nieuw soerabaia ii g. h. von faber
DESCRIPTION
«NIEUW SOERABAIA» IS HET VERVOLG OP: OUD SOERABAIA DOOR G. H. VON FABERTRANSCRIPT
Een gedeelte van Toendjoengan, dat in de laatste jaren totaal van aspect veranderde. Links: de nieuwe
frontgevel van het Oran je -Hote l . Dan volgen naar rechts ta l van groote winkelzaken. (Foto isken.)
Half 1922 werd def ini t ief het standaardcontract voor eerste kosten en te rm i jn (fraq-contract) vastge
steld. Naar Amer i ka ging in 1922 3 1 % van den ui tvoer, wi j l de Robusta daar meerdere waardeering begon t e
vinden. Ook naar Frankri jk namen de rechtstreeksche verschepingen toe, te rw i j l Singapore eveneens groo
tere hoeveelheden ging afnemen ; hierdoor ging de ui tvoer naar Nederland achterui t .
Robusta-koffie u i t Palembang werd in hoofdzaak naar Frankr i jk en Spanje verscheept, doch daar deze
bevolkingskoffie in zeer vochtigen toestand werd geleverd, waren gewichtsverlies en kwal i te i tsachterui tgang
bi j aankomst in Europa regel. Ook werden hiervan belangri jke hoeveelheden voor de binnenlandsche con
sumpt ie verwerk t , hetwelk de inferieure ondernemingskoff ie niet ten goede kwam.
Door de wankele positie van het Braziliaansche Coffee Defence Inst i tute, hetwelk de opgeslagen voor
raden niet meer kon f inancieren, scheen een ineenstort ing in 1929 van de kof f iemarkt onvermi jdel i jk . Inder
daad zakte de Braziliaansche noteering begin October 1929 plotseling,doch van een debacle als in New-York
was hier te lande geen sprake, al was de mark t zeer onregelmat ig. Slechts enkele speculatieve Chineesche
f i rma's zi jn in moei l i jkheden gekomen.
Het jaarverslag van de Vereeniging voor den Koffiehandel over 1931/1932 vermeld t dan ook, dat deze
branche niet zoo zwaar door de crisis werd getroffen en dat de omzet af en toe zelfs bevredigend was, alhoe
wel betal ingsmoeil i jkheden op den omvang van den ui tvoer invloed hadden.
Koffie is ui terst gevoelig voor kl imatologische invloeden en omdat een groot beschot den kostpri js
belangri jk doet dalen, corre leert deze met de product ie. Er heeft r isicoverdeeling plaats, daar de meeste
ondernemingen belangrijke bi jcultures hebben. Het jaar 1932 was een goed koffiejaar, zoodat deze cul tuur er
in den crisist i jd goed voorstaat.
236
Van het thans zeer belangrijke u i tvoerar t ike l r u b b e r word t voor het eerst onder den naam van
gomelastiek in 1909 melding gemaakt in de jaarverslagen van de Handelsvereeniging. In 1907 en 1908 werden
resp. 4.700 en 5.500 kg uitgevoerd. De verwachtingen voor de jonge cul tuur waren hoog gespannen en door
buitenlandsch kapitaal werden enkele jonge ondernemingen aangekocht, zoomede een groot aantal oude
koffielanden.
Aan de rubber- „ rage" kwam in 1910 een tamel i jk plotseling einde. Naarmate de boomen geschikt voor
tap werden, steeg de uitvoer, zoodat in 1911 bijna 64.000 kg kon worden uitgevoerd. In 1912 werd de ui tvoer
te Soerabaia gesplitst opgegeven, n.l. 52.000 kg gecultiveerde en 5 1.000 kg boschrubber. Di t laatste product
ging langzamerhand achterui t en bedroeg in 1914 nog slechts ongeveer 24.000 kg.
De productie van ondernemingsrubber nam belangrijk toe in verband met den wereldoor log, en aange
zien niet langer alles voor plantersrekening werd verscheept, doch in den plaatselijken handel verkocht,
werd het product een belangri jk u i tvoerar t ike l voor Soerabaia. De geproduceerde soorten waren Hevea,
Ficus, Ceara en Casti l loa.
O m een indruk van de pri jzen te geven, zij vermeld, dat de mark t in 1917 opende op ongeveer f 1.70
per kg en in Maart t o t f 2. —opliep. Met steun van de Regeering werd in 1918 de Rubber-Producenten-Vereeni-
ging opgericht, welke steun later werd ingetrokken. Pogingen werden aangewend deze vereeniging te laten
voortbestaan.
De groote vraag in 1920 hield verband met de na den oor log sterk gerezen behoefte aan auto- en mo
torbanden, waardoor begin van dat jaar de katoenfabrieken in Amer i ka met orders waren overstelpt en
het katoenverbruik voor banden op 400.000 balen per jaar werd geschat.
in Maart 1920 begon een kenter ing in te treden als gevolg van gebrek aan canvas en kolen, arbeidsmoei-
l i jkheden en spoorwegstakingen. Overal daalden de pri jzen der grondstoffen, waardoor ook de rubberpr i jzen
gedrukt werden, in de hand gewerkt door de beperking der bankcredieten, waardoor gedwongen verkoopen
plaats hadden. De productie werd in het laatst van 1920 door de Grower's Association met 5" „ ingekrompen
waarbi j vele niet-leden, waaronder een aantal Nederlandsche ondernemingen, zich aansloten.
H ier was de toestand nog bevredigend, daar de Amerikaansche fabr ikanten er steeds meer toe over
gingen rechtstreeks in de productielanden te bestellen, waardoor haven-, veem- en andere kosten werden ver,
meden, te rw i j l de directe vrachtkosten af Soerabaia lager waren. Hierdoor bedroeg de totaalu i tvoer naar
Amer i ka in 1921 ongeveer 13^ , mi l l ioen kg.
De pri jsf luctuaties ontstonden in hoofdzaak door geruchten omt ren t productiebeperking. Een plan-
Birnie beoogde stabil isatie der pri jzen door gouvernementscontrole op den uitvoer, en automatische in
k r imp ing van den ui tvoer in t i jden van lage pri jzen. Het grootste deel der ondernemingen toonde zich hier
van niet afkeerig. Meer bedenkingen werden geopperd tegen het denkbeeld van een t rus t voor centralen ver
koop. De Regeering maakte echter bekend, dat zij niet t o t wettel i jke beperking van den ui tvoer zou over
gaan.
De General Rubber Company begon einde 1921 weder in te koopen in verband met een nieuw papier-
procédé, waarbi j rubber zou kunnen worden gebruikt. Ook werd latex in tankschepen geregeld van
Sumatra's Oostkust verzonden. Van Russische zijde
werden belangrijke aankoopen gedaan.
Ned.-indië is langzamerhand met de pro
ductie aan de spits gekomen daar in 1924 178.000 > , i
ton werden uitgevoerd tegen ui t Malakka 15 3.000 ^ ^ H
en van Ceylon 40.000 ton . Aan deze ui tbreiding
heeft ook de bevolkingsrubber medegewerkt, waar
van de productie in 1924 op 80.000 ton werd
geschat. Aan deze cul tuur bleek volgens regeerings-
onderzoek niet veel meer ui tbreiding te kunnen
worden gegeven.
!}
Nog een blok winkelpanden op Toendjoengan. . . ^ - , ^, - ^^ ' ^ . "•
237
„Seaside", waar de handel na de vermoeiende dagtaak rust en sti l te vindt. (Foto Isken.)
Het reeds genoemde ui tvoerrecht op rubber van 1921 werd
in 1924 afgeschaft, doch in [925 werd een ui tvoerrecht op be-
vol[<ingsrubber geheven, daar de Inlandsche eigenaren van rub-
bertuinen moeilijic door de inkomstenbelasting waren te t ref fen.
In 1926 werd 72.000 ton bevolkingsrubber uitgevoerd.
Ten slotte heeft de crisis ook verwoestend op de rubber-
pri jzen ingewerkt. In 1931 ging het leeuwenaandeel van de p r ima
rubber hier te lande naar Japan; de pri jzen waren aan het begin van
het jaar ongeveer 21 cent en aan het einde ongeveer 11 cent per kg.
De Java-uitvoer was 82 mi l l ioen kg en van Soerabaia 25^/2 mi l l ioen.
Ook v o o r d e t a b a k begon met 1906 een gunstige t i j d . Er
word t in Kedir i , Rembang, Besoeki en Malang veel tabak aangeplant,
waarvan de opbrengst soms zeer bevredigend kan zi jn, waardoor
de Inlandsche producenten en Europeesche exporteurs vroeger
soms ru ime winsten hebben behaald. Het grootste deel van deze tabak van geringe kwal i te i t ging
vroeger naar Duitschland, doch reeds in 1908 begon de uitvoer te verminderen als gevolg van de door
de Duitsche regeering ingevoerde verhooging van de invoerrechten op tabak. De tabak word t in Europa
voor binnengoed van sigaren en kerftabak gebruikt.
De ui tvoer ondervond in 1916 groote moeil i jkheden als gevolg van het gebrek aan scheepsruimte, het
welk werd verergerd door het requireeren van schepen door de Regeering voor den aanvoer van levensmid
delen. De oogst was groot en de kwal i te i t bevredigend, zoodat de ui tvoer te Soerabaia bijna 24 mi l l ioen kg
bedroeg. De opkooppri jzen waren ongekend hoog, doch tegenover de verkooppri jzen in Europa nog winst
gevend. Van deze Java-tabak werden in 1918 enkele geschikte part i jen naar Amer i ka en Austral ië ui tgevoerd,
doch u l t imo van dat jaar waren er nog meer dan I mi l l ioen pakken voorradig, waarvan bewaring mogeli jk
werd gemaakt door behandeling met zwavelkoolstof.
Op aandrang der Regeering werd in 1918 slechts weinig tabak aangeplant met het oog op het zooveel
mogel i jk benutten van de gronden voor voedingsgewassen en ook wi j l er geen scheepsruimte voor te vinden
zou zi jn. In het aangehouden product r icht ten de Laesioderm en w o r m groote verwoestingen aan.
In 1919 kon eindeli jk t o t afscheping van de oude voorraden worden overgegaan, zoodat werd ui tgevoerd
26.827 picol bladtabak en483.3l3 pikol krossok. Hiervan ontving Nederland het grootste deel en daarna volgde
België. De groote vraag naar sigaretten en de verminderde vraag naar sigaren is een van de voornaamste
oorzaken, waarom meer op krossok dan op bladtabak word t gewerkt.
Vanaf 1924 word t de tabak niet meer in de jaarverslagen van de Handelsvereeniging vermeld, waar
schijnli jk door het fe i t , dat de opkoop zich voornamel i jk in handen van slechts enkele kapitaalkrachtige con
cerns heeft geconcentreerd, waarvan enkele nauw gelieerd aan vervoerinstel l ingen. De uitvoeren van krossok
bedroegen in duizenden k g : 1924 1925 1926 1927 1928 1929 1930 1931
14.964 34.099 15.431 14.284 11.256 13.599 12.660 18.086
Behalve voor de hiervoor behandelde voornaamste ui tvoerproducten suiker, koffie, rubber en tabak,
is Soerabaia tevens een belangrijke uitvoerhaven voor coprah, kapok, maïs, gaplek, te rw i j l Java veevoerder-
art ikelen in belangrijke mate voortbrengt , zooals cocoskoeken, gaplekmeel, grondnotenkoeken, soyaschroot
(kedele), grondnotenschroot e.d., welke ook voor een belangrijk deel over Soerabaia worden uitgevoerd. Voor
gaplekmeel zi jn Japan en Barcelona de grootste koopers, welke ongeveer de helft van den uitvoer ontvangen.
Ook worden via Soerabaia veel runder-, buffel-, geiten- en reptielenhuiden uitgevoerd.
Het l igt voor de hand, dat zich hier een belangrijk veemwezen kon ontwikkelen. In het begin van het
in d i t boek beschreven t i jdperk stond het veembedri j f nog niet op het peil van heden en het hield zich alleen
bezig met het sorteeren van koffie en inklaren van goederen aan den ouden Grooten Boom.
238
1 De pakhuizen stonden alle nog langs de Kallmas in de nabijheid van dezen douanepost, zoodat ver-
U voer per prauw naar de zeeschepen noodzakeli jk was. Nadat de haven van Soerabaia gereed was gekomen,
I kon het lossen en laden direct aan diep water geschieden. Het t ranspor t van goederen van en naar de haven
is geweldig toegenomen, zoodat d i t in groote mate t o t de ontwikkel ing van het vrachtautoverkeer heeft
bijgedragen.
De algemeene drang naar lager prijsniveau deed de veemen in de laatste jaren hun tar ieven verlagen,
L waar tegenover door economisch werken de kosten konden worden gedrukt. Vele ondernemingen bleven
I van de diensten van de veemen gebruik maken, te rwi j l bezuiniging de zaken, welke vroeger de ink lar ing en
expedit ie zelf verr icht ten, dwong eveneens die diensten van de veemen te aanvaarden. De omzet van I 93 I
was ongeveer geli jk aan die van 1930.
O m de gevolgen van de huidige crisis tegen te gaan, is in 1932 met behulp van het Gouvernement een
c r e d i e t h u l p b a n k opgericht in den rechtsvorm van de st icht ing. Door het teekenen van de stichtingsacte
en het bijeenbrengen van een vermogen is zonder veel formal i te i ten deze instell ing t o t stand gebracht door
de Nederlandsche Handelmaatschappij (Factor i j ) , Ned.-indische Handelsbank en Ned.-lndische Escompto-
maatschappij.
In het bijzonder is de hulp van d i t l ichaam ingesteld op de credietbehoeften van gezonde ondernemingen,
(welke bij gebrek aan bedri j fsmiddelen ten onder zouden moeten gaan, doch door deze hulp bij conjunctuur
omslag opnieuw zullen rendeeren. Niet alleen de cul tuur l ichamen worden geholpen, doch ook andere
bedri jven.
