inkijkexemplaar groente & fruitencyclopedie

14
LUC DEDEENE & GUY DE KINDER FOTOGRAFIE FRANÇOIS DE HEEL ENCYCLOPEDIE alle bekende en bijzondere groente- en fruitsoorten GROENTE & FRUIT

Upload: veen-bosch-keuning-uitgeversgroep

Post on 06-Apr-2016

277 views

Category:

Documents


12 download

DESCRIPTION

Groente & fruitencyclopedie - Luc Dedeene & Guy de Kinder 9789052109244

TRANSCRIPT

Page 1: Inkijkexemplaar Groente & fruitencyclopedie

LUC DEDEENE & GUY DE KINDERFOTOGRAFIE FRANÇOIS DE HEEL

ENCYCLOPEDIEalle bekende en bijzondere groente- en fruitsoorten

GROENTE & FRUIT

De Groente & fruitencyclopedie is een standaardwerk met zeer uitgebreide

teelthandleidingen van alle bekende en bijzondere groente- en fruitsoorten,

voor succesvolle en vooral smakelijke opbrengsten uit kleine en grote tuinen.

• Praktische informatie over de basisprincipes van het telen in de volle grond, in de kas/serre en in potten

• Van elke groente- en fruitsoort is de teelt stap voor stap uitvoerig beschreven: van zaaien of planten via de verzorgingsaspecten (bemesting, gewasbescherming, snoei e.d.) tot aan de oogst

• Vele honderden kleurenfoto’s en tekeningen van alle gewassen, de gereedschappen, de hulpmaterialen en de werkzaamheden om tal van zaken in één oogopslag helder te maken

• Milieuvriendelijke benadering door het creëren en onderhouden van gezonde groeicondities en door selectie van ziektetolerante gewassen

• Rassenoverzichten en bestuivingslijsten helpen de juiste keuze te maken uit het zeer omvangrijke assortiment – een rijkdom en variatie die veel groter is dan groente- en fruitzaken en supermarkten doen vermoeden

• Naast groente en fruit wordt ook de verzorging van de belangrijkste keukenkruiden behandeld

• Met duidelijke zaai- en oogstschema’s voor nog meer gebruiksgemak

• Ook in dit boek: adressen van gespecialiseerde leveranciers van groentezaden en van fruitgewassen, plus vermeldingen van nuttige websites

GR

OE

NT

E &

FR

UIT

EN

CY

CL

OP

ED

IELU

C D

ED

EE

NE

&

GU

Y D

E K

IND

ER

ISBN 978-9052109244

NUR 423Kosmos Uitgevers, Utrecht/Antwerpen

WWW.KOSMOSUITGEVERS.NL

Page 2: Inkijkexemplaar Groente & fruitencyclopedie

groente& fruit

encyclopedie

Luc Dedeene / Guy De Kinder

Fotografie: François De Heel

U t r e c h t / A n t w e r p e n

20140910 Groente- en fruit encyclopedie 6e druk.indd 3 17-09-14 15:58

Page 3: Inkijkexemplaar Groente & fruitencyclopedie

OmslagontwerpOranje Vormgevers, Eindhoven

Omslagfoto’sFrançois De Heel

Foto’sHet Vlaams Zaadhuis: blz. 37 l, 41 b, 57 r, 64, 65 lb, 84, 86 b, 90 b, 99 o, 117 o, 134 o, 137, 138 r, 139 l, 147, 148 o, 150, 151 r, 162, 166 r, 167, 169, 171 l, 193, 198 l, 207 r, 211, 213, 227 b, 287 lb, 287 lo, 290 l, 296 (3x), 297 (3x), 307 lb, 308 ro, 313 r, 317 r, 321 o, 328 rb, 348 lb, 348 lo, 351 (2x), 361 mb, 361 rbHenk Dijkman: blz. 292Guy de Kinder: blz. 376François De Heel: overige foto’s

TekeningenAnke Nobel

Tekening bodemkaartHans van Biemen/Rinus van Tiel: blz. 11

Vormgeving en zetwerkTeo van Gerwen Design, Waalre

ISBN 978 90 5210 924 4 NUR 423

Zevende druk © 2014 Kosmos Uitgevers, UtrechtEerdere uitgaven © 2004, 2012, 2013

Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

No part of this book may be reproduced in any form by print, photocopy, microfilm or any other means without prior written permission from the publisher.

Deze uitgave is met de grootste zorgvuldigheid samengesteld. Noch de maker, noch de uitgever stelt zich echter aansprakelijk voor eventuele schade als gevolg van eventuele onjuistheden en/of onvolledigheden in deze uitgave.

