jco voetbaltechnisch beleidsplan jan2019 - onder13 · die methode is een doorlopende leerlijn voor...

21
1 Voetbaltechnisch Beleidsplan Onder13 Januari 2019 Onder13 Voetbaltechnisch Beleidsplan

Upload: others

Post on 16-Oct-2019

1 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

Page 1: JCO Voetbaltechnisch Beleidsplan jan2019 - Onder13 · Die methode is een doorlopende leerlijn voor de jeugd van 5 t/m 19 jaar. Trainers en spelers werken in een jaarplanning samen

1 Voetbaltechnisch Beleidsplan Onder13 Januari 2019

Onder13

VoetbaltechnischBeleidsplan

Page 2: JCO Voetbaltechnisch Beleidsplan jan2019 - Onder13 · Die methode is een doorlopende leerlijn voor de jeugd van 5 t/m 19 jaar. Trainers en spelers werken in een jaarplanning samen

2 Voetbaltechnisch Beleidsplan Onder13 Januari 2019

Inhoudsopgave

Onderwerp Pagina 1. Inleiding 3 2. Formatie en speelwijze Onder13 4 3. Opleidings- en coachingsdoelstellingen per leeftijdscategorie Onder13 11

a. Belangrijke uitgangspunten b. Profiel Onder13-trainer c. Tips d. Aandachtspunten

4. Individuele ontwikkeling 14 5. Een goede trainingsopbouw 15 a. Structuur b. Uitgangspunten 6. Techniektraining 16 Theorie 7. Loop- en coördinatiescholing voor Onder13 19 a. Coördinatie b. Inhoud van de training

Page 3: JCO Voetbaltechnisch Beleidsplan jan2019 - Onder13 · Die methode is een doorlopende leerlijn voor de jeugd van 5 t/m 19 jaar. Trainers en spelers werken in een jaarplanning samen

3 Voetbaltechnisch Beleidsplan Onder13 Januari 2019

1 Inleiding Naast het ‘Jeugdbeleidsplan’ en de ‘Handleiding Algemeen’ hanteert JCO ook een ‘Voetbaltechnisch Beleidsplan’ per leeftijdsgroep. In het voetbalspel zijn er vier hoofdmomenten: balbezit van het eigen team, balbezit van de tegenstander, het omschakelmoment van balbezit naar balverlies en dat van balverlies naar balbezit. Voor elk hoofdmoment zullen de algemene uitgangspunten worden uitgelegd. Ook zullen hier de spelbedoelingen en de opstellingen behandeld worden. Een speler leert het snelst als hij bewust leert. Dat betekent dat spelers nauw betrokken moeten worden bij de doelstellingen van de training en wedstrijden. Daarom is een duidelijke structuur van een training belangrijk. Verderop wordt dit uitgewerkt. Techniektraining is heel belangrijk. In dit beleidsplan wordt iets gezegd over de theorie. Oefenstof wordt echter aangereikt d.m.v. VTON (zie onder) Ook is er een hoofdstukje loop- en coördinatiescholing opgenomen. Dit omdat goed gecoördineerd bewegen het verschil maakt tussen een goede en een redelijke voetballer. Hoe minder energie je nodig hebt om te bewegen en hoe sneller je kunt wenden en keren, hoe meer tijd je hebt voor een goede balbehandeling. Kortom: er staat veel informatie in dit Voetbaltechnisch Beleidsplan. Genoeg om verantwoord met een groep spelers aan de gang te gaan en hen op een plezierige wijze kennis te laten maken met het voetbalspel. Daarbij zorgen het geven van vertrouwen en verantwoordelijkheid en de aandacht voor respect voor een positieve sfeer. Hierdoor zal de ontwikkeling van elke speler beter en sneller verlopen. In dit Voetbaltechnisch Beleidsplan zijn niet allerlei oefenvormen opgenomen. JCO heeft gekozen voor de VTON Voetbalmethode. Die methode is een doorlopende leerlijn voor de jeugd van 5 t/m 19 jaar. Trainers en spelers werken in een jaarplanning samen aan concrete doelstellingen. Alles komt aan bod: techniek, tactiek, fysiek en mentaal. De methode ondersteunt met meer dan 700 kant-en klare trainingen en is volledig digitaal met een mobiele website en een app voor tablet en smartphone. Daarmee kunnen trainers de oefeningen op het trainingsveld aanbieden met ondersteunende media, zoals filmpjes en animaties.

