inhoud -...

24
iCare | januari 2015 1 INHOUD Inhoud ..................................................................................................................................................... 1 Voorwoord .............................................................................................................................................. 3 1. Gezondheidsbeleid Op School (GOS). ............................................................................................. 5 1.1. Ditjes en datjes. ....................................................................................................................... 5 1.2. Nieuwe materialen orthotheek GOS-thema. ........................................................................... 7 2. Orthotheek ...................................................................................................................................... 8 3. Even voorstellen .............................................................................................................................. 8 3.1. Carrière .................................................................................................................................... 9 3.2. Coördinatie .............................................................................................................................. 9 3.3. Lid van ...................................................................................................................................... 9 3.4. Rol van een DiCo .................................................................................................................... 10 4. M-decreet: een krachtige leeromgeving voor iedereen. .............................................................. 11 5. Integrale JeugdHulpVerlening (IJHV). ............................................................................................ 15 5.1. Historiek ................................................................................................................................. 15 5.2. Werkingsprincipes ................................................................................................................. 16 5.3. Doelstellingen van het decreet Integrale Jeugdhulp ............................................................. 17 5.3.1. Vermaatschappelijking van de jeugdhulp ..................................................................... 17 5.3.2. Tijdige toegang tot de jeugdhulp .................................................................................. 17 5.3.3. Hulpcontinuïteit waarborgen ........................................................................................ 18 5.3.4. Op een gepaste wijze omgaan met verontrusting. ....................................................... 18 5.3.5. Voorzien in een aanbod crisisjeugdhulp ....................................................................... 18 5.3.6. Maximale participatie van de minderjarige en zijn gezin.............................................. 19 Informatieve nieuwsbrief voor onderwijsprofessionals | Scholengroep 14 Een uitgave van GO! CLB Genk-Maasland en Scholengroep 14 Weg naar As 199a | 3600 Genk Halmstraat 12 | 3600 Genk

Upload: others

Post on 14-Sep-2019

3 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

Informatieve nieuwsbrief voor onderwijsprofessionals | Scholengroep 14

iCare | januari 2015 1

INHOUD

Inhoud ..................................................................................................................................................... 1

Voorwoord .............................................................................................................................................. 3

1. Gezondheidsbeleid Op School (GOS). ............................................................................................. 5

1.1. Ditjes en datjes. ....................................................................................................................... 5

1.2. Nieuwe materialen orthotheek GOS-thema. ........................................................................... 7

2. Orthotheek ...................................................................................................................................... 8

3. Even voorstellen .............................................................................................................................. 8

3.1. Carrière .................................................................................................................................... 9

3.2. Coördinatie .............................................................................................................................. 9

3.3. Lid van ...................................................................................................................................... 9

3.4. Rol van een DiCo .................................................................................................................... 10

4. M-decreet: een krachtige leeromgeving voor iedereen. .............................................................. 11

5. Integrale JeugdHulpVerlening (IJHV). ............................................................................................ 15

5.1. Historiek ................................................................................................................................. 15

5.2. Werkingsprincipes ................................................................................................................. 16

5.3. Doelstellingen van het decreet Integrale Jeugdhulp ............................................................. 17

5.3.1. Vermaatschappelijking van de jeugdhulp ..................................................................... 17

5.3.2. Tijdige toegang tot de jeugdhulp .................................................................................. 17

5.3.3. Hulpcontinuïteit waarborgen ........................................................................................ 18

5.3.4. Op een gepaste wijze omgaan met verontrusting. ....................................................... 18

5.3.5. Voorzien in een aanbod crisisjeugdhulp ....................................................................... 18

5.3.6. Maximale participatie van de minderjarige en zijn gezin.............................................. 19

Informatieve nieuwsbrief voor onderwijsprofessionals | Scholengroep 14

Een uitgave van GO! CLB Genk-Maasland en Scholengroep 14

Weg naar As 199a | 3600 Genk

Halmstraat 12 | 3600 Genk

Informatieve nieuwsbrief voor onderwijsprofessionals | Scholengroep 14

iCare | januari 2015 2

5.4. Rechten in de jeugdhulp ........................................................................................................ 19

6. Kernkwadranten ............................................................................................................................ 20

7. Vormingsaanbod ........................................................................................................................... 22

8. Redactie ......................................................................................................................................... 23

Na elk hoofditem, vind je “terug naar inhoud”. Wijs “inhoud” aan en klik. Zo spring je terug naar de

inhoudsopgave.

Informatieve nieuwsbrief voor onderwijsprofessionals | Scholengroep 14

iCare | januari 2015 3

VOORWOORD

Joke Hendrickx

Beste iCare-lezer

Het nieuwe jaar is al weer even gestart… goede voornemens zijn genomen… wij gaan daar niet teveel

aan toevoegen, maar durven het wel om Griet Op de Beeck te citeren…

Aan al wie durft (een beetje is al genoeg)

Naar Griet Op de Beeck

Ik hou niet van deze tijd van het jaar. Te vroeg donker, te grote kou, te nadrukkelijk

wegtikkende tijd, te veel liedjes in de straten waar leven is, te veel verplichte

cadeaukoperij die niks te maken heeft met willen geven, te veel gelegenheidsdenkers

(dat is toch voor alle dagen, of tenminste die dagen waarop het er echt toe doet), te veel

lege gesprekken op feesten waar je niet per se wil zijn, te veel in kleurig papier verpakte

sokken onder kerstbomen, te veel opgewarmde diepvrieshapjes die eigenlijk naar niks

smaken, te veel vuurwerk en te veel ongelukken met dat vuurwerk waar ze het dan in

het journaal weer over moeten hebben, zoals over de kust bij mooi weer in die eerste

zomerdagen,…

Maar net daarom denk ik nog heftiger dan anders: ons leven is van ons. Dus laten we

leven -voluit en gretig- omdat we dat willen en graag zien omdat we dat kunnen. Laten

we beter leren weten. Laten we vergeten, laten we nooit vergeten. Laten we gaan tot

voorbij dat ene punt, dat moment waarop we vrezen niet meer te kunnen en laten we

lief zijn voor wie dat nog niet kan. Laten we nietsontziend ontroerd raken. Laten we

verleren hoe het moet, geloven dat het waar is, weten dat het zo niet verder kan. Laten

we ons verbazen. Laten we nergens op voorbereid zijn. Laten we in goede aarde

vallen. Laten we ze openlaten: onze deuren, onze armen, onze geesten.