Printed and bound in India by Replika Press Pvt. Ltd.

www.kosmosuitgevers.nl

20140910 Groente- en fruit encyclopedie 6e druk.indd 4 30-09-14 13:24

Page 4: Inkijkexemplaar Groente & fruitencyclopedie

14

Indeling van de groentetuin

PlannIng

Hoe uw groentetuin er uit zal gaan zien wordt bepaald door verschillende factoren. Het eerste dat u voor zichzelf moet gaan uitmaken is wat u precies wilt gaan telen.Probeer niet om meteen alles te telen. Start met enkele van uw lievelingsgroen-ten en met groenten die makkelijk te telen zijn. Een groentetuin hoeft niet steeds zelfvoorzienend te zijn. Met een klein aan-tal soorten kunt u al heel wat ervaring opdoen en kunt u leren inschatten wat de tijdsbesteding is voor een groentetuin. Het jaar daarna kunt u meer groentesoorten telen, of soorten vervangen door andere, afhankelijk van de ervaringen in het vorige seizoen. Regelmatig een nieuwe soort of ras uitproberen is een van de charmes van eigen groenten telen. Noteer welke groen-ten u zelf zou willen telen en hoeveel u ervan wilt oogsten. U mag er heel wat voor ogen houden, want aan de hand van de volgende criteria en eigen overwegingen kunt u uw selectie bijschaven.

Criteria bij het plannen

Opbrengst Belangrijk is te kunnen in-schatten wat de opbrengst per m² is van een bepaalde groentesoort. Bedenk dat de opbrengst wel eens sterk kan schommelen door de weersomstandigheden, de grond-soort enzovoort. Ervaring zal u hier zeker meer inzicht in geven. Streef naar een goede oogstspreiding over het teeltseizoen. De diepvriezer kan bij een overvloedige oogst een oplossing zijn.beschikbare plaats Bij plaatsgebrek kunt u het best groenten met hoge toege-voegde waarde telen. Aardappelen worden dikwijls geschrapt omwille van de te grote teeltruimte die ze in beslag nemen, het

Smalle bedden zijn steeds makkelijk te bereiken. Hier een eenvoudige indeling, zonder vaste elementen. Smalle bedden zijn

ook noodzakelijk als u veel met insectengaas of kleine folietunneltjes wenst te werken.

Het afdekken van pas gezaaide groenten met een plasticfolie of jutezakken werkt makkelijker op smalle bedden.

INDELING VAN DE GROENTETUIN • planning

Page 5: Inkijkexemplaar Groente & fruitencyclopedie

15

ontbreken van accommodatie om ze te be-waren, en doordat ze niet vers gebruikt hoeven te worden. Hetzelfde geldt een beetje voor sluitkolen, die ook veel teelt-ruimte in beslag nemen. Boontjes, peulen, tuinbonen, aardbeien, radijsjes en slasoor-ten zijn in dat opzicht interessanter. De winkelprijs ligt hoog, dagvers zijn ze het lekkerst en de nodige teeltruimte is be-perkt.Grondsoort Denk er ook aan dat een aantal soorten minder geschikt is voor de grond die u ter beschikking hebt (zie teelt-beschrijvingen). U richt dus het best uw planning op de beschikbare grondsoort. Zo kunt u er bijvoorbeeld naar streven om op lichte grond vooral in het voorjaar en in de herfst te telen. Op zwaardere grond kunt u sluitkolen of andere bewaargroenten te-len.MoeilijkheidsGraad Wenst u het een-voudig te houden, kies dan voor groenten met weinig kans op een sterke aantasting door insecten. Dat zijn er meer dan u denkt, zeker als u een eenvoudig hulpmid-del als insectengaas gaat gebruiken.seizoen Denk ook even na in welk sei-zoen u het meeste tijd aan tuinieren kunt besteden. Het kan helemaal geen kwaad een stukje groentetuin vrij te laten tot juni, en dan te starten met een teelt omdat u precies in de zomer het meeste tijd hebt. Het is heel goed mogelijk in september een groentetuin in volle wasdom te hebben. Trekt u er op uit in de zomer, dan zorgt u voor oogst in juni en in de herfst.VruchtafwisselinG Het is een noodzaak om toch wat verschillende groenten te te-len. Bent u een fan van worteltjes, bonen en sla, dan hebt u na verloop van tijd pro-blemen met bodemmoeheid door de te krappe teeltafwisseling (zie verderop).

