landgenoten herfst 2008
DESCRIPTION
ÂTRANSCRIPT
landgenotenmagazine voor boer en buiten herfst 2008 | 15
www.vilt.be
+ Afrikaanse koeien, biobrandstof, glastuinbouw, landbouwgidsen en meer
drie
maa
ndel
ijks
| kw
arta
al 3
| G
ent
X | P
5092
85
geknor
Mestbank= pestbank?
Dirk Struyf in de Biechtstoel
DOSSIERvorming
Terug naar school?!
Slim inkopen ‘Neen heb je,
ja kun je krijgen’
over zeugen op stro
Goedkeurend
BELGISCHE KAZEN
BELGISCHE KAZEN
Je ideale kaasplateau
Schotel uw gasten de rijke smaak voor van Oud-Brugge, Brugs Goud,
Brugse Blomme,... want voor grensverleggende kaasdelicatessen hoeft
u echt de grens niet over. Ontdek op www.brugsekazen.be met welke
variatie aan uitzonderlijke kazen u altijd weer een voetje voor hebt.
Brugse Kazen... uw smaak, onze passie!
Brugs Goud • Oud-Brugge • Brugse Blomme • Brugse Belegen • Brugse Jonge • Brugs Broodje
Een aanrader als je bezoek krijgt van vrienden of familie is een kaasschotel voorzien. Het is de ideale manier om zoveel mogelijk verschil-lende kaassoorten te leren kennen en je moet niet voortdurend in de keuken staan. Iedereen bedient zich naar smaak en eetlust.
Enkele tips voor de samenstelling van een Belgische kaasschotel:• Voor een voldoende gevarieerde kaasschotel of een kaasbuffet neem je best een 6 à 7 verschillende soorten kaas. • Per persoon reken je 250g à 300g. • Eerst worden best de kazen met de minst uitgesproken smaak geproefd. Bouw zo op tot de pikantste kaas.• Als je van een kaassoort naar de andere overgaat, nuttig je best wat brood om de smaak opnieuw wat te neutraliseren.
Het welslagen van de kaasschotel hangt voor een stuk af van de presentatie. • Versier met wat stukjes fruit, of gedroogde vruchten, wat noten.• Voorzie enkele soorten brood: notenbrood of rozijnenbrood, volkorenbrood, bruin brood, fantasiebrood of individuele broodjes of stokbrood.• Neem de kaas bij voorkeur een halfuurtje tot een uurtje op voorhand al uit de koel- kast. Zo kan hij op kamertemperatuur komen en zijn smaak ten volle ontwikkelen.
Voorbeeld van een Belgische kaasschotel :• Zachte of halfzachte kaas: Brugse Blomme• Witschimmelkaas: Bouquet des Moines• Grootgatenkaas met zoete smaak: Nazareth Classic of ook Brugs Goud• Halfharde kaas: Brigand, Watou Special of Herve (zachte of pikante smaak)• Harde kaas: Oud-Brugge• Blauwgeaderde kaas: Bleu des Moines
Je kan een kaasschotel combineren met wijn of, waarom niet, met een typisch Belgisch biertje.• Rode wijnen als een Côte du Rhone, Bordeaux, Minervois lenen zich uitstekend voor een kaasschotel.• Indien je voorkeur gaat naar witte wijnen, probeer dan een Sancerre of een droge witte Bordeaux wijn. • Typische Belgische speciaalbieren doen het eveneens schitterend bij een Belgische kaasschotel: een donker abdijbier bij zachtere kazen; een blond bier (bv. St Bernardus of Brugge Tripel) bij halfharde of harde kazen en Trappistenbieren bij abdijkazen.
Smakelijk!
Niveau
op je kaasplateau
BrugseKazen_advA4 210x270 Landge1 1 27-08-2008 22:24:40
3
colofon Landgenoten wordt u aangeboden door vilt. Het Vlaams infocentrum land- en tuinbouw informeert een breed publiek over de hedendaagse land- en tuinbouw. Daarvoor krijgt het middelen van privé-organisaties en de overheid. verantwoordelijke uitgever vilt-voorzitter Dirk Lips redactie en realisatie Jansen & Janssen Uitgeverij, www.jaja.be redactieadres vilt vzw, Koning Albert II-laan 35, bus 57, 1030 Brussel tel +32 (0)2 552 81 91 fax +32 (0)2 552 80 01 e-mail [email protected] hoofdredacteur Griet Lemaire redactieraad Dirk Lips, Marijke Pollentier, Freddy Robberecht, Jan Mosselmans, Hubert Hernalsteen, Guy Depraetere, Kristiaan Van Laecke, Didier Huygens, Joris Relaes, Jan Coessens, Anneleen Devos, Leen Guffens, Inge Jooris, Bruno Bamps, Peter Van Bossuyt, Louis Palfliet, Veroniek Denys, Maarten Puls, Anne Vandenborre, An Van Acker de meningen die derden in dit magazine vertolken, vallen buiten de verantwoordelijkheid van vilt.
in dit nummer
20
12
22
06
Beste
landgenoten
06 focus vorming Heeft vorming impact op je
bedrijfsresultaat? Het landbouwaanbod
en een getuigenis van een praktijkman.
12 ondernemer van nature Johan Schreurs bespaart tot 20 % op de
aankoop van maïszaad en plasticfolie.
Hoe doet hij dat?
20 ten huize van Just married en gek van groenten:
Kristof en Daisy Timmermans-Hellinckx
uit Peizegem.
22 buitenlander Michel Vandenbosch ontmoet
varkenshouder. ‘We hebben deze stal
zeker niet voor gaia gebouwd.’
en verder …
04 koetjes & kalfjes14 burenbabbel16 over de grens 17 uit de provincie18 biechtstoel24 frontaal27 mijn gedacht
Ik was aangenaam verrast toen mijn oog een
paar weken geleden op Vacature viel. ‘Boer
wordt manager’ prijkte er in grote letters op
de voorpagina van wat de grootste jobkrant
van Vlaanderen heet te zijn. De ondertitel
luidde ‘Hoe landbouw 10 procent van onze
jobs creëert.’ Waar onze sector al lang op ha-
mert, begint nu ook door te dringen tot de
buitenwereld: landbouw is vooral een econo-
mische sector.
Het is in elk geval een markant verschil met
vijf jaar geleden, toen ik met veel beginners–
enthousiasme begon aan mijn job bij vilt. De
dioxinecrisis, de dierenmishandeling op de
veemarkten en andere dierziekten lagen toen
nog zwaar op de maag van de consument – en
waarschijnlijk ook op die van jullie. Ook van
de media kregen we het zwaar te verduren:
nog maar eens een strontkar, klagende boe-
ren en dieren in veel te kleine hokken voerden
de hoofdtoon in het nieuws.
Uiteraard kun je zeggen dat de hoge voed-
selprijzen een sterke invloed hebben gehad
op de beeldvorming over onze sector, maar
eerlijk gezegd doen we onszelf daarmee
tekort. Bekijk dit nummer maar: Luc Stin-
kens toont trots zijn nieuwe zeugenstal met
groepshuisvesting op stro aan gaia-front-
man Michel Vandenbosch, Johan Schreurs
klapt uit de biecht over zijn doordacht aan-
koopbeleid, het pas getrouwde koppel Kri-
stof en Daisy spreekt met passie over hun
keuze voor de landbouw, en dat
je door vorming je bedrijfs-
resultaat kunt verbeteren,
geraakt ook steeds meer
ingeburgerd. Van onder-
nemerschap gesproken!
Veel leesplezier!
Griet Lemaire
Hoofdredacteur
‘Landbouw is na de petroleumindustrie de meest kapitaalsintensieve sector per tewerkgestelde persoon’KUL-landbouweconoom Eric Tollens in Vacature. Volgens hem is het daardoor zeer uitzonderlijk om in de landbouw van nul te starten. Meer dan 95 procent van al onze landbouwbedrijven blijft zo in handen van de familie.
GedichtTOEN
Men is wat men kwijt is, maar nooit raakt men
het kwijt. De gretigheid van humus, hybris
van de aarde, houtrot van de tijd.
Spijtis in geen velden te bekennen en toch woel je
als een muishond in de teelgrond van je jeugd.
Het landschap is op lishoogte in het lijf getekend.
Een zompig jaagpad langs de Leie, je hoort
een roerdomp, ziet een reiger in de tijd terug.
Mistig als lauwe melk worden herinneringen
in een waterplas gemorst. Daarin weerspiegeld
ziet met wie men was, wie men nu is.
Je ziet het gemis, maar mist het niet.
Lut de Block, Oost-Vlaams plattelandsdichter
info www.plattelandsdichter.be
Marketing, het lijkt een trendy woord dat is weggelegd voor grote bedrij-
ven met nog grotere budgetten. Maar niets is minder waar. Zelfs als hoeve–
producent heb je baat bij inzicht in een aantal basisregels marketing. En dat
is juist wat het Plattelandscentrum Meetjesland tracht te bereiken met haar
brochure Promotie van hoeve- en streekproducten: geen kinderspel. Nut-
tige tips over het benaderen van doelgroepen, over verschillende vormen
van promotiemateriaal, over acties,enz. worden er netjes in opgelijst zodat
je zelf aan de slag kan op je bedrijf.
info De brochure is gratis (excl. verzendingskosten) te bestellen via 09 379 78 37 of [email protected]
Boer zkt consument
Boerentaal
3.177
koetjes & kalfjes4
WIN! Maak kans op
één van de vijf exem-
plaren van het Boe-
renwoordenboek van
Wim Daniëls. Stuur je
naam en adres naar
met de vermelding
‘Boerenwoordenboek’.
Dat landbouw geen marginale sector van onze economie is,
dringt in tijden van stijgende voedselprijzen steeds meer door bij
de publieke opinie. Maar ook de invloed van landbouw op onze
taal is niet te onderschatten. Zo begint her en der het woord
agflatie op te duiken, de samentrekking van agrarische inflatie
oftewel de inflatie die veroorzaakt wordt door het stijgen van
agrarische basisproducten zoals tarwe, maïs en soja. Op we-
blogs duikt ook een alternatief voor agflatie op: boereninflatie.
Dat inspireerde de Nederlandse schrijver Wim Daniëls om het
eerste boerenwoordenboek uit te brengen. In het boek verza-
melde hij zo’n duizend woorden, uitdrukkingen en namen waarin
het woord ‘boer’ of ‘boerin’ voorkomt. Enkele klassiekers zijn
termen als boerenverstand, boerenbedrog, boerenlul,…
info www.kuux.nl
Adopteer eens een klasScholen hebben steeds minder budget om op uitstap
te gaan en boerderijbezoeken schieten er dan ook al-
maar meer bij in. Omdat het belangrijk is dat kinderen
weten waar hun voedsel vandaan komt,
bedachten Plattelandsklassen en
de provincie Vlaams-Brabant de
‘nabijheidsboerderijen’. Dit zijn
land- en tuinbouwbedrijven die
bereid zijn een bijzondere
band te ontwikkelen met
een lagere school die op
wandel- of fietsafstand is
gelegen. Een klas die een
Wist je dat de landbouw één van de creatiefste sectoren in Vlaanderen is?
