jaarverslag izit 2012

32

Upload: izit

Post on 02-Mar-2016

219 views

Category:

Documents


0 download

DESCRIPTION

Met trots presenteren wij u het jaarverslag van IZIT! Met het jaarverslag willen wij u informeren over onze activiteiten in 2012 en alvast kort vooruit blikken.

TRANSCRIPT

Page 1: Jaarverslag IZIT 2012
Page 2: Jaarverslag IZIT 2012

2 | Voorwoord

Voorwoordrr

Renie HeerbaartDirecteur IZIT

In 2010 is het meerjarenprogramma 2011-2013 opgesteld. In november 2012 hebben we dit geëvalueerd en vast-gesteld dat we goed op koers liggen. Veel zorgverle-ners hebben de weg naar het ZorgNetOost ZorgPortaal gevonden. In 2012 hebben we de ZorgNetOost Helpdesk verder vorm gegeven, waardoor alle vragen eerst bij ons komen. Onze contacten met de aangesloten zorgverle-ners zijn daardoor sterk verbeterd. Dat we, zo nodig, op de werkplek komen, wordt erg op prijs gesteld en biedt ons nader inzicht in vragen en behoeften van zorgverleners.

In dit jaarverslag blikken we terug op wat we in 2012 gedaan hebben en geven we vast een inkijkje naar wat we in 2013 gaan doen. Ik hoop dat iedereen die een aandeel heeft geleverd aan ZorgNetOost dit met even-veel trots leest als waarmee wij het aan u presenteren.

Namens het IZIT-team wens ik u veel leesplezier.

Met trots presenteer ik u het jaarverslag 2012. Trots, om-dat we in Twente de afgelopen jaren met ZorgNetOost een stevige basis hebben gelegd voor elektronische informatie-uitwisseling en communicatie in de zorg. Trots, omdat door zoveel bestuurders, ICT-ers, zorgprofessionals en het IZIT-team hard is gewerkt om iets voor elkaar te krij-gen in een omgeving die er niet gemakkelijker op wordt.Aan de ene kant wordt aan de gezondheidszorg gevraagd om marktwerking verder vorm te geven, terwijl voor goede zorg samenwerking van het grootste belang is. Patiënten verwachten dat alle zorgverleners beschikken over de juiste informatie, terwijl whizz-kids ons waarschuwen dat me-dische gegevens door iedereen ingezien kunnen worden. Elektronische informatie-uitwisseling en communicatie in de zorg is dan ook meer dan het kiezen en implementeren van een applicatie: het vraagt om vertrouwen, duidelijke afspra-ken maken en soms de eigen belangen even opzij zetten. Ik ben er trots op dat dat in onze regio lukt en de dien-sten die IZIT binnen ZorgNetOost realiseert steeds meer deel uit gaan maken van de zorgprocessen.

Page 3: Jaarverslag IZIT 2012

Inhoudsopgave | 3

opgaveInhoudsooVoorwoord - 2

Inhoudsopgave - 3

ZorgNetOost - 4

eLab - 6

e-Verwijzen - 8

WDH & ADEPD - 10

Regionale berichtendienst - 12

Aandeelhouders - 14

Betrokkenen - 15

XDS - 16

OPT-IN: De toestemming van de patiënt - 19

ZorgNetOost voor huisartsen - 20

Diensten in ontwikkeling - 22

Landelijke ontwikklelingen - 24

Over IZIT - 27

Contact - 28

Colofon - 29

Page 4: Jaarverslag IZIT 2012

4 | ZorgNetOost

Mensen die zorg nodig hebben, krijgen vaak te maken met meerdere zorgverleners die in verschillende instel-lingen werkzaam zijn. Vooral chronisch zieke mensen heb-ben te maken met meer dan één zorgverlener. Zorgver-leners binnen deze zorgketens of zorgnetwerken gaan steeds meer samenwerken, waarmee de behoefte aan afstemming, communicatie en informatie-uitwisseling toeneemt. Zorgverleners willen elkaar informeren, bij voorkeur op een manier die veilig is en weinig tijd kost. Een stabiele en toekomstvaste overleg- en ICT-structuur kan in deze behoefte voorzien. IZIT realiseert met ZorgNetOost zo’n structuur door middel van verschillende overlegorganen en de ontwikkeling van het ZorgPortaal van ZorgNetOost.

Via het ZorgPortaal van ZorgNetOost wor-den diensten aangeboden voor elektronische communicatie en informatie-uitwisseling tussen zorgverleners. Het toegankelijk maken van de diensten via één toegangs-poort biedt zorgverleners meer gemak, omdat ze vanuit hun eigen informatiesys-teem kunnen communiceren en relevante informatie mee kunnen sturen. Tussen de zorgverleners worden afspraken gemaakt over wie er toegang heeft tot deze diensten.De samenwerking tussen de verschillende zorgverleners in de regio Twente krijgt met ZorgNetOost gestalte. Via het ZorgPor-taal van ZorgNetOost kunnen verschillende diensten aangeboden worden. In 2012 zijn er twee diensten operationeel: e-Lab en e-Verwijzen. Met e-Lab kunnen laborato-riumonderzoeken worden aangevraagd en de uitslagen van verschillende labo-ratoriumonderzoeken worden ingezien bij Medlon, het laboratorium van MST en ZGT. Met e-Verwijzen kan digi-taal worden verwezen naar de instel-lingen MST, ZGT, Mediant en Dimence. Meer informatie over deze diensten is te lezen op de betreffende pagina’s in dit jaarverslag.

Naast de diensten e-Lab en e-Verwijzen, worden er nieuwe diensten ontwikkeld. In 2012 stond de ontwikkeling van de volgende diensten op de agenda: uitbreiding van e-Lab voor de Care en GGZ instellingen, e-Over-dracht, e-MDO, XDS en berichtenverkeer. Meer informatie over deze ontwikkelingen vindt u op de pagina’s Diensten in ontwikkeling.