Creëren van bedden

Als een groentetuin ingedeeld wordt in bed-den, bedoelt men dat er afzonderlijke stukjes

gemaakt worden die bereikbaar zijn zonder op de gecultiveerde grond te stappen. Dit maakt natuurlijk dat er beperkingen zijn wat afmetingen betreft. De breedte van een

Verhoogde, afgescheiden bedden zijn nuttig als u

permanente paden wilt verwezenlijken.

Kies voor niet te brede bedden (ongeveer 1 tot 1,5 meter), langs weerszijden bereikbaar over smalle paden van zo’n 45 cm

breed. Windbeschutting kan aan de noordzijde en de westzijde.

Reserveer een perceeltje voor meerjarige groenten. Plaats de koude bak aan de zuidzijde van de kas. Het tuinhuis en de

compostbakken zijn gesitueerd aan de noordzijde om zo weinig mogelijk schaduw te veroorzaken. Zorg voor een voldoende

breed, verhard pad in het midden van de tuin. Ideaal is als u tussen en rond de bedden kunt wandelen, leg dus ook een pad

aan de achterzijde van de bedden.

Het gebruikte vruchtwisselingschema is er één gebaseerd op zes gewasgroepen, met tweejarige teelt van aardbeien

verdeeld over het aardappelbed en het vruchtgroentenbed.

peulgewassen

Koolgewassen zijn misschien wel de belangrijkste groep bij

de vruchtwisseling. De bemestingsbehoefte is zeer groot

en het niet respecteren van de vruchtwisseling leidt al snel

tot knolvoet.

Het perceel van de wortelgewassen, met ui, wortelen en

sjalot. Omwille van de vruchtwisseling met prei, ook een

uiachtige, worden uien en sjalotten soms op een apart

perceel geteeld.

Voorbeeld van een moestuin

aardappelen + aardbeien

wortelgroenten

vruchtgroenten + aardbeien

bladgroenten

koolgewassen

koude bak

kas

v.l.n.r. rabarber, asperge, aardpeer

compost haag tuinhuis

planning • INDELING VAN DE GROENTETUIN

Page 6: Inkijkexemplaar Groente & fruitencyclopedie

44

Decoratief telen op kleine schaal

Groenten in potten geven een speciaal tintje aan het terras en u kunt de groei van de groenten vanuit het raam iedere dag gadeslaan. Samen met enkele bloeiende kuipplanten maakt u zo een decoratieve, zomerse groene oase op uw balkon of ter­ras. Groenten in potten telen maakt dat u ze een betere verzorging geeft dan in de vollegrond, het contact is als het ware in­tenser en het genot groter.Telen in potten is een mooi alternatief voor wie even wil proeven van een eigen moes­tuintje of voor wie geen plaats kan reserve­ren in de kleine siertuin. Potten kunnen ook hier en daar over de tuin verspreid

worden om lege ruimtes op te vullen, of omwille van het decoratieve aspect.Met potten kunt u de groeiomstandigheden optimaliseren door een zonnige en beschutte plaats zonder tocht uit te kiezen. Tomaten, paprika’s en aubergines doen het uitstekend op een zonneterras in de nabije omgeving van een stenen muur of vloer die ’s avonds nog lange tijd zijn warmte afgeeft.Potten zijn ook een oplossing voor bo dem­moe heid in de kas (blz. 40). De vochtvoor­ziening is bij potten en containers wel degelijk een probleem. Een goed gekozen grond meng sel en een goede drainage van de pot moeten ervoor zorgen dat de grond niet doorweekt raakt bij aanhoudend regenweer. Ander zijds moet het grondmengsel voldoen­de vocht kunnen vasthouden. Bij zonnige en warme omstandigheden zal bijna elke

dag water gegeven moeten worden. Verder zorgt het veelal kleine volume grond ervoor dat er regelmatig bijbemest moet worden om een goede doorgroei te verzekeren.Een goede raad: start niet hals over kop met het telen in potten, maar probeer eerst even enkele groenten uit. Zo komt u al snel te weten of het gebruikte grondmengsel wel voldoet en doet u ook ervaring op met het bepalen van het juiste tijdstip om wa­ter te geven.

Groenten in potten

Een overzicht van bakken en potten met groenten op het terras. Op de grond van links naar rechts: laurier, aardbei, snijbiet,

Spaanse peper, courgette en tomaat. Op de bank: raapsteeltjes, snijsla en pluksla in pot. Achteraan pronkbonen in pot.

Snijsla oogsten op het terras, het kan! (teeltinstructies blz.

