martha & maria (16de zondag door het jaar c)
TRANSCRIPT
1 .
D a g m e n s e n o m m i j h e e n
i n d e z e k r i n g v a n h o o p ,
g e r o e p e n é é n v o o r é é n
t o t d i e n s t e n w e d e r d o o p .
D a g l e v e n s b o e k , G o d s w o o r d
d a t v u u r u i t s t e e n w i l s l a a n ;
d a g l e v e n s b r o o d , G o d s w o o r d
d a t v o e d t o m o p t e s t a a n .
2 .
D a g s a b b a t , l i e v e b r u i d ,
o n m i s b a a r z o n d a g s k i n d
d a t o n z e t o e k o m s t d u i d t
e n v a n b e v r i j d i n g z i n g t .
D a g l i e v e d a g v a n G o d
d i e k o m t d o o r a l l e s h e e n ,
d i e k e e r t o n s s c h i j n b a a r l o t ,
o n s e e u w i g h a n d g e m e e n .
(van O
pberg
en J
an /
Vale
riu
s)
Jouw hand helpt mij op te staan,
jouw voet helpt mij verder gaan
en in jou klopt
het hart van mijn bestaan.
Ta
izé)
1
Ik was in slavernij.
Ik torste het bestaan.
Geroepen, wie heeft mij,
geroepen bij mijn naam?
'Martha, Martha', en ik,
ik wist weer wie ik was.
Een stem, een hand, een blik,
die mij mijzelf hergaf.
2
Ik voel mij sterk en vrij
sinds ik die roep verstond.
Mijn zuster, zij aan zij,
verwoordt het nieuw verbond
de mens van Nazareth
geleidt een levenlang
wie luistert, en hij redt
van angst en ondergang.
3
Zoals de dode broer
geroepen uit het graf
het licht opnieuw ervoer
en liep het rotspad af,
zo vinden wij de weg
en gaan op eigen kracht
aan dood en angst onthecht
tot waar de tafel wacht.
(De G
roo
t M
ari
a /
Vo
orh
oe
ve
G)
[Voorganger]
Ik geloof in God
die met mensen op weg gaat,
die van mensen houdt,
die mensen aan mensen toevertrouwt,
die ons Jezus heeft gezonden.
Geloofsbelevenis
[allen]
Ik geloof in Jezus van Nazarethdie de dood overwon.
In Hem herken ik de langverwachte Messias
die ons roept om door dienstbaarheid geluk te zoeken - en te vinden.
Ik geloof in zijn droom de mensen gelukkig te maken
in een wereld van vriendschap, van recht en van gerechtigheid.
[Vg.]
Ik geloof in de Geest
die ons oproept tot verbondenheid.
Hij schenkt ons aan elkaar
als licht en hoop,
als brood en wijn,
als dank en vergeving.
[al.]
Hij roept ons samen
in Zijn wereldwijde geloofsgemeenschap.
Hij blijft ons trouw,
over de grenzen van de dood heen.
Amen.
(Taizé)
Oh Lord hear my prayer,
Oh Lord hear my prayer
when I call, answer me
Oh Lord hear my prayer,
Oh Lord hear my prayer
come and listen to me
(naar
Jan v
an O
pberg
en / ‘zo v
riendelij
k e
n v
eili
g’)
[Voorganger]
Heer onze God, schepper van hemel en aarde,
wij danken Jou voor alles wat leeft en ademhaalt,
voor het licht van deze dag,voor het geluk en de liefde die in ons midden ontstaan;voor mensen die, zoals Jij,
ons trouw blijven in dagen van lief en leed.
Rond de tafel
[Allen]
Wij zeggen Jou dank voor die ene mens, Jezus van Nazareth, Jouw Zoon.
Hij is Jouw evenbeeld omdat Hij er is
voor de minste van de mensen.Hij is er ook voor hen
die het goed hebben in dit leven,door hen voor te gaan
in een leven van dienstbaarheid.
[Vg]
Roep ons op, Vader,om heilig en goed te zijn
zoals het Jouw wil is geweestop de dag dat Jij de mens geschapen hebt;
dat wij worden zoals Je zelf bent:liefde die de wereld schept en draagt
en die zo rijk is dat zij overstroomt in allen.
[Al.]