Door gebrek aan buitenlandsche deviezen zi jn, behalve Rusland, ook andere landen er toe overgegaan
hun bestellingen in het buitenland te financieren met hun overschot aan producten. Het denkbeeld van c o m
p e n s a t i e schijnt steeds meer toe te nemen en men verwacht, dat een deel van den vroegeren wereldhan
del dezen vo rm van verrekening zal gaan aannemen. Hierdoor zou het verstarde en vastgeloopen handelsap
paraat weder op gang kunnen worden gebracht. Een bezwaar zal het bepalen van den verrekeningsprijs z i jn.
Toen om contingenteering van den invoer van manufacturen in Ned.-lndië werd gevraagd door de
Twentsche industrieelen, werd een begin geschapen voor deze „bar ter - "methode.
Morgennevel op de Kalimas. De „Sarekat Eslam" varensgereed.
239
o DE I N D U S T R I E .
O,
Metaalnijverheid. — Machinefabrieiten. — Droogdokmaatschappij. — Lasscherijen. —Zuurstof- en kool-zuurfabrieken. — Moeilijkheden.— Machinefabrieken. — Ica. — Vereeniging van Machinefabrikanten.— Inlandsche fabrieksarbeider. —Arbeidstoestanden enz. — Electriciteitstoepassing. — Industrieterrein Ngagel. — Verbinding Soerabaia-Batavia. — Petroleum. — Verffabrieken. — Vuurvaste steenen en dakpannen. — Bierbrouweri j . — Technische handelszaken. — Ned.-lndisch fabrikaat. — Inlandsche kleinhandel. — Dualistische economie. — Inlandsche huisnijverheid. — Kunstnijverheid. — Inlandsche takken van industrie. — Inlandsch handwerksnijverheid. — Houtschool. — Batikindustrie Regeeringssteun. — „Swadeshi."
ngeveer een d e r d e gedee l te van de s u i k e r f a b r i e k e n van Java v o e r e n hun p r o d u c t naar de haven van
Soeraba ia af, en he t past log isch in den l oop de r d i n g e n , d a t o n d e r m e e r d o o r deze o m s t a n d i g h e i d h i e r t e r s tede
een b e l a n g r i j k e m e t a a l i n d u s t r i e k o n o n t s t a a n , w e l k e in he t beg in v o o r n a m e l i j k op de Soeraba ia o m r i n g e n d e
s u i k e r f a b r i e k e n was i nges te ld , t e r w i j l t hans o o k v o o r a n d e r e b e d r i j v e n en o n d e r n e m i n g e n w o r d t g e w e r k t .
Eén d e r a a n w i j z i n g e n van de b e l a n g r i j k e economische o n t w i k k e l i n g van Soe raba ia sede r t he t beg in
deze r e e u w w o r d t gevonden in de o p r i c h t i n g d o o r den heer B r a a t i n h e t j aa r 1901 in de B o o m s t r a a t h i e r t e r
s tede van een zaak in i j z e r w a r e n , w e r k t u i g e n en mach ines , w a a r a a n tevens een r e p a r a t i e w e r k p l a a t s w e r d
v e r b o n d e n . D i t k l e i n e beg in was b e s t e m d o m u i t t e g r o e i e n t o t één van de g r o o t s t e i n d u s t r i e e l e o n d e r n e
m i n g e n van den a r c h i p e l .
In h e t g e d e n k b o e k t e r ge legenhe id van he t 2 5 - j a r i g bes taan van deze b e l a n g r i j k e o n d e r n e m i n g , w o r
den p a k k e n d e b i j z o n d e r h e d e n b e t r e f f e n d e h e t w e r k van deze i n s t e l l i n g t e Soe raba ia v e r m e l d , en w o r d t een
d u i d e l i j k bee ld gegeven van de m o g e l i j k h e d e n , w a a r t o e de Soeraba iasche m e t a a l i n d u s t r i e in s taa t is.
Reeds van v r o e g e r e v e n w e l bes tonden in Soeraba ia b e l a n g r i j k e
m a c h i n e f a b r i e k e n , w a a r v a n de o p r i c h t i n g m o g e l i j k was g e m a a k t d o o r
h e t h i e r geves t igd z i j n van o v e r h e i d s i n d u s t r i e ë n als de C o n s t r u c t i e -
w i n k e l , de D u i t e n m u n t en he t M a r i n e - E t a b l i s s e m e n t , w e l k e i ns te l l i ngen
v o o r een g r o o t dee l he t kade r en w e r k l i e d e n hebben g e v o r m d v o o r
deze p a r t i c u l i e r e b e d r i j v e n .
V a a k w a r e n de le ide rs van deze o n d e r n e m i n g e n o o r s p r o n k e l i j k
n i e t v o o r deze c a t e g o r i e van b e d r i j f opge le i d en k w a m e n z i j n i e t u i t
geves t i gde f a m i l i e s v o o r t , d ie in d i t o p z i c h t een z e k e r e t r a d i t i e had
den geschapen.
De bekende f a b r i e k van den oud-zeeo f f i c ie r Co res de V r i e s , w a a r
u i t de N . V . Ned . - l nd i sche i n d u s t r i e is g e g r o e i d , w e r d in 1859 opge
r i c h t ( „ O u d - S o e r a b a i a " , b i z . 168 ) , t e r w i j l de in 1921 ges lo ten f a b r i e k
„ d e V o l h a r d i n g " o o r s p r o n k e l i j k d o o r den heer F. J. H . B a / e r in 1841
w e r d o p g e r i c h t . ( „ O u d - S o e r a b a i a " , b l z . 171.)
De heer Bayer is ee rs t w e r k m e e s t e r b i j den C o n s t r u c t i e w i n k e l
gewees t . In 1898 w e r d d o o r den heer J. Ledeboe r een f a b r i e k opge
r i c h t , w e l k e na 1905 w e r d ged reven o n d e r den n a a m „ M a c h i n e f a b r i e k B. Braat Jzn., die in Juni 1901 in de Boom-• , . > > j i _ - i n i - i j - j j. j t^ i.' r I- • t Straat onder den naam van Braat en Co. op A m s t e r d a m , doch in 9 1 2 w e r d v e r e e n i g d m e t de „ M a c h i n e f a b r i e k , „ „ U^^^U^-.A^^ O^ I , , , I ^^^ , , , u : „ •.•.•.^!^
' ö " zeer bescheiden schaal een zaak m ijzer-K a l i m a s " ( o p g e r i c h t d o o r den heer J. C a m p b e l l ) o n d e r den n a a m waren, werktuigen en machines opende,
waaraan tevens een werkplaats voor het „ M a c h i n e f a b r i e k K a l i m a s - A m s t e r d a m " . repareeren en vervaardigen van allerlei
, 1 r»-irt j j j r- r> / - o r> j j - ..• machines en voorwerpen verbonden werd. i n 1920 a a n v a a r d d e de f i r m a D u C r o o & Brauns de d i r e c t i e van ^ , , bijzonderheid zij vermeld, dat to t de
de f a b r i e k „ d e V o l h a r d i n g " , w e l k e in 1923 w e r d s a m e n g e b r a c h t m e t artikelen, die verkocht werden, behoorde ,,emaillewerk" voor de laboratoria der
de „ M a c h i n e f a b r i e k K a l i m a s - A m s t e r d a m " . Deze fus ie k w a m neer op suikerfabrieken.
240
Het huis in de Boomstraat, waar in 1901 B. Braat Jzn. zijn zaal< opende. Reeds zeer spoedig bleel< de beschil<bare ru imte te l<lein te zijn. Hierin werd voorzien door het Inhuren in 1902 van een aangrenzend perceel. Het lawaai, dat de werkplaats veroorzaakte, hinderde de omwonenden echter in hun middagslaapje. Het regende klachten bij het Plaatselijk Bestuur, dat de gegeven vergunning introk en den heer Braat dwong te verhuizen. De woning met den „u i ts teker" behoort to t het oudste hier nog bestaande huizentype en dateert ui t den Compagnie's t i jd .
Het huis, gelegen op den hoek van de Nieuwe Gatottan en de KrembanganWesterkade, waarheen in 1903 het kantoor en de werkplaats van Braat en Co werden overgebracht. Het duurde echter niet lang, of ook daar bleken de omwonenden niet gesteld te zijn op de lawaaimakende fabriek. Het hoofd van het Plaatselijk Bestuur t rok de vergunning to t het drijven van een werkplaats in. De heer Braat, die zich met ondergang bedreigd zag, bleef niettegenstaande de vergunning ingetrokken was, doorwerken en begaf zich gewapend met kaarten en teekeningen naar Buitenzorg, waar hij een audiëntie aanvroeg bij den Gouverneur-Generaal. Z. E. Van Heutsz vond, dat de jonge Indische industrie in plaats van vermoord, gesteund moest worden. Een zelfstandige commissie van drie ingenieurs werd benoemd, die de opdracht kreeg de zaak te onderzoeken. Als gevolg hiervan kreeg de heer Braat in 1905 een nieuwe vergunning, welke hem tijdeli jk wel eenige financieele verplichtingen oplegde, doch waarbij zijn onderneming althans niet meer van de behoefte aan een middagslaapje van de buren en het inzicht van een Schout of Controleur Kotta afhankelijk was.
Het complex fabrieksgebouwen van Braat op het industrieterrein Ngagel, gelegen tusschen de Kali Mas en het industriespoor der S.S. Van het moment, waarop —dank zij het ingrijpen van Van Heutsz — de zaak op vaste schroeven werd gezet, ging het crescendo. In de periode 1908-1920 werd bijna ieder jaar het fabrieksterrein in de benedenstad uitgebreid. In 1916 werd het terrein op Ngage l aangekocht en m Augustus 1920 de constructie-afdeeling aldaar geopend. (Meerdere bijzonderheden over de ontwikkelingsgeschiedenisder N.V. Machinefabriek ,,Braat" vindt men in het in 1921 uitgegeven herinneringsalbum.)
241
Staalgieten bij Braat.
het samenvoegen van machinerieën en outi l lage van „de Vo lhard ing" en „ A m s t e r d a m " bij die van „Ka l imas" .
D i t complex werd door de f i r m a Du Croo & Brauns geëxploiteerd, to tda t in 1930 ook deze onderneming
door de ti jdsomstandigheden moest worden gesloten.
De fabr iek van de f i r m a Young & G i l l , oorspronkel i jk door A . W . Remmert , ook een werkmeester
van den Construct iewinkel , ongeveer in I860 opgericht, werd ongeveer 1892 omgezet in de N. V. Machine
fabr iek Dapoean, welke in 1932 eveneens is stopgezet.
Reeds in I 906 moest de kleine fabriek van A. Ceulen & Co op Moeteran (Kebalen) worden gesloten.
De „L idgerwood Manufacturing Company" maakte in het laatst der vorige eeuw in hoofdzaak machines voor
koff iebereiding, doch ging na 1900 in andere handen over, waardoor de „Machinefabr iek Polygram" is ont
staan, welke in 1931 moest sluiten.
De Soerabajasche Machinehandel Becker & Co heeft zijn fabriek voor i jzerconstructies e.d. reeds in
1925 moeten opheffen.
De in 1920 opgerichte Construct iewerkplaats Noord i jk & Co. werd in 1926 geliquideerd en gesloten.
De „Machinefabr iek Vitesse", door den heer W o l f op Dapoean opgericht, voornamel i jk t o t het bouwen van
motorboot jes, is in 1923 t o t stopzett ing overgegaan.
Op het industr ie terre in (Ngagel) van de Gemeente Soerabaia verrezen ti jdens en na den oor log ver
schillende machinefabrieken, zooals de N. V. Machinefabriek Eiffel, welke zich op de vervaardiging van kleine
i jzerconstructies toelegt.
De „Machinefabr iek Phoenix" werd daar met deelneming van een belangrijke impo r t f i rma opgericht
en maakt i jzerconstructies, spoorbruggen en centrifuges. In combinat ie met daarbijbehoorend bouwwerk
worden door „Machinefabr iek Vu lkaan" overkappingen en soortgel i jke i jzerwerken ui tgevoerd. De f i r m a
Stieltjes heeft zich gespecialiseerd op de vervaardiging van machine-onderdeelen.
242
Nadat de haven van Soerabaia was gereedgekomen, deed zich de behoefte gevoelen aan een behoor
l i jke reparat ie- inr icht ing voor schepen, aangezien het Marine-Etablissement in de eerste plaats is aangewezen
voor de oorlogsvloot en de schepen van de Gouvernementsmarine.
In die behoefte werd door de overplaatsing van de Soerabaiasche Droogdokmaatschappij van Grisee
voorzien, aan welke maatschappij — nadien omgezet in de Droogdokmaatschappij Soerabaia — in 1916 in de
gereedgekomen haven van Soerabaia de exploi tat ie van twee dokken van 14.000 en 3.500 ton werd opgedragen.
De grootste binnenvallende schepen kunnen daar thans dokgelegenheid vinden, te rw i j l de meest ui tgebrei
de reparaties kunnen worden verr icht .
In 1909 begon de Machinefabriek Braat met het electrisch lasschen, waartoe zi j een vakkundige l iet
u i tkomen, die de werkzaamheden ter plaatse uitvoerde en daartoe met zijn benoodigdheden naar de
verschillende suikerfabrieken reisde.
In 1912 r icht te deze zelf een electrische iasscherij op, welke aan de N. V. Geveke & Go's Technisch
Bureau is overgegaan.
Voor den oor log werd de benoodigde zuurstof voor autogeen lasschen geleverd door de zuurstoffa-
br iek Oxygenium, doch in 1915 werd door de N. V. W . A. Hoek's Machine-en Zuurstof fabr iek te Schiedam
te Tandjong Priok een dergeli jke inr icht ing geopend en na den oor log, in 1921, te Soerabaia.
Tijdens den oor log werd in de behoefte aan zuurstof voorzien door een zuurstoffabriek op Patjar
Keling, welke nadien door den heer A. Don te Bandoeng ter exploi tat ie overgenomen is en sedert opge
nomen in de N. V. Javasche Zuurstof- en Koolzuurfabrieken.
