jaarverslag 2015 - museum stad appingedam...2 1 voorwoord namens het bestuur het jaar 2015 was voor...
TRANSCRIPT
1
Jaarverslag 2015
2 1
Voorwoord namens het bestuur
Het jaar 2015 was voor het Museum Stad Appingedam in meerdere opzichten
een goed jaar. Voorop staat natuurlijk de kwaliteit van de vaste opstelling en de
wisselexposities. Een groter aantal mensen dan in de voorgaande jaren zette de
waardering hiervoor om in een bezoek aan het museum, namelijk ruim 12.000.
Hierbij moet zoals altijd worden ingecalculeerd dat dit aantal zal f luctueren
door externe factoren; onder meer de weersomstandigheden kunnen het be-
zoek danig beïnvloeden.
Materieel mocht het Museum Stad Appingedam eveneens spreken van een goed
jaar, namelijk door een legaat van liefst € 100.000. Bestuur en directie zijn de
schenker – die anoniem blijft – hiervoor uiterst erkentelijk. Naast kleinere fi-
nanciële giften zijn dergelijke substantiële bijdragen zeer welkom in het licht
van de toekomstbestendigheid van het museum. Tot de kleinere financiële
giften rekenen we sinds 2015 ook het donatiebedrag boven de verplichte mini-
mumdonatie. Het bestuur heeft afgesproken dat al dergelijke extra donatiebe-
dragen worden ondergebracht in een aankoopfonds. Een aankoopcommissie
zal bestuur en directie adviseren over aankopen uit deze extra middelen.
Voor de bestemming van het legaat formuleerde het bestuur een aantal doelen.
Enerzijds was er een duidelijke wens de reguliere exploitatielasten te verminde-
ren, anderzijds was er behoefte aan enkele investeringen. De exploitatielasten
konden worden verminderd door een versnelde aflossing van de bestaande hy-
pothecaire lening. Investeringen in vernieuwing van de opstelling, waaronder
in de al geplande 3D-presentatie van de laatmiddeleeuwse stad Appingedam,
en ook in renovatie van het eigen gebouw, kwamen door het legaat binnen be-
reik. Wel zal in al deze gevallen verdere externe financiering door eenmalige
subsidies dan wel sponsorbijdragen noodzakelijk zijn. Ook wordt een deel van
het legaat bestemd voor het opzetten van lezingen gedurende minstens vijf jaar.
Daarnaast bereidden bestuur en directie zich voor op de beleidsperiode 2017-
Inhoud
Voorwoord namens het bestuur 1 Martinus van Hoorn
Inleiding 4 Cynthia Heinen
De Verhalen van Groningen in 2015 7 Cynthia Heinen
Jaaroverzicht van tentoonstellingen en activiteiten 9 Cynthia Heinen
Bezoekers 17 Cynthia Heinen
Donateurs en subsidiegevers 19 Cynthia Heinen
De maatschappelijke rol van het museum 21 Cynthia Heinen
Collectiebeheer en aanwinsten 23 Alina Dijk
Communicatie en PR 27 Cynthia Heinen
Organisatie en personeel 31 Cynthia Heinen
Foto’s voorzijde: 19e-eeuwse stijlkamer ingericht met speelgoed t.g.v. de expositie
over speelgoed; De museumbalie met medewerksters Lenie en Ada; miniatuur slagerij,
Duits, ca. 1880, bruikleen uit particulier bezit.
2 3
Al het werk voor het museum geschiedt door een kleine professionele staf en
door bijna veertig vrijwilligers. Ook de continuïteit van een dergelijke bemen-
sing is beleidsmatig verankerd. Met name de inbreng van zovele vrijwilligers is
voor het museum ook in de verdere toekomst onmisbaar.
Het bestuur is zich er terdege van bewust dat het in stand houden en vernieuwen
van het museum altijd mensenwerk blijft. Juist daarom heeft het werken voor
het museum ook in 2015 weer zoveel voldoening kunnen geven.
Martinus van Hoorn,
voorzitter Museum Stad Appingedam.
2020, zoals door Provinciale Staten vastgesteld. Het meerjarenbeleidsplan werd
grondig doorgenomen en ook besproken met vrijwilligers en medewerkers. Dit
meerjarenbeleidsplan lag ten grondslag aan de subsidieaanvraag voor genoem-
de periode, die ultimo 2015 werd ingediend. Bestuur en directie van het Muse-
um Stad Appingedam formuleerden bovendien in het kort een vijftal hoofdza-
ken, namelijk met betrekking tot:
1e. De onmisbaarheid van het Museum Stad Appingedam als historisch ken-
niscentrum en museum voor de middeleeuwse stad Appingedam – naast
Groningen de enige middeleeuwse stad in de provincie Groningen - en
omliggende regio.
2e. De steeds hechtere samenwerking met partners in de directe omgeving en
verder weg, zoals in de Archeologische Informatiepunten en historische
verenigingen, en met andere museale instellingen in de provincie (Warf-
fum, Veendam, Slochteren) en ook in Duitsland (Aurich, Leer).
3e. De toekomstbestendigheid, tot uiting komend in het gebruiken van digi-
tale mogelijkheden (met name bij de 3D-presentatie, en bij het gebruik van
social media) en in het nemen van nieuwe initiatieven (zoals bij het opzet-
ten van lezingenreeksen). Door aldus met de tijd mee te gaan zijn giften en
schenkingen van blijvende waarde: het museum zal zijn functie immers
ook in de verdere toekomst vervullen.