ZorgPortaal en dienstenPrivacy

OostZorgNetOO

Tussen de zorgverleners worden afspraken gemaakt over wie er toegang heeft tot de ver-schillende diensten op het ZorgPortaal van ZorgNetOost. De toegang tot het portaal wordt gerealiseerd vanuit het eigen informatiesys-teem van de betreffende zorgverlener met een single-sign on, waardoor de zorgverlener niet opnieuw hoeft in te loggen. Per zorgver-lener wordt ingesteld tot welke diensten hij of zij toegang heeft. Bij de koppeling naar het ZorgPortaal van ZorgNetOost vanuit het eigen informatiesysteem worden de belang-rijkste gegevens van zowel de zorgverlener als de patiënt meegenomen op basis van de behandelrelatie. Dit voorkomt dat er op het ZorgPortaal naar patiënten gezocht kan en moet worden en voorkomt dat er bepaalde in-formatie opnieuw dient te worden ingevoerd.Inzage in de onderzoeksgegevens is strikt vertrouwelijk en alleen voorbehouden aan zorgverleners met wie de patiënt een be-handelrelatie heeft. Ook deze inzage wordt beperkt tot de inzage van de gegevens van de betreffende patiënt waarvan de in-formatie met de single-sign on meekomt.

Page 5: Jaarverslag IZIT 2012

ZorgNetOost | 5

Informatie-uitwisseling en communicatie komen niet tot stand zonder overleg. Het be-langrijkste overlegorgaan binnen Zorg-NetOost is de Programmaraad. In de Programmaraad zitten vertegenwoordigers van ziekenhuizen, Care, GGZ, revalidatie-instellingen, huisartsen en andere eerstelijns zorgaanbieders. De Programmaraad fun-geert als opdrachtgever en stuurgroep van de verschillende projecten binnen ZorgNetOost. Naast de Programmaraad kent ZorgNetOost vier verschillende klank-bordgroepen, te weten de klankbordgroep Architectuur, de klankbordgroep Privacy en Veiligheid, de klankbordgroep Innovatie en de klankbordgroep Huisartsen. In de klank-bordgroepen worden specifieke onderwerpen vanuit een regionaal perspectief benaderd.

Overleg

Uitgangspunten ZorgNetOost

1. Breng samenhang aan in diensten,processen en systemen

3. Organiseer ketenzorg en ondersteundit met ICT-oplossingen

2. Doe generiek wat generiek kan enpypy

specifiek wat specifiek moetkt dtkt

De zorgverlener kan hiermee alleen gegevens inzien van patiënten die in het eigen informa-tiesysteem bekend zijn. Het is niet mogelijk om op het portaal een patiënt op te zoeken. Zowel vanuit de instellingen als door indivi-duele zorgverleners worden hierbij de regels gehanteerd die zijn vastgelegd in de Wet Bescherming Persoonsgegevens (WBP).

Page 6: Jaarverslag IZIT 2012

e-Lab--Met e-Lab kunnen huisartsen elektronisch een labora-toriumonderzoek aanvragen bij Medlon en de uitslagen in zien van zowel eigen aanvragen van de huisarts als aanvragen van andere zorgverleners zoals specialisten. Na een succesvolle pilot, is e-Lab sinds 2011 opera-tioneel. De dienst heeft de verwachte voordelen voor huisartsen, patiënten en Medlon opgeleverd en laat in 2012 een stijging zien van het aantal gebruikers en het aantal aanvragen per gebruiker. In 2012 hebben we gewerkt aan een verdere verbetering van de dienst.

Het gebruik van e-Lab heeft zowel voor de huisarts, de patiënt als voor het laborato-rium voordelen. De huisarts kan kwaliteit en service bieden doordat hij of zij altijd op de hoogte is van de meest recente uitslagen van alle door Medlon uitgevoerde onder-zoeken. Op deze manier kunnen behan-delingen en onderzoeken beter op elkaar afgestemd worden en wordt de kans op fouten of dubbele onderzoeken ten gevolge van onvoldoende informatie verminderd. Dit is natuurlijk ook in het belang van de patiënt. Bovendien hoeven patiënten door e-Lab na een telefonisch consult niet meer eerst langs de huisarts om het formulier voor laboratoriumonderzoek op te halen. Zodra de huisarts op verzenden klikt is de aan-vraag bekend bij het laboratorium en kan de patiënt direct onderzocht worden. Door-dat het aanvraagformulier digitaal wordt ontvangen, is er bovendien geen onduide-lijkheid over de aangevraagde onderzoeken. Voor het laboratorium biedt e-Lab het voor-deel dat zij de zorgverleners beter kun-nen informeren en dat hun administratieve werkzaamheden verminderen, omdat zij de relevante patiëntgegevens en onderzoeks-aanvragen direct in hun systeem ontvangen.

Voordelen voor de huisarts, de patiënt en het laboratorium

Ontwikkelingen e-Lab

6 | eLab

Bij de start van e-Lab hebben we in over-leg met huisartsen verschillende rechten in-gesteld voor verschillende eindgebruikers. De praktijkmedewerkers, assistentes en POH’ers konden alleen onderzoeken aan-vragen en orders inzien. De huisarts kon naast deze twee functionaliteiten ook uitsla-gen van laboratoriumonderzoeken inzien, van zowel onderzoeken die de huisarts zelf had aangevraagd als van onderzoeken aangevraagd door andere zorgverleners. Omdat ook assistentes en POH’ers in hun werk moeten kunnen beschikken over onder-zoeksuitslagen, zijn de rechten in 2012, op verzoek en advies van huisartsen, gelijk getrokken. Hierdoor is het voor assistentes en POH’ers ook mogelijk om de uitslagen van laboratoriumonderzoeken in te zien.In 2012 hebben we ook een begin gemaakt met de uitbreiding van e-Lab voor GGZ- en Care-instellingen. Dit verwachten we begin 2013 te realiseren. Deze dienst is vergelijk-baar met de dienst e-Lab voor huisartsen. Daarnaast hebben andere laboratoria gevraagd om ook aangesloten te worden op e-Lab. Ook dit wordt in 2013 opgepakt.

