inzine wetenschappelijk onderzoek & opleiding

16
September 2011 Onderzoek zorgt al jaren voor kwaliteitsverbetering in de psychiatrie Inzicht in de activiteiten van GGZ Friesland op het gebied van wetenschappelijk onderzoek & opleiding > LEEFSTIJLINTERVENTIE IN DE WOONVORMEN > HOE VOORKOMEN WE EEN PSYCHOSE? > P-OPLEIDING MAAKT VAN PSYCHOLOGEN PROFESSIONALS In zine

Upload: ggz-friesland

Post on 07-Mar-2016

225 views

Category:

Documents


1 download

DESCRIPTION

Inzicht in het aanbod van GGZ Friesland op het gebied van wetenschappelijk onderzoek & opleiding - editie september 2011

TRANSCRIPT

Page 1: Inzine Wetenschappelijk onderzoek & opleiding

September 2011

Onderzoek zorgt al jarenvoor kwaliteitsverbetering

in de psychiatrie

Inzicht in de activiteiten van GGZ Friesland op het gebied van wetenschappelijk onderzoek & opleiding

> LEEFSTIJLINTERVENTIE IN DE WOONVORMEN

> HOE VOORKOMEN WE EEN PSYCHOSE?

> P-OPLEIDING MAAKT VAN PSYCHOLOGEN PROFESSIONALS

Inzine

Page 2: Inzine Wetenschappelijk onderzoek & opleiding

2

GGZ Friesland is een moderne organisatie, die doelmatigheid en kwaliteit van de zorg, zelfsturing door de klant en duidelijkheid van het behandelaanbod zeer hoog in het vaandel heeft staan. Daarbij horen een aantal vernieuwende trends en ontwikkelingen. Het onderzoeken van innovatieve interventies op de doelmatigheid ervan, of ze aansluiten bij de vraag van verschillende doelgroepen en of ze kosteneffectief zijn is daarbij onmisbaar.

Om de zorg te verbeteren wordt op dit moment binnen de organiatie gewerkt aan zorgprogrammering, effectmeting van de zorgpaden daarin met routine outcome monitoring (ROM), zelfmanagement en personal health records, en de ontwikkeling van laagdrempelige zelfsturende interventies. Dat laatste onder het nieuwe label DENK. GGZ Friesland is hiermee bezig een koppositie in te nemen en om dat daadwerkelijk te bereiken wordt stevig geïnvesteerd in onderzoek en opleiding.

‘Onderzoek en opleidingen waarborgen kwaliteit!’

Waarom wetenschappelijk onderzoek en

opleiding? Hebben we het met de zorg

en alle veranderingen daarin alleen al

niet druk genoeg? In dit nummer maakt

u kennis met een aantal activiteiten van

de afdeling WO&O van GGZ Friesland.

We willen u deelgenoot maken van

interessante ontwikkelingen en u een

impressie geven van wat op dit gebied

gebeurt binnen de organisatie.

coluMn

88inhoud44 'Je ziet patiënten

duidelijk herstellen'

Uitgebreid onderzoek naar psychoses

'Het vak leer je niet uit boekjes'

Page 3: Inzine Wetenschappelijk onderzoek & opleiding

3

Van het lab naar de praktijkVerbeteringen en veelbelovende interventies komen naar voren uit voorbereidend fundamenteel onderzoek. Dat wordt onder meer gedaan in de interventielaboratoria die momenteel in het Universitair Centrum voor Psychiatrie van het UMCG worden opgezet, in nauwe samenwerking met GGZ Friesland.

Maar de interventies moeten altijd in de praktijk op hun merites worden getoetst. De systematisch opgezette zorgpaden, die voor elke stoornis precies beschrijven hoe deze het beste behandeld kan worden, bieden hiervoor een goede mogelijkheid. Daarbij is naast de effectiviteit ook de praktische uitvoerbaarheid, de aansluiting bij de vraag van deze doelgroep en kosteneffectiviteit een belangrijk onderzoeksaspect.

Maar ook voor het laagdrempelige, zelfsturende aanbod van Denk, dat wordt ontwikkeld voor veelvoorkomende problemen die de psychische gezondheid bedreigen, is dergelijk onderzoek van essentieel belang. Dit omdat de effectiviteit van deze interventies

vaak nog niet is vastgesteld, en bovendien omdat het preventieve oogmerk van deze interventies, om het ontstaan van stoornissen te voorkomen, nog moet worden aangetoond.De banden met het UMCG en andere noordelijke GGZ-instellingen zullen de komende jaren verder worden aangehaald, omdat gemeenschappelijke inspanningen grotere projecten mogelijk maken en meer betekenisvolle resultaten zullen opleveren.

opleidingenNaast onderzoek investeert GGZ Friesland in de opleiding van artsen (co-assistenten), psychiaters, klinisch geriaters, huisartsen, GZ-psychologen, psychotherapeuten, klinisch psychologen en GZ-verpleegkundig specialisten: deze kunnen uitsluitend gedijen in een state of the art GGZ-organisatie. Enerzijds dragen de opleidingseisen, door externe visitatie gewaarborgd, bij aan een voordurende kwaliteitsimpuls. Anderzijds zorgt de voortdurende stroom van nieuwsgierige, ambitieuze professionals ervoor dat de zittende garde scherp moet blijven en dat vanzelfsprekendheden op de proef worden gesteld.

Aan supervisoren worden hoge eisen gesteld, wanneer het gaat om professionele standaarden en de kwaliteit van de zorg en de organisatie daarvan. Opleiding blijkt in de praktijk een van de beste waarborgen voor een voortdurende vernieuwing. Bovendien biedt het onze organisatie de mogelijkheid uit een keur van hoogopgeleide professionals de besten te selecteren om de eigen gelederen te versterken en verversen.

