jhwh openbaarde zich op sinaï
DESCRIPTION
Wat is er gebeurd tot nu toe?. De geboden zijn gegeven. De weerbare mannen zijn geteld. JHWH openbaarde zich op Sinaï. Het kamp is georganiseerd. De marsorde is bepaald. De tabernakel is gemaakt. De levietendienst omschreven. 7 Alija’s. - PowerPoint PPT PresentationTRANSCRIPT
xrq –Korach Num.16:1-18:32
JHWH openbaarde zich op Sinaï
De geboden zijn gegeven
De weerbare mannen zijn geteld
Het kamp is georganiseerd
De marsorde is bepaald
De tabernakel is gemaakt
De levietendienst omschreven
Wat is er gebeurd tot nu toe?
xrq –Korach Num.16:1-18:32
1. Opstand van Korach, Datan en Abiram plus 250 man. Weigering om te komen.
7 Al
ija’s 2. Mozes woedend en doet 2e poging. 250 man
komen met hun vuurpannen
3.Korach, Datam en Abiram verzwolgen in de aarde, 250 man verzengd
4.Opstand van het volk – 14700 stierven aan de plaag
5. Van de 12 staven bloeit de staf van Aäron
6. De bloeiende staf van Aäron in de Aron haKodesj.
7. De Levieten – geen grondbezit wel tienden
xrq –Korach Num.16:1-18:32
Wie is Korach?
Korach betekent: kaal
Num.8: 5 De HEER zei tegen Mozes: 6 ‘Zonder de Levieten van de overige Israëlieten af en reinig hen. 7 Je moet hen besprenkelen met reinigingswater, en vervolgens moeten ze hun hele lichaam scheren en hun kleren wassen. Daarna zijn ze rein.
xrq –Korach Num.16:1-18:32
Wie is Korach?
Korach: kaal
2 Kon.2:23 Vandaar ging hij naar Betel. En toen hij de weg opklom, kwamen er kleine knapen uit de stad, die de spot
met hem dreven en hem toeriepen: Kom op, kaalkop! Kom op, kaalkop!
XXxrq hle xrq hleAlah kerech, alah kerechOmhoog kaalkop, omhoog kaalkop
xrq –Korach Num.16:1-18:32Uitstapje Elisa: “kaalkop ga op”
Bethel
Gilgal
2 Kon.2:1 Het geschiedde, toen de HERE Elia in een storm ten hemel zou opnemen, dat Elia met Elisa uit Gilgal ging. 2 En Elia zeide tot Elisa: Blijf toch hier, want de HERE heeft mij naar Betel gezonden
xrq –Korach Num.16:1-18:32Uitstapje Elisa: “kaalkop ga op”
xrq –Korach Num.16:1-18:32Uitstapje Elisa: “kaalkop ga op”
2 Kon.2:23 Vandaar ging hij naar Betel. En toen hij de weg opklom, kwamen er kleine knapen uit de stad, die de spot met hem dreven en hem toeriepen: Kom op, kaalkop! Kom op, kaalkop! 24 Toen wendde hij zich om, zag hen en vervloekte hen in de naam des HEREN. Toen kwamen er twee berinnen uit het woud en verscheurden tweeënveertig van die kinderen. 25 En hij ging vandaar naar de berg Karmel, en vandaar keerde hij terug naar Samaria.
WAT GEBEURDE HIERVOOR?Elia voer ten hemel (ging omhoog)
Elia maakte aliah
XXxrq hle xrq hleAlah kerech, alah kerechOmhoog kaalkop, omhoog kaalkop
xrq –Korach Num.16:1-18:32Uitstapje Elisa: “kaalkop ga op”
xrq –Korach Num.16:1-18:32
NBV: kinderenGNB: kinderenHSV: kinderenNBG: kinderenSV: kinderenWV: jongensASV: ladsKJV: children
Uitstapje Elisa: “kaalkop ga op”
2 Kon.2:23 Vandaar ging hij naar Betel. En toen hij de weg opklom, kwamen er kleine knapen uit de stad, die de spot met hem dreven en hem toeriepen: Kom op, kaalkop! Kom op, kaalkop! 24 Toen wendde hij zich om, zag hen en vervloekte hen in de naam des HEREN. Toen kwamen er twee berinnen uit het woud en verscheurden tweeënveertig van die kinderen. 25 En hij ging vandaar naar de berg Karmel, en vandaar keerde hij terug naar Samaria.
