new voorwoord - kinderopvang babbels · 2017. 9. 29. · 1.2 hoe wij denken over opvoeden...

62
© BSO beleidsplannen en protocollen versie 19-08-2017 0 Voorwoord Welkom bij het lezen van het pedagogisch beleidsplan van Babbels. In dit beleidsplan hebben wij onze visie beschreven op de omgang met kinderen binnen Babbels. Wij vinden het belangrijk dat deze visie voor de verschillende doelgroepen duidelijk is en hopen dat u hier op deze manier een goed beeld van kunt krijgen. Wij willen met elkaar het beste voor ‘onze’ kinderen en zullen hier constant aan werken. Als u na het lezen nog vragen of opmerkingen over dit beleidsplan heeft, dan horen wij dat uiteraard graag. U leest nu het beleidsplan voor de buitenschoolse opvang, waarin wij ons beperken tot de omgang met kinderen in de leeftijd van 4 tot 12 jaar. De pedagogische werkwijze die wij met het team hebben ontwikkeld, leggen wij vast om de volgende redenen: Ten eerste willen we ouders duidelijk maken wat onze manier van werken is met de kinderen, zodat ouders hun kind in vertrouwen naar Babbels kunnen brengen. Zij moeten er vanuit kunnen gaan dat hun kind in een veilige omgeving met liefde en zorg door de pedagogisch medewerkers wordt opgevangen. Ouders hebben ook het recht van tevoren te weten hoe wij met hun kinderen zullen omgaan. Het is belangrijk dat zij goed geïnformeerd zijn over ons pedagogisch handelen. Iedereen wil immers het beste voor zijn kind. Ten tweede is het binnen Babbels belangrijk dat de werkwijze van de verschillende pedagogische medewerkers hetzelfde is. Voor kinderen is een consequente aanpak belangrijk. Ten derde is dit pedagogisch beleidsplan belangrijk voor het teamgevoel. Kinderen herkennen bepaalde gewoontes en regels en weten waar ze aan toe zijn, omdat het team één visie deelt. Met deze regelmaat scheppen wij een veilig klimaat voor de kinderen. Ze kunnen zich hierdoor optimaal ontwikkelen en krijgen de ruimte om zichzelf te zijn. Tenslotte dient het plan om met regelmaat na te denken over de wijze waarop we omgaan met de kinderen binnen Babbels. Het plan wordt dan ook geregeld besproken tijdens de werkvergaderingen en indien het nodig blijkt, direct worden aangepast. De werkvergaderingen vinden eens in de drie maanden plaats. Hierbij zijn alle pedagogisch medewerkers en de directie aanwezig. Aangezien Babbels uit een middelgroot team bestaat, wordt de werkdag dagelijks besproken. We zijn gericht op verbetering en vernieuwing en streven altijd naar een open sfeer met korte communicatielijnen. De gebruikelijke taal die met kinderen en ouders gesproken wordt is Nederlands. Omwille van de leesbaarheid wordt in de tekst de term ‘ouder(s)’ gebruikt waar ook ‘verzorger(s)’ gelezen kan worden.

Upload: others

Post on 12-Oct-2020

2 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

Page 1: New Voorwoord - Kinderopvang Babbels · 2017. 9. 29. · 1.2 Hoe wij denken over opvoeden “Vroeger vond de opvoeding van kinderen bijna uitsluitend plaats binnen het eigen gezin

© BSO beleidsplannen en protocollen versie 19-08-2017

0

Voorwoord Welkom bij het lezen van het pedagogisch beleidsplan van Babbels. In dit beleidsplan hebben wij onze visie beschreven op de omgang met kinderen binnen Babbels. Wij vinden het belangrijk dat deze visie voor de verschillende doelgroepen duidelijk is en hopen dat u hier op deze manier een goed beeld van kunt krijgen. Wij willen met elkaar het beste voor ‘onze’ kinderen en zullen hier constant aan werken. Als u na het lezen nog vragen of opmerkingen over dit beleidsplan heeft, dan horen wij dat uiteraard graag.

U leest nu het beleidsplan voor de buitenschoolse opvang, waarin wij ons beperken tot de omgang met kinderen in de leeftijd van 4 tot 12 jaar. De pedagogische werkwijze die wij met het team hebben ontwikkeld, leggen wij vast om de volgende redenen:

Ten eerste willen we ouders duidelijk maken wat onze manier van werken is met de kinderen, zodat ouders hun kind in vertrouwen naar Babbels kunnen brengen. Zij moeten er vanuit kunnen gaan dat hun kind in een veilige omgeving met liefde en zorg door de pedagogisch medewerkers wordt opgevangen. Ouders hebben ook het recht van tevoren te weten hoe wij met hun kinderen zullen omgaan. Het is belangrijk dat zij goed geïnformeerd zijn over ons pedagogisch handelen. Iedereen wil immers het beste voor zijn kind.

Ten tweede is het binnen Babbels belangrijk dat de werkwijze van de verschillende pedagogische medewerkers hetzelfde is. Voor kinderen is een consequente aanpak belangrijk.

Ten derde is dit pedagogisch beleidsplan belangrijk voor het teamgevoel. Kinderen herkennen bepaalde gewoontes en regels en weten waar ze aan toe zijn, omdat het team één visie deelt. Met deze regelmaat scheppen wij een veilig klimaat voor de kinderen. Ze kunnen zich hierdoor optimaal ontwikkelen en krijgen de ruimte om zichzelf te zijn.

Tenslotte dient het plan om met regelmaat na te denken over de wijze waarop we omgaan met de kinderen binnen Babbels. Het plan wordt dan ook geregeld besproken tijdens de werkvergaderingen en indien het nodig blijkt, direct worden aangepast. De werkvergaderingen vinden eens in de drie maanden plaats. Hierbij zijn alle pedagogisch medewerkers en de directie aanwezig. Aangezien Babbels uit een middelgroot team bestaat, wordt de werkdag dagelijks besproken. We zijn gericht op verbetering en vernieuwing en streven altijd naar een open sfeer met korte communicatielijnen. De gebruikelijke taal die met kinderen en ouders gesproken wordt is Nederlands. Omwille van de leesbaarheid wordt in de tekst de term ‘ouder(s)’ gebruikt waar ook ‘verzorger(s)’ gelezen kan worden.

Page 2: New Voorwoord - Kinderopvang Babbels · 2017. 9. 29. · 1.2 Hoe wij denken over opvoeden “Vroeger vond de opvoeding van kinderen bijna uitsluitend plaats binnen het eigen gezin

© BSO beleidsplannen en protocollen versie 19-08-2017

1

Inhoud 1. Pedagogisch Beleidsplan BSO .......................................................................................................... 3

1.1 Pedagogisch doel ................................................................................................................................ 3 1.2 Hoe wij denken over opvoeden ......................................................................................................... 3 1.3 De ontwikkeling van kinderen van 4 t/m 12 jaar ............................................................................... 4 1.4 Babbels in de praktijk ......................................................................................................................... 7 1.5 Oudercontact ...................................................................................................................................... 9 1.6 Activiteiten ....................................................................................................................................... 10 1.7 Voeding ............................................................................................................................................. 10 1.8 Hygiëne en veiligheid ....................................................................................................................... 10 1.9 Vierogenprincipe protocol ................................................................................................................... 11 1.10 Ziekte ................................................................................................................................................ 11 1.11 Feesten en uitstapjes........................................................................................................................ 12 1.12 Dieren ............................................................................................................................................... 12

2. Pedagogisch werkplan ................................................................................................................... 13 2.1 Inleiding ............................................................................................................................................ 13 2.2 Leiding en Groepssamenstelling....................................................................................................... 13 2.3 De dagindeling .................................................................................................................................. 14 2.4 Afspraken met betrekking tot het bereiken van pedagogische doelen ........................................... 15 2.5 Signaleren, ontwikkeling en overdracht ........................................................................................... 17

3. Ouderbeleid .................................................................................................................................. 20 3.1 Inleiding ............................................................................................................................................ 20 3.2 Algemene visie.................................................................................................................................. 20 3.3 Contact met de ouders ..................................................................................................................... 21 3.4 Ouderparticipatie ............................................................................................................................. 22 3.5 Informatie aan ouders ...................................................................................................................... 23 3.6 Klachtenregeling Babbels ................................................................................................................. 24

4. Protocollenboek Buitenschoolse opvang........................................................................................ 26 4.1 Hygiëne en schoonmaakprotocol ..................................................................................................... 26 4.2 Protocol gezond binnenmilieu ......................................................................................................... 30 4.3 Buiten- en warmteprotocol .............................................................................................................. 33 4.4 Voedingsprotocol ............................................................................................................................. 35

5. Ziekte en geneesmiddelenprotocol ................................................................................................ 38 5.1 Ziekte ................................................................................................................................................ 38 5.2 Geneesmiddelen............................................................................................................................... 40 5.3 Bloed ................................................................................................................................................. 41

6. Veiligheidsprotocol ....................................................................................................................... 42 6.1 Algemeen .......................................................................................................................................... 42 6.2 Entree ............................................................................................................................................... 43 6.3 Leefruimte ........................................................................................................................................ 45 6.4 Buitenruimte .................................................................................................................................... 46 6.5 Gymzaal ............................................................................................................................................ 47 6.6 Sanitair .............................................................................................................................................. 48 6.7 Keuken .............................................................................................................................................. 48 6.8 Berg- en wasruimte .......................................................................................................................... 49 6.9 Kantoor ............................................................................................................................................. 49 6.10 Omgeving, uitstapjes en het vervoeren van kinderen ..................................................................... 49

Page 3: New Voorwoord - Kinderopvang Babbels · 2017. 9. 29. · 1.2 Hoe wij denken over opvoeden “Vroeger vond de opvoeding van kinderen bijna uitsluitend plaats binnen het eigen gezin

© BSO beleidsplannen en protocollen versie 19-08-2017

2

7. Vierogenprincipeprotocol .............................................................................................................. 51 7.1 Inleiding ............................................................................................................................................ 51

8. Foto & Videoprotocol ..................................................................................................................... 55 8.1 Inleiding ............................................................................................................................................ 55 8.2 Foto’s voor intern gebruik ................................................................................................................... 55 8.3 Foto’s voor extern gebruik ............................................................................................................... 55 8.4 Video-opname ..................................................................................................................................... 56

Bijlage 1 ............................................................................................................................................... 57

Page 4: New Voorwoord - Kinderopvang Babbels · 2017. 9. 29. · 1.2 Hoe wij denken over opvoeden “Vroeger vond de opvoeding van kinderen bijna uitsluitend plaats binnen het eigen gezin

© BSO beleidsplannen en protocollen versie 19-08-2017

3

1. Pedagogisch Beleidsplan BSO

1.1 Pedagogisch doel

Het hoofddoel met betrekking tot de kinderen is: Het begeleiden van kinderen in de leeftijd van 4 t/m 12 jaar, in het verlengde van en in samenwerking met hun ouders. Dit wordt in een zodanige flexibele sfeer gedaan dat de kinderen zich vertrouwd en veilig kunnen voelen en zich individueel optimaal kunnen ontwikkelen. Uiteindelijk is bij Babbels het voornaamste doel om de kinderen op de buitenschoolse opvang een leuke dag te bezorgen. Het is belangrijk dat kinderen zich veilig en thuis voelen binnen Babbels. Dit zijn belangrijke voorwaarden voor een kind om zich goed te kunnen ontwikkelen. Ons doel is dan ook om een omgeving te creëren waarin een kind kan spelen, eten, kletsen en vrolijk maar ook verdrietig kan zijn. De kinderen uit deze doelgroep hebben over het algemeen de hele dag op school gezeten en komen in hun vrije tijd bij Babbels spelen. Het is voor hen extra belangrijk dat ze een leuke tijd bij ons hebben.

Een goede verzorging en hygiëne zijn voor ons hierbij vanzelfsprekend.

1.2 Hoe wij denken over opvoeden

“Vroeger vond de opvoeding van kinderen bijna uitsluitend plaats binnen het eigen gezin. Beide ouders hadden daarin een eigen rol. Moeder was thuis bij de kinderen en nam een groot deel van de opvoeding voor haar rekening. Vader werkte buitenshuis en zorgde voor het inkomen. Een dergelijke situatie is tegenwoordig niet meer vanzelfsprekend” (zie ook ‘Pedagogische kijk op kinderopvang’ van o.a. bijzonder hoogleraar Louis Tavecchio).

De kinderopvang neemt tegenwoordig een deel van de opvoedende taken over. Binnen Babbels beseffen wij dat een groot deel van de opvang opvoeden is. Hoe denken wij over opvoeden:

Zoals gezegd ligt de nadruk op het creëren van een omgeving waar de kinderen zich veilig en thuis kunnen voelen. De kernpunten die wij belangrijk vinden in de opvoeding zijn: Sensitiviteit, ieder kind is anders, regels en afspraken en het stimuleren van de ontwikkeling.

Het is van groot belang dat de pedagogisch medewerkers sensitief zijn. Zij dienen gevoelig te zijn voor de diverse signalen die het kind afgeeft. Deze signalen moeten zij juist interpreteren en vervolgens adequaat op reageren. Hierdoor kan het kind vertrouwen in de pedagogisch medewerkers opbouwen. Het is goed om regelmatig na te gaan hoe het met een kind gaat. Voelt het zich op zijn gemak? Vindt het dingen minder prettig? Hoe gedraagt het zich binnen de groep? Kunnen wij dingen veranderen om het meer op zijn gemak te stellen?

Doordat ieder kind verschillend is, kan de manier hoe wij over opvoeden denken niet zonder meer op ieder kind worden toegepast. Ons uitgangspunt is om deze individuele verschillen te accepteren. Zo is het voor ieder kind mogelijk zich op zijn eigen niveau en tempo te ontwikkelen en zich de waarden en normen eigen te maken. Het accepteren van alle kinderen heeft tevens een voorbeeldfunctie voor de kinderen. Ook voor hen is het van belang te leren dat ieder kind anders is.

Onze waarden en normen leiden tot regels en afspraken die een kind structuur bieden. Zo werken we, voor zover mogelijk, met een vaste dagindeling. We eten en drinken altijd samen en de kinderen mogen niet van tafel voor we allemaal klaar zijn. Bij ruzie wordt een kind aangesproken op z’n gedrag maar

Page 5: New Voorwoord - Kinderopvang Babbels · 2017. 9. 29. · 1.2 Hoe wij denken over opvoeden “Vroeger vond de opvoeding van kinderen bijna uitsluitend plaats binnen het eigen gezin

© BSO beleidsplannen en protocollen versie 19-08-2017

4

er wordt niet geschreeuwd tegen de kinderen. Bij onze regels en afspraken gaan we altijd uit van een positieve benadering. We hechten veel waarde aan het stimuleren van de zelfstandigheid van de kinderen. We laten ze bijvoorbeeld zelf hun speelgoed opruimen, hun eigen broodje smeren, meehelpen met tafel dekken enz.

Kinderen kunnen zich op allerlei aspecten ontwikkelen door hen op verschillende momenten te stimuleren. Dit doen wij door activiteiten aan te bieden. Hierbij kun je denken aan knutselen, samen spelletjes doen, koken, zingen, gesprekjes voeren met de kinderen en het geven van geschikt speelgoed. Kinderen ontwikkelen door actief bewustzijn.

1.3 De ontwikkeling van kinderen van 4 t/m 12 jaar

Kinderen ontwikkelen zich in een bepaalde volgorde en elk kind doet dit in zijn eigen tempo. Hoe de omgeving reageert op het kind en het stimuleert, heeft invloed op de ontwikkeling en de persoonlijkheid. Zoals eerder gezegd moeten de kinderen zich veilig en thuis voelen op de kinderopvang, om zich goed te kunnen ontwikkelen. Bij Babbels beseffen we dat ieder kind uniek is. Het ene kind kan bijvoorbeeld eerder lezen dan het andere kind. Een kind reageert verlegen op een nieuwe situatie en een ander gaat er heel impulsief mee om. De pedagogisch medewerkers stemmen hun zorg en activiteiten af op het ontwikkelingsniveau, de leeftijd, de mogelijkheden en de interesses van het kind. Zodat ieder kind met plezier naar ons toekomt.

Er zijn zeven ontwikkelingsgebieden. Deze worden hieronder in het kort beschreven, met een uitleg van de rol die de pedagogisch medewerkers hierin kunnen spelen. Zintuiglijke ontwikkeling “Kinderen ontwikkelen de zintuigen vooral in de eerste twee levensjaren. Maar ook daarna gaat de zintuiglijke ontwikkeling verder, dit duurt ongeveer tot het zevende levensjaar. De waarnemingscapaciteit neemt in de kinderjaren nog aanzienlijk toe. Schoolkinderen kunnen in vergelijking met peuters en kleuters bijvoorbeeld beter figuur en achtergrond onderscheiden, zij kunnen sneller en effectiever zoeken en weten snelheid in te schatten. Ook weten zij dat je, als je bij iets warms in de buurt komt, dat je voorzichtig moet zijn om je niet te verbranden.” (lesboek kinderopvang, San Aben, 2000) De pedagogisch medewerkers kunnen de ontwikkeling van de zintuigen stimuleren, door het aanbieden van verschillend speelmateriaal zoals lego, kleien, puzzelen, knutselen met verschillende materialen enz. Motorische ontwikkeling “Vanaf de peutertijd is de fijne motoriek bij kinderen volop in ontwikkeling. Onder fijne motoriek verstaan we de kleinere bewegingen, bijvoorbeeld: grijpen, voelen, iets vasthouden. De grove motoriek zijn de grovere bewegingen, zoals lopen, klimmen en rennen. Beide vormen blijven zich ontwikkelen tot ongeveer het zesde jaar. Vanaf die leeftijd gaat het vooral nog om het sterker en groter worden.” (lesboek kinderopvang, San Aben, 2000)

Page 6: New Voorwoord - Kinderopvang Babbels · 2017. 9. 29. · 1.2 Hoe wij denken over opvoeden “Vroeger vond de opvoeding van kinderen bijna uitsluitend plaats binnen het eigen gezin

© BSO beleidsplannen en protocollen versie 19-08-2017

5

Bij de ontwikkeling van fijne motoriek zijn zaken als puzzelen, rijgen, knippen, scheuren, brood smeren, aankleden enz. van belang. De grove motoriek kenmerkt zich door klimmen, klauteren, hinkelen, fietsen enz. Het stimuleren van dit soort bewegingsactiviteiten is van groot belang. De pedagogisch medewerkers zullen de lichamelijke ontwikkeling bij kinderen vooral stimuleren met behulp van: Speelgoed, bewegingsspelletjes (sporten wordt nu steeds belangrijker) en knutselen (schilderen, kleien, plakken enz.) Dit kan bijvoorbeeld door middel van het organiseren van een voetbaltoernooi, buitenspelen etc. Ook kunnen zij een kind stimuleren door een steeds moeilijkere uitdaging te geven. Is het kind hier nog niet aan toe, dan proberen ze het later nog een keer. Verstandelijke (en taal-) ontwikkeling Onder de verstandelijke ontwikkeling verstaan we het opdoen van kennis en vaardigheden en het leren denken en uiten. In de loop van deze ontwikkeling leert het kind informatie op te slaan in beelden, symbolen en begrippen, en het leggen van onderlinge verbanden. Taal is het belangrijkste onderdeel van deze ontwikkeling.

“Een kleuter kan dingen selecteren en ordenen, maar doet dit nog vooral op basis van intuïtie. Het kan nog niet uitleggen waarom hij dat zo doet. Schoolkinderen vanaf het zevende jaar kunnen dat wel. In de laatste fase van de basisschool leert het schoolkind nu ook abstract denken. Het kan zich in een ander verplaatsen, dingen uitleggen en weet het verschil tussen hoe dingen lijken en hoe ze werkelijk zijn.” (lesboek kinderopvang, San Aben, 2000) De vaardigheden van lezen en schrijven worden gedurende de gehele schoolperiode steeds beter ontwikkeld. Dit deel van de ontwikkeling kan door de pedagogisch medewerkers gestimuleerd worden door moeilijkere spelletjes aan te bieden( bijv. memory, wie is het, pim-pam-pet) als ook door het verzinnen van verhalen of gedichtjes, of de kinderen zelf een poppenkastvoorstelling laten doen enz. Sociaal - emotionele ontwikkeling Sociale ontwikkeling Bij het leren omgaan met andere kinderen en volwassenen, zijn ouders vaak een voorbeeld. Kinderen imiteren het gedrag van ouders en praten hen ook na. Vanaf de kleutertijd worden kinderen steeds zelfstandiger en gaan vriendjes een grotere rol spelen. Ze zijn vaak heel sociaal, helpen graag anderen en hebben een groot aanpassingsvermogen. Dit kan rond het zesde jaar soms veranderen omdat het kan gaan botsen met het sociale gedrag. Rond deze leeftijd zijn kinderen namelijk meer nadenkend en realistisch.

Naarmate het schoolkind ouder wordt, zal het steeds meer sociale vaardigheden gaan ontwikkelen. Er breken verschillende fasen in het leven van het kind aan waarin het bijvoorbeeld graag contact met volwassenen wil, vrienden belangrijker gaat vinden dan familie, evenals fasen waarin jongens en meisjes elkaar eerst zullen afstoten, en later juist weer aantrekken.

Pedagogisch medewerkers kunnen de sociale ontwikkeling stimuleren door leeftijdgenootjes samen te laten spelen. Voor kleuters zijn fantasiespellen hierbij heel belangrijk. Maar ook verschillende gezelschapsspellen en het vieren van verjaardagen dragen hieraan bij. Het schoolkind vanaf zes jaar vindt het leuker om zich bezig te houden met de werkelijkheid. Zij doen graag gezelschapsspellen samen met volwassenen.

