milieuverklaring 2011 van de fod p&o · de fod p&o geeft een voorbeeld voor het strategisch...

49
FOD P&O – bijgewerkte milieuverklaring 2013 2013 Vincent Triest en Géraldine Matt Versie 20131202 BIJGEWERKTE MILIEUVERKLARING 2013 VAN DE FOD P&O VOOR DE ACTIVITEITEN EN DIENSTEN VAN HET GEBOUW IN DE WETSTRAAT 51

Upload: others

Post on 14-Aug-2020

1 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

Page 1: MILIEUVERKLARING 2011 VAN DE FOD P&O · De FOD P&O geeft een voorbeeld voor het strategisch en participatief beheer van zijn potentieel en is een open proeftuin voor innoverende praktijken

FOD P&O – bijgewerkte milieuverklaring 2013 1

2013

Vincent Triest en Géraldine Matt

Versie 20131202

BIJGEWERKTE MILIEUVERKLARING 2013

VAN DE FOD P&O

VOOR DE ACTIVITEITEN EN DIENSTEN VAN HET GEBOUW IN DE WETSTRAAT 51

Page 2: MILIEUVERKLARING 2011 VAN DE FOD P&O · De FOD P&O geeft een voorbeeld voor het strategisch en participatief beheer van zijn potentieel en is een open proeftuin voor innoverende praktijken

FOD P&O – bijgewerkte milieuverklaring 2013 2

INHOUDSTAFEL

I. Inleiding ......................................................................................................... 3

II. De FOD P&O ................................................................................................ 4

II.1 Voorstelling ................................................................................................. 4

II.2 Visie ........................................................................................................... 5

II.3 Waarden ..................................................................................................... 5

II.4 Strategische doelstellingen ............................................................................ 6

II.5 Locatie ........................................................................................................ 6

III. Milieubeleid ................................................................................................. 7

IV. Presentatie van het milieubeheersysteem (MBS) .............................................. 9

IV.1 Inleiding ..................................................................................................... 9

IV.2 Verdeling van de verantwoordelijkheden........................................................10

IV.3 Werking van het MBS ..................................................................................12

V. Belangrijke aspecten, doelstellingen en resultaten van het milieubeheersysteem .15

V.1 Logistiek .....................................................................................................15

V.2 Missies .......................................................................................................31

VI. Mobiliteit ....................................................................................................42

VI.1 Diagnose ...................................................................................................42

VI.2 Actieplan ...................................................................................................45

VII. Conformiteit met de milieuvergunning en met de wettelijke normen ..................46

VERKLARING VAN DE MILIEUVERIFICATEUR OVER DE VERIFICATIE- EN

VALIDERINGSWERKZAAMHEDEN .........................................................................47

Definities en terminologie ...................................................................................48

Page 3: MILIEUVERKLARING 2011 VAN DE FOD P&O · De FOD P&O geeft een voorbeeld voor het strategisch en participatief beheer van zijn potentieel en is een open proeftuin voor innoverende praktijken

FOD P&O – bijgewerkte milieuverklaring 2013 3

I. Inleiding

Als horizontaal departement belast met de aspecten human resources en organisatie en

ten dienste van het federaal administratief openbaar ambt moest de Federale

Overheidsdienst Personeel en Organisatie wel de uitdaging van een duurzaam

milieubeheer aangaan.

In het kader van de voor de FOD bepaalde en geïmplementeerde plannen voor duurzame

ontwikkeling werden er belangrijke acties ondernomen op het vlak van dematerialisatie,

raamcontracten voor leveringen voor de federale overheidsdiensten, telewerk en

verkleining van de ecologische voetafdruk.

In februari 2010 achtte het directiecomité het noodzakelijk de zaken gestructureerd aan

te pakken en er alle personeelsleden bij te betrekken, en gaf het dus zijn wens te kennen

om het EMAS-milieucertificaat te verkrijgen. In een eerste fase wordt er gefocust op de

activiteiten en de diensten van het gebouw in de Wetstraat 51. Dat is de zetel van het

departement.

De FOD beschikt als eerste over een bestuursovereenkomst. Het directiecomité wil de

milieuaanpak een permanent karakter geven, door in die overeenkomst de doelstellingen

en de indicatoren waarmee de evolutie in de realisatie van de doelstellingen kan worden

gemeten, te formuleren. Die evolutie is mogelijk dankzij de verbeteracties en de

opvolging van het milieubeheersysteem.

Leefmilieu Brussel (BIM) heeft de EMAS-registratie onder het nummer BE-BXL-000026

met ingang van 28 november 2011 toegekend.

Deze bijgewerkte milieuverklaring bevestigt de vastberadenheid van het directiecomité

en van alle betrokken medewerkers om zich volledig en voortdurend in te zetten bij de

beste acties waarmee de Federale Overheidsdienst Personeel en Organisatie zijn steentje

kan bijdragen tot de ontwikkeling van een duurzaam milieu.

Jacky Leroy

Voorzitter van het directiecomité

Page 4: MILIEUVERKLARING 2011 VAN DE FOD P&O · De FOD P&O geeft een voorbeeld voor het strategisch en participatief beheer van zijn potentieel en is een open proeftuin voor innoverende praktijken

FOD P&O – bijgewerkte milieuverklaring 2013 4

II. De FOD P&O

II.1 Voorstelling De Federale Overheidsdienst Personeel en Organisatie werd opgericht bij het koninklijk

besluit van 11 mei 2001 (Belgisch Staatsblad van 15 mei 2001), gewijzigd bij de

koninklijke besluiten van 30 januari 2002 (BS van 1 februari 2002), van 28 augustus

2002 (BS van 5 september 2002) en van 13 januari 2006 (BS van 31 januari 2006).

De FOD P&O is belast met de ondersteuning en de begeleiding van zijn klanten bij de

toepassing van een dynamisch en strategisch Human Ressources beleid (HR), zowel wat

betreft de eigenlijke HR-aspecten alsook de organisatieaspecten, en, in het licht daarvan,

met het leveren van de producten en diensten die aan hun behoeften en verwachtingen

tegemoet komen. Meer bepaald op het vlak van leveringen en diensten is de FOD belast

met het bepalen van het aankoopbeleid, het ondersteunen van de uitvoering van de

aankopen en het afsluiten van groepscontracten.

Het ondernemingsnummer van de FOD is 0353.456.320.

De NACE-code van de FOD is 84.1 (openbaar bestuur).

Het organigram van de FOD ziet er als volgt uit:

Belangrijke verduidelijkingen: 1/ de activiteiten van het OFO en van SELOR, diensten die

in het organigram zijn opgenomen en deel uitmaken van de FOD P&O, zijn niet gedekt

door ons MBS. 2/ De activiteiten van het DG eHR werden in maart 2012 aan Fedict

overgedragen.

Page 5: MILIEUVERKLARING 2011 VAN DE FOD P&O · De FOD P&O geeft een voorbeeld voor het strategisch en participatief beheer van zijn potentieel en is een open proeftuin voor innoverende praktijken

FOD P&O – bijgewerkte milieuverklaring 2013 5

II.2 Visie Talent voor de samenleving

De FOD P&O brengt de kracht van doorgedreven overleg met zijn klanten en het

professionele landschap samen met het primaat van de politiek en verzekert zo een

gedragen beleid en een klimaat van vertrouwen.

De FOD P&O is een competente voorkeurspartner van zijn klantenorganisaties en

creëert voor hen meerwaarde door het aanleveren van geïntegreerde en duurzame

oplossingen en als katalysator voor innovatie en professionalisering.

De FOD P&O biedt aan elke individuele klant de opportuniteit om zijn talent te tonen

en verder te ontwikkelen.

De FOD P&O geeft een voorbeeld voor het strategisch en participatief beheer van zijn

potentieel en is een open proeftuin voor innoverende praktijken en concepten, die

inspirerend zijn voor zijn klanten.

De FOD P&O is een nationaal en internationaal erkend expertisecentrum op het

gebied van strategisch HR.

II.3 Waarden

De waarden van een organisatie worden weerspiegeld in haar organisatiecultuur, in haar

werkmethodes en in het gedrag van elke medewerker. Ze evolueren met de groei en de

prioriteiten van de organisatie.

De voornaamste waarden die de FOD P&O voorstaat zijn:

1. Klantgerichtheid

Al onze aandacht gaat naar de klanten. Ze verdienen respect, dienstbaarheid,

transparantie en een luisterend oor. We garanderen hen een kwaliteitsvolle,

aangepaste en geïntegreerde dienstverlening.

2. Ruimte voor talent

Ieder lid van onze organisatie kan zijn creativiteit de vrije loop laten, zijn

capaciteiten en ondernemingsgeest ontwikkelen. Samenwerking, initiatiefneming

en vernieuwing worden voortdurend aangemoedigd.

Iedere individuele klant heeft de mogelijkheid om zijn talent te tonen en het te

ontwikkelen. De partnerships met de stakeholders zijn gebaseerd op een

vertrouwensrelatie, waarin de troeven van iedereen worden benut.

3. Professionele uitmuntendheid

Iedereen is erop gericht om kwaliteitsvolle resultaten te leveren, gesteund door

de meest recente kennis en de beste praktijken in het domein. Iedereen werkt

efficiënt, proactief en in team, in een geest van permanente verbetering.

Page 6: MILIEUVERKLARING 2011 VAN DE FOD P&O · De FOD P&O geeft een voorbeeld voor het strategisch en participatief beheer van zijn potentieel en is een open proeftuin voor innoverende praktijken

FOD P&O – bijgewerkte milieuverklaring 2013 6

II.4 Strategische doelstellingen

De bestuursovereenkomst van 4 december 2009 die werd gesloten tussen de minister

van Ambtenarenzaken en de FOD P&O voor de periode 2009-2011, en de update 2012-

2014 die aan de staatssecretaris voor Ambtenarenzaken en Modernisering van de

Openbare Diensten werd bezorgd, bevat acht strategische doelstellingen:

1. Het uitbouwen van de FOD P&O tot een wendbare partner in het

besluitvormingsproces.

2. Het strategisch uitbouwen van een gekaderd, dynamisch partnership met alle

stakeholders om te komen tot een gedragen beleid.

3. Het uitbouwen van de strategische HR-capaciteit door onderzoek en ontwikkeling

en een gericht innovatiebeleid.

4. Het centraal stellen van de behoeften van de klant zodat de klant zijn eigen

verantwoordelijkheid kan nemen.

5. Het ontwikkelen en implementeren van een geïntegreerd talentmanagement om

effectieve diensten te leveren aan de maatschappij en haar burgers.

6. Het professionaliseren van de eigen dienstverlening.

7. Het installeren van een open organisatiecultuur en een effectieve manier van

werken om uit te groeien tot een wendbare organisatie.

8. Het actief uitbouwen van de FOD P&O als een expertisecentrum dat een

trendsetter is in het globale HR-veld.

II.5 Locatie

De FOD P&O bezet 5 verdiepingen in het gebouw gelegen Wetstraat 51, in 1040 Brussel.

Het gebouw wordt via de Regie der Gebouwen gehuurd en bevindt zich in de

administratieve wijk vlak bij de Europese instellingen (Commissie, Raad en Parlement) en

het metrostation Kunst-Wet. Twee diensten, met name het OFO en SELOR, zijn

geïnstalleerd in het Stergebouw, Bischoffsheimlaan 15 in 1000 Brussel.

Ons EMAS-MBS wordt momenteel toegepast op de activiteiten die in het gebouw

Wetstraat 51 plaatsvinden. Het is niet volledig van toepassing op de twee verdiepingen

van het gebouw waar een ministerieel kabinet is gevestigd. De ondergrondse verdieping

(waarbij de parking hoort), de gelijkvloerse verdieping (onthaal, auditorium, cafetaria) en

de 8ste verdieping (technische lokalen) vormen ruimten die door de FOD en het

ministerieel kabinet worden gedeeld.

Page 7: MILIEUVERKLARING 2011 VAN DE FOD P&O · De FOD P&O geeft een voorbeeld voor het strategisch en participatief beheer van zijn potentieel en is een open proeftuin voor innoverende praktijken

FOD P&O – bijgewerkte milieuverklaring 2013 7

III. Milieubeleid

Op 21 september 2012 heeft het directiecomité de nieuwe versie van het milieubeleid

goedgekeurd. Daarin wordt rekening gehouden met de overdracht van de eHR-

activiteiten aan Fedict, waartoe de staatssecretaris in maart 2012 heeft besloten.

Page 8: MILIEUVERKLARING 2011 VAN DE FOD P&O · De FOD P&O geeft een voorbeeld voor het strategisch en participatief beheer van zijn potentieel en is een open proeftuin voor innoverende praktijken

FOD P&O – bijgewerkte milieuverklaring 2013 8

Overeenkomstig het milieubeleid is de toepassing van het MBS in die eerste fase beperkt

tot het gebouw en de diensten gelegen in de Wetstraat 51. De oppervlakte van dat

gebouw bedraagt 10.391 m² (7.265 m² nuttige oppervlakte). In 2012 bedroeg het aantal

betrokken medewerkers 226 fysieke personen en 180 in voltijdsequivalenten. In 2011,

waren er 252 fysieke personen en 216 voltijdsequivalenten. Deze cijfers omvatten het

personeel van ondernemingen die op bestendige wijze in het gebouw werkzaam zijn, of

nog 5 in 2011 en 2 in 2012.

