landmacht nr. 3, mei 2008' pdf document
TRANSCRIPT
LandmachtLandmacht
zesde jaargang
nummer 3,
mei 2008
De absurde realiteit van Role-2
Knelpunten logistieke opvoer op een rij
Oefenen in een virtuele wereld
Nieuwe C-LAS Bertholee: Leider met oog voor mensen
LANDMACHT MEI 2008
4: De Kruif wordt nieuwe commandant
Regional Command South
5: Landmachtdagen 2008 in Oirschot
14: Nieuwe rubriek: Eenheid in beeld
16: Compoundbeveiliging
26: De Nationale Taptoe
27: Zorg kan en moet nog beter
Inhouds opgave
Rubrieken 14: Eenheid in beeld 28: Personeelsmutaties 30: Photoshoot 31: Lezersbrieven 32: Waargenomen
Redactie:Hoofdredacteur:
lkol Hanneke Evertse
Eindredacteur:
kap Corné Dalebout
Redacteuren:
tlnt Anne-Marie Berndsen
tlnt Roel van de Wiel
Vormgeving: Grafisch Bedrijf / AVDD,
Frederikkazerne Den Haag
Druk: OBT bv Den Haag
ISSN: 1572-1248
Oplage: Landmacht verschijnt tien keer per jaar
in een oplage van 50.000 stuks
Fotografie in dit nummer:AVDD, Frank van Biemen
sgt-1 Arief Rorimpandey
Met dank aan:kap Klaas Daane Bolier
elnt Ivanca Maas
tlnt Martijn Bronkhorst
tlnt Judith Rietveld
Redactieadres:Lgen Knoopkazerne
MPC 55A
Postbus 90004
3509 AA Utrecht
MDTN: *06- 557 46039
KPN: 030-2146039
Reacties: Reacties of ingezonden brieven kunt u
mailen naar:
Foto voorpagina:De nieuwe C-LAS, luitenant-generaal Rob Bertholee op bezoek bij de
troepen in Afghanistan, AVDD / sgt-1 Arief Rorimpandey
Adreswijzigingen:• Als in de code op uw adresstrook onder meer uw mili-
taire registratienummer is afgedrukt (voorafgegaan door
de letter ‘T’) dan heeft het geen zin om een adreswijzig-
ing aan de redactie van het blad Landmacht te sturen. Je
dient in dat geval zelf via PeopleSoft je persoonsgegevens
te wijzigen. Klik hiervoor op ‘Startpagina P&O-selfser-
vice’ op het Defensie Intranetportaal. De redactie is niet
geautoriseerd om adressen te wijzigen.
• Reservisten die niet in staat zijn via selfservice hun
adreswijziging door te geven, kunnen het formulier
‘wijzigen adres en/of gegevens contactpersonen bij nood-
gevallen’ downloaden op de www.landmacht.nl/reservist.
Het formulier vervolgens opsturen naar:
DCHR, Postbus 295, 7500 AG Enschede.
• Postactieven en veteranen kunnen bellen naar:
070-3397575, of een e-mail sturen naar:
• Betalende abonnees dienen contact op te nemen met
Abonnementenland: 0900-2265263 (10 eurocent per
minuut) of via de website www.aboland.nl voor abon-
neren, adreswijzigingen en overige vragen.
3
Landmacht nummer 3 Personeelsblad van de Koninklijke Landmacht
LANDMACHT IS EEN UITGAVE VAN HET COMMANDO LANDSTRIJDKRACHTEN, SECTIE COMMUNICATIE STAF CLAS. REACTIES OF INGEZONDEN BRIEVEN WORDEN ZEER GEWAARDEERD. DE REDACTIE IS VRIJ IN HAAR KEUZE VAN HET PLAATSEN VAN - AL DAN NIET INGEKORTE - INGEZONDEN STUKKEN. OVERNAME VAN (GEDEELTEN VAN) ARTIKELEN UIT DE LANDMACHT IS, NA TOESTEMMING VAN DE REDACTIE, TOEGESTAAN.
‘Als je de leiding hebt, neem die dan ook’ 6: De nieuwe Commandant Landstrijdkrachten: luitenant-generaal Rob Bertholee
‘Discipline is een vereiste’ 18: De knelpunten in de logistieke keten in kaart
‘Je maakt absurde situaties mee’ 22: Jonge genezeriken vertellen over het werk bij Role-2
Onze toekomst ligt in een virtuele wereld 10: Oefenen met simulatoren wint terrein
LANDMACHT MEI 2008
De Kruif vanaf november Commandant
Regional Command South
Generaal Mart de Kruif geeft vanaf november 2008 voor de duur van negen maan-den leiding aan het ISAF-commando in Zuid-Afghanistan. De Kruif, was tot 9 mei jongstleden commandant 43 Gemechaniseerde Brigade, treedt in die periode op als commandant van Regional Command South (RC-S) vanuit het hoofdkwartier in Kandahar.
De Kruif is de tweede Nederlandse generaal die het commando krijgt over RC-S. RC-S
stuurt de ISAF-troepen aan in met name de Afghaanse provincies Uruzgan, Helm-
and, Zabul en Kandahar, waar troepen actief zijn uit onder meer Nederland, Canada,
Groot-Brittannië, Australië en de VS. Eerder, van november 2006 tot en met april
2007, was generaal-majoor Ton van Loon commandant in Kandahar. Met het oog op
zijn uitzending is De Kruif bevorderd tot generaal-majoor. Als commandant 43 Mech-
brig is hij opgevolgd door brigadegeneraal Kees van den Heuvel.
Generaal De Kruif volgde van oktober 1994 tot oktober 1996 de opleiding aan de
Führungsakademie in Hamburg. Voorts vervulde hij de functie beleidsadviseur
Operationeel Beleid bij de Landmachtstaf. In 1999 werd hij benoemd tot Comman-
dant 42 Pantserinfanteriebataljon. Eind 2001 volgde een uitzending als Commandant
1(NL) MECHBAT SFOR naar Bosnië. In 2003 rondde hij de opleiding aan het US
Army War College in Carlisle Barracks met succes af en werd aansluitend geplaatst als
Hoofd van de Afdeling Operationeel Beleid bij de Landmachtstaf. Deze functie ging
later over in de functie van Afdelingshoofd Landmachtbehoeften van de Defensie-
staf. Voordat hij in april 2007 het commando aanvaardde over 43 Gemechaniseerde
Brigade vervulde hij de functie van Plaatsvervangend Directeur Operaties van het
Commando Landstrijdkrachten (CLAS).
Alle binnenslapers van het Commando Landstrijdkrachten kun-nen, als alle werkzaamheden volgens schema worden afgerond, vanaf eind juni op hun legeringkamer gebruik maken van een gratis aangeboden internetverbinding.
Uit een proef op de kazernes in Oirschot en Schaarsbergen
is gebleken dat internet op de legeringskamer in een grote
behoefte voorziet. Daarom worden door het project Internet
op de legeringskamer twintig CLAS- en twee CDC-locaties de
komende maanden voorzien van een draadloze internetverbin-
ding. Hiermee wordt het niet alleen mogelijk om vanaf de eigen
kamer te mailen, te chatten of te telebankieren, maar ook om te
surfen en online te gamen.
Om te kunnen internetten moet aan een aantal voorwaarden
worden voldaan. De eigen desk-, of laptop moet zijn voorzien
van een modem die geschikt is voor draadloos internet (WIFI).
Om vervolgens daadwerkelijk het wereldwijde net te kunnen
betreden, moet de internetter alleen nog een eigen internetac-
count aanmaken. Dit wordt duidelijk uitgelegd op de startpa-
gina. Iedereen die voor het eerst contact maakt met het netwerk,
belandt automatisch op deze pagina.
Bij aanmelding voor het internet moet de gebruiker akkoord
gaan met de gedragscode. Hierin staan de huisregels waar
men zich als gebruiker van de aangeboden verbinding dient te
houden.
Meer info op intranet: http://intranet.mindef.nl/kl/bedrijfsvoering/
projecten/ivencis/internetodl/index.aspx
Gratis internet op elke legeringskamer
5
Fennek geschikt voor Stinger raketten
De Fennek met het Stingerplatform is de opvolger van de Cheetah, de Pantser Rups Tegen Luchtdoel (PRTL).
Het Stingerplatform op de Fennek bestaat uit een lanceerinrichting voor vier
Stinger raketten om luchtdoelen op zeer korte afstand en lage hoogte te bestrij-
den. Het systeem is voorzien van een daglichtcamera, een infraroodcamera en
een Laser Range Finder. De commandant van een voertuig beschikt daarnaast
over een Weapon Terminal, waarop het luchtbeeld wordt weergegeven van-
uit het draadloze netwerk van het Future Ground-Based Air Defence System
(FGBADS).
Het nieuwe Stingerplatform onderscheidt zich door de hoge reactiesnelheid (het
systeem staat binnen twee seconden op het door de commandant geselecteerde
doel gericht). Bovendien kan dit systeem, als enige in zijn soort, meerdere Stin-
ger raketten in korte tijd achter elkaar afvuren.
Generaal-majoor Ed Evers van de Defensie Marteriaal Organisatie (DMO) nam
eind maart het eerste Stinger Wapen Platform Fennek in ontvangst uit handen
van de algemeen directeur Dutch Defense Vehicle Systems (DDVS) Hans Ries.
In september draagt DDVS de laatste exemplaren van de in totaal achttien te
produceren Platformsystemen over.
De Landmachtdagen vormen een evenement dat binnen de organisatie zijn gelijke niet kent. In 2008 is de Legerplaats Oir-schot gastlocatie voor dit megafestijn en ook deze editie belooft een waar spektakelstuk te worden. Er wordt zelfs een stukje Kamp Holland ingericht, compleet met een demonstratie van een Combined Arms Team (CAT).
Als defensiebreed thema voor de open dagen is dit jaar
gekozen voor ‘Innovatie in mens en materieel’. Het nieuwste
materieel is te bewonderen, zoals de Leguaan en de Kodiak,
voertuigen die in de toekomst de brugleggende tank en de
genietank gaan vervangen. Verder kunnen bezoekers zelf veel
uitproberen, zijn er interactieve demo’s en wordt ook het feno-
meen ‘serious gaming’ op grootschalige wijze opgepakt.
Landmachtdagen 2008
Plaats: Oirschot
Datum: 30 mei (voor bijzondere doelgroepen zoals scholieren
en media), 31 mei en 1 juni
Openingstijden: 9.00 tot 17.00 uur
De toegang is gratis. Aangeraden wordt om te reizen met het
openbaar vervoer.
Meer info: www.landmacht.nl
INNOVATIE
LANDMACHTDAGEN
31 MEI + 1 JUNI 2008
OIRSCHOT
WWW.LANDMACHT.NL
IN MENS & MATERIEEL
Landmachtdagen 2008 in teken van innovatie
LANDMACHT MEI 2008 LANDMACHT MEI 2008
‘ALS JE DE LEIDING HEBT,
NEEM DIE DAN OOK’
Luitenant-generaal Bertholeeover zijn nieuwe functie als C-LAS
77
Luitenant-generaal Rob Bertholee is sinds 13 maart de
nieuwe Commandant Landstrijdkrachten. Wie is hij
en wat wil hij bereiken de komende tijd? Landmacht
in gesprek met de kersverse C-LAS.
WerkbezoekLuitenant-generaal Bertholee heeft
sinds zijn aanstelling als C-LAS
al met veel landmachtcollega’s
gesproken. De afgelopen maanden
bracht hij werkbezoeken aan 101
Gevechtssteunbrigade, 1 Logistieke
Brigade, 13 Gemechaniseerde Brigade,
11 Luchtmobiele Brigade, de RMC’s
Zuid en West en de Nederlandse
locaties in Tarin Kowt, Kabul en
Kandahar. Zijn bedoeling is om voor
de zomer alle grote landmachtlocaties
eens te hebben bezocht.
Commandant Landstrijdkrachten, een droom die werkelijkheid wordt? ‘Aan het begin van je carrière ben je
natuurlijk met heel andere dingen
bezig. Maar wanneer je eenmaal de
rang van brigadegeneraal hebt bereikt,
begint het idee wel te spelen. Dan ga
je je afvragen of je er geschikt voor
zou zijn en of je het leuk zou vinden.
Ik twijfelde niet toen de Commandant
der Strijdkrachten (generaal Dick
Berlijn, red.) mij vroeg of ik de nieuwe
C-LAS wilde worden. Ik vind het een
eer om het nieuwe boegbeeld van de
landmacht te zijn.’
Waarom koos u destijds voor het militaire beroep? En voor de artillerie? ‘Als jongen dacht ik er nog niet aan
om militair te worden. Ik heb heel
lang dierenarts willen worden, maar
zes jaar lang studeren zag ik toch niet
zo zitten. Ik hoorde ook bijna elke
dag de verhalen van mijn ouders, die
de oorlog hadden meegemaakt. Het
“iets willen doen voor het land” heeft
zeker een rol gespeeld bij de keuze om
militair te worden. Meerdere aspecten
aan het “militair zijn” trokken mij
aan. Het avontuur, het actieve, het
werken met mensen – in die tijd
nog dienstplichtigen. Eenmaal op
de Koninklijke Militaire Academie
wilde ik absoluut ingedeeld worden
bij een wapen. Vanwege mijn exacte
achtergrond is dat toen de artillerie
geworden.’
Aan welke functie hebt u de beste herinneringen?‘Dat is moeilijk te zeggen. Ik heb
eigenlijk overal een prachtige
tijd gehad en zou elke periode zo
weer overdoen. Als kapitein ben ik
batterijcommandant geweest bij 41
Afdeling Veldartillerie in Seedorf.
Voor een parate functie moest je
toentertijd daar zijn. Tenminste, zo
voelde dat, omdat je vlakbij het IJzeren
Gordijn werkte. We waren veel op
oefening, een prachtige tijd. Later ben
ik ook commandant van deze afdeling
in Duitsland geweest en daar heb ik
ook erg van genoten. In mijn vorige
functie was ik Plaatsvervangend CDS.
Dat was een leerzame periode. Je bent
en blijft echter de plaatsvervanger.
De echte verantwoordelijkheid ligt
dan toch bij iemand anders. Die
verantwoordelijkheid is voor mij het
mooie van commandant zijn en dat
is ook waarom ik blij ben dat ik nu
Commandant Landstrijdkrachten
ben.’
Als Plaatsvervangend CDS bent u nauw betrokken geweest bij de commissie-Staal en de gedragscode, met leiderschap als kernbegrip. Wat kenmerkt een goed leider?
‘Leiding geven is het wezen van
onze organisatie. Het begint al
bij de korporaals. Goed leiding
kunnen geven is daarom een van
de belangrijkste eigenschappen
waar onze militairen over moeten
Adjudant Gerrit Bosch
OTC-adjudant, ook wel ‘dé artillerie adjudant’
Oud-collega en goede bekende van Bertholee
‘Ik leerde Bertholee kennen in 1995, toen ik bij 41 Afdeling Veldartillerie in het Duitse Seedorf diende en
hij mijn commandant was. Als commandant is Bertholee enorm gedreven. Hij eist veel van zijn personeel,
maar is wel echt een “mensenmens”. Onze gezamenlijke tijd in Duitsland vond ik heel plezierig. Als je
hem hebt ontmoet, dan onthoudt hij je naam en gezicht en zal hij je herkennen als je hem ooit weer tegen-
komt. Die eigenschap wordt, vooral door manschappen, erg gewaardeerd. Tegelijkertijd is hij een “troepen-
mens” en staat hij op om te vechten als het moet. Je moet bij Bertholee niet aankomen met flauwekulverha-
len. Natuurlijk, iedereen mag fouten maken, maar hij eist dan wel verbetering op den duur.