4e. Het leefklimaat van de regio, waar het museum een stevige positie inneemt
in de dringend noodzakelijke culturele infrastructuur, die onder druk kan
komen te staan de bevolkingskrimp en door de aardbevingsproblematiek.
5e. De ambities, die zullen meegroeien met een groter wordend draagvlak,
voortgaande kwaliteitsverbetering en hechtere samenwerkingsverbanden
in de regio, en die geheel passen in een regionaal cultuurpijlerschap. Het
Museum Stad Appingedam wordt, als professioneel werkende museale in-
stelling, nu al aangesproken als regionaal kenniscentrum, en beschouwd
als leidend c.q. richtinggevend in de regionale infrastructuur. Vrijwilligers van het museum.
4 5
Inleiding
Het museum kan tevreden terugkijken op het jaar 2015. Het aantal bezoekers
is gestegen naar ruim 12.000, grotendeels dankzij de wisseltentoonstellingen
en de vele activiteiten die dit jaar hebben plaatsgevonden. Het jaar 2015 stond
voor vele culturele en historische instellingen in het teken van het ambacht. De
relatie tussen kunst en ambacht was het thema van het Nationale Open Mo-
numentenweekend. De programmering van de museumactiviteiten sloot hier
duidelijk op aan, met ten eerste een expositie met schilderijen en houtsnijkunst.
Daarop volgde een tentoonstelling over vindingrijkheid tijdens de Tweede We-
reldoorlog, waarin ambachtelijke vaardigheden werden ingezet voor creatieve
oplossingen op vele gebieden van het dagelijks leven. De derde tentoonstelling
had de geschiedenis van speelgoed als thema, met name het contrast tussen het
ambachtelijk vervaardigde speelgoed van vroeger en het moderne fabrieksmati-
ge en elektronische speelgoed.
Het organiseren van deze activiteiten bracht met zich mee dat het netwerk en de
bekendheid van het museum steeds groter is geworden. Met name de tentoon-
stelling over speelgoed wekte de interesse van gespecialiseerde landelijke me-
dia, zoals een vereniging en tijdschrift voor poppenhuisliefhebbers en restau-
ratoren. Dankzij de tentoonstellingen melden zich geregeld nieuwe donateurs
en ontvangt het museum diverse schenkingen, en ook dat is belangrijk voor het
museum. Bezoekers zijn niet alleen passanten, het museum laat een bepaal-
de indruk achter en zij zien het museum als een instelling die toekomst heeft:
vanuit dat vertrouwen worden historische objecten of financiële bijdragen ge-
schonken. Hetzelfde geldt voor de vrijwilligers op wie het museum kan bou-
wen: zij steken hun energie en tijd in het museum omdat ze vertrouwen hebben
in de toekomst daarvan. De groei die het museum in dit afgelopen jaar mocht
doormaken geeft een belangrijke impuls aan dat vertrouwen.
Bezoekers in het museum tijdens het
Open Monumentenweekend.
De speelgoedtaxateur op bezoek.
De tentoonstelling over Vindingrijkheid tijdens WO II trok veel bekijks.
6 7
De Verhalen van Groningen in 2015
Ook in het jaar 2015 heeft het museum actie ondernomen om verhalen te ver-
zamelen. Heel concreet is dit gedaan in samenwerking met het verpleeghuis
Vliethoven in Delfzijl, bij de tentoonstellingen over vindingrijkheid tijdens de
Tweede Wereldoorlog en bij de tentoonstelling over speelgoed. Voor de bezoe-
kers aan de tentoonstelling over vindingrijkheid in de Tweede Wereldoorlog
was het naar boven halen van herinneringen aan de oorlogsperiode soms moei-
lijk. Gelukkig overheersten de jeugdherinneringen, terwijl zij bijvoorbeeld pas
na de oorlog ontdekten dat er jarenlang onderduikers op hun boerderij had-
den geleefd en dat zij daar nooit iets van gemerkt hadden. Of het uitdelen van
voedsel aan vrouwen die met een kinderwagen of op een krakkemikkige fiets
vanuit het westen van het land naar het Groninger platteland kwamen en door
hun ouders van zakken vol eten werden voorzien. Het hele project bewees eens
te meer dat voorwerpen de sleutel kunnen zijn tot herinneringen, juist als de
gebeurtenissen lang geleden hebben plaatsgevonden.
De herinneringen aan speelgoed waren daarentegen
vooral positief: iedereen heeft gespeeld, soms met
dingen die zij of hun (groot)ouders zelf gemaakt
hadden. Dat werd meermalen met trots verteld. Met
name in de periode vlak na de oorlog was speelgoed
schaars en was het cadeau krijgen van een auto of
pop een bijzondere gebeurtenis. Een sneu verhaal
werd verteld door een mevrouw die als 7-jarig meisje
een pop had gekregen van papier-maché en niet wist
hoe kwetsbaar het materiaal was. Enthousiast deed
ze de pop in bad en…hield een ondefinieerbare berg
papierpulp over. Bewoners van Vliethoven worden rondgeleid op de tentoonstelling ‘Echt speelgoed’.
Mevr. Buitenkamp (99 jaar) bij
de kast met haar bruiklenen uit
oorlogstijd.
Een impressie van de tentoonstelling
‘Echt speelgoed’.
8 9
Jaaroverzicht van tentoonstellingen en activiteiten
De eerste week van 2015 konden bezoekers de expositie Grafsymobliek en
rouwgebruiken nog bezichtigen, die in oktober 2014 was gestart. In de tweede
helft van januari werd de nieuwe expositie ‘Natuurtalenten’ geopend. Deze ten-
toonstelling was gewijd aan de beeldende kunst, geïnspireerd door de natuur.