Page 4: JCO Voetbaltechnisch Beleidsplan jan2019 - Onder13 · Die methode is een doorlopende leerlijn voor de jeugd van 5 t/m 19 jaar. Trainers en spelers werken in een jaarplanning samen

4 Voetbaltechnisch Beleidsplan Onder13 Januari 2019

2 Het spelsysteem 11 tegen 11

Page 5: JCO Voetbaltechnisch Beleidsplan jan2019 - Onder13 · Die methode is een doorlopende leerlijn voor de jeugd van 5 t/m 19 jaar. Trainers en spelers werken in een jaarplanning samen

5 Voetbaltechnisch Beleidsplan Onder13 Januari 2019

Page 6: JCO Voetbaltechnisch Beleidsplan jan2019 - Onder13 · Die methode is een doorlopende leerlijn voor de jeugd van 5 t/m 19 jaar. Trainers en spelers werken in een jaarplanning samen

6 Voetbaltechnisch Beleidsplan Onder13 Januari 2019

Page 7: JCO Voetbaltechnisch Beleidsplan jan2019 - Onder13 · Die methode is een doorlopende leerlijn voor de jeugd van 5 t/m 19 jaar. Trainers en spelers werken in een jaarplanning samen

7 Voetbaltechnisch Beleidsplan Onder13 Januari 2019

Page 8: JCO Voetbaltechnisch Beleidsplan jan2019 - Onder13 · Die methode is een doorlopende leerlijn voor de jeugd van 5 t/m 19 jaar. Trainers en spelers werken in een jaarplanning samen

8 Voetbaltechnisch Beleidsplan Onder13 Januari 2019

Page 9: JCO Voetbaltechnisch Beleidsplan jan2019 - Onder13 · Die methode is een doorlopende leerlijn voor de jeugd van 5 t/m 19 jaar. Trainers en spelers werken in een jaarplanning samen

9 Voetbaltechnisch Beleidsplan Onder13 Januari 2019

Page 10: JCO Voetbaltechnisch Beleidsplan jan2019 - Onder13 · Die methode is een doorlopende leerlijn voor de jeugd van 5 t/m 19 jaar. Trainers en spelers werken in een jaarplanning samen

10 Voetbaltechnisch Beleidsplan Onder13 Januari 2019

Page 11: JCO Voetbaltechnisch Beleidsplan jan2019 - Onder13 · Die methode is een doorlopende leerlijn voor de jeugd van 5 t/m 19 jaar. Trainers en spelers werken in een jaarplanning samen

11 Voetbaltechnisch Beleidsplan Onder13 Januari 2019

3 Opleidings- en coachingsdoelstellingen Onder13 Belangrijke uitgangspunten:

• De Onder13-jeugd is een belangrijke leeftijdsgroep. De kinderen in deze leeftijdscategorie zijn vaak heel enthousiast, leergierig en vragen om technische aanwijzingen

• Hoewel de Onder13-pupil sneller van begrip is dan de Onder11-pupil en langer kan luisteren naar een instructie, pikt hij vooral veel op door een goed voorbeeld van de trainer-coach.

• De Onder13-pupil is sterk visueel ingesteld en leert min of meer op het eerste gezicht. Het motorische leervermogen verbetert snel, zodat technische vaardigheden goed en snel geleerd kunnen worden. Het is zelfs de ideale leeftijd om technische vaardigheden te leren. Nadat de grove techniek in relatief hoog tempo is verwerkt, kan aandacht worden besteed aan verfijning en uitbreiding.

• Een eigen mening ontwikkelt zich. De drang om zich te vergelijken met anderen neemt toe. Dat geldt ook voor de kritiek op eigen prestaties en die van anderen. Hoewel de succesbeleving nog sterk individueel gericht is, ontstaat ook al meer het beeld van teamspeler en daardoor een groepsgevoel.

• In de Onder13-jeugd wisselen spelers al veel minder van vrienden. Er ontstaan vaste vriendengroepen met een duidelijke groepsorde.

• Ook het samenwerkingsgedrag neemt toe en daarom kan er al meer aandacht voor tactiek en samenspel zijn.

• Liggen in de vorige fase (Onder11-jeugd) de accenten op spelend leren, nu vindt er geleidelijk een verschuiving plaats naar het leren door spelend oefenen. De bewegingsdrang is meer gecontroleerd en mede daardoor is een hoog leertempo mogelijk.

• Bij sommige vroegrijpe kinderen kondigt zich het begin van (de problemen van) de puberteit aan. Er kunnen dus al verschillen ontstaan in prestatieniveau.

• De lichaamsbouw bij de meeste Onder13-pupillen is harmonisch. Het kind zit nog lekker in zijn vel. Eigenschappen als snelheid, behendigheid en coördinatie ontwikkelen zich dan ook snel. Zo is het coördinatievermogen bij voldoende lichaamservaring zelfs optimaal.

• De voorwaarden zijn aanwezig om vrijwel alle bewegingen onder de knie te krijgen. Leg daarom regelmatig het accent op een algemene looptechnische scholing, waarbij alle soorten van bewegingen aandacht kunnen krijgen. Besteed bijvoorbeeld aandacht aan het nemen van hindernissen, waarbij eisen worden gesteld aan aspecten als behendigheid en coördinatie. (doe de loopscholing als extra wanneer het trainingsveld niet beschikbaar is)

• Hoewel de belasting nog gedoseerd moet worden, kunnen aspecten als snelheid en reactievermogen de volle aandacht krijgen.

