inkijkexemplaar marcom-b

8
73 Vaarbewijsopleidingen vragen LES 4 Marifonie DEEL 2: MARCOM-B LES 5 LES 6 LES 7 LES 8 LES 9 LES 5 _ INLEIDING; REGELGEVING; UITRUSTINGSEISEN; ZEEGEBIEDEN EN CONTROLES; KANALEN EN IDENTIFICATIE; RADIOVERKEER

Upload: vbo

Post on 28-Mar-2016

220 views

Category:

Documents


3 download

DESCRIPTION

De Studiewijzer MARIFONIE & MARCOM-B is gemaakt voor de beginnende watersporter met weinig of geen ervaring. Alle specifieke begrippen en vaardigheden die de cursist moet kennen voor het examen worden inbegrijpelijke taal uitgelegd.

TRANSCRIPT

Page 1: Inkijkexemplaar MARCOM-B

73

Vaarbewijsopleidingenvragen LES 4

Marifonie

DEEL 2: MARCOM-B

LES 5LES 6LES 7LES 8LES 9

LES 5_

INLEIDING; REGELGEVING; UITRUSTINGSEISEN;

ZEEGEBIEDEN EN CONTROLES; KANALEN

EN IDENTIFICATIE; RADIOVERKEER

Page 2: Inkijkexemplaar MARCOM-B

74

VaarbewijsopleidingenLES 5

Marcom-B

5.0 Inleiding

Deze cursus Marcom-B, module GMDSS, is een korte,

bondige samenvatting van de examenstof op basis van

de meest recente examens.

Module GMDSS bestaat uit:

- LES 5

Inleiding; regelgeving; uitrustingseisen;

zeegebieden en controles; kanalen

en identificatie; radioverkeer

- LES 6

INMARSAT; COSPAS-SARSAT en EPIRB; tests,

controles, gebruik, distress en zoeken

- LES 7

DSC-apparatuur; format en geographical

area call; verzenden en ontvangen van

een ‘distress alert; ‘urgency’, ‘safety’

en ‘routine’; opstellen uitgaande berichten;

interpreteren binnenkomende berichten

- LES 8

SART; SARTopsporing; portofoon; NAVTEX;

NAVTEX-codering; AIS

- LES 9

Nautisch Engels

Beroepscertificaat

Bij de bestudering van de leerstof is het belangrijk

te weten dat het Marcom-B-certificaat geen specifiek

watersportcertificaat is, zoals bijvoorbeeld het Klein

Vaarbewijs. Het certificaat is bedoeld voor alle mensen

die met SOLAS-(zend)apparatuur, speciaal bestemd

voor de zeevaart, werken.

De watersporter kan, in het kader van de veiligheid

op zee, ook gebruik maken van deze apparatuur. Hij

moet dan wel over dezelfde papieren beschikken als de

mensen van de beroepsvaart.

Basiscertificaat Marifonie of Marcom-B?

Vroeger had je een binnenvaart- of een zeevaartmarifoon.

Dat waren twee verschillende apparaten. Voor een binnen-

vaartmarifoon is het basiscertificaat marifonie vol-

doende, voor de zeevaartmarifoon heb je Marcom-B

nodig. De huidige marifoons zijn geschikt voor zowel

de binnenvaart als de zeevaart. Niet de hardware

(de marifoon) maar de software bepaalt of er sprake

is van een binnenvaart- of zeevaartmarifoon. De

bevoegdheden van de gebruiker/eigenaar bepalen of

het apparaat een zee- of binnenvaartmarifoon is.

Elke marifoon moet namelijk geregistreerd worden;

met een basiscertificaat marifonie krijg je alleen een

ATIS-nummer, met Marcom-B (of SRC) een ATIS- en

MMSI-nummer.

Basiscertificaat Marifonie (binnenvaartmarifoon)

Als in de marifoon alleen een ATIS-nummer gepro-

grammeerd is, voldoet de marifoon aan alle eisen van

de Basel-overeenkomst. Dat betekent: automatische

reductie op verschillende kanalen en geen dual watch;

bovendien is DSC (digitale berichten versturen) uitge-

schakeld. Met zo’n marifoon mag je overal varen, op

het binnenwater maar ook op zee. Je mist op zee wel

de mogelijkheden van dual watch, hoog vermogen en

DSC; bovendien werkt de distress-toets niet.

