moniteur belge belgisch staatsblad 61197...4 november 2016, met toepassing van artikel 84, 1, eerste...

40
FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG [C - 2017/11425] 28 APRIL 2017. Koninklijk besluit tot vaststelling van boek X - Werkorganisatie en bijzondere werknemerscategorieën van de codex over het welzijn op het werk FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Gelet op de arbeidswet van 16 maart 1971, artikelen 41 tot 43bis, gewijzigd bij de wet van 3 april 1995; Gelet op de wet van 24 juli 1987 betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers, de artikelen 19, derde lid, 2° en 26, eerste lid; Gelet op de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk, artikel 4, § 1, genummerd bij de wet van 7 april 1999 en gewijzigd bij de wet van 28 februari 2014 en de artikelen 12bis tot 12quater, ingevoegd bij de wet van 25 februari 2003; Gelet op het koninklijk besluit van 2 mei 1995 inzake moederschaps- bescherming; Gelet op het koninklijk besluit van 3 mei 1999 betreffende de bescherming van de jongeren op het werk; Gelet op het koninklijk besluit van 16 juli 2004 betreffende bepaalde aspecten van nacht- en ploegenarbeid die verband houden met het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk; Gelet op het koninklijk besluit van 21 september 2004 betreffende de bescherming van stagiairs; Gelet op het koninklijk besluit van 15 december 2010 tot vaststelling van maatregelen betreffende het welzijn op het werk van uitzendkrach- ten; Gelet op het advies nr. 189 van de Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk, gegeven op 11 december 2015; Gelet op het advies van het paritair comité voor de uitzendarbeid en de erkende diensten die buurtwerken of diensten leveren; Gelet op het advies nr. 60.082/1 van de Raad van State, gegeven op 4 november 2016, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1° van de gecoördineerde wetten op de Raad van State; Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Artikel 1. Boek X. - Werkorganisatie en bijzondere werknemersca- tegorieën van de codex over het welzijn op het werk wordt vastgesteld als volgt: BOEK X. WERKORGANISATIE EN BIJZONDERE WEKNEMERSCATEGORIEEN TITEL 1. NACHTARBEIDERS EN WERKNEMERS IN PLOEGENDIENST Artikel X.1-1. - Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder : 1° nachtarbeid : alle arbeid die tussen 20 en 6 uur wordt verricht; 2° nachtarbeider : iedere werknemer die nachtarbeid verricht of iedere werknemer die nachtprestaties verricht waarin zijn arbeidsrege- ling voorziet, in de zin van artikel 1 van het koninklijk besluit van 16 april 1998 tot uitvoering van de wet van 17 februari 1997 betreffende de nachtarbeid; 3° ploegenarbeid : elke regeling van de arbeid in ploegen, waarbij werknemers na elkaar op dezelfde werkplek werken, volgens een bepaald rooster, ook bij toerbeurt en al dan niet continu, met als gevolg dat de werknemers over een bepaalde periode van dagen of weken op verschillende tijden moeten werken; 4° werknemer in ploegendienst: iedere werknemer die volgens een dienstrooster in ploegenarbeid werkt. Art. X.1-2. - § 1. Onverminderd de toepassing van artikel I.2-6, verricht de werkgever een risicoanalyse van alle nacht- en ploegenar- beid om te achterhalen welke nachtprestaties bijzondere risicos of lichamelijke of geestelijke spanningen voor de werknemer met zich meebrengen, en rekening houdend met de risicos inherent aan nacht- of ploegenarbeid. SERVICE PUBLIC FEDERAL EMPLOI, TRAVAIL ET CONCERTATION SOCIALE [C - 2017/11425] 28 AVRIL 2017. Arrêté royal établissant le livre X - Organisation du travail et catégories spéciques de travailleurs du code du bien-être au travail PHILIPPE, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut. Vu la loi du 16 mars 1971 sur le travail, les articles 41 à 43bis, modifiés par la loi du 3 avril 1995; Vu la loi du 24 juillet 1987 sur le travail temporaire, le travail intérimaire et la mise de travailleurs à la disposition dutilisateurs, les articles 19, alinéa 3, 2° et 26, alinéa1 er; Vu la loi du 4 août 1996 relative au bien-être des travailleurs lors de lexécution de leur travail, larticle 4, § 1 er , numéroté par la loi du 7 avril 1999 et modifié par la loi du 28 février 2014, et les articles 12bis à 12quater, insérés par la loi du 25 février 2003; Vu larrêté royal du 2 mai 1995 concernant la protection de la maternité; Vu larrêté royal du 3 mai 1999 relatif à la protection des jeunes au travail; Vu larrêté royal du 16 juillet 2004 relatif à certains aspects du travail de nuit et du travail posté liés au bien-être des travailleurs lors de lexécution de leur travail; Vu larrêté royal du 21 septembre 2004 relatif à la protection des stagiaires; Vu larrêté royal du 15 décembre 2010 xant des mesures relatives au bien-être au travail des intérimaires; Vu lavis n° 189 du Conseil Supérieur pour la Prévention et la Protection au Travail donné le 11 décembre 2015; Vu lavis de la commission paritaire pour le travail intérimaire et les entreprises agréées fournissant des travaux ou services à proximité; Vu lavis n° 60.082/1 du Conseil dEtat donné le 4 novembre 2016, en application de larticle 84, § 1 er , alinéa1 er ,1° des lois coordonnées sur le Conseil dEtat; Sur la proposition du Ministre de lEmploi, Nous avons arrêté et arrêtons : Article 1 er . Le Livre X. - Organisation du travail et catégories spéciques de travailleurs du code du bien-être au travail est établi comme suit : « LIVRE X. ORGANISATION DU TRAVAIL ET CATEGORIES SPECIFIQUES DE TRAVAILLEURS TITRE 1 er . TRAVAILLEURS DE NUIT ET TRAVAILLEURS POSTES Article X.1-1. - Pour lapplication du présent titre, on entend par : 1° travail de nuit : tout travail qui est effectué entre 20 et 6 heures; 2° travailleur de nuit : tout travailleur qui exécute un travail de nuit ou tout travailleur qui exécute des prestations de nuit prévues par son régime de travail, au sens de larticle 1 er de larrêté royal du 16 avril 1998 dexécution de la loi du 17 février 1997 relative au travail de nuit; 3° travail posté : tout mode dorganisation du travail en équipe selon lequel des travailleurs sont occupés successivement sur les mêmes postes de travail, selon un certain rythme, y compris le rythme rotatif, et qui peut être de type continu ou discontinu, entraînant pour les travailleurs la nécessité daccomplir un travail à des heures différentes sur une période donnée de jours ou de semaines; 4° travailleur posté : tout travailleur dont lhoraire de travail sinscrit dans le cadre du travail posté. Art. X.1-2. - § 1 er . Sous réserve de lapplication de larticle I.2-6, lemployeur effectue une analyse des risques de tout travail de nuit et travail posté,an de pouvoir reconnaître quelles activités de nuit comportent des risques particuliers ou des tensions physiques ou mentales pour le travailleur, et en tenant compte des risques inhérents au travail de nuit ou posté. 61197 MONITEUR BELGE 02.06.2017 BELGISCH STAATSBLAD

Upload: others

Post on 24-Jun-2020

2 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

Page 1: MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD 61197...4 november 2016, met toepassing van artikel 84, 1, eerste lid, 1 van de geco ördineerde wetten op de Raad van State; Op de voordracht van

FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID,

ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG

[C − 2017/11425]

28 APRIL 2017. — Koninklijk besluit tot vaststelling van boek X -Werkorganisatie en bijzondere werknemerscategorieën van decodex over het welzijn op het werk

FILIP, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de arbeidswet van 16 maart 1971, artikelen 41 tot 43bis,gewijzigd bij de wet van 3 april 1995;

Gelet op de wet van 24 juli 1987 betreffende de tijdelijke arbeid, deuitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers tenbehoeve van gebruikers, de artikelen 19, derde lid, 2° en 26, eerste lid;

Gelet op de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van dewerknemers bij de uitvoering van hun werk, artikel 4, § 1, genummerdbij de wet van 7 april 1999 en gewijzigd bij de wet van 28 februari 2014en de artikelen 12bis tot 12quater, ingevoegd bij de wet van25 februari 2003;

Gelet op het koninklijk besluit van 2 mei 1995 inzake moederschaps-bescherming;

Gelet op het koninklijk besluit van 3 mei 1999 betreffende debescherming van de jongeren op het werk;

Gelet op het koninklijk besluit van 16 juli 2004 betreffende bepaaldeaspecten van nacht- en ploegenarbeid die verband houden met hetwelzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk;

Gelet op het koninklijk besluit van 21 september 2004 betreffende debescherming van stagiairs;

Gelet op het koninklijk besluit van 15 december 2010 tot vaststellingvan maatregelen betreffende het welzijn op het werk van uitzendkrach-ten;

Gelet op het advies nr. 189 van de Hoge Raad voor Preventie enBescherming op het werk, gegeven op 11 december 2015;

Gelet op het advies van het paritair comité voor de uitzendarbeid ende erkende diensten die buurtwerken of –diensten leveren;

Gelet op het advies nr. 60.082/1 van de Raad van State, gegeven op4 november 2016, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1° vande gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van de Minister van Werk,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1. Boek X. - Werkorganisatie en bijzondere werknemersca-tegorieën van de codex over het welzijn op het werk wordt vastgesteldals volgt:

“BOEK X. — WERKORGANISATIEEN BIJZONDERE WEKNEMERSCATEGORIEEN

TITEL 1. — NACHTARBEIDERS EN WERKNEMERSIN PLOEGENDIENST

Artikel X.1-1. - Voor de toepassing van deze titel wordt verstaanonder :

1° nachtarbeid : alle arbeid die tussen 20 en 6 uur wordt verricht;

2° nachtarbeider : iedere werknemer die nachtarbeid verricht ofiedere werknemer die nachtprestaties verricht waarin zijn arbeidsrege-ling voorziet, in de zin van artikel 1 van het koninklijk besluit van16 april 1998 tot uitvoering van de wet van 17 februari 1997 betreffendede nachtarbeid;

3° ploegenarbeid : elke regeling van de arbeid in ploegen, waarbijwerknemers na elkaar op dezelfde werkplek werken, volgens eenbepaald rooster, ook bij toerbeurt en al dan niet continu, met als gevolgdat de werknemers over een bepaalde periode van dagen of weken opverschillende tijden moeten werken;

4° werknemer in ploegendienst: iedere werknemer die volgens eendienstrooster in ploegenarbeid werkt.

Art. X.1-2. - § 1. Onverminderd de toepassing van artikel I.2-6,verricht de werkgever een risicoanalyse van alle nacht- en ploegenar-beid om te achterhalen welke nachtprestaties bijzondere risico’s oflichamelijke of geestelijke spanningen voor de werknemer met zichmeebrengen, en rekening houdend met de risico’s inherent aan nacht-of ploegenarbeid.

SERVICE PUBLIC FEDERAL EMPLOI,

TRAVAIL ET CONCERTATION SOCIALE

[C − 2017/11425]

28 AVRIL 2017. — Arrêté royal établissant le livre X - Organisation dutravail et catégories spécifiques de travailleurs du code du bien-êtreau travail

PHILIPPE, Roi des Belges,

A tous, présents et à venir, Salut.

Vu la loi du 16 mars 1971 sur le travail, les articles 41 à 43bis, modifiéspar la loi du 3 avril 1995;

Vu la loi du 24 juillet 1987 sur le travail temporaire, le travailintérimaire et la mise de travailleurs à la disposition d’utilisateurs, lesarticles 19, alinéa 3, 2° et 26, alinéa 1er;

Vu la loi du 4 août 1996 relative au bien-être des travailleurs lors del’exécution de leur travail, l’article 4, § 1er, numéroté par la loi du7 avril 1999 et modifié par la loi du 28 février 2014, et les articles 12bisà 12quater, insérés par la loi du 25 février 2003;

Vu l’arrêté royal du 2 mai 1995 concernant la protection de lamaternité;

Vu l’arrêté royal du 3 mai 1999 relatif à la protection des jeunes autravail;

Vu l’arrêté royal du 16 juillet 2004 relatif à certains aspects du travailde nuit et du travail posté liés au bien-être des travailleurs lors del’exécution de leur travail;

Vu l’arrêté royal du 21 septembre 2004 relatif à la protection desstagiaires;

Vu l’arrêté royal du 15 décembre 2010 fixant des mesures relatives aubien-être au travail des intérimaires;

Vu l’avis n° 189 du Conseil Supérieur pour la Prévention et laProtection au Travail donné le 11 décembre 2015;

Vu l’avis de la commission paritaire pour le travail intérimaire et lesentreprises agréées fournissant des travaux ou services à proximité;

Vu l’avis n° 60.082/1 du Conseil d’Etat donné le 4 novembre 2016, enapplication de l’article 84, § 1er, alinéa 1er, 1° des lois coordonnées surle Conseil d’Etat;

Sur la proposition du Ministre de l’Emploi,

Nous avons arrêté et arrêtons :

Article 1er. Le Livre X. - Organisation du travail et catégoriesspécifiques de travailleurs du code du bien-être au travail est établicomme suit :

« LIVRE X. — ORGANISATION DU TRAVAILET CATEGORIES SPECIFIQUES DE TRAVAILLEURS

TITRE 1er . — TRAVAILLEURS DE NUIT ET TRAVAILLEURS POSTES

Article X.1-1. - Pour l’application du présent titre, on entend par :

1° travail de nuit : tout travail qui est effectué entre 20 et 6 heures;

2° travailleur de nuit : tout travailleur qui exécute un travail de nuitou tout travailleur qui exécute des prestations de nuit prévues par sonrégime de travail, au sens de l’article 1er de l’arrêté royal du16 avril 1998 d’exécution de la loi du 17 février 1997 relative au travailde nuit;

3° travail posté : tout mode d’organisation du travail en équipe selonlequel des travailleurs sont occupés successivement sur les mêmespostes de travail, selon un certain rythme, y compris le rythme rotatif,et qui peut être de type continu ou discontinu, entraînant pour lestravailleurs la nécessité d’accomplir un travail à des heures différentessur une période donnée de jours ou de semaines;

4° travailleur posté : tout travailleur dont l’horaire de travail s’inscritdans le cadre du travail posté.

Art. X.1-2. - § 1er. Sous réserve de l’application de l’article I.2-6,l’employeur effectue une analyse des risques de tout travail de nuit ettravail posté, afin de pouvoir reconnaître quelles activités de nuitcomportent des risques particuliers ou des tensions physiques oumentales pour le travailleur, et en tenant compte des risques inhérentsau travail de nuit ou posté.

61197MONITEUR BELGE — 02.06.2017 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 2: MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD 61197...4 november 2016, met toepassing van artikel 84, 1, eerste lid, 1 van de geco ördineerde wetten op de Raad van State; Op de voordracht van

§ 2. Om de prestaties te achterhalen die bijzondere risico’s oflichamelijke of geestelijke spanningen met zich meebrengen moet dewerkgever in zijn risicoanalyse volgende punten vaststellen, naderbepalen en evalueren :

1° de oorzaken en de graad van de verminderde waakzaamheid vande werknemer, die reeds zelf is verminderd omwille van de biologischedesactivering tijdens de nacht;

2° de oorzaken en graad van de verhoging van de biologischeactivering, veroorzaakt door de nachtprestatie die bijzondere risico’s oflichamelijke of geestelijke spanningen met zich meebrengt.

Een indicatieve lijst van de onder 1° en 2° bedoelde prestaties isopgenomen in bijlage X.1-1.

Art. X.1-3.- § 1. Als uit de resultaten van de in artikel X.1-2 bedoelderisicoanalyse blijkt dat een bepaalde nachtprestatie bijzondere risico’sof lichamelijke of geestelijke spanningen met zich meebrengt, moet dewerkgever maatregelen nemen door waarborgen in te bouwen, zoals:

1° zorgen voor een gezondheidstoezicht dat specifiek is afgestemd opde bijzondere risico’s en op de lichamelijke of geestelijke spanningenbedoeld in artikel X.1-2, § 2;

2° aanpassen van de werkposten op basis van ergonomische criteria;

3° de risico’s inherent aan alle nacht- en ploegenarbeid in overwegingnemende, de bijzondere risico’s en de lichamelijke of geestelijkespanningen zo veel mogelijk beperken, rekening houdend met detoevoeging van die risico’s en de samenvoeging van hun effecten.

§ 2. De door de werkgever te nemen maatregelen zoals bepaald in § 1worden vooraf ter advies voorgelegd aan het Comité en makenintegraal deel uit van het globaal preventieplan, zoals bedoeld inartikel I.2-8.

Art. X.1-4.- De nachtarbeiders of de werknemers in ploegendienstzijn werknemers die een activiteit met welbepaald risico uitoefenenzoals bepaald in artikel I.4-1, § 2, 3°.

Art. X.1-5.- § 1. De werkgever onderwerpt de nachtarbeiders en dewerknemers in ploegendienst aan een voorafgaande gezondheidsbe-oordeling, zoals bedoeld in artikel I.4-25, alvorens zij voor nacht- ofploegenarbeid worden ingezet, waarbij hij nagaat of de individueleeigenschappen van de werknemer verenigbaar zijn met alle risico’swaarmee nachtarbeid of ploegenarbeid gepaard gaat.

§ 2. De nachtarbeiders en de werknemers in ploegendienst bij wie dein artikel X.1-2 bedoelde risicoanalyse geen andere risico’s heeftaangetoond dan die waarmee nachtarbeid of ploegenarbeid gepaardgaat, worden om de drie jaar, of elk jaar indien het Comité het vraagt,aan een periodieke gezondheidsbeoordeling onderworpen, overeen-komstig de bepalingen van artikel I.4-29.

Indien deze werknemers 50 jaar zijn of ouder, kunnen zij elk jaar eenperiodieke gezondheidsbeoordeling vragen.

§ 3. Wanneer de in artikel X.1-2 bedoelde risicoanalyse bijzondererisico’s of lichamelijke of geestelijke spanningen heeft aangetoond,zoals bedoeld in artikel X.1-2, § 2, wordt de periodieke gezondheids-beoordeling jaarlijks verricht en met gerichte onderzoeken aangevuld.

Die gerichte onderzoeken bestaan in de opsporing van de vroegtij-dige en omkeerbare effecten van de met nacht- en ploegenarbeidgepaard gaande schade zoals slaapstoornissen, neuropsychologischestoornissen, gastro-intestinale aandoeningen, cardiovasculaire aandoe-ningen en fysieke vermoeidheid.

Art. X.1-6.- De werkgever moet er via gepaste organisatorischemaatregelen voor zorgen dat de interne of externe dienst in voldoendemate beschikbaar zijn voor de nachtarbeiders en de werknemers inploegendienst om die werknemers een graad van bescherming van hungezondheid te garanderen die is afgestemd op de aard van hun werk engelijkwaardig is aan die van de andere werknemers.

Hij moet eveneens de nodige maatregelen nemen om die werkne-mers de passende eerste hulpverlening te verschaffen.

Art. X.1-7.- De werkgever zorgt ervoor dat aan de nachtarbeider ende werknemer in ploegendienst informatie wordt verstrekt over :

1° de risico’s waarmee nacht- of ploegenarbeid gepaard gaat, en overde bijzondere risico’s of lichamelijke of geestelijke spanningen, bedoeldin artikel X.1-2, § 2;

2° de maatregelen genomen bij toepassing van artikel X.1-3;

3° de wijze waarop de beschikbaarheid van de interne of externedienst alsook de verstrekking van de eerste hulp wordt georganiseerd.

§ 2. Pour pouvoir reconnaître les activités qui comportent des risquesparticuliers ou des tensions physiques ou mentales, l’employeur doitdéfinir, déterminer et évaluer les points suivants dans son analyse desrisques :

1° les causes et le degré de la diminution de vigilance du travailleur,elle-même déjà diminuée du fait de la situation de désactivationbiologique pendant la nuit;

2° les causes et le degré de l’augmentation de l’activation biologiqueengendrée par l’activité de nuit comportant des risques particuliers oudes tensions physiques ou mentales.

Une liste indicative d’activités visées aux 1° et 2° figure à l’annexe X.1-1.

Art. X.1-3.- § 1er. Si les résultats de l’analyse des risques visée àl’article X.1-2 révèlent une activité de nuit comportant des risquesparticuliers ou des tensions physiques ou mentales, l’employeur esttenu de prendre des mesures, en fixant des garanties, telles que :

1° assurer une surveillance de santé spécifiquement axée sur lesrisques particuliers et les tensions physiques ou mentales, visés àl’article X.1-2, § 2;

2° aménager les postes de travail en fonction des critères ergonomi-ques;

3° en considérant les risques inhérents à tout travail de nuit ou posté,réduire au niveau le plus bas possible les risques particuliers et lestensions physiques ou mentales, en tenant compte de l’addition de cesrisques et de la combinaison de leurs effets.

§ 2. Les mesures à prendre par l’employeur, telles que fixées au § 1er,sont soumises à l’avis préalable du Comité, et font partie intégrante duplan global de prévention, tel que visé à l’article I.2-8.

Art. X.1-4.- Les travailleurs de nuit ou postés sont des travailleursexerçant une activité à risque défini, telle que définie à l’article I.4-1, § 2,3°.

Art. X.1-5.- § 1er. L’employeur soumet les travailleurs de nuit et lestravailleurs postés à une évaluation de santé préalable, telle que viséeà l’article I.4-25, avant leur affectation à un travail de nuit ou posté, enprenant en considération la compatibilité entre les caractéristiquesindividuelles du travailleur et tous les risques liés au travail de nuit ouposté.

§ 2. Les travailleurs de nuit et les travailleurs postés pour lesquelsl’analyse des risques visée à l’article X.1-2 n’a pas révélé d’autresrisques que ceux inhérents au travail de nuit ou posté, sont soumis àune évaluation de santé périodique conforme aux prescriptions del’article I.4-29, tous les trois ans, ou tous les ans si le Comité le demande.

Si ces travailleurs ont 50 ans ou plus, ils peuvent demander àbénéficier de l’évaluation de santé périodique tous les ans.

§ 3. Lorsque l’analyse des risques visée à l’article X.1-2 a révélé desrisques particuliers ou des tensions physiques ou mentales tels quevisés à l’article X.1-2, § 2, l’évaluation de santé périodique est annuelleet est complétée par des examens dirigés.

Ces examens dirigés consistent en un dépistage des effets précoces etréversibles des dommages liés au travail de nuit et posté portantnotamment sur les troubles du sommeil, les troubles neuro-psychologiques, les affections gastro-intestinales et cardio-vasculaires,et la fatigue physique.

Art. X.1-6.- L’employeur doit assurer, par des mesures organisation-nelles appropriées, une disponibilité suffisante du service interne ouexterne pour les travailleurs de nuit et les travailleurs postés, afin degarantir à ces travailleurs un niveau de protection de leur santé adaptéà la nature de leur travail et équivalent à celui des autres travailleurs.

Il doit aussi prendre les mesures nécessaires pour dispenser à cestravailleurs les premiers secours appropriés.

Art. X.1-7.- L’employeur s’assure que le travailleur de nuit ou postéreçoit des informations portant sur :

1° les risques inhérents au travail de nuit ou posté, et sur les risquesparticuliers ou les tensions physiques ou mentales, visés à l’arti-cle X.1-2, § 2;

2° les mesures prises en application de l’article X.1-3;

3° la manière dont est organisée la disponibilité du service interne ouexterne ainsi que l’organisation des premiers secours.

61198 MONITEUR BELGE — 02.06.2017 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 3: MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD 61197...4 november 2016, met toepassing van artikel 84, 1, eerste lid, 1 van de geco ördineerde wetten op de Raad van State; Op de voordracht van

TITEL 2. — UITZENDARBEID

HOOFDSTUK I. — Toepassingsgebied en definities

Art. X.2-1.- § 1. Deze titel is van toepassing op de arbeidsbetrekkin-gen bedoeld in hoofdstuk II van de wet van 24 juli 1987 betreffende detijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen vanwerknemers ten behoeve van gebruikers.

§ 2. Voor zover er in deze titel niet wordt van afgeweken, zijn deoverige bepalingen van de codex van toepassing.

Art. X.2-2.- Voor de toepassing van de bepalingen van deze titelwordt verstaan onder:

1° werkpostfiche: de werkpostfiche uitzendarbeid zoals beschrevenin artikel X.2-3, § 2;

2° gebruiker: de persoon bij wie een uitzendkracht ter beschikkingwordt gesteld;

3° kantoor: plaatselijke vestiging van een uitzendbureau.

HOOFDSTUK II. — Werkpostfiche

Art. X.2-3.- § 1. Onder voorbehoud van de toepassing van artikel 17van voormelde wet van 24 juli 1987, moet de gebruiker vóór deterbeschikkingstelling van de uitzendkracht, aan het uitzendbureau alleinlichtingen verstrekken betreffende de vereiste beroepskwalificatie ende specifieke kenmerken van de werkpost.

§ 2. Met het oog hierop stelt de gebruiker een werkpostfiche op,waarvan een model als bijlage X.2-1 is toegevoegd, voor elke uitzend-kracht die tewerkgesteld wordt op een werkpost of functie waarvoorgezondheidstoezicht verplicht is.