De sterke daling in getalsterkten tussen 2011 en 2012 wordt uitgelegd door natuurlijke

en vrijwillige afvloeiingen evenals door de aanwijzing op andere werklocaties van een

gedeelte van het DG e-HR, waarvan de opdrachten bij Fedict werden gehuisvest.

Page 9: MILIEUVERKLARING 2011 VAN DE FOD P&O · De FOD P&O geeft een voorbeeld voor het strategisch en participatief beheer van zijn potentieel en is een open proeftuin voor innoverende praktijken

FOD P&O – bijgewerkte milieuverklaring 2013 9

Presentatie van het milieubeheersysteem (MBS)

IV.1 Inleiding

In 2010 is de FOD P&O gestart met de implementatie van een MBS dat aan de eisen van

de Europese EMAS-verordening 1221/2009 voldoet.

Een milieubeheersysteem is een beheerstool die een continu verbetering beoogt van de

milieuprestaties van de organisatie die het invoert.

Dit werkt als volgt: de instelling maakt een stand van zaken op van haar werking om te

zien welke van haar activiteiten schade berokkenen aan het leefmilieu en bepaalt op

basis daarvan welke acties moeten worden ondernomen om de risico’s te beheersen en

haar negatieve impact op het leefmilieu te beperken. Vervolgens evalueert ze de

doeltreffendheid van de toegepaste maatregelen en maakt ze een nieuwe stand van

zaken op met betrekking tot haar werking, op basis waarvan ze haar verbeteringsaanpak

kan herbeginnen.

Deze uitleg toont aan dat men, om ertoe te komen een proces op continu wijze te

beheersen en te verbeteren, doorgaans in 4 fasen te werk gaat:

1. Plan: plannen

2. Do: uitvoeren

3. Check: verifiëren

4. Act: handelen, corrigeren, verbeteren

Het is de herhaling van deze 4 fasen die via de cyclussen een continu verbetering van de

prestaties van de organisatie mogelijk maakt, zoals het onderstaande schema illustreert.

Dit noemt men doorgaans het principe van de PDCA-cyclus of de "Kwaliteitscirkel van

Deming".

Plan

Do

Check

Act

Continu verbetering

Engagement van het directiecomité

via het milieubeleid

Planning van projecten die doelstellingen

beogen die met dit beleid verbonden zijn

Toepassing van de tools van het

MBS en de projecten

Verificatie van de behaalde

resultaten

Herziening voor de voortdurende

verbetering van het systeem

Page 10: MILIEUVERKLARING 2011 VAN DE FOD P&O · De FOD P&O geeft een voorbeeld voor het strategisch en participatief beheer van zijn potentieel en is een open proeftuin voor innoverende praktijken

FOD P&O – bijgewerkte milieuverklaring 2013 10

IV.2 Verdeling van de verantwoordelijkheden

Het volgende organigram beschrijft de plaats van de verschillende actoren van ons MBS.

Ter ondersteuning van de voorzitter van het directiecomité zijn de sleutelfuncties van ons

milieubeheersysteem:

1. De milieucoördinator (CEMAS) en de adjunct-EMAS-coördinator (CEMASA) die de

volgende verantwoordelijkheden hebben:

o Staan in voor het reglementair toezicht en evalueert 1 keer per jaar de

toestand van de conformiteit van de organisatie met de wettelijke en andere

toepasselijke vereisten.

o Stellen de managementdoelstellingen en -programma’s voor aan de directie,

stellen de directie in samenwerking met de EMAS-verantwoordelijken

Opdrachten en Logistiek relevante verbeteringen van het MBS voor, opdat het

doeltreffend en conform de toepasselijke vereisten zou zijn.

o Staan in voor het opleiden van de nieuwelingen rond het MBS.

o Staan in voor het sensibiliseren van de partnerfirma’s (leveranciers,

onderaannemers) omtrent het leefmilieu.

o Definiëren de vereiste documenten en coördineert de redactie of update ervan

met de betrokkenen.

o Vergewissen zich ervan dat de controles en metingen die nodig zijn in het

kader van het MBS wel degelijk worden uitgevoerd.

o Registreren de non-conformiteiten en verbeteringsvoorstellen, coördineert de

overeenstemmende corrigerende en preventieve maatregelen.

o Coördineren de interne en externe audits.

o Bereiden de directiereview voor.

Preventieadviseur EC logistiek

Externe bewaking, EMAS-contactpunt restauratie EC Overheidsopdrachten

EC ICT

EC Opleidingen

Coördinator Duurzame ontwikkeling

EC HRC

EC DOP

EC Budget EC Communicatie

Directeur SD P&O Verantwoordelijke

Overheidsopdrachten Verantwoordelijke

Schoonmaak

Verantwoordelijke Aankopen en Keuken Verantwoordelijke ICT

EC: EMAS-correspondent

EMAS-Verantwoordelijke

Opdrachten EMAS-Verantwoordelijke Logistiek

EMAS-coördinator

en

adjunct-EMAS-

coördinator

DIRCOM-leden

en

Alle personeelsleden

Voorzitter DIRCOM

en adjunct-EMAS-

coördinator

Page 11: MILIEUVERKLARING 2011 VAN DE FOD P&O · De FOD P&O geeft een voorbeeld voor het strategisch en participatief beheer van zijn potentieel en is een open proeftuin voor innoverende praktijken

FOD P&O – bijgewerkte milieuverklaring 2013 11

o Coördineren samen met de ad hoc verantwoordelijken de aspecten inzake

opleiding, communicatie, preventie van noodsituaties en operationele

leefmilieubeheersing (aankopen, renovatie, …).

2. De EMAS-verantwoordelijke Opdrachten, die de volgende verantwoordelijkheden

heeft:

o Coördineert de uitvoering van de analyse van de milieuaspecten verbonden

met de opdrachten van de FOD.

o Coördineert de vastlegging van de doelstellingen i.v.m. de opdrachten.

o Staat in voor de opvolging van de doelstellingen i.v.m. de opdrachten.

o Staat in voor de opvolging van de prestatie-indicatoren m.b.t. de opdrachten.

o Bereidt met de CEMAS en/of de CEMASA de directiereview van het

bovenstaande onderwerp voor.

o Staat in voor de redactie van het gedeelte ‘opdrachten’ van de

milieuverklaring.

3. De EMAS-verantwoordelijke Logistiek, die de volgende verantwoordelijkheden

heeft:

o Coördineert de uitvoering van de analyse van de milieuaspecten verbonden

met de logistiek en het gebouw van de FOD.

o Coördineert de vastlegging van de logistieke doelstellingen.

o Staat in voor de opvolging van de logistieke doelstellingen.

o Staat in voor de opvolging van de prestatie-indicatoren m.b.t. de logistiek en

het gebouw.

o Is verantwoordelijk voor de milieuopvolging van de volgende aspecten:

energiebeheer

afvalbeheer

beheer van gevaarlijke producten

onderhoud van het gebouw

gereglementeerde controles

noodsituaties

o Bereidt met de CEMAS en/of de CEMASA de directiereview van de

bovenstaande onderwerpen voor.

o Staat in voor de redactie van het gedeelte ‘logistiek’ van de milieuverklaring.

o Controleert , onder het toezicht van de CEMAS en/of de CEMASA of het

gebouw in overeenstemming is met de milieueisen.

4. De EMAS-correspondenten in de verschillende diensten, die de volgende

verantwoordelijkheden hebben:

o Werken mee aan het sensibiliseren van het personeel binnen hun

bevoegdheidsgebied.

o Beantwoorden de vragen van het personeel binnen hun bevoegdheidsgebied.

o Geven de CEMAS en/of de CEMASA alle relevante informatie m.b.t. het MBS

door.

o Coördineren de uitvoering van de milieuverbeteringen binnen hun

bevoegdheidsgebied.

o Staan indien nodig in voor de redactie van de procedures van het MBS binnen

hun bevoegdheidsgebied.

o Helpen de CEMAS en/of de CEMASA de directiereview met betrekking tot hun

bevoegdheidsgebied voor te bereiden.

Page 12: MILIEUVERKLARING 2011 VAN DE FOD P&O · De FOD P&O geeft een voorbeeld voor het strategisch en participatief beheer van zijn potentieel en is een open proeftuin voor innoverende praktijken

FOD P&O – bijgewerkte milieuverklaring 2013 12

o Helpen de CEMAS en/of de CEMASA de milieuverklaring met betrekking tot

hun bevoegdheidsgebied op te stellen.

5. De preventieadviseur, die de volgende verantwoordelijkheden heeft:

o In het algemeen:

Stelt een algemeen actieplan/jaaractieplan op om het welzijn van het

personeel op het werk te verbeteren en controleert de goede uitvoering

ervan – in de domeinen die beschreven zijn in de welzijnswet van 04

augustus 1996.

Geeft advies en doet aanbevelingen om die maatregelen uit te voeren.

o In het bijzonder wat betreft de veiligheid en het milieu:

Volgt de door de wet voorgeschreven inspecties op (liften,

branddetectoren, brandblusapparaten).

Richt een eerste interventieploeg (voor brandgevallen) en een EHBO-

team op.

Organiseert de jaarlijkse evacuatieoefening – evalueert de oefening

(via rapport) en informeert het personeel erover.

Beheert de veiligheidsfiches van de gevaarlijke producten.

Neemt deel aan vergaderingen over duurzame ontwikkeling.

In geval van milieu-incidenten: neemt de nodige acties in het kader

van de procedure “preventie en beheer van milieuongevallen” en geeft

het nodige advies om dergelijke incidenten in de toekomst te

vermijden.

IV.3 Werking van het MBS

In onze verschillende procedures wordt rekening gehouden met de milieuaspecten in de

FOD P&O. Ze sluiten op de volgende manier aan op de beheercyclus PDCA (Plan-Do-

Check-Act).

Plan

Deze planningsfase omvat:

Een milieuanalyse met als doel het analyseren van alle aspecten die de reden zijn dat

de activiteiten een impact kunnen hebben op het milieu, om te weten welke

activiteiten via het MBS moeten worden gecontroleerd of verbeterd. Aan de hand van

de milieuanalyse kunnen de belangrijke effecten op het milieu worden geïdentificeerd.

De verificatie van de conformiteit met de milieuvereisten van het Brussels

Hoofdstedelijk Gewest, met als doel de permanente opvolging van de ontwikkelingen

in de milieureglementering en de bijsturing van het milieubeheer volgens die

ontwikkelingen.

Het vastleggen van doelstellingen die de verbetering van de milieuprestatie van de

FOD P&O waarborgen, met als uitgangspunt de milieuanalyse.

Do

De fundamentele elementen van de implementatie van onze milieuactiviteiten zijn:

Page 13: MILIEUVERKLARING 2011 VAN DE FOD P&O · De FOD P&O geeft een voorbeeld voor het strategisch en participatief beheer van zijn potentieel en is een open proeftuin voor innoverende praktijken

FOD P&O – bijgewerkte milieuverklaring 2013 13

Het beheer van de interne opleidingen en de sensibilisering van de leveranciers, om

te waarborgen dat de noodzakelijke competenties voor een goed milieubeheer

aanwezig zijn in de FOD en dat de personen die in het gebouw Wetstraat, 51 werken

– voor onderhoudswerkzaamheden of in het kader van ondersteunende activiteiten

voor de FOD – perfect op de hoogte zijn van het gevoerde milieubeleid en van de

procedures die specifiek op hen betrekking hebben.

De interne communicatie met het oog op het informeren en sensibiliseren van het

personeel voor milieuaspecten, en in het bijzonder die aspecten die in de FOD zijn

geïmplementeerd.

De externe communicatie, namelijk het beheer van de informatieaanvragen en van de

externe klachten betreffende het milieu, alsook de communicatie naar derden

waaronder bijvoorbeeld deze milieuverklaring.

Het beheer van de MBS-documenten waarmee een volledig, goed gestructureerd en -

in functie van hun verantwoordelijkheidsniveau - voor iedereen toegankelijk

documentatiesysteem over EMAS voorhanden is.

De operationele beheersing van de activiteiten die verbonden zijn aan de belangrijke

milieueffecten. De voorbereiding van en de reactie op noodsituaties die een goede

preventie en een goed beheer van milieuongevallen waarborgen.

Check

De modaliteiten voor toezicht en meting. Die modaliteiten hebben betrekking op:

Het onderhoud van de installaties en de uitrusting, alsook de controles die daarop

moeten worden uitgevoerd, met name de controles die het voorwerp zijn van een

wettelijk of reglementair voorschrift.

