jaarverslag hwh 2010
DESCRIPTION
Jaarverslag Het Waterschapshuis over het jaar 2010TRANSCRIPT
HetWaterschapshuis
Jaarverslag 2010
Voeten in de klei
Voeten in de klei
Voeten in de kleiJaarverslag 2010
5
Inhoudsopgave
Het ‘lezen’ van een foto 6
Het Waterschapshuis uitgegroeid tot een speler die telt 8
Verdergaande professionalisering door Gemeenschappelijke regeling 10
De handen uit de mouwen voor projecten en programma’s 14
Terug naar de kern van IRIS 15
Programma startarchitectuur (Psa): de bouwtekening 16
Veel interesse voor programma AHN-2 17
WaterschapsNet, voorbeeld van samenwerking 18
TAX-I 19
E-dienstverlening in ontwikkeling en bedrijf 20
Evenementen 22
Opening gebouw en vergadercentrum 22
Waternetwerkdag 23
Nieuwe samenwerkingsverbanden 24
Samenwerking in opgave luchtfotografie 24
Het Vergadercentrum 26
Samenwerking met Rijkswaterstaat: het Informatiehuis Water 28
Groeiende wens om samen te werken 31
Een bewogen jaar 32
De bedrijfsvoering 34
Financiën 38
Colofon 40
6
Een jaarverslag is een foto van een organisatie. Terwijl een organisatie nooit stil staat en in
ontwikkeling is. U heeft nu de foto van Het Waterschapshuis 2010 in handen. Daarop valt een
aantal nieuwe dingen te ontdekken.
Het ‘lezen’ van een foto
7
Samenwerken is niet makkelijk maar kan veel opleveren.
Het Bestuursakkoord Water vraagt om intensieve
samenwerking. ICT samenwerking via Het
Waterschapshuis kan dan veel opleveren. Er valt
nog veel te doen, maar nog meer te winnen.
Ik realiseer mij tegelijkertijd dat een foto een te
beperkte metafoor is voor een jaarverslag. U krijgt als
het ware momenten te zien uit een film, terwijl die
film doorloopt. Daarom geven wij in dit jaarverslag
hier en daar doorkijkjes naar 2011. Als regieorganisatie
en aankoopcentrale van de waterschappen kan
Het Waterschapshuis zich niet permitteren om lang stil
te staan. Wij leren van het verleden om de uitdagingen
van vandaag en morgen nog beter het hoofd te
kunnen bieden. Ik wens u veel leesplezier.
Henk van ‘t Land - voorzitter
Er valt veel nieuws te zien op de foto van 2010. Om te beginnen: Het Water-
schapshuis is een Gemeenschappelijke regeling (Gr) geworden. In dat kader is
de eerste begroting (2011) unaniem goedgekeurd. Echter, de waterschappen heb-
ben in 2010 nog niet echt kunnen profiteren van de Gr. Een belangrijke oorzaak
daarvan vormen de ontwikkelingen rond TAX-i. Maar daarnaast zien we, dat
Het Waterschapshuis zich in zijn groei naar volwassenheid verder heeft ontwikkeld.
Ik wijs hier bijvoorbeeld op de samenwerking met Rijkswaterstaat (RWS) via het
Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN), de deelname van RWS in een aantal
IRIS applicaties en de vorming van het Informatiehuis Water (IHW). Daarnaast is
Het Waterschapshuis in 2010 doorgegaan met het verder professionaliseren van
de bedrijfsvoering.
In het licht van de professionalisering is de huisvesting in Amersfoort voor Het
Waterschapshuis een belangrijke stap. ‘Amersfoort’ is in korte tijd een begrip gewor-
den voor iedereen in de watersector. Mensen vinden elkaar letterlijk en figuurlijk in
Het Waterschapshuis en bij onze buren de STOWA en IHW. Het aangrenzende
Vergadercentrum, een samenwerking tussen Het Waterschapshuis, UvW en
STOWA, is een plaats van samenkomst voor tal van bestuurders en medewerkers
van de waterschappen.
Omkijken naar 2010 heeft zijn waarde. Omzien kan niet zonder vooruit kijken.
Voor de toekomst zie ik veel mogelijkheden om de samenwerking tussen de
waterschappen in de Gemeenschappelijke regeling verder vorm te geven.
Jaarverslag 2009 Het Waterschapshuis �
Vaste voet aan wal
Het lezen van een ‘jaarverslag’ heeft iets dubbels. Je leest over het verleden en beoordeelt dat met de kennis van het heden. Voor Het Waterschapshuis geldt dat in versterkte mate. Ooit (alweer vijf jaar geleden) werd deze orga-nisatie voorzichtig van de wal geduwd om potentiële samenwerkingsmoge-lijkheden van de waterschappen op ICT-gebied te bundelen. Inmiddels is Het Waterschapshuis uitgegroeid tot ‘hét vaartuig’ om samenwerking en efficiënte winst op het vlak van de bedrijfsvoering van waterschappen te effectueren.
Het Waterschapshuis is - als tweede dochter van de Unie naast de STOWA - van
wal gegaan als een stichting, met ambitieuze bestuurders en met nog ambiti-
euzere medewerkers van de waterschappen. Zij namen tijdig het initiatief om
fundamentele randvoorwaarden binnen de ICT-ontwikkelingen te benoemen en
te groeperen: standaardisering, architectuur en (geo)informatie als drager van
onze bestuurlijke processen. Dat heeft inmiddels geleid tot tal van nieuwe pro-
ducten en aanzetten daartoe. In het ruim vinden we onder meer IRIS, WIA,
WaterschapsNet, ODB, TAX-I UBS, nieuwe e-formulieren, AHN-2 en noem maar op….
Van de wal geduwd als een onderbemand en te licht bootje, heeft Het Waterschapshuis
met goed zeemanschap en de juiste wind (denk o.a. aan E-overheid) een koers weten
te vinden die wordt erkend door alle waterschappen en collega overheden. Grote
projecten zijn voortvarend opgepakt, waarbij is geanticipeerd op de wensen van de
waterschapsgebruikers.
Het bootje is een schip geworden en van zo’n vaartuig wil iedereen wel bestuur-
der zijn. Dus wordt Stichting Het Waterschapshuis medio 2010 omgevormd tot
‘Gemeenschappelijke Regeling’. Daarmee meert Het Waterschapshuis nu aan en krijgt
het echt vaste voet aan wal in waterschapsland.
Dit jaarverslag is het ‘scheepsjournaal 2009’ van samenwerkingsverband Het Water-
schapshuis, dat eerst gehuisvest was op meerdere plekken bij de waterschappen, maar
dat zich vanaf 2010 gevestigd heeft - samen met de STOWA - in Amersfoort aan Zee.
Henk van ’t Land
Voorzitter
Groningen - 0,2 m. N.A.P.
8
Met een duidelijke pioniersgeest is
in 2005 Het Waterschapshuis van wal
gestoken. De overkant is nog niet
bereikt. De golven zijn soms hoog,
maar een veilige haven lijkt in zicht.
Zo kunt u 2010 typeren. Na de pioniers-
fase volgt de professionalisering.
Het Waterschapshuis uitgegroeidtot een speler die telt
Met de verhuizing in 2010 naar de A-locatie pal boven het Centraal Station in
Amersfoort is een belangrijke stap gezet. De organisatie heeft onderdak gekre-
gen. Van vier locaties naar alles onder één dak. Mensen die daarvoor her en der
in Nederland hun werk deden, zijn sinds de verhuizing ook in fysieke zin collega’s
geworden. Er ontstaat een nieuwe sociale cultuur en arbeidsprocessen worden
voor het eerst of opnieuw ingeregeld. Zo heeft Het Waterschapshuis in 2010 de
financiële administratie voor het eerst in eigen hand genomen en een begroting
gemaakt die vertrouwen geeft. Daarnaast is 2010 gebruikt om een begin te
maken met het ontwikkelen van die financiële administratie en alle processen
die hiermee te maken hebben. Tevens is de projectorganisatie begonnen met
het voorbereiden van jaar- en werkplannen, waarmee de begroting voor 2011 is
onderbouwd. Tot slot is in 2010 veel tijd geïnvesteerd in het ontwikkelen van de
Gemeenschappelijke regeling (Gr) en de transitie van stichting naar Gr. Er kan
gesteld worden dat Het Waterschapshuis in 2010 alle schroeven heeft losge-
draaid en nu bezig is om alles weer op de goede plaats vast te schroeven.
