jeroen de geus (svn) marjolijn kroon (at osborne) 5 oktober 2012 · 2015. 8. 13. · 2 voorwoord...

71
Benchmark Efficiëntie op de CSA Deel 2: conclusies en aanbevelingen Jeroen de Geus (SVN) Marjolijn Kroon (AT Osborne) 5 oktober 2012 Foto: UMC Utrecht

Upload: others

Post on 21-Sep-2020

0 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

Page 1: Jeroen de Geus (SVN) Marjolijn Kroon (AT Osborne) 5 oktober 2012 · 2015. 8. 13. · 2 Voorwoord Voor u ligt deel 2: conclusies en aanbevelingen van het resultaat van de Benchmark

BenchmarkEfficiëntie op de CSA

Deel 2: conclusies en aanbevelingen

Jeroen de Geus (SVN)

Marjolijn Kroon (AT Osborne)

5 oktober 2012

Foto: UMC Utrecht

Page 2: Jeroen de Geus (SVN) Marjolijn Kroon (AT Osborne) 5 oktober 2012 · 2015. 8. 13. · 2 Voorwoord Voor u ligt deel 2: conclusies en aanbevelingen van het resultaat van de Benchmark

2

Voorwoord

Voor u ligt deel 2: conclusies en aanbevelingen van het resultaat van de Benchmark CSA 2012.

Dit deel sluit aan op deel 1 waarin een samenvatting van de antwoorden is opgenomen.

Dit onderzoek is een initiatief van SVN en AT Osborne.

Aan het onderzoek hebben 58 CSA’s meegedaan. Hiermee is de respons 68%.

In beide delen zijn de gegevens geanonimiseerd. Meer details over uw specifieke situatie, kunnen in een individueel gesprek worden toegelicht.

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Marjolijn Kroon (06-21517765) of mailen naar [email protected].

Page 3: Jeroen de Geus (SVN) Marjolijn Kroon (AT Osborne) 5 oktober 2012 · 2015. 8. 13. · 2 Voorwoord Voor u ligt deel 2: conclusies en aanbevelingen van het resultaat van de Benchmark

3

Inhoudsopgave

Inleiding pagina 4

Deelconclusies pagina 5

Overall conclusie pagina 60

Aanbevelingen pagina 65

Bijlage pagina 67

Page 4: Jeroen de Geus (SVN) Marjolijn Kroon (AT Osborne) 5 oktober 2012 · 2015. 8. 13. · 2 Voorwoord Voor u ligt deel 2: conclusies en aanbevelingen van het resultaat van de Benchmark

4

Inleiding

Doelstelling

Het doel van deze benchmark is om de efficiëntie van de CSA’s in Nederland te meten en te vergelijken.

Met de resultaten kunt u nagaan hoe uw CSA scoort op efficiëntie ten opzichte van CSA’s in andere ziekenhuizen.

Daarnaast kunnen we voor algemene ziekenhuizen op meerdere onderdelen de huidige situatie op de CSA vergelijken met de situatie in 2004 omdat we toen een vergelijkbare benchmark hebben uitgevoerd.

Page 5: Jeroen de Geus (SVN) Marjolijn Kroon (AT Osborne) 5 oktober 2012 · 2015. 8. 13. · 2 Voorwoord Voor u ligt deel 2: conclusies en aanbevelingen van het resultaat van de Benchmark

5

DeelconclusiesInhoudsopgaveAlgemeen

Aantal OK’s, aantal zorginstellingen.

Organisatie

Locatie CSA, eigen beheer, uitbesteden partij, welke processen zijn uitbesteed, flexibele scopen, zelfstandige afdeling, budgethouder, SLA, CSA-taken, fte, bedrijfstijden, overwerk, ziekteverzuimpercentage.

Productie

Aantal netten, netten/fte, netten/OK, netten/uur, los instrumentarium, netten en los instrumentarium, verhouding losse instrumenten per net, netten en los instrumentarium/fte, flexibele scopen, kostprijs, netten in omloop, soorten netten.

Productiecapaciteit

Wasmachines, stoomsterilisatoren, netten/stoomsterilisator, sterilisator capaciteit vs werkelijke productie, waterstofperoxidesterilisatie.

Page 6: Jeroen de Geus (SVN) Marjolijn Kroon (AT Osborne) 5 oktober 2012 · 2015. 8. 13. · 2 Voorwoord Voor u ligt deel 2: conclusies en aanbevelingen van het resultaat van de Benchmark

6

Algemeen: aantal OK’s (n=58)

Resultaten

• Gemiddelde is 10,7 OK’s.

Deelconclusies

• Academische ziekenhuizen hebben meer OK’s dan topklinische. Algemene ziekenhuizen hebben het laagst aantal.

58

Page 7: Jeroen de Geus (SVN) Marjolijn Kroon (AT Osborne) 5 oktober 2012 · 2015. 8. 13. · 2 Voorwoord Voor u ligt deel 2: conclusies en aanbevelingen van het resultaat van de Benchmark

7

Algemeen: aantal zorginstellingen (n=58)

Resultaat

• 64% van de CSA’s levert aan 1 zorginstelling op 1, 2 of meer dan 2 locaties.

• 14% van de CSA’s levert aan 2 of 3 zorginstellingen.

• Er zijn geen noemenswaardige verschillen tussen academisch, topklinische of algemene ziekenhuizen (zie volgende sheet).

Deelconclusie

De meerderheid van de CSA’s levert aan de eigen zorginstelling. Dit geldt voor zowel academische, topklinische als algemene ziekenhuizen.

58

Page 8: Jeroen de Geus (SVN) Marjolijn Kroon (AT Osborne) 5 oktober 2012 · 2015. 8. 13. · 2 Voorwoord Voor u ligt deel 2: conclusies en aanbevelingen van het resultaat van de Benchmark

8

Algemeen: aantal zorginstellingen (vervolg)

1

43

1 1

4

02468

1012

Aantal CSA

's

Aantal zorginstellingen en locaties

Topklinisch

11

65

2 2

8

0

2

4

6

8

10

12

Aantal CSA

's

Aantal zorginstellingen en locaties

Algemeen

3

0 01

01

0

2

4

6

8

10

12

Aantal CSA

's

Aantal zorginstellingen en locaties

Overig

3

01 1

0 002468

1012

Aantal CSA

's

Aantal zorginstellingen en locaties

Academisch

Page 9: Jeroen de Geus (SVN) Marjolijn Kroon (AT Osborne) 5 oktober 2012 · 2015. 8. 13. · 2 Voorwoord Voor u ligt deel 2: conclusies en aanbevelingen van het resultaat van de Benchmark

9

Organisatie: locatie CSA (n=56)

Resultaat

• 89% van de CSA’s is in het ziekenhuisgebouw gehuisvest. Hiervan is de meerderheid (62%) naast, boven of onder de OK gesitueerd.

• In de academische ziekenhuizen is de CSA in het ziekenhuisgebouw maar niet naast de OK gesitueerd (zie volgende sheet).

• In de topklinische ziekenhuizen is meer diversiteit in de locatie van de CSA te zien.

• In de algemene ziekenhuizen is de CSA in het ziekenhuisgebouw gehuisvest.

Deelconclusie

De meerderheid van de CSA’s is direct grenzend aan het OK-complex gesitueerd of anders in ieder geval in het ziekenhuisgebouw.

31

19

1

4

1

0

5

10

15

20

25

30

35In zieken

huisg

ebou

w naast, boven

 of o

nder de OK

In zieken

huisg

ebou

w, niet n

aast de OK

Buite

n zie

kenh

uisgeb

ouw op he

t ziekenh

uisterrein

Buite

n zieken

huisterrein

Ande

rs

Aantal CSA

's

Locatie van de CSA

56

Page 10: Jeroen de Geus (SVN) Marjolijn Kroon (AT Osborne) 5 oktober 2012 · 2015. 8. 13. · 2 Voorwoord Voor u ligt deel 2: conclusies en aanbevelingen van het resultaat van de Benchmark

10

Organisatie: locatie CSA (vervolg)

42

02

4

02468

101214161820

Aantal CSA

's

Locatie CSA

Topklinisch

18

10

24

02468101214161820

Aantal CSA

's

Locatie CSA

Algemeen

2 2 1 0 002468

101214161820

Aantal CSA

's

Locatie CSA

Overig

0

5

0 0 002468

101214161820

Aantal CSA

's

Locatie CSA

Academisch

Page 11: Jeroen de Geus (SVN) Marjolijn Kroon (AT Osborne) 5 oktober 2012 · 2015. 8. 13. · 2 Voorwoord Voor u ligt deel 2: conclusies en aanbevelingen van het resultaat van de Benchmark

11

Organisatie: eigen beheer? (n=56)

Resultaat

96% van de CSA’s voert alle of meer dan 80% van de activiteiten uit in eigen beheer.

Deelconclusie

Het uitbesteden van de CSA activiteiten vormt een grote uitzondering.

56

Page 12: Jeroen de Geus (SVN) Marjolijn Kroon (AT Osborne) 5 oktober 2012 · 2015. 8. 13. · 2 Voorwoord Voor u ligt deel 2: conclusies en aanbevelingen van het resultaat van de Benchmark

12

Organisatie: uitbestede partij (n=20)

Resultaat

• 9 CSA’s (16%) heeft de CSA-activiteiten aan een commerciële partij uitbesteed.

