lesvoorbereiding a - en b - stroom samen

10
1 1.1. Bijlage 4: lesvoorbereiding Nagelezen door: datum handtekening de mentor 6/05 St.-Jorisstraat 71 8000 Brugge tel. 050 33 32 68 Opleidingscoördinator: [email protected] Stagecoördinator: [email protected] de lector Lesvoorbereiding LO Stageschool: MS GO! Zelzate Student: Pieter Callewaert Klas: 1 Te + 1 B1 en 1 B2 Jaar en opleiding: 3 Baso Lo & Bwr Mentor: Van Hyfte Frederik, Van Puyvelde Nathalie, Franceus Dries, Haek Emmeline Opleidingsonderdeel: Bachelorproef Datum: 7/05/2013 Vaklector: Brunet D. Uur: 8.10 9.50 u Pedagoog: Depoorter E. LESONDERWERP Balvaardigheid SITUERING IN LEERPLAN 1.6 Algemene bewegingsvaardigheden (p 21) (B-stroom) Balvaardigheid is niet terug te vinden in het leerplan voor de A-stroom. Het doel en terugslagspelen sluiten hier het beste op aan. 2. Doel en terugslagspelen (p22) (A-stroom) LEERPLANDOELEN: Ik kies hier voor de leerplandoelen uit het leerplan van de B-stroom. Dit omdat die het dichts aanleunen bij het lesonderwerp. In de toekomst zullen er nieuwe leerplannen opgesteld worden waarin men niet langer werkt naar een eindterm maar wel naar een competentie. Die zullen beschreven worden in de leerplannen. 1. Motorische competentie: Lo 12: Leerlingen kunnen gevarieerde bewegingsvaardigheden uitvoeren. 2. Gezonde en veilige levensstijl: LO 30: Leerlingen staan positief tegenover regelmatig oefenen. 3. Zelfconcept en het sociaal functioneren:

Upload: pieter-callewaert

Post on 13-Mar-2016

244 views

Category:

Documents


4 download

DESCRIPTION

Praktijktoets van de hervorming van het secundair onderwijs (2016) voor het vakgebied lichamelijke opvoeding

TRANSCRIPT

Page 1: lesvoorbereiding A - en B - stroom samen

1

1.1. Bijlage 4: lesvoorbereiding

Nagelezen door:

datum handtekening

de mentor 6/05

St.-Jorisstraat 71 8000 Brugge tel. 050 33 32 68 Opleidingscoördinator: [email protected] Stagecoördinator: [email protected]

de lector

Lesvoorbereiding LO Stageschool: MS GO! Zelzate Student: Pieter Callewaert

Klas: 1 Te + 1 B1 en 1 B2 Jaar en opleiding: 3 Baso Lo & Bwr

Mentor: Van Hyfte Frederik, Van Puyvelde Nathalie, Franceus Dries, Haek Emmeline

Opleidingsonderdeel: Bachelorproef

Datum: 7/05/2013 Vaklector: Brunet D.

Uur: 8.10 – 9.50 u Pedagoog: Depoorter E.

LESONDERWERP

Balvaardigheid

SITUERING IN LEERPLAN

1.6 Algemene bewegingsvaardigheden (p 21) (B-stroom) Balvaardigheid is niet terug te vinden in het leerplan voor de A-stroom. Het doel en terugslagspelen sluiten hier het beste op aan. 2. Doel – en terugslagspelen (p22) (A-stroom)

LEERPLANDOELEN:

Ik kies hier voor de leerplandoelen uit het leerplan van de B-stroom. Dit omdat die het dichts aanleunen bij het lesonderwerp. In de toekomst zullen er nieuwe leerplannen opgesteld worden waarin men niet langer werkt naar een eindterm maar wel naar een competentie. Die zullen beschreven worden in de leerplannen.

1. Motorische competentie: Lo 12: Leerlingen kunnen gevarieerde bewegingsvaardigheden uitvoeren.

2. Gezonde en veilige levensstijl: LO 30: Leerlingen staan positief tegenover regelmatig oefenen.

3. Zelfconcept en het sociaal functioneren:

Page 2: lesvoorbereiding A - en B - stroom samen

2

LO 31: De leerlingen leren samenwerken in groepsverband.

BEGINSITUATIE

- Aantal leerlingen: 1e uur 25 leerlingen 2e uur 27 leerlingen. - Locatie/accommodatie: Turnzaal MS GO! Zelzate - Schatting effectieve lestijd: 80 min - Beginsituatie van de leerlingen: De leerlingen kunnen eenvoudige spelideeën uitvoeren in eenvoudige balspel- en balsportsituaties. (gebaseerd op leerplan lager onderwijs)

LESDOELSTELLINGEN

Bewegingsgebonden doelen:

- Motorisch: Leerlingen voeren de verschillende coördinatie-oefeningen actief en geconcentreerd uit.