66 en 80).

Platte bakken lenen zich goed voor kleine blad- en

wortelgewassen. Hier zijn dit postelein, kervel, Parijse

worteltjes en radijs.

GROENTEN IN POT TEN • telen op kleine schaal

Page 7: Inkijkexemplaar Groente & fruitencyclopedie

45

Keuze van de containers

Dit kan voor een groot deel aan uw eigen fantasie overgelaten worden. Wenst u het decoratief te houden en vindt u extra uit-gaven niet zo erg dan zijn gebakken, stenen potten zeer goed mogelijk. Door hun ge-wicht zullen ze ook minder makkelijk om-waaien (kies dan wel een pot met een niet al te smalle voet). Stenen potten drogen sneller uit in de zomer. Dit kan opgelost worden door de binnenkant (maar niet de bodem) te bekleden met plastic.Plastic potten zijn lichter en makkelijk hanteerbaar. Ze drogen minder snel uit, maar zwarte potten worden wel warmer als ze in de zon staan. Langwerpige bloem-bakken zijn ook handig. U kunt er makke-lijk in rijtjes in zaaien.Verder kunt allerlei materialen gebruiken, zoals grote ronde kuipen die gebruikt wor-den voor orangerieplanten, metselkuipen of waterkuipen. Deze moet u dan wel zelf voorzien van drainagegaten: enkele flinke gaten in de bodem en ook enkele onderaan de zijwanden.Grote kuipen kunt u niet zo vlot meer verplaatsen, wat op balkon of terras mis-schien wel onhandig is. Anderzijds kunt u er zo’n groot volume aan grond in kwijt dat er minder aandacht nodig is voor voe-ding en watergift. Een dag van vergetelheid zal hier geen onherstelbare schade veroor-zaken.

Groeimedium

Er zijn twee zaken waaraan het groeime-dium moet voldoen: het moet goed draine-ren maar het mag ook niet snel uitdrogen. – Duurdere potgronden voldoen vrij goed aan dit criterium. Toevoegingen van klei, turf (witveen) en zand wijzen er op dat u met een goed mengsel te doen hebt. Mis-schien is dit mengsel iets te snel drogend. Dit kunt u verbeteren door er zo’n 30% tuingrond door te mengen.– Goedkope potgronden die hoofdzakelijk uit zwartveen samengesteld zijn zullen nat blijven en gemakkelijk dichtslaan. U kunt er wel een goed substraat mee samenstel-len. U gaat dan uit van goedkope potgrond, die praktisch alleen uit zwarte veengrond bestaat, en maakt een mengsel van 50% potgrond, 15% verteerde compost (voor de voeding, kan eventueel weggelaten worden en vervangen door vloeibare voeding of het inmengen van een traagwerkende mest-

stof), 10% grof metselzand (voor de luch-tige structuur en drainage) en 25% kokos-vezels of turf (voor een veerkrachtige, luchtige structuur die tegelijk ook het wa-ter goed vasthoudt). Soms moet u de hoe-veelheid kokosvezels of turf vergroten als u vaststelt dat als het mengsel in natte toe-stand samengeknepen wordt, niet uiteen wil vallen. Voeg er daarna nog enkele pro-centen bentoniet of kleimeel aan toe.Bovenstaande mengsels zullen goed vol-doen om bladgroenten, vruchtgroenten en peulgewassen te telen.– Voor grotere, brede en diepe containers met diep wortelende groenten kunt u beter te werk gaan met tuingrond, gemengd met zo’n 30% goede potgrond, en afhankelijk van de grondsoort er nog 10 tot 20% grof zand bij te mengen.

Vullen van de potten

Als u met groeimedium gaat vullen, verge-wis u er dan van dat de ietwat grotere kui-pen op een goeie plaats staan. Verplaatsen wordt daarna moeilijk. Voor een goede drainage plaatst u de kuipen op enkele blokjes. Onderin de pot legt u enkele brok-stukken van gebroken bloempotten. Door hun ronde vorm creëren ze een luchtige, waterdoorlaatbare structuur onderin de pot en verhinderen dat de drainagegaten verstoppen. U kunt ook enkele stenen met onregelma-tige vorm gebruiken. U kunt dit dan afdek-ken met een stuk antiworteldoek of een stuk plantjute om te verhinderen dat de grond onmiddellijk de drainagelaag ver-stopt. Vul met groeimedium tot enkele centimeters onder de potrand om later nog makkelijk water te kunnen geven.