In dit nummer leest u over een aantal van de onderzoeksprojecten die op dit moment door GGZ Friesland worden uitgevoerd en over de verschillende professionele en specialistenopleidingen en wat daar plaatsvindt. Ik hoop dat dit u een indruk geeft van de vitaliteit en het potentieel van dit onderdeel van GGZ Friesland. Voorheen was onderzoek een versnipperde activiteit, bedreven door liefhebbers. Anno 2011 is het een vast, onmisbaar onderdeel van de verbetercyclus van het zorgaanbod.

Namens de afdeling WO&O,

Lex Wunderink, psychiater en A-opleider

10101414

En verderSterk onderzoek verbetert de veerkracht van kinderen 5 Woonvormbewoners verdiepen zich in gezond leven 6 De WII laat kliniekbewoners bewegen 7 P-opleiding maakt van psychologen professionals 11 'Voorspellen van suïcide is moeilijk!' 20 Behandelkeuzes maken door shared decision making 15 WEGWEIS geeft de patiënt de touwtjes in handen 16

'Je ziet patiënten duidelijk herstellen'

'Het vak leer je niet uit boekjes'

Wat maakt je kwetsbaar voor een psychose?

Page 4: Inzine Wetenschappelijk onderzoek & opleiding

4

‘je ziet patiënten duidelijk herstellen’

Remco is over een aantal maanden klaar met zijn medische specialisatie en gaat vervolgens als psychiater aan de slag bij GGZ Friesland. Hij heeft absoluut geen spijt van zijn studiekeuze: ‘Psychiatrie is het meest afwisselende vak in de geneeskunde. Mijn dagelijkse werk bestaat uit het zien van boeiende patiënten met complexe problematiek. Daarnaast kom ik in crisissituaties bij mensen thuis, op politiebureaus, op verpleegafdelingen en bij de spoedeisende hulp van algemene ziekenhuizen, op gesloten afdelingen van het psychiatrisch ziekenhuis en in de gevangenis. We zijn zelfs te vinden in de operatiekamer voor het toedienen van ECT (electroconvulsietherapie).’

driedimensionaalPsychiaters zijn zo ongeveer de enige medisch specialisten die patiënten op een driedimensionale manier beschouwen. Ze hebben niet alleen oog voor biologische afwijkingen of ziektes, maar vormen zich ook een beeld van de persoonlijkheid, de innerlijke wereld en de sociale omgeving van de mens die ze tegenover zich hebben zitten.

Een ander belangrijk pluspunt van de psychiatrie is dat er veel ruimte is voor persoonlijke ontwikkeling. Het zelf ondergaan van psychotherapie of 'leertherapie', met een minimum aantal van vijftig sessies, is een verplicht onderdeel van de opleiding. ‘Ik ben

BINNEN DE POLIKLINIEK ANGST-

& STEMMINGSSTOORNISSEN IN

LEEUWARDEN WERKT REMCO

DIJKSTRA ALS PSYCHIATER IN

OPLEIDING IN EEN MULTIDISCIPLINAIR

TEAM. ZIJN PATIËNTEN HEBBEN TE

KAMPEN MET EEN ANGSTSTOORNIS,

EEN BIPOLAIRE STOORNIS ÓF MET EEN

ERNSTIGE DEPRESSIE.

paspoort psychiater in opleidingNationaliteit NederlandseLeeftijd 29 jaarWerk Psychiater in opleiding GGZ Friesland Studie Geneeskunde aan de RUG (2000-2006) Start Universitaire Opleiding Psychiatrie Maastricht (2006-2009) Reizen Wereldreis (2009-2010)Vervolg studie Psychiater in opleiding bij GGZ Friesland (sinds mei 2010)In het werkveld Per november 2011 psychiater in het zorgprogramma stemmingsstoornissen

Page 5: Inzine Wetenschappelijk onderzoek & opleiding

5Kinderen tussen 8 en 18 jaar, met ouders die een angst- of stemmingsstoornis hebben, komen in aanmerking voor het onderzoek. Na de aanmelding worden er vragenlijsten ingevuld om te kijken of er sprake is van hoogrisico of mogelijke klachten. Tijdens een intakegesprek bij jeugdpsychologen Ilse Dijkstra en Liza Muskee worden klachten besproken en beoordeeld. Indien nodig worden kinderen doorverwezen naar de reguliere zorg.

De kinderen die meedoen aan het onderzoek worden ingedeeld in de trainings- of controlegroep. De individuele training duurt drie maanden en is gericht op het versterken van zelfvertrouwen. De kinderen en hun ouders worden gedurende twee

jaar door Renee Stelwagen gevolgd. Als onderzoeksmedewerkster is ze samen met Sybolt Okke de Vries, psychiater in het zorgprogramma Angst en Stemming, verantwoordelijk voor het onderzoek. Zij is betrokken bij de werving en screening van deelnemers. Renee vertelt: ‘De gezinnen die op dit moment deelnemen aan de studie zijn erg betrokken en doen mee uit zorg voor hun kinderen’.

Om het onderzoek te laten slagen, heeft STERK nog meer gezinnen nodig. Kent u ouders met een angst- of stemmingsstoornis? Neem dan contact op met Renee: 0515 – 74 04 15 of [email protected] of kijk op www.sterkonderzoek.nl.

KINDEREN VAN OUDERS MET EEN ANGST- OF STEMMINGSTOORNIS LOPEN

EEN VERHOOGD RISICO OP PSYCHISCHE KLACHTEN.

HET sTerk onderZoek BRENGT MOGELIJKE KLACHTEN IN KAART EN

ONDERZOEKT OF EEN INDIVIDUELE TRAINING DE KANS OP PROBLEMEN

VERMINDERT.

