inhoudsopgave - 020appslandgoed, bijvoorbeeld herinckhave (gelegen in de gemeente tubbergen),...

37
INHOUDSOPGAVE PAGINA 1 Ligging, grenzen en omvang 2 2 Landschappelijke structuur 4 3 Infrastructuur 9 4 Nederzettingen 13 5 Bevolking 15 6 Middelen van bestaan 17 7 Sociale en culturele voorzieningen 21 8 Ontwikkeling 1850 - 1940 24 Bronnen 27 Bijlagen 29 HET OVERSTICHT Zwolle, mei 1990.

Upload: others

Post on 24-Jul-2021

1 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

Page 1: INHOUDSOPGAVE - 020appslandgoed, bijvoorbeeld Herinckhave (gelegen in de gemeente Tubbergen), werkten, werden te hulp geroepen bij het ontginningswerk. Vaak kochten deze boerenzoons

INHOUDSOPGAVE

PAGINA

1 Ligging, grenzen en

omvang 2

2 Landschappelijke

structuur 4

3 Infrastructuur 9

4 Nederzettingen 13

5 Bevolking 15

6 Middelen van bestaan 17

7 Sociale en culturele

voorzieningen 21

8 Ontwikkeling 1850 - 1940 24

Bronnen 27

Bijlagen 29

HET OVERSTICHTZwolle, mei 1990.

Page 2: INHOUDSOPGAVE - 020appslandgoed, bijvoorbeeld Herinckhave (gelegen in de gemeente Tubbergen), werkten, werden te hulp geroepen bij het ontginningswerk. Vaak kochten deze boerenzoons

1 Ligging, grenzen en

omvang

Weerselo is eenplattelandsgemeente in het middenvan Twente. Het bestuurlijke enadministratieve centrum wordtgevormd door het dorp Weerselo.Tot de gemeente behoren verder dekerkdorpen Deurningen, Saasveld,Rossum, en de buurschappen methoofdzakelijk verspreide bebouwingDuider, Hasselo, Gammelke, Voltheen Lemselo.

De gemeente Weerselo is ontstaanin 1811. Toen werden hetstadgericht Oldenzaal (de stad ende naaste omgeving) en hetrichterambt Oldenzaal in drieëngesplitst en ontstonden degemeenten Losser, Oldenzaal enWeerselo. Het westelijke gedeeltevan het voormalig richterambtOldenzaal (het dorp en stiftWeerselo en de buurschappenDeurningen, Klein-Driene, Duider,Gammelke, Hasselo. Lemselo,Nijstad, Rossum, Saasveld enVolthe) vormt sindsdien degemeente Weerselo. In 1886 verloorde gemeente Weerselo een deel vanhet buurschap Klein-Driene aan degemeente Hengelo. Het betrof hiereen gebied van 168 ha met 324inwoners. Na de TweedeWereldoorlog volgden enkelegrenswijzigingen met de gemeentenBorne, Enschede en Hengelo. Debelangrijkste grenswijziging vondplaats in 1972, toen een ongeveer1.000 ha groot gebied met ± 1.000inwoners deels overging naar degemeenten Hengelo en Borne.

De gemeente Weerselo wordt omringddoor de gemeenten Tubbergen,Denekamp, Losser, Oldenzaal,Enschede, Hengelo en Borne. Opkaart 1 is de ligging van degemeente Weerselo in Twenteweergegeven.

Page 3: INHOUDSOPGAVE - 020appslandgoed, bijvoorbeeld Herinckhave (gelegen in de gemeente Tubbergen), werkten, werden te hulp geroepen bij het ontginningswerk. Vaak kochten deze boerenzoons

Het grondgebied van de gemeenteWeerselo besloeg op1 januari 1988 een oppervlakte van93,32 km2, waarvan 0,26 km2 uitbinnenwater breder dan zes meterbestond. De woningvoorraad bedroegtoen 2.591 eenheden en het aantalinwoners 8.527 personen. Degemiddelde woningdichtheid per km2

was derhalve 28 woningen, degemiddelde bevolkingsdichtheid 92inwoners. Ter vergelijking: hetbevolkingsdichtheidscijfer voorTwente als geheel op 1 januari1980 bedroeg 400, hetwoningdichtheidscijfer 149.

Page 4: INHOUDSOPGAVE - 020appslandgoed, bijvoorbeeld Herinckhave (gelegen in de gemeente Tubbergen), werkten, werden te hulp geroepen bij het ontginningswerk. Vaak kochten deze boerenzoons

2 Landschappelijke structuur

2.1. GeologieIn de wordingsgeschiedenis van hetlandschap in de gemeente Weerseloen bij het bepalen van hetgrondgebruik door de eeuwen heenhebben processen uit degeologische perioden van deijsbedekking (het Pleistoceen) ende relatief warme huidige periode(het Holoceen) een belangrijke rolgespeeld. Het Pleistoceen en hetHoloceen begonnen respectievelijkongeveer 2.500.000 en 10.000 jaargeleden.

Voordat het in de Saale-ijstijdvanuit Scandinavië oprukkendelandijs het gebied van de huidigegemeente Weerselo bereikte, washier in een marien milieu zeekleien in een latere koude periode eenpakket grof zand en (kleihoudend)grind afgezet. Tijdens de landijsbedekking van het noordelijke deelvan Nederland drong een van delandijslobben het dal van deOerdinkel binnen en stuwde hetaanwezige materiaal aan dezijkanten op tot langgerekteheuvelruggen. Het zuidoostelijkedeel van de gemeente ligt op eendergelijke stuwwal. Toen hetlandijs zich terug trok, bleef opde oude afzettingen een niet ofnauwelijks water doorlatende laagkeileem, een door het landijsmeegevoerd en gevormd mengsel vankeien, grind, grof zand en leem,achter. Het afstromende smeltwatervormde smeltwatergeultjes, waarvanrestanten nog in het landschapterug te vinden zijn.

Tijdens de laatste ijstijd van hetPleistoceen bereikte het opnieuwals een gigantische bulldozervanuit het noorden voortschuivendelandijs Nederland niet. Welheersten hier arctische

Page 5: INHOUDSOPGAVE - 020appslandgoed, bijvoorbeeld Herinckhave (gelegen in de gemeente Tubbergen), werkten, werden te hulp geroepen bij het ontginningswerk. Vaak kochten deze boerenzoons

omstandigheden, waardoor de winddoor het ontbreken van eenvegetatiedek vrij spel had en vatkreeg op de losse bodemdeeltjes.Hit door'de wind meegevoerdemateriaal werd elders weerafgezet, onder meer in het gebieddat tegenwoordig de gemeenteWeerselo uitmaakt. Het gehelegebied werd bedolven onder eenplaatselijk dik pakket dekzand.Het aanwezige reliëf werd daardoorenigszins genivelleerd.

Op het Pleistoceen volgde hetHoloceen waarin het klimaatgeleidelijk milder werd, dezeespiegel begon te stijgen en devegetatie kreeg weer een kans zichte ontwikkelen. In komvormigeterreingedeelten zoals De Boekeld,waaruit door de aanwezigheid vande keileem in de ondergrondovertollig water niet weg konvloeien, ontwikkelde zich hoogveenin een zuurstofarm en drassigmilieu. De beken zetten langs hunoevers kleiachtig zand af, dathier en daar met veen vermengdwerd. In verband met de algemenehellingshoek van het terrein (hetmeest oostelijke deel van degemeente ligt ± 93 meter bovenN.A.P., de meeste westelijkeuithoek ongeveer 12 meter) en deafvloeiingsrichting van de bekenbevinden de beekdalafzettingenzich hoofdzakelijk in langgerekteoost-west georiënteerde stroken.De beekafzettingen en de anderegenoemde geologische formaties metde daarop ontstane bodemsoortenzijn ingetekend op kaart 2.

2.2. Bodemgesteldheid en landschapHet uitgesproken micro-reliëf ingrote delen van het Weerselosegrondgebied vormde de grondslagvoor het gemengde agrarische

bedrijf en het landschap zoalszich dat rond het midden van devorige eeuw voordeed.Landschappelijk gezien is het"bekken van Weerselo" een eenheid,gelegen als het is tussen destuwwallen in het westen(Zenderen-Tubbergen), het noorden(Vasse-Ootmarsum) en het oosten(Oldenzaal-De Lutte).