Ik zie Bertholee als een collega voor wie rangen en standen, behalve in de bevelvoering, niet belangrijk zijn.
Hij staat open voor iedereen. En, niet onbelangrijk, als hij iets belooft, dan komt hij het na. Bertholee is en
blijft een artillerist in hart en nieren. Ik heb hem de afgelopen jaren in diverse functies regelmatig meege-
maakt, ook als Wapenoudste van de Artillerie. Tijdens zijn toespraken op onze jaardagen, zit iedereen altijd
ademloos te luisteren. Er is veel respect voor hem; dat merk ik aan de artilleristen om me heen. Zijn leider-
schapsstijl en zorg voor zijn personeel maken hem zeer geschikt als Commandant Landstrijdkrachten.’
‘Hij staat op om te vechten als het moet’
LANDMACHT MEI 2008
beschikken. Een goed leider kent de
sterke en zwakke punten van zijn
ondergeschikten. De kunst is dan ook om
het team goed te laten functioneren door
gebruik te maken van elkaars sterke punten
zonder dat iemands zwakke punten ertoe
leiden dat iemand buiten de boot valt.
Dreigt dat te gebeuren, dan moet je als
leidinggevende durven in te grijpen. Mijn
credo is: “Als je de leiding hebt, neem die
dan ook”.
Wat voor soort leider bent u zelf?‘Een leider met oog voor mensen. Ik
probeer mij te verplaatsen in de ander; ik
probeer te begrijpen wat iemand drijft. Wat
overigens niet wil zeggen dat ik alles wat
ik begrijp, ook accepteer. Mensen moeten
zich blijven ontwikkelen en leren van hun
fouten. Dat geldt dus ook voor mij. Ik ben
zeker geen bureaucraat. Een van de dingen
waar ik mij dan ook niet op verheug, is de
grote stapel papier die iedere dag weer op
het bureau wordt neergelegd. Maar aan de
andere kant, daar ben ik inmiddels wel aan
gewend.’
Wat verwacht u van het CLAS-personeel en wat kan het personeel van u verwachten?‘Ik verwacht dat de mensen vooral
doorgaan met wat ze nu doen. Onze
mensen en middelen zijn gewoon goed.
We doen enorm goed werk, zowel in
Nederland als in de missiegebieden. Dat
neemt niet weg dat er altijd ruimte is voor
verbeteringen. Een verbetering bij ieder
individu leidt tot het beter worden van
de organisatie als collectief. Dat begint al
bij een soldaat die zijn wapen tot in den
treuren moet kennen. Verder verwacht ik
dat iedereen mij ook zijn eerlijke mening
durft te geven. Mensen laten zich nogal
eens afschrikken door de positie die je
bekleedt, maar het is belangrijk voor mij
om te weten wat er speelt in de organisatie.
Daarom zal ik zo vaak mogelijk bij de
eenheden, hier en in de missiegebieden,
langsgaan. Contact met de werkvloer vind
ik heel belangrijk. De mensen mogen van
mij verwachten dat ik mijn uiterste best
zal doen. Ook wil ik ervoor waken dat er
onmogelijke opdrachten op tafel komen.’
Welk gevoel heeft u bij uw overgang van de ‘paarse’ functie van Plaatsvervangend CDS naar de ‘groene’ functie van C-LAS?‘Het voelt als een warm bad om terug te
zijn bij de KL. Ik ben toch gevormd door
de landmacht. Ook voelt het goed om
weer commandant te zijn en zelf weer de
volledige verantwoordelijkheid te hebben.
Mijn vorige functie is wel een heel goede
voorbereiding geweest, omdat je als
Plaatsvervangend CDS ook gedwongen
wordt om oog te hebben voor de andere
operationele commando’s en te bekijken
hoe het CLAS daar tussen past. Hoewel
ik vind dat de landmacht ‘groen’ moet
blijven, zijn wij onderdeel van een ‘paarse’
organisatie. En dat grotere plaatje moeten
we niet uit het oog verliezen.
Gaat u dingen anders doen dan uw voorganger?‘Van Uhm had natuurlijk een lastige
klus. Hij was de eerste Commandant
Landstrijdkrachten en heeft de organisatie
grondig moeten aanpassen aan het nieuwe
Besturingsmodel Defensie. Tegelijkertijd
leverde het CLAS een grote bijdrage aan de
meest uitdagende missies sinds lange tijd.
Dat heeft hij heel goed gedaan. Hij maakte
zich sterk voor het principe “every soldier
a rifleman”. Je móet als militair over de
militaire basisvaardigheden beschikken.
De praktijk in Uruzgan wijst wel uit dat
dit zeer belangrijk is en daar zal ik mij ook
zeker hard voor blijven maken de komende
jaren. Ook zal ik zijn zorg en inzet voor
het personeel zeker voortzetten. Mijn
uitdaging wordt om de ISAF-missie naar
behoren uit te blijven voeren. Eén van mijn
belangrijkste taken zal de redeployment uit
Urzugan in 2010 zijn. En wie weet wat ons
daarna te wachten staat?’
Hoe wilt u later herinnerd worden? ‘Als iemand die voor de landmacht
stond en oog had voor de mensen in zijn
organisatie.’
LANDMACHT MEI 2008
9
‘Ik weet zeker dat hij het gaat
waarmaken’
Kolonel b.d. Sijmen Veldhuis
Oud-commandant 44 Afdeling
Veldartillerie, Bertholees eerste
werkplek
‘Ik was als kolonel commandant van 44 Afdeling
Veldartillerie, toen Bertholee daar zijn eerste parate
functie als luitenant vervulde. Ik heb hem ongeveer
twee jaar meegemaakt. In mijn herinnering was
Bertholee een van de beste luitenants, ik kan wel
zeggen de beste. Volgens mij was hij, van zijn jaar,
ook als eerste geslaagd op de KMA.
In al die jaren en na al de functies die hij vervuld
heeft, is hij niet veel veranderd. Mensen verande-
ren over het algemeen niet zo veel, in mijn op-
tiek. Bertholee is nog steeds rustig, intelligent en
bekwaam, net als toen. Ik ben hem blijven volgen
gedurende zijn loopbaan. Zo af en toe hebben we
nog contact. Toen hij bevorderd werd tot luitenant-
generaal, ben ik op zijn high-tea geweest, samen
met andere (oud-)collega’s. Dat was erg gezellig.
Bertholee vindt het belangrijk om contact te hou-
den met de mensen met wie hij heeft samenge-
werkt. Ik was ook uitgenodigd voor de commando-
overdracht en was daar graag bij geweest, maar dat
ging helaas niet. Ik wens Bertholee veel succes met
zijn nieuwe functie als C-LAS. Ik weet zeker dat hij
het waar gaat maken.’
9
‘Een menselijke militair’
Kolonel Peter van den Aker
Universitair hoofddocent Landoptreden aan de NLDA
Jaargenoot en vriend van Bertholee
‘Rob Bertholee en ik zijn jaargenoten van de KMA. We kwamen tegelijk op in 1975 en
lagen elkaar meteen goed. Hij viel op tijdens de opleiding, zowel qua fysieke prestaties
als qua kennis en sociale vaardigheden. Na onze promotie zijn we elkaar steeds weer
tegengekomen. Eerst in Duitsland, bij 41 Pantserbrigade. Later bij de stafdienst en de
Hogere Militaire Vorming, waarbij we een kamer deelden. In 2001 kwamen we weer
samen in Duitsland te werken. Hij werd aangesteld als chef-staf van 1(GE/NL) Corps en
ik als plaatsvervangend chef-staf.
Rob en ik zijn naast collega’s ook vrienden. Hij heeft een warme persoonlijkheid. Je moet
hem echter wel leren kennen. Zijn hoge rang schrikt mensen soms af. Bovendien heeft
hij een wat norse uitstraling, maar daarachter gaat een warm en groot hart schuil. Ik
zie daarom geen verschil tussen de militair en de mens Bertholee. Hij is professioneel,
analytisch en integer, maar ook heel mensgericht en intelligent. Een ‘menselijke militair’
dus. Mede daardoor is hij uitermate geschikt als Commandant Landstrijdkrachten. Door
zijn ervaring als Plaatsvervangend CDS, is hij tevens in staat om het grotere, krijgs-
machtbrede belang in te zien. Zijn benoeming is een terechte bekroning op zijn loop-
baan. Ik zie het met alle vertrouwen tegemoet.’
‘Streng maar rechtvaardig’
Korporaal-1 b.d. Vincent Bakker
Chauffeur Bertholee in Kabul (Close Protection Team),
ISAF III, 2003.
‘Ik heb generaal Bertholee zes maanden rondgereden in Kabul en
omgeving, toen hij Plaatsvervangend Commandant en chef-staf
ISAF III was. Ik kende hem al vanuit Münster, waar ik net als hij
was geplaatst bij 1(GE/NL) Corps. Het was prettig werken. Ber-
tholee is streng maar rechtvaardig. Dat viel goed bij de plaatselijke
troepen. De mensen wisten waar ze aan toe waren. Hij maakt ook
graag contact met de werkvloer. Hij probeerde elke week op pad
te gaan met een eenheid, zeker Nederlandse, om op de hoogte te
blijven van ieders inzet.
De generaal liet ook blijken wanneer hij tevreden was over de
inzet van zijn mensen, of je nu kok, verkenner of monteur was.
Wat ik me nog goed herinner zijn de “menselijke gesprekken”
wanneer we onderweg waren. Hij vertelde soms ook over persoon-
lijke zaken of we praatten over ditjes en datjes. Hij houdt mensen
niet op afstand. Verder weet ik nog dat hij heel sportief was. Hij
was fanatiek in hardlopen. Volgens mij is Bertholee een op en top
militair.’
‘Ik weet zeker dat hij het waar gaat maken’
Onze toekomst ligt inOEFENEN MET SIMULATOREN WINT TERREIN
De Landmachtdagen staan dit jaar in het teken van innovatie. En wie het over innovatie heeft, kan niet om het begrip simulatie heen. Simulatoren krijgen een steeds grotere rol in het opleiding- en trainingsschema van de eenheden en bij de aanschaf van nieuw materieel. ’s Ochtends een rondje ma-ken in de omgeving van Tarin Kowt en ’s avonds thuis op de bank zitten, be-hoort niet meer tot het ondenkbare. Wat zijn de nieuwste ontwikkelingen en hoe ervaren de gebruikers het oefe-nen in de virtuele wereld? ’S OCHTENDS EEN RONDJE MAKEN IN DE
OMGEVING VAN TARIN KOWT EN ’S AVONDS
THUIS OP DE BANK ZITTEN, BEHOORT NIET MEER TOT HET ONDENKBARE.
LANDMACHT MEI 2008
ONDERZOEK WIJST UIT DAT MILITAIREN DIE SERIOUS GAMES ONDER LEIDING VAN INSTRUCTEURS GESPEELD HEBBEN, BETER PRESTEREN TIJDENS DE ECHTE OEFENINGEN DAN HUN COLLEGA’S DIE HET ZONDER SIMULATIE VOORAF MOESTEN STELLEN.
Onze toekomst ligt in een virtuele wereld
Tijdens de landmachtdagen
zal een speciale gaming-
ruimte met vijftig com-
puters worden ingericht.
Daar kunnen bezoekers
zich onbeperkt uitleven op Steel Beasts en
Virtual Battle Space II.
‘Gamen’ is populair. Iedere avond maken miljoenen men-sen een uitstapje naar de virtuele wereld. Entertainment? Dat niet alleen. Volgens deskundigen van het Defensie Si-mulatie Expertise Centrum (SEC) en het nog maar een paar maanden jonge Simulatiecentrum Landoptreden van het Opleidings- en Trainingscentrum Operatiën (OTC opn), liggen er in de virtuele wereld ongekende mogelijkheden op het gebied van kosten- en milieubesparing en optimaal leereffect.
‘Nog vragen?’ tweede luitenant Alle Runhart kijkt zijn pe-
loton vragend aan na zijn bevelsuitgifte. “Goed, instijgen en
voorwaarts!” Schuivende stoelen krassen door het leslokaal en
de tankers nemen plaats achter een computer. Inderdaad, een
computer. Het geliefde voertuig blijft op stal en maakt plaats
voor zoemende computers, toetsenborden en de “wargame”
Steel Beasts. Het Alfa-eskadron van 42 Tkbat oefende drie
dagen in april op het OTC Manoeuvre in Amersfoort.
Simulatie is niets nieuws. Al in 1980 maakten de cava-lerie en de luchtdoelartillerie gebruik van simulatoren om nieuw personeel te leren doelen uit te schakelen. De noodzaak voor simulatie was groot omdat het ondenk-baar was dat bijvoorbeeld vliegtuigen telkens opnieuw een vlucht maakten over de heide. Kostenbesparing dus. Daarnaast vlogen luchtdoelen in de virtuele wereld veel vaker over zonder hinder te hebben van slechte weers-omstandigheden, waardoor het leerrendement hoger lag dan bij het inschakelen van echte vliegtuigen. Deze twee effecten van simulatie vormen nog steeds de belangrijk-ste redenen voor Defensie om de virtuele wereld uit te breiden. ’s Ochtends een rondje maken in de omgeving van Tarin Kowt en ’s avonds thuis op de bank zitten, be-hoort niet meer tot het ondenkbare.
Bijna drie decennia later is simulatie doorgedrongen tot veel verschillende niveaus. Het meest laagdrempelige voorbeeld van simulatie is de zogeheten serious game, een computerspel waarbij militairen getraind worden in het tactisch optreden. De militaire spellen Steel Beasts (cavalerie) en Virtual Battle Space (VBS) (infanterie) zijn bijvoorbeeld goede trainingsmiddelen voor tactisch optreden op pelotons- en groepsniveau. Ook tactische grondbeginselen, basis ge-vechtstechnieken, drills, gevechtsleiding en commando-voering kunnen met deze serious games worden getraind
Het lokaal waarin de tankers zich bevinden lijkt rustig, maar
ondertussen zitten de mannen van het tweede peloton al druk
te gamen. Majoor Erik Douze, commandant Alfa-eskadron,
is erg positief over Steel Beasts. Een groot voordeel vindt hij
dat je bij een verkeerd besluit, de actie opnieuw kunt doen.
‘Stel, een tankcommandant komt een heuvel tegen en besluit
er overheen te rijden. Achteraf gezien had hij deze beslissing
beter niet kunnen nemen: hij wordt onder vuur genomen en
uitgeschakeld. Het stukje emotie wat hierbij komt kijken, zorgt
dat hij het onthoudt. Wanneer zo’n situatie in het oefenterrein
weer voorkomt, zal hij zich dit moment herinneren.’