VERBETERT DE VEERKRACHT VAN KINDEREN

bij een psychoanalyticus ‘in behandeling’ geweest en dit heeft er bijvoorbeeld voor gezorgd dat ik mij beter kan afgrenzen voor de problemen van patiënten’.

Mondiale psychiatrieDe opleiding neemt dan ook een aantal jaren in beslag. Met een verse bul Geneeskunde op zak, vertrekt Remco begin 2006 vanuit zijn studiestad Groningen naar bourgondisch Maastricht om daar te starten met de psychiatrieopleiding. Na de driejarige basisopleiding vertrekt hij voor een wereldreis. In landen als Japan, Colombia en Malawi bezoekt hij psychiatrische inrichtingen, waar sommige patiënten onder erbarmelijke omstandigheden leven. Om een indruk te krijgen van het reilen en zeilen in de klinieken loopt de psychiater in spé een week lang mee met de plaatselijke psychiaters. In de ontwikkelingslanden staat Remco oog in oog met schrijnende situaties door een overschot aan patiënten tegenover een tekort aan psychiaters. ‘Gelukkig hebben alle Nederlanders wél toegang tot psychiatrische zorg en is de kwaliteit van zorg hier van een erg hoog niveau.’

als een vis in het waterNa dit ‘geweldige jaar' keert Remco terug naar Friesland waar hij oorspronkelijk vandaan komt. ‘Mijn geld was volledig op’. De laatste anderhalf jaar van de A-opleiding maakt hij af in Leeuwarden. In het team van de poli Angst & Stemmingsstoornissen voelt hij zich als een vis in het water. ‘Soms zien onze patiënten het absoluut niet meer zitten, maar 90% van alle mensen met een depressie krijgen we er bovenop! Mooier werk kan ik me niet voorstellen!’ ‘De kracht van een goede psychiater? Je moet heel goed kunnen luisteren, je mag niet snel oordelen en je moet nieuwsgierig zijn tot op het bot!’ Het STERK onderzoek wordt uitgevoerd vanuit de Rijksuniversiteit Groningen

paspoort psychiater in opleidingNationaliteit NederlandseLeeftijd 29 jaarWerk Psychiater in opleiding GGZ Friesland Studie Geneeskunde aan de RUG (2000-2006) Start Universitaire Opleiding Psychiatrie Maastricht (2006-2009) Reizen Wereldreis (2009-2010)Vervolg studie Psychiater in opleiding bij GGZ Friesland (sinds mei 2010)In het werkveld Per november 2011 psychiater in het zorgprogramma stemmingsstoornissen

Page 6: Inzine Wetenschappelijk onderzoek & opleiding

6

Patiënten van twintig locaties van GGZ Friesland Wonen doen mee aan het

onderzoek ‘Effectiviteit van Leefstijl Interventies in de

Psychiatrie (ELIPS)’. Bij de helft van deze woonvormen lopen

leefstijladviseurs van de Hanze Hogeschool rond, die zowel de medewerkers als de patiënten

uitleg geven over gezonde voeding en het nut van

bewegen. De andere helft dient als controlegroep.

In totaal gaat de interventie, die is opgezet door Frederike Jörg, werkzaam op de afdeling Wetenschappelijk Onderzoek & Opleidingen, een jaar duren. In groepsverband worden verschillende keren per week laagdrempelige beweeg- en voedingsactiviteiten aangeboden.

Metabool syndroomZe vertelt: ‘Mensen met ernstige psychiatrische aandoeningen hebben door het gebruik van antipsychotica, ongezonde eetgewoontes en gebrek aan beweging een gezondheidsrisico. Binnen GGZ Friesland voldoet vijfendertig procent van de patiënten aan de criteria van het metabool syndroom. Binnen woonvormen is dit zelfs 50%. Ze kampen dan

bijvoorbeeld met overgewicht, een hoge bloeddruk of bloedsuikerspiegel, teveel ongezonde vetten in het bloed en te weinig gezond cholesterol.’ Frederike vindt het belangrijk dat hier wat aan verandert: ‘Tot nu toe is vooral onderzocht of het helpt om patiënten te informeren over een gezonde leefstijl, maar dat blijkt niet voldoende. Onze aanpak betreft vooral het gezonder maken van de omgeving, zodat een gezonde keuze gemakkelijker wordt. Binnen de woonvormen is er een ruim aanbod aan bewegingsactiviteiten en kunnen bewoners voldoende gezonde producten krijgen.

Woonvormbewoners verdiepen zich in gezond leven

Twee bewoners in Franeker zijn enthousiast over het project. Ze gaven aan te letten op ongezonde en gezonde vetten en meer te bewegen sinds de leefstijlinterventie gestart is.

Page 7: Inzine Wetenschappelijk onderzoek & opleiding

7

Else Inge Schaafsma is de teammanager van het team dat de metingen verricht die vergeleken worden. ‘Als de patiënt inderdaad het metabool syndroom heeft, dan heb je tien tot vijftien keer meer kans op hart- en vaatziekten. Ook kun je dan sneller suikerziekte ontwikkelen. Juist omdat onze patiënten hier zo vaak last van hebben, is het nuttig daar extra aandacht aan te besteden.’

eerder onderzoekGGZ Friesland is in 2009 gestart met een pilot van ELIPS. ‘Kliniekbewoners uit Heerenveen deden mee aan een acht weken durend activiteitenprogramma en een vergelijkbare patiëntengroep uit Leeuwarden diende als controlegroep.

