kopzorgen
DESCRIPTION
Lezing uitgesproken tijdens Parkinsondag 14 april 2015TRANSCRIPT
Kopzorgen bij parkinson
Niet alles is wat het lijkt!
Dames en heren ik zit met een dilemma. Parkinson wordt wel de
ziekte van de depressiviteit genoemd, ook wel de ziekte van Sadness
en Sorrow, en ik ben het daar eigenlijk niet helemaal mee eens.
Ik wil in dit praatje mijn overwegingen daarvoor met u doornemen.
Mijn voornaamste bezwaar is dat het ons afleidt van waar het bij
deze ziekte echt omgaat en dat is de gedaanteverandering, de
wezensverandering die veel mensen met parkinson door de ziekte
doormaken. Gedaanteverandering zowel van binnen als van buiten.
Om duidelijk te maken wat ik hier bedoel zal ik u af en toe
meenemen naar mijn behandelkamer.
Ik heb heel veel mensen met parkinson de afgelopen jaren mogen
spreken en ik ben tot de conclusie gekomen dat de veranderingen
van binnen minstens net zo groot zijn als de veranderingen die zich
van buiten tonen.
Ik heb er het boekje ‘Mijn denken stottert vaak meer dan mijn benen’
over geschreven waarin ik de belangrijkste veranderingen omschrijf
die mensen in hun leven zien opdoemen als ze met deze ziekte te
maken krijgen.
Naast de mentale veranderingen, die in het verleden veel meer
aandacht hebben gekregen, in de jaren 90 van de vorige eeuw
ontwikkelde ik al de cursus Parkinson Hou je Aandacht Erbij heb ik
een drietal processen omschreven die samen met de genoemde
mentale veranderingen een soort van grondpatroon vormen van de
innerlijke verandering, de intrapsychische verandering. (Soms is het
beter te spreken van een omwenteling omdat mensen echt in hun
wezen kunnen veranderen. Vaak abrupt zelfs)
Dat grondpatroon ziet er in mijn optiek als volgt uit.
• Mentale veranderingen
• Initiatiefarmoede
• Veranderingen binnen het gevoelsleven en de stemming
• Onvermogen om spanning te verdragen
Ik ben bang dat dit grondpatroon, gelet op de hoge inschatting van
het aantal depressieve parkinsonpatiënten die je in de literatuur
aantreft, 40-‐50% heel gemakkelijk wordt opgevat als de
‘infrastructuur’ van een depressie.
Bij depressie is er vaak sprake van een daling van belangstelling in
aangename activiteiten, inactiviteit, verminderde capaciteit van
denken, concentreren en besluiten nemen.
Je hoeft geen psycholoog te zijn om, als je naar dat grondpatroon
kijkt, om de conclusie te trekken dat parkinson bijna een ander
woord, een synoniem is voor depressie.
Ik wil een beetje weg van dat depressiedenken.
Natuurlijk, ook mensen met parkinson kunnen ernstig depressief
worden. Maar een depressie is in mijn ogen een psychiatrische
complicatie. Het is niet de regel. En in mijn optiek zijn veranderingen
die ik heb samengebracht in dat grondpatroon dan ook normale
veranderingen.
Het wordt er niet duidelijker op als we deze in mijn ogen gewone
symptomen alsmaar vanuit een depressiekader proberen te
verklaren.
Het maskeert een beetje de werkelijke problemen waar mensen met
parkinson mee kampen. En dat is veel meer de verwerking van en de
aanpassing aan de gedaanteverandering die sommigen meemaken.
Ik neem uw mee naar mijn behandelkamer.
Een paar weken geleden werd ik bezocht door een tamelijk jong
echtpaar. Hij had parkinson, maar zat nog volop in het werk. De
klacht van zijn vrouw was dat hij de ziekte niet echt goed leek te
beseffen, wel de lichamelijke dingen, skiën ging niet goed meer, maar
van de andere dingen die je meer in de omgang ziet leek hij zich niet
echt bewust te zijn.
Zo was het voor hem een volslagen verrassing te horen dat bijna al
hun vrienden het idee hadden dat hij veranderde. Meer gesloten.
