imagine change by social healthcare
DESCRIPTION
TRANSCRIPT
Imagine Change
by Social
Healthcare the
power to the
Patient.
Ricoh Healthcare wil als partner in de zorg met
de klant op reis en meedenken met zijn proble-
matiek. Concreet houdt Ricoh Healthcare zich bezig
met ‘patiëntenlogistiek’, ofwel het zoveel mogelijk
digitaliseren van alle informatiestromen rondom de
patiënt. Doel is het bewerkstelligen van de noodza-
kelijke veranderingen in de zorg, zodat én de kwali-
teit wordt verbeterd én de kosten omlaag gaan. Het
verstandig inzetten van social media kan structureel
bijdragen aan het behalen van die doelstelling.
Onderzoek BMC Vraagstelling
“In hoeverre communiceren de Nederlandse zieken-
huisorganisaties met hun klanten via sociale media.”
Conclusies
• Nog geen kwart van de onderzochte ziekenhuizen
is actief op Facebook, terwijl een sterk toenemend
aantal patiënten het real time laten weten als ze zich
in het ziekenhuis bevinden.
• Nog geen kwart van de onderzochte ziekenhuizen
heeft een Twitter-account. Daarvan reageert slechts
32% op de op hun profi el geplaatste tweets.
• De top-5 ziekenhuizen die het op social media
het beste doen zijn resp: HAGA, OLVG, Maxima,
Tweesteden en het Rijnstate ziekenhuis.
• Twaalf ziekenhuizen scoorden een nul.
• De top-5 ziekenhuizen scoorden ook hoger op
de landelijke ranglijst van meest klantvriendelijke
ziekenhuis, hoewel we geen statistische relatie
kunnen leggen tussen de inzet van social media
en klanttevredenheid.
• Onbekendheid met social media bij de ziekenhuizen
is over het algemeen erg groot.
• Het ontbreekt aan een duidelijke visie, strategie en
interactietactiek met de patiënt.
• Het hebben van een account is één ding, het onder-
houden ervan blijkt voor velen toch nog te lastig.
• De patiënt lijkt er echter klaar voor te zijn, gezien het
feit dat ze het ziekenhuis expliciet laten weten dat ze
aanwezig zijn.
• Het is daardoor niet duidelijk wie nu precies achter
de accounts zit en met welke reden dit kanaal er is
(anders dan het doorplaatsen van persberichten).
Men laat teveel kansen liggen op het gebied van
(actuele) informatie-uitwisseling en interactie.
• Social media staat nog te veel op zichzelf als middel
in de mix. Het ontbreekt nog aan een goede com-
plementaire invulling van dit kanaal op wat er reeds
gebeurt.
• Er wordt over het algemeen te veel gezonden. Echte
(pro)actieve interactie met patiënten is er nog maar
weinig.
• Een goed georganiseerde en geïntegreerde infor-
matielogistiek draagt bij aan het voldoen aan de
duidelijke communicatiebehoefte van patiënten.
Quotes tijdens de workshop Anne van der Heyden (BMC)
“Bij sommige ziekenhuizen kun je ’s nachts via bijvoor-
beeld Facebook aangeven dat je een afspraak wilt
veranderen. In de praktijk blijkt dat iemand daarop
handmatig de mededeling intikt: belt u morgen tijdens
kantooruren nog eens terug. Er bestaan inmiddels
applicaties om dat automatisch te doen en de patiënt
toch het gevoel te geven dat hij persoonlijk antwoord
krijgt.”
“De nieuwe generatie patiënten maakt gebruik van
een interactieve wereld waarin men respect heeft voor
elkaars gedachten en ideeën. In deze wereld wordt
nuttige informatie vrijelijk met elkaar uitgewisseld en
ter discussie gesteld. De nieuwe generatie verwacht in
deze interactieve wereld een proactieve houding van
ziekenhuizen.”
“Als je als ziekenhuis besluit de stap te zetten naar de
online wereld, maak dat dan intern duidelijk en begin
met het borgen van de voorwaarden waaronder het
moet gebeuren. Voorkom dat verschillende mensen er
ongecontroleerd mee aan de haal gaan.”
“Een aantal Amerikaanse ziekenhuizen heeft inmiddels
een digitaal systeem waarmee ze aan het eind van de
dag het volledige scala van afspraken, labuitslagen,
patiëntengroepen bij elkaar brengen en online
communities onderhouden managen.”
Pieter Rahusen (Ricoh Healthcare)
“Social media gaat over zenden en ontvangen. Je
wilt je in deze competitieve markt ook als ziekenhuis
gunstig profi leren, maar je moet er rekening mee
houden dat patiënten heel snel hun meningen over
jou met elkaar kunnen delen. De kunst is om je in
dat proces kwetsbaar op te stellen.”
Deelnemers workshop
“De kernvraag is of ziekenhuizen niet allereerst moeten
accepteren dat de shift van papieren naar digitale
informatiestromen noodzakelijk is. Pas daarna kun je
bepalen hoe je dat moet gaan doen.”
Stellingen en reacties daarop1. “Het is onontbeerlijk een online profi el te
hebben.”
“Het is afhankelijk van de doelgroep en van wat
je ermee beoogt. Die twee zijn onlosmakelijk met
elkaar verbonden.”
“Als de patiënt niets over jou kan vinden, gaat hij
zelf zijn mening over je organisatie communiceren.