AanpassingDaarnaast kunnen de instructeurs, terwijl het spel door de te trainen militairen wordt gespeeld, wijzigingen aanbren-gen in het scenario. Zo kan de instructeur een leerdoel letterlijk in tijd en ruimte verplaatsen. Als een instructeur in de toekomst aandacht wil besteden aan IED-awareness, dan kan deze ervoor kiezen bermbommen neer te leggen
Landmachtdagen31 mei en 1 juniOirschot
11
LANDMACHT MEI 2008
zodat de bewustwording wordt vergroot en de herkenning wordt verscherpt. Dat deze vorm van oefenen werkt, bewijst een Canadees onderzoek, zegt kapitein Clemens Roos, werkzaam bij Kenniscen-trum Opleidings- en Trainingscentrum Manoeuvre en verbonden aan het Simula-tiecentrum Landoptreden: Roos: ‘Conclusie van dit onderzoek was dat militairen die deze games onder lei-ding van instructeurs gespeeld hebben, be-ter presteren tijdens de echte oefeningen dan hun collega’s die het zonder simulatie vooraf moesten stellen. Ze leren hoe ze moeten omgaan met onverwachte situaties en zien met eigen ogen wat de consequen-ties zijn van een verkeerde keuze.’
Overbodig?Als simulatie zoveel voordelen heeft, is het dan nog wel nodig om richting bijvoorbeeld Bergen Hohne af te zak-ken? Roos: ‘Simulatie is absoluut geen vervanging voor de oefeningen buiten. Kou, regen en wind kunnen we bij dit soort spellen niet simuleren. De serious games helpen je dus om een oefening buiten goed te kunnen uitvoeren.’
Huzaar der eerste klasse Sander Dijkhuizen, schutter bij het
tweede peloton, werkt voor het eerst met Steel Beasts. De be-
sturing was volgens hem wel even wennen: “In de tank zelf is
het veel makkelijker om aan te richten. Nu zit je met je muis
over het scherm heen en weer te bewegen en zijn de schakelaars
vervangen door knoppen op je toetsenbord. Daardoor moet je
van te voren goed doornemen waar wat zit, anders gaat het
fout.’ Dijkhuizen vindt het spel best realistisch, maar toch kan
er niks tegen het oefenen in een echte tank op. ‘Het spel lijkt
wel op de werkelijkheid, maar je mist toch de geluiden om je
heen. Het laden hoor je wel, maar het geluid van de tracks niet.
Dat mis je wel.’
TACTISDe games zijn de goedkoopste manier om in een virtuele wereld te oefenen. TACTIS (Tactische Indoor Simulator) biedt straks nog meer oefenmogelijkheden in de virtuele wereld. Dit simulatiesysteem zal naar verwachting eind 2009 operationeel zijn en is bedoeld voor de training van manoeuvre-eenheden tot op compagniesniveau. Niet alleen het tactische optreden en schiettechnieken kunnen straks hier getraind worden, deelnemers worden dan ook geconfronteerd met de eigenaardigheden van een specifiek missiegebied. ‘We kunnen alles nabootsen’, zegt Marco Welleman van het Simulatiecentrum Landoptre-den. ‘Het gedrag van de burgerbevolking, een agressiever wordende tegenstander, drassig terrein, beperkingen door heuvels of maanlicht, plotselinge opstanden op straat.’
LeermomentenVolgens Welleman is een tweede kracht van TACTIS dat grote groepen leerlingen hun computer kunnen gebrui-ken en dat er dus heel veel leermomenten tegelijkertijd gecreëerd kunnen worden. Tijdens een patrouille is een groepscommandant met heel andere zaken bezig dan de bestuurder van bijvoorbeeld een YPR. Terwijl de comman-dant wordt getraind op zijn beslismomenten, het uitvoe-ren van verkenningen, contactleggen met andere voertuig-
DE CHAUFFEURS MOETEN IN DE DESDEMONA MET HUN ZINTUIGEN KUNNEN ERVAREN WAT HET EFFECT IS VAN BIJVOORBEELD SNELHEID OF EEN ONGELUK.
HET MEEST LAAGDREMPELIGE VOORBEELD VAN SIMULATIE IS DE ZOGEHETEN SERIOUS GAME, EEN COMPUTERSPEL WAARBIJ MILITAIREN GETRAIND WORDEN IN HET TACTISCH OPTREDEN.
LANDMACHT MEI 2008
13
DE DESDEMONA HEEFT TALLOZE BEWEGINGSMOGELIJKHEDEN EN IS IN STAAT ZINTUIGEN TE FOPPEN.
DESDEMONAOok om erachter te komen waar een nieuw te ko-pen voertuig toe in staat is, wordt tegenwoordig veel gebruik gemaakt van simulatie. Overste Jan Klomp van het SEC: ‘De voertuigen die Defensie aankoopt, moeten vaak in barre omstandigheden nog steeds operationeel zijn. Het is daarom belangrijk om pre-cies te weten waar een voertuig toe in staat is. Het is immers levensgevaarlijk om daar stapsgewijs in het veld achter te moeten komen.’Niet alleen de voertuigen moeten worden uitgepro-beerd, ook de chauffeurs moeten met hun zintuigen kunnen ervaren wat het effect is van bijvoorbeeld steile bergen, snelheid of ongelukken. Om bewegingen en zintuiglijke waarneming te kunnen simuleren, ontwikkelde TNO in samenwer-king met de Oostenrijkse firma Amst Systematik de DESDEMONA (Desoriëntatie Demonstrator Amst). Dit technische hoogstandje is in staat situaties na te bootsen waarbij gevlogen, gereden of gevaren wordt. De simulator heeft talloze bewegingsmoge-lijkheden en is in staat zintuigen te foppen. ‘Van de DESDEMONA kunnen we krijgsmachtbreed onze vruchten plukken. Er staan hierbij twee onderzoeks-vragen centraal; wat voor simulator heb ik nodig om leerdoelen te halen? En wat zijn de grenzen van het voertuig? Als we deze kennis hebben voordat we be-ginnen met de verwerving van middelen, kunnen we exacte eisen stellen aan het simulatieprogramma van de fabrikant. Door de nieuwe DESDEMONA van TNO krijgen we dus eigen expertise op het gebied van bewegingssimulatie’, legt overste Klomp uit.
commandanten en het aansturen van de gevechtskracht van zijn groep, kan een bestuurder van de YPR zijn weg proberen te banen door drassig terrein. Niet alleen de virtuele wereld zorgt voor een goede trai-ning. Ook de binnenkant van de voertuigen wordt in TAC-TIS straks zo nagebootst dat de omgeving waarin getraind wordt, waarheidsgetrouw is. Zo ogen de simulatoren van de Leopard 2A6 en straks ook de CV90 exact hetzelfde als de besturingscabine van de echte wapensystemen.Op dit moment wordt op de Bernhardkazerne in Amers-foort druk gewerkt aan het TACTIS-gebouw dat nog dit jaar zal worden opgeleverd. Een groot deel van de TACTIS simulatoren komt in dit gebouw te staan en een deel van de simulatoren is mobiel en kan dus worden meegeno-men tijdens oefeningen.
Wachtmeester Tim Kraus, tankcommandant bij het Tweede
Peloton, vindt de uitgebreide evaluaties die plaatsvinden
na een actie een groot pluspunt. ‘Vandaag zijn we erachter
gekomen dat de onderlinge communicatie tussen de com-
mandanten niet altijd even goed verloopt. Nu kunnen we
daar gelijk over discussiëren en verbeteringen aanbrengen.’
Sommige mannen in zijn peloton hebben nog nooit eerder
met Steel Beasts gewerkt waardoor de sfeer eerst nogal la-
cherig is. Kraus: ‘Omdat het toch een computerspel blijft,
wordt vooral in het begin niet altijd serieus mee omgegaan.
Maar naarmate ze het langer doen, weten ze wat ze eruit
kunnen halen.’
DE LEOPARD 2 SIMULATOR OOGT EXACT HETZELFDE ALS DE BESTURINGSCABINE VAN HET ECHTE WAPENSYSTEEM
13
LANDMACHT MEI 2008
11 Tankbataljon
WAPENFEITEN
GESCHIEDENISHet Regiment Huzaren van Sytzama zet
de traditie voort van het in 1814 opgeheven
Franse 14e Régiment de Cuirassiers. Deze
was in 1810 voortgekomen uit het 2e Regi-
ment Kurassiers, dat toen na de inlijving
van ons land bij Frankrijk opging in het Na-
poleontische leger. Toen eind 1813 de Franse
overheersing ten einde liep, wilde de latere
koning Willem I een strijdmacht bijeen-
brengen om de herwonnen zelfstandigheid
te verdedigen. Daarom werden jonkheer
W.F. Boreel en J.G. baron van Sytzama door
hem aangezocht om ieder een cavaleriere-
giment op te richten. De door Van Sytzama
geformeerde eenheid onderscheidde zich in
1815 in de slag bij Waterloo door een charge
uit te voeren op de ruiterij van Napoleon.
Tijdens deze strijd leed het regiment zware
verliezen.
In 1867 ontstonden bij een reorganisatie
van de cavalerie vier gelijksoortige huza-
renregimenten. Het 1e Regiment Huzaren
(1 RH) vormde de voortzetting van de een-
heid die in 1814 door Van Sytzama was op-
gericht.
In de strijd tegen de Duitsers in mei 1940
onderscheidde 1 RH zich tijdens de ge-
vechten bij het dorp Voorthuizen. Elk jaar
worden op de tweede dinsdag in mei de ge-
sneuvelden herdacht bij het in Voorthuizen
opgerichte monument.
In 1950 werd bepaald dat de nummerre-
gimenten zouden worden vervangen door
naamregimenten. Zo nam op 1 oktober
1951 het Regiment Huzaren van Sytzama
de plaats in van 1 R.H. In 1953 werden 41,
42 en 43 Eskadron Zware Tanks opgericht
en ingedeeld bij de Infanteriegevechts-
groepen. Deze eskadrons werden in 1957
samengebracht in 11 Tankbataljon, welke
op 6 januari 1958 officieel in Oirschot werd
opgericht. Het bataljon viert in mei zijn vijf-
tigste verjaardag.
Landmacht brengt elk nummer een eenheid onder de aan-
dacht in de rubriek ‘Eenheid in Beeld’. In deze allereerste
aflevering is het de beurt aan 11 Tankbataljon Regiment
Huzaren van Sytzama (11 Tankbat RHvS) uit Oirschot. Het
bataljon viert dit jaar haar vijftigjarig bestaan.
Een tankbataljon is veelzijdig en breed inzetbaar. Dat blijkt wel uit de diverse missies
waarbij het bataljon de afgelopen jaren is ingezet: IFOR I, SFOR III, SFOR X, SFOR
XIV. Hierbij werden de tanks ontplooid in voormalig Joegoslavië. In Afghanistan
worden de huzaren momenteel ingezet bij onder andere het PRT en de Battlegroup.
REGIMENT HUZAREN VAN SYTZAMA
LANDMACHT MEI 2008
Huidige bataljonscommandant en tevens regimentscommandant:
Luitenant-kolonel Gaspard Fiévez
Huidige bataljonsadjudant en tevens regimentsadjudant:
Adjudant André Koot
15
Ritmeester Martijn Koolen
Stafofficier Operatiën Sectie S3
‘Ik ben begonnen als
pelotonscommandant bij
42 Tankbataljon in Havelte.
Niets ten nadele van die
club, maar je merkt toch ver-
schillen tussen het noorden
en het zuiden van het land.
Hier in het zuiden tussen de tanks voel ik mij op
mijn plek. Als tanker ben je heel flexibel; mensen
uit ons bataljon vind je bijvoorbeeld ook in het PRT,
in een verkenningspeloton of bij de OMLT (Opera-
tional Mentoring Liasion Team). Doordat wij zoveel
taken hebben, kost dat soms extra tijd en energie.
We zijn veel op oefening en daardoor vaak van huis.
Dat hoort er nou eenmaal bij. 11 Tankbataljon is een
professionele eenheid met uitstekend personeel.’
TRADITIES
LIEDEREN EN GEBRUIKENSytzama LiedWij zijn huzaren genaamd Sytzama
Blijven trouw aan het Standaard van het Re-
giment
Officier, Korporaal, allemaal,
Kameraadschap is voor ons het ideaal
Met de tanks rijden wij door het land
Radioverbinding met de commandant
Nederland, Uw vrijheid is voor ons het hoog-
ste goed
Daarom strijden wij zoals het moet
STANDAARDEN EN EMBLEMENHoewel in de loop der jaren de standaard zijn betekenis als veldteken
- als verzamelpunt voor de strijdende troepen - verloren heeft, is de
waarde ervan behouden gebleven. Nog steeds is de standaard het
symbool van verbondenheid met vorst en vaderland en het zichtbare
bewijs van vertrouwen dat het staatshoofd in het onderdeel stelt.
Op de voorzijde van de standaard van RHvS staat: Waterloo 1815,
Regiment Huzaren van Sytzama. Op de keerzijde staat het Nederlandse
wapen met de twee leeuwen. Het huidige exemplaar is uitgereikt op
10 september 1954 door Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Bernhard
aan de toenmalige commandant van het Regiment, luitenant-kolonel
J.H.W. Nix.
Op het embleem van 11 Tankbataljon staat de beschermheilige St.
George (Joris die de draak doodt.
Dé traditie bij 11 Tankbat RHvS is Joris de Bok, die zijn
eigen plekje op de dierenweide in Oirschot heeft. De
huzaren van 11 Tankbat zorgen goed voor hem en bij
belangrijke gebeurtenissen is hij erbij. De steenbok als
traditie ontleent het bataljon aan het familiewapen van
de majoor Leichleitner, die als eerste commandant van
het regiment het veld in trok.
BATALJON AAN HET WOORD
Wachtmeester der eerste klasse Franco Rombouts
Stafonderofficier gevechtsinlichtingen Sectie S2
‘In 1996 begon ik bij 11 Tank-
bataljon en sinds die tijd heb ik
verschillende functies bekleed.
Wat mij zo aanspreekt aan dit
bataljon is het Bourgondische.
Je zit hier echt in het zuiden: er
hangt sfeer, het is gezellig, er
wordt hard gewerkt en er is een sterke onderlinge ver-
bondenheid. Ik ga binnenkort waarschijnlijk weg, maar
zou op den duur graag terug willen komen!’
Korporaal Dana Kroon
Gewondenverzorgster, B-eskadron
‘Ik ben als tanker begon-
nen en daarna doorge-
schoven naar de functie
van gewondenverzorgster.
Werken bij het tankbatal-
jon bevalt me nog steeds
erg goed. Het is gezel-
lig en iedereen helpt elkaar. Als vrouw ben je in
de minderheid, maar ik heb daar absoluut geen
moeite mee. Het is juist gezellig met al die man-
nen, ik ben gewoon één van hen, en zo word ik
ook behandeld.’
STANDPLAATS EN TAKEN11 Tankbat RHvS is een gevechtseenheid
die deel uitmaakt van 13 Gemechaniseerde
Brigade. De cavaleristen van 11 Tankbat
leveren met hun Leopard 2A6 tanks de
noodzakelijke stootkracht voor de brigade.