Laten we mannen zijn uit veel kleine stukjes en vrouwen die ook eens durven niet te

weten wat ze willen. Laten we slechte verliezers zijn, als het onszelf is dat we

kwijtgeraken. Laten we stilvallen, wegwaaien, terugkomen, opstaan, aanreiken,

dromen, drinken en kussen. Laten we kussen. Laten we weten dat ja zeggen theoretisch

altijd het mooist is en soms toch kiezen voor een nee, omdat we dat verdienen. Laten we

stoppen met hopen en doen wat moet gebeuren om het te doen gebeuren. Laten we

weten wat de feiten zijn en daar niet te veel rekening mee houden. Laten we afspreken

dat geen enkele brug te ver is. Laten we onze geheimen harten koesteren, omdat

Spinvis dat gezegd heeft. Laten we bekken openbreken. Laten we geen engelen zijn,

maar als het kan ook geen duivels. Laten we mensen zijn. En helemaal onszelf worden,

niet wie we denken dat anderen willen dat we waren. Laten we meezingen met de radio,

ook als het een heel fout liedje is. Laten we alleen maar groene thee drinken als we dat

Informatieve nieuwsbrief voor onderwijsprofessionals | Scholengroep 14

iCare | januari 2015 4

echt lekker vinden. Laten we lopen tot we niet meer weten waar de straten zijn en de

luchten en het water. Laten we geloven dat het allemaal goud is wat blinkt. Laten we

niet meer weten wat de grenzen zijn. Laten we redden wat er te redden valt en diegene

die daar meer moeite voor doen dan wijzelf. Laten we slapende honden keihard wakker

maken. Laten we zacht zijn voor onze wilde

harten en ook voor dat van wie ons het

dierbaarst is en ook voor dat van die ene

norse man op straat, die was vast gewoon

even heel ongelukkig. Laten we weten wat we

waard zijn. Laten we vasthouden wie dat

verdient, laten we loslaten wie dat verdient.

Laten we begrijpen wat de liefde is, laten we

onthouden dat dat alles is of toch bijna alles.

Laten we durven. Driehonderdvijfenzestig

dagen lang, en dan weer opnieuw.

Wij durven jullie allen hierbij een fantastisch 2015 toe te wensen!

Terug naar inhoud

Informatieve nieuwsbrief voor onderwijsprofessionals | Scholengroep 14

iCare | januari 2015 5

1. GEZONDHEIDSBELEID OP SCHOOL (GOS).

Coördinatie Anne Franken

1.1. Ditjes en datjes.

Deze winter en ook in de komende jaren kampen we in België misschien met een ernstig

stroomtekort. Daarom neemt de overheid maatregelen om een black-out of stroomuitval in heel het

land te voorkomen. http://www.ond.vlaanderen.be/stroomtekort/

Vindt jouw school het niet voor de hand liggend om prioriteiten te selecteren en concrete

doelstellingen te formuleren? Vraag gerust advies op maat aan via het online formulier op

www.sportbeweegtjeschool.be. De SVS-schoolondersteuners i.s.m. de pedagogische

begeleidingsdienst van uw school helpen je graag verder.

Rode Kruis Vlaanderen ontwikkelde een praktisch instrument met een schematisch overzicht van

leerinhouden over de verschillende onderwijsniveaus, van kleuteronderwijs tot secundair onderwijs.

Een kapstok om ontwikkelingsdoelen en eindtermen een concrete invulling te geven. De leerlijn richt

zich in essentie op eerste hulp, maar er komen ook aspecten i.v.m. preventie aan bod.

Je kan de leerlijn hier downloaden: www.rodekruis.be het Rode Kruis voor scholen ik ben

leerkracht.

www.playpauzestop.be is een campagne

die zich richt naar 10- tot 14-jarigen om hen

bewust te maken van hun

beeldschermgebruik. De site richt zich tot

ouders, jongeren en school en wil hen

sensibiliseren om tijdens de blootstelling

aan een beeldscherm play-pauze-stop in

hun achterhoofd te houden: play roept op

om te variëren in je schermhouding, pauze

om elke 30 minuten te pauzeren en om na 2

uur beeldschermblootstelling te stoppen.

De Vlaamse Verkeersveiligheidsprijs wil kleinschalige concrete projecten in de schijnwerper zetten.

De VSV (Vlaamse Stichting Verkeerskunde) zoekt daarvoor projecten die naast hun eenvoudigheid

ook inspirerend werken, wervend en vernieuwend zijn op het gebied van samenwerking en een

essentiële bijdrage leveren aan de verkeersveiligheid. Neem zeker een kijkje op

http://2015.vlaamscongresverkeersveiligheid.be/bericht/win-de-vlaamse-verkeersveiligheidsprijs-

2015

Op de site van de Vlaamse Stichting Verkeersveiligheid vind je tevens een groot aanbod van lesfiches

voor BaO, SO en BuO gaande van EHBO, in groep fietsen, dode hoek, gedrag op het openbaar

Informatieve nieuwsbrief voor onderwijsprofessionals | Scholengroep 14

iCare | januari 2015 6

vervoer,… Elke lesfiche start met een vermelding van de ontwikkelingsdoelen, eindtermen en VOET-

en. Zeker de moeite waar om een kijkje te nemen.: http://nieuws.verkeeropschool.be/lesfiches.

Op 10 februari is het wereldwijd Safer Internet Day, een dag in het teken van veiliger en

verantwoorder gebruik van online media door jongeren en kinderen. Partner voor België is Child

Focus met onder meer www.clicksafe.be. Het spelmateriaal “De juiste click” vind je in onze

orthotheek IDnr. 09.01.00/046. Lesgeven kan met deze materialen.

Week van de lentekriebels van 23/02 tot 27/02 staat dit jaar in het teken van gender en homofobie.