Dat blijkt uit onderzoek dat Flanders DC (District of Creativity) samen met
de Vlerick Leuven Gent Management School heeft uitgevoerd. De meest
vernieuwende sectoren zijn de human resources en de landbouw, luidde
de conclusie. Volgens de onderzoekers mag dit laatste niet verbazen want
‘om actief te zijn in de landbouw in Vlaanderen zal je altijd op zoek moeten
gaan naar nieuwe manieren van werken’. Bovendien zijn het niet de jonge-
ren die het creatiefst uit de bus komen, maar wel meer bezadigde mensen
van 47 tot 56 jaar. Unizo stelt dat creatieve ondernemers meer jobs
creëren, hun medewerkers beter kunnen motiveren, meer risico’s durven
nemen en meer omzet halen uit nieuwe producten. Bovendien zou
de winst van bedrijven die efficiënt omgaan
met creativiteit gemiddeld vier procent
hoger liggen. Wil je zelf testen hoe creatief je
bent? Op de website van Flanders dc kan je de
Crea-test invullen die meteen jouw creativiteits–
index berekent.
info www.flandersdc.be, door-klikken naar ‘Tools & Trainings’ en daarna naar ‘Test je creativiteit’
5
Dat is het aantal dossiers dat door land- en tuinbouwers in 2007 bij het Vlaams Landbouwin-vesteringsfonds (vlif) werd ingediend. In totaal werd een steunbedrag van 98,7 miljoen euro uitgekeerd. Opvallend is dat de gemiddelde voorziene uitgaven per dossier in 2006 schom-melden rond 110.000 euro, terwijl dit bedrag een jaar later al was toegenomen tot 180.000 euro per dossier. De oorzaak ligt in een explosieve toename van de investeringskosten in de tuinbouwsector.
info www.vlaanderen.be/landbouw, doorklikken op publicaties of 02 552 78 40
Cursus Innoverend Ondernemen
3.177Dat heeft de provincie West-Vlaanderen zich voorgenomen. Met al ruim 120 bezoek-
boerderijen op haar grondgebied, komt die doelstelling aardig in de buurt,
maar toch is er nog ruimte voor nieuwe bedrijven. Zie jij het zitten om
deel uit te maken van het netwerk ‘Samen de boer op’ (voor groe-
pen) of ‘Met de klas de boer op’ (voor scholen)? Dan moet je ze-
ker contact opnemen met de provincie. Op 19 en 27 november en
2 december staat een lessenreeks op het programma voor startende
bezoek bedrijven. Hoe spreek je voor een groep, hoe benader je
kinderen en hoe volwassenen, je leert het allemaal tijdens deze
cursus. Ook voor bestaande bezoekboerderijen biedt de provin-
cie voortdurend vorming aan.
info www.onthaalopdeboerderij.be of 051 27 32 25
Elke West-Vlaamse gemeente een bezoekboerderij
Hoe creatief ben jij?
Wil jij kritisch leren kijken naar
je eigen bedrijf? Stilstaan bij
probleemsituaties en uitzoeken
hoe je ze kan oplossen? Of
kansen opsporen en leren hoe
je ze kan benutten? Dan heeft
het Innovatiesteunpunt een heel
aantrekkelijk aanbod. Op 2,9 en
16 oktober organiseert het samen
met de Katholieke Hogeschool
Sint-Niklaas een cursus ‘In-
noverend Ondernemen’. Drie
dagen boordevol interactie en
praktijkoefeningen bezorgen
jou de nodige bagage om van de
verdere uitbouw van je bedrijf
een succes te maken.
info www.innovatiesteunpunt.be of 016 28 61 22
aantal keren per jaar op bezoek komt of die in het kader
van een projectweek een paar dagen op het landbouw-
bedrijf langskomt, de boer die naar het werk van de
kinderen in de klas gaat kijken of die de eerste vruchten
van zijn nieuwe oogst laat zien aan ‘zijn klasje’,… het is
allemaal mogelijk. Plattelandsklassen werkt voor elke
school en elk landbouwbedrijf een formule op maat uit.
Lijkt het je wel wat om zo’n klas in de armen te sluiten?
Vlaams-Brabant zoekt nog een aantal landbouwbedrij-
ven in de buurt van een stedelijke school, vooral in de
regio Aarschot, Asse-Ternat-Dilbeek, Diest, Halle, Leu-
ven, Tienen en Vilvoorde. Vooralsnog is het project tot
deze provincie beperkt. Volgend jaar krijgt het wel-
licht navolging in de andere Vlaamse provincies.
info www.plattelandsklassen.be, 016 28 60 36 of [email protected]
Denk jij bij vorming ook terug aan je saaiste schooluren? Of sta je altijd klaar om bij
te leren over vernieuwingen in je sector? Nele Muys, adviseur Onderwijs en Vorming
van Unizo, licht de impact van vorming op je bedrijfsresultaten toe. Plus een kennis-
making met het uitgebreide land- en tuinbouwaanbod.
focus vorming6
Terug naar school?!
Van boerenverstand naar vak manschap
s er een verband tussen investeren in op-
leiding en goede bedrijfsresultaten? Een
grootschalige studie van Pricewaterhouse-
Coopers beantwoordt de vraag alvast met
een volmondig ‘ja’. Voor de studie ondervroeg
het bureau in 2006 meer dan 15.000 bedrijven
in 400 landen waaronder België. Het onderzoek
bevestigde ook dat er zoals verwacht grote afwij-
kingen bestaan tussen de verschillende sectoren
en bedrijfstypes. Voornamelijk grotere bedrijven
en de dienstensector besteden meer aandacht
aan opleiding en vorming.
Energie- en ict-coachesCijfers over de Vlaamse landbouw vinden we
bij Boeren op een Kruispunt, waar blijkt dat het
merendeel van de hulpvragers al een tijd geen
opleidingen meer volgt. Daarnaast biedt de serv,
de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen, in
zijn ‘werkbaarheidsmonitor’ een overzicht van
het aantal opleidingen dat per sector wordt ge-
volgd. Daaruit blijkt dat maar 28,1 procent van
de land- en tuinbouwers zich vorig jaar heeft bij-
geschoold. ‘De cijfers moeten wel genuanceerd
worden’, zegt Nele Muys, adviseur Onderwijs
en Vorming van Unizo. ‘Ze verwijzen alleen naar
formele vorming via officiële cursussen. Land- en
tuinbouwers beperken zich uit tijdsgebrek vaak
tot informele, praktijkgerichte vorming.’ Maar het
blijft een mager resultaat: alleen de ondernemers
uit de horeca, de handel en de transportsector
volgden nog minder vorming dan landbouwers.
Een verklaring ziet de Unizo-adviseur niet meteen:
‘De volkswijsheid stilstaan is achteruitgaan geldt
in alle sectoren.’
De voorbije jaren is de aandacht voor naschool-
se vorming en levenslang leren in alle sectoren
toegenomen. Ook Unizo heeft een uitgebreid aan-
bod uitgewerkt voor zelfstandige ondernemers.
Nele: ‘Unizo lag destijds aan de basis van de kmo-
vormingscentra, nu omgedoopt tot Syntra, en
speelt in het beheer ervan nog steeds een belang-
rijke rol. Vandaag organiseren we ook startersop-
leidingen en bieden we onze ondernemerscoach
aan. Die bestaat uit een ruim aanbod aan coaches:
een innovatiecoach, een transportcoach, een
overnamecoach, een qualitycoach, een energie-
coach, een ict-coach, een exportcoach en een
coach maatschappelijk ondernemen. Voor alle
duidelijkheid: Unizo biedt geen specifieke land-
bouwopleidingen aan, maar een aantal thema’s
zijn voor alle sectoren interessant…’
4,5 miljoen voor landbouwvormingWeet Nele als vormingsverantwoordelijke ook
hoe je ondernemers het best overtuigt om op-
leidingen te volgen? ‘Wondermiddelen bestaan
niet. Maar de ervaring leert dat wie eens het nut
van vorming ontdekt heeft, zich geregeld blijft
bijscholen. De belangrijkste factor is een degelijk
aanbod, dat dikwijls via mond-aan-mond reclame
wordt aangeprezen. Het helpt als je vormingsses-
sies zo concreet en praktisch mogelijk aanpakt.
We proberen maximaal aan te knopen bij de be-
drijfsrealiteit, en waar mogelijk voorzien we par-
ticipatiekansen. Ook netwerken waarbij collega-
ondernemers van elkaar kunnen leren, vallen erg
goed in de smaak.’
In vergelijking met andere sectoren beschikt
landbouw – naast het betaalde advies – over een
erg uitgebreid en zeer goedkoop vormingsaan-
bod. In 2007 subsidieerde de Vlaamse overheid
meer dan 37.000 vormingsuren. Volgens Jean
Steenberghen van de Afdeling Duurzame Land-
bouwontwikkeling werd er vorig jaar in de be-
groting 4,5 miljoen euro vrijgemaakt voor land-
bouwvorming. ‘Van dat budget, waarvan Europa
via cofinanciering 3,2 miljoen euro bijdraagt, gaat
iets minder dan de helft naar het organiseren van
cursussen. Met de rest financieren we korte vor-
mingsbijeenkomsten van een paar uur, vervolma-
kingsdagen voor lesgevers en vergoedingen voor
stages.’
Informatica, mechanica en KIDe Afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling
werkt zelf geen cursussen uit maar staat onder
meer in voor de erkenning en opvolging van de
centra voor landbouwvorming. Ze verdeelt de
7
IDeelnemen aan de cursussen is
helemaal niet duur
Van boerenverstand naar vak manschap
8 focus vorming
subsidies over ongeveer 5000 stagedagen en
32.000 vormingsuren en voert inspecties uit. Van
alle door de Vlaamse overheid gesubsidieerde
cursussen stond vorig jaar zowat de helft in het te-
ken van algemene onderwerpen zoals informatica
of bedrijfsleiding. De andere helft waren sector-
specifieke opleidingen zoals kunstmatige insemi-
natie bij runderen, dierziektebestrijding, machine-
onderhoud of andere technische thema’s.
Deelnemen aan de erkende cursussen is door de
subsidies helemaal niet duur, zowel voor land- en
tuinbouwers in hoofd- als in bijberoep. Tegelijk
is er volgens Jean een tendens dat meer en meer
cursussen onder invloed van Europa verplicht
worden. ‘Vanaf 1 januari moet iedereen die die-
ren vervoert voor derden een opleiding hebben
gevolgd. Iets gelijkaardigs is op komst voor wie
met bepaalde sproeistoffen in aanraking komt,
zoals heel wat loonwerkers en boeren.’
Zelf een cursus voorstellen?Wie geregeld cursussen volgt, kan bovendien een
premie voor sociale promotie aanvragen bij de
Afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling. Voor-
waarde is dat je een cyclus van ten minste 75 uur
binnen de 5 jaar met succes hebt beëindigd. De
vergoeding bedraagt 6 euro per lesuur of 12 euro
per stagedag. Ook interessant is dat je zelf cursus-
onderwerpen kunt voorstellen aan de centra. ‘Zij
krijgen de organisatiekosten terugbetaald vanaf
tien deelnemers voor een theoretische sessie,
of zes voor een praktijkactiviteit’, zegt Jean. ‘Als
de centra de vraag naar een bepaald onderwerp
detecteren, dan gaan zij daar meestal graag op in.
Op die manier voorkomen we dat er een kloof rijst
tussen de vorming en de praktijk.’