Zelfs bij het wandelen met de hond, leek hij in zichzelf gekeerd. Dit
alles werd vooral veroorzaakt door de stramme loop, maar bovenal
door het masker, dat overigens snel verdween toen hij met
parkinsonmedicatie begon. Ook van die gezichtsverstrakking was hij
zich overigens nauwelijks bewust.
Tijdens mijn onderzoek vroeg ik hem ook of hij meer was gaan
piekeren. Hij was zichtbaar verrast en gaf me spontaan het volgende
voorbeeld. Hij had een paar maanden geleden een weekendje
Florence geboekt. Lekker weg, samen met zijn vrouw. Hij was
zichtbaar tevreden dat dit hem gelukt was. Maar voordat het
weekendje ook werd uitgevoerd had hij weken daarvoor zeer slecht
geslapen Hij werd vroeg wakker en ging dan maar vroeg naar zijn
werk. Hij werd wakker en piekerde dan over dat weekend. Stel dat
het zou regenen, dan zaten ze daar maar met twee. Stel dat de kamer
dubbel geboekt was enzovoort, enzovoort.
Hij was nooit zo geweest, integendeel, hij en zijn vrouw genoten er
juist van als ze op de bonnefooi weggingen. En nu dus slapeloze
nachten door zinloos gepieker over een weekendje Italië, volledig
geregeld.
Hij herkende zich niet in dit beeld, zo was hij niet en heel belangrijk,
zo wilde hij niet zijn.
Hij was duidelijk in de war van die (innerlijke) gedaanteverwisseling
of wezensverandering, zo zou je het ook kunnen noemen.
En er was nog iets bijgekomen.
Tijdens het weekend dat overigens perfect was verlopen, mooi weer,
veel gezien, en lekker gegeten had zijn vrouw hem erop gewezen dat
hij anders was. In het restaurant had ze tot twee maal toe gezegd dat
het tijd was om af te rekenen, ze was moe en hij was moe, dat zag ze
aan zijn gezicht en bewegingen, tijd om af te rekenen. Hij zei steeds
ja, maar vervolgens gebeurde er niets. Daardoor zaten ze veel te lang
in dat restaurant, allebei moe te zijn.
Dat bracht haar weer in verwarring. Werd nu voortaan van haar
verwacht dat zij zich meer geëmancipeerd zou gaan gedragen? Maar
vroeger rekende hij altijd gewoon af. Tijdens onze gesprekken later
waarin zijn vrouw nog tal van dergelijke ‘gebeurt er nog wat situaties’
inbracht, werd hij zich enigszins bewust van die verandering en vond
hij de relatie met parkinson aannemelijk. Bij parkinson zien we een
bepaalde mate van initiatiefarmoede ontstaan, net alsof mensen van
buiten af een soort van trigger, een duw nodig hebben om in actie te
komen. Maar natuurlijk wil niemand zo zijn? Het valt enigszins te
compenseren.
We zien hier twee aspecten vanuit het grondpatroon, de neiging tot
beren zien en het ontstaan van een zekere initiatiefarmoede.
In mijn optiek kunnen we de veranderingen die zich van binnen
afspelen bij parkinson het best begrijpen vanuit de gedachte, dat
alles wat we aan de buitenkant zien, het domein van de motoriek,
dat we dat ook aan de binnenkant kunnen zien. Noem het de
normale psychische, dus niet psychiatrische, correlaten van de
motorische symptomen.
We zien dat mensen met parkinson, moeite hebben met het uit
zichzelf opstarten en omschakelen van bewegingen.
Opstaan, naar de deur lopen, de klink naar beneden doen, naar een
stoel lopen en gaan zitten. Op verschillende momenten kunnen zich
hier blokkades voordoen.
Een van mijn eerste patiënten was een amateur voetballer die tot op
hoge leeftijd bleef keepen. Op een dag maakte hij het mee dat hij
niet meer naar rechts kon duiken. Een ander sportvoorbeeld. Veel
mensen met parkinson zijn of waren sportfanaten, een vrouw van
een patiënt die aan triatlon deed vertelde dat haar man op het
startblok bleef staan nadat het startschot had geklonken. Ze had
altijd gedacht dat het misschien aan het koude water lag. Je moet
wat denken.