NBV: troep kinderenGNB: kinderenHSV: kleine jongensNBG: kleine knapenSV: kleine jongensWV: jongensASV: young ladsKJV: little children
Myntq Myrennariem qataniem
Qatan: klein, smal, jong, onbelangrijkNaär: jongen, knecht
Gen.37:2 Jozef 17 jaarJoz.6:23 De jongemannen brachten
Rachab naar buiten
Mydlyjelediem
Jeled: kind, zoon, nakomeling, jongeling
Jalad: ter wereld brengen, baren, verwekken
xrq –Korach Num.16:1-18:32
1 Kon.11:14 En de HERE deed een tegenstander tegen Salomo opstaan, de Edomiet Hadad; deze was van het koninklijk geslacht in Edom. 15 Toen namelijk David met Edom bezig was, en de legeroverste Joab optrok om de gevallenen te begraven, en hij ieder doodde, die van het mannelijk geslacht was in Edom – 16 want zes maanden was Joab daar gebleven met geheel Israël, totdat men ieder die van het mannelijk geslacht was, uitgeroeid had in Edom – 17 toen vluchtte Hadad, en met hem enige Edomitische mannen, hovelingen van zijn vader, om naar Egypte uit te wijken; en Hadad was nog zeer jong.
Ntq renNa’ar katan
Uitstapje Elisa: “kaalkop ga op”
xrq –Korach Num.16:1-18:32
1 Kon.3:7 En nu, HERE, mijn God, Gij zelf hebt uw knecht (Salomo) in de plaats van mijn vader David koning gemaakt, hoewel ik een jonge man ben; ik weet niet uit te gaan of in te gaan.
Ntq renNa’ar katan
Uitstapje Elisa: “kaalkop ga op”
xrq –Korach Num.16:1-18:32
Hoe klinkt deze geschiedenis wanneer we het ons zo voorstellen? 8x!
Uitstapje Elisa: “kaalkop ga op”
xrq –Korach Num.16:1-18:32
Hoe klinkt deze geschiedenis wanneer we het ons zo voorstellen? 40
Uitstapje Elisa: “kaalkop ga op”
xrq –Korach Num.16:1-18:32Uitstapje Elisa: “kaalkop ga op”
Jongeren onder de
30
xrq –Korach Num.16:1-18:32Uitstapje Elisa: “kaalkop ga op”
2 Kon.2:23 Vandaar ging hij naar Betel. En toen hij de weg opklom, kwamen er kleine knapen uit de stad, die de spot met hem dreven en hem toeriepen: Kom op, kaalkop! Kom op, kaalkop! 24 Toen wendde hij zich om, zag hen en vervloekte hen in de naam des HEREN. Toen kwamen er twee berinnen uit het woud en verscheurden tweeënveertig van die kinderen. 25 En hij ging vandaar naar de berg Karmel, en vandaar keerde hij terug naar Samaria.
eqbBakahSplijten van de zee, Klieven van hout,Breken door een linie soldaten Veroveren,
42 verscheurd, dan stonden er misschien wel 100 Elisa uit te jouwen.
xrq –Korach Num.16:1-18:32Uitstapje Elisa: “kaalkop ga op”
2 Kon.3:26 Toen slingeraars het omsingelden en beschoten, 26 zag de koning van Moab dat de strijd hem te machtig werd; hij nam met zich zevenhonderd mannen die het zwaard konden voeren, om door te breken in de richting van de koning van Edom; maar zij konden het niet.
Jlm-la eqbhlLe havqi el melech
eqbBakah
xrq –Korach Num.16:1-18:32
Wat zien we nu?
42 of meer
jonge mannen die Elisa
staan uit te jouwen.
2 berinnen
xrq –Korach Num.16:1-18:32
Wie is Korach?
Korach: kaal
2 Kon.2:23 Vandaar ging hij naar Betel. En toen hij de weg opklom, kwamen er kleine knapen uit de stad, die de spot
met hem dreven en hem toeriepen: Kom op, kaalkop! Kom op, kaalkop!
XXxrq hle xrq hleAlah kerech, alah kerechOmhoog kaalkop, omhoog kaalkop
Korach: koud, ijs, vorst
xrq –Korach Num.16:1-18:32
Ex.6:17 De zonen van Kehat: Amram, Jishar, Chebron en Uzziël.
xrq –Korach Num.16:1-18:32
ISRAËL
LEVI’IEMDeut.10:8 Toen zonderde de HERE de stam der Levieten af om de ark van het verbond des HEREN te dragen, vóór de HERE te staan om Hem te dienen, en in zijn naam te zegenen tot op deze dag.
