jaarverslag altra: kansen voor de toekomst
DESCRIPTION
ÂTRANSCRIPT
Kansen voor de toekomstw w w. a l t r a . n l
1. Dit is Altra
2. Passend onderwijs
3. Basiszorg voor gezin, school en wijk
4, Zorg voor de kleinsten (en hun jonge moeders)
5. Veiligheid voorop
Inhoud
2
11
21
31
41
Dit is Altra1.
4
De verbinding tussen school en gezin
Waar wij voor staanEen thuis en een school, dat is wat elk kind nodig heeft. Een thuis, waar een
kind veilig en gezond kan opgroeien. En een passende school, die het kind
stimuleert en uitdaagt. Als het thuis niet goed gaat, is dat op school merkbaar.
Als het op school niet goed gaat, heeft dat gevolgen voor thuis. Ouders zijn als eerste
verantwoordelijk voor de opvoeding van hun kind. Wanneer dat even niet zo soepel
loopt, is het belangrijk dat ouders zelf bepalen wat ze nodig hebben. Hulp komt vaak
van dichtbij: familie, een vriendin, de huisarts, de school. Soms is extra hulp nodig.
Ook de school heeft een grote verantwoordelijkheid voor het begeleiden van kinderen.
Het gaat op school niet alleen om leren, maar ook om opvoeden. Meestal gaat dat bijna
vanzelf, soms is het moeilijk. Ook dan moeten scholen onderwijs blijven bieden. Voor
elk kind moet er een passend aanbod zijn.
Het beste voor ieder kindAltra kan helpen. De professionals van Altra weten veel van onderwijs én veel van jeugd
& opvoedhulp. De combinatie van deze kennis stelt ons in staat het kind op school én
thuis te ondersteunen. Samen met de mentor op school en samen met de ouders
nemen we de obstakels weg, die de ontwikkeling van een kind belemmeren. En zijn we
samen blij als het weer beter gaat.
1.
5
Onze drijfveren
Marijn Elfers
Functie: Ambulant hulpverlener
Opleiding: Hbo Maatschappelijk
Werk & Dienstverlening
Grootste uitdaging:
Jongeren laten inzien dat hulp een kans
is om verder te komen. Niet iedereen
is meteen enthousiast als hij hulp van
Altra krijgt. Het lijkt misschien niet cool
om ‘een geval’ te zijn. Ik probeer direct
uit te leggen dat ze hier komen om iets
te leren.
Hoe ziet je werk eruit?
Ik voer individuele en groepsgesprekken
met jongeren en geef trainingen zoals
sociale vaardigheden, faalangstreductie
of agressieregulatie. We werken vaak
met rollenspellen. Ik vind het leuk om
tijdens trainingen het vervelende
pubertje te spelen en hen op die
manier een spiegel voor te houden.
Karine Zuidgeest
Functie: Gedragswetenschapper bij Altra Jonge
Moeders
Opleiding: Klinische psychologie en nu bezig met
registratietraject Kinder&Jeugdpsycholoog NIP
De doelgroep: Jonge moeders hebben een
dubbele taak: opgroeien en opvoeden. Zoals elke
jongere zijn ze op zoek naar wie ze zijn, wat ze
willen en kunnen. De jonge moeders die wij helpen
hebben veel meegemaakt en komen uit gezinnen
waarin opgroeien vaak niet gewoon gaat. Daarbij
heeft een deel van deze moeders een trauma.
Regie terugkrijgen: Veel van onze cliënten
hebben in hun leven ervaren dat ze machteloos
waren. Machteloos tegen het geweld thuis, tegen
verwijten of tegen verwaarlozing. We versterken
de jonge moeders in hun gevoel dat ze regie over
hun leven hebben. En dus wordt niet over hen
beslist, maar met hen.
Rol als gedragwetenschapper: Ik ondersteun
medewerkers onder andere door gezamenlijk
onderliggende processen van de cliënten te
verkennen. Daarbij hoort ook het uitvoeren van
handelingsgerichte diagnostiek. Hiermee kijk je
niet alleen naar wat er aan de hand is, maar ook
waardoor een cliënt doet wat ze doet. Dan pas
kun je een goed en passend advies aan de jonge
moeder geven, waar zij met haar kind werkelijk iets
mee kan en wil doen. Dit kan alleen als je nieuws-
gierig bent naar hoe deze ene jonge moeder
precies in elkaar zit.
Marieke Derks
Functie:
Trainer / coach / procesbegeleider
Opleiding: PABO / speciaal onderwijsdocent
/ sociale vaardighedentrainer / opleider in
de school.
Samen delen: Als je in (docenten)teams
kijkt is er al zoveel expertise aanwezig, maar
dat wordt vaak onvoldoende gezien. Er is
veel onzekerheid en het lijkt of mensen het
lastig vinden hun kennis en ervaring met
elkaar te delen. Terwijl dat zo verhelderend
kan werken. Daarom geloof ik sterk in inter-
visie als werkvorm.
Docenten hebben een belangrijke rol:
Ze zijn zoveel meer dan kennisoverdrager.
Ze zijn professional in hun vak, maar ook
coach en hulpverlener. Ze observeren, sig-
naleren, motiveren en zetten aan tot actie.
Zonder docenten zwemmen leerlingen
zonder zwembandjes in het diepe, terwijl
ze nog niet kunnen zwemmen. De docent
geeft ze eerst zwembandjes en leert ze
dan zonder te zwemmen. Zonder docenten
zouden onze leerlingen verzuipen...
1.
6
Altra werkt op verschillende fronten aan goed onderwijs
aan leerlingen en goede hulp aan kinderen en gezinnen.
We blijven kritisch op de uitvoering van ons werk, we
willen de risico’s in beeld hebben en actie ondernemen
waar dat nodig is.
Gecertificeerd!Altra gaat voor kwaliteit. We zijn dan ook enorm trots dat
we voldoen aan het kwaliteitskeurmerk ISO Health en aan de
kwaliteitseisen voor het speciaal onderwijs. Altra College is
daarmee de derde school voor voortgezet speciaal onderwijs
in Nederland die gecertificeerd is. Vooral de daadwerkelijke
verbinding tussen jeugdzorg en onderwijs en onze gedreven
medewerkers die willen leren en ontwikkelen werden geroemd.
Voor ons een groot compliment, want juist die verbinding staat
centraal in onze aanpak.
Pluim verdiend 1.
7
Kwaliteit voorop De gemeenten in Nederland zoeken naar de beste manier om jeugd & opvoedhulp in te vullen. Als ervaren partner
in de regio’s Amsterdam, Zaanstreek, Waterland, Amstelland en de Meerlanden, denkt Altra graag mee. Hoe dat gaat
vragen we aan Hanneke Bakker, als directeur verantwoordelijk voor de hulp aan kinderen van nul tot twaalf jaar.
Zij is nauw betrokken bij het ‘inkoopproces’ van de gemeenten.
Inkoopproces, dat klinkt wel erg zakelijk.
‘Jeugdzorg gaat om mensen, om kwetsbare kinderen
en ouders in de knoop. Het roept veel emoties op in de
maatschappij en bij de cliënten zelf. Maar om de hulp goed
te kunnen uitvoeren, moet het proces goed geregeld zijn,
dan moet duidelijk zijn wie waarvoor verantwoordelijk is. De
gemeenten kopen zorg in per zorgpakket, zoals residentiële
hulp of crisishulp. Ik merk dat de gemeenten openstaan voor
onze ervaring. Zo stelden wij voor de hulp aan jonge moeders
en diagnostiek te combineren, omdat je zo betere zorg kunt
bieden. We wijzen op het belang van goede nazorg na de
crisishulp. We adviseren, we laten zien wat wij doen, wat naar
onze mening belangrijk is voor goede hulp. De gemeente
moet daar een eigen weg in vinden. Het gaat tenslotte om
de hulp aan kinderen, het moet nu niet om Altra gaan.’
De goedkoopste krijgt de klus?
‘Dat systeem wordt bij de jeugdzorg gelukkig niet
gehanteerd. Natuurlijk moeten we de kosten zo laag
mogelijk houden; daar is Altra al jaren mee bezig. Dat
doen we onder andere door in de huisvestingskosten
te snijden en onze ondersteuning zo slim mogelijk in
te richten. Dat werkt, dat blijkt wel uit een vergelijking
tussen jeugdzorgaanbieders, waar Altra uit de bus kwam
als één van de organisaties met de laagste indirecte
kosten. Maar: we zijn geen kiloknaller. De kwaliteit blijft bij
ons voorop staan.’
‘Het gaat om de hulp aan
kinderen, het moet nu
niet om Altra gaan.’
1.
8
Verbinden. We kijken altijd naar het grotere geheel. Hebben
de ouders bij Altra aangeklopt, dan kijken we niet alleen naar de
situatie thuis, maar ook naar hoe het op school en in de vrije
tijd gaat. Gaat het op school niet goed, dan begeleiden we de
leerling, maar betrekken we ook de docent en de ouders. Waar
nodig werken we samen met instellingen voor ggz.
Eigen kracht. Het doel is dat ouders en kinderen na onze
begeleiding op eigen kracht weer verder kunnen. Daarom
betrekt Altra altijd de omgeving van de ouders en de kinderen.
Wie kan op welke manier het gezin tot steun zijn? Hoe zorgen
we ervoor dat die ondersteuning duurzaam is? Onze hulp duurt
zo kort mogelijk, maar zo lang als het moet.
Oplossingsgericht. Niet focussen op de problemen, maar op
wat goed gaat. Hoe kunnen we dat versterken? Hoe kunnen we
die kracht ook op moeilijke momenten inzetten? Wat heeft dit
gezin, dit kind nodig om weer verder te kunnen? De focus is
gericht om de leerling, het gezin weer perspectief te bieden.
(Blijven) doen wat werkt. Door alle geledingen van de
organisatie heen, is Altra op zoek naar nieuwe kennis. Wat werkt
het beste, welke nieuwe wetenschappelijke inzichten kunnen
we gebruiken om onze ouders, kinderen en jongeren zo goed
mogelijk bij te staan? Op school introduceerden we Positive
Behavior Support en Non-Violent Resistance. In de jeugdzorg
gebruiken we zoveel mogelijk bewezen effectieve methodes.
En door werkplaatsen, trainingen, opleidingen en kennis delen,
zorgen we ervoor dat we die methodes ook op de juiste manier
blijven gebruiken.
Eerst denken, dan doen. Als er veel problemen zijn, waar
begin je dan mee? We maken eerst een analyse van de situatie,
waar nodig zetten we diagnostiek in. Dan kun je de hulp plan-
matig aanpakken en zorg je ervoor dat de hulp beklijft.
Samen met de cliënt. Je aanpak kan nog zo wetenschappelijk
zijn, als de hulpverlener, de docent of mentor geen
vertrouwensband heeft met de cliënt of leerling, werkt de
aanpak niet. Dit betekent dat we investeren in die band en altijd
maatwerk bieden. Geen standaard aanpak, maar echt kijken met
welke hulp dít gezin gebaat is. Die hulp is dan wél samengesteld
uit die bestanddelen, waarvan we weten dat ze werken. Onze hulp duurt zo kort mogelijk, maar zo lang als nodig.
Hoe we werkenVan baby’s tot jong volwassenen. Van ouders met lichte opvoedvragen tot crisisinterventie om uithuisplaatsing van
kinderen te voorkomen. Van begeleiding van leerlingen op het regulier onderwijs tot het bieden van speciaal onder-
wijs. Van praktijkonderwijs tot vwo. Altra staat heel veel verschillende mensen op verschillende manieren bij.