Na den oor log heeft een Fransch concern, hetwelk in de voornaamste plaatsen van den Or iën t der
geli jke fabrieken bezat, nog eenigen t i jd een zuurstoffabriek te Soerabaia geëxploi teerd, doch deze is, evenals
de fabr iek van Oxygenium, in 1924 geliquideerd.
Tusschen de N. V. Javasche Zuurstof- en Koolzuurfabrieken en de N. V. W . A. Hoek's Machine- en Zuur -
stoffabrieken werd een belangengemeenschap gesloten, waarbi j de eerste alleen koolzuur en de tweede ui t
sluitend zuurstof fabr iceert .
Voor den oor log waren de machinefabrieken in hoofdzaak ingesteld op het maken van overkappingen,
goedangs en het repareeren van de machines en installaties voor de suikerfabrieken. Door den oor log was
de industr ie hier te lande gedwongen grondstoffen en machines, zooveel mogeli jk, u i t Amer i ka te bet rekken,
te rw i j l , daar d i t voor de laatstgenoemde art ikelen niet mogeli jk bleek, deze thans in Ned.-lndië, en wel voor
namel i jk te Soerabaia, moesten worden aangemaakt.
De metaal industr ie kon zich echter niet zoo snel aanpassen, vooral door gebrek aan de juiste werk tu ig
machines en door het personeelsvraagstuk. Dat zi j dan ook niet geheel aan de gestelde eischen kon voldoen,
kwam door de omstandigheid, dat het Gouvernement noch de part icul iere ondernemingen er aan hadden
gedacht, oo i t een dergeli jk beroep te moeten doen op de mogeli jkheden van de metaal industr ie hier te r
plaatse en elders op Java.
Men is in deze categorie van bedri j f van meening, voor 1914 n immer eenigen steun van de Regeering te
hebben gehad, te rw i j l de geschiedenis van den accijns op lucifers leert , dat de opr icht ing van een lucifersindus
t r i e verhinderd werd , w i j l men deonmiddel l i jke baten u i t d i t belastingobject niet voor een t i jd wi lde laten val len.
Toch heeft de metaal industr ie te Soerabaia na den oor log ondanks de inzinking en de vernieuwde
concurrent ie, haar positie kunnen handhaven, te rwi j l in technisch opzicht zeer belangrijke verbeteringen
in outi l lage enz. zi jn t o t stand gebracht.
Vooral de algemeene toepassing van electr ic i te i t als beweegkracht is belangrijk versneld en de oude
stoominstal lat ies zi jn bijna geheel verdwenen. Alhoewel hier te r stede enkele inr icht ingen z i jn, welke zich
op electrisch lasschen hebben gespecialiseerd is er nog een vier ta l ondernemingen, welke zich met autogeen
lasschen bezig houden.
De ontwikke l ing van de metaal industr ie te Soerabaia heeft niet langs li jnen van geleideli jkheid plaats
gehad, en er zi jn soms zeer groote bezwaren geweest, welke moesten worden overwonnen. Ook nu nog zijn
er groote moei l i jkheden, zooals het vraagstuk van de t ransportkosten van grondstoffen en producten, welke
nog niet u i t den weg konden worden geru imd.
De hooge spoorvrachttarieven op Java, zoomede de inter insulaire zeevrachtkosten vormen eveneens
belemmeringen voor de ontwikkel ing van de industr ie. Zoowel de spoorvrachtkosten als de zeetransport-
kosten van Soerabaia naar andere plaatsen op Java bedragen slechts weinig minder dan die van Amsterdam
of Rot terdam naar eerstgenoemde plaats. Het afzetgebied voor de Soerabaiasche industr ie wo rd t op die
wi jze beperkt t o t dat deel van Java, waarvoor Soerabaia als invoerhaven fungeert.
Het Gouvernement was voor den oor log practisch geen afnemer van de Soerabaiasche metaal industr ie,
aangezien de leveringen van de benoodigde i jzerconstructies bijna ui ts lui tend via het Technisch Bureau van
het Minister ie van Koloniën te Den Haag aan Nederlandsche of aan buitenlandsche ondernemingen werden
opgedragen. Al leen door het Departement van de B.O.W. werden — evenwel zonder vaste l i jn — geregeld
bestel l ingen, voornamel i jk voor de irr igatie-afdeelingen geplaatst.
De machinefabriek Kalimas leverde ongeveer 1905 een s/phon bij Kepandjen, te rw i j l de eerste in Indië
vervaardigde Stoney-sluizen (bi j Songsom in Tegal) in 1914 door de Machinefabriek Braat werden geleverd.
In 1913 sloten de machinefabrikanten te Soerabaia zich aaneen, om te pogen daardoor beter de
belangen van de metaal industr ie te Soerabaia te kunnen behartigen bij de Overheid. Als gevolg daarvan werd
in 1915 te Den Haag onder voorzi t terschap van den Directeur van het reeds genoemde Technisch Bureau
van het Minister ie van Koloniën een vergadering van hier gevestigde machinefabrikanten gehouden, waar
bij o.m. principieel werd vastgesteld, dat de opr icht ing van een Bureau van voorziening in Ned.-lndië noodig
moest worden geacht.
Het duurde evenwel nog t o t 1917 alvorens d i t bureau te Batavia t o t stand kwam. De resultaten van
d i t bureau waren niet belangri jk.
Na den oor log werd het Bureau van Voorziening van Batavia naar Bandoeng overgeplaatst en het
verkreeg den naam van Indische Centrale Aanschaffingsdienst ( ica). Langzamerhand heeft de ica zich een
plaats weten te veroveren en hij wo rd t thans door den handel en de ni jverheid gewaardeerd als een instantie,
welke o.m. het als haar taak beschouwt de ni jverheid hier te lande te helpen bevorderen.
Nog al t i jd is evenwel datgene, wat door bemiddel ing van het Technisch Bureau van Koloniën in Neder
land en in het buitenland wo rd t geplaatst, zeer belangri jk.
Op 6 Maart 1931 werd aan de Vereeniging van Machinefabrikanten te Soerabaia door den Gouver
neur-Generaal een audiëntie verleend, in hoofdzaak met het doei de Regeering in te l ichten over den
zorgvol len toestand van de metaal industr ie en middelen te beramen om, meer dan t o t heden het geval
was, aan deze categorie van bedri j f werk vanwege het Gouvernement te verschaffen.
Hierb i j werd onder meer gewezen op het fe i t , dat ar t ike len, welke zeer zeker van dezelfde kwal i te i t
en t o t beduidend lagere pri jzen door de inheemsche metaal industr ie zouden kunnen worden geleverd, zeer
d ikwi j ls onderhands aan impor teurs in bestell ing worden gegeven. Ook constructiegoederen, als bruggen e.d.,
worden nog vaak door de overheidslichamen in Europa besteld.
H ierdoor worden niet alleen de belangen van de ondernemers, doch ook die van de inlandsche fabrieks-
bevolking geschaad en de volkswelvaart benadeeld.
U i t het sluiten van zoovele oude, gevestigde fabrieken b l i jk t wel , dat de conjunctuur in de laatste jaren
in de metaal industr ie zeer slecht moet worden genoemd. De nog werkende fabrieken hebben 50 a 8 0 % van
haar werkl ieden ontslagen, die elders geen emplooi hebben kunnen kr i jgen. Toch melden zich betrekkel i jk
weinig werkl ieden aan, wanneer er eenige vraag naar geschoolde vakarbeiders ontstaat.
De oorzaak is gelegen in het fe i t , dat de te Soerabaia werkende arbeiders voor een belangri jk gedeelte
van het platteland afkomst ig zi jn en de Inlander voor een deel nog aan den dessagrond is gebonden. De
meeste vakarbeiders bezi t ten of hebben aandeel in grond, welke zij aan derden verhuren of in deelbouw
doen bewerken. Bij een ongunstige conjunctuur verdwijnen zij naar de dessa's en nemen de bewerking
daar dan zelf te r hand. Bij geregelden arbeid in de industr ie te Soerabaia konden zij ruimschoots in de
behoeften van zich en hun gezin voorzien, doch na ontslag konden zij niet door opmaken van reserves be
tere t i jden afwachten, en waren zij verpl icht naar de plaatsen van herkomst terug te keeren.
Zoodoende is thans een groot gedeelte van de „ sk i l l ed " en geschoolde arbeiders u i t Soerabaia verdwe
nen. Bij herstel van de conjunctuur zal wel een gedeelte terugkeeren, doch een nog grooter deel zal in de
dessa's achterbl i jven. Di t was althans de ondervinding bij de groote staking in I 926, te rw i j l de teekenen erop
wi jzen, dat d i t ook thans weer zal geschieden. Het spreekt vanzelf, dat d i t de industr ie bij eventueel
herstel opnieuw voor het probleem zal stellen de werkl ieden zelve te moeten opleiden.
De ontwikke l ing van de metaal industr ie te Soerabaia gedurende het afgeloopen t i jdvak is van bui ten
gewone beteekenis geweest en een vergel i jk ing van den toestand in de beginjaren van deze eeuw met die,
voor de huidige crisis, doet de buitengewone voorui tgang duidel i jk in het oog vallen. De algemeen werkende
oorzaak is de ontwikke l ing van de techniek geweest, doch daarnaast zijn nog verschillende andere oorzaken
aan te wi jzen, welke een belangri jken invloed hebben gehad.
Eén dier oorzaken is de algemeene technische geschiktheid van den Iniandschen fabrieksarbeider van
Soerabaia voor dezen arbeid. Zonder dezen aanleg zou de industr ie zich niet op die buitengewone manier
hebben kunnen ontwikke len. Niettegenstaande de technische bekwaamheid van den Iniandschen arbeider,
luidde in het begin van het hier beschreven t i jdvak en ook daarvoor (zie o.a. de jaarverslagen van den Con-
struct iewinkel en de Fabriek voor het Stoomwezen van de Marine) het oordeel over zijn capaciteiten als
werkkracht niet onverdeeld gunstig.
Dat is begri jpel i jk, omdat het toen nog veel op de physieke kracht aankwam, waarin de inlander zich
niet kon meten met de arbeiders van ander ras. Naarmate echter de mechaniseering en rat ional isat ie door
drongen, ook in de Soerabaiasche industr ie, waardoor de zware arbeid machinaal konden worden verr icht ,
vielen die bezwaren weg, doch bleven de ongunstige karakter t rekken, voortsprui tende ui t zijn bepaalde men
ta l i te i t , bestaan.
Deze minder gunstige eigenschappen z i jn : Ie, tegenzin in ononderbroken, geregelden, dagelijkschen
arbeid en 2e, neiging t o t verandering van werkkr ing .
Het levenspeil en de levensstandaard is gedurende de te beschrijven periode, ook voor de inlandsche
arbeiders, beslist gestegen, doch ook de loonstandaard is toegenomen. Volgens het rapport van het Kantoor
van Arbe id , ui tgebracht over het onderzoek naar de arbeidstoestanden in de metaal industr ie te Soerabaia,
naar aanleiding van de staking in 1926, is de loonbeweging volkomen rat ioneel. Zoowel de stijging van de
pri jzen van levensbehoeften als de daling weerspiegelen zich in de loonschaal, zij het dan ook met een
nahinken van I a 2 jaar.
Ook werd in dat rappor t de indruk gegeven, dat het den Iniandschen werkman niet in de eerste plaats
om een hoog loon te doen is, doch dat hij een goede en welwi l lende behandeling op zeer hoogen prijs stelt.
Verschuivingen in de opvatt ingen worden thans zeer sterk waargenomen en het word t wel t i jd zich rekenschap
te geven van de veranderingen, welke zich in de laatste jaren in de inlandsche samenleving hebben voorgedaan.
De vraag naar bekwame vaklieden is te Soerabaia al t i jd zeer groot geweest, en het was vaak een
onderwerp van bespreking in de vergaderingen van de Vereeniging van Machinefabrikanten, hoe daarin
te voorzien. De in het werk gestelde pogingen hebben niet a l t i jd resultaat gehad, te rw i j l bl i jkbaar de abi tu
r iënten van de inlandsche Ambachtsschool, welke door het Gouvernement werd opgericht, niet in de door
de industr ie gewenschte r icht ing werden opgeleid.
De vaklieden worden bijna geheel in de werkplaatsen zelve opgeleid, waar zij als katjong beginnen,
doch na hun scholing vaak een beter betaalde betrekking bij concurrenten pogen te verkr i jgen, waardoor de
kosten van opleiding voor den oorspronkel i jken werkgever vergeefsch zijn geweest.
i-ioewel de inlandsche arbeiders sober zi jn en rustig in hun optreden, laten zij zich door een rasgenoot
die hun taal en menta l i te i t kent, gemakkeli jk t o t ondoordachte dingen medesleepen, u i t welke karakter
t rek de belangri jke stakingen van 1920 en 1926 in de metaal industr ie zijn te verklaren.
hHet door het Kantoor van Arbe id gehouden onderzoek heeft laten zien, dat de arbeidstoestanden in som
mige opzichten wel wat te wenschen over l ieten, doch geen ernstige redenen konden vormen om t o t de plaats
gehad hebbende stakingen over te gaan. Deze moeten dan ook meer u i t pol i t ieke oorzaken worden verklaard.
Een gevolg van deze stakingen is geweest, dat de Vereeniging van Machinefabrikanten, waarvan het
Marine-Etablissement buitengewoon l id is, zich heeft aangesloten bij het Dact/loscopisch Bureau van de
Javasuiker-werkgeversbond. Van eiken werkman worden vingerafdrukken genomen, waardoor de mogeli jk
heid wo rd t geschapen om ongewenschte elementen buiten de fabrieken te houden. Het is alleen de vraag of,
als aan dergeli jke personen arbeidsgelegenheid wo rd t ontnomen, zij zich dan wel van de dwalingen huns
weegs zullen bekeeren.