Aansluitend bij haar vormingsactiviteiten ver-
zorgt de Afdeling Duurzame Landbouwontwikke-
ling overigens ook heel wat voorlichtingsinitia-
tieven. De afdeling organiseert zelf of in nauwe
samenwerking met de praktijk- en onderzoeks-
centra studiedagen, demonstratieprojecten, voor-
drachten en proefveldbezoeken. Een kalender van
de activiteiten vind je op de website van het be-
leidsdomein Landbouw & Visserij (zie hieronder)
en in de vakpers.
info – www.vlaanderen.be/landbouw– www.ondernemerscoach.be
5 algemene centra1. Ncbl (Nationaal Centrum voor
Beroepsvorming in de Landbouw)– Aanbod: o.a. managementcursus
melkveehouderij, klauwverzorging, ki,
rijbewijs, energieteelten, ziekten en plagen,
Excel, voor boer en tiener, starterscursus,
lassen, elektriciteit, perceelsregistratie,
Pools voor beginners, eindeloopbaan,
bemesten, Dimona, ruimtelijke ordening,
bioboeren, hoevetoerisme, zorgboerderij...
- Contact: Diestsevest 40, 3000 Leuven,
t 016 28 61 10, www.boerenbond.be
2. Nac (Nationaal Agrarisch Centrum)– Aanbod: o.a. b -cursus, paardenhouderij,
schapen, rundvee, koolzaad, varkens,
tuinaanleg, hoevetoerisme, fruitteelt,
bloemschikken, pc, internet
– Contact: H. Consciencestraat 53 a ,
8800 Roeselare, t 051 26 08 20,
www.nacvzw.be
3. Vac (Vlaams Agrarisch Centrum)– Aanbod: o.a. management, administratie,
verbreding (ook bio, trekpaarden),
computer, + sectorspecifieke
teelttechnische cursussen
– Contact: Ambachtsweg 20, 9820
Merelbeke, t 09 252 59 19, www.vacvzw.be
4. Landwijzer– Aanbod: o.a. 2-jarige opleiding biologische
en biodynamische landbouw, 1-jarige
opleiding landbouw en zorgverlening
– Contact: Quellinstraat 42, 2018 Antwerpen,
t 03 281 56 00, www.landwijzer.be
5. Pclt (Praktijkcentrum voor Land- en Tuinbouw)
– Aanbod: o.a. dierenzorg, mechanisatie,
administratie en management, bouw,
groendiensten, spuitmachinetechniek, enz.
– Contact: Zuidstraat 25, 8800 Roeselare,
t 051 24 58 84, www.pclt.be
info Alle centra werken nauw samen met de proef-centra, waarvan je de adressen vindt op www.vilt.be/proefcentra
Onder invloed van Europa worden meer en meer cursussen
verplicht
9
ij is van de tijd toen op je zestiende
van school gaan gangbaar was en toen
hij nog geen starterscursus hoefde te
volgen. ‘Ik heb het ouderlijke bedrijf
in 1984 overgenomen, toen ik negen jaar sa-
menwerkte met mijn vader’, vertelt de 49-jarige
Patrick. ‘Dat volstond toen om te starten. Maar
achteraf vind ik het wel jammer dat ik alleen een
A3-diploma mechanica heb. Ik blijf een man van
de praktijk. En vandaag moet je bijna ingenieur
zijn om alles te blijven volgen.’
Subjectieve vertegenwoordigersOorspronkelijk omvatte het bedrijf van Patrick al-
leen mestvarkens en melkvee, maar hij stampte
ook een tak witblauw vleesvee uit de grond. Alles
ging goed en in de loop der jaren breidde zijn be-
drijf gevoelig uit. Zoals veel collega’s zag hij ech-
ter zwarte sneeuw toen in ’91 het Mestactieplan er
kwam. Patrick: ‘Dat waren zeer ingrijpende jaren.
Al die paperassen zijn niets voor mij. Toen is naar
‘Er zijn genoeg excuses om
geen vormingsdagen bij te
wonen’, zegt Patrick. ‘Dat weet
ik maar al te goed. Ik ben jaren
thuisgebleven omdat het er
altijd door mijn hoofd spookte
dat ik slecht bezig was.’ Een
openhartig gesprek over het
belang van vorming en de
impact op het dagelijkse, vaak
harde boerenleven.
naam: Patrick, 49 jaardiploma: A3 mechanicabedrijf: mestvarkens, melk-vee en vleesvee
‘ Alleen kwam er altijd iets tussen’
Ook geen blokbeest?
H
10 focus vorming
mijn gevoel de collegialiteit onder landbouwers
verloren gegaan. Het was in die tijd dat ik met
zo’n hoofd van bijeenkomsten thuiskwam. Ik had
constant het gevoel dat ik niet goed bezig was.
Maar ik wist nog niet dat boeren elkaar alleen de
mooie verhalen vertellen, terwijl je van de slechte
meer zou leren.’
Geleidelijk kreeg Patrick een afkeer van de lo-
kale bijeenkomsten waarop telkens dezelfde kliek
aanwezig was. ‘Op den duur was het enige wat
ik nog deed, naar beurzen gaan. Maar dan alleen
om er eens goed te drinken op kosten van de voe-
derfabrikanten. Ik had nog twee bronnen om bij
te blijven: de vertegenwoordigers die ik over de
vloer kreeg en mijn dierenarts. Je weet wel dat
die vertegenwoordigers niet objectief zijn, maar
je denkt dat je dat met enkele kritische vragen
opvangt. Mijn dierenarts vind ik wel nog altijd een
goede bron: die heeft veel ervaring en komt al 38
jaar op ons bedrijf.’
Geen excuses meerDe kentering kwam toen Patrick een tiental jaar
geleden op een beurs toevallig opnieuw met zijn
achterneef in contact kwam. Die nam hem op
sleeptouw en stelde voor om achteraf naar een
aantal infodagen te gaan. ‘Met twee zag ik dat wel
zitten. Je kunt samen rijden en je hebt gezelschap.
Op mijn eentje vond ik altijd wel een excuus om
thuis te blijven. Het paste niet in mijn planning. Of
ik vond dat ik juist extra moest werken als com-
pensatie voor de mindere resultaten. Hoewel het
juist beter is om alles eens van op afstand te be-
kijken en te zien waar je kunt bijsturen.’
Samen met zijn achterneef woonde Patrick in-
tussen diverse, vooral technische vormingsdagen
bij, over onderwerpen als stallenbouw, koe-ob-
servaties, stroblazers, verluchting, enzovoort. Of
hij door die vormingssessies al concrete dingen
veranderd heeft op zijn bedrijf? ‘Zeker en vast. Op
elk bedrijf waar je komt, pik je wel iets op. Zonder
vorming had mijn bedrijf er niet hetzelfde uitge-
zien. Zo ben ik rechtstreeks beginnen te leveren
aan het slachthuis. Ik heb mijn koeien nog beter
leren kennen. Als ik een halfuur over heb, ga ik
nu naar de stal. Door probleempjes vroeger op
te merken, kun je veel geld uitsparen. Ook heb ik
geleerd om werk uit handen te geven. Dit jaar heb
ik bijvoorbeeld 5 hectare die te droog lag, laten
ploegen. Dat bespaart je tijd, je spaart je ploeg en
je kunt het aftrekken van je belastingen, zelfs in
het forfaitair systeem.’
Blabla en buikgevoelToch blijft het volgens Patrick af en toe moeilijk
om niet opnieuw in zijn schulp te kruipen. ‘Het ge-
beurt nog altijd dat ik me een sukkelaar voel. Dan
loop je op een voorbeeldbedrijf maar je vergeet
dat die boer alleen in dat ene aspect zo goed is.
Of zoals onlangs, toen een jonge boer zei dat hij
vanuit zijn buik wist met welk sperma hij zijn bron-
stige vaarzen moest dekken. Ik dacht weer dat
ik hopeloos achterop liep. Tot ik achteraf hoorde
dat zijn vader hem ieder jaar geld moet toesteken.
Sommige mensen vertellen gewoon veel blabla,
maar wat telt blijven de prestaties op je bedrijf.’
Noot: De geïnterviewde verkoos anoniem te blijven. Zijn ge-gevens zijn vervangen door de fictieve naam Patrick.
Zonder vorming had mijn bedrijf er niet hetzelfde uitgezien
www.sbb.be
Samen maken wij uw toekomstSBB begeleidt vandaag al meer dan 10.000 landbouwers, tuinders en veetelers op het vlak
van boekhouding, fiscaliteit, vennootschappen, milieu- en bedrijfseconomische regle-
mentering. In elk van de 28 SBB-kantoren vindt u adviseurs die, net als u, specialisten zijn in
hun vak. Zij waarborgen u een deskundige en betaalbare begeleiding en bouwen samen met
u aan de toekomst van uw bedrijf. Meer info over onze diensten vindt u op www.sbb.be of in
het SBB-kantoor in uw buurt.
Kies voor eenadviseur die
uw sector kent!Boekhouding | Fiscaliteit | Vennootschappen | Milieuadvies | Agro Bouwadvies | Bedrijfseconomisch advies
SBB Partner voor bedrijvige mensen
‘Neen heb je, ja kun je krijgen’Anders inkopen
12
Een degelijk inkoopbeleid is le-
vensbelangrijk voor elk bedrijf.
Vorig jaar ging melkveehouder
Johan Schreurs uit Meeuwen-
Gruitrode bewuster dan ooit met
zijn aankopen om. Het leverde
hem een besparing op van 10
tot 20 procent op producten als
maïszaad, plasticfolie en melk-
poeder.
ondernemer van nature
naam + leeftijd: Johan Schreurs, 37 jaardiploma: Bedrijfsopleiding Landbouw in Horstbedrijf: 70 melkkoeien, 30 hectare maïs, gras, granen
esparen op aankopen is de meest voor
de hand liggende optie om als boer je cij-
fers te verbeteren’, zegt Johan Schreurs
uit Meeuwen-Gruitrode bij Genk. ‘Je kunt
op een betere melkprijs hopen, maar dat heb je
niet zelf in de hand.’ Volgens de Limburgse land-
bouwer vergt het wel een mentale switch om
plots anders in te kopen. ‘Je moet de stap durven
te zetten. Ik heb altijd goed samengewerkt met
mijn leveranciers, die vaak ook bij mijn vader over
de vloer kwamen. Maar je bent niet met elkaar
getrouwd. Als we er allebei beter van kunnen
worden, zullen we wel nog samenwerken, heb ik
gezegd. En die mensen begrepen dat. Ze doen ook
niet aan liefdadigheid.’
Factuur met je buurEen ander aankoopbeleid vergt ook een andere
manier van werken. Johan: ‘Vandaag ga ik niet
langer naar mijn vaste handelaar op het moment
dat ik iets nodig heb. Ik probeer zo veel mogelijk
mijn aankopen te bundelen. Het is vrij makkelijk
B
‘Neen heb je, ja kun je krijgen’
13
Wie te duur is, valt uit de boot
aankopen. ‘De vertegenwoordigers hebben zo
vaak tegen ons gezegd Dit is een nieuwe trend in
de landbouw. Wel, ook anders inkopen wordt een
nieuwe trend. De toeleveranciers benaderen ons
nu zoals ze andere sectoren aanpakken. Doe-het-
zelfzaken of verdelers van bouwmaterialen doen
al een tijd wat vandaag in de landbouw opkomt.’
Vorig jaar kocht Johan via de machinering voorna-
melijk melkpoeder, plastic en maïszaad – waarop
hij overigens 20 euro per hectare bespaarde. In-
tussen spreekt hij ook voor kleinere aankopen af:
van het nemen van grondstalen tot het aankopen
van koeborstels.