Van oudsher was het Twentseboerenbedrijf gebaseerd op de drieelementen: bouwlanden (essen),groengronden (broeken enmaten/meden) en woeste veld-(heide) en veengronden. Eigenlijkzou daar nog het loofbos alsvierde element aan toegevoegdmoeten worden, doch dit had menmeer nodig voor woning, huisraad,brandstof en gereedschap dan alsgrondstof voor het bedrijf.

De akkers legden de boeren aan opde hoger gelegen delen van dedekzandgronden, zo dicht mogelijkbij de lager gelegenbeekdalgronden. Eeuwenlangebemesting van de van naturerelatief onvruchtbaredekzandgronden op de gestuwdeafzettingen met een mengsel vanbosstrooisel, heideplaggen en mestuit de potstal zorgden voor hetontstaan van een vruchtbare bodemmet een meer dan 30 cm dikcultuurdek, de zogenaamdeenkeerdgronden.

De meeste essen in de gemeenteWeerselo kenmerken zich door hungeringe grootte en langgerektevorm en zijn individueelaangelegd. Een en ander hangtsamen met de sterke verbrokkelingvan het terrein en de vele,parallel stromende beken. De langezijden der essen worden begrensd

Page 6: INHOUDSOPGAVE - 020appslandgoed, bijvoorbeeld Herinckhave (gelegen in de gemeente Tubbergen), werkten, werden te hulp geroepen bij het ontginningswerk. Vaak kochten deze boerenzoons

door de groengronden, de kortezijde door de heidevelden.Duidelijke voorbeelden van oudebouwlandcomplexen waren rond hetmidden van de vorige eeuw nog deessen van Volthe, Rossum, Lemselo,Gammelke, Saasveld en Deurningen.In de meeste gevallen konden iniedere buurschap meer dan tweeessen onderscheiden worden. RondRossum lagen bijvoorbeeld deRiekhofs Esch, de Linder Esch, deWieker Esch en de Looster Esch. DeLutteker (= kleine) Esch was éénvan de drie essen rond Gammelke.

De groengronden waren nodig voorde veeteelt, die men meeruitoefende omwille van demestvoorziening en de vetweiderij,dan om de zuivelprodukten. De wei-en hooilanden kregen een plaats opde laaggelegen vochtigebeekdalafzettingen die hiervoorzeer geschikt waren. Devruchtbaarheid van de uit fijnzand en klei bestaandebeekkleigronden werd opnatuurlijke wijze in standgehouden, doordat ze regelmatigoverstroomd en daardoor van eenlaag vruchtbaar slib voorzienwerden. Vóór de grote,negentiende-eeuwse ontginningeneen aanvang namen, werden degraslandcomplexen van redelijkekwaliteit over het algemeen"maten" of "meden" genoemd. Determ matenlandschap wordt dangehanteerd voor al het graslanddat omstreeks 1850 in verkaveldevorm aanwezig was. De Noordijkermeden, Saasvelder meden en hetgebied ten noorden van Rossumvormen een dergelijkmatenlandschap, dat gekenmerktwordt door een meer of minderregelmatig blokverkaveling en deaanwezigheid van houtwallen en

hagen, die als perceelsscheidingenfungeerden. Drassige,hoofdzakelijk on verkaveldegroengronden werden aangeduid met"broeken", waarvan het WesterinkerBroek en het Boeren Broekvoorbeelden waren.

De derde belangrijke categoriegebruiksgronden voor hetuitoefenen van het gemengde,hoofdzakelijk zelf verzorgende,agrarische bedrijf waren deheidevelden en de veengronden. Deheide was weideplaats voorschapen, honingwingebied voorbijen en leverde de plaggen voorde bemesting. De heideveldenstrekten zich uit over de voorakkerbouw ongeschikte zandgrondenmet een laag grondwaterpeil dievanwege het afplaggen ten behoevevan de bereiding van potstalmestnog eens extra verschraalden. Zoontstonden de sterk uitgeloogdepodzolgronden in het WeerseloscheVeld, het Honde Veld, hetGammelkerveld, het Saasvelder Velden Veen en het Rossumer Veld enMeden.

Na 1850 vond er als gevolg van hetontginnen van de woeste gronden ineen groot deel van hetgemeentelijke grondgebied eenbelangrijke uitbreiding van hetmatenlandschap plaats. Ook veelbouwlanden werden omgezet inweiland. Desondanks was in 1940 inverschillende delen van degemeente bovengenoemde driedelingin het grondgebruikspatroon vanhet zogenaamde Middeleeuwseontginningslandschap nog duidelijkte herkennen. Na de TweedeWereldoorlog maakte een groot deelvan het fijnmazigecoulissenlandschap door deuitvoering van ruilverkavelingen

Page 7: INHOUDSOPGAVE - 020appslandgoed, bijvoorbeeld Herinckhave (gelegen in de gemeente Tubbergen), werkten, werden te hulp geroepen bij het ontginningswerk. Vaak kochten deze boerenzoons

plaats voor een rationeelverkaveld jongontginningslandschap, waarin voorhoutwallen, hagen en meanderendebeekjes geen plaats meer was.

2.3. Bodembeheer en ontginningenVan oudsher was het grondgebieddat tegenwoordig tot de gemeenteWeerselo behoort eigendom vanverschillende marke-organisaties.Het merendeel der marken vindtzijn oorsprong in de veertiendeeeuw (Volthe 1383, Rossum1381/1383, Lemselo 1335, Duider1381/1383). Uitzonderingen zijn demarke Gammelke (1456) en de markeDeurningen die eerst na 1500ontstonden. Wanneer de noggedeeltelijk binnen de gemeentegelegen marke Hasseloo is ontstaanis niet bekend.Een deel van de grond was al voorde oprichting van de marke-organisaties in handen gekomen vande bewoners van verschillendeadellijke hoven. Weerselo kendevroeger drie van dergelijkeversterkte erven met de rechtenvan een havezate, te wetenHoikinck, Saasveld en Everlo.Verder stond er vroeger hetadellijke huis Grotenhuis. Alleenhet koetshuis van "het Everlo" inde buurschap Volthe is nogaanwezig en doel deels dienst alswoning en deels als restaurant.

Toen omstreeks 1840 de marke-organisaties van Gammelke (1838),Deurningen (1838), Hasseloo(1841), Rossum (1842), Lemseloo(1844), Duider (1844) en Volthe(1873), werden opgeheven, stond inieder geval juridisch gezien nietseen grootschalige ontginning vande woeste gronden en daardoor eenuitbreiding van het areaal bouw-en weiland meer in de weg. Het

duurde echter tot omstreeks 1900voordat daarmee een aanvang konworden gemaakt. Tot dan had eennijpend tekort aan betaalbare(organische) mest het vruchtbaarmaken van de schrale heidegrondenin de weg gestaan. De introductievan kunstmest rond deeeuwwisseling maakte aan datprobleem een einde. Op relatiefgrote schaal werden woestegronden, overeenkomstig hetveranderde produktieplan, omgezetin weidegronden. Van 1930 tot 1939is de oppervlakte cultuurgronddoor ontginning met niet minderdan 1.583 ha toegenomen. De totaleoppervlakte woeste grond in degemeente bedroeg in 1939 bedroegnog slechts 923 ha (820 ha heideen 103 ha moeras). De ontginningvan de velden dateert vooral uitde jaren twintig en dertig van detwintigste eeuw. Het waren meestalde landheren die het initiatiefnamen tot deze ontginningen.Boerenzoons, die vaak al op eenlandgoed, bijvoorbeeld Herinckhave(gelegen in de gemeenteTubbergen), werkten, werden tehulp geroepen bij hetontginningswerk. Vaak kochten dezeboerenzoons de later op deontgonnen gronden geplaatsteboerderijen. De grond waarop dezebedrijven zijn gelegen, is meestalongeschikt voor akkerbouw alsgevolg van de te hogegrondwaterstanden, zodatbijvoorbeeld in het WesterinkerBroek uitsluitend zuivereweidebedrijven gevestigd kondenworden. In de rest van de gemeenteoverheerst het gemengde bedrijf.