Met deze moderne gevechtstanks kunnen
ze dag en nacht en onder alle weersom-
standigheden optreden. Zij kunnen zelf-
standig gevechtsacties uitvoeren, maar
doen dit meestal in samenwerking met
de infanterie, genie en artillerie. Tevens
is het personeel in staat om uitgestegen
en te voet op te treden. Het bataljon is ge-
legerd op de Generaal-majoor De Ruyter
van Steveninck Kazerne in Oirschot.
‘DOOR HET JUISTE TE DOEN, VREEST GIJ NIEMAND’
15
LANDMACHT MEI 2008
Op de Landmachtdagen in Oirschot worden
de meest innovatieve ontwikkeling in basebe-
veiliging tentoongesteld. Op een demoterrein
wordt die vergeleken met de beveiligingsmid-
delen uit de tijd van de missie in Libanon. Er
is een terreindeel ingericht uit begin jaren
tachtig, met concertina’s en boogtenten.
Daarnaast is een mini-compound anno 2008
opgesteld, met bijvoorbeeld een kleine Ops-
tent en een toegangspartij met roadblock.
LANDMACHTDAGEN:
Basebeveiliging, toen en nu
BASEBEVE IL IG ING
In een risicovol missiegebied is een veilige
thuishaven essentieel. Een hoge muur
rondom een compound, een wachtpost
ervoor en een rij uitgerolde concertina’s
volstaan dan allang niet meer. De manier
waarop de landmacht bases bouwt, is in de
loop der jaren aan grondige veranderingen
onderhevig geweest. Uitgekiende innovaties
beschermen de militairen op Nederlandse
bases voor moderne wapens en bij elk mo-
gelijk dreigingniveau.
Onze thuishaven in Uruzgan, Kamp
Holland, is opgebouwd met de nieuwste
materialen die de genie ter beschikking
heeft. Het maakt de compound zo goed als
mogelijk beveiligd tegen bedreigingen van
buitenaf. ‘Die beveiligingsgraad heeft alles
Kamp Holland in Tarin Kowt
is een van de veiligste en
modernste compounds in
Afghanistan. De genisten van
de landmacht blijven ondanks
dat continu op zoek naar
innovaties in basebeveiliging
en -constructie.
Veilige thuishaven in risicogebieden
te maken met de dreigingsanalyse
die de MIVD voor de regio heeft
gemaakt’, legt eerste-luitenant Patrick
Bendijk, hoofd vakgroep bouwkunde
van geniewerken bij 101 Genieba-
taljon in Wezep, uit. ‘In andere,
veiligere regio’s, volstaat vaak een
eenvoudiger constructie.’
MaquetteUit operationele veiligheidsredenen
kan niet te diep worden ingegaan op
de details van de beveiligingsmid-
delen. Bendijk wil wel kwijt dat ‘Voor
Kamp Holland erg goed rekening is
gehouden met de persoonlijke veilig-
heid van onze medewerkers.’
Hoewel Kamp Holland dus een
voorbeeld is van een zo veilig mo-
gelijke compound, is het daarmee
niet meteen een standaard maquette
voor een basis in een ander uitzend-
gebied in de toekomst. Elke basis
wordt immers op maat ontworpen en
gebouwd. Geen kampement wordt
zomaar in een woestijn opgetrokken.
‘De genie is altijd haar middelen aan
het doorontwikkelen’, vertelt kapitein
Monique van Leeuwen, verbonden
aan het Kenniscentrum van de OTC-
Genie in Vught. ‘Steeds als er nieuwe
wapensystemen bij komen, moeten
wij weer iets bedenken om er iets
tegen te doen. We kijken dan eerst
naar de middelen die we al hebben.
Daarbij wordt eigenlijk vaak gewoon
het principe gehanteerd ‘hoe dik
moet een muur zijn om dit wapen
tegen te houden?’ ‘De wereld staat
niet stil’ vult luitenant Bendijk aan.
‘Wij dus ook niet.’
HTDAGEN:
Landmachtdagen
31 mei en 1 juni
Oirschot
17
IngangNiemand komt zomaar door de poort van een compound.
Bij de ingang is een grondige ingangscontrolepost
ingericht. Kapitein Van Leeuwen: ‘De nieuwste vorm van
controleposten wordt tijdens de huidige missie voor het
eerst gebruikt. Daar is veel onderzoekaan vooraf gegaan.’
Die bestaat uit diverse barrières, een ingegraven roadblock
en voertuig- en persoonsdoorzoekingsplaatsen.
HESCODe moderne zandzak heet in de volksmond HESCO
(officieel: Bastion Defence Wall) en beschermt een
compound van buitenaf tegen explosieven en andere
bedreigingen. HESCO’s zijn grote textiel zakken
met een metalen gaasconstructie. Die zakken, in
verschillende formaten, worden gevuld met zand of
steenslag en worden geplaatst rondom een basis en
langs legeringcontainers.
PantserwachttorenEen andere, innovatieve manier om de
pantsercontainer te gebruiken, is als
karkas voor de wachttoren bij de base-
ingang. De container is in feite verbouwd
en recht omhoog opgezet. De wachtpost
is extra goed versterkt. Luitenant Bendijk:
‘De container steekt zes meter de lucht in,
waar de wacht veilig uitzicht kan hou-
den op het gebied.’ Andere wachtposten
OP-HOOG zijn gebouwd op een nieuw
soort steigermateriaal. Dat materiaal is
uitermate geschikt tegen RPG-dreiging en
andersoortige explosies.
‘De genie is altijd haar middelen aan het doorontwikkelen’
ContainersIn veilige gebieden slapen, werken en eten militairen in boogtenten. In risicovoller
gebieden worden echter speciale containers geplaatst. Deze kunnen worden gekoppeld
tot chalets, zijn waar nodig gepantserd en beschermen zodoende tegen explosiegevaar.
De Feldlagers, de officiële benaming van de alombekende FAB, worden gebruikt voor
legering en het grootste gedeelte van de kantoorruimte. Ze zijn niet standaard gepant-
serd, maar kunnen wel additioneel worden voorzien van een stalen wand. Dan zijn er de
modulaire Feldlagers, die redelijk grote ruimtes kunnen vormen als ze worden gekop-
peld. Ze worden vaak gebruikt om briefing- of grote werkruimtes te bouwen. Beide typen
zijn bestand tegen de blast van explosies en verder beveiligd met HESCO’s.
De Ops-rooms, eetzalen, fitnessruimtes en Echo’s worden gehuisvest in pantsercontai-
ners. Die zijn extra beveiligd door grote platen pantserstaal. Kapitein Van Leeuwen: ‘We
hebben de afgelopen jaren heel veel materiaal ontwikkeld, beproefd en aangeschaft. Voor
de missie in Uruzgan worden die innovatieve materialen voor het eerst grootschalig
gebruikt.’
LANDMACHT MEI 2008
Van Soesterberg naar Tarin Kowt
De logistieke opvoerlijn tijdens
de missie in Afghanistan is een
traject met de nodige obstakels.
Hoe komt het dat materieel
soms pas weken of maanden
na aanvraag op de juiste plek
arriveert? De belangrijkste oor-
zaken op rij.
Onherbergzaam ‘Uruzgan verschilt zó van de gebieden waar de krijgsmacht
voorheen actief is geweest’, vertelt luitenant-kolonel Peter Gielen, hoofd G4 Staf
CLAS (Operationele Logistiek en Verplaatsingen). ‘Het gebied ligt zesduizend ki-
lometer hier vandaan en is niet te vergelijken met bijvoorbeeld Bosnië, waar veel
materieel over de weg naar toe wordt getransporteerd, of met Irak, dat via de zee
te bereiken is. Uruzgan ligt midden in de bergen, er is nauwelijks infrastructuur
en de weersomstandigheden zijn extreem. Vliegtuigen kunnen hierdoor soms niet
landen, voertuigen komen vast te zitten in de modder, noem maar op.’
Schakels De condities in het onherbergzame Afghanistan zijn slechts een van de
vele uitdagingen in de complexe logistieke keten. Die keten begint in Nederland,
waar de aanvragen voor materieel binnenkomen (zie schema pag. 21). Gielen: ‘De
logistieke bevoorradingsketen is zo sterk als de zwakste schakel. Er hoeft maar bij
één schakel iets mis te gaan en je hebt een probleem. Het is al vaker benadrukt,
maar logistiek is ontzettend belangrijk.’
Werkwijze Het logistiek personeel is georganiseerd in het Joint Support De-
tachement (JSD) en het Logistic Support Detachement (LSD). Het JSD opereert
vanuit de basis Kandahar Airfield (KAF), voor een klein deel vanuit Kabul Interna-
tional Airport en sinds kort ook vanuit Kamp Mirage, Al Minhad in de Verenigde
Arabische Emiraten (VAE), de eerste tussenstop voor personeel op weg naar Uruz-
gan. In het JSD is zowel landmacht- als luchtmachtpersoneel vertegenwoordigd.
Zij maken de verdeelslag voor de goederen die naar de Air Taske Force (ATF) op
Kandahar, Kamp Holland in Tarin Kowt en Kamp Hadrian in Deh Rawod moeten.
De paarse samenstelling van het JSD is een pluspunt, maar volgens Gielen tege-
lijkertijd ook een punt van aandacht. ‘Tussen de werkwijzen van de KL en de KLu
bestaan nou eenmaal verschillen. Denk alleen al aan de verschillende begrippen
en afkortingen en de verschillende beheerssystemen die gebruikt worden. Dat kan
misverstanden en dus vertraging opleveren. De samenwerking gaat steeds beter,
maar daar is wederzijds begrip en tijd voor nodig.’
DE LOGISTIEKE KETEN IN KAART
19
naar Tarin Kowt
24/7 Het in Tarin Kowt ondergebrachte LSD is een landmachteenheid en heeft
dezelfde taken als het JSD, maar dan voor de eenheden bij de kampen in Tarin Kowt
en Deh Rawod. Op beide locaties vindt overslag, registratie, (tijdelijke) opslag en ver-
strekking van materieel plaats. ‘Maar in Nederland werken we geen zeven dagen in
de week’, geeft Gielen aan. ‘De situational awareness is in het uitzendgebied heel an-
ders. Daar gaat het werk continu - 24 uur per dag, zeven dagen in de week - door. In
het uitzendgebied kijken ze dan wel eens raar op als ze in het weekend niemand in
Nederland kunnen bereiken. Een materieelaanvraag die op vrijdag is gefaxt, wordt
op zijn vroegst maandag bekeken. Dan zijn we alweer drie dagen verder.’
Levertijden In het meest gunstige geval kan aangevraagd materieel binnen drie
weken op de plaats van bestemming zijn. In een minder gunstig geval kan het we-
ken of soms maanden duren. De assen voor Patria’s bijvoorbeeld, hebben een le-
vertijd van maar liefst acht maanden. Ook onderdelen voor de Bushmaster kunnen
lang op zich laten wachten. Het bestellen van MB-onderdelen levert daarentegen
juist nauwelijks problemen op. Hoe komt dat? ‘Twee belangrijke aspecten’, legt Gie-
len uit. ‘Ten eerste: is het materieel aanwezig? Als het niet op voorraad is, moet
het besteld worden en daar zijn soms lange levertijden aan verbonden. Sommige
artikelen raken snel op. Het verbruik van munitie bijvoorbeeld, wat sowieso een
lange levertijd heeft, is de afgelopen periode sterk gestegen. Als een hele voorraad
munitie verschoten is, duurt het even voor dit weer is opgevoerd. Ten tweede: heb-
ben we het materieel zelf, of komt het van derden? Onderdelen van de Bushmaster
bijvoorbeeld, komen uit Australië via de Defensie Materieel Organisatie (DMO) in
Nederland voordat ze naar Afghanistan gaan, terwijl we onderdelen van de MB in
eigen beheer hebben. Bepaalde ladingen, zoals medicijnen en bloed, hebben overi-
gens altijd voorrang en moeten in principe binnen 72 uur op hun eindbestemming
in Afghanistan zijn. Ook post heeft prioriteit, en gaat daarom desnoods via civiele
lijnen.’
VOORBEELD (SNELLE) OPVOER: De Personal Role Radio
DE PERSONAL ROLE RADIO (PRR) IS EEN
VERBINDINGSMIDDEL (EEN RADIO) WAAR-
MEE EEN GROEP ONDERLING KAN COM-
MUNICEREN. DEZE SINGLE SWITCH PRR
HEEFT EEN BEPERKT BEREIK. DE DUAL
SWITCH PRR DAARENTEGEN KAN WOR-
DEN AANGESLOTEN OP EEN FM 9000,
EEN GEAVANCEERD VERBINDINGSMIDDEL,
WAARMEE HET BEREIK AANZIENLIJK KAN
WORDEN VERGROOT.
DE PRR – HET WOORD ZEGT HET AL
– IS EEN PERSOONLIJK UITRUSTINGSSTUK
DAT VAN GROOT BELANG IS BIJ HET UIT-
GESTEGEN OPTREDEN IN AFGHANISTAN:
ZOALS VOOR DE COMMANDOVOERING
MET EEN BEPERKT ZICHTCONTACT BIJ PA-
TROUILLES, HET REAL TIME INFORMATIE
DELEN OF OPTIMALE COMMUNICATIE BIJ
GEVECHTSHANDELINGEN. OMDAT STEEDS
MEER EENHEDEN GEBRUIK VAN DE PRR
MAKEN, EN OMDAT MATERIEEL IN AFGHA-
NISTAN IN HOGE MATE ONDERHEVIG IS AAN
SLIJTAGE ZIJN EIND 2007 VIA EEN VER-
SNELD WERVINGSTRAJECT – FAST TRACK
PROCUREMENT – 400 STUKS PRR GE-
KOCHT VOOR DE MISSIE IN AFGHANISTAN.
DE INMIDDELS BINNENGEKOMEN PRR’S
ZIJN VIA DE LOGISTIEKE LIJN (ZIE SCHEMA)
NAAR URUZGAN VERSTUURD EN DAAR AL
IN GEBRUIK.
DAARNAAST ZIJN CIRCA 3500 – ZO-
WEL SINGLE SWITCH ALS DUAL SWITCH
– PRR’S, INCLUSIEF RESERVEDELEN ALS
ANTENNES EN HEADSETS, AANGESCHAFT
VOOR DE EENHEDEN IN NEDERLAND DIE
AAN HET OPWERKEN ZIJN VOOR DE MISSIE
IN AFGHANISTAN.
LANDMACHT MEI 2008
Aanbestedingsregels Ook kleding en schoenen zijn veel
aangevraagde, maar niet altijd snel geleverde artikelen. Gie-
len: ‘Voor infanteristen waren 700 paar kisten aangevraagd,
omdat zij zich op ondergrond verplaatsen waarvoor speciaal
schoeisel geen overbodige luxe is. De schoenen bleken erg
populair. Ook militairen die niet buiten de poort komen en
militairen in Nederland bestelden de schoenen. Binnen de
kortste keren was het KPU-bedrijf door haar voorraad heen.
Daarnaast kleden we meer mensen, zoals werkbezoekers,
compleet in deserttenue en met kisten. Dat was niet hele-
maal in de planning meegenomen. Iedere commandant
bestelt het liefst alles voor zijn mannen en vrouwen. Maar
zoveel spullen zijn er niet. En ze zijn, als de voorraad op is,
ook niet zo snel aan te kopen. Het KPU-bedrijf heeft bijvoor-
beeld te maken met de Europese aanbestedingsregels.’