- Cognitief: De leerlingen sommen de basiscomponenten van de motorische prestatie op. De leerlingen voeren de oefeningen correct uit.

- Dynamisch-affectief: De leerlingen schatten hun eigen kunnen in en leren de grenzen kennen van hun coördinatievermogen zowel individueel als in groepsverband.

LESSTRUCTUUR

Opwarming: A. Opwarming in groep 1 B. Opwarming in groep 2. Kern: A. individuele oefeningen: - oog – hand coördinatie

- oog – voet coördinatie B. Partneroefeningen Slot: A. Bespreking test B. Opruimen en omkleden

Page 3: lesvoorbereiding A - en B - stroom samen

3

Doelstellingen Leeractiviteiten Didactisch handelen T Organisatie

De leerlingen warmen hun spieren op in een spelvorm. De leerlingen lopen actief en gericht rond in de zaal. De leerlingen voeren de coördinatieoefeningen actief en geconcentreerd uit.

Inleiding: De kinderen kleden zich om. Opwarming: A. Kringbal: De leerlingen staan in een grote kring in het midden van de zaal(leerlingen van dezelfde klas) 2 leerlingen hebben een bal vast. De ballen worden doorgegeven naar elkaar. Als de muziek stopt, dan moeten de 2 leerlingen met de bal zo snel mogelijk elkaar proberen te tikken. - Gewoon werpen - Rechterhand dribbel en passen - Afwisselend links rechts en pas - dribbel, rondje draaien en passen. De leerkracht geeft de differentiatie mee, elke keer dat de muziek stopt. De leerlingen kiezen zelf of ze de moeilijkere oefening al doen of ze het bij de eerste houden.

De leerkracht verzamelt de leerlingen op de lijn en stelt zichzelf kort voor. Hij legt kort het opzet uit van de bachelorproef en hij vertelt wat de les van vandaag inhoudt: we gaan vandaag een les uitvoeren met als thema balvaardigheid. Dit heeft als doel onze coördinatie te verbeteren. Coördinatie is 1 van de 5 basiseigenschappen die onze motorische prestatie bepalen. Om dit goed te kunnen trainen moeten we eerst onze spieren goed opwarmen. De leerkracht legt de algemene afspraken uit en vertelt daarna wat de opwarming inhoudt. Gebruikte didactische werkvorm/organisatievorm: Klassikale werkvorm Organisatie en instructie: De leerkracht plaatst de leerlingen op de bank. Hij geeft eerst enkele algemene afspraken mee. Daarna legt hij de eerste oefening uit. Na de laatste opwarmingsoefening verzamelen de leerlingen aan de bank om naar de instructies te luisteren. Afspraken: Algemeen: - Er wordt niet geslagen, geduwd of getrokken. - Start - en stopsignaal: fluitsignaal. - Veiligheid: Als de leerkracht praat, moeten de leerlingen stil zijn zodat ze de uitleg goed kunnen verstaan. Er wordt niet geduwd, getrokken of geslaan. Ballen zijn steeds stil tijdens de instructie.

7’ 2’ 10’

Page 4: lesvoorbereiding A - en B - stroom samen

4

Doelstellingen Leeractiviteiten Didactisch handelen T Organisatie

De leerlingen voeren de coördinatieoefening actief uit. De leerlingen houden het vol om te blijven oefenen tot de oefening lukt. De leerlingen schatten hun eigen niveau zo in dat ze pas overschakelen naar een volgende oefening als ze er klaar voor zijn.

B. Hetzelfde maar nu met groepen die gemengd zijn en met meer ballen:

- Onder gespreide benen door passen

- Onder 1 been passen. - Zelfde met voet tikken. - Zelfde na dribbel

- Kern: A. Individuele oefeningen: A. 1 Oog – hand coördinatie: Volgende oefeningen worden achtereenvolgens gegeven. De leerlingen gaan pas door naar een volgend niveau als ze het vorige beheersen. (minstens 3 maal in de oefening slagen) 1. De leerlingen werpen een basketbal op, draaien een rondje, en vangen de bal nadien op. 2. De leerlingen werpen een bal op, tikken de grond, en vangen de bal nadien op. 3. De leerlingen werpen een bal op, draaien een bal met de hand rond de rechtervoet en vangen de bal terug op. 4. Zelfde als 3 met linkervoet.