Op Kaart 3 zijn de voormaligemarken ingetekend. In de gemeenteWeerselo werd bij de ontbindingvan de marke-organisaties alleen

Page 8: INHOUDSOPGAVE - 020appslandgoed, bijvoorbeeld Herinckhave (gelegen in de gemeente Tubbergen), werkten, werden te hulp geroepen bij het ontginningswerk. Vaak kochten deze boerenzoons

aan de bezitters van bouwland eendeel van de woeste grondentoegewezen. Slechts bij demarkeverdelingen van Rossum enDuider kregen ook de overigeinwoners een deel.

2.4. WaterbeheersingDe gemeente Weerselo ligtgrotendeels in het stroomgebiedvan de Regge, met uitzondering vanhet gebied rond Volthe dat in hetstroomgebied van de Dinkel ligt.De scheiding tussen deze beidestroomgebieden wordt gevormd doorde stuwwallenrug Ootmarsum-Oldenzaal-Enschede.Hel gebied rond Volthe watert viade Voltherbeek-Linderbeek af op deDinkel en via de Roelinksbeek ophet kanaal Almelo-Nordhorn, overigWeerselo via Loolee enDeurningerbeek-Bornsebeek op dezijtak van het Twentekanaal en deRegge.

Vanwege de ligging van de gemeenteWeerselo in een komvormig gebiedhad men, zolang de afwateringgeheel aan de talrijke beken werdovergelaten, periodiek meternstige wateroverlast te kampen.Een verbetering van dewaterhuishouding kwam pas laat enmoeizaam op gang door de aard vanhet reliëf en de bodemformaties,de vaak onaantastbare rechten vande eigenaars van de velewatermolens en een sterkeweerstand onder de bewoners vanhet gebied. Zij wilden lange tijdniet meewerken omdat zij hogekosten vreesden en tot deintroduktie van de kunstmest aanhet einde van de vorige eeuw denatuurlijke bemesting van degroengronden door de overstromendebeken niet konden missen.Belangrijke verbeteringen in de

waterhuishouding kwamen tot standin het kader van de regulatie vande Regge, waartoe voor het helestroomgebied van die rivier in1883 een speciaal waterschap werdopgericht. Voor de gemeenteWeerselo waren vooral de werkendie ten tijde van dewerkverschaffing in de jarendertig uitgevoerd werden vanbelang. Veel beken werdenrechtgetrokken en van stuwenvoorzien. De afwatering op deRegge is sterk verbeterd door hetomleggen van de Bornsebeek en hetafsnijden van de noordelijke takvan de Loolee.

Afgezien van de reeds geschetsteproblemen bij het tot stand komenvan verbeteringswerken in hetReggedal, deed zich voor hetstroomgebied van de Dinkel nog eenander probleem voor. Deze rivierdient hoofdzakelijk voor dedoorvoer van water van elders. Aaneen verbetering op Nederlandsgrondgebied zou een verbeteringvan de Dinkel op Duits grondgebiedvooraf moeten gaan. Pas na hetsluiten van een verdrag tussen deprovincie Overijssel en de KreisBentheim in 1933 werd een gemaaktmet de noodzakelijkeverbeteringen. Een speciaalwaterschap voor de Benedendinkeldateert uit 1942. Het gebied vande Bovendinkel zou tot 1970 buitenwaterschapsverband blijven.Tegenwoordig behoort het helegrondgebied van Weerselo tot hetwaterschap "Regge en Dinkel", dattot stand kwam door samenvoegingvan "De Regge" en "DeBenedendinkel".

8

Page 9: INHOUDSOPGAVE - 020appslandgoed, bijvoorbeeld Herinckhave (gelegen in de gemeente Tubbergen), werkten, werden te hulp geroepen bij het ontginningswerk. Vaak kochten deze boerenzoons

3 Infrastructuur

3.1. WaterwegenScheepvaartwegen hebben in degeschiedenis van de gemeenteWeerselo een geringe rol gespeeld.Van de Weerselose beken werdalleen de Loolee bevaren, namelijkvanaf de schippersherberg Het Looin het westen van de marke Duidertot Almelo. Om te kunnen varen,moest het water in de Looleedikwijls opgestuwd worden door hetaanleggen van kunstmatige dammen.Als dan het water voldoendegestegen was, staken de schippersde dammen door en lieten zich metde vloed een eindweegs meedrijven.

Pogingen en plannen rond hetmidden van de vorige eeuw om deDinkel via een kanaal te verbindenmet de Regge liepen op niets uit.Zo voorzag het oorspronkelijkeOverijsselsche Kanalenplan van1847 in het aanleggen van kanalennaar de Dinkel, maar in latereversies van dat plan kwamen dezeniet meer voor. Een kanaal vanAlmelo naar de Eems in Duitslandwas uit handelsoverwegingen welgewenst, maar de aanleg ervan werdte duur geacht. Pas ingevolge eenin 1876 te Berlijn geslotenovereenkomst werd ten slotte tochnog een kanaal van Almelo naar deVecht bij Nordhorn aangelegd, hetkanaal Almelo-Nordhorn. OpNederlands grondgebied werd hetkanaal in 1889 opengesteld, opDuits grondgebied in 1904.

Hoewel het kanaal slechts 14 meterbreed werd, was het vanwege eengroot aantal wisselplaatsen (intotaal 19) goed te bevaren. Omenige economische betekenis tehebben, kwam het kanaal echter telaat, namelijk nadat de spoorwegende transportfunctie van de Twentsewaterwegen al grotendeels hadden

Page 10: INHOUDSOPGAVE - 020appslandgoed, bijvoorbeeld Herinckhave (gelegen in de gemeente Tubbergen), werkten, werden te hulp geroepen bij het ontginningswerk. Vaak kochten deze boerenzoons

overgenomen. Het kanaal kreegdaardoor alleen een bescheiden roltoe bedeeld in het transport vankunstmest en turf tussen Almelo enNordhorn. Daarnaast bemoeilijktenhoge tpltarieven een rendabeleexploitatie. Na de TweedeWereldoorlog werd de scheepvaartop het kanaal gestaakt, enerzijdsals gevolg van de verwoesting vanveel sluizen en bruggen tijdens deoorlog, anderzijds door hetverlanden van de waterweg. Tot eeneconomische expansie van degemeente Weerselo heeft de aanlegvan het kanaal Almelo-Nordhornniet bijgedragen. Daarvoor liephet tracé van het kanaal ook tever noordelijk, lag het te ver vande belangrijke kernen van degemeente en was de lengte van hettracé binnen de gemeentegrenzen tegering (nog geen 3 km). Over hetkanaal Almelo-Nordhorn werd opWeerselo's grondgebied slechts éénbrug gebouwd: de Huneborgbrug.

3.2. WegenIn 1884 bezat de gemeenteWeerselo, afgezien van derijkswegen Almelo-Hengelo enHengelo-Oldenzaal, die alleen deperiferie der gemeente beroerden,slechts ruim 1 km verharde weg,namelijk die van het Stift overFleringen naar Almelo enTubbergen. Deze weg liepgrotendeels over het grondgebiedvan de gemeente Tubbergen. Hetovergrote deel van het goederen-en personenvervoer tussen deverschillende dorpen enbuurschappen vond plaats overzandwegen. De belangrijkstehiervan waren de Postweg vanOldenzaal langs Saasveld enWeleveld naar Zenderen en Almelo,de Oude Dijk van Oldenzaal over deDeurninger Es naar Delden, De

Bornse Dijk van Ootmarsum over hetStift naar Hertme en Borne, en deOldenzaalse Dijk die tussen deRossumer en Lemseler Es door vanOotmarsum naar Oldenzaal liep.

De modernisering van het wegennetdateert van kort voor de EersteWereldoorlog. Eerst werden dewegen van Weerselo over Lemselonaar Oldenzaal, van Weerselo overSaasveld naar Borne (Bornse Dijk),en van Ootmarsum over Rossum naarOldenzaal (Oldenzaalse Dijk)verhard. Korte tijd later kwam deweg van Hengelo over Deurningennaar Weerselo gereed.

Het net van provinciale wegen werdna de Eerste Wereldoorloguitgebreid met een weg vanWeerselo over Agelo naarOotmarsum, die bij Reutum de oudeBornse Dijk kruist en een weg vanDeurningen langs het vliegveldTwente naar Enschede. Verder vonder een grote bochtafsnijdingplaats te Saasveld van deNoordijker Es tot het SaasvelderMolenven.