Water en voeding

Potten en containers moeten dagelijks ge-controleerd worden. Zeker bij weersover-gangen kunt u wel eens voor verrassingen komen te staan. Geef net zoveel water dat u wat uit de pot ziet lopen. Zo bent u zeker dat de volledige potkluit bevochtigd is. Laat nu de grond wat uitdrogen vooraleer u weer water geeft. Routinematig iedere dag water geven is af te raden, houd rekening met de snelheid van verdamping en con-troleer de vochtigheid van de grond.Na een tijdje zullen de planten die u teelt wat extra voeding nodig hebben. Hoeveel

Sla in pot telen

Zorg voor voldoende drainage, bijvoorbeeld met

potscherven en voldoende draingaten.

Vul de pot met een luchtig grondmengsel, klop voorzichtig

de plantjes uit de potjes op de rand van de pot. Vermijd het

uiteenvallen van de potkluit.

Zorg voor een goede verdeling van de plantjes. Plant tegen

de rand aan, de plantjes groeien dan over de rand van de

pot heen.

telen op kleine schaal • GROENTEN IN POT TEN

Page 8: Inkijkexemplaar Groente & fruitencyclopedie

47

Ongewenste cOncurrenten

Onkruiden zijn onvermijdelijk. Dat zult u ook al wel gemerkt hebben. Als u ze wilt bestrijden is het interessant te weten dat er onderscheid wordt gemaakt tussen worte-lonkruiden en zaadonkruiden.

Wortelonkruiden

Meerjarige onkruiden worden dikwijls een probleem na een periode van verwaarlo-zing. Op gronden die regelmatig geculti-veerd en bewerkt worden, zullen ze geleide-lijk aan uitsterven.Kweekgras (Agropyron repens), grote brandnetel (Urtica dioica), heermoes (Equi-setum arvense), ridderzuring (Rumex obtu-sifolius), paardenbloem (Taraxacum offici-nale) en akkerdistel (Carduus pratense) zijn allemaal wortelonkruiden die zich niet

Onkruiden

Kleine brandnetel houdt van stikstofrijke grond. Muur groeit en bloeit de hele winter door.

Straatgras komt al snel tot bloei en zaadvorming en kan zich zo ook snel uitbreiden.

Zwarte nachtschade is een warmteminnend onkruid, dat

pas in het late voorjaar kiemt.

ongewenste concurrenten • ONKRUIDEN

Page 9: Inkijkexemplaar Groente & fruitencyclopedie

48

één, twee, drie laten vernietigen. Vooral de eerste drie, die zich uitbreiden via onder-grondse delen, zijn lastige klanten. De laatste drie zijn onkruiden met een stevige penwortel, die zich vermenigvuldigen door zaad. Als u de penwortel niet uittrekt kun-nen ze hergroeien.

Zaadonkruiden

Eenjarige of tweejarige onkruiden breiden zich sterk uit door zaad. In iedere grond zijn duizenden onkruidzaden aanwezig die bij gunstige omstandigheden kiemen. Zelfs als u een heel goed onderhouden moestuin hebt zullen zaden van diverse onkruiden van ver komen aangewaaid.Veel onkruiden vormen al in een jong sta-dium zaad, denk maar aan straatgras (Poa annua) en (vogel)muur (Stellaria media). Deze en andere onkruiden kiemen en groeien trouwens ook in de herfst en win-ter verder door. Een onbedekte moestuin zal na de winter bedekt zijn met een ta-pijtje zaaddragend onkruid, niet bepaald een goede vertrekbasis dus. Andere onkrui-den, zoals knopkruid (Galinsoga parviflora) en zwarte nachtschade (Solanum nigrum), zijn bij de eerste vorst verdwenen en zullen pas weer kiemen in het late voorjaar, als de bodemtemperatuur hoog genoeg is.

Nadelige effecten

De nadelige effecten van onkruiden zijn veel groter dan alleen maar esthetische schade. Onkruiden concurreren met de

groenteplantjes om voeding, water en licht. Vooral pas geplante of gezaaide groenten zullen al snel slecht groeien doordat sommige onkruiden er boven uit-steken en licht wegnemen. Onkruid zorgt ervoor dat groenten minder snel opdrogen en sneller ten prooi vallen aan schimmel-ziekten.Verder zorgen onkruiden dikwijls voor een schuilplaats voor slakken en bladluizen. Schimmelziekten kunnen een onkruid als waardplant hebben en zo het vruchtwisse-lingschema in de war sturen. Klassiek voorbeeld is het herderstasje (Capsella bur-sa-pastoris), dat ook waardplant van knol-voet kan zijn.