• 8 CSA’s (14%) heeft de CSA-activiteiten aan een andere zorginstelling uitbesteed.

• 2 CSA’s (3%) hebben de CSA-activiteiten zowel aan een commerciële als een zorginstelling uitbesteed.

Deelconclusie

Als er taken worden uitbesteed dan wordt het zowel aan een commerciële partij als aan een andere zorginstelling gedaan.

20

Page 13: Jeroen de Geus (SVN) Marjolijn Kroon (AT Osborne) 5 oktober 2012 · 2015. 8. 13. · 2 Voorwoord Voor u ligt deel 2: conclusies en aanbevelingen van het resultaat van de Benchmark

13

Organisatie: welke processen uitbesteed?

(meerdere antwoorden per deelnemer zijn aangekruist)

Resultaat

Het uitbesteden van waterstof-peroxidesterilisatie en ethyleen-oxidesterilisatie komt het meest voor.

Deelconclusie

Als een CSA taken uitbesteedt, dan zijn dit vaker specifieke sterilisatieprocessen dan standaard stoomsterilisatie.

Page 14: Jeroen de Geus (SVN) Marjolijn Kroon (AT Osborne) 5 oktober 2012 · 2015. 8. 13. · 2 Voorwoord Voor u ligt deel 2: conclusies en aanbevelingen van het resultaat van de Benchmark

14

Organisatie: flexibele scopen (n=56)

Resultaat

• 55% wast de flexibele scopen centraal. Dit gebeurt op de polikliniek (35%), op de CSA (32%) of elders in het ziekenhuis (32%).

• 32% wast de flexibele scopen decentraal. Dit gebeurt op de polikliniek (67%) of elders in het ziekenhuis (33%).

Deelconclusie

Er bestaat geen eenduidige organisatie voor flexibele scopenreiniging. Het wassen van flexibele scopen gebeurt zowel centraal als decentraal en op verschillende locaties (CSA, poli, elders in het ziekenhuis).

56

Page 15: Jeroen de Geus (SVN) Marjolijn Kroon (AT Osborne) 5 oktober 2012 · 2015. 8. 13. · 2 Voorwoord Voor u ligt deel 2: conclusies en aanbevelingen van het resultaat van de Benchmark

15

Organisatie: zelfstandige afdeling? (n=56)

Resultaat

• 46% van de CSA’s is een zelfstandige afdeling (in 2004 was dit 42%).

• 34% van de CSA’s is onderdeel van de OK-afdeling (in 2004 was dit 21%).

• 13% van de CSA’s is onderdeel van de apotheek ( in 2004 was dit 21%).

• In 2004 was de verdeling vergelijkbaar.

Deelconclusie

De meeste CSA’s zijn een zelfstandige afdeling of onderdeel van de OK-afdeling.

56

Page 16: Jeroen de Geus (SVN) Marjolijn Kroon (AT Osborne) 5 oktober 2012 · 2015. 8. 13. · 2 Voorwoord Voor u ligt deel 2: conclusies en aanbevelingen van het resultaat van de Benchmark

16

Organisatie: budgethouder (n=56)

Resultaat

• Voor 46% van de zorginstellingen is de OK-afdeling budgethouder van het instrumentarium.

• Voor 20% is de CSA budgethouder.

• Voor 13% is het ziekenhuis budgethouder.

• Voor 7% zijn de maatschappen budgethouder.

Deelconclusie

In bijna de helft van de ziekenhuizen is de OK-afdeling budgethouder van het instrumentarium. Daarna volgen de CSA, het ziekenhuis en de maatschappen.

56

Page 17: Jeroen de Geus (SVN) Marjolijn Kroon (AT Osborne) 5 oktober 2012 · 2015. 8. 13. · 2 Voorwoord Voor u ligt deel 2: conclusies en aanbevelingen van het resultaat van de Benchmark

17

Organisatie: SLA (n=52)

Resultaat

• Iets minder dan de helft van de CSA’s(48%) heeft een SLA met de OK. 52% van de CSA’s heeft geen SLA met de OK.

• Van de CSA’s zonder SLA, zijn 10 CSA’sonderdeel van de OK-afdeling. Dit kan een reden zijn voor het ontbreken van een SLA. Als de grafiek hiervoor wordt gecorrigeerd dan heeft 60% van de CSA’s een SLA en 40% niet.

• 5% van de CSA’s heeft een SLA met alle afnemers van de polikliniek.

• 13% van de CSA’s heeft een SLA met een deel van de polikliniek.

Deelconclusie

Minder dan de helft van de CSA’s heeft een SLA met de OK-afdeling als grootste afnemer. Een SLA met de polikliniek is meer uitzondering dan regel.

52

Page 18: Jeroen de Geus (SVN) Marjolijn Kroon (AT Osborne) 5 oktober 2012 · 2015. 8. 13. · 2 Voorwoord Voor u ligt deel 2: conclusies en aanbevelingen van het resultaat van de Benchmark

18

Organisatie: CSA-taken (n=52)

49 48

39

6

0

10

20

30

40

50

Aantal CSA

's

Kwaliteitstaken (n=52)

Functiecontrole van hetinstrumentarium: MIClekstroom test

Functiecontrole van hetinstrumentarium:lichtkabels testen

Functiecontrole van hetinstrumentarium:optiekentest

Wegen van de vuile netten

0

10

20

30

40

50

Antal CSA

's

Reinigen en steriliseren van instrumentarium (n=52)

Resultaat

• Alle CSA’s (100%) hebben als taak reinigen en steriliseren van instrumentarium.

• 94% respectievelijk 92% van de CSA’svoeren kwaliteitstaken uit (MIC lekstroomtest en lichtkabels testen). 75% van de CSA’s voeren ook een optiekentest uit.

• Het wegen van de vuile netten gebeurt door 12% van de CSA’s.

Deelconclusie

• Reinigen en steriliseren en verschillende kwaliteitstaken zijn standaard voor de CSA. Opmerkelijk is dat het wegen van vuile netten door weinig CSA’s wordt gedaan.

52

Page 19: Jeroen de Geus (SVN) Marjolijn Kroon (AT Osborne) 5 oktober 2012 · 2015. 8. 13. · 2 Voorwoord Voor u ligt deel 2: conclusies en aanbevelingen van het resultaat van de Benchmark

19

Organisatie: CSA-taken vervolg

46

23

14

0

10

20

30

40

50

Aantal CSA

's

Voorraadbeheer (n=52)

Voorraadbeheerinstrumentarium op de CSA

Voorraadbeheerinstrumentarium op de OK

Voorraadbeheer sterieledisposables

28

16

0

20

40

Aantal CSA

's

Scopenreiniging (n=52)

Reinigen en desinfectie vanflexibele scopen

Beheren steriele flexibelescopen

Resultaat

• 88% van de CSA verzorgt het voorraadbeheer instrumentarium op de CSA. 44% verzorgt ook het voorraadbeheer op de OK. Een kleiner aantal (27%) beheert de steriele disposables.

• 81% van de CSA’s brengt het steriel instrumentarium naar de afnemers. 71% haalt het vuile instrumentarium op. 35% zet het instrumentarium per operatie klaar voor de OK.

• 54% reinigt en desinfecteert flexibele scopen. 31% verzorgt ook het beheer van de flexibele scopen.

• In 2004 zijn voorraadbeheer, logistieke taken en scopenreiniging niet genoemd als taken van de CSA.

Deelconclusies

• Voorraadbeheer op de CSA, wegbrengen van steriel en ophalen van vuil instrumentarium wordt door een groot deel van de CSA’s gedaan.

• Ten opzichte van 2004 is het takenpakket van de CSA uitgebreid.

Page 20: Jeroen de Geus (SVN) Marjolijn Kroon (AT Osborne) 5 oktober 2012 · 2015. 8. 13. · 2 Voorwoord Voor u ligt deel 2: conclusies en aanbevelingen van het resultaat van de Benchmark

20

Organisatie: fte (n=50)

Functienaam N= fte gemid-

deld

Min. Max.

MSMH 48 15,7 6,0 36,1

Medewerker flex.scopen 23 1,8 0,33 3,75

Teamleiders 38 1,3 0,2 3,0

Hoofd CSA 35 1,0 0,5 1,11

Kwaliteitsmedewerker 20 0,7 0,1 3,0

Instrumentenbeheerder 17 0,9 0,1 2,5

Praktijkopleider 20 0,6 0,2 1,0

Logistiek medewerker 18 1,5 0,5 5,0

Leerlingen 33 2,4 0,7 6,0

Overige functies 16 2,2 0,5 14,0

Functienaam N= fte gem. min max

Totaal fte 50 21,3 4,0 50,0

Resultaat

• Veel CSA’s kennen de functies MSMH (96%), teamleider (76%), hoofd CSA (70%) en leerlingen (66%).

• Minder frequent komen voor medewerker flexibele scopenreiniging (46%), kwaliteitsmedewerker (40%), instrumentenbeheerder (34%), praktijkopleider (40%), logistiek medewerker (36%).

• Gemiddelde fte per CSA is 21,3 fte.

• Minimaal 4,0 fte en maximaal 50,0 fte.