‘Als iemand iets wil doen, stuurt hij een mail-
tje. Dat kost geen moeite. Door zes koeborstels
samen te kopen, waren die elk 150 euro goedko-
per. Dat lijkt niet veel, maar al die kleinigheden
lopen op. Sproeistoffen doen we nog niet. Dat kan
eventueel nog komen, maar daarvoor heb ik graag
advies van mijn handelaar en ik wil tot het laatste
moment kunnen bijsturen. Ook kunstmest kopen
we nog niet samen. Al zijn we het wel aan het
overwegen. Wie dit jaar vroeg kocht, deed een
gouden zaak. Maar ik vind het moeilijk om er voor
alle leden één leverancier uit te kiezen. Bovendien
moet je correct kunnen inschatten wat de prijzen
volgend jaar gaan doen.’
uit te rekenen of in je boekhouding na te gaan
hoeveel melkpoeder, maïszaad of wat dan ook je
op jaarbasis nodig hebt. Je kunt trouwens ook met
anderen, ik denk aan buren of familie, samenwer-
ken. Sommigen vinden dat hun buur geen zaken
heeft met wat zij aankopen. Maar wat kan mij dat
schelen als het een lagere factuur oplevert? Uit-
eindelijk maakt iedereen zijn eigen rekening.’
Zelf heeft Johan onlangs met zijn neef een
aantal landbouwmachines, een stookolietank en
stookolie gekocht. Ook binnen de machinering
waarvan hij lid is, groeide het samen aankopen
al snel tot een belangrijke pijler uit. ‘Eind 2006
hebben we met een twintigtal collega’s de Machi-
ne Coöperatie Bree-Meeuwen Gruitrode (maco
b.m.g) opgericht. Oorspronkelijk wilden we alleen
machines delen die door een loonwerker beheerd
worden. Maar gaandeweg groeide de interesse
om samen producten aan te kopen. Sommige
boeren zijn zelfs alleen voor het samen aankopen
lid geworden.’
1 offerte, definitieve cijfersBinnen de machinering is er per gezamenlijke
aankoop één verantwoordelijke aangeduid. Die
vraagt, na overleg, offertes aan een vijftal firma’s
die doorgeven hoeveel korting ze bieden voor
welk volume. Daarna wordt de beste offerte
gemaild naar de leden, die moeten antwoorden
hoeveel ze bestellen. ‘In de coördinatie kruipt
wat werk’, zegt Johan. ‘Maar het rendeert. Op
melkpoeder en plastic, dat ik opvolg, hebben we
vorig jaar respectievelijk 10 tot 15 en 20 procent
bespaard. En je leert altijd iets bij van de contac-
ten met je collega’s of de vertegenwoordigers die
langskomen.’
Cursussen over aankoopbeleid of onderhan-
delen heeft Johan nog niet gevolgd. ‘Dat kan wel
interessant zijn, maar eigenlijk leer je dat van-
zelf. Het is ook niet onze bedoeling om keihard
te onderhandelen. Alle leveranciers weten dat
we één keer een offerte vragen en dat we niet
terugkoppelen. Anders krijg je geen serieuze prij-
zen meer. En wie te duur is, valt uit de boot. We
eisen nooit een bepaalde korting op, en verzieken
dus de markt niet. Maar geen enkele leverancier
zal ons voorliegen dat de grondstoffen duurder
geworden zijn, omdat niemand weet wie er nog
allemaal prijs geeft.’
MarktprospectieDe gezamenlijke bestellingen worden ofwel apart
geleverd, ofwel halen de leden van de machine-
ring hun goederen tijdens één voormiddag af bij
de collega die de bestelling heeft geplaatst. ‘Dat
is het efficiëntst’, zegt Johan, ‘want je beperkt de
transportkost voor je handelaar. Dat is een van
de voordelen van onze aanpak. Het helpt ook
dat onze machinering de handelaars meteen na
levering betaalt. Maar los van de machinering
levert ook praten veel op. Neen heb je, ja kun je
krijgen. En de leveranciers willen van ver komen.
Ons melkpoeder komt zelfs rechtstreeks van een
fabriek in Nederland.’
Voor Johan is het een hobby geworden om de
markt beter te leren kennen. Dat groeit geleide-
lijk: door tips van collega’s, of door wat op inter-
net te surfen. ‘Het eerste jaar hebben we voor
plastic de handelaars tegen elkaar uitgespeeld.
Voor het tweede jaar richten we ons straks op de
fabrikanten. Bijna alle handelaars in Vlaanderen
bieden dezelfde twee merken aan. Maar ik heb
een derde, goedkopere fabrikant ontdekt. Nu heb
ik voor verschillende leden een testrol gevraagd
aan de prijs die ons voor een grote hoeveelheid
beloofd is. Die fabrikant is dat met veel plezier
komen brengen. Het steekt echt niet op een paar
kilometer.’
Koeborstels en kunstmest Naar eigen zeggen heeft Johan maar weinig nega-
tieve reacties gekregen op zijn nieuwe manier van Vlnr. Jaak Vanaken, voorzitter van de machinering, Johan Schreurs en Harry Van den Boomen.
burenbabbel14
Ook de verbrede landbouw professionaliseert. Kandidaat-land-
bouwgidsen kunnen bij kvlv voortaan een erkende opleiding van
200 lesuren volgen. Twee afgestudeerden die niet uit de sector
afkomstig zijn, over domme vragen, nostalgie en de toekomst.
M
Eerste landbouwgidsen afgestudeerd
‘Een stevige basis om je passie te delen’boer vertelt wanneer zijn koeien drachtig zijn.’
De ex-onderwijzer vindt het belangrijk dat het
brede publiek weet hoe het er vandaag in de
landbouw aan toegaat. ‘Landbouw is een econo-
mische sector die voor onze voedselproductie
zorgt. Maar de sector vervult ook een maatschap-
pelijke rol, onder meer op landschappelijk gebied.
De voorbije jaren is het landbouwimago opnieuw
verbeterd, maar er leven nog veel vragen over de
schaalvergroting in de sector. Persoonlijk vind ik
het ook jammer dat de landschappelijke functie
jarenlang verwaarloosd is. Ik denk met nostalgie
terug aan de waterlopen waarin ik als jonge kerel
zwom. De vervuiling is natuurlijk niet alleen van
de landbouw afkomstig, maar ik ben blij dat er
weer meer aandacht is voor milieu- en natuur-
beheer.’
Samen met alle partijen‘Ik moet zelf ook nog wennen aan het verschil met
vroeger’, zegt Magda. ‘Ik blijf het onnatuurlijk vin-
den dat koeien nu kunstmatig geïnsemineerd wor-
den. Mijn vader was een kleine boer die geweldig
van zijn beesten hield. Onze koeien stonden wel
gebonden, maar ze kregen iedere dag met veel
liefde vers stro. Vandaag worden vooral melk-
koeien enorm goed verzorgd, omdat je daar als
boer ook economisch voordeel uithaalt. Maar in
kippenkwekerijen is dat toch anders. Ik snap de
economische wetmatigheid wel en ik weet dat de
et initiatieven als de Maand van het
Platteland en de Dag van de Landbouw
is het een drukke periode voor Magda
Boons en Louis Laenen. De twee pas
afgestudeerde landbouwgidsen zijn gelukkig al-
lebei gepensioneerd en zitten vol beginnersen-
thousiasme. De leden van de Geelse Gidsenbond
kregen eind mei hun diploma Landbouwgids, dat
erkend is door Toerisme Vlaanderen. We ont-
moeten hen op de Hooibeekhoeve in Geel, waar
ze hun eerste landbouwrondleidingen geven.
Cultuurshock na 50 jaarMagda en Louis behoren tot de generatie die
de landbouw wel nog uit hun kinderjaren kent,
maar die vaak niet weten welke veranderingen
de sector de laatste decennia heeft doorgemaakt.
‘De cursus heeft bij mij echt een cultuurshock
veroorzaakt’, zegt Louis. ‘Ik heb tot mijn tien jaar
op de boerderij van mijn grootvader gewoond,
waar mijn vader en zijn broer meewerkten. Maar
dat is 50 jaar geleden en daarna heb ik niets meer
met de sector te maken gehad. Dan trek je wel
grote ogen van de gesofisticeerde technologie en
de manier waarop boeren hun bedrijf nu als een
manager leiden.’
Ook Magda woonde als kind op een boerderij;
haar vader ging uit werken en hield een tiental
koeien. Vandaag heeft ze nog altijd een passie
voor landbouw, die ze als gids graag met ande-
ren wil delen. Om die reden volgde ze, net als
Louis en acht anderen in Geel, twee jaar lang de
200 uren durende cursus van kvlv. ‘Dat is zeker
intensief, maar als gids moet je een brede basis
hebben en dingen ook in een ruimer perspectief
kunnen bekijken’, vindt ze. ‘Je moet op alle mo-
gelijke vragen een onderbouwd antwoord kun-
nen formuleren. Voor Louis en mij was het luik
algemene gidsvaardigheden misschien wat mak-
kelijker dan voor de deelnemers uit de sector die
nog nooit gegidst hadden. Maar voor ons was de
landbouwmodule, waarin zaken als landbouweco-
nomie, -geschiedenis, -teelten enzovoort aan bod
kwamen, dan weer intensiever.’
Geen melk zonder kalf?Sinds hun afstuderen geven Louis en Magda voor-
namelijk rondleidingen aan scholen, bedrijven of
andere groepen in de Hooibeekhoeve. Louis geeft
uitleg tijdens het buitengedeelte, Magda gidst bij
de nieuwe tentoonstelling over de geschiedenis
van de landbouw. Hoewel hun ervaring pril is,
merken ze dat het met de doorsnee kennis over
landbouw pover gesteld is. Louis: ‘Er zijn kinde-
ren die nog nooit een koe gezien hebben. Maar
er zijn evengoed volwassenen die niet weten dat
een koe gekalfd moet hebben voor ze melk geeft.
Ook de moderne technologie imponeert. Dat er
op de Hooibeekhoeve geen mensenhand meer te
pas komt bij het melken. Of dat een computer de
15
Eerste landbouwgidsen afgestudeerd
‘Een stevige basis om je passie te delen’
naam + leeftijd:
Louis Laenen, 62 jaar
burgerlijke stand:
Getrouwd met
Yvonne Vantongerloo
beroep:
Ex-onderwijzer
naam + leeftijd: Magda Boons, 63 jaar
burgerlijke stand: Getrouwd met Bert Goeman
beroep: Ex-medewerkster KaHo Kempen
De volgende cursus Landbouwgids start op 23 september in het Limburgse Herk-De-Stad. De lessen
vinden iedere dinsdag plaats van 9.30 tot 16 uur. De cursus bestaat uit drie modules:
1. Specifieke gidsvaardigheden (40 uur),
2. Bestemming land- en tuinbouw in Vlaanderen (80 uur),
3. Project landbouwgids (80 uur).
Voor elke module wordt een deelcertificaat uitgereikt. Wie slaagt voor de drie modules ontvangt een
getuigschrift Landbouwgids, dat erkend is door Toerisme Vlaanderen. De kostprijs van de cursus be-
draagt 440 euro, of 380 voor kvlv-leden.
info www.kvlv.be of 016 24 39 54
Ook landbouwgids worden?
dieren er tamelijk gezond zijn, maar toch wringt
het soms een beetje...’
In de toekomst willen Magda en Louis naast
de rondleidingen in de Hooibeekhoeve ook wan-
delingen en andere gidsprojecten organiseren.
Louis: ‘De kiem is gelegd, maar alles moet nog
verder worden uitgewerkt. Met de Geelse Gid-
senbond hebben we nu al een arrangement waar-
bij je een halve dag het centrum van Geel en een
halve dag de Hooibeekhoeve kunt bezoeken. Het
is de bedoeling om nog meer samen te werken
met alle partijen: landbouwers, de provincie of
andere organisaties. Ik ben benieuwd welke voor-
stellen we krijgen en wat we nog allemaal kunnen
opzetten.’
