l eergang omgangskunde in praktijkonderwijs en leerwegondersteunend onderwijs m odule taal b...
TRANSCRIPT
LEERGANG OMGANGSKUNDE IN PRAKTIJKONDERWIJS EN LEERWEGONDERSTEUNEND ONDERWIJS MODULE TAALBIJEENKOMST 1: INTRODUCTIE, REFERENTIENIVEAUS EN PASSENDE PERSPECTIEVEN
PROGRAMMA BIJEENKOMST 1
Welkom en kennismaking Doelen, data, werkwijze, etc. module
taal Vervolg taaltoets Taal in pro en vmbo-lwoo Het Referentiekader taal Wettelijke eisen taal (vmbo en pro) Passende perspectieven Opdrachten Afsluiting
INTRODUCTIE MODULE TAAL
INHOUD MODULE TAAL Eigen taalvaardigheid Werken vanuit ontwikkelingsperspectief, leerroutes
en maatwerk Vaststellen en uitvoeren van individuele leerroutes
passend bij het ontwikkelingsperspectief van de leerling
Referentieniveaus en Passende perspectieven Taalgericht vakonderwijs Vakinhoud en vakdidactiek Doorlopende leerlijnen taal (technisch lezen,
begrijpend lezen, woordenschat, mondelinge vaardigheid, schrijven en samenhang)
Signaleren van taal-/leesproblemen (orthodidactiek) Toetsing, voortgang schoolbreed
DOELEN MODULE TAAL
Zie modulehandleiding student blz. 6 en 7
DATA MODULE TAAL
In te vullen door docent
DOELEN BIJEENKOMST 1
Na afloop van deze bijeenkomst :
Weet je hoe je portfolio eruit moet zien. Ben je op de hoogte van de rol van taal
binnen pro en lwoo. Ben je bekend met het referentiekader
taal (inclusief passende perspectieven).
PORTFOLIO
Resultaten taaltoets Plan verbetering taalvaardigheid Leerdoelen en keuze thema’s voor
individueel ontwikkelingsplan (IOP) Opdrachten per bijeenkomst Eindopdrachten: uitwerking twee
thema’s en handelingswijzer leerling(en)
Reflectie op de module
IOP EN TAALTOETS
Bespreking format voor het individueel ontwikkelingsplan
Opdracht in leerteams: resultaten taaltoets samen analyseren
Opdracht in leerteams: eerste plan van aanpak taalvaardigheid bespreken
WAT IS (TAALONDERWIJS IN HET) PRO EN LWOO?
LEERLINGEN IN PRO EN LWOO IQ tussen 50 en 80 Lwoo: film ‘Heeft een kwal botten’
(8.10-14.00) Pro:
http://www.youtube.com/watch?v=0cZ2AB_VnVc http://www.youtube.com/watch?v=v6JA6PFn5rw&feature=related
KENMERKEN ONDERWIJS IN PRO EN LWOO
Onderwijs ‘voor moeilijk lerenden’ Nadruk op de pedagogische kant Gericht op werken – wonen – vrije tijd –
burgerschap (leren werken en leren leven)
Onderwijs aan de hand van individuele ontwikkelingsplannen (IOP’s) met streefdoelen per leerling
Omgaan met grote verschillen tussen leerlingen
BELANG TAALVAARDIGHEID
Cijfers inspectie
24% van de leerlingen heeft in het 1ste jaar vmbo (basis en kaderberoepsgerichte leerweg) moeite met het lezen van teksten
17% van vmbo-tl heeft hetzelfde probleem
18% van havo en vwo – idem
Geen gegevens over pro of specifiek lwoo
BELANG TAALVAARDIGHEID LEESNIVEAUS PRIMAIR ONDERWIJS
AVI E4
In …… hadden we ….
We liepen daar met een…… vol …..en een …….
Op een groot plein zagen we……….
………… …………Ze rookten ….. ……..
In het hotel gingen we gelijk….. over onze ….…. Dat was
……..
AVI E8
In Barcelona hadden wevakantiepret.We liepen daar met eenpicknickmand vol sigaretten eneen routeboek.Op een groot plein zagen wetweehonderdentienverschrikkelijke militairen. Ze rookten geërgerd sigaretten.
In het hotel gingen we gelijke-mailen over onze vakantie.Dat was ideaal.
BELANG TAALVAARDIGHEID
Gevolgen: zonder taalvaardigheid geen diploma
Een slechte leesvaardigheid is van grote invloed op kennisvergaring, maar ook op gedrag, motivatie en schooluitval
85% van de drop-outs in het vo kan niet of slecht lezen
BELANG TAALVAARDIGHEID
Gevolgen: zonder taalvaardigheid geen sociale redzaamheid
Onze maatschappij is en wordt steeds meer een kennissamenleving. Dit doet een sterk appel op leesvaardigheid.