De metingen en indicatoren betreffende de milieueffecten. Er zijn twee soorten: de

eerste soort is verbonden aan de realisatie van de milieudoelstellingen, de tweede

soort sluit aan op de aanpak op federaal niveau door de Programmatorische

Overheidsdienst Duurzame Ontwikkeling die jaarlijks op federaal niveau statistieken

vraagt in een unieke template, om ze te kunnen vergelijken en om de definitie van de

doelstellingen te kunnen verfijnen. Er zijn uiteraard kruisingen tussen beide

benaderingen.

De evaluatie van de conformiteit met de reglementaire vereisten, namelijk de

conformiteit van de gebouwen en lokalen die door de FOD P&O worden gebruikt en van

zijn activiteiten met het oog op de milieuvereisten opgelegd door de wetten, de

reglementeringen en andere toepasselijke richtlijnen.

Het beheer van de problemen en verbeteringen, met als doel de non-conformiteiten qua

milieu te identificeren en remediërende acties te bepalen en uit te voeren.

Het registratiebeheer waarmee de verificatie van de evolutie van het milieubeheer kan

worden gewaarborgd.

De interne audit, om zich er regelmatig van te vergewissen dat het geïmplementeerde

MBS correct functioneert en conform het EMAS-reglement is.

Act

De directiereview, met als doel minstens een keer per jaar het volledige MBS te herzien,

om zich ervan te vergewissen dat het nog altijd adequaat, toereikend en doeltreffend is.

De directiereview verenigt het directiecomité (DIRCOM), de CEMAS en/of de CEMASA, de

EMAS-verantwoordelijke opdrachten en de EMAS-verantwoordelijke logistiek.

Page 14: MILIEUVERKLARING 2011 VAN DE FOD P&O · De FOD P&O geeft een voorbeeld voor het strategisch en participatief beheer van zijn potentieel en is een open proeftuin voor innoverende praktijken

FOD P&O – bijgewerkte milieuverklaring 2013 14

Tijdens de directiereview worden de evoluties in de milieudoelstellingen geanalyseerd en

kunnen er nieuwe milieudoelstellingen en/of nieuwe milieuacties worden bepaald en/of

goedgekeurd.

Het MBS wordt op documentair vlak als volgt beheerd. Het eerste documentaire gedeelte

omvat de documenten, namelijk de milieuhandleiding, de procedures en bepaalde

externe, voor EMAS relevante documenten: bijvoorbeeld verordening (EG) Nr.

1221/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2009 inzake de

vrijwillige deelneming van organisaties aan een communautair milieubeheer- en

milieuauditsysteem (EMAS).

Het tweede deel omvat de registraties betreffende de milieuanalyse, het milieubeleid, de

doelstellingsfiches, de milieuverklaring, de bestaande documenten in het MBS, de

kenmerken van de registraties, de verantwoordelijkheden en de kritische competenties

om het MBS te beheren, de communicatie, de problemen en verbeteringen, de milieu-

indicatoren, de audits en de directiereview.

Alle documenten en registraties staan op het elektronische platform van de federale

administraties, beConnected.

Page 15: MILIEUVERKLARING 2011 VAN DE FOD P&O · De FOD P&O geeft een voorbeeld voor het strategisch en participatief beheer van zijn potentieel en is een open proeftuin voor innoverende praktijken

FOD P&O – bijgewerkte milieuverklaring 2013 15

IV. Belangrijke aspecten, doelstellingen en resultaten van het milieubeheersysteem

V.1 Logistiek

Belangrijke aspecten

In een eerste fase werd een inventaris opgemaakt van alle activiteiten die verbonden zijn

aan de logistiek, met identificatie van de betrokken milieusector alsook het effect

betreffende de exploitatiewijze. Vervolgens werden er 3 prioriteitsniveaus bepaald

waarbij rekening werd gehouden met de reglementaire of andere eisen, het niveau van

de impact, de gewoontes van de gebruikers en de invloed. Die prioriteiten werden

getoetst aan de resultaten van een peiling die bij het personeel werd uitgevoerd.

De activiteiten die een belangrijke impact op het milieu hebben zijn:

Aankoop van papier en toner,

Aankoop van bureaumateriaal en -uitrusting,

Opruiming van afval – gevaarlijk afval inbegrepen,

Aankoop en gebruik van producten voor de schoonmaak en de keuken,

Airconditioning en verwarmingssysteem,

Energieverbruik (water, gas, elektriciteit),

Mobiliteit (de mobiliteitsgegevens zijn in hoofdstuk IX opgenomen).

Waterverbruik.

Het verbruik van gas, elektriciteit en water, en het afval, worden forfaitair verdeeld

tussen de FOD P&O (79 %) en het ministerieel kabinet (21 %), op basis van de bezette

oppervlakte.

Doelstelling 1

Een vermindering van het verbruik van A4 en A3 papier met 15% per

voltijdsequivalent (VTE) eind 2013 ten opzichte van het jaar 2010.

Het volgende actieprogramma wordt om deze doelstelling te bereiken in werking gesteld.

Dit programma volgde op het plaatsen van recto-verso in default voor alle

netwerkprinters.

Actie 1: er worden communicatie-acties gevoerd om het recto-verso kopiëren in de

diensten te promoten. Hiertoe, worden er tijdens de stafvergaderingen zowel door de

ICT dienst als door de dienstverantwoordelijken acties gevoerd.

Actie2: de invoering van een plan voor de vermindering van persoonlijke printers,

gepaard met de afschaffing van elke individuele printer voor het personeel dat in

dienst treedt.

Actie 3: voor de nieuwe printers in leasing wordt er voorzien in een monitoring van

de individuele afdrukaanvragen : van deze actie werd afgezien wegens de kostprijs

ervan, ze werd opnieuw ingevoerd voor de nieuwe kopieertoestellen in leasing die het

gebruik van de individuele toegangsbadge voor het gebouw vereisen om te kunnen

afdrukken.

Page 16: MILIEUVERKLARING 2011 VAN DE FOD P&O · De FOD P&O geeft een voorbeeld voor het strategisch en participatief beheer van zijn potentieel en is een open proeftuin voor innoverende praktijken

FOD P&O – bijgewerkte milieuverklaring 2013 16

Actie 4: een nieuwe doelstelling om tegen eind 2013 ten opzichte van het jaar 2011

het aantal kopieën/VTE en het aantal bladen/VTE met 10% te verminderen.

Actie 5: de invoering van een individuele monitoring voor het gebruik van de toners

om het verbruik (bladen) van de individuele printers op te volgen.

Actie 6: in maart 2013 werd er een nieuwe evaluatie van de lopende acties gedaan.

Op basis van deze evaluatie, werd er een nieuw controlesysteem ter aanvulling van

de opvolging van de bestellingen en de telling van de fotokopies ingevoerd en werd er

een aanvullende procedure aangenomen voor de voeding van de netwerkprinters. Die

wordt als volgt bepaald:

o er worden per verdieping verantwoordelijken aangeduid.

o de papierreserves die bestemd zijn voor de netwerkprinters worden

opgeslagen in kasten die op slot kunnen.

o de verdiepingsverantwoordelijken registreren de aanvoer van papierladingen

in de kasten.

o Het economaat noteert de bevoorradingen van de netwerkprinters evenals van

de individuele printers.

Tegelijkertijd maakt het nieuwe systeem een uniformering mogelijk van de uitrusting

der lokalen : racks, tafels, bakken … Alle papierstocks werden verzameld.

KPI : Jaarlijks papierverbruik A4+A3 per VTE.

Resultaten

Het papierverbruik is gebaseerd op de bestellingen. In 2010 was dat namelijk de enige

beschikbare informatie. De doelstelling van -15% is dus op basis daarvan vastgelegd.

Rekening houdend met de intensivering van de acties die sinds september 2012

plaatsvond (zie acties 4 en 6) zal de doelstelling waarschijnlijk bereikt worden en zelfs

overtroffen worden tegen eind 2013.

Totaal papierverbruik (bestellingen)

Kg

2008 2009 2010 2011 2012 2013 raming*

8 820 9 896 6 475 5 976 6 000 4 000

* Raming op basis van de 6 eerste maanden: er werden 4 paletten besteld in plaats van

6 de vorige jaren.

Verbruik per VTE (bestellingen) – Zie grafiek volgende blz.

Kg/VTE

2008 2009 2010 2011 2012 2013 raming*

50,7 49,5 29,0 26,9 27,7 22,2

* Raming op basis van de eerste 6 maanden

Page 17: MILIEUVERKLARING 2011 VAN DE FOD P&O · De FOD P&O geeft een voorbeeld voor het strategisch en participatief beheer van zijn potentieel en is een open proeftuin voor innoverende praktijken

FOD P&O – bijgewerkte milieuverklaring 2013 17

Verbruik per VTE op basis van 2010 = 100

2010 2011 2012 2013 raming*

100% 93% 96%

Vooruitzicht lager dan

77%

* Raming op basis van de eerste 6 maanden

Verbruik per VTE (kg)

Sedert 2011 bestaat er een maandelijkse telling van de fotokopies. Deze telling meet niet

het werkelijk papierverbruik. Een recto-verso is twee kopieën waard maar verbruikt

slechts een vel papier. Een A3 blad wordt geteld als één A4 blad. Deze indicator treedt

evenwel slechts aanvullend op want het maakt een regelmatigere en fijnere opvolging

dan de papierbestellingen mogelijk.

Aantal kopieën

2011 2012 2013

Jan- okt.

1.474.099 1.293.299 942.188

Evolutie van het aantal kopieën sedert 2011 = 100

2011 2012 2013 raming*

100% 88% Vooruitzicht lager dan

83%

Aantal kopieën per VTE

2011 2012 2013 raming*

6.825 7.185 6.769

Evolutie van het aantal kopieën/VTE op basis van 2011 = 100

Page 18: MILIEUVERKLARING 2011 VAN DE FOD P&O · De FOD P&O geeft een voorbeeld voor het strategisch en participatief beheer van zijn potentieel en is een open proeftuin voor innoverende praktijken

FOD P&O – bijgewerkte milieuverklaring 2013 18

2011 2012 2013 raming*

100% 105% 99%

Deze resultaten tonen dat het aantal kopieën tussen 2011 en 2012 een betekenisvolle

daling heeft gekend. Deze daling zou tegen het einde van het jaar 2013 -15% kunnen

overschrijden. De resultaten per VTE weerspiegelen evenwel deze trend niet. De uitleg

zou kunnen liggen in een zeker gebrek aan elasticiteit in de productie van kopieën ten

opzichte van de getalsterkte. De daling van de getalsterkte naar aanleiding van de

overheveling van de e-HR werkzaamheden (zie III hierboven) heeft allicht dit

verschijnsel wegens de sterke dematerialisatie van deze werkzaamheden versterkt.

Doelstelling 2

Het in de hand werken van het gebruik van navulbaar of herbruikbaar

kantoormateriaal - hoeveelheid verbruikbare goederen per jaar -: verhoging met

30% eind 2013 ten opzichte van het jaar 2010.

Om deze doelstelling te verwezenlijken wordt het volgende actieprogramma in werking

gesteld:

Actie 1: de vervanging van de huidige balpennen en ander materiaal door groene en

navulbare producten. Wanneer een bepaald product vervangen werd door een groen

product, kan het vroegere product niet langer aangeboden worden.

Actie 2: het testen van « groene » « zonne-» Gsm’s. Gelet op de kostprijs van dit

soort apparaten, werd van deze formule afgezien. Men richt zich tot duurzamere en

energiebesparende apparaten.

Actie 3: de implementatie van een werkgroep met het economaat en de dienst die

belast is met de federale overheidsopdrachten voor goederen om de praktijk in het

perspectief van duurzame aankopen beter te integreren.

KPI: Hoeveelheid navulbare verbruiksgoederen gebruikt / jaar / type verbruikbaar goed

Resultaten

2010 2011* 2012*

Totaal aantal producten 166 169 169

Navulbare of herbruikbare producten 45 78 78

Aandeel navulbare of herbruikbare producten op het

totaal

27% 46% 46%

Evolutie 2010 van navulbare of herbruikbare producten 100% 173 % 173%

* De catalogus werd in 2011 grondig herzien. In 2012 is het aanbod van goederen

hetzelfde gebleven. Alle producten die konden worden omgezet naar groene producten

werden inderdaad reeds in 2011 omgezet. De enige producten die nog naar deze

Page 19: MILIEUVERKLARING 2011 VAN DE FOD P&O · De FOD P&O geeft een voorbeeld voor het strategisch en participatief beheer van zijn potentieel en is een open proeftuin voor innoverende praktijken

FOD P&O – bijgewerkte milieuverklaring 2013 19

categorie konden worden omgeschakeld waren producten voor dewelke deze

transformatie te kostelijk zou zijn geweest (bv.: de groene gsm’s: er bestaan groene

gsm’s maar ze zijn zodanig duur dat we besloten hebben deze niet om te schakelen. Het

resultaat was dat het aantal herlaadbare producten in 2011 en 2012 hetzelfde gebleven

is).