De pedagogisch medewerkers kunnen het oudere kind tevens helpen bij het ontdekken van zijn talenten en ideeën. Door zoveel mogelijk variatie in de activiteiten aan te brengen kunnen ze ontdekken waar de kwaliteiten van het kind liggen.

Page 7: New Voorwoord - Kinderopvang Babbels · 2017. 9. 29. · 1.2 Hoe wij denken over opvoeden “Vroeger vond de opvoeding van kinderen bijna uitsluitend plaats binnen het eigen gezin

© BSO beleidsplannen en protocollen versie 19-08-2017

6

Emotionele ontwikkeling Het waarnemen en het serieus nemen van gevoelens van kinderen is belangrijk. De pedagogisch medewerker kan de gevoelens van kinderen zoals blijdschap, woede, verdriet, angst en onverschilligheid verwoorden, bespreken en onderscheiden. Zo leert het kind om te gaan met zijn eigen gevoelens en die van andere kinderen. Kleuters uiten veel van hun gevoelens door spel. Ook dit kan worden gestimuleerd door bijvoorbeeld fantasie- en rollenspellen. Identiteitsontwikkeling Kinderen ontwikkelen een eigen identiteit of persoonlijkheid. De sociale en emotionele ontwikkeling is daarbij zeer belangrijk. Sommige kinderen zijn van nature angstig, verlegen, druk of bang. Het is belangrijk dat de pedagogisch medewerkers een kind kennen en deze persoonlijke kenmerken kunnen onderkennen. Zo kunnen ze de kinderen helpen in situaties die misschien eng of moeilijk zijn, of wanneer een kind overstuur raakt. Door er als pedagogisch medewerker op deze manier te zijn, biedt dit voor een kind de ruimte om vertrouwen op te doen. Kinderen met zelfvertrouwen zijn beter in staat een positief zelfbeeld op te bouwen. Belangrijk is dat de pedagogisch medewerkers zich bewust zijn van hun voorbeeldrol en steeds rustig reageren op situaties die voor een kind beangstigend kunnen zijn. Het is erg stimulerend als de pedagogisch medewerker het kind complimenten geeft maar ook opbouwende kritiek is iets waar kinderen veel van kunnen leren. Creatieve ontwikkeling “Kinderen kunnen op alle leeftijden alle vormen van creativiteit beoefenen. Uiteraard wel op hun eigen niveau. Creatief zijn is voor kinderen een vorm van spel. Ze willen plezier maken, energie en emoties kwijtraken en vaardigheden oefenen.” (lesboek kinderopvang, San Aben, 2000) Door middel van creatieve activiteiten kunnen kinderen zich uiten en creatief ontwikkelen. Ze ontwikkelen hierdoor hun lichaam, motoriek en taal. Vanaf het zesde jaar zullen ze proberen hierbij steeds meer de werkelijkheid te benaderen. Doordat de pedagogisch medewerkers verschillende creatieve activiteiten aanbieden, kunnen zij erachter komen waar ieder kind goed in is, wat het leuk vindt maar ook waar het nog wat minder goed in is. Met deze kennis kan de pedagogisch medewerker de individuele, creatieve ontwikkeling per kind nog beter stimuleren. Spelmateriaal Om de verschillende ontwikkelingsgebieden te stimuleren, streven we er bij Babbels naar dat het spelmateriaal aan de volgende voorwaarden voldoet:

De ruimte waarin kinderen hun fantasie kwijt kunnen, moet uitdagend zijn. Het materiaal nodigt dan uit tot individueel spelen of samenspelen.

Het spelmateriaal moet herkenbaar zijn, zodat jonge kinderen hun omgeving kunnen imiteren. Bijvoorbeeld koken, doktertje spelen etc.

Het is uiteraard zeer belangrijk dat het spelmateriaal veilig is.

Er wordt niet teveel materiaal tegelijk aangeboden.

Er wordt steeds afwisselend materiaal aangeboden

Page 8: New Voorwoord - Kinderopvang Babbels · 2017. 9. 29. · 1.2 Hoe wij denken over opvoeden “Vroeger vond de opvoeding van kinderen bijna uitsluitend plaats binnen het eigen gezin

© BSO beleidsplannen en protocollen versie 19-08-2017

7

1.4 Babbels in de praktijk

De zorg voor de kinderen binnen Babbels De zorg voor de kinderen vindt plaats in een veilige omgeving waar de kinderen zich thuis voelen. Het is bovenal een omgeving waar kinderen graag naar toe willen gaan omdat het leuk is. Op het gebied van gezondheid, veiligheid en hygiëne worden de richtlijnen van de GGD en de gemeente gevolgd. De ruimte De buitenschoolse opvang vindt plaats in overzichtelijke ruimtes waarin verschillende speelhoeken gecreëerd kunnen worden. Voor de pedagogisch medewerkers is het prettig dat zij overzicht hebben over de hele groep. Dit is ook belangrijk voor de veiligheid. De indeling van de groepen De nieuwe locatie Rustenburgerweg is de enige BSO die niet gevestigd is in een basisschool. Er is plek voor maximaal 40 kinderen. De locatie Pater Jan Smit heeft drie vaste basisgroepen van twee keer 20 kinderen en een keer 10 kinderen. De Zevensprong heeft twee vaste basisgroepen op de maandag, dinsdag en donderdag. De twee groepen hebben beiden plek voor 20 kinderen, waarvan een groep verdeeld is over twee aan elkaar grenzende ruimtes. Op alle ochtenden en de woensdag- en vrijdagmiddag is er een verticale groep. De familieschool heeft ook twee vaste basisgroepen op de maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag. Beide groepen hebben plek voor 20 kinderen. Op alle ochtenden en woensdagmiddag is er één verticale groep. De Onyx heeft twee vaste basisgroepen van maximaal 20 kinderen. Bij de samenstelling van de basisgroepen is gekeken naar klasgenootjes, vriendjes/vriendinnetjes en broers/zussen. In de stamgroepen zitten kinderen van verschillende leeftijden, variërend van 4 t/m 12 jaar. Elke stamgroep heeft een eigen ruimte waar de kinderen van 15:15 uur tot 15:45 uur bij elkaar komen. Na 15.45 uur worden er meerdere activiteiten aangeboden en mogen de kinderen zelf weten in welke groep ze een activiteit willen doen. Faciliteiten Op locatie Rustenburgerweg bestaat de BSO uit meerdere ruimtes waaronder een kinderatelier/kinderlab kinderbeauty spa, eetcafe en een “ chillruimte”. De Buitenschoolse opvang locaties maken ook gebruik van de faciliteiten van de Basisschool en van de omgeving. De locatie Onyx deelt de bibliotheekruimte met school waar de kinderen van babbels kunnen relaxen. De locatie Familieschool maakt bijvoorbeeld gebruik van de moestuin en dierenverblijf. De locatie Pater jan Smit heeft een gezamenlijke kinderkeuken, waar de kinderen onder begeleiding kunnen koken. Verder is er een speelhal aanwezig tussen het kinderdagverblijf en de BSO ruimte. Ook is er rondom de locatie een kinderboerderij en een groot park aanwezig.

Voor het buitenspelen wordt er gebruik gemaakt van de grote speelplaats van de basisschool. Er is voor zowel binnen als buiten voldoende speelmateriaal beschikbaar. Bij Babbels is er voor de kinderen geen computer aanwezig. Dat is een bewuste keuze omdat we het belangrijk vinden dat kinderen actief spelen.

Page 9: New Voorwoord - Kinderopvang Babbels · 2017. 9. 29. · 1.2 Hoe wij denken over opvoeden “Vroeger vond de opvoeding van kinderen bijna uitsluitend plaats binnen het eigen gezin

© BSO beleidsplannen en protocollen versie 19-08-2017

8

Voorschoolse opvang De voorschoolse opvang begint vanaf 07.00 uur. We ontbijten gezellig samen met de kinderen die voor 07.30 komen. We eten bruin brood, met keuze uit verschillende soorten beleg en een kopje thee, een beker melk of water. De kinderen mogen, indien gewenst, ook zelf wat meenemen. Als iedereen is uitgegeten, kan er nog even gespeeld worden voordat we iedereen naar school brengen. Naschoolse opvang De naschoolse opvang begint bij het eindigen van de schooldag. De kinderen van groep 1 t/m 3 worden uit de klas gehaald. Sommige kinderen worden met de auto of stint van school opgehaald. Bij binnenkomst mogen de kinderen naar eigen wens vrij spelen. Daarna gaan we aan tafel voor het eet en drinkmoment. Bij de Rustenburgerweg gaat het net even anders omdat dit de enige locatie is die niet in een school gevestigd is. De kinderen mogen zelf beslissen wanneer ze hun eet en drinkmoment pakken omdat de kinderen op verschillende tijdstippen uit zijn. Op deze manier kunnen kinderen ook leren om zelf keuzes en beslissingen maken die bij hen passen. We hechten er veel waarde aan dat de kinderen elke dag, wanneer het weer het toelaat, even buitenspelen. Dit kan zowel in de vorm van buitenspelen op het schoolplein tot een uitje in de omgeving. Denk hierbij aan picknicken in het park, naar de kinderboerderij gaan of naar een speeltuin in de buurt. Elke middag worden er verschillende activiteiten aangeboden. Dit kan variëren van knutselen, bakken tot een voetbaltoernooi enz. We betrekken de kinderen zoveel mogelijk bij het bedenken van de activiteiten. De kinderen mogen uiteraard zelf bepalen of ze daar aan mee willen doen. Wel zullen wij dit zoveel mogelijk stimuleren. In de vakantieperiode en tijdens studiedagen brengen veel kinderen een hele dag bij Babbels door. Ook hier geldt: het is vakantie, dus is het belangrijk dat de kinderen een leuke, gezellige dag bij Babbels hebben. In deze periode zullen we dan ook vaak uitgebreidere activiteiten plannen en zo nu en dan wat verder weg gaan met de kinderen. Kinderen brengen en halen Bij Babbels komen ook kinderen van basisscholen waar Babbels zich niet gevestigd heeft. De kinderen van andere basisscholen worden met de auto of stint opgehaald en weggebracht. Kinderen t/m groep 3 worden (als ze met de auto vervoerd worden) in een kinderstoel met rugleuning vervoerd. Kinderen vanaf groep 4 en kinderen tot 1.35 m worden op een stoelverhoger vervoerd.

De kinderen worden binnendoor naar de klas gebracht of ’s middags uit de klas opgehaald, tenzij met ouders is afgesproken dat kinderen zelf mogen komen. De kinderen uit groep 1 t/m 3 worden uit de klas gehaald, de overige klassen komen zelf naar babbels toe lopen. Met leerkrachten hebben we de afspraak dat de kinderen in de klas blijven wachten tot iemand van Babbels ze komt halen. De chauffeurs dragen altijd een babbels hesje.

Voorafgaand aan de eerste opvangdag van het kind, wordt altijd even kennis gemaakt met de leerkracht van het kind. Dan wordt direct afgesproken dat de kinderen altijd in de klas wachten tot zij worden opgehaald.

Page 10: New Voorwoord - Kinderopvang Babbels · 2017. 9. 29. · 1.2 Hoe wij denken over opvoeden “Vroeger vond de opvoeding van kinderen bijna uitsluitend plaats binnen het eigen gezin

© BSO beleidsplannen en protocollen versie 19-08-2017

9

1.5 Oudercontact

Babbels is een flexibele kinderopvang. Dit houdt in dat we de opvang zo goed mogelijk laten aansluiten op de wensen van de ouders. We proberen mee te denken met de ouders. Zo proberen we de opvang zo goed mogelijk te laten aansluiten op de werktijden. Daarnaast is het, bij het opvangen van de kinderen binnen de buitenschoolse opvang, natuurlijk van belang dat er een goede overeenstemming is tussen de groepsleiding en de thuissituatie. De gehanteerde normen, waarden en regels moeten in beide situaties zoveel mogelijk overeenstemmen om de kinderen een vertrouwde en leuke omgeving te bieden. Dit kan alleen wanneer er een goede communicatie is tussen ouders, pedagogisch medewerkers en directie. We zijn kleinschalig, dus de lijnen tussen ouders en Babbels zijn kort. De volgende onderdelen maken een vast onderdeel uit van het oudercontact: Intakegesprek Dit is een vrijblijvend gesprek waarin we alle informatie met betrekking tot Babbels geven. Ook nemen we een kijkje in het gebouw om een indruk te geven. Kennismaken Babbels neemt één à twee weken voor de plaatsing contact met u op voor het kennismaken op de stamgroep. U kunt dan samen met uw kind kennis maken met de pedagogisch medewerkers van de stampgroep. Tevens kan uw kind dan al even meespelen met de (stam)groep. Overdracht bij het brengen en halen Het brengen en halen van het kind is een belangrijk contactmoment tussen de ouders en de pedagogisch medewerkers. Deze overdracht is hét moment dat de pedagogisch medewerksters en de ouders elkaar informeren over hoe het thuis gaat en hoe de dag bij Babbels is verlopen. Op deze manier kunnen zowel ouders als pedagogisch medewerkers goed inspelen op de behoeften van het kind. Babbels- app Ouders kunnen overal en altijd de updates van hun kind tijdens de opvang volgen. De pedagogisch medewerkers vullen dit middels een iPad in. Ze schrijven elke dag een algemeen verhaaltje over hoe de dag is verlopen. Ouder(s) kunnen waar en wanneer ze maar willen, aanvragen doen of persoonlijke gegevens aanpassen. Als er nieuws is vanuit Babbels, ontvangen ouder(s) een pushbericht. Oudergesprek Een keer per jaar vindt er een oudergesprek plaats van ongeveer een ½ uur. De pedagogisch medewerkers observeren de kinderen gedurende het jaar en delen tijdens het oudergesprek hun bevindingen. Foto en video opname Babbels houdt rekening met de wet op privacy en heeft voor foto en video opnames van de kinderen een protocol opgesteld ( zie het foto en video protocol) Wij maken onderscheidt in foto’s voor intern gebruik ( denk hierbij aan foto’s voor de babbels app en verjaardagfoto’s) en voor extern gebruik (denk hierbij aan foto’s voor op de website, facebook, folder of krant. Er wordt aan ouders middels de plaatsingsovereenkomst en het wengesprekformulier, toestemming gevraagd voor het maken van foto’s. Ouders kunnen hierbij aangeven voor welk doeleinde de foto’s gebruikt mogen worden. video opnames worden uitsluitend alleen voor intern doeleinde gebruikt. (zie het ouderbeleid voor een uitgebreide toelichting over het oudercontact binnen Babbels)

Page 11: New Voorwoord - Kinderopvang Babbels · 2017. 9. 29. · 1.2 Hoe wij denken over opvoeden “Vroeger vond de opvoeding van kinderen bijna uitsluitend plaats binnen het eigen gezin

© BSO beleidsplannen en protocollen versie 19-08-2017

10

1.6 Activiteiten

De kracht van een leuke buitenschoolse opvang ligt in het programma. We willen samen met de kinderen een plezierig programma opstellen met verschillende activiteiten als: picknicken in het park, naar de kinderboerderij, bakken, knutselen, een voetbaltoernooi, popcorn maken en daarna lekker film kijken etc. Hierbij proberen de pedagogisch medewerkers zoveel mogelijk aan te sluiten bij de behoeften van de kinderen. Uiteraard zijn ze vrij om hieraan mee te doen, we stimuleren hen zoveel mogelijk. Het zelf meedenken van de kinderen over het programma helpt hierbij.

1.7 Voeding

Vind u het ook belangrijk dat uw kind gezond eet? Vanuit het voedingscentrum wordt aangegeven; als uw kind gevarieerd eet volgens de schijf van vijf dan krijgt hij/zij voldoende goede voedingsstoffen binnen. Voedingsstoffen zijn eiwitten, koolhydraten, vetten, vitamines en mineralen. Al deze voedingsstoffen gebruikt je kind om te groeien. We vinden het uiteraard belangrijk dat de kinderen gezond en gevarieerd eten. De kinderen krijgen bijvoorbeeld bruin brood en melk, groente/fruit en andere tussendoortjes als lange vingers, biscuittjes en liga. Daarnaast krijgen de kinderen limonade, thee en water met één van bovenstaande tussendoortjes. Warm eten Wij bieden ook tegen een kleine vergoeding vers avondeten aan. De maaltijden worden iedere dag vers bereid door de lokale groenteman waar babbels mee samen werkt en dit wordt op dezelfde dag bij ons geleverd. Elke week wordt er een gevarieerd weekmenu aangeboden. Deze kunt u terugvinden op de locatie, Babbels App en de website.

Het is ook mogelijk als ouder een maaltijd mee te nemen naar huis

De maaltijden bevatten lactose, gluten en worden in een keuken bereid waar met noten gewerkt worden. Het zijn ook geen halalmaaltijden.

Als kinderen een voedingsallergie of -intolerantie hebben, een dieet volgen of vanwege

geloofsovertuiging bepaalde voedingsmiddelen niet mogen hebben wordt hier uiteraard rekening mee gehouden. Wanneer een kind een voedselallergie heeft, nemen de ouders zelf voeding mee. (zie het voedingsprotocol voor uitgebreide informatie over voeding binnen Babbels)

1.8 Hygiëne en veiligheid

Een goede hygiëne en veiligheid zijn belangrijke voorwaarden voor een goede ontwikkeling van een kind. In ruimten waar veel kinderen tegelijkertijd komen, verspreiden ziektekiemen zich moeiteloos. Om dit zoveel mogelijk tegen te gaan, worden handen veelvuldig gewassen, toiletten goed schoongehouden en groepsruimten regelmatig gelucht. De ruimtes in het gebouw worden dagelijks schoongemaakt. De meubels en het speelgoed worden ook regelmatig gereinigd volgens een schoonmaakrooster.

Page 12: New Voorwoord - Kinderopvang Babbels · 2017. 9. 29. · 1.2 Hoe wij denken over opvoeden “Vroeger vond de opvoeding van kinderen bijna uitsluitend plaats binnen het eigen gezin

© BSO beleidsplannen en protocollen versie 19-08-2017

11

Kinderen moeten zich in de groep vrij kunnen bewegen, zonder dat ze gevaar lopen. De maatregelen die zijn genomen om deze veiligheid te garanderen, zijn: ‘vingerveilige strips’ bij de deuren in het hele gebouw, voldoende pedagogisch medewerkers op de groep, kindveilige stopcontacten, een goedgekeurde brandmelders, altijd aanwezige BHV’ers (BedrijfsHulpVerlening) en de meeste pedagogisch medewerkers zijn in het bezit van kinder- EHBO. De GGD controleert, in opdracht van de gemeente, één keer per jaar de hygiëne en veiligheid bij de kinderopvang. (zie het veiligheidsprotocol en het hygiëne- en schoonmaakprotocol voor uitgebreide informatie over de hygiëne en veiligheid binnen Babbels)

1.9 Vierogenprincipe protocol

Vanaf 1 juli 2013 is het “Vierogenprincipe” in werking getreden. Dit principe houdt in dat een volwassene altijd moet kunnen meekijken of meeluisteren met een beroepskracht. Een beroepskracht mag nog steeds alleen op de groep staan, zolang er elk moment een andere volwassene de mogelijkheid heeft om mee te kijken of mee te luisteren. Het Vierogenprincipe gaat vooralsnog alleen gelden voor de dagopvang. Binnen Babbels nemen we de buitenschoolse opvang ook zoveel mogelijk in dit principe mee. Babbels heeft daarnaast gekeken naar de mogelijkheden per locatie en aan de hand daarvan een invulling gegeven aan dit principe. (zie het in Vierogenprincipe protocol hoe wij invulling geven aan het Vierogenprincipe binnen Babbels)

1.10 Ziekte

Als kinderen ziek zijn wordt met de ouders overlegd of het kind thuis gehouden moet worden. Wanneer het gaat om besmettelijke ziekten is dat niet alleen in het belang van de andere kinderen maar ook prettiger voor het kind zelf. De GGD heeft enkele richtlijnen opgesteld wanneer kinderen die ziek zijn, thuis moeten blijven. Namelijk als zij:

-aan een besmettelijke ziekte lijden (in overleg met huisarts en/of GGD) -diarree hebben; dit wil zeggen drie maal per dag waterige ontlasting -38.5 graden of meer koorts hebben. De situatie kan zich voordoen dat een kind minder koorts heeft, maar een dermate zieke indruk maakt dat de leiding met de ouders overlegt wat te doen in deze situatie. Mocht een kind hoge koorts hebben, maar geen zieke indruk maken, zal er ook contact met de ouders worden gezocht. Er wordt altijd in het belang van het kind gehandeld.

Mocht een kind tijdens het verblijf bij ‘Babbels’ ziek worden en zowel de ouders als diens huisarts zijn niet bereikbaar, wordt de huisartsenpost benaderd.

Er is altijd overleg met ouders wanneer kinderen ziek zijn op de groep. Als ouders er niet zeker van zijn of ze hun kind thuis moeten houden, dan kunnen zij dit altijd even overleggen met de pedagogisch medewerkers. Als een te ziek kind (zie bovenstaande richtlijnen) toch wordt gebracht, is de leiding van de buitenschoolse opvang bevoegd het zieke kind op het dagverblijf te weigeren.