Door het aanvankelijk ontbrekenvan een echt centrumdorp in degemeente hadden de wegenallereerst betekenis voor hetdoorgaande verkeer; ze zijn danook niet speciaal op het dorpWeerselo gericht. De Rijkswegenhadden vrijwel geen lokalebetekenis. Daarom is vangemeentewege een aanvullendewegennet aangelegd om de kernen enbuurschappen onderling teverbinden. De belangrijkste zijnde wegen van Lemselo naar Rossum,van Deurningen naar Gammelke, vanHasselo naar Borne en van Rossumnaar Volthe. Begin jaren '50bestonden er echter nog geen

10

Page 11: INHOUDSOPGAVE - 020appslandgoed, bijvoorbeeld Herinckhave (gelegen in de gemeente Tubbergen), werkten, werden te hulp geroepen bij het ontginningswerk. Vaak kochten deze boerenzoons

rechtstreekse verbindingen tussenWeerselo en Rossum, tussenSaasveld en Deurningen en tussenDeurningen en Rossum. Het gehelegeBied tussen Weerselo, Saasveld,Borne en Deurningen was toen nogvan verharde wegen verstoken.

Ondanks Weerselo's geografischcentrale ligging in Twente gaan degrootste verkeerstromen langs deranden der gemeente en ligt degemeente betrekkelijk geïsoleerd.Het ontbreken van belangrijkebevolkingskernen belemmerde deopkomst van openbarevervoermiddelen. Pas na 1946gelukte het Weerselo om in hetautobusverkeer opgenomen teworden. Voor de dorpen Rossum enDeurningen was dat al het geval.Zij dankten dat aan hun gunstiger

. ligging aan respectievelijk dehoofdverkeerslijncn van Oldenzaalnaar Ootmarsum en van Oldenzaalnaar Hengelo. Het openbare vervoerwas dus zeer beperkt enweerspiegelde nog sterker dan hetwegennet het gemis van eenduidelijk centrumdorp en deafwezigheid van directeverbindingen tussen deverschillende dorpen enbuurschappen in de gemeenteWeerselo.

3.3. SpoorwegenSpoorwegen hebben voor Weerseloslechts beperkte economischebetekenis gehad. De spoorlijnHengelo-Oldenzaal loopt 6kilometer over Weerselo's gebied,doch er is aan dit baanvak nooiteen station of halte geweest. Degemeente is dus op de stations vanOldenzaal, Hengelo en Almeloaangewezen.

De gunstige ligging van de dorpen

Rossum en Deurningen verklaart degrotere mate waarin zij opgenomenwaren in het net van openbaarvervoer. Rossum kreeg een halteaan de in 1903 geopende, door deNederlandsch - WestfaalscheStoomtram weg- Maatschappijaangelegde tramlijn Oldenzaal -Denekamp, doch deze lag te ver vanhet dorp (2 km) om voor hetpersonenvervoer van grotebetekenis te worden. In 1937 werdhet gebruik van deze lijn derhalvebeperkt tot het vervoer vanbrandstoffen en kunstmest. Tijdensde Tweede Wereldoorlog is echterook dit gestaakt en zijn de railsopgebroken.

3.4. LuchtvaartNa de Eerste Wereldoorlog, waarinhet vliegtuig vooral doormilitaire toepassingen een groteontwikkeling doormaakte, kwam deburgerluchtvaart op gang. Enkelezakenlieden uit Oldenzaal en hetaangrenzende Bentheim vatten hetplan op om ergens in Twente eenterrein als vliegveld in terichten. De keuze viel op een stukheide in de buurtschap Deurningen(gemeente Weerselo). Er kwam een"luchthaven" gereed met een lengtevan 400 en een breedte van 250meter gereed, maar omdat hetveldje op de Deurningerheide alspoedig niet meer aan de gesteldeeisen voldeed, heeft het maar kortdienst gedaan. Mede ingegeven doorde geslaagde retourvlucht met eenK.L.M.-vliegtuig naar Nederlands-Oostindiè werden de plannen vooreen luchthaven in Twente nieuwleven ingeblazen door de gemeentenEnschede, Hengelo, Lonneker,Oldenzaal, de Twentse Kamer vanKoophandel en enkeleparticulieren. Zij richtten op 2maart 1928 te Enschede de

11

Page 12: INHOUDSOPGAVE - 020appslandgoed, bijvoorbeeld Herinckhave (gelegen in de gemeente Tubbergen), werkten, werden te hulp geroepen bij het ontginningswerk. Vaak kochten deze boerenzoons

"N.V. Luchtvaartterrein Twenthe"op, waarna in de driehoekEnschede, Hengelo Oldcnzaal eenterrein van 900 bij 760 meter werdaangekocht en ingericht alsluchthaven. De officiële openingvan het vliegveld Twente volgde op29 augustus 1931, enkele maandenna instelling van een vliegdienstAmsterdam-Twente. De eerstegeregelde lijndienst op Amsterdamstartte in 1932.

Tijdens de Tweede Wereldoorlogwerd het oorspronkelijk voor deburgerluchtvaart aangelegdevliegveld een militaire basis. Ervond tevens een sterke uitbreidingplaats. In 1966 is de militairebasis weer beperkt opengesteldvoor de burgerluchtvaart en werdende lijndiensten hervat.

12

Page 13: INHOUDSOPGAVE - 020appslandgoed, bijvoorbeeld Herinckhave (gelegen in de gemeente Tubbergen), werkten, werden te hulp geroepen bij het ontginningswerk. Vaak kochten deze boerenzoons

4 Nederzettingen

4.1. KerkdorpenHet dorp Weerselo is in eersteaanleg ontstaan ter hoogte van HetStift, in de nabijheid van eenklooster. Nadat in het begin vande negentiende eeuw ongeveer 1 kmten zuidoosten van Het Stift eenkleine rooms-katholieke kerkgebouwd werd, kwam daar een nieuwenederzetting tot ontwikkeling, diewerd aangeduid met de naam Nijstaden uitgroeide tot het centrum vanhet huidige dorp Weerselo. Stadbetekent hier niet meer dan(woon)stede. Doordat de groei vande oude nederzetting vervolgensstagneerde, heeft Het Stift tot opheden zijn oorspronkelijkekarakter grotendeels behouden.Langs de verbindingsweg tussen desamenstellende onderdelen van hetdorp Weerselo ontstondlintbebouwing. Deze vorm vanbebouwing was oorspronkelijk ookkenmerkend in Nijstad, waar deeerste bewoning zich aan eenviertal wegen rond de rooms-katholieke kerk concentreerde.Duidelijke kernvorming trad in hetdorp Weerselo pas op na de TweedeWereldoorlog. Vlakbij de rooms-katholieke kerk werd in 1955 hetnieuwe gemeentehuis van Weerseloin gebruik genomen, ter vervangingvan het in 1898 op Het Stiftgebouwde gemeentehuis. Ditgemeentekantoor doet tegenwoordigdienst als verenigingsgebouw enkleuterschool en staat naast denog in gebruik zijndeambtswoningen. De jongsteuitbreiding van het dorp Weerselois na 1974 tot stand gekomen onderde naam Nijstad.

Rossum ligt op een dekzandrug aande voet van de zuidelijke Twentsestuwwal. Het was in 1850 nog eenduidelijk voorbeeld van een

13

Page 14: INHOUDSOPGAVE - 020appslandgoed, bijvoorbeeld Herinckhave (gelegen in de gemeente Tubbergen), werkten, werden te hulp geroepen bij het ontginningswerk. Vaak kochten deze boerenzoons

kransesdorp. waarbij deboercnerven rond de oudebouwlandcomplexen lagen.Kernvorming daleert ook in Rossumvan na de.Tweede Wereldoorlog.

De Rossumer Es had een zogenaamdemeerstrepige verkaveling, die zichkenmerkte door sterk uiteenlopenderichtingen waarin de akkers lagen.Deze vorm van percelering verraadteen langdurig groeiproces. Van ditoorspronkelijkeverkavelingspatroon op de essen ismaar weinig over; het heeft plaatsgemaakt voor een rationelestructuur.