Zeevervoer De logistieke keten naar Afghanistan loopt
zowel door de lucht, over water als over de weg. Luchtvervoer
krijgt de voorkeur omdat dit de snelste manier is, maar het
is tegelijkertijd ook het meest kostbaar. Soms wordt echter,
vanwege de kosten maar ook vanwege de hoeveelheid en het
soort materieel, gekozen voor zeevervoer. Schepen worden
dan beladen in de haven van Rotterdam of Antwerpen en ko-
men aan in Pakistan. Vanaf daar gaat de vracht over de weg.
Gielen: ‘De reis van Soesterberg naar Kandahar duurt al 36
dagen. Dat is exclusief de aanvraagperiode en de reis van
Kandahar naar verder gelegen gebieden. De terugreis duurt
nog langer, minimaal 55 dagen, omdat de opmaak van docu-
mentatie voor douane en dergelijke in Afghanistan meer tijd
kost. Voor zeetransport wordt daarom zo min mogelijk ge-
kozen en eigenlijk alleen als het om materieel gaat dat even
gemist kan worden.’
Vliegbeperkingen Maar ook luchttransport kent be-
perkingen. Luchttransport is afhankelijk van het weer, de
beschikking over voldoende toestellen, en de wet- en regel-
geving in andere landen waar naar toe gevlogen wordt of
waarvan de vlieger het luchtruim passeert. Daarnaast kost
het aanvragen van een vliegtuig bij de Defensie Verkeers en
Vervoers Organisatie (DVVO) tien werkdagen extra, omdat
ten aanzien van bepaalde artikelen zoals gevaarlijke stof-
fen, olie, smeermiddelen en munitie, het toestel pas aange-
vraagd kan worden als bekend is wat voor soort en hoeveel
vracht er meegaat. Dit is meestal pas bekend als het mate-
rieel daadwerkelijk in Soesterberg binnen is. De G4 onder-
zoekt momenteel mogelijkheden om dit te veranderen. ‘We
gaan proberen een trend in de opvoer van materieel in kaart
te brengen’, zegt Gielen. ‘Dat houdt in dat we onderzoeken
of bepaalde artikelen in bepaalde periodes of gedurende
bepaalde situaties meer worden aangevraagd, zodat we het
transport al eerder kunnen aanvragen. Als dat mogelijk is,
kan de levertijd worden verkort.’
Tracking & Tracing Om in de gaten te houden waar het
aangevraagde materieel zich in de logistieke keten bevindt,
maakt Defensie gebruik van het interim Defensie Tracking
& Tracingsysteem (iDT&T). Dit is een systeem dat verzon-
den artikelen opzoekt en volgt. Eigenlijk net als een postpak-
ketje waarvan je op internet volgt wat de ‘status’ is. ‘iDT&T
werkt steeds beter, maar toch vragen mensen zich nog vaak
of waar hun spullen zijn’, aldus Gielen. ‘De meest voorko-
mende problemen zijn het niet scannen van goederen, het
niet labelen van goederen, het ompakken van goederen zon-
der dit te registreren, het niet goed invoeren van gegevens,
gebrekkige communicatie tussen locaties, aanwezigheid van
oude labels en systeemfouten. In het missiegebied is niet te
zien waar de spullen zich bevinden als er in Nederland niet
goed ‘getrackt en getraced’ wordt. En dat geldt andersom na-
tuurlijk ook.’
Discipline ‘In feite kan het fout gaan bij elke schakel waar
mensen aan te pas komen. Niet het systeem, maar de mens
is vaak de failing factor. Discipline is daarom van belang.
Een voorbeeld: als formulieren in het Nederlands ingevuld
worden, zijn deze voor een Pakistaan in de haven Port Qua-
sim niet te begrijpen. Die legt de papieren opzij, met als
gevolg dat de goederen soms weken blijven staan. In lan-
den als Pakistan en Afghanistan verandert de regelgeving
bovendien nogal eens. Dat werkt ook niet bevorderend.’ De
overste besluit: ‘Het zijn ogenschijnlijk kleine dingen, die
echter wel het traject tot stilstand kunnen brengen. Kennis,
ervaring en discipline moeten aanwezig zijn bij elke schakel
in de logistieke opvoerlijn.’
‘Discipline is een vereiste in het logistieke traject’
LANDMACHT MEI 2008
21
‘Discipline is een vereistein het logistieke traject’
21
VERDERE MOGELIJKHEDEN - 310 MATLOGPEL
INDIEN HET MATERIEEL VIA EEN ANDERE WEG VERKREGEN KAN WORDEN, START HET
NORMALE TRAJECT NA LEVERING. WORDT HET MATERIEEL GELEVERD DOOR DMO, DAN
LOOPT DIT VIA HET AGB EN 310 NAAR EINDHOVEN EN VERVOLGENS AFGHANISTAN.
INDIEN LEVERING DOOR EEN MILITAIRE EENHEID, DAN WORDT HET VIA 310 AFGELEVERD
NAAR EINDHOVEN EN AFGHANISTAN.
NOOT: SOMMIGE ARTIKELEN, ZOALS BLOEDPRODUCTEN, WORDEN VANWEGE HUN
KWETSBAARHEID DIRECT VANUIT HET DEPOT AFGELEVERD OP EINDHOVEN.
AANVRAAG KLANT - ALGEMEEN GOEDEREN BEDRIJF (AGB)
DE ‘KLANT’ (EENHEID, INDIVIDUELE MILITAIR) DOET VANUIT HET MISSIEGEBIED EEN AAN-
VRAAG VOOR BEPAALD MATERIEEL BIJ HET ALGEMEEN GOEDEREN BEDRIJF (AGB). DIT
MOGEN ALLEEN GEAUTORISEERDE ARTIKELEN ZIJN. DEZE STAAN OP EEN LIJST STAAN VAN
GOEDGEKEURDE ARTIKELEN DIE NAAR HET MISSIEGEBIED GESTUURD KUNNEN EN MOGEN
WORDEN.
ALGEMEEN GOEDEREN BEDRIJF - JA, IN VOORRAAD OF NEE, NIET IN VOORRAAD
EEN VAN DE BELANGRIJKSTE VRAGEN IN DE LOGISTIEKE KETEN: IS HET MATERIEEL AAN-
WEZIG? DIT BEPAALT VOOR EEN GROOT DEEL DE TIJD DIE HET IN BESLAG NEEMT. IS HET
AANWEZIG, DAN KAN HET SNEL GAAN. INDIEN HET ZEER HOGE PRIORITEIT HEEFT, SOMS
ZELFS BINNEN EEN DAG. IS HET MATERIEEL NIET AANWEZIG EN MOET HET AANGEVRAAGD
WORDEN, DAN KAN HET LANG DUREN; WEKEN, SOMS MAANDEN.
JA - 310 MATLOGPEL
ALS HET MATERIEEL AANWEZIG IS, WORDT HET, MET ONDERSTEUNING VAN DVVO,
VAN HET AGB NAAR 310 MATERIEEL EN LOGISITIEK PELOTON IN SOESTERBERG GE-
BRACHT. DAAR WORDT HET VERDER KLAARGEMAAKT VOOR HET GEWENSTE TRANSPORT
(ZEE- OF LUCHTVERVOER).
310 MATLOGPEL - VLIEGBASIS EINDHOVEN
HET MATERIEEL WORDT OP HET GEWENSTE MOMENT NAAR VLIEGBASIS EINDHOVEN VER-
VOERD EN DAAR INGELADEN IN HET VLIEGTUIG.
KANDAHAR (KAF) - TARIN KOWT (TK)
VANAF KAF WORDT HET MATERIEEL NAAR TK OF ANDERE BESTEMMING GEVLOGEN
OF GEREDEN.
VLIEGBASIS EINDHOVEN - KANDAHAR (KAF)
HET MATERIEEL WORDT - ANDERS DAN PERSONEEL - RECHTSTREEKS NAAR KAF, OF
INDIEN MOGELIJK NAAR TK GEVLOGEN.
NEE - MELDING NAAR KLANT EN G4
ALS HET ARTIKEL NIET AANWEZIG IS, KRIJGT DE KLANT HIERVAN EEN MELDING. VER-
VOLGENS WORDT DOOR DE KLANT MELDING GEDAAN AAN SECTIE G4 / STAF CLAS
(OPERATIONELE LOGISTIEK EN VERPLAATSINGEN).
MELDING G4 - VERDERE MOGELIJKHEDEN
DE G4 ONDERZOEKT VERVOLGENS OF ER ANDERE MOGELIJKHEDEN ZIJN OM HET MA-
TERIEEL TOCH TE KUNNEN LEVEREN. BIJVOORBEELD VIA ANDERE KRIJGSMACHTDELEN
(D.T.V. J4 DOPS) OF CIVIELE BEDRIJVEN.
TARIN KOWT (TK) - DEH RAWOD (DR)
VANAF TK WORDT HET MATERIEEL VIA WEG- OF LUCHTTRANSPORT NAAR DR VER-
VOERD.
Aanvraag klant
LANDMACHT MEI 2008
Het Uruzgan Medical Centre
Het Uruzgan Medical Centre is het militaire ziekenhuis op Kamp Hol-
land, ook wel aangeduid als Role-2 ‘Enhanced’. Dat betekent dat het
om een uitgebreide versie van dit type ziekenhuis gaat. De primaire taak
van de 55 medewerkers van de Role-2 is de verzorging van de ISAF-
militairen en andere coalitietroepen. Daarnaast zijn ze verantwoorde-
lijk voor de bevoorrading van de Role-1 in Deh Rawod (een medische
hulppost die voorziet in de eerstehulpverlening), en de afvoerploegen
van de verschillende eenheden. Een andere belangrijke taak van de
Role-2 is het leveren van noodhulp aan de plaatselijke bevolking. Het
merendeel van de traumapatiënten die worden behandeld is Afghaan:
gemiddeld vijftig per maand, waarvan een kwart kinderen.
De dagelijkse leiding van het hospitaal is in handen van de commandant
hospitaal, de Senior Nursing Officer en een Hoofd Inwendige Dienst.
Het personeel van het hospitaal bestaat voor het grootste gedeelte uit
militairen van 400 Geneeskundig Bataljon uit Ermelo. De ploeg wordt
aangevuld met een Nederlands- of een Australisch specialistenteam,
waar onder meer een chirurg, een intensive care verpleegkundige en
een anesthesist deel van uitmaken.
Het ziekenhuis heeft de volgende geneeskundige modules:
spoedeisende hulp (SEH) twee operatiekamers Intensive Care
Unit (operatiekamers en ICU zijn gebouwd in bunkers zodat operaties
altijd voortgezet kunnen worden) recovery verpleegafdeling met
veertien bedden fysiotherapie polikliniek huisarts tandarts
Verdere geneeskundige ondersteuning wordt verzorgd door:
de opname- en ontslagploeg het klinisch chemisch laborato-
rium de bloedbank radiologie en echografie sterilisatie de
bevoorrading geneeskundige dienstgoederen (Bevognkd) de apo-
theek het mortuarium de nutsgroep (draagt de verantwoordelijk
voor voldoende elektra en water) de geneeskundig instrumenta-
rium technicus (Gitter)
De Role-2 op Kamp Holland
23
Het Uruzgan Medical Centre
KORPORAAL RUBEN (24 JAAR), PTLS’ER (PRIMARY TRAUMA LIFE SUPPORT) OP DE SPOEDEISENDE HULP. VOLGT OPLEIDING TOT VERZORGER INDIVIDUELE GEZONDHEIDSZORG ROLE-2, KAMP HOLLAND
‘Je leert hier enorm veel’
‘Op de Spoedeisende Hulp (SEH) weet
je nooit wat de ochtend-, avond- of
nachtshift zal brengen. Het is afwach-
ten tot een melding binnenkomt. Het
drukst hebben we het met de verzor-
ging van de lokale bevolking. Regel-
matig staan er Afghanen die medische
hulp nodig hebben aan de poort van
Kamp Holland.
Bij een spoedmelding haast een me-
disch team zich naar de poort. Daar
voert de arts een eerste check uit bij
de gewonde en bepaalt of deze moet
worden opgenomen. Laatst werd een
“spoedgeval” door iemand anders op
de rug binnengebracht. Veel Afghanen
moeten van ver komen, maar beschik-
ken niet over een vervoersmiddel.
Door die lange reistijd gaan wonden
ontsteken, waardoor de situatie alleen
maar erger wordt. Op de Spoedeisen-
de Hulp heb ik de functie van omloper
of van schrijver. Als omloper assisteer
ik de dienstdoende arts en verpleeg-
kundige. Ik bereid dan onder meer de
aanleg van infusen voor en help bij het
stelpen van bloedingen. Als schrijver
is het mijn taak om de status van een
patiënt, zoals bloeddruk en hartslag,
bij te houden.
De eerste week dat ik op de SEH aan
de slag ging, moest ik echt even scha-
kelen. De eerste patiënt die ik zag,
had een verwonding aan zijn voet als
gevolg van een explosie. Toen moest ik
even slikken. Maar gelijk daarna ging
ik aan het werk. Die mensen hebben
onze hulp immers nodig. Ik vind het
nog altijd moeilijk als er kinderen
worden binnengebracht. Zij zijn de
onschuldige slachtoffers van de oor-
log. Dat raakt mij nog meer dan het
leed van een volwassene.
Zwaar zijn ook de momenten wan-
neer je een zwaargewonde niet verder
meer kunt helpen. Laatst werd een
Afghaanse militair van de ANA (Af-
ghan National Army, red.) naar de
SEH gebracht met zwaar hersenletsel.
De verwondingen waren zo ernstig dat
behandeling niet meer mogelijk was.
Het idee dat je iemand niet meer kunt
helpen is loodzwaar. Gelukkig kunnen
we over dit soort situaties onderling
goed praten. We vormen een hecht
team. We bespreken iets net zolang tot
je het uit je hoofd kan zetten. Iedereen
houdt elkaar goed in de gaten.
Ik denk dat ik bij terugkomst in Ne-
derland weer even moet wennen. Je
kunt in Nederland nog zoveel oefe-
nen, het echte werk hier is eigenlijk
met niets te vergelijken. Maar je leert
zo wel enorm veel.’
De medewerkers van het Uruzgan Medisch
Centrum op Kamp Holland, de Role-2,
moeten stevig in hun schoenen staan. De
militairen zien dagelijks veel ellende voorbij
komen. Drie jonge “genezeriken” vertellen
over hun heftige maar ook dankbare taak
in Uruzgan. ‘Je moet er nuchter onder
blijven.’
LANDMACHT MEI 2008
KORPORAAL DER EERSTE KLASSE ANOUK (24 JAAR), PTLS’ER EN VERZORGER INDIVIDUELE GEZOND-HEID (VIG), OP DE SPOEDEISENDE HULP, ROLE-2, KAMP HOLLAND
‘Soms krijg je
met absurdesituaties te maken’
‘We zien hier veel slachtoffers van
geweld. Daar zitten vaak kinderen bij.