Via www.seksuelevorming.be vind

je een overzicht van mogelijke

materialen en methodieken om

rond dit thema aan de slag te gaan

in de klas. Tijdens deze week kan je

de focus op dit thema leggen maar

vergeet niet dat een éénmalige

actie weinig effect heeft op het gedrag van kinderen en jongeren. Daarom is het belangrijk om dit

thema te integreren in de gehele schoolwerking, in alle klassen, met participatie van alle actoren

(leerlingen, ouders, schoolteam,…). Affiches worden aan de secundaire scholen bezorgd via de CLB

contactpersoon.

Basisonderwijs

SammyP@school: In januari 2015 lanceert SVS een nieuwe werkvorm voor het lager onderwijs: het

bewegingspaspoort 'SammyP@School'. SVS wil hiermee de bewegings- en sportmomenten van

kinderen maximaliseren én registreren. Meer informatie: www.schoolsport.be.

Het VAD ontwikkelde een lessenpakket over gamen voor leerlingen van de derde graad lager

onderwijs. ‘Vlucht naar Avatar’ wil de kennis, het inzicht en de vaardigheden van deze leerlingen

versterken, zodat ze op een verantwoordelijke manier leren omgaan met gamen. Het materiaal is

aanwezig in onze orthotheek IDnr. 01.05.00/207 maar op de site van het VAD

(www.vad.be/materiaal/lespakketten/vlucht_naar_avatar.aspx) vind je tevens digitaal materiaal.

Hoe kun je het zelfinzicht, de veerkracht en het welbevinden van je leerlingen versterken? Hoe werk

je aan een positief klimaat in de klas? Het nieuwe educatief pakket ‘Vlieg erin!’ geeft concreet

lesmateriaal waarmee je aan de slag kunt. Wil jij het pakket beter leren kennen en meer

achtergrond, tips & tricks krijgen om het mentaal welbevinden op school te bevorderen? Schrijf je

dan in voor de vormingssessie te Hasselt op 5 maart. Meer info over het pakket, het programma en

de locaties vind je op www.cm.be/vliegerin.

Informatieve nieuwsbrief voor onderwijsprofessionals | Scholengroep 14

iCare | januari 2015 7

Secundair onderwijs

“Vrijdag is de hel minder heet” is een boek geschreven voor 13-plussers en gaat over je evenwicht

vinden in een multiculturele samenleving, over opkomen voor jezelf. De schrijfster, Vera Van

Renterghem, vertelt het verhaal van Sajid en Tara beide van Turkse origine. Het boek leent zich

uitstekend om met jongeren het gesprek aan te gaan over culturele diversiteit, integratie en religie.

Om jongeren de kans te geven dit boek te lezen, kan het misschien de volgende aankoop zijn voor de

schoolbibliotheek? Een recensie vind je alvast via deze link: http://www.lees-

wijzer.be/begeleider/boek/vrijdag-is-de-hel-minder-heet.

“Bloot” is een korte documentaire van Elisa Kint over relaties en intimiteit. Bij de DVD hoort

lesmateriaal om de film nadien te bespreken. De film richt zich naar 14- tot 18-jarigen en biedt een

andere manier om het thema bespreekbaar te maken.

1.2. Nieuwe materialen orthotheek GOS-thema.

IDnummer Auteur Titel Soort Trefwoord

01.05.00/207 VAD Vlucht naar Avatar. bundel

ICT, veiligheid, gamen, 3de gr BaO, handleiding, werkboek

06.04.04/250 VAD Iedereen drinkt, iedereen blowt?

bundel drugs, middelengebruik, alcohol, cannabis, jongeren, SO, individuele begeleiding

06.04.04/251 VAD Back PAC. bundel drugs, middelengebruik, alcohol, cannabis, jongeren, SO, 1ste + 2de graad, individuele begeleiding

07.03.01/003 Maud Koppelaer

Actief met sportieve themaspelen. Ideeënboek voor kleuter- en lager onderwijs.

boek gezondheidsbevordering, beweging, KO, BaO, thema's, praktijkgericht

06.04.10/015 Naomi Drew Kinderen en … Geen grapjes over pesten. 125 kant-en-klare activiteiten om kinderen te helpen hun woede te beheersen, conflicten op te lossen, empathie te ontwikkelen en goed om te gaan met anderen. (gaat samen met spel 09.01.00/083)

boek pesten, vaardigheden, conflicten, empathie, woedebeheersing, 2de en 3de gr BaO

Informatieve nieuwsbrief voor onderwijsprofessionals | Scholengroep 14

iCare | januari 2015 8

Terug naar inhoud

2. ORTHOTHEEK

Coördinatie Anne Franken

Je kan de lijst met materialen van de orthotheek raadplegen via onze site (www.clb-genk-

maasland.be) maar ook via Smartschool van SGR14. Op Smartschool vind je het document terug in de

map intradesk bibliotheek. In dezelfde map werd tevens een handleiding geplaatst waarin het

lenen en het opzoeken van materialen verduidelijkt wordt.

Tevens is de lijst met nieuwe aanwinsten te raadplegen via de startpagina van de CLB site (www.clb-

genk-maasland.be).

Terug naar inhoud

3. EVEN VOORSTELLEN

Ik ben Pietro Falcone , DiCo BaO van Scholengroep 14. Via deze iCare wil ik me graag even aan jullie

voorstellen.

