lvf-bwo

7
Cursusjaar 20142015 versie 31082014 LESVOORBEREIDINGSFORMULIER NAAM STUDENT Conny de Smit STUDENTNUMMER 1672466 KLAS 1a STAGESCHOOL Aloysiusschool STAGEBEGELEIDER Marit Besselink STAGEGROEP 1/2 l/m DATUM 09062015 VAK / ONDERWERP Gym VOORBEREIDING Dit is een leerkracht gestuurde les. Dit is een methode les. DOELEN VOOR DE LEERLINGEN DOEL(EN) + Welk type doel; kennis en inzicht, vaardigheid of attitude gerelateerd? + Wat moet deze les opleveren (product, specifiek en meetbaar)? + Welk gedrag wil ik oproepen/ wat moeten de ll tijdens de les oefenen of ervaren (procesdoel)? Tikkers: De tikkers kunnen aan het eind van de les de lopers tussen de huizen tikken. Lopers: de lopers kunnen aan het eind van de les zonder zich te laten tikken van huis naar huis rennen. Aan het einde van de les behandelen de kinderen elkaar met respect, door elkaar zacht te tikken en elkaar de ruimte te geven op de mat (niet duwen, trekken, hardhandigheid). LESSPECIFIEKE BEGINSITUATIE KENNIS / VAARDIGHEDEN + Wat weten en/of kunnen de leerlingen al? + Van welke vakspecifieke theorie, didactiek, leerlijnen maak ik gebruik? De leerlingen kennen al verschillende tipspelletjes. De leerlingen hebben al vaker gewerkt met een groepjesles. Ik maak gebruik van de vakspecifieke theorie van bewegingsonderwijs, namelijk praatje, plaatje, daadje. En de theorie uit AARDE. ONDERWIJSBEHOEFTEN + Wat zijn de pedagogische en didactische onderwijsbehoeften van de groep? +Indien van toepassing: Wat zijn specifieke individuele onderwijsbehoeften? De pedagogische onderwijsbehoefte van de kinderen is het leren houden aan de regels. De onderwijsbehoefte van de kinderen is leren waar je op moet letten om iemand te kunnen tikken. Maar ook leren waar je op moet letten om niet getikt te worden. BELEVING + Op welke ervaringen kan ik aansluiten? + Actualiteit (leefwereld) + Betrokkenheid De matten staan voor huisjes, hiermee speel ik in op de fantasie van de kinderen en dus ook op hun belevingswereld. Door de spelelementen wil ik de betrokkenheid van de kinderen vergroten. MATERIALEN MATERIALEN + Wat moet ik klaarleggen, welke leermiddelen gebruik ik? + Op welke manier laat ik de Arrangement: Ongeveer 8 kinderen, 7 lopers en 1 tikker.

Upload: conny

Post on 16-Sep-2015

43 views

Category:

Documents


0 download

DESCRIPTION

Mijn les voorbereidingsformulier voor de activiteit huizentikspel.

TRANSCRIPT

  • Cursusjaar 2014-2015 versie 31-08-2014

    LESVOORBEREIDINGSFORMULIER NAAM STUDENT Conny de Smit STUDENTNUMMER 1672466

    KLAS 1a STAGESCHOOL Aloysiusschool

    STAGEBEGELEIDER Marit Besselink STAGEGROEP 1/2 l/m

    DATUM 09-06-2015 VAK / ONDERWERP Gym

    VOORBEREIDING Dit is een leerkracht gestuurde les. Dit is een methode les. DOELEN VOOR DE LEERLINGEN DOEL(EN) + Welk type doel; kennis en inzicht, vaardigheid of attitude gerelateerd? + Wat moet deze les opleveren (product, specifiek en meetbaar)? + Welk gedrag wil ik oproepen/ wat moeten de ll tijdens de les oefenen of ervaren (procesdoel)?

    Tikkers: - De tikkers kunnen aan het eind van de les de lopers tussen de huizen tikken. Lopers: - de lopers kunnen aan het eind van de les zonder zich te laten tikken van huis naar huis rennen. Aan het einde van de les behandelen de kinderen elkaar met respect, door elkaar zacht te tikken en elkaar de ruimte te geven op de mat (niet duwen, trekken, hardhandigheid).

    LESSPECIFIEKE BEGINSITUATIE KENNIS / VAARDIGHEDEN + Wat weten en/of kunnen de leerlingen al? + Van welke vakspecifieke theorie, didactiek, leerlijnen maak ik gebruik?