Specifieke afspraken:

- Ballen zijn stil als de muziek stopt. - Als de muziek stopt, ben je stil. - Als je getikt bent, ga je terug in je positie

staan. - Leerling tikken met de bal in de hand en

niet door de bal te gooien. De leerkracht verzamelt de leerlingen op de bank en geeft kort uitleg wat de bedoeling is van de oefening. Elke leerling neemt plaats aan een kegel en blijft daar om de oefeningen uit te voeren. Ik ga af en toe een fluitsignaal geven, dan hou je de ballen meteen stil. Ik geef dan kort de instructie voor een volgende oefening. Als je de vorige oefening goed beheerste (je de oefening 3 met succes hebt kunnen uitvoeren) mag je de nieuwe oefening uitvoeren. Lukte het nog niet, dan oefen je nog even verder op de vorige oefening. Differentiatie De oefeningen worden individueel uitgevoerd. Dit wil zeggen dat de leerlingen de oefeningen kunnen uitvoeren op hun eigen tempo. We oefenen klassikaal maar de leerkracht vermeldt steeds oefeningen met stijgende moeilijkheidsgraad. Leerlingen die de vorige oefening onder de knie hadden kunnen de

8’

Page 5: lesvoorbereiding A - en B - stroom samen

5

Doelstellingen Leeractiviteiten Didactisch handelen T Organisatie

De leerlingen voeren de coördinatieoefening actief uit. De leerlingen houden het vol om te blijven oefenen tot de oefening lukt. De leerlingen schatten hun eigen niveau zo in dat ze pas overschakelen naar een volgende oefening als ze er klaar voor zijn.

5. Zelfde met achtje draaien. 6. 2 basketballen tegelijk dribbelen (10 x) 7. Zelfde maar met de handen gekruist. (10 x) 8. Zelfde maar afwisselen tussen recht en gekruist. (10 x) A. 2 Oog – voet coördinatie. 1. Dribbelen enkel met de rechtervoet, slalom tussen de kegels. Schuif door naar de volgende kegel tot fluitsignaal. 2. Zelfde maar met linkervoet 3. Afwisselend links en rechts. 4. Zelfde in verplaatsing. 5. Zelfde achterwaarts. 6. Oefening 3 in combinatie met het opwerpen en vangen van een bal. 7. Zelfde als 6 in combinatie met dribbelen van de bal met 1 hand. 8. Zelfde maar bal voor je uit dribbelend, afwisselend met linker en rechterhand.

nieuwe oefening gaan oefenen. Anderen oefenen verder op de vorige oefening. Timing 8 x 50 seconden + 8 x 10 seconden instructie De leerkracht legt het spel stil. Hij vertelt dat de vorige oefeningen allemaal rond oog – hand coördinatie draaiden. We gaan nu verder werken op oog – voet coördinatie op dezelfde manier. De leerlingen blijven werken rond de kegels. Timing: 8 x 50 seconden + 8 x 10 seconden instructie Specifieke afspraken: Elkaar niet voorbijsteken. Op fluitsignaal staat er 1 leerling per kegel. Hinder elkaar niet in het bewegen.

8’

Page 6: lesvoorbereiding A - en B - stroom samen

6

Doelstellingen Leeractiviteiten Didactisch handelen T Organisatie

De leerlingen voeren de coördinatieoefening actief uit. De leerlingen werken actief samen om tot succes te komen.

B. Oefeningen met partner: A. Hand – oog coördinatie met partner eigen klas. 1. Op de lijn gaan staan tegenover elkaar. Met 1 bal afwisselend borst en botspassen geven naar de overkant, na elke pas draai je een rondje. 2. Met 2 ballen, ene voert borstpas uit, andere de botspas. (beteren mogen meteen afwisselen). 3. Een leerling werpt de bal op, tegelijkertijd krijgt hij van de andere een pass. Hij vangt deze bal, waarna hij zijn eigen opgeworpen bal terug opvangt. B. Voet – oog coördinatie met partner andere klas. 4. Pas geven naar elkaar, na de pas de kegel neerleggen en terug recht zetten. (beteren voeren dit uit met mindere voet) 5. Zelfde maar nu passen afwisselend met linker en rechtervoet. 6. Zelfde maar voor het ontvangen van de voetbal, de andere bal overgooien.