• De fte die direct betrokken zijn bij de sterilisatie van netten (MSMH en leerlingen) beslaat gemiddeld 85% van de totale fte op een CSA afdeling.

Deelconclusie

• Gemiddeld is 85% van de fte op een CSA direct betrokken bij het steriliseren van netten.

50

Page 21: Jeroen de Geus (SVN) Marjolijn Kroon (AT Osborne) 5 oktober 2012 · 2015. 8. 13. · 2 Voorwoord Voor u ligt deel 2: conclusies en aanbevelingen van het resultaat van de Benchmark

21

Organisatie: fte (n=50)

0 0 0 1 3

0

10

20

30

1‐10 11‐20 21‐30 31‐40 41‐50

Aantal CSA

's

Aantal fte

Academisch

1 2 4 40

0

10

20

30

1‐10 11‐20 21‐30 31‐40 41‐50Aa

ntal CSA

'sAantal fte

Topklinisch

4

21

61 0

0

10

20

30

1‐10 11‐20 21‐30 31‐40 41‐50

Aantal CSA

's

Aantal fte

Algemeen

Resultaten

• Academische ziekenhuizen hebben gemiddeld de meeste fte (42,7). De topklinische ziekenhuizen hebben minder fte (25,6) en de algemene ziekenhuizen hebben het minste fte (17,3). De categorie Overig heeft gemiddeld 19,7 fte.

• In 2004 was het aantal fte van de CSA in algemene ziekenhuizen gemiddeld 24,2 fte (min 8,4 en max 55 fte).

• In 2011 was het gemiddelde in algemene ziekenhuizen17,3 fte (min 9,0 – max 32,0).

Deelconclusie

• Het aantal fte in algemene ziekenhuizen is licht gedaald ten opzichte van 2004.

0 2 0 1 00

10

20

30

1‐10 11‐20 21‐30 31‐40 41‐50

Aantal CSA

's

Aantal fte

Overig

50

Page 22: Jeroen de Geus (SVN) Marjolijn Kroon (AT Osborne) 5 oktober 2012 · 2015. 8. 13. · 2 Voorwoord Voor u ligt deel 2: conclusies en aanbevelingen van het resultaat van de Benchmark

22

Organisatie: bedrijfstijden (n=52)

Dag Minimaal # uur

Maximaal # uur

Maandag 8 24

Dinsdag 8 24

Woensdag 8 24

Donderdag 8 24

Vrijdag 8 24

Zaterdag 0 24

Zondag 0 24

Gemiddeld # uur per week

Minimaal # uur

Maximaal # uur

72,5 40 168

Deelconclusie

• Gemiddeld zijn de CSA’s 13 uur per werkdag in bedrijf. De gemiddelde openingstijden zijn toegenomen ten opzichte van 2004 (10-12 uur per dag).

52

Page 23: Jeroen de Geus (SVN) Marjolijn Kroon (AT Osborne) 5 oktober 2012 · 2015. 8. 13. · 2 Voorwoord Voor u ligt deel 2: conclusies en aanbevelingen van het resultaat van de Benchmark

23

Organisatie: overwerk (n=52)

Resultaten

• 36% van de CSA’s werken in principe niet over.

• 46% van de CSA’s werken minder dan 10 uur per week over.

• 18% van de CSA’s werken 11-20 uur per week over.

• 1 CSA werkt meer dan 30 uur per week over.

Deelconclusie

• De meerderheid van de CSA’s werkt niet of beperkt over.

52

Page 24: Jeroen de Geus (SVN) Marjolijn Kroon (AT Osborne) 5 oktober 2012 · 2015. 8. 13. · 2 Voorwoord Voor u ligt deel 2: conclusies en aanbevelingen van het resultaat van de Benchmark

24

Organisatie: ziekteverzuimpercentage (n=48)

Resultaat

• Gemiddeld percentage is 5,9%.

• De spreiding is groot: 0,2-11%

Deelconclusie

• Het ziekteverzuimpercentage van 5,9 % ligt hoger dan het landelijk gemiddelde percentage in een ziekenhuis in 2011 (4,8%).

48

Page 25: Jeroen de Geus (SVN) Marjolijn Kroon (AT Osborne) 5 oktober 2012 · 2015. 8. 13. · 2 Voorwoord Voor u ligt deel 2: conclusies en aanbevelingen van het resultaat van de Benchmark

25

Organisatie: ziekteverzuimpercentage (n=48)

3

7

0024681012141618

0,1‐5,00 5,01‐10,00 10,01‐15,0Aa

ntal CSA

'sZiekteverzuimpercentage

Topklinisch

0

3

024681012141618

0,1‐5,00 5,01‐10,00 10,01‐15,0

Aantal CSA

's

Ziekteverzuimpercentage

Overig

Resultaat

• Bij academische ziekenhuizen is het gemiddelde 7,9%.

• Bij topklinische ziekenhuizen ligt het gemiddelde iets lager (6,7%).

• Bij algemene ziekenhuizen is het ziekteverzuimpercentage het laagst (5,3%).

Deelconclusie

• Bij algemene ziekenhuizen is het ziekteverzuim gemiddeld lager dan bij topklinische en academische ziekenhuizen.

0

4

002468

1012141618

0,1‐5,00 5,01‐10,00 10,01‐15,0

Aantal CSA

's

Ziekteverzuimpercentage

Academisch

17

13

1

02468

1012141618

0,1‐5,00 5,01‐10,00 10,01‐15,0

Aantal CSA

's

Ziekteverzuimpercentage

Algemeen

48

Page 26: Jeroen de Geus (SVN) Marjolijn Kroon (AT Osborne) 5 oktober 2012 · 2015. 8. 13. · 2 Voorwoord Voor u ligt deel 2: conclusies en aanbevelingen van het resultaat van de Benchmark

26

Productie: aantal netten (n=33)

Resultaten

• Gemiddelde productie is 61.353 netten per CSA in 2011.

• Minimaal 3.000 netten en maximaal 136.095.

• 33 van de 58 deelnemers (57%) hebben de productiecijfers ingevuld.

Deelconclusies

• Iets meer dan de helft van de CSA’s heeft de productiecijfers paraat.

33

Page 27: Jeroen de Geus (SVN) Marjolijn Kroon (AT Osborne) 5 oktober 2012 · 2015. 8. 13. · 2 Voorwoord Voor u ligt deel 2: conclusies en aanbevelingen van het resultaat van de Benchmark

27

Productie: aantal netten (n=33)

0 0 0 02 1

0246810

Aantal CSA

's

Aantal netten

Academisch

0 13

1 20

0246810

Aantal CSA

'sAantal netten

Topklinisch

47 8

0 1 00

5

10

Aantal CSA

's

Aantal netten

Algemeen

1 1 0 1 0 00

5

10

Aantal CSA

's

Aantal netten

Overig

Resultaten

• Gemiddelde academische: 125.716.

• Gemiddelde topklinische: 82.739.

• Gemiddelde algemene: 46.616.

• Gemiddelde overig: 45.333.

• CSA’s van academische ziekenhuizen hebben meer gesteriliseerde netten dan topklinische. Algemene ziekenhuizen en categorie overig hebben het laagste aantal.

• In 2004 was het gemiddeld aantal netten voor algemene ziekenhuizen 48.708 (In 2011 was dit 46.616).

Deelconclusies

• Er is sinds 2004 geen grote toename bij algemene ziekenhuizen van het aantal netten. Een mogelijke verklaring is dat er meer gestandaardiseerd is.

33

Page 28: Jeroen de Geus (SVN) Marjolijn Kroon (AT Osborne) 5 oktober 2012 · 2015. 8. 13. · 2 Voorwoord Voor u ligt deel 2: conclusies en aanbevelingen van het resultaat van de Benchmark

28

0100020003000400050006000700080009000

1 2 3 4 5 6 7 8 9 1011121314151617181920212223242526272829303132

Net / fte

Deelnemer

Kengetal net / fte

0100020003000400050006000700080009000

1 2 3 4 5 6 7 8 9 1011121314151617181920212223242526272829303132

Net / fte

Deelnemer

Kengetal net / fte

Productie: netten per fte (n=32)

Resultaten

• Het gemiddelde van alle ziekenhuizen samen is 2.768 netten /fte.

• Spreiding tussen CSA’s is factor 3 (uitschieters buiten beschouwing gelaten).

Wanneer voor de fte alleen de MSMH en leerlingen worden meegeteld dan levert dit de volgende resultaten op.

Resultaten

• Het gemiddelde van alle ziekenhuizen samen is 3.566 netten /fte.

• Spreiding tussen CSA’s is factor 3,5 (uitschieters buiten beschouwing gelaten).

• De opbouw van de grafieken komt overeen.

32

Page 29: Jeroen de Geus (SVN) Marjolijn Kroon (AT Osborne) 5 oktober 2012 · 2015. 8. 13. · 2 Voorwoord Voor u ligt deel 2: conclusies en aanbevelingen van het resultaat van de Benchmark

29

Productie: netten per fte (n=32)

Resultaten

• Het gemiddelde aantal netten per fte in academische (3.207) en topklinische ziekenhuizen (3.217) is vergelijkbaar.

• Het gemiddelde aantal netten per fte in algemene ziekenhuizen is lager 2.503 en heeft een grote spreiding.