    - De leerlingen kennen al verschillende tipspelletjes. De leerlingen hebben al vaker gewerkt met een groepjesles. - Ik maak gebruik van de vakspecifieke theorie van bewegingsonderwijs, namelijk praatje, plaatje, daadje. En de theorie uit AARDE.

    ONDERWIJSBEHOEFTEN + Wat zijn de pedagogische en didactische onderwijsbehoeften van de groep? +Indien van toepassing: Wat zijn specifieke individuele onderwijsbehoeften?

    - De pedagogische onderwijsbehoefte van de kinderen is het leren houden aan de regels. - De onderwijsbehoefte van de kinderen is leren waar je op moet letten om iemand te kunnen tikken. Maar ook leren waar je op moet letten om niet getikt te worden.

    BELEVING + Op welke ervaringen kan ik aansluiten? + Actualiteit (leefwereld) + Betrokkenheid

    - De matten staan voor huisjes, hiermee speel ik in op de fantasie van de kinderen en dus ook op hun belevingswereld. - Door de spelelementen wil ik de betrokkenheid van de kinderen vergroten.

    MATERIALEN MATERIALEN + Wat moet ik klaarleggen, welke leermiddelen gebruik ik? + Op welke manier laat ik de

    Arrangement: - Ongeveer 8 kinderen, 7 lopers en 1 tikker.

  • Cursusjaar 2014-2015 versie 31-08-2014

    materialen de lesinhoud ondersteunen. + Welke methoden, bronnen gebruik ik. (APA)?

    - Veld van 6 bij 5. Drie matten, als vrij plaatsen. 2 pionnen, als telsysteem. 1 lintje voor de tikker. - 1 bank, als afbakening. (eventueel 2 als dit nodig is) Bronnen: - Berg, T., van de, Bruin, R., Danes, H. (e.a.). 2012 (3e dr.). Beweging in het speellokaal. t Web.

  • Cursusjaar 2014-2015 versie 31-08-2014

    LESOPBOUW

    TIJD -- Min

    ACTIVITEIT Wat doe ik? Wat doen de leerlingen?

    Vorm ISK

    INLEIDING + Verwachtingen / doelen duidelijk maken

    1

    De leerlingen zijn door de praktijkopleider in groepen verdeeld. Wanneer er een groepje bij mij komt zal ik beginnen met mijn uitleg.

    k

    KERN Houd rekening met: LESSTOF + Welke informatie komt aan bod, in welke volgorde en aan wie? + Hoe maak ik de lesstof toegankelijk en overzichtelijk? + Welke vragen stel ik en aan wie? + Heb ik goed voor ogen wat ik met deze les wil bereiken? + Pendelen tussen leerstof, leerling en leefwereld. WERKVORMEN + Welke werkvormen kies ik en voor wie? + Hoe zorg ik voor voldoende variatie in werkvormen? BEGELEIDING + Welke positieve kenmerken zijn er en hoe speel ik daar op in? + Hoe speel ik in op onderwijsbehoeften? + Hoe cluster ik de kinderen in groepen. + Hoe stimuleer ik de motivatie van leerlingen? + Hoe geef ik feedback aan leerlingen? GROEPS MANAGEMENT + Wat kan ik al voorzien en hoe reageer ik daarop

    5 10 per groep

    Praatje Plaatje Daadje: Ik vertel dat we het huizentikspel gaan spelen. Ik vraag een leerling mij te assisteren. Ik vertel de leerling dat hij de tikker is. Dan vertel ik: alle kinderen staan op de matten (ik ga zelf op een mat staan), dat zijn de huisjes. Daar ben je vrij. De tikker mag niet op de huisjes komen (Tegelijkertijd wijs ik de leerling aan). Dan loop ik naar een ander huisje en laat me tikken. Dan zeg ik: Als je getikt bent, legt de tikker een pion om. Daarna speel je weer verder. Als alle twee de pionnen om zijn stop het spel en gaan alle kinderen op de bank zitten. Dan geeft de tikker zijn lintje aan de volgende, die is dan de tikker (dit doe ik voor). Hierna is de instructie afgelopen. De leerlingen beginnen met het spel. Activiteitsbeschrijving: De lopers proberen van het ene huis (mat) naar het andere huis te lopen, zonder dat de tikker ze tikt. De tikker probeert deze lopers tussen de huizen af te tikken. Bewegingsthema: - Tikspelen Kenmerk: Tikken van de lopers, c.q. ontsnappen aan de tikacties van de tikker. Bewegingsuitdaging: de loper, c.q. de tikker te vlug af zijn. Terwijl de leerlingen het spel spelen zal ik ze begeleiden door middel van de volgende begeleidingsvormen: Wanneer ik zie dat het spel te moeilijk of te makkelijk is zal ik de begeleidingsvorm arrangement aanpassen gebruiken dit kan ik doen door de volgende Extras toe te passen: Lopers: Makkelijker: huizen dichterbij elkaar. Moeilijker: Huizen verder uitelkaar/ 1tje minder. Tikkers: Makkelijker: Twee tikkers Moeilijker: Huizen dichterbij elkaar. Ook kan ik, als het spel te makkelijk is, de activiteit aanpassen door de kinderen het spel kruipend te laten spelen.