Door de huidige crisis is de suikerindustr ie in ui terst moei l i jke omstandigheden komen te verkeeren,
ofschoon het zeer de vraag is, of zonder de algemeene crisis toch niet een inzinking van deze categorie van
bedri j f zou hebben plaats gehad. Het is evenwel zeker, dat door de huidige constellatie in de suikerindustr ie
245
LINKS : De eerste centrale van de Aniem op Gemblongan. In 1908 werd met de electrificatle van Soerabaia begonnen. Twee Werkspoor-dieselaggregaten, elk van 400 K. W., vormden „het har t " van de eerste centrale. In 1911 ving men aan met de energielevering en reeds, twee jaren later moest men to t vergrooting van het vermogen overgaan. Dies werd gezocht naar een plaats waar een nieuwe, grootere centrale gebouwd zou kunnen worden. Zij werd gevonden aan den mond van de Kali Pegirian.
RECHTS: Soerabaia's tweede centrale aan den mond van de Kali Pegirian. Onder zeer moeilijke omstandigheden, gepaard aan hooge kosten werd daar de stoomturbine-centrale Semampir als het ware uit den grond gestampt, een centrale, die door haar geïsoleerde ligging aan de meeste inwoners van Soerabaia wel niet bekend zal zi jn, maar die hen toch gedurende jaren het licht in huis bracht en daarmede gezelligheid en comfort.
de machinefabrieken te Soerabaia in critiel<e omstandigheden zijn gekomen. Reeds meerdere hebben moe
ten slui ten, te rw i j l het zich laat aanzien, dat, indien de crisistoestand langer voor tduur t , nog verschil lende
d i t voorbeeld zullen moeten volgen.
Eén van de factoren van de ontwikke l ing der metaal industr ie hier ter plaatse in de afgeloopen
kwarteeuw is de toepassing van de e lect r ic i te i t als beweegkracht in de fabrieken.
In 1908 is de N. V. Algemeene Ned.-lndische Electr iciteitsmaatschappij (A.N.I.E.M.) begonnen met de
electr i f icat ie van Soerabaia, waartoe een electrische centrale werd gebouwd op Gemblongan. Aangezien
het bouwter re in bestond ui t aangespoelden grond van de Kalimas, moest hier worden geheid, om een
stevige basis t o t bouwen te verkr i jgen.
In deze centrale werden 2 werkspoor-dieselaggregaten, elk van 400 kw. geplaatst en reeds na dr ie jaren
(191 I) werd met de stroomlever ing een aanvang gemaakt. Het bleek
wel , dat hier in een behoefte werd voorzien, want in 1913 moest t o t
vergroot ing van het product ievermogen worden overgegaan. Aangezien
u i tbre id ing ter plaatse van de oorspronkel i jke centrale niet rat ioneel
zou zi jn, werd een grootere opwekkingsinstal lat ie aan den mond van de
Kali Pegirian gebouwd, welke stoomturbinecentrale naar de nabij
gelegen kampong Semampir werd genoemd.
In 1925 werd de N. V. Ned.-lndische Waterkracht -Exp lo i ta t ie -
Maatschappij als gemengde onderneming opgericht, waarin door het
Gouvernement werd deelgenomen, dat concessies van vallend water
inbracht. De door deze onderneming aan de Kali Konto gebouwde
groote waterkrachtcentra le Mendalan werd in 1928 in bedri j f gesteld.
Onder meer werd begonnen met het leveren van electrische energie
door middel van het onderstat ion Sawaan aan de An iem te Soerabaia,
welke daardoor eigenlijk een 'distr ibut ie-onderneming is geworden.
De centrale Semampir werd gesloten, en dient thans alleen t o t
reserve in geval van storingen aan de centrale Mendalan of aan de
hoogspanningskabel, welke de s t room naar Soerabaia overbrengt.
Van deze krachtbron zi jn thans de ver l icht ing van woonhuizen,
erven, st raten, enz. en de energielevering aan fabr ieken, werkplaatsen,
water le id ing en t r a m afhankeli jk.
Waar eens Soerabaia's eerste centrale stond, werd later deze linkervleugel van het agentschapskantoor in modernen t rant gebouwd. Vooral 's avonds, wanneer het verlichte mozaïek der vensters schit tert als de kleuren van een caleidoscoop, vormt het geheel een lichtbaak op Gemblongan.
246
Het water le idingbedri j f van de Gemeente Soerabaia is electrisch uitgerust, waardoor het mogelijl< is,
ook door het droge seizoen heen, te zorgen voor een geregelde waterverst rekk ing. De in verschillende
stadsdeelen opgestelde, electrisch aangedreven pompen zorgen ervoor, dat in het natte seizoen het
regenwater op de snelste wijze van de straten naar elders word t geloosd.
Het aantal voor s t roomlever ing bij de An iem aangeslotenen bedroeg I Juli 1932 :
Europeanen 6449
Vreemde Oosterl ingen 759 Chineezen 6710 Inlanders 17095
Totaal aansluitingen 32.039
Voor hoofdzakeli jk industrieele doeleinden word t door477 aangeslotenen kracht betrokken, te rw i j l het
to taal vermogen voor energielevering thans ongeveer 8822.4 kw beloopt. De door de An iem in gebruik
gegeven huurinstal lat ies bedroegen 27.804 stuks, welke 152.252 punten van stroomafneming omvat ten.
Bij den bouw van de centrale op Gemblongan werd tevens een winkel met showroom opgericht, waar
in de eerste plaats de noodige lampen te verkr i jgen zi jn, doch ook de werk ing van huishoudelijke electrische
apparaten kan worden getoond. In Augustus 1930 werd een nieuw hoofdkantoor voor deze maatschappij
geopend in de Embong Woengoe.
Op 19 October 1916 werd door de Gemeente Soerabaia besloten t o t het aankoopen van het part icul iere
land Djagir, ook genaamd Ngagel, en d i t gemeentedeel te bestemmen voor industr ieterreinen. Bij de acte
van koopovereenkomst, op 20 Maart 1917 voor notaris F. Eichholz te Soerabaia verleden, werd door den Bur
gemeester, Mr. A . Meyroos, van den suikerfabrikant Tjoa Tjwan Khing, het land Ngagel ten behoeve van de
u i tbre id ing der Gemeente gekocht. Hiervan werden 150.000 m- grond uitgezonderd, welke bij dezelfde acte
aan de N.V. Machinefabriek Braat te Soerabaia werden verkocht voor f 150.000, te rwi j l eveneens de te velde
staande padi en suikerr iet , zoomede alle machinerieën of onderdeelen buiten het contract vielen. De door
de Gemeente te betalen koopsom, groot f850.000 werd bij het passeeren van de acte contant betaald.
Bij besluit van den Gemeenteraad van 30 Mei 1924 werd aan een met de Staatsspoorwegen gesloten
overeenkomst, op 26 Maart 1924 te Bandoeng bij onderhandsche acte geteekend, de sanctie van den Raad
gehecht. Hierbi j werd kosteloos een strook grond voor industriespoor te r beschikking gesteld van genoemde
Gouvernementsinstel l ing, waarop twee ui twi jksporen langs de li jn van W o n o k r o m o en twee aftakkingen
zouden worden aangelegd.
De Gemeente verbond zich volgens ar t . 9 van deze overeenkomst om langs het industriespoor in den
vervolge geen gronden af te staan, dan alleen voor de uitoefening van industrieele bedri jven, aangewezen op
LINKS: Het onderstation van de Niwem op Sawaan. In 1925 werd de N. V. Ned* Indische Waterl<racht Exploitatie Mij. opgericht, door welke vennootschap aan de Kali Konto een groote waterkrachtcentrale werd gebouwd, genaamd Mendalan. Drie jaren later ging deze in bedrijf en werd de levering van electrische energie begonnen, welke door haar aan de Aniem ter beschikking wordt gesteld in haar onderstation „Sawaan". De centrale Semampir van de Aniem kon „ te r ruste gaan"en dient thans als reserve-
RECHTS: Het hoofdkantoor van de Aniem in Embong Woengoe.
een aanzienli jk vervoer per spoor, te rw i j l aan de ui tg i f te verder de voorwaarde moest worden verbonden,
dat de gronden slechts voor industrieele doeleinden en n immer voor woningbouw mochten worden gebe
zigd, behalve dan voor de enkele personen, die onmisbaar zi jn voor bedoelde bedri jven.
To t 1912 liep de verbinding Batavia—Soerabaia alleen over Bandoeng, met al de risico, aan een dergel i jk
eenzijdige verbinding verbonden. In 1916 werd een opname door de Direct ie der Staats-Spoorwegen gelast,
waarvan de bijzonderheden in het jaarverslag 1917 staan vermeld, en waaru i t de redenen bl i jken, welke er
toe hebben geleid aan de rechtstreeksche spoorwegverbinding Tj ikampek—Cheribon via Djat ibarang den
voorkeur te geven.
in November van laatstgenoemd jaar kwam het voorontwerp van genoemd t ra ject gereed, en werd door
den Minister van Koloniën een wetsvoorstel ingediend, waarbi j de noodige gelden werden ui tgetrokken voor
den aanleg van d i t deel van het spoorwegnet van Java. Zonder hoofdeli jke s temming werd d i t ontwerp in de
Volksvertegenwoordiging aangenomen (wet van 14 Juni 1909, st. b l . no. 477).
Op 31 Mei 1912 werd de nieuwe li jn door den Gouverneur-Generaal bezocht en op 3 Juni d.a.v. voor het
verkeer opengesteld. Hiermede was de tweede en snellere verbinding tusschen Soerabaia en Batavia t o t
stand gekomen.
In 1925 werd de eendaagsche spoorverbinding met Batavia door de Handelsvereeniging in studie
genomen. Deze beschouwde d i t vraagstuk alleen ui t een oogpunt van snellere postverbinding en zond
dienovereenkomstig haar advies bij den Hoofdinspecteur van Staatsspoorwegen in, die besliste, dat voor-
loopig van deze verbinding moest worden afgezien. Eerst in 1930 werd deze snellere verbinding ingevoerd.
De bodem van Soerabaia bevat ol ie, welke bij het begin van de beschreven periode door de Dordtsche
Petroleummaatschappij in haar fabr iek te W o n o k r o m o (welke heden door de Bataafsche Petroleum Maat
schappij wo rd t geëxploiteerd) t o t producten voor de binnenlandsche mark t werd verwerk t .
De Dordtsche Petroleummaatschappij had voor de afscheep van pet ro leum een tankinstal lat ie te
Grisee gebouwd, welke echter nooi t voor dat doel is gebruikt . Bij de hierna te beschrijven overgang aan
de Bataafsche Petroleum Maatschappij werd zij gebruik t voor de op Java in te voeren en te distr ibueeren
buikproducten.
Door de Koninkl i jke Petroleummaatschappij werd, ongeveer in 1900, petro leum van buiten Java
geïmporteerd door bemiddel ing van de impor t f i rma 's Geo Wehry & Co en Pitcairn Syme & Co, welke in
hoofdzaak Oost-Java van Soerabaia u i t bedienden.
Nadien ging deze maatschappij een belangengemeenschap aan met de Dordtsche Petro leum
maatschappij, waaru i t de reeds genoemde Bataafsche Petroleum Maatschappij is ontstaan. Door deze
samenvoeging is Soerabaia niet alleen productieplaats voor de locale mark t gebleven, doch is deze plaats
een belangrijke afscheephaven geworden voor de meerdere productie naar elders.
Drie hoofdpersonen uit de petroleumindustrie te Soerabaia. Links J. A. Stoop, directeur der Dordtsche Petroleum Mij en oprichter van de raffinaderij te Wonokromo. In het midden: A. Stoop, directeur van de „Dordtsche" en rechts: Mr. A. J. Cohen Stuart, directeur van de „Koninkl i jke" , die indertijd in het Kroesenpark woonde.
248
Zoowel W o n o k r o m o als Tjepoe zijn door pijpleidingen met de haveninrichtingen verbonden. Ook is
gezorgd, dat de schepen met o l iestookinr icht ing terstond kunnen worden voorzien van deze brandstof.
De ruwe olie als stookmiddei neemt steeds toe en het is begri jpeli jk, dat de Bataafsche een belangrijke
afnemer v indt in de Marine te Soerabaia, zoomede in de op Austral ië, Europa, China, Japan en A m e r i k a
varende groote schepen.
In het begin van de te beschrijven periode had hier ook de Shanghai-Langkat-compagnie een agent, de
F i rma Maintz & Co, door middel waarvan de Draak-petroleum hier werd gedistr ibueerd. In 1910 raakte deze
maatschappij evenwel in moei l i jkheden, waardoor zij door de reeds genoemde Koninkl i jke Petroleummaat-
schappij werd overgenomen, welke deze soort olie u i t Sumatra bleef invoeren.
De Russische pet ro leum, welke op speculatie per scheepslading aan den meestbiedende werd verkocht, doch waarvoor — in tegenstell ing met de andere soorten — geen vaste verkooporganisatie werd geschapen, kwam na 1906 steeds minder aan, om ten slotte geheel van de mark t te verdwijnen.
De Amerikaansche invoer van petro leum in kisten, bevattende 2 bl ikken, werd stopgezet, toen de
Standard Oi l Company zelf de beschikking over productieplaatsen in Zuid-Sumatra kreeg. Z i j r icht te een
gelegenheid voor buikopslag bij de haven van Soerabaia op, benevens een verpakkingsinr icht ing, en kon zich
— ook door een goed georganiseerd afzetapparaat — hier te r plaatse handhaven.
Het is betrekkel i jk ko r t geleden, ongeveer 1913, dat de eerste benzinepomp te Soerabaia werd geplaatst.
In het eerst waren er nog al eens wantrouwende klanten, die overmeten in een bl ik eischten ; thans worden
deze apparaten door het IJkwezen gecontroleerd, en is er niemand, die in d i t opzicht eenig wantrouwen meer
aan den dag legt.