De werkpostfiches worden opgesteld in samenwerking met debevoegde preventieadviseur van de interne dienst en depreventieadviseur-arbeidsgeneesheer.

De gebruiker vermeldt op de werkpostfiche tenminste de volgendeinlichtingen die gebaseerd zijn op de risicoanalyse, bedoeld in artikel I.2-6 :

1° de unieke identificatie van de werkpostfiche evenals de datumwaarop deze is ingevuld, zoals bedoeld in rubriek A van bijlage X.2-1;

2° zijn gegevens, zoals bedoeld in rubriek B van bijlage X.2-1;

3° de precieze beschrijving van de eigenschappen van de werkpost ofde functie, zoals bedoeld in rubriek E van bijlage X.2-1;

4° de onmiddellijke toepassing van de maatregelen verbonden aan demoederschapsbescherming, zoals bedoeld in rubriek F van bij-lage X.2-1;

5° de aanduiding van de verplichting van gezondheidstoezicht, zoalsbedoeld in rubriek G van bijlage X.2-1;

6° wanneer het gezondheidstoezicht verplicht is, de aanduiding vande aard van de werkpost of activiteit, door in voorkomend geval deaard van het specifieke risico aan te duiden, waarvan de lijst zichbevindt in rubriek G van bijlage X.2-1;

7° de aard van de werkkledij of PBM die moeten gedragen worden,waarvan de lijst zich bevindt in rubriek H van bijlage X.2—1;

8° in voorkomend geval, de aanduiding van de aard van de vereisteopleiding, bedoeld in rubriek I van bijlage X.2-1;

§ 3. De gebruiker vraagt het advies van het Comité over dewerkpostfiche en bezorgt deze vervolgens aan het uitzendbureau.

Art. X.2-4.- Het uitzendbureau vermeldt de volgende inlichtingen opde werkpostfiche :

1° zijn gegevens en de datum van de afgifte van een kopie aan deuitzendkracht, zoals bedoeld in rubriek C van bijlage X.2-1;

2° de gegevens van de uitzendkracht, zoals bedoeld in rubriek D vanbijlage X.2-1.

Art. X.2-5.- § 1. De gegevensuitwisseling tussen de gebruiker en hetuitzendbureau met betrekking tot de werkpostfiche voltrekt zich op demeest aangewezen manier.

De vorm van de werkpostfiche, waarvan de minimale inhoudvastgelegd is in bijlage X.2-1, is vrij.

§ 2. Het uitzendbureau houdt, tijdens de duur van de tewerkstellingvan de uitzendkracht bij een gebruiker, een naar behoren ingevuldexemplaar van de werkpostfiche bij en bezorgt hiervan een kopie aande uitzendkracht.

Het uitzendbureau houdt de werkpostfiches ter beschikking van depreventieadviseur-arbeidsgeneesheer en de met het toezicht belasteambtenaar, op de meest toegankelijke wijze.

TITRE 2. — TRAVAIL INTERIMAIRE

CHAPITRE Ier. — Champ d’application et définitions

Art. X.2-1.- § 1er. Le présent titre s’applique à la relation de travailvisée au chapitre II de la loi du 24 juillet 1987 sur le travail temporaire,le travail intérimaire et la mise de travailleurs à la dispositiond’utilisateurs.

§ 2. Pour autant que le présent titre n’y déroge pas, les autresdispositions du code sont d’application.

Art. X.2-2.- Pour l’application des dispositions du présent titre, onentend par :

1° fiche de poste : la fiche de poste de travail intérimaire telle quedécrite à l’article X.2-3, § 2;

2° utilisateur : la personne chez qui un intérimaire est mis àdisposition;

3° agence : implantation locale d’une entreprise de travail intéri-maire.

CHAPITRE II. — Fiche de poste de travail

Art. X.2-3.- § 1er. Sous réserve de l’application de l’article 17 de la loiprécitée du 24 juillet 1987, avant qu’un intérimaire ne soit mis àdisposition, l’utilisateur fournit à l’entreprise de travail intérimairetoutes les informations concernant les qualifications et conditionsprofessionnelles exigées et les caractéristiques spécifiques du poste detravail.

§ 2. A cet effet, l’utilisateur établit une fiche de poste de travail dontun modèle figure à l’annexe X.2-1, pour chaque intérimaire qui estoccupé à un poste de travail ou une fonction, pour lesquels lasurveillance de santé est obligatoire.

Les fiches de poste de travail sont établies en association avec leconseiller en prévention compétent du service interne et le conseiller enprévention-médecin du travail.

L’utilisateur mentionne sur la fiche de poste de travail au moins lesinformations suivantes qui sont basées sur l’analyse des risques visée àl’article I.2-6 :

1° l’identification unique de la fiche de poste de travail et la date àlaquelle elle est complétée, visées à la rubrique A de l’annexe X.2-1;

2° ses coordonnées, visées à la rubrique B de l’annexe X.2-1;

3° la description détaillée des caractéristiques du poste de travail oude la fonction, visées à la rubrique E de l’annexe X.2-1;

4° l’application immédiate des mesures liées à la protection de lamaternité, visées à la rubrique F de l’annexe X.2-1;

5° l’indication de l’obligation de la surveillance de santé, visée à larubrique G de l’annexe X.2-1;

6° si la surveillance de santé est obligatoire, l’indication du type deposte de travail ou d’activité, en mentionnant, le cas échéant, la naturedu risque spécifique, dont la liste figure à la rubrique G de l’annexe X.2-1;

7° le type de vêtements de travail ou d’EPI qui doivent être portés,dont la liste figure à la rubrique H de l’annexe X.2-1;

8° l’indication, le cas échéant, du type de formation dispensée, viséeà la rubrique I de l’annexe X.2-1;

§ 3. L’utilisateur demande l’avis du Comité sur la fiche de poste detravail et la transmet ensuite à l’entreprise de travail intérimaire.

Art. X.2-4.- L’entreprise de travail intérimaire fournit les informationssuivantes sur la fiche de poste de travail;

1° ses coordonnées et la date de remise d’une copie à l’intérimaire,visées à la rubrique C de l’annexe X.2-1;

2° les coordonnées de l’intérimaire, visées à la rubrique D del’annexe X.2-1.

Art. X.2-5.- § 1er. L’échange de données entre l’utilisateur etl’entreprise de travail intérimaire relatives à la fiche de poste a lieu dela manière la plus appropriée.

La forme de la fiche de poste de travail, dont le contenu minimal estfixé à l’annexe X.2-1, est libre.

§ 2. L’entreprise de travail intérimaire, pendant la durée d’occupationde l’intérimaire chez un utilisateur, conserve un exemplaire dûmentcomplété de la fiche de poste de travail, et en remet une copie àl’intérimaire.

L’entreprise de travail intérimaire tient les fiches de poste de travailà la disposition du conseiller en prévention-médecin du travail et dufonctionnaire chargé de la surveillance, de la manière la plus accessible.

61199MONITEUR BELGE — 02.06.2017 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 4: MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD 61197...4 november 2016, met toepassing van artikel 84, 1, eerste lid, 1 van de geco ördineerde wetten op de Raad van State; Op de voordracht van

De gebruiker houdt, tijdens de duur van de tewerkstelling van deuitzendkracht, de werkpostfiches ter beschikking van de persoon belastmet het onthaal, bedoeld in artikel X.2-11, § 1, van de bevoegdepreventieadviseur van de interne dienst en de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer en van de met het toezicht belaste ambtenaar, op demeest toegankelijke wijze.

HOOFDSTUK III. — Gezondheidstoezicht en verdelingvan de verplichtingen

Art. X.2-6.- In afwijking van artikel II.3-2, eerste lid, kan eenuitzendbureau voor zijn uitzendkrachten een beroep doen op meerdereexterne diensten, voor zover er per kantoor steeds een beroep wordtgedaan op dezelfde externe dienst.

Meerdere uitzendbureaus kunnen voor hun uitzendkrachten geza-menlijk een beroep doen op dezelfde externe dienst voor één ofmeerdere kantoren.

Art. X.2-7.- § 1. Het uitzendbureau gaat na of de uitzendkrachtarbeidsgeschikt werd verklaard voor de betrokken werkpost of functieen vergewist zich van de geldigheidsduur van de arbeidsgeschiktheidvan de uitzendkracht vóór elke tewerkstelling, via raadpleging van decentrale gegevensbank, bedoeld in artikel X.2-13.

Indien een gezondheidsbeoordeling nodig is vóór de tewerkstellingof wanneer de geldigheidsduur van de arbeidsgeschiktheid verstrekenis, bezorgt het uitzendbureau aan de uitzendkracht een formulier“verzoek om gezondheidstoezicht over de werknemers” bestemd voorde preventieadviseur-arbeidsgeneesheer van de externe dienst van hetuitzendbureau, overeenkomstig de procedure vastgelegd in artikel I.4-10.

Bij deze aanvraag wordt een kopie van de werkpostfiche gevoegd dieaan het gezondheidsdossier van de uitzendkracht wordt gevoegd.

§ 2. In afwijking van § 1, kan de gezondheidsbeoordeling wordenuitgevoerd door de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer van de internedienst van de gebruiker of van de externe dienst bij wie hij isaangesloten, al naargelang het geval.

§ 3. De verklaring van arbeidsgeschiktheid en de duur ervan wordenvastgelegd door middel van het formulier voor de gezondheidsbeoor-deling bedoeld in artikel I.4-46, en worden ingevoegd in de centralegegevensbank, bedoeld in artikel X.2-13, § 3.

Art. X.2-8.- Bij elke gezondheidsbeoordeling moet de betrokkenpreventieadviseur-arbeidsgeneesheer in het bezit zijn van alle nuttigeinlichtingen, inzonderheid van de werkpostfiche, zodat hij een duide-lijk overzicht heeft van de risico’s waaraan de uitzendkracht wordtblootgesteld.

Art. X.2-9.- Het uitzendbureau is verantwoordelijk voor de nalevingvan de reglementaire bepalingen inzake de inentingen.

Het uitzendbureau is verantwoordelijk voor de naleving van debepalingen betreffende de moederschapsbescherming, met uitzonde-ring van de maatregelen die de gebruiker moet nemen in toepassingvan artikel 42, § 1, eerste lid, 1° en 3° en § 2 van de arbeidswet van16 maart 1971.

Art. X.2-10.- De gebruiker zorgt ervoor dat het werk wordt uitge-voerd in de beste omstandigheden, opdat de uitzendkracht hetzelfdeniveau van bescherming geniet als de andere werknemers van deonderneming.

De gebruiker neemt, voorafgaand aan elke door een uitzendkrachtnieuw uitgeoefende activiteit, de volgende maatregelen :

1° zich vergewissen van de bijzondere beroepskwalificatie van deuitzendkracht;

2° zonder kosten voor de uitzendkracht ter beschikking stellen vande werkkledij overeenkomstig de bepalingen van boek IX, titel 3;

3° zonder kosten voor de uitzendkracht ter beschikking stellen vanpassende PBM overeenkomstig de bepalingen van boek IX, titel 2;

4° nagaan of de uitzendkracht die onderworpen is aan gezondheids-toezicht medisch geschikt werd verklaard om de te begeven werkpostof functie te bekleden aan de hand van het formulier voor degezondheidsbeoordeling of een afdruk uit de centrale gegevensbank,bedoeld in artikel X.2-13.

Art. X.2-11.- § 1. De gebruiker of een lid van de hiërarchische lijn datvoor het onthaal door de gebruiker werd aangeduid :

1° geeft elke uitzendkracht de relevante informatie over inzonder-heid :

a) alle risico’s verbonden aan de werkpost;

b) de verplichtingen van de hiërarchische lijn;

c) de opdrachten en de bevoegdheden van de interne dienst;

d) de toegang tot de sociale voorzieningen;

L’utilisateur, pendant la durée d’occupation de l’intérimaire, tient lesfiches de poste de travail à la disposition de la personne chargée del’accueil, visée à l’article X.2-11, § 1er, du conseiller en préventioncompétent du service interne et du conseiller en prévention-médecindu travail et du fonctionnaire chargé de la surveillance, de la manièrela plus accessible.

CHAPITRE III. — Surveillance de santé et répartition des obligations

Art. X.2-6.- Par dérogation à l’article II.3-2, alinéa 1er, une entreprisede travail intérimaire peut, pour ses intérimaires, faire appel à plusieursservices externes, pour autant que par agence, il soit toujours fait appelau même service externe.

Plusieurs entreprises de travail intérimaire peuvent, pour leursintérimaires, faire appel ensemble au même service externe pour une ouplusieurs agences.

Art. X.2-7.- § 1er. L’entreprise de travail intérimaire vérifie sil’intérimaire a été déclaré apte au travail pour le poste de travail ou lafonction concernés et s’assure de la durée de validité de l’aptitude autravail de l’intérimaire avant chaque mise au travail, en consultant labase de données centralisée visée à l’article X.2-13.

Si une évaluation de santé est nécessaire avant la mise au travail, oulorsque la durée de validité de l’aptitude au travail est dépassée,l’entreprise de travail intérimaire remet à l’intérimaire un formulaire de“demande de surveillance de santé des travailleurs″ à l’intention duconseiller en prévention-médecin du travail du service externe del’entreprise de travail intérimaire, conformément à la procédure fixée àl’article I.4-10.

Une copie de la fiche de poste de travail est jointe à cette demande etest versée au dossier de santé de l’intérimaire.

§ 2. En dérogation au § 1er, l’évaluation de santé peut être effectuéepar le conseiller en prévention-médecin du travail du service interne del’utilisateur ou du service externe auquel il est affilié, selon le cas.

§ 3. La validité de l’aptitude au travail et sa durée sont établies aumoyen du formulaire d’évaluation de santé visé à l’article I.4-46, et sontintroduites dans la base de données centralisée conformément à l’articleX.2-13, § 3.

Art. X.2-8.- Lors de chaque évaluation de santé, le conseiller enprévention-médecin du travail concerné doit être en possession detoutes les informations utiles, notamment de la fiche de poste de travail,de sorte qu’il ait un aperçu précis des risques auxquels l’intérimaire estexposé.

Art. X.2-9.- L’entreprise de travail intérimaire est responsable del’observation des dispositions réglementaires concernant les vaccina-tions.

L’entreprise de travail intérimaire est responsable de l’observationdes dispositions relatives à la protection de la maternité, à l’exceptiondes mesures que l’utilisateur est tenu de prendre en application del’article 42, § 1er, alinéa 1er, 1° et 3°, et § 2 de la loi du 16 mars 1971 surle travail.

Art. X.2-10.- L’utilisateur veille à ce que le travail soit exécuté dans lesmeilleures circonstances, afin que l’intérimaire bénéficie du mêmeniveau de protection que celui dont bénéficient les autres travailleurs del’entreprise.

Préalablement à toute nouvelle activité exercée par un intérimaire,l’utilisateur prend les mesures suivantes :

1° s’assurer de la qualification professionnelle particulière de l’inté-rimaire;

2° mettre gratuitement à disposition de l’intérimaire les vêtements detravail, conformément aux dispositions du livre IX, titre 3;

3° mettre gratuitement à disposition de l’intérimaire les EPI adéquats,conformément aux dispositions du livre IX, titre 2;

4° vérifier, pour un intérimaire soumis à la surveillance de santé, qu’ila été reconnu médicalement apte à occuper le poste ou la fonction àpourvoir, au moyen du formulaire d’évaluation de santé ou d’une copiede la base de données centralisée, visée à l’article X.2-13.

Art. X.2-11.- § 1er. L’utilisateur ou un membre de la ligne hiérarchiquedésigné par l’utilisateur pour s’occuper de l’accueil :

1° donne à chaque intérimaire les informations pertinentes notam-ment sur :

a) tous les risques liés au poste de travail;

b) les obligations de la ligne hiérarchique;

c) les missions et les compétences du service interne;

d) l’accès aux équipements sociaux;

61200 MONITEUR BELGE — 02.06.2017 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 5: MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD 61197...4 november 2016, met toepassing van artikel 84, 1, eerste lid, 1 van de geco ördineerde wetten op de Raad van State; Op de voordracht van

e) de wijze van uitoefening van het recht op de spontane raadpleging;

f) de organisatie van de eerste hulpverlening;

g) de lokalisatie van de gevaarlijke toegangszones en de maatregelengenomen in spoedgevallen en in geval van ernstig en onmiddellijkgevaar;

2° bezorgt aan de uitzendkracht de specifieke veiligheidsinstructiesdie nodig zijn om de risico’s eigen aan de werkpost of activiteit en derisico’s verbonden aan de arbeidsplaats te voorkomen;

3° neemt de nodige maatregelen opdat de uitzendkracht eenvoldoende en aangepaste opleiding krijgt overeenkomstig artikel I.2-21.

§ 2. De persoon belast met het onthaal bedoeld in § 1, oefent de takenuit bedoeld in artikel I.2-11, tweede lid, 9°.

De werkpostfiche of een register dat het identificatienummer van defiche bevat, kan dienen als document bedoeld in artikel I.2-11,tweede lid, 9°.

§ 3. Zodra een uitzendkracht tewerkgesteld is, verwittigt de gebrui-ker de bevoegde preventieadviseur van de interne dienst en depreventieadviseur-arbeidsgeneesheer en betrekt hen bij de in ditartikel bedoelde bijzondere maatregelen.

Art. X.2-12.- De gebruiker vergewist er zich van dat de betrokkeninterne of externe dienst, in toepassing van de artikelen II.1-5 en II.1-6,in het bijzonder de volgende taken verricht :

1° de arbeidsplaatsen bezoeken en de werkpost onderzoeken die deuitzendkracht bezet of zal bezetten met het oog op de opmaak van dewerkpostfiche;

2° een eventuele collectieve aanpassing van deze werkpost voorstel-len;

3° het uitvoeren van de gezondheidsbeoordelingen bedoeld inartikel X.2-7, § 2, en in voorkomend geval de spontane raadplegingen.

HOOFDSTUK IV. — Centrale gegevensbank

Art. X.2-13.- § 1. Er wordt een centrale gegevensbank opgerichtovereenkomstig de wet van 8 december 1992 tot bescherming van depersoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoons-gegevens, met minstens de gegevens vermeld in het model dat alsbijlage X.2-2 is toegevoegd, voor elke uitzendkracht die onderworpen isaan gezondheidstoezicht. Deze gegevensbank heeft voornamelijk totdoel de opvolging van het gezondheidstoezicht toe te laten, nuttelozeherhalingen van gezondheidsbeoordelingen te vermijden en de uitwis-seling van gegevens te vergemakkelijken.

§ 2. Deze gegevensbank wordt beheerd door de centrale preventie-dienst voor de sector van de uitzendarbeid, zoals bedoeld in hetkoninklijk besluit van 4 december 1997 tot oprichting van een centralepreventiedienst voor de sector van de uitzendarbeid. Dit beheer bestaatuit het vastleggen van de modaliteiten voor het opstellen, de werking,de controle, de bewaring van en de toegang tot deze gegevens,overeenkomstig de bepalingen van deze titel.

§ 3. De interne en externe diensten van de uitzendbureaus en degebruikers zijn gehouden hun respectieve gegevens bedoeld in § 1onder elektronische vorm zoals vastgelegd door het paritair comitévoor de uitzendarbeid over te maken aan voormelde preventiedienstbelast met het centrale beheer.

HOOFDSTUK V. — Organisatie van de kosten

Art. X.2-14.- De overeenkomst gesloten tussen het uitzendbureau ende externe dienst waarbij het uitzendbureau is aangesloten voor hetuitvoeren van de taken die de externe dienst moet leveren in toepassingvan deze titel en, in voorkomend geval, de overeenkomst tussen hetuitzendbureau en de gebruiker voor het uitvoeren van de takenbedoeld in artikel X.2-7, § 2, stellen het tarief vast voor deze taken.

De overeenkomst gesloten tussen de gebruiker en de externe dienstwaarbij hij is aangesloten voor het uitvoeren van de taken die deexterne dienst moet leveren in toepassing van deze titel, stelt het tariefvast voor deze taken.

Art. X.2-15.- § 1. Elk uitzendbureau is aan het Sociaal Fonds voor deuitzendkrachten opgericht door het paritair comité voor de uitzendar-beid, een forfaitaire bijdrage verschuldigd per voltijds equivalenttewerkgestelde uitzendkracht.

Deze forfaitaire bijdrage stemt, voor een uitzendkracht die alsarbeider wordt tewerkgesteld, overeen met 47,54 EUR.

Deze bijdrage stemt, voor een uitzendkracht die als bediende wordttewerkgesteld, overeen met 9,50 EUR.

De bijdragen bedoeld in de leden 2 en 3 worden geïndexeerdovereenkomstig de bepalingen van artikel II.3-20.

e) la manière d’exercer le droit à la consultation spontanée;

f) l’organisation des premiers secours;

g) la localisation des zones d’accès dangereux et les mesures prises ensituation d’urgence et en cas de danger grave et immédiat;

2° fournit à l’intérimaire les instructions de sécurité spécifiques quisont nécessaires pour prévenir les risques propres au poste de travail ouà l’activité, et les risques liés au lieu de travail;

3° prend les mesures nécessaires pour que l’intérimaire reçoive uneformation suffisante et adaptée, conformément à l’article I.2-21.

§ 2. La personne chargée de l’accueil visée au § 1er, exerce les tâchesvisées à l’article I.2-11, alinéa 2, 9°.

La fiche de poste de travail ou un registre mentionnant le numérod’identification de la fiche, peut servir de document visé à l’articleI.2-11, alinéa 2, 9°.

§ 3. Dès qu’un intérimaire est mis au travail, l’utilisateur avertit leconseiller en prévention compétent du service interne et le conseiller enprévention-médecin du travail, et les associe à la prise des mesuresparticulières visées au présent article.

Art. X.2-12.- L’utilisateur s’assure que le service interne ou le serviceexterne concerné, en application des articles II.1-5 et II.1-6, accomplis-sent notamment les tâches suivantes :

1° visiter les lieux de travail et étudier le poste de travail auquell’intérimaire est ou sera affecté en vue de la rédaction de la fiche deposte;

2° proposer une éventuelle adaptation collective de ce poste detravail;

3° pratiquer les évaluations de santé visées à l’article X.2-7, § 2, et lecas échéant les consultations spontanées.

CHAPITRE IV. — Base de données centralisée

Art. X.2-13.- § 1er. Une base de données centralisée, qui contient aumoins les données reprises dans le modèle fixé à l’annexe X.2-2, estconstituée conformément à la loi du 8 décembre 1992 relative à laprotection de la vie privée à l’égard des traitements de données àcaractère personnel, pour chaque intérimaire soumis à la surveillancede santé. Cette base de données a notamment pour but de permettre lesuivi de la surveillance de santé, d’éviter des répétitions inutilesd’évaluations de santé et de faciliter l’échange de données.

§ 2. Cette base de données est gérée par le service central deprévention pour le secteur du travail intérimaire, tel que visé parl’arrêté royal du 4 décembre 1997 visant à établir un service central deprévention pour le secteur du travail intérimaire. Cette gestion consisteà déterminer les modalités de rédaction, de fonctionnement, d’accès, decontrôle et de conservation des données, conformément aux disposi-tions du présent titre.

§ 3. Les services internes et externes des entreprises de travailintérimaire et des utilisateurs sont tenus de transmettre les donnéesrespectives visées au § 1er au service précité chargé de la gestioncentrale, sous format électronique déterminé par la commissionparitaire pour le travail intérimaire.

CHAPITRE V. — Organisation des coûts

Art. X.2-14.- Le contrat conclu entre l’entreprise de travail intérimaireet le service externe auquel cette entreprise est affiliée, pour l’exécutiondes tâches que le service externe doit remplir en application du présenttitre, et le cas échéant, le contrat entre l’entreprise de travail intérimaireet l’utilisateur pour l’exécution des tâches visées à l’article X.2-7, § 2,fixent le tarif pour ces tâches.

Le contrat conclu entre l’utilisateur et le service externe auquel il estaffilié, pour l’exécution des tâches que le service externe doit remplir enapplication du présent titre, fixe le tarif pour ces tâches.

Art. X.2-15.- § 1er. Chaque entreprise de travail intérimaire estredevable envers le Fonds social pour les intérimaires, institué par lacommission paritaire pour le travail intérimaire, d’une cotisationforfaitaire par intérimaire occupé en équivalent temps plein.

Cette cotisation forfaitaire correspond, pour un intérimaire occupé enéquivalent temps plein comme ouvrier, à 47,54 EUR.

Cette cotisation correspond, pour un intérimaire occupé en équiva-lent temps plein comme employé, à 9,50 EUR.

Les cotisations visées aux alinéas 2 et 3 sont indexées, conformémentaux dispositions de l’article II.3-20.

61201MONITEUR BELGE — 02.06.2017 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 6: MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD 61197...4 november 2016, met toepassing van artikel 84, 1, eerste lid, 1 van de geco ördineerde wetten op de Raad van State; Op de voordracht van

§ 2. Voor de berekening van het aantal tewerkgestelde uitzendkrach-ten, wordt rekening gehouden met het aantal voltijds equivalenttewerkgestelde uitzendkrachten dat is tewerkgesteld in het jaar voor-afgaand aan dat waarvoor de bijdrage moet worden vastgesteld.