Page 13: New Voorwoord - Kinderopvang Babbels · 2017. 9. 29. · 1.2 Hoe wij denken over opvoeden “Vroeger vond de opvoeding van kinderen bijna uitsluitend plaats binnen het eigen gezin

© BSO beleidsplannen en protocollen versie 19-08-2017

12

Het landelijk vaccinatieprogramma Tijdens het intakegesprek kunnen ouders aangeven of hun kind het landelijk vaccinatieprogramma volgt. Er kunnen besmettelijke ziektes voorkomen op de groep. Daarom is het van belang dat wij op de hoogte zijn welke kinderen extra risico lopen om ziek te worden.

Degelijke medische bijzonderheden worden bij ons vastgelegd in het kinddossier. (zie het ziekte- en geneesmiddelenprotocol voor uitgebreide informatie over hoe wij binnen Babbels omgaan met ziekte en geneesmiddelen)

1.11 Feesten en uitstapjes

Het vieren van een feestje is altijd leuk. Binnen ‘Babbels’ vieren we verjaardagen, afscheid van kinderen, Sinterklaas, Kerstmis etc. De verschillende activiteiten en uitstapjes worden hierop aangepast. De kinderen worden altijd nauw betrokken bij de voorbereiding.

Bij het vieren van de verschillende feesten nemen we foto’s die de ouders voor een kleine bijdrage kunnen kopen. Zo krijgen ze een indruk van de feesten. Schoolvakanties In de schoolvakantie is Babbels de hele dag geopend. Tijdens de vakanties worden de BSO locaties samengevoegd. De familieschool gaat naar de Pater jan en de Onyx gaat naar de Zevensprong. De pedagogisch medewerkers maken voor elke BSO locatie een draaiboek, waarbij er extra bijzondere en ontwikkelingsgerichte activiteiten en uitjes worden georganiseerd. De BSO gaat twee keer per week op stap en varieert in het programma. Hierbij kun je denken aan een sportief, educatief of creatief uitje. Ouders ontvangen het draaiboek per mail. Op deze manier weten ouders en kinderen van tevoren hoe het programma eruit ziet en waar de kinderen verblijven.

1.12 Dieren

Kinderen groeien op in een wereld waarin ze omringd zijn met dieren, zowel echte dieren als knuffels en fictieve karakters in bijvoorbeeld boeken. Dieren prikkelen de fantasie van het kind en kunnen helpen bij het leren van belangrijke lessen over het leven, liefde en verlies. We vinden het daarom ook belangrijk dat de kinderen met dieren kennis maken en ze te leren hoe ermee om te gaan. We vinden het dan ook leuk om bijvoorbeeld een boerderij te bezoeken. Daarnaast hebben we op de locaties Pater Jan Smit en de Rustenburgerweg respectievelijk 1 en 2 konijnen als huisdier(en). ( zie hygiëne en schoonmaakprotocol voor uitgebreide informatie hoe wij binnen babbels omgaan met dieren)

Page 14: New Voorwoord - Kinderopvang Babbels · 2017. 9. 29. · 1.2 Hoe wij denken over opvoeden “Vroeger vond de opvoeding van kinderen bijna uitsluitend plaats binnen het eigen gezin

© BSO beleidsplannen en protocollen versie 19-08-2017

13

2. Pedagogisch werkplan

2.1 Inleiding

Een pedagogisch werkplan is een document waarin de werkwijzen en procedures van de kinderopvang worden beschreven. Het geeft een goed beeld van hoe het er in de praktijk bij Babbels aan toe gaat. De algemene functie van een pedagogisch werkplan is het verschaffen van informatie. Het pedagogisch werkplan wordt gezien als een handleiding voor de medewerkers van Babbels. Nieuwe medewerkers krijgen door het lezen van het werkplan een goed beeld van onze werkwijze. Het werkplan wordt regelmatig besproken in het team, zodat iedereen op de hoogte is en er eventuele aanpassingen kunnen worden gedaan. Tevens verschaft het pedagogisch werkplan veel informatie die voor de ouders van belang is. Zij willen graag weten waar hun kind naar toe gaat en wat er zo al gebeurt op de kinderopvang. Ouders worden betrokken bij het pedagogisch handelen door middel van ouderavonden, nieuwsbrieven en de website. Tenslotte kan het werkplan informatie verschaffen aan externen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de gemeente.

2.2 Leiding en Groepssamenstelling

Continue screening medewerkers Ten behoeve van een veilige kinderopvang moeten alle medewerkers die binnen Babbels werkzaam zijn, in het bezit zijn van een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG). Een VOG toont aan dat een persoon geen strafbare feiten op zijn naam heeft staan die een belemmering kunnen vormen voor het werken in de kinderopvang. Een VOG is een momentopname.

Mensen kunnen zich na afgifte schuldig maken aan een strafbaar feit, wat dan mogelijk niet bekend is binnen Babbels. De overheid heeft om deze reden besloten dat alle medewerkers binnen Babbels vanaf 1 maart 2013 continu gescreend worden op strafbare feiten.

Beroepskracht kind- ratio en groepssamenstelling Er is minimaal 1 pedagogisch medewerker per 10 kinderen aanwezig. De Rustenburgerweg bestaat vooralsnog elke dag uit max. 20 kinderen en heeft plek voor 40 kinderen. De locatie Onyx en Familieschool bestaan op maandag, dinsdag en donderdag uit twee groepen. Eén groep voor maximaal 20 kinderen waarbij er zoveel mogelijk is gekeken naar broers en zussen, klasgenootjes en vriendjes en vriendinnetjes. Op de woensdag en vrijdag en op alle ochtenden is er één verticale groep. De Familieschool bestaat ook op vrijdag uit twee groepen Op locatie pater Jan Smit wordt er gewerkt vanuit drie units. In elke unit wordt er een andere activiteit aangeboden waarbij kinderen zelf mogen bepalen bij welke activiteit ze aansluiten. Er zijn wel drie vaste stamgroepen van 2 keer 20 kinderen en 1 keer 10 kinderen. Bij de samenstelling van de stamgroepen is gekeken naar klasgenootjes, vriendjes/vriendinnetjes en broers/zussen. In de stamgroepen zitten kinderen met verschillende leeftijden. Elke stamgroep heeft een eigen ruimte waar de kinderen van 15:15 uur tot 15:45 uur bij elkaar komen. Na 15.45 uur mogen de kinderen zelf weten in welke unit ze een activiteit willen doen.

Page 15: New Voorwoord - Kinderopvang Babbels · 2017. 9. 29. · 1.2 Hoe wij denken over opvoeden “Vroeger vond de opvoeding van kinderen bijna uitsluitend plaats binnen het eigen gezin

© BSO beleidsplannen en protocollen versie 19-08-2017

14

Uitzondering op het beroepskracht-kind ratio Het is toegestaan dat het beroepskracht-kind ratio een half uur mag afwijken van de norm. Mocht dit het geval zijn, dan is er te allen tijde een tweede volwassen persoon aanwezig in het pand. Daarnaast fungeren de twee coördinatoren als achterwacht.

Op elke groep is er een noodbellijst aanwezig. Daarop staat aangegeven wie de achterwacht is. De achterwacht kan binnen 15 minuten op locatie aanwezig zijn.

Stagiaires Er bestaan in het middelbaar beroepsonderwijs twee soorten leerwegen, namelijk de beroepsopleidende leerweg ( BOL) en de beroepsbegeleidende leerweg ( BBL). Babbels werkt zowel met BOL- als met BBL- stagiaires. De BOL-stagiaires doen een dagopleiding waarbij ze de hele week naar school gaan, hierbij bestaat 20% van de opleiding uit een stage. Bij BBL-stagiaires bestaat de opleiding uit een combinatie van werken en leren. Bij deze opleiding werk je 60 % tot 80 % van de gehele studie.

De BOL-stagiaires beschikken tijdens de opleiding niet over een passende beroepskwalificatie,

waardoor zij de verantwoordelijkheid voor de groep niet mogen dragen en daarmee niet 100% inzetbaar

zijn. BBL-stagiaires mogen in hun derde en vierde leerjaar wel als 100% ingezet worden, mits zij positief

beoordeeld zijn door de begeleiders vanuit de opleiding

2.3 De dagindeling

De voorschoolse opvang begint vanaf 07.00. Kinderen die tussen 07.00 en 7.30 bij Babbels komen kunnen gezamenlijk ontbijten. Het ontbijt bestaat uit bruine boterhammen, met keuze uit verschillende soorten beleg, en melk of thee. Indien gewenst kunnen de kinderen ook hun eigen ontbijt meenemen. Na het ontbijt mogen de kinderen vrij spelen of gaan ze samen met de pedagogisch medewerker een gezamenlijke activiteit doen, totdat het tijd is om naar school te gaan. De naschoolse opvang begint bij het eindigen van de schooldag. De pedagogisch medewerkers halen de kinderen van groep 1 t/m 3 op uit de klas. Groep 3 wordt tot aan de herfstvakantie opgehaald en weggebracht daarna mogen zij in principe alleen komen. Als de kinderen aankomen, gaan we eerst even kort vrijspelen. Daarna gaan we het eten en drinken met uitzondering op locatie Rustenburgerweg waar kinderen zelf hun eet en drinkmoment mogen bepalen. Ondertussen kunnen de kinderen vertellen over de gebeurtenissen van die dag. Daarna wordt er altijd een activiteit aangeboden. Dit kan variëren van koken/bakken, knutselen tot een voetbaltoernooi enz. We betrekken de kinderen zoveel mogelijk bij het bedenken van de activiteiten. De kinderen mogen uiteraard zelf bepalen of ze daar aan mee willen doen. Wij stimuleren dit uiteraard zoveel mogelijk. In de schoolvakanties en op studiedagen biedt Babbels voor kinderen van de buitenschoolse opvang de mogelijkheid om hele dagen te komen. Op deze dagen zullen de activiteiten wat uitgebreider en soms ook verder weg zijn. Wij realiseren ons dat buitenschoolse opvang voor de kinderen vrije tijd is en zullen er dan ook alles aan doen om de tijd die ze bij Babbels doorbrengen, zo leuk mogelijk te maken.

Page 16: New Voorwoord - Kinderopvang Babbels · 2017. 9. 29. · 1.2 Hoe wij denken over opvoeden “Vroeger vond de opvoeding van kinderen bijna uitsluitend plaats binnen het eigen gezin

© BSO beleidsplannen en protocollen versie 19-08-2017

15

2.4 Afspraken met betrekking tot het bereiken van pedagogische doelen

Emotionele ontwikkeling

De pedagogisch medewerkers bieden veiligheid in de omgang met een kind. In de relatie met het kind wordt dit gerealiseerd door een verdiepen in het kind zelf, de leefwereld en de ontwikkelingsfase. De pedagogisch medewerkers nemen ieder kind serieus, tonen begrip en ondersteunen het kind.

De pedagogisch medewerkers nemen de tijd om met het kind te praten, naar het te luisteren en het soms ook te knuffelen.

Wanneer een kind huilt, wordt daarop gereageerd, ook al is de oorzaak niet onmiddellijk te achter-halen.

Om het kind structuur en houvast te bieden, wordt er rustig en consequent gehandeld.

Gevoelens van vreugde, verdriet, angst, agressie en pijn mogen worden geuit. Pedagogisch medewerkers begeleiden de kinderen bij het benoemen van en omgaan met deze gevoelens.

De groepsruimte is zo ingericht dat er overzicht is en men kan horen of hulp nodig is.

Om de vertrouwensband tussen kind en pedagogisch medewerkers te bevorderen, werken er zoveel mogelijk vaste pedagogisch medewerkers op de groepen gewerkt.

De pedagogisch medewerkers doen elke dag een activiteit met de kinderen. Het is niet de bedoeling dat de kinderen de hele middag zelf spelen. De kinderen wordt de mogelijkheid geboden om deel te nemen aan de activiteiten maar het hoeft niet.

Door het kind goed te observeren en naar het kind te luisteren, weten de pedagogisch medewerkers welke activiteit ze aan moet bieden. De kinderen worden zo veel mogelijk worden betrokken bij het verzinnen van de activiteiten.

Persoonlijke ontwikkeling

De pedagogisch medewerkers creëren voorwaarden (uitdagend en veilig), waardoor het kind zich in zijn eigen tempo op alle ontwikkelingsgebieden kan ontwikkelen en ontplooien.

Iedere pedagogisch medewerker heeft een voorbeeldfunctie binnen de buitenschoolse opvang, ook op dit gebied. Hij doet dit door aandacht te schenken aan dagelijkse en ook creatieve activiteiten en deze ook voor te doen.

Pedagogisch medewerkers praten heel bewust tegen de kinderen, om de taalontwikkeling en het vermogen tot communiceren te bevorderen.

Het kind moet zoveel mogelijk z’n gang kunnen gaan. Hierdoor leert hij wat wel en niet kan. Door het kind teveel af te remmen wordt het onzeker, omdat het niet de kans krijgt om te ontdekken wat het al kan.

De pedagogisch medewerkers brengen variatie aan in de activiteiten en het speelgoed dat zij aanbieden. De kinderen krijgen zo de gelegenheid om zich te ontwikkelen op verschillende gebieden, en ontdekken waar hun sterke en minder sterke kanten liggen. Pedagogisch medewerkers ondersteunen de kinderen hierbij door het bieden van nieuwe uitdagingen, het geven van complimenten, alsmede ook opbouwende kritiek.

Doordat er een verticale groep is, kunnen de kinderen kijken hoe anderen dingen doen. Zij kunnen dit nadoen en ervan leren.

De zelfstandigheid van de kinderen wordt zoveel mogelijk gestimuleerd. Zo helpen ze bijvoorbeeld met tafeldekken, ruimen ze speelgoed op en smeren ze hun eigen broodjes. Op die manier zijn ze zo min mogelijk afhankelijk van de pedagogisch medewerkers en ontdekken ze hun eigen kunnen.

Page 17: New Voorwoord - Kinderopvang Babbels · 2017. 9. 29. · 1.2 Hoe wij denken over opvoeden “Vroeger vond de opvoeding van kinderen bijna uitsluitend plaats binnen het eigen gezin

© BSO beleidsplannen en protocollen versie 19-08-2017

16

Door het kind open vragen te stellen, leert het keuzes te maken en na te denken over wat het wil.

Activiteiten worden zoveel mogelijk in overleg met de kinderen bedacht. Dit bevordert het enthousiasme en het gevoel dat zij invloed hebben op wat er gebeurt.

De fantasie van het kind stimuleren we door het vertellen van verhaaltjes, kinderen zelf een poppenkastvoorstelling te laten maken, tekenen, knutselen etc.

Door te werken met thema’s als Pasen, herfst, Sinterklaas, een recente gebeurtenis, een verhaaltje of een liedje, stimuleren we de creativiteit van de kinderen.

Spelmateriaal kopen we in relatie tot de algemene ontwikkeling. We letten ook op wat de kinderen ervan kunnen leren. Er is variatie in aanbod van speelgoed dat verschillende ontwikkelingsgebieden stimuleert.

Sociale ontwikkeling

Een kind dat zich onopvallend gedraagt in de groep, kan aan de aandacht ontsnappen. De pedagogisch medewerkers zoeken bewust regelmatig oogcontact. Op deze manier houden zij zich op de hoogte van het welbevinden van het kind en krijgt het kind de gelegenheid contact met haar te maken.

Kinderen mogen geen speelgoed van elkaar afpakken en worden aangemoedigd om samen te spelen. Bij ruzie bieden de pedagogisch medewerkers in eerste instantie de gelegenheid om samen op te lossen. Als dat niet lukt, zal de pedagogisch medewerker de kinderen daarbij begeleiden.

Door het goede voorbeeld te geven, leert het kind zien dat hulpvaardigheid belangrijk is. Hoewel we kinderen leren elkaar te helpen, zullen we teveel hulpvaardigheid bij de kinderen afremmen. De pedagogisch medewerkers geven zelf het voorbeeld door niet te snel in te grijpen en de kinderen de gelegenheid te geven op eigen kracht tot een resultaat of oplossing te komen.

In de ruimtes worden hoekjes gecreëerd, waar kinderen samen kunnen spelen.

Bij de aanschaf van speelgoed en spelmateriaal, letten we er op dat alle facetten van de ontwikkeling van het kind aan bod komen en dat het veilig is.

Een teruggetrokken kind stimuleren we zoveel mogelijk door bewust spelsituaties te creëren waarbij het makkelijker is om contacten met andere kinderen aan te gaan.

Door de eigen emoties te laten zien, te giechelen, te lachen, boos te zijn of eens gek te doen, zijn de pedagogisch medewerkers een voorbeeld voor de kinderen. Het kind ziet dat het niet raar is en dat het mag.

Waarden en normen

De pedagogisch medewerkers hebben een belangrijke invloed op de ontwikkeling van de waarden en normen van kinderen binnen de opvang. Hun reacties geven niet alleen richting en correctie aan het gedrag van kinderen, ze worden door kinderen ook gekopieerd in hun eigen gedrag naar andere kinderen of volwassenen. Respect geeft ruimte aan anderen en biedt daardoor mogelijkheden voor het maken van afspraken met elkaar.

De pedagogisch medewerkers geven het goede voorbeeld door te letten op hun taalgebruik.

De pedagogisch medewerkers zien er verzorgd uit.

De pedagogisch medewerkers tonen respect door het kind bij de naam te noemen, te luisteren, het kind uit te laten praten en respectvol over het kind te praten.

Ieder kind heeft een individuele aanpak nodig. Hier houden de pedagogisch medewerkers dan ook rekening mee.

Wanneer een kind na een aantal waarschuwingen nog niet luistert, zijn er verschillende manieren om te reageren. Voorbeelden hiervan zijn afkeuring laten blijken door lichaamstaal, boos kijken, de klank van de stem en afleiden.

Page 18: New Voorwoord - Kinderopvang Babbels · 2017. 9. 29. · 1.2 Hoe wij denken over opvoeden “Vroeger vond de opvoeding van kinderen bijna uitsluitend plaats binnen het eigen gezin

© BSO beleidsplannen en protocollen versie 19-08-2017

17

Er wordt niet geslagen en ook niet geschreeuwd. Daarbij geven de pedagogisch medewerkers ook het goede voorbeeld. Het conflict wordt uitgepraat, eventueel wordt het speelgoed waar om ‘ge-vochten’ wordt weggehaald. Wanneer dit niet voldoende is, wordt met het kind de afspraak gemaakt dat hij/zij even apart gaat zitten. Na een paar minuten mag het kind weer meespelen, nadat de pedagogisch medewerker er nog even met het kind over heeft gepraat.

Wij hebben respect voor materiaal en maken geen dingen kapot.

De ruimte en omgeving wordt schoon en netjes gehouden.

Er wordt niet negatief over elkaar gepraat.

We spreken elkaar van dichtbij aan, dus schreeuwen niet.

Kinderen leren we dingen aan elkaar te vragen en elkaar te bedanken.

We tonen belangstelling en waardering voor persoonlijke geloofsuitingen en culturele verschillen.

Opruimen is een gezamenlijke activiteit. We gaan netjes om met het speelgoed. De pedagogisch medewerkers leggen uit waarom dat van het kind verwacht wordt.

Wanneer het eten op tafel wordt gezet, wachten we op elkaar met eten. Ook na het eten wachten we op elkaar voordat er kinderen van tafel gaan.

Wij schaffen geen oorlogsspeelgoed aan en kijken geen films waar veel in gevochten wordt of ander geweld in voorkomt.

2.5 Signaleren, ontwikkeling en overdracht

Observaties Het welbevinden en de ontwikkeling van het kind worden gevolgd door een dagelijks observeren. We letten op het welbevinden van het kind, de emotionele en sociale ontwikkeling, de lichamelijke ontwikkeling en de taalontwikkeling. Aan de hand van de observatiemethode ‘Zo doe ik, zo beweeg ik en zo praat ik’, observeren we de kinderen om de vijf maanden. Wanneer er bijzonderheden naar boven komen uit de observaties, bespreken we dit altijd met ouders. We kijken dan samen naar hoe de ontwikkeling gestimuleerd kan worden. De observatiemethode is een instrument wat de pedagogisch medewerkers handvatten geeft bij het vroegtijdig signaleren van bijzonderheden betreft de ontwikkeling en andere problemen. Overdracht met ouders Het contact met de ouders is open en geeft ruimte aan het wederzijds uitwisselen van informatie. Er wordt in de loop van de tijd een relatie opgebouwd en onderhouden. Bij het halen en/of brengen is er contact tussen de pedagogisch medewerkers en de ouders, om gebeurtenissen van die dag of de afgelopen dagen uit te wisselen. Het contact tussen de ouders en de pedagogisch medewerkers is intensief. Bijzonderheden m.b.t. de ontwikkeling Als er iets opvalt bij een van de kinderen, zoals bijvoorbeeld een vermoeden van achterstand of andere problemen, bespreken we dat als eerst met de ouders, eventueel in een extra ouder gesprek. Samen zoeken we naar de oorzaak. Die zou bijvoorbeeld kunnen liggen in de aanleg of ontwikkeling van het kind, de omgeving van het kind, de gezinsomstandigheden, het opvoedingsklimaat. Gezamenlijk zoeken we dan naar een bepaalde aanpak, waarvan we denken dat die voor de ontwikkeling goed is. Als de pedagogisch medewerker zorg blijft houden kan het zo zijn dat de coördinator het kind komt observeren. Naderhand vindt er overleg plaats waarbij de bevindingen en eventuele verdere stappen besproken worden. Er kan ook gebruik gemaakt worden van het ondersteuningsteam of IB’er vanuit de

Page 19: New Voorwoord - Kinderopvang Babbels · 2017. 9. 29. · 1.2 Hoe wij denken over opvoeden “Vroeger vond de opvoeding van kinderen bijna uitsluitend plaats binnen het eigen gezin

© BSO beleidsplannen en protocollen versie 19-08-2017

18

school. Het doel van het ondersteuningsteam is dat er een gelijke zorgstructuur gecreëerd wordt. Op deze manier kunnen we ontwikkelingsachterstand en of problemen vroegtijdig in beeld krijgen. Er is mogelijkheid tot het inzetten van de Jeugd- en gezinscoach die ook verbonden is aan de kinderopvang. In een aantal gevallen worden de ouders doorverwezen naar een externe organisatie waar Babbels nauw mee samenwerkt. Denk hierbij aan de logopedist, Centrum van Jeugd en Gezin en het veilig thuis. (zie het ouderbeleid voor een uitgebreide toelichting over het oudercontact binnen Babbels)

Werkoverleg Eens in de twee maanden heeft het team een vergadering. Daarin worden de gang van zaken op de groep, het pedagogisch handelen, de ontwikkeling en het observeren van de kinderen, het contact met ouders en de onderlinge samenwerking besproken. De vergadering bestaat uit twee onderdelen, te weten: de kindvergadering. Er is hier ruimte om de bijzonderheden in de ontwikkeling van kinderen of andere problemen te bespreken en ook wordt hierin naar het pedagogisch handelen van de beroepskracht gekeken. Het werkoverleg zorgt er o.a. voor dat de beroepskrachten ondersteund worden bij deze taken en zich blijven ontwikkelen. Op deze manier komt er één lijn in de omgang met het kind en kunnen we het kind zo nodig extra aandacht bieden. Ook kan het zijn dat het nodig is dat kinderen doorverwezen worden naar externe partijen waar Babbels mee samenwerkt. (voor samenwerking externe partijen zie onderstaand; bijzonderheden m.b.t ontwikkeling)

Daarna volgt de Algemene vergadering waar we inhoudelijke dieper ingaan op alle facetten van ons werk in de kinderopvang. Op deze momenten nemen we dan ook eventuele aanpassingen in beleidsplannen door.