Page 7: Jaarverslag IZIT 2012

eLab | 7

Page 8: Jaarverslag IZIT 2012

e-Verwijzen--Met e-Verwijzen kan de huisarts vanuit het eigen huisarts-informatiesysteem via het ZorgPortaal van ZorgNetOost de patiënt doorverwijzen naar MST, ZGT, Dimence en Mediant. Bij de verwijzing kan worden aangeven welke informatie uit het eigen informatiesysteem in de verwijsbrief opgenomen moet worden en heeft de huisarts de mogelijkheid om een toelichting toe te voegen. De inhoud van de elektronische verwijsbrief is gebaseerd op de laatste NHG-standaard, de HASP-richtlijn. De huisarts krijgt de opgestelde ver-wijsbrief automatisch in het eigen huisartsinformatie-systeem. De zorginstelling waarnaar de patiënt verwezen wordt, neemt na ontvangst van de elektronische verwijs-brief, contact op met de patiënt om een afspraak te maken.

Net als e-Lab zien we bij e-Verwijzen in 2012 een groei van het aantal gebruikers en van het aantal verwijzingen per gebruiker. Naast deze kwantitatieve ontwikkelingen is in 2012 ingezet op verbetering van de kwaliteit van e-Verwijzen.

Bij de start van e-Verwijzen in 2011 was de dienst alleen toegankelijk voor huisartsen. Op advies van huisartsen is besloten om e-Verwijzen ook toegankelijk te maken voor praktijkmedewerkers. Dit verzoek werd ondersteund door de GGZ-instellingen omdat in de praktijk de POH’ers vaak ver-wijzen. Sinds oktober 2012 is e-Verwijzen ook toegankelijk voor praktijkmedewerkers, in-dien de huisarts hiervoor een aanvraag indient.

Daarnaast zijn er in 2012 veranderingen doorgevoerd voor het meesturen van me-dische informatie, waardoor de huisarts bijvoorbeeld een uitgebreider keuze-menu kan openen waarin aange-geven kan worden welke informatie wel of niet meegestuurd kan worden.

In 2012 is het concept opgezet voor het mee-sturen van voor-ingevulde formulieren bij e-Verwijzen. Begin 2013 zal hiermee worden getest bij verwijzingen richting GGZ en bij COPD.

Voordelen voor huisarts, patiënt en zorginstelling

Ontwikkelingen e-Verwijzen

8 | e-Verwijzen

Met e-Verwijzen kan de huisarts ge-structureerd de juiste patiëntinforma-tie rechtstreeks naar de juiste afdeling of zorgverlener van de vervolginstelling sturen. Bovendien kan de huisarts, om-dat de verwijsbrief ook in het eigen dos-sier van de patiënt komt, later terug zien welke verwijzing is gedaan en welke informatie toen is meegestuurd.De patiënt hoeft nu niet meer alle informa-tie, bijvoorbeeld over gebruikte medicatie, paraat te hebben als hij of zij de specia-list bezoekt. Dit staat immers vermeld in de elektronische verwijsbrief. En de patiënt hoeft niet meer zelf een afspraak te maken, maar wordt hierover gebeld.De vervolginstelling, ten slotte, heeft het voordeel dat zij al beschikken over de belangrijkste patiëntinfor-matie én dat zij zelf in kunnen plan-nen wanneer zij contact opnemen met patiënten voor het maken van een afspraak.

Page 9: Jaarverslag IZIT 2012

e-Verwijzen | 9

Page 10: Jaarverslag IZIT 2012

Om goede en volledige informatie te krijgen, moet deze wel goed zijn ingevoerd. Dan gaat het niet alleen om de terminologie die voor een waarnemend huisarts eenduidig en begrijpelijk moet zijn. Omdat elektronisch deelinformatie uit een dossier wordt gehaald, moet deze informatie ook op de juiste plaats staan. ADEPD (Adequate Dossiervorming met het Elektronisch Patiënten Dossier) is een richtlijn die huisartsen een houvast biedt bij het registreren van relevante medische ge-gevens in hun EPD. Sinds 2010 wordt in onze regio aandacht besteed aan de verbeter-ing van de kwaliteit van dossiers van huis-artsen. Op basis van de ervaringen in Twente heeft het Nivel, het Nederlands Instituut voor onderzoek in de gezondheidszorg een scan opgesteld die nu landelijk aangeboden wordt. Goede informatie,

ADEPD

Ontwikkelingen WDH en ADEPD

WDH &ADEPD&&

Wat betreft WDH en ADEPD heeft 2012 vooral in het teken gestaan van het wel of10 | WDH

‘s Avonds, ‘s nachts en in het weekend wordt spoedeisende huisartsenzorg geboden via de huisartsenpost. Voor de waar-nemende huisartsen is het van groot belang dat zij kunnen beschikken over de belangrijkste patiëntgegevens, zoals actuele aandoeningen, medicatie en allergieën. Deze huis-artsen hebben natuurlijk geen inzage in alle patiëntdossiers. Hier biedt het Waarneemdossier Huisartsen uit-komst. Daarmee hebben de waarnemende huisartsen inzage in de belangrijkste gegevens, de Professionele Samenvatting. Deze is gebaseerd op de NHG-standaard. Daarnaast wordt de eigen huisarts van de patiënt via een waarneemretourbericht automatisch geïnformeerd over de behandeling door de waarnemend huisarts en kan dit waarneemretourbericht automatisch in het eigen patiëntdossier worden opgenomen. Het waarneemdos-sier huisartsen moet landelijk gerealiseerd worden via het Landelijk Schakelpunt (LSP), maar wordt in de re-gio al sinds 2005 gebruikt door de huisartsenposten.

niet doorgaan van het Landelijk Schakelpunten daarmee het realiseren van het waarneem-dossier huisartsen en het elektronisch medi-catiedossier op landelijke schaal. Twee uit-gangspunten zijn daarin leidend geweest: als het landelijk (beter) kan, hoeven we het niet meer regionaal aan te bieden; en de regio conformeert zich aan de landelijke afspraken.