Ondanks de korte looptijd constateerde Frederike al een voorzichtige trend. ‘Aan de Dammelaan zagen we

gedurende deze acht weken de concentratie glucose en triglyceriden in het bloed toenemen, terwijl deze in Heerenveen volledig stabiliseerde. Daarnaast nam de buikomvang van de patiënten in Heerenveen iets af’, legt Frederike uit.

‘Wat ook opviel, is dat mensen die niet meededen aan het onderzoek wel gezonder gingen leven. Ze liepen bijvoorbeeld naar hun werk in plaats van de bus te nemen.’ Frederike constateert ook nu weer interessante ontwikkelingen. ‘Medewerkers in Heerenveen hebben het dienstrooster in het weekend veranderd zodat er structureel tijd is voor beweeg- en sportactiviteiten met bewoners. Overal worden bestellijsten aangepast en restaurants van GGZ Friesland hebben een groter aanbod van gezonde producten. Ook staat de frituur niet meer de hele dag aan’.

Gebleken is dat het gewicht van patiënten, die langdurig opgenomen zijn, vaak toeneemt. Suikerziekte en andere overgewichtziektes liggen op de loer. Om diabetes te voorkomen en te handhaven is een gezonde levensstijl essentieel. Niet roken, vezelrijk en regelmatig eten, niet teveel vet, zoet of zout, niet meer dan twee glazen alcohol per dag. Ook bewegen is essentieel voor lichaam en geest.

Door het langdurig gebruik van farmacotherapie, wordt ook het risico op het metabool syndroom aanzienlijk groter. Het nieuwe Wii-systeem maakt bewegen voor iedereen toegankelijk, ook voor patiënten in de kliniek die geen sportclub kunnen bezoeken. Met de Wii-afstandsbediening is iedereen in staat om actief spellen te spelen. Daniël van Dijk, psychiater binnen het zorgprogramma psychosen en rehabilitatie en Cherryl van Alst, arts-assistent in opleiding tot psychiater, onderzoeken Wii-games als preventiemiddel en als behandeling van het metabool syndroom. Onder begeleiding werken patiënten, vaak met plezier, met de Wii aan hun bloeddruk, hun cholesterolgehalte, juiste bloedsuikerwaardes en aan het verminderen van obesitas.

DE WII LAAT KLINIEKBEWONERS BEWEGEN

Page 8: Inzine Wetenschappelijk onderzoek & opleiding

88

EEN PSYCHOTISCHE EPISODE, KORTWEG EEN

PSYCHOSE, HEEFT VAAK GROTE GEVOLGEN.

PERSONEN MET DEZE HERSENZIEKTE, HEBBEN

VAAK LAST VAN WANEN EN HALLUCINATIES.

ZE ZIEN, HOREN EN ERVAREN DINGEN DIE

ER NIET ZIJN EN KUNNEN ZICH DAARDOOR

ANGSTIG OF VERWARD VOELEN. MET EEN

PSYCHOSE VERLIEST IEMAND HET CONTACT

MET DE WERKELIJKHEID.

Meestal openbaart een psychose zich bij jongvolwassenen. Hun toekomstperspectief krijgt daarmee een flinke deuk. Jongeren en jongvolwassenen worden daarom binnen GGZ Friesland gescreend met vragenlijsten, zodat we psychosen kunnen voorkomen’, vertelt Nynke Boonstra, onderzoeker binnen de afdeling Wetenschappelijk Onderzoek & Onderwijs.

Deze vorm van preventie is mogelijk gemaakt door onderzoek. De afgelopen decennia is duidelijk geworden dat een combinatie van omgevingsfactoren, zoals drugsgebruik of wonen in de stad, en genetische en biologische factoren, een rol speelt bij het ontstaan. Maar hoe die factoren zich onderling verhouden, is nog niet uitgekristalliseerd. Nynke en haar collega Roeline Nieboer vertellen over onderzoeken waarin GGZ Friesland participeert.

Uitgebreid onderzoek naar psychoses

Page 9: Inzine Wetenschappelijk onderzoek & opleiding

99

Uitgebreid onderzoek naar psychoses Neurale basis van risico op psychose

GGZ Friesland draagt ook patiënten aan voor de fMRI ARMS studie van het Universitair Medisch Centrum in Groningen. Het doel van deze studie is om de wisselwerking in de hersenen van mensen met een verhoogd psychoserisico tussen cognitieve en emotionele processen te onderzoeken. Maar de wetenschappers kijken ook of na twee jaar door middel van diagnostische interviews en symptoomevaluatie (CAARMS) de fMRI activatie voorspellend is voor het klinisch functioneren. Door middel van MRI-scans wordt de hersenactiviteit gemeten tijdens drie cognitieve processen die het meest relevant zijn: brondiscriminatie, emotieregulatie en zelfreflectie.

neurale basis van risico op psychose

EDIE.nl is een landelijk onderzoek dat zich richt op jongeren die een verhoogd risico hebben op het ontwikkelen van een psychose. Dit risico wordt vastgesteld door te screenen met de ervaringenvragenlijst, die bij een verhoogde score gevolgd wordt door een CAARMS-interview. In dit onderzoek wordt gekeken naar de werking van cognitieve gedragstherapie (CGT) bij deze doelgroep. De helft van de proefpersonen wordt gemonitord en CGT en de andere helft krijgt alleen monitoring. De centrale vraag daarbij is of dit invloed heeft op het aantal personen dat de transitie maakt naar een psychose. De verwachting is dat in de CGT-groep minder transities zullen zijn.

early detection intervention evaluation (edie)

Nynke Boonstra promoveert 10 november in Franeker op onderzoek naar het verbeteren van de detectie van een eerste psychose. Eén van haar onderzoeken liet zien dat een psychotische stoornis relatief vaak onopgemerkt blijft, terwijl het snel starten van de behandeling erg belangrijk is. De patiënt herstelt sneller, houdt minder symptomen en functioneert zowel sociaal als cognitief beter als de behandeling is aangeslagen.