Politiek en biobrandstoffenTot slot checken we nog even of de kersverse
deskundigen zich al een beeld hebben gevormd
van hoe de toekomst van de landbouw er volgens
hen uitziet? ‘Daar kun je niet veel over zeggen’,
antwoordt Louis nuchter. ‘Het politieke kader ver-
andert zo snel, denk maar aan de biobrandstoffen,
dat je moeilijk voorspellingen kunt doen.’ Magda:
‘Ik heb wel vaag het idee dat de bedrijven nog
groter zullen worden, met een
groot personeelsteam dat – vrees ik – minder be-
trokken zal zijn dan de huidige boeren. Maar ach,
alles is mogelijk. Al zie ik de sector nooit verdwij-
nen: voedsel zullen we altijd nodig hebben.’
16 uit de provincie16
oen de huidige gewestplannen voor ruim-
telijke ordening werden opgesteld, was de
glastuinbouw nog niet dezelfde sector als
vandaag. Zo nam in de macrozone Hoogs-
traten het aantal glastuinbouwbedrijven tussen
1995 en 2005 met maar liefst 25 procent af, ter-
wijl de gezamenlijke bedrijfsoppervlakte met 19
procent toenam. Sprekende cijfers, die aantonen
hoe luid de roep klinkt om de ruimtelijke ordening
beter af te stemmen op een duurzame ontwikke-
ling van de sector.
4 soorten deelzonesDe voorbije maanden heeft de provincie Antwer-
pen met dat doel voor ogen een studie laten uit-
voeren door de Afdeling Mobiliteit en Ruimtelijke
Planning van de Universiteit Gent en de plangroep
van de Intercommunale Ontwikkelingsmaatschap-
pij van de Kempen (iok). Bij de studie werden de
Vlaamse en provinciale administraties, de land-
bouwsector en de gemeenten Merksplas, Rijke-
vorsel, Hoogstraten, Wuustwezel, Brecht, Beerse
en Malle actief betrokken. Er werd rekening ge-
houden met de huidige glastuinbouwstructuur,
de economische wetmatigheden en de ruimtelijke
context in het gebied.
De conclusies van de studie werden gebundeld
in de brochure ‘Ruimte voor glas? Kaderplan ont-
wikkelingsmogelijkheden voor de glastuinbouw in
de macrozone Hoogstraten’. Daarin staat hoe het
gebied in vier types deelzones werd opgedeeld:
1. een zone met mogelijkheden voor nieuwe groot-
schalige bedrijven aan weerszijden van de e19
2. een verwevingszone Hoogstraten-Noord met
Een kaderplan als fundament
T
Waar in Vlaanderen is er plaats voor glastuinbouwzones? De tuin-
bouwprovincie Antwerpen heeft een kaderplan uitgeschreven over
de ontwikkelingsmogelijkheden voor de sector. Het plan bevat
een aanzet tot ruimtelijke visie én een overzicht van verschillende
voorkeurlocaties.
Afbakening glastuinbouwzones in Antwerpen
mogelijkheden waarbij een klassiek aardbeien-
bedrijf als referentie geldt
3. een gedifferentieerde overgangszone Zuid,
waar kan worden voortgebouwd op concen-
traties zonder dat nieuwe projectgebieden
wenselijk zijn
4. zones met nulbeleid.
Van plan tot actieDe afgebakende locaties worden in het kaderplan
omschreven als zones waar de glastuinbouw zich
bij voorkeur wel of niet kan ontwikkelen, maar
daaraan worden nog geen concrete initiatieven
gekoppeld. De volgende stap is dat er een ge-
schikte aanpak voor de ruimtelijk meest kwalita-
tieve ontwikkelingen wordt uitgewerkt, die gedra-
gen wordt door de beleidsverantwoordelijken, de
plaatselijke land- en tuinbouwsector en de inwo-
ners van de regio.
info Vraag de brochure ’Ruimte voor glas?’ gratis op bij de Dienst Landbouw- en Plattelandsbeleid van de provincie Antwerpen. t 03 240 58 37, [email protected]
© Innovatiesteunpunt voor land en tuinbouw
17over de grens
De eenvoudigste manier om DzG te helpen, is
door giften over te maken. Daarnaast kun je de
organisatie bijstaan door, vanuit België, tijd en
ervaring aan te bieden. DzG zoekt vooral hel-
pende handen om de organisatie bekender te
maken en fondsen te werven. In het Zuiden
zijn er weinig projecten waarvoor vrijwilligers
worden ingeschakeld, maar surf gerust naar de
website en ontdek wat je voor DzG kunt bete-
kenen.
info www.dzg-belgium.org, [email protected] of T 02 539 09 89. Rekeningnummer: 732-6190064-60
DzG steunen?
M
Veehouders spelen een cruciale rol in landen waar voedselschaars-
te heerst. ‘Wanneer de kudde sterft, sterft het hele dorp’, citeert
Els Bedert van Dierenartsen zonder Grenzen de baseline van de
vzw. ‘Dankzij onze knowhow kunnen hele dorpen worden gered.’
eer dan twintig jaar geleden werd in
Frankrijk de eerste afdeling van Dieren-
artsen zonder Grenzen (DzG) opgericht.
De dierendokters lieten zich inspireren
door Artsen zonder Grenzen en beseften zo dat
ook zij voor noodlijdende regio’s veel kunnen
betekenen. Vandaag bestaat de organisatie in
tien Europese landen, waaronder sinds 1994 ook
België.
Klimaat en termijndenkenAls we Belgisch projectcoördinator Els Bedert
spreken, heeft ze net groen licht gekregen voor
een nieuw DzG-project. ‘We mogen veeboeren
in Kenia, Ethiopië, Somalië en Oeganda proberen
voor te bereiden op de gevolgen van de klimaat-
verandering’, zegt Els. ‘De Europese Commissie
heeft een budget van 1,7 miljoen euro vrijgemaakt
voor een hulpproject dat door ons zal worden ge-
coördineerd.’
Zoals in de meeste projecten van DzG is de
dierengezondheid – die in dit geval door de kli-
maatverandering bedreigd wordt – het aankno-
pingspunt om de lokale bevolking ook op andere
terreinen te helpen. Els: ‘Runderen zijn in het
Zuiden een van de weinige betaalbare eiwitbron-
nen. Ze zorgen voor mest die lokale gronden
vruchtbaarder maakt en voor trekkracht. In arme
streken vervullen runderen op economisch en op
sociaal vlak een centrale functie. Een van de voor-
delen van hulp aan veehouders, is dat je voor hele
dorpen een oplossing op langere termijn biedt.’
Selectie op basis van kleur?In veel gevallen beperkt de hulp van DzG zich tot
fundamentele zaken als watervoorziening, vacci-
natie of een basisopleiding dierenverzorging. ‘De
impact van eenvoudige problemen zoals parasie-
ten, schurft, uierontsteking enzovoort is enorm’,
zegt Els. ‘Daarnaast proberen we waar mogelijk
de vakkennis van kleine boeren te verbeteren op
het vlak van diervoeder, huisvesting, productie-
rendement en zelfs commercialisering. Dat kan
gaan van een opleiding kaasmaken tot het leren
selecteren van vee op een andere basis dan de
traditionele criteria zoals de kleur of de groei van
de horens.’
Echt diepgaande veterinaire kennis hebben de
medewerkers van DzG niet nodig voor hun job. De
organisatie rekruteert dan ook vooral sociologen
en antropologen, die de lokale situatie in Afrika
goed kennen. In 2008 draaide de Belgische afde-
ling van DzG op 110 medewerkers en een budget
van 8 miljoen euro. Daarmee zit DzG net onder
grote ontwikkelingsorganisaties zoals Vredesei-
landen, waarmee vlot wordt samengewerkt. Els:
‘Als ontwikkelingshelpers hebben we allemaal
hetzelfde hoofddoel. Tegen 2015 moet volgens de
Millenniumdoelstellingen de honger in de wereld
gehalveerd zijn. Ondanks alle geleverde inspan-
ningen, is er daarvoor nog héél veel werk aan de
winkel.’
Dierenartsen zonder Grenzen
‘ Gezonde koeien redden mensenlevens’
18
Voor veel boeren is de Mestbank nog altijd een bron van erger-
nis. ‘Te weinig landbouwgevoel’, ‘te veel administratie’, ‘minder
adviseur dan controleur’,… Dirk Lips vraagt aan zijn naamgenoot
Dirk Struyf, afdelingshoofd van de Mestbank, hoe dat moet ver-
anderen.
biechtstoel
‘Samen inzetten op derogatie in 2010’
biechtstoel18
Dirk Lips: Beseft u dat er bij veel boeren nog altijd een fundamenteel wantrouwen leeft tegenover de Mestbank?Dirk Struyf: We weten zeer goed dat er op dat vlak
nog een hele weg af te leggen is. We hebben dat
zelfs laten onderzoeken door een extern bureau.
Het afgelopen jaar hebben we ook verschillende
contacten gehad met Groene Kring, Boerenbond
en de andere organisaties. Daaruit zijn een aantal
zaken gekomen die verbeterd moeten worden en
waarvoor we al grote inspanningen aan het leve-
ren zijn. Denk maar aan onze provinciale cellen
bedrijfsadvies en sensibilisering. De negatieve
perceptie is gebaseerd op verschillende oorza-
ken. Zaken uit het verleden, zoals het idee dat we
eerder willen bestraffen dan helpen. Maar ook
knelpunten waarmee elke overheidsdienst wordt
geconfronteerd, zoals dat we van wetgeving af-
hankelijk zijn en dat we onze communicatie verder
moeten verbeteren.
Is het wel mogelijk om medewerkers die 10 jaar opgeleid zijn tot ‘mestpolitie’ plots te veranderen?Dat soort controleur is de Mestbank nooit ge-
weest. We hebben nooit gedacht dat alle boeren
milieuvervuilers zijn en dat we zo veel mogelijk
moesten bestraffen. Iedereen is natuurlijk geëvo-
lueerd. Vroeger moesten we nog uitleggen dat er
een probleem is. Vandaag beseft de sector dat de
Europese waterkwaliteitsnormen belangrijk zijn
voor de toekomst. Door het Mestdecreet van eind
2006 is onze sensibiliserende rol versterkt. We
doen nu veel meer aan begeleiding die niets met
Zijn uw medewerkers wel voldoende vertrouwd met de landbouwpraktijk?Landbouwkennis is een zeer belangrijke factor
bij aanwervingen. Ik heb zelf in de landbouwad-
ministratie gewerkt. Uit mijn jarenlange ervaring
weet ik dat je boeren alleen overtuigt door de-
zelfde kennis te hebben. Het kan dat de kloof tus-
sen landbouwopleidingen en de praktijk te groot
is, maar dat is een probleem waaraan wij niets
kunnen doen. Praktijkkennis blijft voor de meeste
van onze functies een pluspunt. En ik ben blij dat
heel wat boerenzonen en –dochters enthousiast
zijn dat ze voor de Mestbank mogen werken. Dat
bewijst dat we op het goede spoor zijn. Verder
doen we forse inspanningen om de kennis van
ervaren mensen te laten doorstromen en om onze
medewerkers bij te scholen.