• De Onder13-pupil wil groot zijn. Wie iets kan die is iets en telt mee! Vooral de oudere Onder13-pupillen zullen al bewust bezig zijn met het verwerven van een plaats binnen de groep. Als je lichamelijk goed in elkaar zit en je kunt wat met je lichaam, dan win je aan status. Kinderen in deze fase vergelijken zich dan ook sterk met elkaar. Wedijveren en prestatiezucht nemen toe. De Onder13-trainer-coach kan daar op inspelen door tijdens trainingen voor oefenvormen te kiezen, waarin wedijver aan de orde is.

• De prestatiezucht en het enthousiasme van de Onder13-pupil en het gebruik van wedstrijdgerichte vormen mogen overigens niet voortdurend ten koste gaan van de technische uitvoeringswijze van de beweging, de onderlinge sfeer in de groep en het tactische overzicht en samenspel. Relativeer als trainer-coach van tijd tot tijd het resultaat en de prestaties.

• De Onder13-pupil kent meestal geen angst, is een avonturier en ontdekker. Hij richt zich op de dingen die om hem heen te zien zijn en die in de directe toekomst zijn te verwachten. Het is over het algemeen geen denker of piekeraar en tracht zijn doel zonder al te veel omwegen te bereiken en dat is ook in het spel terug te zien. Angst is hem onbekend, omdat hij nog niet zo sterk nadenkt over de gevolgen van zijn acties. Hij leeft hier en nu. Daardoor vergeet hij bijvoorbeeld ook een nederlaag of overwinning zeer snel.

• De band met de jeugdtrainer wordt groter naarmate de persoonlijke gesprekken gaan over de vorderingen van de Onder13-pupil.

• In deze leeftijdsfase wordt de basis voor een eventuele voetbalcarrière gelegd. Het is niet voor niets dat het Jeugdplan Nederland van de KNVB in deze leeftijdscategorie begint met scouting en selectiewedstrijden. Dat geldt zeker ook voor de BVO’s.

Page 12: JCO Voetbaltechnisch Beleidsplan jan2019 - Onder13 · Die methode is een doorlopende leerlijn voor de jeugd van 5 t/m 19 jaar. Trainers en spelers werken in een jaarplanning samen

12 Voetbaltechnisch Beleidsplan Onder13 Januari 2019

Profiel Onder13-trainer:

• De Onder13-jeugdtrainer/coach moet aan twee belangrijke eigenschappen voldoen als je de kenmerken van deze leeftijdsgroep als uitgangspunt neemt: hij moet enthousiast zijn en over voldoende eigenvaardigheid beschikken om tijdens trainingen het goede voorbeeld te geven.

• Als Onder13-trainer/coach hoef je minder dan bij de Onder11- of Onder9-jeugd te reageren op het moment zelf. Onder13-pupillen kunnen al een korte foutanalyse achteraf verwerken. Ze zijn tegenwoordig zeker in staat om een aantal tactische basisprincipes uit te voeren. Dat betekent dat de Onder13-trainer/coach in elk geval over voldoende tactische kennis moet beschikken.

• Hij moet ook weten hoe je op deze leeftijd eigenschappen als snelheid, behendigheid en coördinatie kunt ontwikkelen en creativiteit aan de bal kunt stimuleren.

• Een goede trainer/coach bij de Onder13-jeugd reserveert tijd voor persoonlijke gesprekken met zijn spelers over de vorderingen en heeft regelmatig contact met de ouders.

Tips:

• Ook bij Onder13-jeugd is het contact met de ouders van belang. Organiseer een ouderavond en geef toelichting op de uitgangspunten, afspraken en regels. De voetbalontwikkeling staat bij de trainer/coach voorop. Ouders willen nog wel eens prestaties belangrijker vinden.

• Stimuleer dat kinderen ook buiten het trainingsveld veel voetballen. Maak daarbij gebruik van de prestatiebehoefte van Onder13-pupillen: ‘Wie kan volgende week de bal al 50 keer hooghouden?’ of ‘Wie zal de volgende training deze schijnbeweging het beste kunnen voordoen?’

• Geef geen uitgebreide warming-up zonder bal. Rek- en strekoefeningen voor de Onder13-pupillen is zonde van de tijd. Gebruik de beschikbare tijd volledig om de Onder13-pupil te laten leren.

• Verplaats je als Onder13-trainer/coach in de pupil, spreek kindertaal, durf een ‘toneelstukje’ op te voeren op het trainingsveld en daag de pupil uit. Dat zal zeker voor extra beleving en plezier zorgen.

• Stimuleer creativiteit aan de bal. Behandel bijvoorbeeld het duel 1:1 vooral aanvallend en geef goede voorbeelden hiervoor. Moedig in de wedstrijd de individuele actie op het juiste moment aan.