• In 2004 was het gemiddelde voor algemene ziekenhuizen 2.053 netten/fte (in 2011: 2.503). Dit betekent een toename van 22%.

Deelconclusies

• Algemene ziekenhuizen hebben een lagere gemiddelde productie per fte dan academische en topklinische ziekenhuizen.

• Het aantal netten per fte in algemene ziekenhuizen is met 22% gestegen ten opzichte van 2004.

• Mogelijke redenen voor toename (niet onderzocht):

• Optimalisatie van het proces (geen wachttijden, efficiënter inzetten van medewerkers);

• Minder instrumenten per net;

• Betere competenties medewerkers;

• Beter software-planningssysteem.

0 0

42

0 1

02468

antal CSA

's

Aantal netten per fte

Topklinisch

2

6 5 42 1

02468

Aantal CSA

's

Aantal netten per fte

Algemeen

0 02

0 1 002468

Aantal CSA

's

Aantal netten per fte

Academisch

32

Page 30: Jeroen de Geus (SVN) Marjolijn Kroon (AT Osborne) 5 oktober 2012 · 2015. 8. 13. · 2 Voorwoord Voor u ligt deel 2: conclusies en aanbevelingen van het resultaat van de Benchmark

30

Productie: netten per fte (n=32)

Wanneer het aantal fte gecorrigeerd wordt door alleen de MSMH en leerlingen mee te nemen, dan levert dit het volgende beeld op.

Resultaten

• Het gemiddelde aantal netten per fte in academische (4.016) en topklinische ziekenhuizen (4.082) is vergelijkbaar.

• Het gemiddelde aantal netten per fte in algemene ziekenhuizen is lager 3.324 en heeft een grote spreiding.

Deelconclusies

• De conclusies met alle fte en alleen de fte van MSMH en leerlingen laten hetzelfde beeld zien.

0 0 02

0 1 00

5

10

Aantal CSA

's

Aantal netten per fte

Academisch

0 03

1 1 1 10

5

10

antal CSA

's

Aantal netten per fte

Topklinisch

2 2

73 2 2 1

0

5

10

Aantal CSA

's

Aantal netten per fte

Algemeen

32

Page 31: Jeroen de Geus (SVN) Marjolijn Kroon (AT Osborne) 5 oktober 2012 · 2015. 8. 13. · 2 Voorwoord Voor u ligt deel 2: conclusies en aanbevelingen van het resultaat van de Benchmark

31

Productie: netten per OK (n= 32)

Resultaten

• Gemiddelde van alle ziekenhuizen samen is 5.471 netten/OK in 2011.

• Spreiding tussen CSA’s is factor 2,5 (uitschieters buiten beschouwing gelaten).

32

Page 32: Jeroen de Geus (SVN) Marjolijn Kroon (AT Osborne) 5 oktober 2012 · 2015. 8. 13. · 2 Voorwoord Voor u ligt deel 2: conclusies en aanbevelingen van het resultaat van de Benchmark

32

Productie: netten per OK (n= 32)

Resultaten

• Het gemiddelde aantal netten per OK bij academische (4.441) is lager dan bij topklinische (6.700) en algemene ziekenhuizen (5.275).

• In 2004 was het gemiddelde voor algemene ziekenhuizen 4.348 net/OK. In 2011 is dit 5.275 net/OK. Dit betekent een toename van 21%.

• Bij algemene ziekenhuizen is de spreiding groot.

Deelconclusies

• Het aantal netten per OK ligt bij academische ziekenhuizen het laagst en bij topklinische ziekenhuizen het hoogst. Een verklaring hiervoor vereist een nadere analyse.

• Er is een toename van het aantal netten per OK sinds 2004 in algemene ziekenhuizen.

0 0 01 1 1

0 0 0 001234567

Aantal CSA

's

Aantal netten per OK

Academisch

21

0

2 2

6

4

1 1 1

01234567

Aantal CSA

's

Aantal netten per OK

Algemeen

0 01

0 0 01

0 0 001234567

Aantal CSA

's

Aantal netten per OK

Overig

0 0 0 0 0

23

1 10

01234567

antal CSA

's

Aantal netten per OK

Topklinisch

32

Page 33: Jeroen de Geus (SVN) Marjolijn Kroon (AT Osborne) 5 oktober 2012 · 2015. 8. 13. · 2 Voorwoord Voor u ligt deel 2: conclusies en aanbevelingen van het resultaat van de Benchmark

33

Productie: netten per uur (n=33)

Resultaten

• Gemiddeld produceert een CSA 838 netten per uur.

• Dit is berekend door de jaarproductie in DIN netten te delen door het aantal uren dat de CSA in bedrijf is.

• Spreiding tussen CSA’s is factor 3 (uitschieters buiten beschouwing gelaten).

• Een verklaring voor de grote spreiding vereist een nadere analyse.

33

Page 34: Jeroen de Geus (SVN) Marjolijn Kroon (AT Osborne) 5 oktober 2012 · 2015. 8. 13. · 2 Voorwoord Voor u ligt deel 2: conclusies en aanbevelingen van het resultaat van de Benchmark

34

Productie: netten per uur (n=33)

Resultaten

• Academische (1.231) en topklinische ziekenhuizen (1.198) produceren gemiddeld een vergelijkbaar aantal netten per uur.

• Algemene ziekenhuizen produceren een lagere productie per uur (705 netten per uur).

Deelconclusies

• Academische en topklinische ziekenhuizen steriliseren meer netten per uur dan algemene ziekenhuizen. Een verklaring is dat deze CSA’s meer fte in dienst hebben en beschikken over meer sterilisatiecapaciteit.

0 1 1 1

0

5

10

15

1‐500 5001‐1000 1001‐1500 1501‐2000

Aantal CSA

's

Aantal netten per uur

Academisch

02

5

00

5

10

15

1‐500 5001‐1000 1001‐1500 1501‐2000Aa

ntal CSA

'sAantal netten per uur

Topklinisch

4

13

2 10

5

10

15

1‐500 5001‐1000 1001‐1500 1501‐2000

Aantal CSA

's

Aantal netten per uur

Algemeen

1 20 0

0

5

10

15

1‐500 5001‐1000 1001‐1500 1501‐2000

Aantal CSA

's

Aantal netten per uur

Overig

33

Page 35: Jeroen de Geus (SVN) Marjolijn Kroon (AT Osborne) 5 oktober 2012 · 2015. 8. 13. · 2 Voorwoord Voor u ligt deel 2: conclusies en aanbevelingen van het resultaat van de Benchmark

35

Productie: Los instrumentarium (n=28)

Resultaten

• Gemiddelde productie is 73.137 los instrumentarium per CSA.

• De spreiding is groot: van 7.000 tot 203.652 stuks. Als de uitschieters buiten beschouwing worden gelaten, betekent dit een grote spreiding (factor 4).

28

Page 36: Jeroen de Geus (SVN) Marjolijn Kroon (AT Osborne) 5 oktober 2012 · 2015. 8. 13. · 2 Voorwoord Voor u ligt deel 2: conclusies en aanbevelingen van het resultaat van de Benchmark

36

Productie: Los instrumentarium (n=28)

Resultaten

• Academische ziekenhuizen hebben gemiddeld meer los instrumentarium (161.890) dan topklinische (94.999).

• Algemene ziekenhuizen hebben gemiddeld het laagst aantal los instrumentarium (48.078).

1 1 1

01234567

Aantal CSA

's

Los instrumentarium

Academisch

1

3

12

01234567

Aantal CSA

'sLos instrumentarium

Topklinisch

65

21 1

01234567

Aantal CSA

's

Los instrumentarium

Algemeen

1 1 1

01234567

Aantal CSA

's

Los instrumentarium

Overig

28

Page 37: Jeroen de Geus (SVN) Marjolijn Kroon (AT Osborne) 5 oktober 2012 · 2015. 8. 13. · 2 Voorwoord Voor u ligt deel 2: conclusies en aanbevelingen van het resultaat van de Benchmark

37

Productie: Netten en los instrumentarium (n=33)

Resultaten

• Gemiddelde per CSA is 123.408 netten en los instrumentarium samen.

• 33 CSA’s hebben netten ingevuld, 28 CSA’s hebben ook los instrumentarium ingevuld.

• 5 CSA’s hebben alleen netten.

• 10 CSA’s hebben meer netten dan los instrumentarium.

• 18 CSA’s hebben meer los instrumentarium dan netten.

33

Page 38: Jeroen de Geus (SVN) Marjolijn Kroon (AT Osborne) 5 oktober 2012 · 2015. 8. 13. · 2 Voorwoord Voor u ligt deel 2: conclusies en aanbevelingen van het resultaat van de Benchmark

38

Productie: Netten en los instrumentarium (n=33)

Resultaten

• Academische ziekenhuizen hebben gemiddeld 287.606 netten en los instrumentarium.

• Elk academisch ziekenhuis heeft meer los instrumentarium dan netten.

• De opbouw tussen de academische ziekenhuizen komt redelijk overeen.

• De topklinische ziekenhuizen hebben gemiddeld 177.739 netten en los instrumentarium. Dit is minder dan bij academische ziekenhuizen.

• Er zijn grote verschillen tussen de topklinische ziekenhuizen.