Rond de havezate Satersloontwikkelde zich Saasveld. Het iseen bekend verschijnsel dat invroeger tijden de boerenbescherming zochten in denabijheid van een kasteel. Debebouwing vond er dan ook volgenseen ander patroon plaats dan bijde andere concentraties in degemeente Wecrselo. Saasveld is eenesnederzetting met een lossestructuur zonder dorpskern. Delosse structuur hangt samen met deverbrokkeling van het relief. Ophet voormalige kastcelterreinbevindt zich tegenwoordig eenrooms-katholieke kerk metbegraafplaats en pastorie. Als

"enige van de kernen in de gemeenteWeerselo bezit Saasveld nog eenkorenmolen: de "Soaseler Möl".Deze in 1978 gerestaureerde molenis nog steeds in gebruik.Het bebouwingspatroon teDeurningen is lange tijdonregelmatig geweest. Ook hier ishet bebouwingspatroon eenafspiegeling van het grilligemicro-relief. Het centrum vanDeurningen wordt nu echtergedomineerd door de negentiende en

twintigste eeuwse bebouwing. Dezebebouwing is ontstaan bij de kerk,gelegen aan een in de negentiendeeeuw belangrijk verkeersknooppunt.Het kerkdorppatroon bepaalt insterke mate het huidige aanzichtvan Deurningen, slechts aan derand van het dorp kan nog iets vanhet oude esdorp teruggevondenworden.

4.2. Verspreide bebouwingDe oorspronkelijkeesnederzettingen Duider, Gammelke,Lemselo, Volthe en Hasselo hebbenondanks kleinestructuurwijzigingen tot op hedenhun landschappelijke en agrarischekarakter grotendeels behouden.Gammelke en Volthe gelden nog alsde meest representatievevoorbeelden van esnederzettingenmet een losse structuur, dezogenaamde losse esdorpen. Lemseloheeft nog steeds eenhoefijzervormige hoofdstructuur,waarbij de essen onvolledig doorde boerderijen omsloten worden.Lemselo kan dan ook getypeerdworden als hoefijzer-esdorp. In delosse esdorpen Duider en Hasselo(dat na de grenswijziging metHengelo grotendeels buiten degemeente Weerselo ligt) heeft eenbeperkte concentratie van debebouwing plaatsgevonden.Vanaf de grootschalige ontginningvan de woeste heide- enveengronden en de natuurlijke wei-en hooilanden is naast de in 1850bestaande nederzettingsvormen eengeheel nieuwe bewoningsvormontstaan, namelijk die van deverspreide bebouwing. Na het beginvan de jaren dertig werd dezeontwikkeling enigszins tot staangebracht door toename van debebouwing in de kleine kerkdorpen.

14

Page 15: INHOUDSOPGAVE - 020appslandgoed, bijvoorbeeld Herinckhave (gelegen in de gemeente Tubbergen), werkten, werden te hulp geroepen bij het ontginningswerk. Vaak kochten deze boerenzoons

5 Bevolking

5.1. Loop van de bevolkingTabel 1 geeft een overzicht van debevolkingsontwikkeling in degemeente Weerselo tussen 1850 en1940. Daaruit blijkt dat totomstreeks de eeuwwisseling hetinwoneraantal van de gemeentevoortdurend is afgenomen. Oorzakendaarvan waren de slechtevooruitzichten in de landbouw,vooral ten tijde van de groteinternationale landbouwcrisis rondde jaren tachtig van denegentiende eeuw, en deafwezigheid van vervangendewerkgelegenheid binnen degemeentegrenzen. Veel mensentrokken naar de Twentsetextielcentra, anderenemigreerden.

Rond 1900 begon de bevolking vande gemeente Weerselo weer inaantal toe te nemen, eerstlangzaam en vanaf ± 1910 snel. Detoename was voornamelijk eengevolg van de verbeterde hygiëneen medische verzorging op hetplatteland, waardoor een scherpedaling van de zuigelingensterfteoptrad. Daarnaast bleef hetgeboortecijfer in de gemeenteWeerselo tot ongeveer 1940onveranderd hoog. Weerselo heeftal sinds de negentiende eeuw eenvertrekoverschot.

5.2. Ruimtelijke spreidingBlijkens tabel 2 woonde in 1849ruim 10% van de totalegemeentelijke bevolking in hetdorp Weerselo en omgeving.Weerselo was echter niet degrootste bevolkingsconcentratie inde gemeente. Groter warenDulder/Saasveld (ruim 18%),Hasselo (bijna 16%) en Deurningen(14%). De rest van de bevolkingwoonde verspreid over de andere

15

Page 16: INHOUDSOPGAVE - 020appslandgoed, bijvoorbeeld Herinckhave (gelegen in de gemeente Tubbergen), werkten, werden te hulp geroepen bij het ontginningswerk. Vaak kochten deze boerenzoons

nederzettingen in de gemeente. Op1 mei 1947 bedroeg volgens tabel 3het aandeel in de gemeentelijkebevolking woonachtig in de kernenWgerselo,. Rossum, Saasveld enDeurningen samen ruim 19%. In 1930telden de dorpen Weerselo, Rossum,Deurningen en Saasveld in totaalslechts 162 woningen in min ofmeer gesloten bebouwing, ofteweliets meer dan 14% van de totalegemeentelijke woningvoorraad van1.122 eenheden. Op 1 januari 1988was ruim 49% van de totalegemeentelijke bevolking woonachtigin de kerkdorpen (= 4.236personen). Met een aandeel van 20%(= 1.754 personen) was het dorpWeerselo veruit de grootstebevolkingsconcentratie in degemeente. De cijfers voor 1988staan in tabel 4.

16

Page 17: INHOUDSOPGAVE - 020appslandgoed, bijvoorbeeld Herinckhave (gelegen in de gemeente Tubbergen), werkten, werden te hulp geroepen bij het ontginningswerk. Vaak kochten deze boerenzoons

6 Middelen van bestaan

6.1. LandbouwTot in het begin van de twintigsteeeuw stond de veeteelt in degemeente Weerselo in dienst van deakkerbouw. De spil van hetboerenbedrijf was de verbouw vanrogge, het belangrijkstehandelsprodukt. Alle hoger gelegengronden, waartoe in de regel ookde es behoorde, werden er meeingezaaid. Soms werd er een jaarboekweit tussen door geteeld. Delagere gelegen zuurdere grondendienden voor de verbouw van anderegraangewassen als gerst en haveren aardappelen. De vlasteelt (voorde huisweverij) vond veelal plaatsop omgeploegd klaverland.

Vruchtwisseling werd niettoegepast, in plaats daarvan werdde bodem ieder jaar "vernieuwd"met een vers laagje potstalmest.De grootte en de kwaliteit van deakkers was daarom direktafhankelijk van de omvang van deveestapel die gehouden kon wordenen dus indirekt van de oppervlakteen de kwaliteit van de natuurlijkewei- en hooilanden. Daarnaastdienden de gemeenschappelijkewoeste gronden als graasgebiedvoor het vee. Voorzover er nietover voldoende gras en hooibeschikt kon worden, vondbij voedering met stoppelknollen enspurrie (beide tussenvruchten)plaats.

Vanaf ongeveer 1850 werd deproduktie voor de markt steedsbelangrijker en leggen dezandboeren zich meer en meer toeop de bereiding van boter en deverkoop van vlees (vooral vanvarkens en schapen) en eieren. Metde boterbereiding voor de marktkon ook het mesten van varkenstoenemen, omdat de ondermelk en de

17

Page 18: INHOUDSOPGAVE - 020appslandgoed, bijvoorbeeld Herinckhave (gelegen in de gemeente Tubbergen), werkten, werden te hulp geroepen bij het ontginningswerk. Vaak kochten deze boerenzoons

karnemelk, vermengd metaardappelen en roggemeeluitstekend varkensvoer vormde.

De. accentverschuiving vanakkerbouw naar veeteelt (in hetbijzonder de rundveehouderij tenbehoeve van de zuivelbereiding)kreeg rond de jaren tachtig van denegentiende eeuw extra impulsen.Door het opleggen van hogetarieven op gemest vee doorPruisen en het uitbreken van delandbouwcrisis werd de verbouw vangraangewassen en het mesten vanvee steeds minder rendabel.