Hoe vult de Mestbank haar nieuwe sensibiliserende rol concreet in?Het is onze doelstelling om, in partnerschap met
de boeren, ervoor te zorgen dat Vlaanderen in
2010 opnieuw een derogatie haalt. Dat is de resul-
taatsverbintenis die we met het Mestdecreet zijn
aangegaan. We zijn daarvoor fors in kennis en ad-
vies aan het investeren. Zo kun je als landbouwer
gratis terecht in onze vijf provinciale vestigingen.
In elke provincie hebben we een cel bedrijfsadvies
en sensibilisering (zie contactgegevens hieronder,
nvdr). Als je dat wil, komen onze medewerkers
zelf naar je toe. We willen dat zo veel mogelijk aan-
moedigen maar niet opdringen. Vandaar dat we
alleen op vraag komen. Sinds twee jaar schrijven
we alle landbouwers ook aan als hun mestbalans
controle of inspectie te maken heeft. Heel wat za-
ken zijn uit het strafrecht gehaald en vervangen
door administratieve boetes. Bepaalde overtre-
dingen met directe milieugevolgen, zoals lozing,
worden wel nog strafrechterlijk afgehandeld. De
cowboys die eigenlijk aan concurrentievervalsing
doen, sporen we actief op via gerichte controles.
Jullie willen klantgerichter werken, maar waarom ervaren onze boeren dat nauwelijks?Onze inspanningen laten zich geleidelijk verder
voelen op het terrein. Na de plotse invoering van
het Mestdecreet konden we inderdaad bepaalde
vragen niet meteen beantwoorden omdat we
nog op een aantal uitvoeringsbesluiten moesten
wachten. Maar ik ben ervan overtuigd dat we
onze verantwoordelijkheid altijd nemen waar
we kunnen. Klantgerichtheid is een belangrijke
waarde voor de vlm en is een van de criteria voor
de evaluatie van onze medewerkers. Samen met
de sector en met andere overheidsdiensten zijn
we ook aan het nadenken over hoe we de groep
boeren die afgehaakt hebben, kunnen meekrijgen.
Dat zijn mensen die niet meekunnen met de mo-
derne, duurzame landbouw en die vaak ook met
andere instanties zoals favv, btw, etc. problemen
hebben. Niemand heeft daar een perfecte oplos-
sing voor, maar een van de mogelijkheden lijkt
op dit moment de individuele begeleiding. Daarbij
gaan we vrijblijvend naar bedrijven om samen te
bekijken wat we er kunnen bijsturen. Tijdens een
aantal audits hebben we daar erg positieve resul-
taten mee bereikt.
19
‘Samen inzetten op derogatie in 2010’
We doen nu meer aan begeleiding die
niets met controle te maken heeft
naam: Dirk Struyf, 48 jaardiploma: Landbouwkundig ingenieur
functie: Afdelingshoofd Mestbankwoonplaats: Boom
niet in orde is. In plaats van meteen te bestraffen,
wat wettelijk kan, hebben we waarschuwingen ge-
stuurd. Alleen de ergste situaties hebben we be-
boet. Na evaluatie van het eerste jaar blijkt dat de
meerderheid op die manier zijn balansprobleem
heeft weggewerkt. In de audits naar aanleiding
van een te hoog nitraatresidu, zoeken we samen
naar mogelijke oorzaken. We leggen het accent op
advies en verbetervoorstellen.
Kan het administratieve luik – mestplan, mestregister enz. – echt niet eenvoudiger?Het is natuurlijk lastiger dan toen er nog geen
mestwetgeving bestond. Maar we proberen de
administratie zo beperkt mogelijk te houden. Dat
is een continu proces. Alle nieuwe formulieren
worden gescreend op leesbaarheid tot ze het kwa-
liteitslabel ‘eenvoudig formulier’ van de Vlaamse
overheid krijgen. Wie toch hulp nodig heeft, kan
altijd terecht op onze provinciale diensten. Ik vind
trouwens dat elke boer zijn eigen mestplan zou
moeten opmaken. Dat is een goede manier om
bewust met je mest bezig te zijn. Het register is
ons opgelegd door Europa, maar het biedt ook het
voordeel dat je later zelf nog eens alle details per
perceel kunt nakijken.
Is er wel voldoende wetenschappelijke kennis over het achterblijven van reststikstof in de bodem?Zeker. Onze kennis moet nog verfijnd worden,
maar we weten genoeg om onze boeren te bege-
leiden in hun zoektocht naar een optimale produc-
tie. Er zijn factoren zoals het klimaat, waardoor
we de reststikstof niet tot op de kilogram kunnen
voorspellen. Maar de beheerovereenkomsten wa-
ter bewijzen wat we met iets meer voorzichtigheid
kunnen. Uit onze begeleiding blijkt ook dat bijna
alle boeren een duidelijk verband zien tussen hun
gedrag en de resultaten. Als ze eerlijk terugblik-
ken, geven ze quasi altijd toe dat ze van de aanbe-
velingen afgeweken zijn: dat ze op het verkeerde
tijdstip hebben bemest, iets meer gegeven heb-
ben, of geen rekening met de voorgeschiedenis
van het perceel gehouden hebben.
Stroomt die kennis voldoende door naar de sector?Dat kan nog beter en daar wordt aan gewerkt.
Maar het is zeker zo dat de Mestbank, als ken-
niscentrum voor duurzame bemesting, een troef
kan worden voor de Vlaamse landbouw. Gelet op
de stijgende kunstmestprijzen wordt het echt in-
teressant om zo veel mogelijk rendement uit je
dierlijke mest te puren. Misschien wordt dat wel
het ultieme middel om onze negatieve perceptie
af te werpen…
info Vraag gratis bedrijfsbegeleiding aan: – Oost-Vlaanderen: t 09 244 86 12 – West-Vlaanderen: t 050 45 81 67 – Vlaams-Brabant: t 016 31 18 00 – Antwerpen: t 014 25 83 89 of 014 25 83 04 – Limburg: t 011 29 87 37 www.vlm.be/mestbank
2020 Ten huize van
‘Boeren blijft het leukste beroep’
naam + leeftijd: Kristof Timmermans, 24 jaardiploma + functie: A2 Tuinbouw, zelfstandig helper hobby:
pikdorsercross
naam + leeftijd: Daisy Hellinckx, 21 jaardiploma + functie: A2 Tuinbouw, zelfstandig helper hobby:
shoppen
edere ochtend kussen Kristof en Daisy
Timmermans-Hellinckx elkaar in hun huis
in Peizegem vaarwel. Ze vertrekken dan al-
lebei om mee te helpen op het ouderlijke
landbouwbedrijf. Daisy vlakbij, in Merchtem,
en Kristof in Humbeek bij Grimbergen, zo’n 15
kilometer verderop. Maar dat willen ze zo snel
mogelijk veranderen. ‘Tegen volgend jaar willen
we op zelfstandige basis beginnen, zodat we een
gezamenlijke toekomst kunnen opbouwen’, zegt
Kristof. ‘Het wordt niet eenvoudig, want het zijn
moeilijke tijden in de groenteteelt. De groente-
prijzen zijn nog even laag, terwijl onze kostprijs
door duurdere stookolie en meststoffen fors ge-
stegen is.’
Vergroeid met groentenKristof is grootgebracht met de teelt van witloof,
aardappelen, tarwe en maïs. Daisy’s ouders leg-
gen zich toe op selder, peterselie, pijpajuin, ra-
pen, savooien en een klein deel akkerbouw. ‘Onze
ouders hebben twee mooie, typisch Vlaams-Bra-
bantse bedrijven uitgebouwd’, zegt Daisy. ‘Vroe-
ger hadden we meteen een deel kunnen over-
nemen, zonder dat vader en moeder dat zouden
voelen. Maar vandaag gaat het in alle takken – en
zeker in het witloof – wat minder. Al hebben we
nog geluk. Compleet van nul beginnen lijkt me
helemaal onmogelijk. Wie kan er nog een nieuwe
loods en al die dure machines betalen?’
Zowel Daisy’s ouders als die van Kristof zijn
nog vrij jong: hun vaders zijn respectievelijk 46
en 54 jaar. Toch staan hun kinderen te popelen om
21
‘Boeren blijft het leukste beroep’
ILiever klein en
rendabel, dan groot en over een paar jaar failliet
Op 22 augustus zijn ze getrouwd, maar hun wittebroods weken
vierden ze tussen witloof, rapen en selder. Kristof en Daisy
Timmermans-Hellinckx uit Peizegem bij Merchtem, respectieve-
lijk 24 en 21 jaar jong, over hun passie voor elkaar en de boe-
renstiel.
soms wat lager en soms wat hoger dan de markt-
prijs is. Maar je weet op het einde van de dag
tenminste dat je zoveel hebt verdiend.’
Nu ze getrouwd zijn, willen Daisy en Kristof op
korte termijn met een aantal banken gaan praten
over hun – opvallend realistische – plannen. ‘Ons
motto is liever klein en rendabel dan groot en
over een paar jaar failliet’, zegt Kristof. ‘Zeker in
deze tijd. We gaan ons toeleggen op groenten als
selder en pijpajuin. Daar is wat meer werk aan,
maar je kunt het zelf doen. Dat scheelt in loonkost.
Vandaag helpt mijn grootvader van 82 nog iedere
dag mee bij mijn ouders, maar zoiets blijft niet
duren. Een ander voordeel is dat je verschillende
keren op hetzelfde perceel kunt oogsten en dat je
dus niet onmogelijk veel grond nodig hebt.’
De vonk en de huwelijksreisTijd om het even over andere zaken te hebben,
zoals het prille begin van hun relatie – waarvoor
ze geen Boer zkt. vrouw nodig hadden. Kristof:
‘Daisy en ik hebben alle twee in de landbouw-
school in Merchtem gestudeerd. Maar als ik bij
haar thuis passeerde, praatte ik daarvoor al af en
toe met haar vader. Ik kende haar dus. Toen Daisy
bij ons op school kwam, trokken we meer en meer
met elkaar op. De vonk sloeg over en sindsdien
zijn we elkaar nooit echt uit het oog verloren.’ Ze-
ven jaar later brandt het vuur nog altijd: sinds mei
wonen de twee samen en op 22 augustus gaven ze
elkaar hun jawoord. Mét groot feest, maar zonder
huwelijksreis…
‘Daar hadden we voorlopig nog geen tijd voor’,
glimlacht Daisy. ‘Misschien dat we er in maart
eens tussenuit gaan, maar eigenlijk liggen we er
alle twee niet echt wakker van. We zijn geen rei-
zigers. Een weekendje aan zee lukt soms nog. En
we gaan geregeld uit eten. Maar we hebben geen
nood aan verre vakanties. Ik niet en Kristof niet.
Op dat vlak zijn we identiek dezelfde. Net zoals
we alle twee een hekel hebben aan administratie.
Ach, waarom zouden wij nood hebben aan vakan-
tie? We hebben geen baas die ons lastig valt en
ons beroep blijft het leukste ter wereld.’
een deel van het bedrijf over te nemen. Kristof:
‘We zijn allebei even gek op het vak. We genieten
ervan om, tijdens drukke periodes, van 7 tot 22
uur op het veld te zijn. Voor ons is dat normaal,
we zijn daarmee opgegroeid. Iemand van buiten
de sector kan zich dat niet voorstellen. Maar wij
willen niets anders. We blijven zeker in de groen-
ten, daar kennen we het meest van. Wat is ons
alternatief? Melkvee is ook duur voor een starter,
zelfs mocht het quotum wegvallen. En boomkwe-
kerij is niets voor ons. Wij moeten met een tractor
kunnen rijden.’