Aangezien er per locatie een klein team werkzaam is, nemen we dagelijks ook de dag en eventuele bijzonderheden door.

Met iedere pedagogisch medewerker voeren we minimaal één keer per jaar een evaluatiegesprek. Hierin bespreken we onder meer het functioneren, de wensen en verwachtingen van beide partijen. Ontwikkeling beroepskrachten De ontwikkeling van het kind en de pedagogisch medewerker staat centraal. Babbels biedt regelmatig allerlei trainingen, cursussen en opleidingen aan. Denk hierbij aan agressietraining, gebarencursus, gitaarcursus, interactief voorlezen, ontwikkelingsgericht werken, coaching van de teams door een externe partner en de opleiding: het jonge kind. Daarnaast zorgen we voor coaching en/of ondersteuning van de pedagogisch medewerkers door de coördinator van de locatie of door een externe partner, denk hierbij aan de Intern Begeleider van school, een specialist van Heliomare, de logopediste, de jeugd- en gezinscoach van de gemeente en onze huiscoach (filosofe Franziska). Ook wordt er regelmatig en minimaal één keer per jaar tijdens de functioneringsgesprekken samen met de medewerkers gekeken naar wat een ieder nodig heeft en welke ontwikkelingsmogelijkheden er zijn. Hygiëne en veiligheid Het gebouw wordt dagelijks schoongemaakt. De meubels en het speelgoed worden regelmatig door de pedagogisch medewerkers gereinigd volgens een schoonmaakrooster. Op de locaties Onyx en Familieschool komt het schoonmaakbedrijf vanuit school dagelijks schoonmaken. Op de locaties Pater Jan Smit en de Zevensprong wordt er 1 keer in de week door schoonmaakpersoneel schoongemaakt. Voeding wordt hygiënisch en apart klaargemaakt in de keuken. Wat betreft de veiligheid moet het materiaal waarmee de kinderen spelen kleurecht, gifvrij, en niet te zwaar zijn. Het mag geen scherpe uitsteeksels hebben.

Page 20: New Voorwoord - Kinderopvang Babbels · 2017. 9. 29. · 1.2 Hoe wij denken over opvoeden “Vroeger vond de opvoeding van kinderen bijna uitsluitend plaats binnen het eigen gezin

© BSO beleidsplannen en protocollen versie 19-08-2017

19

Kinderen spelen altijd onder toezicht. In de ruimte zijn ‘vingerveilige strips’ aangebracht bij de deuren. De GGD controleert één keer per jaar de hygiëne en veiligheid op de peuterspeelgroep, in opdracht van de gemeente. (zie het veiligheidsprotocol en het hygiëne en schoonmaakprotocol voor uitgebreide informatie over de hygiëne en veiligheid binnen Babbels) Ongevallen In noodgevallen bellen we altijd de ouders of de eigen huisarts van het kind. Ook kan het landelijke alarmnummer gebeld worden. Aangezien ouders meteen gebeld worden, is het belangrijk dat zij telefonisch goed bereikbaar zijn of "noodnummers" doorgeven (bijvoorbeeld het nummer van het werkadres of opa en oma). Wijzigingen moeten dus altijd direct worden doorgegeven aan het kantoor.

In geval van "Sirene-alarm" houden we alle kinderen in het gebouw. Kinderen die buiten zijn halen we naar binnen en we sluiten alle deuren en ramen. De aanwezige ventilatiesystemen schakelen we uit en dichten we af. De radio wordt aangezet. We wachten nadere berichten/instructies van de overheid af Het vervoer van kinderen Het vervoer van kinderen tijdens uitstapjes valt onder de officiële regelgeving voor de kinderopvang. Het ministerie van Sociale Zaken legt de verantwoordelijkheid voor ‘verantwoord vervoer’ bij houder van het kinderdagverblijf.

Page 21: New Voorwoord - Kinderopvang Babbels · 2017. 9. 29. · 1.2 Hoe wij denken over opvoeden “Vroeger vond de opvoeding van kinderen bijna uitsluitend plaats binnen het eigen gezin

© BSO beleidsplannen en protocollen versie 19-08-2017

20

3. Ouderbeleid

3.1 Inleiding

Binnen de kinderopvang zijn ouders, net als de kinderen, een belangrijke doelgroep. Ook voor de ouders is het van belang dat zij zich op hun gemak voelen, zodat het contact tussen de ouders en Babbels zonder moeite kan verlopen. Goed contact tussen ouders en de kinderopvang bevordert de sfeer, wat op haar beurt weer bijdraagt aan een klimaat waarin de kinderen zich optimaal kunnen ontwikkelen.

In dit beleid geven we een overzicht van alle activiteiten die te maken hebben met de oudercontacten. Het doel hiervan is duidelijkheid te verschaffen voor onze medewerkers en voor de ouders, wanneer het gaat om afspraken en uitgangspunten van het ouderbeleid.

Het ouderbeleid, met bijbehorende procedures en werkafspraken, wordt eenmaal in de twee jaar (of eerder indien nodig) door het team geëvalueerd en zo nodig bijgesteld. Hierbij zal ook de oudercommissie om advies worden gevraagd.

3.2 Algemene visie

Uiteraard is het de taak van Babbels om kwalitatief goede en verantwoorde buitenschoolse opvang te verzorgen. In het pedagogisch beleid staan de visie op en de uitgangspunten voor de omgang met de kinderen beschreven.

Naast de verantwoordelijkheid voor de kinderen, is er ook sprake van een verantwoordelijkheid richting de ouders. Deze verantwoordelijkheid bestaat onder meer uit het zo goed mogelijk afstemmen van beide opvoedingsmilieus: de thuissituatie en de kinderopvangsituatie. Daarbij maken we de kanttekening dat groepsopvoeding altijd zal verschillen van thuisopvoeding. Wij houden rekening met de wensen van ouders, met de werkbaarheid op de groep en met eisen uit de organisatie en de wetgeving. We wegen hierbij voortdurend af wat wel en niet werkbaar is in de dagelijkse praktijk binnen Babbels. Het is onze intentie om door middel van gesprekken met elkaar altijd de beste oplossing te vinden.

Om alle wensen goed op elkaar af te kunnen stemmen is openheid, eerlijkheid en een goede communicatie tussen ouders en Babbels van groot belang. Alle medewerkers zijn uit liefde voor het vak en hun professionaliteit, in staat om een goede band met de ouders op te bouwen. Respect voor elkaar is hierbij het uitgangspunt. Dit zal leiden tot wederzijds vertrouwen, wat de kwaliteit van de opvang ten goede komt.

Wij streven er dan ook naar om alle ervaringen, zowel positieve als negatieve, bespreekbaar te maken. Door elkaar te wijzen op zaken die minder goed gaan, krijgt Babbels de gelegenheid om zich verder te ontwikkelen en de kwaliteit van de opvang te vergroten. Alle medewerkers en de leiding staan open voor suggesties en opmerkingen.

Page 22: New Voorwoord - Kinderopvang Babbels · 2017. 9. 29. · 1.2 Hoe wij denken over opvoeden “Vroeger vond de opvoeding van kinderen bijna uitsluitend plaats binnen het eigen gezin

© BSO beleidsplannen en protocollen versie 19-08-2017

21

3.3 Contact met de ouders

Eerste contact met de kinderopvang Het eerste contact tussen ouders en de buitenschoolse opvang bestaat uit het intakegesprek en een rondleiding. Dit gaat vooraf aan de definitieve plaatsing van het kind. Het intakegesprek geeft algemene informatie over Babbels. Aan de orde komen o.a. de werkwijze binnen Babbels, het pedagogisch beleid, de sluitingsdagen en omgang met ziekte. We vinden het belangrijk dat ouders de sfeer van Babbels hebben gevoeld en op de hoogte zijn van onze werkwijze, voordat ze besluiten hun kind aan te melden. Wanneer het aanmeldingsformulier bij ons binnen is en er is plaats op de gewenste dagen, mailen we een plaatsingsovereenkomst naar de ouders. Als er dan één getekend exemplaar bij ons binnen is, is de plaatsing definitief.

Voor Babbels is het intakegesprek een eerste moment om iets van de sfeer, visie en deskundigheid aan ouders te laten zien. Basisgroep De kinderen die bij Babbels op de opvang komen, hebben altijd een vaste basisgroep. Op deze groep staan vaste pedagogisch medewerkers en ook de kinderen komen steeds dezelfde kinderen (vriendjes/vriendinnetjes/groepsgenootjes) tegen. Wanneer er sprake is van een wachtlijst op een dag die wel gewenst is, kan er aangeboden worden om het kind tijdelijk op een andere groep dan de basisgroep te plaatsen. Afspraken over de duur van de tijdelijke (extra) opvang in een andere groep, zijn vastgelegd in het contract wat ouders met Babbels aangaan. Na ongeveer een half jaar zal er met elkaar gekeken worden of er zicht is op een plek in de basisgroep. Als ouders een keer gebruik willen maken van incidentele opvang en er is op dat moment geen plek op de basisgroep, dan geven ouders per mail toestemming aan Babbels. Wennen We vinden het prettig dat de kinderen, voordat de opvang begint, kennis maken met de pedagogisch medewerkers op de groep. Twee weken voordat de opvang begint, wordt deze kennismakingsafspraak gemaakt met de ouders. Tijdens deze afspraak stellen we de pedagogisch medewerkers aan de ouders en het kind voor. Samen met het kind maken we een rondje over de groep om alles te laten zien. Daarna vindt er een gesprek plaats waarbij het kindgegevensformulier wordt ingevuld. Het kind mag ondertussen lekker spelen op de groep. De pedagogisch medewerkers houden in de gaten hoe het wenproces verloopt en ondersteunen dit ook. Soms komt het voor dat ouders er voor kiezen om geen wenmoment te laten plaatsvinden. Als dat het geval is zullen ouders wel het kindgegevensformulier voor aanvang van de eerste opvang dag in moeten leveren op de groep.

Wanneer het kind tijdelijke opvang in een andere groep nodig heeft, gaat het kind daar ook nog wennen. De pedagogisch medewerkers van beide groepen hebben onderling contact en stemmen dit op elkaar af. Het is voor het kind prettig om op deze manier een indruk te krijgen van de buitenschoolse opvang. Dagelijkse overdracht Kinderen kunnen al wat beter zelf vertellen hoe ze zich voelen en hoe het is gegaan. Toch is het ook bij deze kinderen belangrijk om bij het halen en/of brengen, tijd te nemen om even met ouders door te spreken hoe de dag is verlopen. Ook voor deze kinderen is het van belang om met elkaar te bespreken of de ontwikkelingen van de kinderen bij de buitenschoolse opvang hetzelfde worden ervaren als in de thuissituatie. De duur van het gesprek is uiteraard afhankelijk van de situatie op de groep. De ene keer spreken we uitgebreider over de ontwikkeling van het kind dan de andere keer. Wanneer meerdere ouders tegelijkertijd hun kind komen ophalen, kan niet met alle ouders intensief worden gesproken.

Page 23: New Voorwoord - Kinderopvang Babbels · 2017. 9. 29. · 1.2 Hoe wij denken over opvoeden “Vroeger vond de opvoeding van kinderen bijna uitsluitend plaats binnen het eigen gezin

© BSO beleidsplannen en protocollen versie 19-08-2017

22

Wel dienen de pedagogisch medewerkers elke ouder kort te informeren over de belangrijkste gebeurtenissen op die dag. Ook is er via de Babbelsapp contact met de ouders en wordt er elke dag een gezamenlijk verhaaltje geschreven. (Zie 1.5 Oudercontact voor uitgebreide informatie over de “Babbels app”) Oudergesprekken Jaarlijks oudergesprek Eén keer per jaar in de maand Maart/April nodigen de pedagogisch medewerkers de ouders uit voor een vrijblijvend oudergesprek. Hierin bespreken ze de observaties van het kind. Ook komen de wensen en ervaringen van ouders, betreffende de omgang met het kind en de organisatie aan de orde. Vooraf wordt aan de ouders gevraagd of zij hier behoefte aan hebben. Als ouders behoefte hebben om tussendoor een keer een gesprek aan te vragen is dit altijd mogelijk. Gesprek op verzoek Buiten de bovengenoemde gesprekken, is het te allen tijde mogelijk om een gesprek aan te vragen met de pedagogisch medewerkers of de directie.

3.4 Ouderparticipatie

Naast de individuele gesprekken met de ouders, vinden ook gezamenlijke activiteiten plaats: Ouderinformatieavonden Deze avonden kunnen variëren wat betreft vorm en inhoud. Het doel kan zijn dat ouders van de groep elkaar leren kennen en elkaars bevindingen over opvoeden en over de buitenschoolse opvang delen. Een ouderavond kan ook gaan over een specifiek pedagogisch onderwerp. Tijdens de ouderinformatieavond kunnen ouders uiting geven aan hun visie en suggesties doen met betrekking tot het beleid van Babbels. Oudercommissie De oudercommissie bestaat uit een groep ouders die de leiding ondersteuning biedt bij het ontwikkelen, vormgeven, toetsen en evalueren van het beleid op locatieniveau. Zij vertegenwoordigen de ouders die gebruik maken van de diensten van babbels van betreffende locatie. Het doel hierbij is dat de belangen van de kinderen en hun ouders zo goed mogelijk worden behartigd. De lokale oudercommissie komt minimaal vier keer per jaar bij elkaar. Vanuit de lokale oudercommissie neemt de voorzitter plaats in de overkoepelende centrale oudercommissie die de leiding ondersteuning biedt bij het ontwikkelen, vormgeven, toetsen en evalueren van het algemene Babbelsbeleid. Dit beleid betreft zaken die voor alle ouders van toepassing zijn. De centrale oudercommissie komt minimaal twee keer per jaar bij elkaar. Ook worden de definitieve inspectierapporten met de oudercommissie besproken. Verder heeft de oudercommissie het doel andere ouders te betrekken bij de kinderopvang. Dit kan bijvoorbeeld door het organiseren van feesten, uitstapjes en ouderavonden. Daarnaast dient de oudercommissie als klankbord voor de andere ouders.

Page 24: New Voorwoord - Kinderopvang Babbels · 2017. 9. 29. · 1.2 Hoe wij denken over opvoeden “Vroeger vond de opvoeding van kinderen bijna uitsluitend plaats binnen het eigen gezin

© BSO beleidsplannen en protocollen versie 19-08-2017

23

Elke locatie heeft een oudercommissie van minimaal 2 leden. Op locatie Onyx en Rustenburgerweg is er momenteel geen oudercommissie. Wij verrichten allerlei inspanningen om ouders hiervoor te werven. Bijvoorbeeld door ouders tijdens de intake informatie te geven en mondeling toe te lichten, medewerkers die ouders aanspreken, een memo op de groep te hangen, ouders van de locatie te mailen en via social media te informeren. Overige informatie met betrekking tot de oudercommissie, is beschreven in het medezeggenschap reglement.

3.5 Informatie aan ouders

In de algemene visie staat beschreven, dat het van belang is om tot een goede afstemming van elkaars wensen en mogelijkheden te komen. Een goede communicatie is daarbij essentieel. Naast de persoonlijke contacten geven we ook schriftelijke informatie aan ouders. Informatie bij het intakegesprek. De ouders ontvangen tijdens het intakegesprek specifieke informatie over Babbels. De volgende formulieren krijgen ouders mee na het intakegesprek: Speerpunten van Babbels, het Hoe & Wat, een Tarievenlijst, Betalingsregels, Algemene voorwaarden, de flyer van Babbels en het Aanmeldingsformulier. Verder besteden we aandacht aan de kinderopvangtoeslag en geven we een folder van de Belastingdienst mee. We verstrekken ook informatie over de verschillende instellingen waarmee Babbels samenwerkt. Het pedagogisch beleid en ouderbeleid Het Pedagogisch beleid en het Ouderbeleid liggen bij Babbels in de gang, ter inzage voor ouders. Het Pedagogisch beleidsplan en het Ouderbeleid staan ook op de website. Naast deze beleidsplannen zijn er verschillende protocollen met betrekking tot o.a. ziekte, hygiëne, veiligheid en dergelijke. Deze zijn ook openbaar voor ouders. Nieuwsbrieven Voor overig nieuws en informatie wordt er meerdere malen per jaar een nieuwsbrief ‘Babbelnieuws’ geschreven. Deze sturen we aan alle ouders via de mail. Website Uiteraard kunnen ouders voor informatie ook kijken op de website van Babbels: www.kinderopvangbabbels.nl

Page 25: New Voorwoord - Kinderopvang Babbels · 2017. 9. 29. · 1.2 Hoe wij denken over opvoeden “Vroeger vond de opvoeding van kinderen bijna uitsluitend plaats binnen het eigen gezin

© BSO beleidsplannen en protocollen versie 19-08-2017

24

3.6 Klachtenregeling Babbels

Wij doen er bij Babbels uiteraard alles aan om u als ouder, en de kinderen, tevreden te houden. Wij vinden het belangrijk dat u en de kinderen zich prettig voelen bij ons. Wij hopen dan ook dat u het ons laat weten als u niet tevreden bent, zodat we de situatie kunnen oplossen zonder dat er sprake is van een klacht. Mocht u onverhoopt toch een klacht hebben, dan kunt u dat als volgt aanpakken: Over het algemeen zijn de pedagogisch medewerkers van de groep het eerste aanspreekpunt met betrekking tot klachten over de opvang in de groep. Wij verzoeken u de klacht in eerste instantie op te nemen met de desbetreffende persoon. Leidt dit niet tot een bevredigende oplossing dan kunt u altijd contact opnemen met de locatie coördinator of directie. Zij zijn ook het aanspreekpunt als de klachten betrekking hebben op de organisatie. Onze voorkeur heeft om de klacht mondeling te bespreken maar uiteraard kan de klacht ook altijd schriftelijk ingediend worden. U kunt er voor kiezen om uw klacht met behulp van het Klachtenformulier op onze website aan ons kenbaar te maken. Hoe gaan we om met de klacht

De locatie coördinator onderzoekt samen met de directie de klacht.

De locatie coördinator nodigt ouders binnen één week uit voor een gesprek.

In het gesprek wordt aan de hand van het klachtenformulier de klacht verkend, eventuele maatregelen besproken en een plan van aanpak gemaakt. Tevens wordt het termijn bepaald waarbinnen eventuele maatregelen zullen worden gerealiseerd.

De locatie coördinator zorgt voor een verslag van dit gesprek.

De locatie coördinator neemt zoals besproken in het plan van aanpak contact op met ouders over de voortgang van de behandeling.

We streven er naar dat uiterlijk binnen zes weken na indiening de klacht is afgehandeld. Om de klacht af te ronden, nodigt de locatie coördinator nogmaals de ouder uit om de nog openstaande vragen van het klachtenformulier in te vullen en te reflecteren op de afhandeling van de klacht.

Indien het intern niet mogelijk blijkt om tot een oplossing te komen, dan kunt u de klacht indienen bij de onafhankelijke klachtencommissie. U kunt er ook voor kiezen om de klacht direct bij de onafhankelijke klachtencommissie in te dienen. Babbels is hiervoor aangesloten bij de geschillencommissie Kinderopvang en Peuterspeelzalen . Zie onderstaand voor meer informatie. Geschilartikel Kinderopvang en Peuterspeelzalen

De ouder/oudercommissie dient de klacht eerst bij de ondernemer in te dienen.

Leidt de klacht niet tot een oplossing dan moet het geschil binnen 12 maanden na de datum waarop de ouder/oudercommissie de klacht bij de ondernemer indiende, schriftelijk of in een andere door de Commissie te bepalen vorm bij de Geschillencommissie Kinderopvang en Peuterspeelzalen (hierna: Geschillencommissie) aanhangig worden gemaakt.