IDnummer Auteur Titel Soort Trefwoord

09.01.00/083 Jeroen Hogerwerf

Geen grapjes over pesten. Een spel over omgaan met pesten en plagen. (gaat samen met boek 06.04.10/015)

spel pesten, vaardigheden, conflicten, empathie, woedebeheersing, 2de en 3de gr BaO

09.01.00/082 Jong en van Zin PETS! Pesten anders bekeken. (gaat samen met 06.04.10/218)

spel pesten, cyberpesten, groepsbevordering, talenten, weerbaarheid, SO

06.04.10/218 Jong en van Zin PETS! Pesten anders bekeken. (gaat samen met spel 09.01.00/082)

bundel pesten, cyberpesten, SO, werkvormen, talenten, weerbaarheid, groepsbevordering

Informatieve nieuwsbrief voor onderwijsprofessionals | Scholengroep 14

iCare | januari 2015 9

3.1. Carrière

in 1995 gestart als leerkracht op Basisschool

de Sprong te Maaseik.

klastitularis in het 2de, 3de, 5de, 6de lj

ook taakleerkracht, OVB, GOK (lager en

kleuter), turnleerkracht

Akte van Directeur behaald in juni 2002

Directieopdrachten :

- 2003 : GO! Via Tinto (nu GO! Kameleon), Maasmechelen

- 2003 - 2005 : GO! De Lettertuin, Opglabbeek

- 2005 – 2014 : GO! De Springplank, Neeroeteren

Sinds 1 september 2014 aangesteld als Directeur Coördinator Basisonderwijs

3.2. Coördinatie

Stuurgroep LVS

Stuurgroep Smartschool

Intervisie ZC’s

Zorgfora

3.3. Lid van

AC Pedagogie

AC Personeel

AC PR

Selectiecommissie BaO

Informatieve nieuwsbrief voor onderwijsprofessionals | Scholengroep 14

iCare | januari 2015 10

Schrijfgroep Integraalplannen

LOP, SAR, LOK, BKO, Flankerend Onderwijsbeleid Stad Genk

Bestuur VZW VIRBO (Directievereniging Vlaanderen)

Hoofdbestuur VZW CODICO (Coördinatieraad Directeurs Coördinatoren Vlaanderen)

Coördinator Stuurgroep Oost (Dico’s Brussel-Antwerpen-Limburg)

3.4. Rol van een DiCo

Het ondersteunen & coachen van directeurs zie ik als één van mijn belangrijkste taken. Alsook een

aanspreekpunt zijn en het bieden van een luisterend oor.

Deze taak wordt aangevuld met het coördineren van de scholengemeenschap:

Aanwezigheid in raden, commissies en andere werkgroepen, zowel binnen als buiten de

scholengemeenschap.

Het opvolgen van de regelgeving

Het bewaken van de kwaliteit

De brugfiguur zijn tussen de Algemeen Directeur en de scholen.

Systematisch overleg met de Algemeen Directeur

Ondersteuning van de directeur naar voorbereiding inspectie

Volgen van proces na de doorlichting

Belangenverdediger zijn van de directeurs

Coördineren van gemeenschappelijke initiatieven

Samenwerking met CLB, met externen, met de scholen van het buitengewoon onderwijs en met de

scholen van het secundair onderwijs.

Om zo SAMEN te streven naar:

Verbetering van de onderwijskwaliteit

Leerlingengroei

Informatieve nieuwsbrief voor onderwijsprofessionals | Scholengroep 14

iCare | januari 2015 11

Samenwerkingsverbanden realiseren tussen scholengemeenschappen

Verhogen van de samenwerking tussen scholen

Dit wil ik realiseren door :

Innoverend te werken

Visies te ontwikkelen

Toekomstgericht te werken

Te inspireren

Om zo een scholengemeenschap als lerende organisatie te creëren…

Naast deze boeiende en uitdagende opdracht tracht ik samen met mijn vrouw ook nog 2 pubers van

17 en 13 jaar groot te brengen. Wonen doen we in Neeroeteren, waar ik in juni ook al 45 kaarsjes

mag uitblazen…

Terug naar inhoud

4. M-DECREET: EEN KRACHTIGE LEEROMGEVING VOOR

IEDEREEN. Pieter Bevers

“Het is goed dat leerkrachten hoge verwachtingen stellen aan alle kinderen in de klas. Maar als er

geen onderscheid gemaakt wordt in de behandeling van leerlingen, hoewel dat aangewezen is om

meer gelijke uitkomsten te krijgen, wordt dat als een vorm van discriminatie gezien.” (Vlaamse

Overheid, 2011, Dyslexiesoftware! En nu?)

In onze scholengroep hebben we een lange traditie van zorg voor leerlingen met specifieke

onderwijsbehoeften. Laat dit nu net de focus zijn van het nieuwe M-decreet. Meteen lijkt het dan

vanzelfsprekend dat we daar al redelijk goed op voorbereid zijn en ik denk dat we daar in

verschillende scholen ook gerust ‘ja’ op mogen antwoorden.

Het nieuwe M-decreet vraagt echter toch ook wat aanpassingen en één ervan is het toepassen van

STICORDI-maatregelen (STImuleren, Compenseren, Remediëren en Dispenseren). In onze

scholengroep beter bekend als BPM (Bijzondere Pedagogische Maatregelen). De ‘klassieke’ manier

Informatieve nieuwsbrief voor onderwijsprofessionals | Scholengroep 14

iCare | januari 2015 12

van werken hiermee was dat, wanneer een leerling een vastgestelde diagnose van een leerstoornis

had (dyslexie, dyscalculie,…), er een standaardlijstje met maatregelen werd opgedist waar deze

leerling in meerdere of mindere mate beroep op kon doen. Dit had soms tot gevolg dat de leerkracht

hier weinig bij betrokken was en het gevoel had met deze opgelegde maatregelen de problemen van

de leerling op te moeten lossen.

Het M-decreet verwacht van scholen dat ze een krachtige leeromgeving aanbieden voor alle

leerlingen, ook deze met specifieke onderwijsbehoeften zonder een officiële diagnose. Zo hebben

zowel leerlingen met een leervoorsprong, als bijvoorbeeld ook leerlingen die gewoon iets trager zijn,

nood aan bepaalde maatregelen om het leerproces te bevorderen. Deze STICORDI-maatregelen zijn

de meest voor de hand liggende redelijke aanpassingen die een school kan doen. En wees er maar

zeker van dat heel veel leerkrachten dit al automatisch toepassen. Alles vertrekt vanuit de interactie

met je leerling/klas: als je een warme, zorgende relatie hebt ten aanzien van je leerlingen, zal je

automatisch Thomas wat extra tijd geven, bij Mirthe de instructie nog eens voorlezen en Samir een

voetensteuntje geven. Als we die maatregelen op die manier bekijken en ons niet blindstaren op

papierwerk en ‘in orde zijn’, dan zijn het de meest natuurlijke hulpmiddelen die elke leerkracht in z’n

rugzak heeft zitten.