Het aantal voltijds equivalent tewerkgestelde uitzendkrachten wordtvastgesteld door middel van een jaargemiddelde dat verkregen wordtdoor het aantal aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid aangegevendagen te delen door het aantal werkdagen, met afronding naar boven.

§ 3. Het Sociaal Fonds voor de uitzendkrachten, bedoeld in § 1,bepaalt, overeenkomstig de bepalingen van de wet van 7 januari 1958betreffende de Fondsen voor bestaanszekerheid :

1° de voorwaarden en nadere regels betreffende de betaling van debijdragen verschuldigd door de uitzendbureaus;

2° de voorwaarden en nadere regels betreffende de terugbetaling aanhet uitzendbureau van de kosten verbonden aan het gezondheidstoe-zicht dat daadwerkelijk werd uitgevoerd;

3° de verhoging van de bijdragen bedoeld in § 1;

4° de voorwaarden en nadere regels voor de bestemming van debijdragen die overblijven na de terugbetaling bedoeld in 2°;

5° de voorwaarden en nadere regels van het beheer van de centralegegevensbank.

HOOFDSTUK VI. — Verbodsbepalingen

Art. X.2-16.- Het is verboden uitzendkrachten te werk te stellen :

1° aan afbraakwerken van asbest en verwijdering van asbest;

2° aan de werkzaamheden bedoeld in het koninklijk besluit van14 januari 1992 houdende reglementering van begassingen.

Art. X.2-17.- Het is de gebruiker en het uitzendbureau verboden eenuitzendkracht tewerk te stellen aan een werkpost of functie waarvoorgeen werkpostfiche werd opgesteld en waarover de uitzendkracht nietgeïnformeerd werd, wanneer deze werkpostfiche moet worden opge-steld in toepassing van artikel X.2-3, § 2.

Art. X.2-18.- Het is de gebruiker verboden een uitzendkracht tewerkte stellen aan een andere werkpost of functie indien deze werkpost ofdeze functie andere risico’s inhoudt dan deze die vermeld zijn op dewerkpostfiche, en die impliceren dat een werkpostfiche wordt opge-steld, in toepassing van artikel X.2-3, § 2.

TITEL 3. — JONGEREN OP HET WERK

HOOFDSTUK I. — Toepassingsgebied en definities

Art. X.3-1.- Deze titel is van toepassing op de in artikel I.1-2 bedoeldepersonen, voor zover het de jongeren op het werk betreft.

Art. X.3-2.- Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder :

1° jongere op het werk :

a) elke persoon van 15 tot 18 jaar, die niet meer onderworpen is aande voltijdse leerplicht en die tewerkgesteld wordt krachtens eenarbeidsovereenkomst of die, anders dan krachtens een arbeidsovereen-komst, arbeid verricht onder het gezag van een ander persoon;

b) elke persoon die niet meer onderworpen is aan de vol-tijdse leerplicht en die tewerkgesteld wordt krachtens een leerovereen-komst;

c) elke persoon die niet meer onderworpen is aan de voltijdseleerplicht en die arbeid verricht krachtens een overeenkomst geslotenin het kader van een opleidingstraject;

d) een leerling of student die een studierichting volgt waarvan hetopleidingsprogramma voorziet in een vorm van arbeid die in deonderwijsinstelling wordt verricht;

e) een student-werknemer die tewerkgesteld wordt in het kader vaneen arbeidsovereenkomst voor tewerkstelling van studenten bedoeld intitel VII van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkom-sten;

2° opleidingstraject : elk traject dat bestaat uit een theoretische en/ofalgemene vorming in een opleidingsinstelling en die aangevuld wordtmet een praktische opleiding bij een werkgever.

HOOFDSTUK II. — Risicoanalyse en preventiemaatregelen

Art. X.3-3.- § 1. Onverminderd de bepalingen van artikel I.2-6, moetde werkgever een analyse uitvoeren van de risico’s waaraan jongerenbij hun arbeid blootgesteld zijn, met het oog op het beoordelen van allerisico’s voor de veiligheid, de lichamelijke en geestelijke gezondheid ofde ontwikkeling, ten gevolge van een gebrek aan ervaring, doordat zijzich van het gevaar niet bewust zijn of doordat hun ontwikkeling nogniet is voltooid.

§ 2. Pour le calcul du nombre d’intérimaires occupés, il est tenucompte du nombre d’intérimaires occupés en équivalents temps pleindans le courant de l’année précédant celle pour laquelle la cotisationdoit être établie.

Le nombre d’intérimaires occupés en équivalents temps plein estétabli au moyen d’une moyenne annuelle obtenue en divisant lenombre total de jours déclarés à l’Office national de Sécurité sociale parle nombre de jours ouvrables, en arrondissant à l’unité supérieure.

§ 3. Le Fonds social pour les intérimaires, visé au § 1er, détermine,conformément aux dispositions de la loi du 7 janvier 1958 concernantles Fonds de sécurité d’existence :

1° les conditions et modalités plus précises concernant le paiementdes cotisations dues par les entreprises de travail intérimaire;

2° les conditions et modalités plus précises concernant le rembour-sement aux entreprises de travail intérimaire des coûts liés à lasurveillance de santé qui a été effectivement réalisée;

3° l’augmentation des cotisations visées au § 1er;

4° les conditions et modalités plus précises pour l’affectation desmontants qui subsistent après le remboursement visé au 2°;

5° les conditions et modalités plus précises de la gestion de la base dedonnées centralisée.

CHAPITRE VI. — Interdictions

Art. X.2-16.- Il est interdit d’occuper des intérimaires :

1° à des travaux de démolition d’amiante et de retrait de l’amiante;

2° aux travaux visés par l’arrêté royal du 14 janvier 1992 réglemen-tant les fumigations.

Art. X.2-17.- Il est interdit à l’utilisateur et à l’entreprise de travailintérimaire d’occuper un intérimaire à un poste ou à une fonction pourlesquels aucune fiche de poste de travail n’a été dressée et dontl’intérimaire n’a pas été informé, lorsque cette fiche de poste de travaildoit être établie en application de l’article X.2-3, § 2.

Art. X.2-18.- Il est interdit à l’utilisateur d’affecter un intérimaire à unautre poste de travail ou à une autre fonction si ce poste ou cettefonction comprend d’autres risques que ceux mentionnés sur la fiche deposte de travail, et qui impliquent qu’une fiche de poste de travail soitétablie, en application de l’article X.2-3, § 2.

TITRE 3. — JEUNES AU TRAVAIL

CHAPITRE Ier. — Champ d’application et définitions

Article X.3-1.- Le présent titre s’applique aux personnes visées àl’article I.1-2 pour autant que cela concerne les jeunes au travail.

Art. X.3-2.- Pour l’application du présent titre, on entend par :

1° jeune au travail :

a) toute personne de 15 à 18 ans qui n’est plus soumise à l’obligationscolaire à temps plein et qui est occupée en vertu d’un contrat de travailou qui, autrement qu’en vertu d’un contrat de travail, exécute desprestations de travail sous l’autorité d’une autre personne;

b) toute personne qui n’est plus soumise à l’obligation scolaire àtemps plein et qui est occupée en vertu d’un contrat d’apprentissage;

c) toute personne qui n’est plus soumise à l’obligation scolaire àtemps plein et qui effectue un travail en vertu d’un contrat conclu dansle cadre d’un parcours de formation;

d) un élève ou un étudiant qui suit des études pour lesquelles leprogramme d’études prévoit une forme de travail qui est effectué dansl’établissement d’enseignement;

e) un étudiant travailleur qui est occupé dans le cadre d’un contrat detravail pour une occupation d’étudiants visé au titre VII de la loi du3 juillet 1978 relative aux contrats de travail;

2° parcours de formation : tout parcours se composant d’uneformation théorique et/ou d’une formation générale dans un établis-sement de formation, et qui est complété par une formation pratiquechez un employeur.

CHAPITRE II. — Analyse des risques et mesures de prévention

Art. X.3-3.- § 1er. Sans préjudice des dispositions visées à l’articleI.2-6, l’employeur doit effectuer une analyse des risques existants pourles jeunes et liés à leur travail, afin d’évaluer tout risque éventuel pourla sécurité, la santé physique et mentale ou le développement, résultantd’un manque d’expérience, de l’absence de la conscience de l’existencedu danger, ou du développement non encore achevé des jeunes.

61202 MONITEUR BELGE — 02.06.2017 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 7: MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD 61197...4 november 2016, met toepassing van artikel 84, 1, eerste lid, 1 van de geco ördineerde wetten op de Raad van State; Op de voordracht van

De analyse vindt plaats voordat de jongeren met hun arbeidbeginnen; zij moet ten minste eens per jaar worden hernieuwd ofgewijzigd, alsook bij elke belangrijke wijziging van de werkpost.

§ 2. Die analyse moet het mogelijk maken in elk geval de agentia teherkennen waaraan de jongeren op het werk kunnen worden blootge-steld, de procédés en werkzaamheden waarbij ze kunnen wordenbetrokken en de plaatsen waar ze aanwezig kunnen zijn, bedoeld in debijlage X.3-1.

Om elke activiteit te identificeren die een specifiek risico kaninhouden, moet de werkgever daartoe de volgende punten vaststellen,nader bepalen en evalueren :

a) uitrusting en inrichting van de arbeidsplaats en de werkpost;

b) aard, intensiteit en duur van de blootstelling aan chemische,fysische en biologische agentia;

c) ordening, keuze en gebruik van agentia en arbeidsmiddelen, metname van machines, apparatuur en toestellen, en de bedieningdaarvan;

d) organisatie van de arbeid, dat wil zeggen regeling van arbeidsme-thoden en arbeidsprocédés, en de wisselwerking daartussen;

e) niveau van opleiding en voorlichting van de jongeren op het werk.

Art. X.3-4.- § 1. De werkgever is ertoe gehouden de nodigepreventiemaatregelen te treffen voor de bescherming van de gezond-heid en de veiligheid van de jongeren op het werk, zodat zij beschermdzijn tegen elk risico dat hun veiligheid, lichamelijke of geestelijkegezondheid, of ontwikkeling kan schaden.

§ 2. Wanneer op grond van de in artikel X.3-3 bedoelde risicoanalyseeen risico is gebleken, past de werkgever de voor de situatie van debetrokken jongere passende maatregelen toe, waarbij hij rekeninghoudt met de samenvoeging of het gecombineerde effect ervan.

§ 3. De in § 2 bedoelde maatregelen bestaan in :

1° de preventiemaatregelen bedoeld in artikel I.2-7;

2° de in artikel X.3-8 tot X.3-12 voorgeschreven maatregelen.

Art. X.3-5.- De werkgever verricht de in artikel X.3-3 bedoelderisicoanalyse en bepaalt de in artikel X.3-4 bedoelde te nemenmaatregelen in samenwerking met de bevoegde preventieadviseur.

Art. X.3-6.- De resultaten van de risicoanalyse en de te nemenmaatregelen worden opgenomen in het globaal preventieplan bedoeldin artikel I.2-8.

Art. X.3-7.- De werkgever licht de jongeren op het werk in overmogelijke risico’s en over alle maatregelen ter bescherming van hungezondheid en veiligheid.

Vooraleer de jongeren op het werk te werk te stellen, neemt dewerkgever, na advies van de preventieadviseur belast met de leidingvan de interne dienst of de afdeling ervan en na advies van het Comitéde nodige maatregelen inzake onthaal en begeleiding van dezejongeren, zulks met het oog op de bevordering van hun aanpassing enintegratie in de werkomgeving en om er voor te zorgen dat zij in staatzijn hun arbeid naar behoren uit te oefenen.

HOOFDSTUK III. — Verbodsbepalingen

Art. X.3-8.- Het is verboden jongeren op het werk arbeid te latenverrichten die als gevaarlijk wordt beschouwd, zoals die :

1° welke de jongeren, objectief gezien, lichamelijk of psychisch nietaankunnen;

2° waardoor de jongeren blootgesteld worden aan giftige of kanker-verwekkende stoffen, stoffen die erfelijke genetische veranderingenveroorzaken, stoffen die tijdens de zwangerschap schadelijke gevolgenhebben voor de foetus of die voor de mens anderszins schadelijkechronische werking hebben;

3° welke blootstelling aan ioniserende straling meebrengen;

4° welke risicofactoren voor ongevallen inhouden waarvan vermoedkan worden dat jongeren, doordat ze nog niet veel inzicht hebben inveiligheid of onervaren of onvoldoende opgeleid zijn, deze meestal nietbeseffen of kunnen voorkomen;

5° welke de jongeren blootstellen aan extreme koude of hitte, of aanlawaai of trillingen.

Het verbod bedoeld in het eerste lid is in elk geval van toepassingop :

1° arbeid die blootstelling meebrengt aan de chemische, fysische enbiologische agentia bedoeld in de punten A.1, A.2 en A.3, a) en b) vande bijlage X.3-1;

2° arbeid waarbij het niet mogelijk is door analyse vast te stellen of degrenswaarden voor de chemische agentia bedoeld in punt A.3, c) vande bijlage X.3-1, voortdurend worden nageleefd;

Cette analyse doit être effectuée avant que les jeunes commencentleur travail; elle doit être renouvelée et adaptée au moins une fois paran ainsi que lors de toute modification importante du poste de travail.

§ 2. Cette analyse doit permettre de reconnaître dans tous les cas lesagents auxquels les jeunes au travail peuvent être exposés, les procédéset travaux auxquels ils peuvent être occupés et les endroits auxquels ilspeuvent être présents, visés à l’annexe X.3-1.

L’employeur doit définir, déterminer et évaluer les points suivantspour pouvoir identifier toute activité susceptible de présenter un risquespécifique :

a) l’équipement et l’aménagement du lieu de travail et du poste detravail;

b) la nature, le degré et la durée de l’exposition aux agents chimiques,physiques et biologiques;

c) l’aménagement, le choix et l’utilisation d’agents et d’équipementsde travail, notamment de machines, d’appareils et d’engins, ainsi queleur manipulation;

d) l’organisation du travail, c’est-à-dire l’aménagement des procédésde travail et du déroulement du travail et leur interaction;

e) l’état de la formation et de l’information des jeunes au travail.

Art. X.3-4.- § 1er. L’employeur est tenu de prendre les mesures deprévention nécessaires pour la protection de la santé et de la sécuritédes jeunes au travail afin qu’ils soient protégés contre tout risquesusceptible de nuire à leur sécurité, leur santé physique ou mentale, ouleur développement.

§ 2. Lorsqu’un risque a été révélé sur base de l’analyse des risquesvisée à l’article X.3-3, l’employeur met en œuvre les mesures appro-priées à la situation du jeune concerné, en tenant compte de leuraddition ou de la combinaison de leurs effets.

§ 3. Les mesures visées au § 2 constituent :

1° les mesures de prévention visées à l’article I.2-7;

2° les mesures prescrites aux articles X.3-8 à X.3-12.

Art. X.3-5.- L’employeur effectue l’analyse des risques visée à l’articleX.3-3 et détermine les mesures à prendre visées à l’article X.3-4, encollaboration avec le conseiller en prévention compétent.

Art. X.3-6.- Les résultats de l’analyse des risques et les mesures àprendre sont consignés dans le plan global de prévention visé àl’article I.2-8.

Art. X.3-7.- L’employeur informe les jeunes au travail des risqueséventuels et de toutes les mesures prises en ce qui concerne leur santéet sécurité.

Avant d’occuper les jeunes au travail, l’employeur prend, après avisdu conseiller en prévention chargé de la direction du service interne oude la section de ce service, et après avis du comité, les mesuresnécessaires relatives à l’accueil et à l’accompagnement de ces jeunes autravail, en vue de promouvoir leur adaptation et leur intégration dansle milieu de travail et afin de veiller à ce qu’ils soient à même d’effectuerleur travail convenablement.

CHAPITRE III. — Interdictions

Art. X.3-8.- Il est interdit d’occuper des jeunes au travail à des travauxconsidérés comme dangereux, tels que ceux qui :

1° vont objectivement au-delà des capacités physiques ou psycholo-giques des jeunes;

2° impliquent une exposition à des agents toxiques, cancérigènes,causant des altérations génétiques héréditaires, ayant des effets néfastespour le fœtus pendant la grossesse ou ayant tout autre effet néfastechronique sur l’être humain;

3° impliquent une exposition à des rayonnements ionisants;

4° présentent des facteurs de risques d’accident dont on peutsupposer que des jeunes, du fait de leur manque du sens de la sécuritéou de leur manque d’expérience ou de formation, ne peuvent lesidentifier ou les prévenir;

5° qui exposent à des températures extrêmes de froid ou de chaud, ouà des bruits ou vibrations.

L’interdiction visée à l’alinéa 1er s’applique dans tous les cas :

1° aux travaux qui impliquent une exposition aux agents chimiques,physiques, et biologiques visés à l’annexe X.3-1, points A.1, A.2 et A.3,a) et b);

2° aux travaux dont il n’est pas possible de constater par l’analyseque les valeurs limites pour les agents chimiques visés à l’annexe X.3-1,point A.3, c), sont constamment respectées;

61203MONITEUR BELGE — 02.06.2017 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 8: MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD 61197...4 november 2016, met toepassing van artikel 84, 1, eerste lid, 1 van de geco ördineerde wetten op de Raad van State; Op de voordracht van

3° de procédés en werkzaamheden bedoeld in punt B van debijlage X.3-1;

4° de aanwezigheid van jongeren op het werk op de plaatsenopgesomd in punt C van de bijlage X.3-1.

Art. X.3-9.- De in artikel X.3-8, tweede lid, 2° bedoelde vaststellingvan de voortdurende naleving van de grenswaarde kan maar wordengedaan als het arbeidsproces zodanig is ontworpen dat de grenswaardegedurende een lange periode niet wordt overschreden.

Dit is het geval zodra een van de volgende voorwaarden is vervuld :

1° wanneer het arbeidsproces als dusdanig is erkend door deMinister;

2° wanneer, door voortdurende automatische meting gekoppeld aaneen alarmsysteem en bijbehorende maatregelen, is gewaarborgd dat degrenswaarden niet worden overschreden;

3° wanneer uit de meting blijkt dat de concentraties niet hoger liggendan een vierde van de 8-uur-grenswaarde, terwijl terzelfder tijd dekortetijdswaarden worden nageleefd.

HOOFDSTUK IV. — Afwijkingen

Art. X.3-10.- § 1. Het verbod bedoeld in artikel X.3-8 is niet vantoepassing op de personen bedoeld in artikel X.3-2, 1°, a), indien devolgende voorwaarden worden vervuld :

1° deze personen zijn tenminste 16 jaar oud;

2° de werkgever zorgt ervoor dat deze personen een specifieke enadequate opleiding hebben ontvangen in functie van de sector waarinde activiteit wordt uitgevoerd of ziet er op toe dat zij de nodigeberoepsopleiding hebben ontvangen;

3° de werkgever treft de preventiemaatregelen bedoeld in arti-kel X.3-4, vergewist zich ervan dat deze preventiemaatregelen effectiefzijn en door een lid van de hiërarchische lijn, aangewezen door dezewerkgever, of door de werkgever zelf, worden gecontroleerd;

4° de werkgever ziet er op toe dat de activiteiten en de aanwezigheidop de plaatsen bedoeld in artikel X.3-8, tweede lid enkel kunnen plaatsvinden in het bijzijn van een ervaren werknemer.

§ 2. Het verbod bedoeld in artikel X.3-8 is niet van toepassing op depersonen bedoeld in artikel X.3-2, 1°, b), c) en d), indien de volgendevoorwaarden worden vervuld :

1° de activiteiten of de aanwezigheid op de plaatsen bedoeld inartikel X.3-8, tweede lid zijn onontbeerlijk voor hun beroepsopleiding;

2° de werkgever treft de maatregelen bedoeld in § 1, 3° en 4°.

Art. X.3-11.- § 1. In afwijking van artikel X.3-10 is het verbod bedoeldin artikel X.3-8 niet van toepassing op de studenten-werknemers die18 jaar zijn of ouder, onder de volgende voorwaarden :

1° zij worden niet betrokken bij het besturen van gemotoriseerdetransportwerktuigen;

2° hun studierichting stemt overeen met de werkzaamheden waar-voor de verbodsbepaling geldt;

3° de werkgever vraagt, alvorens de studenten-werknemers tewerkte stellen, het advies van het Comité en de bevoegde preventieadviseur.

§ 2. Voor de toepassing van § 1 wordt onder gemotoriseerdtransportwerktuig verstaan, alle voertuigen op wielen, uitgezonderdvoertuigen op rails, die zijn bestemd voor het vervoeren, trekken,duwen, heffen of stapelen en het wegzetten in stellingen van lasten vanongeacht welke aard en die worden bediend door een bestuurder diehetzij naast het transportwerktuig meeloopt, hetzij meerijdt op eenspeciaal ingerichte op het chassis bevestigde of meestijgende bestuur-dersplaats.

Nochtans mogen de studenten-werknemers die ouder zijn dan18 jaar niet-stapelende gemotoriseerde transportwerktuigen met geringehefhoogte bedienen, onder de volgende voorwaarden :

1° het betreft een platformtruck, d.w.z. een transportwerktuig waarbijde last op een vast platform of op een andere niet-hefbare inrichtingwordt vervoerd, of een palettruck, d.w.z. een niet-stapelende heftruckmet geringe hefhoogte met een gesteunde vork voor het vervoer vanpallets, of een platformheftruck, d.w.z. een heftruck met een hefplat-form met geringe hefhoogte of andere inrichting voor het vervoerenvan lasten;

2° overeenkomstig de bepalingen betreffende het gebruik vanmobiele arbeidsmiddelen, inzonderheid artikel IV.3-7, neemt de werk-gever de nodige maatregelen om zich er van te verzekeren dat destudenten-werknemers die belast worden met de bediening van dezetoestellen, voldoende zin voor verantwoordelijkheid hebben en zij eenadequate opleiding hebben gekregen voor het veilig besturen van dezearbeidsmiddelen;

3° aux procédés et travaux visés à l’annexe X.3-1, point B;

4° à la présence de jeunes au travail aux endroits énumérés àl’annexe X.3-1, point C.

Art. X.3-9.- La constatation visée à l’article X.3-8, alinéa 2, 2°, durespect constant de la valeur limite ne peut être faite que lorsque leprocessus de travail est conçu de telle manière que la valeur limite n’estpas dépassée pendant une longue période.

Ceci est le cas dès qu’une des conditions suivantes est remplie :

1° lorsque le processus de travail est reconnu comme tel par leMinistre;

2° lorsqu’il est assuré, par un mesurage automatique continu lié à unsystème d’alarme et des mesures y afférentes, que les valeurs limites nesont pas dépassées;

3° lorsqu’il ressort du mesurage que les concentrations ne dépassentpas le quart de la valeur limite pour 8 heures, tandis qu’en mêmetemps, les valeurs limites de courte durée sont respectées.

CHAPITRE IV. — Dérogations

Art. X.3-10.- § 1er. L’interdiction visée à l’article X.3-8 n’est pasd’application aux personnes visées à l’article X.3-2, 1°, a), si lesconditions suivantes sont remplies :

1° ces personnes sont âgées d’au moins 16 ans;

2° l’employeur veille à ce que ces personnes aient reçu une formationspécifique et adéquate en fonction du secteur dans lequel l’activité estexécutée ou vérifie qu’ils aient reçu la formation professionnellenécessaire;

3° l’employeur prend les mesures de prévention visées à l’articleX.3-4, s’assure que ces mesures de prévention sont effectives etcontrôlées par un membre de la ligne hiérarchique désigné parl’employeur, ou par l’employeur lui-même;

4° l’employeur veille à ce que les activités et la présence aux endroits,telles que visées à l’article X.3-8, alinéa 2, ne puissent avoir lieu qu’enprésence d’un travailleur expérimenté.

§ 2. L’interdiction visée à l’article X.3-8 n’est pas d’application auxpersonnes visées à l’article X.3-2, 1°, b), c) et d), si les conditionssuivantes sont remplies :

1° les activités ou la présence aux endroits, telles que visées à l’articleX.3-8, alinéa 2, sont indispensables à leur formation professionnelle;

2° l’employeur prend les mesures visées au § 1er, 3° et 4°.

Art. X.3-11.- § 1er. Par dérogation à l’article X.3-10, l’interdiction viséeà l’article X.3-8 ne s’applique pas aux étudiants-travailleurs de 18 ansou plus, sous les conditions suivantes :

1° ils ne sont pas occupés à la conduite des chariots de manutentionautomoteurs;

2° l’orientation de leurs études correspond aux travaux auxquels ladisposition d’interdiction s’applique;

3° l’employeur demande l’avis du comité et du conseiller enprévention compétent, avant de mettre au travail les étudiants-travailleurs.

§ 2. Pour l’application du § 1er on entend par chariot de manutentionautomoteur, tout véhicule à roues, à l’exclusion de ceux roulant sur desrails, destiné à transporter, tracter, pousser, élever, gerber ou stocker encasiers, des charges de toute nature, commandé par un conducteurcirculant à pied à proximité du chariot ou par un conducteur porté surun poste de conduite spécialement aménagé, fixé au châssis ouélevable.