De kunstenaars die deelnamen, de schilders Henk Helmantel, Rein Pol en Ruth
van Royen en houtsnijder Ibo Heeres, waren als kind al gefascineerd door het
weergeven van de natuur. Hun talent hiervoor was tijdens hun jeugd zichtbaar,
in dat opzicht is de titel ‘Natuurtalenten’ eveneens op hen van toepassing. Alle
vier proberen ze de natuur zo echt mogelijk weer te geven.
Voor kunstenaar Ibo Heeres betekent dat, dat hij het hout bewust kiest op kleur,
eigenschappen en kwaliteit voor het object dat hij wil maken. Een asperge snijdt
hij bijvoorbeeld het liefst uit lindenhout, omdat dit heel licht van kleur is en heel
glad gepolijst kan worden. Voor een sneeuwklokje neemt hij taxushout: dit is
heel licht van kleur met een donkere kern en zo kan hij de steel donker laten en
het klokje uit het lichte gedeelte snijden, voor een mooi contrast.
De tentoonstelling trok veel bezoekers: met name groepen van plattelands-
vrouwen en huisvrouwenverenigingen vonden dit een heel boeiend thema, ze-
ker wanneer kunstenaar Ibo Heeres zelf rondleidingen gaf.
Ter gelegenheid van deze tentoonstelling organiseerde het museum een stil-
leven-schilderwedstrijd voor amateurkunstenaars en kinderen. De belangstel-
ling voor deelname hieraan was overweldigend: In totaal hebben ruim 100 men-
sen meegedaan aan de wedstrijd. Zelfs uit België kwamen de hobbyschilders
zich aanmelden. Voor het museum was het tijdelijk huisvesten, registreren en
beoordelen een hele klus. Gelukkig werd de beoordeling uiteindelijk gedaan
Houtsnijwerk van Ibo Heeres en
daarachter het schilderij ‘Morille’ van
Ruth van Royen.
10 11
door een professionele jury, bestaande uit Henk Helmantel, Rein Pol en Rob
Möhlmann. Zij kozen een dertigtal schilderijen uit als kanshebbers en daar-
uit werden een winnaar en drie eervolle vermeldingen gekozen. De winnaar
werd Martine van der Reijden uit Amstelveen. Van de kinderen won het 10-jarig
schildertalent Kesuma van Geel. De schilderijen van dertig kanshebbers en de
winnaars mochten geëxposeerd worden in het gebouw van het SNS-fonds Eem-
smond, vlakbij het museum. Het museum had hier alleen bekendheid aan ge-
geven via de plaatselijke pers en de museumwebsite: met name dat laatste heeft
tot heel veel inzendingen geleid.
Ibo Heeres heeft tijdens deze tentoonstellingsperiode verscheidene demonstra-
ties houtbewerking gegeven in het museum, waarbij kinderen een naambordje
van hout mochten maken.
Conclusie van de schilderwedstrijd was in ieder geval dat er veel belangstelling
is van amateurschilders om aan een expositie in museaal verband deel te ne-
men.
In maart vond het jaarlijkse NL-doet plaats, waarbij de leden van de Lionsclub
Skiramere Slochteren en van de Rotary-club Delfzijl-Appingedam hun talenten
op natuurgebied inzetten om de museumtuin weer helemaal zomerklaar te ma-
ken.
De tweede expositie van 2016 had als thema ‘Vindingrijk de oorlog door’: over
vindingrijkheid van met name de burgers tijdens de Tweede Wereldoorlog, op
vele gebieden: voedsel, brandstof, kleding, transportmiddelen, het opwekken
van stroom, het verbergen van onderduikers, het vervalsen van documenten en
niet te vergeten het ‘vlaggen’: de oranje-gezindheid uiten door middel van bro-
ches, speldjes etc.
Voor deze expositie werd een oproep gedaan via websites en kranten, waar mas-
Prijsuitreiking van de stilleven-schilderwedstrijd.
Kunstschilder
Henk Helmantel
in gesprek
met de jongste
prijswinnares.
De tuin wordt onder handen genomen tijdens NL-Doet.
12 13
saal gehoor aan werd gegeven: het museum kreeg vele objecten aangeboden in
bruikleen of als schenking. Zo kwam een inwoner van Appingedam die tijdens
de oorlog in Delfzijl zat ondergedoken een schaakspel brengen, door hemzelf
gemaakt uit stoelpoten.
De objecten waren interessant, maar ook de verhalen van hun eigenaren. Het
thema voor de tentoonstelling, de vindingrijkheid van de mensen om de oorlog
te kunnen overleven, had een positieve kant: veel mensen die de oorlog hadden
meegemaakt wisten zich ondanks alle ellende ook mooie dingen te herinneren:
de saamhorigheid, de creativiteit, het regelen van een trouwjurk in ruil voor een
pond boter, of een echt wollen jasje door moeder gemaakt uit een biljartlaken.
Voor deze tentoonstelling werden objecten geleend van het Museum ’40-’45 te
Harkstede, Museum ’t Rieuw in Nuis en vele particulieren. In dezelfde periode
waren er meer instellingen die een tentoonstelling aan de Tweede Wereldoor-
log wijdden, omdat de bevrijding 70 jaar geleden had plaatsgevonden. En toch
kostte het weinig moeite om voldoende objecten te vinden voor deze expositie.