Preventie en bestrijding

Zaadonkruiden Onkruiden moeten aangepakt worden in hun jonge stadium. Even schoffelen in de moestuin is een leuk en vlot werkje als u het minimaal wekelijks uitvoert. Een paar dagen uitstellen leidt al tot onaangename verrassingen. Schoffelen is beter dan hakken, omdat u bij het schof-felen de plant afsnijdt van de wortel; zo is hergroei bijna uitgesloten. Regelmatig schoffelen en bij sommige groenten mul-chen en andere bodembedekking (zie blz. 23) zijn het beste verweer tegen on-kruiden. Onkruiden mogen nooit in het zaaddragend stadium komen. En zorg voor mulchmateriaal waar geen onkruidzaden in zitten.Tussen pas gezaaide groenten zult u in de rijtjes met de hand moeten wieden. On-kruiden die heel dicht bij de zaailingen

Met een beugelschoffel kunt u makkelijk klein onkruid als

het ware van de wortel afsnijden; het losse laagje grond

beperkt in de zomer verdampingsverliezen uit de bodem.

Een hak of beugelhak (foto) kan gebruikt worden om

kleinere en grotere onkruiden los te hakken en om de

grond wat dieper los te maken.

Met een zware landhak kunt u op ruig terrein de onkruiden

afhakken en afvoeren.

Raap de ondergrondse stengels zorgvuldig uit de grond.

Kweekgras vormt ondergrondse stengels (rizomen), die

met een spitvork losgemaakt kunnen worden.

Kweekgras: een lastig doorlevend wortelonkruid

ONKRUIDEN • ongewenste concurrenten

Page 10: Inkijkexemplaar Groente & fruitencyclopedie

Groenten teeltbeschrijvingen

Page 11: Inkijkexemplaar Groente & fruitencyclopedie

77

SlaSoorten

Algemeen

Herkomst Sla (Lactuca sativa) heeft zijn oorsprong in de landen rond de Middel-landse Zee. De meeste soorten sla die wij consumeren, werden echter ontwikkeld in de 19de eeuw door groentetelers die speel-den met de vorm, de kleur en de smaak van deze groente.Gebruik Op stengelsla en het buitenste blad van bindsla na, worden alle slasoor-ten rauw gebruikt. Door toevoegingen (olie, azijn, kruiden) en menging met an-dere rauw te eten groenten, is een rijke variatie mogelijk.PlantkundiGe kenmerken Sla is een kruidachtig, eenjarig gewas met een vrij lange penwortel. De bladeren vormen sa-men een krop of een bladrozet. Het ge-slacht Lactuca behoort tot de Asteraceae (samengesteldbloemigen).

Soorten

Slasoorten zijn qua groeiwijze in vier groe-pen te verdelen en binnen iedere groep is de keuze nog eens heel uitgebreid.stenGelsla (Lactuca sativa var. angustana)De dikke hoofdstengel wordt genuttigd zo-als asperge. Ook de bladeren worden ge-bruikt, maar zijn niet zo lekker. Vooral in Azië wordt deze slasoort veel geteeld. Bij ons wordt ze weinig of niet geteeld.rozetsla (Lactuca sativa var. crispa of L.s. var. foLiosa)Deze variëteiten vormen geen dichte krop, maar een bladrozet. Ze zijn in principe iets makkelijker te telen dan de soorten die een krop vormen. U kunt afhankelijk van de teeltwijze de bladeren plukken of snijden of een volledig rozet wegsnijden. Tot deze

groep behoren verschillende slasoorten.Lollo Rosso (rood) en Lollo Bionda (groen) hebben sterk gekroesd blad. De smaak is neutraal. Eikenbladsla heeft bladeren lij-kend op die van de Amerikaanse eik met een roodbruine en soms groene kleur. Krulsla heeft groen of rood ietwat gekron-keld, ingesneden blad.bindsla (Lactuca sativa var. LongifoLia)Bindsla of Romeinse sla vormt een zuilvor-mige krop. Door het dichtbinden van de bladeren aan de top bleekt het hart en blijft dit zacht. De buitenste bladeren zijn stug en worden gestoofd. Populair in Zuid-Europa.kroPsla (Lactuca sativa var. capitata)Kropsla of botersla is de meest geteelde groep. Vormt een zachte krop. De binnen-

Bladgroenten

‘Sylvesta’ is een kropslaras dat resistent is tegen groene

bladluis.