Geschillen kunnen zowel door de ouder/oudercommissie als door de ondernemer aanhangig worden gemaakt bij de Geschillencommissie (www.degeschillencommissie.nl)

Wanneer de ouder/oudercommissie een geschil aanhangig maakt bij de geschillencommissie, is de ondernemer aan deze keuze gebonden. Indien de ondernemer een geschil aanhangig wil maken, moet hij de ouder/oudercommissie schriftelijk of in een andere passende vorm vragen zich binnen vijf weken uit te spreken of hij daarmee akkoord gaat. De ondernemer dient daarbij aan te kondigen dat hij zich na het verstrijken van voornoemde termijn vrij zal achten het geschil bij de gewone rechter aanhangig te maken.

Page 26: New Voorwoord - Kinderopvang Babbels · 2017. 9. 29. · 1.2 Hoe wij denken over opvoeden “Vroeger vond de opvoeding van kinderen bijna uitsluitend plaats binnen het eigen gezin

© BSO beleidsplannen en protocollen versie 19-08-2017

25

De Geschillencommissie doet uitspraak met inachtneming van de bepalingen van het voor haar geldende reglement. Het reglement van de Geschillencommissie is beschikbaar via www.degeschillencommissie.nl en wordt desgevraagd toegezonden. De beslissingen van de Geschillencommissie geschieden bij wege van bindend advies. Voor de behandeling van een geschil door de Geschillencommissie is een vergoeding verschuldigd.

Uitsluitend de hierboven genoemde Geschillencommissie dan wel de gewone rechter is bevoegd van geschillen kennis te nemen.

Omgang met persoonlijke informatie Babbels gaat zorgvuldig om met persoonlijke gegevens van ouders en kinderen, conform de wetgeving. Dit geldt voor alle informatie die wij op de opvang krijgen en/of zelf verzamelen rond ouders en kind. Medewerkers zijn verplicht tot geheimhouding van de verstrekte informatie aan anderen dan betrokken medewerkers en directie. Babbels zal geen informatie uit de persoonsregistratie ter beschikking stellen aan derden, indien hiervoor niet expliciet vooraf goedkeuring is verkregen van de betrokken persoon.

Page 27: New Voorwoord - Kinderopvang Babbels · 2017. 9. 29. · 1.2 Hoe wij denken over opvoeden “Vroeger vond de opvoeding van kinderen bijna uitsluitend plaats binnen het eigen gezin

© BSO beleidsplannen en protocollen versie 19-08-2017

26

4. Protocollenboek Buitenschoolse opvang

4.1 Hygiëne en schoonmaakprotocol

Hygiëne Was handen Voor:

Het bereiden en aanraken van het eten en flesvoeding

Het eten of helpen bij het eten

Het verzorgen van een wond

Het aanbrengen van crème of zalf Was handen na:

Het bezoek aan het toilet, in het toiletportaal

Afvegen billen van een kind

Het contact met lichaamsvocht zoals speeksel, braaksel, ontlasting, wondvocht of bloed

Het verzorgen van een wond

Bij zichtbaar of voelbaar vuile handen

Het hoesten, niezen, of snuiten van de neus ( ook bij gebruik van een zakdoek)

Het buitenspelen

Het contact met vuil textiel, afval of afvalbak

Het schoonmaken

Het uittrekken van de handschoenen. Let op: hand desinfecterend middel kan alleen gebruikt worden bij zichtbaar schone handen De kinderen wassen zelfstandig hun handen onder toezicht van een pedagogisch medewerker. Als blijkt dat de monden na het eten ook vies zijn, krijgen de kinderen doekje waarmee ze hun gezicht kunnen schoonmaken.

N.B. Let er op dat je open wondjes en blaasjes altijd goed afplakt. Hoe was je handen

Gebruik stromend water.

Maak handen nat en doe er vloeibare zeep op.

Wrijf de handen gedurende 10 seconden over elkaar en zorg ervoor dat water en zeep over de gehele handen worden verdeeld.

Let ook op de vingertoppen, tussen de vingers en vergeet de duimen niet.

Spoel de handen al wrijvend af onder stromend water.

Droog de handen met papieren handdoekjes na het toiletteren.

Page 28: New Voorwoord - Kinderopvang Babbels · 2017. 9. 29. · 1.2 Hoe wij denken over opvoeden “Vroeger vond de opvoeding van kinderen bijna uitsluitend plaats binnen het eigen gezin

© BSO beleidsplannen en protocollen versie 19-08-2017

27

Hoesten en niezen

Leer de kinderen in de binnenkant van hun arm/elleboog te hoesten en te niezen. Let er op dat ze daarbij hun hoofd wegdraaien. Wijs de kinderen hier op en geef het goede voorbeeld.

Zorg dat de kinderen hun handen wassen, wanneer de handen na het niezen of hoesten toch vuil zijn geworden.

De pedagogisch medewerkers letten erop of de neuzen van de kinderen vies zijn. Zij zullen de kinderen hier op aanspreken en vragen of zij hun neus willen snuiten.

Er wordt geen gebruik gemaakt van stoffen zakdoeken, wel van tissues.

Als er een pedagogisch medewerker verkouden is, wordt er afgesproken dat zij zich niet bezighoudt met de bereiding van het eten.

Toilet

Let erop dat de kinderen geen speelgoed of andere voorwerpen meenemen naar het toilet.

Kinderen moeten na het toilet altijd hun handen wassen met zeep. Zorg dat je de kinderen daarbij helpt en begeleidt.

Voor de jongere kinderen hebben we een klein toilet met een kleine closetpot. Zo komen de kinderen minder snel in aanraking met bacteriën en vuiligheid van de toiletpot. Op locatie Zevensprong is er een gewone toilet aanwezig waar kinderen een opstapje/krukje gebruiken om naar het toilet te gaan.

De toiletten worden elke dag zorgvuldig schoongemaakt, ook wasbakken en kranen worden meegenomen.

Hygiëne en voeding

Was je handen altijd voor en na het bereiden van eten.

Zorg ervoor dat de kinderen hun handen wassen voor het eten.

De handen worden na het eten gewassen als de handen erg vies zijn.

We eten altijd aan tafel!

Als je voedingsmiddelen vanuit de koelkast openmaakt, codeer je deze met de openingsdatum van het product.

Controleer ELKE DAG de houdbaarheidsdatum van de voedingsmiddelen als je het eten aan het bereiden bent.

Haal de voedingsmiddelen kort voor gebruik uit de koelkast. Als de producten 30 minuten uit de koelkast zijn geweest, gooi ze dan weg.

Het eten wordt bewaard in een koelkast met een maximale temperatuur van 7 graden. Er worden geen restjes bewaard. Deze temperatuur wordt minimaal 1x per week gecontroleerd.

Let erop dat er ALTIJD aan tafel gegeten en gedronken wordt, dus ook niet buiten of in de zandbak. Hygiëne tijdens het spelen en speelgoed

Controleer het speelgoed dagelijks op vuiligheid en beschadiging. Gooi het beschadigde speelgoed direct weg.

Houdt binnen- en buitenspeelgoed gescheiden.

Voor het reinigen van al het speelgoed: zie het Schoonmaakrooster.

Berg het speelgoed zoveel mogelijk op in afsluitbare bakken i.v.m. stof.

Let tijdens het spelen met water goed op of het water schoon is. Als dit niet het geval is of bij twijfel, verschoon het direct. (Er zijn wel uitzonderingen rondom het buiten eten en drinken, zie hiervoor het buiten en warmte protocol )

Page 29: New Voorwoord - Kinderopvang Babbels · 2017. 9. 29. · 1.2 Hoe wij denken over opvoeden “Vroeger vond de opvoeding van kinderen bijna uitsluitend plaats binnen het eigen gezin

© BSO beleidsplannen en protocollen versie 19-08-2017

28

(Huis-) dieren en ongedierte

We vinden het belangrijk om de kinderen met dieren kennis te laten maken en ze te leren hoe ermee om te gaan. We vinden het dan ook leuk om bijvoorbeeld een boerderij te bezoeken. Ook kan het zijn dat er door iemand een dier meegenomen wordt. Op locatie pater Jan Smit is er buiten op het speelplein een konijn aanwezig. Dit konijn verblijft buiten in een hok.

Wanneer de kinderen buitenspelen kan er met het konijn geknuffeld worden.

Het konijn rent niet los op het moment dat de kinderen buitenspelen.

De kinderen mogen nooit zelf het hokje openmaken en of het konijn optillen.

Op droge dagen kan het konijnen ren uitgezet worden. Hier mogen dan 2 kinderen tegelijk in.

Op regenachtige dagen mag het konijn ook even binnen komen kijken. De kinderen kunnen bijvoorbeeld in een kring of op de bank zitten om het konijn even op schoot te nemen.

Het aaien en op schoot nemen van het konijn gebeurd altijd onder begeleiding van een pedagogisch medewerker.

Als het konijn binnen niet op schoot zit heeft hij een eigen kleedje waar hij op neer gezet wordt.

De kinderen mogen helpen met de verzorging, het geven van eten en drinken en het bijhouden van het hok.

Kijk op de wenformulieren of een kind allergisch is voor dieren.

Na een bezoek of aanraking met dieren, moeten de kinderen altijd hun handen wassen. Ongedierte:

Let er goed op dat je alle kruimels goed opruimt en de voedingsmiddelen goed verpakt opbergt, dit voorkomt ongedierte.

Er wordt buiten geen zoetigheid gegeten en/of gedronken. Dit voorkomt plakkerige handen en monden, wat wespen aantrekt.

Schoonmaken

(zie het Schoonmaakrooster)

Op de locatie Pater Jan Smit en Zevensprong wordt schoongemaakt door de pedagogisch medewerkers. 1 avond per week komt hier een schoonmaakdienst.

Op de locatie Familieschool en Edelsteen wordt iedere dag schoongemaakt door de schoonmaakdienst vanuit school.

Via een logboek communiceren we met de betreffende schoonmaakdiensten. Wanneer je niet tevreden bent of je wilt iets vragen, kun je dat via het logboek doen.

We werken met een schoonmaakrooster voor de pedagogisch medewerkers. Hierop staat wat er dagelijks, wekelijks en maandelijks moet worden gedaan. Het is de bedoeling dat je deze taken ook aftekent, zodat we van elkaar weten wat er is gedaan.

We maken alleen gebruik van vuilnisemmers met deksel. De vuilnisemmers worden elke dag verschoond, ongeacht of de vuilniszakken vol zijn of niet.

In het toilet staan prullenmanden voor het papier waar de handen mee worden afgedroogd. Ook deze worden dagelijks verschoond.

Gebruik elk dagdeel een nieuwe vaatdoek. Als je de vaatdoek meerdere malen gebruikt, spoel deze dan goed uit met warm water.

De stoffen materialen worden wekelijks of maandelijks gewassen. (zie het Schoonmaakrooster).

Page 30: New Voorwoord - Kinderopvang Babbels · 2017. 9. 29. · 1.2 Hoe wij denken over opvoeden “Vroeger vond de opvoeding van kinderen bijna uitsluitend plaats binnen het eigen gezin

© BSO beleidsplannen en protocollen versie 19-08-2017

29

Schoonmaakmethoden

Als je stof gaat afnemen, doe dit dan met een stofbindende of vochtige doek. Zo voorkom je dat stof in de lucht gaat dwarrelen.

Stofzuig niet waar de kinderen bij zijn.

Ventileer altijd tijdens het stofzuigen.

Beperk het gebruik van een bezem omdat het fijne stof op een later tijdstip weer neerdaalt in de ruimte. Maak gebruik van de swiffer indien aanwezig.

Maak meubilair en voorwerpen schoon met een sopje en schoonmaakmiddel.

Besteed bij het schoonmaken extra aandacht aan handcontactpunten zoals kranen, lichtknopjes, deurkrukken etc.

Standaard moet alles op 60 graden gewassen worden, met uitzondering van de verkleedkleren. Desinfecteren van materialen

Desinfecteer wanneer een oppervlak met bloed verontreinigd is.

Desinfecteer wanneer een oppervlak is verontreinigd met bloederige diarree of braaksel.

Desinfecteer in bijzondere situaties (zoals bij een epidemie) op advies van de GGD.

Zorg wel dat je, vooraf aan het desinfecteren, het oppervlak eerst goed reinigt.

Gebruik geen huishoudchloor (bleekwater) maar alcohol om te desinfecteren. Als je meer informatie nodig hebt, kijk dan in het boek van LCHV ‘Gezondheidsrisico’s in een kindercentrum’ van het RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu). Hierin staat alles over hygiëne en schoonmaak. Op elke locatie is een exemplaar aanwezig.

Page 31: New Voorwoord - Kinderopvang Babbels · 2017. 9. 29. · 1.2 Hoe wij denken over opvoeden “Vroeger vond de opvoeding van kinderen bijna uitsluitend plaats binnen het eigen gezin

© BSO beleidsplannen en protocollen versie 19-08-2017

30

4.2 Protocol gezond binnenmilieu

Ventilatie Ventileren = het voortdurend verversen van lucht. Buitenlucht vervangt daarbij de binnenlucht die verontreinigd wordt. Luchten = het in korte tijd verversen van alle verontreinigde binnenlucht door het wijd openzetten van ramen of deuren. Luchten is geen vervanging van ventilatie! Tocht = Ventilatie betekent dat lucht in beweging is. Als de beweging van lucht binnen te groot wordt, dan spreken we over hinderlijke tocht. Tocht moet zo veel mogelijk voorkomen worden. Hoe ventileren?

Zorg ervoor dat de ventilatierooster waar mogelijk in de leefruimte altijd open staan.

Als het bedompt ruikt in één van de ruimtes, zet dan waar mogelijk een raam of een deur open.

Zorg dat je tijdens bewegingsspelletjes en het stofzuigen de ruimte extra lucht.

De ventilatievoorzieningen moeten 3-maandelijks worden schoongemaakt en als ze zichtbaar vuil zijn eerder (zie schoonmaakrooster).

(Op de locaties Familieschool en Edelsteen is er een klimaatbeheersingssysteem waardoor de bovenstaande punten niet van toepassing zijn) Airco Het doel van een airconditioning systeem is het creëren en onderhouden van een constant klimaat in een bepaalde omgeving door het controleren van de temperatuur, de relatieve vochtigheid en luchtkwaliteit. Een comfortabel klimaat is een temperatuur van 20°C (winter) / 25°C (zomer) en een relatieve vochtigheid van rond de 50%. Airconditioners maken de lucht niet alleen koud, ze onttrekken er ook vocht aan. Let op: Het verschil tussen de geconditioneerde ruimtes en de buitentemperatuur mag niet meer dan 5 graden verschil zitten en ook wordt de luchtvochtigheid regelmatig gecontroleerd. Jaarlijks wordt de airco gecontroleerd en onderhouden. Temperatuur, vochtbalans en CO2-waarde Als mensen in een ruimte verblijven komt er veel vocht vrij. In een vochtige omgeving kan condens optreden. Dit maakt groei van huisstofmijten, schimmels en bacteriën gemakkelijker.

Controleer bij binnenkomst of de temperatuur in de leefruimte 20 graden is. De temperatuur mag NOOIT lager dan 17 graden en hoger dan 27 graden zijn.

Gebruik de zonwering als de temperatuur boven de 22 graden komt en zet alle ventilatieroosters (indien aanwezig) open.

Zorg ervoor dat op warme dagen extra drinkmomenten worden ingelast.

Als de ruimtes te warm (vanaf 25 graden) worden, zet dan lekker een deur of raam open mits het een verkoelend effect heeft.

Als de ruimte te koud is, sluit dan één van de ventilatieramen (indien aanwezig).

Voorkom dat je de temperatuur vaak verandert. Schommelingen van 5 graden zijn niet goed.

Page 32: New Voorwoord - Kinderopvang Babbels · 2017. 9. 29. · 1.2 Hoe wij denken over opvoeden “Vroeger vond de opvoeding van kinderen bijna uitsluitend plaats binnen het eigen gezin

© BSO beleidsplannen en protocollen versie 19-08-2017

31

De luchtvochtigheid moet tussen de 40% en 60% liggen. Dit kan je beïnvloeden door extra te ventileren en door het regelen van de temperatuur. De luchtvochtigheid wordt regelmatig gemeten en gecontroleerd door de coördinator door middel van een hygrometer.

Als je de luchtvochtigheid geregeld niet tussen de 40% en 60% ligt, waarschuw dan de directie. Zij gaan dan kijken wat de oorzaak daarvan is, om deze vervolgens te bestrijden.

Leg bij een te droge omgeving natte doeken op de radiatoren (indien aanwezig).

De CO2 waarde in zowel de leef-, als slaapruimtes moet tussen de 0-8.00 ppm zijn, dan is de luchtkwaliteit goed. Bij 8.00-1000 ppm is de luchtkwaliteit voldoende, maar extra ventilatie is dan gewenst. Zet een ventilatierooster of raam open en houd de CO2 waarde in de gaten.

Bij overschrijding van de 1000ppm waarschuw je de coördinator

De CO2 meter komt een maand lang op de groep. De coördinator van de desbetreffende locatie controleert of de waarde in orde is. Wanneer de waarde goed is dan worden meetmomenten teruggebracht naar een keer per maand.

De CO2 meter wordt ieder jaar gekalibreerd Op de locaties Familieschool en Edelsteen is er een klimaatbeheersingssysteem aanwezig op de groep. Daarop kun je naast de temperatuur ook de CO2 waarde aflezen. Je vindt de CO2 waarde rechts boven in het scherm. Elke week moet de CO2 waarde worden afgelezen en genoteerd worden op de schoonmaaklijst. Waarschuw de coördinator als de CO2 waarde boven de 1000 ppm uitkomt. Voor de luchtvochtigheid komt op zowel locatie Familieschool als locatie de Edelsteen een aparte roulerende hygrometer. Deze hygrometer staat per maand een week lang op locatie. Als de waardes in orde zijn, rouleert de hygrometer naar een andere locatie. Roken Het is verboden te roken in en om het gebouw (zie het “hoe en wat” van Babbels). Ook worden er geen kaarsen aangestoken tijdens feestjes. Stoffigheid en allergenen

Zorg ervoor dat als je het meubilair in de ruimte verandert, er geen kleine hoekjes of openingen worden gecreëerd waar stofnesten in kunnen ontstaan. Dat maakt het lastig om goed schoon te maken.

Gebruik tijdens het schoonmaken een Swiffer. Op deze manier voorkom je dat stof in de ruimte terecht komt.

Stofzuigen wordt gedaan als er geen kinderen in de ruimte aanwezig zijn.

Wanneer er nieuw krijt gekocht moet worden voor het krijtbord, let er dan op dat je stofvrij krijt koopt.

Alle stoffen materialen worden volgens het schoonmaakrooster op 60 graden gewassen.

De verkleedkleren worden maandelijks gewassen op 30 graden (zie schoonmaakrooster). Als een kind allergisch is, let er dan goed wanneer de verkleedkleren gewassen zijn, voor het kind ermee gaat spelen. Controleer dit altijd op het schoonmaakrooster.

Er wordt dagelijks schoongemaakt. Zorg ervoor dat de kinderen hier zo weinig mogelijk last van hebben.

Verf, lijm en spuitbussen

Gebruik NOOIT spullen met vluchtige stoffen in het bijzijn van de kinderen.

De lijm en verf die we voor de kinderen gebruiken is op waterbasis.

Let erop dat je lijm en verf hoog opbergt omdat de ruimte ook door de peuters gebruikt wordt.

Page 33: New Voorwoord - Kinderopvang Babbels · 2017. 9. 29. · 1.2 Hoe wij denken over opvoeden “Vroeger vond de opvoeding van kinderen bijna uitsluitend plaats binnen het eigen gezin

© BSO beleidsplannen en protocollen versie 19-08-2017

32

Asbest, bodem- en luchtverontreiniging De bouwwijze van het gebouw is van steen en hout en daarin is tijdens de bouw geen asbest verwerkt. Als er aanwijzingen zijn voor bodemverontreiniging, wordt er door de directie een deskundige ingeschakeld. Als er aanwijzingen zijn voor luchtverontreiniging, wordt er door de directie ook een deskundige ingeschakeld. Hoe je de kwaliteit van de binnenlucht kunt beoordelen

Hoe ruikt de ruimte? Is het er muf of benauwd? Dit kun je het beste waarnemen op het moment dat je de groepsruimte binnenstapt.

Zijn de ramen tijdens het stookseizoen na enige uren beslagen? Dit is een teken van een hoge luchtvochtigheid.

Is er sprake van irritatie van de ogen, de huid, of de luchtwegen bij het binnenkomen of bij het verblijf in de ruimte? Dit kan duiden op de aanwezigheid van schadelijke gassen en dampen of een te droge lucht.

Word je regelmatig suf en kan je je minder concentreren als je aan het werk bent?

Zijn er plaatsen in het gebouw waar schimmels op de wanden zichtbaar zijn? Zijn er sporen van lekkages zichtbaar? Deze plaatsen kunnen een belangrijke bron van een slechte binnenlucht kwaliteit zijn.

Let erop dat er goed wordt schoongemaakt. Controleer ’s morgens de ruimtes.

Als je het vermoeden hebt dat één van deze punten niet goed is binnen Babbels, waarschuw dan altijd de directie!

Lawaai

Als je vindt dat de kinderen teveel worden gestoord door lawaai van buitenaf, sluit dan zoveel mogelijk ramen en deuren.

Neem de kinderen mee naar een andere ruimte waar zij minder last zullen hebben van het lawaai.