050.000100.000150.000200.000250.000300.000350.000

1 2 3Aantal netten en

 los insstrumen

tariu

m

Deelnemer

Acadmische ziekenhuizenNetten + los instrumentarium

Totaal net en los

Aantal netten

Aantal losse instrumenten

33

Page 39: Jeroen de Geus (SVN) Marjolijn Kroon (AT Osborne) 5 oktober 2012 · 2015. 8. 13. · 2 Voorwoord Voor u ligt deel 2: conclusies en aanbevelingen van het resultaat van de Benchmark

39

Productie: Netten en los instrumentarium (n=33)

Resultaten

• Algemene ziekenhuizen hebben gemiddeld 82.674 netten en los instrumentarium. Dit is lager dan academische en topklinische ziekenhuizen.

• Er zijn onderling grote verschillen te zien.

• In de categorie Overig is het gemiddelde 104.000 netten en los instrumentarium. Er zijn onderling grote verschillen te zien.

050.000

100.000150.000200.000250.000300.000350.000

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20Aantal netten en

 los insstrumen

tariu

m

Deelnemer

Algemene ziekenhuizenNetten + los instrumentarium

Totaal net en los

Aantal netten

Aantal losse instrumenten

050.000100.000150.000200.000250.000300.000350.000

1 2 3Aantal netten en

 los insstrumen

tariu

m

Deelnemer

OverigNetten + los instrumentarium

Totaal net en los

Aantal netten

Aantal losse instrumenten

33

Page 40: Jeroen de Geus (SVN) Marjolijn Kroon (AT Osborne) 5 oktober 2012 · 2015. 8. 13. · 2 Voorwoord Voor u ligt deel 2: conclusies en aanbevelingen van het resultaat van de Benchmark

40

Verhouding los instrumentarium per net (n=28)

Resultaten

• Gemiddelde verhouding is 2,03 (voor elk net zijn 2 losse instrumenten).

• 10 CSA’s (36%) hebben meer netten dan losse instrumenten (verhouding <1,0).

• 13 CSA’s (46%) hebben iets meer los instrumentarium dan netten (verhouding tussen 1,0 en 2,0).

• 5 CSA’s (18%) hebben veel meer los instrumentarium dan netten (verhouding > 2,0).

• 23 van de CSA’s (82% van de 28) heeft voor elk net minder dan 2 losse instrumenten.

• 5 van de CSA’s (18% van de 28) heeft veel meer los instrumentarium dan netten.

28

Page 41: Jeroen de Geus (SVN) Marjolijn Kroon (AT Osborne) 5 oktober 2012 · 2015. 8. 13. · 2 Voorwoord Voor u ligt deel 2: conclusies en aanbevelingen van het resultaat van de Benchmark

41

Verhouding los instrumentarium per net (n=28)

Resultaten

• Academische ziekenhuizen hebben een gemiddelde verhouding 1,30. Dit betekent iets meer los instrumentarium dan netten.

• Topklinische ziekenhuizen hebben een verhouding van 1,15.

• Algemene ziekenhuizen hebben een verhouding van 2,15. Er zijn 4 CSA’s met heel veel los instrumentarium. Als deze buiten beschouwing worden gelaten dan is de verhouding 0,65.

• Categorie overig: verhouding is 2,10. Hier is 1 CSA met een hoge waarde.

Deelconclusies

• Als de uitschieters buiten beschouwing worden gelaten dan geldt voor elke categorie dat er per net minder dan 2 losse instrumenten worden gesteriliseerd.

0 0

21

0 0 0 0 0 0 00123456

Aantal CSA

's

Verhoudingsgetal net/los

Academisch

1 1

4

10 0 0 0 0 0 0

012345

Aantal CSA

's

Verhoudingsgetal net/los

Topklinisch

6

1

4

0 0 0 0 0 01

3

0123456

Aantal CSA

's

Verhoudingsgetal net/los

Algemeen

01 1

0 0 0 01

0 0 00123456

Aantal CSA

's

Verhoudingsgetal net/los

Overig

28

Page 42: Jeroen de Geus (SVN) Marjolijn Kroon (AT Osborne) 5 oktober 2012 · 2015. 8. 13. · 2 Voorwoord Voor u ligt deel 2: conclusies en aanbevelingen van het resultaat van de Benchmark

42

Productie: netten + los per fte (n=32)

0

2000

4000

6000

8000

10000

12000

14000

16000

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32

Net + los /

 fte

Deelnemer

Kengetal net + los / fte

Als de productie een optelling is van netten en los instrumentarium, dan levert dit de volgende resultaten op.

Resultaten

• Het gemiddelde van alle CSA’s samen is 5.490 netten + los per fte.

• De spreiding tussen CSA’s is factor 5 (uitschieters buiten beschouwing gelaten).

Deelconclusie

• De opbouw van de grafiek komt overeen met de grafiek kengetal net / fte.

• Het gemiddelde (5.490) is 2x zo hoog als het gemiddelde net/fte (2.768).

32

Page 43: Jeroen de Geus (SVN) Marjolijn Kroon (AT Osborne) 5 oktober 2012 · 2015. 8. 13. · 2 Voorwoord Voor u ligt deel 2: conclusies en aanbevelingen van het resultaat van de Benchmark

43

Productie: netten + los per fte (n=32)

Resultaten

• Het gemiddelde in academische ziekenhuizen is 7.327 netten + los per fte.

• Het gemiddelde in topklinische ziekenhuizen (6.566) en algemene ziekenhuizen (4.708) ligt lager.

Deelconclusie

• De opbouw van de grafieken komen overeen met de grafieken kengetal net / fte.

• De resultaten net+los / fte zijn ten opzichte van net/fte voor:

• Academische: 2,3x hoger

• Topklinische: 2,0 x hoger

• Algemene: 1,9 x hoger

• Het effect van los instrumentarium op de efficiency , vereist een nadere analyse.

0 0 1 1 1 0 0 0024681012

Aantal CSA

's

Aantal netten per fte

Academisch

0 04

1 20 0 0

024681012

antal CSA

's

Aantal netten per fte

Topklinisch

1

10

42 2

0 1 0024681012

Aantal CSA

's

Aantal netten per fte

Algemeen

32

Page 44: Jeroen de Geus (SVN) Marjolijn Kroon (AT Osborne) 5 oktober 2012 · 2015. 8. 13. · 2 Voorwoord Voor u ligt deel 2: conclusies en aanbevelingen van het resultaat van de Benchmark

44

Productie: Flexibele scopen (n=15)

Resultaten

• Gemiddeld wast een CSA 9.523 flexiblescopen per jaar.

• De aantallen variëren van 80 tot 24.000. Dit betekent een grote spreiding.

• Er zijn slechts 15 deelnemers (26%) die deze vraag hebben beantwoord.

Deelconclusies

• Er is een grote spreiding tussen de CSA’s in de omvang van het wassen van flexibele scopen.

• In 2004 was de vraag: moet de CSA de scopen wassen? Deze vraag is in 2011 niet meer relevant. Nu is de vraag: hoe en waar kan de scopenreiniging uitgevoerd worden?

15

Page 45: Jeroen de Geus (SVN) Marjolijn Kroon (AT Osborne) 5 oktober 2012 · 2015. 8. 13. · 2 Voorwoord Voor u ligt deel 2: conclusies en aanbevelingen van het resultaat van de Benchmark

45

Productie: Flexibele scopen (n=15)

Resultaten

• Door de lage respons is het niet mogelijk een conclusie te trekken voor de academische ziekenhuizen.

• Gemiddeld wast een CSA in een topklinisch ziekenhuis13.295 flexibele scopen.

• Dit aantal ligt lager bij de algemene ziekenhuizen (7.771) en bij de categorie Overig (8.750).

• De grafieken bij zowel topklinisch, algemeen als Overig laten een uiteenlopend beeld zien.

Deelconclusie

• Voor elke categorie geldt dat het aantal te wassen flexibele scopen door de CSA uiteen loopt.

1

01234

Aantal CSA

's

Aantal flexibele scopen

Academisch

12 2

01234

Aantal CSA

's

Aantal flexibele scopen

Topklinisch

1

3

12

01234

Aantal CSA

's

Aantal flexibele scopen

Algemeen

1 1

01234

Aantal CSA

's

Aantal flexibele scopen

Overig

15

Page 46: Jeroen de Geus (SVN) Marjolijn Kroon (AT Osborne) 5 oktober 2012 · 2015. 8. 13. · 2 Voorwoord Voor u ligt deel 2: conclusies en aanbevelingen van het resultaat van de Benchmark

46

Productie: Gemiddelde kostprijs (n=17)

Resultaten

• Gemiddelde opgegeven kostprijs is €24,-inclusief BTW per net.

• De opgegeven kostprijs varieert van €5,-tot € 58,- per net. Als de uitschieters buiten beschouwing worden gelaten dan ligt de opgegeven kostprijs tussen €10,-en €35,- per net.

• Er zijn 17 deelnemers (29%) die deze vraag hebben beantwoord.

Deelconclusies

• De gemiddelde opgegeven kostprijs is €24,- inclusief BTW per net. De variatie is groot.

• De meerderheid van de CSA’s weet niet wat de kostprijs per net is.