Doelstelling 3

Vermindering van het verbruik van toner met 15 % per VTE ten opzichte van het

jaar 2010.

Om deze doelstelling te verwezenlijken, wordt het volgende actieprogramma in werking

gesteld:

Actie 1: de voorlichting van de gebruikers over het gebruik van hun PC, met name

met als doel het buitensporig afdrukken van documenten te vermijden.

Actie 2: de voorlichting van de gebruikers over de behoorlijke organisatie van hun

elektronische repertoria.

Actie 3: de invoering van statistieken per dienst van het aantal verbruikte toners.

Deze actie slechts gedeeltelijk realiseren. We weten hoeveel toner per toestel

verbruikt wordt, zowel voor de persoonlijke printers als voor de grote toestellen.

Maar, aangezien de grote toestellen door meerdere diensten gebruikt worden is het

onmogelijk om te achterhalen welke fractie van de toners nu door die of een andere

dienst werd verbruikt.

Actie 4: de bepaling van doelstellingen voor het gebruik van toners per dienst. We

hebben tot op heden nog geen doelstellingen per dienst vastgelegd, enerzijds om

dezelfde redenen als hierboven aangehaald. De hoeveelheid toner (in kg uitgedrukt)

varieert daarenboven nog volgens toestel en fabrikant, waardoor het tellen van aantal

verbruikte cartouches geen goede indicator is.

KPI: Tonerverbruik/jaar/VTE

Resultaten

2010 2011 2012* 2013

toners (stock) 143

verbruikte toners 54

of nog 0,25/VTE

83

of nog 0,46/VTE

62 of nog 0,34/VTE

(1ste trimester)

*De maatregelen die getroffen werden hebben het mogelijk gemaakt het tonerverbruik

terug te dringen, maar een verandering in de berekeningswijze, met name door een

herinrichting van de printers, vereiste tevens een verandering in het begrip « verbruikte

toners ». Vanaf het tweede semester 2012, telt men niet alleen de toners van de

persoonlijke printers, maar alle toners.

Doelstelling 4

Vermindering van het waterverbruik met 15% per VTE eind 2013 ten opzichte van

het jaar 2010.

Page 20: MILIEUVERKLARING 2011 VAN DE FOD P&O · De FOD P&O geeft een voorbeeld voor het strategisch en participatief beheer van zijn potentieel en is een open proeftuin voor innoverende praktijken

FOD P&O – bijgewerkte milieuverklaring 2013 20

Om deze doelstelling te verwezenlijken, wordt het volgende actieprogramma in werking

gesteld:

Actie 1: vermijden om het reservoir van de WC-waterbakken geheel te ledigen.

Actie 2: organiseren van een regelmatige inspectie van de WC’s om lekken op te

sporen.

Actie 3: bewustmaking ten bate van een matiging van het waterverbruik.

KPI: Waterverbruik/jaar/VTE.

Resultaten

Verbruik van leidingwater

m3

Verbruik 2008 2009 2010 2011 2012

Water (m³) 2 463 3 330 3 492 2 415 2 298

Per VTE 14,16 16,65 15,73 11,2 12,8

Zoals bij het papierverbruik is het resultaat 2012/VTE beïnvloed door de daling van de

VTE's, waarvan het effect geen weerslag heeft op bepaalde posten, zoals de cafetaria en

de technische installaties.

Globaal verbruik op basis van 2010 = 100

2010 2011 2012

100% 69% 66%

Verbruik per VTE op basis van 2010 = 100

2010 2011 2012

100% 71% 81%

Globaal waterverbruik per jaar (m3)

Page 21: MILIEUVERKLARING 2011 VAN DE FOD P&O · De FOD P&O geeft een voorbeeld voor het strategisch en participatief beheer van zijn potentieel en is een open proeftuin voor innoverende praktijken

FOD P&O – bijgewerkte milieuverklaring 2013 21

De doelstelling van een vermindering met 15% per VTE ten opzichte van 2010 ligt binnen

handbereik.

Doelstelling 5

Beschikken over een bedrijfsvervoersplan.

De FOD beschikte niet over dergelijk plan. Het betrof derhalve een prioritaire actie, die

opgestart werd rekening houdende met de nieuwe regelgeving van het Brussels Gewest.

Hoofdstuk VI behandelt deze kwestie specifieker.

Doelstelling 6

Vermindering met 30% van het verbruik van gas en met 15% van het verbruik van

elektriciteit, eind 2013 ten opzichte van het jaar 2010.

Om deze hoofddoelstellingen van het MBS te verwezenlijken, wordt het volgende

actieprogramma in werking gesteld :

Actie 1: op basis van grondige studies, werd de energetische optimalisatie van de

technische installaties uitgevoerd en maakt die het voorwerp van een

opvolgingscontrole uit. In het vooruitzicht van deze optimalisatie, werden er

zonnefilms geplaatst op de ramen die naar de zuidkant en zuidwestkant van het

gebouw gericht zijn.

In 2012 heeft de firma Techadvice, een onderaannemer van Fedesco, een nieuw

verslag uitgebracht over het energetisch geheel van het gebouw, met onder andere

heel specifieke aanbevelingen over het gebruik van machines, periodes,

onderhoudsbeurten enz.

Actie 2: een specifieke studie maakt het mogelijk een betere afstemming te

overwegen van de airco-toevoeren in het gebouw.

Actie 3: aanwezigheidsdetectoren werden in de traphallen en in andere weinig

gebruikte lokalen geplaatst en tal van lampen werden door LED lampen van de

recentste technologie vervangen. Deze acties vormen het resultaat van een specifieke

Page 22: MILIEUVERKLARING 2011 VAN DE FOD P&O · De FOD P&O geeft een voorbeeld voor het strategisch en participatief beheer van zijn potentieel en is een open proeftuin voor innoverende praktijken

FOD P&O – bijgewerkte milieuverklaring 2013 22

audit van het gebouw in verband met verlichting. In het cafetaria werd een nieuw

verlichtingssysteem geïnstalleerd.

Actie 4: vermindering met de helft van het aantal lampen in de gangen.

Actie 5: Fedesco heeft ons een submeteringsysteem van de installatie geleverd

evenals een volledig verslag inzake elektriciteitsmeting voor het gebouw in 2010,

2011 en 2012.

Actie 6: maandelijkse vergadering van de Technische Groep die de

vertegenwoordigers bijeenbrengt van de FOD P&O, van de eigenaar, van Cofely en

van Fedesco ; de regelmatige opvolging van de problemen en verbeteringen door

deze groep speelde een belangrijke rol in de verbetering van de energieprestaties van

het gebouw, terwijl er voor het personeel goede werkomstandigheden gewaarborgd

bleven.

KPI 1: Gasverbruik/jaar/bezette m²

KPI 2: Gasverbruik/jaar/VTE

KPI 3: Elektriciteitsverbruik/jaar/bezette m²

KPI 4: Elektriciteitsverbruik/jaar/VTE

Resultaten

Gasverbruik

kWh

2008 2009 2010 2011 2012 2013 Jan-Juin

1 097 760 1 018 306 1 325 256 903 039 1 133 225 641 999

Op basis 2010 = 100

2010 2011 2012 2013 raming*

100% 68% 86% Vooruitzicht lager dan 73%

* Voor het jaar 2013 is de raming gebaseerd op:

1° de vaststelling dat voor de jaren 2010 tot 2012 het verbruik van de zes eerste

maanden overeenkomt met 2/3 van het jaarverbruik; 641.999kwh x 1,5 = 962 999 kWh

of nog 73% van het jaarverbruik voor het jaar 2010 ;

2° de analyse van de klimaatfactor (zie hieronder), gebaseerd op de gegevens van het

KMI toont aan dat de maanden januari tot april 2013 nog kouder waren dan de

overeenstemmende maanden van het jaar 2010, dat al een bijzonder streng jaar was: in

2013 -1° gemiddeld ten opzichte van het jaar 2010 over de beschouwde periode;

daarentegen, blijkt het begin van de winter 2013-2014 minder streng (6,4° in november

2013) te zijn dan het begin van de winter 2010-2011 (6,1° in november 2010); de

raming die voor het jaar 2013 wordt voorgesteld (<73 % van 2010) blijkt zodoende

Page 23: MILIEUVERKLARING 2011 VAN DE FOD P&O · De FOD P&O geeft een voorbeeld voor het strategisch en participatief beheer van zijn potentieel en is een open proeftuin voor innoverende praktijken

FOD P&O – bijgewerkte milieuverklaring 2013 23

bijzonder voorzichtig, des te meer dat wanneer men rekening houdt met het verbruik van

januari tot oktober 2013, volgens de meterstanden van Electrabel, het verbruik van het

jaar 2013 zou overeenkomen met 63% van het verbruik van het jaar 2010; het doel van

70% zou dus moeten worden behaald.

Globaal gasverbruik (kWh)

KWh/m²

2008 2009 2010 2011 2012

151 140 183 124 156

kWh/VTE

2008 2009 2010 2011 2012

6 309 5 092 5 970 4 181 6 296

Elektriciteitsverbruik

2008 2009 2010 2011 2012 2013 Jan-Juni

1.079.730 966.740 993.197 868.540 936.414 391.924

Op basis 2010 = 100

2010 2011 2012 2013 raming *

100% 99% 94% Vooruitzicht 78,9 %

Page 24: MILIEUVERKLARING 2011 VAN DE FOD P&O · De FOD P&O geeft een voorbeeld voor het strategisch en participatief beheer van zijn potentieel en is een open proeftuin voor innoverende praktijken

FOD P&O – bijgewerkte milieuverklaring 2013 24

* Voor het jaar 2013 is de raming gebaseerd op de cijfers van de zes eerste maanden

vermenigvuldigd met twee; het betreft een heel voorzichtige evaluatie want wanneer

men rekening houdt met het verbruik van januari tot oktober 2013, zou volgens de

meterstanden van Electrabel het verbruik van het jaar 2013 overeenkomen met 70,7%

van het verbruik van het jaar 2010; alles wijst er dus op dat het resultaat in 2013 lager

zal liggen dan de doelstelling van 85 %.

Globaal elektriciteitsverbruik (kWh)

kWh/m²

2008 2009 2010 2011 2012

149 133 137 136 129

kWh/VTE

2008 2009 2010 2011 2012

6 205 4 834 4 474 4 555 5 202

Klimatologische evolutie 2010-2013

- Gemiddelde jaartemperaturen

2008 2009 2010 2011 2012

10,9°C 11,0°C 9,7°C 11,6°C 10,6°C

(cijfers KMI)

De bijwerking 2012 van de Milieuverklaring legde de nadruk op het feit dat het jaar

2010, dat de referentiebasis vormt voor de EMAS doelstellingen, gekenmerkt werd door

Page 25: MILIEUVERKLARING 2011 VAN DE FOD P&O · De FOD P&O geeft een voorbeeld voor het strategisch en participatief beheer van zijn potentieel en is een open proeftuin voor innoverende praktijken

FOD P&O – bijgewerkte milieuverklaring 2013 25

een bijzonder lage gemiddelde temperatuur. De gemiddelde vastgestelde opwarming

voor het jaar 2011 kon ten dele de goede resultaten uitleggen die geregistreerd werden

voor het gasverbruik.

Een analyse van de maandelijkse schommelingen maakt het evenwel mogelijk om op

preciezere en realistischere wijze de impact van de klimatologische factor te vatten. Het

jaargemiddelde kan inderdaad heel gecontrasteerde toestanden verbergen die heel

verschillende uitwerkingen hebben op het verwarmings- en koelsysteem. Een strenge

winter veroorzaakt meer gasverbruik voor verwarming en elektriciteitsverbruik voor de

luchtcirculatie. Deze felle temperatuurschommelingen tijdens het jaar worden vertolkt in

een jaargemiddelde dat kan overeenstemmen met het gemiddelde van een jaar met een

zachter klimaat, gekenmerkt door minder omvangrijke schommelingen, hetgeen een

lager energieverbruik met zich meebrengt.

- Gemiddelde maandtemperaturen

Jan Feb Maar April Mei Juni Juli Aug Sept Okt Nov Dec

2010 0,1 2,5 6,7 10,3 11,2 17,4 20,5 17 14,2 10,6 6,1 -0,7

2011 4 5,4 7,7 14,1 14,8 16,8 16 17,3 16,5 12,1 8,6 6,1

2012 5,1 0,7 8,9 8,4 14,3 15,4 17,3 19,2 14,5 11,1 7,1 5,1

2013 2,1 1,4 3 9 11,1

Gemiddelde 2,8 2,5 6,6 10,5 12,9 16,5 17,9 17,8 15,1 11,3 7,3 3,5

(cijfers KMI)

Maandtemperaturen

Maandschommelingen gedurende de koudste maanden

Page 26: MILIEUVERKLARING 2011 VAN DE FOD P&O · De FOD P&O geeft een voorbeeld voor het strategisch en participatief beheer van zijn potentieel en is een open proeftuin voor innoverende praktijken

FOD P&O – bijgewerkte milieuverklaring 2013 26

Jan Febr Maar April Gem

Nov Dec Gem

2010 0,1 2,5 6,7 10,3 4,9 2010 6,1 -0,7 2,7

2011 4 5,4 7,7 14,1 7,8 2011 8,6 6,1 7,4

2012 5,1 0,7 8,9 8,4 5,8 2012 7,1 5,1 6,1

2013 2,1 1,4 3 9 3,9

Vaststellingen voor de wintermaanden:

2010: het betreft een jaar dat gekenmerkt werd door een koude winter. Voor de eerste

maanden van het jaar, blijkt 2013 echter nog strenger (3,9 gemiddelde

tegenover 4,9 in 2010).