Zeven procent van de 15-jarigen kan na afloop van hun schoolperiode onvoldoende lezen om zich zelfstandig in de samenleving te redden.
Nederland telt 1,5 miljoen (functioneel) analfabeten.
TAALONDERWIJS IN PRO EN LWOO
Als apart vak: werken naar niveau 1F op onderdelen in pro, naar 2F in lwoo.
Geïntegreerd: behoefte aan toegepaste en toepasbare taalkennis en -vaardigheden (samenhang vaardigheden).
Niet teveel aandacht voor spelling (in pro, wel in lwoo) en grammatica.
TAALONDERWIJS IN PRO EN LWOO
Teksten en taalsituaties hebben betrekking op:Mens en maatschappij (incl.
burgersschapsvorming)Mens en natuur/techniek (incl. omgaan
met ICT)Mens en gezondheidMens en creativiteit
Taalgebruikssituaties: lezen folders, invullen formulieren, tv kijken, gesprekken voeren (geldt alleen voor pro)
REFERENTIEKADER TAAL EN PASSENDE
PERSPECTIEVEN
JA/NEE
Ik ben bekend met de inhoud van het Referentiekader taal .
Ik ben bekend met de wettelijke eisen taal (vmbo en pro).
Ik ben bekend met Passende perspectieven taal.
WET REFERENTIEKADER NEDERLANDSE TAAL EN REKENEN (2010)
Taal- en rekenprestaties van alle leerlingen moeten
op een hoger niveau
WET REFERENTIEKADER NEDERLANDSE TAAL EN REKENEN (2010)
Beschrijving van wat leerlingen moeten kennen en kunnen op gebied van taal en rekenen.
Scholen behalen zelf hoe zij dat aanleren.
Wettelijke veranderingen in alle sectoren.
AANLEIDINGEN TOT REFERENTIENIVEAUS
Nederland heeft een goed onderwijssysteem, maar....er is zorg over het reken- en taalonderwijs
Pabo studenten blijken onvoldoende taal- en rekenvaardig.
De samenleving vraagt een goede basiskennis taal en rekenen.
Er is verlies van kennis en vaardigheden tijdens de (leer)loopbaan, te weinig onderhoud.
Bij internationale onderzoeken is een voorzichtige neerwaartse tendens zichtbaar.
WAAR KOMT DIE ZORG VANDAAN?
WAAROM REFERENTIENIVEAUS?Wat kan beter voor taal en rekenen?• Eisen overheid variëren per sector (termen, domeinen,
mate detail) en sluiten onvoldoende aan• Onvoldoende onderhoud of verdieping van
basisvaardigheden• Onderwijsprogramma’s niet doorlopend• Onvoldoende aansluiting lesmethoden• Onvoldoende aansluiting toetsen en examens• Onvoldoende (gespecificeerde) informatie over
instromende leerling
referentieniveaus taal en rekenen
eenduidige ijkpunten taal en rekenen
TWEE DOELEN
1. Een samenhangend curriculum voor taal (en rekenen), binnen en over onderwijssectoren heen
2. Het verbeteren van de taal- (en reken)prestaties van leerlingen
1
2
3
4
1F
1S 2F
2S 3F
3S 4F
4S
Algemeen maatschappelijk niveau
REFERENTIEKADER
Drempels
OPBOUW REFERENTIENIVEAU TAAL
• Fundamentele niveaus en streefniveaus
• Hoe onderdelen aansluiten
• Te onderhouden kennis en vaardigheden
• Te verdiepen kennis en vaardigheden
3F2F
RELATIE 1F, 2F, 3F EN 4F VOOR TAAL
1F4F
TOEWIJZING AAN ONDERWIJSTYPEN DOOR OVERHEID
Taal
• 1F en 2F: primair en speciaal onderwijs, pro (1F)
• 2F: vmbo, mbo 1, 2, 3• 3F: havo, mbo 4 • 4F: vwo
WETTELIJKE VERANDERINGEN VMBO
Vanaf 2011-2012: SE BB telt 1x mee voor het bereken van het eindcijfer CE-onderdelen gemiddeld voldoende
2012-2013: Onderwijs op basis van referentieniveaus
2013-2014: Rekentoets Examen Nederlands afgestemd op referentieniveaus
(2F) Aangepaste uitslagregel: eindcijfers Nederlands en
rekenen minimaal een 5
2014-2015: Diagnostische toets eind onderbouw
2015-2016: Aangepaste uitslagregel: eindcijfers Nederlands en rekenen minimaal een vijf en een zes