Dan kun je het maar beter zelf organiseren. De
nieuwe generatie zal ter plekke niet zozeer over de
kwaliteit van de zorg twitteren, maar wel over de
kwaliteit van de koffi e en de lengte van de wacht-
tijden. Als je op die manier ‘een slechte pers’ krijgt
en dat wordt veelvuldig gedeeld, heeft dat een
negatieve invloed op je reputatie. Je kunt je als
ziekenhuis juist onderscheiden door proactief
goed nieuws te zenden.”
“Veel ziekenhuizen beginnen inderdaad met zenden,
maar schrikken vervolgens van de interactie die dat
teweeg kan brengen. Je kunt je doelgroep positief
verrassen, maar je moet wel voorbereid zijn op de
reacties. Het beste is om de activiteit te beleggen
bij de afdeling die er het best voor is toegerust. Bij
ons is dat de afdeling Patiëntencommunicatie, die
zich realiseert dat er een verschuiving gaande is van
offl ine naar online communicatie. Wij zetten daar
capaciteit voor in, maar het zal nog niet voor ieder
ziekenhuis evident zijn dat het zo moet of kan.”
“Een online profi el kan voorzien in de individuele
behoefte aan medische informatie. Welke behande-
lingen worden in ziekenhuis x met succes uitgevoerd,
welke specialist doet vaker dan gemiddeld een
bepaalde behandeling, etcetera. Dat soort informatie
staat doorgaans niet op de reguliere website van een
ziekenhuis.”
(Vraag van Anne van der Heyden: “Erover bellen?”
Antwoord: “Ik weet niet of u wel eens met een
ziekenhuis belt…”)
“Geen online profi el hebben is nog altijd minder erg
dan er wel één hebben en daar niet op de goede
manier mee omgaan. Als je via je Facebookpagina
de mogelijkheid biedt vragen te stellen en je laat die
vragen vervolgens twee maanden onbeantwoord,
dan kun je die mogelijkheid beter achterwege la-
ten.”
2. “Netwerken doe ik alleen in de fysieke wereld.”
“Niet mee eens: ik vind het fantastisch dat ik me
online kan mengen in een discussie over bijvoorbeeld
een boek en dat de schrijver van dat boek zich daar
soms ook weer in mengt.”
3. “Als organisatie hebben wij marketing-
communicatieadvies nodig.”
“Zoals het verschil tussen zakelijk en privé langzamer-
hand verdwijnt, lijkt het ook wel alsof iedere mede-
werker een soort PR-adviseur is geworden. Maar als
je via social media privé iets vertelt over je werk, kan
dat zakelijke gevolgen hebben. De balans daartussen
vinden is nog steeds heel lastig. Het lijkt een gene-
ratieverschil te zijn: de jeugd doet daar veel minder
moeilijk over.”
“Medewerkers die op hun persoonlijke Facebookpa-
gina zetten dat ze een vervelende dag op het werk
hebben gehad, delen dat met hun vrienden. Dat kan
tot gevolg hebben dat de reputatie van hun organi-
satie schade oploopt.”
“Het gebruik van social media daarom verbieden
heeft geen zin.”
“Artsen en specialisten zouden de voorhoedespelers
moeten zijn bij het verspreiden van goede PR van
een ziekenhuis. Een goed voorbeeld van hoe het
kan is de Twitterpoli voor sportblessures in het
weekend.”
“Organiseer workshops over externe communicatie,
leg gedragscodes vast en monitor alles wat over je
organisatie naar buiten wordt gebracht. Zodra een
medewerker zich ongenuanceerd uitlaat over je orga-
nisatie, moet je hem daar meteen op aanspreken.”
4. “Internet legt het zenuwstelsel van organisaties
bloot als het gaat om open, eerlijke en transpa-
rante communicatie.”
“Dat is precies de reden waarom wij niet twitteren.
Als er een keer iets gebeurt dat niet leuk is, kun je
het vervolgens niet doodzwijgen op Twitter.”
“Het Maasland Ziekenhuis zou wél willen dat ze
direct hadden gereageerd op iets dat niet leuk was.
Het punt is dat de buitenwereld nu binnen 24 uur
een volledig doordacht plan voor crisiscommunicatie
verwacht als er iets misgaat. Dat moet je dan ook
niet pas verzinnen áls er iets misgaat, maar juist als
er helemaal niets aan de hand is. De drie belangrijkste
elementen van een doordacht plan voor crisiscom-
municatie zijn: heel direct en zonder compromissen,
verschaffen van handelingsvrijheid aan de slachtoffers
en een toekomstvisie.”
5. “De digitale dokter is binnen 5 jaar
ingeburgerd.”
“Die is er al.”
“Face-to-face contact blijft toch noodzakelijk om
geld te kunnen blijven verdienen.”
“Om de bezuinigingen in de GGZ het hoofd te
bieden is eHealth de aangewezen mogelijkheid.
Ook hiervoor geldt de verwachting dat de jongere
generatie er massaal gebruik van zal maken.”
6. “Ziekenhuizen die vermenselijken hebben de
toekomst.”
“Het draait om persoonlijke aandacht, of dat nou
plaatsvindt via social media is of via face-to-face
contact.”
7. “Een goede professional leeft in beide
werelden.”
“De ene wereld gaat steeds vaker over in de
andere.”
Vragen?Neem dan contact op met Pieter Rahusen,
Market Development Manager Healthcare.
linkedin.com/in/pieterrahusen
Ricoh Healthcare
facebook.com/RicohHealthcare