Het verschil met andere oorlogstentoonstellingen was de invalshoek: geen gas-
maskers en wapens, maar juist alledaagse objecten. Dat was tegelijk de bijzon-
dere conclusie van dit project: veel mensen die als kind de oorlog hebben mee-
gemaakt, hebben de herinneringen uit die tijd zorgvuldig bewaard: een vele
malen herstelde kussensloop uit de oorlogsjaren lag nog gewoon in de kast.
IJzeren reparatieplaatjes voor klompen lagen nog in een blikje in de schuur, al
ruim 70 jaar op dezelfde plaats…en werden nu aan het museum geschonken.
Een bijzondere vondst waren de kunstwerken gemaakt van postzegels. Om-
dat de postzegels met portretten van koningin Wilhelmina verboden waren in
oorlogstijd, besloot kunstenaar en docent aan de kunstacademie Minerva F.
Bach uit Groningen de postzegels aan dunne reepjes te snijden en als een soort
mozaïek te verwerken tot een kunstwerk. Het feit dat de olieverf schaars was
geworden, speelde ongetwijfeld een belangrijke rol in het kiezen voor deze be-
werkelijke tijdrovende oplossing.
Expositie Vindingrijk de oorlog door. Schaakspel gemaakt van stoelpoten
door dhr. H. Menninga.
Kunstwerk gemaakt van postzegelreepjes.
14 15
In juni organiseerde het museum voor de derde keer een Antiek- en Brocante-
markt in het centrum van Appingedam. Dit evenement groeit elk jaar in deelne-
mers- en bezoekersaantallen en heeft nu een vaste plaats in het jaarprogramma
van de stad Appingedam en de regio.
Het museum neemt jaarlijks deel aan de zomeractiviteiten die in Appingedam
worden georganiseerd en die een regionaal karakter hebben, zoals de Middel-
eeuwse Coopluydenmarkt en het Bie Daip-festival dat zelf een internationaal
evenement is geworden. Deze keer trad onder andere een Zweedse muziekgroep
op in het museum.
De derde tentoonstelling van dit jaar was gewijd aan de geschiedenis van speel-
goed. Hierbij werd eveneens een oproep gedaan via de lokale media (kranten
en RTV Noord) en de website om objecten en verhalen aan te leveren. Een door
het museum georganiseerde enquête over speelgoed werd door veel mensen in-
gevuld en leverde interessante verhalen op, met de bijbehorende objecten. Elke
deelnemer werd gevraagd zijn of haar top vijf op het gebied van speelgoed in te
vullen. Daaruit bleek dat bij de generatie van voor en vlak na de oorlog meccano
het favoriete jongensspeelgoed was en poppen bij de meisjes. Vanaf de jaren ’60
krijgt Lego steeds meer bekendheid en wordt dat het meest geliefde construc-
tiespeelgoed, zowel bij jongens als bij meisjes.
Voor het verhaal achter de tentoonstelling werd een beroep gedaan op de ex-
pertise van een bekende taxateur, publicist en verzamelaar op het gebied van
historisch speelgoed: dhr. Lourens Bas uit Hoorn. Voor deze tentoonstelling
werden objecten geleend van: het Groninger Museum, het Museum Kinderwe-
reld te Roden, Legocollectie Brickmarkt uit Niezijl, het Speelgoedmuseum te
Deventer, de Jan Menze van Diepenstichting te Slochteren en 45 particulieren.
De tentoonstelling bood een historisch overzicht vanaf de wierdenvondsten
(speelsteentjes, bikkels en tollen) tot aan de computerspelletjes uit de jaren ’90
van de vorige eeuw.
Om te voorkomen dat de tentoonstelling voor kinderen en kwelling zou worden
– ze konden op de tentoonstelling alleen maar kijken naar alle speelgoed – werd
voor hen een echte speelzolder ingericht in het museum. Vrijwilligers maakten
hiervoor een marktkraam, een winkeltje, een poppenkast en een poppenhoek,
een leeshoek, een spelletjestafel, bakken met speelgoed werden verzameld en
voor de ouders en opa’s en oma’s was er een leestafel, zodat zij een oogje in het
zeil konden houden. Met name tijdens de kerstvakantie is de speelzolder vaak
bezocht – en dan niet voor een kwartiertje, maar soms voor een urenlang ver-
blijf. Het bewees dat kinderen niet altijd een computer en een beeldscherm no-
dig hebben om zich te kunnen vermaken, maar dat het traditionele speelgoed
nog steeds in trek is.
Mevrouw Wiersma
uit Appingedam was
de 10.000ste bezoeker
van 2015.
Oud-Hollandse spelletjes in de museumtuin.
16 17
Rond deze tentoonstelling en het thema ‘speelgoed’ zijn de volgende activitei-
ten georganiseerd: een dag met oudhollandse spelletjes en een reuzesjoelbak
van ruim 5 meter lang. Deze activiteit was zowel voor kinderen als volwassenen
geschikt. Met de Lego-verzamelaarsfamilie Hoexum werd een Legobouwwed-
strijd georganiseerd voor kinderen van alle leeftijden, dit was een groot suc-
ces. Verder werd een taxatiedag gehouden voor speelgoed, waarbij eveneens de
poppendokter Francisca van der Wal geraadpleegd kon worden. Ook hiervoor
was de belangstelling groot, zij het vooral onder volwassenen en weinig onder
kinderen.
De laatste activiteit van dit jaar betrof de Kerstfair en Kaarslichtavond, die dit
jaar voor het eerst op een zaterdag werd gehouden, tegelijk met de kerstkunst-
markt in de Nicolaïkerk en Lutje Winterwelvaart in het centrum van Appinge-
dam. De combinatie bleek een groot succes en leverde veel extra bezoekers op
voor het museum.