(Huis-) dieren en planten

In het Hygiëne- en schoonmaakprotocol kun je lezen hoe wij omgaan met dieren binnen Babbels. In de leefruimtes binnen Babbels hebben we geen planten.

Page 34: New Voorwoord - Kinderopvang Babbels · 2017. 9. 29. · 1.2 Hoe wij denken over opvoeden “Vroeger vond de opvoeding van kinderen bijna uitsluitend plaats binnen het eigen gezin

© BSO beleidsplannen en protocollen versie 19-08-2017

33

4.3 Buiten- en warmteprotocol

Als we naar buiten gaan

Kijk of er kinderen allergisch zijn voor stuifmeel van gras, onkruid of bomen (dit staat op het wenformulier en op de presentielijst). Als een kind allergisch is, overleg dan met de ouders hoe je het kind toch kan laten buitenspelen. We hebben ook een verhard speelterrein. Maak afspraken met de ouders hierover.

Smeer de kinderen in met zonnebrand (zie warmteprotocol) en controleer op allergieën voor zonnebrand.

Controleer het plein op zwerfvuil, paddenstoelen, brandnetel en konijnenkeutels (dit geldt alleen voor de PJS)

Zorg dat je op het moment dat je naar buiten gaat, de zandbak (indien aanwezig) goed controleert op ongedierte of uitwerpselen van dieren.

Zorg ervoor dat de buitenhekken rondom het speelplein dicht zijn en controleer dit tijdens het buitenspelen regelmatig.

Als we op uitje gaan

Print de presentielijsten uit of maak een screen shot met de IPAD en neem het rugzakje mee als je met de kinderen buiten het terrein van Babbels gaat. Zorg dat je weet waar je het rugzakje kan vinden op iedere locatie. De pedagogisch medewerkers en kinderen hebben de Babbelshesjes aan als zij op uitje gaan.

Wat te doen bij een tekenbeet De kans dat een kind wordt gebeten door een teek rondom Babbels, is aanwezig omdat er sprake is van struikgewas, gras en bebossing rondom het plein waar de kinderen spelen.

Als de kinderen in bossen zijn geweest controleer dan de kinderen op teken en/of tekenbeten.

Noteer de datum van de beet en zet met een pen of stift een cirkel om de beet.

Neem contact op met ouders en adviseer zo snel mogelijk naar de huisarts te gaan om de teek te laten verwijderen. Let op; dit doen wij niet zelf.

Wat te doen bij een wespen- of bijensteek Er wordt buiten geen zoetigheid gegeten en/of gedronken. Dit voorkomt plakkerige handen en monden, wat wespen aantrekt. Een picknick is toegestaan dus zorg er voor dat er geen zoetigheden aanwezig zijn. Als we op uitje gaan worden er pakjes drinken aan de kinderen gegeven.

Controleer voor het naar buiten gaan of de handen en monden plakkerig zijn.

Als een kind gestoken wordt door een wesp of bij, verwijder (indien nodig) de angel direct met een pincet.

Leg daarna ijs op het wondje ter verkoeling. Zorg ervoor dat je het ijs niet direct op de huid legt maar het altijd in een doek wikkelt of in een washandje doet.

Bij een steek in de mond of hals direct ijs gebruiken en 112 bellen.

Als er een allergische reactie optreedt na een wespen- of bijensteek, zoals bijv. benauwdheid of bewusteloosheid, bel 112.

Page 35: New Voorwoord - Kinderopvang Babbels · 2017. 9. 29. · 1.2 Hoe wij denken over opvoeden “Vroeger vond de opvoeding van kinderen bijna uitsluitend plaats binnen het eigen gezin

© BSO beleidsplannen en protocollen versie 19-08-2017

34

Warmteprotocol (wat te doen bij extreem warme dagen) Dit warmteprotocol treedt in werking indien de weersvoorspellingen uitgaan van dagtemperaturen van 28 graden of hoger.

Attendeer de ouders er nogmaals op om badkleding mee te geven aan hun kind.

Zet alle ramen en deuren open mits dit een verkoelend effect geeft.

Doe bij binnenkomst (indien mogelijk) alle zonweringen naar beneden, ook al schijnt de zon dan niet volop.

Ga met de kinderen tussen 12:00 en 15:00 uur niet naar buiten en laat ze spelen met water. Zorg ervoor dat je alle kinderen insmeert en ze niet te lang blootstelt aan de zon. Liever meerdere malen kort dan eenmaal lang buiten spelen. Maak met je collega’s afspraken over hoe lang je naar buiten gaat.

Creëer schaduwplekken.

Er wordt gedurende de dag op vaste tijden gegeten en gedronken. Let er tijdens warme dagen op hoeveel elk kind drinkt en las extra drinkmomenten in tijdens de dag. Overleg dit ook met collega’s wanneer deze extra momenten plaatsvinden.

Koud weer Zorg er te allen tijde voor dat een kind niet onderkoeld raakt. Kleed bij koud weer de kinderen goed aan. Zorg dat elk kind zijn/haar jas dicht heeft. Als het erg koud is blijf dan niet te lang buiten en houd de kinderen in beweging. Bodem- en luchtverontreiniging en bestrijdingsmiddelen Er worden geen schadelijke bestrijdingsmiddelen gebruikt en deze zijn dan ook niet aanwezig binnen Babbels. Mocht het wel een keer nodig zijn dan wordt hier een professionele organisatie voor ingezet. Met deze organisatie worden afspraken gemaakt om dit buiten openingstijden uit te voeren. Als er aanwijzingen zijn voor bodemverontreiniging en luchtverontreiniging, wordt er door de directie een deskundige ingeschakeld.

Page 36: New Voorwoord - Kinderopvang Babbels · 2017. 9. 29. · 1.2 Hoe wij denken over opvoeden “Vroeger vond de opvoeding van kinderen bijna uitsluitend plaats binnen het eigen gezin

© BSO beleidsplannen en protocollen versie 19-08-2017

35

4.4 Voedingsprotocol

Bij het samenstellen van dit voedingsprotocol zijn we uitgegaan van de adviezen van het Voedingscentrum en de adviezen van de GGD (gezondheidsrisico’s in een kindercentrum). Wat en wanneer wordt er gegeten en gedronken binnen Babbels Het voedingsschema voor als de kinderen de hele dag komen.

07.00- 07.30 uur. Als de kinderen in de ochtend worden gebracht, ontbijten wij samen met de kinderen. De ouders bepalen zelf of zij hun kind brood meegeven of dat wij dat verzorgen.

09.30 uur. De kinderen krijgen afgekoelde thee en of water en fruit ( zie 4.4.3 Bereiden en bewaren van thee)

12.30 uur. De broodmaaltijd. De kinderen mogen meteen bij het eerste broodje kiezen wat zij op het broodje willen. Hartige producten komen gezondheidshalve bij benadering overeen met zoete producten. Wanneer kinderen aangeven alleen zoetigheid op hun brood te willen, probeer ze dan wel te stimuleren voor de andere belegvormen.

Tijdens de broodmaaltijd krijgen de kinderen halfvolle melk, water of afgekoelde thee. We hebben alleen bruin brood. De kinderen krijgen maximaal 3 broodjes tijdens de broodmaaltijd.

16.00 uur. We drinken samen met de kinderen limonade of thee met een tussendoortje ( bijv. liga, cracker, fruit, groente, (tomaatjes, komkommer, paprika). Groente en fruit hebben de voorkeur.

Vanaf 17.00 uur. De verse avondmaaltijden vanuit Babbels en de maaltijden die ouders eventueel zelf mee hebben gegeven worden opgewarmd en aan tafel met de kinderen genuttigd. We drinken water/melk en eten geen junkfood. Het meegebrachte eten moet voorzien zijn van naam en bereidingsdatum. (Zie 4.1.3. Hoe moeten ouders voeding meenemen)

Zorg er voor dat de maaltijd goed verhit wordt, deze moet minimaal 70 graden zijn. Op het etiket van de verse maaltijd van babbels, staat aangegeven hoe lang en op welke temperatuur de maaltijd verwarmd moet worden. De temperatuur wordt doormiddel van de thermometer gecontroleerd.

Als het eten te warm is om te geven laat het dan afgedekt afkoelen.

Op de BSO mogen de kinderen ook wat minder gezonde traktaties nuttigen, mits het niet om een “grote” hoeveelheid gaat. Mocht dit toch het geval zijn, dan wordt de traktatie meegegeven naar huis of mag het gedeeltelijk genuttigd worden. Ouders worden door ons hierop gewezen. Wel zijn er de volgende uitzonderingen, bijvoorbeeld; tijdens uitstapjes een ijsje en tijdens feestdagen bijv. pepernoten bakken.

Basisvoeding per dag vanuit de GGD

Leeftijd 4 – 12 jaar

Brood Bruin of volkorenbrood 3-5 sneetjes

Fruit 1-2 keer, 200 gram in totaal (ongeveer 2 stuks)

Zuivel 300-600 ml melkproducten en 10 tot 20 gram kaas

Halvarine 15 -35 gram

Dranken 1 – 1,5 liter (inclusief 300-600 ml melk)

Page 37: New Voorwoord - Kinderopvang Babbels · 2017. 9. 29. · 1.2 Hoe wij denken over opvoeden “Vroeger vond de opvoeding van kinderen bijna uitsluitend plaats binnen het eigen gezin

© BSO beleidsplannen en protocollen versie 19-08-2017

36

Hoe gaan we met de kinderen om tijdens het eten

Was altijd je handen voor en na het bereiden van eten.

Controleer ELKE DAG de houdbaarheidsdatum van de voedingsmiddelen als je het eten aan het bereiden bent.

Als voedingsmiddelen opengemaakt zijn, wordt de openingsdatum op het product geschreven.

Let op! Een pak melk een uur buiten de koelkast, bekort de houdbaarheid met een dag.

Let op! vleeswaren een half uur buiten de koelkast, bekort de houdbaarheid met een dag.

Kinderen zitten ALTIJD aan tafel tijdens eten en drinken. Ook tijdens een tussendoortje.

Voor het eten wassen alle kinderen hun handen.

Zorg ervoor dat bord, beker en bestek altijd wordt af gewassen na gebruik. Dit om te voorkomen dat de kinderen in aanraking komen met ziektekiemen van andere kinderen.

Als kinderen aangeven alleen zoetigheid op hun brood te willen, probeer ze dan wel te stimuleren voor andere belegvormen.

Als het kind niet van een bepaald soort fruit/groente houdt, geef het dan een ander soort met toch ook een paar stukjes van het fruit/groente waar hij niet van houdt. Zo krijgt het kind de kans om het te proberen en te proeven.

Stimuleer het kind altijd om te eten. Zorg voor een gezellige, ontspannen sfeer. Zien eten doet eten. Eet zelf ook altijd mee!

Na het eten wassen de kinderen(als het nodig is) hun handen. Als blijkt dat hun gezichten ook vies zijn, krijgen de kinderen een nat doekje om het gezicht mee schoon te maken.

Bereiden en bewaren van thee

Thee wordt op het hoge keukenblok klaar gemaakt, alleen door de pedagogisch medewerker.

Er wordt lauwe thee gegeven zodat kinderen zich niet kunnen verbranden.

De temperatuur van de thee mag maximaal 40 graden zijn en dat wordt via een theethermometer gecontroleerd alvorens het aan de kinderen gegeven wordt.

Laat de thee niet te lang trekken want dan komt er meer theïne/cafeïne vrij.

Het bereiden van zacht voedsel als groente, fruit en knakworsten Let op! Specifieke groente en fruit zoals druiven en cherrytomaatjes worden altijd in de lengte in vieren gesneden. Ook knakworsten moeten in kleine stukjes gesneden worden. Juist zacht voedsel zoals hierboven beschreven kan zich in de keel vervormen en kunnen op deze manier de luchtpijp afsluiten. Hoe moeten ouders voeding meenemen

Koude producten moeten tijdens de reis koel gehouden worden met bijvoorbeeld een koeltas of een koelelement. Als dit niet het geval is neem dan NOOIT de voeding aan.

Op de producten moeten naam en bereidingsdatum staan. Als dit niet het geval is neem dan NOOIT de voeding aan.

Ouders die langer dan 30 minuten reizen, mogen geen bederfelijke producten van huis meenemen.

Zet melkproducten, vleeswaren en ander bederfelijke producten direct na binnenkomst in de koelkast.

Voedselallergie en –intolerantie

Op het aanmeldformulier wordt door ouders aangegeven of hun kind een allergie heeft.

Ga tijdens het wengesprek met de ouders goed in op de allergie of intolerantie. Vraag ze hoe ermee om te gaan en wat wel en niet mag, welke maatregelen er genomen moeten worden.

Het is uiteraard ZEER belangrijk dat je alles goed noteert en je collega’s meteen na gesprek hiervan op de hoogte stelt.

Page 38: New Voorwoord - Kinderopvang Babbels · 2017. 9. 29. · 1.2 Hoe wij denken over opvoeden “Vroeger vond de opvoeding van kinderen bijna uitsluitend plaats binnen het eigen gezin

© BSO beleidsplannen en protocollen versie 19-08-2017

37

Allergieën, intolerantie of andere bijzonderheden worden aan het kantoor doorgegeven. Het kantoor zorgt ervoor dat deze bijzonderheden op de presentielijst komen te staan met afkortingen als; ALL, MED, etc. Zorg dat je op de hoogte bent van deze afkortingen.

Als het kind voor de eerste keer komt, zorg je er ALTIJD voor dat je het Kindgegevensformulier en de Presentielijst doorneemt, om te kijken of het kind een voedselallergie of – intolerantie heeft.

Page 39: New Voorwoord - Kinderopvang Babbels · 2017. 9. 29. · 1.2 Hoe wij denken over opvoeden “Vroeger vond de opvoeding van kinderen bijna uitsluitend plaats binnen het eigen gezin

© BSO beleidsplannen en protocollen versie 19-08-2017

38

5. Ziekte en geneesmiddelenprotocol

5.1 Ziekte

Als een kind ziek wordt bij Babbels

1. Kijk eerst wat de ernst van de situatie is. 2. Controleer of het kind koorts heeft en of het nog wil eten en drinken. 3. Observeer het kind en zet bepaalde ziektesymptomen en gedragingen op papier. 4. Observeer de volgende punten:

Speelt het kind zoals je van hem/haar gewend bent? Praat het kind zoals je gewend bent? Voelt het warm of klam aan? Huilt het vaker of langer dan anders? Gaat het naar de wc en wat is het resultaat? Wil het steeds liggen? Klaagt het kind over pijn?

5. Vervolgens beslis je samen met je collega’s of het kind op de groep kan blijven. Dan bel je de ouders en overleg met hen wat er moet gebeuren. Is er iemand die het kind kan ophalen en verzorgen? Maak dan afspraken over het tijdstip dat het kind wordt opgehaald etc. Bij twijfel of het kind opgehaald moet worden: altijd de ouders bellen en met hen overleggen. Zij zijn eindverantwoordelijk. Vergeet niet dat als iemand anders het kind komt halen, te vermelden dat zij een identificatie moeten meenemen!

6. Richtlijnen wanneer een ziek kind moet worden opgehaald:

Als het kind te ziek is om aan het dagprogramma deel te nemen.

Als de verzorging te intensief is voor de pedagogisch medewerkers.

Als het de gezondheid van andere kinderen in gevaar brengt. 7. Houdt het kind bij je in de buurt totdat iemand het kind komt ophalen.

Wanneer wordt de huisarts ingeschakeld In principe is bij ziekte of kleine ongevallen van een kind de ouder degene die de huisarts inschakelt. Wanneer ouders niet bereikbaar zijn, zal de pedagogisch medewerker de huisarts van het kind inschakelen voor advies. Denk bij kleine ongevallen aan: vinger tussen de deur, scheurtje in de lip of gat in de kin. Wanneer wordt 112 ingeschakeld In principe wordt 112 gebeld wanneer er sprake is van ernstig ziekte, ongeval of (acuut) gevaar. Voorbeelden van dergelijke gevallen zijn:

(plotselinge) Benauwdheid

Wanneer een kind bleek is en/of klam/slap/transpireert.

Bewusteloosheid

Een kind met plotselinge hoge koorts.

Gebroken been En uiteraard bij twijfel bel je altijd 112

Page 40: New Voorwoord - Kinderopvang Babbels · 2017. 9. 29. · 1.2 Hoe wij denken over opvoeden “Vroeger vond de opvoeding van kinderen bijna uitsluitend plaats binnen het eigen gezin

© BSO beleidsplannen en protocollen versie 19-08-2017

39

Wat te doen bij besmettelijke ziekte 1. Ouders melden besmettelijke ziekten van hun kind bij de pedagogisch medewerkers op de groep. 2. De pedagogisch medewerker informeert kantoor. 3. De GGD richtlijnen worden aangehouden. 4. Het kantoor stuurt een email naar alle ouders met de richtlijnen vanuit de GGD en de symptomen

van de besmettelijke ziekten. 5. De pedagogisch medewerker hangt informatie over de besmettelijke ziekte op de deur van de

groep. 6. De pedagogisch medewerker waarschuwt de ouders van kinderen die niet het landelijke

vaccinatieprogramma volgen, als er een besmettelijke ziekte is geconstateerd die voor hen een bijzonder risico geeft. Kantoor wordt hierbij ingelicht.

7. Overleg zo nodig met de GGD (vraag hiervoor wel eerst toestemming aan de ouders). De GGD wint eventueel informatie in bij de huisarts.

8. De GGD adviseert maatregelen afhankelijk van de ziekte:

Het zieke kind niet toelaten vanwege het risico voor overige kinderen (=weren).

Ziek kind behandelen om verspreiding van de ziekte tegen te gaan.

Ouders van andere kinderen informeren over de ziekte.

Overige kinderen uit voorzorg medicijnen geven of vaccineren(door GGD of huisarts) Bij een infectieziekte

1. Raadpleeg de GGD wijzer Infectieziekten. 2. Bel ouders bij vermoeden van infectieziekte. 3. Controleer altijd of het kind gevaccineerd is. Dit staat op het kindgegevensformulier vermeld. Op de

presentielijst staat vermeld wanneer een kind niet deelneemt aan het landelijk vaccinatieprogramma.

4. Het kantoor stuurt een email naar alle ouders met de richtlijnen vanuit de GGD en de symptomen van de infectieziekte.

5. De pedagogisch medewerker hangt informatie over de infectieziekte op de deur van de groep. Wanneer mag een ouder het kind niet komen brengen

Als het kind koorts heeft boven de 38,5 graden.

Als en kind zich duidelijk vervelend voelt (passief is, extreem veel huilt).

Bij bepaalde besmettelijke ziektes volgens de richtlijnen van de GGD.

Als ouders twijfelen of zij hun kind kunnen brengen, kunnen ze altijd bellen om dit met de pedagogisch medewerker te overleggen. Sta ze dan ook goed te woord en kijk in het boek “Gezondheidsrisico’s” of het kind kan komen op de groep.

Zieke pedagogisch medewerkers

In geval van besmettelijke ziektes mag de pedagogisch medewerker niet werken om besmettingsgevaar tegen te gaan.

Als een pedagogisch medewerker op de groep ziek wordt met mogelijk een besmettelijke ziekte, raadplegen we de ARBO arts wat te doen.

Als een pedagogisch medewerker ziek thuis komt van vakantie, wordt in overleg met een arts overwogen of zij kan werken.

Page 41: New Voorwoord - Kinderopvang Babbels · 2017. 9. 29. · 1.2 Hoe wij denken over opvoeden “Vroeger vond de opvoeding van kinderen bijna uitsluitend plaats binnen het eigen gezin

© BSO beleidsplannen en protocollen versie 19-08-2017

40

5.2 Geneesmiddelen

Het verstrekken van geneesmiddelen

Zorg dat je op de hoogte bent van het boek ‘Landelijk centrum hygiëne en veiligheid, gezondheidsrisico in een kindercentrum’.

Zorg altijd dat er een ‘Overeenkomst gebruik geneesmiddelen’ wordt getekend. Als dit niet is gebeurd NOOIT medicijnen geven aan het kind. Ook bij twijfel NOOIT een medicijn toedienen.

Als het medicijn wordt gegeven, kijk dan altijd naar de houdbaarheidsdatum en of de originele verpakking er omheen zit. Als dit niet het geval is, moeten ouders de houdbaarheidsdatum erop schrijven. Is dit niet in orde, wordt dit meteen aangegeven aan ouders en mogen medicijnen NIET gegeven worden.

Vraag aan de ouders of de medicijnen thuis al een keer zijn gegeven. De medicijnen mogen NOOIT bij Babbels voor de eerste keer worden toegediend.

Zorg dat je voor het toedienen altijd de houdbaarheidsdatum controleert en de bijsluiter leest, zodat je op de hoogte bent van eventuele bijwerkingen.

Schrijf op de geopende flessen van bijvoorbeeld: hoestdrank, oogdruppels e.d. De naam van het kind en de datum van opening, dit omdat de flessen na openen beperkt houdbaar zijn.

Als je een medicijn hebt toegediend vink dit dan altijd af!

Zorg dat je het medicijn direct na het toedienen goed opruimt. Uit de buurt van kinderen en zo nodig in de koelkast. De temperatuur van de koelkast dient tussen de 2 en 7 graden te zijn, controleer dit ook.

Als de ouders een nieuwe voorraad geneesmiddelen of nieuw geneesmiddel komen brengen neem dan altijd de tijd om met de ouders te evalueren. Bespreek de volgende vragen:

- Wat is de reactie op de medicijnen?

- Wat is de reactietijd?

- Op welke manier toedienen?

- Hoe kan je het handig aanpakken / wat is voor het kind het prettigst?