Naast deze zaken verkeerde Het Waterschapshuis ook in een complex bestuur-
lijk speelveld, waarin een stichtingsbestuur actief was en formeel de leiding
had. Daarnaast was echter ook het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur
ad interim van de Gr Het Waterschapshuis actief. Samen met de Programma-
raad geven deze besturen vorm aan Het Waterschapshuis en de overgang
naar de Gr.
9
Alle schroeven even los
Het jaar 2010 wil ik typeren als een jaar waarin wij streven naar ‘droog land’.
Dan zak je soms diep weg in de modder. Maar het is een noodzakelijk proces
om van pionier professional te worden. De waterschappen hebben ons
ondersteund in het losdraaien van die schroeven vanuit de gezamenlijke wens
om een Gr te worden. Op pagina 10 leest u hoe die Gr vorm heeft gekregen
en waarop wij in dat proces zijn gestuit.
Investeren in vertrouwen
De Gr geeft Het Waterschapshuis en de waterschappen de voorwaarden om
in alle transparantie eenzelfde gezamenlijke inspanning te leveren. Het proces
naar een volwaardige Gr is op zichzelf ingewikkeld, maar moet zeer zorgvuldig
uitgevoerd worden. Daarom is het belangrijk te groeien in kwaliteit en niet in
complexiteit. Omdat onze samenwerking zo’n groot goed is, heeft zij bestuur-
lijke en juridische kaders nodig.
Gerichte samenwerking
Naast alle inspanningen om te professionaliseren heeft
Het Waterschapshuis in 2010 inhoudelijk ook niet stil
gezeten. Verderop leest u hier meer over. Ik noem het
programma IRIS. Met IRIS is een goede voortgang ge-
boekt. Die voortgang is wellicht niet iedereen opgevallen.
Datzelfde geldt voor AHN-2, en het ontstaan van het
Informatiehuis Water waarin de samenwerking met
Rijkswaterstaat tot veelbelovende resultaten heeft
geleid. Gerichte samenwerking heeft de toekomst.
Joris van Enst - directeur
Jaarverslag 2009 Het Waterschapshuis 5
IRIS: van verwarring naar rustToen eind 2008 duidelijk werd dat we geen financiële goedkeuring zouden krijgen om te starten met het verbeterplan voor
het geografisch informatiesysteem IRIS, moest iedereen flink slikken. Er heerste behoorlijke verwarring over de vraag
hoe we nu verder moesten. Maar deze gedwongen pas op de plaats gaf ons wel de rust en ruimte om de plannen van de
waterschappen ten aanzien van IRIS nog eens goed te bekijken en te heroverwegen. Ik denk dat we daar uiteindelijk heel
blij mee moeten zijn. Want er ligt inmiddels een duidelijke, goed doortimmerde visie op de toekomst van IRIS, inclusief een
stappenplan waar we de komende jaren mee aan de slag gaan.
TAX-I & ODB: duwen en trekkenDe ontwikkeling van het nieuwe belastingsysteem TAX-I en de onderliggende Overheidsdatabase, verliep in 2009 stroef.
Het was duwen en trekken. Er was, zeker aan het begin van het jaar, onduidelijkheid over elkaars rollen, verantwoorde-
lijkheden en verwachtingen in dit project. We hebben er veel energie in gestopt om helderheid te krijgen over deze zaken.
Op dit moment ligt de nadruk gelukkig weer op de inhoud. Ik ben ervan overtuigd dat de waterschappen met TAX-I een
goed en up-to-date belastingsysteem krijgen. De onderliggende Overheidsdatabase wordt bovendien een zeer toekomst-
vaste, gedegen en kosteneffectieve basis voor informatievoorziening. Niet alleen voor waterschappen, maar ook voor
andere overheden. En we merken dat daar ook bij andere overheden, in toenemende mate belangstelling voor bestaat.
E-overheid: chaos en bewonderingChaos en bewondering. Zo kijk ik naar het programma E-overheid. Die chaos heeft vooral te maken met de ontwikkelin-
gen op nationaal niveau. Het Rijk heeft met het Nationaal Uitvoeringsprogramma dienstverlening en e-overheid ambiti-
euze doelstellingen neergelegd. Te ambitieus wat ons betreft. Daarbij schoot de aansturing van het Rijk naar lagere over-
heden in 2009 te kort, er was veel te weinig regie. Tegelijkertijd stel ik vast dat we er desondanks met de waterschappen
in geslaagd zijn veel zaken op dit gebied verder te brengen. Wij doen het heel goed, zeker vergeleken me andere overheden.
Vandaar mijn bewondering.
Architectuur en Standaarden: stilte voor de stormDe effectiviteit, kwaliteit en financiële winst van samenwerking wordt grotendeels bepaald door de mate waarin water-
schappen voor hun informatievoorziening dezelfde inrichting en voorzieningen gebruiken. In het afgelopen jaar heb-
ben we waterschapsbestuurders het belang van zo’n uniforme informatiearchitectuur steeds duidelijker kunnen maken.
Daarmee is ook het wantrouwen afgenomen ten aanzien van ICT: het is ingewikkeld, het doet nooit wat het moet doen
en het kost altijd meer geld dan verwacht. Ik verwacht dat we de komende jaren echt werk kunnen gaan maken van
een gezamenlijke informatiearchitectuur en daarmee over de volle breedte de vruchten van samenwerking kunnen gaan
plukken. Kortom er staat op dit terrein heel wat te gebeuren.
Was 2009 het jaar van de professionalisering, 2010 is wat mij betreft het jaar van de transitie. Ik denk dat we met de
komst van de GR een organisatie hebben die staat, die inhoudelijke deugt en die een goede, zakelijke relatie heeft met
de waterschappen. 2011 wordt het jaar waarin we Het Waterschapshuis verder consolideren en ons voorbereiden op de
verdere uitbouw. Binnen waterschapsland is steeds meer belangstelling voor het zogenoemde Shared Service Concept,
zeker in het kader van de actie STORM. Het Waterschapshuis zal bij het uitwerken van dat concept zeker een rol spelen.
Joris van Enst
Directeur
10
Verdergaande professionalisering door Gemeenschappelijke regelingIn de eerste periode waarin de waterschappen intensief samenwerkten op het gebied van bedrijfs-
processen en ICT was samenwerking binnen een stichting het meest voor de hand liggend. Proces-
sen moesten snel op gang komen en kansen benut worden. Maar in de loop van de tijd werd de
organisatie stabieler en projecten omvangrijker. Er ontstond meer vraag naar bestuurlijke grip op de
werkzaamheden van Het Waterschapshuis. Er moest meer structuur in de samenwerking komen en
de activiteiten moesten worden verantwoord naar de betalende achterban. De organisatievorm die
aanvankelijk zoveel mogelijkheden bood, was niet meer de meest geëigende vorm.
11
Het hart van de Gr is bestuurlijke commitment
Het moet anders
In de ontwikkelingsfase tussen pionieren en professionaliseren kregen bestuur-
ders van de waterschappen het gevoel dat zij te weinig financiële en inhoudelijke
sturing konden geven aan Het Waterschapshuis. Intussen groeide de begroting
van de organisatie wel. Alle reden dus om te onderzoeken welke andere bestuurs-
vorm beter zou passen bij Het Waterschapshuis waarbij bestuurders tegelijkertijd
meer grip konden krijgen op het beleid en de financiën. Een Gemeenschappelijke
regeling (Gr) bood Het Waterschapshuis voldoende ruimte om de vleugels verder
uit te slaan. Tegelijkertijd gaf een Gr bestuurders de mogelijkheid te sturen op
kosten, kwaliteit en doelmatigheid van de producten en diensten. Het Water-
schapshuis is niet van zichzelf, maar een onderdeel van de waterschappen die
willen samenwerken.
De Gr een feit
Gedeputeerde Staten van Utrecht keurden op 15 juli 2010 de Gr Het Waterschaps-
huis goed. Per 1 juli 2010 werd Het Waterschapshuis een openbaar lichaam in de
zin van de Wet gemeenschappelijke regelingen met als doel de informatie- en be-
drijfsprocessen van de waterschappen te ondersteunen en te verbeteren. Zo kon
de kwaliteit en efficiëntie van de taakuitvoering bevorderd worden. In de praktijk
functioneert Het Waterschapshuis als een regieorganisatie en aankoopcentrale
voor de waterschappen. En is tevens het casco voor het verder laten landen van
samenwerking tussen de waterschappen en haar partners.