STICORDI:

1. STImuleren: leerproblemen hebben een serieuze impact op het zelfbeeld van leerlingen,

vandaar dat het geloof van de leerkracht in het kunnen van de leerling en het communiceren

daarover cruciaal is. Stimulerende maatregelen zijn voor alle leerlingen belangrijk en worden

best toegepast op klasniveau.

Bijv.: De leerkracht geeft gerichte feedback bij een taak en benoemt wat goed gaat, zonder te

vergelijken met andere leerlingen.

2. Remediëren: Leerlingen krijgen uitgebreidere of intensievere instructies of maken zich

specifieke strategieën eigen om bepaalde handelingen in de toekomst zelfstandiger te

kunnen uitvoeren.

Bijv.: De leerkracht zet extra in op de juiste spellingsstrategieën.

3. COmpensen: Hierbij laten we leerlingen hulpmiddelen gebruiken om de beperkende

gevolgen van leerproblemen te verminderen.

Bijv.: Frank mag een tafelkaart gebruiken.

4. Dispenseren: Hierbij wordt een leerling vrijgesteld van onderdelen van het leerplan en indien

mogelijk worden deze vervangen door gelijkwaardige doelstellingen zodat de certificering

niet in het gedrang komt of in functie van het vervolgonderwijs (bvb jaar overdoen, 1B of een

andere overstap).

Bijv.: Metin wordt vrijgesteld van een zinnendictee en moet enkel een ‘gatendictee’ invullen,

aanvullend kan dit dictee thuis reeds voorbereid worden.

Informatieve nieuwsbrief voor onderwijsprofessionals | Scholengroep 14

iCare | januari 2015 13

Onze ALT (aangepast leertraject) zal niet meer in de vorm van een ALT blijven bestaan, maar

heel vaak als dispenserende maatregel omschreven worden. Nu stonden op onze ALT, 2

mogelijkheden vermeld: omwille van advies 1) overdoen van het jaar of 2) overstappen naar

het buitengewoon onderwijs.

Met de intrede van het M-decreet, zal een leerling waarvoor de aanpassingen om het

gemeenschappelijk curriculum te volgen onredelijk zijn (dus ook de nodige dispenserende

maatregelen zijn onredelijk), na overleg met de klassenraad, ouders en CLB een attest en

verslag buitengewoon onderwijs krijgen. Hierbij staat het de ouders en leerling vrij om naar

een andere gewone school te gaan om te zien of de noodzakelijke maatregelen voor deze

leerlingen hier wel haalbaar/redelijk zijn of om te kiezen voor buitengewoon onderwijs. (ipv

een ALT optie 2)

Bij leerlingen die vermoedelijk het jaar zullen moeten overdoen of waarbij gewerkt wordt in

functie van het behalen van leerstof 4de leerjaar om vlot te kunnen overstappen naar 1B,

zal/kan dus gewerkt worden met dispenserende maatregelen (i.p.v. een ALT optie 1).

Sommige maatregelen zijn duidelijk ingrijpender dan andere. Alvorens je dispenserende maatregelen

invoert, ga je best eerst op zoek naar minder ingrijpende remediërende of compenserende

maatregelen (kanttekening hierbij: hoe ouder de leerling, hoe sneller voor dispenserende

maatregelen gekozen zal worden).

STICORDI-maatregelen kunnen ook op verschillende niveaus vastgelegd worden, zo kunnen een

aantal maatregelen die misschien in eerste instantie op individueel of klasniveau geïmplementeerd

zouden worden, op schoolniveau afgesproken worden: bijvoorbeeld alle leerkrachten gebruiken

hetzelfde lettertype en hanteren dezelfde sobere lay-out bij de opmaak van taken, toetsen en

examens.

STICORDI-maatregelen zijn er ook op gericht om leerlingen aan te moedigen qua zelfstandigheid en

om hun betrokkenheid bij het leerproces te vergroten.

Eigenlijk hoef je als leerkracht geen toestemming te vragen om stimulerende, remediërende en

compenserende maatregelen te nemen. Dit hoort bij goed onderwijs. Het is wel belangrijk dat je het

Informatieve nieuwsbrief voor onderwijsprofessionals | Scholengroep 14

iCare | januari 2015 14

opneemt in je leerlingvolgsysteem. Dispenserende maatregelen vormen hier uiteraard een

uitzondering op, aangezien deze goedgekeurd dienen te worden door de begeleidende klassenraad.

Als we dit even in het licht van ons zorgcontinuüm bekijken, dan zien we dat je als leerkracht op het

niveau van preventieve basiszorg al heel wat maatregelen kan nemen. Wanneer het om

dispenserende maatregelen gaat, zit je minstens in het niveau van de verhoogde zorg, maar ook bij

uitbreiding van zorg kan er gesproken worden over stimulerende of compenserende maatregelen.

Stel je hebt een overleg samen met het CLB en een buitenschoolse begeleidingsdienst bijv. CAR, dan

zit je in ‘Uitbreiding van zorg’, maar ook dan kunnen er tips gegeven worden om de leerling te

stimuleren of kunnen er afspraken gemaakt worden rond bepaalde compenserende hulpmiddelen.

Het zorgcontinuüm biedt een houvast voor de school om haar leerlingenzorg te structureren. De

maatregelen die genomen worden voor alle leerlingen, vallen in de brede basis van de preventieve

basiszorg. Indien een leerling meer specifieke individuele noden heeft, komt deze terecht in de fase

van verhoogde zorg. Wanneer ook deze specifieke zorg niet voldoende is dan wordt het CLB of een

andere dienst ingeschakeld. In de fase van uitbreiding van zorg zal het CLB een proces van

handelingsgerichte diagnostiek opstarten om zo tot maatregelen te komen die specifiek ingezet

kunnen worden ter ondersteuning van deze leerling. Indien de leerling ondanks deze specifieke

ondersteuning het gemeenschappelijk curriculum niet kan volgen, maken we de overgang naar fase

3: overstap naar een school op maat. De principes van het handelingsgericht werken binnen het

zorgcontinuüm krijgen een wettelijk kader binnen het M-decreet.