Dat is een van de aspecten die dit werk
extra moeilijk maakt. Kinderen van
maar vijf of zes jaar oud waarvan een
arm of been moet worden geampu-
teerd. Onlangs nog werd een compleet
uitgedroogd baby’tje van zeven maan-
den binnengebracht. Die lege holle
blik in de ogen van het kindje was
echt choquerend. De ouders moesten
van ver uit de omgeving komen. Het
jongetje heeft het helaas niet gehaald.
Soms krijg je met absurde situaties te
maken. Er werd een twaalfjarig meisje
binnengebracht dat al veel te lang met
een acute blindedarmontsteking rond-
liep en daardoor een geperforeerde
darm had. De situatie was ernstig en
ze moest meteen onder het mes. Haar
moeder weigerde. Omdat de operatie
een litteken zou achterlaten vreesde
de moeder dat haar dochter niet meer
uitgehuwelijkt kon worden. Ze zag de
ernst van de situatie niet in en dacht
dat er wel een pilletje voor zou zijn.
Toen we vertelden dat haar dochter
absoluut geopereerd moest worden,
vertrokken ze weer, onder het mom
van Inshallah: “als Allah het wil komt
het goed”. Daar kunnen we verder
niets mee, je moet ze laten gaan. Twee
dagen later stonden ze opeens weer
aan de poort. De moeder had geluk-
kig ingezien dat opereren nodig was.
Ondanks de geslaagde operatie ging
het steeds slechter met haar, maar
blijkbaar heeft ze een enorme overle-
vingsdrang. Binnenkort kan ze naar
huis.
Je houdt dit werk alleen vol als je
elkaar goed in de gaten blijft houden;
er voor elkaar bent. Wanneer het even
teveel wordt, is er meestal wel iemand
die je aflost. Als ik bijvoorbeeld een
heftige dag als omloper heb gehad,
kan ik de volgende shift als schrijver
aan de slag. We maken hier allemaal
hetzelfde mee, waardoor we elkaar
goed begrijpen. Het is belangrijk alles
een plekje te geven. Bij het overlijden
van een patiënt kan het helpen om
een laatste keer te gaan kijken om het
af te sluiten.
Het klinkt misschien raar maar je
bouwt een bepaalde routine op. Je
raakt gewend aan de nare dingen.
Soms moet de knop even om, maar
daarna ga je aan de slag. Vaak doet het
verhaal van een persoon me meer dan
vreselijke wonden. Ik moest bijvoor-
beeld de jas van een man openknip-
pen om zijn verwondingen bloot te
leggen. Bleek het de enige jas te zijn
die de man bezat. Het is hier echt een
totaal andere wereld.’
LANDMACHT MEI 2008
25
‘Ik zal waarschijnlijk nooit kunnen
wennen aan de geur van verwondin-
gen. Zeker als deze ontstoken zijn,
is het geen pretje. Eén keer heb ik
een wond moeten verzorgen waar de
maden in rondkropen. In Nederland
worden we natuurlijk goed opgeleid,
maar wat je hier soms tegenkomt is
met niets te vergelijken.
Ik houd me op de verpleegafdeling
van de Role-2 bezig met de verzorging
van de patiënten. Ik leg verbanden
aan, zorg voor de verschoning en geef
hun eten. Eigenlijk doen we hier alles
wat met de verzorging in en rond het
bed te maken heeft. Ik ben pas negen-
tien en daarmee de jongste collega op
de Role-2.
Je ziet soms de meest afschuwelijke
verwondingen voorbij komen. Armen
die nog voor de helft vast aan het li-
chaam zitten heb ik al een aantal keer
gezien. Veel amputaties. Daar moet je
professioneel mee om kunnen gaan.
De meeste mensen die wij verzorgen
spreken een andere taal. Om toch
duidelijk te maken wat we bedoelen,
gebruiken we een lijst met Afghaanse
woorden. Zo kunnen ze bijvoorbeeld
aangeven dat ze pijn hebben. Met
non-verbale communicatie kom je ook
een heel eind.
Wat mij telkens weer opvalt, is de
hoge pijngrens van de Afghanen. Ze
kunnen enorm veel verdragen, dat is
soms wonderbaarlijk. Typisch is ook
dat we meer mannen dan vrouwen
behandelen. Vrouwen mogen van hun
man vaak niet naar een ziekenhuis.
De mensen zijn ook hard van zichzelf.
Laatst werd er een kindje binnenge-
bracht met brandwonden aan de hand-
jes en voetjes. Het leek er verdacht
veel op dat het niet per ongeluk was
gebeurd. Je hebt vermoedens, maar
daar kun je verder niets mee.
De werkdruk is wisselend. Het kan
ineens erg druk zijn. Laatst hadden we
elf patiënten tegelijk. Voor een klein
ziekenhuis is dat veel. Dan ben ik
druk. Maar dat heb ik liever dan dat er
niets te doen is. Als het druk is gaat de
tijd sneller.
Ik kan goed met de nare kant van dit
werk omgaan. Je kunt je al die geval-
len niet persoonlijk aantrekken. Dan
krijg je een hele zware uitzending. Ik
probeer er nuchter onder te blijven.
Een groot voordeel van dit werk is
de waardering van de mensen die je
helpt. Ze zijn altijd erg blij met de
spullen die wij ze geven. Sommige
patiënten willen hier zelfs niet meer
weg.’
SOLDAAT DER EERSTE KLASSE DENISE (19 JAAR), PTLS’ER OP DE VERPLEEG-AFDELING ROLE-2, KAMP HOLLAND
‘Je moet er
nuchter onder blijven’
25
LANDMACHT MEI 2008 LANDMACHT APRIL 2008 2008200820082008200820082008200820082008200820082008200820082008200820082008200820082008LANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHTTTTTTTTTTTTLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHTTTTTTTTT APRIAPRIAPRIAPRIAPRIAPRIAPRIAPRIAPRIAPRIAPRIAPRIAPRIAPRIAPRIAPRIAPRIAPRIAPRIAPRIAPRILLLLMEIMEIMEIMEIMEIMEIMEIMEIMEIMEIMEIMEIMEIMEIMEIMEIMEIMEIMEIMEIMEIMEIMEIMEIMEIMEIMEIMEIMEIMEIMEIMEIMEIMEIMEIMEIMEIMEIMEIMEIMEIMEIMEIMEIMEIMEIMEIMEIMEIMEIMEIMEIMEI 2008200820082008200820082008200820082008200820082008200820082008200820082008200820082008200820082008200820082008200820082008200820082008200820082008200820082008200820082008200820082008200820082008200820082008200820082008200820082008200820082008200820082008200820082008200820082008200820082008200820082008200820082008200820082008200820082008200820082008200820082008200820082008200820082008200820082008200820082008200820082008200820082008200820082008200820082008200820082008200820082008200820082008200820082008200820082008
27
Met de inzet in Afghanistan is de behoefte aan (individuele)
zorg en begeleiding voor het militaire personeel nog meer
gestegen. De keten van zorg en nazorg wordt gevormd door
vele instanties en betrokkenen, zoals het thuisfront, comman-
danten, artsen, geestelijk verzorgers (gv’ers), maatschappelijk
werkers, et cetera. Samen vormen deze “spelers” de zorgketen.
De zorg begint wanneer een militair wordt aangenomen en aan
zijn of haar opleiding begint en duurt voort tot en met de peri-
ode na actieve dienst, het veteraanschap.
‘Iedere speler in de zorgketen heeft het beste met de militair
voor, daar ben ik van overtuigd’, vertelt brigadegeneraal Henk
Jan Maijers, commandant Persco. ‘Maar in de keten gaan ook
dingen mis.’ Volgens Maijers, sinds december vorig jaar com-
mandant Persco, zijn taakverdeling en informatieoverdracht
hierbij de sleutelwoorden. ‘Het is niet altijd duidelijk wie welke
taak vervult. Soms gaat een functionaris een gesprek aan met
een militair, terwijl een andere speler in de keten dit eigenlijk
had moeten doen. Of het gebeurt andersom, dubbel, of hele-
maal niet. Ook komt het voor dat informatie over de situatie van
een militair niet terechtkomt bij volgende schakel in de keten,
bijvoorbeeld van het Sociaal Medisch Team (SMT) in het uit-
zendgebied naar het SMT van de eenheid in Nederland.’
Onder de noemer ‘Zorg in evenwicht. Blik op de zorgketen’
onderzoekt projectleider Paul van Selm van Persco waar zich in
de huidige zorgketen eventuele zwakke plekken bevinden. Hij
stelt vervolgens een advies op hoe de zorgketen inhoudelijk en
bestuurlijk kan worden verbeterd. Generaal Maijers: ‘Zonder op
het onderzoek vooruit te lopen, verwacht ik dat het zwaartepunt
voor verbeteringen zal liggen in de periode ná de uitzending.
Voor en tijdens de uitzending verloopt de zorg over het alge-
meen naar wens. Maar na de uitzending wordt een militair
weer individu. Informatie uit het uitzendgebied, waar zorgver-
leners in Nederland juist zo’n behoefte aan hebben, komt soms
niet of veel te laat aan.’
‘Wanneer het om mensen gaat, spreek ik niet graag over proto-
collen, maar in dit geval zijn ze wel nodig’, vervolgt Maijers. ‘Ta-
ken moeten vastgelegd worden, het moet duidelijk worden wie
wat doet. Het mag bijvoorbeeld niet zo zijn dat zorgverleners
elkaar in de wielen rijden, wanneer ze een militair bijstaan.
Ondanks dat beide partijen hun uiterste best doen, daar ligt
het niet aan. De afgelopen jaren is al veel vooruitgang geboekt,
maar zorg is zo’n belangrijk onderwerp; dat kan en moet nóg
beter.’
‘Zorg kan en moet nóg beter’
Personeel is het meest kostbare
bezit van de Koninklijke Landmacht.
Goede zorg voor de eigen werknemers
is daarmee van het grootste belang. Het
Personeelscommando (Persco) van de KL
gaat op zoek naar verbeterpunten in de
zorg vóór, tijdens en na uitzendingen.
27
LANDMACHT MEI 2008
Militair personeel bevorderd
generaal-majoorJ.A.C. de Ruiter (gn),
kolonelH. Bouman (log ma), M. Nooijen (mjd), G.S. van der Voet (gn), M.H. Wijnen (gn)
luitenant-kolonelA.A. van der Bend (technische staf), T. de Boer (inf), R.W.C.R. Daalman (art), M. Groenewoud (log b&t), C.J.C.H. de Haan (cav), C.J.M. Haarselhorst Van Den Goorbergh (vbdd), W.J.P. de Kant (lua), M.R.C. van Ockenburg (art), M.W.A.M. Roelen (art), A.G.H.M. Schoonderbeek (gn), H.G.J. Steenbergen (log gnkd), L.F. Vingerhoed (log b&t)
majoorT.A.M. van den Berg (gn), A.J.H. Cremers (log b&t), M. Delfgou (inf), L. Delleman (inf), P.R. Gaspersz (inf), L.H. Hamers (inf), N.P.J. Hoogerwerf (vbdd), M. Öge (vbdd), C.J.M.L. van der Pluijm (vbdd), N.O. Roelen (cav), E.J.M. Roerdink (inf), A.J. Soons (log gnkd), R.A. Steijn (inf), D. Suurbeek (log td), J.H. van Tilborg (log b&t), P. Vissers (log gnkd), D. Zielman (lua)
kapitein / ritmeesterR.J. Aarten (art), M.A. Alderden (cav), R.N. But (log b&t), J.H. Dijkstra (vbdd), T. Dijkstra (log b&t), M.P. Doree (art), P.H.M. Koopmans (inf), J.J. van de Kreeke (log td), L.J.A. van Meer (gn), H.P. Nuijten (art), J. Overheul (art), R.D.C. Piket (log b&t), J. Schmidt (log ma), M. Spies (inf), A. Tolstra (log b&t), H.J. Veltink (log td), N. Verhoef (inf), K. Wezenberg (art), K.J. Zeldenrijk (inf)
eerste-luitenantT.J.G.M. van Beuningen (log td), R.J. Broekhof (log ma), H.V.J. Degen (log td), C.W. van Dooren (vbdd), J.W. Elsinga (log td), H.F.T.M. van den Ende (log ma), J.J. Euving (cav), P.F. Geway (cav), J.I.M. Grispen (inf), J.C. van Hoorn (gn), J.A. Lubberman (vbdd), R. van der Meer (cav), J. Sealiti (vbdd), R.W. Stolwijk (log ma), A.J.H. Wesselink (inf)
adjudantJ.J. Bloemendal (log b&t), A.L.S. Brouns (art), R. van Dantzig (lua), A.J. van Dijke (log td), C. van Donkersgoed (log b&t), J.H.C. van Hest (log td), R. van Laar (cav), G.J. Lodder (inf), H.J.A. Merks (log b&t), P.H.A. Moeskops (vbdd), J.B.M. Pluis (vbdd), H.B. Remy (inf), A. Roos (log b&t), J.W.F. van Sambeeck (inf), R.T. Schoppink (vbdd), R.P. Splinter (log b&t)
sergeant-majoor / opperwachtmeesterC.A.R. Amade (gn), S.D. Bekkema (art), R.J.W. Brons (log b&t), E.A. de Freitas (vbdd), J.A.E. Janssen (inf), B.S. Klas (log gnkd), D.P. Krul (log b&t), A. Mulder (log gnkd), M.R. Olthof (art), S.J. van der Roest (log td), P. Slingerland (log b&t), M. Smulders (gn), A.A.A. Szlanina (inf), F.J. van Tongeren (log td), J.D. Trenning (art), R. Vellekoop (inf)
sergeant der eerste klasse / wachtmeester der eerste klassseH. Afkir (vbdd), J. van Bergen (lo/sport), L.R. Bijl (vbdd), V. Boer (log td), B. Bouhtat (log ma), R. Broekman (vbdd), M.T.H. Broné (lo/sport), R. Bruijne (cav), S.R. van de Bunt (vbdd), A.S.E. Cruijsberg (vbdd), A.M.C.D. Droste (vbdd), H. van Elburg (lua), B.M.J.M. Ghijsen (cav), B.A.V. Gorter (cav), J.A. Hartog (lo/sport), B.L.H. Hoedemakers (log ma), J. Huijsers (vbdd), J. van IJzendoorn (log b&t), M.L.C. de Jong (vbdd), M. van Kesteren (lo/sport), R.A. Kuiper (lo/sport), N.M. Kwee (lua), K.J.A. Lamers (lo/sport), A.A. Lanting (cav), D. Lindt (cav), B. Lubbers (cav), V.O. Marsman (vbdd), G.J. Meijer (cav), A.P.A. Peeters (log td), F. Plaggenborg (lo/sport), E. Reiber (inf), M. de Ridder (log td), A.D. van Seters (log td), H. Smeets (log ma), R. Sprengers (vbdd), D. Vastenholt (log b&t), M. Weideman (log td), C.P. Wentink (cav), C. Wolf (inf)