Toch is er een gemeenschappelijke aanpak. Wat is kenmerkend voor de Altra-aanpak?
1. Dit is Altra
1.
9
ja maar híjik deed niks, mevrouwniks verkeerds althans,ik zat net na te denken
over uw prachtvak Frans
ik deed niks, mevrouwhíj heeft het gedaan
ik zat lekker te schrijventoen hij begon met slaan
ik heb natuurlijk teruggeslageneen gebroken arm
ja dat kan bestmaar hij heeft opdracht 5tot en met 7 net verpest
mama huiltmama huilt
ik kijk en zeg:ik ben snel boos hè
en jij snel lief
ik ben boos geboren, mamik wist al wat er kwam
Annegien Simis
Trainer/coach bij Altra, en moeder van
een kind met autisme.
Inspiratie
1.
10
Verbinden, vertrouwen, vakmanschapDe inspiratie voor iedereen
’Ervaren dat collega’s dezelfde vragen hebben als jijzelf en
samen naar een oplossing zoeken werkt inspirerend.’
Vakbekwaamheid op peil houden
Onze professionals doen belangrijk werk en dragen grote
verantwoordelijkheden. We sturen ze natuurlijk niet onvoor-
bereid op pad. Altra steekt veel tijd en energie in opleiden,
toerusten en faciliteren van de medewerkers. Zo kunnen zij
hun professionaliteit en daarmee hun autonomie, vakmanschap
en beroepstrots versterken. Onze organisatie is zelf ook een
gecertificeerd opleidingsinstituut. We bieden geaccrediteerde
workshops, trainingen en opleidingen. De aanwezige kennis
zetten we graag in voor de ontwikkeling van de wijk- en
buurtteams en de implementatie van passend onderwijs.
Nina Draaisma (gedragwetenschapper): ‘Door scholing beschik
ik nu over meer manieren om gezinnen te helpen inzicht
te krijgen in hun situatie. Zo kon ik laatst in één gesprek
zorgen voor een grote verandering in een gezin met een
depressieve moeder. De gezinsleden begrepen beter welke
invloed de depressie van moeder had op de relatie met de
kinderen en hoe ze daar iets aan konden doen.’
Hoe kunnen we de cliënten en leerlingen nog beter bij staan? Eén van de sleutels daarvoor is verbinding. Door van
elkaar te leren en elkaar te inspireren, versterken we elkaar. Delen is vermenigvuldigen! Daarom riep Altra haar
medewerkers en partners op, om hun kennis en ervaring te delen met elkaar tijdens de inspiratieweek. Medewerkers
en andere belangstellenden konden (gratis) kiezen uit een groot aanbod van workshops, lezingen en discussies. Van
Samen DOEN in de buurt, via hoogbegaafdheid tot lessen in geluk. Dat smaakt naar meer, in oktober wordt er weer
een inspiratieweek georganiseerd.
Komt u ook? WWW.AlTRA.Nl/iNSpiRATiEWEEK
OmmetjeOver de hele wereld wandelen mensen met elkaar als ze iets bijzonders te delen of te bespreken hebben. En als je het even niet weet maak je een ommetje. Altra doet dat ook! Altra organiseert ideeënwande-lingen met medewerkers en partnerinstel-lingen. Tijdens de wandeling staat een specifiek thema centraal. Als we de dage-lijkse beslommeringen tijdens de wandeling achter ons hebben gelaten, gaan we de ideeën verkennen en maken we een start met de uitwerking en concretisering.
1.
11
Passend onderwijs
Passend onderwijs betekent maatwerk bieden aan iedere leerling. De meeste leerlingen rollen
probleemloos door het voortgezet onderwijs. Ze halen het niveau dat ze aankunnen, soms met hier
en daar een hapering. Sommige leerlingen hebben daar wat steun bij nodig. Door hun persoonlijke
ontwikkeling of situatie thuis, hebben ze hulp nodig om tot leren te komen. Meestal is steun op
school voldoende om de leerling weer op gang te krijgen.
Soms zijn de problemen groter en lopen de leerling en school samen vast. Als ondanks vele
pogingen school en leerling niet meer weten hoe ze het weer vlot kunnen trekken, is een tijdelijke
of permanente plek nodig. Een plek waar de leerling aan zijn gedrag en persoonlijke problemen kan
werken, zonder dat daarbij de leerachterstand oploopt.
Altra biedt het hele spectrum van lichte ondersteuning op scholen tot een plek op het speciaal
onderwijs. We belichten hier een aantal voorzieningen, die onze visie en aanpak kenmerken.
2.
12
Altra College Centrum
Konijnenstraat 7
1016 SL Amsterdam
T 020 7882211
74 leerlingen
Altra College Noord
Purmerweg 116
1023 BB Amsterdam
T 020 6328090
67 leerlingen
Altra College Zuidoost
Kortvoort 60
1104 NB Amsterdam ZO
T 020 5558444
48 leerlingen
Altra College West
Louis Couperusstraat 131
1064 CE Amsterdam
T 020 6117087
50 leerlingen
Altra College
Haarlemmermeer
Van den Berghlaan 130
2132 AV Hoofddorp
T 023 5553972
61 leerlingen
Altra College Waterland
Koggenland 100
1447 CP Purmerend
T 0299 666966
74 leerlingen
Altra College Zaanstreek
Jupiterstraat 143
1562 WP Krommenie
T 075 6706261
101 leerlingen
Altra College Bleichrodt
Tafelbergweg 23
1105 BC Amsterdam ZO
T 020 5632800
185 leerlingen
Altra College Amsterbaken
Transformatorweg 6
1014 AK Amsterdam
T 020 6068815
31 leerlingen
Altra College De Koppeling
Tafelbergweg 8
1105 BN Amsterdam
T 020 3428400
58 leerlingen
School2Care
Johan Braakensiekhof 31
1068 KK Amsterdam
(per 18 augustus 2014)
T 020 7546150
13 leerlingen
Altra College Bascule*
Tafelbergweg 21
1105 BC Amsterdam ZO
T 020 5632800
92 leerlingen
Bets Frijlingschool
Sportlaan 153
1442 EC Purmerend
T 0299 432094
2.
* Altra college Bascule begeleidt ook leerlingen onder behandeling van Jellinek en Bascule Konijnenstraat
Onze scholen
13
Voortgezet onderwijs
TransferiumDiagnostische klas
Beter pASSend klasLangdurige thuiszitters,
psychiatrische
problemen
Altra werkt!Arbeidsactivering en
arbeidstoetreding
Deskundigheidsbevordering (expertisecentrum)
Jeugdzorg in de school en traject-begeleiding
tran
sferb
eg
ele
idin
g
Ouder School
Leerling
School2care12-uursvoorziening
(S)TOPTime-outklas
VSO
Passend onderwijs
2.
14
De trajectvoorziening van Altra ondersteunt leer-lingen met een extra zorgvraag binnen de school. Het doel is om passend onderwijs te kunnen aanbieden aan leerlingen die dat om welke reden dan ook nodig hebben. De trajectvoorziening biedt voor deze groep leerlingen een plek op school waar ze altijd terecht kunnen.
Yvonne Teunissen is al twaalf jaar werkzaam op het Saenredam
College in Zaandijk. De docente Nederlands en mentor is vol
lof over de trajectvoorziening die door Altra binnen de school
is opgezet. Yvonne denkt dat er meer zorgleerlingen zijn die
door deze vorm van begeleiding het regulier onderwijs kunnen
blijven volgen. Leerlingen die zonder hulp waarschijnlijk zouden
afglijden en in het ergste geval van school zouden moeten.
Yvonne: ‘Dankzij de trajectvoorziening op school is de drem-
pel voor leerlingen die extra zorg nodig hebben, veel lager
geworden. Vroeger had je de zorg wel op school zitten, maar
dat was toch anders. In plaats van meteen te worden doorver-
wezen naar allerlei instanties kunnen leerlingen nu direct hulp
krijgen op school. De trajectvoorziening is voor iedereen met
een extra zorgvraag. Opvang van leerlingen met gedragsprob-
lemen; hulp bij het plannen van schoolwerk; leerlingen kunnen
er altijd voor van alles terecht. Ik ben blij dat dit er is.’
‘Als de trajectvoorzien-
ing er niet was geweest?
Dan had ik waarschijnlijk
hier niet meer op school
gezeten.’
Ondersteuning docenten en ouders
Niet alleen voor leerlingen is het prettig dat Altra binnen de
school aanwezig is, voor docenten en vooral mentoren is dit
zelfs heel belangrijk, vindt Yvonne. De trajectmedewerker op
school zou je in sommige gevallen kunnen zien als een tweede
mentor. Yvonne: ‘Zelf heb ik dertig mentorkinderen. Als daar
één met ernstige gedragsproblemen tussen zit, kost dat mij al
veel te veel tijd. De trajectmedewerker kan veel beter met dat
soort situaties omgaan en is daar meer in thuis.’
En ook voor ouders is de trajectvoorziening een fijne onder-
steuning. Yvonne: ‘Ouders komen als dat nodig is op gesprek.
Tijdens deze gesprekken zit je met drie partijen aan tafel. De
ouders, de trajectmedewerker en de mentor. De lijnen worden
kort gehouden met alle betrokken partijen. Dat werkt.’
Zelfstandig plannen
Dimitry Dreuning is veertien jaar en zit in de tweede klas
vmbo-b op het Saenredam College. Dimitry: ‘Ik had problemen
met toetsen plannen, huiswerk maken en het leren voor
overhoringen. Daar heb ik toen hulp voor gekregen en sinds-
dien is het alleen maar beter gegaan.’ De begeleiding zit er
dicht op, samen met Dimitry controleert de trajectmedewerker
de agenda. Vervolgens maken ze samen een planning. Dimitry
is blij met de hulp die hij gekregen heeft en denkt dat hij het
zonder niet had gered. Dimitry: ‘In de eerste klas ging het heel
slecht. Aan het eind van dat jaar ben ik hier terecht gekomen.
Eigenlijk net op tijd, gelukkig is het sindsdien met mijn cijfers
alleen maar beter gegaan. Als de trajectvoorziening er niet was
geweest? Dan had ik waarschijnlijk hier niet meer op school
gezeten.’
‘Meer leerlingen die nu regulier onderwijs kunnen blijven volgen’
Trajectvoorziening als reddingsboei
2.
15
Bets Frijlingschool geen doorsnee school
Onderwijs en hulp met veel liefde en geduld
Welke jeugdhulp biedt de Bets Frijlingschool?• Schoolmaatschappelijk werk • individuele kindbegeleiding • individuele ouderbegeleiding• Kindtrainingen: - Rots en Water - Remweg - De Overstap - Kids skills
Marieke Weyters en Annabel Mackaay
2.
16
Elke ochtend in de gang
De Bets Frijlingschool is dan ook geen gewone school, maar
een basisschool voor speciaal onderwijs voor kinderen met
gedragsproblemen of psychiatrische problemen. Dat is merk-
baar aan de kleine klassen (maximaal veertien kinderen) en het
uitgebreide ondersteuningsteam bestaande uit een school-
maatschappelijk werker, twee ambulant hulpverleners en een
deeltijd gedragswetenschapper. Hulpverlener Marieke: ‘Het is
voor ouders en kinderen heel prettig dat ze hulp op school
kunnen krijgen. De kinderen wonen vaak wat verder weg
en hoeven na schooltijd niet ook nog eens naar een andere
organisatie toe.’ Collega-hulpverlener Annabel voegt toe:
’Jeugdzorg kan voor sommige ouders heftig klinken. Ik sta
elke ochtend in de gang om de kinderen en de ouders te
begroeten. Kinderen zien mij, kennen mij en komen spontaan
naar me toe om iets te bespreken. Ook voor ouders is de
drempel om hulp te vragen laag.’