12
De omvorming van stichting naar Gr kreeg de instemming van alle waterschappen.
Zij wezen daarbij een vertegenwoordiger aan in het algemeen bestuur. Daarmee
werd de Gr Het Waterschapshuis op 1 juli 2010 een feit. Het algemeen bestuur zet
als hoogste bestuursorgaan de kaders uit, beslist over de te voeren programma’s
en stelt de begroting en de jaarrekening vast. Het algemeen bestuur kiest uit haar
midden de voorzitter en de andere vier leden van het dagelijks bestuur. De voorzit-
ter van het algemeen bestuur leidt tevens het dagelijks bestuur. De Programma-
raad, die bestaat uit de directeuren van de waterschappen treedt op als adviesor-
gaan van het bestuur van de Gr. Zij adviseert over programma’s. Het hart van de Gr
is bestuurlijk commitment.
Gr de invulling
Wat nog restte was de overdracht van de activiteiten, programma’s, projecten,
het personeel en de boedel van stichting Het Waterschapshuis naar Gr. Dat kostte
meer tijd dan iedereen had gehoopt en verwacht. Er werd gekozen voor zorgvuldig-
heid. Bij een boedeloverdracht moet duidelijk zijn wat er wordt overgedragen en
waar de risico’s liggen.
De extra tijd die genomen was om de boedeloverdracht voor te bereiden vond haar
oorsprong in de zorg die de waterschappen hadden over het project TAX-i. Het was
daardoor eind 2010 nog onduidelijk wanneer de boedel van de stichting kon worden
overgedragen aan de Gr.
Nu alle waterschappen vertegenwoordigd zijn in het algemeen bestuur van de Gr, verandert de positie van Het Waterschapshuis
13
De bestuurlijke situatie, waarbij er sprake was van twee besturen gaf in 2010 zo nu
en dan aanleiding tot het doen van dubbel werk. Zo werd de begroting 2011 door
zowel het algemeen bestuur van de Gr als het stichtingsbestuur goedgekeurd.
In 2011 zal alles in het werk worden gesteld om de Gr te vullen met de boedel van
de stichting.
De voordelen van de Gr
Als alle waterschappen zijn vertegenwoordigd in het algemeen bestuur van de Gr,
verandert de positie van Het Waterschapshuis. In het algemeen bestuur van de
Gr zijn alle waterschappen vertegenwoordigd, hetgeen Het Waterschapshuis bij
alle waterschappen op de kaart zal zetten als een partij die om serieuze sturing en
participatie vraagt.
Als aankoopcentrale voor de waterschappen zal Het Waterschaphuis in toenemen-
de mate te maken krijgen met inkoop en europese aanbestedingen. Een Gr heeft
in die zin een juridisch sterkere positie dan een stichting.
Met de Gr is een samenwerkingsorganisatie ontstaan, die qua bestuursvorm goed
aansluit op de huidige omvang van de organisatie. Het Waterschapshuis moet nu
aan dezelfde regels en eisen beantwoorden als de waterschappen zelf. Dat stelt
voor de Gr Het Waterschapshuis hogere eisen aan rechtmatigheid en doelmatig-
heid van de activiteiten die zij onderneemt. Maar vormt tegelijkertijd ook een basis
voor een gezonde samenwerking.
14
De handen uit de mouwen voor projecten en programma’s In de achterliggende jaren is het takenpakket van Het Waterschapshuis gegroeid. In 2010 zijn door
de waterschappen afwegingen gemaakt over welke projecten en programma’s Het Waterschapshuis
wel en niet zou gaan oppakken.
15
Waterschappen hebben een aantal primaire taken zoals het zorgen voor
schoon water en droge voeten. Om die taken uit te oefenen, hebben zij veel
belang bij een goed functionerend Integraal Resultaatgericht Informatie
Systeem (IRIS), het platform waar (geografische) informatie wordt vastgelegd,
verwerkt en geraadpleegd. In 2010 heeft Het Waterschapshuis in overleg met
de waterschappen stappen gezet naar een toekomstperspectief voor IRIS en
een route uitgestippeld hoe dit toekomstperspectief gerealiseerd kan worden.
Het IRIS gebouw
IRIS is met ruim 180 contracten een belangrijk product van Het Waterschapshuis.
Eind 2010 maakten zo goed als alle waterschappen gebruik van de IRIS software.
IRIS was echter aan verbetering toe. In de achterliggende 15 jaar was er een
imposant IRIS gebouw opgetrokken. Het gebouw kende vele kamers (IRIS modu-
les) en rustte op een fundament van technische componenten als Oracle Forms
en Arcgis. Toen bleek dat een aantal componenten aan renovatie toe waren, zijn
in 2010 een aantal belangrijke stappen gezet, enerzijds om verder te komen dan
het oplossen van incidenten, anderzijds om het beheer en de onderhoudskosten
blijvend te verlagen.
Toekomstgericht
Met de blik gericht op de toekomst is er een Programma startarchitectuur (Psa)
Bedrijfsfuncties opgesteld waarbij samen met de waterschappen is nagedacht
Terug naar de kern van IRIS
over wat er de komende periode nodig zou zijn.
Een belangrijk element in deze Psa is het streven om
de hoeveelheid software die in opdracht van water-
schappen wordt beheerd en ontwikkeld, te beperken
tot zaken die echt waterschaps-specifiek zijn en waar
geen marktoplossingen of landelijke bouwstenen voor
beschikbaar zijn.
Verdere professionalisering
Naast het opstellen van het Psa Bedrijfsfuncties, was
het opstellen van concrete jaarplannen en meerjaren-
programma’s een voorwaarde voor een doelgerichte
doorontwikkeling. Voor de verschillende bedrijfsfunc-
ties van de waterschappen is omschreven welke
activiteiten en ontwikkelingen de komende jaren een
plaats zullen gaan krijgen binnen de gemeenschap-
pelijke informatievoorziening. Architectuur en meer-
jarenprogramma’s geven samen de vorm en de inhoud
van de doorontwikkeling van de informatievoorziening
weer. Behalve een ontwerp is een goed functioneel
beheer essentieel. Een aantal commissies zal dat in
de toekomst gaan monitoren.
In 2010 is een route uitgestippeld voor een verbeterd IRIS-gebouw
16
De behoefte om te investeren in een verbeterd
‘IRIS-gebouw’ was in 2010 een goed moment om
het architectuurdenken nader te introduceren
binnen Het Waterschapshuis en de waterschap-
pen. Eén van de ambities van de waterschappen is
een efficiënte en goedkope informatievoorziening.
Samenwerking bij alle toekomstige projecten zou
die ambitie kunnen helpen verwezenlijken. Op voor-
waarde dat daarbij een goede ICT-architectuur voor-
handen zal zijn. Het Programma startarchitectuur
Bedrijfsfuncties is met dit doel in 2010 opgesteld.
Aan welke eisen moet moderne informatievoorziening
voldoen? Deze vraag lag ten grondslag aan de
ICT-architectuur van Het Waterschapshuis en de
waterschappen. Een projectgroep startte medio 2010
in opdracht van de programmacommissie IRIS, om de
contouren van zo’n ICT-architectuur te beschrijven.
Eind november kon dezelfde commissie de Programma
startarchitectuur Bedrijfsfuncties officieel vaststellen.
Bouwen aan een drieledig programma
De projectgroep heeft regelmatig overlegd met verschillende groepen:
de Werkgroep IRIS Architectuur, de architecten van Het Waterschapshuis en de
waterschappen, de gebruikers van IRIS en softwareleveranciers. Zo ontstonden
de uitgangspunten voor een nieuwe ICT-architectuur op basis waarvan primair
het verbeterde IRIS-gebouw kon worden ontworpen en vooruitlopend op water-
schapsbrede architectuurontwikkelingen.
In de loop van 2010 bouwde de projectgroep aan een drieledig programma.
Daarin waren opgenomen: een architectuurkader, een concreet beeld van de
componenten rondom het toekomstige IRIS gebouw en een voorstel voor een
marsroute. De voorgestelde marsroute schetste de activiteiten die nodig waren
om IRIS om te vormen naar een informatievoorziening die paste binnen de
architectuur.