sergeant / wachtmeesterC.T.U.A. van Schagen (inf)
korporaal der eerste klasseC.J. Aasman (inf), A. Al-Abbudi (art), M. van Alphen (cav), D. Andriessen (cav), L. Arrîghi (log gnkd), T.A. Baar (log b&t), P.H. Bakker (inf), T. Bangma (log b&t), R. Barrientos De Reus (inf), W.P. Beemster (log b&t), S. van den Berg (log gnkd), D. Binnendijk (log b&t), J.J. Blanken (log td), A. Bloemberg (inf), J. Bodelier (cav), H.J. Boersma (log gnkd), M. Bomer (log gnkd), E. Boon (log gnkd), T.H. Bracht (inf), D.J. van Breet (log gnkd), A.J.J. Brinkman (log gnkd), W. van den Broek (cav), R. Brons (log td), H. Brouwer (log gnkd), B. de Bruin (inf), R. de Bruin (inf), J. Buis (log gnkd), W. Burghgraef (log td), M.L.J. Claessen (log ma), D.E. Cordilia (log b&t), M.J.M.H. van Daalen (inf), J. Diender (inf), W.G. van Dijk (log gnkd), K.M.W. Dirks (cav), M.K. Don (vbdd), L. Donkers (log gnkd), G. van Dooren (art), P. Duijf (log b&t), F. Eleveld (log b&t), J.R. van Es (gn), D.J.H. Frencken (log b&t), G. Gemmel (log b&t), D.W.P. Gerrits (log gnkd), J.G. Gerritsen (log gnkd), B.J. de Graaff (inf), S. Grijpstra (log td), J. Groot (inf), G.J. de Gruijter (inf), J.R. de Haas (vbdd), R. Hack (inf), J.S. Hagen (log b&t), R. Hallmann (vbdd), M. Hanneman (inf), R. Hazen (log gnkd), J. Heddes (log td), M. Henneke (log td), M. Heule (gn), D. Hiemstra (gn), N. Hollerman (log b&t), T.A.G. Hoppenbrouwers (log gnkd), R. van Houten (cav), J.B. Hoving (inf), J.A. Huijser (log td), H.A.B. Huisman (art), B. Huitema (cav), K. Jacobs (log td), W. de Jager (cav), M. Jansen (inf), M.P.F. Jansen (inf), I. Janssen (log gnkd), R. Janssen (log b&t), A.A.R. Keijzer (log b&t), M.S. Kerdijk (log b&t), R. Kerstholt (log ma), A. Khairouni (log b&t), M.F.M. Kievith (inf), S. Kleijn (inf), M.L. Kloosterman (inf), V.S. Kluvers (inf), R.M.M.E. Koens (art), M. van Kooten (inf), C. Kootstra (cav), R. Kortsmit (cav), O. Kruijssen (vbdd), J. van der Laan (log td), S.B. Laus (art), A.H. Leeuw (gn), E.W. van ’t Leven (log gnkd), Y. Lodder (log b&t), R.A.M. Luijten (inf), P. van der Mark (cav), R.A.M. Martens (inf), J. van de Meer (log gnkd), R. Meijer (gn), P.F. Meijs (art), B. Middelkoop (inf), B. Mink (inf), A. Moed (log td), M. Mooijman (inf), D. Mulder (inf), B.L. Nijdam (inf), K. Norbart (inf), P.T.M. Olsthoorn (gn), R. Oosterik (log gnkd), N.J.F. van Orsouw (inf), C.F.J.A. van Oursouw (inf), J. Out (inf), J. F. Panneflek (log td), Y. Peeperkoorn (cav), R.N. Peeters (inf), M.B. Pijl (log td), M.J.F. van de Pol (log b&t), R. Pruisscher (vbdd), R. Raciti (log td), J.A. Ramkhelawan (log ma), D. Reintjes (log gnkd), H. Rietveld (gn), P.J. Roelandschap (log gnkd), J. Roelofs (inf), J. Roelofs (gn), B. Rokebrand (log td), M. Rolff (log td), J.M.J. Roox (log gnkd), D. Rotman (inf), J.K.A. Sanderse (inf), J.E. Schaufeli (cav), J.R. Schenk (cav), T. Scheringa (inf), M.E.G. Schoffelen (log b&t), M. Schul (log b&t), F.H.C. Schuller (cav), D.R. Schuur (log gnkd), P.J. Serne (art), E.R.C. Simon (inf), P.V. Smeets (vbdd), J.P. Smit (cav), N. Smits (inf), J. Smoorenburg (log gnkd), M. van Soelen (art), M. Somsen (gn), D. Spaans (log gnkd), W.J. van der Spek (gn), R. Spoor (log gnkd), J. Sprokkereef (art), K.J.B. Starmans (log gnkd), P. van der Stege (inf), D. Straten (cav), D.D. Strijk (inf), P.G.C. Swiebel (inf), M. van Swigchem (inf), R.L.D. Taihuttu (log ma), J. Terpstra (cav), M. Timmer (inf), B. Tromp (log b&t), M.H. Ursem (log gnkd), R. Vaartjes (gn), P.A.M. Verhagen (inf), D. Verhulst (cav), R.A.C. Vermaas (inf), E. Vierwind (log gnkd), W.J. Vink (inf), S.H.E. de Vlam (inf), M. van Wakeren (log td), M. van der Wal (inf), F. Walinga (log gnkd), R. van Waveren (inf), M. Weijer (inf), G. Wespel (log td), A. Westrik (inf), J. van Willigen (log gnkd), R.J. Winkel (cav), R.J.G. Winklaar (log gnkd), T.G.H.F. Wismans (inf), D.A.C.J. Wouters (inf), D.P. Zevenbergen (log gnkd), M.A.G. van der Zanden (inf), R.A.T. Zijsveld (inf), A. Zwiers (inf)
Actieve dienst verlaten
generaal-majoorA.C.J. Besselink (technische staf)
brigadegeneraalL.R. Knol (log b&t)
kolonelG. Bikker (gv), M.H.J.Q. Holland (art), D.A. Ligtenstein (log gnkd), P.M.C. Winckelmolen (art)
luitenant-kolonelJ. Beuckens (log ma), A.J. Derksen (inf), R.W.B. Guit (inf), M.J.J. Jansen (cav), F. Luiting (vbdd), A. Regtien (ts), G.J.F. Smoorenburg (log b&t), H.J.M. Vanherle (vbdd)
majoorR.G.L. Francissen (gn), R.W.P. van der Heijden (mpsd), P. Hordijk (inf), P.C. de Jong (gn), A.P.C. Kuin (log gnkd), R.E. de Nas (gn), R.P. Offerman (log b&t), C. Ommeren (log b&t), F.A. Smits (vbdd), C.J. Verhoog (inf), A.L. Vogels (log gnkd), H.M.W. Vromen (art)
kapitein / ritmeesterI.G. Ankone (art), M. Boer (art), G.J.A. de Guijtenaere (inf), J.C.M. Granneman (log gnkd), G. Krijgsman (log td), M.W. Leeuwen (cav), B.A.J. Manders (lo&s), R.J. Markslag (art), C.S. de Smit (vbdd), A.J. Stinis (inf), H.J. Teunissen (log ma), J.E.B. Veenvliet (log b&t), J.P.M. van de Ven (gn), P. van Vliet (log b&t)
eerste-luitenantR. Eversdijk (inf), J.A.R. Jacobs (log gnkd), K.F.A. van der Kort (art), K. Tiemessen (log ma)
adjudantR.H. Bernard (lo&s), P. Brouwer (log td), T.G. Buijs (art), P.W.G. Dierx (art), A. de Haan (log td), J.W. Hoenselaar (log b&t), F.J. Klinkenberg (lo&s), F.L. Legierse (log b&t), M.R. Molenbroek (log td), R. Mutters (art), S.S. Ottema (log b&t), J. Pol (cav), H.J.A. Raaijmakers (art), E.G.B. Rijntjes (log b&t), R.E. Rookus (vbdd), J.P.P. Schrader (gnkd), C.J.A. Vader (log b&t), J. van Wette (inf), IJ. Zuiderveld (log gnkd)
sergeant-majoor / opperwachtmeesterP. den Braber (log gnkd), R.K. van der Geest (gn), G.L.A. de Haas (log td), P.P.H.J. Hawinkels (log gnkd), R. Heijnen (inf), P.H. Kuijer (vbdd), F. Ludin (inf), A. Oostrom (inf), J.K. Stam (cav), J. Verzijl (inf), J.J.G.H.L.M. Vrosch (log td)
sergeant der eerste klasse / wachtmeester der eerste klasseC.P.A. van Andel (gnkd), S.P. Bark (inf), M. Bolman (log b&t), V.A. Botter (lo/sport), M.H.C. Busman (log td), E.R. Clijdesdale (art), Y. Colenbrander (log b&t), W. den Exter (gn), J.J.J. de Haan (log b&t), L.O. Hannema (log b&t), G.A.L.M. van Heeswijk (log b&t), M. Heun (art), J.R. Jandroep (inf), A. Karperien (cav), H.W. de Kort (log b&t), H.J. Magnée (log gnkd), S.R. Malipaard (vbdd), A.P. Maranus (inf), T.H.N. van der Meer (cav), F.E.J. Pont (cav), J. Quint (inf), V.K.M. Sarioa (vbdd), J.W.M. Sillekens (gn), M. Slot (Log gnkd), M. Vaane (lua), R.S. Vennema (log td), W.J. van der Wal (log gnkd), J.C. Walbroek (gn)
sergeant / wachtmeesterJ.F. Bokma (cav), A. van den Bosch (inf), R.M.S. van Essen (gn), E.T. van Houten (inf), I. de Jong (log td), J.C. Noorlander (gn), I. Noteboom (vbdd), D.P.G. Schellekens (inf), M. Staal (inf), IJ. Straub (gn), W. de Vries (log gnkd), F.C.M. Wagemakers (log b&t), K.M. Wezer (log b&t)
korporaal der eerste klasseK. Abbink (log b&t), D.F.J.M. Avermaete (gnkd), M.J. Balster (gnkd), B.E. Beckers (log td), T.E.M.C. Benedictus (cav), L. Bentvelzen (log td), R.A.M. van den Berk (log td), V. Bicak (log b&t),
29
De gegevens zijn onttrokken aan PeopleSoft. Indien een mutatie niet correct is dient u contact op te nemen met uw eigen P-dienst.
Mutaties burgerpersoneel bevorderd
Schaal 12M.B.C. FieltSchaal 11F.H. HilgenSchaal 9C.M. den Daas, T.A.R. TwaalfhovenSchaal 8H. Buter, A. GroeneveldSchaal 7J.W.H. Denekamp, J.C.J. van Rooij-JagersSchaal 6A. Aharram, W. BouwmeesterSchaal 5H.G.F.M. van Bergen, J.H.J. van de Sande, M.H. Surenbroek, J.H.M. Winters, G.C.J. WittenbergSchaal 4G.G. Grein, H. Jansen
Reünies (1)
Ook uw reünie op deze pagina?
P.W. Strik, P.J.J. Aalders, P.M. Benschop, J.C. van Hout, G.J. Hoving, A.L. van Uden, A.H.J. Coolen, H.A.G. Falkenberg, F.A. Wilkens, H.P. Meyer, G.M.W. Plettenberg, H.J.H. Steskens, A.B.M. Zijlstra, H.F.W.L. Allertz, R.A.M. Bogdanowicz, W.M. Kroon, P.M.A.J. Savelkouls, P.J. Jochems, L.J. Lem, H.J.M. Mager, F. Parfant, M.C.J.T. Splinter, P.W.J. Vluggen, H.W. Arends, G.M. Balzouman, H.W.J. Habets, J.G.C. Hijstek, P.C. Meesters, A. Niemantsverdriet, G.H.P.A. Pelsers, L.E. Roelandt, F.H.T. Straat, C.J. van der Veer, M.L. Verburg-Koers, W.A.J. Vosselman, E.A.B. van de Wiel, E.C.J. Beurze, W.J.C. Bruurs, A.H.G. Janssen, R. Ordelman, S. Pherai, R. Spits, F. de Wit, M.P.D. Dijkmans, L.A.H. Karstenberg, J.J.M. van Lubeck, G. Nijboer, N.M. Ophelders, R. Ponit-van den Dorp Walraven, J. Spierings, J.M. Verkoijen, E. Muller, M.E.O. Peters, M. Heijboer, R.J. Siegel, C.I. Dalenberg, M.C. Kappert, J. Andringa, A.A. Boere, F.W.H. Hel-lenbrand, J.G. Nap, J.A. Vugts, G.C. Wulms, G. van Bijsteren
Mutaties burgerpersoneel dienst verlaten
T.A.M. van Bijnen (inf), P. Blokker (log b&t), H. Blom (vbdd), R.N. Boekee (log alg), E.V. Boers (log b&t), B. Bol (vbdd), R.H. Bongers (log b&t), R. Both (lua), T. Botter (inf), M.T. Bouman (log b&t), R.M.H. Breebaart (log alg), M. Brocktter (vbdd), T.H.A. ten Broeke (log b&t), J. Buijck (gn), H.J. Bulthuis (gnkd), F. Buurma (log td), J. van Dijk (vbdd), T. van Dijk (inf), A.J. Dijkhuizen (inf), R.A. Dijkstra (gn), H.J.D. Dorand (inf), M.J. van Dulmen (log td), D.W.M. Eijkemans (lua), S. van der Eijken (log b&t), J.M Engelen (vbdd), N.P.A. van Engelen (cav), K.T.P. Franssen (vbdd), S.D. Gastkemper (log gnkd), J.J. Gerrits (gn), D. de Greeuw (log b&t), E. Groenhof (log b&t), T.A. de Groot (gn), H.H. van Grootheest (lua), J. de Haas (lua), M. Halfman (log b&t), D.G.R. Hartgers (log td), W. Hartog (log gnkd), B. Heller (cav), J.G.H. Herman (log b&t), R. Heutmekers (log b&t), H. Hoekstra (cav), L. Hoekstra (vbdd), L.R.E. van Hooff (vbdd), R. Huybrechts-Koster (log ma), J.J. Jansen (inf), P.C.A. Janssen (log td), M.J. Joosen (inf), J.M. van der Kallen (log b&t), H. Kel (log b&t), I. Keltjens (log gnkd), B. Kl?ters (log td), S.M. Koedooder (log td), W. Kok (log gnkd), K.J. Kooistra (gn), M. Kools (cav), P.L.M. Koomen (cav), D.E.N.C. Koopmans (inf), J.J.W. Koster (gn), K.J. Leentjes (log b&t), C.D.D.V. van Lit (inf), R. de Looff (vbdd), M. van der Made (inf), M.A.W.H. Marijnissen (cav), S. Medved (gn), D.G.M.M. Meijer (inf), M. Mellée (log td), D. Meurs (log td), K.O. Milechkin (vbdd), J.J. Modderkolk (log b&t), T.D.V. Mooij (inf), D.A.E. Mouchart (vbdd), K.P.A. Murphy-Rutjes (log b&t), G. Nijdam (log b&t), G.J.C. van Olst (log b&t), P. Olsthoorn (log b&t), J.A. van Ommeren (gnkd), B.A.T. Oomen (inf), G. Pel (inf), J.N. Pengel (inf), W.J. Peperkamp (log b&t), B. Peters (inf), R. Pikaar (log td), B.C. Pinkse (inf), R. Poleij (log b&t), D. Prokowski (cav), S.J. de Puijker (log b&t), R.R. van de Rhee (log b&t), R. de Ridder (art), R. Riebeek (gn), M. Rinkema (gn), T. de Roode (cav), W. Rosbergen (gn), C.W. Ruarus (art), M. Schumacher (log td), R. Schuurman (log b&t), C.S. Smit (log b&t), D.C.B. Spijkers (log td), J.L.K. Spoelstra (art), R.J. van Staveren (inf), H. Terheggen (inf), J.M. Tentua (inf), R. Tieman (gn), H. Tienstra (gn), O.V. Tiethof (art), J. Valstar (inf), W. Veenvliet (gnkd), T.B.J. Vleeskruyer (gnkd), W.M. de Vos (log td), D.A.X. Vuik (log td), A. Waanders (vbdd), L.L.F.P. Wagemakers (gnkd), M. van der Wal (cav), F.F. van Wanrooij (gn), D.A.M. Wetzelaer (inf), M. van Wezel (inf), W.B. Wiebes (log b&t), R.M.T. Willems (inf), S. Wustefeld (gn), R. Zaal (log td), A.H. Zomer (log ma), T. Zuiderveld (vbdd)
Om er zeker van te zijn dat zoveel moge-lijk (oud-)collega’s naar de reünie van uw (voormalige) eenheid komen, is het ver-standig om de bijeenkomst Landmacht-breed aan te kondigen. Dat kan door een oproepje te sturen naar de redactie van het blad Landmacht.