Néanmoins, les étudiants-travailleurs de plus de 18 ans peuventconduire des chariots automoteurs non gerbeurs à petite levée, sous lesconditions suivantes :

1° il s’agit d’un porteur, c’est-à-dire un chariot de manutentionportant sa charge sur une plate-forme fixe ou sur un équipement nonélévateur, ou d’un chariot pour palettes, c’est-à-dire un chariotélévateur non gerbeur à petite levée muni d’une fourche portée pour letransport de palettes, ou d’un chariot à plate-forme, c’est-à-dire unchariot élévateur à petite levée muni d’une plate-forme ou d’un autredispositif pour le transport de charges;

2° conformément aux dispositions concernant l’utilisation des équi-pements de travail mobiles, notamment l’article IV.3-7, l’employeurprend les mesures nécessaires afin de s’assurer que les étudiants-travailleurs chargés de la conduite de ces appareils ont suffisamment lesens des responsabilités et ont reçu une formation adéquate pour laconduite en sécurité de ces équipements de travail;

61204 MONITEUR BELGE — 02.06.2017 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 9: MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD 61197...4 november 2016, met toepassing van artikel 84, 1, eerste lid, 1 van de geco ördineerde wetten op de Raad van State; Op de voordracht van

3° de bedieningsorganen van de toestellen moeten van een type zijndat een permanente actie van de bestuurder vereist en moeten wanneerze aan zichzelf overgelaten worden, automatisch in de neutrale standterugkeren en de rem in werking stellen;

4° de snelheid van het rijden in onbelaste toestand en op vlak terreinis beperkt tot 6 km/uur voor de toestellen met meelopende bestuurderen tot 16 km/uur voor de toestellen met meerijdende bestuurder.

In afwijking van het tweede lid, mogen gemotoriseerde transport-werktuigen met geringe hefhoogte met meelopende bestuurder waar-van de snelheid beperkt is tot 6 km/uur ook bediend worden doorstudenten-werknemers vanaf 16 jaar tot 18 jaar.

De term “met geringe hefhoogte” duidt op het heffen van de last opeen hoogte die juist voldoende is om deze last vrij te kunnen vervoeren.

HOOFDSTUK V. — Gezondheidstoezicht

Art. X.3-12.- § 1. De werkgever zorgt voor passend gezondheidstoe-zicht op de jongeren op het werk, overeenkomstig de bepalingen vanboek I, titel 4 en staat in voor de kosten ervan.

§ 2. Bovendien onderwerpt de werkgever voor het begin van detewerkstelling de volgende jongeren steeds aan een voorafgaandegezondheidsbeoordeling bedoeld in artikel I.4-27 :

1° de jongeren op het werk die op het ogenblik van het begin van huntewerkstelling de leeftijd van 18 jaar nog niet bereikt hebben;

2° de jongeren op het werk die nachtarbeid verrichten;

3° de jongeren op het werk die in toepassing van hoofdstuk IV,blootgesteld worden aan de agentia en procédés of tewerkgesteldworden aan de werkzaamheden of op de plaatsen waar er een specifiekrisico bestaat voor hun gezondheid en waarvan de niet-limitatieve lijstis opgenomen in bijlage X.3-1.

De in het eerste lid bedoelde jongeren worden onderworpen aan eenperiodieke gezondheidsboordeling overeenkomstig de bepalingen vanboek I, titel 4, hoofdstuk IV, afdeling 2.

§ 3. De bepalingen van dit artikel treden, wat de toepassing ervan opde leerlingen en studenten bedoeld in artikel X.3-2, 1°, d) betreft, inwerking op de datum bepaald door de Koning.

TITEL 4. — STAGIAIRS

HOOFDSTUK I. — Toepassingsgebied en definities

Art. X.4-1.- Deze titel is van toepassing op de werkgevers, de stagiairsen de onderwijsinstellingen.

Art. X.4-2.- Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder :

1° stagiair : elke leerling of student die in het kader van eenleerprogramma georganiseerd door een onderwijsinstelling, daadwer-kelijk arbeid verricht bij een werkgever, in gelijkaardige omstandighe-den als de werknemers in dienst van die werkgever, en dit met het oogop het opdoen van beroepservaring;

2° werkgever : de werkgever die de stagiair tewerkstelt;

3° onderwijsinstelling : elke instelling die onderwijs verschaft, metuitzondering van de instellingen die de beroepsopleidingen organise-ren bedoeld in artikel 2, § 1, tweede lid, 1°, b) van de wet;

4° passend gezondheidstoezicht : het gezondheidstoezicht zoalsbedoeld in artikel X.3-12, § 1;

5° specifiek gezondheidstoezicht : het gezondheidstoezicht zoalsbedoeld in artikel X.3-12, § 2;

6° type van gezondheidstoezicht : het passend gezondheidstoezichtof het specifiek gezondheidstoezicht.

HOOFDSTUK II. — Verplichtingen van de werkgever inzake risicoanalyseen preventiemaatregelen

Art. X.4-3.- De werkgever voert overeenkomstig artikel X.3-3 eenanalyse uit van de risico’s waaraan de stagiairs kunnen wordenblootgesteld en stelt de preventiemaatregelen vast die moeten in achtgenomen worden.

Bij het vaststellen van deze preventiemaatregelen past hij debepalingen van de artikelen X.3-4, X.3-8, X.3-9 en X.3-10, § 2 toe.

Art. X.4-4.- De werkgever stelt de onderwijsinstelling in kennis vande resultaten van de risicoanalyse bedoeld in artikel X.4-3.

Die resultaten vermelden inzonderheid, al naargelang het geval :

1° ofwel dat elk type van gezondheidstoezicht overbodig is, intoepassing van artikel I.4-3, § 2;

2° ofwel dat het passend gezondheidstoezicht van toepassing is;

3° ofwel dat het specifiek gezondheidstoezicht van toepassing is;

4° in voorkomend geval, de aard van de verplichte inentingen;

5° de noodzaak onmiddellijk preventiemaatregelen te treffen dieverband houden met de moederschapsbescherming.

3° les organes de commande des appareils doivent être d’un type quiexige une action permanente du conducteur et doivent retournerautomatiquement à la position neutre dès qu’on cesse d’agir sur eux, etactionne le frein;

4° la vitesse de translation à vide et en palier est limitée à 6 km/hpour les appareils à conducteur accompagnant et à 16 km/h pour lesappareils à conducteur porté.

En dérogation à l’alinéa 2, les chariots automoteurs non gerbeurs àpetite levée avec conducteur accompagnant dont la vitesse est limitée à6 km/h peuvent être conduits par des étudiants-travailleurs de 16 à18 ans.

Le terme “à petite levée” signifie élever la charge à une hauteur justesuffisante pour permettre son transport sans entrave.

CHAPITRE V. — Surveillance de la santé

Art. X.3-12.- § 1er. L’employeur assure la surveillance de santéappropriée des jeunes au travail, conformément aux dispositions dulivre I, titre 4, et il en supporte les coûts.

§ 2. En outre, avant le début de leur occupation, l’employeur soumetles jeunes au travail suivants à une évaluation de santé préalable, viséeà l’article I.4-27 :

1° les jeunes au travail qui, au moment où débute leur occupation,n’ont pas encore atteint l’âge de 18 ans;

2° les jeunes au travail qui effectuent un travail de nuit;

3° les jeunes au travail qui, en application du chapitre IV, sontexposés aux agents et procédés ou qui sont occupés aux travaux ouprésents aux endroits où il existe un risque spécifique pour leur santéet dont la liste non-limitative figure à l’annexe X.3-1.

Les jeunes visés à l’alinéa 1er sont soumis à une évaluation de santépériodique, conformément aux dispositions du livre I, titre 4, chapitreIV, section 2.

§ 3. Les dispositions du présent article entrent en vigueur à la datefixée par le Roi, en ce qui concerne leur application aux élèves etétudiants visés à l’article X.3-2, 1°, d).

TITRE 4. — STAGIAIRES

CHAPITRE Ier. — Champ d’application et définitions

Art. X.4-1.- Le présent titre s’applique aux employeurs, aux stagiaireset aux établissements d’enseignement.

Art. X.4-2.- Pour l’application du présent titre, on entend par :

1° stagiaire : tout élève ou étudiant qui, dans le cadre d’unprogramme de l’enseignement organisé par un établissement d’ensei-gnement, exerce effectivement un travail chez un employeur, dans desconditions similaires que les travailleurs occupés par cet employeur, envue d’acquérir une expérience professionnelle;

2° employeur : l’employeur qui occupe le stagiaire;

3° établissement d’enseignement : toute institution qui dispense unenseignement, à l’exception des institutions qui organisent les forma-tions professionnelles visées à l’article 2, § 1er, alinéa 2, 1°, b) de la loi;

4° surveillance de santé appropriée : la surveillance de santé telle quevisée à l’article X.3-12, § 1er;

5° surveillance de santé spécifique : la surveillance de santé telle quevisée à l’article X.3-12, § 2;

6° type de surveillance de santé : la surveillance de santé appropriéeou la surveillance de santé spécifique.

CHAPITRE II. — Obligations de l’employeur relatives à l’analyse des risqueset aux mesures de prévention

Art. X.4-3.- L’employeur effectue, conformément à l’article X.3-3, uneanalyse des risques auxquels les stagiaires peuvent être exposés etdétermine les mesures de prévention à respecter.

En déterminant ces mesures de prévention, il applique les disposi-tions des articles X.3-4, X.3-8, X.3-9 et X.3-10, § 2.

Art. X.4-4.- L’employeur informe l’établissement d’enseignement desrésultats de l’analyse des risques visée à l’article X.4-3.

Ces résultats indiquent notamment, selon le cas :

1° soit que tout type de surveillance de santé est inutile, enapplication de l’article I.4-3, § 2;

2° soit que la surveillance de santé appropriée s’applique;

3° soit que la surveillance de santé spécifique s’applique;

4° le cas échéant, la nature des vaccinations obligatoires;

5° la nécessité de mesures de prévention immédiates liées à laprotection de la maternité.

61205MONITEUR BELGE — 02.06.2017 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 10: MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD 61197...4 november 2016, met toepassing van artikel 84, 1, eerste lid, 1 van de geco ördineerde wetten op de Raad van State; Op de voordracht van

Art. X.4-5.- Vooraleer een stagiair te werk te stellen op een werkpostof aan een activiteit waarvoor een type van gezondheidstoezichtnoodzakelijk is, verstrekt de werkgever aan de stagiair en aan deonderwijsinstelling waar deze stagiair is ingeschreven, een documentdat informatie bevat betreffende :

1° de beschrijving van de werkpost of de activiteit die een passendgezondheidstoezicht vereist;

2° alle toe te passen preventiemaatregelen;

3° de aard van het risico dat een specifiek gezondheidstoezichtvereist;

4° de verplichtingen die de stagiair moet naleven in verband met derisico’s eigen aan de werkpost of de activiteit;

5° in voorkomend geval, de aangepaste opleiding met het oog op detoepassing van de preventiemaatregelen.

Dit document wordt ter beschikking gehouden van de met hettoezicht belaste ambtenaar.

Art. X.4-6.- § 1. Wanneer uit de risicoanalyse blijkt dat de stagiairwordt tewerkgesteld aan een activiteit waarvoor een type van gezond-heidstoezicht van toepassing is, zorgt de werkgever ervoor dat dit typevan gezondheidstoezicht wordt uitgevoerd.

Bovendien onderwerpt hij de stagiair, in voorkomend geval, aan deinentingen of aan de dosimetrische controle, indien de stagiair,rekening houdend met het verbod bedoeld in artikel X.3-8, wordtblootgesteld aan ioniserende stralingen.

Elk type van gezondheidstoezicht wordt uitgevoerd door het depar-tement of de afdeling belast met het medisch toezicht van de interne ofexterne dienst van de werkgever.

§ 2. In afwijking van § 1, derde lid, kan de werkgever voor deuitvoering van het gezondheidstoezicht van de stagiairs een beroepdoen op de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer van de interne ofexterne dienst van de onderwijsinstelling.

Een exemplaar van het formulier voor de gezondheidsbeoordelingafgeleverd door deze preventieadviseur-arbeidsgeneesheer, wordt aande onderwijsinstelling bezorgd.

De onderwijsinstelling overhandigt een kopie van dit formulier aande werkgever en aan de stagiair.

Art. X.4-7.- § 1. De eerste werkgever bij wie de stagiair wordttewerkgesteld voor zijn allereerste stage, zorgt ervoor dat de stagiairwaarop een type van gezondheidstoezicht van toepassing is, devoorafgaande gezondheidsbeoordeling ondergaat, voordat hij hembelast met de arbeid.

Bij elke opeenvolgende stage wordt de voorafgaande gezondheids-beoordeling enkel herhaald, indien de stagiair wordt blootgesteld aaneen nieuw risico waarvoor er nog geen gezondheidsbeoordeling isgebeurd.

Indien een stage een duurtijd heeft van meer dan zes maanden enindien de stagiair tijdens deze stage wordt blootgesteld aan de risico’sdie voorkomen in bijlage X.3-1, kan de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer beslissen dat de voorafgaande gezondheidsbeoorde-ling wordt aangevuld met een periodieke gezondheidsbeoordeling.

Het bewijs dat de stagiair werd onderworpen aan de voorafgaandegezondheidsbeoordeling en, in voorkomend geval, aan een periodiekegezondheidsbeoordeling wordt geleverd door het formulier voor degezondheidsbeoordeling bedoeld in de artikelen I.4-46 tot I.4-52, dat destagiair ter beschikking moet houden van elke nieuwe werkgever bijwie hij nadien zal worden tewerkgesteld.

§ 2. De voorafgaande gezondheidsbeoordeling, bedoeld in § 1,eerste lid, is niet verplicht wanneer een stagiair :

1° ofwel jonger is dan 18 jaar en uit de resultaten van de risicoanalyseis gebleken dat elk type van gezondheidstoezicht overbodig is;

2° ofwel een activiteit verricht die er hoofdzakelijk in bestaat met eenbeeldscherm te werken.

De in het eerste lid bedoelde vrijstelling is enkel mogelijk wanneer destagiair bedoeld in het eerste lid, 1° of 2°, beschikt over een attest datbewijst dat hij minder dan vijf jaar geleden werd onderworpen aan hetmedisch schooltoezicht, in het kader van de van kracht zijndeonderwijsreglementering.

Art. X.4-8.- Vooraleer de stagiair te werk te stellen, neemt dewerkgever, na advies van de preventieadviseur belast met de leidingvan de interne dienst of de afdeling van deze dienst en na advies vanhet Comité, de nodige maatregelen inzake onthaal en begeleiding vande stagiairs, zulks met het oog op de bevordering van hun aanpassingen integratie in de werkomgeving en om ervoor te zorgen dat zij in staatzijn hun arbeid naar behoren uit te oefenen.

Art. X.4-5.- Avant d’affecter un stagiaire à un poste ou à une activiténécessitant un type de surveillance de santé, l’employeur remet austagiaire et à l’établissement d’enseignement où ce stagiaire est inscrit,un document contenant des informations concernant :

1° la description du poste ou de l’activité nécessitant une surveillancede santé appropriée;

2° toutes les mesures de prévention à appliquer;

3° la nature du risque nécessitant une surveillance de santéspécifique;

4° les obligations que le stagiaire doit respecter concernant les risquesinhérents au poste de travail ou à l’activité;

5° le cas échéant, la formation adaptée à l’application des mesures deprévention.

Ce document est tenu à la disposition du fonctionnaire chargé de lasurveillance.

Art. X.4-6.- § 1er. Lorsqu’il résulte de l’analyse des risques que lestagiaire est occupé à une activité pour laquelle un type de surveillancede santé s’applique, l’employeur veille à ce que ce type de surveillancede santé soit effectué.

En outre, le cas échéant, il soumet le stagiaire aux vaccinations ou ausuivi dosimétrique si le stagiaire est exposé aux rayonnements ioni-sants, en tenant compte de l’interdiction visée à l’article X.3-8.

Tout type de surveillance de santé est effectué par le département oula section chargé(e) de la surveillance médicale du service interne ouexterne de l’employeur.

§ 2. Par dérogation au § 1er, alinéa 3, l’employeur peut, pourl’exécution de la surveillance de santé des stagiaires, faire appel auconseiller en prévention-médecin du travail du service interne ouexterne de l’établissement d’enseignement.

Un exemplaire du formulaire d’évaluation de santé délivré par ceconseiller en prévention-médecin du travail est remis à l’établissementd’enseignement.

L’établissement d’enseignement délivre une copie de ce formulaire àl’employeur et au stagiaire.

Art. X.4-7.- § 1er. Le premier employeur chez qui le stagiaire estaffecté pour son tout premier stage, veille à ce que le stagiaire à qui untype de surveillance de santé s’applique, soit soumis à l’évaluation desanté préalable, avant de le mettre au travail.

Lors de chaque stage successif, l’évaluation de santé préalable n’estrépétée que si le stagiaire est exposé à un nouveau risque pour lequelune évaluation de santé n’a pas encore été effectuée.

Si un stage a une durée de plus de six mois et si le stagiaire est exposépendant ce stage aux risques figurant à l’annexe X.3-1, le conseiller enprévention-médecin du travail peut décider de compléter l’évaluationde santé préalable par une évaluation de santé périodique.

La preuve que le stagiaire a été soumis à l’évaluation de santépréalable et, le cas échéant, à une évaluation de santé périodique, estfournie par le formulaire d’évaluation de santé visé aux articles I.4-46 àI.4-52, que le stagiaire doit tenir à la disposition de chaque nouvelemployeur chez qui il sera occupé ultérieurement.

§ 2. L’évaluation de santé préalable visée au § 1er, alinéa 1er, n’est pasobligatoire lorsqu’un stagiaire :

1° soit est âgé de moins de 18 ans et que les résultats de l’analyse desrisques ont indiqué que tout type de surveillance de santé était inutile;

2° soit exerce une activité qui consiste essentiellement à travailler surécran de visualisation.

L’exemption visée à l’alinéa 1er n’est possible que si un stagiaire viséà l’alinéa 1er, 1° ou 2°, dispose d’une attestation établissant qu’il a étésoumis à la surveillance médicale scolaire depuis moins de cinq ansdans le cadre de la réglementation de l’enseignement en vigueur.

Art. X.4-8.- Avant de mettre un stagiaire au travail, l’employeurprend, après avis du conseiller en prévention chargé de la direction duservice interne ou de la section de ce service, et après avis du Comité,les mesures nécessaires relatives à l’accueil et à l’accompagnement desstagiaires, en vue de promouvoir leur adaptation et leur intégrationdans le milieu de travail et afin de veiller à ce qu’ils soient à mêmed’effectuer leur travail convenablement.

61206 MONITEUR BELGE — 02.06.2017 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 11: MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD 61197...4 november 2016, met toepassing van artikel 84, 1, eerste lid, 1 van de geco ördineerde wetten op de Raad van State; Op de voordracht van

HOOFDSTUK III. — Specifieke tariefregeling

Art. X.4-9.- De werkgever die een beroep doet op de externe dienstvan de onderwijsinstelling is voor de uitvoering van het gezondheids-toezicht jaarlijks een bijdrage verschuldigd van 61,13 euro vermenig-vuldigd met het aantal stagiairs.

Het aantal stagiairs dat in aanmerking moet genomen worden voorde berekening van de bijdrage in het eerste lid stemt overeen met hetaantal stagiairs ingeschreven op de lijsten van werknemers die aan hetgezondheidstoezicht onderworpen zijn, bedoeld in artikel I.4-5, § 1, 2°.

De bijdrage bedoeld in het eerste lid wordt geïndexeerd, overeen-komstig de bepalingen van artikel II.3-20.

HOOFDSTUK IV. — Voorwaarden waaronder de onderwijsinstellingbelast kan worden met de verplichtingen van de werkgever

Art. X.4-10.- Indien de kandidaat-stagiair in de onderwijsinstellingeen activiteit uitvoert die gelijkaardig is aan de arbeid die hij zaluitvoeren bij de werkgever, is de onderwijsinstelling belast met devolgende opdrachten :

1° zij voert de risicoanalyse bedoeld in artikel X.3-3 uit voor deactiviteiten verricht in de onderwijsinstelling;

2° zij stelt in toepassing van artikel X.3-3 de preventiemaatregelenvast die van toepassing zijn in de onderwijsinstelling;

3° zij stelt de werkgever in kennis van de resultaten van derisicoanalyse en van de toe te passen preventiemaatregelen.

Wanneer de kandidaat-stagiairs gelijkaardige activiteiten verrichtenals de werknemers van de onderwijsinstelling en voor zover er voordeze werknemers een risicoanalyse werd uitgevoerd overeenkomstigartikel I.2-6, blijft de in het eerste lid, 1° bedoelde risicoanalyse beperkttot een aanvulling van deze risicoanalyse met de gegevens die intoepassing van artikel X.3-3 specifiek zijn voor de jongeren op het werk.

In dat geval worden de preventiemaatregelen die vastgesteld werdenvoor de werknemers van de onderwijsinstelling aangevuld met depreventiemaatregelen die specifiek zijn voor de jongeren op het werk,om te beantwoorden aan de verplichting bedoeld in het eerste lid, 2°.

Voor het uitoefenen van de in het eerste lid bedoelde verplichtingendoet de onderwijsinstelling een beroep op de interne of externe dienstvan de onderwijsinstelling.

Art. X.4-11.- Indien uit de resultaten van de risicoanalyse bedoeld inartikel X.4-10 blijkt dat de kandidaat-stagiair moet onderworpenworden aan een type van gezondheidstoezicht of aan inentingen, laatde onderwijsinstelling de voorafgaande gezondheidsbeoordeling of deinentingen uitvoeren door de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer vanhet departement of de afdeling belast met het medisch toezicht van deinterne of externe dienst waarop zij een beroep doet.

In dat geval bezorgt de onderwijsinstelling aan de werkgever eenafschrift van het formulier voor de gezondheidsbeoordeling.

Art. X.4-12.- De bepalingen van dit hoofdstuk treden in werking opde datum bepaald door de Koning.

TITEL 5. — MOEDERSCHAPSBESCHERMING

Art. X.5-1.- De bepalingen van deze titel zijn van toepassing op dewerkgevers en de werkneemsters bedoeld in artikel 1 van de arbeids-wet van 16 maart 1971.

Zij zijn inzonderheid van toepassing op de in het eerste lid bedoeldewerkneemsters tijdens de zwangerschap, na de bevalling en tijdens deborstvoeding.

Art. X.5-2.- Zodra de in artikel X.5-1, tweede lid, bedoelde werkneem-sters hun toestand kennen, stellen zij hun werkgever ervan bij voorkeurschriftelijk op de hoogte.

Art. X.5-3.- Wanneer iemand dienstboden en huispersoneel tewerk-stelt, worden de opdrachten die door deze titel aan de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer worden toegewezen, toevertrouwd aan een anderegeneesheer, naar keuze van bovengenoemde persoon.

Art. X.5-4.- De werkgever verricht de in artikel 41 van de arbeidswetvan 16 maart 1971 bedoelde risicoanalyse in samenwerking met debevoegde preventieadviseur.

De niet-limitatieve lijst van de te evalueren risico’s is opgenomen inbijlage X.5-1.

Art. X.5-5.- De resultaten van de hiervoor genoemde risicoanalyse ende te nemen algemene maatregelen worden schriftelijk bijgehouden ineen document dat wordt voorgelegd aan het advies van het Comité, endat, op hun verzoek, aan de met het toezicht belaste ambtenaren terbeschikking wordt gesteld.

CHAPITRE III. — Tarification spécifique

Art. X.4-9.- L’employeur qui fait appel au service externe del’établissement d’enseignement, est redevable pour l’exécution de lasurveillance de santé d’une cotisation annuelle de 61,13 euro multipliéepar le nombre de stagiaires.

Le nombre de stagiaires à prendre en compte pour le calcul de lacotisation visée à l’alinéa 1er correspond au nombre de stagiaires inscritsur les listes des travailleurs qui sont soumis à la surveillance de lasanté, visées à l’article I.4-5, § 1er, 2°.

La cotisation visée à l’alinéa 1er est indexée, conformément auxdispositions de l’article II.3-20.

CHAPITRE IV. — Conditions dans lesquelles l’établissement d’enseignementpeut être chargé des obligations de l’employeur

Art. X.4-10.- Si le candidat stagiaire effectue dans l’établissementd’enseignement une activité similaire au travail qu’il effectuera auprèsde l’employeur, l’établissement d’enseignement est chargé des missionssuivantes :

1° il effectue l’analyse des risques visée à l’article X.3-3 pour lesactivités exercées dans l’établissement d’enseignement;

2° il détermine les mesures de prévention applicables dans l’établis-sement d’enseignement, en application de l’article X.3-3;

3° il informe l’employeur des résultats de l’analyse des risques et desmesures de prévention à appliquer.

Lorsque les candidats stagiaires effectuent des activités qui sontsimilaires à celles effectuées par les travailleurs de l’établissementd’enseignement, et pour autant qu’une analyse des risques ait étéeffectuée pour ces travailleurs, conformément à l’article I.2-6, l’analysedes risques visée à l’alinéa 1er, 1° se limite à compléter cette analyse desrisques avec les données qui sont spécifiques aux jeunes au travail, enapplication de l’article X.3-3.