Nynke richtte zich daarnaast op factoren die de tijd tussen de psychose en het starten van de behandeling verlengen (DUP). Daaruit bleek dat zeker in steden en als iemand immigrant is de meeste vertraging opgelopen wordt doordat de patiënt zelf geen hulp zoekt. Als een patiënt binnen een instelling al een andere diagnose heeft gekregen, wordt een psychose in sommige gevallen te laat herkend. Ze adviseert om systematische screening in te zetten om psychosen snel te herkennen.

diagnose en vertraging

Als sprake is van een psychotische stoornis, is het voor de therapietrouw en het dagelijks functioneren van groot belang dat de patiënt inzicht heeft in zichzelf en zijn ziekte. Bij waanbeelden of andere symptomen is dat niet gemakkelijk. In een studie met de naam REFLEX wordt een nieuwe training onderzocht om het inzicht te verbeteren. Drie modules met thema’s die gericht zijn op onderscheid maken tussen feiten en meningen en in het perspectief van een ander naar jezelf kijken, verschaffen de patiënt inzicht. Het onderzoek moet uitwijzen of dit zelfinzicht een gunstig effect heeft op de behandeling en daarmee het beloop van de psychose.

Zelfinzicht

De Medication Strategies in First Onset Schizophrenia (MESIFOS) studie liep al eens tussen 2001 en 2005. De vraag was destijds of er verschil was in de kwaliteit van leven tussen patiënten met een eerste psychose die werden behandeld met een onderhoudsbehandeling en patiënten die na zes maanden proberen onder toezicht de medicatie af te bouwen. Tijdens de follow-up studie, die nu plaatsvindt, worden patiënten die in 2001-2003 een eerste psychotische episode hadden weer opgezocht om te kijken hoe het met ze gaat en hoe het de afgelopen jaren is gegaan. Hierbij wordt gekeken naar verschillende uitkomstmaten, waaronder remissie en recovery, maar ook het aantal terugvallen. Daarbij kijken de onderzoekers of de medicatiestrategie van weleer van invloed is op het functioneren vandaag de dag.

MesiFos follow-up studie

Page 10: Inzine Wetenschappelijk onderzoek & opleiding

10

Wat maakt je kwetsbaar voor een psychose?

Audrey Solleveld is vanuit GGZ Friesland betrokken bij een landelijk onderzoek, GROUP, dat een antwoord wil zoeken op die vraag. Uniek aan dit onderzoek is dat de familie van de patiënt in het onderzoek wordt meegenomen. Audrey vertelt: ‘Landelijk worden 1000 patiënten, 1000 broers of zussen en 1000 ouderparen gescreend. Uitgangspunt is dat de patiënt net een psychose heeft gehad. Vervolgens wordt elke drie jaar gekeken hoe het met hem of haar gaat. Zo kun je de ontwikkeling van het ziektebeeld in kaart brengen.’

Zes jaar geleden is in de vier academische centra Groningen, Maastricht, Utrecht en Amsterdam met GROUP gestart. Een uitgebreid instructieboek vertelt hoe de

onderzoeksassistenten van de betrokken instellingen de deelnemers screenen. Vragenlijsten, psychiatrische interviews, het afnemen van urine en bloed en een neuropsychologisch onderzoek zijn de belangrijkste onderdelen. Het doel is het opdoen van kennis voor verbetering van behandeling en preventie. ‘Dit heeft al resultaten opgeleverd. Zo bleek dat broers en zussen na gebruik van cannabis, zelf ook sneller lichte psychotische verschijnselen kregen. Dit kon weer gekoppeld worden aan een in de familie vaker voortkomend specifiek gen, AKT1. Cannabis heeft door dit gen meer invloed op de hersenen en dat veroorzaakt waarschijnlijk eerder een psychose’, legt Audrey uit.

Voor meer informatie: www.group-project.nl

In de loop der jaren hebben

onderzoekers verschillende factoren

gevonden die de kans op een

psychose vergroten. Daarbij valt te

denken aan drugsgebruik, erfelijkheid

en de omgeving waarin je opgroeit.

Een verstedelijkt gebied of stressvolle

situaties kunnen een psychose

bijvoorbeeld in de hand werken. Maar

de relatie tussen die factoren en hoe

deze leiden tot een psychose is nog

onduidelijk.

Page 11: Inzine Wetenschappelijk onderzoek & opleiding

11

P-OPLEIDING MAAKT VAN PSYCHOLOGEN PROFESSIONALS

Martin Steendam, klinisch psycholoog en P-opleider legt uit: ‘De opleiding tot GZ-psycholoog is een gedegen tweejarige beroepsopleiding, die gevolgd kan worden na een universitaire studie psychologie. Bij deze opleiding hoort één dag onderwijs in Groningen bij het PPO (Postmasteropleidingen Psychologie en Orthopedagogieken) en daarnaast vier dagen leren in de praktijk bij GGZ Friesland. Intensieve werkbegeleiding en supervisie helpen om diagnostiek en behandeling steeds beter te kunnen uitvoeren. Eenmaal afgestudeerd is een GZ-psycholoog een breed opgeleide generalist.

Om verder te specialiseren kan na de GZ-opleiding de vierjarige opleiding tot klinisch psycholoog bij het PPO worden gevolgd. Naast verdieping in behandeling en diagnostiek bij complexe problematiek zijn het doen van wetenschappelijk onderzoek en het bekwamen in management belangrijke doelen van deze pittige opleiding. Binnen GGZ Friesland kunnen klinisch psychologen dan ook ingezet worden als programmaspecialist.