Marcom-B (zee- en binnenvaartmarifoon)

Met Marcom-B krijg je bij registratie een ATIS- en een

MMSI-nummer. Als beide nummers geprogrammeerd

zijn, kun je de marifoon gebruiken als binnenvaart-

marifoon (ATIS aan) en zeevaartmarifoon (ATIS uit).

Met uitgeschakelde ATIS, wordt de automatische

reductie opgeheven en kun je zelf van hoog naar laag

schakelen en omgekeerd. De dual watch werkt en je

kunt dus gelijktijdig op twee kanalen uitluisteren.

Last but not least, je kunt er zeker van zijn dat de distress-

toets voor digitale alarmering (DSC) het doet.

Bovendien kun je met Marcom-B andere veiligheids-

apparatuur zoals SART en/of EPIRB aanschaffen en

laten registreren.

GMDSS (Global Maritime Distress

and Safety System)

Je kunt dit begrip in het Nederlands vertalen als

‘wereldwijd maritiem nood- en veiligheidssysteem’.

Het systeem is met name bedacht voor de grote handels-

vaart, met schepen die wereldwijd varen en regel-

matig oceanen oversteken. GMDSS is een belangrijk

onderwerp op de zeevaartschool.

Page 3: Inkijkexemplaar MARCOM-B

75

Vaarbewijsopleidingen LES 5

Marcom-B

De toekomstige zeelieden worden terdege getraind

in het gebruik van de modernste, voor de zeevaart

verplichte apparatuur. De meeste zeevarende water-

sporters beschikken niet over GMDSS-apparatuur en

zijn daartoe ook niet verplicht. De verplichting geldt

alleen voor schepen die onder de Schepenwet vallen.

Maar ook als je slechts een klein deel van de GMDSS-

apparatuur aan boord hebt (bijvoorbeeld een marifoon

die je handmatig op hoog vermogen kunt schakelen)

moet je hetzelfde certificaat (Marcom-B) behalen als

de mensen van de grote handelsvaart.

Je moet dus veel leren wat niet direct voor jou van

belang is, bijvoorbeeld allerlei zaken over apparatuur

waarmee je nooit zult werken. Wij proberen de leerstof

zo simpel mogelijk te houden en gaan niet al te diep op

de onderwerpen in. Bedenk bij het bestuderen van de

stof dat het examen niet bedoeld is voor de jachtschipper,

maar voor de mensen van de grote vaart.

Nautisch Engels

Het theoretisch examen GMDSS bestaat uit twee delen:

kennis van het GMDSS (75%) en kennis van Nautisch

Engels (25%). Voor Nautisch Engels gebruiken we het

boek IMO Standard Marine Communication Phrases

met de specifieke gestandaardiseerde maritieme vak-

taal. Dit Nautisch Engels wijkt nogal af van het

gewone Engels. Je hoeft niet het hele boek te kennen;

deel B, communicatie aan boord (bladzijde 90 e.v.),

valt grotendeels buiten de GMDSS-examenstof.

Het gaat met name om het eerste gedeelte van het

boek, de bladzijden 8 t/m 89. In deze cursus besteden

we niet al te veel aandacht aan Nautisch Engels; het

is vooral een kwestie van zelfstudie.

Theoretisch examen en Operationele

Vaardigheden

Theoretisch examen

Het theoretisch examen Marcom-B bestaat

uit twee delen:

- basiskennis marifonie;

- GMDSS module.

Als je in het bezit bent van het Basiscertificaat

Marifonie krijg je vrijstelling voor het onderdeel basis-

kennis marifonie.

Operationele Vaardigheden

Bij het verplichte praktijkexamen, ga je de theorie in

praktijk brengen. Het is een belangrijk maar ook heel

interessant examen. De meeste kandidaten zijn erg

enthousiast over dit onderdeel. Meer informatie hier-

over vind je op www.watersportcursussen.nl.

Als je in het bezit bent van de verklaring Operationele

Vaardigheden en de verklaring dat je geslaagd bent

voor de theorie, kun je het Marcom-B-certificaat

aanvragen.

_

5.1 Regelgeving

Certificaten

Voor de maritieme communicatie kennen we

in Nederland drie certificaten:

Basiscertificaat Marifonie

Dit certificaat geeft de bevoegdheid tot het bedienen

van een binnenvaartmarifoon (VHF-installatie, uitge-

rust voor de binnenwateren).

Marcom-B (B van ‘beperkt’)

Dit certificaat geeft de bevoegdheid tot het bedienen

van alle maritieme VHF-installaties, uitgezonderd

midden- of langegolfzenders.