COHANIEM
Num.3:5 De HERE nu sprak tot Mozes: 6 Laat de stam Levi aantreden en stel hem voor het aangezicht van de priester Aäron, opdat zij hem dienen,
xrq –Korach Num.16:1-18:32
Num.16:1 De Leviet Korach, de zoon van Jishar, de zoon van Kehat, en de Rubenieten Datan en Abiram, de zonen van Eliab, en On, de zoon van Pelet, kwamen tegen Mozes in opstand. Ze werden gesteund door tweehonderd-vijftig leiders van de Israëlieten, achtens-waardige mannen, de aanzienlijkste van de gemeenschap. 3 Ze stelden zich tegenover Mozes en Aäron op en zeiden tegen hen: ‘U matigt u te veel aan. Alle leden van de gemeenschap zijn heilig, en de HEER is in hun midden. Waarom voelt u zich dan boven de gemeenschap van de HEER verheven?’
Xxrq xqyvWa jiqach KorachEn nam Korach
Korach namMozes gaf
xrq –Korach Num.16:1-18:32
Num.16:1 De Leviet Korach, de zoon van Jishar, de zoon van Kehat, en de Rubenieten Datan en Abiram, de zonen van Eliab, en On, de zoon van Pelet, kwamen tegen Mozes in opstand. Ze werden gesteund door tweehonderd-vijftig leiders van de Israëlieten, achtens-waardige mannen, de aanzienlijkste van de gemeenschap. 3 Ze stelden zich tegenover Mozes en Aäron op en zeiden tegen hen: ‘U matigt u te veel aan. Alle leden van de gemeenschap zijn heilig, en de HEER is in hun midden. Waarom voelt u zich dan boven de gemeenschap van de HEER verheven?’
xrq –Korach Num.16:1-18:32
Num.16:1 De Leviet Korach, de zoon van Jishar, de zoon van Kehat, en de Rubenieten Datan en Abiram, de zonen van Eliab, en On, de zoon van Pelet, kwamen tegen Mozes in opstand. Ze werden gesteund door tweehonderd-vijftig leiders van de Israëlieten, achtens-waardige mannen, de aanzienlijkste van de gemeenschap. 3 Ze stelden zich tegenover Mozes en Aäron op en zeiden tegen hen: ‘U matigt u te veel aan. Alle leden van de gemeenschap zijn heilig, en de HEER is in hun midden. Waarom voelt u zich dan boven de gemeenschap van de HEER verheven?’
Hoe modern
kan het?
xrq –Korach Num.16:1-18:32Reageert Mozes zo?
xrq –Korach Num.16:1-18:32
Num.16: 4 Bij het horen van deze woorden wierp Mozes zich ter aarde. 5 Daarna zei hij tegen Korach en zijn aanhang: ‘Morgen zal de HEER bekendmaken wie hem toebehoort, wie heilig is en in zijn nabijheid mag verkeren. Wie hij zal uitkiezen, mag in zijn nabijheid komen. 6 Luister wat u moet doen, Korach, en u, zijn aanhangers, ook: neem morgen allemaal een vuurbak, 7 doe er gloeiende kolen in en leg daar reukwerk op voor de HEER. Degene die dan door de HEER wordt uitgekozen, die is heilig. U matigt u te veel aan, Levieten.’
xrq –Korach Num.16:1-18:32
Num.16 8 Mozes zei verder tegen Korach: ‘Luister goed, Levieten. 9 Is het u niet genoeg dat u door de God van Israël van de andere Israëlieten bent afgezonderd om in zijn nabijheid te verkeren, om werkzaamheden bij de tabernakel van de HEER te verrichten en om de hele gemeenschap ten dienste te staan en die te vertegenwoordigen? 10 Is het u niet genoeg dat hij u en uw stamgenoten, de Levieten, in zijn nabijheid heeft toegelaten? Eist u nu ook nog het priesterschap op?
xrq –Korach Num.16:1-18:32• Kain’s jalouzie
voor Abel• Korach’s jalouzie
voor Aäron
xrq –Korach Num.16:1-18:32
Num.11:14 Ik alleen kan de zorg voor dit gehele volk niet dragen: dat is mij te zwaar.
Ex.3:1 Mozes nu was gewoon de kudde van zijn schoonvader Jetro, de priester van Midjan, te hoeden. Eens, toen hij de kudde naar de overkant van de woestijn geleid had, kwam hij bij de berg Gods, Horeb. 2 Daar verscheen hem de Engel des HEREN als een vuurvlam midden uit een braamstruik. Ex.3:11 Maar Mozes zeide tot God: Wie ben ik, dat ik naar Farao zou gaan en de Israëlieten uit Egypte zou leiden?
Ex.4:10 Toen zeide Mozes tot de HERE: Och Here, ik ben geen man van het woord, noch sinds gisteren, noch sinds eergisteren, noch sinds Gij tot uw knecht gesproken hebt, want ik ben zwaar van mond en zwaar van tong.