Prominent onderdeel
Het Programma startarchitectuur Bedrijfsfuncties is inmiddels opgeleverd.
De marsroute is voorlopig bepaald. Daarmee is een stip op de horizon (drie tot
vijf jaar) gezet en een mogelijke route daar naartoe vastgesteld. De marsroute
en het voldoen aan de architectuur zullen in de jaarplannen van 2011 dan ook
een prominent onderdeel worden.
Programma startarchitectuur (Psa): de bouwtekening
17
De belangstelling voor het Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN) is aanzien-
lijk gegroeid. Sinds 1997 werken de waterschappen en Rijkswaterstaat in dit
programma samen. De waterschappen gebruiken het digitale hoogtebestand
dat Nederland driedimensionaal weergeeft voor het beheer van het waterpeil en
studies voor waterberging. Rijkswaterstaat gebruikt de gegevens om te controle-
ren of waterstanden in bepaalde gebieden bedreigend zijn. Maar ook provincies,
gemeenten, het Kadaster en marktpartijen zijn geïnteresseerd. Het AHN-congres
op 6 oktober 2010 werd dan ook goed bezocht.
Het Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN) heeft sinds 1997 een belangrijke rol
gespeeld bij het waterbeheer en de waterkeringen. Op de eerste cyclus AHN-1
(1997-2003) volgde in 2008 de tweede cyclus AHN-2 die in 2012 wordt afgerond.
Waar de gegevens van de eerste cyclus vooral gebruikt werden voor watersy-
steembeheer, zijn die van de tweede ook bedoeld voor waterkeringen. Omdat
de dichtheid van de metingen van 1 punt per 16 m2 drastisch is verhoogd naar
gemiddeld 10 punten per m2, zijn de actuele hoogtebestanden nu ook bruikbaar
voor andere toepassingen zoals het opsporen van archeologische vondsten, het
inventariseren van oude, onzichtbare watergangen/kreken en het analyseren van
wateroverlast bij intensieve regenval.
Visie op de toekomst van AHN
In 2012 moet AHN-2 informatie verstrekken over de actuele maaiveldhoogten in
heel Nederland. Met het aflopen van de tweede cyclus breekt een interessante
periode aan voor het mogelijke vervolg: het AHN-3. Het convenant dat de water-
schappen en Rijkswaterstaat in 1997 hebben ondertekend, is hiervoor een solide
basis. Hierin staat dat beide partijen voor onbepaalde tijd zullen samenwerken op
het thema hoogte-informatie. Die samenwerking verloopt goed. Er wordt gewerkt
aan een visie op de toekomst van het AHN (AHN-3).
De toenemende interesse van overheden en markt-
partijen is een goede ontwikkeling om deze derde
cyclus mogelijk te maken.
Uniek programma
Het Waterschapshuis en de Data-ICT-Dienst van
Rijkswaterstaat zorgden de afgelopen periode als
regievoerder van het AHN-2 voor de uitvoering van het
programma. Rijkswaterstaat en de waterschappen zijn
als het ware abonnementhouders en de eigenaren van
het AHN. De waterschappen betalen jaarlijks voor de
data die zij één keer in een cyclus van vijf jaar krijgen.
Dat maakt een heldere communicatie met de water-
schappen nodig. Het Waterschapshuis besloot in 2010
om meer te gaan investeren in die communicatie.
Veel interesse voor programma AHN-2
De samenwerking tussen Rijkswaterstaat en de waterschappen verloopt goed
18
Bijna alle waterschappen gebruikten in 2010
WaterschapsNet, het webcontentmanagement-
systeem (WCMS) waarmee Het Waterschapshuis
centraal het technisch- en functioneel beheer
verzorgt. Op jaarbasis wordt daarmee veel geld
bespaard. Bovendien laten de waterschappen
een uniform beeld naar buiten zien, hetgeen de
samenwerking tussen de waterschappen
onderstreept.
Een in 2010 uitgevoerd rendementsonderzoek liet
zien, dat de waterschappen in gezamenlijkheid op
jaarbasis ten minste 2 miljoen euro zouden kunnen
besparen door gebruik te maken van WaterschapsNet.
Webrichtlijnen
Het rijk stelt sinds 2007 ontwerpeisen aan websites
van overheden; de zogenoemde webrichtlijnen.
Ook de waterschappen moeten daaraan zoveel
mogelijk voldoen. In 2010 is een project gestart met
als doel de websites van de waterschappen technisch
te laten voldoen aan álle webrichtlijnen. Na deze
implementatie kunnen de waterschappen hun
websites toegankelijker maken voor bezoekers met
bijvoorbeeld een visuele of auditieve beperking.
Migratieproces
WaterschapsNet is gebaseerd op het systeem IPROX. Gelijktijdig en in samenhang
met het webrichtlijnenproject werd in 2010 begonnen met een project om alle
deelnemers van WaterschapsNet te laten migreren van IPROX 3 naar IPROX 4.
Deze migratie vergrootte de kwaliteit van het systeem. Op deze manier wordt de
autonomie van de individuele deelnemer groter en is het tijdsverloop kleiner tussen
enerzijds de invoering van nieuwe gegevens en anderzijds het moment waarop die
voor het publiek beschikbaar zijn. Vanwege het complexe karakter was deze migra-
tie in het verslagjaar nog niet helemaal afgerond.
Naar een meer duurzaam WCMS
Behalve een rendementsonderzoek voerde Het Waterschapshuis in 2010 onder
de gebruikers van WaterschapsNet ook een behoefteonderzoek uit. Die behoeften
bleken inmiddels anders te zijn dan wat met het huidige WCMS kan worden
gefaciliteerd. Uit deze uitslag volgde het belang om na te denken over het
verwerven van een nieuw systeem.
Daarmee kon ook een ander probleem doelgericht worden aangepakt: het WCMS-
platform. Dit is in de loop der jaren te divers geworden. Aanvankelijke uitgangspun-
ten waren namelijk samenwerken en standaardisering. De websites van de diverse
waterschappen zijn in hun functionaliteit al sterk op elkaar gaan lijken. Toch is er in
het verleden zoveel mogelijk ruimte gegeven om tegemoet te komen in de behoef-
ten van de individuele waterschappen. In het WCMS is daardoor te veel maatwerk
terechtgekomen. Het platform is als gevolg daarvan minder goed beheersbaar
geworden, waardoor migratietrajecten moeizamer verliepen. In 2010 is daarom
besloten om op termijn te komen tot een nieuw, meer duurzaam WCMS.
WaterschapsNet, voorbeeld van samenwerking
19
Een acceptatietest heeft aangetoond dat het systeem niet klaar is.
De waterschappen beraden zich op vervolgstappen.
Vanaf eind 2007 werd voor Het Waterschapshuis een drieledig programma ontwik-
keld. In de naam TAX-I zat de suggestie dat het alleen om belastingen zou gaan.
Inderdaad moet TAX-I de waterschappen een applicatie bieden om belasting-
samenwerking te organiseren met gemeenten en drinkwaterbedrijven. Net als bij
WaterschapsNet zou standaardisering ook op belastinggebied rendement kunnen
opleveren.
Maar net zo belangrijk als het belastingcomponent was het idee van de overheids-
database die in TAX-I werd ontwikkeld. Een applicatie die compatibel zou moeten
zijn met de Nederlandse Overheid Referentie Architectuur (NORA) en met de
Waterschaps Referentie Architectuur (WILMA). Deze overheidsdatabase zou de
groeiende problematiek rond de gegevenshuishouding en basisregistraties van de
waterschappen moeten ondervangen.
Bij de gebruikersacceptatietest medio 2010 werden echter teveel onvolkomen-
heden in het systeem geconstateerd om de levering te kunnen accepteren.
Vanaf eind 2010 is intensief met de waterschappen en de leverancier overlegd
over de gevolgen van de vertraging. Dit overleg is begin 2011 nog niet afgerond.
TAX-I
20
E-dienstverlening is een kabinetsinitiatief om met
gebruikmaking van ICT de dienstverlening van het
rijk, de provincies, de gemeenten en de water-
schappen aan burgers en bedrijven te verbeteren.
Het Waterschapshuis ondersteunt waterschappen
bij de implementatie van e-dienstverlening.