• Onder13-pupillen nemen heel snel het enthousiasme van hun trainer/coach over! • Besteed zeker in deze belangrijke leerfase ruime aandacht aan ‘tweebenigheid’. Laat dus oefenvormen

met zowel het rechter- als het linkerbeen uitvoeren. • Train in hoog trainingsritme. Sta niet te veel en te lang stil door een uitgebreide mondelinge uitleg. • Geef niet te veel tactische tips tegelijk. • Speel liever een aantal korte partijen met steeds nieuwe uitdagingen dan een lange partij. • Stimuleer dat de spelers zelf al nadenken over voetbalproblemen door bij de coaching vooral veel

vragen te stellen. • Wees consequent in de hantering van de regels. Of het nu sociale regels betreft of spelregels, kinderen

in deze fase ontwikkelen een scherp gevoel voor rechtvaardigheid. Maak de regels van te voren goed duidelijk, maar bewaak ze ook consequent. Je zult merken dat de kinderen gaan corrigeren bij het overtreden van regels.

• Haal bij groepsgewijze correctie de meest gemeenschappelijke fouten eruit. Waak er voor de jeugdige voetballer af te laten gaan voor de groep door hem te laten demonstreren hoe fout hij het doet! Geef liever zelf een goed voorbeeld. De groepsreacties (uitlachen e.d.) gaan al een belangrijke rol spelen.

• Leg een goed contact met de speler. Contact opbouwen gaat nooit van één kant. Zorg voor tweerichtingscommunicatie. Dat begint al met een praatje in de kleedkamer. Ook vragen stellen tijdens de training bevordert de motivatie en het contact met de trainer/coach. Een goede relatie tussen leider en deelnemers is de basisvoorwaarde om tot leerprestaties te komen.

• Beloon prestaties! De Onder13-jeugd is gevoelig voor complimenten. Met belonen wordt vaak meer bereikt dan met straffen. Er wordt te vaak van uitgegaan dat het normaal is wanneer iets lukt of goed gaat.

• Daag de kinderen gerust eens uit! Oefeningen aanbieden met een zeker risico van mislukken, met daarbij de aantekening dat dit voor hen heel lastig gaat worden, werkt stimulerend. Een houding van speelse uitdaging is effectiever dan een doodernstig gezicht.

Page 13: JCO Voetbaltechnisch Beleidsplan jan2019 - Onder13 · Die methode is een doorlopende leerlijn voor de jeugd van 5 t/m 19 jaar. Trainers en spelers werken in een jaarplanning samen

13 Voetbaltechnisch Beleidsplan Onder13 Januari 2019

Aandachtspunten:

• Onder13-pupillen spelen vaak alleen dieptepasses. ‘Zoals de voeten staan, zo gaat de bal’. Dit kan verholpen worden door in de dribbelvormen met kapbewegingen van richting te veranderen.

• In de Onder13-jeugd is de ontwikkeling van de traptechniek zeer belangrijk. De Onder13-pupil wil vaak niet met het ‘verkeerde been’ schieten, dus de trainer moet dit motiveren. Voor een verre pass wordt vaak de binnenkant van de voet gebruikt. Aandacht dus voor het aanleren van de wreeftrap.

• Het komt nogal eens voor dat Onder13-pupillen niet willen koppen. Besteed aandacht aan de koptechniek in partijspelen (scoren alleen met het hoofd etc.) via handbal, voorzet via dropkick of voorzet vanuit een neutrale zone. Hierbij gaat het om de intentie van het willen koppen. In hogere leeftijdsgroepen wordt het koppen vanzelf beter en makkelijker te trainen.

• Door het enthousiasme en de enorme ijver van de Onder13-pupil sluipen vaak slordigheden in zijn spel, ofschoon hij de technische vaardigheden redelijk beheerst. De trainer begeleidt de Onder13-pupil door hem op een bepaalde positie tijdens de wedstrijd en training te laten spelen. Zo komt er meer rust in zijn spel.

• Bij wat minder getalenteerde spelers is tijdens de wedstrijd nog vaak het kluitjesvoetbal te zien. Vooral in 6:6 of 7:7 moet er de nadruk worden gelegd op ‘het veld groot houden’ tijdens balbezit.

• Speel altijd in het 1:4:3:3 systeem. Zet spelers in de positie en leer ze op minimaal twee posities te spelen. Stimuleer de opbouw van achteruit.

Page 14: JCO Voetbaltechnisch Beleidsplan jan2019 - Onder13 · Die methode is een doorlopende leerlijn voor de jeugd van 5 t/m 19 jaar. Trainers en spelers werken in een jaarplanning samen

14 Voetbaltechnisch Beleidsplan Onder13 Januari 2019

4 Individuele ontwikkeling De jeugdopleiding van JCO is gericht op individuele ontwikkeling. Hierbij leert een speler (lees ook: keeper) allereerste de baas te worden over de bal. Daarna vindt er steeds meer ontwikkeling plaats op het gebied van technische vaardigheden in steeds complexere situaties. Bij Onder9- en Onder11-spelers is de ontwikkeling van de techniek op het gebied van balvaardigheid en loopvaardigheid het meest belangrijk. Het samenspelen en het taakgericht spelen zijn onderdelen die vanaf Onder13 langzamerhand aandacht gaan krijgen (zie ook 2 Visie Handleiding Algemeen).