Nee, het gaat hier om starten en omschakelen.
Datzelfde fenomeen zien we terug bij het denken, het voelen en het
doelbewust handelen.
Ook het denken kan haperen, beginnen met ergens over denken
maar ook het zelf vormen en veranderen van een mening gaat soms
veel minder makkelijk. In mijn boek komt het voorbeeld voor van een
kinderfeest. Een patiënt van mij bezoekt een feest van haar
kleinkinderen, ontmoet daar een andere oma, een jeugdvriendin die
ze dertig jaar niet gezien heeft en ze is volstrekt niet in staat om een
gesprek aan te gaan. Ze wist op dat moment gewoon niet te
bedenken welke vraag ze zou stellen of welke opmerking ze zou
maken om het contact te herstellen. Ze was niet nerveus en de
woorden wilden best wel komen, maar ze wist gewoon niet in staat
om de dingen te bedenken die ze wilde bedenken. Ze stond met de
mond vol tanden. Gênant! Mijn boek dankt er zijn titel aan.
In mijn boek komt ook Stefan voor die uitlegt dat hij moet besluiten
om te gaan besluiten zoals hij ook moet besluiten om een glas van
tafel te pakken. Dat waren vroeger automatische processen.
Ook het gevoelsleven heeft zo te maken met zijn haperingen.
De emotionele inkleuring bij een bepaalde ervaring of gedachte kan
achterwege blijven of juist stokken. Mensen hebben dan het gevoel
dat ze vervlakken of zoals een patiënt het uitdrukte niet meer bij hun
geluksknop kunnen komen. Geen hoogtepunten meer beleven maar
ook geen echte dieptepunten.
Of mensen blijven alsmaar somberen, beren op de weg zien.
Ook komt het voor dat mensen momenten hebben waarop ze onheil
ervaren terwijl volledig onduidelijk is waarom dat zo zou moeten zijn.
Ze ervaren gevoelens die ze niet kunnen thuis brengen.
En ook het doelgericht handelen kan stokken. Ik heb dat
Initiatiefarmoede genoemd. Misschien is initiatiefarmoede nog wel
hét kenmerk dat het meest doet denken aan depressiviteit.
Mensen met parkinson raken steeds minder geneigd om in actie te
komen( daarom wordt het ook zo stil in huis)
Thompson, een Nieuw Zeelandse arts die zijn eigen parkinson
bijhield, zette in zijn dagboek dat hij juist geneigd was om niet in
actie te komen. Het omgekeerde dus.
Dezelfde keeper waarover ik eerder sprak, bleek ook als secretaris
van de voetbalvereniging niet in staat om een brief op tijd op de post
te doen, wel in staat om een spread sheet te maken van de
ledenadministratie, maar bijna nooit op het juiste moment.
Je zou het een falen van de wil kunnen noemen. Een puur
mechanisch probleem, geen psychologisch probleem, het vraagt om
mechanische oplossingen. Als ik niet uit mezelf…. Dan moet ik
worden aangeduwd, door mezelf met trucs en vaste gewoonten,
vaker nog door de omgeving. Met name de partner.
Oneerbiedig gezegd, dit Lijkt op het aanduwen van een auto waarvan
de startmotor kapot is. Bij duwen slaat hij aan en kun je uren rijden,
maar als je stopt begint het ritueel van voren af aan. Om het verschil
met depressieve mensen aan te geven, depressieve mensen doen het
wel iets beter als ze worden gestimuleerd, maar ze bereiken daarmee
nooit het oude niveau.
Overigens dat stil vallen, letterlijk en figuurlijk kan wel een van de
grootste problemen worden binnen de relatie. Dat heeft te maken
met het verdwijnen van de wederkerigheid. Vaak zie je dat de een
gaat duwen en de ander juist remmen, het verzwaart de taak van een
eventuele partner en het tast de gelijkwaardigheid aan.
Misschien is het overbodig om nog eens extra te vermelden dat het
hier gaat om een falen van de wil, het is geen opzet. Het heeft weinig
te maken met gemotiveerdheid. Initiatiefarmoede is geen apathie!
Problemen dus met opstarten en omschakelen binnen alle domeinen.