Klein maar rendabelOok Daisy is overtuigd dat ze met veldgroenten
een mooie toekomst kunnen opbouwen. ‘De
Vlaams-Brabantse zandleemgrond is perfect voor
groenteteelt. En de mensen eten meer en meer
groenten. We moeten wel een manier vinden om
onze kostprijs door te rekenen. Vrachtwagen-
chauffeurs trekken toch ook hun leveringsprijs
op? Het probleem is de keiharde internationale
concurrentie in onze sector. Maar op de marges
van tussenpersonen kunnen we nog besparen.
Mijn vader levert rechtstreeks aan Carrefour en
dat gaat heel goed. Je krijgt een vaste prijs, die
erlijk is eerlijk: we hebben even moe-
ten zoeken naar een varkenshouder die
Michel Vandenbosch wou ontvangen.
Ook Luc Stinkens uit Grote Brogel bij
Peer beseft dat hij niet veel te winnen heeft. Maar
hij is wel nieuwsgierig naar de mening van de
gaia-frontman over zijn nieuwe stal. Michel Van-
denbosch van zijn kant blijkt erg blij dat hij voor
het eerst een groepshuisvesting op stro mag be-
zoeken. ‘Voor mij is dat in de varkenshouderij het
beste systeem voor de dieren. Ik hoop dat ik dat
hier vandaag zal kunnen bevestigd zien.’
Arbeidsvreugde en resultaten‘We hebben dit systeem zeker niet gekozen om
gaia een plezier te doen’, verwelkomt Luc Stin-
kens meteen zijn gast. ‘We zijn voor het systeem
gegaan omdat het haalbaar is en we ons daar zelf
buitenlander22
Hij is geen vriend van onze veehouders, en al helemaal niet van
de varkensboeren. Toch nodigden we gaia-boegbeeld Michel
Vandenbosch uit op een varkensbedrijf. Kan Luc Stinkens uit
Grote Brogel hem overtuigen van de inspanningen die de sector
onder meer met groepshuisvesting heeft geleverd?
in pain of peace?
EPigs
23
23
Compensaties voor castratieOp weg naar de afmeststal van Luc en Monique,
herhaalt Michel Vandenbosch nogmaals het plei-
dooi van zijn Pigs in pain-campagne voor de in-
voering van het verdoofd castreren. ‘Vanaf maart
2009 willen de Nederlandse supermarkten alleen
nog vlees in de rekken van varkens die onder ver-
doving gecastreerd zijn. De boeren zouden de ver-
doving zelf kunnen uitvoeren met een co²-toestel
en ze krijgen er een vergoeding voor’, klinkt het.
Luc: ‘Op die manier zien we dat zitten. Maar dat
zijn vragen die ook bij ons van de distributie moe-
ten komen. En men moet een vergoeding voor-
zien. Je kunt toch niet van ons verwachten dat we
zomaar onze productiekost blijven opdrijven?’
Bij de mestvarkens merkt Michel Vandenbosch
meteen op dat de biggen er minder tevreden uit-
zien. ‘Ik zie ze liever in de andere stal, waar ze
meer ruimte om te lopen hebben. Zou het niet
mooi zijn als we op termijn ook voor vleesvarkens
naar groepshuisvesting kunnen evolueren?’ Luc:
‘Dat kan best, maar het is absoluut onhaalbaar.
Wij zouden het ook fijn vinden mochten we maar
50 zeugen moeten houden. Dan konden we straks
rustig wat fietsen. Maar ons gezin leeft hiervan
en dat willen we zo houden. We verzorgen onze
biggen zo goed mogelijk, waarbij hygiëne en hun
gezondheid de belangrijkste factor is. Bij mensen
is dat toch ook het eerste wat je iemand toe-
wenst?’
Minder radicaal?Lucs laatste argument vindt Michel Vandenbosch
‘maar flauw’, voor de economische wetmatig-
heden toont hij meer begrip. ‘Gaia is vragende
partij voor compensaties voor de veehouderij. Ik
steek niet weg dat ik liever heb dat er geen dieren
gedood worden voor vleesconsumptie. Maar ik
weet ook dat niet iedereen van vandaag op mor-
gen vegetariër zal worden. Dus pleit ik, uit een
pragmatisch idealisme, voor een zo diervriende-
lijk mogelijke landbouw. Of ik daarmee gematig-
der ben dan vroeger? In de beginjaren was onze
lijn wel radicaler, ja. Toen moesten we ons punt
nog duidelijk maken. Er moet nog veel verbeteren.
Maar vandaag kan ik ook over de varkenssector
al eens positief zijn, zoals over groepshuisvesting
op stro.’
het best bij voelen. De stal is goedkoper om te
bouwen, maar je moet je strokosten en het extra
werk verrekenen. Voor ons was het dus een extra
zwaar jaar, en toch hebben we nog geen seconde
spijt gehad van onze keuze.’ ‘Het moeilijkste is de
stap durven zetten om totaal anders te werken’,
vindt Lucs vrouw Monique. ‘Maar het is plezanter
werken en onze resultaten zijn verrassend goed.’
Terwijl we laarzen en een overall aantrekken,
legt Luc uit dat de algemene gezondheid van de
zeugen verbeterd is en dat er zelfs minder poot-
problemen zijn dan in het verleden. Michel Van-
denbosch knikt en vraagt Luc en Monique of ze
nu harder moeten werken dan vroeger. ‘Goh, ik
kan daar geen uren op kleven omdat we com-
pleet andere dingen doen’, zegt Luc. ‘We raken
nog altijd rond en het is veel boeiender. Vroeger
liep je op routine langs de boxen en je dacht dat
je alles gezien had. Nu kom je in de stal en stap-
pen de zeugen naar je toe, alsof ze iets willen
vertellen. Je hebt een veel sterkere band met je
dieren.’
Geen stress met KlaraEven later staan we in de luchtige stal, tussen
240 zeugen die naar radio Klara luisteren. Al snel
worden we omringd door een tiental imposante
zeugen. Eerlijk gezegd lijkt Michel Vandenbosch
minder onder de indruk dan wijzelf. Hij geniet ten
volle en aait, al even rustig als de dieren zelf, een
paar zeugen over de kop. ‘Kijk hier, je ziet niets
van stress in hun ogen. Ik zie niets van abnormaal
gedrag uit frustratie en verveling. Je merkt wel
schrammen van een paar dominantiegevechten.
Maar die heb je in de natuur ook. Het belangrijk-
ste is dat een dier zoals hier kan wegvluchten en
daar is hier plaats voor. Zie eens hoe hun staart-
jes kwispelen van contentement. Ik hoop dat dit
voorbeeld door de hele sector gevolgd wordt.’
Geïnteresseerd luistert Michel Vandenbosch
naar de toelichting van Luc en Monique. Hoe
de voederautomaat het rantsoen van de dieren
bepaalt. Dat de zeugen om de twee dagen vers
stro krijgen. Hoe plezant het is om ze de balen
uit elkaar te zien halen. Hoe de separatie-unit
bronstige zeugen apart houdt,… Michel Vanden-
bosch: ‘Vinden jullie het, nu je er een hechtere
band mee hebt, niet lastig om de dieren te laten
slachten?’ Monique glimlacht: ‘Bij zeugen heb je
dat altijd een beetje meer dan bij mestvarkens,
maar zo gaan de dingen nu eenmaal. Vanwaar
zouden we anders ons vlees halen?’
naam + leeftijd: Luc Stinkens, 42 jaardiploma: A2 Bouwkundig Tekenenbedrijf: 340 zeugen + 1/3 van de biggen afmestenwoonplaats: Grote Brogel
naam + leeftijd:
Michel Vandenbosch,
47 jaar
diploma:
Moraalwetenschappen
functie:
voorzitter van GAIA
woonplaats:
Antwerpen
24
Biobrandstoffen zijn niet langer hot. ‘Ze schaden
het milieu en veroorzaken voedselschaarste’,
lezen we plots in de media. Wat is er echt van
aan? En wat betekenen biobrandstoffen nog voor
de Vlaamse landbouw?
frontaal24
‘Het klopt dat er ook slechte biobrandstoffen zijn,
maar we mogen het kind niet met het badwater
weggooien. Biobrandstof blijft vandaag veruit
de belangrijkste hernieuwbare energiebron. Op
milieuvlak mogen we niet alle producten over
dezelfde kam scheren. Er verdwijnt inderdaad
regenwoud voor palmolie en de bio-ethanol op
basis van maïs uit de vs scoort vrij laag qua co²-
reductie. Maar voor de biodiesel die vandaag in
Europa wordt geproduceerd, is de co²-besparing
70 tot 80 procent. Straks komen ook de biobrand-
stoffen van de tweede generatie eraan, die op
basis van niet-voedingsgewassen en nevenpro-
ducten zullen worden geproduceerd. Daarvoor
wordt de co²-besparing al op 80 tot 95 procent
geraamd. Ook voor bijna alle andere stoffen, zoals
koolmonoxide, roet en benzeen, is de uitstoot van
biobrandstoffen trouwens een stuk lager dan voor
conventionele benzine of diesel.’
‘Het valt niet te ontkennen dat biobrandstoffen
vandaag een impact op de voedselprijzen hebben.
Hoe groot die is, is moeilijk na te gaan. Er zijn
diverse factoren die elkaar versterken en je kunt
niet bepalen wat het aandeel van iedere factor is.
De belangrijkste oorzaak lijkt echter de gestegen
voedselconsumptie in landen als Brazilië, India,
China en Korea. Daarnaast zijn er enkele misoog-
sten geweest en zijn de voorraden lager dan ooit,
wat speculanten aantrekt. Ook de biobrandstoffen
spelen een rol, hoewel die vandaag maar 1 pro-
cent van de landbouwproductie opslorpen. Toch
gok ik dat biobrandstof de afgelopen jaren ver-
antwoordelijk was voor ongeveer 30 procent van
de prijsstijgingen, onder meer doordat de markt
zich aan een nieuwe situatie moest aanpassen.
Maar vandaag krijgen landbouw en biobrandstof-
fen wereldwijd meer aandacht dan ooit. Dat moet
ervoor zorgen dat de markt gelijke tred houdt met
de vraag, zodat biobrandstoffen straks nauwelijks
nog impact hebben op de prijs.’
‘Voor de Vlaamse boer blijft tarwe de belang-
rijkste teelt. Alle bio-ethanolprojecten in België
draaien op tarwe en zullen dat nog een tijd doen.
Tegelijk is de internationale graanprijs hoog, wat
als boer alleen maar positief is. Niemand hoeft
zich af te vragen waarin zijn tarwe terechtkomt,
op het vlak van de landbouwkundige praktijk ver-
andert er niets. Het alternatief voor Vlaanderen is
koolzaad, hoewel die teelt in de praktijk iets moei-
lijker blijkt. Koolzaad kan inderdaad voor biodie-
sel en voor koudgeperste olie gebruikt worden. Al
zal koolzaadolie altijd wel een nichemarkt blijven,
omdat de modale Vlaming niet snel zijn auto zal
aanpassen. Ook de projecten met algen lijken me
eerder voor overmorgen dan voor morgen. Maar
voor korteomloophout zie ik de komende 5 à 10
jaar wel teeltkansen.’
biobrandstoffen?
Wim Soetaert, professor aan de UGent en voorzitter van Ghent Bio-Energy Valley
Welke toekomst voor
2525
Bram Claeys, energiespecialist Bond Beter Leefmilieu
‘De voordelen van biodiesel en bio-ethanol wegen
vandaag op milieuvlak nog niet op tegen de nade-
len. De bedoeling is de klimaatverandering tegen
te gaan, maar de co²-reductie blijft nog te klein.