Dans ce cas, les mesures de prévention fixées pour les travailleurs del’établissement d’enseignement sont complétées par les mesures deprévention spécifiques aux jeunes au travail, afin de satisfaire àl’obligation visée à l’alinéa 1er, 2°.

Pour l’exercice des obligations visées à l’alinéa 1er, l’établissementd’enseignement fait appel au service interne ou externe de l’établisse-ment d’enseignement.

Art. X.4-11.- Si les résultats de l’analyse des risques visée à l’articleX.4-10 révèlent que le candidat stagiaire doit être soumis à un type desurveillance de santé, ou aux vaccinations, l’établissement d’enseigne-ment fait exécuter l’évaluation de santé préalable ou les vaccinationspar le conseiller en prévention-médecin du travail du département oude la section chargé(e) de la surveillance médicale du service interne ouexterne, auquel il fait appel.

Dans ce cas, l’établissement d’enseignement fournit une copie duformulaire d’évaluation de santé à l’employeur.

Art. X.4-12.- Les dispositions du présent chapitre entrent en vigueurà la date fixée par le Roi.

TITRE 5. — PROTECTION DE LA MATERNITE

Art. X.5-1.- Les dispositions du présent titre s’appliquent auxemployeurs et aux travailleuses visés à l’article 1er de la loi sur le travaildu 16 mars 1971.

Elles s’appliquent notamment aux travailleuses visées à l’alinéa 1er,pendant la grossesse, après l’accouchement et pendant l’allaitement.

Art. X.5-2.- Les travailleuses visées à l’article X.5-1, alinéa 2, dèsqu’elles ont connaissance de leur état, en informent leur employeur depréférence par écrit.

Art. X.5-3.- Lorsqu’une personne occupe des domestiques et gens demaison, les missions attribuées par le présent titre au conseiller enprévention-médecin du travail, sont confiées à un autre médecin, auchoix de ladite personne.

Art. X.5-4.- L’employeur effectue l’analyse des risques visée à l’article41 de la loi sur le travail du 16 mars 1971 en collaboration avec leconseiller en prévention compétent.

La liste non limitative des risques à évaluer figure à l’annexe X.5-1.

Art. X.5-5.- Les résultats de ladite analyse des risques et les mesuresgénérales à prendre sont consignés par écrit dans un document soumisà l’avis du Comité, et mis à la disposition des fonctionnaires chargés dela surveillance, à leur demande.

61207MONITEUR BELGE — 02.06.2017 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 12: MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD 61197...4 november 2016, met toepassing van artikel 84, 1, eerste lid, 1 van de geco ördineerde wetten op de Raad van State; Op de voordracht van

Art. X.5-6.- In de betrokken onderneming of inrichting worden alle inartikel X.5-1 bedoelde werkneemsters ingelicht over de resultaten vande risicoanalyse en over al de te nemen algemene maatregelen bedoeldin artikel 41 van de arbeidswet van 16 maart 1971.

Art. X.5-7.- Wanneer er met toepassing van artikel 41 van dearbeidswet van 16 maart 1971 een risico is vastgesteld, neemt dewerkgever, rekening houdend met het resultaat van de risicoanalyse,één van de maatregelen bedoeld in artikel 42, § 1 van dezelfde wet enaangepast aan het geval van de betrokken werkneemster.

Eén van die maatregelen moet onmiddellijk worden toegepastindien :

1° de zwangere werkneemster een activiteit verricht waarbij zijvolgens de risicoanalyse het risico loopt van blootstelling aan de inbijlage X.5-2, afdeling A bedoelde agentia of arbeidsomstandighedendie de veiligheid of de gezondheid van de werkneemster of haar kindin gevaar brengt;

2° de werkneemster die borstvoeding geeft een activiteit verrichtwaarbij zij volgens de risicoanalyse het risico loopt van blootstellingaan de in bijlage X.5-2, afdeling B bedoelde agentia of arbeidsomstan-digheden die de veiligheid of de gezondheid van de werkneemster ofhaar kind in gevaar brengt.

Art. X.5-8.- De werkgever brengt de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer onverwijld op de hoogte van de toestand van dewerkneemster, zodra hij ervan in kennis is gesteld.

Art. X.5-9.- De werkneemster op wie één van de bepalingen van deartikelen 42 tot 43bis van de arbeidswet van 16 maart 1971 wordttoegepast, wordt onderworpen aan het gezondheidstoezicht zoalsgeregeld in boek I, titel 4.

De werkneemster die met toepassing van artikel 43, § 1, eerste lid, 2°van de arbeidswet van 16 maart 1971 verzoekt geen nachtarbeid teverrichten, wordt onverwijld onderzocht door de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer die in het formulier voor de gezondheidsbeoorde-ling bedoeld in de artikelen I.4-46 tot I.4-52, verklaart dat zij ongeschiktis om nachtarbeid te verrichten voor een door hem te bepalen duur, ofdat zij geschikt is om werk overdag te verrichten, of dat zij ongeschiktis om werk overdag te verrichten en met ziekteverlof moet wordengezonden.

Art. X.5-10.- Het formulier voor de gezondheidsbeoordeling bedoeldin de artikelen I.4-46 tot I.4-52, vormt de rechtvaardiging voor deschorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst of devrijstelling van arbeid bedoeld in de artikelen 42, § 1, eerste lid, 3° en 43,§ 1, tweede lid, 2° van de arbeidswet van 16 maart 1971.”

Art. 2. Worden opgeheven :

1° het koninklijk besluit van 2 mei 1995 inzake moederschapsbescher-ming, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 28 augustus 2002,28 mei 2003 en 20 juli 2015;

2° het koninklijk besluit van 3 mei 1999 betreffende de beschermingvan de jongeren op het werk, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van28 augustus 2002, 3 mei 2003, 28 mei 2003, 21 september 2004,23 oktober 2006, 20 juli 2015 en 31 mei 2016;

3° het koninklijk besluit van 16 juli 2004 betreffende bepaaldeaspecten van nacht- en ploegenarbeid die verband houden met hetwelzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk;

4° het koninklijk besluit van 21 september 2004 betreffende debescherming van stagiairs, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van30 september 2005, 2 juni 2006, 26 augustus 2010 en 31 mei 2016;

5° het koninklijk besluit van 15 december 2010 tot vaststelling vanmaatregelen betreffende het welzijn op het werk van uitzendkrachten.

Art. 3. De verwijzingen naar de bepalingen van de koninklijkebesluiten die opgeheven worden door artikel 2 en die inzonderheidvoorkomen in alle documenten die in toepassing van of naar aanleidingvan die besluiten werden opgesteld, blijven geldig tot ze in overeen-stemming zijn gebracht met de bepalingen van dit besluit en ditgedurende een termijn van twee jaar die begint te lopen vanaf de datumvan inwerkingtreding van dit besluit.

Art. 4. De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoeringvan dit besluit.

Gegeven te Brussel, 28 april 2017.

FILIP

Van Koningswege :

De Minister van Werk,

K. PEETERS

Art. X.5-6.- Dans l’entreprise ou l’établissement concernés, toutes lestravailleuses visées à l’article X.5-1 sont informées des résultats del’analyse des risques et de toutes les mesures générales à prendre viséesà l’article 41 de la loi sur le travail du 16 mars 1971.

Art. X.5-7.- Lorsqu’un risque a été constaté en application de l’article41 de la loi sur le travail du 16 mars 1971, l’employeur prend une desmesures visées à l’article 42, § 1er de la même loi, compte tenu durésultat de l’analyse des risques et adaptée au cas de la travailleuseconcernée.

Une de ces mesures doit être immédiatement appliquée si :

1° la travailleuse enceinte accomplit une activité dont l’analyse desrisques a révélé le risque d’une exposition aux agents ou conditions detravail visés à l’annexe X.5-2, section A, qui met en danger la sécurité oula santé de la travailleuse ou de son enfant;

2° la travailleuse allaitante accomplit une activité dont l’analyse desrisques a révélé le risque d’une exposition aux agents ou conditions detravail visés à l’annexe X.5-2, section B, qui met en danger la sécurité oula santé de la travailleuse ou de son enfant.

Art. X.5-8.- L’employeur fait part sans délai au conseiller enprévention-médecin du travail de l’état de la travailleuse, dès qu’il ena connaissance.

Art. X.5-9.- La travailleuse à qui s’applique une des dispositions desarticles 42 à 43bis de la loi sur le travail du 16 mars 1971, est soumise àla surveillance de santé telle que fixée dans le livre I, titre 4.

La travailleuse qui, en application de l’article 43, § 1er, alinéa 1er, 2° dela loi sur le travail du 16 mars 1971, demande de ne pas accomplir untravail de nuit, est immédiatement examinée par le conseiller enprévention-médecin du travail qui déclare sur le formulaire d’évalua-tion de santé prévu aux articles I.4-46 à I.4-52, qu’elle est inapte àaccomplir un travail de nuit pour une période qu’il détermine, ouqu’elle est apte à accomplir un travail de jour, ou qu’elle est inapte àaccomplir un travail de jour et qu’elle doit être mise en congé demaladie.

Art. X.5-10.- Le formulaire d’évaluation de santé prévu aux articlesI.4-46 à I.4-52, constitue la justification pour la suspension de l’exécu-tion du contrat de travail ou la dispense de travail visées aux articles 42,§ 1er, alinéa 1er, 3° et 43, § 1er, alinéa 2, 2° de la loi sur le travail du16 mars 1971. »

Art. 2. Sont abrogés :

1° l’arrêté royal du 2 mai 1995 concernant la protection de lamaternité, modifié par les arrêtés royaux des 28 août 2002 , 28 mai 2003et 20 juillet 2015;

2° l’arrêté royal du 3 mai 1999 relatif à la protection des jeunes autravail, modifié par les arrêtés royaux des 28 août 2002, 3 mai 2003,28 mai 2003, 21 septembre 2004, 23 octobre 2006, 20 juillet 2015 et31 mai 2016;

3° l’arrêté royal du 16 juillet 2004 relatif à certains aspects du travailde nuit et du travail posté liés au bien-être des travailleurs lors del’exécution de leur travail;

4° l’arrêté royal du 21 septembre 2004 relatif à la protection desstagiaires, modifié par les arrêtés royaux des 20 septembre 2005,2 juin 2006, 26 août 2010 et 31 mai 2016;

5° l’arrêté royal du 15 décembre 2010 fixant des mesures relatives aubien-être au travail des intérimaires.

Art. 3. Les références aux dispositions des arrêtés royaux abrogéspar l’article 2 et, en particulier, celles qui apparaissent dans tous lesdocuments établis en application ou suite à ces arrêtés, restent valablesjusqu’à leur mise en conformité avec les dispositions introduites par leprésent arrêté, et cela pendant un délai de deux ans qui prend cours àpartir de la date d’entrée en vigueur du présent arrêté.

Art. 4. Le Ministre compétent pour l’Emploi est chargé de l’exécu-tion du présent arrêté.

Donné a Bruxelles, le 28 avril 2017.

PHILIPPE

Par le Roi :

Le Ministre de l’Emploi,

K. PEETERS

61208 MONITEUR BELGE — 02.06.2017 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 13: MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD 61197...4 november 2016, met toepassing van artikel 84, 1, eerste lid, 1 van de geco ördineerde wetten op de Raad van State; Op de voordracht van

!!"#"$#%&'&$$()*+,-)./)01+)2,-/310+)2)+4*-056758+1.+-/,*-8)*9:,*-718+)0:;),8*-5:-/,*-+,.*)5.*-7<=*)9:,*-$>?$@>A+1;,*B-2)*4,-C-;318+)0;,$#%&'DE$FD$GGHIGJKLMNMLOPGQRMGSTTUSNVWLGXSGYMZMWRLM[WGYVGNMTMXSWKVGYRGLUSNSMXXVRUGYVGWRMLG[RG\[PLOG]GG_LUSNSRGQRMGMZ\XMQabcdefgehijbebcekalmbenbejaojdgcpbjecbamqdqrisabjtengcjefuadifijgdiqcenbejaojdgcpbjeqUvwgcisabjelqfgdifbjexjqflgcdjyebdenbjezmqnaidjesaiebcepqcdibccbcdexzbicdambjtebcpmbjt{yG|GG_L}K~VPGSKK[Z\XMVPGYSWPGYVPGK[WYMLM[WPGQRMGSKKU[MPPVWLGXSGZ[W[L[WMVG�S�PVWKVGYVGK[XX�TRVP�GZSWQRVGYVGp�gcwbhbcdenugpdilid�jtenbejdihafgdiqcelijabffbebdegpqajdisabtedmglgifepgnbcp�t{yebdesaiepqcnaijbcde�efu��zqliwifgcpbtengcjenbjed�p�bjesaiejqffipidbcdeacbegddbcdiqcejqadbcabteqaesaiejqcdem�z�didilbjebdezbaelSvUMOVPIGGG�IGJKLMNMLOPGQRMGViwbcdeacbegawhbcdgdiqcenbefugpdilgdiqceoiqfqwisabenaedmglgiffbamenbecaideqaezqjd�G]GG_LUSNSRGVMTVSWLGYVPGV��[ULPGMZ\[ULSWLPGVLG\U[N[QRSWLGRWVGK~SUTVGYVGLUSNSMXGMZ\[ULSWLV�GZVPRUOVGVWG�SLLPG��G\SULMUGYVG�H�G�SLLPG]G\[RPPVUGVLGLMUVUGYVPGK~SUM[LP�G\VXXVLSTV�Ghgcadbcdiqcenuqo�bdjefqamnjt{yG|GG_LUSNSRGVOKRLOPGYSWPGRWVGSZ�MSWKVGYVGK~SRYG[RG�U[MYGVKVPPM�G|GG_LUSNSRGVMTVSWLGYVPGV��[ULPGNMPRVXPGUS\MYVPG[RGRWVGSLLVWLM[WGP[RLVWRVG�TSUYMVWP�GSZ�RXSWKMVUP�G\VUP[WWVXGjqiwcgcdt{yGGG�aezqame�dmbegccbr�e�efugmm�d�emq�gfGOLS�XMPPSWLGXVGXMNUVG�GvG�UTSWMPSLM[WGYRGLUSNSMXGVLGKSLOT[UMVPGP\OKM�MQRVPGYVGLUSvNSMXXVRUPGYRGK[YVGYRG�MVWv�LUVGSRGLUSNSMXIG

�SUGXVG�[MG]G�be�icijdmbenbefu�hzfqitG

�IG�������G

61209MONITEUR BELGE — 02.06.2017 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 14: MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD 61197...4 november 2016, met toepassing van artikel 84, 1, eerste lid, 1 van de geco ördineerde wetten op de Raad van State; Op de voordracht van

!"#$%&'()*+*'',-./012/34356/782541-59:38212/3853-521;3-5./35</7=>-.3:35:/8/0>?85>@'ABCDEFGABHIG''J@'KGGLMGABHIG'LNEOOBOKGO'FGM'PBCD'FGGQRGOKGO'PJEAL'QGSJGAS'BO'ERMBIGA'()*+TU'VT'''WXYZ[\]_\]Ya\Ya\Yb\[cda\[deYb_dYf__gh__ci\aYb_dYa\Yf\[gd\c\[]Ya\Yd_ji_[k\aYlmYnol\e\d_[k\aYb\[p[ji\dYb\[\[e\[\dqY'rsf\[gh__ci\a\dYa\Yi\Ye\k[tgYb_dYd\t[llu]ji\Y]lmm\dYdilta\dvYi\Ye\k[tgYb_dYbotjie\Yl[e_d]ji\Ywxyzz{|}~wy��{|x{|�}{|}��y���x{|}��{}�{�{}�{��xx{|}~�{��{|�}�|�x{|�}���YYrsx��{|}��x�{�y{��}�|}y�wx�|����{�{|}��{}�{}�y|yxy|�{}�{��y�{|}~�z�{����{��}��|}�y��{���w�}�{��{�}��|}b\[_da\[deY��|}��x���x{�x�}��|}��w�{�{}{|}�{����wwx�����x�{�}��y���x�{���{���}��}{|}��{}�{��{|}xyx}�{���dpa\[a\Yf__gh__ci\avYdY_g\dYa\Y\\dYk�hlda\[\Yf__gh__ci\aYb\[\]\dvYlmYa\Y\og\d]Yi\[i__oaYcl\\dYfl[a\dY\d�lmYf\deYe\b_[\\[aYh�dXYYY�XYZ[\]_\]Ya\Y\\dYb\[iledeYb\[\]\dYb_dYa\Yklole]ji\Y_jb\[deYb_dYa\Yf\[gd\c\[Ya\Yd_ji_[k\aYlmYnol\pe\d_[k\aYb\[[jiqYYrsf\[gh__ci\a\dYa\Yk\o_de[�g\Yd]n_ddde\dYb\[\]\dY\dY\\dYk\o_de[�g\Yf\[go_]Yc\YhjiYc\\k[\de\dvYe\c\\dYdYf_]Y�b_d_mY�W�Yf_]qYatf\dY\dY[\gg\dYb_dYg_[[\�\]vYe[ldaf\[g\dvYoo\dYb_dYhf_[\Yo_]\dvY���YYrsf\[gh__ci\a\dYte\bl\[aYdY\u[\c\Yglta\YlmYf_[c\Ylce\bde�YYrsf\[gh__ci\a\dYa\Y]d\oo\Yb]t\o\Yd]n_ddde\dYb\[e\dYlmYa\Y\\dYe[ldae\Y__da_jiYb\[\]\dY�k\f_g\[]vYb\[hl[e\daYn\[]ld\\ovY_ck���|��{�w�}���YYY�\h\dYlcY\Yfl[a\dYe\bl\eaYk�Yi\Yglddgo�gYk\]otYlYb_]]\oodeYb_dYkl\gY�YpY�\[gl[e_d]_\Y\dYk�hlda\[\Yf\[gd\c\[]j_\el[\�dYb_dYa\Yjla\uYlb\[Yi\Yf\oh�dYlnYi\Yf\[gXY

 _dY¡ldde]f\e\qY¢\Y£d]\[Yb_dY�\[gvY

¡XYZ¤¤¥¤¦§Y

61210 MONITEUR BELGE — 02.06.2017 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 15: MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD 61197...4 november 2016, met toepassing van artikel 84, 1, eerste lid, 1 van de geco ördineerde wetten op de Raad van State; Op de voordracht van

!!"#"$#%&'($$)*+,-.$+.$-/$0$1234.$+.$5*67.$+.$78/9/2-$2:7;82</28.$=>?@ABC>D>EFGHI@JEC>KLM'N$OOOOO$$PQRS"$T"$UVWX"$T"$XY Z Q[$Q!X"YQ) QY"$\\ %$Q+.:72123/72*:$+.$-/$1234.$]$$ T/7.$]$\%$_XQ[QW X"_Y$ R%$"!XY"UYQW"$T"$XY Z Q[$Q!X"YQ) QY"\abcdebfgecb\h\ abcdebfgecb\h\fijkkj\h\ fijkkj\h\galm\njikcbbj\j\ocbgfog\h\ galm\njikcbbj\j\ocbgfog\h\kjipeoj\jqgjibj\rrs\h\ kjipeoj\jqgjibj\rrs\h\\ tuvwxvwyvz{|vwx}~�vw���{vw�w�}{�u�y{zt{yv\h\\\T%$XY Z Q[["_Y$Q!X"YQ) QY"$bcd�\niabcd\h\ galm\h\fgj\j\bfekkfboj\h\��fle�eofgecb\h\\"%$R Y RX"YQWXQ�_"W$T_$UVWX"$T"$XY Z Q[$V_$T"$[ $PV!RXQV!\�cbogecb\�\ijdnlei\h\\��fle�eofgecbk\jg\ocbegecbk\nic�jkkecbbjlljk\jqe�ajk\h\\lcoflekfgecb\�\nckgj\j\gifpfel\h\\a��enjdjbgk\j\gifpfel\�gelekak\h\\ebgjieg\f�q\�j�bjk\f�\gifpfel\h\\\P%$)"W_Y"W$UYQW"W$[Q""W$ $[ $UYVX"RXQV!$T"$[ $) X"Y!QX"$]$$sifpfellj�kj\jbojebgj\h\fdabf�jdjbg\�\nckgj\j\gifpfel\h\\ aofigjdjbg\nc�i\�bj\naiecj\j\h\\sifpfellj�kj\fllfegfbgj\h\fdabf�jdjbg\�\nckgj\j\gifpfel\h\\ aofigjdjbg\nc�i\�bj\naiecj\j\h\\\

61211MONITEUR BELGE — 02.06.2017 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 16: MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD 61197...4 november 2016, met toepassing van artikel 84, 1, eerste lid, 1 van de geco ördineerde wetten op de Raad van State; Op de voordracht van

!"#$%&'()**+,-(#.(#$+,/(#01*)!+/0)&( 23454678 576 9:;76 <4=28>?3 628 57 6437 @@@A7BC5:4AD75=4E27AD7 F 6:26 G :23456 73 D:??76 C8>H34E276 IF 73 G B:;J57 ;7 <49K7 ;7 C:637 ;7 38>L>45 I M24 N ?:? C:637 ;7 6O92843O P C:637 ;7 L4=45>?97 P >934L43O Q 846E27 ;O<4?4 54O7 Q P >=7?36 9K4B4E276 R;O?:B4?>34:? 73 9:;76S P >=7?36 CKT64E276 P D8243 37BCO8>3287 8>T:??7B7?36 4:?46>?36 >23876 P >=7?36 D4:5:=4E276 R;O?:B4?>34:? 73 9:;76S P L>994?>34:?6 P 9:?38>4?376 P O98>? ;7 L462>546>34:? B>?237?34:? ;7 9K>8=76 38>L>45 ;7 ?243 :2 C:63O P 846E276 C>8349254786 :2 37?64:?6 CKT64E276 :2 B7?3>576 P 9K>8=7 C6T9K:6:94>57 P >23876 P U72?7 >2 38>L>45 P V"#'(/(W(,/$#.(#/&+'+)*#(/#(X%)Y(W(,/$#.(#Y&0/(-/)0,#),.)').%(**(#Z[\]#_#ab]cd[ef#C>?3>5:?NL7637 :2 D5:26:? P 9K>2662876 ;7 6O92843O P 6>5:C7337 P 974?32876NK>8?>46 ;7 6O92843O P D5:267 :2 9>9K7HC:2664J87 P =>?36NB:2<576 P 9>6E27 P B>6E27 P 52?73376NO98>? ;7 C8:37934:? P ghijkllmnophjgqhrnstuhv745576 P C:BB>;76 P OE24C7B7?3 6CO94<4E27 P >2387 P )"#w0&W+/)0,##x?6382934:?6 C8O>5>D576 P y:8B>34:? >9E2467 P y:8B>34:? ?O9766>487 P #

61212 MONITEUR BELGE — 02.06.2017 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 17: MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD 61197...4 november 2016, met toepassing van artikel 84, 1, eerste lid, 1 van de geco ördineerde wetten op de Raad van State; Op de voordracht van

!"#$%&'(%)'*+",$"&-%../$'&"0123456789:;2<=>?<:5:=92@>27A2B>3C:2D:264@9:2D:29;AEA>72:@92<9>7>@8:23455:2D4F3GHIJKLMNIJOIPQRKOIHIJKLMILSNTUUGIQSLVTOLSNGKQSQRTKIGOWLUXJYXOHZHIJKL[LSNTOKQUSIL\]F__2ab2A7>=8A2bc22 def2 ghidjklmn2 ojkn2l9>7>@A9:<;24<25:5p;:2D:27A27>q=:2C>8;A;3C>?<:23CA;PZLMILSNTUUGIQS2 B4=39>4=2r22 2 22sTKILMILSNTtQRLMGLuXHQKZ2r2sTKILMILSNTtQRLMGLUXJR:>77:;2:=26;8E:=9>4=F58D:3>=2D<29;AEA>72r2sTKILMILSNTtQRLMGLUXJRI>77:;2:=26;8E:=9>4=2D<2@:;E>3:2>=9:;=:2r212OIHVSQOLVTOLSNGKQSQRTKIGO2r2;<p;>?<:@2j2v2n2w2i2x2h22y2[LOIHVSQOLVTOLSNIJKOIVOQRILMILKOTtTQSLQJKZOQHTQOI2r2;<p;>?<:@2z2o222{<264<;2|9;:2A==:}ZL[LSNTOO~KZLOX�TSLZKT�SQRRTJKLSILSQtOIL\2F2e;qA=>@A9>4=2D<29;AEA>72:923A98q4;>:@2@683>B>?<:@2D:29;AEA>7F7:<;@2D<234D:2D<2p>:=F|9;:2A<29;AEA>7�2

�A;27:2m4>2r2�IL�QJQRKOILMILSN�HVSXQW2

��2�nnknmg2

61213MONITEUR BELGE — 02.06.2017 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 18: MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD 61197...4 november 2016, met toepassing van artikel 84, 1, eerste lid, 1 van de geco ördineerde wetten op de Raad van State; Op de voordracht van