- Hoe verloopt het toedienen van de medicijnen bij Babbels? Vergeet niet deze evaluatiepunten in het kind dossier te verwerken.

Als er zalf of crème moet worden aangebracht, doe dit dan met een vingercondoom. Belangrijk: er wordt NOOIT paracetamol toegediend zonder toestemming van de arts. Dit omdat door het gebruik van paracetamol het risico bestaat, dat symptomen onderdrukt worden. Dit kan tot een foutieve inschatting leiden. Kind krijgt medicatie verkeerd toegediend

1. Bij ERNSTIGE situatie( bijvoorbeeld bij benauwdheid) bel je meteen 112. 2. Als een kind verkeerd reageert op een medicijn of er is een verkeerd medicijn toegediend, bel dan

direct de huisarts van het kind. 3. Uiteraard bel je daarna direct de ouders en overleg je wat met huisarts is afgesproken. 4. Zorg dat als je belt, je de volgende gegevens bij de hand hebt: naam, geboortedatum, adres,

huisarts/specialist, het geneesmiddel dat is toegediend en welke reacties het kind vertoont (eventueel welke fout er is gemaakt).

Page 42: New Voorwoord - Kinderopvang Babbels · 2017. 9. 29. · 1.2 Hoe wij denken over opvoeden “Vroeger vond de opvoeding van kinderen bijna uitsluitend plaats binnen het eigen gezin

© BSO beleidsplannen en protocollen versie 19-08-2017

41

Medische handelingen Als een ouder aan Babbels vraagt om medische handelingen te verrichten, kunnen we dat binnen Babbels niet doen. Wel gaan we met de ouders opzoek naar een goede oplossing.

5.3 Bloed

Hoe om te gaan met bloed

1. Draag wegwerphandschoenen (deze hoeven niet steriel te zijn) bij elk contact met bloed, wondvocht of lichaamsvocht dat zichtbaar met bloed vermengd is.

2. Verwijder gemorst bloed met handschoenen en een papieren tissue. 3. Maak dan de ondergrond schoon met water en zeep. Droog het oppervlak en desinfecteer daarna

met alcohol 70%. 4. Was met bloed bevuild linnengoed op 60 graden. 5. Gooi na gebruik de wegwerphandschoenen direct weg. 6. Was daarna je handen met water en zeep.

Wat te doen als er toch bloedcontact is geweest

1. Laat het wondje goed doorbloeden. 2. Spoel de wond uit met water. 3. Dek het wondje af met een waterafstotende pleister. 4. Spoel bij verwonding van de slijmvliezen direct goed uit met water. 5. Was de handen met water en zeep. 6. Raadpleeg de huisarts of de plaatselijke GGD met de vraag of er aanvullende maatregelen

noodzakelijk zijn. Huid en wondverzorging

1. Was voor en na wond- of huidverzorging de handen zorgvuldig. 2. Spoel het wondje met water schoon. 3. Dek het wondje af, om te voorkomen dat wondvocht of bloed tot besmetting van de omgeving

leidt. 4. Verwissel de pleister of het verband regelmatig en in ieder geval als het is doordrenkt met

wondvocht of bloed. Als je meer informatie nodig hebt, kijk dan in het boek van LCHV ‘gezondheidsrisico’s in een kindercentrum’ van het RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu). Hierin staat alles over de verschillende ziekten en geneesmiddelen. Op elke locatie is een exemplaar aanwezig.

Page 43: New Voorwoord - Kinderopvang Babbels · 2017. 9. 29. · 1.2 Hoe wij denken over opvoeden “Vroeger vond de opvoeding van kinderen bijna uitsluitend plaats binnen het eigen gezin

© BSO beleidsplannen en protocollen versie 19-08-2017

42

6. Veiligheidsprotocol

6.1 Algemeen

Bij brand(alarm)

Zie ontruimingsplan. Er hangt in iedere ruimte een exemplaar van dit ontruimingsplan. Zorg ervoor dat je op de hoogte bent van het ontruimingsplan.

Op elke groep is er een ‘brandtas’ aanwezig. Neem deze ‘brandtas’ en de IPad mee in geval van nood mee naar buiten. Met de IPad wordt er een sreenshot van de presentielijst gemaakt i.v.m. risico uitvallen van de internetverbinding.

De BHV’ers op de groepen hebben met elkaar afgestemd wie de leiding neemt als er meerdere BHV’ ers op de dag aanwezig zijn

Zie de GGD map (op locatie) en de bijlage voor een overzicht van de BHV’ers .

Indien het gehele gebouw (inclusief de school) ontruimd wordt, heeft de BHV’er van de school de leiding.

Bij Luchtalarm

1. Houd alle kinderen in het gebouw. 2. Haal de kinderen die buiten zijn naar binnen. 3. Sluit alle deuren, ramen en ventilatieroosters. 4. Schakel de aanwezige ventilatiesystemen uit en dek ze af. 5. Zet de radio aan en of gebruik de NL-Alert op de mobiele telefoon 6. Wacht op nadere berichten/instructies van de overheid.

Bij ongevallen

Bij acute noodgevallen: 1. Bel het alarmnummer (112). 2. Alarmeer de aanwezige bedrijfshulpverlener. 3. Kalmeer het kind. 4. Stel de ouders op de hoogte. 5. Stel de coördinator op de hoogte

Indien er geen sprake is van acute nood: 1. Controleer de gezondheid van het kind: Is het bij bewustzijn? Zijn er zichtbare verwondingen?

Kijkt het helder uit zijn/haar ogen? Moet het kind braken? Reageert het kind anders dan gebruikelijk?

2. Alarmeer de aanwezige bedrijfshulpverlener. 3. Kalmeer het kind. 4. Bij twijfel over hoe te handelen: zoek de aard van het ongeval op in de EHBO app op de IPad. 5. Bel de coördinator 6. Bel de ouders van het kind. 7. Bepaal in overleg met hen en de bedrijfshulpverlener welke stappen verder worden

ondernomen. De opties die worden overwogen zijn: a. Moet de huisarts worden geraadpleegd? Bij onbereikbaarheid van ouders of andere

contactpersonen, wordt er door de pedagogisch medewerker contact opgenomen met de huisarts van het kind.

b. Is het nodig dat het kind wordt opgehaald door één van de ouders?

Page 44: New Voorwoord - Kinderopvang Babbels · 2017. 9. 29. · 1.2 Hoe wij denken over opvoeden “Vroeger vond de opvoeding van kinderen bijna uitsluitend plaats binnen het eigen gezin

© BSO beleidsplannen en protocollen versie 19-08-2017

43

Naderhand: Het ongeval moet worden geanalyseerd. Er dient een registratieformulier voor ongevallen te worden ingevuld. Daarna wordt een actieplan opgesteld hoe we een gelijksoortig ongeval in de toekomst kunnen voorkomen. Tevens wordt een tijdslimiet vastgesteld waarin de situatie moet worden aangepast. Het ongeval wordt met alle teamleden besproken. Dit registratieformulier moet op kantoor worden ingeleverd.

Hulpverlening

Er zijn voldoende bedrijfshulpverleners (BHV’ers) per locatie aangewezen (zie bijlage)

Eén keer in het jaar vindt er een (opfris)cursus Kinder-EHBO en of BHV plaats, waaraan alle medewerkers deelnemen.

Brandveiligheid

Het gebouw is gecontroleerd door de brandweer, zij heeft haar goedkeuring verleend m.b.t. de brandveiligheid van het gebouw.

Alle aanwezige blusmiddelen en noodverlichtingen worden jaarlijks gekeurd.

De hoofd BHV’er van iedere locatie, zorgt jaarlijks voor een ontruimingsoefening. De aanwezige bedrijfshulpverlener legt de brandoefening vast in een verslag en stuurt dit naar coördinator en beleidsmedewerker.

Let op:

Houd te alle tijden alle (nood)uitgangen binnen een straal van 2 meter vrij van obstakels.

Hang versieringen en dergelijke niet op in de buurt van lampen of andere warm wordende apparatuur.

Hang geen verlichting of dergelijke op vochtige plekken.

Vul ballonnen alleen met niet-brandbare gassen. (helium is niet brandbaar)

Er wordt geen open vuur gebruikt.

Het is verboden te roken.

6.2 Entree

Trap

Op de locaties wordt er geen gebruik gemaakt van een trap.

Vloer

Losse vloerbedekking wordt vastgelegd.

Snoeren en kabels liggen niet los op de grond, deze zijn waar nodig afgeschermd.

Het dweilen van de vloeren gebeurt als de kinderen niet op de groep aanwezig zijn.

Bij de entree ligt een droogloopmat.

Kinderen mogen niet rennen in de hal.

Laat geen losse voorwerpen op de grond slingeren waar over uitgegleden/ gestruikeld kan worden.

Als er nattigheid op de vloer ligt, dweil dat dan direct op en zorg dat je de vloer droog achterlaat.

Page 45: New Voorwoord - Kinderopvang Babbels · 2017. 9. 29. · 1.2 Hoe wij denken over opvoeden “Vroeger vond de opvoeding van kinderen bijna uitsluitend plaats binnen het eigen gezin

© BSO beleidsplannen en protocollen versie 19-08-2017

44

Muur

Decoratie wordt opgehangen met kneedgum.

Garderobe

Er zijn kindveilige kapstokken geplaatst.

Kinderen mogen niet rennen in de hal.

Deuren

Er zijn veiligheidstrips op de deuren geplaatst.

De ramen in de deuren worden afgeplakt met folie (indien het geen veiligheidsglas betreft).

Houd toezicht op kinderen die naar het toilet gaan. Ramen

Ramen die open kunnen zijn smal en hoger dan 2 meter boven de grond.

Lage ramen worden afgeplakt met folie (indien geen veiligheidsglas).

Verwarming

Kinderen mogen niet rennen in de hal.

Kinderen kunnen niet bij de radiator komen doordat er een radiatorkast om heen is geplaatst. Verlichting

Vervang een kapotte lamp zo spoedig mogelijk.

Laaghangende lampen hebben een plastic kap.

Er wordt binnen niet met voorwerpen gegooid.

Elektra

Er zijn kindveilige contactdozen geplaatst.

De deur van de meterkast is op slot. De sleutel ligt bij de directie van de school. Giftige stoffen

Schoonmaakmiddelen worden hoog, in een afgesloten kast of in een kast met kindbeveiliging opgeborgen. Te allen tijde buiten het bereik van kinderen.

Er zijn geen giftige planten aanwezig.

Tassen worden in het kantoor bewaard, of hoog in een afgesloten kast op de groep. Overig

Er is een dranger op de deur geplaatst zodat de deur niet open blijft staan.

In de hal mogen, lager dan 2 meter boven de grond, geen knutsels of ander materiaal worden tentoongesteld indien daar kleine (gevaarlijke) voorwerpen van los kunnen komen. Dit in verband met kinderen van het kinderdagverblijf en de peuterspeelgroep.

Page 46: New Voorwoord - Kinderopvang Babbels · 2017. 9. 29. · 1.2 Hoe wij denken over opvoeden “Vroeger vond de opvoeding van kinderen bijna uitsluitend plaats binnen het eigen gezin

© BSO beleidsplannen en protocollen versie 19-08-2017

45

6.3 Leefruimte

Vloer

Losse vloerbedekking wordt vastgelegd.

Snoeren en kabels liggen niet los op de grond, deze zijn waar nodig afgeschermd.

Het dweilen van de vloeren gebeurt als de kinderen niet op de groep aanwezig zijn.

Scherpe hoeken van meubilair op ooghoogte, worden rond afgewerkt.

Kinderen mogen binnen niet rennen.

Laat geen losse voorwerpen op de grond slingeren.

Als er nattigheid op de vloer ligt, dweil dat dan direct op en zorg dat je de vloer droog achterlaat.

Muur

Indien decoratie wordt verwijderd, verwijder dan ook eventuele punaises en/of spijkers.

Plaats geen uitstekende schroeven of spijkers in de muur onder een hoogte van 1.50m.

Deuren

Er zijn veiligheidstrips op de deuren geplaatst.

Er zijn deuren met veiligheidsglas aanwezig in de leefruimte.

Ramen

Ramen op locatie Pater Jan Smit, Rustenburgerweg kunnen wel open maar zijn voorzien van een slot. De sleutel ligt buiten het bereik van de kinderen. De overige locaties hebben een klimaatsysteem of hoge ramen.

Plaats onder de ramen die open kunnen, geen voorwerpen die als opstap gebruikt kunnen worden (zoals kasten e.d.)

Kinderen mogen binnen niet rennen.

Voor de lage ramen is veiligheidsglas gebruikt.

Verwarming

De radiatoren en verwarmingsbuizen zijn afgeschermd tot een hoogte van minimaal 1.50 m.

Verlichting

Vervang een kapotte lamp zo spoedig mogelijk.

Laaghangende lampen hebben een plastic kap.

Er wordt binnen niet met voorwerpen gegooid.

Elektra

Er zijn kind veilige contactdozen geplaatst.

Plaats elektrische apparatuur altijd buiten het bereik van kinderen.

Alle snoeren binnen het bereik van kinderen worden afgeschermd.

Giftige stoffen

Alle schoonmaakmiddelen worden hoog in een afgesloten kast of in kast met kindbeveiliging opgeborgen.

Laat je tas niet slingeren in het lokaal maar berg hem op in het kantoor of in een kast die afgesloten kan worden.

Page 47: New Voorwoord - Kinderopvang Babbels · 2017. 9. 29. · 1.2 Hoe wij denken over opvoeden “Vroeger vond de opvoeding van kinderen bijna uitsluitend plaats binnen het eigen gezin

© BSO beleidsplannen en protocollen versie 19-08-2017

46

Meubilair

Scherpe randen en punten van meubilair worden afgerond.

Let op dat er altijd voldoende loopruimte is rond het meubilair.

Controleer houten meubels regelmatig op splinters en bladderende verf.

Kinderen moeten het vragen als ze iets uit de kast willen hebben. Let op dat ze niet in de kast klimmen in de kast.

Leg de zware voorwerpen onder in de kast.

Speelgoed

Zorg dat al het speelgoed na gebruik weer wordt opgeborgen. Controleer tijdens het opruimen direct of het speelgoed niet stuk of vuil is. Als speelgoed stuk is, verwijder het dan direct en zorg dat het gerepareerd of vervangen wordt.

Verbranding

Nuttig warme dranken zoals thee en koffie alleen in de keuken en als beide handen vrij zijn. Plaats het altijd buiten het bereik van kinderen.

Tijdens het eten en drinken moeten de kinderen zitten. Doe dit zelf ook.

Laat kinderen de warmwaterkraan niet zelf hanteren.

Er is geen speelmateriaal aanwezig dat heet kan worden.

Er wordt geen open vuur gebruikt

Gebruik van de oven: zie 6.7 Keuken

Overig

Kinderen mogen binnen niet rennen.

6.4 Buitenruimte

Voor het buitenspelen met kinderen van de BSO maakt Babbels gebruik van het speelplein van de

basisschool. Het terrein en de toestellen zijn goedgekeurd.

Het onderhoud wordt verzorgd door de basisschool. Als je tijdens het buitenspelen defect materiaal of gevaarlijke situaties ontdekt, laat dit dan direct weten aan de directie van de school. Meldt het tevens bij je collega’s en je leidinggevende.

Speeltoestel

Onder de speeltoestellen liggen rubberen tegels.

Laat de kinderen niet op een defect toestel spelen.

Let op tijdens buitenspelen dat er geen gevaarlijke koordjes loshangen aan de kleding.

Controleer de zandbak voor gebruik op zwerfvuil.

Omheining

Kinderen mogen niet van het speelplein af.

Let op dat de poorten gesloten zijn.

Kinderen mogen niet op het hek klimmen.

Page 48: New Voorwoord - Kinderopvang Babbels · 2017. 9. 29. · 1.2 Hoe wij denken over opvoeden “Vroeger vond de opvoeding van kinderen bijna uitsluitend plaats binnen het eigen gezin

© BSO beleidsplannen en protocollen versie 19-08-2017

47

Ondergrond

Bij ijzel mogen kinderen alleen buiten rennen als er gepekeld is. Overig

Laat de kinderen het losse speelmateriaal na gebruik direct opbergen.

Houd altijd toezicht op de kinderen.

Kinderen mogen niet met eigen fietsen op het speelplein fietsen.

Controleer bij het buitenspelen het plein op zwerfvuil.

Bij sterke zon: smeer de kinderen in met zonnebrand

6.5 Gymzaal

Wanneer het geen weer is om buiten te spelen, mag de BSO indien aanwezig gebruik maken van het gymlokaal van de Basisschool. Het gymlokaal en de toestellen zijn goedgekeurd.

Het onderhoud wordt verzorgd door de basisschool. Als je tijdens het gebruik defect materiaal of gevaarlijke situaties ontdekt, laat dit dan direct weten aan de directie van de school. Meldt het tevens bij je collega’s en je leidinggevende. Speeltoestel

Er wordt geen gebruik gemaakt van grote klimtoestellen of hangtouwen.

Speeltoestellen die gebruikt mogen worden, zijn niet hoger dan 1 meter boven de grond.

Onder de speeltoestellen liggen altijd gymmatten.

Laat de kinderen niet op defect materiaal spelen.

Let er tijdens het gymmen op dat er geen gevaarlijke koordjes loshangen aan de kleding. Vloer

Kinderen gymmen op gymschoenen, antislip sokken/sloffen of blote voeten. Deuren

Ingangen en doorgangen zijn vrij van opslag en obstakels.

De deuren zijn tijdens gebruik niet op slot.

Houdt toezicht op kinderen die naar de wc gaan.

Ramen

Aanwezige beglazing bestaat uit veiligheidsglas. Elektra

Er zijn kindveilige contactdozen aanwezig( mits de school anders bepaalt)

Plaats elektrische apparatuur altijd buiten het bereik van kinderen.

Alle snoeren binnen het bereik van kinderen worden afgeschermd. Overig

Kinderen spelen altijd onder toezicht.

Kinderen spelen niet in het opslaghok.

Page 49: New Voorwoord - Kinderopvang Babbels · 2017. 9. 29. · 1.2 Hoe wij denken over opvoeden “Vroeger vond de opvoeding van kinderen bijna uitsluitend plaats binnen het eigen gezin

© BSO beleidsplannen en protocollen versie 19-08-2017

48

6.6 Sanitair

Er is alleen koud water beschikbaar in de toiletruimte.

Iedere dag wordt het sanitair schoongemaakt.

Als er water op de grond ligt, dweil dat dan direct op.

Schoonmaakmiddelen worden niet bewaard in de toiletruimte, maar hoog in een afgesloten kast of een kast met kindbeveiliging.

Kindertoilet

Hang geen toiletblokjes in de kindertoiletten.

Bewaar geen toiletspray op de kindertoiletten.

6.7 Keuken

Verbranding

In de leefruimte van de BSO , is geen keuken met fornuis aanwezig. Er is wel een gezamenlijke kinderkeuken aanwezig op locatie Pater Jan Smit.

Als er gebakken, gekookt o.i.d. wordt: o Houdt altijd toezicht op de warmtebron. o Plaats de warmtebron op het hoge keukenblok. o Laat kinderen niet spelen in de buurt van de warmtebron. o Laat kinderen niet zelf de warmtebron hanteren. o Berg de warmtebron na gebruik weer op in de kast.

Plaats elektrische apparaten buiten bereik van kinderen.

Nuttig warme dranken zoals thee en koffie, alleen in de keuken en als beide handen vrij zijn. Plaats ze altijd buiten het bereik van kinderen.

Laat kinderen de warmwaterkraan niet zelf hanteren.

Er wordt geen vuur gebruikt.

Scherpe voorwerpen

Berg scherpe voorwerpen zoals een kaasschaaf, scherp bestek, scharen e.d., alleen op in keukenlades waar kindbeveiliging op zit. Andere scherpe voorwerpen worden hoog in een afgesloten kast opgeborgen.

Overig

Tijdens het eten en drinken moeten de kinderen zitten. Doe dit zelf ook.

De lades en kastjes in de keuken zijn voorzien van kindbeveiliging.

Alle schoonmaakmiddelen worden opgeborgen in een afgesloten kast of een kast met kindbeveiliging.

Page 50: New Voorwoord - Kinderopvang Babbels · 2017. 9. 29. · 1.2 Hoe wij denken over opvoeden “Vroeger vond de opvoeding van kinderen bijna uitsluitend plaats binnen het eigen gezin

© BSO beleidsplannen en protocollen versie 19-08-2017

49

6.8 Berg- en wasruimte

In de bergruimte worden geen levensmiddelen bewaard.

6.9 Kantoor

Zorg dat de deur van het kantoor te allen tijde dicht is op de momenten dat er geen toezicht is.

Laat je tas niet open staan, ook niet in het kantoor.

Berg scherpe voorwerpen op in de la.

6.10 Omgeving, uitstapjes en het vervoeren van kinderen

Ondergrond

In geval van sneeuw: maak het pad naar de entree sneeuwvrij.

In geval van ijzel: bestrooi het pad naar de entree met pekel. Als de kinderen worden gereden met de Stint, auto of als je op uitje gaat, dragen de kinderen en medewerker te allen tijde een babbelshesje.

Uitstapjes Lopend vervoer

Instrueer vóór vertrek de kinderen duidelijk over de regels.

Neem de presentielijst mee.

Laat kinderen in de nabijheid van een weg of water ALTIJD hand in hand lopen.

Er loopt altijd één pedagogisch medewerker voor, en één achter de kinderen. Indien er maar één pedagogisch medewerker meeloopt, loopt zij altijd achter de kinderen zodat alle kinderen in het zicht zijn.