Voor de bekende bl ikken pet ro leum, in hoofdzaak dienende voor ver l icht ing, zijn thans overal, in zelfs
de kleinste plaatsen, opslagplaatsen gebouwd, welke de kleinere afnemers van d i t product voorzien. De
ledige bl ikken worden voor de meest uiteenloopende doeleinden gebruikt , zooals dakbedekking, pannen,
raspen, gieters, lampjes, t ransportemmers, enz. De buitengewesten zijn met behulp van dwangarbeiders
en petro leumbl ikken bezet kunnen worden.
Van de derivaten en producten van de petro leum noemen we benzine, batikwas, kaarsen, asfalt, smeerol ie, enz. In het begin van deze eeuw waren er slechts enkele straten in Soerabaia van een asfaltlaag voorzien, te rw i j l andere steden, zooals Batavia, Bandoeng e.d., in d i t opzicht er nog bedenkelijk aan toe waren, zoodat Soerabaia daarbij gunstig afstak. Het is nog niet zoo lang geleden, dat in Batavia nog i jverig aan wegbesproeiing werd gedaan om de stofplaag te verhelpen, door welk middel evenwel niet veel baat werd gebracht.
Vooral het autoverkeer maakte de stofplaag erger, zoodat de stofvri je afdekking van de wegen in de
voornaamste plaatsen, met Soerabaia vooraan, een u i tkomst was, welke aan de petroleumindustr ie is te
danken.
LINKS: Het eerste gebouw, waarin de voormalige sociëteit Concordia was gevestigd. Op dezelfde plaats staat thans het
moderne kantoorpaleis van de B.P.M. Voor de geschiedenis van Soerabaia's oudste soos, welke na een bestaan van ruim 90 jaar, op I Februari 1935 werd opgeheven, verwijs ik naar mijn „Oud-Soerabaia" (biz. 354 e.v.).
RECHTS: Het nieuwe kantoor van de B.P.M., dat in de plaats kwam van het oude soosgebouw. De verbouwing werd uitgevoerd naar een ontwerp van architect C. Citroen. De groote „ l ichtkap" steekt boven het gebouw uit.
249
De B.P.M.-raffinaderij te Wonokromo in vogelvlucht. Deze luchtfoto van (Fotax) geeft tevens een goed beeld van het zuidelijkst gelegen deel van Soerabaia. Men ontdekt er vele bekende plaatsen op : de spoorbaan met het stationsemplacement te Wonokromo, de oude Wonokromobrug en ook de Stoneysluis te Djagir. Deze monumentale sluis, waarvan al het ijzerwerk geleverd werd door de f i rma Braat, vormt een onderdeel van de assaineeringswerken van Soerabaia. Het afvoerkanaal van de Kali Mas, waarvan deze sluis de afsluiting vormt, heeft ten doel, de stad bandjirvri j te maken.
De ol ie-industr ie in het algemeen is niet ontkomen aan de crisis, al nemen de verschillende onderne
mingen dan ook nog een sterke financieële positie in. Z i j heeft te str i jden tegen de onoordeelkundige ol ie
product ie in de wereld, en de moeil i jkheden om to t samenwerking van de verschillende concerns te komen
zi jn groot . Ook op andere wijze word t de positie van de ol ie-industrie verzwakt.
De chemische wetenschap heeft verschillende methoden gevonden om synthetische benzine te maken,
vooral u i t steenkolen. Langzamerhand zijn de verschillende processen zoo geperfectioneerd, dat de marge
tusschen synthetische en „ech te" benzine niet groot meer is. Ernstige concurrent ie voor de olie-concerns is
in de naaste toekomst te wachten en de noodzakeli jkheid van samenwerking met de chemische industr ie
l igt voor de hand.
De nationalistische gedachte en het hoe langer hoe meer ingri jpen van den Staat in het part icul ier
bedrijfsleven maken de karte l leer ing echter zeer moei l i jk . Hierb i j komt dan nog de ongebreidelde product ie
in Rusland met het oog op deviezen, zoodat de naaste toekomst zich niet rooskleurig laat aanzien.
Sedert 1920 werd hier te r plaatse de industr ie uitgebreid met een verffabriek, te rw i j l begin 1932
een fabriek van een onderneming hier ter plaatse ook te Batavia werd gevestigd. Hierdoor zi jn de
vrachtkosten van de producten belangri jk verminderd, daar Oost- en West-Java op deze wijze ieder door
een afzonderl i jke fabriek kunnen worden bediend.
Ook enkele chemische fabrieken zijn verrezen, waar schrijf- en druk ink ten worden gefabriceerd.
Bovendien worden in de nabijheid van Soerabaia jodiumhoudende modderwel len gevonden, waarvan het
product wo rd t gewonnen.
Te Soerabaia is het verkoopkantoor gevestigd van een zeer belangrijke Indische industr ie, welke in
het Rembangsche haar grondstoffen v indt en daar ook haar bedrijf, het bakken van vuurvaste steenen in ver
schillende vormen, heeft gevestigd, te rw i j l in het naburige Sepandjang een dakpannenfabriek van dezelfde
onderneming staat. Z i j is in staat om dezelfde kwal i te i t steenen te leveren als de Nederlandsche fabriek
van hetzelfde genre te Geldermalsen, welke op d i t gebied een uitstekende naam geniet.
Hoewel eerstgenoemde onderneming een zelfstandige naamlooze vennootschap is, bestaat er een
belangengemeenschap met het Nederlandsche bedrijf, waardoor ervaringen kunnen worden uitgewisseld. Er
worden ui ts lui tend inheemsche grondstoffen verwerk t , zoodat men voor d i t product niet van het buiten
land afhankeli jk is. Alhoewel er nog kleinere ondernemingen op d i t gebied in Ned.-lndië bestaan, is zij het
best geout i l leerd voor deze tak van ni jverheid.
In Sepandjang is tevens de bekende Karang-Pilang-pannenfabriek gevestigd, waarvan eveneens een
verkoopkantoor te Soerabaia bestaat.
De zeepindustrie op Java, welke in de laatste t i jden belangrijk vooruitgegaan is, betreft in hoofdzaak
de product ie van goedkoope waschzeepen ( l i jmzeepen), waaronder de saboen beco (bru inroode harszeep)
het meest word t gefabriceerd. Buiten de fabricage in ongeveer 60 fabrieken word t op het platteland en in de
kampongs door inlandsche producenten zeep vervaardigd ui t klapperol ie, katjangolie, kapok- en katoenpi t ten-
ol ie, njamploenganolie, kesambiolie en hars.
De hierbi j benoodigde caustic soda en een deel van de hars worden ui t het buitenland ingevoerd,
doch de andere grondstoffen zijn van eigen bodem. Behoudens de Europeesche zeepfabriek op Ngagel en die
op Bagong, is de zeepfabricage te Soerabaia hoofdzakeli jk in handen van Chineesche producenten, in 1930
liepen er 11 aanvragen t o t vergunning voor opr icht ing van dergeli jke bedri jven. (Verslag der Gemeente
Soerabaia 1930.)
De N. V. Archipel Brouweri j Compagnie, gevestigd te Amsterdam, met een kapitaal van 5' ^ mi l l ioen,
heeft ook te Soerabaia een brouwer i j op het industr ieterrein Ngagel opgericht, waarbij de modernste pr in
cipes in brouwtechniek worden toegepast en aan de hygiëne de grootste zorg word t besteed. Het bier word t
in de gelegenheid gesteld geruimen t i jd te „ r i j pen " , zoodat een groote plaats is ingeruimd aan de lagerkel-
ders, waarin het 5 a 6 maanden word t opgeslagen, alvorens aan den handel te worden afgeleverd.
De snelle ontwikkel ing van de metaal industr ie te Soerabaia en het reeds vroegti jdig bestaan van groote
technische overheidsbedrijven, o.a. het Marine-Etablissement en vroeger de Ar t i l ler ie-Construct iewinkel ,
gaven de stoot t o t het ontstaan van belangrijke technische handelsfirma's, hoewel de grootste ontwikkel ing
dezer branche tijdens en na den wereldoor log viel . Reeds vroeger echter werden f i l ia len van groote Europee
sche f i rma's hier gevestigd voor : Ie, verkoop van handgereedschap en i jzerwaren aan Chineesche toko's en
2e, verkoop van hang- en s lu i twerk, zoomede andere voor huizenbouw noodige mater ialen.
Belangrijke orders in machines, i jzerwaren en andere bi jkomende art ikelen werden voor Gouverne
mentsdiensten, vooral voor het Marine-Etablissement, uitgevoerd. De vraag zou zoodoende kunnen r i jzen,
of de taak van het in voorraad houden van algemeen gangbare ar t ike len, dus niet van die voor speciaal
mar i t ieme behoeften van de oorlogsvloot hier te lande, niet door den plaatselijken handel zou kunnen
worden overgenomen. De directe voordeelen voor het
Gouvernement zouden z i jn : Ie, geen renteverl ies;2e,geen
verlies door bederf, enz. en 3e, aanschaffing van ar t ike
len steeds volgens laatste model, laatste vinding, enz.
Ook de volkswelvaart zou hierdoor in belangrijke
mate worden bevorderd, omdat de plaatselijke handel
wo rd t ingeschakeld, waardoor de uitgaven van den
Lande in indië geschieden, te rwi j l het in voorraad hou
den aanleiding t o t het vestigen van nieuwe industr ieën
zal geven, omdat de ondervinding geleerd heeft, dat de
handel den weg voor de opr icht ing van industrieën baant.
Een van de vele art ist iekontworp^n benzinepompstations van de B. P. M.; de bovenafgeb'eelde Itiósk staat op het Celebesplein (Goebeng).
L I N K S : De voorgevel van het hoofdgebouw der N . V . Ned . Indische Bierbrouweri jen op Ngagel. De maatschappij werd
opgericht op 3 Juni 1929 en de koopacte van het te r re in , groot 26 .560 m\ geteel<end op 2 4 October d. a. v.
De bouw werd gegund aan de Hollandsche Beton Mij op 20 Mei 1930, waarna onmiddellijl< met de werkzaam
heden werd aangevangen. Zoowel de bouw als de montage der grootendeels uit Europa ingevoerde machinerieën
verliep normaal en op 21 November 1931 kon de fabriek in bedrijf worden gesteld, hetgeen gepaard ging met de
gebruikeli jke festiviteiten. De bebouwde oppervlakte is thans 8.240 m~ en de productie-capaciteit 40 .000 hl of wel
ca. 6 mil l ioen flesschen per jaar.
R E C H T S : Een kijkje in de bierbrouweri j op Ngagel : de gistlagertanks (bovenzijde).
Het vestigen van een goed geout i l leerd laborator ium ten behoeve van de keuringen van den l(ndischen)
C(entralen) A(anschaffingsdienst)zou van groot belangvoor den handel hier ter plaatse z i jn ,omdat daardoor
t ransportkosten zouden worden bespaard, te rw i j l deze instantie van groot nut zou zijn voor de overheids-
industr ieën, o.a. het Marine-Etablissement, hetwelk practisch alle inkoopen voor de oorlogs- en civiele v loot
verr icht .
Begin 1932 is de vereeniging „ H e t Ned.-lndische Fabr ikaat" te Soerabaia opgericht, waartoe evenwel
staande de vergadering weinig leden toetraden, omdat men zich nog eerst wenschte te bezinnen. Ook de
wenschelijkheid van de ui tgi f te van een eigen orgaan werd onder de oogen gezien. In hoeverre deze vereeni
ging kan bijdragen t o t den opbloei van den handel en industr ie hier te lande, moet nog worden afgewacht.
In den kleinhandel vinden velen van de Inlandsche bevolking hier ter plaatse een bestaan als tokohou
der, waroenghouder, rondventer, wisselaar, geldschieter. De handel voor het overige is in handen van
Chineezen, Vreemde Oosterl ingen en Europeanen. Van den Chineeschen handel in de tweede hand worden
manufacturen en andere ar t ike len op crediet gekocht, gewoonli jk onder voorwaarde, dat op den volgenden
passerdag word t betaald, waarna nieuwe voorraad op crediet wo rd t ingeslagen (ngalap njaoer).
De Inlandsche bevolking wi l wel gaarne koopen en verkoopen, doch bl i jkbaar ontbreekt het economisch
besef, hetwelk voor den handel noodig is. De Oostersche gewoonte van het rust ig wachten op klanten, v indt
men ook hier. De Inlandsche vrouwen spelen in den kleinhandel een groote rol en zijn een typische verschij
ning op de buitenwegen en in de stad op de passers en daarbuiten. Waarschi jn l i jk als gevolg van de vroegere
feodale periode, is de handelaar — althans buiten de steden — bij de inlandsche bevolking weinig in te l .
Er is te Soerabaia een kleine vermeerder ing te bespeuren van inlandsche toko's, hetwelk onder meer
een gevolg is van de u i tbre id ing, welke het coöperatief crediet hier ter plaatse heeft genomen onder leiding
van de Persatoean Bangsa Indonesia, waarvan de heer Dr. Soetomo voorz i t te r is.
Met betrekking t o t de industr ie kunnen we met prof. dr. J.H. Boeke spreken van dualistische economie
in deze landen, want er zi jn duidel i jk twee productiesferen te onderscheiden : Ie, de Westersche en 2e, de
Inlandsche.
De Inlandche agrarische en technische productie brengt nog voor een groot gedeelte voor het gezin
en de locale mark t voor t , al begint d i t te veranderen, zooals gezien word t in de inlandsche rubbercul tuur
op de buitengewesten. De Westersche cultures produceeren hoofdzakeli jk voor de were ldmark t , al begint
men zich thans ook op den afzet voor de binnenlandsche mark t (thee en koffie) toe te leggen, waartoe
propagandatochten met reclame-auto's worden gemaakt.
Dit laatste is van groot belang, omdat daardoor de samenleving hier te lande hechter en sterker zal
worden. De Inlandsche bevolking ondergaat als Oostersch volk door handel, verkeer en industr ie den
invloed van het Westen. Er is geen isolement meer, doch de ontmoet ing dier belde cultures geeft aanleiding
zoowel t o t vermenging als t o t conf l icten.