!"#$%&'()*+,''-./01'234'5'60789.:;<=>?0'@=;A04/37B0=/'C'B0/.01/'=4'37;=801'()*+D'EEEEEFFFFG&HIJKLMN!OP&'Q!MR&ST$H &!T'EEEEEFF$)'!/04;=<=>3;=0'234'/0'<=>?0U'' T3;@VU' ' )'%& HQ!I&H' O)'Q!MR&ST QH&$Q'WXYZ[\Y]F WXYZ[\Y]FZ_XaF Z_XaFbXcdFefYbZebgXaffYF bXcdFefYbZebgXaffYFXhbXYXF_\XYabFFijk F XhbXYXF_\XYabFFijk FF _Zbl[FmZYFZn]\nbXFmZYFXXYFofg\XFZZYF_XFl\bpXY_oZeqbF'T)'Q!MR&STIH$OPM'YZZ[rFmffYZZ[F bXcdF]XWffbX_Zbl[FosZc\n\eZb\XF '&)'&!%&SLOP$JJ&S't$S'T&'G&HIJKLM'KN'NQSOM!&FbXFmXmlccXYFnlYeb\XFFmXX\abXFosZc\n\eZb\XaFXYFWXfXgamffsZZ_XYFFcfoZc\aZb\XFmZYF_XFsXogfabFF]XWl\obXFZWX\_a[\__XcXYFFmXWf_XYFmffFufY]XXYFfgFqXbFsXoFFF'N)'%&SK-&S'-$$MH&%&#&S't&H KST&S'$$S'T&'-K&T&HLOP$JL &LOP&H-!S%U'vsZY]XXFsXoYXX[abXFZZYgZaa\Y]FmZYF_XFsXogfabFF mXs\u_X\Y]FmffFXXYFgX\f_XFmZYFFkXoYXX[abXF_\XFWfabmfX_\Y]F]XXnbFFZZYgZaa\Y]FmZYF_XFsXogfabFF mXs\u_X\Y]FmffFXXYFgX\f_XFmZYF'

61214 MONITEUR BELGE — 02.06.2017 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 19: MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD 61197...4 november 2016, met toepassing van artikel 84, 1, eerste lid, 1 van de geco ördineerde wetten op de Raad van State; Op de voordracht van

!" #$%&'()*+ !$,-./*$(/0+-$,()*+1 23456781931:;93<19731=;;58;>3?1;@1931A34<7B31AAACA358C43D273C43EFGHIJKFLMGGNOFJHFPGJIJFQKRSMTUSJHVFJHFLWGIJNFXRHFYJKSQGOMZT[\JV1]1_1?33?11 1=37D72379<a6?:B73b1 1a6?:B731>3B1=35;;2931A 8c > 379b1 1:B7=7B37B1>3B1A3D43@ D9157<7:;1=354;?93?1?b1 1:3>7<:3123?B711d43?>7?213?1:;93<eb1 1af<7<:3123?B7b11 DA 711 B3>@35B66511 7;?7<353?931<B5D7?23?11 ?9353b147;D;27<:3123?B71d43?>7?213?1:;93<eb1 17?3?B7?23?b1 11 43D<B7?2b1 433D9<:35>11 3aa3?1=?1D<B3?11 ?:Bg1;a1@D;323?54379b1 hTUiGHIJKJFKTOT[GjOFGZFZkOTO[\JFGZFWJHMRNJFOQR??7?23?b11@<f:;<;:7D3143D<B7?2b1 11 ?9353b1l;?23531;@13B1A358b11 1 *" m$%nn'$/(o $. &$%0--.'(on$ p$0)*$%q(.!0q(//$'$. rstuv wwx sv yz{{vx| 45;381_1l<1;a1A7?9@8b1 =37D72379<<:;3?3?b1;=35DDb1 =37D72379<2;593D1_1=37D72379< 5?<b1873D1;a1<B;al<b1 `?9<:;3?3?1_1A?B3?b11 3D>b 1 ><835b11 457D1_1=37D72379<<:35>b11 <:3D@3?1_1;;59;@@3?b11 cD=3?b11 <@3:7a7383167B56<B7?2b11 ?9353b1 (" -&'$(/(.! };;5a2 ?9317?<B56:B73<b11}35A;5=3?1;@D3797?2b11}3537<B31;@D3797?2b11 o" %$~'(0~+($ #~. *$+ -.+*~~' d3?83D1B31=35=;DD39723?17?973?1931A358@;<Ba7:319;;519312345678351A;59B12345678B1D<15327<B5B739;:6>3?B1=;;513B1;?B D�17?1B;3@<<7?21=?15B783D1�C�g���1���1BA33931D79e

61215MONITEUR BELGE — 02.06.2017 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 20: MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD 61197...4 november 2016, met toepassing van artikel 84, 1, eerste lid, 1 van de geco ördineerde wetten op de Raad van State; Op de voordracht van

!""# $"!%&'('!)!* %"&+# *,-./01,. 23 405 678 5, 90:.7.;90<;9, 40=8 -,47<> ?,> 9,> 28>9774 3/8;>0,@ A%7>/? 678 9,> 7560,< 678 9,> B2?0>C@ %7>/? 678 9,> 7560,< 678 5, D.,6,8>0,7560<,/.E7.-,05<F,8,,<9,,.@ %7>/? 678 9,> 7560,< 678 5, D.,6,8>0,7560<,/. 678 5, 08>,.8, 50,8<>@ 08 >, 6/44,8 522. 5, F,-./01,.@ ./-.0,1,8 "G HG 'G IG *G $G )G J 08 >, 6/44,8 522. 9,> /0>K,85-/.,7/@ ./-.0,1,8 B ,8 % *,K0,8 2? >, L2.5,8 F,62,F5 -0= 9,> 12808140=1 -,<4/0> >2> 67<><>,4408F 678 -2,1 M E N,.12.F780<7>0, ,8 -0=K285,., L,.18,E?,.<;7>,F2.0,:8 678 5, ;25,O 26,. 9,> L,4K0=8 2D 9,> L,.1P

Q78 (2808F<L,F,@ %, #080<>,. 678 N,.1G

(P R''&'ST

61216 MONITEUR BELGE — 02.06.2017 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 21: MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD 61197...4 november 2016, met toepassing van artikel 84, 1, eerste lid, 1 van de geco ördineerde wetten op de Raad van State; Op de voordracht van

!!"#"$#%&'&$()*++,-.$/0+0/12-.$3$0+45*6705-$61+.$21$8$91.-$6-$6*++,-.$:-+45120.,-$;<=>?@A<B<CDEFG>HCA<IJK'LM$(( NO P QRR"SO$Q!N"OQT QO"$UVWX(YZ[UVW(\(]_(\(ab((Uac]]aUd(\(eaUfg(\(Uh(daZb(iji(kZfc]bZ(UabcVUael(\(mnopqrpsmtrurvwtrxmopsoywourvzsopso{x|tsop(bZa}ace(\(( "!NO"~OQ�"$)"$NO P QR$Q!N"OQT QO"$[UVWcUabcVU(\(aZ]](\(]Z}cd(_bZU(\(( ~NQNS)"$T")Q� R"$UVW(g(dVU]ceeZ(U(YZ[}UbcVU�W[ dcU(g(bZa}ace(\(]Z}cd(cUbZU(Vg(_bZU(ag�ge(ce(]b(abbad�[(\(dab[fVZc(]Y[dc�c�g((bZa}aceegZ(k_�(\(�gUl(\(t�{sopso{x|tsox�opqwvtr�rt�(\(b�Y((Zc]�g](\(w{trt�pso��|��qw�(\(}addcUabcVU](\((��o{x��o�t�sowmms��o�oyqw���t�o�x�wyo�tw�ec]]aUb(e(ec}Z(�(�(�ZfaUc]abcVU(g(bZa}ace(b(dab[fVZc](]Y[dc�c�g]( (bZa}aceegZ](g(dV (g(�cU��bZ(ag(bZa}ace�(

�aZ(e(�Vc(\(�so�rmr|t�sopsoyq��{yxr�(

��(�  ¡ �i(( (

61217MONITEUR BELGE — 02.06.2017 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 22: MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD 61197...4 november 2016, met toepassing van artikel 84, 1, eerste lid, 1 van de geco ördineerde wetten op de Raad van State; Op de voordracht van

!"#$%&'()*+*'',-.-/012'323242.5'-.'62'3242.'-.'72'82.69012'323242.5:0.;':27<217'-.'096-;21'()*+=>'?? @!AB&CDEF$GHA'IJJKL?MNNOIJJKP?QRSTJUVWP?QRXNNOWRYJWZKP?WJJTP?IO[?\]\_JJOW?Oab_SORQaSWROcP?aYRIWadaUJWaRIZKKRO?MJI?YR?eRO_fNSWdaUVRP??? @!AB&CD @F&$@'XRIJKaIQP?JYORSP?RgWROIR?YaRISW?P??? ,&D!hGH&'%&hGH!EAH&!D'IJJK?MJI?YR?fORMRIWaRJYMaSRZOJOXRaYSQRIRRSVRROP?aIWROIR?Nd?RgWROIR?YaRISW?eJJOJJI?Vab?MROXNIYRI?aSP?XabiNIYROR?UJWRQNOaR?MJI?eRO_IRKRO?XM[?bNIQRORcP?JJOY?MJI?YR?eRO_fNSW?Nd?JUWaMaWRaWP?jjklmnjomlpmkqrqsturv?QRSUVa_WVRaY?WNWP?aIRIWaIQRIP???wRiaRI?NK?WR?eNOYRI?QRMNRQY?Xab?VRW?_NIaI_Tab_?XRSTZaW?WNW?MJSWSWRTTaIQ?MJI?XNR_?x??yRO_NOQJIaSJWaR?RI?XabiNIYROR?eRO_IRKROSUJWRQNOaRzI?MJI?YR?UNYRg?NMRO?VRW?eRTiabI?Nf?VRW?eRO_[?

{JI?|NIaIQSeRQRP?}R?~aIaSWRO?MJI?yRO_L?

|[?������\?

61218 MONITEUR BELGE — 02.06.2017 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 23: MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD 61197...4 november 2016, met toepassing van artikel 84, 1, eerste lid, 1 van de geco ördineerde wetten op de Raad van State; Op de voordracht van

!!"#"$#%&'($)*+,-.$/0/$1+2+-3-+4.$5.,$36./-,7$890:;5;,$.-$-9343<=7$./590+-,$4+,;,$>?@ABCDEF@G?HIJ'JK?LM?GD?>?@ABCDEF@G?HIJ'N$) %O 6./-,$$)PQRSTUVWX)YZ[X\]UX))) _)a_[bVVUcUVWX)\bV\X_VWX)d))e)fg_h_\i)j_VX)VU)_WcbXYZkgU)jU)XgYgUXX\bV)liUhlUm)Y_g)UnUcYiU)j_VX)iUX)UVoU\VWUX)XbX)YgUXX\bVm)YibVTlU)XbXpc_g\VUQ))))qQRSTUVWX)e\bibT\]UX))) rstuvwxyz{|{sz}~twx�twxs�{~�twx�xtvx�x�~xwtuwx�tx|���vz�|tx���QPp�Q))))�QRSTUVWX)oZ\c\]UX))) _R�eXW_VoUX)UW)cli_VTUX)]\)glYbVjUVW)_n)og\WkgUX)jU)oi_XX\�\o_W\bV)j_VX)VU)b)YiX\UgX)jUX)oi_XXUX)UW)o_WlTbg\UX)jU)j_VTUg)X\h_VWUX)UW)obggUXYbVjUVW)�)VU)b)YiX\UgX)jUX)cUVW\bVX)jU)j_VTUg)X\h_VWUXm)obV�bgclcUVW)_)akTiUcUVW)���)V�)Pq�q�q���)�)p) Wbn\o\Wl)_\T�m)o_WlTbg\U)Pm)q)b)�)�����m)��P�m)����m)���Pm)��PPm)���P)d)p) obggbX\bV)oW_VlUm)o_WlTbg\U)PSm)P�)b)P�)���P�)d)p) T_�)\V�i_cc_eiUm)o_WlTbg\U)P)b)q)��qq�m)�qqP)d)p) _lgbXbiX)\V�i_cc_eiUXm)o_WlTbg\U)P)��qqq)d)p) i\]\jU)\V�i_cc_eiUm)o_WlTbg\U)P)b)q)��qq�m)�qq�)d)p) t��|{wz�w�x��v�s{�ztwx t��|{wz�xzuwv�y|t¡�x{~xt��|{wz�wx�twx�z¢zwz{uwx£¤£�x£¤¥�x£¤��x£¤��x£¤¦x§¥©©�x¥©£�x¥©¥�x�q��m)�q��m)�q��)d)p) XeXW_VoUX)UW)cli_VTUX)_Wbgl_oW\�Xm)W[YU)Sm)�m)�)b)ª)��q��m)�q�Pm)�q�q)d)p) YUgbn[jUX)bgT_V\]UXm)W[YU)S)b)�)��q��m)�q�P)d)p) v{�z�zv�xw���z�z}~tx�{~�x�t�v�zuwx{�s�utwx�zy|twx«x|�xw~zvtx��~utxt��{wzvz{ux~uz}~t�x��v�s{�ztx£x{~x¥x§�¬©�x�¬£­x®)p) v{�z�zv�xw���z�z}~tx�{~�x�t�v�zuwx{�s�utwx�zy|twx«x|�xw~zvtx��~utxt��{wzvz{ux����v�t�x��v�s{�ztx£x{~xq)����qm)����)d)p) XUVX\e\i\X_W\bV)gUXY\g_Wb\gUm)o_WlTbg\U)Pm)XbXpo_WlTbg\U)PS)b)P�)�����)d)p) XUVX\e\i\X_W\bV)oW_VlUm)o_WlTbg\U)Pm)XbXpo_WlTbg\U)PS)b)P�)���P�)d)p) o_VolgbTlV\o\Wlm)o_WlTbg\U)PSm)P�)b)q)�����m)����\m)���P)d)p) c W_TlV\o\Wl)Xg)iUX)oUiiiUX)TUgc\V_iUXm)o_WlTbg\U)PSm)P�)b)q)�����m)���P)d)p) Wbn\o\Wl)Ybg)i_)gUYgbjoW\bVm)o_WlTbg\U)PS)b)P�)b)q)����m)���°m)���°ªm)���°jm)���ªm)���ª�m)))��P)d)p) ilX\bVX)boi_\gUX)Tg_hUX)���P�Q))eR�eXW_VoUX)UW)cli_VTUX)h\XlX)_)i\hgU)��m)W\WgU)qQ))oRp)�|{±yxtvxwtwx�||z�stwx«x|��v�vx�tx�~wz{u�x«x|�t��t�vz{ux�tx|�xw{~�~�t)d))p)�{~wwz �twx�tx�|{±yx{~x�txwtwx�{±�{w�wx~vz|zw�wx��uwx|twx��y�z}~twx{~x�vt|zt�wx�tx������vz{ux�����~±~|�vt~�wx�~x)))Yibce)d))p)��{�~zvwx�|{±yz� �twx�tx�tzuv~�tx���|z}~�wx«x|��z�tx��~ux�zwv{|tvx{~x���x�twx��{����wx�|t�v�{wv_W\]UX)d))p)cUgogU)UW)XUX)obcYbXlX)d))p)Xi�gU)jU)o_gebVU)d))p)�{±�{w�wx�tx|���wtuz�)d))p)�ibg)UW)XUX)obcYbXlX)d))p)eUV�kVU)d))p)WlWg_oZibggU)jU)o_gebVUm)PmPmqmqpWlWg_oZibglWZ_VU)UW)YUVW_oZibglWZ_VUQ))))

61219MONITEUR BELGE — 02.06.2017 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 24: MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD 61197...4 november 2016, met toepassing van artikel 84, 1, eerste lid, 1 van de geco ördineerde wetten op de Raad van State; Op de voordracht van

!"#$%&'(')*+,*,$-.-/0*1231 45678497:;<=>?@A:7<=B7C9675D97:;=>;=ED>=B>=A>D6=>?@A:7<=C9:8F4G><=964;C@:69=B>C=>H@A:C7IC=:D=B!>;G7;C<=BJ4697I78>C=:D=BJ:5K>9C=B7E>6C=8:;9>;4;9=B>C=>H@A:C7ICL=1M31 NOPQPRS1TUUTVWXY1ZP[\1ST\1VPR\\][\11PRO1V]_ OR_Y1TW1T[1PW_]\abOT1ZT1\XOOT\\R][311c31 N]X\1WOPQPXd1R_ SReXP[W1SP1_P[RXSPWR][1Z"P POTRS\1ZT1O]ZXVWR][f1Z"T__PgP\R[PgTf1ZT1OT_ SR\\PgT1ZT1OY\TOQ]RO\1ZT1SReXRZT\1R[USP__PhST\1TW1ZT1gPi1V]_ OR_Y\f1SReXYURY\1]X1ZR\\]X\j1W]X\1WOPQPXd1\X\VTWRhST\1ZT1O]Q]eXTO1ZT\1R[VT[ZRT\1]X1ZT\1TdS]\R][\1gOPQT\311k31 NOPQPXd1ZT1WTOOP\\T_T[W1TW1Z"YWPRT_T[W1T[1U]XRSST\1Z][W1SP1O]U][ZTXO1T\W1\XYORTXOT11M1_1TW1Z][W1SP1SPOgTXO11_RlO]U][ZTXO1T\W1R[UYORTXOT11SP1O]U][ZTXOj1WOPQPXd1\X\VTWRhST\1ZT1O]Q]eXTO1X[1TUU][ZOT_T[W311m31 n][ZXRWT1ZT1QYaRVXST\1TW1Z"T[gR[\1ZT1WTOOP\\T_T[W311o31 n][ZXRWT1Z"T[gR[\1ZT1hPWWPgT1ZT1RTXd311p31 n][ZXRWT1ZT\1P POTRS\1ZT1STQPgT1TW1gXRZPgT1PO1\Rg[PXd1ZT\1V][ZXVWTXO\1ZT1VT\1P POTRS\311q31 rY_]SRWR][1ZT1hsWR_T[W\311#31 t][WPgT1TW1ZY_][WPgT1Z"YVaPUPXZPgT\3112u31v]XZPgT1]X1V]XPgT11S"POV1YSTVWOReXT1]X1PX1VaPSX_TPX11S"R[WYORTXO1ZT1OY\TOQ]RO\3112231w_ S]R1ZT1R\W]STW\1ZT1\VTSST_T[W3112M31w[WOTWRT[f1[TWW]xPgT1TW1OYPOPWR][1ZT\1R[\WPSSPWR][\1YSTVWOReXT\1ZP[\1ST\1VPhR[T\11aPXWT1WT[\R][j1WOPQPXd1V]_ ]OWP[W1ZT\1ZP[gTO\1YSTVWOReXT\1ZT1aPXWT1WT[\R][3112c31naPOgT_T[W1TW1ZYVaPOgT_T[W1ZT1[PQROT\3112k31$SPgPgT1TW1PhPWWPgT1ZT1UXWPRT\1TW1_P[XWT[WR][1ZT1gOX_T\3112m31n]__P[ZT1ZP[\1ST\1YWPhSR\\T_T[W\1_YWPSSXOgReXT\1ZT\1P POTRS\1ZT1UPhORVPWR][1TW1ZT1WOP[\]OW1\X\VTWRhST\1ZT1OY\T[WTO1ZT1gOP[Z\1OR\eXT\1]XO1SP1\YVXORWY1ZX1TO\][[TS1WTS\1eXT1aPXW\1U]XO[TPXdf1U]XO\1ZT1UX\R][f1V][QTOWR\\TXO\1TW1_YSP[gTXO\1ZT1U][WTf1]VaT\1ZT1_YWPS1T[1UX\R][f1SP_R[]RO\11VaPXZj1V]__P[ZT1ZT1V]PS\lVPO\f1V]yTlVPO\1TW1ZYU]XO[TX\T\1ZP[\1ST\1V]yTlORT\3112o31zVVXPWR][11ZT\1_PVaR[T\1ZP[gTOTX\T\1\PXU1eXP[Z1SP1_PVaR[T1T\W1YeXRYT1T[1TO_P[T[VT1ZT1ZR\]\RWRU\1ZT1O]WTVWR][1P O]ORY\1Z][W1S"TUURVPVRWY1T\W1R[ZYT[ZP[WT1ZT1S"R[WTOQT[WR][1ZT1S"XWRSR\PWTXO311v][W1V][\RZYOYT\1V]__T1_PVaR[T\1ZP[gTOTX\T\1{11l1ST\1_PVaR[T\11h]R\1\XRQP[WT\1{1\VRT\1VROVXSPROT\f1\VRT\11OXhP[f1ZYgPXVaR\\TX\T\f1OPh]WTX\T\f1W]XRT\f1_]OWPR\TX\T\f1_PVaR[T\11WT[][[TOf1_PVaR[T\lV]_hR[Y\1j11l1ST\1_PVaR[T\1ZT1WP[[TORT1\XRQP[WT\1{1_PVaR[T\11VxSR[ZOT\f1OT\\T\f1_PVaR[T\11VYOPxTOf1_PVaR[T\11][VTOf1_PVaR[T\11VxSR[ZOTOf1_PVaR[T\11PSR\\][[TO1TW1_PVaR[T\11\YVaTO1PO1ST1QRZT1j11l1ST\1OT\\T\11_YWPXd1\XRQP[WT\1{1ST\1OT\\T\11QR\11T_hOPxPgT1PO1UORVWR][f1ST\1OT\\T\11TdVT[WOReXT11T_hOPxPgT1_YlVP[ReXTf1[TX_PWReXT1]X1axZOPXSReXTf1ST\1OT\\T\1axZOPXSReXT\1j11l1ST\1OT\\T\11_]XSTO1ST\1_PWRbOT\1SP\WReXT\1j11l1ST\1VR\PRSST\11_YWPXd1TW1ST\1_P\\RV]W\1PVWR][[Y\1_YVP[ReXT_T[W1j11l1ST\1_POWTPXdlRS][\3112p31%6:8|B|C=>9=964E4DH=E7C|C=}=AJ4;;>H>=~�3MlM3112q31NOPQPXd1ZP[\1ST\1_Y[PgTORT\1Z"P[R_PXd1UYO]VT\1]X1QT[R_TXd3112#31NOPQPXd1ZT1TR[WXOT\1V]_ ]OWP[W1S"X\PgT1ZT1SP1VYOX\Tf1ZX1\XSUPWT1ZT1S]_h1]X1ZT1W]XW1O]ZXRW1V][WT[P[W1VT\1Rg_T[W\f1]XO1PXWP[W1eXT1VT\1O]ZXRW\1OT[UTO_T[W1SX\1ZT1M1&1ZT1]RZ\1ZT1S]_h1VPSVXSY11S"YWPW1_YWPSSReXT311Mu31NOPQPXd1OY]\P[W1PXd1VXQT\f1hP\\R[\f1OY\TOQ]RO\f1W]XORT\1]X1h][h][[T\1V][WT[P[W1ZT\1PgT[W\1VaR_ReXT\f1QR\Y\1PX1]R[W1�3c311M231NOPQPXd1Z][W1SP1VPZT[VT1T\W1V][ZRWR][[YT1PO1ZT\1_PVaR[T\1TW1eXR1\][W1OY_X[YOY\1PX1OY\XSWPW31111�!*��($%�,)**1231 �;B6:79C=:'=CJ>II>89D>;9=B>C=964E4DH=CDC8>@975A>\1ZT1O]Q]eXTO1ZT\1R[VT[ZRT\1]X1ZT\1TdS]\R][\1gOPQT\f1WTS\1eXT1{11l1I45678497:;=BJ:H�G(;>=A7�D7B>=>9=BJ��B6:G(;>1j11l1UPhORVPWR][1ZT1V]SS]ZR][f1ZT1VTSSXS])Zf1ZT1gPi1TW1ZT1SReXRZT\1R[USP__PhST\1j11l1ZR\WRSSPWR][1TW1OPUUR[PgT1ZT\1axZO]VPOhXOT\1ZYORQY\1ZX1YWO]ST1TW1ZT1SP1a]XRSST1j11l1OT_ SR\\PgT1ZT1OYVRRT[W\1_]hRST\1ZT1gPi1V]_ OR_Y\f1SReXYURY\1]X1_PR[WT[X\1ZR\\]X\1\]X\1X[T1OT\\R][1\XYORTXOT11�FG�8?*<=4D96>C=�D>=AJ476L11

61220 MONITEUR BELGE — 02.06.2017 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 25: MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD 61197...4 november 2016, met toepassing van artikel 84, 1, eerste lid, 1 van de geco ördineerde wetten op de Raad van State; Op de voordracht van

!" #"$%&'()*+,-.+/,-*'()*-.+/0&.-*12'(3%4-0."5""#"$0.()*% *-2%4!+.63*$'*7'604($'30%6*.3*$.*3+'03.7.63*1.*&'1'/+.-*.3*1.*1,4%(0$$.-*1'6-*$.-*&$%-*12,8('++0--'9."5""#"$%&'()*+,-.+/,-*:*$2';'33'9.*12'607'()"5""#"$%&'()*% *$2%6*4+%&!1.*:*1.-*%4,+'30%6-*&%74%+3'63*(6*+0-8(.*1.*&%63'&3*'/.&*$2'&01.*&<'6=<1+08(.*%(*3%(3.*-(;-3'6&.*>?>@ABCDEFA"GA"FA"GHIJIAK"5""#"$%&'()*%(*&='630.+-*% *1.-*%4,+'30%6-*%(*3+'/'()*4+%/%8(.63*(6*1,9'9.7.63*1.*L0;+.-*12'-;.-3.M"""N(*4%(+*O3+.*'66.),*:*$2'++O3,*+%<'$*,3';$0--'63*$.*$0/+.*P*#"QKIJRD>JCDSR"G?"CKJTJDF"AC"@JCHISKDA>">BH@DUDV?A>"GA"CKJTJDFFA?K>"G?"@SGA"G?"EDAR#WCKA"J?"CKJTJDF!"