Marcom-A (A van ‘algemeen’)

Dit certificaat geeft de bevoegdheid tot het bedienen

van alle maritieme zendinstallaties (korte-, midden-

en langegolfzenders).

Organisaties

International Maritime Organisation (IMO)

Het IMO regelt de internationale zaken op het gebied

van de zeevaart en is o.a. verantwoordelijk voor Safety

Of Life At Sea (SOLAS) ofwel het internationale Verdrag

betreffende de veiligheid van mensenlevens op zee.

Onthoud:

IMO > SOLAS > GMDSS.

organisatie verdrag systeem

Page 4: Inkijkexemplaar MARCOM-B

76

VaarbewijsopleidingenLES 5

Marcom-B

International Telecommunication Union (ITU)

De ITU regelt alles op het gebied van de coördinatie

van het gebruik van frequenties en het standaardiseren

van systemen. Denk aan de uitgifte van frequenties

voor commerciële zenders, mobiele telefoons en mari-

tieme doeleinden. Alle afspraken zijn vastgelegd in

het RR (RadioReglement), dat de internationale afspra-

ken met betrekking tot de frequentieverdeling bevat.

Onthoud:

ITU > RR

organisatie verdrag

Verdrag

SOLAS (Safety Of Life At Sea)

In het SOLAS-verdrag kun je gegevens vinden over

onder andere:

- soort en aantal voorgeschreven radioapparatuur

aan boord van schepen;

- de verplichte controles (inspecties en keuringen)

op de aanwezigheid en juiste werking van

voorgeschreven radioapparatuur aan boord

van schepen;

- de communicatieprocedures.

Nationale wet- en regelgeving

Schepenwet, Schepenbesluit en

Vissersvaartuigenbesluit

De internationale afspraken (SOLAS) zijn ‘vertaald’ in

nationale (Nederlandse) wet- en regelgeving. Het gaat

met name om: de Schepenwet (SW), het Schepenbesluit

(SB) en het Vissersvaartuigenbesluit (VVB).

RR (RadioReglement)

Het radioreglement is een bijlage bij het Internationale

verdrag met betrekking tot de verre berichtgeving.

Veiligheidscertificaten

De veiligheidseisen die gesteld worden aan de beroeps-

vaart zijn onder andere afhankelijk van tonnage en

vaargebied. Voor de pleziervaart gelden geen wette-

lijke veiligheidseisen.

Veiligheidscertificaat (VC)

(voor schepen boven de 500 BRT)

Schepen die vallen onder de Schepenwet dienen in

het bezit te zijn van een Veiligheidscertificaat (VC).

Zo’n certificaat wordt verstrekt na een intensieve

controle van het hele schip. Verschillende contro-

les dienen minimaal eens in de vijf jaar uitgevoerd

te worden en daarom is de geldigheidsduur van het

Veiligheidscertificaat voor vrachtschepen maximaal

5 jaar. In Nederland wordt het VC verstrekt door

de Divisie Scheepvaart van de Inspectie Verkeer en

Waterstaat. Bij het VeiligheidsCertificaat (VC) hoort

een uitrustingsoverzicht (record of equipment). Dit

bevat o.a. de ‘details of radio facilities’ en daarin is de

voorgeschreven radioapparatuur vermeld. De zendin-

stallatie dient jaarlijks gecontroleerd te worden door

een erkend bedrijf.

Radioveiligheidscertificaat

(voor schepen van 300 BRT tot 500 BRT)

Het Radioveiligheidscertificaat (RVC) is een onder-

deel van het Veiligheidscertificaat (VC).

Harmonized System of Survey and Certification

(HSSC)

Het Harmonized System of Survey and Certification

(HSSC) is het internationale certificeringsysteem voor

het Veiligheidscertificaat. Voor schepen waarop het

HSSC van toepassing is, vervalt het Radioveiligheids-

certificaat (RVC).

_

Page 5: Inkijkexemplaar MARCOM-B

77

Vaarbewijsopleidingen LES 5

Marcom-B

5.2 Uitrustingseisen

De uitrustingseisen gelden alleen voor schepen die val-

len onder de Schepenwet. De vereiste radio-uitrusting

is in hoofdzaak afhankelijk van het gebied waarin het

schip vaart. Een schip dat is uitgerust met maritieme

communicatieapparatuur noem je een scheepsstation.

Aan jachten en pleziervaartuigen worden geen eisen

gesteld. Hier volgt een kleine selectie uit de lijst van

uitrustingseisen.