Niet veroordelen
Niet alleen de kinderen krijgen hulp, ook veel ouders krijgen
ondersteuning. Marieke, die veel ouders in begeleiding heeft:
‘De gezinnen kampen vaak met meerdere problemen.
Naast de gedragsproblemen van het kind, zijn dat vaak
relatieproblemen, werkloosheid en armoede.
De opvoedsituatie is dus vaak niet ideaal. Ik probeer altijd
aan te sluiten bij de vraag van de ouders. Soms is dat
iets praktisch, zoals helpen bij het introduceren van een
beloningssysteem. Maar vaak hebben ouders gewoon be-
hoefte om hun verhaal kwijt te kunnen bij iemand die ze niet
veroordeelt. Want opmerkingen zoals ‘geef dat kind maar aan
mij, ik krijg hem wel onder de duim’ horen ze vaak.’
Samen optrekken
Groot voordeel van hulpverlening op school is dat hulp-
verleners, ouders en leerkracht samen op kunnen trekken.
Marieke: ‘Als een kind een training krijgt, is het goed dat oud-
ers ook in die methode worden getraind en het kind thuis op
dezelfde manier begeleiden. Als de leerkracht dan ook nog
meedoet, wordt het kind op alle gebieden hetzelfde benaderd.
Dan is de kans dat het aanslaat veel groter.’
Even terugtrekken
Leerkracht Angelique is te spreken over de intensieve begelei-
ding die de leerlingen en de ouders kunnen krijgen. Angelique:
‘Ik heb vier leerlingen die de training Rots en Water hebben
gevolgd. Ik merk dat ze in zelfvertrouwen groeien, dat ze
situaties anders oplossen dan voorheen. Ik zie ze toepassen
wat ze hebben geleerd. Met de hulp zo dichtbij, is de terug-
koppeling heel goed. En als ik me zorgen maak over een leer-
ling, overleg ik even met Marieke. Zij kan me vaak iets vertellen
over de thuissituatie, waardoor ik gedrag van een leerling beter
kan plaatsen.’
Op het eerste gezicht verschilt de Bets Frijlingschool niet van andere basisscholen. leerlingen zijn tijdens de les met
geconcentreerde gezichten aan het werk, kinderen rennen rond in de pauze, een jarige leerling gaat de klassen
rond met een traktatie. Maar na een dag rondlopen in het mooie nieuwe schoolgebouw, merk je dat het toch geen
doorsnee school is. Neem de time-outhoek. Een met zacht tapijt bedekte halfopen ruimte, waar kinderen tot rust
kunnen komen als het in de klas even niet lukt. En dat gaat niet zachtzinnig. Kinderen bonken tegen de muur (van-
daar het tapijt), schelden, zijn overstuur. De jeugdhulpverleners in het aangrenzende kantoor treden de kinderen met
veel liefde en geduld tegemoet. langzaam bedaren de kinderen en kunnen weer terug naar de klas.
Ouders krijgen vaak op-
merkingen als ‘geef dat
kind maar aan mij, ik krijg
hem wel onder de duim’
2.
17
‘PBS richt zich
op het aanleren
en versterken van
goed gedrag. Vaak
gaan we ervan uit dat
jongeren weten wat we
willen, maar dat is niet
altijd zo’, vertelt Annegien
Simis, PBS-coach en trainer
bij Altra. ‘Met PBS stelt het
team op basis van gezamen-
lijke waarden per schoolruimte
gedragsverwachtingen vast. Wat
moet anders en welk gedrag willen we
zien, bijvoorbeeld in de kantine of op het plein? Vervolgens
maken we dat duidelijk aan de leerlingen.’
Direct belonen
Het aanleren van gewenst gedrag gaat net als bij taal en
rekenen door veel te oefenen. Annegien: ‘Wat aandacht krijgt,
groeit. Medewerkers worden dus getraind zich meer te richten
op goed gedrag, dan op ongewenst gedrag. Wanneer je wilt
dat gewenst gedrag toeneemt, is het belangrijk leerlingen
direct te belonen als ze iets goed doen. Dat kan bijvoorbeeld
met een compliment, een warme chocomel of een positief
telefoontje naar huis.’
Meten wat werkt
Een van de principes van PBS is dat het datagestuurd is: ‘Dat
maakt deze aanpak anders dan anders. We meten alle interven-
ties en brengen in kaart wat werkt en wat niet en voor wie. Het
doel is om tachtig procent van de groep te bereiken met onze
aanpak. Halen we dat niet, dan moeten we met andere inter-
venties komen, of ons meer gaan richten op één kleine groep.’
Wat is volgens Annegien de kracht van de methodiek? ‘Elke
PBS-school heeft een speciaal team dat van binnenuit werkt.
Daar zitten docenten en hulpverleners in, die zich met een
opleiding specialiseren in PBS. Zij sturen en onderhouden het
proces van binnenuit. Het is prachtig te zien hoe goed dat
werkt bij Altra College West. ‘
Gezamenlijk willen
Hoewel PBS nog maar een paar jaar in Nederland bestaat, zijn
de resultaten goed. Simis: ‘Steeds meer scholen kiezen voor
PBS, van basisonderwijs tot mbo. Het begint met een geza-
Altra introduceert preventieprogramma ook op andere scholen
Rust en duidelijkheid bij Altra College West
‘Kleine stapjes maken, die
vasthouden en uitbreiden;
dat werkt.’
Altra introduceert PBS in samenwerking met Hogeschool Windesheim op scholen voor voortgezet onderwijs en mbo.
in Amerika is één op de tien onderwijsinstellingen al om en ook in Neder-land kiezen steeds meer scholen voor de methodiek positive Behavior
Support (pBS). iedereen is betrokken, van docent tot conciërge, van ouders tot leerlingen en de resultaten zijn positief. Dit schooljaar maakte Altra College West de overstap. Bijzonder, want er zijn nog maar weinig scholen voor speciaal voortgezet onderwijs die werken met pBS.
18
menlijk willen. Natuurlijk gaat het met vallen en opstaan, maar als ik kijk naar Altra College West, dan zie je dat het gewoon kan.
Leerlingen die het goed doen, krijgen nu de meeste
aandacht en dat werkt voor iedereen stimulerend.’
Hoe bevalt het op de werkvloer?
‘Als eerste stap bij de invoering van PBS hebben we de gang aangepakt. Er zijn nu heldere regels; leerlingen mogen alleen in de
gangen zijn als ze een gangpas hebben. Als een medewerker een leerling zonder pas in de gang ziet, spreekt deze de leerling daar
op aan. Heeft hij of zij geen goede reden, dan gaat hij terug naar de klas. Het was nog wel een klus om alle medewerkers zover te
krijgen dat ze op dezelfde manier optreden, ook de mensen die niet direct met de leerlingen werken. Iedereen is toch gewend om
het op zijn eigen manier te doen. Maar het is de moeite waard, want het is nu veel rustiger in de gangen.’
Kirsten Geurken, ambulant gezinsbegeleider
‘Voor de invoering van PBS was het vaak onrustig in de gang. Het begon ’s ochtends al, na de tweede bel. Laatkomers kwamen bij
mij een briefje halen, gingen daarover in discussie, kregen ruzie met elkaar, zwierven door de school. Nu verzamelen alle leerlingen
zich in de kantine en gaan ze allemaal tegelijk naar de klassen. Wie te laat komt gaat direct door naar de klas en de docent handelt
het af. Wat ik goed vind is de stapsgewijze aanpak. Als je in één keer alle ruimtes zou aanpakken, zouden de afspraken zo verwa-
teren. Kleine stapjes maken, die vasthouden en uitbreiden; dat werkt.’
Mineke Brouwer, secretariaat
Niveau onderwijs
Havo/vwo
Mavo
Onderbouw vmbo (basis, kader, gemengd, theoretisch)
Bovenbouw mavoBovenbouw entree mbo Bovenbouw entree arbeid
Onderbouw vmbo (basis, kader, gemengd, theoretisch)*
Bovenbouw entree mbo Bovenbouw entree arbeid
Op welke afdeling?
Bleichrodt
Amsterdam Centrum
HaarlemmermeerZaanstreekWaterland
Amsterdam Noord Amsterdam WestAmsterdam Zuidoost
Speciale school voor speciale leerlingen
Altra College, onze school voor speciaal voortgezet onderwijs, heeft acht afdelingen: vijf in Amsterdam, één in
Haarlemmermeer, één in Zaanstreek en één in Waterland. De leerlingen volgen hier onderwijs op hun eigen niveau.
*Amsterdamse leerlingen die mavo volgen, gaan na de onderbouw naar afdeling Centrum.
Naast de reguliere afdelingen verzorgt Altra College onderwijs in besloten behandelcentra Amsterbaken en de Koppeling
en in psychiatrische behandelcentra van de Bascule en Jellinek. Alle onderwijsniveaus worden hier aangeboden. In 2011
zijn we gestart met School2Care, een school voor leerlingen die langdurig uitvallen of dreigen uit te vallen.
2.
19
En verder…Wat doen we nog meer op het gebied
van passend onderwijs? Een bloemlezing.
Expertisecentrum voor passend onderwijsDe expertise die is opgedaan in het speciaal onderwijs en
de jeugdzorg zet Altra in om docenten te ondersteunen en
trainen. Hoe ga je nou om met verschillen in de klas? Hoe kun-
nen we opbrengstgericht werken? Hoe richt je een passende
zorgstructuur in? Hoe ga je om met groepsdynamiek? Hoe
verbeteren we de klassenaanpak? Allemaal vragen die voorbij
komen. Met de school en de docenten stellen we een
programma samen op basis van de specifieke behoeften.
Op deze manier werken we samen aan passend onderwijs
en professionele teams.
Docent:
Het is heel fijn als iemand met me meekijkt in de les. Méékijken: vanuit wat ik al goed doe’.
Altra werkt!Altra biedt onderwijs en begeleiding op maat. Dus
ook aan leerlingen die geen zicht hebben op een
startkwalificatie en die aan het werk willen. Iedereen
moet perspectief hebben op een mooie toekomst.
Daarom coacht en begeleidt Altra leerlingen naar een
stage en uiteindelijk een volwaardige plek op de ar-
beidsmarkt. We werken samen aan de benodigde arbeids-
vaardigheden. De leerlingen vinden hun draai in sectoren als
horeca, detailhandel, veiling- en marktwezen en techniek. De
werkgevers staan open voor onze leerlingen, mede doordat
ze vertrouwen hebben in de begeleiding die Altra biedt.
Bertino (rechts), 17 jaar: ‘Ik leer nu puur schilderwerk; kozijnen, deuren, kamers. Ik vind het leuk werk en voel me nu veel beter bij wat ik doe dan op school.’ Leermeester Glenn over Bertino: ‘Als ik hem nog een jaartje onder mijn vleugels houd, heeft hij de basisvaardigheden die hij nodig heeft. Dan staan de bazen voor hem in de rij.’