Begin 2010 is door het ministerie van BZK een Gate-
way Review uitgevoerd om haar eigen regierol op de
uitvoering van het Nationaal Uitvoerings Programma
(NUP) te beoordelen. Daaruit bleek o.a. dat de regierol
door het ministerie voor verbetering vatbaar was.
Opmerkelijk was dat de review een aantal positieve
opmerkingen had geplaatst richting de waterschap-
pen. Maar de algemene kritische teneur vond toch zijn
weerslag op de waterschappen. De waterschappen
besloten een pas op de plaats te maken en eerst een
waterschapsvisie op dienstverlening te ontwikkelen.
Het Waterschapshuis heeft dit verzoek neergelegd bij
de Unie van Waterschappen. In 2011 zal een werk-
groep binnen de Unie de waterschapsvisie dienst-
verlening presenteren.
E-dienstverlening in ontwikkeling en bedrijf
Digitaal ‘doorgeefluik’
E-dienstverlening is onderdeel van het NUP dat op 31 december 2010 is
afgelopen. Al heel snel werd duidelijk dat niet alle projecten in het kader van
e-dienstverlening konden worden afgerond voor het einde van het jaar. Eén van
die projecten was het Omgevingsloket Online (OLO).
OLO is een geavanceerd digitaal ‘doorgeefluik’. Wanneer een bedrijf of een burger
een vergunning nodig heeft, kan hij die op één centrale plek aanvragen: het
digitale gemeentehuis. OLO zorgt ervoor dat de vergunningaanvraag bij het wa-
terschap terechtkomt als het waterschap die vergunning moet verlenen. Omdat
de technische faciliteiten vanuit de rijksoverheid nog niet op orde waren, kon dit
project in 2010 niet worden afgerond.
Businesscase mijnoverheid.nl
Het Waterschapshuis heeft het afgelopen jaar goede voortgang geboekt bij de
totstandkoming van de samenwerkende catalogi en bij de implementatie van de
technische webrichtlijnen voor WaterschapsNet. Andere e-dienstverleningsprojecten
stagneerden daarentegen. Zo liet een businesscase in het verslagjaar zien dat de
meerwaarde van mijnoverheid.nl voor de waterschappen alleen aantrekkelijk zou
kunnen worden als andere partijen zoals de rijksbelastingdienst hierin het voortouw
gaan nemen. Mijnoverheid.nl, door het rijk geïnitieerd, moet de burger inzage geven
in alle transacties die hij met het rijk heeft gesloten.
Geovoorziening voor geografische informatie
Vanuit de waterschappen heeft Het Waterschapshuis de opdracht gekregen om
een Geovoorziening te ontwikkelen op internet. Door de implementatie van de
Geovoorziening beschikken de waterschappen over een voorziening om te
21
kunnen voldoen aan de Europese Kaderrichtlijn, INSPIRE. Hierin staan eisen voor
beschikbaarheid, kwaliteit en toegang tot geografische informatie in Europa waar-
aan ook de waterschappen moeten voldoen. Naast het voldoen aan de Europese
Richtlijnen, draagt het publiceren van allerhande informatie via de Geovoorziening
ook bij aan een transparant overheidsbeleid. De informatie die de waterschappen
via services ter beschikking stellen, kunnen ook door burgers en andere
geïnteresseerden op een gemakkelijke manier zichtbaar gemaakt worden.
In samenwerking met Geonovum, die zich inzetten voor een laagdrempelige
toegang tot geo-informatie en standaarden ontwikkelen en beheren, werkt
Het Waterschapshuis aan de basisvoorziening voor geografische informatie die
in december 2010 is opgeleverd.
E-dienstverlening in werkprocessen
De toegevoegde waarde voor overheid en bedrijfsleven heeft e-dienstverlening
het afgelopen jaar tot een boeiend onderwerp gemaakt. Soms had die toe-
gevoegde waarde betrekking op de eigen werkprocessen. Dat gold bijvoorbeeld
voor de rattenvangers die de nederlandse dijken vrij houden van muskusratten.
Naar verwachting komen deze mensen in 2012 allemaal in dienst van de water-
schappen.
De rattenvangers van Noord-Holland maakten al enige tijd gebruik van een
mobiele applicatie. Daarop konden zij aangeven hoeveel van deze schadelijke
knaagdieren zij hebben gevangen. Daardoor hoefden zij minder op kantoor te
zijn om de administratie te doen. Het Waterschapshuis onderzocht in 2010 in
een businesscase of deze applicatie omgebouwd kon worden tot een landelijke
toepasbaar systeem. Uiteindelijk werd gekozen voor een totaal nieuw systeem
dat de werkprocessen van deze ambtenaren in het veld moet stroomlijnen.
Gebruik maken van de applicatie ‘mobiele vangstregistratie’ bespaart rattenvan-gers tijd en de water-schappen geld.
Opening gebouw en vergadercentrum
22
Op vrijdag 17 september vond de officiële
opening plaats van het kantoor van Het Water-
schapshuis, de Stichting Toegepast Onderzoek
Waterbeheer (STOWA) en het Vergadercentrum.
Ruim 180 bestuurders, ketenpartners en andere
belangstellenden vanuit de waterschappen waren
hierbij aanwezig.
Na een welkomstwoord nam Ernst van de Pasch als dagvoorzitter het stokje over
en introduceerde een drietal sprekers die als boodschap hadden “de kracht van
samen werken”. Achtereenvolgens spraken Annemieke Nijhof, directeur generaal
van Rijkswaterstaat, Harry van Dorenmalen, general manager IBM Benelux en
Peter Glas, voorzitter Unie van Waterschappen.
23
Waternetwerkdag
Ruim 500 bezoekers uit de watersector bezochten donderdag 4 november in
Nieuwegein de Waternetwerkdag, georganiseerd door Rijkswaterstaat, IDSW,
STOWA en Het Waterschapshuis. Een belangrijk moment was het ondertekenen
van de samenwerkingsovereenkomst tussen Rijkswaterstaat en Het Water-
schapshuis betreffende de oprichting van het Informatiehuis Water. De handte-
keningen werden gezet door Roeland Allewijn (directeur water en gebruik van
Rijkswaterstaat/Waterdienst) en Joris van Enst (directeur Het Waterschapshuis).
Daarna was het woord aan René Boender die de
aanwezigen meenam in de wereld van nieuwe moge-
lijkheden om de waterschappen sterker te profileren.
De middag bestond uit het bezoeken van een groot
aantal presentaties en workshops. Ook de bedrijven-
markt bleek in een grote behoefte te voorzien. Zowel
standhouders als bezoekers reageerden positief. Maar
bovenal was het een mooi moment om te netwerken.
24
Positionering van Het Waterschapshuis wordt breder
In de waterwereld is samenwerken
een belangrijke voorwaarde om
gemeenschappelijke resultaten te
bereiken. Ook daarin heeft
Het Waterschapshuis zich in het
verslagjaar verder gepositioneerd.
De hieronder beschreven programma’s
en projecten laten dat zien.
Nieuwe samenwerkingsverbanden
Samenwerking in opgave luchtfotografieEfficiency loont. Zeker als daarbij een groot aantal partijen is betrokken.
Eén van die samenwerkingsverbanden waarin het Waterschapshuis
participeert, is om met een aantal overheidspartijen centraal de inkoop,
het ontsluiten en beschikbaar stellen van luchtfoto’s en panoramafoto’s te
verzorgen.
Een maatschappelijke kosten-batenanalyse liet in 2009 zien dat het centraal
inkopen, ontsluiten en beschikbaar stellen van lucht- en panoramafoto’s miljoenen
euro’s kan besparen. Deze analyse vroeg om actie van het Beraad voor Geo-
informatie (GI-beraad). Want dit bestuurlijk overleg, in 2010 aanvankelijk voorgezeten
door het ministerie van VROM en na de kabinetswisseling door het ministerie van
Infrastructuur en Milieu, heeft als doel om samenhang, coördinatie en regie te
bewerkstelligen in geo-initiatieven die al dan niet zijn geïnitieerd door de over-
heid. Het GI-beraad meende dat er op het gebied van beeldmateriaal nog veel
te winnen is. Om voortgang te boeken riep het GI-beraad in 2009 de stuurgroep
‘Eenmalig inwinnen, meervoudig gebruik beeldmateriaal’ in het leven.