Apparatuur

- tenminste één VHF-radiotelefonie-installatie,

voorzien van DSC (Digital Selective Calling);

- een apparaat voor de ontvangst van MSI

(Maritime Safety Information) en veiligheids-

berichten, zoals navigatie- of windwaarschuwingen,

bijvoorbeeld een NAVTEX (zie les 8);

- schepen die zijn uitgerust voor de vaart in alle

zeegebieden: een EPIRB die gebruik maakt

van COSPAS-SARSAT (406,0 MHz), uitleg volgt;

- een Search And rescue Radar Transponder

(SART), uitleg volgt;

- op de bedieningsplaats van de GMDSS-

apparatuur: in ieder geval een noodprocedure-

kaart, noodverlichting, roepnaam en MMSI

van het schip (op de noodprocedurekaart kun je

snel de te gebruiken noodfrequenties vinden).

Boekwerken

- List of Shipstations: dit is een verplicht ITU-

boekwerk; als je van een schip met bijvoorbeeld

de naam Tokyo Bay de identificatie (roepnaam)

wilt weten, kun je dat in dit boekwerk opzoeken;

- List of Coaststations: ook een verplicht ITU-

boekwerk; hierin kun je de gegevens van

VHF-kuststations vinden;

- List of Callsigns and Numerical Identities:

eveneens een verplicht ITU-boekwerk; hierin kun

je de naam van het station met bijvoorbeeld

het MMSI-nummer 246302000 opzoeken;

- Manual for Use by the Maritime Mobile

and Maritime Mobile Satellite Services:

in dit boekwerk kun je alle aan de maritieme

dienst toegewezen frequenties, kanaalnummers

en doelen waarvoor zij gebruikt moeten

worden, vinden;

- International Aeronautical and Maritime Search

and Rescue Manual (IAMSAR): hierin staan

de richtlijnen en schema’s voor opsporing

en redding op zee;

- INMARSAT Maritime Communications Handbook:

hierin kun je tabellen vinden met onder meer

gegevens over telex country codes, telephone

country codes en Coast Earth Stations-ID-codes

die nodig zijn voor communiceren via INMARSAT;

- Scheepsdagboek (scheepsjournaal, radiodagboek):

hierin worden o.a. de verplichte controles (tests)

van de GMDSS-apparatuur genoteerd.

Het scheepsdagboek

Hierin worden onder andere genoteerd:

- het maandelijks testen van EPIRB en SART;

- het wekelijks testen van de VHF-installatie en

de noodapparatuur (portofoon) die meegaat in

de reddingboot;

- het wekelijkse onderhoud aan de accu’s;

- naam en functie van de persoon die is

aangewezen voor de afhandeling van

het nood-, spoed- en veiligheidsverkeer.

Onderhoud

Er zijn drie manieren om ervoor te zorgen dat

de radioapparatuur wat betreft het onderhoud

aan de GMDSS-eisen voldoet:

- I: onderhoud aan wal

(shore-based maintenance);

- II.: duplicering van de apparatuur

(duplication of equipment);

- III: onderhoud aan boord

(at sea maintenance capability).

Een schip dat uitgerust is voor het varen in zeegebied

A1 (zie volgende paragraaf) moet voldoen aan tenminste

één van de genoemde opties.

Page 6: Inkijkexemplaar MARCOM-B

78

VaarbewijsopleidingenLES 5

Marcom-B

Glaszekeringen

Snelle zekeringen beginnen altijd met de letter F

(Fast), bijvoorbeeld F 5A/60V.

Trage zekeringen beginnen met de letter T

(Traag/Tardy), bijvoorbeeld T 400mA/250V.

Kwaliteitskeurmerk (wheelmark)

Maritieme radiocommunicatieapperatuur

die voldoet aan de SOLAS-eisen is te her-

kennen aan een wheelmark-markering.

GMDSS-apparatuur en stroomvoorziening

De bedieningsplaats van GMDSS-apparatuur dient

te zijn voorzien van verlichting die in geval van nood

kan worden gevoed door de reservekrachtbron van

de radiozendinstallatie. Ook de elektronische navi-

gatieapparatuur die de GMDSS-apparatuur van een

positie-update voorziet, dient in geval van nood te

kunnen worden gevoed door de noodkrachtbron van

de radiozendinstallatie.

_

5.3 Zeegebieden en controles

Zeegebieden

De vereiste radio-uitrusting is in hoofdzaak afhan-

kelijk van het gebied waarin een schip vaart. Er zijn

vier zeegebieden vastgesteld waarbinnen bepaalde

apparatuur voor de ontvangst van Maritime Safety

Information (MSI) verplicht is.