2011: het mooie weer vastgesteld op basis van het jaargemiddelde wordt bevestigd.

2012: gemiddeld jaar voor het geheel van de winterperiodes.

2013: de drie eerste maanden waren bijzonder koud (gemiddeld - 1 graad ten opzichte

van 2010).

Maandschommelingen gedurende de warmste maanden

Juni Juli Aug Gemiddelde

2010 17,4 20,5 17 18,3

2011 16,8 16 17,3 16,7

2012 15,4 17,3 19,2 17,3

Page 27: MILIEUVERKLARING 2011 VAN DE FOD P&O · De FOD P&O geeft een voorbeeld voor het strategisch en participatief beheer van zijn potentieel en is een open proeftuin voor innoverende praktijken

FOD P&O – bijgewerkte milieuverklaring 2013 27

Vaststellingen voor de zomermaanden:

2010: warmste jaar, maar zal misschien worden voorbijgestoken door 2013, rekening

houdende met het zonnige weer van juli en augustus.

2011: minst warme jaar voor de zomerperiode.

2012: gemiddeld jaar.

Balans van de seizoenschommelingen en impact op het energieverbruik

Het jaar 2010 werd gekenmerkt door een strenge winter en een warme zomer. Dit

betekent dat de referentiebasis van de energiedoelstellingen die vastgelegd werden naar

2013 toe door het klimaat naar boven toe werd beïnvloed.

omgekeerd kende het jaar 2011 een veel gunstiger klimaat voor het gas- en

elektriciteitsverbruik, zowel ’s winters als ’s zomers.

Het jaar 2012 ligt in het gemiddelde, of nog : beter dan in 2010 maar slechter dan in

2011.

Met betrekking tot het jaar 2013, kan dit de toestand van 2010 benaderen, of nog

moeilijker blijken mochten er zich felle afkoelingen bij het einde van het jaar voordoen.

Als besluit kunnen we stellen dat de keuze om de structurele acties voort te zetten en

zelfs op te drijven na het mooie weer van het jaar 2011 zou moeten vruchten afwerpen.

Zonder deze maatregelen, zouden de zeer betrachtingsvolle doelstellingen inzake

vermindering in gasverbruik (-30%) en elektriciteitsverbruik (-15%) ver buiten bereik

zijn gebleven.

Page 28: MILIEUVERKLARING 2011 VAN DE FOD P&O · De FOD P&O geeft een voorbeeld voor het strategisch en participatief beheer van zijn potentieel en is een open proeftuin voor innoverende praktijken

FOD P&O – bijgewerkte milieuverklaring 2013 28

Andere logistieke milieuresultaten

Afval

Afval 2008 2009 2010 2011 2012

Papier/karton (kg) 21.189 20.131 14.113 12.157 12 100

Per VTE 121,8 100,7 63,6 56,3 67,2

Gevaarlijk afval Niet bekend Niet bekend Niet bekend 23,0 23,0

Per VTE 0,1 0,1

Papier/karton (kg) Per VTE (kg)

Men kan waarnemen dat er zich in 2012 een toename voordoet van het aandeel per VTE.

De redenen zijn wellicht dezelfde als de redenen die hierboven met betrekking tot het

papierverbruik (doelstelling 1) werden aangehaald en in mindere mate met betrekking

tot het waterverbruik (doelstelling 4).

NB: PMD wordt niet gewogen door Net Brussel. Het is dus onmogelijk de evolutie van de

opgehaalde hoeveelheden op te volgen.

Broeikasgasemissies (BKG)

Broeikasgasemissies (ton CO2-equivalent)

2010 2011 2012

Klassieke elektriciteit 360,2 315,0 339,6

Groene elektriciteit 2,6 2,3 2,4

Gas 287,6 194,7 245,9

Stookolie 0,0 0,0 0,0

Dieselwagens 19,1 17,8 16,2

Benzinewagens 3,3 5,1 7,0

Buitenlandse reizen 11,4 11,4 11,4

Totaal 684,2 546,3 622,6

Page 29: MILIEUVERKLARING 2011 VAN DE FOD P&O · De FOD P&O geeft een voorbeeld voor het strategisch en participatief beheer van zijn potentieel en is een open proeftuin voor innoverende praktijken

FOD P&O – bijgewerkte milieuverklaring 2013 29

Evolutie 2010-2012

Andere luchtverontreinigende emissies

Naast de broeikasgasemissies worden de andere luchtverontreinigers geanalyseerd voor

het elektriciteitsverbruik betreffende het gebouw en voor de afgelegde kilometers van de

dienstvoertuigen, voor de jaren 2010 en 2011.

Aard van de emissie Bronnen van de emissie Meeteenheid 2010 2011 2012

SO2 (*) Gebouw Kilo SO2eq. 49,2 43,0 46,4

NO2 (*) Gebouw Kilo NO2eq. 123,4 107,9 116,3

PM (Fijn stof)

(*) (**) Gebouw en dienstvoertuigen Kilo PMeq. 6,4 5,7 6,1

CO (**) Dienstvoertuigen (benzine +

diesel) Kilo COeq 51,0 78,7 78,2

NOx (**) Dienstvoertuigen (benzine +

diesel) Kilo NOxeq 19,3 21,4 20,8

HC (Hydrocarburen)

(**) Dienstvoertuigen (benzine) Kilo HCeq 1,3 2,5 2,6

HCNOx (HC + NOx)

(**) Dienstvoertuigen (diesel)

Kilo

HCNOxeq 17,5 24,9 23,8

(*) berekeningen gebaseerd op het elektriciteitsverbruik van het gebouw volgens de

formules van de POD DO

(**) eigen berekeningen op basis van de afgelegde kilometers

Page 30: MILIEUVERKLARING 2011 VAN DE FOD P&O · De FOD P&O geeft een voorbeeld voor het strategisch en participatief beheer van zijn potentieel en is een open proeftuin voor innoverende praktijken

FOD P&O – bijgewerkte milieuverklaring 2013 30

Evolutie 2010-2012

Impact op de biodiversiteit

Ook al is dat aspect in ons geval niet relevant, we meten het in functie van de vereiste

van het EMAS-reglement.

De bebouwde oppervlakte ten opzichte van de volledige oppervlakte van het terrein

(1.635 m2) bedraagt 90,28%.

Page 31: MILIEUVERKLARING 2011 VAN DE FOD P&O · De FOD P&O geeft een voorbeeld voor het strategisch en participatief beheer van zijn potentieel en is een open proeftuin voor innoverende praktijken

FOD P&O – bijgewerkte milieuverklaring 2013 31

V.2 Missies

Belangrijke aspecten

Dankzij de basismilieuanalyse die in 2010 werd uitgevoerd, konden in elke betrokken

dienst de verschillende producten worden geïdentificeerd waarmee de aan de dienst

toevertrouwde opdrachten kunnen worden gerealiseerd en kon voor elk product de aard

van de impact op het milieu worden geëvalueerd:

Methode: heeft de manier waarop de methode is ontwikkeld al dan niet een impact op

het milieu?

Communicatie: heeft de communicatie over het product al dan niet een impact op het

milieu?

Gedrag: heeft het effect van het product op het gedrag van de personen al dan niet

een impact op het milieu?

Op basis daarvan werden er workshops georganiseerd, zodat er een participatieve

aanpak was om:

Het niveau van de impact van de producten van de verschillende diensten van de

FOD P&O te evalueren.

Te onderzoeken welke producten prioritair zijn in het kader van het milieubeheer.

Voor elk product het beheersingsniveau te bepalen.

Voor Directiereviews van 2011, 2012 en 2013 werden alle basismilieuanalyses van de

respectievelijke diensten van de FOD P&O herzien en aangepast waar nodig. Voor deze

herzieningen werd er besloten geen workshops meer in te lassen. In de plaats daarvan

laste de verantwoordelijk voor het aspect opdrachten een meeting in met elk van de

diensthoofden van de FOD.

Volgende elementen kwamen tijdens dit herzieningsonderhoud aan bod:

Werd de dienst belast met nieuwe opdrachten? Is er sprake van een nieuwe lijn

producten/diensten?

Is er nood aan een herscoring van de reeds gedefinieerde producten/diensten? Er zijn 2

domeinen waarop men kan herscoren:

Is er nood aan een herscoring op het gebied van milieu-impact en de reeds

opgezette praktijken?

Is er nood aan een herscoring op gebied van het niveau van beheersing van de

milieu-impact?

Naargelang de score van milieu-impact en het niveau van beheersing, dient de

EMAS-Fiche van je dienst aangevuld te worden.

Op basis van de in 2013 aangepaste milieuanalyse werden de volgende producten erkend

als prioritair en beheersbaar:

DG OPO: bestuursovereenkomst en quick scan – inventaris van de

beheerpraktijken in de federale overheidsdiensten, de Costing-out aanpak

DG COMM-KM: overgang naar het nieuwe federale gemeenschappelijke systeem

‘beConnected’, in de plaats van de eCommunities.

Fed+: verhoging van het aanbod aan milieugerichte producten en diensten in

het assortiment van Fed+, in FED+ News de FED+ website

Page 32: MILIEUVERKLARING 2011 VAN DE FOD P&O · De FOD P&O geeft een voorbeeld voor het strategisch en participatief beheer van zijn potentieel en is een open proeftuin voor innoverende praktijken

FOD P&O – bijgewerkte milieuverklaring 2013 32

DG eHR (pro memorie) : ontwikkeling van een HR-platform dat gebruikt kan worden

door meerdere FOD’s/POD’s en ontwikkeling van dit platform teneinde meerdere

modules aan te bieden.

DG RHC : analyse van de regelgevingsprojecten in functie van hun milieuimpact

Overheidsopdrachten : ontwikkeling van« groene » federale aankopen

Doelstelling 1

Het milieuluik van de drie producten “Quickscan”, “methodologie van de

bestuursovereenkomsten” en “Costing-out” die door OPO beheerd worden zal

worden ontwikkeld.

Doel:

- 2011 voor de quickscan

- 2012 voor de beheersovereenkomst

- 2013 voor de costing-out

Om de doelstelling te realiseren werd het volgende actieprogramma geïmplementeerd:

Actie 1: Quickscan : De Quickscan is een diagnostische tool die een organisatie in

staat stelt een inventaris te maken van de beschikbare instrumenten van goed

beheer, dit alles in het kader van het streven naar efficiëntie en effectiviteit binnen de

publieke organisaties. De tool is opgebouwd uit een aantal hoofdstukken en dekt de

meeste domeinen van organisatiebeheersing.De Quickscan wordt jaarlijks uitgevoerd

en elke nieuwe bevraging biedt tevens de mogelijkheid om de hoofdstukken te

verbeteren en aan te passen. Daarom werd er besloten een subhoofdstuk ‘Beheer van

Duurzame Ontwikkeling’ in het leven te roepen dat een aantal vragen (met

bijbehorende indicatoren) heeft ontwikkeld met betrekking tot milieu en

duurzaamheid. Voorts werd het methodologisch raamwerk organisatiebeheersing,

waarop de hoofdstukken van de Quickscan gebaseerd zijn, ook aangepast aan de

modaliteiten van het nieuwe subhoofdstuk.

Resultaten:

- 2011: ontwikkeling en integratie van indicatoren betreffende milieu,

duurzaamheid en EMAS in het methodologisch kader van de Quickscan

- 2012: inlassing van een subthema « beheer van duurzame ontwikkeling » in de

Quickscan enquête

- 2013: validatie van de Quickscan rapportering door het College van Voorzitters en

beslissing om de twee jaar een rapportering te organiseren.

Actie 2: Methodologie Bestuursovereenkomst (BO): het DG OPO ontwikkelde

een methodologisch kader voor de opmaak van een BO. Een dergelijk kader moet de

verschillende federale entiteiten helpen bij de opmaak en samenstelling van hun BO.

Binnen dit methodologisch kader werd er ook aandacht besteed aan het luik

duurzaamheid. Meer bepaald worden de publieke organisaties er attent op gemaakt

dat ze tijdens de opmaak van hun BO duurzaamheids- (en/of specifieke EMAS-

georiënteerde) indicatoren in hun BO kunnen incorporeren.