Stuur een berichtje met informatie als datum, tijdstip, locatie en gegevens waar deelnemers zich voor de reünie kunnen aanmelden naar: [email protected]. Of stuur een briefje naar:
Staf CLAS, sectie CommunicatieT.a.v. Redactie LandmachtAankondiging reünieMPC 55APostbus 900043509 AA Utrecht
50 jaar 42 BLJ
Datum: vrijdag 30 mei voor oud-leden uit de periode 1958-1994 en zondag 1 juni voor oud-leden/veteranen uit de periode 1994-2007Locatie: De Ruyter van Steveninckkazerne, OirschotOpgave: www.limburgsejagers.nl of se-cretaris SRLJ, Wienkeskoel 94, 6074 HH Melick.Vermeld rang, naam, voorletters, adres, compagnie en liplg/periode.Kosten: €10 per reünist (echtgenote/part-ner/begeleider is welkom), op rekening 1423 59 696 t.n.v. Stichting Regiment LJ te Melick, met toevoeging van naam, voor-letters, adres en liplg.
Reünie leden redactieraad‘de Onderofficier’
Datum: 11 december 2008Locatie: KMS te WeertOpgave: Voor uiterlijk 1 juni. Onder ver-melding van ‘Reünie de Onderofficier’ naam, adresgegevens en telefoonnummer doorgeven aan de Reüniecommissie, P/A Aoo G.J.M. Houterman, Korps Militaire Administratie, Dumoulinkazerne, Ant-woordnummer 5006, 3769 ZJ Soester-berg. Tel.: 033-4219003. e-mail: [email protected]: Alle oud-redactieleden zijn uitgenodigd ter gelegenheid van het 50-jarig bestaan van het blad ‘de Onderof-ficier’
Veteranen Vereniging Grenadiers&Jagers
Datum: 6 juni 2008Locatie: Oranje Kazerne te SchaarsbergenInformatie en aanmelden: www.gardere-gimentgrenadiersenjagers.nl ofschriftelijk naar Sectie 1 van 11 Infbat Aaslt GGJ/Oranje Kazerne/Clemens van Maasdijklaan 5/6816TW Arnhemo.v.v. naam/aantal deelnemers/adres en telnr/uitzendverleden.
De VVGJ nodigt haar leden en alle vetera-nen die hebben gediend bij de Grenadiers en/of Jagers uit voor een samenkomst en herdenkingsplechrigheid op de Oranje Kazerne te Schaarsbergen. Er is een pen-deldienst station Arnhem-Oranje Kazerne vv.
Reünie 4-10 R.I.
Datum: vrijdag 29 augustus 2008Locatie: Legerplaats Harskamp te Hars-kampInformatie: Abe Agema, Boedijnhof 205, 1628 SJ Hoorn. Tel.: 0229-242798.
Reünie KMS lichting 73-03 “Na 35 jaar terug naar de basis”.
Datum: 3 september 2008Locatie: KMS WeertInschrijven bij kapitein Nijs: [email protected]. Tel 033-4219307Het programma wordt afgesloten met een borrel en een BBQ.Bij opgave vermelden welk peloton en welk wapen/dienstvak. Inschrijving t/m 20 juni 2008.
Meer reünies op pagina 31.
Omgekomen tijdens missie† Soldaat der eerste klasse M. Schouwink, geplaatst bij TFU / 45 Painfbat† Eerste-luitenant D. van Uhm, geplaatst bij TFU / 45 Painfbat
LANDMACHT MEI 2008
Redactieraad:
Deze foto is genomen op 30 november 2003 tijdens een Bezinningsreis naar Sarajevo, tijdens SFOR 15. Een paar keer per rotatie ging een groep vanuit Banja Luka naar Sarajevo. Op de weg ernaartoe en in Sarajevo zelf werd dan stilgestaan bij het recente verleden van Bosnië en de Nederlandse bijdrage vanaf de UNPROFOR-periode tot en met SFOR 15. Vandaar dat we ook in Knezevo zijn geweest die dag, op de locatie van het oude Nederlandse kamp daar. Toen we doorreden kwamen we dit prachtige uitzicht tegen over de vallei ten zuiden van Knezevo. Het was die dag koud en er hing lage bewolking, waar we in Knezevo dus ver boven zaten.
Kapitein (b.d.) Sander de Bruin, Hoofd Interne Controle SFOR 15, 1(NL) Contco/SFOR
photoshoot
Deze foto is genomen op 30 november 2003 tijdens een Bezinningsreis naar Sarajevo, tijdens SFOR 15 Een paar keer per
Heb je ook een leuke, mooie of spannende foto
gemaakt tijdens een oefening, uitzending of op
de kazerne? Stuur deze op naar de redactie van
Landmacht, voorzien van achtergrondinformatie
zoals waar en wanneer de foto is genomen, welke
eenheid of personen te zien zijn en waarom de foto
zo bijzonder is. De foto moet voldoende resolutie
hebben, bij voorkeur 1 MB of meer, vanwege de
afdrukkwaliteit.
De foto, bij voorkeur, mailen naar: redactieland-
Postadres:
Staf CLAS, sectie Communicatie
T.a.v. redactie Landmacht / Photoshoot
MPC 55A
Postbus 90004
3509 AA Utrecht
Geplaatste inzendingen worden beloond met een
Victorinox Multi Tool!
Oproep photoshootVoor ideeën en opmerkingen over het blad Landmacht kunt u
terecht bij de leden van de redactieraad:
200 B&T : smi Erik Vriens *06 530 68232
45 Painfbat : aooi Douwe Bruinsma *06 533 78058
Colua : kap Arjen Nijkamp *06 678 81703
Staf CLAS : maj Tjeerd Dijkstra *06 573 73259
ISK Harskamp : aooi Paul Fontein *06 538 54212
KCT : kap Marcel Krul *06 589 58021
KMS : aoo Leo Wijntjes *06 578 62660
Korps Natres : elnt (r) Fred Warmer *06 573 73107
OTCMan : maj Jeff Rutten *06 500 61731
Persco : kap Ad Duimel *06 580 7632
Artillerie : kap Corné van den Berg *06 549 65754
DIVI : aooi Ruud Slangen *06 678 81402
11 Luchtmobiele Brigade : maj Peter Grotens *06 564 32374
101 GSB : aoo (R) Roel van Essen *06 573 71735
Is uw eenheid nog niet vertegenwoordigd in de redactieraad en
praat u graag eens in de twee maanden mee over de inhoud van
het blad? Neem dan contact op met de redactie van Landmacht:
31
De redactie van Landmacht verwelkomt ingezonden brieven, van maximaal 150 woorden. De redactie behoudt zich het recht voor brieven te weigeren en te redigeren. Opsturen naar: [email protected].
HerdenkingenIndië Monument Tilburg
Datum: zaterdag 31 mei 2008Locatie: Parochiekerk St. Jozef aan de Heu-vel te TilburgAanmeldingen: Alleen nodig voor groe-pen met vaandel. G.A.J. de Vet, Hugo Ver-riestraat 97, 5044 PJ Tilburg, 013 4632113, [email protected]; of P.C.J. Knegtel, Spoorlaan 2, 5017 JS Tilburg, [email protected]: De kerk is geopend om 10.00 uur, de herdenkingsdienst vangt aan om 11.00 uur. Na de dienst wordt er een krans gelegd bij het Indië Monument aan de Gerard van Swietenstraat. Voor mensen die slecht ter been zijn is een pendelbus beschikbaar
Herdenking bij Provinciaal Indië-Monument
Datum: 3 juni 2008Tijdstip: 14:30 – 15:30Locatie: Begraafplaats Selwerderhof, Ie-penlaan 204 te GroningenInlichtingen: G. Tigchelaar, Siersteenlaan 468-41, 9743 ES Groningen, tel: 050-5775818 ofE.K. Hansen, Van Loghemstraat 18, 9731 BM Groningen, tel: 050-8503837Bijzonderheden: De Stichting Indië-Monu-ment Groningen en het Overlegorgaan Ve-teranen Groningen houden haar jaarlijkse herdenking bij het Provinciaal Indië-Mo-nument, ter nagedachtenis van personen uit de provincie Groningen die in Neder-lands Indië en Nieuw-Guinea in de periode 1945 – 1962 zijn omgekomen.
12 Paluabt/Luverdbt
Datum: donderdag 19 juni houdt 12 Palu-abt/Luverdbt een reünie voor alle kaderle-den die vanaf de oprichting tot heden bij 12 Paluabt/Luverdbt gediend hebben.Opgave: Wilt u deelnemen aan deze reünie of meer informatie ontvangen, dan kunt u contact opnemen met: Aooi Henk Moshagen: 0493-592202 (MDTN *06-494-2202)Aooi Herry Schotpoort: 0493-592510 (MDTN *06-494-2510)Of via email: [email protected]
A-5-Veld De Rokende Vulkaan
Datum: 8 augustus 2008Locatie: Mess Remonte Kampenement Nieuw-MilligenInformatie: L.P.LegierseJan van Arkelstraat 193132 VL VlaardingenTel: 010-4340780
Draaginsigne Gewonden
Hierbij wil ik mijn dank uitbrengen voor de duidelijke uitleg betreffende het Draaginsigne Gewonden in het blad Landmacht, nr.2 2008.Mijn zoon maakte als groepscommandant ook deel uit van de patrouille in Deh Rawod die op 10 juli 2007 getroffen werd door een zelf-moordaanslag, waarbij de luitenant Tom Krist gedood werd en hijzelf en een aantal van zijn maatjes onder wie Jaaike, Rahmon en Bas ge-wond raakten.
Bij de uitreiking van de herinneringsmedaille in de Brabanthallen kregen zij ook het Draag-insigne Gewonden opgespeld. Op die dag wa-ren dat voor mijzelf gemengde gevoelens, aan de ene kant trots dat “het clubje” extra onder de aandacht werd gebracht voor het offer dat zij gebracht hadden maar aan de andere kant verdorie dat dit heeft moeten gebeuren.
Restte mij de vraag: moet je nu trots zijn dat je zo’n insigne opgespeld krijgt? Ik zag dit eerst niet als een stuk waardering van de Ne-derlandse regering of van Defensie waarop ik een schrijven gericht heb aan minister-presi-dent Balkenende en minister van Defensie Van Middelkoop. Dit om alle overleden en gewonde militairen tijdens een uitzending namens de Nederlandse regering, (postuum) te eren met een koninklijke onderscheiding als teken van erkenning, dank en waardering voor hun per-soonlijke inzet en het brengen van het grote offer.
Hierover kreeg ik kort voor het verschijnen van het blad Landmacht een schriftelijke reactie na-mens de minister-president van minister van Middelkoop, waarin op een duidelijke manier al enige uitleg gegeven werd over het draagin-signe en de herinneringsmedaille.
Uw stuk in het blad Landmacht heeft bij mij dan ook alle twijfel weggenomen die ik over het draaginsigne had. Ik zie het nu ook als een blijk van nationale waardering, erkentelijkheid en respect aan de betrokken militairen. Want dat is wat ik heb voor alle militairen die op uit-zending gaan, diep respect!
C.M.A. Gijsberts
Ingezonden brieven
Dankbetuiging
Bij deze willen wij, de familie Ra-vesteijn, nogmaals onze dank uitspre-ken aan iedereen die bij de begrafenis van Dave Ravesteijn, onze vriend, zoon, broer, schoonzoon en collega, aanwezig was.Voor ons was het een enorme steun en troost om te zien hoeveel vrienden en collega’s Dave de laatste eer wilden be-wijzen. Na zijn begrafenis hebben wij zeer veel telefoontjes, kaarten, bloemen en sms-berichten mogen ontvangen van zijn collega’s, waarvoor onze dank. Deze steunbetuigingen hebben ervoor gezorgd dat het voor ons iets draaglijker werd om het grote verlies van Dave te accepteren.
Ook een speciaal woord van dank aan majoor Zeggelaar voor de ontzettend mooie woorden tijdens de uitvaart. De ceremonie heeft ertoe bijgedragen dat niemand van ons deze uitvaart ooit zal vergeten. Mede door de grote opkomst van jullie, zijn collega’s, was het voor velen een speciaal moment.
Namens de familie wil ik nogmaals onze dank uitspreken aan eenieder die hieraan zijn steentje heeft bijgedragen en voor de goede (na)zorg en betrokken-heid na het overlijden van onze Dave.
Hennie en Nettie RavesteijnRoger Ravesteijn (broer van Dave)
Anita Franssen-RavesteijnZoë en Bo Ravesteijn
Reünies (2)
Reünie Charlie “Tijger” compagnie 11 Infanteriebataljon Air Assault GGJ
Datum: donderdag 12 juni 2008Voor ontvangst uitnodiging, mail: [email protected] onder vermelding van naam en adres-gegevens, of bel sergeant-majoor van der Schoot: 026-3532820.Informatie: www.charlietijger.nl.
Naam: Ben de BruijnFunctie: KleermakerOnderdeel: KPU
‘Ik maak alles wat met naald en draad te maken is. Van jasjes en broeken, tot capes en gordijnen. Laatst kreeg ik de opdracht voor een pianohoes, voor over de piano op de KMA.’ Kleermaker Ben de Bruijn, werkzaam op de Trip van Zoudtlandkazerne in Breda, komt uit een echte kleermakersfamilie. Zijn vader beoefende het ambacht ook. De Bruijn kwam in 1966 als dienstplichtige bij de Landmacht en is er nooit meer weggegaan. ‘In die tijd waren er wel vijftien kleermakers in het leger, allemaal militair. Nu zijn er nog maar een paar over, als burger. Vooral de herenkleermakers verdwijnen’, vertelt hij met een treurig gezicht, terwijl hij het rangonderscheidingste-ken van een commando op een DT-jasje stikt. ‘Het blijft bijzonder om mensen te kle-den. Het is dankbaar werk en je hebt veel persoonlijk contact. Ik heb in al die jaren honderden, misschien wel duizenden, cadetten en militairen voorbij zien komen.’
Waar genomen