IJsbergsla (links) en groene eikenbladsla (rechts). Als u ze gelijktijdig zaait, zult u ijsbergsla een tweetal weken later

oogsten.

s lasoor ten • BL ADGROENTEN

Page 12: Inkijkexemplaar Groente & fruitencyclopedie

78

ste bladeren zijn lichtgeel en zacht. Een variant is de rode kropsla.IJsbergsla vormt een zeer dichte, harde krop. De bladeren zijn lichtgroen, knappe-rig en iets doorzichtig, alsof ze bevroren zijn. De smaak is pittiger dan bij kropsla. Er bestaat ook rode ijsbergsla. Een variant op ijsbergsla is crispsla, die een open krop vormt met krullerige en knapperige blade-ren. IJsbergsla is langer te bewaren dan eender welke andere slasoort.Batavia is een al oude slasoort en de voor-vader van de ijsbergsla. Batavia lijkt qua vorm op kropsla. Het blad is sterk gebob-beld en heeft een gegolfde vorm. Er zijn lichtgroene en roodbruine tinten. De blad-structuur lijkt op die van ijsbergsla, maar mist het knapperige. De smaak is neu-traal.

Teeltwijzen

Sla kan geteeld worden als kropsla, pluksla of snijsla.Bij pluksla en snijsla kan de oogst vroeger gestart worden. IJsbergsla heeft zo’n twee tot drie weken groeitijd meer nodig dan kropsla. Sla kan, mits u beschikt over een kas of koude bak, bijna het hele jaar geteeld worden.Kropsla en pluKsla Uitgaande van al dan niet zelf opgekweekte plantjes, kunt u rond 10 februari al uitplanten in een niet verwarmde kas of plastic tunnel. Is er toch nog vorst, dek dan af met vliesdoek. Jonge slaplantjes zijn niet zo vorstgevoelig. Eind februari kunt u gaan telen in de koude bak.Vanaf begin maart in de open lucht, mits

afdekking met vliesdoek of flodderfolie. Vanaf april kan het zonder afdekking. Oogstspreiding verkrijgt u dan door een gedeelte af te dekken. De uiterste plantda-tum in de open lucht is 5 september, om te kunnen oogsten voor de vorst. Eventueel afdekken op het einde van de teeltperiode.Begin tot eind september planten is weer mogelijk in kas of plastic tunnel. Later is het risico op bevriezing in de koude kas te groot. Volwassen sla is niet vorstbestendig. In een vorstvrije kas is planten in novem-ber en december af te raden wegens te wei-nig licht, vanaf januari kan opnieuw ge-plant worden.snijsla Snijsla wordt ter plaatse gezaaid vanaf februari in de koude bak of kas. Vanaf half maart tot begin augustus kunt u ook buiten zaaien. Er zijn speciale snijslarassen, maar eigenlijk kunt u alle slarassen als snijsla telen.

Kropsla of botersla vormt een dichte, malse krop.

Groene eikenbladsla ‘Pluto’; u kunt blaadjes plukken of de

rozet in zijn geheel oogsten.

Rode eikenbladsla ‘Ferrari’, een welkome afwisseling in de

slaschotel.

BL ADGROENTEN • s lasoor ten

Page 13: Inkijkexemplaar Groente & fruitencyclopedie

79

Standplaats en bemesting

Bodem Sla vraagt een humusrijke grond die goed zijn vocht vasthoudt.Vruchtwisseling Het is de gewoonte sla te telen op een perceeltje dat voor één jaar daartoe voorbehouden is. Er volgen hier verschillende plantingen na en naast el-kaar. Verder kunt u sla als tussenteelt uit-voeren bij traag groeiende gewassen met een vrij ruime plantafstand, zoals bonen of erwten, of als rijenmarkeerder gebruiken bij wortelen of schorseneer. Sla brengt ner-gens het vruchtwisselingschema in de war.licht Tijdens de warme zomerdagen kunt u goed telen in de halfschaduw. De rest van het jaar is een zonnige plaats nodig.Bemesting Sla vraagt een middelmatige bemesting. Stikstof is belangrijk, maar mag ook niet te veel gegeven worden. De

sla groeit dan te “gulzig”, met minder sterk blad, en wordt vatbaarder voor ziekten en plagen. Een normale organische bemesting volstaat. Wordt sla verbouwd als tweede of derde teelt, strooi dan 60 g/m² (N+P+K) 12+10+18 of een matige organische be-mesting.