De leerkracht laat de leerlingen hun kegel verplaatsen op een bepaalde lijn. Daarna gaan ze per 2 tegenover elkaar staan. Kies iemand van je eigen klas om mee samen te werken. De leerkracht geeft de instructie voor de eerste oefening. Elke leerlingen moet een bal meenemen naar de kegel. Differentiatie: Dezelfde differentiatie als in de vorige oefening wordt gebruikt. De leerlingen werken op eigen tempo aan een oefening op hun niveau. Timing 3 x 1 minuut oefenen, na elke minuut fluitsignaal en korte instructie voor de volgende oefening. De leerkracht laat de leerlingen een partner kiezen uit de andere klas. Timing 3 x 1 minuut oefenen, na elke minuut fluitsignaal en korte instructie voor de volgende oefening

6’ 7’

Page 7: lesvoorbereiding A - en B - stroom samen

7

Doelstellingen Leeractiviteiten Didactisch handelen T Organisatie

De leerlingen komen tot rust

C. Oefeningen in team: De leerlingen worden verdeeld in 3 groepen. Een groep met hesjes tegen een groep zonder en een groep met een mix. A. De leerlingen leggen zich neer met de buik op de grond. De laatste 2 leerlingen dribbelen tussen de leerlingen met afwisselend de linker en de rechterhand tot op het einde. Nadien geven ze de bal door aan elkaar tot de eersten. De groep die als eerste aan de overkant is wint. Als je de bal kwijt bent moet je terug starten vanaf het begin. - zelfde met achterwaarts dribbelen. - zelfde met de bal dribbelen aan de voet. D. Estafette in team. 1. De leerlingen gaan in dezelfde rijen gaan staan achter elkaar. De eerste leerling staat in spreidstand, de volgende past een bal door de benen en die wordt opgevangen door de eerste. Nadien loopt de passer naar voor. Dit doen ze per duo. Na het bereiken van de eindlijn lopen ze terug met de bal in de hand. De bal wordt doorgegeven (niet gegooid) naar de volgende.

De leerkracht laat de leerlingen de ballen verzamelen in het rek en laat de leerlingen nadien 3 rijen vormen. Hij legt het spel uit. De leerlingen mogen pas starten op fluitsignaal. Als het spel gedaan is, gaan de leerlingen opnieuw aan de kegel staan in hun rij. Differentiatie: omdat het hier om een competitie gaat is differentiatie niet mogelijk. Deze oefening zit in de proef om de interactie te zien van de leerlingen binnen het team met leerlingen van A of B – stroom. De leerkracht legt de oefening uit en demonstreert, nadien mogen de leerlingen starten op fluitsignaal. De leerkracht legt er de nadruk op dat je pas gewonnen hebt als je neerzit achter elkaar met de bal stil. Differentiatie: omdat het hier om een competitie gaat, is differentiatie niet mogelijk. Deze oefening zit in de proef om de interactie te zien van de leerlingen binnen het team met leerlingen van A of B – stroom.

10’ 10’

Page 8: lesvoorbereiding A - en B - stroom samen

8

Doelstellingen Leeractiviteiten Didactisch handelen T Organisatie

Het team waarvan als eerste iedereen gelopen heeft en neerzit met de bal stil, wint het spel. 2. De leerlingen houden elkaars hand vast en dribbelen met 1 bal naar de overkant. Als je de bal kwijt bent, moet je opnieuw starten. Hetzelfde als je elkaars hand lost. Terugkeren zonder dribbelen en de bal doorgeven naar de volgende. Het team waarvan als eerste iedereen gelopen heeft en neerzit met de bal stil, wint het spel. 3. Zelfde maar de leerlingen moeten afwisselend de bal raken. 4. Zelfde met 2 ballen. - Slot: A. Bespreking test: De leerkracht bespreekt samen met de leerlingen wat ze van de les vonden. De resultaten hiervan worden meegenomen in het onderzoek.

De leerkracht verzamelt de leerlingen op de lijn en bevraagt hen over de les aan de hand van volgende vragen: - Welke elementen waren voor jullie anders? - Wat was er leuk / plezant voor jullie? Minder

leuk? - Wat vond je van de interactie tussen de

leerlingen van de verschillende klassen?

Page 9: lesvoorbereiding A - en B - stroom samen

9

Doelstellingen Leeractiviteiten Didactisch handelen T Organisatie

B. Opruimen en omkleden

Wat bedoel je precies, waar heb je dat aan gemerkt? ... - Wat vond je van de instructie van mij als

leerkracht, te kort / te lang, duidelijk… ? - Wat vond je van het niveau van de

oefeningen? Te moeilijk, gemakkelijk?

Page 10: lesvoorbereiding A - en B - stroom samen

10

ZAALOPSTELLING:

MATERIAALLIJST:

56 ballen (basketballen of voetballen) 56 kegels (of potjes) 1 fluitje 1 gopro 1 flip – camera 1 vragenlijst voor interview 14 partijvestjes Mp3-speler Stereo-installatie Verlengkabel

BIBLIOGRAFIE:

Leerplan lichamelijke opvoeding basisonderwijs Leerplan A-stroom en B-stroom Go – onderwijs Coördinatie in korfbal