De kinderen mogen niet rennen tenzij ze zich op een afgesloten terrein bevinden. Bij het oversteken:

Steek, waar mogelijk, over bij het zebrapad.

Steek niet over tussen geparkeerde auto’s.

Laat alle kinderen voor het oversteken stil staan binnen gehoorsafstand en wees er zeker van dat je de aandacht van alle kinderen hebt.

Laat de kinderen meekijken (links, rechts, links) en zeggen of er verkeer aankomt.

De kinderen mogen pas –RUSTIG- oversteken als de pedagogisch medewerker het zegt. Let op: Er worden geen uitstapjes gedaan naar het strand. Dit i.v.m. de gevaren van veel water, drukte en overzicht.

Page 51: New Voorwoord - Kinderopvang Babbels · 2017. 9. 29. · 1.2 Hoe wij denken over opvoeden “Vroeger vond de opvoeding van kinderen bijna uitsluitend plaats binnen het eigen gezin

© BSO beleidsplannen en protocollen versie 19-08-2017

50

Met de auto

kinderen t/m groep 3 worden in een autostoel met rugleuning vervoerd.

Kinderen vanaf groep 4 en tot 1.35 m. zitten op een stoelverhoger.

Zorg dat alle passagiers gebruik maken van de aanwezige autogordels.

Laat kinderen nooit alleen achter in de auto.

Let op dat het kinderslot op de deuren actief is.

De pedagogisch medewerker stapt als eerste uit en begeleid de kinderen naar een veilige plek waar ze kunnen wachten op elkaar.

Laat kinderen NOOIT aan de kant van een drukke weg uit de auto stappen. Met de stint

De stint rijdt op het fietspad

De medewerker heeft altijd twee handen aan het stuur

De stint wordt op de stoep voor of op schoolplein geparkeerd als de kinderen in en uitstappen.

Er worden maximaal 10 kinderen in de Stint vervoerd.

De kinderen en medewerkers dragen babbelshesjes

Alle kinderen maken gebruik van de aanwezige gordels

Alle materialen en spullen die kinderen mee hebben, gaan in de tas

De tas wordt tussen de benen geplaatst

De handen van de kinderen blijven binnen boord

Er wordt niet geschreeuwd door de kinderen

Bij storingen en of foutmeldingen a. Bel kantoor b. Bel Robby

Tot slot Jaarlijks wordt er een risico-inventarisatie gezondheid en veiligheid uitgevoerd op de groep. Aan de hand van deze inventarisatie kijken we of het nodig is om de protocollen aan te passen. Alle protocollen komen jaarlijks aan bod. Op deze manier wordt de naleving van de protocollen gewaarborgd. Als je een onveilige situatie opmerkt, onderneem dan direct actie. Meld de situatie vervolgens altijd bij je leidinggevende. Maak er een aantekening van indien het niet direct te verhelpen is en meld het geval eveneens bij je leidinggevende. Deze zal zo spoedig mogelijk een oplossing bieden.

Page 52: New Voorwoord - Kinderopvang Babbels · 2017. 9. 29. · 1.2 Hoe wij denken over opvoeden “Vroeger vond de opvoeding van kinderen bijna uitsluitend plaats binnen het eigen gezin

© BSO beleidsplannen en protocollen versie 19-08-2017

51

7. Vierogenprincipeprotocol

7.1 Inleiding

Vanaf 1 juli 2013 is het “Vierogenprincipe” in werking getreden voor het kinderdagverblijf. Dit principe houdt in dat altijd een volwassene moet kunnen meekijken of meeluisteren met een beroepskracht. Een beroepskracht mag nog steeds alleen op de groep staan, zolang maar op elk moment een andere volwassene de mogelijkheid heeft om mee te kijken of mee te luisteren. Wanneer een beroepskracht alleen op de groep staat is er te allen tijde een achterwacht (de coördinator) bereikbaar.

Vooralsnog zal het Vierogenprincipe alleen gelden voor de dagopvang maar binnen Babbels hebben we de buitenschoolse opvang ook meegenomen in dit principe. Babbels heeft daarnaast gekeken naar de mogelijkheden per locatie en aan de hand daarvan een invulling gegeven aan dit principe.

Bij het uitwerken van het Vierogenprincipe is de oudercommissie gevraagd om mee te denken. De input van de oudercommissie is meegenomen in dit protocol. De medewerkers van Babbels zijn middels een vergadering geïnformeerd en hebben het protocol via de weekmail ontvangen.

Het protocol is ook besproken met onze samenwerkende partners, de basisscholen en Heliomare. Babbels heeft hen op het belang van het Vierogenprincipe geattendeerd en hun rol daarin toegelicht. De directie van Babbels heeft het met de directeuren van de scholen besproken en een email verzonden naar de leerkrachten, met dit protocol en hun rol hierin als bijlage.

Hieronder is het Vierogenprincipe onderverdeeld per locatie.

Page 53: New Voorwoord - Kinderopvang Babbels · 2017. 9. 29. · 1.2 Hoe wij denken over opvoeden “Vroeger vond de opvoeding van kinderen bijna uitsluitend plaats binnen het eigen gezin

© BSO beleidsplannen en protocollen versie 19-08-2017

52

Locatie Rustenburgerweg De ruimte: De BSO /rustenburgerweg heeft verschillende units waar zij gebruik van maken. Dit zijn alle open ruimtes die aan elkaar grenzen. De volgende punten zijn van invloed op het Vierogenprincipe:

Er zitten geen deuren in de BSO ruimtes waardoor er zowel vanuit de gang, het kantoortje als vanuit de verschillende ruimtes meegeluisterd en gekeken kan worden door personeel en ouders, die doorgaans kinderen komen brengen/ halen

Personeel wat aan het werk is op locatie die vanuit het kantoortje kunnen meeluisteren en kijken.

Babbels deelt het pand samen met het Huygens College (voortgezet onderwijs) waardoor er regelmatig leerkrachten voorbij lopen.

De BSO maakt gebruik van het buitenspeelplein wat te midden van een woonwijk en doorlopende weg grenst.

Afspraken:

In het rooster is meegenomen dat iemand niet alleen opent en of afsluit, waardoor een pedagogisch medewerker nooit alleen op locatie is.

Er wordt gebruik gemaakt van een stagiaire In het rooster wordt er rekening mee gehouden dat de stagiaire meedraait op de uren dat een pedagogisch medewerker (mogelijk) alleen zou kunnen staan op de groep.

De deur van de kindertoiletten staat altijd open. Locatie Pater jan Smit De ruimte: De BSO PJS heeft 3 units waar zij gebruik van maken. Dit zijn de beide, open ruimtes van de BSO en een ruimte op het speelleerplein in school. De gezamenlijke kinderkeuken kan ook gebruikt worden en bevindt zich wederom in een open ruimte van de school. De volgende punten zijn van invloed op het Vierogenprincipe:

De centrale hal is volledig van glas. Zowel vanuit de school als vanuit de gang kunnen ouders, leerkrachten en collega’s op de groep naar binnen kijken.

Door een onderbreking van glas in de muur kan vanuit het KDV en andersom bij elkaar naar binnen gekeken worden.

De ruimte op het speelleerplein ligt centraal in de school, waar regelmatig leerkrachten langslopen.

De BSO maakt gebruik van het buitenspeelplein van school. Er kan zowel van binnen naar buiten als van buiten naar binnen worden gekeken.

Afspraken:

In het rooster is er meegenomen dat iemand niet alleen opent en of afsluit, waardoor een pedagogisch medewerker nooit alleen op de locatie is.

Er wordt gebruikt gemaakt van een stagiaireIn het rooster is er rekening mee gehouden dat de stagiaire meedraait op de uren dat de pedagogisch medewerker( mogelijk) alleen zou kunnen staan.

Alle kinderen in de twee BSO ruimtes en/of de ruimte op het speelleerplein.

De deur van het voorportaal van de toiletten staat altijd open.

Er gaan altijd twee pedagogisch medewerkers mee naar buiten.

Page 54: New Voorwoord - Kinderopvang Babbels · 2017. 9. 29. · 1.2 Hoe wij denken over opvoeden “Vroeger vond de opvoeding van kinderen bijna uitsluitend plaats binnen het eigen gezin

© BSO beleidsplannen en protocollen versie 19-08-2017

53

Locatie Familieschool De ruimte: De BSO Familieschool heeft twee groepen; Babbel en Knabbel. Op maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag zijn beide groepen open. Woensdagmiddag alleen groep Babbel. De volgende punten zijn van invloed op het Vierogenprincipe:

De deur van groep Babbel staat altijd open (evt. met veiligheidshekje) . Op deze manier kunnen collega’s , leerkrachten en ouders altijd op de groep kijken.

Het kindertoilet ligt in de school, is voorzien van halve deuren en is zichtbaar vanaf de groep.

De ruimte van groep Knabbel ligt centraal in de school. De deur staat open en van buitenaf kan er ieder moment meegekeken worden door de ramen.

Er wordt gebruik gemaakt van het buitenspeelplein. Vanuit de school kan zowel naar binnen als naar buiten worden gekeken.

Afspraken

In het rooster is meegenomen dat iemand niet alleen opent en of afsluit, waardoor een pedagogisch medewerker nooit alleen op de locatie is.

Er wordt gebruikt gemaakt van een stagiaireIn het rooster is er rekening mee gehouden dat de stagiaire meedraait op de uren dat de pedagogisch medewerker( mogelijk) alleen zou kunnen staan.

Tot 17.30 uur is er altijd een leerkracht in de school aanwezig.

Er gaan altijd twee pedagogisch medewerkers mee naar buiten.

Locatie Zevensprong De ruimte: De BSO van de Zevensprong bestaat uit twee groepen; de Babbelaars en de Kwebbelaars. De ruimte van de Babbelaars heeft geen muur waardoor collega’s, leerkrachten en ouders te allen tijde mee kunnen kijken en luisteren. De ruimte van de Kwebbelaars is verdeeld over een lokaal voor tien kinderen en de aangrenzende aula van school voor tien kinderen. De aula ligt centraal in de school waardoor collega’s, leerkrachten en ouders op elk moment mee kunnen kijken en luisteren. Dit geldt ook voor het aangrenzende lokaal. Daarbij is het lokaal gedeeltelijk van glas waardoor er ook van buitenaf meegekeken kan worden. De volgende punten zijn van invloed op het Vierogenprincipe:

De ramen naast de deur van de Babbelaars zijn van glas, waardoor er naar binnengekeken kan worden vanuit de gang.

De deur van het voorportaal van het kindertoilet en volwassen toilet is voorzien van glas. Er kan dus meegekeken worden vanuit de gang. De kinderen van de Kwebbelaars maken gebruik van de toiletten in school.

Afspraken

Als er 1 pedagogisch medewerker op de groep staat, is de deur altijd open zodat er altijd meegekeken en geluisterd kan worden.

In het rooster is meegenomen dat iemand niet alleen opent en/of afsluit, waardoor een pedagogisch medewerker nooit alleen op locatie is.

Page 55: New Voorwoord - Kinderopvang Babbels · 2017. 9. 29. · 1.2 Hoe wij denken over opvoeden “Vroeger vond de opvoeding van kinderen bijna uitsluitend plaats binnen het eigen gezin

© BSO beleidsplannen en protocollen versie 19-08-2017

54

De Kwebbelaars groep is tot 17.00 uur aanwezig. Er zijn dan nog leerkrachten aanwezig op school.

Er gaan altijd twee pedagogisch medewerkers mee naar buiten.

Locatie Onyx De ruimte: De BSO Edelsteen heeft in totaal twee groepen verdeeld over twee lokalen; groep 1 en groep 2. Op dinsdag en donderdag is de tweede groep geopend. Beide ruimtes bevinden zich in de school. De volgende punten zijn van invloed op het vierogenprincipe:

De entree deuren van groep 1 zijn voorzien van glas. Vanuit de gang kunnen ouders, leerkrachten en collega’s op de groep naar binnen kijken.

Het kindertoilet ligt centraal in de school.

De deur van de themaruimte is altijd geopend.

Er wordt gebruik van het buitenspeelplein van school. Vanuit de school kan zowel van binnen naar buiten als van buiten naar binnen gekeken worden.

Afspraken

De tweede pedagogisch medewerker van de eerste groep, gaat gedurende de dag 1x op de Tweede groep kijken als daar één medewerker werkzaam is.

In het rooster is meegenomen dat iemand niet alleen opent en of afsluit, waardoor een pedagogisch medewerker nooit alleen op locatie is.

Er wordt gebruik gemaakt van een stagiaire In het rooster wordt er rekening mee gehouden dat de stagiaire meedraait op de uren dat een pedagogisch medewerker (mogelijk) alleen zou kunnen staan op de groep.

De deur van groep 2 is altijd open, zodat collega’s, ouders en leerkrachten te allen tijde mee kunnen luisteren en ook naar binnen kunnen lopen.

De deur van de BSO ruimtes staat altijd open als er 1 pedagogisch medewerker op de groep staat.

Het schoonmaakpersoneel is van 16.00-19:00 uur in het pand aanwezig.

Aan de hand van het leidster-kind ratio wordt er bepaald hoeveel pedagogisch medewerkers er mee naar buiten gaan.

Voor alle locaties gelden de volgende punten die bijdragen aan het Vierogenprincipe; Vakantie en uitstapjes:

In de vakantie worden groepen samengesteld als er 10 of minder kinderen aanwezig zijn. Op deze manier zijn er ook in de vakantie altijd twee of meer pedagogisch medewerkers op de groep aanwezig.

Een pedagogisch medewerker gaat nooit alleen op uitje. Overig:

De continue screening (zie 2.2 leiding en groepssamenstelling) maar ook de Meldcode waar Babbels mee werkt, draagt bij aan het Vierogenprincipe (zie Meldcode ‘Signalen mishandeling door beroepskracht’)

Page 56: New Voorwoord - Kinderopvang Babbels · 2017. 9. 29. · 1.2 Hoe wij denken over opvoeden “Vroeger vond de opvoeding van kinderen bijna uitsluitend plaats binnen het eigen gezin

© BSO beleidsplannen en protocollen versie 19-08-2017

55

8. Foto & Videoprotocol

8.1 Inleiding

Babbels dient rekening te houden met de wet op privacy en heeft voor foto en video opnames van de kinderen het onderstaande protocol opgesteld. Er wordt aan ouders middels de plaatsingsovereenkomst en het wengesprekformulier, toestemming gevraagd voor het maken van foto’s. Ouders kunnen hierbij expliciet aangeven of zij bezwaar maken tegen het maken van foto’s en het gebruik van de foto’s voor zowel intern als extern gebruik. Video-opnamen worden expliciet gebruikt voor intern gebruik ( trainingsdoeleinde van personeel) Ouders hoeven hiervoor geen toestemming te geven maar worden wel ingelicht.

8.2 Foto’s voor intern gebruik

Babbels app

Er worden alleen individuele foto’s van het kind naar de ouders verzonden.

Het kind mag zichtbaar op de foto. Verjaardagfoto’s

Ouders mogen zelf geen foto’s maken. Wel mogen zij een camera meegeven en kunnen de pedagogisch medewerkers foto’s maken van het kind.

De overige kinderen op de groep worden onherkenbaar gefotografeerd.

Fotoafdrukken

Voor het maken en afdrukken van foto’s van de kinderen op de groep of tijdens uitstapjes wordt aan ouders vooraf geen toestemming gevraagd.

De foto’s worden op een plek opgehangen waar de medewerkers toezicht hebben.

Tegen een kleine vergoeding kunnen ouders de foto’s kopen.

8.3 Foto’s voor extern gebruik

Foto’s babbelsnieuws

Controleer op het aanmeldformulier/ wenformulier of ouders toestemming hebben gegeven om de foto’s te publiceren.

De kinderen zijn zichtbaar maar het PDF bestand wordt alleen naar de ouders binnen babbels verzonden en kan niet worden bewerkt.

Foto’s Facebook

Controleer het aanmeldformulier/ wenformulier of ouders toestemming hebben gegeven om foto’s te publiceren.

Kinderen worden onherkenbaar op Facebook geplaatst (denk aan een foto vanaf de achterkant)

Page 57: New Voorwoord - Kinderopvang Babbels · 2017. 9. 29. · 1.2 Hoe wij denken over opvoeden “Vroeger vond de opvoeding van kinderen bijna uitsluitend plaats binnen het eigen gezin

© BSO beleidsplannen en protocollen versie 19-08-2017

56

Foto’s op de website, krant en folders

Ondanks dat ouders toestemming hebben gegeven op het aanmeldformulier en wenformulier wordt er nogmaals bij ouders gecontroleerd of foto’s gepubliceerd mogen worden.

8.4 Video-opname

Ouders worden vooraf geïnformeerd over de video opnames.

Video opname worden uitsluitend gemaakt voor de professionalisering van de pedagogisch medewerker. De opnames worden intern en op teamniveau ingezet.

Het video materiaal wordt naderhand vernietigd. TV - filmopnames Voor het maken van tv - of filmopnames lichten we altijd vooraf de ouders van de betreffende groepen in. Het is dan aan ouders om aan te geven of hun kind wel/niet aan de opname mag deelnemen.

Page 58: New Voorwoord - Kinderopvang Babbels · 2017. 9. 29. · 1.2 Hoe wij denken over opvoeden “Vroeger vond de opvoeding van kinderen bijna uitsluitend plaats binnen het eigen gezin

© BSO beleidsplannen en protocollen versie 19-08-2017

57

Bijlage 1

Bedrijfshulpverleners Locatie Pater jan Smit

Groep Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag

KDV

Nathalie

Pon

Lindsey v

(flex)

Nathalie

Pon

Lindsey v

Pon

Nathalie

Pon

Lindsey v

(flex)

Lindsey v

PSG/

BSO

Marijke

Moniek

Maaike

(achterwacht)

Joyce

Moniek

Berber

(achterwacht)

Moniek

Marijke

Maaike

(achterwacht)

Joyce

Moniek

Berber (achterwacht)

Basisschool

Maandag Dinsdag Woensdag donderdag Vrijdag

BHV

Mandy

Ingrid

Mandy

Ingrid

Mandy

Tineke

Mandy

Tineke

Mandy

Ingrid

Page 59: New Voorwoord - Kinderopvang Babbels · 2017. 9. 29. · 1.2 Hoe wij denken over opvoeden “Vroeger vond de opvoeding van kinderen bijna uitsluitend plaats binnen het eigen gezin

© BSO beleidsplannen en protocollen versie 19-08-2017

58

Bedrijfshulpverleners Locatie Familieschool

Groep Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag

PSG

Jolien (achterwacht)

Jolien ( achterwacht)

Jolien (achterwacht)

BSO

Joyce

Joyce

Saskia ( achterwacht)

Joyce

Joyce

Basisschool

Maandag Dinsdag Woensdag donderdag Vrijdag

BHV

Bernadette

Ria

Mari-Anne

Jaap

Bernadette

Jaap

Ria

Mari-Anne

Arjan

Bernadette

Ria

Mari-Anne

Arjan

Jaap

Bernadette

Arjan

Jaap

Bernadette

Arjan

Jaap

Page 60: New Voorwoord - Kinderopvang Babbels · 2017. 9. 29. · 1.2 Hoe wij denken over opvoeden “Vroeger vond de opvoeding van kinderen bijna uitsluitend plaats binnen het eigen gezin

© BSO beleidsplannen en protocollen versie 19-08-2017

59

Bedrijfshulpverleners locatie de Zevensprong

Groep Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag

KDV

PSG

Elly

Lindsay

Elly

Elly

Lindsay

BSO Wesley

Wesley Wesley Wesley

Wesley

Basisschool

Maandag Dinsdag Woensdag Donder

dag

Vrij

dag

BHV

Marco Stephanie Fred

Marco Stephanie Fred

Marco Stephanie Mariëlla ( om

de week)

Marco Fred Mariëlla

Marco ( om de week) Fred Mariëlla

Page 61: New Voorwoord - Kinderopvang Babbels · 2017. 9. 29. · 1.2 Hoe wij denken over opvoeden “Vroeger vond de opvoeding van kinderen bijna uitsluitend plaats binnen het eigen gezin

© BSO beleidsplannen en protocollen versie 19-08-2017

60

Bedrijfshulpverleners locatie Rustenburgerweg

Groep Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag

KDV

Anja

Saskia

Achterwacht

Anja

Saskia Achterwacht

Anja

Saskia Achterwacht

-

Saskia Achterwacht

Anja

StudieSucces

Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag

Anouk

Anouk

Anouk

Anouk

Bedrijfshulpverleners Babbels Locatie Rustenburgerweg

Groep Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag

PSG

Susanne

Susanne

Susanne

Susanne

Groep Maandag Dinsdag Woensdag donderdag Vrijdag

BSO

Kim

Kim

Kim

Kim

Page 62: New Voorwoord - Kinderopvang Babbels · 2017. 9. 29. · 1.2 Hoe wij denken over opvoeden “Vroeger vond de opvoeding van kinderen bijna uitsluitend plaats binnen het eigen gezin

© BSO beleidsplannen en protocollen versie 19-08-2017

61

Bedrijfshulpverleners locatie Station

Groep Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag

KDV

Mirjam Mirjam Annedien Minke

Annedien Minke

Annedien

Minke

Mirjam

Annedien

Minke

Kantoor

Groep Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag

Kantoor

Jolien

Maaike

Jolien Marit

Kim (om de week) Maaike

Jolien Marit

Maaike

Heliomare

Groep Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag

Helioma

re

Irene

Chantal

Mirjam

Irene Marjoleine Chantal Ella

Mirjam Irene Marjoleine Chantal Ella