17

Page 47: Jeroen de Geus (SVN) Marjolijn Kroon (AT Osborne) 5 oktober 2012 · 2015. 8. 13. · 2 Voorwoord Voor u ligt deel 2: conclusies en aanbevelingen van het resultaat van de Benchmark

47

Productie: Gemiddelde kostprijs (n=17)

Resultaten

• Door de lage respons kan voor academische ziekenhuizen geen conclusie worden getrokken.

• Gemiddelde opgegeven kostprijs bij topklinische ziekenhuizen is € 26,-, bij algemene ziekenhuizen € 25,-

• De meeste respons is door algemene ziekenhuizen gegeven.

• In de categorie Overig is geen reactie ontvangen.

Deelconclusies

• De gemiddelde opgegeven kostprijs bij topklinische of algemene ziekenhuizen is vergelijkbaar.

1

0

1

2

3

4

€1‐ €10 €11 ‐ €20 €21 ‐ €30 €31 ‐ €40 €41 ‐ €50 > €50

Aantal CSA

's

Kostprijs per net in €

Academisch

1

0

1

2

0 00

1

2

3

4

€1‐ €10 €11 ‐ €20 €21 ‐ €30 €31 ‐ €40 €41 ‐ €50 > €50

Aantal CSA

's

Kostprijs per net in €

Topklinisch

1

4 4

2

0

1

0

1

2

3

4

5

€1‐ €10 €11 ‐ €20 €21 ‐ €30 €31 ‐ €40 €41 ‐ €50 > €50

Aantal CSA

's

Kostprijs per net in €

Algemeen

17

Page 48: Jeroen de Geus (SVN) Marjolijn Kroon (AT Osborne) 5 oktober 2012 · 2015. 8. 13. · 2 Voorwoord Voor u ligt deel 2: conclusies en aanbevelingen van het resultaat van de Benchmark

48

Productie: Opbouw kostprijs (n=19)

Personeel Gebouw Apparatuur Gebruik Afschrijving Aantal CSA’s

x x x x x 4

x x x x 6

x x x 2

x x x x 1

x x x 2

x x 2

x x 1

x 1

Resultaten

• De opbouw van de kostprijs is divers.

• Bijna alle deelnemers hebben personeelskosten en aanschaf apparatuur meegenomen.

• Gebouwkosten, gebruikskosten en afschrijving worden veel minder vaak meegenomen of ontbreken.

Deelconclusies

• Een eenduidige opbouw voor het bepalen van de kostprijs ontbreekt.

19

Page 49: Jeroen de Geus (SVN) Marjolijn Kroon (AT Osborne) 5 oktober 2012 · 2015. 8. 13. · 2 Voorwoord Voor u ligt deel 2: conclusies en aanbevelingen van het resultaat van de Benchmark

49

Productie: netten in omloop (n=32)

Resultaten

• Gemiddeld aantal netten dat per ziekenhuis in omloop is: 1.994.

• Als de uitschieters buiten beschouwing worden gelaten dan varieert het aantal netten van 1.000 tot 3.770. Dit betekent een grote spreiding (factor 4).

• 45% van de deelnemers weet niet hoeveel netten in omloop zijn.

Deelconclusies

• Er zijn grote verschillen in het aantal netten dat in omloop is.

• Iets minder dan de helft van de deelnemers (45%) weet niet hoeveel netten er in omloop zijn.

32

Page 50: Jeroen de Geus (SVN) Marjolijn Kroon (AT Osborne) 5 oktober 2012 · 2015. 8. 13. · 2 Voorwoord Voor u ligt deel 2: conclusies en aanbevelingen van het resultaat van de Benchmark

50

Productie: netten in omloop (n=32)

Resultaten

• Academische ziekenhuizen hebben gemiddeld 5.156 netten in omloop.

• Aanzienlijk minder netten zijn bij de topklinische (1.941), algemene ziekenhuizen (1.727) en in de categorie Overig (1.785) in omloop.

Deelconclusies

• De meeste netten zijn bij de academische ziekenhuizen in omloop.

0 0 0 01 1

0246810

Aantal CSA

's

Aantal netten in omloop

Academisch

0

4 3

0 0 002468

10

Aantal CSA

'sAantal netten in omloop

Topklinisch

68

3 3

0 002468

10

Aantal CSA

's

Aantal netten in omloop

Algemeen

1 02

0 0 002468

10

Aantal CSA

's

Aantal netten in omloop

Overig

32

Page 51: Jeroen de Geus (SVN) Marjolijn Kroon (AT Osborne) 5 oktober 2012 · 2015. 8. 13. · 2 Voorwoord Voor u ligt deel 2: conclusies en aanbevelingen van het resultaat van de Benchmark

51

Productie: soorten netten (n=33)

Resultaten

• Gemiddeld aantal soorten netten per ziekenhuis is 720.

• Het aantal soorten netten varieert van 8 tot 2.500.

• Als de uitschieters buiten beschouwing worden gelaten dan varieert dit van 250 tot 1500 (een spreiding met factor 6).

• 43% van de CSA’s weet niet hoeveel soorten netten er zijn.

Deelconclusie

• De variatie tussen CSA’s in soorten netten is groot.

• Iets minder dan de helft van de CSA’s weet niet hoeveel soorten netten er zijn.

33

Page 52: Jeroen de Geus (SVN) Marjolijn Kroon (AT Osborne) 5 oktober 2012 · 2015. 8. 13. · 2 Voorwoord Voor u ligt deel 2: conclusies en aanbevelingen van het resultaat van de Benchmark

52

Productie: soorten netten (n=33)

Resultaten

• Academische ziekenhuizen hebben gemiddeld 2.438 verschillende soorten netten.

• Topklinische (687), algemene ziekenhuizen (480) en categorie Overig (683) hebben aanzienlijk minder verschillende soorten netten.

Deelconclusies

• Academische ziekenhuizen hebben veruit de meeste verschillende soorten netten.

0 0 0 03

0246810

Aantal CSA

's

Aantal soorten netten

Aacademisch

1

5

1 0 00246810

Aantal CSA

'sAantal soorten netten 

Topklinisch

8

1 0 002468

10

Aantal CSA

's

Aantal soorten netten

Algemeen

20 1 0 0

0246810

Aantal CSA

's

Aantal soorten netten

Overig

33

Page 53: Jeroen de Geus (SVN) Marjolijn Kroon (AT Osborne) 5 oktober 2012 · 2015. 8. 13. · 2 Voorwoord Voor u ligt deel 2: conclusies en aanbevelingen van het resultaat van de Benchmark

53

Productiecapaciteit: wasmachine (n=36)

Wasmachine Deel-nemers

Gemiddelde productie per

uur

Minimum capaciteit

Maximum capaciteit

Wagenwasmachine 10 5,6 wagens 1,5 12

Takt wasmachines 1 135 netten nvt nvt

Batch wasmachines 29 57,2 netten 4 132

Combi wasmachines 3 38,7 netten 18 50

Overige wasmachines 8 Divers # netten nvt nvt

Resultaten

• De meerderheid van de deelnemers hebben een batch wasmachines.

• De batch wasmachine heeft de grootste maximum capaciteit ten opzichte van de andere wasmachines.

• 62% van de deelnemers heeft deze vraag beantwoord.

36

Page 54: Jeroen de Geus (SVN) Marjolijn Kroon (AT Osborne) 5 oktober 2012 · 2015. 8. 13. · 2 Voorwoord Voor u ligt deel 2: conclusies en aanbevelingen van het resultaat van de Benchmark

54

Productiecapaciteit: stoomsterilisatoren (n=36)

Resultaten

• Gemiddeld aantal sterilisatoren per CSA is 3,4.

• Voor algemene ziekenhuizen was in 2004 het aantal sterilisatoren 3,4 (in 2011 is dit 3,1).

• Aantal sterilisatoren loopt van minimaal 2 tot maximaal 7.

• 62% van de deelnemers heeft deze vraag beantwoord.

Deelconclusies

• Het aantal sterilisatoren in algemene ziekenhuizen is licht gedaald ten opzichte van 2004.

36

Page 55: Jeroen de Geus (SVN) Marjolijn Kroon (AT Osborne) 5 oktober 2012 · 2015. 8. 13. · 2 Voorwoord Voor u ligt deel 2: conclusies en aanbevelingen van het resultaat van de Benchmark

55

Productiecapaciteit: capaciteit per stoomsterilisator (n=32)

Resultaten

• Gemiddeld aantal netten per stoomsterilisator per jaar is 17.359.

• Dit is berekend door de jaarlijkse productie te delen door het aantal sterilisatoren.

• De spreiding loopt van 1.000 tot 2.500 (een factor 2,5) als uitersten waarden buiten beschouwing worden gelaten.

• 55% van de deelnemers heeft deze vraag ingevuld.

Deelconclusies

• Niet alle CSA’s hebben deze gegevens paraat.

32

Page 56: Jeroen de Geus (SVN) Marjolijn Kroon (AT Osborne) 5 oktober 2012 · 2015. 8. 13. · 2 Voorwoord Voor u ligt deel 2: conclusies en aanbevelingen van het resultaat van de Benchmark

56

Productiecapaciteit: netten per stoomsterilisator (n=32)

Resultaten

• In academische ziekenhuizen is het gemiddeld aantal netten per sterilisator het grootst: 29.493.