- A 1: VHF-installatie (korte golf).

Onder zeegebied A1 verstaan we in het maritieme

radioverkeer een zeegebied binnen het radio-

telefoniebereik van tenminste één VHF-

kuststation waarin een ononderbroken

DSC-alarmering beschikbaar is.

- A2: MF-installatie (middengolf).

Onder zeegebied A2 verstaan we in het maritieme

radioverkeer een zeegebied, met uitzondering

van A1, binnen het radiotelefoniebereik van

tenminste één MF-kuststation waarin

continu DSC-alarmering mogelijk is.

- A3: INMARSAT-installatie (satellietverbinding).

Onder zeegebied A3 verstaan we in het maritieme

radioverkeer een zeegebied, met uitzondering

van A1 en A2, binnen het dekkingsgebied van

een INMARSAT-satelliet waarin continu

alarmering mogelijk is.

- A4: onder zeegebied A4 verstaan we in

het maritieme radioverkeer een zeegebied

buiten de zeegebieden A1, A2 en A3.

Het A4-gebied, dat zich rond de polen bevindt,

is op de tekening niet zichtbaar.

Controles door de overheid in binnen-

en buitenland

De controles worden uitgevoerd door de Inspectie

Verkeer en Waterstaat, Divisie Scheepvaart. In het

buitenland moet gecontroleerd worden door een door

de Inspectie Verkeer en Waterstaat, Divisie Scheepvaart

erkende instantie. Ambtenaren van toezichthoudende

instanties hebben altijd toegang tot de radiocommuni-

catieapparatuur aan boord en mogen altijd naar de

bedieningscertificaten van de radio-operators vragen.

De periodieke controle van de radiozendinstallatie,

ook wel radiostation genoemd, moet in verband met

het Veiligheidscertificaat voor vrachtschepen jaarlijks

plaatsvinden.

_

Page 7: Inkijkexemplaar MARCOM-B

79

Vaarbewijsopleidingen LES 5

Marcom-B

5.4 Kanalen en identificatie

Kanalen

Het GMDSS is op 1 februari 1999 officieel ingevoerd,

maar met de nodige overgangsmaatregelen. Kanaal

16 zal op den duur vervangen worden door kanaal

13. Voorlopig is het nog niet zo ver, de uitluister-

plicht op 16 (oude systeem) is voor onbepaalde tijd

verlengd.

Hier volgen enkele kanaalnummers die je zeker moet

kennen.

06 Dit is het VHF-kanaal dat aangewezen is voor

onderling radioverkeer tussen schepen op zee. Op dit

kanaal kan ook VHF-radiotelefoniecommunicatie tus-

sen schepen en SAR-vliegtuigen plaatsvinden op de

plaats van een calamiteit tijdens een gecoördineerde

zoekactie (met uitzondering van coördinatie van

scheepsbewegingen en andere op de veiligheid betrek-

king hebbende communicatie).

13 Volgens de bepalingen van het GMDSS (als het

GMDSS volledig is ingevoerd en er geen overgangs-

maatregelen meer bestaan) moet op VHF-kanaal 13,

ten behoeve van de veilige navigatie in die gebie-

den waarvoor dat noodzakelijk wordt geacht, een

onafgebroken luisterdienst op het gehoor worden

onderhouden.

16 De ononderbroken luisterwacht op VHF-kanaal

16 aan boord van een Nederlands schip dat onder de

Schepenwet (SW) valt, blijft voorlopig gehandhaafd

voor onder meer de ontvangst van noodseinen.

67 Op de Nederlandse kustwateren wordt on scene

communication bij voorkeur afgehandeld op VHF-

kanaal 67.

70 Dit kanaal wordt uitsluitend gebruikt voor

digitale communicatie, onder andere voor alarmering

(distress alerting). Moderne marifoons zijn zo gepro-

grammeerd dat kanaal 70 niet als gesprekskanaal

kan worden gebruikt.

Als kanaal 70 niet voor spraak geblokkeerd is (oud

type marifoon), kan gebruik ervan tot gevolg hebben

dat een DSC-oproep in de categorie distress wordt ver-

minkt. Als op VHF-kanaal 70 digitaal op het beeld-

scherm een DSC-boodschap in de categorie distress

wordt ontvangen, moet je voor de afwikkeling van het

noodverkeer (distress traffic), voorzover in het bericht

niet anders is aangegeven, overschakelen op VHF-

kanaal 16. In les 3 gaan we uitvoerig in op het werken

met DSC.