Roep ons op, tot gehoorzaamheid en nederigheid;
doe ons luisteren en maak ons aandachtig voor het woord van Jezus Christus,die mens geworden is om te dienen,
en daarom,sinds zijn dood, verrijzenis en hemelvaart
verheerlijkt wordt door allen die zijn naam dragen.
[Vg.]
Roep ons op door Jouw scheppend woord, tot kracht en sterkte, Vader,dat wij, zoals Jouw Zoon,
een steun kunnen zijn voor alle zwakken en eenzamen op onze weg;
dat wij, gesterkt door zijn woord en brood,elkaar kunnen dragen in uren van nood,
als ons kruis zwaar wordt en wij hulp nodig hebben.
[Al.]
Roep ons op, Vader,tot één gemeenschap
door deel te hebben aanhet lichaam en het bloed van Jouw Zoon.
RECHTSTAAN
[Vg]
Roep ons tot gemeenschap met Hemin het brood dat Hij dankbaar heeft gebroken.
…
In dit heilig teken, herdenken wij Jezus,en roepen we Hem weer in ons midden
[Al.]
Roepen wij tot Jou, God van liefde,dankbaar voor de gemeenschap met Jou,
met elkaar: Met alle mensen
die ons tot hier hebben geleid;met allen die in geloof, hoop en liefde
nu met ons meegaan;en met hen die ons blijven begeleiden
vanuit Jouw heerlijkheidwaarheen zij ons zijn voorgegaan.
[Vg]
Roep ons op, Vader, tot de volle menselijkheid
van Jouw Zoon Jezus Christus,die de zieken bijstaat, de zonden vergeeft,de hongerigen ziet,
de kleinen tot zich roept,en voor iedereen woorden heeft
van eeuwig leven;
[Al.]
die ons zijn Geest zendt om de weg vrij te maken
naar vrede en geluk onder alle mensenwaar ook ter wereld.
Daarvoor blijven wij Jou danken en verheerlijken:
met en door Christus de Heer,vandaag en alle dagen die Je ons geeft.
Vader van alle mensen
onzichtbaar, toch dichtbij.
Jouw naam is heel bijzonder:
"Je bent er steeds voor mij"
Doe Jouw dromen komen,
Jouw hemels mooie plan.
Die vrede wil ik brengen
en helpen waar ik kan.
Leer ons wat er nodig is,
brood voor elke dag
Leer ons te vergeven
zodat Je weer lacht.
Maak ons sterk en zeker
en toon de juiste weg.
Ik wil er echt voor gaan. Ik
geloof wat ik nu zeg.
'Bie
sbro
uck P
ete
r)
Hevenu shalom aleichem,
hevenu shalom aleichem,
hevenu shalom aleichem,
hevenu shalom, shalom
shalom aleichem.
Wat is dat voor een koning?
Hij draagt geen gouden kroon,
geen mantel of juwelen.
Hij lijkt maar heel gewoon.
Hij spreekt geen dure woorden
vanaf een ver balkon,
maar zit met al zijn vrienden
te praten in de zon.
Hij troont niet op een zetel,
hij zit niet hoog te paard.
Een kleine ezel brengt hem
bij mensen in de straat.
Hij heerst niet over landen,
hij heeft geen generaals.
In zijn rijk is er vrede
en plaats voor allemaal.
Wat is dat voor een koning?
En kan zijn rijk bestaan?
Geen mens zou het bedenken,
maar God heeft het gedaan.
Wat is dat voor een koning?
Hij draagt geen gouden kroon, geen
mantel of ju - welen. Hij
lijkt maar heel ge - woon.
Hij spreekt geen dure woorden
vanaf een ver balkon, maar
zit met al zijn vrienden te
praten in de zon.
Hij troont niet op een zetel,
hij zit niet hoog te paard. Een
kleine ezel brengt hem bij
mensen in de straat.
Hij heerst niet over landen,
hij heeft geen gene - raals. In
zijn rijk is er vrede en
plaats voor alle - maal.
Wat is dat voor een koning?
En kan zijn rijk bestaan? Geen
mens zou het be - denken, maar
God heeft het ge - daan.
('B
iesbro
uck P
ete
r) /
Gauntle
ttH
.J.)
Kees De Kort