Num.12: 3 Mozes nu was een zeer zachtmoedig man, meer dan enig mens op de aardbodem.
Mozes was een zeer
zachtmoedig Man
xrq –Korach Num.16:1-18:32
Ddam vne hsm syahvWe ha isj mosje anaw meodEn de man Mozes nederig veel zachtmoedig deemoedig
Num.12: 3 Mozes nu was een zeer zachtmoedig man, meer dan enig mens op de aardbodem.
xrq –Korach Num.16:1-18:32
Num.16:26 ‘Ga bij de tenten van die goddeloze mannen vandaan,’ zei hij tegen het volk, ‘en raak niets aan dat van hen is, anders komt u om vanwege hun zonden.’
Myesrh MysnahHa anasjiem harsjaiemDie mannen slecht/crimineel
esrrasjaslecht, goddeloos, schuldig
xrq –Korach Num.16:1-18:32
KORACHDe kale, de ijskoude
MOZESDe getrokkene
nemen gevenstreber leiderschap afhouden
Matth.25:23 En Hij ging een weinig verder en Hij wierp Zich met het aangezicht ter aarde en bad, zeggende: Mijn Vader, indien het mogelijk is, laat deze beker Mij voorbijgaan; doch niet gelijk Ik wil, maar gelijk Gij wilt. Matth11: 29 neemt mijn juk op u en leert van Mij, want Ik ben zachtmoedig en nederig van hart, en gij zult rust vinden voor uw zielen;
zachtmoedighoogmoedigslecht, zondig Dienaar van God
xrq –Korach Num.16:1-18:32
Wie heeft de overhand in mij?
KORACHDe kale, de ijskoude
MOZESDe getrokkene
xrq –Korach Num.16:1-18:32
Juda 1:3 Geliefden, daar ik mij in alle opzichten beijver u te schrijven over ons gemeenschappelijk heil, zie ik mij genoodzaakt het te doen met de vermaning, tot het uiterste te strijden voor het geloof, dat eenmaal de heiligen overgeleverd is. 4 Want er zijn zekere mensen binnengeslopen – reeds lang tevoren tot dit oordeel opgeschreven – goddelozen, die de genade van onze God in losbandigheid veranderen en onze enige Heerser en Here, Jezus Christus, verloochenen. 5 Maar ik wil u te binnen brengen – gij hebt het immers alles eens voor goed vernomen – dat de Here een volk uit het land Egypte verlost heeft, maar een andermaal hen, die niet tot geloof gekomen waren, verdelgd heeft; 6 en dat Hij engelen, die aan hun oorsprong ontrouw werden en hun eigen woning verlieten, voor het oordeel van de grote dag met eeuwige banden onder donkerheid heeft bewaard gehouden;
xrq –Korach Num.16:1-18:32
Juda 1:7 zoals Sodom en Gomorra en de steden in hun nabijheid, die op gelijke wijze als genen haar hoererij hebben botgevierd en ander vlees achternagelopen zijn, daar liggen als voorbeeld, onder een straf van eeuwig vuur. 8 Desgelijks bezoedelen ook deze dromenzieners hun vlees, verwerpen wat heerschappij heet en lasteren de heerlijkheden. 9 Maar Michaël, de aartsengel, durfde, toen hij met de duivel in twist gewikkeld was over het lichaam van Mozes, geen smadelijk oordeel uitbrengen, doch hij zeide: De Here straffe u! 10 Zij echter lasteren al wat zij niet kennen en in hetgeen zij, gelijk de redeloze wezens, van nature weten, ligt hun verderf. 11 Wee hun, want zij zijn de weg van Kaïn opgegaan, zij zijn voor de verleiding van een Bileamsloon bezweken en door het verzet van een Korach ten onder gegaan. . antilogia
antilogiategenspraak
anti logostegen woord
xrq –Korach Num.16:1-18:32
Juda 1:12 Dezen zijn de schandvlekken bij uw liefdemalen, zij, die zonder schroom tezamen feesten om zichzelf te weiden; wolken, die geen water geven, daar zij door winden voorbijgejaagd worden; bomen, die in de late herfst geen vrucht geven; tweemaal gestorven zijn zij en ontworteld; 13 wilde baren der zee, die hun eigen schande opschuimen; dwaalsterren. Voor hen is de donkerste duisternis voor eeuwig weggelegd.
xrq –Korach Num.16:1-18:32
Lucas 18:8 Doch, als de Zoon des mensen komt, zal Hij dan het geloof vinden op aarde?
Hab.2:4 maar de rechtvaardige zal door zijn geloof leven
hnVmaemoenahGeloof, trouw, zekerheid, veiligheid, vastheid