De Inlandsche maatschappij is nog voor een groot gedeelte een eenzijdige, omdat een stand van ni jveren
zoo goed als ontbreekt . Er bestaat ook een groot verschil tusschen den Inlandschen stedeling en den bewoner
van de dessa. Nog al t i jd wo rd t in de dessa met behulp van slechts weinig contant geld geleefd in de goede-
renhuishouding.
Met bewonderenswaardig aanpassingsvermogen heeft de inlandsche bevolking den zwaren schok der
huidige crisis opgevangen en verwerk t . Men is er ongeloofeli jk snel in geslaagd de oude vormen terug te
vinden en zich daarin te schikken. Het zou bl i jk van weinig inzicht geven, indien men deze bevolking t o t de
niet-bezit ters ging rekenen. Er zi jn vele vermogenden onder de Inlandsche bevolking, doch deze hebben
nog niet geleerd hun middelen in Inlandsche industrieën te beleggen.
De huisnijverheid is door de tropische omgeving van de Inlandsche huishouding beperkt, w i j l de behoef
ten aan voeding, kleeding en woning door het k l imaat en het r i jst-menu sober zi jn. Zi j word t in de eerste
plaats beoefend voor eigen gebruik, verder ook voor de aanvull ing van de levensbehoeften.
Naar de meening van den heer ir. J. C. van Reigersberg Versluys heeft de huisnijverheid geen toekomst .
De mededinging van de Chineesche werkl ieden staat haar in den weg, te rwi j l voor een stad als Soerabaia
zij van geen belang meer is.
Al leen de kunstni jverheid heeft een bescheiden plaats kunnen behouden door het conservatisme van
de bevolking en den steun van belangstellenden van anderen landaard. Zonder aanpassing aan de kunst
vormen van den modernen t i jd zou zij zich niet hebben kunnen handhaven. De oude vormen ondergingen
daardoor wijzigingen, hetwelk duidel i jk bij een beschouwing van tentoongestelde werken is te bemerken
in den Kampong Pertoekangan op de Soerabaiasche Jaarmarkt.
Op het Inlandsch Economisch Congres van 1925 te Soerabaia werd onder meer gesproken over een
tani ( landbouwer) inst i tuut , over proefvelden, volkscredietwezen, coöperatie en door Ir. Soerachman over
de Inlandsche klapperol ie- industr ie.
D i t congres is met andere waar te nemen teekenen de u i tdrukk ing van het streven naar de vorming en
ontwikke l ing van een eigen inlandsche ondernemersgroep. De periode van het agrarische stelsel met het
dorpscommunisme spoedt ten einde, omdat de sterke bevolkingstoeneming de tewerkstel l ing van het
bevolkingsoverschot in de industr ie eischt. Evenals d i t in de Europeesche maatschappij was waar te nemen,
k o m t nu de fase van economische en sociale ontwikkel ing, waarin de leiding van de productie en d is t r ibut ie
in handen van ondernemers berust.
Op de belangwekkende nijverheidskaart van het Java-instituut (zie Djawa, I Ie jaargang, no's 5—6, I 93 i )
betreffende de inlandsche nijverheid te Soerabaia, zien we, dat daarop de volgende takken van ni jverheid
voorkomen : I. v lechtwerk ; 2. weveri j ; 3. bat ikker i j ; 4. goud- en z i lverwerk ; 5. geel koperwerk ; 6. rood
koperwerk ; 7. i jzerwerk ; 8. blikslagerij ; 11. bamboewerk ; 12. leder, perkament, looier i j ; 14. steenbewer-
king ; 15. pot tenbakker i j ; 16. steen- en pannenbakkerij ; 17. kalkbranderi j ; 18. conserven en koekjes e.d. ;
25. boekdrukker i j en -binderi j en 26. matrassen- en k leermaker i j .
Hageman vermeldt , dat in 1859 te Soerabaia 9 kopergieteri jen waren gevestigd, welke evenwel in han
den van Vreemde Oosterl ingen waren. Ten aanzien van de inlandsche nijverheid zegt hij : „De kennis der
„bewerk ing van been, hoorn, schildpad, ivoor, hout, i jzer, schelpen, de bereiding van tabak, is bij den Soe-
„rabaiaschen Javaan zeer ver gevorderd, en het snij- en draaiwerk, de meubelen en sigaren van Soerabaia zijn
„voorzeker in den archipel gunstig bekend. De Bataviasche tentoonstel l ing heeft hiervoor in 1853 voldoende
„bewi jzen opgeleverd. Soerabaia staat hier in op zichzelf en is daarvoor bekend, evenals Semarang voor zi jn
„ l i jnwaad- en wolverwerk ing en Soerakarta voor zijn lederwerk bekend is". (Ti jdschri f t voor Ni jverheid in
Ned.-indië, deel V, biz. 141.)
Kantoor, showrooms en werkplaatsen van Lindeteves-Stokvis.
De handwerkslieden woonden in kam-
pongs bijeen, zooals de ivoor-, hout- en
beendraaiers op Boeboetan, de lederbe
werkers en schoenmakers in kampong
Toekangan, de meubelmakers en waschba-
zen in kampong Tambakgringsing, de sme
den in Pandaan, de pottenbakkers in
kampong Kepoetran, enz. Van deze belang
r i jke Inlandsche handwerkconcentraties zijn
er niet veel meer overgebleven.
Eendeels is d i t toe te schrijven aan
de oorzaken, welke ook in Europa het
handwerk deden verdwi jnen, zooals de
opkomst van de groot indust r ie in sa
menhang met de ontwikke l ing van de
technisch-juridische construct ie van de
naamlooze vennootschap, doch anderdeels
aan de bi jzondere verhoudingen en gespletenheid van de Indische samenleving, welke —vooral vroeger —
niet in het voordeel van de Inlandsche nijverheid werk ten , en, onder meer door de u i tbre id ing van de
stad, deze bedrijfjes niet in de binnenstad konden laten voortbestaan.
Voorts s to r t te zich, aldus Prof. Dr. J. H. Boeke, het massaproduct van de Westersche ni jverheid op de
Oostersche mark t en vaagde hier de inheemsche volksni jverheid, den inheemschen handel en het inheemsche
verkeerswezen weg. Van de draaieri jen van hout, ivoor, been, enz. op Boeboetan en Kawattan is niet veel
meer te bespeuren, de weveri jen voor songkets en inr icht ingen voor naaldwerk zijn verdwenen, evenals de
kopergieter i jen, te rw i j l de smederijen het ook niet lang meer zullen maken, nu door de malaise de Europee-
sche construct iewerkplaatsen ook kleinere orders entameeren, en door hun uitnemende out i l lage beter en
goedkooper werken, vooral bij belangri jke bestell ingen.
Vroeger waren de Inlandsche Kepoetranpannen bekend en werden gaarne afgenomen door de huizen-
bouwers, doch thans is die taak overgenomen door een belangri jk Europeesch bedri j f nabij Soerabaia. Van
de geheele, eens zoo belangri jke pottenbakker!) is in kampong Kepoetran niets meer te bespeuren en het
geheele bedri j f van vervaardiging van metselmater ia len, zooals tegels e.d. is grootendeels door Chineesche
ondernemers overgenomen.
Hiertegenover staat, dat verschillende Inlandsche reparatiewerkplaatsen voor auto's en onderdeelen
zijn verrezen, welke zich hebben gespecialiseerd op bepaalde onderdeelen, doch boven een zekere grens
schijnen die bedrijfjes zich niet te kunnen verheffen, daar men zich met een bepaalden omzet tevreden stelt.
Ook in de meubelni jverheid is meer leven te bespeuren, en word t het natuur l i jke monopol ie van de
Chineesche meubelmakers aangetast. De groote moei l i jkheid is ook hier het t eko r t aan bedri j fskapitaal,
waarin evenwel door de groeiende credietcoöperaties zou kunnen worden voorzien.
U i t Banjoewangi, hetwelk voor een groot deel de houtskoolwinning en -handel in Java's Oosthoek in
handen heeft, wo rd t alleen naar Soerabaia voor ongeveer f 25.000 per maand aan houtskool, u i t kesam-
bihout gebrand, verzonden. Hierdoor werden de vroegere ta l r i j ke Inlandsche houtskoolbranderi jen hier
te r plaatse t o t verdwijnen gebracht.
Ondanks de moordende concurrent ie van de ingevoerde doeken u i t Twente, heeft de Inlandsche ba-
t ik indust r ie zich hier te lande gehandhaafd. Di t is toe te schrijven aan de voorkeur voor echte bat ik bij de
Inlandsche bevolking, welke in wezen kunstzinnig is.
N ie t alleen te Soerabaia, doch ook in het naburige Grisee heeft echter de bevolking (volgens het ba-
t i k rappor t van den heer De Kat Angel ino) het bat ikbedr i j f voorgoed vaarwel gezegd. Di t v indt zi jn oorzaak
daarin, dat de Inlandsche bat ikkers niet kunnen rekenen en nog te veel het sent iment als r ichtsnoer nemen
bij het vestigen of sluiten van bedri jven.
dei
vo«
no
WO
do
de
ze Re
op
te
Ir.
ge'
cr«
lar
be
254
In 1904 verscheen als het resultaat van een onderzoek door den heer Abendanon, directeur van On
derwijs, Eeredienst en Ni jverheid, het bekende Ni jverheidsrapport ; de Regeering kon evenwel op het daarin
voorgesteld systeem van bescherming niet ingaan. De r icht ing, waarin de hulp moest worden verleend, stond
nog niet vast. Moest een Inlandsche nijverheid onder Inlandsche leiding met Inlandsch kapitaal in het leven
worden geroepen, dan wel een Westersche nijverheid onder Westersche leiding en Westersch kapitaal,
doch met Inlandsche werkkrachten ?
Practisch is in de laatste r icht ing beslist, doch de in de laatste jaren ui t Inlandsche kringen opri jzen
de pogingen t o t st icht ing van een zuiver Inlandsche industr ie op kapitalistischen dan wel coöperatieven
grondslag worden door de Regeering gesteund. In zijn openingsrede van den Volksraad op 15 Juni 1932
zeide de Landvoogd, dat de bevordering der weefnijverheid (dus ook de Inlandsche) de belangstelling der
Regeering had.
Voor wat Soerabaia betref t , zi j vermeld, dat de bezuiniging het niet mogeli jk maakte de voorgenomen
opr icht ing van een f i l iaal hier ter plaatse van de tex t ie l in r ich t ing te Bandoeng ten ui tvoer te leggen. Daaren
tegen werd een consultatiebureau voor de nijverheid opgericht. To t leider van deze instell ing is benoemd
Ir. Darmawan.
De „swadeshi"-beweging, waarover men in den laatsten t i jd in Inheemsche kringen zooveel hoor t spre
ken, beteekent niet alleen het doen opleven van de Inlandsche weefnijverheid door het dragen van eigen
geweven kleeding, doch de economische ui tbouw van de Inlandsche maatschappij door het opr ichten van
credletinstel l ingen — in vennootschaps- en coöperat ievorm — en het op al ler lei wijze bevorderen van den In-
landschen handel en industr ie. De beweging word t dus voor een groot deel gedragen door den wensch naar
betere economische verhoudingen, in samenhang met sociale en pol i t ieke idealen.
Een kijkje op de binnenplaats van Lindeteves-Stokvis.
Een prachtige tegenlichtopname (van Isken) van h^t vroegere houten secretariaatsgebouw,
opgetrokken in scheepsvorm, als symbool van het centrum van Handel en Scheepvaart.
256
0 D E JAARMARKT. De eerste drie jaarmarkten (l90S-'08). — Oprichting van de „Soerabaiasche Jaarmarkt-Vereeniging" (1908). —Omzetcijfers.—De 4e tot en met de Be Jaarmarkt (1915). —De passers malem ( l9 l8- '23) .— Herleving der oude Vereeniging (Maart 1923) De 9e (of Ie gereorganiseerde) Jaarmarkt. — Het garantiefonds.—De terreinkwestie.—Het terrein op Ketabang-Noord. —Gebruik van ti jdeli jk of van permanent materiaal. —Het schipmotief. — De indeeling van het terrein.—De resultaten van de 9e Jaarmarkt.—De Kampong Pertoekangan. —Goederenloterij De lOe Jaarmarkt De inzendingen in verschillende afdeelingen ondergebracht. — De vermakelijkheden en de reclame. — Keten van jaarmarkten.— De I Ie to t en met de 16e Jaarmarkt. — De bomaanslagen op 2 October 1926.— De tentoonstell ing
D van het „Java Inst i tuut". —Het overlijden van Burgemeester Ir. G. J. Dijkerman.
e eerste j aa rmark t in Nederlandsch-Indië werd in 1905 te Soerabaia georganiseerd door den toenma-
iigen Cont ro leur J. E. Jasper, daartoe in staat gesteld door financieele hulp van de Regeering . hoofddoel
was daarbi j de bevorder ing van de Inlandsche ni jverheid. Deze jaa rmark t was een succes en leidde t o t een
belangri jk grooteren opzet in het daarop volgende jaar, wederom met financieelen steun van de Regeering.
Deze tweede j aa rmark t in 1906 leverde verlies op, doch met de daarop volgende in 1907, welke op wat
k le inere schaal werd gehouden, werd een zoodanig overschot verkregen, dat behalve terugbetal ing aan de
Regeering van het bedrag der door haar verst rekten steun, nog een aanmerkel i jk saldo in kas overbleef.
De vierde j aa rmark t werd in 1908 gehouden en was de eerste der reeks van jaarmark ten , die georga
niseerd werden door de „Soerabaiasche Jaarmarkt-Vereenig ing" , te r verwezenl i jk ing van : ,,het te lkenjare
t o t stand brengen en houden van een tentoonstel l ing van voortbrengselen van Nederlandsch-Indische Land
bouw, Ni jverheid en Kunstni jverheid, van voortbrengselen van uitheemsche Ni jverheid, met bet rekk ing t o t
en ten dienste van den Landbouw en de Industr ie van Nederlandsch-Indië en verder van alles, wat in nauw
verband staat met handel en verkeer in Nederlandsch-Indië."