In 2012 werd steeds duidelijker dat privacy, toestemming patiënt en de schaal waarop in-formatie wordt uitgewisseld, de belangrijkste vraagstukken zouden zijn. In een regionale werkgroep, bestaande uit o.a. huisartsen, huisartsenposten en apothekers, zijn deze onderwerpen regelmatig besproken, met als doel te komen tot regionale afspraken in samenhang met het landelijk beleid.Voor WDH heeft de landelijke richtlijn m.b.t. toestemming van de patiënt de grootste rol gespeeld. Tot 1 januari 2013 werd uit-gegaan van impliciete toestemming van de patiënt. Dat houdt in dat huisartsen op de huisartsenposten inzage hebben in patiëntin-formatie, tenzij de patiënt daartegen uit-drukkelijk bezwaar heeft gemaakt. Toen landelijk werd besloten dat de beleidslijn zou worden dat patiënten uitdrukkelijk toe-stemming moeten geven, is besloten dat deze lijn ook voor de regionale informatie-uitwisseling zou gaan gelden. In het hoofd-stuk over opt-in leest u hier meer over.

In 2013 zullen het waarneemdossier huis-artsen en het elektronische medicatiedos-sier naar verwachting via de landelijke in-frastructuur, het LSP worden gerealiseerd. Eind 2012 is de Taskforce Stimulering aansluiting en Gebruik LSP opgericht, om huisartsen en apothekers in de regio te ondersteunen. IZIT vult het voorzitter-schap en het secretariaat van de taskforce in.

Page 11: Jaarverslag IZIT 2012

Goede informatie,vraagt goede registratie.

WDH | 11

Page 12: Jaarverslag IZIT 2012

RegionaleberichtendiensteeVeel elektronische communicatie tussen zorgverleners ge-beurt middels elektronisch berichtenverkeer. Het gaat dan bijvoorbeeld om recepten van huisarts naar apotheker, lab-uitslagen naar de huisarts, specialistenbrieven van zie-kenhuis naar huisarts en waarneemretourberichten van de huisartsenpost naar de huisarts. In Nederland worden jaar-lijks ruim 100 miljoen elektronische berichten verstuurd, en dit aantal blijft nog steeds toenemen. Een elektronisch be-richt vraagt minder administratieve handelingen, de kans dat er bij het overnemen van informatie fouten worden gemaakt neemt af en er hoeven geen portokosten te worden betaald.

Eén van de basisdiensten die op het pro-gramma 2011-2013 staan is een regionale berichtendienst. Het hebben van een eigen ZorgNetOost berichtendienst biedt de regio meer controle op de prijs en omvang van het berichtenverkeer.

In 2011 zijn we gestart met een onderzoek naar de mogelijkheden van een eigen berich-tendienst. Dit hebben we gedaan met de beide ziekenhuizen MST en ZGT, omdat voor hen het afsluiten van een nieuw contract grote prio-riteit had.

Zo zijn we in gesprek gekomen met Zorgring Noord Holland Noord. Deze organisatie is vergelijkbaar met IZIT: de participanten zijn zorginstellingen die als doel hebben elek-tronische informatie-uitwisseling in de zorg te stimuleren en verbeteren. Zorgring Noord Holland Noord heeft al decennia een eigen be-richtendienst en bleek bereid haar kennis en expertise met ons te delen en op termijn aan ons over te dragen.

Na de voorbereidende werkzaamheden zijn in november de eerste testen gestart om vanuit de ziekenhuizen berichten te sturen naar de huisartsen. Deze testen zijn positief verlopen, waardoor eind december het defi-nitieve besluit is genomen om voor de beide ziekenhuizen over te stappen naar de eigen regionale ZorgNetOost berichtendienst. In 2013 wordt de ZorgNetOost berichten-dienst verder uitgebouwd.

ZorgRingOost

Bij elektronische informatie-uitwisseling binnen bepaalde sectoren, wordt vaak ge-bruik gemaakt van een breedbandinfra-structuur die alleen toegankelijk is voor organisaties en professionals die binnen een sector werkzaam zijn. Zo maken in Twente de gemeentes, de brandweer en de politie al gebruik van een dergelijke in-frastructuur. Het voordeel hiervan is dat de veiligheid en snelheid van informatie-uitwis-seling wordt vergroot, omdat geen gebruik wordt gemaakt van het publieke internet. Met de toename van het aantal diensten dat via ZorgNetOost wordt aangeboden, groeit ook binnen de zorgsector de behoefte aan een eigen, alleen voor zorgaanbieders toeganke-lijke breedbandinfrastructuur. Onder de naam ZorgRingOost zijn we in 2012 begonnen met de ontwikkeling hiervan. In eerste instantie is er een verbinding gemaakt tussen MST en ZGT. In 2013 sluiten andere zorgaanbieders aan.

12 | Regionale berichtendienst

Basisdienst

Page 13: Jaarverslag IZIT 2012

In Nederland worden jaarlijks ruim 100 miljoen

elektronische berichten verstuurd, en dit aantal blijft nog steeds toenemen.

Regionale berichtendienst | 13

Page 14: Jaarverslag IZIT 2012

houdersAandeelhh

14 | Aandeelhouders

Page 15: Jaarverslag IZIT 2012

Betrokkenen

Betrokkenen | 15

Page 16: Jaarverslag IZIT 2012

XDSXDS, oftewel Cross Enterprise Document Sharing, is een basiscomponent voor een aantal te ontwikkelen diensten van ZorgNetOost. XDS is een op standaarden gebaseerd profiel dat het delen en uitwisselen van beelden en versla-gen mogelijk maakt tussen verschillende zorgverleners en verschillende instellingen. Met XDS kunnen veel CT-onder-zoeken, MRI-scans, labuitslagen, overdrachtsdocumenten en verwijsbrieven tussen zorginstellingen gedeeld worden.