Voor de praktische toepassing binnen de zeven principes van handelingsgericht samenwerken

verwijs ik naar de bundel waar deze tekst op gebaseerd is:

www.g-o.be/sites/portaal_nieuw/Prikbordvoorleerkrachten/SO/pedagogischeondersteuning/infotheek/Documents/STICORDI%20-

%20een%20nieuwe%20generatie.pdf

Voor meer info over handelingsgericht samenwerken:

http://www.prodiagnostiek.be/w_denkkaders_continuum_van_zorg.php

Informatieve nieuwsbrief voor onderwijsprofessionals | Scholengroep 14

iCare | januari 2015 15

Het kind moet niet goed genoeg gemaakt worden voor de school, de school moet goed genoeg zijn voor het kind.

Terug naar inhoud

5. INTEGRALE JEUGDHULPVERLENING (IJHV).

Inge Fraiponts

5.1. Historiek

In 1998 brachten hoorzittingen in het Vlaams Parlement een aantal knelpunten over het

hulpaanbod in de Bijzondere Jeugdzorg aan het licht. Deze situeerden zich in de veel bredere

context van de jeugdhulp, zo bleek. De jeugdhulp was verdeeld over diverse sectoren, weinig

transparant,… Als reactie hierop werd in functie van een beleidsvoorbereidend proces zes

sectoren rond de tafel gebracht: Kind en Gezin (= ook CKG’s), de CBJ’s, het Vlaams Fonds (later

VAPH), de CAW’s, de CGG’s en de CLB’s. De gevolgde werkwijze was een synthese van topdown

(centraal aansturend) en bottom-up (vanuit de basis gestuurd) werken. Het ‘Decreet betreffende

de integrale jeugdhulp (07/05/04)’ was het resultaat. Er bleven echter knelpunten bestaan en tot

een echte implementatie kwam het niet. Het decreet Integrale Jeugdhulp werd grondig herzien.

Het huidige decreet betreffende de integrale jeugdhulp 12/07/2013 (BS 13/09/2013) luidde de

definitieve start van een hertekend jeugdhulplandschap in.

Informatieve nieuwsbrief voor onderwijsprofessionals | Scholengroep 14

iCare | januari 2015 16

5.2. Werkingsprincipes

Binnen het beschikbare aanbod heeft elke minderjarige alsook elke ouder of

opvoedingsverantwoordelijke met een jeugdhulpvraag of jeugdhulpbehoefte, die verband houdt met

de opvoeding of ontwikkeling van de minderjarige, recht op jeugdhulp.

De jeugdhulp hanteert een contextgerichte manier van werken en ze zet de jeugdhulpverlening op

de meest efficiënte en effectieve manier in. Er is een duidelijke link met handelingsgericht werken

(www.handelingsgerichtwerken.be).

De jeugdhulp zet maximaal de eigen krachten in van minderjarigen, ouders of, in voorkomend geval,

opvoedingsverantwoordelijken en de betrokken personen uit de leefomgeving en versterkt hen

daarin.

De jeugdhulp vertrekt van de hulpvraag of de hulpbehoefte van de personen tot wie ze zich richt en

sluit daar maximaal bij aan. Als verschillende vormen van jeugdhulp gelijkwaardig aan een

jeugdhulpvraag of jeugdhulpbehoefte kunnen beantwoorden, wordt de minst ingrijpende vorm van

jeugdhulp aangeboden.

Met uitzondering van de gerechtelijke jeugdhulpverlening kan de jeugdhulpverlening alleen worden

verleend met instemming van de personen tot wie ze zich richt. De jeugdhulp berust op een

vrijwillige medewerking van de betrokken personen. Ze worden maximaal betrokken bij de

jeugdhulpverlening. De jeugdhulpverlening kan alleen uitgevoerd worden met:

1° de instemming van de ouders van de minderjarige en, in voorkomend geval, van zijn

opvoedingsverantwoordelijken;

2° de instemming van de min-twaalfjarige, rekening houdend met zijn leeftijd en

maturiteit, als blijkt dat de min-twaalfjarige tot een redelijke beoordeling van zijn

belangen in staat is, of de instemming van de minderjarige die twaalf jaar of ouder is, of

nadat de minderjarige werd gehoord als die jonger is dan twaalf jaar.

De jeugdhulp houdt bij haar werking op gepaste wijze rekening met de culturele kenmerken, de

socio-economische situatie en de handicap van de minderjarige, zijn ouders, en in voorkomend geval,

zijn opvoedingsverantwoordelijken.

Iedereen die zijn medewerking verleent aan de toepassing van dit decreet is gehouden aan het

beroepsgeheim.

Informatieve nieuwsbrief voor onderwijsprofessionals | Scholengroep 14

iCare | januari 2015 17

5.3. Doelstellingen van het decreet Integrale Jeugdhulp

5.3.1. Vermaatschappelijking van de jeugdhulp

Het decreet kiest krachtig voor vermaatschappelijking van de jeugdhulp en creëert daar voor het

eerst een decretale basis voor.

Jeugdhulpverleners moeten zich telkens de vraag stellen hoe ze de eigen krachten van de

minderjarige, zijn ouders en de mensen uit zijn nabije omgeving mee kunnen inzetten en

versterken om een antwoord te bieden op de moeilijkheden die zich stellen. Daarvoor dienen zij

aangepaste methodieken in te zetten en een ondersteuningsplan in dialoog uit te werken. Zo

verhoogt de participatie en de eigen inbreng van de minderjarige en de mensen uit zijn omgeving in

de hulpverlening. Door zo te handelen zullen een aantal gezinnen en minderjarigen minder

gespecialiseerde hulp nodig hebben.

Gezinnen die wel meer ingrijpende hulp nodig hebben, zullen beter kunnen formuleren waarvoor ze

die hulp juist nodig hebben en hoe ze daar tegenover staan.

Wie naar de intersectorale toegangspoort stapt om niet rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp te

verkrijgen, dient aan te geven hoe er al gewerkt is aan het versterken van de eigen krachten van de

minderjarige, zijn ouders en zijn leefomgeving.