WETTELIJKE VERANDERINGEN PRO
1F = streefniveau
1F NIET VOOR ALLE LEERLINGEN HAALBAAR AAN HET EIND VAN GROEP 8
Referentieniveaus ook voor deze groep leerlingen het uitgangspunt
Hoofdrapport doorlopende leerlijnen taal en rekenen (2008):Nu 25% van de leerlingenMet heldere doelen en duidelijke aanpak
terugbrengen tot 10-15% van de leerlingen Onderzoek SLO in opdracht van OCW
(2010): Passende perspectieven (PaPe)
o Mondelinge taalvaardigheden
o Leesvaardigheid
o Schrijfvaardigheid
o Begrippenlijst en taalverzorging
TAALDOMEINEN REFERENTIEKADER
TAALDOMEINEN VERKLAARD
1. Mondelinge taalvaardigheid = gespreksvaardigheid, luistervaardigheid, spreekvaardigheid
2. Leesvaardigheid = lezen zakelijke teksten en fictionele/literaire teksten
3. Schrijfvaardigheid = zakelijk en creatief
4. Taalverzorging en taalbeschouwing
Leerg
ang o
mgangsku
nde P
rO e
n LW
OO
VOORBEELD VAN ÉÉN DOMEIN
REFERENTIEKADER TAAL: VAARDIGHEID LEZEN (ZAKELIJKE TEKSTEN LEZEN)
1F 2F 3F 4FKan eenvoudige teksten lezen over alledaagse onderwerpen en over onderwerpen die aansluiten bij de leefwereld.
Kan teksten lezen over alledaagse onderwerpen, onderwerpen die aansluiten bij de leefwereld van de lezer en over onderwerpen die verder van de lezer afstaan.
Kan een grote variatie aan teksten over opleidings- en beroepsgebonden en maatschappelijke onderwerpen zelfstandig lezen. Leest met begrip voor geheel en details.
Kan een grote variatie aan teksten lezen en in detail begrijpen over tal van algemeen maatschappelijke en beroepsgebonden onderwerpen.
PASSENDE PERSPECTIEVEN
Een project om (speciaal) basisscholen te helpen keuzes te maken in het aanbod taal en rekenen voor leerlingen voor wie een ontwikkelingsperspectief is vastgesteld.
Leerlingen met voldoende capaciteiten maar met beperking (leerroute 1).
Leerlingen met lagere cognitieve capaciteiten (leerroute 2 (vmbo b/k) en leerroute 3 (pro, vso-arbeid).
LEERROUTE 1
1F of 1S (intact gelaten i.v.m. gewenst niveau vervolgopleiding)
Structurele inzet van hulpmiddelen
Dispensatie op bepaalde onderdelen
LEERROUTE 2
Een basis voor het behalen van 2F in het vmbo
Leerlingen hebben meer leertijd, gestructureerde instructie en herhaling nodig om doelen te behalen
Nadruk op belangrijke vaardigheden in 1F die voorwaardelijk zijn voor het behalen van 2F (prioriteren)
LEERROUTE 3
Streven naar 1F op onderdelen (keuzes maken)
Aandacht voor onderdelen die relevant zijn voor toekomstperspectief (scholing en werk)
Functioneel bezig zijn met taal
HET REFERENTIEKADER IN DE KLAS
Bekend met doelen (1F, 2F, LR 3 PaPe)
Bekend met niveau van de leerling: - huidig niveau en - beoogd eindniveau
Bekend met kenmerken effectief taalonderwijs
Lesmaterialen
KENMERKEN EFFECTIEF TAALONDERWIJS
1. Toetsbare, hoge doelen
2. Doorgaande lijn in het aanbod
3. Voldoende tijd
4. Kwalitatief goede instructie
5. Differentiatie
6. Monitoren, signaleren en reageren
OPDRACHT
Wat is het referentieniveau van de opdracht lezen en schrijven?
(HUISWERK)OPDRACHTEN Aan het werk in je leerteam Quickscan TVO invullen (Kijkwijzer
p.22) (Mede op basis daarvan) domein en
thema’s kiezen Verdeling huiswerkopdrachten Afspraken over uitwisseling via website Planning uitwisseling
AFSLUITING Denken – delen – uitwisselen (in duo’s/
viertallen): Wat heb je geleerd?Wat wist je al?Waar kun je meteen iets mee?Welke vragen heb je nog?
Dringende vragen aan de docent