De ziekenhuizen beschikken na aanschaf van de XDS componenten over een infra-structuur om onderling informatie te delen. De XDS infrastructuur wordt binnen Neder-land met name gebruikt binnen het radiolo-gie domein. Hiervoor zijn diverse IHE stan-daarden uitgewerkt en geïmplementeerd. De implementatie van XDS in ZNO zal dan ook starten met uitwisseling van beelden en documenten in het radiologie domein. Deze eerste uitwisseling zal worden gerealiseerd tussen de deelnemende ziekenhuizen. Daar-mee wordt de traditionele werkwijze, het bran-den en verspreiden van DVD’s, vervangen.

maar ook organisaties voor thuiszorg, ver-pleeghuiszorg en revalidatie. Met de XDS infrastructuur zijn we ook in staat huisartsen en andere eerstelijns zorgverleners inzage te geven in beelden en andere documenten van hun patiënten. Dit gebeurt door een viewer te plaatsen achter het ZorgNetOost ZorgPor-taal. Binnen een XDS-structuur is het mogelijk de zgn ‘patient-consent’, het feit dat de patiënt instemt met het delen van de informatie, vast te leggen. Afspraken die tussen zorgverle-ners en tussen zorgverleners en patiënten gemaakt worden met betrekking tot wie wat in mag zien, worden geregeld via identifica-tie, authenticatie en autorisatie. Daarnaast kan door logging achteraf gezien worden wie welke documenten heeft geraadpleegd.

Ook in andere regio’s is men volop bezig met het implementeren van XDS. Met deze re-gio’s wordt voortdurend afstemming gezocht om er voor te zorgen dat op termijn ook bovenregionale uitwisseling, bijvoorbeeld met academische ziekenhuizen, mogelijk is.

16 | XDS

Radiologie domein

Opschaling

De gerealiseerde XDS infrastructuur kan vervolgens breder worden ingezet dan voor het radiologie domein. Naar verwachting zal één van de eerste uitbreidingen worden gezocht in het cardiologie domein. Hierbij zal het gaan om het ontsluiten van beelden (ECG, echografie, angio, etc.) en documen-ten (verslagen of andere bevindingen). Andere domeinen zullen geleidelijk volgen. Bij elke opschaling wordt niet alleen het aantal en het soort documenten, dat via XDS wordt gedeeld, uitgebreid, ook het aantal aangeslo-ten zorgaanbieders neemt toe. Zo betekent het inzetten van XDS bij e-Overdracht niet alleen dat de ziekenhuizen betrokken zijn,

Page 17: Jaarverslag IZIT 2012

De uitdaging: het gemakkelijk vinden en benaderen van documenten vanandere zorgverleners uit de regio

XDS | 17

Page 18: Jaarverslag IZIT 2012

“Opt-in” betekent dat de patiënt zelf uitdrukkelijk toestemming moet geven aanzorgverleners om elektronisch medische informatie te mogen delen met andere zorgverleners.

18 | OPT-IN: de toestemming van de patiënt

Page 19: Jaarverslag IZIT 2012

Voor het beschikbaar stellen van medische informatie aan andere zorgverleners, moet de patiënt toestemming geven. Hiervoor bestaan twee beleidslijnen: de eerste lijn (opt-out geheten) gaat er vanuit dat de patiënt toestem-ming geeft, tenzij hij of zij bezwaar maakt; de tweede lijn (opt-in) zegt dat de patiënt eerst uitdrukkelijk toestem-ming moet geven voordat informatie beschikbaar mag worden gesteld. Bij de doorstart van het LSP is besloten landelijk opt-in te gebruiken: informatie mag alleen be-schikbaar worden gesteld na toestemming van de patiënt.

In de maanden oktober, november en de-cember 2012 is in samenwerking met de huisartsenposten Enschede, Hengelo en Almelo, de apothekers uit de regio, Thoon en ZorgNetOost via publiciteit en adverten-ties ook het belang van opt-in bij de Twen-tse bevolking onder de aandacht gebracht. Het gevolg van deze inspanningen is dat in onze regio, in vergelijking met andere delen van het land, al een groot deel van de patiënten toestemming heeft gegeven.

Medische gegevens

Indien toestemming wordt verleend aan de zorgaanbieder voor het beschikbaar stellen van medische gegevens, kunnen de volgende gegevens worden ingezien door zorgaanbie-ders, indien noodzakelijk voor de behandeling:

• Alle belangrijke diagnoses• Actuele diagnoses van de laatste 2 jaar• Aantekeningen van de laatste 4 maanden of laatste 5 consulten• Medicatie• Allergieën

OPT-IN: de toestemming van de patiënt | 19

de toestemming vande patiënt

OPT-IN:

Regionale werkgroep

In mei 2012 is er een regionale werkgroep opt-in gestart om de gevolgen van deze lande-lijke richtlijn in kaart te brengen en om de huisartsen en apothekers hierover te informe-ren en te ondersteunen in het vastleggen van deze toestemming. Deze werkgroep bestaat uit huisartsen, apothekers, HDT-Oost, HAP Hengelo, CHPA, Thoon, Protopics en IZIT. Een belangrijk uitgangspunt van de werk-groep is dat in één keer toestemming wordt gevraagd voor alle informatie-uit-wisseling tussen zorgverleners, ongeacht de infrastructuur die daarvoor gebruikt wordt. Hiertoe is besloten omdat infor-matie-uitwisseling en privacy toch al een zeer complex verhaal is, en we de patiënt zoveel mogelijk duidelijkheid willen bieden.Midden juni hebben we een drukbezochte informatieavond georganiseerd om huis-artsen en apothekers te adviseren. Tevens zijn regionale versies van de landelijke re-gistratieformulieren en folders geschreven en verspreid en is een regionale poster ontwikkeld. Al het communicatiemateriaal is naast de verspreiding vanuit de huis-artsenposten en –praktijken en de apothe-ken ook online beschikbaar op het opt-in-gedeelte van de website van ZorgNetOost.