Page 33: MILIEUVERKLARING 2011 VAN DE FOD P&O · De FOD P&O geeft een voorbeeld voor het strategisch en participatief beheer van zijn potentieel en is een open proeftuin voor innoverende praktijken

FOD P&O – bijgewerkte milieuverklaring 2013 33

Resultaten:

- 2010: De FOD P&O werkt een ontwerp van koninklijk besluit uit tot bepaling van

de inhoud van een beheersplan. Dit ontwerp wordt door het kabinet van de

minister niet gevalideerd.

- 2011: Een nota met het voorstel van een methodologische aanpak en

ondersteuning van de FOD P&O voor de verwezenlijking van de

managementplannen wordt aan het College van de Voorzitters voorgelegd. Deze

laatsten nemen hiervan kennis maar valideren de nota niet, aangezien wegens de

budgettaire context de prioriteiten elders liggen.

- 2012/2013: Het managementplan van de FOD P&O 2012-2014 (versie

31/05/2013) bevat een duidelijke operationele doelstelling: « integratie van

duurzame ontwikkeling in de werking van de FOD P&O». Om deze doelstelling te

meten, worden de volgende KPI ingesteld:

- KPI 3.13.02: Een nota opstellen over maatschappelijke

verantwoordelijkheid

- KPI 3.13.03: Ontwikkelen van een zelfevaluatietool m.b.t. de

maatschappelijke verantwoordelijkheid

- KPI 4.12.03: Ontwikkelen van een plan van aanpak voor een duurzame

sociale bilan …

- KPI 5.15.02: Analyse van de effecten van de wijzigingen van de

reglementering onder het oogpunt van de duurzame ontwikkeling

- KPI 6.03.01_01: Het geïntegreerde DO- en EMAS-communicatieplan is

beschikbaar

- KPI 6.03.01_02: 80% van de acties van het geïntegreerde DO- en EMAS-

communicatieplan van P&O is verwezenlijkt.

- KPI 6.03.02: De EMAS registratie wordt behouden

- KPI 6.03.03: Een gids voor duurzame aankopen is beschikbaar

- KPI 6.03.11: het waterverbruik vermindert

- KPI 6.03.13: het gas- en elektricitetisverbruik vermindert

- KPI 6.03.17: het papierverbruik vermindert

Actie 3: Costing Out omvat een transversale analyse van de werkingskosten,

ingedeeld per families. In samenwerking met alle federale organisaties, met inbegrip

van Defensie en FedPol, zal OPO bestaande contracten naargelang het geval

inventariseren, heronderhandelen of opschorten. Dit project wil ook de Lean-aanpak

binnen de federale overheid veralgemenen om efficiënter allerlei vormen van

verspilling (Beter, Samen, Anders Meer met minder) tegen te gaan.

De milieu-impact van dit project is dubbel: door de Lean-methode, waarbij alle

vormen van verspilling worden aangepakt, realiseert een organisatie zijn

doelstellingen met minder kosten. Door een grondige analyse van de

bedrijfsprocessen kunnen de overbodige stappen verwijderd worden, wat zowel tijd

als materialen bespaart. Een kostenvermindering omvat bovendien niet enkel een

dalend gebruik van goederen, maar ook het op een andere manier gebruiken, zoals

bv. brieven dubbelzijdig printen op ecologisch papier, of beter nog, via e-mail

versturen. Minder kosten maar ook milieuvriendelijker, want minder papier is ook

minder inkt, minder afval, minder energie.

Door alle bestaande contracten open te breken en te streven naar algemene

raamcontracten voor alle federale organisaties, wordt ook de opportuniteit geboden

om in een beweging milieuaspecten aan te brengen in alle openbare aanbestedingen;

zo zal bij het heronderhandelen van de elektriciteitscontracten de eis worden gesteld

Page 34: MILIEUVERKLARING 2011 VAN DE FOD P&O · De FOD P&O geeft een voorbeeld voor het strategisch en participatief beheer van zijn potentieel en is een open proeftuin voor innoverende praktijken

FOD P&O – bijgewerkte milieuverklaring 2013 34

dat alle stroom voor de federale overheid groene stroom moet zijn. Het gebruik van

minder middelen zorgt dus niet enkel voor een lagere kost maar is ook een

verlichting van de ecologische voetafdruk van de federale overheid.

Resultaten:

- 2012:

- De kostenanalyse begon in het najaar van 2012 en de kostprijzen van de

voornaamste families werden geïdentificeerd

- Een netwerk en werkgroepen “efficiëntie” werden geïmplementeerd

- Er worden quick wins voorgesteld voor de NMBS, de post en de mobiele

telefonie

- 2013:

- Een overheidsopdracht met het oog op het verkrijgen van de

ondersteuning van externe expertise wordt opgestart

- De kostenevolutie wordt opgevolgd

KPI

- in 2011 werd er een volledig "milieuluik" voor actie 1 en 2 toegevoegd.

- voor Costing out (actie 3) Substantiële vermindering van de werkingskosten in elke

kostenfamilie en begeleiding van de federale organisaties bij klantvriendelijke,

spaarzame en ecologische bedrijfsprocessen.

Resultaten

2011 2012 2013

Een milieuluik wordt in de

quickscan geïntegreerd

Een milieuluik wordt in de

Bestuursovereenkomsten

geïntegreerd

Costing out : wordt

verwezenlijkt

Doelstelling 2

Toename van het gebruik van het communicatieplatform dat door het DG COMM-KM

ter beschikking wordt gesteld.

Doel:

- Tijdens de migratieperiode van eCommunities naar beConnected (2011), is het

aantal actieve gebruikers van de samenwerkingsplatformen (eCommunities

en/of beConnected) hoger dan of gelijk aan het aantal actieve gebruikers van

het samenwerkingsplatform (eCommunities) per 31/12/2010.

- Het aantal actieve gebruikers van het samenwerkingsplatform beConnected

zal vanaf 2012 per jaar met 5% moeten toenemen.

Acties:

Om de doelstelling te realiseren werd het volgende actieprogramma geïmplementeerd:

Uit te voeren technische acties:

- Een keuze maken met betrekking tot het open source systeem dat dient te

worden gebruikt.

- Een nieuw prijsmodel ontwikkelen en voorstellen. Na de ingebruikstelling,

dient dit prijsmodel te worden geëvalueerd.

Page 35: MILIEUVERKLARING 2011 VAN DE FOD P&O · De FOD P&O geeft een voorbeeld voor het strategisch en participatief beheer van zijn potentieel en is een open proeftuin voor innoverende praktijken

FOD P&O – bijgewerkte milieuverklaring 2013 35

- De toegangsprocedure vereenvoudigen en aanpassen.

- Na de ingebruikstelling, de nieuwe toegangsprocedure evalueren.

Verwezenlijkt.

- Het gebruikscomfort van het systeem verbeteren

- Overgaan tot de evaluatie van de acties die in het raam van de verbetering

van het gebruikscomfort van het systeem werden verwezenlijkt.

- Nieuwe releases van het systeem wanneer nodig verschaffen.

Uit te voeren communicatieacties:

- Het voeren van een gerichte communicatie met betrekking tot de ontwikkeling

van het nieuwe platform.

- De organisatie van een evenement ter gelegenheid van de lancering van het

nieuwe platform. Hierbij is er tevens een specifieke première voor de

coördinatoren en de contactpersonen gepland. De officiële lancering van het

platform, in combinatie met een resem communicatieacties die zo’n 2 à 3

weken in tijd zullen lopen.

- Coördinatoren en contactpersonen opleiden.

- Acties voeren inzake bewustmaking, evaluatie en ondersteuning op het

terrein.

KPI:

Het aantal actieve gebruikers van de samenwerkingsplatforms (eCommunities en/of

beConnected) is hoger dan of gelijk aan het aantal actieve gebruikers van het

samenwerkingsplatform (eCommunities) op 31/12/2010.

Resultaten:

2010 2011 2012

Aantal

verbruikers van

het platform

11.897 12.948 * 12.164

* Dit cijfer was vroeger 13.360, maar de berekeningswijze werd door de leverancier gewijzigd. De

hierboven vermelde cijfers zijn nu in overeenstemming met de werkelijkheid.

In 2012 werden de doelstellingen beConnected niet bereikt wegens technische problemen

die moeilijk op te lossen waren. Aangezien het vinden van de oplossingen veel tijd in

beslag heeft genomen hebben bepaalde gebruikers de tool laten varen.

Doelstelling 3

Toename van het gebruik van de FED+-communicatieproducten (FED+ News en

website FED+)

Doel:

Toename met 5% per jaar vanaf 2011.

Acties:

Om de doelstelling te realiseren werd het volgende actieprogramma geïmplementeerd:

Actie 1: Vernieuwing website : FED+ engageert zich om over te gaan tot een

vernieuwing van de website, met als doel enerzijds het gebruiksgemak voor de

Page 36: MILIEUVERKLARING 2011 VAN DE FOD P&O · De FOD P&O geeft een voorbeeld voor het strategisch en participatief beheer van zijn potentieel en is een open proeftuin voor innoverende praktijken

FOD P&O – bijgewerkte milieuverklaring 2013 36

bezoekers van de site te verhogen en anderzijds om de website op zich ook

aantrekkelijker te maken en meer in het oog te laten springen.

Actie 2: Communicatieacties : FED+ engageert zich om een aantal gerichte

communicatieacties over de FED+ nieuwsbrief op poten te zetten. Op die manier

worden de leden zich meer bewust van het bestaan van de nieuwsbrief en hopelijk zal

dat het aantal abonnees op de nieuwsbrief ten goede komen.

KPI: aantal geregistreerde gebruikers van die twee producten/jaar

Resultaten:

2010 2011 2012

Aantal hits op de

website

330.000 360.000 333.300*

Aantal abonnees

op de newsletter

19.000 22.000 29.545

* Eind december 2011, heeft het CMS–systeem van FED+ een update ondergaan. De statistieken

die voorheen werden voortgebracht zijn niet vergelijkbaar met die van na de mutatie. Zodoende,

staan hier de cijfers vermeld betreffende het aantal bezoeken op de FED+ site, die sedert de

ingebruikstelling van de nieuwe CMS werden gemeten.

Dolestelling 4

Een positieve evolutie (jaarlijkse stijging van 5% vanaf 2011) van het aandeel

milieugeoriënteerde voordelen en kortingen binnen het totaalassortiment van Fed+

Doel:

Een jaarlijkse verhoging met 5% vanaf 2011

Acties:

Om de doelstelling te realiseren werd het volgende actieprogramma geïmplementeerd:

Actie 1: Nieuwe partners zoeken: FED+ engageert zich tot het zoeken van nieuwe

‘duurzame’ partners. Het gaat hier vooral om partners wier producten en/of diensten

een positieve impact hebben op het milieu.

Resultaten:

- 2011:

- Er werd contact opgenomen met meerdere mogelijke partners die

producten aanbieden die een postieve impact kunnen hebben inzake

leefmilieu teneinde met FED samen te werken.

- Een samenwerkingsakkoord – of een vooruitzicht op samenwerking –

werd met de volgende partners ingesteld:

o Salon Energie + (construire tout en respectant l’environnement) in

november in Marche en Famenne

o Tentoonstelling « Aan tafel », Tour & Taxis, die veel aandacht schenkt

aan milieuproblemen en mogelijke oplossingen aanreikt

o Earth Explorer, Oostende

o Project “20 km van Brussel” : .beTeam

Page 37: MILIEUVERKLARING 2011 VAN DE FOD P&O · De FOD P&O geeft een voorbeeld voor het strategisch en participatief beheer van zijn potentieel en is een open proeftuin voor innoverende praktijken

FOD P&O – bijgewerkte milieuverklaring 2013 37

o Er werd contact opgenomen met de promotoren van het project « Blue

bike » en die van het project « met de fiets naar het werk ».

- 2012:

o Er werd contact opgenomen met nieuwe partners die mogelijks een

positieve impact op het leefmilieu hebben (bijvoorbeeld de Zen-

wagens).

- 2013:

o Er werd een rangschikking van de FED+ partners in vier categorieën

verricht : handelspartners, culturele partners, vrijetijdspartners en

« duurzame » partners. Binnen deze laatste categorie, werkt FED+,

over een periode van één jaar met een 12-tal partners. Sommige zijn

op bestendige wijze op de site aanwezig, andere tijdelijk. Dit komt

overeen met een percentage van ongeveer 7% op het totaal van de

portefeuille van FED+ Partners.

o De lijst der criteria die door FED+ wordt aangewend om nieuwe

partners te selecteren en bestaande te evalueren omvat nu

systematisch de volgende vraag: “kan de nieuwe/bestaande partner

een positieve impact hebben op duurzame ontwikkeling en leefmilieu?”.

Actie 2: Het polsen van bestaande partners: FED+ gaat contact opnemen met de

bestaande partners en polsen of er binnen hun aanbod ook (of nog meer) duurzame

producten en/of diensten bestaan, die dan vervolgens het voorwerp kunnen uitmaken

van een nieuw samenwerkingsverband met FED+.