20
Beter pASSendklas
De beter pASSend klas is de nieuwste
loot aan de boom van Altra College
en is een samenwerkingsverband met
de Bascule. Wat maakt deze klas zo
bijzonder? De klas is voor leerlingen
(12-18 jaar) die door hun autistische
stoornis niet goed kunnen functio-
neren in een groep en daardoor vaak
langdurig thuis zitten. De leerlingen
van deze klas hebben meestal een
heel verleden in de hulpverlening
achter de rug. In kleine klassen (maxi-
maal vijf leerlingen) krijgen de leer-
lingen de aandacht die ze verdienen.
Emilie (leerkracht bij de beter
pASSendklas):
‘De leerlingen hebben allemaal een leerachter-stand. Het doel is dat ze doorstromen naar een andere vorm van onderwijs, naar dagbesteding of naar arbeid.’
Transferium
Samen in de strijd tegen schooluitval,
zo is Transferium ontstaan. Op het
Transferium zitten jongeren die door
verschillende redenen tijdelijk niet meer
op hun oude school terecht kunnen.
Samen met de school van de leerling
maken we een plan om te kijken hoe de
leerling kan werken aan terugkeer. We
zetten alles op alles om te zorgen dat de
leerling binnen een half jaar weer terug
kan. In een kleine klas krijgen leerlingen
intensieve begeleiding, maar ze volgen
ook nog lessen op de oude school. Zo
lopen de leerlingen geen leerachterstand
op en werken we aan hun gedrag.
Zaineb, 15 jaar:
‘Ik was te brutaal geworden en kreeg moeilijkheden met leraren en leerlingen. Zo ben ik bij Transferium gekomen. Na een tijdje ben ik toch mijn best gaan doen op school. Je hebt uiteindelijk alleen je zelf er maar mee als je niks doet op school. Ik heb dat zelf bedacht, maar het kwam ook wel doordat ik zo goed ge-holpen ben.’
School2Care
Bij School2Care maken Amsterdamse
jongeren die thuis en op school veel
problemen hebben een nieuwe start.
De leerlingen van verblijven van 8 uur ‘s
ochtends tot 8 uur ‘s avonds op school,
waar een coach hen helpt de draad
weer op te pakken. Ze volgen lessen in
een kleine klas, totdat ze terug kunnen
naar hun oude of een andere school.
De coach ondersteunt ook hun ouders
zodat er thuis meer rust komt. Verder
stimuleert School2Care leerlingen in hun
vrije tijd positieve bezigheden te vinden.
Dit vernieuwende concept won in 2012
de landelijke jeugdzorgprijs.
Kay, 17 jaar:
‘Wat ik heb geleerd bij School-2Care? Geduld. Leren plannen. Leren omgaan met mensen. Communiceren. Niet direct op een aanvallende manier praten. Qua school ook, met de vakken die ik niet meer goed deed. Het is gewoon om je bij te spijkeren met school-werk of met je eigen gedrag. En wanneer dat weer in orde is, mag je weer gaan.’
2.
21
Goede raad van Poeh
(Bron: A.A. Milne)
Als je tegelijk wilt praten en melk drinken,
moet je daarna meestal langdurig afgedroogd
en op je rug geklopt worden.
Rivieren weten het: er is geen haast bij.
Op een dag komen we er wel
Het is altijd nuttig te weten waar een vriend-en-
familielid is, of je hem nu nodig hebt of niet
Als je een eikel in de grond stopt wordt het
vanzelf een eikeboom. Maar dat betekent nog niet
dat er vanzelf een bijenkorf komt als je een
honingraat in de grond stopt.
Als het lijkt alsof degene tegen wie je praat niet
luistert, heb dan een beetje geduld. Misschien
heeft hij gewoon een pluisje in zijn oor.
Inspiratie
22
Basiszorg voor gezin, school en wijk
De meeste kinderen groeien op zonder grote
problemen. Maar opvoeden en ontwikkelen
gaat niet altijd vanzelf. Als er problemen zijn,
blijven die meestal niet tot thuis beperkt. Dan
loopt het op school, de sportclub, met vriendjes
en broertjes of zusjes vaak ook niet soepel. Altra
biedt hulp daar waar die nodig is en het beste
werkt. Thuis, op school én in de wijk. In een paar
voorbeelden belichten we onze werkwijze.
3.
23
Ei
gen kracht versterken
Triple P
Signs of Safety
individuele en gezins-
begeleiding
Rots en Water training
Overstap training
Sociale vaardigheids-
training
Faalangstreductie-training
Sprint
Remweg
Antipest-programma’s
Buurt
School/leraar
Kind en gezin
Basiszorg voor gezin, school & wijk
3.
24
Een ouder- en kindadviseur op school die jongeren en ouders kan helpen als er problemen zijn. Menno lagerwey, mentor en docent wiskunde op het De Rosa Beroepscollege in Amsterdam Noord, is erg te spreken over wat hij hiervan in de praktijk heeft gezien. Menno: ‘Veel van onze leerlingen kampen met problemen thuis of hebben moeite in de omgang met elkaar. ik merk dat zo’n adviseur op school voor hen gewoon heel erg fijn is.’
Met de komst ouder- en kindadviseur is de situatie op De Rosa
aanzienlijk verbeterd. Was er voorheen maar één dag in de week
schoolmaatschappelijke hulp aanwezig, nu biedt de ouder- en
kindadviseur vier dagen per week intensieve zorg aan. Menno:
‘Vroeger was er gewoon niet genoeg tijd om iedereen de aan-
dacht te geven die hij of zij nodig heeft. Nu krijgen veel meer
leerlingen die hulp wél aangeboden.’
Ook voor docenten hard nodig
Niet alleen voor de leerling zelf, ook voor docenten is deze
intensieve vorm van zorg op school fijn. Zeker op scholen
met veel leerlingen die extra zorg vragen, is een vorm van
ondersteuning voor docenten hard nodig. Menno: ’Wij docenten
blijven leraren en zijn geen pedagogisch adviseurs. Het is fijn om
iemand op school te hebben die dat wel is. Iemand die de tijd
en kennis heeft om de leerling echt goed te helpen. Ook veel
vragen die ik als mentor van ouders krijg, kunnen beter worden
beantwoord door zo’n adviseur. Ik kan ze dan ook makkelijk en
snel doorverwijzen.’
Trainingen
Eén van Menno’s leerlingen heeft de afgelopen tijd een cursus
gevolgd bij de ouder- en kindadviseur. Deze leerling werd zo
geholpen haar sociale vaardigheden te vergroten. Menno merkt
dat de begeleiding heeft geholpen. In de klas weet de leerling
zich nu beter te gedragen, ook de omgang met klasgenoten
verloopt beter dan eerst. Menno: ‘Dit zijn net de problemen waar
vroeger geen tijd voor was. Ik heb nu ook weer een leerling die
net gestart is met een faalangstreductietraining. Het is goed dat
de ouder- en kindadviseur ook dit soort zorg biedt.’
‘Ouder- en kindadviseur heeft kennis, tijd en ruimte’
Broodnodige zorg op school
DromerigVoor ouders en leerlingen is de ouder- en kindadviseur
een bekend gezicht op hun school. Daardoor is de
drempel om binnen te stappen met vragen of zorgen
laag. Zo kan worden voorkomen dat kleine problemen
groot worden. Een praktijkvoorbeeld.
De moeder van Felix stapt bij ouder- en kindadviseur
Marloes binnen met een zorg over haar zoon, waar ze
nog niet goed de vinger op kan leggen. De negenjarige
jongen is dromerig, luistert niet zo goed en is wat
onhandig in de omgang met klasgenoten. ‘Wat kan ik
thuis doen om mijn kind te ondersteunen?’
• Marloes overlegt met de leerkracht. Wat gaat goed
en waar heeft Felix ondersteuning bij nodig? De
leerkracht herkent de zorg van moeder.
De dromerigheid van Felix leidt er soms toe dat
hij niet luistert, wat zijn leerprestaties negatief
beïnvloedt. Daarnaast toont hij weinig initiatief in
het aangaan van contact met anderen.
• Marloes spreekt met Felix en zijn ouders.
Ook Felix wil graag dat het goed gaat op school en
is gemotiveerd daaraan te werken.
• Marloes biedt moeder opvoedondersteuning
(Triple P) om te leren Felix direct naar haar te laten
luisteren. Felix leert door de nieuwe benadering
van moeder ook te luisteren naar andere
volwassenen, zoals zijn leerkracht.
• Felix krijgt een training sociale vaardigheden.
• Marloes stimuleert overleg tussen school en
ouders over de ontwikkeling van Felix.
Het gaat nu heel goed met Felix. Moeder is blij dat ze
hulp heeft gezocht voordat er echt een probleem was
ontstaan en dat de situatie ten goede is gekeerd.
Felix is een gefingeerde naam.
3.
Ei
gen kracht versterken
Triple P
Signs of Safety
individuele en gezins-
begeleiding
Rots en Water training
Overstap training
Sociale vaardigheids-
training
Faalangstreductie-training
Sprint
Remweg
Antipest-programma’s
Buurt
School/leraar
Kind en gezin
25
‘Er is veel wrok en woede over zaken als geld, taken en nieuwe
liefdes’, vertelt Carla van Gelderen van Altra, ‘maar de meesten vinden hun ex geen slechte
ouder.’ Toch overheerst in een vechtscheiding de negativiteit en dat heeft onmiskenbaar effect op
het kind. Family Transitions, de nieuwe cursus van Triple P
(positief opvoeden), wil die negativiteit wegnemen.
Family Transitions bij (v)echtscheiding
De balans terug in werk, gezin en ontspanning
‘Family Transitions helpt mensen de
draad weer oppakken na een echt-
scheiding. Je ziet bij mensen die uit
elkaar zijn veel frustratie, stress en ver-
driet. Dat sleept soms jaren. We hadden
een ouder in de cursus die al zeven jaar
terug was gescheiden, maar nog steeds
een enorme strijd voerde met haar ex.’
De cursus richt zich op de individuele
ouder die het thuis alleen moet doen.
Carla: ‘We stellen: Je kunt je ex niet
veranderen, maar je kunt wel kijken wat
je kunt doen zodat je kind zo weinig mo-
gelijk te lijden heeft onder de situatie.’
3.
26
Overgang
‘Het eerste deel van de training gaat over de overgangsfase
waarin het gezin zich bevindt en de valkuilen daarbij. Sta je
het kind toe om over je ex te praten? Ben je misschien te
toegevend tegenover het kind? Daarbij kijken we steeds vanuit
de optiek van het kind. Dat is ook de rode draad van de cursus.
Iedere ouder zegt dat hij of zij het belang van het kind centraal
stelt, maar in praktijk delft dat belang vaak het onderspit als
gevolg van alle emoties.’
‘De volgende bijeenkomsten gaan over omgaan met stress,
woede, angst en depressie. Je leert aan de hand van het werk-
boek en rollenspelen wat dergelijk gedrag in de hand werkt en
hoe je er anders mee om zou kunnen gaan. Je kunt woedend
zijn omdat je ex voor de zoveelste keer je kind te laat terug-
brengt, maar je kunt je ex niet veranderen. Wel de manier hoe
je daarmee omgaat. Wat zijn ‘helpende gedachten’ in dat geval?
En vooral wat helpt je kind? Belangrijk is ook dat je goed voor
jezelf zorgt. Wat vind je leuk om te doen? Ga weer hard-lopen,
naar de film of koffie drinken met vriendinnen. Als je jezelf
goed voelt, heeft dat een positief effect op het kind.’