De prijzen van zuivelproduktenwaren tijdens de crisis redelijkstabiel gebleven, waardoor steedsmeer agrariërs zich toelegden opde veeteelt en het houden vanvarkens en pluimvee. Om dekwaliteit van de boter te verhogenwerden boterfabrieken opgericht,vaak op coöperatieve grondslag.Enerzijds waren de zuivelfabriekeneen reactie op de zwakkeconcurrentiepositie van deNederlandse boter op deinternationale markten en op hettoenemende belang van derundveehouderij, anderzijdsbetekende de komst van defabrieksmatige zuivelbereiding eengrote stimulans voor het

'uitbreiden van de veehouderij.Daarnaast speelden de introduktievan kunstmest en de aankoop vanbetere zaden na 1900 een rol vanbetekenis. De kunstmest maakte eenuitbreiding en kwalitatieveverbetering van de groengrondenmogelijk.

Omstreeks 1900 ontstond in degemeente Weerselo een viertalzuivelfabriekjes; een particulierein Duider, eigendom van de Gebr.

Silderhuis, een coöperatieve teRossum, een coöperatieve in hetdorp Weerselo en een coöperatievein Saasveld. De zuivelfabriek "DeEendracht" van Rossum, in 1894gebouwd, behoorde tot de eersteroomboterfabrieken in Overijssel.De coöperatieve fabriek teSaasveld (1912) verving eenvoormalige particuliere (defabriek van Lesscher), waaraan ookde boeren van het dorp Weerselohun melk leverden. Omdat hettransport van de melk naar defabriek vaak problematisch was,besloten enkele Weerseloseingezetenen tot het oprichten vaneen eigen coöperatieve fabriek.Deze aanvankelijk met handkrachtaangedreven roomboterfabriek werdop 1 september 1907 in werkinggesteld en in 1910 voorzien vanstoomaandrij ving. Zuivelfabriekenkomen thans niet meer voor in degemeente Weerselo. Wel zijn degebouwen van de voormaligeroomboterfabriek in hetgelijknamige dorp nog aanwezig; eris een slachterij in gevestigd.

Het toenemende belang van deveeteelt uitte zich tussen 1850 en1940 in het landschap in de vormvan een uitbreiding van het areaalgrasland. De uitbreiding wasvoornamelijk het gevolg van devoortschrijdende ontginningen vanwoeste gronden en het in cultuurbrengen van de natuurlijke wei- enhooilanden. Een gevolg van deontginningen was dat tussen 1910en 1939 het totale oppervlakcultuurgrond in de gemeenteWeerselo toenam van 3.991 ha tot7.733 ha. De gemiddelde groottevan de landbouwbedrijven steeg indie jaren van 5,34 ha in 1910 tot7,89 ha in 1930. Tussen 1910 en1930 nam de groep van kleinste

18

Page 19: INHOUDSOPGAVE - 020appslandgoed, bijvoorbeeld Herinckhave (gelegen in de gemeente Tubbergen), werkten, werden te hulp geroepen bij het ontginningswerk. Vaak kochten deze boerenzoons

bedrijven (1 - 5 ha) af, terwijlde groepen van 5 - 10, 10 - 20 enmeer dan 20 ha toenamen. Na 1930bleef het areaal grasland inverhouding tot hel areaal bouwlandgelijk (32,6% bouwland tegenover67,4%.grasland). Ook deontwikkeling van de veestapelvanaf 1850 illustreert deverschuiving in het agrarischebedrijf naar de rundvee- varkens-en kippenhouderij, met als gevolgeen sterk gewijzigde inrichting enveranderd uiterlijk van deboerenverven.

Na de tweede wereldoorlog kwam deakkerbouw steeds meer in dienstvan de veeteelt te staan. Een deelvan de oude bouwlanden werdomgezet in weiland; voedergewassenverdrongen het graan verder naarde achtergrond.

Was in 1850 nog bijna de geheleberoepsbevolking werkzaam in delandbouw (volledig en/of indeeltijd), in 1977 bedroeg hetaandeel van de mannelijkeberoepsbevolking in de landbouwnog slechts 23,9% en het aandeelvan de vrouwelijkeberoepsbevolking nog 11%. Verrewegde meeste mensen werkten toen inde nijverheid en de dienstenbuiten de eigen gemeente.

6.2. Ambacht en industrieIn 1852 maakt het gemeenteverslagmelding van slechts één fabriek,te weten een calicotweverij.Calicot is een katoenenstof,geweven met de in het begin van devorige eeuw in Engelandontwikkelde weeftechniek met deschietspoel. Het aantal hierwerkzame arbeiders wordt nietvermeld. Tien jaar later, in 1862,meldt het gemeenteverslag dat er

in de gemeente Weerselo geenfabrieken meer aanwezig zijn, endat de ingezeten calicotwevers enarbeiders, voorzover zij werkkonden krijgen, in hun eigenwoning werk verrichten voor defabrikanten in omliggende Twentseindustriecentra. Met uitzonderingvan een leemgroeve, die grondstofleverde voor een Hengelosesteenfabriek, en de genoemdezuivelfabrieken (in totaal werktenin die twee takken van nijverheidin 1930 slechts 15 mensen), is inde gemeente Weerselo daarna geenindustrie van betekenis meeropgekomen. Wel werd in Rossum aande (inmiddels opgeheven) tramlijneen fabriekje gebouwd, dat kleivermaalde tot ontkleuringsmiddel.Een gedeelte van debedrijfsgebouwen van "Decolora" isnog aanwezig. Met betrekking totde niet-agrarische werkgelegenheidwerd Weerselo meer en meer eenforensengemeente.

In tegenstelling tot defabrieksnijverheid waren deambachten in de gemeente Weerselowel belangrijk. In verhouding tothet aantal inwoners was het aantalambachtslieden er zelfs zeergroot. Zo telde in 1902 degemeente 34 klompenmakers, 29timmerlieden, 15 ververs, 14kleermakers, 11 metselaars, 10wevers, 10 bakkers, 10 smeden, 5houtdraaiers, 5 mandenmakers, 5molenaars, 5 wagenmakers, 5stoelenmakers, 4 slagers, 4kuipers en 3 houthakkers.

Hoewel in mindere mate dan in denijverheid heeft zich ook in deambachten het verschijnsel vanwonen in de gemeente Weerselo enwerken in andere gemeentenvoorgedaan. In 1949 bedroeg het

19

Page 20: INHOUDSOPGAVE - 020appslandgoed, bijvoorbeeld Herinckhave (gelegen in de gemeente Tubbergen), werkten, werden te hulp geroepen bij het ontginningswerk. Vaak kochten deze boerenzoons

aantal forenzen in deze sektormeer dan 50%. Alleen de woningbouwen de smederij waren hoofdzakelijklokaal verzorgend. Een aanzienlijkdeel van d.e ambachtslieden hielder een boerderij of winkel op na.Na 1950 daalde de werkgelegenheidin het ambacht sterk door hetwegvallen van een aantaltraditionele bedrijven als brood-en banketbakkerijen, smederijen enf ietsherstel werkplaatsen.Tegenover de daling in het ambachtstond een toename van dewerkgelegenheid in vooral deconfectienijverheid. Het aantalarbeidsplaatsen in ambacht enindustrie samen nam tussen 1950 en1963 in de gemeente Weerselo toemet 86. In 1977 was van demannelijke beroepsbevolking vanWeerselo 49,3% werkzaam in denijverheid en van de vrouwelijkeberoepsbevolking 22,8%.

20

Page 21: INHOUDSOPGAVE - 020appslandgoed, bijvoorbeeld Herinckhave (gelegen in de gemeente Tubbergen), werkten, werden te hulp geroepen bij het ontginningswerk. Vaak kochten deze boerenzoons

7 Sociale en culturele

voorzieningen

7.1. Kerken en begraafplaatsenIn 1850 was ruim 96% van de totalebevolking van de gemeente Weerselorooms-katholiek. Het Stift wastoen nog steeds een kleinehervormde enclave en is dat nadiengebleven. Verder woonde een kleinaantal hervormde gezinnenverspreid over de anderenederzettingen, vooral bij degrens met Hengelo (Hasselo enKlein-Driene). In totaal maaktende Nederlands hervormden in 1850iets minder dan vier procent vande totale gemeentelijke bevolkinguit.

In de gemeente Weerselo stond in1850 een vijftal kerkgebouwen,waarvan vier rooms-katholieke enéén de hervormde. Ieder der kerkenhad een eigen begraafplaats.