Resultaten:

- 2012:

o Er werd met sommige bestaande partners contact opgenomen

(bijvoorbeeld Dats 24) om te bepalen wat zij aan op het leefmilieu

gerichte producten zouden kunnen aanbieden

o Deelname aan manifestaties (20 km van Brussel en Oxfam Trailwalker)

Actie 3: Opleiding : Bepaalde leden van de ploeg nemen deel aan een seminarie in

het raam van de organisatie van duurzame evenementen.

Actie 4: FED + nam deel aan de organisatie van de Dag van de Duurzame

Ontwikkeling in september 2012.

KPI: % van het aandeel milieugeoriënteerde voordelen en kortingen binnen het

totaalassortiment van Fed+.

Resultaten:

2010 2011 2012

Aandeel van milieugerichte producten in

het aanbod van FED+

3% 5% 7%

Page 38: MILIEUVERKLARING 2011 VAN DE FOD P&O · De FOD P&O geeft een voorbeeld voor het strategisch en participatief beheer van zijn potentieel en is een open proeftuin voor innoverende praktijken

FOD P&O – bijgewerkte milieuverklaring 2013 38

Doelstelling 5

Alle projecten ‘ontwerp van besluit’ worden vanaf 2011 geanalyseerd op basis van hun

milieu-impact

Om de doelstelling te realiseren werd het volgende actieprogramma geïmplementeerd:

Actie 1: Oplijsten bestaande wetgeving: het DG HRL engageert zich tot het

oplijsten van alle reeds bestaande wetgeving en dit op basis van haar milieu-impact.

De oplijsting zal gebeuren op de volgende schaal: een positieve impact, een

negatieve impact of een neutrale impact.

Resultaat:

De lijst van de bestaande regelgevingen, met hun eventuele impact, werd op 23 juni

2011 afgesloten; gelet op de lange periode van lopende zaken moest deze lijst niet

geactualiseerd worden. Een overzicht:

Aantal regelgevingen met een positieve impact: 8

Aantal regelgevingen met een negatieve impact: 8

Alle andere regelgevingen werden als neutraal beschouwd.

Actie 2: Integratie impactanalyse: het DG HRL engageert zich tot de uitvoering

van een analyse van de milieu-impact (positief, negatief, neutraal) en dit op elk

ontwerp van koninklijk besluit afkomstig van de dienst AVBM.

Resultaat:

De ontwerpen van regelgevingen die voortspruiten uit AVBM voor de periode 2012-2013

hebben het voorwerp van een impactanalyse uitgemaakt. Voor de periode die het jaar

2012 en de acht eerste maanden van het jaar 2013 behelst, werden er tal van

regelgevende ontwerpen binnen AVBM uitgewerkt. Er werd geoordeeld dat er geen enkel

van de hierboven vermelde ontwerpen enige “milieu”-impact omvatte en dat het geheel

van de opgestarte hervormingen op dit vlak als neutraal kon worden beschouwd.

Actie 3: Evaluatie impact: het DG HRL engageert zich tot de evaluatie van de al

dan niet effectieve milieu-impact van de wetsontwerpen en dit ten aanzien van de

eerder uitgevoerde impactanalyse. Deze evaluatie zal einde 2013 plaatsvinden.

KPI: % van de projecten “ontwerp van besluit” die zijn geanalyseerd op basis van hun

milieu-impact.

Resultaten:

2010 2011 2012

Geanalyseerde

« ontwerpen

van besluit »

0% 0% 100%

Page 39: MILIEUVERKLARING 2011 VAN DE FOD P&O · De FOD P&O geeft een voorbeeld voor het strategisch en participatief beheer van zijn potentieel en is een open proeftuin voor innoverende praktijken

FOD P&O – bijgewerkte milieuverklaring 2013 39

Doelstelling 6

Ter nadere informatie [ De ontwikkeling van een eHR-platform dat tegen eind 2012

door alle federale overheidsdiensten (FOD's en POD's) kan worden gebruikt.]

In maart 2012 besliste de staatssecretaris om de eHR-activiteiten aan Fedict over te

dragen.

Doelstelling 7

Ter nadere informatie [ De verdere ontwikkeling van een eHR-platform met als doel

meer modules aan te bieden ]

In maart 2012 besliste de staatssecretaris om de eHR-activiteiten aan Fedict over te

dragen.

Doelstelling 8

Het federale aankoopbeleid milieuvriendelijker oriënteren

Actie 1: de publicatie van een handboek ‘Green public procurement’. Een dergelijk

handboek stelt de federale aankopers in staat om green public procurement veilig in

de praktijk toe te passen.

Dit handboek bestaat uit drie delen (elk deel werd geactualiseerd):

- eerste deel: gebaseerd op ecologische criteria

- tweede deel: toevoeging van sociale criteria

- derde deel: morele en sociale ethiek

KPI: de publicatie (ja/nee) van de bijgewerkte handleiding in 2012

Actie 2: tegen eind 2013 is minstens 35 % van de relevante artikelen voor grafisch

papier, enveloppen en toiletpapier, waarvoor in de Gids Duurzame Aankopen een

groen alternatief staat, groen.

KPI: tegen eind 2013 is % van de relevante artikelen waarvoor in de Gids Duurzame

Aankopen een groen alternatief staat, groen.

Actie 3: tegen eind 2013 is minstens 29% van de klassieke kantoorbenodigdheden

opgenomen in de basislijst van FOR (catalogus van opdrachten en diensten),

waarvoor in de Gids Duurzame Aankopen een groen alternatief staat, groen.

KPI: tegen eind 2013 is % van de klassieke kantoorbenodigdheden opgenomen in de

basislijst van FOR, waarvoor in de Gids Duurzame Aankopen een groen alternatief

beschreven staat, groen.

Actie 4: tegen eind 2013 voorziet de basislijst van FOR voor de informatica-

hardware, onderdeel inktcassettes en toners, in groene criteria inzake de recyclage

van de lege inktcassettes en toners.

Page 40: MILIEUVERKLARING 2011 VAN DE FOD P&O · De FOD P&O geeft een voorbeeld voor het strategisch en participatief beheer van zijn potentieel en is een open proeftuin voor innoverende praktijken

FOD P&O – bijgewerkte milieuverklaring 2013 40

Tegen eind 2013, vertegenwoordigt de basislijst van FOR voor de informatica-

hardware, de inktcassettes en de toner, groene criteria inzake recyclage van de lege

inktcassettes en toner (vernietiging, recyclage van de materialen, vernieuwing). Alle

inspanningen worden getroost om zich ervan te vergewissen dat de lege

inktcassettes en toner daadwerkelijk werden verwerkt (resultaatsgarantie, opsporing,

contractuele verplichting van de onderaannemers,…)

KPI: tegen eind 2013 voorziet de basislijst van FOR voor de informatica-hardware,

onderdeel inktcassettes en toners, in groene criteria inzake de recyclage van de lege

inktcassettes en toners.

Actie 5: tegen eind 2013 is minstens 10 % van het aantal artikelen voor

onderhoudsproducten opgenomen in de catalogus van FOR waarvoor in de Gids

Duurzame Aankopen een groen alternatief beschreven staat, groen.

KPI: tegen eind 2013 is % van het aantal artikelen voor onderhoudsproducten

opgenomen in de catalogus van FOR, waarvoor in de Gids Duurzame Aankopen een

groen alternatief staat, groen.

Actie 6: tegen eind 2013, bij de volgende overheidsopdracht van FOR voor

personenwagens, zal aan het gunningscriterium inzake de milieuvriendelijkheid van

de voertuigen een gewicht van 20 % worden gegeven in plaats van 15 % zoals nu het

geval is, met de bedoeling dat de inschrijvers bij het opstellen van hun offerte meer

aandacht zouden schenken aan de ecoscore van de voorgestelde voertuigen.

KPI: het bestek van FOR voor de personenvoertuigen voorziet in een gewicht van 20

% van de gunningscriteria voor de milieuvriendelijke eigenschappen van de

voertuigen.

Actie 7: tegen eind 2013 beantwoordt 70% van de pc’s aan het Energystar-label (of

equivalent) of aan een veeleisender label.

KPI: tegen eind 2013 beantwoordt % van de pc’s aan het Energystar-label (of

equivalent) of aan een veeleisender label.

Actie 8: tegen eind 2013 beantwoordt minstens 35 % van de schermen aan de

TCO5Edge-norm.

KPI: tegen eind 2013 beantwoordt % van de schermen aan de TCO5Edge-norm (of

equivalent).

Actie 9: tegen eind 2013 beantwoordt minstens 35 % van de klavieren aan het Blue-

Angel-label (of equivalent).

KPI: tegen eind 2013 beantwoordt % van de klavieren aan het Blue-Angel-label (of

equivalent).

Actie 10 : De CMS catalogus beantwoordt aan de Euro5-norm.

Page 41: MILIEUVERKLARING 2011 VAN DE FOD P&O · De FOD P&O geeft een voorbeeld voor het strategisch en participatief beheer van zijn potentieel en is een open proeftuin voor innoverende praktijken

FOD P&O – bijgewerkte milieuverklaring 2013 41

Resultaten:

maatregel

1/12/2012

maatregel

31/08/2013

projectie

eind 2013

handboek « Green public

procurement » 1ste deel 2de deel 3de deel

papier en omslagen 30% > 30% = of > 35%

wc-papier 30% > 30% = of >35%

klassieke

kantoorbenodigdheden 25% > 25% = of > 29%

inktcassettes en toner voor

informaticamateriaal 90% 90% 100%

onderhoudsproducten 10% > 10% = of > 12%

computers voldoen aan het

Energystar label of

gelijkwaardig

70% >70% = of > 70%

Schermen beantwoorden

aan de TCO5Edge norm (of

gelijkwaardig)

35% > 30% = of > 35%

Toetsenborden voldoen aan

het Blue Angel label (of

gelijkwaardig)

30% > 30% = of > 35%

De CMS catalogus

beantwoordt aan de Euro5

norm 100% 100% 100%

Page 42: MILIEUVERKLARING 2011 VAN DE FOD P&O · De FOD P&O geeft een voorbeeld voor het strategisch en participatief beheer van zijn potentieel en is een open proeftuin voor innoverende praktijken

FOD P&O – bijgewerkte milieuverklaring 2013 42

V. Mobiliteit

In toepassing van het recente besluit van 7 april 2011 van de Regering van het Brussels

Hoofdstedelijk Gewest betreffende de bedrijfsvervoerplannen (Belgisch Staatsblad van 9

mei 2011), houdende uitvoering van de ordonnantie van 14 mei 2009 betreffende de

bedrijfsvervoerplannen, heeft de FOD P&O bij het Brussels Instituut voor Milieubeheer

(BIM) zijn vervoersplan ingediend voor de werkplek Wetstraat 51 in 1040 Brussel.

Dat plan bevat een diagnose en een actieplan.

VI.1 Diagnose

Woon-werkverplaatsingen

Verdeling van de werknemers op basis van hun belangrijkste

vervoermiddel

%

Wagen, bestelwagen of vrachtwagen, alleen of met

familieleden 11,25

Carpooling als chauffeur of als passagier met andere

werknemers

0

Trein

69,08

Bus, tram of metro

16,87

Collectief vervoer (minibus, autobus, autocar)

georganiseerd door de werkgever

0

Fiets

0,4

Bromfiets of motorfiets

0,4

Te voet

0,4

Andere

1,6

TOTAAL = (C)

100

Page 43: MILIEUVERKLARING 2011 VAN DE FOD P&O · De FOD P&O geeft een voorbeeld voor het strategisch en participatief beheer van zijn potentieel en is een open proeftuin voor innoverende praktijken

FOD P&O – bijgewerkte milieuverklaring 2013 43

Dienstverplaatsingen en leveringen

Schatting van het gemiddeld aantal dienstverplaatsingen per dag: 39,21

Schatting van de verdeling volgens de vervoerswijze : %

Persoonlijke of bedrijfswagen 6,59%

Dienstwagen 2,20%

Taxi 0%

Openbaar vervoer 83,52%

Fiets 0%

Bromfiets of motorfiets 1,10%

Te voet 6,59%

Totaal 100%

Schatting van de verdeling volgens de bestemming : %

Binnen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 87,91%

Buiten het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 12,09%

Totaal 100%

Leveringen

Schatting van het aantal leveringen van goederen en diensten die per dag in de

instelling (leveranciers) aankomen: 3

Schatting van het aantal leveringen van goederen en diensten die per dag in de

instelling vertrekken: 3

Gebruikte voertuigen: Aantal

Schatting van het aantal

gereden km per jaar

Dienstwagens 7 108.687

Er wordt geen rekening gehouden met de verplaatsingen per vliegtuig.