XJK"FA"YSD"Z"[.*\060-3+.*1.*$2]74$%0"

_!"X a Yb"

61221MONITEUR BELGE — 02.06.2017 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 26: MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD 61197...4 november 2016, met toepassing van artikel 84, 1, eerste lid, 1 van de geco ördineerde wetten op de Raad van State; Op de voordracht van

!"#$%&'()*+,'-./01'2/3/141/050'2/671'548'49081/4:';<=>?@?7'08'A0<BC443D0@08'08';2441708'E0@=02@'/8'4<1/B02'()*+*:'FG'08'/8'4<1/B02'()*+H''--$)I$9081/4''-JKLMNOPOQRS-TUSVWPT--- TX- YZVPOS[SV\S-OW[T]PVU--_X-`S[a-PV-SSV-ZbUScPVU-bSW-ZcS[\[dae-fZT]O-_PgcZZ[_SS]\-PV-RZUS\[da[dPbWSV-Zh-_Pg-\PSifSS\dPaSVK----jK-kPZ]ZUPOQRS-TUSVWPT--- kPZ]ZUPOQRS-TUSVWPT-cTV-\S-U[ZSiSV-l-SV-m-PV-\S-fPV-cTV-T[WPaS]-nYYKJolK----lKLpRSbPOQRS-TUSVWPT---TXL qWZhhSV-SV-bSVUOS]O-\PS-cZ]\ZSV-TTV-\S-Q[PWS[PT-cZZ[-PV\S]PVU-PV-rrV-Zh-bSS[\S[S-cTV-\S-cZ]USV\S-UScT[SVa]TOOSV-SV-UScT[SVQTWSUZ[PSsV-bSW-rrV-Zh-bSS[\S[S-cTV-\S-cZ]USV\S-UScT[SVTTV\dP\PVUSVe-fZT]O-_S\ZS]\-PV-nS[Z[\SVPVU-tuvX-V[K-Jjwjxjyyz{-o-TQdWS-WZ|PQPWSPWe-QTWSUZ[PS-Je-j-Zh-l-t}lyye-}lJye-}llye-}lyJe-}lJJe-}llJX-o-RdP\QZ[[ZOPSe-QTWSUZ[PS-J~e-Jk-Zh-Jp-t}lJmX-o-ZVWc]Tb_T[S-UTOOSVe-QTWSUZ[PS-J-Zh-j-t}jjye-}jjJX-o-ZVWc]Tb_T[S-Ts[ZOZ]SVe-QTWSUZ[PS-J-t}jjjX-o-ZVWc]Tb_T[S-c]ZSPOWZhhSVe-QTWSUZ[PS-J-Zh-j-t}jjme-}jj�X-o-ZVWi]Zh_T[S-OWZ��������������� ��!"�������������������������������������������������������������������������������JKle-JKme-JK�-t}jyye-}jyJe-}jyje-}jyle-}jyme-}jy�X-o-fS]hZVW]S\SV\S-OWZhhSV-SV-bSVUOS]Oe-WNiS-~e-ke-p-Zh-�-t}jmye-}jmJe-}jmjX-o-Z[UTVPOQRS-iS[Z|P\SVe-WNiS-~-Zh-k-t}jmye-}jmJX-o-OiSQPhPSaS-\ZS]Z[UTTVWZ|PQPWSPW-VT-SSVbT]PUS-_]ZZWOWS]]PVUe-QTWSUZ[PS-J-Zh-j-t}lwye-}lwJX-o-OiSQPhPSaS-\ZS]Z[UTTVWZ|PQPWSPW-VT-RS[RTT]\S-_]ZZWOWS]]PVUe-QTWSUZ[PS-J-Zh-j-t}lwje-}lwlX-o-PVRT]TWPST]]S[USSVe-QTWSUZ[PS-Je-Od_QTWSUZ[PS-J~-Zh-Jk-t}llmX-o-RdP\T]]S[USSVe-QTWSUZ[PS-Je-Od_QTWSUZ[PS-J~-Zh-Jk-t}lJwX-o-aTVaS[cS[�SaaSV\RSP\e-QTWSUZ[PS-J~e-Jk-Zh-j-t}l�ye-}l�yPe-}l�JX-o-bdWTUSVPWSPW-PV-USO]TQRWOQS]]SVe-QTWSUZ[PS-J~e-Jk-Zh-j-t}lmye-}lmJX-o-cZZ[Wi]TVWPVUOWZ|PQPWSPWe-QTWSUZ[PS-J~-Zh-Jk-Zh-j-t}l�ye-}l�yMe-}l�yM�e-}l�yM\e-}l�y�e-}l�y�he-}l�JX-o-S[VOWPU-ZZU]SWOS]-t}lJzXK--_XLqWZhhSV-SV-bSVUOS]O-_S\ZS]\-PV-_ZSa-nYe-WPWS]-jK--QXLo-USObZ]WSV-]ZZ\-SV-]ZZ\]SUS[PVUSVe-bSW-dPWfZV\S[PVU-cTV-OZ]\SS[OS]--o-OWZh-cTV-]ZZ\-SV-cTV-]ZZ\cS[_PV\PVUSV-TTVUS�SV\-PV-hT_[PSaSV-SV-[SiT[TWPS�S[ai]TTWOSV-cZZ[-]ZZ\TQQdbd]TWZ[SV--o-]ZZ\RZd\SV\S-cS[hOWZhhSV-TTVUS_[TQRW-bSW-RSW-iPOWZZ]-Zh-\ZZ[-bP\\S]-cTV-S]SaW[ZOWTWPOQRS-i[ZQr\rO--o-a�Pa-Zh-a�PacS[_PV\PVUSV--o-aZZ]OWZh\POd]hP\S--o-T[OSSVcS[_PV\PVUSV--o-h]dZ[-SV-fPgV-cS[_PV\PVUSV--o-_SVfSSV--o-WSW[TQR]ZZ[aZZ]OWZhe-JeJejejoWSW[TQR]ZZ[SWRTTV-SV-iSVWTQR]ZZ[SWRTTVK--

61222 MONITEUR BELGE — 02.06.2017 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 27: MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD 61197...4 november 2016, met toepassing van artikel 84, 1, eerste lid, 1 van de geco ördineerde wetten op de Raad van State; Op de voordracht van

!"#$%&'()(*+,-+.,%/01123,),-+ 45 6789::8;<=<>=? =7@8A<B? ;<CD8<@AD<7 E7D F7D GG= GH F7D =7@8A<B? GHCI:= 7> 9789G78 9:> CH8<>=CDGJJ7> GJ 9:> H8GK7LD<7I7>? G>DCD7B<>=CE<;;7I7> GJ ;<978C7 9GG8M78H7> ;<7 CH8<>=CDGJJ7> @79:DD7>5 N5 O8@7<; <> H78CIALFDL:<CCG>C 7> G>;78 G978;8AB5 P5 Q78B M::8@<K =7@8A<B =7E::BD MG8;D 9:> :HH:8:D7> 9GG8 ;7 9789::8;<=<>=? ;7 GHCI:= GJ F7D 9AII7> 9:> 87C789G<8C E7D G>D9I:E@:87 9IG7<CDGJJ7> 7> E7D C:E7>=7H78CD7 =:CC7>? 9IG7<@:87 GJ GH=7IGCD7 =:CC7>R M78BS::EF7;7> ;<7 77> 78>CD<=7 @8:>; GJ SM:87 G>DHIGJJ<>=7> BA>>7> 978GG8S:B7>5 T5 U8G>;V 7> CDADM78B @<K A<D=8:9<>=7> 9:> E778 ;:> N E ;<7H M::89:> ;7 @877;D7 GH F:I97 ;<7HD7 BI7<>78 <C ;:> ;7 ;<7HD7R M78B ;:D <>CDG8D<>=7> B:> 978GG8S:B7>5 W5 X7CDA87> 9:> =8::JM78BDA<=7> 7> VE:LF<>7C5 Y5 X7CDA87> 9:> E:LF<>7C 9GG8 F7D F7<7> 9:> H:I7>5 Z5 X7CDA87> 9:> F7JM78BDA<=7> 7> F7D =7I7<;7> 9:> ;7 @7CDAA8;78C 789:> E7D C<=>:I7>5 [5 \IGH7> 9:> =7@GAM7>5 5 ]H8<LFD7> 7> :J@87B7> 9:> CD7<=78C5 45 !:CV GJ C><KM78B E7D ;7 7I7BD8<CLF7 @GG= GJ E7D ;7 @8:>;78 <> D:>BC5 445 U7@8A<B 9:> CLF<7DF:E78C5 4N5 ]>;78FGA;? 87<><=<>= 7> F78CD7I 9:> FGG=CH:>><>=C<>CD:II:D<7C <> D8:>CJG8E:DG8FA<CK7CR :8@7<; E7D =79:87> GH F7D =7@<7; 9:> FGG=CH:>><>=C7I7BD8<L<D7<D5 4P5 !:;7> 7> IGCC7> 9:> CLF7H7>5 4T5 \>G7<7> 7> 97II7> 9:> FGG=CD:EE<=7 @GE7> 7> @7F:>;7I7> 9:> 8G>;FGAD5 4W5 X7;<7>7>? <> E7D::I@7;8<K97>? 9:> J:@8<L:=7V 7> D8:>CHG8D<>8<LFD<>=7> ;<7 =8GD7 8<C<LG"C BA>>7> 9G8E7> 9GG8 ;7 97<I<=F7<; 9:> F7D H78CG>77I? SG:IC FGG=G97>C? CE7IDG97>C? LG>978DG87> 7> =<7D<KS78E7>=78C? CE7IDH:>>7>? M:8EM:IC7>R @7;<7>7> 9:> LG:IL:8C? LGB7VL:8C 7> A<DF::IE:LF<>7C <> LGB7CJ:@8<7B7>5 4Y5 O8@7<; E7D =79::8I<KB7 E:LF<>7C? @7F:I97 M:>>778 ;7 E:LF<>7 9:CD <C 9GG8S<7> 9:> :J;G7>;7 @7CLF78E<>=C<>8<LFD<>=7> ;<7 G>:JF:>B7I<KB M78B7> 9:> ;7 @7;<7>785 OIC =79::8I<KB7 E:LF<>7C MG8;7> @7CLFGAM;_ V ;7 9GI=7>;7 FGAD@7M78B<>=CE:LF<>7C_ L<8B7IS:=7>? I<>DS:=7>? 9I:B@:>B7>? 9:>;<BD7@:>B7>? J87S7>? H7>>7>@:>B7>? B7DD<>=J87S7>? =7LGE@<>778;7 E:LF<>7CR V ;7 9GI=7>;7 I778IGG<78<KE:LF<>7C_ M:ICE:LF<>7C? H78CV 7> CLF::JE:LF<>7C? E:LF<>7C 9GG8 F7D =I:;CLFA87>? B:887M:IVC7>? CDGIE:LF<>7C 7> 9:LA#E;8GG=E:LF<>7CR V ;7 9GI=7>;7 E7D::IH78C7>_ CLF8G7JH78C7> E7D M8<K9<>=CBGHH7I<>=? 7L7>D78H78C7> E7D E7LF:><CLF7? H>7AE:D<CLF7 GJ Fa;8:AI<CLF7 BGHH7I<>=? Fa;8:AI<CLF7 H78C7>R V ;7 H78C7> 9GG8 F7D 9G8E7> 9:> HI:CD<CLF7 CDGJJ7>R V ;7 E7LF:><CLF @7MG=7> E7D::ICLF:87> 7> C><KE:LF<>7CR V ;7 9:IF:E78C5 4Z5 b8GLc;cC 7> M78BS::EF7;7> @7;G7I; <> @<KI:=7 6d5NVN5 4[5 Q78BS::EF7;7> E7D M<I;7 GJ =<JD<=7 ;<787>5 4 5 \LF<I;78M78B M::8@<K =7@8A<B MG8;D =7E::BD 9:> IGG;M<D? IGG;CAIJ::D GJ 7><= H8G;ALD ;:D ;<7 H<=E7>D7> @79:D? <>;<7> F7D IGG;=7F:ID7 =8GD78 <C ;:> N =7M<LFDCH8GL7>D @787B7>; <> E7D:II<CLF7 DG7CD:>;5 N5 Q78B ::> GJ E7D BA<H7>? @:CC<>C? 87C789G<8C? BG8JJI7CC7> GJ @A<BJI7CC7> ;<7 LF7E<CLF7 :=7>D<: @79:DD7>? @7;G7I; <> HA>D O5P5 N45 O8@7<; E7D 77> ;GG8 E:LF<>7C @7H::I; M78BD7EHG 7> E7D H87CD:D<7@7IG><>=5 e"#$f11g*,-++ 45 bI::DC7> M::8 M78BS::EF7;7> MG8;7> 9788<LFD ;<7 78>CD<=7 @8:>;7> GJ G>DHIGJJ<>=7> BA>>7> 978GG8S:B7>? SG:IC_ V ;7 9789::8;<=<>= 9:> 9IG7<@:87 SAA8CDGJ 7> M:D78CDGJR V ;7 9789::8;<=<>= 9:> LGIIG;<G>? L7IIAIG$;? G>D9I:E@:87 =:CC7> 7> 9IG7<CDGJJ7>R V ;7 ;7CD<II:D<7 7> 8:JJ<>:=7 9:> BGGIM:D78CDGJJ7> 9GG8DBGE7>;7 A<D H7D8GI7AE 7> CD77>BGGIR V F7D 9AII7> 9:> 978HI::DC@:87 87L<H<h>D7> E7D C:E7>=7H78CD7 =:CC7>? 9IG7<@:87 GJ GH=7IGCD7 =:CC7> :>;787 ;:> IALFD? G>;78 77> ;8AB 9:> E778 ;:> 4 B=iLE%5

61223MONITEUR BELGE — 02.06.2017 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 28: MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD 61197...4 november 2016, met toepassing van artikel 84, 1, eerste lid, 1 van de geco ördineerde wetten op de Raad van State; Op de voordracht van

!" #"$%"&'()&%*"+%,-%.$"/''0"$%")1-'2,3%$3%*,-%*4""#"$%"2&))-,%*"3*"$%"/3&+%&13(%*"5))0"()$)/%0,"%*"(0%*6%*"+%7)*$%&$"%*"+%5%0(-"5'0$%*4""#"$%"&'()&%*"5))0"$3%0%*"5'0$%*"6%,&)87-4""#"$%"&'()&%*"5))0"5%0(9)).7%$%*"5'0$%*"/%00387-"$3%"%%*"03,38'"3*7'1$%*"/)*"8'*-)8-".%-"8:))*5)-%0,-';9110"';".%-"%&(%",-';"$3%"$3-"9110"()*"/03<.)(%*4""#"$%"&'()&%*"';"+'152&))-,%*"5))0"$''0"5%0(9)).7%$%*"';"5%0(%*"),+%,-/%9%&,"(1**%*"5'0$%*"/03<6%.))(-!"""=%93%*"'."-%"5'0$%*"6%/'%6$"+3<"7%-"('*3*(&3<("+%,&13-"-'-"/),-,-%&&3*6"/)*"+'%(">"#"?%0('06)*3,)-3%"%*"+3<9'*$%0%"5%0(*%#.%0,8)-%6'03%@*"/)*"$%"8'$%A"'/%0"7%-"5%&93<*"'2"7%-"5%0(!"

B)*"C'*3*6,5%6%D"E%"F3*3,-%0"/)*"?%0(G"

C!"HIIJIKL"

61224 MONITEUR BELGE — 02.06.2017 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 29: MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD 61197...4 november 2016, met toepassing van artikel 84, 1, eerste lid, 1 van de geco ördineerde wetten op de Raad van State; Op de voordracht van

!!"#"$#% &'$$()*+,$-.-$/)0)+1+)2,$3,*$14,-+*5$67.8939*$,+$8.-3)+).-*$3,$+7121)/5$2)*9,$:$/!17+)8/,$#% &"$;; %< 4,-+*$$=>?@ABCDE;FGHEIJKBE;@ABCDE;FGHEIJKBEL;MNOEJKB;PBKQRPI;ENCD;PNCEISTOTE;PNUUB;SBE;VABCDE;BCDOV#CVCD;SBE;MTEINCE;WXYZ[\];BDNK;OIEJKBCD;SB;FON_NJKBO;KC;STDVPGBUBCD;SK;FMVPBCDVL;CNDVUUBCD;;Va;PGNPEL;_IbOVDINCE;c;ba;UVCKDBCDINC;UVCKBMMB;SB;PGVOABE;MNKOSBE;PNUFNODVCD;SBE;OIEJKBE;c;Pa;bOKID;c;Sa;OVHNCCBUBCDE;INCIEVCDE;dEVCE;FOTeKSIPB;SBE;SIEFNEIDINCE;SK;PGVFIDOB;fffL;EBPDINC;fOBL;SK;OgAMBUBCD;ATCTOVM;OVHNCCBUBCDE;INCIEVCDEa;c;Ba;OVHNCCBUBCDE;CNC;INCIEVCDE;c;ha;hONIS;NK;PGVMBKO;BQDOiUBE;c;Aa;UNK_BUBCDE;BD;FNEDKOBEL;STFMVPBUBCDE;dENID;j;M$ICDTOIBKO;ENID;j;M$BQDTOIBKO;SB;M$TDVbMIEEBUBCDaL;hVRYklm\no\pYZ[\n\Ynqrs]ktm\n\YnZmYu\]nvrZul\]nqrs]ktm\]n[kw\]nxn[%ZvYkykYwnxnuk]tm\nz{Zlu\]]k|pnz\n[ZnDOV_VIMMBKEB>;;}>?@ABCDE;bINMNAIJKBE;; @ABCDE;bINMNAIJKBE;VK;EBCE;SK;MI_OB;~ffL;SVCE;MV;UBEKOB;N&;IM;BED;PNCCK;JKB;PBE;VABCDEL;NK;MBE;UBREKOBE;DGTOVFBKDIJKBE;OBCSKBE;CTPBEEVIOBE;FVO;PBKQRPI;UBDDBCD;BC;FTOIM;MV;EVCDT;SBE;hBUUBE;BCPBICDBE;BD;SB;M$BChVCD;j;CV#DOB>;;�>?@ABCDE;PGIUIJKBE;; 'BE;VABCDE;PGIUIJKBE;EKI_VCDEL;SVCE;MV;UBEKOB;N&;IME;ENCD;PNCEISTOTE;PNUUB;SBE;VABCDE;UBDDVCD;BC;SVCABO;MV;EVCDT;SBE;hBUUBE;BCPBICDBE;BD;SB;M$BChVCD;j;CV#DOB;;;Va?EKbEDVCPBE;BD;UTMVCABE;JKI;OTFNCSBCD;VKQ;POIDgOBE;SB;PMVEEIhIPVDINC;SVCE;KCB;NK;FMKEIBKOE;SBE;PMVEEBE;NK;PVDTANOIBE;SB;SVCABO;EKI_VCDBE;BD;PNOOBEFNCSBCD;j;KCB;NK;FMKEIBKOE;SBE;UBCDINCE;SB;SVCABO;EKI_VCDBEL;PNChNOUTUBCD;VK;�gAMBUBCD;d��a;C�;=}�}}���;;;R; UKDVATCIPIDT;EKO;MBE;PBMMKMBE;ABOUICVMBEL;PVDTANOIB;=@L;=�;NK;};d����L;���=a;c;R; PVCPTONATCIPIDTL;PVDTANOIB;=@L;=�;NK;};d����L;����IL;���=a;c;R; DNQIPIDT;FNKO;MV;OBFONSKPDINCL;PVDTANOIB;=@L;=�;NK;}L;NK;PVDTANOIB;EKFFMTUBCDVIOB;SBE;BhhBDE;]mun|mnykZn[{Z[[ZkY\o\pYn���(��n��(���n��(�)��n��(�)z�n��(��W�n��(��n��(�z�n��(�Wz�n���}L;�����L;���=ha;c;R; DNQIPIDT;EFTPIhIJKB;FNKO;PBODVICE;NOAVCBE;PIbMBE;j;MV;]mkY\nz{mp\n\�q|]kYk|pnmpktm\�nvZYwl|uk\n=;NK;};d����L;���=a;c;ba;VABCDE;PGIUIJKBE;hIAKOVCD;SVCE;M$VCCBQB;~f>}R=;c;Pa;VABCDE;PGIUIJKBE;SVCABOBKQ;j;FTCTDOVDINC;PKDVCTB;hNOUBMMB;PNUUBL;FVO;BQBUFMBL;MBE;VUICBE;VONUVDIJKBEL;MBE;STOI_TE;CIDOTE;NK;GVMNATCTE;SBE;GHSONPVObKOBE;VONUVDIJKBEL;MBE;FBEDIPISBE;c;Sa;M$NQHSB;SB;PVObNCB>;;

61225MONITEUR BELGE — 02.06.2017 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 30: MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD 61197...4 november 2016, met toepassing van artikel 84, 1, eerste lid, 1 van de geco ördineerde wetten op de Raad van State; Op de voordracht van

!"#$%&'(')**+,-./0/12340516,3781293:5,;462<28 ;447=72>?@ABA@22C!"C%D(EFE%D)*(G*F$HIHEJ*2 B26,;K;5=2L;45781207267,,;117L746M20729-5388727620 7=.;K;63-420521-82N2B26,;K;5=2L;4578127997.65/120;4120712;6L-1OPQ,71207215,O,7113-42N2B26,;K;5=21-567,,;3412L3437,1@222RSTUVSWTXYWZT[\\Z]T_Ta[WWXYTWVb[TY[cdee[\YTZTdfWZTgT!2h,:;431;63-420526,;K;382762.;6/:-,37121O/.3B93i57120726,;K;38875,12052.-072052j374Bk6,72;526,;K;38@2

+;,2872l-32m2nZTod\deYWZTpZTaqLO8-3M2

r@2+qqsqlt2

61226 MONITEUR BELGE — 02.06.2017 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 31: MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD 61197...4 november 2016, met toepassing van artikel 84, 1, eerste lid, 1 van de geco ördineerde wetten op de Raad van State; Op de voordracht van