Conflicthantering
‘Belangrijk onderdeel is conflicthantering. Wat voor type ben je?
Ga je de strijd aan, ontwijk je het conflict of pas je je aan?
Als je bewust bent van je eigen rol, kun je makkelijker beoor-
delen hoe je uit een conflict komt. Dat oefenen we aan de hand
van rollenspelen, bijvoorbeeld wanneer je ex op het laatste
moment belt dat zij dat weekend het kind niet kan hebben
omdat zij met haar nieuwe vriend weggaat. Dat is heftig en
roept veel emoties op. Maar wat is in dat geval het belang van
het kind?’
‘Op die manier proberen we in vijf sessies een balans terug
te brengen in werk, gezin en ontspanning. Vanuit die
nieuwe gezinsidentiteit kun je een nieuw leven opbouwen en
duidelijke afspraken maken over de opvoeding. Daarover gaan
de volgende vijf sessies.’
Impact op kinderen
Een op de drie huwelijken eindigt in een echtscheiding. Jaarlijks maken in Nederland zo’n 70.000 kinderen een scheiding
mee. De conflicten, stress en communicatieproblemen die een echtscheiding met zich mee brengt, hebben een grote
impact op kinderen. Zeker als ouders niet meer op een normale manier met elkaar op kunnen gaan en alles weer tot
nieuwe ruzies leidt.
Maar een scheiding hoeft niet persé blijvende negatieve gevolgen te hebben. Belangrijk is dat ouders zorgen voor een
geleidelijke overgang, en een positieve co-ouderrelatie weten op te bouwen. Om ouders in echtscheidingssituaties te
ondersteunen bij het maken van die overgang en het herstellen van de opvoedbalans, is er vanuit het programma
Triple P een speciale module ontwikkeld: Triple P Family Transitions. Altra biedt deze module aan.
Meer weten? Kijk op www.positiefopvoeden.nl en zoek op ‘scheiding’
Carla van Gelderen
3.
27
AToS helpt op school en thuis
‘Jetske kent Amir door en door’‘Het is best lastig om moeilijk gedrag te begrijpen en ermee te leren omgaan.’ Aan het woord is Rachida. Moeder van de zevenjarige Amir, die naast ADHD ook ODD heeft, een oppositionele opstandige gedragss-toornis.
Deze stoornissen uiten zich in woedeaanvallen en zeer opstandig gedrag.
Dat gedrag bracht hem steeds vaker in de problemen, zowel thuis als op
school. En het dreef zijn moeder, met nog twee kinderen van één en drie
in huis, regelmatig tot wanhoop. Het zorgteam van de Mr. De Jongh-
school, school voor speciaal onderwijs, besloot daarom om bij Amir
hulp van AToS in te zetten: Altra Thuis op School.
Fijne vrouw
Al spreekt Rachida gewoon over Jetske, een ‘fijne vrouw’ die
ze kan vertrouwen en die altijd reageert als ze sms’t. ‘Ook ’s
avonds en in het weekend.’ Jetske is AToS-medewerker en
helpt kinderen, hun gezin én docenten om weer vat te krijgen
op de problemen en beter om te gaan met het gedrag van het
kind. Op school traint ze de kinderen één op één. Thuis biedt ze
hulp aan het gezin. En de docenten krijgen ondersteuning, tips
en informatie.
Zicht op thuis
Voor lerares Joyce Overkleeft is Jetske de schakel tussen thuis en
school. ‘Ik ga een keer per jaar op huisbezoek en zie de kinderen in
de klas. Jetske geeft mij zicht op de thuissituatie. Ze is iemand van
buitenaf, maar ze voelt als een van onze collega’s. Dat maakt samen-
werking makkelijker dan bij een hulpverlener die je alleen telefonisch
spreekt.’
De dingen die de kinderen in de training leren, gebruikt Joyce
ook in de klas. Bijvoorbeeld de termen van de sociale weerbaar-
heidstraining Rots en Water. Joyce: ‘Dan vraag ik: ‘Het gedrag dat je
liet zien, was dat rots of water? En welke keuze had je kunnen mak-
en? Of ik deel complimenten uit: Wat knap dat jij watergedrag laat
zien!’ Zo sluit de hulpverlening aan bij wat er in de klas gebeurt.
En Jetske kan in haar trainingen situaties uit de klas gebruiken.
Driftbuien herkennen
Terug naar Amir. Die heeft volgens zijn moeder dankzij AToS een
enorme groei doorgemaakt. Door het gebruik van de woedether-
mometer leerde hij zijn driftbuien op tijd te herkennen én te stoppen.
Hij leerde relaties met anderen op te bouwen. Jetkse maakte met hem
Joyce Overkleeft
28
het ik-boek, een levensboek waarin Amir allerlei vragen beant-
woordde en zo zichzelf beter leerde kennen en beter leerde
omgaan met voor hem verwarrende situaties.
Rachida merkt dit dagelijks: ‘Hij vertelt me over zijn gevoel.
Als hij iets niet wil, zegt hij vaker ‘stop, hou op’, in plaats van
meteen te gaan slaan. Hij voelt zijn boosheid opkomen en zegt
dan zelf: ‘ik word heel boos’.’
Positief benoemen
Maar Rachida leerde zelf minstens zoveel. ‘Amir vroeg soms
zoveel negatieve aandacht, dat ik niet meer wist wat ik moest
doen. Van Jetske leerde ik kleine dingen waar je normaal niet bij
nadenkt. Zoals duidelijke, korte en directe opdrachten geven.
Complimenten geven. Gedrag positief benoemen. Dus niet: hou
op met gooien, maar ‘ga even met je blokken spelen’.’
Rachida was vaak onzeker over de opvoeding van Amir.
‘Ik zette me voor 100% in en toch kwamen we in een neer-
waartse spiraal terecht. Ik dacht almaar: ‘wat doe ik verkeerd?’
Ik heb leren accepteren dat mijn zoon anders is. En dat hij de
dingen niet expres doet. Daardoor heb ik meer geduld. Ook
schaam ik me niet meer voor de buitenwereld.’
Onderdeel van school
Dat Jetske verbonden is aan school is volgens Rachida echt een
meerwaarde. ‘Jetske kent Amir daardoor door en door. En Amir
vertrouwt Jetske. Hij vertelt haar alles.’ Joyce ziet dat ook in
haar klas: ‘Al zijn de trainingen best pittig, als Jetske ziek is,
vragen de kinderen: komt ze mij niet halen? Ik zie meer weer-
stand bij kinderen die na schooltijd naar een andere locatie
moeten reizen voor therapie. Nu is het onderdeel van school.
Dat voelt anders. Daarnaast zijn ouders vaak achterdochtig
richting ‘nieuwe’ hulpverleners, ze krijgen al zoveel mensen
over de vloer van allerlei organisaties.’
Vrienden maken
Amirs grootste succes boekte hij onlangs op het speelplein.
Rachida: ‘Hij wordt zich steeds bewuster van de mensen om
hem heen. Ik leg hem nu uit: als jij aardig bent voor andere
mensen, dan zijn mensen ook aardig voor jou. Laatst kwam hij
thuis na het buitenspelen en riep: Ik heb vrienden gemaakt op
het pleintje! Hij glunderde helemaal.’
Inspiratie
3.
29
Beelden die spreken: Laat je inspireren
http://youtu.be/58fSAL0QZ18
Altra College
http://youtu.be/xryIObQezXs
Altra jeugd& opvoedhulp
http://www.youtube.com/watch?v=7d4gmdl3zNQ
Kinderen zien, kinderen doen
3.
30
En verder
Welke bijdrage levert Altra verder aan de basiszorg aan gezin, wijk en school?
Laagdrempelige ouder- en kindtrainingen
Om ervoor te zorgen dat het thuis en op school weer goed
kan gaan met een kind zijn de ouders van groot belang. Zij
kennen hun kind immers het beste. Altra biedt verschillende
ouder- en kindtrainingen. We ondersteunen het kind bijvoor-
beeld bij het omgaan met vriendjes, omgaan met boosheid,
opkomen voor zichzelf. De ouders leren hoe ze hun kind
daarbij kunnen helpen, zodat ook thuis een verandering op
gang wordt gebracht. We oefenen tijdens de training veel met
situaties uit het dagelijks leven.
Esther over de opvoedcursus Triple P: ‘Ik ben me bewuster
geworden van wat ik doe. Hoeveel aandacht ik geef aan
negatieve dingen. Als mijn zoontje me nu iets wil vertel-
len, neem ik daar de tijd voor. Dan hoeft hij die aandacht
niet op een andere manier te vragen.’
Trainingen op school
Het geven van trainingen op school biedt veel voor-
delen. Zo kan de trainingsmethode worden aange-
past aan de omgeving van de jongeren en is
het laagdrempeliger. Door jongeren onder
schooltijd trainingen aan te bieden weten
we ze beter te bereiken. De agressieregu-
latietraining Tact is een van de trainingen
die op school worden gegeven. Sociale
vaardigheden, boosheidscontrole en moreel
redeneren zijn onderwerpen die aan bod
komen. Leerlingen oefenen in het omgaan
met dilemma’s, zoals: ‘Jesse ziet een
sportwagen met de sleutels er nog in,
wat moet hij doen?’. De training draagt
ertoe bij dat jongeren beter functio-
neren op school en daarbuiten.
3.Altra jeugd& opvoedhulp
31
Inspiratie
32
Zorg voor de kleinsten (en hun jonge moeders)
De jeugd heeft de toekomst. Maar lang niet
ieder kind heeft een onbezorgde start in het
leven. Soms hebben kinderen extra aandacht
of een andere aanpak nodig. Soms kunnen
ouders met problemen hun kinderen niet die
aandacht geven, die zij op jonge leeftijd zo
hard nodig hebben. Zeker als de problemen
zich opstapelen. Altra slaat samen met an-
dere organisaties de handen ineen om deze
allerjongsten en hun ouders bij te staan. Met
speciale aandacht voor de jongste moeders.
Zodat zij én hun kinderen kunnen opgroeien tot
evenwichtige volwassenen. Wat biedt Altra?
4.
33
Wat is er in de omgeving aan hulp beschikbaar?
Situatie
Gezinshuis
Zelfstandig wonen
Fiom
Weer aan de slag
Ambulante hulp
Begeleid wonen
Zorg voor jonge moeders & kinderen
4.
34
Wat is er in de omgeving aan hulp beschikbaar?
Situatie
Gezinshuis
Zelfstandig wonen
Fiom
Weer aan de slag
Ambulante hulp
Begeleid wonen
4.
35
Passend onderwijs op de voorschool
Reden voor Altra om intensief de samenwerking te zoeken met alle
partijen die een bijdrage kunnen leveren aan een goede zorg aan
kinderen van nul tot vier jaar. Met het oog op
de transitie van de jeugdzorg sluiten we gefaseerd onze
gespecialiseerde verblijfsgroepen en werken we meer
outreachend. Het idee hierachter: de formule van
passend onderwijs toepassen op de voorschoolse
situatie. Eén van de partners met wie we samen-
werken is MOC ’t Kabouterhuis, de Amsterdamse
organisatie voor behandeling van gedrags- en
ontwikkelingsproblematiek van jonge kinderen en
de begeleiding van ouders. Samen bundelen wij
onze kennis en brengen deze in bij de wijkteams
en de ouder- en kindteams.