Page 44: MILIEUVERKLARING 2011 VAN DE FOD P&O · De FOD P&O geeft een voorbeeld voor het strategisch en participatief beheer van zijn potentieel en is een open proeftuin voor innoverende praktijken

FOD P&O – bijgewerkte milieuverklaring 2013 44

Verplaatsingen van de bezoekers

Schatting van het gemiddeld aantal bezoekers per dag: 48,38

Schatting van de verdeling volgens de vervoerswijze: %

Auto 25,7%

Taxi 0%

Openbaar vervoer 56,3%

Fiets 0%

Bromfiets of motorfiets 0%

Te voet 18%

Totaal 100%

Schatting van de verdeling volgens de bestemming: %

Binnen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 77,32%

Buiten het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 22,68%

Totaal 100%

Page 45: MILIEUVERKLARING 2011 VAN DE FOD P&O · De FOD P&O geeft een voorbeeld voor het strategisch en participatief beheer van zijn potentieel en is een open proeftuin voor innoverende praktijken

FOD P&O – bijgewerkte milieuverklaring 2013 45

VI.2 Actieplan

Het vastgelegde en in juli 2011 door het directiecomité goedgekeurde actieplan wil

tegemoet komen aan de volgende doelstellingen voor de realisatie van het volgende

vervoersplan over drie jaar:

De modale shift in de woon-werkverplaatsingen verbeteren ten gunste van het

openbaar vervoer en de fiets (+ 3,05%).

Het aantal telewerkers verhogen (+ 50%).

De modale shift in de dienstverplaatsingen verbeteren ten gunste van het openbaar

vervoer en de fiets (+ 1,59%).

De modale shift in de verplaatsingen van de bezoekers verbeteren ten gunste van het

openbaar vervoer, de fiets en het te voet gaan (+ 1,7%).

Om die doelstellingen te realiseren zijn er acties geprogrammeerd rond informeren,

sensibiliseren en stimuleren. Er werd een toegankelijke, beveiligde en overdekte

fietsenstalling voor 8 fietsen ingericht. De capaciteit zal worden verhoogd tot 16 fietsen.

Een omkleedruimte en douchelokaal zijn er al.

Bovendien wordt het beleid om groenere wagens aan te kopen voortgezet.

Conform de reglementering zijn er ook maatregelen gepland om piekperiodes van

luchtvervuiling aan te pakken.

Het actieplan zal regelmatig worden geëvalueerd.

Het Brussels Instituut voor Milieubeheer (BIM) heeft het plan aanvaard. Het werd ook

bezorgd aan de FOD Mobiliteit. In dat kader zijn er een reeks maatregelen uitgevoerd

inzake communicatie, planning en overleg, met infobrochures, wedstrijden, vastgelegde

procedures, enz.

Page 46: MILIEUVERKLARING 2011 VAN DE FOD P&O · De FOD P&O geeft een voorbeeld voor het strategisch en participatief beheer van zijn potentieel en is een open proeftuin voor innoverende praktijken

FOD P&O – bijgewerkte milieuverklaring 2013 46

VI. Conformiteit met de milieuvergunning en met de wettelijke normen

In 2010 werd een audit uitgevoerd naar de conformiteit met de milieuvergunning. Op

basis daarvan werden er regelmatig vergaderingen belegd met de eigenaar van het

gebouw Wetstraat 51, de firma die verantwoordelijk is voor het onderhoud en de FOD. Er

werd een actieplan uitgewerkt en uitgevoerd.

De audit heeft ook geleid tot de vraag om een aanpassing van de milieuvergunning. Die

aanpassing werd in januari 2011 door het BIM bezorgd, in ruil voor bepaalde bijkomende

eisen die werden gerealiseerd en aan het BIM werden meegedeeld.

In juli 2011 werd een reglementaire milieuconformiteitsaudit uitgevoerd. Er werd geen

enkele non-conformiteit vastgesteld, met uitzondering van één punt betreffende het

ophalen van bepaald afval waarvoor een onderaannemer verantwoordelijk is. Er werden

remediërende acties ondernomen.

Op 28 februari 2012 heeft het BIM in het kader van het onderzoek van de

registratieaanvraag een nieuwe exhaustieve conformiteitscontrole van de installaties met

betrekking tot de milieuvergunning uitgevoerd. Naar aanleiding van de geformuleerde

opmerkingen zijn er aanpassingen gedaan, onder toezicht van het BIM.

Tot in juli 2012 was de firma Comase belast met het reglementaire toezicht. In 2013

verloopt vdit oortaan via de POD Duurzame Ontwikkeling. Het toezicht betreft de

milieuwetgeving die op federaal niveau en in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van

toepassing is. Alle meldingen die we krijgen worden gedocumenteerd en dit geldt tevens

voor de opvolging ervan.

De Regie der Gebouwen staat in voor de EPB "Openbaar Gebouw"-certificering.

Het directiecomité wil zich, conform het milieubeleid, volledig houden aan de

reglementering en milieuvereisten die op het comité van toepassing zijn.

CONTACTPERSOON EMAS BIJ DE FOD P&O:

Vincent Triest en Géraldine Matt

Wetstraat 51

1040 Brussel

02/7905406 02/7905948

[email protected]

Page 47: MILIEUVERKLARING 2011 VAN DE FOD P&O · De FOD P&O geeft een voorbeeld voor het strategisch en participatief beheer van zijn potentieel en is een open proeftuin voor innoverende praktijken

FOD P&O – bijgewerkte milieuverklaring 2013 47

Bijlagen:

VERKLARING VAN DE MILIEUVERIFICATEUR OVER DE VERIFICATIE- EN VALIDERINGSWERKZAAMHEDEN

[Ter nadere informatie: verklaring 2012]

AIB-Vinçotte International N.V., EMAS-milieuverificateur met registratienummer BE-V-

0016 geaccrediteerd met als reikwijdte 10, 11, 13, 16, 18, 19, 20 (excl. 20.51), 21, 22,

23, 24, 25, 26, 27, 28, 29, 30.2, 30.9, 31, 32, 33, 35, 36, 37, 38, 39, 41, 42, 43, 45, 46,

47, 49, 52, 53, 58, 59, 60, 70, 71, 74, 79, 80, 81, 82, 84, 85, 86, 87, 88, 90, 94, 95, 96,

99 (NACE-code) verklaart dat hij heeft geverifieerd of de vestiging(en) of de hele

organisatie, zoals vermeld in de bijgewerkte milieuverklaring van de organisatie Federale

Overheid Dienst Personeel en Organisatie met registratienummer BE-BXL-000026 voldoet

aan alle eisen van Verordening (EG) nr. 1221/2009 van het Europees Parlement en de

Raad van 25 november 2009 inzake de vrijwillige deelneming van organisaties aan een

communautair milieubeheer- en milieuauditsysteem (EMAS).

Met de ondertekening van deze verklaring verklaar ik dat:

- de verificatie en validering volledig overeenkomstig de voorschriften van Verordening

(EG) nr. 1221/2009 zijn uitgevoerd;

- uit het resultaat van de verificatie en validering blijkt dat er geen aanwijzingen zijn

dat niet aan de toepasselijke wettelijke milieuvoorschriften is voldaan;

- de gegevens en informatie van de bijgewerkte milieuverklaring van de organisatie

betrouwbaar, geloofwaardig en juist beeld geven van alle activiteiten van de

organisatie binnen de in de milieuverklaring vermelde reikwijdte.

Dit document is niet gelijk aan een EMAS-registratie. EMAS-registratie numer BE-BXL-

000026 kan alleen worden gedaan door een bevoegde instantie in de zin van Verordening

(EG) 1221/2009. Dit document wordt niet gebruikt als een zelfstandig stuk openbare

communicatie.

Gedaan te Brussel op 26/11/2012

Handtekening

ir. Paul OLIVIER

Voorzitter van de certificatiecommissie

Datum van de volgende update van de milieuverklaring: november 2014

Page 48: MILIEUVERKLARING 2011 VAN DE FOD P&O · De FOD P&O geeft een voorbeeld voor het strategisch en participatief beheer van zijn potentieel en is een open proeftuin voor innoverende praktijken

FOD P&O – bijgewerkte milieuverklaring 2013 48

Definities en terminologie

Definities:

Incident: plotse, onvoorziene en ongewilde gebeurtenis die de fysieke integriteit van

personen, gebouwen, uitrusting en/of het leefmilieu in gevaar brengt.

Accident: plotse, onvoorziene en ongewilde gebeurtenis die de fysieke integriteit van

gebouwen, uitrusting, voorraden en leefmilieu in gevaar brengt.

Corrigerende maatregel: maatregel die als doel heeft de oorzaken van een non-

conformiteit, een tekortkoming of enige andere bestaande ongewenste gebeurtenis weg

te werken en te verhinderen dat deze opnieuw opduikt.

Voortdurende verbetering van de resultaten behaald inzake leefmilieu: proces

dat erin bestaat jaar na jaar de kwantificeerbare resultaten van het milieubeheersysteem

verbonden met het beheer door een organisatie van haar belangrijke milieuaspecten in

functie van haar milieubeleid en haar algemene en specifieke doelstellingen te verhogen;

de verhoging van de resultaten hoeft zich niet noodzakelijkerwijs tegelijkertijd voor te

doen in alle activiteitsdomeinen.

Milieuanalyse: een eerste alomvattende analyse van de milieuaspecten, de

milieueffecten en de milieuprestaties die verband houden met de activiteiten, producten

en diensten van een organisatie.

Goedkeurder: de voorzitter van het DIRCOM van de FOD P&O

Milieuaspect: een element van de activiteiten, producten of diensten van een

organisatie dat milieueffecten heeft of kan hebben.

Belangrijk milieuaspect: een milieuaspect dat een belangrijk milieueffect heeft of kan

hebben.

Auditor: een persoon of een groep personen behorend tot een organisatie zelf, dan wel

een niet tot die organisatie behorende natuurlijke persoon of rechtspersoon, handelend in

opdracht van die organisatie, die een beoordeling uitvoert van met name het toegepaste

milieubeheersysteem en vaststelt of dit in overeenstemming is met het milieubeleid en

het programma van de organisatie, inclusief de naleving van de op het milieu

toepasselijke wettelijke voorschriften.

Interne milieuaudit: een systematische, gedocumenteerde, periodieke en objectieve

evaluatie van de milieuprestaties van een organisatie, van het beheersysteem en van de

processen die op milieubescherming gericht zijn.

Milieueffect of milieu-impact: iedere invloed op het milieu, hetzij ongunstig, hetzij

gunstig, die het gevolg is van de activiteiten, producten of diensten van een organisatie.

Beheerder (van een document): personeelslid dat aan de basis ligt van het document

en dat belast is met het toezicht op het doorgeven van de informatie die in het document

vervat zit aan de betrokken personen en op de toepassing en de archivering van het

document.

Non-conformiteit: het niet voldoen aan een voorschrift van het milieubeheersysteem.

Page 49: MILIEUVERKLARING 2011 VAN DE FOD P&O · De FOD P&O geeft een voorbeeld voor het strategisch en participatief beheer van zijn potentieel en is een open proeftuin voor innoverende praktijken

FOD P&O – bijgewerkte milieuverklaring 2013 49

Milieubeleid: de algemene plannen en het beleid van een organisatie met betrekking tot

haar milieuprestatie, zoals officieel vastgesteld door het hoogste leidinggevende niveau

van die organisatie, met inbegrip van de naleving van alle toepasselijke wettelijke

milieuvoorschriften en ook van een verbintenis tot voortdurende verbetering van de

milieuprestaties. Dit beleid biedt een kader voor maatregelen en de vaststelling van

milieudoelstellingen en streefcijfers.

Procedure: beschrijving van de specifieke methodologie die opgevolgd dient te worden

om een activiteit te verrichten of een proces te voltooien.

Milieubeheersysteem: het gedeelte van het algemene beheersysteem dat de

organisatiestructuur, planning, verantwoordelijkheden, praktijken, procedures, processen

en middelen omvat die nodig zijn voor het ontwikkelen, uitvoeren, realiseren, toetsen en

handhaven van het milieubeleid en het beheren van de milieuaspecten.

Doelstelling: een algemene, uit het milieubeleid voortvloeiende milieudoelstelling die de

FOD P&O voor zichzelf vaststelt en die waar mogelijk wordt gekwantificeerd.

Doel (specifieke milieudoelstelling): een gedetailleerde en waar mogelijk

gekwantificeerde prestatie-eis die geldt voor de hele organisatie of delen daarvan, die

voortvloeit uit de algemene milieudoelstellingen en die moet worden vastgesteld en

nageleefd om die algemene doelstellingen te verwezenlijken.

KPI: kritieke prestatie-indicator waarmee de realisatiegraad van het doel kan worden

gemeten.

Terminologie

EC: EMAS-correspondent

CEMAS: milieucoördinator

CEMASA : adjunct-EMAS-coördinator

DIRCOM: directiecomité van de FOD PO

MV: milieuverklaring

EMAS: Eco-Management and Audit-Scheme

VTE: voltijds equivalent

F: formulier

OFO: Opleidingsinstituut van de Federale Overheid

M: milieuhandleiding

P: procedures

MB: milieubeleid

MBS: milieubeheersysteem