Speler en trainer van selectieteams voeren 10-minuten gesprekken. Ze stellen realistische doelen op voor de komende periode. Hiermee bereiken we dat de speler bewust kan gaan werken aan zijn eigen ontwikkeling. De te ontwikkelen onderdelen worden vastgelegd op papier. De speler zal via huiswerkopdrachten hier zelf mee aan de gang gaan. Ook tijdens trainingen zal er gericht worden gewerkt aan deze ontwikkelpunten. Tijdens de 10 minuten gesprekken worden de ontwikkelingen besproken en wordt het plan eventueel bijgesteld. Uiteraard heeft een ingevuld formulier voor een Onder9- of Onder11-speler een andere intentie dan voor bijv. een Onder15-speler.

We volgen verder de ontwikkeling van de spelers door per team, 2x per seizoen (dec en apr) een spelersbeoordelingsformulier in te vullen.

Page 15: JCO Voetbaltechnisch Beleidsplan jan2019 - Onder13 · Die methode is een doorlopende leerlijn voor de jeugd van 5 t/m 19 jaar. Trainers en spelers werken in een jaarplanning samen

15 Voetbaltechnisch Beleidsplan Onder13 Januari 2019

5 Een goede trainingsopbouw Bij een goede training wordt aandacht besteed aan de beginsituatie, de doelstelling, de gekozen vorm en werkwijze en aan de evaluatie. Structuur:

1. 15 minuten voordat de training begint zitten de spelers omgekleed in de kleedkamer. De trainer is vroegtijdig aanwezig en heeft het materiaal etc. al gecontroleerd.

2. De trainer heet de spelers welkom. Hij vraagt naar de ervaringen van de laatste wedstrijd: wat ging goed, waarom? Wat kan beter? Hoe?

3. Vervolgens wordt de doelstelling van de training besproken. Leidend hierbij is de lange termijn ontwikkeling. Daar kan een korte termijndoel aan gekoppeld worden.

4. De trainer bespreekt de oefeningen die gedaan zullen worden. De spelers kunnen zelf een individueel leerdoel bepalen.

5. Om de Life skills aan te leren worden elke week andere spelers aangewezen om leiding te geven aan de groep. Dat betekent dat ze verantwoordelijk zijn voor het samen meenemen en (na afloop) opruimen van al het materiaal, de uitvoering van de warming up vorm, het opruimen en droog achterlaten van de kleedkamer.

6. Tijdens de training verwijst de trainer steeds naar de leerdoelen. Spelers worden uitgedaagd om mee te denken over oplossingen voor voetbalproblemen

7. Na afloop wordt er gezamenlijk opgeruimd en gaat het hele team terug naar de kleedkamer om de training na ter bespreken: wat was het doel, hebben we dat bereikt, heb ik mijn individuele leerdoel behaald. De trainer geeft dan ook het huiswerk op: werken aan eenvoudige technische vaardigheden of in het kader van de life skills: het houden van een korte presentatie over je voetbalidool.

8. Er wordt verplicht gedoucht. De trainer en/of leider houdt hierbij toezicht. De kleedkamer wordt schoon en droog achtergelaten.

Uitgangspunten bij de training zijn: Het spelplezier staat voorop. Spelen om te winnen is belangrijk om zo te leren omgaan met winst en verlies. Bij de oefenvormen gaat het om: (Doel)punten maken / voorkomen en Doelgerichtheid. De Hoofdmomenten komen steeds terug in de training: Balbezit. (BB) (Mikken, Individueel balbezit houden, Samen balbezit houden); Balbezit tegenpartij. (BBT) (Storen, Bal veroveren / bal afpakken, Doelpunten voorkomen / doel verdedigen). Er wordt veel herhaald: dat betekent: Veel beurten, Vaak dezelfde technische vaardigheid, Vormen komen steeds terug, Goede planning / organisatie, Iedereen een bal, Voldoende pilonnen / hesjes / doelen. Er wordt rekening gehouden met de leeftijd en het niveau van de groep: Gericht op het hier en nu, Spelers worden aangesproken op hun fantasie, het gaat om “De bal en ik” , de oefenvormen zijn kortdurend. Er wordt op een positieve manier gecoacht/ beïnvloed: Laten ontdekken / ervaren, Activeren / afremmen, Spelers beïnvloeden door vraag en antwoord spel, Voorbeeld laten geven of voordoen, Relatie leggen met de fantasie wereld. Spelers zelf laten meewerken in de organisatieopbouw en het opruimen van het materiaal. Het leren van duidelijke voetbalregels, bijvoorbeeld met betrekking tot veiligheid (b.v. scheenbeschermers dragen). Komen tot het aanleren van voetbal: “leren spelen door spelend leren”. Accent leggen op bewegingsopgaven, waarbij het aankomt op snelheid en op reactiesnelheid (spelvormen zijn dus heel geschikt). Veel tijd besteden aan basistechnieken (verbeteren en uitbreiden) via veel balcontacten en variatie. Via 1:1 en 4:4 komen tot spel 7:7, waarbij de kinderen op verschillende plaatsen kunnen spelen. Het eenvoudig samenspel (eerst kijken) stimuleren, bereiken dat alle kinderen van het samen voetballen kunnen genieten en bovendien gemotiveerd worden om als team te werken aan de verbetering van hun samenspel. De relatief kleine groep fantasierijk en speels benaderen