Onze kennis toevoegen
Brigit Beek, manager van Altra in Amsterdam
West legt uit waarom aansluiting bij ouder- en
kindteams belangrijk is: ‘De ouder- en kindteams
bieden laagdrempelige hulp aan iedereen die met
vragen of zorgen over opvoeden en opgroeien
lopen. In de teams zijn mensen vanuit allerlei disci-
plines en organisaties samengebracht. De zorg voor
kinderen van nul tot vier jaar is grotendeels in handen
van medewerkers vanuit de jeugdgezondheidszorg.
Dat is prima, want focus op goede ontwikkeling en
gezondheid van deze jonge kinderen is heel belan-
grijk. Altra wil de blik graag verbreden door onze kennis
daaraan toe te voegen.’
Altra, MOC en ouder- en kindteams bundelen hulp aan jonge kinderen
En dan er ontstaat iets moois!Goede zorg voor de allerkleinste kinderen is zo belangrijk. Want als kleine problemen bij jonge kinderen snel en
effectief worden aangepakt, kan voorkomen worden dat die later tot grote problemen uitgroeien. Dat is in het
belang van het gezin en de kinderen zelf, maar het is ook een maatschappelijk belang. Daarom willen ze in
Amsterdam en omgeving extra aandacht besteden aan de zorg voor de allerkleinsten.
4.
36
Overbelast en ontregeld
Wat kan Altra bijdragen aan de zorg voor jonge kinderen? Brigit
Beek: ‘Wij zijn sterk in de ondersteuning van overbelaste en
ontregelde kinderen met overbelaste ouders. We focussen op
de relatie tussen ouder en kind, een gezonde hechting en het
versterken van opvoedvaardigheden. Daarnaast ondersteunen
we beroepskrachten in het voorveld die met deze kinderen
werken. In de proeftuinen in Amsterdam West en Zuid zijn al
hulpverleners gespecialiseerd in begeleiding van jonge kinderen
aan het werk. En dan ontstaat er iets moois!’
We focussen op de relatie
tussen ouder en kind, een
gezonde hechting en het
versterken van opvoedvaar-
digheden.
Meer structuur thuis, handvatten op de voorschool
Aiden van tweeënhalf jaar bezoekt vier dagdelen per week de voorschool. Daar maken ze zich zorgen over het jongetje. Er rijzen
vragen over zijn ontwikkeling, manier van contact maken en afwijkend gedrag in de groep. De leidsters hebben moeite om hem
bij het groepsproces te betrekken. Dat moeder vaak op het nippertje op tijd of te laat komt, werkt storend.
Altra wordt ingeschakeld. De ambulant begeleidster komt zowel thuis als op de voorschool. Daardoor heeft zij een duidelijk
beeld van beide situaties en kan zij dit integreren. Wat is er aan de hand en welke begeleiding kunnen we het beste bieden?
Om dat te achterhalen zet Altra Diagnostiek in. Aiden lijkt gemiddeld intelligent te zijn, maar kan moeilijk contact maken. Hij
woont samen met moeder (23) en broertje (4) in een zeer kleine woning met heel veel spullen. De kinderen hebben weinig
ruimte om te spelen en er is weinig structuur in de dag. Er is geen tafel, dus eten gebeurt vanuit de hand.
Op de voorschool is de dagstructuur nieuw voor Aiden. Hij ervaart veel nieuwe situaties, waarin hij nog niet geleerd heeft
hoe hij zich moet gedragen. Informatie waar de leidsters op de voorschool rekening mee moeten houden.
• Altra begeleidt de leidsters en leert hen om te gaan met psychische stoornissen.
• Aiden maakt op een andere manier contact en heeft daarom meer aandacht van de leidsters nodig. Om hen hierin te
begeleiden maakt Altra gebruik van observaties, gesprekken, modeling en spelcoaching.
• Altra introduceert pictogrammen, die zowel thuis als op de voorschool worden gebruikt. Dit versterkt de duidelijkheid
voor Aiden en bevordert gewenst gedrag.
• Altra brengt de kinderen samen met moeder naar school om te werken aan het doel ‘op tijd komen’ en haar te
ondersteunen bij het zich eigen maken van een ochtendritueel.
• De situatie is in korte tijd verbeterd.
Aiden is een gefingeerde naam.
4.
37
Samenwerking jeugdzorg en ggz
‘Alles hangt samen’Sinds een half jaar behandelen Altra en BRight GGZ Jeugd en Gezin Amsterdam samen gezinnen met complexe
problematiek, zoals moeders die met hun kinderen bij vrouwenopvang Blijf zijn beland. Deze drieledige samenwerk-
ing heeft grote voordelen. Een gesprek met Nina Draaisma gedragswetenschapper bij Altra en lennie Staats,
psychotherapeut bij BRight GGZ.
Lennie Staats en Nina Draaisma
4.
38
Nina: ‘Vrouwen en hun kinderen komen over het algemeen
vanwege huiselijk geweld bij Blijf. Ze zijn soms getraumatiseerd,
hebben geen woonruimte, geen geld … En dan moeten ze
ook nog een kind opvoeden, een kind dat door de ervaringen
vaak wat meer vraagt. De moeders willen het graag goed doen,
maar er zijn zo veel zaken waaraan ze moeten werken. Hoe
bouw je weer een nieuw leven op, samen met je kind? Wij laten
de moeders een huis bouwen met blokjes. Die blokjes zijn de
bouwstenen waarop staat wat nodig is om het leven op orde
te krijgen, zoals woonruimte, een inkomen, werken aan het
trauma. Door de blokjes te rangschikken, breng je een volgorde
aan in het werken aan de problemen.’
‘Logisch dat mijn hoofd vol zit’
‘Ik was nog jong toen ik mijn eerste kindje kreeg. Vlak na zijn geboorte ging mijn vriendje er met een ander vandoor. Ik voelde me
ellendig en eenzaam. Ik had geen vriendinnen, nauwelijks contact met mijn familie, geen werk, geen opleiding … Toen leerde ik
een nieuw vriendje kennen. Hij leek aardig, deed lief tegen mijn zoontje en al snel trok ik bij hem in. Na een paar maanden raakte
ik zwanger en toen veranderde hij. Toen ik zeven maanden zwanger was, sloeg hij me voor het eerst. Hij had spijt en beloofde het
niet meer te doen. Ik zei altijd dat ik direct weg zou gaan als een man mij zou slaan. Maar ik ging niet en hij bleef slaan. Ik voelde me
steeds minderwaardiger. Steeds vaker kregen we ruzies in het bijzijn van mijn kinderen. Hij smeet mijn kinderen ook een keer in een
hoek. Hij dwong me op een gegeven moment tot seks. Ik raakte weer zwanger. Dat gaf me de kracht om met mijn twee zoontjes
weg te gaan.’
‘Ik kwam bij Blijf terecht. Hoogzwanger met twee kinderen op één kamer. Ik was somber, sliep slecht, at slecht en kon het nauwelijks
opbrengen om voor mijn kinderen te zorgen. Mijn jongste ging ineens in zijn broek plassen en bleef de hele tijd in mijn buurt. Ik werd
er gek van, zeker toen de baby was geboren. Mijn hoofd zat vol. De problemen werden erger. De school van mijn oudste zei dat hij
zich slecht kon concentreren, dat het leek alsof hij zorgen had. Ik wilde het liefst in bed blijven liggen.’
‘De maatschappelijk werkster van Blijf schakelde Altra in. Samen met Nina van Altra keek ik wat er moest gebeuren en in welke volgor-
de. We pakten blokjes en schreven daarop wat goed ging en wat nog moest veranderen. Zo bouwden we mijn toekomstige huisje.
Hierdoor besefte ik dat het eerst beter met mij moest gaan, voordat ik de andere dingen kon aanpakken. Volgens de therapeut heb
ik een posttraumatische stressstoornis en is het logisch dat mijn hoofd zo vol zit. Dat kan weer over gaan, zei ze.’
‘Ik ben nu een paar keer geweest. Ik vond het heel spannend, maar ik voel me nu wel ietsje beter. Ik denk dat het een goed idee is
als mijn oudste over een tijdje ook therapie krijgt. Hij heeft veel nare dingen gezien bij mijn ex. Inmiddels heb ik mijn moeder en mijn
zusje een beetje verteld wat er allemaal is gebeurd. Ze zeiden dat ze me willen helpen. Dat is toch mooi.’
Niet zo maar hulp verlenen
Lennie: ‘Je kunt niet zo maar hulp gaan verlenen. En je kunt
ook niet alle problemen tegelijk aanpakken. Het is heel moeilijk
om te werken aan opvoedingsvaardigheden als je niet kunt
slapen om wat je ex je heeft aangedaan, je geen familie hebt
waar je op terug kunt vallen en er financiële problemen zijn.
Eén probleem uit het geheel halen en daaraan werken, helpt
niet. Alles hangt samen. Samenwerking tussen de ggz en de
jeugdzorg is daarom enorm belangrijk.’ Nina: ‘Deze samen-
werking is mede te danken aan de gemeente. Door hun inzet
op multifocale trajecten zijn wij samen gaan werken. En het
werkt goed.’
4.
39
‘Ik vind dat ieder kind een gelijke en eerlijke kans verdient. Als
gezinshuisouder kan ik de jonge moeders en hun kinderen deze
nieuwe kans bieden: een stabiele basis van waaruit de meisjes hun
leven met een kind kunnen opbouwen.
Dat begint met het aanbrengen van een dagritme. De meeste
meiden willen het liefst de hele dag thuisblijven met hun kindje.
Dus ik zorg dat ze hun bed uitkomen. Ik motiveer ze voor school,
we koken samen en we praten veel. Over basale dingen: hoe
maak je een fles klaar? Wat doe je als je kindje huilt? Maar we
praten ook over relaties en anticonceptie. De achtergronden van
de meisjes zijn verschillend. De een kan al veel zelf en leert snel.
De ander kan niet koken, heeft nooit leren wassen en is al een
tijd niet naar school geweest. Mijn aanpak verschilt dus per jonge
moeder.’
Afgerekend
Ilène kan dit als gezinshuisouder niet alleen doen. Ze heeft veel
contact met de hulpverlener van Altra. Ilène: ‘Ik geef alle ver-
beterpunten door, zodat de hulpverlener daar ook mee aan de
slag kan. Samen brengen we de meisjes in beweging.
Dat is soms lastig. Niet in de laatste plaats omdat het systeem
ilène Maria werkt sinds september 2014 als gezinshuisouder. Ze woont met drie jonge moeders van respectievelijk vijftien, zestien en zeventien jaar en hun baby’s in huis. Haar negentienjarige dochter woont ook thuis.
Gezinshuis biedt jonge moeder rust en structuur
Een kind moet kind kunnen blijven
In een gezinshuis voor jonge moeders wonen drie meiden met hun kind bij een gezinshuisouder. De moeders krijgen dagelijkse begeleiding en coaching van de gezinshuisouder en ambulante hulp van een hulpverlener van Altra. Het streven is dat ze er maximaal een jaar wonen. Daarna gaan de moeders meestal naar een kamertrainingscentrum of begeleid wonen. Altra heeft drie van deze gezinshuizen.
Ilène Maria
40
Fiom helpt vrouwen een eigen besluit te nemenAlice is een alleenstaande moeder van 37 jaar. Als ze weer
zwanger wordt, weet ze niet wat ze ermee aan moet. Haar
nieuwe vriend staat zacht gezegd niet te springen bij het
idee vader te worden en de thuissituatie is verre van ideaal.