Page 20: Jaarverslag IZIT 2012

Veel zorgprocessen starten bij de huisartsen. Daarom besteden we bij ZorgNetOost veel aandacht aan deze groep zorgaanbieders. In 2012 hebben we ons vooral ge-richt op het uitbreiden van de toegangsmogelijkheden van-uit verschillende huisartsinformatiesystemen.

Een van de belangrijkste uitgangspunten van ZorgNetOost is de single-sign-on toegang vanuit verschillende informatiesystemen. Dit houdt in dat de toegang tot het ZorgPortaal wordt gerealiseerd vanuit het patiëntdos-sier in het eigen informatiesysteem. Bij deze toegang worden de belangrijkste gegevens van zowel de zorgverlener als de patiënt meegenomen. Dit voorkomt dat huisartsen informatie opnieuw in moeten voeren. Boven-dien voldoen we met deze oplossing aan een belangrijke voorwaarde om informatie uit te mogen wisselen; namelijk dat er sprake moet zijn van een behandelrelatie. Immers, een huisarts kan een dienst alleen bena-deren vanuit het dossier van een patiënt, en daarover kan hij of zij alleen beschikken als er sprake is van een behandelrelatie.Om de single-sign-on toegang voor huis-artsen te realiseren, zijn we in gesprek gegaan met de leveranciers van de groot-ste huisartsinformatiesystemen. In onze regio zijn dat Promedico, Medicom en Mira. Deze leveranciers zijn bereid ge-bleken om, met de door ons verstrekte specificaties, een knop in hun systeem in te bouwen die toegang geeft tot het Zorg-NetOost ZorgPortaal en daarmee tot de achterliggende diensten. Daarmee is het voor circa 88 procent van de huisartsen in onze re-gio mogelijk om daar gebruik van te maken.

Toegang tot ZorgNetOost ZorgPortaal en diensten Helpdesk ZorgNetOost

voor huisartsenZorgNetOostvv

20 | ZorgNetOost voor huisartsen

Overigens zijn we ook in gesprek met leve-ranciers van informatiesystemen voor bij-voorbeeld de Care- en GGZ-sector, om een-zelfde ZorgpPortaalknop te ontwikkelen.

Sinds 1 juli 2012 beschikt ZorgNetOost over een fulltime helpdesk-medewerker. Zorgver-leners kunnen bij de helpdesk terecht voor al hun vragen en opmerkingen met betrek-king tot het ZorgPortaal en de achterliggende diensten. De aanmeldingen van nieuwe gebruikers voor de ZorgNetOost diensten worden door de helpdesk zo snel mogelijk afgehandeld. Hoewel we erg veel aandacht besteden aan het opstellen van gebruikers-handleidingen, zijn er zorgverleners die er prijs op stellen om op de eigen werk-plek ondersteuning te krijgen bij de instel-lingen voor ZorgNetOost en uitleg over het gebruik van de diensten. Onze help-deskmedewerker kan aan die vraag tege-moet komen en heeft in 2012 dan ook een groot aantal huisartspraktijken bezocht. Dit directe contact wordt door zorgverle-ners erg op prijs gesteld, en biedt ons de mogelijkheid om inzicht te krijgen in de wensen en behoeften die in het veld spe-len, zodat we die mee kunnen nemen in de verdere ontwikkeling van de diensten. Daarnaast is de helpdeskmedewerker voor netwerk- en applicatiebeheerders in de aan-gesloten instellingen het eerste aanspreek-punt.

Page 21: Jaarverslag IZIT 2012

ZorgNetoost voor huisartsen | 21

Page 22: Jaarverslag IZIT 2012

In de regio vinden verschillende multidisci-plinaire overleggen (MDO’s) plaats waar-bij professionals met elkaar patiëntcases bespreken. De betrokken professionals zijn vaak werkzaam in verschillende instel-lingen en om tijd te besparen, overleggen zij met gebruik van communicatietech-nologieën, zoals beeldcommunicatie. Een voorwaarde hiervoor is dat alle informatie op elke locatie beschikbaar moet zijn. Nu wordt deze informatie nog vaak, vooraf-gaand aan het overleg, per post ver-stuurd, op DVD’s en in papieren documenten.Met e-MDO kunnen we er voor zorgen dat alle informatie op elke locatie op elk moment beschikbaar is. e-MDO maakt daarvoor gebruik van de XDS-infrastruc-tuur die al eerder werd beschreven. Het eerste klinische domein waar-in e-MDO wordt ingezet, is oncologie.Specialisatie in de zorg zal in de toekomst steeds verder toenemen. e-MDO kan een belangrijke bijdrage hieraan leveren en stelt zorgverleners in staat om van-uit hun eigen werkplek te overleg-gen met collega’s, zodat aan patiënten de beste zorg geleverd kan worden.

In 2012 hebben we, naast de al beschreven diensten gewerkt aan de ontwikkeling van een aantal andere ba-sisdiensten: e-Overdracht en e-MDO. Daarnaast is er aan-dacht besteed aan de doorontwikkeling van het huidige ZorgPortaal, het Regionaal Schakelpunt en is gestart met de analyse en ontwikkeling van een regionaal PatiëntPor-taal. Hieronder zullen we deze activiteiten verder toelichten.