Opkweek

Zaaien Probeer op regelmatige basis wat sla te zaaien. Zaai ook verschillende soor-ten. Dit geeft een goede oogstspreiding. Sla zaaien kan het best in zaaibakjes. Dek af met een laagje zaaigrond van 2 mm. De minimumtemperatuur om sla te laten kie-men is 6 °C. De ideale kiemtemperatuur is 15 °C. Let op in de zomer, want sla gaat in kiemrust bij meer dan 25 °C. Zaai dan op

een koele plaats. Snijsla wordt ter plaatse gezaaid, in rijtjes of breedwerpig.Verspenen Sla leent zich goed om te ver-spenen in perspotjes, maar dit kan ook in kleine bloempotjes of trays gevuld met voedzame potgrond. Verspeen als de twee kiemblaadjes uitgegroeid zijn. De verdere opkweek geschiedt zo koel mogelijk, 12 °C overdag is voldoende.afharden De opkweekduur van de plant-jes hangt af van temperatuur en seizoen en schommelt tussen twee en vier weken. Bij uitplanten in de kas hoeft u niet af te har-den. Bij buitenteelt zet u de plantjes eerst een paar dagen in de open lucht (blz. 68).

Jan Feb Maart April Mei Juni Juli Aug Sept Okt Nov Dec Plantafstand

Teelt cm

lente 30 x 30

zomer + herfst 30 x 30

koude kas 30 x 25

zaaien planten warm glas

afdekking oogsten koud glas

Teeltschema Kropsla en Krulsla/Pluksla

B M E B M E B M E B M E B M E B M E B M E B M E B M E B M E B M E B M E

awk

wwww

wwwwwk k k k k k k

k k ka a a

w

Jan Feb Maart April Mei Juni Juli Aug Sept Okt Nov Dec Plantafstand

Teelt cm

lente 40 x 35

zomer + herfst 40 x 35

zaaien planten warm glas

afdekking oogsten koud glas

B M E B M E B M E B M E B M E B M E B M E B M E B M E B M E B M E B M E

a

a a a

w

wwww

k

k k k

Teeltschema IJsbergsla/Bindsla

Jan Feb Maart April Mei Juni Juli Aug Sept Okt Nov Dec Plantafstand

Teelt cm

koud glas 10 x 1

vollegrond 10 x 1

zaaien oogsten koud glas

B M E B M E B M E B M E B M E B M E B M E B M E B M E B M E B M E B M E

k

k k k k k k k k

Teeltschema Snijsla

s lasoor ten • BL ADGROENTEN

Page 14: Inkijkexemplaar Groente & fruitencyclopedie

LUC DEDEENE & GUY DE KINDERFOTOGRAFIE FRANÇOIS DE HEEL

ENCYCLOPEDIEalle bekende en bijzondere groente- en fruitsoorten

GROENTE & FRUIT

De Groente & fruitencyclopedie is een standaardwerk met zeer uitgebreide

teelthandleidingen van alle bekende en bijzondere groente- en fruitsoorten,

voor succesvolle en vooral smakelijke opbrengsten uit kleine en grote tuinen.

• Praktische informatie over de basisprincipes van het telen in de volle grond, in de kas/serre en in potten

• Van elke groente- en fruitsoort is de teelt stap voor stap uitvoerig beschreven: van zaaien of planten via de verzorgingsaspecten (bemesting, gewasbescherming, snoei e.d.) tot aan de oogst

• Vele honderden kleurenfoto’s en tekeningen van alle gewassen, de gereedschappen, de hulpmaterialen en de werkzaamheden om tal van zaken in één oogopslag helder te maken

• Milieuvriendelijke benadering door het creëren en onderhouden van gezonde groeicondities en door selectie van ziektetolerante gewassen

• Rassenoverzichten en bestuivingslijsten helpen de juiste keuze te maken uit het zeer omvangrijke assortiment – een rijkdom en variatie die veel groter is dan groente- en fruitzaken en supermarkten doen vermoeden

• Naast groente en fruit wordt ook de verzorging van de belangrijkste keukenkruiden behandeld

• Met duidelijke zaai- en oogstschema’s voor nog meer gebruiksgemak

• Ook in dit boek: adressen van gespecialiseerde leveranciers van groentezaden en van fruitgewassen, plus vermeldingen van nuttige websites

GR

OE

NT

E &

FR

UIT

EN

CY

CL

OP

ED

IELU

C D

ED

EE

NE

&

GU

Y D

E K

IND

ER

ISBN 978-9052109244

NUR 423Kosmos Uitgevers, Utrecht/Antwerpen

WWW.KOSMOSUITGEVERS.NL