Ze klopt aan bij Fiom voor hulp en advies. Daar zet Alice in
een besluitvormingsgesprek alles op een rijtje. Ze kan hier in
alle openheid haar gevoelens over de zwangerschap van alle
kanten bekijken. Hoe voelt ze zich bij het idee het kind te
krijgen, wat zijn haar gevoelens ten opzichte van abortus?
Dit is heel verhelderend voor haar en uiteindelijk besluit ze
de zwangerschap te voldragen. Een besluit waar ze nog
steeds heel gelukkig mee is.
Alice is een gefingeerde naam.
’Ik vergeet nooit hoe opgelucht ik terugliep naar de metro na ons gesprek, toen abortus nog een optie was… Mijn hele zwangerschap had ik vast niet (emotioneel en praktisch) zo fijn doorlopen, als jij er niet geweest was.’ Uit een brief van een jonge moeder aan haar hulpverleenster van FIOM.
Behalve hulp aan (aanstaande) moeders,
ondersteunt Fiom ook zoekacties naar
familieleden en helpt bij de verwerking
van adoptie of abortus.
niet is ingericht op tienermoeders. Kom je een paar keer
te laat op school, dan wordt je van school gestuurd.
Maar stel je eens voor: je bent zestien jaar. Je kind huilt
de hele nacht vanwege doorkomende tandjes, maar je
moet om half negen op school zijn. Douchen, eten, de
fles geven, naar de opvang brengen. Na school meteen
halen, koken, de laatste fles geven en hopen dat hij van-
nacht wel doorslaapt. Jonge moeders zouden daarom
niet afgerekend moeten worden zoals andere pubers.
Helaas gebeurt dat wel.’
Dwinaty (17) woont in Osdorp bij Ilène in huis. Op haar
zestiende raakte ze zwanger van haar zoontje, die nu
elf maanden is. Ze volgt nu de kappersopleiding, maar
switcht volgend jaar naar zorg en welzijn.
‘ik heb er zelf voor gekozen om hier te gaan
wonen, omdat ik wilde leren om meer dingen zelf
te kunnen. in het weekend ga ik naar mijn moeder
of tante. Naar omstandigheden vind ik het hier
wel leuk.
ilène leert me huishoudelijke dingen. Ze zorgt
dat ik elke dag kook en goed eet. Vroeger at ik
soms een paar dagen niet en dan weer wel. ilène
leert me ook dat ik zelf aangekleed moet zijn en
gegeten moet hebben voordat mijn zoontje wak-
ker is, zodat ik tijd voor hem heb. En ze let op de
structuur. ik heb een lijst waar precies op staat
wat ik elke dag wanneer moet doen. Hoe laat ik
moet opstaan, eten, was draaien, lunchen, thee
drinken, slapen. Dat vind ik soms wel irritant.
De hulpverlener van Altra spreek ik bijna iedere
dag. ik leer van haar hoe ik mijn financiën op orde
krijg en ze helpt me als ik een brief niet begrijp. ik
bel haar ook als ik ergens mee zit.
Mijn tip aan jonge moeders? laat niemand zeggen
hoe je je kind moet opvoeden. Als iedereen zich er
de hele tijd mee bemoeit ga je twijfelen of je het
wel goed doet. Vertrouw erop dat jij weet wat het
beste is.’
4.
41
Opnieuw gevlucht
Wanneer haar tweede zoon wordt geboren, kan Dana er niet meer tegen. Samen
met haar twee kinderen vlucht ze terug naar Afghanistan. Eenmaal daar worden haar
kinderen ziek, ze had ze niet kunnen laten inenten voor vertrek. Ze moet terug naar
Nederland, waar haar kindjes met uitdrogingsverschijnselen in het ziekenhuis worden
opgenomen. Daar krijgt ze te horen dat haar kinderen onder toezicht komen en bij haar
ex-man moeten wonen. Een zware periode volgt. ‘Ik had niks. Mijn kinderen weg en al
mijn spullen. Ik kwam terecht in een opvang, waar je heel vroeg werd gewekt en vervol-
gens de hele dag op straat moest doorbrengen.’
Uiteindelijk komt ze bij HVO Alexandria terecht, maar ook daar vindt ze niet de veilige
omgeving waar ze zoveel behoefte aan heeft. ‘Ik wilde er alles aan doen om zelf mijn
leven weer op orde te krijgen. Zodat ik mijn twee zoons een goed leven kan bieden.’
Straks zelf verder
Dan ontmoet ze haar huidige vriend en kan ze bij haar nieuwe schoonfamilie wonen. Ze
krijgt een zoon die nu vier maanden is. De start van een nieuwe periode, waarin ze kan
werken aan zichzelf. Dat is niet altijd even makkelijk. Uiteindelijk start Dana via DWI bij
Weer aan de Slag van Altra. Daar krijgt ze langzaam weer vertrouwen in de toekomst. ‘Ik
kan het goed vinden met mijn begeleider, Ed. We kunnen goed praten en samen bepalen
we de stappen, zodat ik straks zelf verder kan. Mijn schulden, die ik heb opgelopen door
de zorgverzekering, zijn bijna afbetaald. Ik heb mijn theorie-examen in één keer gehaald
en mag binnenkort afrijden. Mijn Nederlandse taalcursus sluit ik in augustus af. En ik ga
binnenkort stage lopen, daar heb ik ontzettend veel zin in.’ Wat Dana wenst voor de
toekomst? ‘Ik hoop dat ik op mezelf woon, een leuke baan heb en dat mijn twee oudste
kinderen weer bij me kunnen wonen.’
Dana is een gefingeerde naam
Stel je voor: als klein meisje van vijf moet je met je opa en oma vluchten uit Afghanistan. Je moet je ouders, broertje en zusje daar achter laten. Maar je bent vijf dus wat kan je doen? Op je vijftiende wordt je uithuwelijkt aan een Afghaanse man van 27 jaar. Een man met een grote familie, waar de sociale controle en druk enorm is. Je bent in een vrij land, maar kan niet vrij zijn. ‘ik moest opeens een hoofd-doek dragen en mocht na drie maanden niet meer naar school. ik was net gestart op het vmbo.’ Van Dana wordt een traditionele rol verwacht. Ze moet zorgen voor het huishouden en snel moeder worden. ‘ik was vijftien toen ik mijn eerste zoon kreeg, ik kon geen kant op. Zat vast in een familie die mijn leven beheerste.’
Dana gaat Weer aan de Slag
Langzaam weer vertrouwen in de toekomst
Weer aan de Slag
is bedoeld voor (aan-
staande) jonge moeders
van 15 tot 27 jaar. Samen
bekijken we wat er moet
gebeuren om een opleiding,
werk of dagbesteding te
combineren met de zorg
voor een kind. We helpen
bij het maken van een werk-
of studiekeuze en bij het
regelen van kinderopvang.
Daarnaast helpen we bij
vragen over opvoeding,
financiële zaken, contact
met familie en vrienden.
4.
42
Veiligheid vooropKinderen hebben er recht op veilig op te groeien. De meeste
ouders willen hun kind die veilige omgeving graag bieden.
Toch kan een gezin in een situatie terecht komen die voor de
kinderen schadelijk kan zijn. Wanneer er sprake is van kinder-
mishandeling, is dat duidelijk het geval. Maar ook als kin-
deren (emotioneel) verwaarloosd worden of getuige zijn van
voortdurende ruzie of geweld tussen hun ouders of andere
gezinsleden, heeft dat een grote en negatieve invloed op de
ontwikkeling van het kind. Het kan leiden tot angst, slaap- en
concentratieproblemen, lichamelijke klachten en gedrags-
problemen. Ouders of andere gezinsleden willen wel dat het
stopt, maar dat lukt niet altijd vanzelf. Altra heeft altijd oog
voor de veiligheid van het kind. Wat doen we om de veiligheid
te bevorderen? Drie sprekende voorbeelden.
5.
43
Strijdende ouders, ouders met psychiatrische of verslavingsproblemen, ouders
die hun agressie niet onder controle hebben, gezinnen die door een opeensta-
peling van problemen overbelast zijn. Hoe werk je in zo’n situatie aan de veilig-
heid voor kinderen? Altra zet daarvoor het programma Signs of Safety in. Nobilé
Zwart is één van de Altra-medewerkers die dit programma uitvoert. De essentie?
Nobilé: ‘Niet terugkijken naar het verleden, maar kijken wat er moet veranderen
om te voorkomen dat het weer gebeurt.’
Confronterend
Om de veiligheid van kinderen te vergroten brengt zij samen met het gezin de
krachten en de zorgen in kaart en stelt op basis daarvan samen met het gezin en
het netwerk een veiligheidsplan op. Dat betekent vooral veel vragen stellen.
Nobilé: ‘Ik ga heel gedetailleerd in op de situaties die voor een kind bedreigend
zijn. Als vader met het servies smijt, wil ik weten waar hij dan staat, hoe hij gooit
en waar naartoe. Waar is moeder op dat moment, maar vooral waar is het kind?
Het is confronterend voor ouders, die door de gesprekken gaan inzien dat hun
kind alle ellende meekrijgt. Ouders denken vaak dat kinderen de ruzies niet
merken, maar kinderen pikken alles op.’
Doordrongen van verantwoordelijkheid
De gedetailleerde situatieschets is ook belangrijk om tot afspraken te kunnen
komen wat te doen als de situatie weer uit de hand dreigt te lopen.
Nobilé: ‘Mijn doel is dat het gezin nadenkt, dat het tot ouders doordringt dat zij
altijd verantwoordelijk zijn voor de veiligheid van hun kind. Dat zij ervoor moeten
zorgen dat hun kind die nare dingen niet meer meemaakt. Naast onveiligheid
zijn er in een gezin ook altijd veilige elementen. Die vergroten we.’
Netwerk essentieel
Inschakelen en activeren van het netwerk is een essentieel onderdeel van het
veiligheidsplan. Nobilé: ‘De hulpverleners vertrekken weer, maar het netwerk
blijft. Familie, school, huisarts, buren: wie hebben jullie om je heen, wie kun-
nen helpen? Waar kan een kind naartoe als het misgaat? Wie ontfermt zich
dan over moeder? Wie houdt in de gaten dat de afspraken in het plan worden
nagekomen? We zoeken altijd mensen in de omgeving van het gezin die kunnen
helpen het plan te borgen.’
‘ik zet weleens een foto van de kinderen pontificaal op tafel. Ouders zijn vaak helemaal gericht op hun problemen, maar het gaat bij Signs of Safety om de veiligheid van de kinderen! Om dat in zicht te houden, helpt zo’n foto. Het helpt de ouders en houdt mij ook bij de les.’
Signs of safety werkt aan duurzame oplossing
Alles uit de kast voor veiligheid
‘Hulpverleners
vertrekken weer,
maar het netwerk
blijft.
5.
44
Signs of safety
Families first
Ambulante spoedhulp
Veiligheid voor kinderen
5.
45
5.
46
Als de kopjes door de kamer vliegenOpa, oma, dochter en kleindochter van drie
jaar wonen samen in een ruim huis. Dochter
is bij haar ouders ingetrokken, nadat ze
halfzijdig verlamd raakte. Dat is niet het enige
probleem waar dit samengestelde gezin
mee kampt. Dochter heeft een psychische
stoornis, waarvoor zij medicijnen krijgt. Als zij
die niet slikt – wat wel eens voorkomt – ligt ze
depressief op de bank, of vliegen de kopjes
door de kamer. Grootouders hebben geregeld
meningsverschillen, wat door de spanningen
in huis alleen maar is toegenomen. Al met al
geen veilige situatie voor de kleindochter.