Uitvoerende partij
Waar is het allemaal om begonnen? Steeds meer overheden gebruikten lucht-
foto’s bij de uitoefening van hun taken. Zonder dat zij het van elkaar wisten, gaven
ze gespecialiseerde bedrijven de opdracht om luchtfoto’s te maken. Zo werkten
25
ze vaak langs elkaar heen. Deze inefficiënte werkwijze kostte de samenleving
jaarlijks veel geld. De hierboven genoemde stuurgroep had dan ook een kosten-
besparende taak. Het doel was om, centraal georganiseerd, heel Nederland vanuit
de lucht te fotograferen. Daarbij moesten de doelstellingen van de deelnemende
overheden – de gemeenten, de provincies, de waterschappen en de rijksoverheid
(het ministerie van Infrastructuur en Milieu, het kadaster, Rijkswaterstaat/ProRail,
het ministerie van Economische zaken Landbouw en Innovatie, het CBS en het
ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) – worden gehaald.
En de mogelijkheden van de markt moesten optimaal worden benut. In dit voor de
overheid, brede samenwerkingsverband was het de taak van het Kadaster en
Het Waterschapshuis om deze samenwerking verder vorm te geven. Op verzoek
van het Kadaster zou Het Waterschapshuis gaan fungeren als inkooporganisatie.
Het Kadaster is verantwoordelijk voor de het beheer en de distributie van de data.
Uitdaging in samenwerking
In Nederland is het aantal dagen waarop vanuit de
lucht kan worden gefotografeerd gelimiteerd.
Beperkt zicht houdt vliegtuigen aan de grond.
Hoewel het doel van dit project in 2010 helder
zichtbaar was – een aanzienlijke efficiencyslag maken
door samenwerking – bleven als het ware de vlieg-
tuigen in het verslagjaar nog aan de grond omdat
er gekozen werd voor een zorgvuldige benadering.
Zoveel partijen goed laten samenwerken vereist veel
overleg en afstemming. Dit is in 2010 gedaan.
26
Met de verhuizing van Het Waterschapshuis,
en enkele maanden later ook de STOWA naar
Amersfoort deed zich de mogelijkheid voor om
een vergadercentrum te realiseren. Doel van
dit centrum is het faciliteren van onderlinge samen-
werking tussen de waterschappen en partners
uit de watersector. Het biedt de kans om op een
centrale, zeer goed te bereiken plek, op ambtelijk
en bestuurlijk niveau met elkaar te vergaderen en
samen te werken in stuur- en werkgroepen.
Het Vergadercentrum
In maart 2010 is het Vergadercentrum, een gezamenlijk initiatief van de Unie van
Waterschappen, STOWA en Het Waterschapshuis, van start gegaan. Sinds de
ingebruikname steeg de bezetting behoorlijk. In de eerste maand maakten ruim
1500 mensen gebruik van deze faciliteit. In de tweede maand zelfs meer dan 2300
mensen. Buiten de vakantietijden om bleek een gemiddelde maandbezetting van
2000 vergaderaars heel goed mogelijk. Met enige regelmaat werden werkplekken
van medewerkers van Het Waterschapshuis eveneens ingezet als vergaderruimte.
Al met al optimaal gebruik van de locatie Amersfoort.
Coördineren en improviseren
Het Waterschapshuis coördineerde het gebruik van het Vergadercentrum.
De praktijk leerde in 2010 dat er sprake was van permanente ondercapaciteit
waardoor het Vergadercentrum op bepaalde momenten minder goed bereikbaar
en ‘bedienbaar’ was dan gewenst en gevraagd. Ook moesten de vergaderaars het
in de eerste maanden bijvoorbeeld stellen zonder microfoontjes op de desks en
waren er onvoldoende audiovisuele middelen. Vanuit de front office moesten alle
zeilen bijgezet worden om de waterschappen voldoende te kunnen bedienen.
Ten aanzien van het Vergadercentrum was 2010 een leerzaam jaar, waarin geduld
en aanpassing van de bezoekers werd gevraagd, evenals improvisatie van de
front-office. Maar ook een jaar waarin tevens de meerwaarde van een dergelijke
centrale faciliteit duidelijk is gebleken.
Het Vergadercentrum: goed benut!
27
De kosten voor het Vergadercentrum waren niet separaat opgenomen in de
begroting 2010, maar zijn voor het merendeel gedekt uit de vergaderkosten die in
de werkvelden waren begroot voor het huren van externe vergaderruimtes.
De STOWA heeft onder meer apparatuur beschikbaar gesteld. Kosten voor
lunches werden doorbelast aan de betreffende vergadering en organisatie.
Het huurcontract voor het Vergadercentrum biedt een break-optie per 31-12-2012.
Het Waterschapshuis heeft bij het aangaan van voornoemd huurcontract een
evaluatie toegezegd aan de waterschappen. Deze evaluatie zal in 2011 uitgevoerd
worden. Als onderdeel van deze evaluatie zullen aanbevelingen gedaan worden op
welke manier de dienstverlening kan worden verbeterd.
Op 17 september heeft de directeur-generaal Water van het ministerie van
Infrastructuur en Milieu het Vergadercentrum, de kantoren van de STOWA en
Het Waterschapshuis officieel geopend.
28
Er is een groeiende vraag naar informatie over de
toestand van het watersysteem. Nationaal maar
ook in EU-verband. Om aan die vraag tegemoet te
komen is nauwere samenwerking binnen de
watersector essentieel. Met dat doel voor ogen
werd op 1 januari 2011 het programmabureau
Informatiehuis Water (IHW) geopend. De voorberei-
dingen daarvoor vonden plaats in het verslagjaar.
Waterbeheerders hebben een drieledige maatschap-
pelijke taak. Ze moeten ons land beschermen tegen
overstromingen. Ze moeten zoveel mogelijk water-
overlast én uitdroging van grond voorkomen. En ze
moeten de waterkwaliteit in oppervlakte- en grond-
water bewaken. Om die taken uit te kunnen voeren,
dienen zij snel en eenvoudig over de juiste informatie
te beschikken. Het Informatiehuis Water gaat de
kwaliteit van de gegevensuitwisseling en het
gegevensbeheer versterken en de continuïteit van de
informatievoorziening op de langere termijn waar-
borgen. Het eerste jaar uitsluitend op het gebied van
waterkwaliteit, later ook op andere wateraspecten.
Het IHW vertaalt zich als een uitvoeringsorganisatie voor en door de deelnemende
waterpartners. Het IHW is te vinden in hetzelfde pand als het Waterschapshuis.
Optimalisering
Het beheer van oppervlaktewater is grensoverschrijdend. De lidstaten van de
Europese Unie hebben zich met de Kaderrichtlijn Water (KRW) gecommitteerd aan
het verbeteren van de waterkwaliteit. Een complicerende factor daarbij is dat de
verschillende waterbeheerders in Nederland verschillend opereren. Om toch tot
één KRW-toestandsbeoordeling van waterlichamen te kunnen komen, is de
Aquo-kit ontwikkeld. De Aquo-kit is een verzameling bestaande uit op elkaar
afgestemde tools. Leidraad hiervoor is het gebruik van het Uitwisselmodel Aquo
zodat iedereen op eenzelfde wijze de data aanlevert. Hierdoor is het mogelijk
eenduidig de waterkwaliteit te toetsen en de uitkomsten met elkaar te vergelijken
en te aggregeren.
In het verslagjaar begon het Directoraat-Generaal Water (DGW) van het ministerie
van Infrastructuur en Milieu aan een project dat de Aquo-kit verder moest optima-
liseren. Speerpunt daarin was de aanpassing aan de herziene protocollen voor de
KRW-toestandsbepaling voor zowel oppervlaktewater- als grondwaterlichamen. Ook
moesten de tools onder de Aquo-kit worden geïntegreerd in een internetportaal.