Page 16: JCO Voetbaltechnisch Beleidsplan jan2019 - Onder13 · Die methode is een doorlopende leerlijn voor de jeugd van 5 t/m 19 jaar. Trainers en spelers werken in een jaarplanning samen

16 Voetbaltechnisch Beleidsplan Onder13 Januari 2019

6 Techniektraining Techniek is altijd gekoppeld aan de bedoeling van het spel. Het spel is per definitie doelgericht. Techniek is een middel om iets te bereiken. Dus om iets over techniek te kunnen zeggen moet eerst de bedoeling van het spel begrepen worden. Met het aanleren van techniek kun je niet jong genoeg beginnen. Spelers moeten leren om flexibel om te gaan met technische vaardigheden, immers geen enkele wedstrijdsituatie is hetzelfde. Daarom dient een trainer kennis van de basistechnieken te hebben en het liefst kan hij deze ook nog voordoen. Geef de jongens/meisjes huiswerk mee (bepaalde bewegingen, probeer per keer 1 á 2 bewegingen te bedenken) en herhaal deze bewegingen op de eerstvolgende training. Alleen dan zullen ze het nog sneller aanleren. Je geeft ze op deze manier een stukje verantwoordelijkheid. Hierna volgt een uitwerking van de trainingsvormen, gebracht onder spelbedoelingen van voetballen in de voorfase binnen de hoofdmomenten balbezit (BB) en balbezit tegenpartij. (BBT) Probeer er een methodische opbouw in te vinden, dat wil zeggen van makkelijk (weinig weerstand) naar moeilijk (meer weerstand). In onderstaande tabel staat een aantal algemene maatregelen met de effecten opgenomen. Algemene maatregelen Effecten Ruimte groter. Meer tijd, grotere afstanden lopen en passen. Ruimte kleiner. Minder tijd voor spelers om voetbalsituaties

op te lossen. Minder tegenstanders. Meer tijd, overzicht makkelijker. Meer tegenstanders. Minder tijd, overzicht moeilijker. Tegenstander die niet in balbezit is dwingen om de bal zo snel mogelijk te veroveren

Minder tijd, vergt grotere handelingssnelheid overzicht moeilijker

Voldoende ballen, op het speelveld aanwezig.

Grotere continuïteit, eerder weer aan de gang.

Direct spelen (direct scoren) Minder tijd, grotere handelingssnelheid. Tijdslimieten instellen (bijvoorbeeld nog 5 minuten, of laatste minuut).

Buitenspelregel invoeren. Minder ruimte, minder tijd. (vanaf Onder13-pupillen)

Page 17: JCO Voetbaltechnisch Beleidsplan jan2019 - Onder13 · Die methode is een doorlopende leerlijn voor de jeugd van 5 t/m 19 jaar. Trainers en spelers werken in een jaarplanning samen

17 Voetbaltechnisch Beleidsplan Onder13 Januari 2019

Theorie.

Passen binnenkant voet: Waarom speel je met de binnenkant voet? Je hebt een grotere nauwkeurigheid dan bij de wreeftrap. Wanneer speel je de bal met de binnenkant voet? Bij snel en kort spel (positiespel). Aandachtspunten voor de technische uitvoering: Goede positie ten opzichte van de bal. Standbeen: licht gebogen, dicht bij de bal en de voet wijst meestal in de speelrichting. Speelbeen: iets naar buiten gedraaid, knie en enkel gebogen. Speelvoet: iets naar buiten gedraaid, loodrecht op de speelrichting, voetpunt opgetrokken

en de enkel span je helemaal aan. Raakvlak: bal raken met de binnenkant voet waarbij: Als je de bal aan de onderkant raakt, gaat de bal omhoog. Als je de bal daarentegen meer aan de bovenkant raakt, dan blijft hij laag. Bal na trappen nawijzen.

Aan- en meenemen van de bal: Waarom aan- en meenemen? Bal kan niet altijd direct gespeeld worden. Spel moet verplaatst worden van weinig speelruimte naar meer speelruimte. Aandachtspunten voor de technische uitvoering: Goed positie kiezen t.o.v. de bal en de tegenstander. Met uitzondering van de armen en handen kan de bal met alle lichaamsdelen aangenomen worden. Principe: Eerst de bal tegemoet gaan en bij contact met de bal ‘met de bal meegaan’ en zodoende de bal ‘dood’ maken, controleren. (Dit betekent, dat de voet bij contact met de bal naar achter veert en de bal zo afremt totdat de voet stopt en de bal dus helemaal stilligt. Wanneer de voet stijf gehouden wordt springt de bal weer naar voren weg) Zo min mogelijk handelingen gebruiken om de bal weer speelklaar te leggen. Dribbelen en drijven:Wanneer dribbelen en drijven? Dribbelen doe je als je voortbeweegt met de bal in een lager tempo en in een kleine ruimte. Drijven doe je als je voortbeweegt met de bal in een hoger tempo en in een grote ruimte. Aandachtspunten voor de technische uitvoering: Speelbeen: bal steeds zodanig en zo vaak raken dat hij in het looptempo en in goede

richting kan worden meegenomen “bal aan elastiekje”. (Stelregel dribbelen, elke stap wordt de bal aangeraakt. Stelregel drijven, elke paar meter wordt de bal aangeraakt)

Speelvoet: juiste spanning in de voet en enkel (bal niet laten wegspringen). Raakvlak: het beroeren van de bal afwisselend met wreef, binnen- en buitenkant van de

voet afhankelijk van richtingsveranderingen.