Bezoekers
Direct aan het begin van het jaar was een stijging in het aantal bezoekers
merkbaar: met name de schilderijententoonstelling met bekende namen als
Helmantel en Pol werd door veel liefhebbers van hun werk bezocht. Bij de ten-
toonstelling over de Tweede Wereldoorlog viel op dat met name in de maanden
juli en augustus weinig bezoekers kwamen. De reden hiervoor was tweeledig:
begin mei organiseerden veel instellingen een tentoonstelling met – ongeveer –
hetzelfde thema en veel van die tentoonstellingen eindigden eind juni, daarna
liep de belangstelling terug. Met de nieuwe expositie over speelgoed groeide het
bezoekersaantal weer. Het totale aantal bezoekers is toegenomen ten opzichte
van 2014 met zo’n 20%. Die groei zat met name in de gratis bezoekers tijdens
de evenementen. Hierbij tekenen we aan dat er jaarlijks f luctuaties voorkomen
in de aantallen bezoekers, in hoeverre de stijging structureel is zal de toekomst
uitwijzen. Maar de groei in 2015 was natuurlijk uiterst bemoedigend.
De postcodecijfers van de bezoekers werden zoveel mogelijk bijgehouden en
maakten inzichtelijk dat het grootste deel van de bezoekers in 2015 afkomstig
is uit de provincie Groningen, een beeld dat aansluit bij de gegevens van voor-
gaande jaren.
Legobouwwedstrijd in het
museum.
Gebied Aantal % PostcodeGemeente Appingedam 738 13% 9000, 9901, 9902, 9903 Provincie Groningen 2574 47% 9500 - 9999 Rest Nederland 2078 38% 1000 - 9499 Buitenland 138 2% totaal Nederland 5390 98% totaal aantal bezoekers waarvan de postcode genoteerd is 5528 47% totaal aantal bezoekers 11804 100%
Herkomst bezoekers 2015 op basis van postcode
Gemeente Appingedam n Provincie Groningen n Rest Nederland n Buitenland n
38%
47%
13%2%
De poppendokter geeft advies.
18 19
Donateurs en subsidiegevers
In 2015 is het aantal donateurs min of meer gelijk gebleven: 362. Nieuwe dona-
teurs hebben zich zeker gemeld, maar vanwege overlijden of verhuizing zijn er
ook donateurschappen opgezegd.
Het museum heeft begin dit jaar een substantieel legaat ontvangen, waarvan
de belangrijkste subsidiegevers direct op de hoogte zijn gesteld. In overeen-
stemming met de wens van de betrokkenen is hieraan geen grote ruchtbaarheid
gegeven. De besteding van het legaat was geheel aan het museum, het bestuur
heeft hiervoor een plan gemaakt. Onderdeel daarvan was de aflossing van een
belangrijk deel van de hypotheek op het museumpand aan de Wijkstraat, een
investering in de toekomst van het museum door de maandelijkse lasten te ver-
minderen. Verder wordt het legaat ingezet voor het vernieuwen van de vaste
opstelling, voor het maken van een 3D-presentatie van het laatmiddeleeuwse
Appingedam, en voor het opzetten van een serie lezingen.
Het contact met de donateurs wordt met name onderhouden via de periodie-
ke nieuwsbrief. Een vast onderdeel van deze nieuwsbrief vormen de interviews
met donateurs over hun interesses, hun band met het museum en het culturele
erfgoed van de regio. De donateurs zijn belangrijk voor het museum. Als dank
voor hun jaarlijkse bijdrage ontvangen zij een pasje op naam, dat recht geeft op
gratis bezoek voor henzelf en een introducé. Van deze mogelijkheid wordt veel
gebruik gemaakt.
Het museum ontvangt jaarlijks subsidie van de Provincie Groningen en van de
Gemeente Appingedam. Daarnaast ontving het museum voor de tentoonstelling
‘Natuurtalenten’ een bijdrage van het SNS-fonds Eemsmond, voor de tentoon-
stelling ‘Vindingrijk de Oorlog door’ een bijdrage van de Rabobank Noord-Gro-
ningen en voor de tentoonstelling ‘Echt Speelgoed’ een bijdrage van het Loket
Bez
oeke
rsaa
ntal
len
tota
al 2
015
ja
n fe
b m
rt
apr
mei
ju
n ju
l au
g se
p ok
t no
v de
c To
taal
Vo
lwas
sene
n
86
215
144
70
91
97
115
71
52
142
41
42
1166
K
inde
ren
t/m
12 ja
ar
7
20
0 5
11
6 9
8 4
111
10
29
220
Kin
dere
n 13
t/m
16
jaar
0 2
0 0
8 2
3 5
0 29
0
0 49
M
useu
mka
art
11
6 21
8 21
5 12
7 17
8 12
9 20
5 18
1 11
6 18
2 79
76
18
22
Don
ateu
rska
art
20
4 51
35
23
15
8 43
62
33
19
4 63
26
48
94
0 Ek
enst
ein
0
0 0
0 2
0 0
0 0
0 0
0 2
Eem
shot
el
11
4
0 0
2 0
4 3
0 0
0 2
26
Hen
dric
k de
Key
serp
as
0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
Rem
bran
dtpa
s
0 0
0 0
2 0
0 0
0 1
0 0
3 Er
fgoe
dpas
0 0
0 0
0 0
0 1
0 0
0 0
1 Sc
hatk
aart
v.h
. Noo
rden
0 4
0 0
0 4
1 1
0 0
0 0
10
Gra
tis
bezo
eker
s
45
51
49
96
183
90
218
2947
14
7 63
25
11
06
5020
C
JP-p
as
2
0 2
0 1
0 1
0 0
3 0
2 11
Al
leen
ent
ree
(€ 3
,00
p.p.