Genoemde Vereeniging verkreeg rechtspersoonli jkheid bij Gouvernements Besluit van 9 Maart 1910
No. 31.
De 4e Soerabaiasche Jaarmarkt (1908) behoefde, dank zij de gunstige resultaten van haar voorgangster,
geenerlei f inancieele hulp, noch van de Regeering noch van par t icu l ieren; ook met de 5e in 1909 was zulks
het geval, zoodat reeds toen op niet al te bescheiden wijze aan steunverleening kon worden gedaan.
Het Bestuur van de Vereeniging „Inlandsche Meisjesschool" ontv ing voor de explo i ta t ie der te Soe
rabaia geopende school „ M a r d i Ken jo" ( ' t Geluk der Vrouw) een bedrag van f 10.000.—, zoodat deze
school u i ts lu i tend haar opr icht ing te danken heeft aan de jaarmarkt tentoonste l l ingen.
De voorui tgang der verschil lende jaarmark ten b l i jk t ten duidel i jkste u i t de omzetci j fers van Inland
sche en Kunstni jverheids-producten, welke van 1905 t o t 1909, in ronde getallen u i tgedrukt , stegen van
f 15.000 t o t f 80 .000 ,
In 1910 l iet de gezondheidstoestand der bevolking zooveel te wenschen over, dat de 6e Jaarmark t
uitgesteld moest worden, te rw i j l ook in 191 1 de plannen niet volvoerd konden worden in verband met het
veelvuldig voorkomen van „ s u r r a h " op Java.
Daarna had in 1912 de 6e Jaarmarkt plaats, waarvan de resultaten zeer bevredigend genoemd werden.
In 1914 en '15 werden de resp. : 7e en 8e Jaarmarkt gehouden, te rw i j l daarna voor loopig niet aan het
houden van jaarmark ten kon worden gedacht, in verband met de buitengewone omstandigheden, ontstaan
door den were ldoor log.
Van 1918 t o t 1921 werden echter wel passers malem georganiseerd te Soerabaia, voornamel i jk onder
leiding en ten behoeve van Chineesche liefdadigheidsvereenigingen. De financieele resultaten hiervan waren
over het algemeen gunstig, doch die van 1922 gaf aanleiding o m , in overleg met de Chineesche promotors
daarvan, te t rachten die passers malem in het vervolg meer in den geest van de Soerabaiasche Jaarmarkt
Vereeniging om te werken t o t een jaa rmark t .
J /
'" f ^
I » e,'
1. " , -.«
*
De toegangspoort to t de 3e Jaarmarkt, gehouden in 1907 in den Stadstuin. Het bouwsel van bamboe en doel< werd ontworpen door een notaris. Lieden van allerlei slag kuieren onder de poortjes in Moorschen stij l naar binnen en naar buiten. De gekaftande Arabieren praten er met hun handen even luidruchtig als in het kamp. Chineezen, die toen veelal nog staarten droegen, doen er zaken of gaan met moeder de vrouw uit. Verder ziet men er Inlanders — Javanen, Maleiers, Madoereezen en Soendaneezen — flaneeren in hun elegante, kleurige pakeans en — ik zou het haast vergeten — het jolige Soerabaiasche fuifpubliek.
In September van dat jaar werd dan ook besloten de oude Vereeniging te doen herleven en elk vo l
gend jaar weer een j aa rmark t te houden, die, zoo mogel i jk, in de toekomst t o t een „ jaa rbeurs " zou worden
u i tgebreid.
Evenwel werden eerst in Maart 1923 de plannen def in i t ie f vastgesteld voor de 9e Jaarmark t : van 28
Juli t o t en met 12 Augustus ; diverse commissies werden benoemd, maar het duurde nog een vol le maand
voor aan de u i tvoer ing der reorganisatie-plannen begonnen werd .
Over geld beschikte de Vereeniging niet en dat was in de eerste plaats noodig. Hu lp van personen en
instel l ingen te Soerabaia werd dus ingeroepen en het resultaat was, dat een garantiefonds van een kleine
ton gouds bijeengebracht werd door onderstaande f i rma's en personen : Be Biauw Tjwan Bankverg., Dj ie
Hong Swie, Dunlop en Kolff, Go Hoo Swie, Kwik Bok Ay, Kho Swie Yang, Kwee Yan Khing, Lie Dj ing Han,
Ned. Ind. Handelsbank, Njoo Sik Liang, Go Khip, Gijselman en Steup, Han Tj iong Khing, Hap Thay & Co,
Oei Swie Pik, Onder l ing Belang, Schaffer, Tan Siok Hoo, Bank voor Indië, D j i t H in Tjan, Fraser Eaton & Co,
Handel Mij Hap Eng, Ko Han Lie, Ko Lie, Kwik Hoo Tong, Mitsui Bussan Kaisha, Njoo Khee Hong, N io
Sioe Yang, Go Sam Seng, Han Kong Gie, Handel Mij Kian Gwan, Oei W i e Khee, San L iem Kongsie, Sien
Soen Sing, Tan Boen Tjh ing, The Ing Bian, Tjoa T jwan Dj ie, T io W a n Kie en Yoe W i n g .
U i t deze l i jst van namen b l i j k t duidel i jk , dat vooral de Chineezen bi jzonder veel belang stelden in het
streven der Vereeniging en begrepen, dat de Jaarmarkt een goede toekomst tegemoet ging. In deze ver
verwachtingen werd men niet te leurgesteld.
Belangri jk was de ter re inkwest ie . De eerste jaarmark ten werden in den Stadstuin en de latere op het
Missigitplein gehouden, te rw i j l de daarop volgende reeks van passers malem op Boeboetan werden geor
ganiseerd. Maar al deze ter re inen waren, mede in verband met het plan om de Jaarmarkt voortaan weer
geregeld en op ru imere schaal te doen plaats hebben, vanwege de l igging en de groot te niet geschikt.
De Gemeenteraad van Soerabaia stond grat is, t o t wederopzeggens toe, een ru im te r re in af, gelegen in
de zoogenaamde „U i t b re i d i ng Ketabang-Noord" . D i t t e r re in werd op kosten der Gemeente opgehoogd en
in orde gebracht.
Van de to ta le opperv lakte hiervan, 87.000 m-, werd een langwerpig stuk, te r g roo t te
van 66.000 m^ met een naar de stad gekeerd f ron t van 210 m bestemd voor het eigenli jke
j aa rmark t t e r re in , te rw i j l het kleinere daar naast gelegen stuk van 21.000 m- ingericht zou worden
t o t spor t te r re in ; later zou d i t een eventueel noodige u i tbre id ing bij het j aa rmark t te r re in kunnen
worden get rokken.
De Jaa fla bu lus het va de
ge
ge
ve
en
d te en
t e
h
D
SC
ge
258
De gemoderniseerde Javaan uit het jaar 1907, in z'n Zondagsche plunje de
Jaarmarkt bezoekend. Z i e t hij er niet dandy-achtig uit met zijn bruinen
f lambard boven zijn hoofddoek, zijn hemd en gestreepte das aan, zijn groenen
buikband o m , waarboven een doublé-horlogekett ing bengelt, met zijn z w a r t
lusteren jasje en geurmakerige t rompa's ?! De parapluie en de sigaar maken
het beeld volledig. H e t geheel v o r m t een vroeger veel gehekelde combinatie
van Westersche en Oostersche kleeding en is te beschouwen als de eerste
demonstrat ieve uiting van het zich toenmaals ontplooiend Inheemsch intel lect.
Toen kwam de vraag aan de orde, of de op te r ichten gebouwen geheel zouden worden uit
gevoerd in t i jde l i jk mater iaa l , dan wel , of ze geheel of gedeeltel i jk permanent zouden worden
gemaakt.
Ti jdel i jk mater iaal zou het voordeel hebben, dat het aanzien van de Jaarmarkt te lken jare zou kunnen
worden veranderd, doch zou tevens het nadeelige gevolg met zich brengen van een zeer belangri jk jaarl i jksch
verlies ; de Passer Gambi r te Batavia b.v. of fert 28 t o t 35 mi l le op, door het telkens weer geheel afbreken
en opru imen der gebouwen na afloop der tentoonste l l ing.
Ten s lot te, werd voornamel i jk u i t economische overweging, besloten, om de hoofd- en zij-ingangen,
de restaurants, de dancing benevens de groote hoekstands en de muziektenten in djat ihout-construct ie op
te t rekken , te rw i j l het geraamte der exploi tat ieloodsen in i jzerwerk werd uitgevoerd en voor de wanden
en dakbedekking voor loopig t i jde l i jk mater iaal zou worden benut.
Het f ron t met een breedte van 210 m naar de stad gekeerd, met in het midden de hoofdingang en
te r weerszijden de uitgangen.
Het geheele f ron t kreeg een monumentaal aanzien door de opr icht ing van pylonen, in den vo rm van
een gestyleerden voorsteven van een schip, d i t naar aanleiding van het fe i t , dat Soerabaia de voornaamste
handels- en tevens marinehaven van Ned. Indië is. D i t schipmotief v indt men in den geheelen opzet der Jaar
mark t , voor zooverre in hout ui tgevoerd, ve rwerk t .
Als men het te r re in betreedt, door den hoofdingang, staat men voor een grooten en breeden weg, die
het geheel in tweeën verdeelt , te rw i j l in het midden van dien weg het Comi té- of hoofdgebouw zich verheft .
D i t gebouw, hooger gelegen dan de andere vaste opstal len, v o r m t het cent rum, van waarui t vier breede
wegen loopen, waaraan de groepen stands zijn gebouwd.
Het middenter re in word t omzoomd door kleinere randstands, waarvan de eentonigheid gebroken
wo rd t , doordat tusschen deze stands tooneeltenten zijn gebouwd, in Menangkabouwschen st i j l .
In aanmerking genomen den kor ten t i jd van voorbereiding en het samenvallen van deze 9e Soerabaia-
sche Jaarmarkt met de Jaarbeurs te Bandoeng, kunnen de resultaten van de eerste op het nieuwe te r re in
gehouden Jaarmarkt zeer zeker gunstig genoemd worden.
192.216 betalende bezoekers brachten aan entreegelden f 93.325,25 binnen, te rw i j l bij de in 1915
gehouden 8e Jaarmark t de entreegelden slechts f 23.064,76 bedroegen.
De Kampong Pertoekangan zal steeds een belangri jk deel van de Jaarmarkt u i tmaken.
259
De Weensche dameskapel op de 3e Jaarmarkt in 1907. Het was er — volgens oud-Soerabalanen — wat gezellig, als die juffers van de blauwe Donau streken, of je het hart weer jong maakten met een „Sourire d 'avr i l " .
Pogingen om toekangs van werkel i jk interessante Inlandsche Ni jverheid en Kunstni jverheid te
bewegen hun dessa's te ver laten om op de Jaarmarkt demonstrat ies van hun arbeid te geven, eischen
veel geduld en t i j d .
De afdeeling Pertoekangan van de 9e Jaarmarkt werd druk bezocht, n l . door circa 24.000
personen.
Groote steun werd ondervonden, doordat bij besluit van den Directeur van Onderwi js en Eeredienst
van 28 A p r i l 1923 No. 19275 V aan de Vereeniging werd vergund een goederenloter i j te houden t o t een
bedrag van f 100.000.—
Een dergel i jke goederenloter i j is daarom van zooveel belang, omdat de pri jzen worden aange
kocht bij de aspirant-deelnemers aan de Jaarmarkt , die daardoor tegemoetgekomen worden in hun
exposit ie-kosten.
De lOe Jaarmarkt 1924 werd twee maanden later in het jaar gehouden, n.l. van 27 September t o t 12
October 1924, zulks in verband met tentoonstel l ingen in andere plaatsen en met het einde van den maal t i jd
der suikerfabr ieken.
Op deze lOe Jaarmarkt werden voor het eerst de inzendingen naar haar aard in verschil lende afdee-
lingen ondergebracht en aldus onderscheiden in Technische Afdeel ing, Impor t , Detai lhandel, Buitenlandsche
deelname en Inheemsche Industr ieën.
Deze indeeling is op de volgende Jaarmarkten, dank zij haar practischen aard, vr i jwel ongewijzigd
gebleven.
Vermeld dient nog te worden, dat door verschil lende maatschappijen reducties van 15% t o t 5 0 %
op vracht en passage worden toegestaan voor personen, die op de Jaarmarkt exposeeren.
Ook bij deze Jaarmarkt was een goederenloter i j toegestaan, en wel t o t een bedrag van f 200.000.—,
waarvan de hoofdpri js bestond u i t een br i l lan ten col l ier t e r waarde van f40.000.—.
Vanzelfsprekend werd op de verschil lende jaarmark ten er ook voor gezorgd, dat voldoende at t ract ies
en vermakel i jkheden aanwezig waren, ten einde zooveel mogel i jk publiek te t rekken ; doch de vermakel i jk
heden bli jven slechts midde l , om het doel te bereiken. De Soerabaiasche Jaarmarkt is in de eerste plaats
reclame-inst i tuut .
Nu bestaan er verschil lende manieren om reclame te maken, doch geen enkele soort reclame heeft
zulk een nu t t ig effect, als die van directe aanraking tusschen kooper en a r t i ke l .
Bij de Me Jaarmarkt , dus de derde gereorganiseerde, werd gehouden van 26 September t o t en me t
I I October 1925.
Reclame, die op doeltreffende wijze l iet beoordeelen, hoe de ar t ike len waren, of die door oorspronke
l i jkheid de aandacht t r o k en boeide, werd nog te veel gemist.