Page 18: JCO Voetbaltechnisch Beleidsplan jan2019 - Onder13 · Die methode is een doorlopende leerlijn voor de jeugd van 5 t/m 19 jaar. Trainers en spelers werken in een jaarplanning samen

18 Voetbaltechnisch Beleidsplan Onder13 Januari 2019

Sliding: Wanneer een sliding? Laatste mogelijkheid om: Tegenstander te verhinderen op het doel te schieten / voorzet te laten geven. In balbezit te komen. Bij het inzetten van een sliding moet je zeker weten dat de bal geraakt en het liefst veroverd wordt, anders op de been blijven! Aandachtspunten voor de technische uitvoering: Vanuit topsnelheid glijden naar de bal: Standbeen: van naast/schuin achter de tegenstander standbeen bij laatste pas sterk buigen. Romp: lichaam volledig strekken. Speelbeen: speelbeen naar achteren zwaaien (spanboog). Glijden naar de bal en afhankelijk van speelveldgedeelte en afstand tot de tegenstander kiezen voor: Wegtikken van de bal . Passen van de bal met de wreef. In balbezit komen d.m.v. de voet om de bal heen te plaatsen (als een “haak”) en vervolgens de knie te buigen terwijl het lichaam doorglijdt.

Wreeftrap: Wanneer de wreeftrap? Bij het schieten op het doel. Bij het verplaatsen van het spel over grote afstand. Aandachtspunten voor de technische uitvoering: Goed positie kiezen ten opzichte van de bal (waarnemen). Standbeen: via laatste grote stap naast, voorbij of achter de bal te plaatsen, punt van de voet in de speelrichting, knie licht gebogen. → iets voorbij de bal, lichaam voorover → bal blijft laag. → iets achter de bal, bal aan de onderkant raken → bal gaat omhoog. Romp: wordt eerst achterwaarts gebogen (spanboog) en buigt voorwaarts op het moment van schieten (explosief).Speelbeen: vanuit heup en knie achterwaarts brengen, daarna een zwaai voorwaarts. Speelvoet: enkel strekken en spannen. Raakvlak: binnenkant of volle wreef afhankelijk van de situatie.

Page 19: JCO Voetbaltechnisch Beleidsplan jan2019 - Onder13 · Die methode is een doorlopende leerlijn voor de jeugd van 5 t/m 19 jaar. Trainers en spelers werken in een jaarplanning samen

19 Voetbaltechnisch Beleidsplan Onder13 Januari 2019

7 Loop- en coördinatiescholing Onder13 In de training voor Onder13-pupillen kunnen we een goede basis leggen voor specifieke loop- en coördinatiescholing, zoals we die later in de opleiding toepassen. Door hier vroegtijdig aandacht aan te besteden leren spelers effectief en goed gecoördineerd te bewegen. Dat voorkomt verkeerde looptechniek en blessures. Hoe effectiever een speler beweegt, hoe wendbaarder hij is, hoe sneller hij kan handelen en hoe effectiever zijn bijdrage is. Ook helpt dit blessures als gevolg van groei (vanaf Onder13-pupillen) te voorkomen. Het motto is daarom: “jong geleerd is, oud gedaan”. A Coördinatie Bij de pupillen draait veel, zo niet alles, om het verbeteren van de coördinatie. Binnen het voetbaltechnische kader kunnen we bijvoorbeeld wijzen op de training van tweebenigheid. Iets wat in deze periode nog wel makkelijk kan worden aangeleerd, maar later slechts door veel tijd en inspanning. Waarbij dan het belang van andere elementen uit de voetbaltraining ook nog eens zwaar weegt. Vanuit het perspectief van L/C training willen we vooral coördinatieve componenten van de grondmotorische vaardigheden trainen. Deze peilers van elke fysieke sport zijn:

• kracht • uithoudingsvermogen • snelheid • lenigheid en coördinatie (de laatste nu als zelfstandig onderdeel als verzamelnaam voor basale

coördinatieve eigenschappen als ritme en balans). De L/C training is in 95% indirect methodisch van aard, dus weinig directe scholing. Moeilijke termen, maar makkelijk uit te leggen. Het gaat om veel prikkels, veel uitdaging en veel herhaling. Dus waar mogelijk de oefenstof in competitieve setting gieten. Wedstrijdjes om zo hoog mogelijk rendement te halen! Echter niet te spelen om te spelen maar spelen met een doel. Zou je alleen maar met specifieke voetbaltraining (vormen) een maximale training kunnen krijgen, zou je af en toe ook de afzonderlijke basisvaardigheden kunnen trainen, om het maximale uit de speler te halen? En dat is wel een vereiste om later, met de bal beter te kunnen presteren. Twee voorbeelden daarvan, sprinten met de bal aan de voet is afhankelijk van de balvaardigheid, maar ook van de sprintsnelheid en die moeten we verbeteren door specifieke sprinttraining. Beter koppen kunnen we grofweg trainen op twee manieren, door het werken aan de timing, maar ook door middel van sprongkrachttraining en ook voor dat laatste element geldt: eerst zonder bal, daarna met. Uiteraard is L/C training geïntegreerd in de totale training. Het kan het beste gelijk na (als verlenging van) de warming-up plaatsvinden. Per training zou je er zo’n 10 minuten voor uit moeten trekken.

Page 20: JCO Voetbaltechnisch Beleidsplan jan2019 - Onder13 · Die methode is een doorlopende leerlijn voor de jeugd van 5 t/m 19 jaar. Trainers en spelers werken in een jaarplanning samen

20 Voetbaltechnisch Beleidsplan Onder13 Januari 2019

B Inhoud van de training Per grondmotorische basisvaardigheid is aangegeven waarop de accenten liggen binnen LCR (loop- coördinatietraining en reactievermogen) voor Onder13-pupillen. Snelheid:

• reactievermogen na aanraking, geluiden visuele signalen. • frequentie (hoog ritme inzetten benen en armen → zoveel mogelijk binnen korte tijd. • acceleratievermogen (vermogen om snel te kunnen versnellen, uit stilstand

en uit beweging). Uithoudingsvermogen:

• niet specifiek → maar door tempo in training/wedstrijden door sprintspelvormen. Lenigheid:

• alleen bij significante tekorten specifiek trainen. Kracht:

• veelzijdige springtraining → vooral meervoudige en enkelvoudige 1-benige sprongen (hinken, sprongspelletjes).

• koppen als onderdeel van krachttraining met zachte (foam)ballen (i.v.m. beschadiging lange termijn en belastbaarheid korte termijn).

Coördinatie:

• behendigheidstraining (slalom, hindernisbanen, loopvormen met draaien / keren) reactie (zie snelheid).

• tegengestelde arminzet (veel voetballers lopen met synchrone arminzet dus linkerbeen en linkerarm tegelijk naar voren, dat hoort andersom.

• oefeningen ter verbetering van balans, differentiatie en oriëntatie, lichtvoetigheid (losjes op de benen staan → alles op de voorvoeten → constant aandachtspunt.

Loop- en Coördinatiescholing Er is eindeloos te variëren met oefenstof. Als je een paar oefeningen kent weet je eigenlijk wel genoeg om er zelf wat bij te verzinnen. Houd de oefening simpel wat uitleg en uitvoering betreft. Het spelelement is zeer belangrijk bij de loopoefeningen. Technische aanwijzingen alleen bij grote fouten. Daarbij moet je denken aan:

• Lopen op de hakken in plaats van hele voet / voorvoet. • Lichaam te ver naar voren. • Hoofd in de nek.

Page 21: JCO Voetbaltechnisch Beleidsplan jan2019 - Onder13 · Die methode is een doorlopende leerlijn voor de jeugd van 5 t/m 19 jaar. Trainers en spelers werken in een jaarplanning samen

21 Voetbaltechnisch Beleidsplan Onder13 Januari 2019

Voorbeelden van oefenstof: Snelheid:

• Wedstrijdjes over 10 meter sprinten uit verschillende uitgangshoudingen (bijvoorbeeld staande start, buiklig, ruglig, langzit, ligsteun etc.) Variatie: Visueel startsignaal in plaats van mondeling.

• Tikspelen, zoals “schipper mag ik overvaren” ofwel het overlopen over een vak met daarin een tikker. • Estafettevormen. Kan zowel in pendelvorm (heen en weer) als in klassieke vorm (rondje lopen). • Variatie: In doorgeven voorwerp (bal, pilon etc.), dan wel aantikken. Variatie in afstanden. • Zelfde vormen als hierboven, maar dan met bal.

Kracht:

• Hinkwedstrijdjes. • Huppelvormen. • 1 benige sprongetjes in fietsbanden. • Kopbalvormen. • Concours Hippique (parcours met kleine hindernisjes, zoals liggende pilonnen, ballen, enz.).

Coördinatie:

• Slalomwedstrijdjes. • Gedwongen lopen (wil zeggen lopen met bepaalde tussenafstanden bijvoorbeeld door gebruik te

maken van loopladder, stokjes, andere hindernisjes) → vooral gericht op frequentievermogen. • Korte sprintwedstrijdjes, waarbij heen en teruggelopen moet worden. • “Lijn” aanraken met de hand of met de voet (keren). • Hindernisbanen. • Bal overgooien terwijl de spelertjes op één been staan. • “Evenwichtsbalk” door een smalle strook of een lijn te spannen waar ze tussendoor of over heen

moeten lopen.