De oudste kerk van de gemeenteWeerselo is de Stiftskerk op hetStift te Weerselo. Het Stift isrond 1150 ontstaan uit een kapel,gewijd aan de H. Remigius.Oorspronkelijk werd het stiftopgezet als een vrijeleefgemeenschap zonder bijzondereregels, op 14 september 1151 werdhet echter verheven totBenedictijner abdij. Het Stiftverwierf door de eeuwen heen veelgoederen, in de regel boerderijen(minstens 60) en daarnaast akkers,bossen, weiden, tienden,eigenhorigen en zelfs de kerk vanOotmarsum en haar bezittingen.Kort na 1500, na een lange tijdvan verslappende tucht envruchteloze bisschoppelijkepogingen deze te herstellen,veranderden de op het Stiftwoonachtige freules het kloosterin een vrij, adellijk stift. DeBenedictinessen werden voortaankanonikessen genoemd omdat zij nog

21

Page 22: INHOUDSOPGAVE - 020appslandgoed, bijvoorbeeld Herinckhave (gelegen in de gemeente Tubbergen), werkten, werden te hulp geroepen bij het ontginningswerk. Vaak kochten deze boerenzoons

wel leefden volgens een kanon ofregel maar geen, voor het levenbindende kloostergelofte behoefdenaf te leggen.

Na de Reformatie ging het Stiftmet zijn kerk naar de nieuwe"gereformeerde" leer. Toen ookbegon de gewestelijke regeringzich met de goederen van het Stiftte bemoeien. In 1663 kwamen degoederen van het Stift aan deridderschap, die ze in 1795 weerverloor aan het gewest.Op zijn reis door Overijssel kwamkoning Lodewijk Napoleon 8 maart1809 te Weerselo. Toen hij zich ervan overtuigd had dat deStiftskerk in ieder geval veel teklein voor de rooms-katholiekenzou blijken besliste hij dat deHervormden de Stiftskerk kondenhouden. In 1812 werden 'bij opbod

- en brandende kaars", in circa 140nummers, de boerenerven,grondstukken, tienden en dekorenwindmolen verkocht.

De gemeente Weerselo telttegenwoordig één hervormdegemeente en vier afzonderlijkeparochies met iedere een eigenkerkgebouw. "De huidige rooms-katholieke kerken te Deurningen,Saasveld en Rossum dateren uitrespectievelijk 1913, 1925/26 en1940.

In 1980 telde de gemeente Weerselo6 begraafplaatsen. Twee inWeerselo (één rooms-katholiek enéén algemene), een rooms-katholieke in Deurningen, Rossumen Saasveld en een protestants-christelijke op het Stift. Tegende kerk op het Stift ligt nog eenkerkhofje. De algemenebegraafplaats in het dorp Weerselois gesticht ter vervanging van een

in 1978 gesloten algemenebegraafplaats in Lemselo en vormteen door een heg afgescheiden deelvan de rooms-katoliekebegraafplaats.

7.2. ScholenRond het midden van de vorige eeuwkregen alle oude markescholen inde gemeente nieuwe gebouwen. Deeerste nieuwe school werd in 1840gebouwd in het dorp Weerselo.Daarna ontstonden nieuwe scholenin de marken, in Duider (1846), inLemselo in (1848), in Deurningen(1848) en in Volthe in 1851.

In het gemeenteverslag van 1852wordt melding gemaakt van eenzestal scholen. Het gaat om descholen voor lager onderwijs teWeerselo (Stift), Duider, Volthe,Lemselo, Deurningen en Hasselo.Bij ieder van deze scholen heeftmen bij de verdeling dermarkegronden ruimte gereserveerdals speelruimte voor de kinderen.

In januari 1852 bezochten intotaal 721 kinderen de zesopenbare scholen, waarbij deschool op het Stift in die jarende meeste leerlingen had (119 in1862). In 1912 was het totaleaantal leerlingen afgenomen tot632, en was de school te Hasselohet drukst bezocht met 126leerlingen. In het algemeen werdende scholen in de wintermaandenbeter bezocht dan gedurende dezomer. Het aantal aan de scholenverbonden leerkrachten nam in diejaren toe van 6 in 1862 tot 16 in1912.

Anno 1989 had de gemeente Weerselonog 6 basisscholen: twee in dekern Weerselo, één in Rossum, éénin Saasveld, één in Lemselo en één

22

Page 23: INHOUDSOPGAVE - 020appslandgoed, bijvoorbeeld Herinckhave (gelegen in de gemeente Tubbergen), werkten, werden te hulp geroepen bij het ontginningswerk. Vaak kochten deze boerenzoons

in Deurningen. Met uitzonderingvan de openbare basisschool op hetStift, betrof het allemaal rooms-katholieke scholen.

De gemeente heeft voortgezetonderwijs gekend in de vorm vanhuishoudonderwijs. Met hetverzorgen van dergelijk onderwijswerd kort na 1925 begonnen door deZusters Franciscanessen uit Noord-Deurningen (gemeente Denekamp),die in dat jaar naar Weerselokwamen. Aanvankelijk werd lesgegeven in een aantal kamers vanhet St. Josephgesticht (thansbejaardenhuis St. Joseph) en ineen aantal andere gebouwen,waaronder het Stiftshuis. Later(jaren vijftig) kreeg hethuishoudonderwijs een eigenschoolgebouw aan deBisschopsstraat.

23

Page 24: INHOUDSOPGAVE - 020appslandgoed, bijvoorbeeld Herinckhave (gelegen in de gemeente Tubbergen), werkten, werden te hulp geroepen bij het ontginningswerk. Vaak kochten deze boerenzoons

8 Ontwikkeling 1850 - 1940

Typering:Kerkdorp.

Functie:Agrarische verzorgingskern.

Ruimtelijke ontwikkeling:In het begin van de 19de eeuw werdop ongeveer 1 kilometer zuid-oosten van Het Stift een rooms-katholieke kerk gebouwd.Rond deze kerk ontwikkelde zicheen nieuwe nederzetting -Nijstad-waaruit het huidige dorp Weerselois ontstaan.In 1850 bestond het dorp uitverspreide bebouwing langs deverbindingswegen. Pas na 1950heeft de huidige kernvormingplaatsgevonden.

Bijzonder gebied:"Het Stift", in de 12de eeuwgesticht als Benedictijner abdij,met een 14de eeuwse kerk; hetStiftsplein wordt het huizenomzoomd.Stramien, bebouwing en groenvormen een historische kwaliteit.Het gebied is aangewezen alsbeschermd dorpsgezicht.

24

Page 25: INHOUDSOPGAVE - 020appslandgoed, bijvoorbeeld Herinckhave (gelegen in de gemeente Tubbergen), werkten, werden te hulp geroepen bij het ontginningswerk. Vaak kochten deze boerenzoons

Stedebouwkundige ontwikkeling Weerselo

Boven: kaart ca. 1850Onder: kaart ca. 1900

25

Page 26: INHOUDSOPGAVE - 020appslandgoed, bijvoorbeeld Herinckhave (gelegen in de gemeente Tubbergen), werkten, werden te hulp geroepen bij het ontginningswerk. Vaak kochten deze boerenzoons

Kaart ca. 1940

Schaal : ca. 1:15000Bron : Topografische kaarten van Nederland

Kaart ca. 1850, verkend 1848Kaart ca. 1900, verkend 1901Kaart ca. 1940, verkend 1933

26

Page 27: INHOUDSOPGAVE - 020appslandgoed, bijvoorbeeld Herinckhave (gelegen in de gemeente Tubbergen), werkten, werden te hulp geroepen bij het ontginningswerk. Vaak kochten deze boerenzoons

, . ^ : >

%*"----:::.=.-^.:

• • • 1 » .