Centralisatie
Tot 1 januari 2011 was het beheer en onderhoud van de Aquo-kit en het KRW-
portaal onder hoede van het Interprovinciaal Overleg en Rijkswaterstaat Water-
dienst. Het beheer van de Aquo-gegevensstandaard was in handen van de
InformatieDesk standaarden Water (IDsW). De Aquo-standaard zorgde voor één
Samenwerking met Rijkswaterstaat: het Informatiehuis Water
29
uniforme taal voor alle gegevens binnen de watersector. In de gewenste
optimalisering speelde centralisatie een rol. DGW bracht de noodzaak daarvan
op de agenda van het Nationaal Wateroverleg (NWO). Dit overleg besloot medio
2010 dat het Informatiehuis Water (IHW) er moest komen. Het IHW kan zowel het
beheer en onderhoud van de Aquo-kit onder zijn hoede nemen als de taken van de
IDsW overnemen, waaronder het beheer en onderhoud van de Aquo-gegevens-
standaard. Na het NWO-besluit namen de Waterdienst binnen Rijkswaterstaat en
Het Waterschapshuis de handschoen op. De ontwikkeling raakte in een stroom-
versnelling en op 1 januari 2011 was het IHW een feit.
Ondertussen – oktober 2010 – was de Aquo-standaard met zijn woordenboek,
domeintabellen en uitwisselmodellen opgenomen in de lijst van open standaarden
door het College van Standaardisatie. Hiermee werd de Aquo-standaard verplicht
gesteld voor alle waterbeheerders zoals Rijkswaterstaat, de waterschappen en de
provincies. Indien een waterbeheerder toch overweegt bij nieuwe ontwikkelingen
geen gebruik te willen maken van de onderdelen van de Aquo-standaard dient dit
beargumenteerd te worden en terug te komen in het jaarverslag. Adoptie van de
Aquo-standaard door de waterbeheerders zorgde voor een efficiënte en effectieve
informatie-uitwisseling.
Vanaf het begin was het Directoraat-Generaal Water een belangrijke stakeholder
van het IHW en de Kaderrichtlijn Water een belangrijke reden van zijn bestaan.
In de praktijk is het IHW verantwoordelijk voor de uitwisseling vaninformatie tussen water-beheerders. Zij kunnen die informatie benutten bij de voorbereiding,uitvoering en evaluatie van het waterbeleid
30
Open instantie
In de praktijk is het IHW verantwoordelijk voor de
uitwisseling van informatie tussen waterbeheerders
en stuurt erop dat op tijd volgens de gemaakte
afspraken de informatie beschikbaar komt.
Waterbeheerders kunnen de verzamelde informatie
vervolgens benutten bij de voorbereiding, uitvoering
en evaluatie van het waterbeleid zoals dat is vereist in
de Kaderrichtlijn Water.
Het IHW is een samenwerkingsverband op goed
vertrouwen. In een convenant hebben de deelne-
mende partijen – de Waterdienst van Rijkswaterstaat,
Het Waterschapshuis en het Interprovinciaal Overleg
(IPO) –vastgelegd dat de Waterdienst en Het Water-
schapshuis mensen detacheren in het IHW en dat
ook het IPO middelen levert. Het IHW is binnen de
waterketen een open instantie. In principe kan de
hele watersector participeren in het IHW onder het
motto: ‘Data laten stromen, efficiënt en effectief, voor de waterbeheerders en
voor derden’. Deze openheid biedt in de toekomst ook ruimte aan de Vereniging
Nederlandse Gemeenten (VNG). Met de inbreng van de laatstgenoemde instantie
kan het IHW zijn werkterrein uitbreiden naar het rioolwater.
Mogelijkheden zijn legio
In het verslagjaar is nagedacht over de toekomst van het IHW. De mogelijkheden
lijken legio. Het IHW kan informatiebehoeftes gaan invullen en vragen bundelen.
Het kan een rol spelen bij de insteek van onderzoek naar het waterbeheer. Al die
werkzaamheden gaat het IHW uitvoeren voor de waterbeheerders. Maar niet ex-
clusief. De doelgroep is veel breder. Ook derden kunnen dan bij het IHW aanklop-
pen om gebruik te maken van de verzamelde expertise: het Planbureau voor de
Leefomgeving, het Centraal Bureau voor de Statistiek, burgers etc.
Op de drempel van zijn bestaan, op de overgang van 2010 naar 2011, is alle
aandacht nog gericht op het op orde brengen van het nieuwe huis, op doelmatig
waterbeheer. De Kaderrichtlijn Water is in 2011 het belangrijkste speelveld van de
IHW’ers.
31
Groeiende wens om samen te werken
Het Waterschapshuis en de waterschappen zijn een functionele overheid.
Waterschappen hebben een scherp omschreven doel. Maar daarmee is niet
gezegd dat het Waterschapshuis ‘in splendid isolation’ de weg naar dat doel
kan gaan. Het jaar 2010 heeft een groeiende ambitie van de waterschappen
laten zien om in gezamenlijkheid binnen Het Waterschapshuis zaken te berei-
ken. Naast de waterschappen is ook Rijkswaterstaat een belangrijke partner
geworden.
Om aankoopcentrale en regieorganisatie voor de waterschappen te kunnen zijn,
staat Het Waterschapshuis op het grensvlak van overheden en bedrijfsleven.
Als Gemeenschappelijke regeling heeft het Waterschapshuis daarbij met procedures
te maken rond bijvoorbeeld Europese aanbestedingen. Businesscases moeten er
voor zorgen dat nieuwe opdrachten over voldoende draagvlak vanuit de water-
schappen beschikken voordat die opdrachten in de markt kunnen worden uitgezet.
Organiseren van informatiestromen
Als regieorganisatie is Het Waterschapshuis gestart om de gezamenlijke en
steeds meer centrale informatievoorziening voor de waterschappen te verzorgen.
In dat kader is Het Waterschapshuis in 2010 betrokken geraakt bij innovatieve pro-
jecten. Bijvoorbeeld het ontwerp en de inrichting van de IJkdijk. Deze dijk zit vol
sensoren die bijna alles meten betreffende de conditie ervan. De rol van Het
Waterschapshuis is hier om aan te geven hoe de informatiestromen ingericht
moeten worden als alle samenwerkingspartners in de
toekomst gebruik gaan maken van het IJkdijk concept.
De hoeveelheden data die dan door de sensoren
geproduceerd worden zijn dan aanzienlijk. Nu werken
aan de inrichting van die toekomstige datarijke
processen kan later veel problemen voorkomen.
32
Personeel en Organisatie
Een bewogen jaar
Veel bewegingen
De verhuizing van alle medewerkers naar Amersfoort was een beweging met
impact. Medewerkers komen van allerlei plekken en nemen hun eigen gewoontes
en culturen mee. Er ontstond een nieuwe cultuur: eilandjes die naar elkaar
toegroeiden, een geleidelijk proces. Voor een aantal medewerkers van Het
Waterschapshuis bracht de verhuizing langere reistijden met zich mee.
Het Waterschapshuis had een sociaal plan/verhuisplan opgesteld om de verhuizing
in goede banen te leiden.
Het Waterschapshuis trok in het verslagjaar de financiële administratie, Personeel
en Organisatie en inkoop naar zich toe. Per 1 januari 2011 kwam een P&O-adviseur
in dienst bij Het Waterschapshuis. Prioriteit voor P&O was binding vanuit en
tussen de medewerkers, het opstellen van een organisatie samen met het
stichtingbestuur en het inrichten van de organisatie. In 2010 is een aanvang
gemaakt met het richten en inrichten van de organisatie.
Functiewaardering en resultaatgerichte werkhouding
In ontwikkeling van eilandjes naar aaneengesloten land zocht P&O waar zij
verantwoordelijkheden onder kon brengen in de organisatie. In dat kader is in 2010
een functiewaarderingstraject opgestart en afgerond. P&O heeft in overleg met de
medewerkers en de leidinggevenden alle functies beschreven, gewogen en
vastgesteld. Daarmee zijn taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden
inzichtelijk gemaakt.
33
Implicaties voor medewerkers
Medewerkers werden meegenomen in de ontwikkeling van de organisatie.
Hiermee ontstond er meer structuur en een bepaalde cultuur van en in de
organisatie. Het pionieren is daarmee minder geworden, maar het dynamische
en energieke karakter van een jonge organisatie blijft aanwezig. Door de druk op
Het Waterschapshuis was en is de energie gericht op deze doelstelling met de
kernwaarden resultaatgerichtheid als hoger gelegd doel.
Ondanks het bewogen karakter van 2010, steeg het ziekteverzuim niet in het
verslagjaar. Met een verzuimcijfer van 1,58 % was 2010 het jaar met het laagste
verzuim in de geschiedenis van het Waterschapshuis. Het landelijk gemiddelde
over 2010 bedroeg 3,8 %1.