5.3.2. Tijdige toegang tot de jeugdhulp Bij hulpvragen is het uiterst belangrijk dat hulpvragers in zo weinig mogelijk stappen en gepast

geholpen worden. Integrale jeugdhulp streeft er met het nieuwe decreet naar de toegang tot de

jeugdhulp vlotter en op maat van de vraag te laten verlopen.

Informatieve nieuwsbrief voor onderwijsprofessionals | Scholengroep 14

iCare | januari 2015 18

De meest ingrijpende hulp moet voorbehouden zijn voor wie er meest nood aan heeft.

Om de toegang tot de rechtstreeks toegankelijke hulp te verbeteren komt er een uitbreiding van het

aanbod. Met name de ‘brede instap’ wordt versterkt. Die brede instap bestaat uit het aanbod van de

Centra voor Leerlingenbegeleiding (CLB), Kind en Gezin (K&G) en het Algemeen Welzijnswerk (AWW).

De toegankelijkheid van jeugdhulp kan ook belicht worden vanuit de ‘5 B’s’: de bruikbaarheid,

bereikbaarheid, beschikbaarheid, begrijpbaarheid en betaalbaarheid van de hulp. Het decreet

poneert en bevestigt de 5 B’s als bakens voor de organisatorische uitwerking van de hulp. Finaal is de

doelstelling dat voor elke hulpvraag zo snel mogelijk en in zo weinig mogelijk stappen het minst

ingrijpende en het meest passende beschikbare hulpaanbod wordt ingezet.

5.3.3. Hulpcontinuïteit waarborgen

Het nieuwe decreet geeft aan dat alle jeugdhulpverleners een opdracht hebben in het realiseren van

deze continuïteit. Hulpverleners moeten verwijsafspraken maken zodat verwijzingen gericht en van

de eerste keer juist verlopen. De verwijzende hulpverlener moet betrokken en aanspreekbaar

blijven voor de minderjarige en zijn ouders zolang de hulpverlening waarnaar verwezen werd nog

niet is opgestart.

5.3.4. Op een gepaste wijze omgaan met verontrusting. Sommige situaties zijn zo verontrustend dat hulpverleners zich afvragen of er geen meer

aanklampende of zelfs gedwongen hulp moet worden overwogen. Zulke situaties doen zich binnen

maar ook buiten de jeugdhulp voor.

Met ‘verontrustende situaties’ bedoelen we het brede domein van die situaties waarin mensen

(hulpverleners, cliënten zelf, andere betrokkenen) zich ongerust maken over de ontwikkeling van een

minderjarige. Ze maken zich ongerust omdat de ontwikkeling van die minderjarige op een of andere

manier fundamenteel in het gedrang komt. Bijvoorbeeld omdat de fysieke, psychische, seksuele

integriteit van die minderjarige bedreigd wordt. Maar misschien ook omdat de leer- en

onderwijskansen van deze minderjarige in het gedrang komen door een zware spijbelproblematiek.

Of omwille van een andere situatie die de ontwikkelingskansen van deze minderjarige serieus

bedreigt.

Als noch de hulpverlener, noch het team en de voorziening een antwoord vinden op de

verontrusting, kunnen ze vanaf 2014 een beroep doen op de Ondersteuningscentra Jeugdhulp of de

Vertrouwenscentra Kindermishandeling. Deze krijgen een specifiek mandaat om te werken met

verontrustende situaties, consult te verlenen aan de voorzieningen en om indien nodig dossiers over

te maken aan het parket.

5.3.5. Voorzien in een aanbod crisisjeugdhulp Het doel is om snel passende hulp te organiseren in crisissituaties waarbij minderjarigen betrokken

zijn. Crisishulp beoogt vanuit een acute nood de kansen op verandering ten volle te benutten.

Informatieve nieuwsbrief voor onderwijsprofessionals | Scholengroep 14

iCare | januari 2015 19

De meldpunten vormen de spil van het hulpprogramma. Zij staan in voor het ontvangen van de

telefonische aanmeldingen van crisissituaties vanwege professionele hulp- en dienstverleners.

5.3.6. Maximale participatie van de minderjarige en zijn gezin Integrale Jeugdhulp werkt op verschillende manieren aan een participatieve jeugdhulpverlening.

Zeker in een vrijwillige hulpverleningscontext is inzetten op participatie van de cliënt onontbeerlijk.

Hulpverlening kan immers maar uitgevoerd worden als alle partijen daarmee akkoord gaan.

De eerste doelstelling van een participatieve hulpverlening is om tegemoet te komen aan hetgeen de

cliënt als nodig en ondersteunend inschat en ervaart.

Het nieuwe decreet herbevestigt het belang van de participatie van de cliënt en van de

vraaggerichtheid van de jeugdhulpverlening.

Het decreet vermeldt ook een bijzondere rol voor de vertrouwenspersoon (voorheen

bijstandspersoon) van de minderjarige die fungeert als vast aanspreekpersoon doorheen heel het

traject. Zo’n vertrouwenspersoon kan de minderjarige bijstaan bij de uitoefening van zijn rechten in

de jeugdhulp en krijgt het mandaat om op elk ogenblik jeugdhulpaanbieders aan te spreken, de

belangen van minderjarigen te verdedigen, bemiddeling en overleg te initiëren en de situatie te

volgen. Hij wordt ook telkens op de hoogte gebracht van beslissingen van de jeugdhulpverlening.

5.4. Rechten in de jeugdhulp

Het Decreet Rechtspositie van de Minderjarige in de Integrale Jeugdhulp blijft van toepassing.

Bijkomend benoemt het nieuwe decreet nu ook de ouders en opvoedingsverantwoordelijken als

drager van een aantal rechten die in het DRM aan minderjarigen is toegekend. Het gaat om toegang

tot het dossier, recht op periodieke evaluatie van de jeugdhulp en het recht op inspraak.

Het decreet bepaalt ook de positie van de cliënt en wat hij mag verwachten op vlak van

communicatie en medezeggenschap in de processen van de toegangspoort en de gemandateerde

voorzieningen.