Patiënten die opgenomen zijn geweest in het ziekenhuis, krijgen daarna vaak nog zorg van een andere organisatie, bijvoorbeeld de thuiszorg of een revalidatiecentrum. Deze vervolginstelling beschikt nu bij binnen-komst van de patiënt meestal niet over alle relevante informatie waardoor er veel tijd verloren gaat met het verzamelen hiervan.Met e-Overdracht wordt overdrachtinformatie elektronisch verzonden naar de organisatie die de nazorg verleent. Waar mogelijk en wenselijk worden gegevens uit het bronsys-teem van de zorginstelling gelezen en kunnen ook de gegevens uit het e-Overdrachtdossier door het bronsysteem worden ingelezen. e-Overdracht ondersteunt ook het transfer-proces binnen een instelling. Alle activiteiten die nodig zijn om de uiteindelijke overdracht te regelen kunnen worden vastgelegd. Het project is in juli 2012 officieel van start gegaan met de instellingen MST, ZGT, Livio, Carintreggeland, ZorgAccent en Het Roessingh. e-Overdracht draagt daarmee bij aan de verbetering van de zorg door het tijdig beschikbaar stellen van de volledige patiëntinformatie. Bovendien levert e-Over-dracht een bijdrage aan de afname van ad-ministratieve lasten binnen de instellingen.

ontwikkelingDiensten inoo

e-MDO

e-Overdracht

22 | Diensten in ontwikkeling

Page 23: Jaarverslag IZIT 2012

Het ZorgPortaal vormt voor zorgverleners de toegangspoort tot de diensten van Zorg-NetOost. De afgelopen jaren hebben we vooral energie gestoken in de verbinding van de informatiesytemen met het ZorgPortaal en in de technologie die een veilige en betrouw-bare toegang mogelijk maken. U leest hier op een andere plaats in het jaarverslag meer over.In 2012 zijn we na gaan denken over de doorontwikkeling van het ZorgPortaal. Cen-trale vraag daarbij is: ‘wat willen zorgver-leners weten, met welke informatie kunnen we ze nog beter bedienen?’ In gesprekken met verschillende zorgverleners hebben we een groot aantal ideeën opgedaan, die zijn beschreven in een programma van eisen. Dit moet in 2013 resulteren in een Zorg-NetOost ZorgPortaal dat er aantrekkelijk uitziet, dat meer interactieve mogelijkheden biedt en dat de zorgverlener in staat stelt om verschillende soorten informatie te ontsluiten.

Patiënten willen in toenemende mate be-trokken worden bij hun zorg en moeten daartoe over de juiste informatie kunnen beschikken. Het regionaal PatiëntPortaal is daarom opgenomen in het meerjarenpro-gramma. In 2012 heeft de Programmaraad besloten dat het PatiëntPortaal moet wor-den ontwikkeld. In eerste instantie zullen we ons daarbij richten op het creëren van een functionaliteit die patiënten een veilige en betrouwbare toegang biedt. Daarnaast zal het PatiëntPortaal de mogelijkheid bieden om inzicht te krijgen in welke zorgverlen-ers welke informatie uitwisselen, en daar-voor al dan niet toestemming verlenen.

ZorgPortaal

Regionaal PatiëntPortaal

Diensten in ontwikkeling | 23

Page 24: Jaarverslag IZIT 2012

LandelijkeOntwikkelingeneeEen jaarverslag van IZIT zou niet compleet zijn zonder een blik te werpen op wat er landelijk is gebeurd op het gebied van Zorg-ICT en de invloed daarvan op de ontwikkelingen in onze regio.

Lange tijd is er sprake geweest van een (schijnbare) tegenstelling tussen lande-lijke en regionale ontwikkelingen. Omdat het vaak gemakkelijker is om op regionale schaal afspraken en keuzes te maken, lopen regionale initiatieven voor op wat landelijk ontwikkeld wordt. En hoewel re-gio-organisaties altijd hebben betoogd en aangetoond dat zij, waar mogelijk, gebruik willen maken van landelijke standaarden en voorzieningen, bestond er bij partijen de angst voor eilandvorming in de regio’s. In 2012 zien we dat er geen sprake meer is van deze angst. Integendeel, regionale ini-tiatieven worden nu vaak ingezet als voor-beeld dat landelijke navolging verdient en steeds vaker wordt nagedacht hoe landelijke voorzieningen ook regionaal ingezet kun-nen worden. In 2013 geven we hier verder gevolg aan door met de uitvoeringsorgani-satie van het LSP te bekijken hoe we de waarneem- en medicatiegegevens die via het LSP beschikbaar zijn, ook kunnen gebrui-ken in regionale diensten zoals e-Verwijzen.

Verhouding landelijke en regionale ontwikkelingen

De zorgkoepels hebben daartoe de VZVZ, de vereniging van Zorgaanbie-ders voor Zorgcommunicatie opgericht.Ter voorbereiding op de definitieve bestuurs-structuur werd een gebruikersraad ingesteld. Twente is hier goed vertegenwoordigd met de directeur van de huisartsenposten Enschede en Hengelo en de directeur van IZIT. Onze inzet is gericht op het behoud van datgene wat we in de regio al hebben gerealiseerd op het gebied van huisartswaarneem- en medi-catiegegevens met aandacht voor een veilige en betrouwbare, maar ook werkbare situatie. Daarbij lopen we in Twente, samen met de re-gio Nijmegen, ver voor op de rest van het land.

Nadat in 2011 de minister van VWS ‘in opdracht’ van de Eerste Kamer haar handen had afgetrokken van het LSP, heeft een aantal zorgkoepels besloten een doorstart te maken, met financiële ondersteuning van de zorgverzekeraars.