Bij dit alles komt nog een andere verandering die ik niet als zodanig
binnen dit kader kan vangen.
Ik ben erg onder de indruk van de toenemende stressgevoeligheid.
Waarschijnlijk verandert het stress systeem en wellicht werkt de
parkinson medicatie averechts.
Feit is dat het mensen enorm kwetsbaar maakt. Het lijkt soms wel of
een zuchtje wind al stress oplevert. En de stress is vooral lichamelijk,
de reactie van de geest volgt later. Aan het lichaam merken mensen
dat er spanning zit, het uit zich onmiddellijk in slecht lopen, praten,
trillen. Helaas is er geen peil op te trekken. Plotseling voel je
spanning opkomen bij een bepaalde activiteit die tot voor kort
probleemloos was. Omgekeerd kan ook. In mijn boek beschrijf ik het
voorbeeld van een man die in de trein van Utrecht naar Amsterdam
een brok spanning is, maar die ineens in staat is om handelend op te
treden als hij in het buitenland op een vliegveld geconfronteerd
wordt met het feit dat de bagage niet is aangekomen. Terwijl daar
alles in zit en het bijna Paasweekend is.
Het stress systeem verandert, denk ik. Ik heb ook wel eens gedacht
dat het komt door vertraging in ons denken. Bijvoorbeeld, als je een
( water) slang ziet liggen die op een echte slang lijkt zul je schrikken,
maar onmiddellijk word je gerustgesteld door je eigen denken, het
gaat niet om een echte slang! Komt die geruststellende gedachte bij
parkinson door vertraging te laat?
Parkinson kan mensen dus sterk veranderen. Het is heel erg
belangrijk hoe je die verandering vervolgens benoemt.
Een depressie is een ziekte. Een ziekte probeer je te genezen, vaak
met pillen of met psychologische behandeling. Als behandeling niet
mogelijk is worden mensen gestimuleerd om er mee te leren leven.
Het is jammer maar we moeten constateren dat adepressiva maar
weinig betekenis hebben bij de behandeling van depressiviteit bij
parkinson. Misschien komt dat wel omdat de parkinson depressie
niet de depressie is die we doorgaans met adepressiva bestrijden.
De resultaten van cognitieve gedragstherapie zijn ook mager, de
piekergedachten laten zich niet zo makkelijk weg denken. En dat is
niet zo gek als het eerder een mechanisch dan een psychologisch
probleem is, als het eerder scheikunde dan psychologie is.
In feite hebben we het over een geleidelijke wezensverandering. Je
komt anders in de wereld te staan.
Als je meer moeite moet doen om overzicht te verwerven en
besluiten te nemen, als je wordt gehinderd door allerlei beren die
niet blijken te bestaan maar die steeds weer worden vervangen door
andere beren of als je niet meer kunt vertrouwen op je innerlijk
(gevoels)kompas of niet meer kunt garanderen dat je bijvoorbeeld
een klus op tijd hebt geklaard dan sta je wat terughoudend in het
leven.
Leren omgaan met dit soort veranderingen met de daarbij behorende
angst is een existentiële opgave. Niet een kwestie van bordjes
verhangen. Eerst was ik zo en nu ben ik zo.
Waar het om gaat is om niet te vervreemden van je eigen lichaam en
persoon en een betekenisvolle relatie met de mensen om je heen te
blijven behouden.
Die moeten merken dat je anders bent maar toch ook weer dezelfde.
Het is heel belangrijk om met patiënten en hun naasten over deze
psychische veranderingen te spreken.
Het helpt enorm als hulpverleners de ervaring van de patiënt kunnen
delen.
Het luisteren naar de ervaringen van patiënten zelf zonder snelle
(para) medische labeling wordt door patiënten als zeer waardevol
gezien en is bevorderlijk voor de behandelrelatie.
Het gaat erom het juiste ( parkinson) referentiekader te ontwikkelen.
Begrijpen wat er aan de hand is, de juiste verwachtingen hebben. Pas
dan kun je je aanpassen.
En nogmaals, dat geldt zowel voor patiënt als partner en liefst ook
nog familie en buurt.
Ik dank u voor uw aandacht.