• De capaciteit wordt gevolgd door topklinische ziekenhuizen (18.942).

• Daarna komen de algemene ziekenhuizen (15.575) en de categorie Overig 12.833.

• In 2004 werden in algemene ziekenhuizen16.750 netten per sterilisator gesteriliseerd. In 2011 ligt dit iets lager.

Deelconclusies

• De academische ziekenhuizen hebben de hoogste productie per sterilisator. De langere openingstijden of grotere machinecapaciteit kan een verklaring hiervoor zijn.

• De productiecapaciteit per sterilisator in algemene ziekenhuizen is licht gedaald ten opzicht van 2004.

0 01

2

0246810

Aantal CSA

's

Verhoudingsgetal net / sterilisator

Academisch

0

5

1 1

02468

10

Aantal CSA

'sVerhoudingsgetal net / sterilisator

Topklinisch

4

9

6

00246810

Aantal CSA

's

Verhoudingsgetal net/ sterilisator

Algemeen

1 1 10

02468

10

Aantal CSA

's

Verhoudingsgetal net/ sterilisator

Overig

32

Page 57: Jeroen de Geus (SVN) Marjolijn Kroon (AT Osborne) 5 oktober 2012 · 2015. 8. 13. · 2 Voorwoord Voor u ligt deel 2: conclusies en aanbevelingen van het resultaat van de Benchmark

57

Productiecapaciteit: capaciteit vs werkelijke productie (n=32)

Resultaten

• De capaciteit van de sterilisatoren ligt, op 1 deelnemer na, hoger dan de werkelijke productie. Hoe groter het verschil hoe groter de onderbezetting van de sterilisatoren is.

• 32 van de deelnemers (55%) hebben de gegevens ingevuld.

Deelconclusies

• De sterilisatoren kunnen meer netten steriliseren dan in de praktijk wordt gedaan.

32

Page 58: Jeroen de Geus (SVN) Marjolijn Kroon (AT Osborne) 5 oktober 2012 · 2015. 8. 13. · 2 Voorwoord Voor u ligt deel 2: conclusies en aanbevelingen van het resultaat van de Benchmark

58

Productiecapaciteit: capaciteit vs werkelijke productie (n=32)

Resultaten

• De gemiddelde verhouding is 4,2. Dit betekent dat de sterilisatoren ruim 4x het huidig aantal netten kan steriliseren.

• Als de uitschieters buiten beschouwing worden gelaten dan liggen de waardes tussen 1,6 en 12,0. De gemiddelde verhouding is dan 3,6.

Deelconclusies

• De sterilisatoren kunnen ruim 3x meer netten steriliseren dan in de praktijk wordt gedaan.

32

Page 59: Jeroen de Geus (SVN) Marjolijn Kroon (AT Osborne) 5 oktober 2012 · 2015. 8. 13. · 2 Voorwoord Voor u ligt deel 2: conclusies en aanbevelingen van het resultaat van de Benchmark

59

Productiecapaciteit: waterstofperoxidesterilisatoren (n=36)

Resultaten

• De meerderheid (75%) van de CSA’sbeschikt niet over een waterstofperoxidesterilisator.

• 19% heeft 1 waterstofperoxidesterilisator.

• 6% heeft 2 waterstofperoxidesterilisator.

Deelconclusies

• Specifieke sterilisatieprocessen (zoals waterstofperoxidesterilisatie) worden door de meerderheid uitbesteed.

36

Page 60: Jeroen de Geus (SVN) Marjolijn Kroon (AT Osborne) 5 oktober 2012 · 2015. 8. 13. · 2 Voorwoord Voor u ligt deel 2: conclusies en aanbevelingen van het resultaat van de Benchmark

60

Efficiency op de CSAOverall conclusie (1)

Hoe efficiënt werkt de CSA?

Om antwoord op deze vraag te kunnen geven zijn in deze benchmark fte, productie, kosten en apparatuur van de CSA gemeten.

De belangrijkste conclusies zijn in dit hoofdstuk opgenomen.

Daarnaast zijn de resultaten voor algemene ziekenhuizen ten opzichte van 2004 beschreven.

In de bijlage is een overzicht van alle deelconclusies opgenomen.

Page 61: Jeroen de Geus (SVN) Marjolijn Kroon (AT Osborne) 5 oktober 2012 · 2015. 8. 13. · 2 Voorwoord Voor u ligt deel 2: conclusies en aanbevelingen van het resultaat van de Benchmark

61

Efficiency op de CSAOverall conclusie (2)

Organisatie

Het uitbesteden van de CSA activiteiten vormt nog steeds een grote uitzondering.

Als een CSA taken uitbesteed dan zijn dit vaker specifieke sterilisatieprocessen dan standaard stoomsterilisatie.

Minder dan de helft van de CSA’s heeft een SLA met de OK-afdeling als grootste afnemer. Een SLA met de polikliniek is meer uitzondering dan regel. Hieruit blijkt dat een SLA niet als sturingsinstrument wordt ingezet.

Het takenpakket van de CSA is ten opzichte van 2004 uitgebreid.

Productie

Iets meer dan de helft van de CSA’s heeft de productiegegevens paraat.

Algemene ziekenhuizen hebben een lagere gemiddelde productie per fte dan academische en topklinische ziekenhuizen.

Page 62: Jeroen de Geus (SVN) Marjolijn Kroon (AT Osborne) 5 oktober 2012 · 2015. 8. 13. · 2 Voorwoord Voor u ligt deel 2: conclusies en aanbevelingen van het resultaat van de Benchmark

62

Efficiency op de CSAOverall conclusie (3)Productie (vervolg)

Het aantal netten per OK ligt bij academische ziekenhuizen het laagst en bij topklinische ziekenhuizen het hoogst. Een verklaring hiervoor vereist een nadere analyse.

Met uitzondering van uitschieters, geldt voor elke categorie ziekenhuis dat er per net minder dan 2 losse instrumenten worden gesteriliseerd. Het effect van los instrumentarium op de efficiency, vereist een nadere analyse.

De meerderheid van de CSA’s weet niet wat de kostprijs per net is.

Een eenduidige opbouw voor het bepalen van de kostprijs ontbreekt. Om de efficiency te verbeteren is inzicht in de kosten en de kostprijs essentieel.

Bij academische ziekenhuizen zijn de meeste netten in omloop. Ook hebben zij de meeste soorten netten.

Page 63: Jeroen de Geus (SVN) Marjolijn Kroon (AT Osborne) 5 oktober 2012 · 2015. 8. 13. · 2 Voorwoord Voor u ligt deel 2: conclusies en aanbevelingen van het resultaat van de Benchmark

63

Efficiency op de CSAOverall conclusie (4)

Productiecapaciteit

De academische ziekenhuizen hebben de hoogste productie per sterilisator. Een verklaring hiervoor kan zijn de langere openingstijden of grotere machinecapaciteit.

Voor alle CSA’s geldt dat de sterilisatoren meer netten kunnen steriliseren dan in de praktijk wordt gedaan.

Gegevens van algemene ziekenhuizen uit 2011 vergeleken met uitkomsten uit 2004:

Er is een kleine toename van het aantal netten.

Het aantal fte is licht gedaald.

De gemiddelde bedrijfstijden zijn toegenomen.

Het aantal netten per fte is met 22% gestegen.

Het aantal netten per sterilisator is licht gedaald.

Page 64: Jeroen de Geus (SVN) Marjolijn Kroon (AT Osborne) 5 oktober 2012 · 2015. 8. 13. · 2 Voorwoord Voor u ligt deel 2: conclusies en aanbevelingen van het resultaat van de Benchmark

64

Efficiency op de CSAOverall conclusie (5)

Als de uitkomsten uit deze benchmark met 2004 worden vergeleken dan valt op dat het aantal netten per fte met 22% is toegenomen.

Deze toename laat zien dat de CSA de afgelopen periode bezig is geweest om de efficiëntie te verbeteren. Verschillende redenen voor deze verbetering zijn:

Optimalisatie van het proces (geen wachttijden, efficiënter inzetten medewerkers);

Betere competenties medewerkers;

Beter software planningssysteem.

Ondanks deze toename, zijn er nog voldoende mogelijkheden om de efficiëntie verder te verbeteren. Dit blijkt onder andere uit de onderbezetting van de apparatuur en het relatief hoge ziekteverzuimpercentage.

Page 65: Jeroen de Geus (SVN) Marjolijn Kroon (AT Osborne) 5 oktober 2012 · 2015. 8. 13. · 2 Voorwoord Voor u ligt deel 2: conclusies en aanbevelingen van het resultaat van de Benchmark

65

Aanbevelingen

Om de efficiëntie van de CSA te verbeteren is het essentieel om inzicht te hebben in de huidige situatie (productie, fte, apparatuur en kosten).

De gegevens over de huidige situatie, maken het mogelijk om een verbeter-traject te monitoren en het effect van verbeteringen te kwantificeren.

Aanbevelingen om dit inzicht te vergroten:

Productiegegevens registreren.

SLA’s afsluiten met OK en polikliniek. SVN kan dit ondersteunen door een format voor een SLA te ontwikkelen.

Kostprijs van een net bepalen. SVN kan dit ondersteunen door een richtlijn te ontwikkelen voor de kostenopbouw.