Landelijk Schakelpunt LSP

De vraagstukken waar we in onze regio mee te maken krijgen, zijn niet uniek. Ook andere regio’s hebben of krijgen hiermee te maken. Om te komen tot oplossingen die elektronische informatie-uitwisseling buiten de eigen regio mogelijk maakt, is samen-werking met andere regionale en lande-lijke organisaties van belang. IZIT partici-peert daarom in verschillende overleggen.Na de ‘overname’ van het LSP door VZVZ is Nictiz, het nationaal instituut voor ICT in de zorg zich weer gaan richten op haar oorspronkelijke taak als kennis- en stan-daardisatie-organisatie op het gebied van Zorg-ICT. In overleg met verschillende par-tijen wordt een ontwikkelagenda opgesteld. De regio-organisaties, waaronder IZIT, hebben daarbij een belangrijke inbreng. Tijdens de Regiobijeenkomsten wordt besproken wat er op bestuurlijk niveau speelt in de verschillende regio’s, wordt kennis gedeeld en worden, waar no-dig en mogelijk, afspraken gemaakt.

Samenwerking met andere regio’s

24 | Landelijke ontwikkelingen

Page 25: Jaarverslag IZIT 2012

Dit kan resulteren in een opdracht aan een werkgroep om e.e.a. nader uit te werken. De gedragscode EGIZ, die eind 2012 aan het CBP is voorgelegd, is één van de resultaten van de samenwerking tus-sen de verschillende regio-organisaties. Een van de werkgroepen die uit de Regio-bijeenkomsten zijn voortgekomen, is het Regionaal Architectuur Platform (RAP). In 2012 is o.a. gesproken over elek-tronische ondersteuning van de Richt-lijn Medicatie-overdracht, de Basisset Patiëntgegevens, XDS en CCR/CCD. Dit heeft geresulteerd in documenten die bin-nen de regio gebruikt kunnen worden om de eigen ontwikkelingen te ondersteunen.

Zowel landelijk als regionaal is in 2012 veel aandacht besteed aan privacy en veiligheid m.b.t informatie-uitwisseling in de zorg. De eerder genoemde gedragscode EGIZ is hier een voorbeeld van. De bedoeling was om deze begin 2013 ter goedkeuring aan het CBP voor te leggen. Echter, eind 2012 heeft de minister van VWS een wetsvoorstel aangaande het cliëntrecht ingediend en heeft het CBP laten weten de Gedragscode niet te behandelen.Ongetwijfeld zal er ook in 2013 veel aandacht zijn voor privacy en veiligheid, landelijk én re-gionaal.

Privacy en veiligheid

Landelijke ontwikkelingen | 25

De vraagstukken waar we in onze regio mee te maken

krijgen, zijn niet uniek. Ook andere regio’s hebben

of krijgen hiermee te maken.

Page 26: Jaarverslag IZIT 2012

“Wij hebben voor deze plek gekozen vanwege de gunstige ligging”

26 | Over IZIT

Page 27: Jaarverslag IZIT 2012

In januari 2012 zijn we verhuisd naar Park Phi. Dit kan-torencomplex aan de Zuiderval, bestaat uit drie torens. IZIT huurt een aantal ruimtes in de hoogste toren. Het park is duurzaam gebouwd en de bouwer heeft daar-voor bij de opening in september, een prijs gekregen. Wij hebben voor deze plek gekozen vanwege de gun-stige ligging: de zorginstellingen in Enschede zijn ge-makkelijk (per fiets) te bereiken en via de snelweg zijn Hengelo en Almelo goed te bereiken. Omgekeerd geldt natuurlijk ook, en dat is gezien de vele verga-deringen die bij IZIT worden gehouden met mensen uit verschillende organisaties, geen overbodige luxe.Door het materiaalgebruik maken de kantoren een frisse en lichte indruk, en nu we het klimaatbeheersingssys-teem onder de knie hebben, is het er aangenaam werken.

Hoewel we het aantal overleggen zoveel mogelijk proberen te beperken, is er ook in 2012 flink vergaderd. De Raad van Commis-sarissen, de Programmaraad, de klankbordgroepen Architectuur en Privacy en Veiligheid én de werkgroepen voor de verschillende projecten, zijn in 2012 frequent bij elkaar ge-weest om zaken af te spreken en af te stemmen.Ook extern zijn we druk met overleggen en maken we heel wat kilometers: niet alleen naar de aangesloten organisaties, maar ook naar Nictiz-overleggen of bijeenkomsten van de gebruikersraad VZVZ. In totaal hebben we in 2012 zo’n 25.000 kilometer gereden.

In augustus is Monique Nijkamp met zwanger-schapsverlof gegaan. Op 27 september heb-ben zij en haar man een dochter gekregen. Helaas heeft Monique eind december haar baan bij IZIT opgezegd. In juli is Rob Roode in dienst gekomen als helpdeskmedewerk-er. Inmiddels is hij helemaal op de hoogte van het ZorgPortaal, de diensten van Zorg-NetOost en de werking van de huisartsinfor-matiesystemen. Rob is het eerste aanspreek-punt bij vragen en problemen en gaat zo no-dig ook bij huisartsen op bezoek. Per 1 ok-tober is Kim Thijssen als projectmedewerker gestart. Kim biedt vooral ondersteuning bij de projecten XDS en e-Overdracht. Met Bennie Assink, Marloes Sanders en Renie Heerbaart, bestaat het IZIT-team nu uit vijf mensen.

Overleggen binnen & buiten IZIT

Het IZIT Team

Over IZIT | 27

IZITOver

Page 28: Jaarverslag IZIT 2012

BEZOEKADRESZuiderval 62-27543 EZEnschede

POSTADRESZuiderval 62-27543 EZEnschede

WEBSITESwww.izit.nlww.zorgnetoost.nl

[email protected]@zorgnetoost.nl

[email protected] is telefonisch bereikbaar op werkdagen van 09.00 uur tot 17.00.

Contact

28 | Contact

Page 29: Jaarverslag IZIT 2012

UITGAVE IZIT

REDACTIE Renie HeerbaartMarloes Sanders

VORMGEVING Melk design

FOTOGRAFIE Gé Klein Wolterink

Colofon | 29

Colofon

Page 30: Jaarverslag IZIT 2012
Page 31: Jaarverslag IZIT 2012

Innovatie voor zorgmet toekomst

Page 32: Jaarverslag IZIT 2012