Meer info:

www.vlaanderen.be

www.steunpuntjeugdhulp.be

wvg.vlaanderen.be/jongerenwelzijn/

Terug naar inhoud

Informatieve nieuwsbrief voor onderwijsprofessionals | Scholengroep 14

iCare | januari 2015 20

6. KERNKWADRANTEN

Tijdens de directiedagen van oktober 2014 werden directies gevormd in het omgaan met

kernkwadranten van personeel. Het kader van Daniël Ofman leent zich echter ook om te gebruiken in

de klas.

Geïrriteerd draait juf zich om. “Ja, nu weet ik het wel.” Stefan heeft voor de zoveelste keer door de

klas heen geroepen dat hij wel weet waar je dit of dat kunt vinden. Eigenlijk is Stefan erg

behulpzaam van aard, maar vandaag slaat hij door in bemoeizucht. Juf is er klaar mee. Wanneer

ze thuis komt leest ze een artikel over het invullen van een kernkwadrant. Ze besluit dit ook een

keer te doen voor een aantal kinderen uit haar klas. Ineens kijkt ze heel anders naar de valkuilen en

kwaliteiten van de kinderen in haar klas.

Kernkwadrant

Een goede manier om de sterke en de zwakke punten van een kind helder te krijgen, is om de

kernkwaliteiten en valkuilen in kaart te brengen in een kernkwadrant. Dit is een veelgebruikte,

heldere en toegankelijke methode.

Kwaliteit

Kernkwaliteiten zijn, volgens de bedenker Daniel Ofman, de specifieke sterktes die iemand

kenmerken. Ze maken je tot wat je bent. Het zijn ook de positieve punten die een ander het eerst

over het kind zal zeggen als ernaar gevraagd wordt. Bijvoorbeeld dat het kind een erg

creatief, bijzonder geduldig of zeer besluitvaardig persoon is. Iedereen heeft kwaliteiten.

Informatieve nieuwsbrief voor onderwijsprofessionals | Scholengroep 14

iCare | januari 2015 21

Vragen die je hierbij kan stellen: wat vind ik in mezelf gewoon? Wat waarderen anderen in mij? Wat

moedig ik bij anderen aan? Wat eis ik van anderen?

Valkuil

Deze kwaliteiten worden een valkuil als het kind erin doorschiet. Dat is een vervorming van de

kwaliteit: de kwaliteit wordt een zwakte. Is het kind erg besluitvaardig, dan kan het in de valkuil

trappen drammerig te worden. Of: als het doorschiet in zelfverzekerdheid word het arrogant.

Vragen die je hierbij kan stellen: Wat ben ik bereid om bij anderen door de vingers te zien? Wat

verwijten anderen mij? Wat ben ik in mezelf geneigd te rechtvaardigen?

Allergie

Zoals iedereen kernkwaliteiten heeft, heeft ook iedereen valkuilen. Als een ander doorschiet in een

bepaalde kwaliteit, kan dat bij jou irritatie oproepen. Jouw reactie daarop wordt een allergie

genoemd. Zo´n allergie heeft vaak te maken met een kwaliteit van jezelf. Als je erg bescheiden bent,

kun je je mateloos storen aan mensen die continu zichzelf op de borst kloppen.

Vragen die je hierbij kan stellen: Wat mis ik in mezelf? Wat wensen anderen mij toe? Wat bewonder

ik in anderen?

Uitdaging

Die vervelende eigenschap van de ander (kan een leerling uit je klas zijn of misschien wel je eigen

kind) is natuurlijk ook een kwaliteit waarin hij is doorgeschoten. En het mooie is dat juist voor

degene die er allergisch voor is, de kwaliteit die achter deze uitdaging ligt een belangrijk

ontwikkelpunt kan zijn. Dit wordt dan de uitdaging genoemd. Erger jij je regelmatig aan de passiviteit

van een ander? Kijk dan welke kwaliteit daarachter zit. Is iemand bijvoorbeeld bedachtzaam of

geduldig en daarin doorgeschoten? Grote kans dat dat nou juist jouw uitdaging is omdat je zelf soms

te drammerig bent.

Vragen die je hierbij kan stellen: Wat minacht ik in anderen? Wat raden anderen mij aan te

relativeren? Wat zou ik in mezelf verafschuwen?

Tip: download de app ‘Core Quality’ van Ofman in iTunes om zelf aan de slag te gaan met

kernkwaliteiten.

(bron: keizerco.nl)

Terug naar inhoud

Informatieve nieuwsbrief voor onderwijsprofessionals | Scholengroep 14

iCare | januari 2015 22

7. VORMINGSAANBOD

Terug naar inhoud

Datum Tijdstip Locatie Doelgroep Inhoud

Laat jouw beeldscherm sporen na. www.playpauzestop.be

26/02 9u20-15u Christal Arena Genk

Directie, contactpersoon preventie en bescherming op het werk.

Gezond beeldschermgebruik op school en thuis.

Vlieg erin! www.cm.be/vliegerin

05/03 9u-13u Campus Hemelrijk, Hemelrijk 25 Hasselt

BaO: directie, ZC, leerkracht, CLB

Welbevinden, talenten, klasklimaat,… Voorstelling spelmateriaal.

Informatieve nieuwsbrief voor onderwijsprofessionals | Scholengroep 14

iCare | januari 2015 23

8. REDACTIE

Terug naar inhoud

Ann Biliris is CLB-coördinator van de maatschappelijke discipline en van de werking doorstroming en breed evalueren.

089/36 57 99 @ [email protected]

Pieter Bevers is CLB-coördinator van het forum leerlingenbegeleiders secundair onderwijs en van het ADHD-netwerk Genk. Anne Franken is CLB-coördinator van het gezondheidsbeleid op school (GOS), van de orthotheek en het strategisch plan van de medische discipline.

089/36 57 97 @ [email protected] 089/36 57 91 @ [email protected]

Joke Hendrickx is directeur van CLB GO! Genk-Maasland en lid van de adviescommissie PedaGO!gie.

089/36 57 90 @ [email protected]

Carine Schepers is directeur van BS Klimaatschool te Bree en lid van de adviescommissie PeDaGO!gie.

089/47 13 86 @ [email protected]

Informatieve nieuwsbrief voor onderwijsprofessionals | Scholengroep 14

iCare | januari 2015 24