Zendbereik

Het maximale zendbereik van een VHF-radiozend-

installatie van schip tot schip bedraagt op zee ongeveer

20 zeemijl.

Identificatie

Een zeeschip heeft verschillende namen.

Scheepsnaam:

bijvoorbeeld ‘Johanna-Maria’.

Roepnaam (call sign):

voor Nederlandse schepen vier letters uit de serie

PAAA-PIZZ.

MMSI-nummer (Maritime Mobile Service Identity):

dit nummer wordt altijd met een DSC-uitzending mee-

gezonden. Het negencijferig nummer bestaat uit het

MID-nummer (3 cijfers) plus 6 cijfers. Het MID- num-

mer (Maritime Identification Digit) bevat de landen-

code. De landencode voor Nederland is 244, 245, 246 of

247. Het MMSI-nummer is als volgt opgebouwd:

- schepen MID + 6 cijfers

- een groep schepen 0 + MID + 5 cijfers

- kustwacht 00 + MID + 4 cijfers

- AIS onbemand zeestation 99 + MID + 4 cijfers

- SAR-vliegtuigen 111 + MID + 3 cijfers

Inmarsat nummer

IMO-nummer:

alle zeeschepen hebben van de Internationale

Maritieme Organisatie een nummer gekregen. Dit

nummer kan nooit gewijzigd worden.

_

Page 8: Inkijkexemplaar MARCOM-B

80

VaarbewijsopleidingenLES 5

Marcom-B

5.5 Radioverkeer

Korte samenvatting van de verschillende vormen

van ’radioverkeer’.

Openbaar verkeer:

telefoneren met de wal met behulp van de marifoon.

Havenverkeer (nautisch verkeer):

het radioverkeer tussen o.a.:

- schepen en verkeersbegeleidingsstations

(Vessel Traffic Service);

- schip en verkeersbrug;

- schip en sluis.

Intershipverkeer:

het radioverkeer tussen schepen onderling.

Intrashipverkeer:

het radioverkeer op één schip (met portofoons).

Nood-, spoed- en veiligheidsverkeer.

Openbaar verkeer

PSTN (Public Switched Telephone Network)

Om te kunnen bellen met een walabonnee maak je

gebruik van het PSTN, het wereldwijd gebruikte

telefonienetwerk. Oorspronkelijk was dit netwerk

volledig analoog en alleen bedoeld voor vaste telefonie;

tegenwoordig is het volledig digitaal en ook voor

mobiele telefoontoestellen geschikt.

Gesprek aanvragen

Je kunt met een VHF-DSC-installatie digitaal een tele-

foongesprek aanvragen. Als er geen acknowledgement

wordt ontvangen op de dialphone call via VHF-DSC,

mag de oproep in een automatisch VHF-DSC-systeem

na 5 seconden worden herhaald.

Walstation

Een walstation kan verschillende functies hebben en

bij verschil in functie is er ook verschil in naam.

RCC:

het walstation coördineert het opsporings- en red-

dingswerk op zee. Wanneer de Nederlandse kustwacht

als RCC fungeert, gebruikt hij de aanduiding Den

Helder Rescue.

Kustwachtstation:

het walstation voor het nood-, spoed- en veiligheids-

verkeer.

Kuststation:

het walstation handelt het openbaar verkeer (telefoon-

gesprekken met de wal) af. Dit kan niet in Nederland.

Voor het aanroepen van een kuststation dien je bij

voorkeur gebruik te maken van het werkkanaal van

het dichtstbijzijnde walstation van dat kuststation.

Verkeersbegeleidingsstation

(Vessel Traffic Servicestation of VTS):

het walstation begeleidt de scheepvaart in een bepaald

gebied.

Loodsstation:

het walstation dat de beloodsing van schepen regelt.

Scheepsstation

Een scheepsstation is een schip dat uitgerust is met

maritieme radiocommunicatieapparatuur.

Enkele veelvoorkomende afkortingen

SAR:

Search and Rescue ofwel opsporings- en reddings-

werkzaamheden.

RCC:

Rescue Coordination Center: de organisatie die in een

bepaald gebied verantwoordelijk is voor de opsporings-

en reddingswerkzaamheden.

SRR:

Search and Rescue Region: het gebied waarvoor een

RCC verantwoordelijk is.

OSC:

On Scene Co-ordinator: de organisatie ter plaatse die

verantwoordelijk is voor de opsporings- en reddings-

werkzaamheden.