!"#$%&'() *+'',-./*0-1-/2/-.3.'0-45/'326''27.6/-28'9:;<=>=5'.6'2:?.->5;15/26>-7@.>.6'?.>;.0>'-6'2:/-A.0'() *!'BBB$)C$7.6/-2''DEFGHIJIKLMBNOMPQJNBBRMBSHIJIKLMBNOMPQJNBTNNUVNPBTWUXQBNNPOMPWYMPBXNQBZJ[BMY\UHWPNN]SWMQNN]B]MQIM]BMPWSB]WI]NQJPOBVNPBXMB_]NKMPQNBQWQBOMVW]OBaPPMPBLM\\MPbBYMQBPNYMcBNdBIKLW MPbBQUJ]]JPOMPeB\dBQJ]]MPBVNPBZTNUMB]NIQMPBXNQBUJIJKW"IBNPBW_]MVMUMPeBKdB]NTNNJeBXdBJWPJIMUMPXMBIQUN]JPOBfWPVMUYJPXMUXBXMB\M_N]JPOMPBVNPBLWWSXIQaBgggbBNSXM]JPOBgbBVNPBLMQBN]OMhYMMPBUMO]MYMPQBJWPJIMUMPXMBIQUN]JPOMPdeBMdBPJMQhJWPJIMUMPXMBIQUN]JPOeBSdBMiQUMYMBWaBWSBLJQQMeBOdB\MTMOJPOMPbBLWaXJPOMPBMPBVMU_]NNQIJPOMPBfLMQZJ[B\JPPMPbBLMQZJ[B\aJQMPBXMBJPUJKLQJPOdbBOMMIQMh]J[MBMPB]JKLNYM]J[MBVMUYWMJXLMJXBMPBNPXMUMB]JKLNYM]J[MB\M]NIQJPOMPBJPBVMU\NPXBYMQBXMBTMUZNNYLMXMPBYMQBOMVNNUBVWWUBNOUMIIJMBVWWUBXMBTMUPMMYIQMUEBBjEFkJW]WOJIKLMBNOMPQJNBBkJW]WOJIKLMBNOMPQJNBJPBXMBZJPBVNPB\WMBlggbBVWWUBZWVMUB\MMPXBJIBXNQBXMZMBNOMPQJNBWSBXMBXWWUBXMZMBNOMPQJNBPWWXZNM]J[BOMTWUXMPBQLMUN_MaQJIKLMBYNNQUMOM]MPBXMBOMZWPXLMJXBVNPBZTNPOMUMBVUWaTMPBMPBWPOM\WUMPBJPXMUMPBJPBOMVNNUB\UMPOMPEBBmEFnLMYJIKLMBNOMPQJNBBRMBVW]OMPXMBKLMYJIKLMBNOMPQJNBVWWUBZWVMUBZJ[B\MIKLWaTXBTWUXMPBN]IBNOMPQJNBXJMBXMBOMZWPXLMJXBVNPBZTNPOMUMBVUWaTMPBMPBVNPBLMQBWPOM\WUMPBJPXBJPBOMVNNUB\UMPOMPcBNdFIQWSSMPBMPBYMPOIM]IBXJMBVW]XWMPBNNPBXMBKUJQMUJNBVWWUBJPXM]JPOBJPBooPBWSBYMMUXMUMBVNPBXMBVW]hOMPXMBOMVNUMP]NIIMPBMPBOMVNUMPKNQMOWUJMpPBYMQBooPBWSBYMMUXMUMBVNPBXMBVW]OMPXMBOMVNUMPhNNPXaJXJPOMPbBZWN]IB\MXWM]XBJPBlMUWUXMPJPOBfqrdBPUEBDjsjjttucBhB YaQNOMPJQMJQBJPBOMI]NKLQIKM]]MPbBKNQMOWUJMBDvbBDkBWSBjBfwmxtbBwmxDdeBhB NPMUVMUTM MPXLMJXbBKNQMOWUJMBDvbBDkBWSBjBfwmytbBwmytJbBwmyDdeBhB VWWUQ_]NPQJPOIQWiJKJQMJQbBKNQMOWUJMBDvbBDkBWSBjbBWSBXMBNNPVa]]MPXMBKNQMOWUJMBVWWUBOMVW]OMPBVWWUBWSBVJNB\WUIQVWMXJPOBfwmztbBwmztRbBwmztGRbBwmztGXbBwmztRSbBwmzDbBwmzDXbBwmzDSXbBwmzjbBwmztGbBwmzDSdeBhB I_MKJSJMMBXWM]WUONNPQWiJKJQMJQB\J[BMMPYN]JOMB\]WWQIQM]]JPObBKNQMOWUJMBDBWSBjBfwmstbBwmsDdeB\dBXMBKLMYJIKLMBNOMPQJNBVNPB\J[]NOMBlgEjhDeBKdBOMVNNU]J[MBKLMYJIKLMBNOMPQJNBXJMBVJNBXMBLaJXBTWUXMPBW_OMPWYMPbBZWN]IBXMBNUWYNQJIKLMBNYJhPMPbBXMBPJQUWhBWSBLN]WOMMPXMUJVNQMPBVNPBNUWYNQJIKLMBWW]TNQMUIQWSSMPbB_MIQJKJXMPeBXdB WW]IQWSYWPWiJXMEB

61227MONITEUR BELGE — 02.06.2017 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 32: MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD 61197...4 november 2016, met toepassing van artikel 84, 1, eerste lid, 1 van de geco ördineerde wetten op de Raad van State; Op de voordracht van

!"#$%&'()(*++,-./0123456 7289:.:0 .36 ;3<- 87=6-8>6- 3- ?3<5@=6 A,BCDCB E"#F%GHI)*&J*KLM)INOH)HM+ D [email protected]@2?63. ?3< =28-.Q62RS 87D 6- /31=2@T3-=0Q62RU D [email protected]@2?63. 3- @1>80V626- T@- 8T62.2/RU D W-.62=28-.06 Q62R;@@>X6.6- 3- .6 >3<-6-B Y6;36- 8> 16 Q82.6- =6T86=. ?3< X61 R8-3-R53<R ?605/31 181 T@01016553-= T@- ?86R Z D [62R82=@-30@136 6- ?3<;8-.626 Q62R-6>6209@16=82364- T@- .6 98.6\ 8T62 X61 Q65;3<- 87 X61 Q62RB

A@- ]8-3-=0Q6=6 _6 3-30162 T@- [62RS

]B abbcbde

61228 MONITEUR BELGE — 02.06.2017 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 33: MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD 61197...4 november 2016, met toepassing van artikel 84, 1, eerste lid, 1 van de geco ördineerde wetten op de Raad van State; Op de voordracht van

!!"#"$#% &'$$()*+,$-,*$./,0+*$,+$120-)+)20*$-,$+3.4.)5$)0+,3-)+*6$4)*7,$8$5!.3+)15,$#% &"6$.5)07.$'$99 :;<= > ?(("@A"A$"!B"?!<"A$9#$%&'()*+,-,9CDEFGHIJK9LMNKOPQHK9R99S9TCIQJHIJOUI9VCIQHWWH9XH9YMCZGHK9LHIXCIJ9WHK9[9XHZIOHZK9VUOK9XH9WC9GZUKKHKKH9\9S9FV]OCIYHK9YMCQXHK9KQLZOHQZHK9_9[9ab9\9S9cCNUIIHVHIJK9OUIOKCIJK9YUIdUZVVHIJ9_9W.CZJOYWH9efgfg9XQ9ZhGWHVHIJ9GIZCW9ZCNUIIHVHIJK9OUIOKCIJKf99]DEFGHIJK9]OUWUGOPQHK9R99iHK9CGHIJK9]OUWUGOPQHK9PQO9LHQjHIJ9LZKHIJHZ9XHK9ZOKPQHK9GZCjHK9LCZVO9WHKPQHWK9R99]CYJZOHK9R9S9/OKJHZOC9VUIUYNJUGHIHK9S9kHOKKHZOC9GUIUZZMUHCH9S9lZHLUIHVC9LCWWOXQV99jOZQK9R9 S9mIJZUjOZQK9R99S9nOZQK9bUoKCYpOH9qrZUQLH9sD9S9mYMUjOZQK99S9nOZQK9XH9W.MLCJOJH9s99S9tuvwxyz{y|}~����u�{y�99S9nOZQK9XH9W.MHZLhK9R99S9bNJUVHGCWUjOZQK9S9nOZQK9X.mLKJHOI9sCZZ9S9�HZLHK9KOVLWHo9jOZQK�9JNLH9e9S9�HZLHK9jOZQK9jCZOYHWWCS�UKJHZ99S9nOZQK9X.OVVQIUXdOYOHIYH9MQVCOIH99S9�CZjUjOZQK9MQVCOI9s9g099S9cQ]HWWCjOZQK99LCZCKOJHK9R9S9lUoULWCKVC9GUIXOO99/H9ZOKPQH9I.HKJ9LCK9LZKHIJ9K.OW9HKJ9XVUIJZ9PQH9WC9JZCjCOWWHQKH9HIYHOIJH9HKJ9KQddOKCVVHIJ9LZUJGH9YUIJZH9YHK9CGHIJK9LCZ9KUI9JCJ9X.OVVQIOJf99

61229MONITEUR BELGE — 02.06.2017 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 34: MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD 61197...4 november 2016, met toepassing van artikel 84, 1, eerste lid, 1 van de geco ördineerde wetten op de Raad van State; Op de voordracht van

!"#$%&'() *+,+-.%(/)) !"#$%#&'#()*(+' ,%# )"%-!#,'(#0 1'0'%)2%)2+&3(45%) 6789:.;:7)0 1'0'%)2%)6:1'*3<=1'*=>%) 888:8;:.)0 1'0'%)2%)6:,1'*3<=1'*=>%) 88?:@.:A)0 1'0'%)2%),1'*=>:BCC:0D3<=,%'*=>%) ;.6:A6:8)0 1'0'%)2%)E>3,5)50(+-.%)F0 1'0'%)2%)E>3,5!) 9?8:?@:6)0G(%&+ )F 3,E3(1()2%)>/!)) )5%&D4&%) H8:@9:6)5%&D3>001E=G4&%)I)5%&D302J%JK1 *G=(4&%) ;?:96:7)5+&0E0 G=>)FLMB!)I)9:N1'*=> G3'3&0'%)2%)6:(% :5.'=>:@JA:2+&+'G3E*1&=>%) @7;:98:@)5+E*1&=>%() *>3G1()F@62)O>!)) ;9@A.:68:.)5+E*1&=>%() *>3G1()F;@2)O>!)) 88?.H:A.:8) *>3G3K3G,%)) AH:AA:9) *>3G.G%)2%),1'*=>%)) H@:7H:9) 3.,0K4&%))FP0GK0G+&!)) 78:78:6)2+,1'*=>K3G,0,+2%))) A7:86:6)2+&3(45%)I)6:F8:N1'*=>EG3E=>!:@IA:2+&+'G3E*1&3>)) 77:7;:H)2+&3(45%)F(%>()%')%('%G()2%!J)Q)%< >.(+3&)2%) %.<)&3,,1,%&')21(+$&1()20&() %''%)>+('%) )6:1'*3<=1'*0&3>)) 88?:7?:;)%'*=>1&%'*+3.G1%)I)6:+,+20D3>+&%:6:'*+3>)) .A:@;:H)*0>3'*0&%)) 8;8:AH:H),12+ 0,%&'()0&'+,+'3'+-.%() ),%G .G%)%')(%()21G+R1()) )6:,1'*3<=1'*0&3>)I)),1'*=>$>= 3>) 8?.:7A:@)&+'G3K4&%)FLMB!)) 879A:H;:;)3<=2%)2%)6J@:2+ *>3G3E*1&=>%)%')2%)@:&+'G3E*1&=>%)) )E>3,5)F5+(F3G'*3E*3(E*0'%!)2%)'G+:!) H@@A:6H:H)E>3,5)%')(%()21G+R1(J)20&()>0),%(.G%)33) %()0$%&'()(3&')(.( %E'+5>%()2/S'G%)05(3G51()E0G)>/3G$0&+(,%)*.,0+&)I) )E>3,5)F2+F0 1'0'%!)2%!)F'G+*=2G0'%!) A?7?:;A:@)E>3,5FLL!)F,1'*0&%(.>K3&0'%)2%!) 8H;H?:HA:6)(.>K.G%)2%) 0G53&%) H;:8;:?)'1'G0 *>3G.G%)2%) 0G53&%) ;A:69:;)))

61230 MONITEUR BELGE — 02.06.2017 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 35: MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD 61197...4 november 2016, met toepassing van artikel 84, 1, eerste lid, 1 van de geco ördineerde wetten op de Raad van State; Op de voordracht van

!"#$%&'('$%)*&+*(,-.-'/*0* ! "# $%&'&() #*($"%%&+,# -+,+"%# . ! "# $%&'&() -&,("/# 0" $"%%&##"-",$1 0" 2*(+//" "$ 0!")3&'&$+*, 0( #*/ . ! "# $%&'&() -&,("/# "22"3$(4# 0&,# /"# 3&+##*,# 5 &+% 3*-6%+-47 89:;<=>=?@@ABCACD=@@=?;=E;ACD "#$%&'()*+,+ &FGHI",$# 6JK#+L("# M ! & -&,($",$+*, -&,("//" 0" 3J&%I"# 6",0&,$ /& 0+)+N-" #"-&+," L(+ #(+$ /!&33*(3J"-",$7 OFGHI",$# O+*/*I+L("# L(+ 6%4#",$",$ (, %+#L(" I%&'" 6*(% /!",2&,$ M ! /" 3K$*-"I&/*'+%(# ! /" '+%(# 0" /!J46&$+$" P ! /"# '+%(# 0!+--(,*042+3+",3" J(-&+," 3FGHI",$# 3J+-+L("# M -./+01+2%+34536%-71+ -4/18.+7%3+&34$&$" 0" 0+,*#NO" QRST!9U!R &34$&$" 0" Q!4$J*)K4$JK/" SSS!SU!9 &34$&$" 0" Q!-4$J*)K4$JK/" SSV!W9!X &34$&$" 0" -4$JK/!YZZ!&[*)K-"$JK/" U9Q!XQ!S &34$&$" 0" 6/*-O O&#+L(" \&34$&$" 0" 6/*-OF TVS!VW!Q &%#",+3 \3*-6*#4# 0" /!F O",[N," ]S!WT!Q O",[*/:&;6K%N," . O",[*:01"12;3J%K#N," UV!TQ!R O+,&6&3%K/ \_YF . T!4$JK/3%*$*,&$" 0" Q!#"3!O($K/!W1X!0+,+$%*6J4,K/" WRU!TS!W O+6J4,K/"# 3J/*%4# \WQ< a/F UTWX9!QS!9 O+6J4,K/"# 3J/*%4# \UW< a/F SSV9]!X9!S 3J/*%*2*%-" X]!XX!T 3J/*%(%" 0" -4$JK/" ]W!R]!T 3*(-&2N," \b&%2&%+,F RS!RS!Q 0+-4$JK/2*%-&-+0" XR!SQ!Q 0+,*#NO" . Q!\S!4$JK/6%*6K/F!W.X!0+,+$%*6J4,*/ RR!RU!] 0+,*#NO" \#"/# "$ "#$"%# 0"F1 5 cd")3/(#+*, 0" 3"() ,*--4-",$ 04#+I,4# 0&,# 3"$$" /+#$" Q!4$J*)K4$J&,*/ SSV!RV!U "$JK/4,"$J+*(%4" . Q!+-+0&[*/+,"!Q!$J+*/ 9X!WU!] J&/*$J&," SUS!X]!]

61231MONITEUR BELGE — 02.06.2017 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 36: MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD 61197...4 november 2016, met toepassing van artikel 84, 1, eerste lid, 1 van de geco ördineerde wetten op de Raad van State; Op de voordracht van

!"#$%#&'#()*(+' ,%# )"%-!#,'(#!"#$%&!'()* &()$!$)+)$,-'* !'.%-.' ') *'* #".$/"* 01!")2+34")2&(+5 6 !")245754%+5 89.1:;1< ($).+=>(' ?@ABC 8:D;1EF1F +34#' #' 0G<1#$%25+.+H2"(45' ') #' <1($).+H2"(45' H5+!I ?I$*?+.)2+H2+*H2&)'C #' ).$1C E<<;10E1E H5+!I ') *'* #".$/"*G #&(* 5& !'*-.' +/ %'* &7'()* *+() *-*%'H)$I5'* #0J).' &I*+.I"* H&. 50+.7&($*!' 2-!&$( 6 H5+!I ?#$?&%")&)'C #'C ?).$24#.&)'C ;9:91F;1< H5+!I?@@C ?!")2&('*-5=+(&)' #'C 8EFE91E;10 *-5=-.' #' %&.I+(' EF18F19 )").&%25+.-.' #' %&.I+(' F;10D1F 123,456787459#6:#8;<=<7>#?# 1 @'* ).&/&-3 *+-)'..&$(* !$($'.* 6 1 @'* ).&/&-3 !&(-'5* #' )'..&**'!'()G #' =+-$55' ') #0'3%&/&)$+( #- *+5K LMNOPMQNRSQTNUVVTWXNYNZ[UQQRSXNQP\UZNXSU]Z__UV) 5' 5$/.' 1 B.7&($*&)$+( #- ).&/&$5 ') %&)"7+.$'* *H"%$1=$,-'* #' ).&/&$55'-.* #- %+#' #- I$'(1J).' &- ).&/&$5K

a&. 5' b+$ c dTNeV_SQTNfTNZ[ghOZPi

jK akklkbA

61232 MONITEUR BELGE — 02.06.2017 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 37: MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD 61197...4 november 2016, met toepassing van artikel 84, 1, eerste lid, 1 van de geco ördineerde wetten op de Raad van State; Op de voordracht van

!"#$%&'()* +,(($-./0(123(45(15678453(29530-2(53(2675-4/8:/0234-9;5453(75485<4(-3(260-=5<()* +!>(0?5545(<-4( %@ABC%D&'E'(C'EFD''GHI'EH( "#$%&'()*+, JKLMNOPOQRS JTSUVPJW X YSV ZJU[SS\ RJUVS]SU JU \JOVSU TS_[]SU_S _S \JJVOVS _]PS ZJJU_SU JU _S aJUTS]OQRJbc X dZTSPUTOaJ]ZVS efSU ghijc X kfUPOS]SU_S OV]J\PUT fS]SSUlfZOVPT J]VPlS\ mhnonon JU RSV J\TSZSSU ]ST\SZSUV PfUPOS]SU_S OV]JX\PUTSUn eKLpPf\fTPOQRS JTSUVPJW pPf\fTPOQRS JTSUVPJ _PS S]UOVPTS ]POPQf-O l[UUSU ZSSe]SUTSUq aJJ]fU_S]W eJQVS]PrUW X .POVS]PJ ZfUfQNVfTSUSO X sSPOOS]PJ TfUf]]RfSJS X t]SbfUSZJ bJ\\P_[Z P][OOSUW X uUVS]fP][OOSUW X jfvOJQlPS w]fSb pXP][OOSU X uQRfP][OOSU X YSbJVPVPO pXP][O X YSbJVPVPO jXP][O X YS]bSOP][OOSUW X jNVfZSTJ\fP][O X ubOVSPUXpJ]]XP][O X YS]bSO OPZb\SvXP][O VNbS m X YS]bSOP][O J]PQS\\JXfOVS] X Y[ZJUS PZZ[Uf_SxPQPrUVPSP][OOSU yYkzK X Y[ZJJU bJ]fP][O po/ X {[eS\\JP][O bJ]JOPSVSUW X tfvfb\JOZJ TfU_PP YSV ]POPQf PO UPSV JJUaSPT J\O JJUTSVffU_ af]_V _JV _S aJUTS]S aS]lUSSZOVS] _ff] PZZ[UPOJVPS f\X_fSU_S VSTSU _SS JTSUVPJ eSOQRS]Z_ POn

61233MONITEUR BELGE — 02.06.2017 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 38: MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD 61197...4 november 2016, met toepassing van artikel 84, 1, eerste lid, 1 van de geco ördineerde wetten op de Raad van State; Op de voordracht van

!"#$%&'()!%& *+&,-(*. !!"#$! #%&'#!(& )# *!)+ ,""&-#*,-('(-/-()!%& +&,&&)'(00&1&, *2)&&,3&24(,0(,+&, 4*)()!% 1//0*!&-**- 5*,%602()!%" 51//0*!&-**-" 789:8;:< 4&,=&&, >9:;7:< 4&,=/.*/?62&&, @ 4&,=/.0A&AB/!%26)&&, C8:7<:D 4(,*?*!261 5EFG"@ <:)&!:4H-61:;AI:0(,(-2/B&,61:7:'&-%61!2/-/,**- ;DC:79:; !%1/2/B/2' I>:II:7 !H'*B&&, 5J*2B*2(," D9:D9:< <A;:0(!%1//2B&,61/K(0& &, ;:,(-2/B&,61/K(0& 0('&-%61B/2'*'(0& ID:9<:< 0(,/)&4 @ <:59:'&-%61?2/?61":;AI:0(,(-2/B&,/1 DD:DC:> 0(,/)&4:=/H-&, &, 0&)-&2)A '&- H(-=/,0&2(,+ 3*, 0&+&,& &10&2) (, 0&=& 1(L)- 3&2,/&'0 0(,/)&4*!&-**- <D97:1C:D <:&-%/K6&-%*,/1 998:D8:C <:&-%/K6&-%61*!&-**- 999:9C:1 &-%61&&,-%(/H2&H' @ <:('(0*=/1(,&:<:-%(/1 1I:;C:> +&!%1/2&&20& 4(B&,61&, 5;<2 $1" C7;I1:<9:1 +&!%1/2&&20& 4(B&,61&, 5C;2 $1" 9981>:I1:9 %*1/-%**, 9C9:I>:> M//1)-/B0()H1B(0& >C:9C:8 MJ(M &, :0&2(3*-&, 1//0 &, :0&2(3*-&,A 3//2 =/3&2 0&=& *+&,-(* 0//2 %&- '&,)&1(LM /2+*,()'& MH,,&, J/20&, /?+&,/'&, 1//05EE"'&-%**,)H1B/,**- 9>C>8:>I:< 1//00(*!&-**- 5-2(%602**-" I8D8:CI:; <:'&-%/K6&-%61*!&-**- 998:;1:I '&-%61:GNN:*=/K6'&-%61*!&-**- C1<:I<:9 '&-%61!%1/2(0& >;:D>:7 '&-%61+16!/1 981:DI:; ,(-2/B&&, 5EFG" 9D7I:>C:C -&-2*!%1//2M//1)-/B CI:<7:C -2(1//04()5/2-%/B/)B**-" >;;I:<>:>

61234 MONITEUR BELGE — 02.06.2017 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 39: MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD 61197...4 november 2016, met toepassing van artikel 84, 1, eerste lid, 1 van de geco ördineerde wetten op de Raad van State; Op de voordracht van

!"#$%&'()*+),-.('/0&(&.12 ! "#$%&'&(#$)% *%&+,--./%$%# 0# $% .01#%#2 ! 3-#$%#-&4%0$ 401 '&(#$*%&+5 (6! %# 708'&-90#'*%&+2 ! 3-#$%#-&4%0$ 708'%9(%&$ 0# 6%&):7;/8;-0))(#)< =>?@ABCDAAEFGABFHIJAH=KBFGLKAIJDMHMALADH 3!"#/&.,'-2 -NOPQ)0);/% -'%#80-R 3%8 .-#7%%: /-#8%&%# 9-# :-)8%# '%$7&%#$% $% 80%#$% *%%+ #- $% 4%9-::0#'< 4NOS0(:('0);/% -'%#80-R ! TQ8(.%'-:(90&7) ! 3%6-8080) S!90&7) ! 37.-#% 0..7#($%U0;0V#80%90&7))%# W3XYN ;NOT/%.0);/% -'%#80-R 4##526#427892#:84;2 <#;=4>558?2-#80.08(80);/% '%#%%).0$$%:%# -&)%%#9%&40#$0#'%# 4-)0);/ :(($-;%8--8 W-#/Q$&0);/N W:(($-;%8--8N Z[\![]! 4%#,%%# _\!]Z! 4%#,(@-A6Q&%%# 2 4%#,(@$5%5UA;/&Q)%%# [!Z!a 40#-6-;&Q: WXb"N 2 !)%;!478Q:!]5c!$0#08&(U%#Q:!Z!.%8/Q:;&(8(#--8 ]a!Z\!] ;/:(&(U(&. c_!cc!Z ;7.-U%%# W*-&U-&0#N a\!a\! 5]!$0;/:((&U%#Q:(d0$% %# ]!#08&(U%#Q:(d0$% $0.%8/Q:U(&.-.0$% ca!\! $0#()%4 2 !W\!.%8/Q:6&(6Q:N!]5c!$0#08&(U%#(: aa!a!_ $0#()%4!,(78%# %# B%)8%&)5 .%8 708,(#$%&0#' 9-# $%'%#% %:$%&) 0# $%,% :01)8 9%&#(%.$ $0#()%4-;%8--8 a\Z!C!a !%8/(dQ%8/-#(: \\[!a[! !%8/(dQ%8/Q:-;%8--8 \\\!\!C e8/Q:%%#8/0(7&%7. 2 !0.0$-,(:0#%!!8/0(: Cc!]!_ '%;/:(&%%&$% 40U%#Q:%# W]D T:N Z]cC!\!C '%;/:(&%%&$% 40U%#Q:%# W]D T:N \\[C_!cC!\

61235MONITEUR BELGE — 02.06.2017 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 40: MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD 61197...4 november 2016, met toepassing van artikel 84, 1, eerste lid, 1 van de geco ördineerde wetten op de Raad van State; Op de voordracht van

!!"#$! #%&'#!(& )# *!)+ ,""&-# !"#$ !!%& '(')*+)+&,##"-$#./0-1".0/2& +()'()3&,40,&2%&)/2506!$2%& &"##/&2%&)/2506!$2%7&6##5&8#625&/282&!92%$0!&/##5& 2$&:2%-2"0;,&#59!%0-:2&,1%%2%&4#5/2%&#<92%#:2%& &"##/=>>?:2$ !!%-1".#%!!$& '+(+3)+*)@&"##//0!A2$!!$&=$50 B/5!!$?& *3C3)(*)D&@):2$ #EB2$ B"!A2$!!$& ''3)D.)*&:2$ B")FGG)!8#EB:2$ B"!A2$!!$& (.@)*@)'&:2$ B"A "#50/2& +D)C+)H&:2$ B"9"BA#"& '3.)C*)D&%0$5#.22%&=>IF?& 'CH*)+()(&$2$5!A "##5,##"-$#.& (*)@H)(&$50"##/J0-=#5$ #.#-.!!$?&& +DD*)@+)+&&/01!234567897:;<65=>464<?#&)&F%/2595#%/-2&425,8!!: 2/2%&0%&/2&:0;%2%&)&K!%/2%!5J20/&J0;&95#%/425,7&#<)&2%&10$95!60%9425,L&&&M2802%&#:&$2&4#5/2%&926#29/&J0;& 2$&,#%0%,"0;,&J2-"10$&$#$&6!-$-$2""0%9&6!%&J#2,&N&)&O25,#59!%0-!$02&2%&J0;8#%/252&425,%2:25-A!$29#502P%&6!%&/2&A#/2E&#625& 2$&42"80;%&#<& 2$&425,L&

Q!%&R#%0%9-4292S&T2&U0%0-$25&6!%&O25,7&

RL&VWWXWYI&

61236 MONITEUR BELGE — 02.06.2017 — BELGISCH STAATSBLAD