Volgens cijfers van de Verenigde Naties is suiker-
riet de beste optie met 50 tot 60 % co²-winst.
Maar er zijn evengoed heel wat biobrandstoffen
die geen co²-winst opleveren, zoals de bio-etha-
nol op basis van maïs uit de vs.’
‘Op dit ogenblik is er nog geen sluitende be-
rekeningsmethode, waardoor er nogal wat met
cijfers wordt gegoocheld. Voor ons is één ding
daarbij essentieel: dat er ook rekening gehouden
wordt met veranderd landgebruik. Het maakt een
immens verschil uit of je braakland gebruikt dan
wel of je regenwoud ontbost. Dat criterium moet
worden opgenomen in de duurzaamheidscrite-
ria voor biobrandstoffen die Europa momenteel
aan het opstellen is. Het is positief dat er daar-
naast naar sociale aspecten zoals de arbeidsom-
standigheden en de impact op de voedselprijs
wordt gekeken. Al wordt die invloed overschat.
Misoogsten, speculatie en een stijging van de
welvaart in Aziatische landen lijken me minstens
even belangrijk.’
‘Er zijn trouwens heel wat alternatieven voor
biodiesel. Koolzaadolie uit koude persing en
biogas van organische reststromen zijn de mi-
lieuvriendelijkste oplossingen, die tegelijk voor
de Vlaamse landbouw serieuze kansen bieden.
Met koolzaadteelt hebben we al vrij veel erva-
ring en er komt meer en meer interesse in snel-
groeiend hout zoals wilg en populier. Ook algen
in bassins zijn een veelbelovende teelt voor
biomassa. Hierbij wil ik nog opmerken dat ook
groene energie beter niet voor auto’s gebruikt
wordt. Een automotor heeft een rendement van
20 à 30 procent voor het omzetten van energie,
een wkk 80 procent. We kunnen onze beperkte
energiebronnen beter zo goed mogelijk gebrui-
ken. Bijvoorbeeld voor elektriciteitsproductie,
waarmee je onder andere elektrische auto’s
kunt laten rijden. En er zijn nog andere metho-
des om de verkeersuitstoot te beperken. Denk
maar aan het investeren in efficiëntere motoren
en lichtere auto’s.’
‘De biobrandstoffen worden onterecht bekri-
tiseerd. Voor uitzonderlijke gevallen zijn de op-
merkingen terecht, maar het grote voordeel van
plantaardige brandstoffen blijft de hernieuwbaar-
heid. Onze koudgeperste koolzaadolie is boven-
dien co²-neutraal. Wij werken ook alleen voor de
lokale markt, met lokaal geteeld koolzaad. Dat
was een van de voorwaarden om een accijnsvrij-
stelling te krijgen en het is beter voor het milieu.
Voor biodiesel is de milieubalans minder positief,
maar nog altijd beter dan bij fossiele brandstoffen.
Daarom verdient ook die optie zeker een kans.
Niet alle wagens kunnen op koolzaadolie rijden.’
‘Biobrandstoffen kunnen ooit wel een impact op
de voedselprijs gaan hebben, maar op dit ogenblik
is de Europese productie daar veel te klein voor. Er
wordt nog altijd meer gepraat over biobrandstof-
fen dan dat er gehandeld wordt. In Vlaanderen
spreken we over 250 hectare koolzaad, terwijl er
een potentieel is van 80.000 hectare. Maar daar-
mee komt onze voedselbevoorrading nog lang
niet in het gedrang. Er wordt op wereldniveau
meer voedsel geproduceerd dan dat er nodig is.
Alleen komt het niet op de juiste plaatsen terecht.
Daarbij komt dat je ook onze vleesproductie in
vraag mag stellen. Voor één kilogram rundvlees
heeft men 7 kilogram graan nodig. En meer dan
de helft van het Vlaamse graan komt in veevoeder
terecht.’
‘De komende jaren blijft koolzaad voor de
Vlaamse boer zeker een interessante teelt. Het
biedt zowel financieel als op het vlak van teeltro-
tatie voordelen. Van de tweede generatie bio-
brandstoffen moeten we de eerste tien jaar nog
niet veel verwachten. Je probeert ook niet te lo-
pen voor je kunt wandelen.’
Steven Camertijn, projectontwikkelaar bij Beauvent
UITNODIGING
OPENDEURDAGEN van het 40-jarige JUBILEUM
Programma op www.joskin.com
27
anvankelijk vormden verkoop en mar-
keting nog één departement binnen
onze organisatie, maar wanneer je
verschillende zaken onder eenzelfde
koepel plaatst, is de kans groot dat het allemaal
een grijze massa wordt. Vandaar dat we in 2006
een aparte marketingafdeling in het leven hebben
geroepen. En die heeft haar nut zeker al bewezen.
Onze grootschalige mediacampagne uit het na-
jaar van 2006 met bekende Vlamingen zoals Dina
Tersago, Guy Verhofstadt, enz. maakte komaf
met ons geitenwollensokkenimago. Plots was fair
trade hip. We hebben er heel bewust voor geko-
zen om te werken met BV’s. We wilden de Ox-
famproducten zo breed mogelijk in de markt zet-
ten en met bekende Vlamingen van allerlei allooi
bereik je natuurlijk een groot publiek. Ook moest
de campagne een humoristische ondertoon heb-
ben, het mocht zeker niet te zwaar op de hand
zijn. Inspelen op de ellende om zo medelijden op
te wekken, daar geloven we absoluut niet in. De
grenzen van wat mensen schokt, zijn te ver opge-
schoven. Wij kiezen liever voor een positieve be-
nadering. Ook toen we vier jaar geleden startten
met de vernieuwing van onze verpakkingslijn, was
dat het uitgangspunt. We brengen onze producen-
ten zelf in beeld op de verpakking. Die foto’s van
lachende mensen vertellen het verhaal van het
product. Sterke en juiste beelden zijn cruciaal. We
leven in een beeldcultuur.
Met onze campagnes wilden we duidelijk maken
dat fair trade de normaalste zaak van de wereld is.
Vandaar ook onze keuze om supermarkten aan te
boren als afzetkanaal. In de wereldwinkels bereik
je natuurlijk een beperkt publiek. One-stop-shop-
ping (alle aankopen gebeuren op dezelfde plaats
zoals in de supermarkt, nvdr) is voor veel gezin-
nen de norm. We moesten er dus voor zorgen dat
onze producten daar zijn waar de mensen komen.
Of we daarmee onze roots verloochenen? We zijn
daarin realistisch. Als Oxfam zijn producten aan
een groter publiek wil verkopen, moeten we die
samenwerkingsverbanden aangaan. Op geen
enkel moment doet dat afbreuk aan hetgeen we
garanderen aan onze partners in het zuiden. En
de supermarktketens beseffen dat fair trade een
booming business is. In 2007 steeg de omzet van
fairtradeproducten op de ganse Belgische markt
met maar liefst 25 procent. Toch blijft de afzet in
supermarkten eerder beperkt. Zestig procent van
de omzet wordt nog steeds gegenereerd in de ei-
gen wereldwinkels. Nieuw is wel dat we meer met
kleine distributieketens gaan samenwerken, zoals
Match. Zeker nu een aantal supermarktketens een
eigen fairtradelabel heeft ontwikkeld.
Met de faire prijzen die wij aan de producenten
in het zuiden betalen, kun je niet gaan concurreren
op prijs. Dat moet je doen op de intrinsieke kwa-
liteit van de producten. En dat is iets waar we de
jongste jaren keihard aan gewerkt hebben. Men-
sen moeten het gewoon lekker vinden. Vandaar
dat ik ook de idee bestrijd dat onze producten
duurder zijn dan die op de reguliere markt. Neem
nu Oxfamkoffie. Die mag je niet zomaar vergelij-
ken met doorsnee-koffie. Neen, het is Arabica–
koffie van topkwaliteit en wanneer je die verge-
lijkt met reguliere koffie van dezelfde kwaliteit,
dan moeten wij qua prijs zeker niet onderdoen.
A
mijn gedacht
Kwaliteit en smaak even belangrijk als sociale boodschap
De omstandigheden van boeren in het noorden
verschillen niet substantieel van die in het zuiden.
Vandaar dat we steeds vaker toenadering zoeken
tot de Vlaamse landbouwers. Met de landbouw-
organisaties hebben we al een aantal gesprekken
gevoerd die buitengewoon constructief zijn verlo-
pen. Een eerste idee is om hoeveproducten in de
wereldwinkels te verkopen en Oxfamproducten in
hoevewinkels. Verdere gesprekken zullen moeten
uitmaken hoe realistisch dat is.
Mensen moeten je product gewoon
lekker vinden
De 7 marketingtips van Jeroen Brugge:
1 Vlaamse landbouwproducten zijn van
zeer hoge kwaliteit. Zet die kwaliteit
onverminderd in de verf.
2 Laat geen enkele kans onbenut om
met je product naar buiten te komen.
Onbekend is onbemind.
3 Zorg voor een positief verhaal dat
niet te zwaar op de hand is. Behoed je
evenwel voor naïef positivisme.
4 Maak het verhaal niet zo ingewik-
keld dat de consument de kern van de
boodschap niet meer begrijpt. Zorg
dat je hem naar het winkelpunt krijgt,
eens hij daar is, kan je een one-to-one-
verhaal vertellen.
5 Gebruik sterke beelden. 'It’s all about
being remarkable' (Seth Godin).
6 Gebruik humor zonder plat te zijn.
7 Probeer niet om iedereen gelukkig te
maken, want dan raak je niemand meer.
Jeroen Brugge is marketing manager bij Oxfam Fairtra-de. Hij stond mee aan de wieg van de opmerkelijke me-diacampagnes die de ngo de afgelopen jaren lanceerde.
UITNODIGING
OPENDEURDAGEN van het 40-jarige JUBILEUM
Programma op www.joskin.com
www.fullwood.com - www.packo.com
MELKEN EN KOELENons vak - uw voorsprong
• Fullwood nv Diksmuide 051 55 00 20 Contact: Bart VandenBerghe 0479 36 24 40
• Fullwood sa (bijhuis) Ciney 083 61 14 74 Contact: Bernard Dufoing 0475 44 14 72
• Uw lokale agent: Audenaert Luc & Dirk nv Lembeke 09 373 69 76 Auwers Johan Poederlee 014 55 75 47 Bosch J.E. s.p.r.l. Moresnet 087 78 45 31 Chaveco Jumet 071 34 63 40 Dedecker Installaties bvba Wervik 057 20 00 37 Dewitte Patrick Havinnes 069 54 65 19 Full-Technics nv Rijkevorsel 03 314 65 91 Maes sc et co Jeneffe-en-Condroz 083 63 45 29 Packo-Rommelaere nv Voorde 054 50 45 96 Rommelaere nv Gistel 059 27 85 29 Roobroeck Aster Renlies 060 45 55 65 Vandenbulcke Luc Rumbeke 051 20 55 02
Fullwood-Packo verzorgt de verkoop en naverkoop van melkstanden, melkrobots en melkkoeltanks. Ons professioneel uitgebouwd netwerk staat voor u klaar.
Afgiftekantoor Gent XLandgenoten 15Tijdschrift-kwartaalbladKwartaal 3, 2008
België-Belgique9099 Gent X
bc 10292
V.u. Dirk Lips, p.a. ViltKoning Albert II-laan 35, 1030 Brussel
P509285