Door de gesprekken zijn de grootouders
zich bewust geworden van de ernst van de
situatie en van hun verantwoordelijkheid te
zorgen dat de kleindochter hieraan niet meer
blootgesteld wordt. Ze komen tot concrete
afspraken.
• Wanneer het slecht gaat met de dochter,
gaat grootvader met kleindochter naar
de buren, die dan voor haar zorgen.
• Grootmoeder ontfermt zich over de
dochter.
• Thuiszorg wordt ingeschakeld en is op
de hoogte van de situatie. Zij zien toe op
het medicijngebruik van de dochter.
• De kleindochter is op een voorschool
geplaatst, waar ze vinger aan de pols
houden.
De situatie voor de kleindochter is hiermee
verbeterd en het netwerk ziet toe dat de
verbetering stand houdt.
‘De boel weer op de rit zetten’
Het crisisteam van Altra staat dagelijks klaarAls een gezin in een crisissituatie belandt en de veiligheid van de kinderen niet meer kan worden gewaarborgd, moet er snel iets gebeuren. Het gezin heeft dan baat bij flexibele en intensieve hulp, die in korte tijd een positieve impuls kan geven. Altra heeft daarvoor ambulante crisis-hulpverleners.
De medewerkers onderzoeken de problemen in het gezin en bieden
vervolgens kortdurende en intensieve opvoedinterventie.
Snel beginnen
In welke gevallen kan het crisisteam worden ingeschakeld? Glennis Windroll,
ambulant hulpverlener: ‘In crisiszaken, als er zorgen zijn over de veiligheid
van de kinderen en er snel iets moet gebeuren. Dat kunnen nieuwe gezin-
nen zijn, maar ook een gezin dat al onder begeleiding is en ineens in een
crisissituatie belandt. Wij kunnen meteen beginnen; binnen 24 uur. Juist die
snelle start is van belang, omdat we dan nog kunnen ‘profiteren’ van de
crisissituatie. Een crisis betekent namelijk vaak een kans om een positieve
verandering te bewerkstelligen en daarvoor moeten we snel en flexibel
kunnen inspringen.’
Als vader gestrest thuiskomt
Wat is het voordeel van deze aanpak voor gezinnen met grote problemen?
Glennis: ‘Het absolute voordeel is dat we heel intensief kunnen werken.
We kunnen bijvoorbeeld een week lang veel aanwezig zijn, de boel weer
op de rit zetten, waarna de vaste hulpverlener weer verder kan. Een ander
voordeel is dat we flexibel zijn en alle dagen van de week van 9 tot 21 uur
bereikbaar en inzetbaar zijn. Vaak doen problemen zich ’s avonds voor, als
er gekookt moet worden, de kinderen naar bed moeten en vader gestrest
thuiskomt. Dan zorgen we dat wij er ’s avonds zijn. En het fijne is ten slotte
dat we in korte tijd een redelijk duidelijk beeld kunnen vormen van de
problemen en een helder advies kunnen geven voor vervolghulp.’
Het crisisteam van Altra maakt gebruik van twee
methodes: Ambulante Spoedhulp en Families First.
5.
47
Wanneer een kind thuis, op school of in de kinderopvang
moeilijkheden ervaart, is de oorzaak daarvan vaak niet duidelijk.
Zeker bij kleine kinderen is moeilijk te achterhalen wat er mis is,
maar ook wat grotere kinderen kunnen niet altijd in woorden
vertellen wat ze dwars zit. Juist voor dit soort situaties heeft
Altra een diagnostiekmodule. Onderdeel hiervan is
speldiagnostiek. Deze combinatie is uniek in regio
Amsterdam en stelt ons in staat snel de juiste hulp
in te zetten.
Verklaring voor het gedrag
Gedragswetenschapper Diana te Beek is razend
enthousiast over de combinatie diagnostiek en
speltherapie. Diana: ‘Met deze uitgebreide vorm
van diagnostiek is het thema van het kind
vrij snel te achterhalen. We kijken samen
met ouders, school en verwijzers naar de
zorgen over het kind en wat goed gaat
en stellen zo een onderzoeksvraag op.
Doel is erachter te komen waardoor
het kind stagneert, om te kijken
welke factoren van invloed
zijn op de problemen
om deze aan te kun-
nen pakken. Daarvoor
kan de speldiagnostiek
waardevolle informatie
opleveren. Daarnaast
voeren we in deze
onderzoeksfase, veel
gesprekken met de
ouders. Bij hen spelen
ook vaak sociaal-emotionele
problemen, die van invloed kunnen zijn op hun kind. We kijken
naar alle risicofactoren en beschermende factoren bij kind,
opvoeding, onderwijs en vrije tijd.’
Tipje van de sluier
Al naar gelang de behoefte kan Diana tijdens het onderzoek
speldiagnostiek inzetten. Ervaren speltherapeut Katja Brocks
vertelt enthousisast over de kinderen die ze begeleidt en het
geluk als ze een tipje van de sluier weet op te lichten. Katja:
‘Speldiagnostiek kan worden ingezet vanaf tweeënhalf jaar.
Voor de oudere kinderen kan de diagnostiekfase van de cre-
atieve therapie goed inzicht geven. Je kunt met deze methode
zoveel achterhalen, wat je op een andere manier niet te weten
komt. Kinderen kunnen zich veel beter uiten via spel. Daarom
krijg je via deze therapie zicht op de hele ontwikkeling van het
kind.
Meestal is de begeleiding van het kind één op één, soms wordt
een ouder betrokken in het spel. Katja: ‘Als er grote problemen
zijn binnen het gezin of er lijkt een verstoorde relatie tussen
ouder en kind, dan vraag ik de ouder erbij. De ouder leert dan
meespelen en meebewegen. Spel is toch de taal van het kind.’
Niet alleen testen
Aan het einde van de diagnostiekfase, geeft Altra gerichte
handelingsadviezen. Gedragswetenschapper Diana: ‘Dat
varieert van begeleiding in de klas, opvoedondersteuning,
kindtrainingen tot sportactiviteiten. Er kan ook uitkomen dat
de ouders aan zichzelf moeten werken; het gaat tenslotte om
de hele omgeving van het kind. In een aantal gevallen blijkt
speltherapie waardevol als vervolgbehandeling, dat kan ook
samen met de ouder. Het is mooi dat Altra dat kan bieden.
Het testen en het stellen van diagnose zijn enkel middelen
om effectief verder te kunnen werken met ouder en kind!’
Diagnostiek en speltherapie gaan hand in hand
‘Via spel kom je zoveel te weten’Een kind let op school totaal niet op en lijkt zich niet langer dan vijf minuten te kunnen concentreren. Begrijpt het kind de lesstof niet? is het vanwege moeilijkheden thuis van slag? is er sprake van een psy-chiatrisch probleem? De diagnostiekmodule van Altra kan uitkomst bieden.
48
Speltherapie slaat brug tussen twee culturen
IJsbeer in de woestijn
Hakim is drie jaar als hij alleen met het vliegtuig naar Nederland reist, begeleid door een stewar-
dess. Zijn Marokkaanse adoptieouders zijn al wat ouder en leven in Nederland volgens de traditionele
Marokkaanse cultuur. Hij gaat naar een islamitische school, waar de leerkrachten zich zorgen maken
om zijn gedrag. Hij kan zich niet goed concentreren en maakt moeilijk contact met andere kinderen.
Ten opzichte van volwassenen is Hakim zeer beleefd. Maar op straat vecht hij veel, heeft vaak ruzie
met andere kinderen en de negenjarige jongen is al een paar keer in aanraking geweest met de
politie. Hakim wordt aangemeld voor speltherapie. De ouders van Hakim krijgen tijdens de therapie
ouderbegeleiding.
Zand- en waterwereld
In de spelkamer staan een zandtafel en watertafel. De speltherapeut vraagt Hakim om een eigen
wereld in de zandtafel te maken. Uit de kast met dieren pakt hij de grote ijsbeer en zet deze
aan het begin van de zandvlakte. “Zo, de ijsbeer is in de woestijn”. De therapeut benoemt
dat de ijsbeer in z’n eentje staat op een plek waar hij eigenlijk niet thuishoort. “Ja dat ken
ik, toen ik drie was ben ik ook in m’n eentje naar Nederland gereisd” reageert Hakim. Een
opening om verder te praten over het gevoel alleen te zijn in een onbekende wereld.
Gevaren overwinnen
Bij elke sessie installeert hij zijn zand- en waterwereld als decor voor zijn verhaal. Later komt
daar nog een stad op een autokleed bij. Hij laat dierenfamilies door de woestijn reizen, op
weg naar de waterwereld en de stad. Tijdens hun reis moeten ze allerlei gevaren overwin-
nen: in het water zwemmen gevaarlijke haaien rond, die alles verslinden als je te dichtbij
komt en op het autokleed spelen zich vooral overvallen en achtervolgingen af. De
therapeut is zijn metgezel, die meekijkt, benoemt, samenvat en verheldert. De thema’s
reizen, familie en gevaar worden vaak herhaald en steeds meer uitgekristalliseerd. Lang-
zamerhand stelt hij in zijn werelden orde op zaken. De ijsbeer reist met zijn familie (moeder
en zoon) en vader ijsbeer beschermt zijn gezin tegen het gevaar. Uiteindelijk verdwijnen de
dreigingen uit de waterwereld, evenals de criminele gebeurtenissen uit de stad.
Verschillende werelden
De drie spelwerelden van Hakim symboliseerden de leefwerelden in zijn bestaan.
Door de speltherapie kon hij een brug slaan tussen de verschillende culturen
in zijn leven.
5.
49
Colofon:Mei 2014. Dit is een uitgave van Altra speciaal onderwijs
en jeugd & opvoedhulp.
Teksten: Bertie van der L inden, Feija Doornenbal, Ilse van der
Mierden, Timos Krabben, Martin Gerritsen, Suzan Hilhorst.
Foto’s: Sake Rijpkema: p.10, 24, 36
Jaap Maars: p 14, 26, 38
Redactie: Bertie van der Linden
Vormgeving: Fanny Morriën
Druk: DR &DV
Oplage: 1.500
Contact
Stichting Altra
www.altra.nl
Tel: 020 - 555 83 33
ALTRA IN 2013
Altra is de organisatie voor speciaal onderwijs en jeugd & opvoed-
hulp in Amsterdam en omstreken. Ondanks grote veranderingen,
zoals de transitie van de jeugdzorg en de aanstaande invoering van
passend onderwijs, stond Altra ook in 2013 meer cliënten en leer-
lingen bij dan in het jaar daarvoor. De feiten en cijfers over Altra in
2013 vindt u hier.
100
95
90
85
80
75
Ik heb voldoende geleerd om zelf verder
te gaan
Ik ben geholpen met wat ik belangrijk
vond
Door de hulp heb ik meer
vertrouwen in de
toekomst
Ik voel mij serieus
genomen
We hebben voldoende
bereikt
De hulpverleners
hebben hun werk
goed gedaan
9293
92
96
91
86
9897
9190
99
97
Stichting Altra | www.altra.nl | [email protected] | 020 - 555 83 33