1. Bron Arboned
34
In een volwassen organisatie is bedrijfsvoering van essentieel belang. Na de pioniersfase zette
Het Waterschapshuis in 2010 de beweging naar verdere professionalisering in.
De bedrijfsvoering
35
In eigen huis
In 2010 ontwikkelde Het Waterschapshuis zich op het punt van bedrijfsvoering,
inkoop en financiële administratie steeds verder. Sinds 1 januari 2010 wordt de
inkoopfunctie reeds verzorgd vanuit Het Waterschapshuis. Als aankoopcentrale
van de waterschappen kreeg Het Waterschapshuis steeds meer te maken met
aanbestedingsprocedures. Daarbij ging het vaak om grote bedragen. Om die
verantwoordelijkheid te kunnen dragen moesten de bedrijfsvoering en de
inkoopprocessen aan hoge eisen voldoen. Het uitvoeren van de inkoop functie op
afstand werd een complicerende factor. Ook de financiële administratie moest, als
producent van de jaarrekening en begroting, goed op de hoogte zijn van lopende
projecten, directie en bestuur snel van informatie kunnen voorzien en toegankelijk
zijn voor de medewerkers. Daarom was het essentieel dat zij in het hart van de
organisatie zouden komen te zitten, in Amersfoort. Zodoende is besloten om ook
de financiële administratie in het derde kwartaal van 2010 te ‘verhuizen’ en in te
richten in eigen huis, in Amersfoort.
Met het ‘inhuizen’ van inkoop en de financiële administratie en het vooruitzicht op
p&o in eigen huis per 01-01-2011 waren alle bedrijfsvoeringselementen vertegen-
woordigd. Binnen de afdeling komen de financiële administratie, inkoop, it-beheer,
documentaire informatievoorziening, p&o, communicatie, directiesecretariaat en
de front office samen.
Twee begrotingsroutes
De verwikkelingen rond TAX-i hadden impact op
de bedrijfsvoering. Zo kon de op 1 juli 2010 geplande
activa-passiva-transactie van stichting naar
Gemeenschappelijke regeling niet doorgaan.
Het Waterschapshuis had de rest van het jaar twee
organisatievormen. Zij vergden beide een verschil-
lende begrotingsroute: de vertrouwde route richting
het stichtingsbestuur en de algemene ledenvergade-
ring en de volstrekt nieuwe route via de zogenoemde
zienswijzenprocedure.
De bedrijfsvoering zette in 2010 stappen; meer bedrijfsvoerings-taken vanuit eigen huis
36
Dat laatste vereiste dat de begroting aan alle waterschappen werd voorgelegd.
Waterschappen hadden zes weken de tijd om deze goed te bestuderen en met
veranderpunten te komen. Vervolgens moesten de wensen en wijzigingsvoorstel-
len van alle waterschappen worden verwerkt en voorgelegd aan het dagelijks en
tenslotte het algemeen bestuur. De onwennigheid met deze procedure en de
hoeveelheid wijzigingsvoorstellen waren een aanslag op de bedrijfsvoering. Maar
het resultaat was er wel naar. Het algemeen bestuur van de Gemeenschappelijke
regeling keurde de begroting unaniem goed. Een mooie kroon op het vele werk.
Na de activa passiva transactie was voor de bedrijfsvoering de druk nog niet van
de ketel. Alle contractuele verbintenissen tussen het Waterschapshuis en de
waterschappen moesten juridisch worden vastgelegd. Pas daarna zal de Gemeen-
schappelijke regeling voor de bedrijfsvoering vruchten afwerpen, mits waterschap-
pen onderling de bereidheid tonen om samen te werken, om gezamenlijk
verzoeken in te dienen bij Het Waterschapshuis.
Opwaartse spiraal
De bedrijfsvoering van de Gemeenschappelijke regeling Het Waterschapshuis
draaide, in aanvulling op de bedrijfsvoering van de stichting in het verslagjaar
reeds op volle toeren. Dat was ook dringend noodzakelijk. Want behalve met een
zienswijzenprocedure kreeg zij te maken met allerlei andere wet- en regelgeving.
Zo moest Het Waterschapshuis zich zaken als doel- en rechtmatigheid evenals de
eisen die de Archiefwet stelt aan een Gemeenschappelijke Regeling eigen maken.
Voor het eerst in zijn bestaan kreeg Het Waterschapshuiste maken met een zienswijzenprocedure
37
Ook kwamen verzoeken van het Centraal Bureau van de Statistiek om rapportages
die Het Waterschapshuis voorheen niet hoefde te leveren. Als Gemeenschappelijke
regeling staat Het Waterschapshuis daarnaast onder toezicht van de provincie.
Op de bedrijfsvoering rustte de taak om ook deze toezichthouder tevreden te
stellen en de gegevens aan te leveren die zij wenste.
Met dat alles bleef Het Waterschapshuis een relatief kleine organisatie. Dat maakte
de bedrijfsvoering in zekere zin kwetsbaar. Sommige functies werden slechts door
één persoon bemand. Dat vergde beheersmaatregelen.
Tegenover die relatieve kwetsbaarheid stond de sterke kant van de bedrijfsvoering:
een geweldige ‘drive’ om zo snel mogelijk de laarzen definitief uit te kunnen doen.
Om zo veel mogelijk zaken goed op poten te zetten. Dankzij die ‘drive’ zijn in 2010
de jaarrekeningen van 2007, 2008 en 2009 afgerond met een goedkeurende ac-
countantsverklaring.
De bedrijfsvoering van Het Waterschapshuis wil graag transparant zijn. Echter,
omdat de bedrijfsvoering nog niet was (en is) volgroeid, hadden we in het verslag-
jaar niet altijd direct de informatie voorhanden waar men om vroeg. Daarom zal
2011 voor de bedrijfsvoering in het teken staan van verdere groei en samenwerking
met de waterschappen.
38
Financiën
Het jaar 2010 is afgesloten met een positief resultaat
van m 869.800. Dit saldo is in de reserves verwerkt.
De opbouw van het resultaat is als volgt:
In m Jaarrekening 2010 Begroting 2010
Bijdrage waterschappen 5.036.000 5.230.000
Overige opbrengsten 88.000 0
Totaal opbrengsten 5.124.000 5.230.000
Kapitaallasten 645.000 1.280.000
Personeelskosten 2.246.000 2.826.000
Overige diensten door derden 1.074.000 496.000
Overige kosten per saldo 868.641 628.000
Totaal kosten 4.834.000 5.230.000
Saldo 870.000 0
39
Activa in m 31-12-2010 Passiva in m 31-12-2010
vaste activa
(m.n. IRIS 1.0 en WDB/ESB)5.858.000 Bestemmingsreserves 2.169.000
Onderhanden Werk
(m.n. belastingsysteem, en AHN)7.466.000 Afrekening waterschappen 2.845.000
Vorderingen 5.741.000 Crediteuren 6.502.000
Liquide middelen 3 Rekening Courant NWB 5.224.000
Projectrekeningen + overig 2.328.000
Totaal Activa 19.067.000 Totaal passiva 19.067.000
De balans van Het Waterschapshuis per 31 december 2010 ziet er als volgt uit:
40
Colofon
Dit jaarverslag is een uitgave van:
Het Waterschapshuis
www.hetwaterschapshuis.nl
Teksten:
Medewerkers Het Waterschapshuis,
Amersfoort
Fotografie:
Beeldbank waterschap Reest en Wieden (p. 6, 31) , Meppel
Beeldbank waterschap Noorderzijlvest (p. 6), Groningen
Beeldbank waterschap Vallei en Eem (p. 4, 9, 10, 18, 21, 25, 37, 39, 41), Leusden
Beeldbank waterschap De Dommel (p. 14, 27, 39), Boxtel
Beeldbank waterschap Zuiderzeeland (p.10, 33)
Beeldbank hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden (p. 17), Houten
Beeldbank Het Waterschapshuis (p. 9), Amersfoort
Menno Mulder Fotografie (p. 22, 23), Apeldoorn
IStockphoto (p. 1, 34)
Nationale Beeldbank (p. 9, 14, 33)
Vormgeving:
moev ontwerp en vormgeving - Monique Nijssen,
Oosterwolde (Fr.)
Amersfoort, oktober 2011
D U U R z A M E O P l O S S I N G E N V O O R G E M E E N S C H A P P E l I j k E I N F O R M AT I E V O O R z I E N I N G