)
0 16
0
0 0
0 0
0 0
17
0 0
33
Entr
ee/r
ondl
eidi
ng (€
6,0
0 p.
p.)
0
0 9
0 0
0 0
0 0
0 0
0 9
Com
plee
t arr
ange
men
t (€
7,50
p.p
.) 0
12
18
99
0 15
0
0 0
0 0
0 14
4 Bo
rrel
1 (€
8,5
0 p.
p)
0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
Borr
el 2
(€ 1
0,00
p.p
.)
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 ee
nmal
ig to
egan
gsar
r.
0 0
231
0 0
1630
0
0 0
0 6
0 18
67
Leer
linge
n (€
2,0
0 p.
p.)
0
0 29
14
2 0
9 0
0 0
20
0 0
200
Bege
leid
ers
(€ 4
,00
p.p)
0 0
0 0
0 0
0 0
0 4
0 0
4 M
eest
ers/
juff
en (g
rati
s)
0
0 0
0 0
0 0
0 0
1 0
0 1
Kin
dere
n
0 30
8
17
9 15
0
0 17
16
21
8
141
Bege
leid
ers
0
0 0
0 0
0 0
0 4
4 5
0 13
Be
won
ers
0
0 0
0 0
0 20
13
6
11
7 0
57
Bege
leid
ers
0
0 0
0 0
0 24
13
10
12
6
0 65
K
offi
e/th
ee/f
ris/
koek
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 D
agto
taal
471
623
740
579
645
2040
66
2 32
76
550
679
226
1313
11
804
To
taal
1180
4
10
0%
Be
tale
nde
bezo
eker
4730
40
%
Gra
tis
bezo
eker
s
7074
60
%
bezoe-kers
bezoekers met korting
groepen volwassenen scholen
kin-der-
feest-je
vlietho-ven
Tabel met bezoekersaantallen in 2015 (a.u.b. een kwartslag draaien).
20 21
Leefbaarheid. Voor NL-Doet werd een bijdrage verstrekt door het Oranjefonds
en voor de Antiek- en Brocantemarkt door de Stichting Promotionele Activitei-
ten Appingedam (SPAA). Gedetailleerde informatie over de subsidies en andere
financiële bijdragen is te vinden in de jaarrekening, die aan te vragen is bij het
museum en eveneens op de website van het museum is in te zien.
De maatschappelijke rol van het museum
Het museum ontwikkelt zich steeds meer tot een pijler voor de cultuur in de
regio en vormt daarmee een onmisbaar onderdeel binnen het palet van cul-
tuurinstellingen in het gebied ten oostnoordoosten van de stad Groningen.
Het museum is een kenniscentrum, een beheerder en verzamelaar van histo-
risch erfgoed, en heeft daarnaast een belangrijke maatschappelijke functie. Het
deelt zijn kennis graag met particulieren en instellingen die daar een beroep op
doen, het biedt bezoekers de ervaring van cultuur en historie, het is uitnodigend
en moedigt bezoekers aan terug te komen. Daarvoor investeert het museum
in het opbouwen van een band of relatie met zijn bezoekers en collega-instel-
lingen. Op deze manier wordt het culturele en het maatschappelijke draagvlak
vergroot en wordt door het museum een onmisbare bijdrage geleverd aan de
leefbaarheid in het gebied.
Het museum is een ontmoetingsplaats voor bezoekers die meer te weten willen
komen over de geschiedenis van de stad en de regio. Dit geldt voor de geïnteres-
seerde toerist, maar net zozeer voor de kunstliefhebber die op bekende namen
afkomt. Een aantal keren per jaar is het museum gratis toegankelijk, bijvoor-
beeld tijdens enkele van de stadsevenementen. Dan wordt een grote toestroom
van bezoekers geconstateerd, die bij steekproefsgewijze navraag vertellen zel-
den of nooit in het museum te zijn geweest. In 2015 zijn er vier gelegenheden ge-
weest waarbij bezoekers gratis het museum konden bezoeken. Door de drempel
zo laag mogelijk te houden, wil het museum deze bezoekers aanmoedigen va-
ker langs te komen en te genieten van het aanbod in het museum.
Het museum biedt plaats aan 38 vrijwilligers en jaarlijks aan 3-5 stagiaires van
diverse opleidingen. Dit is eveneens een belangrijk aspect van de maatschap-
pelijke functie van het museum. Vrijwilligers spelen een onmisbare rol in het Antiek- en Brocantemarkt
22 23
openstellen van het museum voor bezoekers, houden zich onder leiding van de
collectiebeheerder bezig met het depot en de collectie, assisteren bij de opbouw
van tentoonstellingen, ontvangen bezoekers en geven rondleidingen aan groe-
pen. De stagiaires maken kennis met de beroepspraktijk van het museumbe-
drijf, ervaren het toeristisch belang van het museum voor de bezoekers in met
name de zomerperiode en worden opgenomen in de sociale groep die de vrij-
willigers en museummedewerkers vormen. Voor de vrijwilligers is het museum
meer dan een besteding van hun vrije tijd: zij voelen zich merkbaar betrokken
bij het museum en zetten zich in op meerdere terreinen, zoals het verspreiden
van folders en affiches of het vertegenwoordigen van het museum op een in-
formatiebeurs. Het museum doet zijn best om de vrijwilligers te waarderen en
te faciliteren, want hun inzet is onmisbaar voor het draaiend houden van het
museum.