0000

Page 28: INHOUDSOPGAVE - 020appslandgoed, bijvoorbeeld Herinckhave (gelegen in de gemeente Tubbergen), werkten, werden te hulp geroepen bij het ontginningswerk. Vaak kochten deze boerenzoons

Bronnen

Literatuur Weerselo en regio:*Dingeldein, W.H., Acht eeuwenStift Weerselo 1150-1950.Enschede, 1951.•Vroom, E., De gemeente Weerselobenaderd vanuit prehistorisch enhistorisch - geografischperspectief. GeografischInstituut V.U., Amsterdam, 1974.•Kollen, H.J., Weerselo in oudeansichten. Zaltbommel, 1970.•Kollen, H.J., Kent u ze nog ...de Weerseloêrs. Zaltbommel, 1972.•Sociale kaart van de gemeenteWeerselo. Een schets van eenplaatselijke situatie. StichtingOverijssel, Zwolle, 1966.•Sociaal-Wetenschappelijkonderzoek ten behoeve van deruimtelijke ontwikkeling vanWeerselo. E.T.I.O., Zwolle, 1970.•De Vries Reilingh, H.D.,Sociografiën vanplattelandsgemeenten II Weerselo.Verslagen van landbouwkundigeonderzoekingen. Ministerie vanLandbouw, Visserij enVoedselvoorziening, Directie vande Landbouw,'s-Gravenhage, 1949.•Gemeente Weerselo. Officiële gidsvoor de gemeente Weerselo.Eindhoven 1989.

Kaarten:•Bodemkaart van Nederland.Stiboka, Wageningen, 1985.•Kadastrale minuutkaart 1832,Rijksarchief Overijssel, Zwolle.•Topografische kaart vanNederland, ca. 1850, 1900, 1935,1950, 1960, 1976 en 1985.Topografische Dienst Delft/Emmen.

Archieven:•Databank Universiteit vanAmsterdam, Vakgroep Socialegeografie, 1988.•Gemeenteverslagen 1850-1940,

27

Page 29: INHOUDSOPGAVE - 020appslandgoed, bijvoorbeeld Herinckhave (gelegen in de gemeente Tubbergen), werkten, werden te hulp geroepen bij het ontginningswerk. Vaak kochten deze boerenzoons

Rijksarchief Overijssel, Zwolle•Verslagen van Gedeputeerde Staten1850-1940, RijksarchiefOverijssel, Zwolle.

28

Page 30: INHOUDSOPGAVE - 020appslandgoed, bijvoorbeeld Herinckhave (gelegen in de gemeente Tubbergen), werkten, werden te hulp geroepen bij het ontginningswerk. Vaak kochten deze boerenzoons

Tabellen

Tabel 1

Loop van de bevolking in de gemeente Weerselo tussen 1850 en 1940.

Jaar1) Aantal inwoners Index(1850=100)

1850 5.462 1001860 5.429 991870 5.267 961880 5.109 941890 4.557 831900 4.492 821910 4.804 881920 5.462 1001930 6.579 1201940 7.307 134

1) Cijfers per 31 december

Bron: Databank Universiteit van Amsterdam, Vakgroep Sociale Geografie, 1988.

Tabel 2

Aantal inwoners en woningvoorraad per onderdeel van de gemeente Weerselo in 1849.

Onderdeel Aantal inwoners') Woningvoorraad1)

Weerselo 556 93Dulder/Saasveld 1.002 167Volthe 544 90Rossum 506 84Lemselo 406 67Nijstad 170 30Gammelke 340 57Deurningen 756 126Hasselo 841 140Klein Driene 244 40

Gemeente Weerselo 5.365 894

1) Cijfers bij benadering

Bron: Steden en dorpen in Overijssel, 1980.

29

Page 31: INHOUDSOPGAVE - 020appslandgoed, bijvoorbeeld Herinckhave (gelegen in de gemeente Tubbergen), werkten, werden te hulp geroepen bij het ontginningswerk. Vaak kochten deze boerenzoons

Tabel 3Aantal inwoners en woningvoorraad per onderdeel van de gemeente Weerselo op1 mei 1947.

Onderdeel. Aantal inwoners Woningvoorraad

Weerselo 584Nijstad 151Rossum 321Saasveld 150Deurningen 240Totaal kernen 1.446

Verspreide huizen 5.935

Gemeente Weerselo 7.381 1.138(902)^

1) (...) = aantal boerderijen en/of tuinderswoningen.

Bron: Uitkomsten van de volks- en beroepstelling van 31 mei 1947.

Tabel 4Aantal inwoners en woningvoorraad per onderdeel van de gemeente Weerselo op1 januari 1988.

Onderdeel

Kern SaasveldBuitengebied SaasveldKern DeurningenBuitengebied DeurningenKern WeerseloBuitengebied WeerseloKern RossumBuitengebied Rossum

Aantal inwoners '

4291.124

9711.1341.754

9601.0821.083

Woningvoorraad1)

133277287331533258343269

Gemeente Weerselo 8.537 2.431

1) De genoemde aantallen zijn gemeentelijke opgaven; ze kunnen daardoor afwijkenvan de C.B.S.-cijfers.

Bron: Statistieken R.O.I., Aantal inwoners en woningvoorraad per onderdeel van degemeenten van Overijssel, 1988.

30

Page 32: INHOUDSOPGAVE - 020appslandgoed, bijvoorbeeld Herinckhave (gelegen in de gemeente Tubbergen), werkten, werden te hulp geroepen bij het ontginningswerk. Vaak kochten deze boerenzoons

Kaart 1

DE LIGGING VAN DE GEMEENTE IN TWENTE

\ \ Cotr-JfSum'

Y"

\

1Okm

Grenzen van TwenteGemeentegrenzen

Bron: Atlas van Nederland, deel 1, 1984.

31

Page 33: INHOUDSOPGAVE - 020appslandgoed, bijvoorbeeld Herinckhave (gelegen in de gemeente Tubbergen), werkten, werden te hulp geroepen bij het ontginningswerk. Vaak kochten deze boerenzoons

Kaart 2

BODEMGESTELDHEID EN GEOLOGIE

O 1 4km

N

Enkeerdgronden met een 30 tot 50 cm dik cultuurdekKleine, geïsoleerde dekzandkop met een tenminste 30 cm dik cultuurdekSchrale zandgronden (veldpodzolgronden)Verschillende soorten beekafzettingenVeengrond op zand, tenminste 125 dikStuwwalSmeltwatergeul

Bron: Bodemkaart van Nederland, 1985.

32

Page 34: INHOUDSOPGAVE - 020appslandgoed, bijvoorbeeld Herinckhave (gelegen in de gemeente Tubbergen), werkten, werden te hulp geroepen bij het ontginningswerk. Vaak kochten deze boerenzoons

Kaart 3

MARKEN

MARKE VOLTE T

Weerseloo

Noorddij k

MARKE DULDER

MARKE LEMSELOO

MARKE GAMMELKE /

\ W MARKE DEURNINGENMARKE HASSELOO v_ ^~N

0 1 4km

Gemeentegrens op 1 januari 1989MarkegrensBeek

O Kerkdorp

Bron: Geschiedkundige Atlas van Nederland, 1924; en Jaarboek Twente 1965.

33

Page 35: INHOUDSOPGAVE - 020appslandgoed, bijvoorbeeld Herinckhave (gelegen in de gemeente Tubbergen), werkten, werden te hulp geroepen bij het ontginningswerk. Vaak kochten deze boerenzoons

Kaart 4

INFRASTRUCTUUR

4km

Kanaal Almelo-NordhornStraatweg in 1850Belangrijkste tussen 1850 en 1940 verharde/aangelegde wegenSpoorlijn aangelegd door de Spoorweg-Maatschappij Almelo-SalzbergenOpgeheven tramlijn van de Nederlandsch-Westfaalsche Stoomtram weg-MaatschappijVliegveld TwenteBebouwde kom in 1984

Bron: Topografische kaarten van omstreeks 1850, 1935 en 1972.

34

Page 36: INHOUDSOPGAVE - 020appslandgoed, bijvoorbeeld Herinckhave (gelegen in de gemeente Tubbergen), werkten, werden te hulp geroepen bij het ontginningswerk. Vaak kochten deze boerenzoons

Kaart 5

GEMEENTE WEERSELO OMSTREEKS 1865

^Fvicj^fe- ;

JOOJI Bun/**-, >4JO/k mmti-,.i.'iioavevajiiluco Sunanar ie Leeuwariien

Bron: Gemeente-atlas van Nederland, 1971.

35

Page 37: INHOUDSOPGAVE - 020appslandgoed, bijvoorbeeld Herinckhave (gelegen in de gemeente Tubbergen), werkten, werden te hulp geroepen bij het ontginningswerk. Vaak kochten deze boerenzoons

Kaart 6

GEMEENTE WEERSELO OMSTREEKS 1972

Bron: Topografische kaart van Nederland, 1974

36