingvan de repressie in de jaren1980. Het woord is een samen-voeging van sam, zelf, enizadatelstvo, publiceren,en is een woordspeling opGosizdat, de Staatsuitgeverij.

2 Zie over de problemen metdeze benadering: Visser, 2002.

Smith, A. (1964) The Wealth

ofNations, Dent, Londen,Everyman's Library, nr. 412

[oorspronkelijk verschenenin 1776].

The Economist (2002) 'Theuntinished recession: A

survey of the world economy',

28 september.

Visser, H. (2002) 'Neutrality

of Money', in: B.Snowdonen H. R. Vane (red.)

AnEncyclopedia ofMacroeconomics, Edward

Elgar, Cheltenham.Zuidema, J. R. (1989) 'Carl

Menger, Author of a Research

Programme', in:J.J.Krabbe,

A. Nentjes en H. Visser (red.)Austrian Economics: Roots and

Ramifications Reconsidered

-Partl,MCB UniversityPress, Rochester, Kent.

3 Zie ook: Keizer, 1994 en

Khalil, 2002.

4 Hayek, 1976.

5 Hierbij dient vermeld dat

Hayek alleen het ontstaan

van de Grote Depressie met

zijn conjunctuurtheorie wildeverklaren, niet de ernst ende duur daarvan.

,

.