Deze benchmark om de 2 jaar te herhalen om trends inzichtelijk te krijgen.

Page 66: Jeroen de Geus (SVN) Marjolijn Kroon (AT Osborne) 5 oktober 2012 · 2015. 8. 13. · 2 Voorwoord Voor u ligt deel 2: conclusies en aanbevelingen van het resultaat van de Benchmark

66

Aanbevelingen

De verschillen tussen ziekenhuizen onderling zijn groot. Zo is in de grafieken netten per fte en netten per uur een spreiding met factor 3 te zien en bij nettenper sterilisator factor 2,5.

De redenen voor deze verschillen zijn heel divers. Daarom is het interessant om op detailniveau uw eigen CSA te vergelijken met een andere CSA die op bepaalde punten beter scoort.

Daarnaast zijn er mogelijkheden om de efficiëntie op de CSA verder te verbeteren waarvoor de hele keten van OK-CSA bekeken dient te worden of die buiten de invloedssfeer van de CSA liggen. Voorbeelden zijn: Het standaardiseren van de inhoud van de netten;

Het terugbrengen van het aantal netten in omloop;

Het terugbrengen van het aantal verschillende soorten netten.

Page 67: Jeroen de Geus (SVN) Marjolijn Kroon (AT Osborne) 5 oktober 2012 · 2015. 8. 13. · 2 Voorwoord Voor u ligt deel 2: conclusies en aanbevelingen van het resultaat van de Benchmark

67

Bijlage Alle deelconclusies op een rijAlgemeen

Academische ziekenhuizen hebben meer OK’s dan topklinische. Algemene ziekenhuizen hebben het laagst aantal.

De meerderheid van de CSA’s levert aan de eigen zorginstelling. Dit geldt voor zowel academische, topklinische als algemene ziekenhuizen.

Organisatie

De meerderheid van de CSA’s is direct grenzend aan het OK-complex gesitueerd of anders in ieder geval in het ziekenhuisgebouw.

Het uitbesteden van de CSA activiteiten vormt een grote uitzondering.

Als er taken worden uitbesteed dan wordt het zowel aan een commerciële partij als aan een andere zorginstelling gedaan.

Als een CSA taken uitbesteed dan zijn dit vaker specifieke sterilisatieprocessen dan standaard stoomsterilisatie.

Er bestaat geen eenduidige organisatie voor flexibele scopenreiniging. Het wassen van flexibele scopengebeurt zowel centraal als decentraal en op verschillende locaties (CSA, poli, elders in het ziekenhuis).

De meeste CSA’s zijn een zelfstandige afdeling of onderdeel van de OK-afdeling.

In bijna de helft van de ziekenhuizen is de OK-afdeling budgethouder van het instrumentarium. Daarna volgen de CSA , het ziekenhuis en de maatschappen.

Page 68: Jeroen de Geus (SVN) Marjolijn Kroon (AT Osborne) 5 oktober 2012 · 2015. 8. 13. · 2 Voorwoord Voor u ligt deel 2: conclusies en aanbevelingen van het resultaat van de Benchmark

68

Alle deelconclusies op een rij

Minder dan de helft van de CSA’s heeft een SLA met de OK-afdeling als grootste afnemer. Een SLA met de polikliniek is meer uitzondering dan regel.

Reinigen en steriliseren en verschillende kwaliteitstaken zijn standaard voor de CSA. Opmerkelijk is dat het wegen van vuile netten door weinig CSA’s wordt gedaan.

Voorraadbeheer op de CSA, wegbrengen van steriel en ophalen van vuil instrumentarium wordt door een groot deel van de CSA’s gedaan.

Het takenpakket van de CSA is ten opzichte van 2004 uitgebreid.

Gemiddeld is 85% van de fte op een CSA direct betrokken bij het steriliseren van netten.

Het aantal fte in algemene ziekenhuizen is licht gedaald ten opzichte van 2004.

Gemiddeld zijn de CSA’s 13 uur per werkdag in bedrijf. De gemiddelde openingstijden zijn toegenomen ten opzichte van 2004 (10-12 uur per dag).

De meerderheid van de CSA’s werkt niet of beperkt over.

Het ziekteverzuimpercentage van 5,9 % ligt hoger dan het landelijk gemiddelde percentage in een ziekenhuis in 2011 (4,8%).

Bij algemene ziekenhuizen is het ziekteverzuim gemiddeld lager dan bij topklinische en academische ziekenhuizen.

Page 69: Jeroen de Geus (SVN) Marjolijn Kroon (AT Osborne) 5 oktober 2012 · 2015. 8. 13. · 2 Voorwoord Voor u ligt deel 2: conclusies en aanbevelingen van het resultaat van de Benchmark

69

Alle deelconclusies op een rij

Productie

Iets meer dan de helft van de CSA’s heeft de productiecijfers paraat.

Er is sinds 2004 geen grote toename bij algemene ziekenhuizen van het aantal netten. Een mogelijke verklaring is dat er meer gestandaardiseerd is.

Algemene ziekenhuizen hebben een lagere gemiddelde productie per fte dan academische en topklinische ziekenhuizen.

Het aantal netten per fte in algemene ziekenhuizen is met 22% gestegen ten opzichte van 2004.

Mogelijke redenen voor de toename zijn:

optimalisatie van het proces (geen wachttijden, efficiënter inzetten medewerkers);

minder instrumenten per net;

betere competenties medewerkers;

beter software planningssysteem.

De conclusies met alle fte en alleen de fte van MSHM en leerlingen laten hetzelfde beeld zien.

Het aantal netten per OK ligt bij academische ziekenhuizen het laagst en bij topklinische het hoogst. Een verklaring hiervoor vereist een nadere analyse.

Er is een toename van het aantal netten per OK sinds 2004 in algemene ziekenhuizen.

Academische en topklinische ziekenhuizen steriliseren meer netten per uur dan algemene ziekenhuizen. Een verklaring is dat deze CSA’s meer fte hebben en beschikken over meer sterilisatiecapaciteit.

Page 70: Jeroen de Geus (SVN) Marjolijn Kroon (AT Osborne) 5 oktober 2012 · 2015. 8. 13. · 2 Voorwoord Voor u ligt deel 2: conclusies en aanbevelingen van het resultaat van de Benchmark

70

Alle deelconclusies op een rij

Productie (vervolg)

Als de uitschieters buiten beschouwing worden gelaten dan geldt voor elke categorie dat er per net niet meer dan 2 losse instrumenten worden gesteriliseerd.

De opbouw van de grafiek kentgetal net+los per fte komt overeen met de grafiek kengetal net/ te.

Het gemiddelde net+los/fte is 2x zo hoog als het gemiddelde net/fte.

De opbouw van de grafieken kengetal net+los/fte per categorie ziekenhuis komen overeen met de grafieken kengetal net / fte.

De resultaten net+los/fte zijn ten opzichte van net/fte voor: Academische: 2,3x hoger, topklinische: 2,0 x hoger, algemene: 1,9 x hoger.

Het effect van los instrumentarium op de efficiency , vereist een nadere analyse.

Er is een grote spreiding tussen de CSA’s in de omvang van het wassen van flexibele scopen.

In 2004 was de vraag: moet de CSA de scopen wassen? Deze vraag is in 2011 niet meer relevant. Nu is de vraag: hoe en waar kan de scopenreiniging uitgevoerd worden.

Voor elke categorie geldt dat het aantal te wassen scopen uiteen loopt.

De gemiddelde opgegeven kostprijs is € 24,- inclusief BTW per net.

De meerderheid van de CSA’s weet niet wat de kostprijs per net is.

De gemiddelde opgegeven kostprijs bij topklinische of algemene ziekenhuizen is vergelijkbaar.

Een eenduidige opbouw voor het bepalen van de kostprijs ontbreekt.

Page 71: Jeroen de Geus (SVN) Marjolijn Kroon (AT Osborne) 5 oktober 2012 · 2015. 8. 13. · 2 Voorwoord Voor u ligt deel 2: conclusies en aanbevelingen van het resultaat van de Benchmark

71

Alle deelconclusies op een rij

Productie (vervolg)

Er zijn grote verschillen in het aantal netten dat in omloop is.

Iets minder dan de helft van de deelnemers (45%) weet niet hoeveel netten er in omloop zijn.

De meeste netten zijn bij de academische ziekenhuizen in omloop.

De variatie tussen CSA’s in soorten netten is groot.

Iets minder dan de helft van de CSA’s weet niet hoeveel soorten netten er zijn.

De academische ziekenhuizen hebben veruit de meeste verschillende soorten netten.

Productiecapaciteit

Het aantal sterilisatoren in algemene ziekenhuizen is licht gedaald ten opzichte van 2004.

Niet alle CSA’s hebben de gegevens over sterilisatoren paraat.

De academische ziekenhuizen hebben de hoogste productie per sterilisator. De langere openingstijden of grotere machinecapaciteit kan een verklaring hiervoor zijn.

De productiecapaciteit per sterilisator in algemene ziekenhuizen is licht gedaald ten opzichte van 2004.

De sterilisatoren kunnen ruim 3x meer netten steriliseren dan in de praktijk wordt gedaan.

Specifieke sterilisatieprocessen (zoals waterstofperoxide) worden door de meerderheid uitbesteed.