Wie zich na de GZ-opleiding uitsluitend in behandeling wil bekwamen kan de opleiding tot psychotherapeut gaan volgen. Psychotherapeuten hebben oog voor het individu en het systeem. Binnen GGZ Friesland vervullen ze een onmisbare rol bij de behandeling van complexe problematiek binnen de zorgprogramma’s, vooral bij persoonlijkheids- en traumagerelateerde problematiek. Klinisch psychologen zijn ook opgeleid tot psychotherapeut.

plannen tot een leerhuis‘De afgelopen jaren is de opleiding binnen GGZ Friesland geprofessionaliseerd.’, vertelt Jan Huberts, klinisch psycholoog en waarnemend P-opleider. ‘Een werkbegeleider begeleidt de opleideling binnen het team en staat garant dat elke patiënt een uitstekende behandeling krijgt. Daarnaast zijn er supervisoren die buiten het team staan en zich samen met degene die ze begeleiden vooral richten op de inhoudelijke verdieping en persoonlijke ontwikkeling in het vak.’

De personen die opgeleid worden, volgen een route langs verschillende teams om zo ervaring op te doen met verschillende methodieken. Deze teams moeten aan bepaalde kwalificaties voldoen en zijn speciaal geselecteerd op hun kennis en mogelijkheden. Deze opzet heeft er mede toe geleid dat bij de visitatie dit jaar de opleiding binnen GGZ Friesland als uitstekend werd beoordeeld.

Het professionaliseren van de opleidingen kan ook breder worden gezien. Er is een eerste aanzet gemaakt tot de ontwikkeling van een leerhuis. Daarin kunnen de opleidingen tot GZ-psycholoog, klinisch psycholoog, psychotherapeut, psychiater en verpleegkundig specialist samen een plek krijgen. Doelen zijn onder andere het bevorderen van samenwerking in de verschillende opleidingen, het van elkaar kunnen leren en het waar mogelijk samen kunnen optrekken in bijvoorbeeld onderzoek of intervisie.

GGZ Friesland biedt een erkende praktijkopleiding voor psychologen. Jaarlijks

starten ongeveer tien mensen de opleiding tot GZ-psycholoog en ongeveer

vier gaan op jacht naar het diploma waarmee ze klinisch psycholoog of

psychotherapeut kunnen worden. Maar hoe zien die opleidingen eruit?

Page 12: Inzine Wetenschappelijk onderzoek & opleiding

12

Daarmee bedoelt hij dat van de vijftig mannen die aan bovenstaande beschrijving voldoen een aantal suïcide zal proberen te plegen, maar wie is amper te voorspellen. ‘De beste voorspellende factor is de mate van wanhoop. Maar, zoals ook in de nieuwe multidisciplinaire richtlijn ‘Diagnostiek en behandeling van suïcidaal gedrag’ beschreven staat, in de praktijk handelt een professional vooral uit overwegingen. Op basis van harde evidentie valt nu eenmaal niet betrouwbaar te voorspellen’, aldus Jos.

TrainingenAan deze multidisciplinaire richtlijn, die zich in de conceptfase bevindt, hebben zowel Jos als Martin Steendam, klinisch psycholoog, meegeschreven.

Oorzaken, interventies en diagnostiek komen daarin naar voren. Met de nieuwe richtlijn in het achterhoofd gaan 250 ambulante medewerkers van GGZ Friesland getraind worden in de herkenning van suïcidaal gedrag. Daarnaast krijgt een aantal andere medewerkers, zoals agogen en vaktherapeuten een lichtere variant van de cursus.

Jos vertelt trots: ‘De opzet is erg vernieuwend. We trainen eerst een groep masters die vervolgens de training weer kunnen geven aan de teams. De training wordt aangevangen met een toets via e-learning. Onderdelen van de training zijn contact maken, aanleidingen en oorzaken van suïcide en het opstellen van een veiligheidsplan’

‘Voorspellen Van een suïcide is Moeilijk!’

Mensen die nadenken over zelfdoding geven hele kleine signalen

af. Deze herkennen is ontzettend moeilijk. ‘Uit onderzoek komt

naar voren dat mannen met een ernstige depressie de meeste kans

hebben, zeker naarmate ze ouder worden, in de stad wonen en

allochtoon of alleenstaand zijn. Maar dan nog is het een ‘wie-is-de-

mol-vraag’’, vertelt Jos de Keijser, klinisch psycholoog en één van de

kartrekkers van het project Voorkom Suïcide.

Toch wil 'Voorkom Suïcide' zelfdodingen verhoeden

Page 13: Inzine Wetenschappelijk onderzoek & opleiding

13

‘ ZE GEVEN AAN HUN VERHAAL KWIJT TE KUNNEN EN DE SUÏCIDE EEN BETER PLEKJE TE KUNNEN GEVEN’

Het project Voorkom Suïcide heeft landelijk een voortrekkersrol. Andere instellingen zoeken regelmatig de samenwerking of advies. Wat heeft het project Voorkom Suïcide verder bijgedragen:

Martin Steendam en Jos de Keijser schreven hoofdstukken in het boek ‘Suïcidepreventie in de praktijk’ over o.a. cognitieve gedragstherapie bij suïcideplegers en de hulp aan nabestaanden.

Er ligt een aanvraag bij subsidieverstrekker ZonMW om landelijk ‘double blind’ te toetsen of het trainen van gatekeepers efficiënt is.

Jos is bezig met een project dat onderzoekt of 10 keer behandeling zin heeft om suïcidepogers op andere gedachten te brengen.

Martin is medeauteur van het vorig jaar verschenen ‘Kwaliteitsdocument Ketenzorg bij suïcidaliteit. Aanbevelingen voor zorgvuldig samenwerken in de keten’.