Collectiebeheer en aanwinsten
Logischerwijze is niet alles wat er gebeurt zichtbaar voor het publiek, maar na-
tuurlijk wordt er ook achter de schermen hard gewerkt . Zo was er de grote ver-
huizing van het grootste deel van de collectie naar het nieuwe depot (dat door
bemiddeling van de gemeente Appingedam kon worden betrokken), de verdere
digitalisering van de collectie en heeft het museum weer een aantal mooie ob-
jecten verworven voor de collectie.
Collectieregistratie
Met de collectieregistratie zijn in 2015 weer grote stappen vooruit gezet in het
verder digitaliseren van de collectie, bibliotheek en documentatie. Het museum
gebruikt voor de registratie het computerprogramma Adlib Museum Basis. Er
zijn in Adlib afgelopen jaar 822 nieuwe records voor objecten ingevoerd en er
zijn 2637 records gewijzigd. Het totaal aantal records komt daarmee op 5695
objecten, die nu zijn gedigitaliseerd. Daarvan zijn ruim 800 objecten voorzien
van één of meer digitale foto’s.
Van de collectie zijn nu 750 objecten te raadplegen via de Digitale Collectie Ne-
derland (DiMCoN), waar ruim dertig collecties van Nederlandse culturele en
wetenschappelijke instellingen zijn te raadplegen. Ook zijn de data van onze
collectie nu beschikbaar voor Europeana, de portaalsite waarop gedigitaliseer-
de collecties van Europese culturele en wetenschappelijke instellingen staan.
Een klein deel van onze beeldcollectie staat nu ook op de website van beeldbank
Groningen.
Verhuizing depot
Door de verhuizing van de externe depots naar één extern depot, heeft de collec-
tie nu meer functionele ruimte gekregen, zijn de bewaaromstandigheden beter
Vrijwilligers en de collectiebeheerder aan het werk in het nieuwe depot.
24 25
en is het depot beter bereikbaar. Er zijn extra stellingen gekocht en veel objec-
ten, waaronder het zeer kwetsbare textiel, zijn opgeslagen in zuurvrije dozen.
In 2015 zijn bijna alle objecten uitgepakt; zij hebben een nieuwe plaats in het
depot gekregen. Een Duitse stagiair van de opleiding voor het restaureren van
schilderijen van de universiteit München heeft een depotplan gemaakt voor de
opslag van onze schilderijen en prenten. Burgemeester en wethouders van Ap-
pingedam brachten een werkbezoek aan ons depot.
In het depot en in het museum blijft echter de mogelijkheid van schade, die door
de aardbevingen aan de museale objecten kan ontstaan, een belangrijk punt van
zorg.
Aanwinsten
De collectie van het museum is dit jaar uitgebreid met een mooi aantal schen-
kingen en langdurige bruiklenen. In totaal mochten 181 objecten van in totaal
29 schenkers aan de collectie toegevoegd worden, kregen we zeven objecten
in langdurige bruikleen en werden vijftien objecten aangekocht. We gaven vijf
objecten uit onze collectie in bruikleen aan anderen.
‘Gezicht op de Eendracht’ (1931) van Jan Stuiver en ‘De stadsomroeper en zijn vrouw’
(1948) op pagina 25.
26 27
Erg bijzonder was de schenking van 26 schilderijen van de Damster schilder Jan
Stuiver. De werken tonen het leven in Appingedam vanaf de jaren ’20 tot circa
de jaren ‘70. We zien de werkplaats van de koperslagerij van Jan Stuivers vader,
we zien woonboten vastgevroren in de Groeve bij de fabriek De Eendracht, de
Brons Motorenfabriek, kastelein Schreuder van het Gouden Anker, de pastoor
van de Rooms-Katholieke kerk (vermoedelijk gaat het hier om pastoor Vergeer),
de stadsomroeper van Appingedam met zijn vrouw et cetera.
En tijdens de voorbereidingen van de expositie “Dieren in Beeld”(gepland voor
2016) kregen we van schilder Pieter Pander uit Franeker het werk “Tijdverblijf”
geschonken. Geïnspireerd door het gedicht “Tijdverblijf” van de Groninger
dichter C.O. Jellema, maakte hij dit werk.
Communicatie en PR
‘Jullie zijn regelmatig in het nieuws met activiteiten, hè? Er gebeurt meer dan
vroeger’ is een veelgehoorde opmerking richting de mensen die in het museum
werken. Concreet merken de baliemedewerkers dat nieuwsberichten bezoekers
op de been brengen, met name in de weekenden. Het museum maakt zoveel
mogelijk gebruik van free publicity. Verslaggevers en persfotografen worden
uitgenodigd voor de openingsrecepties van de tentoonstellingen en voor de
activiteiten daaromheen. Uitnodigingen en nieuwsbrieven kunnen digitaal
verzonden worden, zo worden ook scholen in de omgeving geattendeerd op de
Het schilderij ‘Tijdverblijf ’,
schenking van Pieter Pander.
Kinderen knutselen aan de ontvangsttafel in het museum.