    K S

  • Cursusjaar 2014-2015 versie 31-08-2014

    + Beurtverdeling + Pakken en opruimen materialen + Regels, afspraken

    Wanneer ik een of meerdere leerlingen zie die het spel niet spelen zoals uitgelegd (omdat ze het mogelijk niet goed begrepen hebben) zal ik de begeleidingsvorm een aanwijzing geven toepassen. Wanneer de leerlingen het dan nog niet begrijpen kan ik terug vallen op de begeleidingsvorm een voorbeeld geven. De regels voor het spel zijn: Voor de lopers: - De matten zijn vrijplaatsen voor de lopers. - Er mogen meerdere lopers op een mat. - Als een loper getikt is blijft hij/zij mee spelen. Voor de tikker: - De tikker mag niet op de matten komen - Als de tikker een loper heeft getikt, legt hij een pion om. Spelwisseling: - Als er twee lopers zijn getikt, stopt het spel. De lopers gaan bij de pionnen zitten en de tikker geeft zijn lintje aan een nieuwe tikker. - Als de nieuwe tikker de pionnen rechtop heeft gezet start een nieuw spel Andere algemene klassenregels zijn: - We praten met elkaar. - We spelen voorzichtig.

    KLAAR / NIET KLAAR + Wat kan een leerling doen als hij klaar / niet klaar is?

    Dit is een gezamenlijke les, daarom zijn we tegelijkertijd klaar. Mocht er nog tijd over zijn, voor de groepen gaan doordraaien, dan spelen wij het spel nogmaals.

    AFSLUITING + Hoe bespreek ik de les na? + Hoe controleer ik of leerlingen de doelen hebben bereikt? + Hoe evalueer ik de les met de leerlingen?

    Aan het einde van de gehele les spreek ik de hele klas aan. Daarbij stel ik de leerlingen vragen zoals:

    - Vonden jullie het een leuk spel?

    - Wat ging er goed? Wat ging er minder goed?

    - Hoe was je inzet?

    - Vond je dit moeilijk? Of makkelijk?

    OVERGANG + Hoe zorg ik voor een overgang naar de volgende les?

    De kinderen moeten in de rij gaan staan, met de gene met wie ze ook zijn gekomen, dan lopen we gezamenlijk terug naar klas. Waar de kinderen zich omkleden en in de kring gaan zitten.

  • Cursusjaar 2014-2015 versie 31-08-2014

    EVALUATIE STUDENT Heb ik mijn doelen bereikt? + Indien niet allemaal, dan per doel omschrijven wat je niet bereikt hebt wat daar een mogelijke oorzaak van is en wat je de volgende keer gaat doen om dat doel wel te bereiken?

    EVALUATIE PRAKTIJKOPLEIDER KIJKVRAAG PRAKTIJKOPLEIDER + Ik wil mijn praktijkopleider vragen om te kijken naar.

    Is mijn uitleg duidelijk en kort?

    DOELEN LEERLINGEN + Zijn de doelen voor de leerlingen behaald? + Is het de student gelukt om het gedrag op te roepen dat de bedoeling was?

    HANDELEN STUDENT + Werd de lesstof op een passende manier aangeboden? + Hoe verliepen de voorbereiding en organisatie van de activiteit? + Hoe was het contact met de leerlingen?

  • Cursusjaar 2014-2015 versie 31-08-2014

    Waarmee kan de student het meest tevreden zijn?

    Belangrijkste aandachtspunt voor de volgende keer

  • Cursusjaar 2014-2015 versie 31-08-2014