EN VERDER…

Annelies de Laat, sociaal psychiatrisch verpleegkundige, vertelt verder: ‘Een andere training willen we later gaan aanbieden aan zogenaamde gatekeepers. Dit zijn bijvoorbeeld dominees, huisartsen en wijkagenten. Zij zitten dicht op de samenleving en kunnen, zodra ze de signalen herkennen, toeleiden naar goede zorg.’

nabestaandenDaarnaast richt één van de pijlers van Voorkom Suïcide zich op nabestaanden. Annelies: ‘Een suïcide maakt de naaste omgeving vaak boos, verdrietig en zorgt ook voor schuldgevoelens. Daarom begeleiden we de nabestaanden. Uit een onlangs uitgevoerd

evaluatieonderzoek blijkt dat de nabestaanden hier tevreden over zijn. Ze geven aan hun verhaal kwijt te kunnen en de suïcide een beter plekje te kunnen geven.’

‘De hulp is heel persoonlijk. Sommige mensen willen pas na twee jaar begeleiding, omdat ze eerst niet in staat zijn erover te praten, terwijl anderen vlak na de zelfdoding bij ons aankloppen. Van de nabestaandenhulp gaat eveneens een preventieve werking uit. Marieke de Groot, onderzoekster op het gebied van suïcide, toonde bijvoorbeeld aan dat mensen met een ouder, broer of zus zelf 10 keer meer kans hebben een suïcidepoging te doen. Met de begeleiding hopen we die kans te verkleinen.’

De drie kartrekkers van ‘Voorkom Suïcide, v.l.n.r. Jos de Keijser,

Annelies de Laat en Martin Steendam

Page 14: Inzine Wetenschappelijk onderzoek & opleiding

14

In januari startte Karijn Hoffschulte met de opleiding en begon ze op haar werkplek als GZ-psycholoog i.o. bij de dagbehandeling persoonlijkheidsproblematiek op locatie Noordvliet in Leeuwarden. ‘In totaal werk ik deze twee jaren op drie locaties. De praktijkopleider regelt de werkplekken, die zoveel mogelijk aansluiten bij je wensen.’Naast de praktijkopleider, die vooral de praktische zaken regelt, heeft Karijn een werkbegeleider die bij haar op de afdeling werkt. ‘Bij hem kan ik terecht voor praktische zaken. Ik werk vrijwel helemaal zelfstandig, maar mijn werkbegeleider is altijd in de buurt voor overleg.’

supervisieWekelijks heeft Karijn een gesprek met haar supervisor Judith Wewerinke, die op locatie de Woudvaart in Dokkum werkt als GZ-psycholoog en psychotherapeut. Elke woensdagochtend van negen tot tien uur treffen ze elkaar in Dokkum. In het opleidingstraject is heel bewust gekozen voor een supervisor op afstand. ‘Door die afstand kun je beter reflecteren’, zegt

Judith. ‘Supervisie richt zich met name op het persoonlijke leerproces: wat spreekt je aan in het vak, wat zijn je eigen kwaliteiten en valkuilen, welke stijl past bij je, wat kom je tegen in de interactie met patiënten en hoe optimaliseer je de behandelrelatie. Ook de meer technische aspecten van het vak als diagnostiek en specifieke interventies op basis van de richtlijnen komen aan bod, evenals bijvoorbeeld beroepsethische aspecten. Het leuke is dat je als supervisor ook bewust stil staat bij de manier waarop je zelf werkt, wat mij als therapeut ook scherp houdt.’

Karijn neemt meestal een casus mee naar het supervisiegesprek. Karijn: ‘Zo kunnen we heel gericht naar mijn manier van werken kijken. Ik vind het prettig dat we wekelijks gesprekken hebben. Het klikt tussen Judith en mij en ik merk dat ik veel van haar leer. De inzichten van iemand die veel ervaring heeft, haal ik niet uit boekjes. En uiteindelijk moet je het vak in de praktijk leren.’

‘Het vak leer je niet uit boekjes’

KARIJN HOFFSCHULTEGZ-PSYCHOLOOG IN OPLEIDING BIJ GGZ FRIESLAND:

Psycholoog Karijn Hoffschulte werkte twee jaar als

basispsycholoog bij een andere instelling toen ze besloot

te solliciteren naar de vacature voor GZ-psycholoog in

opleiding. ‘GGZ Friesland is een grote organisatie waar

de voorwaarden voor de GZ-opleiding goed zijn geregeld.

Bovendien kun je op meerdere afdelingen werken en dat

zorgt voor een extra brede verdieping.’

Page 15: Inzine Wetenschappelijk onderzoek & opleiding

15

KARIJN HOFFSCHULTEGZ-PSYCHOLOOG IN OPLEIDING BIJ GGZ FRIESLAND:

Behandelkeuzes maken door shared decision making

Behandelkeuzes maken door ‘Shared decision making’ staat voor gezamenlijk keuzes maken. Het verwijst naar een situatie waarin zorgverlener en patiënt in overleg bepalen welke beslissingen er genomen worden rondom de behandeling van een patiënt. Lian van der Krieke en Sjoerd Sytema zijn vanuit het Rob Giel Onderzoekcentrum betrokken bij dit project. Vanuit GGZ Friesland houden Nynke Boonstra, onderzoeker binnen WO&O en Lex Wunderink, A-opleider en psychiater, in samenwerking met Mirjam de Wal, stagiaire hbo-V, zich met SDM bezig.

Gezamenlijk beslissen bij complexe klachten‘SDM lijkt op het eerste gezicht oud nieuws. Immers, een goede hulpverlener neemt altijd beslissingen in overleg met de patiënt, als de situatie dat toelaat. Toch laat de wetenschappelijke literatuur zien dat SDM, ondanks alle goede bedoelingen, niet altijd in de praktijk wordt gebracht, met name bij patiënten met complexe psychiatrische klachten’, legt Lian uit.