28 29
mogelijkheid om het museum te bezoeken of via het museum een thematische
stadswandeling te bespreken. Verzoeken om arrangementen bereiken het mu-
seum steeds vaker via de website, evenals informatie-aanvragen. Meestal zijn
dit vragen naar aanleiding van objecten, maar soms gaat het om een aanloop
naar een schenking. De reacties vanuit het museum zijn gericht op het beant-
woorden van de vragen, wat vaak leidt tot een uitnodiging richting de mail-
schrijver om een bezoek te brengen aan het museum. Een vraag als: ‘Kunt u mij
wat meer vertellen over de geschiedenis van Appingedam?’ is begrijpelijkerwijs
nauwelijks per mail goed te beantwoorden, maar een museumbezoek, een ge-
sprek met een kopje koffie en een stapel verdiepingsmateriaal erbij heeft beslist
verhelderend gewerkt.
Het museum is actief op twitter en met name op facebook. De volgers en berich-
tendelers nemen jaarlijks toe en met name berichten als ‘laatste mogelijkheid
om de tentoonstelling te bezoeken’ of het vragen van beeldmateriaal over een
bepaald thema, wakkeren de belangstelling meetbaar aan. Toen in juni één van
de twee tuinbankjes die voor de Dijkstraatgevel van het museum staan opeens
ontvreemd bleek, steeg het aantal delingen van dit bericht tot – voor het muse-
um – magische hoogte. Na twee dagen stond het bankje weer op de originele
plaats – misschien wel dankzij facebook? – en ook dat bericht werd enthousi-
ast ontvangen en gedeeld. Daar kon geen tentoonstelling of activiteit tegenop.
Daarna zijn de bankjes beveiligd tegen diefstal en zoekt het museumpersoneel
naar een onderwerp dat minstens zo goed ontvangen wordt – zonder daarvoor
iets te hoeven laten verdwijnen.
Het museum is vertegenwoordigd in meerdere plaatselijke en regionale netwer-
ken en onderhoudt contact met collega-instellingen zoals het Hoogelandmuse-
um te Warffum, het Veenkoloniaal Museum te Veendam, het Muzeeaquarium
te Delfzijl, de Fraeylemaborg en de Jan Menze van Diepenstichting te Slochteren
De voorgevel aan de Dijkstraatzijde met twee bankjes, die geschonken zijn door de
gemeente Appingedam.
30 31
en de Groninger Zilverkamer in Appingedam. De directeur is voorzitter van de
Stichting Jan S. Niehoff, die de beeldende nalatenschap van deze Damster kun-
stenaar beheert en bestuurslid van het Archeologisch Informatiepunt Oost-Fi-
velingo, waarvan de gegevens via de website van het museum zijn te raadplegen.
Organisatie en personeel
Op personeelsgebied is er nauwelijks iets gewijzigd in 2015, behalve dat de tijde-
lijke contracten van de collectiebeheerder en de administratief medewerker zijn
omgezet in contracten voor onbepaalde tijd.
Dit jaar heeft het museum plaats geboden aan een viertal stagiaires: twee sta-
giaires van het Noorderpoortcollege die de MBO-opleiding receptionist/tele-
fonist volgden, een stagiaire van de Saxion Hogeschool te Deventer, opleiding
toerisme en een student van de Universiteit van München die een stage volgde
op het gebied van de restauratie van schilderijen.
In totaal werd bij het museum 1,25 fte vervuld door vaste betaalde medewer-
kers, te weten de directeur (0,7 fte), de collectiebeheerder (0,4 fte) en de admi-
nistratief medewerker (0,15 fte). Het museum telde in 2015 38 vrijwilligers, die
Het Archeologisch Informatiepunt van Oost-Fivelingo, in de Nicolaïkerk tegenover het
museum. Rondleiding en high tea in het museum.
32 33
gezamenlijk ongeveer 5,8 fte vervullen. Zij zijn actief op diverse gebieden in het
museumbedrijf, zowel voor de baliediensten, de schoonmaak, evenementen en
activiteiten, onderzoek voor tentoonstellingen en de opbouw daarvan, onder-
houd van de tuin en de museumgebouwen. Dit jaar was de herinrichting van het
depot een groot project waar veel vrijwilligers aan meegewerkt hebben.
Elk jaar wordt een werkbezoek afgelegd aan een collega-museum, dit jaar werd
het Nationaal Gevangenismuseum te Veenhuizen bezocht.
Het bestuur van het museum bestaat uit zeven personen en vergadert tenminste
zes keer per jaar, met de directeur. Het bestuur volgt de Code Cultural Gover-
nance en heeft in het kader daarvan een bestuursreglement, een directieregle-
ment en profielen voor bestuursleden en de directeur. In het directiereglement is
opgenomen dat het salaris van de directeur ruimschoots binnen de begrenzing
valt van de Wet Normering bezoldiging Topinkomens, die per 1 januari 2015 is
ingegaan. De bestuursleden ontvangen geen vergoeding voor het verrichten van
hun taken en vallen daarmee onder de groep gewaardeerde vrijwilligers.
Colofon
tekst Martinus van Hoorn, Alina Dijk en Cynthia Heinen
fotografie Ada Bolhuis, Alina Dijk en Mirella Wildeman
vormgeving 247design
Bezoek van de vrijwilligers, medewerkers en bestuursleden aan het Nationaal
Gevangenismuseum te Veenhuizen.
Prent ‘Het behaagzieke meisje’, geleend voor de expositie over speelgoed
van de Jan Menze van Diepenstichting te Slochteren.
34
Museum Stad Appingedam | Wijkstraat 25 | 9901 ae Appingedam |
telefoon 0596 68 01 68 | www.museumstadappingedam.nl |