Daarbij komen verschillende valkuilen voor. Het gebeurt bijvoorbeeld regelmatig dat de behandelaar het aandeel van de patiënt overschat. Dan denkt hij dat doelen gezamenlijk zijn opgesteld, terwijl de hulpverlener deze voor de patiënt als geschikt heeft aangemerkt. Ook ligt een belemmering in de informatievoorziening. Om tot een goede ‘shared decision’ te komen moet de patiënt de

mogelijkheden kennen. Regelmatig is dat voor hem of haar niet genoeg concreet gemaakt.

Voorkeuren bepalenHet SDM-project sluit aan bij dit laatste punt: ‘Voor het experiment is een webtool ontwikkeld waarmee patiënten hun zorgbehoeften in kaart kunnen brengen, het behandelaanbod van GGZ Friesland kunnen bekijken en kunnen aangeven naar welke behandelmodules hun voorkeur uitgaat. Het idee is dat de patiënt deze webtool zelfstandig of met assistentie, gebruikt om zich voor te bereiden op het gesprek waarin zijn behandelplan besproken wordt.’

Tijdens het gesprek staat vervolgens de voorkeur van de patiënt centraal. Hierover wordt overlegd en onderhandeld, ongeacht wat protocollen voorschrijven. Uiteraard houden de hulpverleners verantwoordelijkheid. Als hij, vanwege ethische bezwaren, niet mee kan gaan met een voorkeur van de patiënt, dan zal hij de patiënt moeten proberen te motiveren te kiezen voor beter aansluitende interventies.

Het experiment loopt parallel aan de invoering van zorgprogramma’s binnen GGZ Friesland. Binnen deze programma’s wordt per stoornis een ‘evidence based’ behandelaanbod beschreven. Binnen het experiment maakt een groep patiënten gebruik van de webtool en ontvangt de controlegroep geprotocolleerde zorg via het zorgprogramma. De resultaten van beide groepen worden vergeleken.

Het is prachtig om de patiënt

meer regie te geven met webtools,

zoals beschreven in het artikel

over WEGWEIS (blz. 16). Maar als

een behandelaar vervolgens in

gesprekken alle beslissingen op

zich neemt, heeft de patiënt weinig

aan de kennis die hij opdoet. Als

onderdeel van WEGWEIS start

binnenkort daarom het project

‘Shared decision making’ (SDM).

Page 16: Inzine Wetenschappelijk onderzoek & opleiding

16

aanmelding GGZ Friesland• via Zorgdomein • online via aanmeldformulier op www.ggzfriesland.nl/aanmelding• telefonisch 058 - 284 87 77• per brief: Postbus 932, 8901 BS Leeuwarden• per fax: 058 - 284 87 00

WEGWEIS staat voor WEbomGeving voor Weetjes, Empowerment en Individueel advieS en is een samenwerking tussen het Rob Giel Onderzoekcentrum en de afdeling Informatica van de RuG. GGZ Friesland, GGZ Drenthe, Lentis en het Universitair Centrum Psychiatrie participeren.

Het onderzoek houdt zich bezig met de ontwikkeling en evaluatie van webbased toepassingen om het zelfmanagement te ondersteunen van mensen met psychotische klachten of schizofrenie. Lian van der Krieke, psycholoog en promovenda bij het Rob Giel Onderzoekcentrum,is erg enthousiast:

‘E-health en zelfmanagement gaan waarschijnlijk goed samen. Internet is altijd en overal toegankelijk. Bovendien wordt de technologie steeds ‘slimmer’, waardoor we de

informatie steeds beter toe kunnen spitsen op de gebruiker. De afgelopen tijd hebben we een dynamisch adviessysteem ontwikkeld. Dit systeem sluit aan op RoQua, waarmee gemonitord wordt of de behandelingen het gewenste resultaat opleveren.’

Via het adviessysteem kunnen patiënten hun resultaten van deze Routine Outcome Monitoring bekijken en krijgen daaraan gekoppeld gepersonaliseerde adviezen. Deze adviezen kunnen bijvoorbeeld gaan over wonen, werken, behandeling en lichamelijke gezondheid. Eind april 2011 is de eerste testfase afgerond, waarin de gebruiksvriendelijkheid is getest. Daarna kan het onderzoek verder uitgerold worden.

Meer info: http://development.wegweis.nl. Bekijk ook ons blog: http://blog.wegweis.nl

Voor een goed resultaat van de

behandeling is het belangrijk dat de

patiënt gemotiveerd is. ‘De patiënt zit

aan het stuur en de behandelaar zit

op de bijrijdersstoel’, wordt daarbij

wel eens opgemerkt. Het WEGWEIS-

project dat startte in 2009, is daarvan

een mooi voorbeeld.

Dit onderzoek bekijkt of technologie

helpt om de patiënt meer de touwtjes

in handen te geven.

WEGWEIS geeft de patiënt de touwtjes in handen

Redactieadres Afdeling Communicatie GGZ Friesland, Postbus 932, 8901 BS Leeuwarden, telefoon 058 284 87 15, e-mail [email protected] Redactie Marco Boonstra, Akke Draaijer, Ester Mijnheer Eindredactie Louwra Weisfelt Vormgeving Marco Kuipers, GGZ Friesland Fotografi e Fotobureau Hoge Noorden Drukwerk Grafi sch Bedrijf Hellinga, Leeuwarden Oplage 2000 exemplaren

Colofon Augustus 2011 magazine over de activiteiten van GGZ Friesland op het gebied van wetenschappelijk onderwijs & opleiding