260
Men, kon evenwel tevreden zi jn met het succes, bl i jkende u i t het fe i t , dat op het middenter re in alleen
werd deelgenomen doo r : a. 29 Technische Zaken ; b. 19 Impor t zaken ; c. 36 Deta i lzaken; d. 12 Diversen en
e. 7 Inheemsche Industr ieelen, totaal dus 103 deelnemers. Verder werden 15 kiosken ingericht, met een
to ta le oppervlakte van 283 m-.
Voor d ienst ru imte , secretariaat en kassiers, werden 9 randstands in gebruik genomen, te rw i j l het
zoogenaamde comité-gebouw, in het midden van het te r re in , werd verhuurd. Van de overschietende
randstands werden er 109 verhuurd.
Het f inancieel succes voor de S.J.V. werd nog verhoogd, doordat wederom een goederenloter i j werd
toegestaan van f 200.000.
Ook de Kampong Pertoekangan, waarvoor ter verkr i jg ing van een meer intensieve behart ig ing der
belangen een permanente commissie was ingesteld, bleek wederom een succes.
Tijdens deze Jaarmarkt werden verder gehouden een hondententoonstel l ing en een p lu imveetentoon
stel l ing, te rw i j l als e indat t ract ie een „karapan sapi" (Madoereesche st ierenrennen) werd georganiseerd.
Ten opzichte van de verhouding t o t de zustervereenigingen op Java kan worden medegedeeld, dat
daarmede besprekingen plaats vonden, teneinde langzamerhand te komen t o t een soort van keten van jaar
mark ten en tentoonstel l ingen, waardoor het voor buitenlandsche exposanten, vooral voor de Nederlandsche
fabr ikanten, met niet al te hooge kosten mogel i jk zou worden om het voornaamste deel van Java te
bewerken.
Die mogel i jkheid bestond reeds gedeeltel i jk doordat Bandoeng expositiegelegenheid gaf van eind
Juni t o t begin Jul i , Batavia met zi jn Pasar Gambi r van eind Augustus t o t begin September, de Soerabaiasche
Jaarmarkt van eind September t o t begin October.
Met het houden van een Semarangsche Jaarmarkt van eind Juli t o t begin Augustus, zou dan een keten
te vormen zi jn, welke voor Nederlandsche exposanten buitengewoon veel waarde moest hebben.
Bij de organisatie van het bovenstaande werd uitgegaan van de gevestigde meening, dat reclame te r
verkr i jg ing van buitenlandsche deelneming in het algemeen niet aan te bevelen was, daar de kosten daarvan
n immer behoorl i jk gedekt zouden kunnen worden.
vms: ^rwi'^^%^ •s^tf^r^^^^^p*' - »
Een luchtfoto van het tegen
woordige Jaarmarktterrein
op Ketabang met het daar
naast gelegen sportveld.
*Mê^* m **• • • - •
^gHiw De hoofdpoort bij avond in
feesttooi. Als de honderden lam
pions in de hooge t jemara's zijn
ontstoken en de stralenbundels
van de zoeklichten over de stad
zwaaien,dan biedt de Jaarmarkt
met „stands" en vermakel i jk
heden zwierige gezelligheid aan
duizendenSoerabalanen van alle
landaarden.
Daar echter onder den drang der omstandigheden verschil lende Hollandsche ondernemingen zich een
plaatsj'e t rachten te veroveren onder de van ouds gerenommeerde hier op Java, werd behoefte gevoeld aan
gelegenheid om in Nederlandsch-Indië reclame te maken, doch vooral ook aan behoorl i jke voor l ich t ing,
alvorens daaraan te beginnen.
Met het hiervoren vermelde voor oogen werd aan de voorbereid ing van de 12e Jaarmarkt , te houden
van 25 September t o t en met 10 October 1926, begonnen.
Hierb i j deden zich reeds spoedig groote moei l i jkheden gevoelen, waarvan de tegenslag bij het organi-
seeren der jaarl i jksche goederenloter i j wel de voornaamste was.
Eenschri jven van den Directeur van Justi t ie, dd.7 Januari 1926 deelde mede, dat de jaarl i jksche goede
ren lo ter i j , waarop door de S.J.V. steeds was gerekend, voortaan niet meer of alleen op geheel andere
voorwaarden zou worden toegestaan.
Een audiënt ie bij Z. E. den Gouverneur-Generaal, Mr. D. Fock, verleend aan eenige afgevaardigden der
Vereeniging, waarbi j de groote wenscheli jkheid werd betoogd van het behoud van de goederenloter i j der
S.J.V. in haar oorspronkel i jken v o r m , mocht geen effect sorteeren.
Bij die bespreking werd gewezen op den financieelen toestand der Vereeniging, de wenschelijk
heid om binnen afzienbaren t i jd alle schulden, der Vereeniging bij den opzet der eerste gereorga
niseerde Jaarmarkt in 1923 opgelegd, af te lossen en op de statuaire bepaling inzake het afstaan
van een belangri jk deel der overschotgelden aan vereenigingen, welke zich bewegen op het gebied der
l iefdadigheid.
Daartegenover stelde echter de Landvoogd de wenscheli jkheid van de groote jaarl i jksche geld loter i jen,
waardoor fe i te l i jk een einde werd gemaakt aan de eenigszins belangri jke goederenloter i j .
Z . E. stelde echter de mogel i jkheid in u i tz icht , dat der S.J.V., wanneer noodig, van Regeerings-
wege steun zou kunnen worden verleend door middel van een aandeel in een der groote geld loter i jen,
wanneer althans de Gemeente Soerabaia bl i jk zou geven, prijs te stellen op het voortbestaan der
Jaarmarkt .
D i t laatste geschiedde, doordat de Gemeente een subsidie vers t rekte van f 10.000.—, voor loopig alleen
voor het jaar 1926, te rw i j l bij wi jze van overgangsmaatregel door de Regeering toestemming verleend
werd voor een goederenloter i j g root f 50.000.— , doch op voorwaarde, dat het maken van winst
daarbij uitgesloten was.
262
Het financieele voordeel was hiermede vervallen en daardoor was te voorz ien, dat de aflos
singen aan credi teuren en obl igatiehouders voortaan wel niet in het overeengekomen tempo zou
kunnen geschieden.
Echter ook l ichtpunten waren te vermelden, bij de voorbereid ing van deze 12e Jaarmarkt , en wel , dat,
ondanks het fe i t , dat door de S.J.V. op geenerlei wijze reclame in het buitenland was gemaakt, steeds meer
verzoeken binnenkwamen van buitenlandsche handelszaken om inl icht ingen betreffende de Jaarmarkt ,
t e rw i j l als eerste gevolg van deze buitenlandsche belangstell ing een officieele Japansche afdeeling op deze
Jaarmarkt werd ingericht.
Een goed geleide acquisitie-campagne had t o t resultaat, dat 294 stands werden verhuurd aan 152 deel
nemers, benevens 17 grootere en kleinere kiosken. De to ta le verhuur beliep ru im f 64.000.—, wat hoopvol
stemde voor de toekomst .
Dat men met exposeeren op de Soerabaiasche Jaarmarkt succes heeft, b l i j k t ook wel duide
l i jk daarui t , dat de meeste exposanten te lken jare terugkeeren, te rw i j l men ook elk jaar enkele
nieuwe deelnemers opmerk t .
Het bezoekersaantal was voor deze Jaarmarkt minder dan het voorgaande jaar en d i t moet in de
eerste plaats geweten worden aan bomaanslagen op Zaterdag 2 Oc tober '26 in de Dancing, waarbi j gelukkig
slechts enkele personen onbeduidend gewond werden, doch welke vanzelfsprekend nadeeligen invloed ui t
oefenden op het bezoek van de daarop volgende dagen.
In den Kampong Pertoekangan had in dat jaar niet de gewone Ni jverheidstentoonstel l ing
plaats, doch deze afdeeling werd door medewerking van Europeesche en Inlandsche Bestuur
van Java en Madoera, de Zelfbestuurders van Java en vele part icul ieren ingericht t o t een
belangri jke tentoonstel l ing van het „Java- Ins t i tuu t " , omvattende houtsni jwerk, onderdeelen der
Javaansche en Madoereesche inter ieurkunst , bat ik- en weefkunst, goud- en zi lversmeedkunst,
wapensmeedkunst, prauwmodel len, bronzen voorwerpen ui t het Hindoet i jdperk, modern Javaansch
koperwerk, enz.
Verder vond wederom een druk bezochte hondententoonstel l ing plaats, te rw i j l de p lu imveetentoon
stel l ing achterwege moest bl i jven tengevolge van het heerschen van een ernst ig ziekte onder de gevederde
huisdieren.
Ondanks alle opgesomde remmende factoren kon de 12de Jaarmarkt toch nog op een
overschot van ru im f 32.000.— bogen, wat wel op de levensvatbaarheid der Jaarmarktveree-
niging wi jst .
Nog een avondfoto van een deel
van het uitgestrekte Jaarmarkt
t e r r e i n : het vroegere secreta
riaatsgebouw, thans restaurant,
in het centrum van de groote
middenallee.
lÜ"- ^ """"'_V.
— -
S^^^^^^^^^B M \aMHaraiKw«iJI^HE^M.<i
PWW" v'-^ï^ ^ t ^ ' ^ -
De verlichte sierlijke toegangspoort to t den Kampong Per-toekangan, waarin de Inheemsche nijverheid ieder jaar haar voortbrengselen exposeert.
De 13e Jaarmarkt , gehouden van 24 September to t en met 9 October 1927, leverde eveneens
een dergeli jk succes op en zulks ondanks het fe i t , dat aan de eigenli jke voorbereiding eerst v r i j
laat begonnen werd .
Gebleken was nameli jk in den loop van 1926, dat een zeker gevoel van onbehagen bestond bij
de Chineezen, omdat de winsten, bestemd voor u i tkeer ing aan liefdadigheidsvereenigingen, zooals
die bij de instel l ing van de gereorganiseerde Jaarmarktvereeniging in 1923 in vooru i tz icht waren
gesteld, maar steeds uitbleven en nog jaren — n.l. t o tda t aan alle verpl icht ingen zou zijn voldaan —
zouden ui tb l i jven.
Wel iswaar werd jaar l i jks u i t de kas der Vereeniging een bedrag van f5 .000.— ter beschikking gesteld
ter verdeeling onder l iefdadigheid uitoefenende vereenigingen, maar d i t was veel te weinig, om aan de
behoeften van die vereenigingen te kunnen voldoen.
Een bespreking met afgevaardigden van de verschil lende Chineesche vereenigingen leidde er toe, dat
voortaan 4 0 ' „ der netto-overschotten van de Jaarmarkten, na af t rek van f 40.000.— werkkap i taa l , ten
bate zou komen van de bedoelde liefdadigheidsvereenigingen en 60",, voor aflossing van de credi teuren
en obl igat iehouders der Jaarmarktvereeniging zou dienen.
Tevens werd besloten, dat jaarl i jks door de plaatseli jke Chineesche vereenigingen vier leden voor het
hoofdbestuur der S.J.V. zouden worden aangewezen, waarvan twee zouden worden gekozen om z i t t ing te
nemen in het dagelijksch bestuur.
Nadat credi teuren en obl igatiehouders in een daartoe belegde vergadering met het dagelijksch bestuur
hun instemming met een en ander hadden betuigd en een daarop volgende vergadering van het hoofd
bestuur der S.J.V. deze maatregelen had goedgekeurd, kon eindeli jk met kracht aan de voorbereid ing
der 13e Jaarmarkt worden begonnen.
Een goederenloter i j werd noode gemist en steun van Regeeringswege bleef u i t , ondanks het fe i t , dat de
Gemeente Soerabaia de S.J.V. met f 10.000.— subsidieerde en daarmede zeer duidel i jk te kennen gaf, „p r i j s
te stellen op het voortbestaan der Jaarmark t " .
De Vereeniging was dus, behalve op bovenvermelden steun der Gemeente op eigen krachten aange
wezen, doch deze bleken gelukkig voldoende te zi jn, om weer haar levensvatbaarheid aan te toonen.
264
Ook de 14e Jaarmarkt van 22 September t o t en met 7 October 1928 verl iep v lo t en succesvol.
Genoot de 13e Jaarmarkt de eer van een bezoek van Zi jne Hoogheid den Soesoehoenan van Solo, het
daarop volgende jaar toonde de Zel fbestuurder van Djokjakar ta, Z. H. Hamengkoe Boewono, zi jn belang
stel l ing in het streven der S.J.V.
Dat de bezoeken dezer beide vorsten met hun gevolg werden gewaardeerd, behoeft geen betoog.
De financieele resultaten van deze beide jaarmark ten waren zoodanig, dat de S.J.V. aan al haar
verpl icht ingen kon voldoen en dat aan liefdadigheidsvereenigingen na de Jaarmarkt in 1927 een bedrag
van f 12.442,36 en na die in 1928 zelfs f 15.630,70 kon worden afgestaan.
De 15e Jaarmarkt in 1929 leverde als resultaat een minder bedrag aan huur op dan het daaraan
voorafgaande jaar, welk verschil van ru im f 4.0C0 evenwel aan de belangri jkheid van de Jaarmarkt als
zoodanig bl i jkbaar niets afdeed, aangezien het aantal bezoekers met bijna 50.000 steeg, hetgeen een
vermeerder ing van ontvangsten tengevolge had van ru im f 12.000.
Ook de zoogenaamde Kampong Pertoekangan deelde in dien voorui tgang, te rw i j l de verkoop in deze
Nijverheidsafdeeling ti jdens de 16 dagen dezer Jaarmarkt steeg t o t een bedrag van ru im f 29.000 of
ongeveer f 7.000 meer dan het vor ige jaar.
Het groote succes van deze Jaarmarkt werd evenwel wat het financieele gedeelte betref t , getemperd
door het fe i t , dat in d i t jaar belangri jke bedragen moesten worden opgeofferd voor zeer noodzakeli jke
herstel l ingen en verbeter ingen, zooals het opvijzelen en te lood zetten van bijna alle in hout opgetrokken
toren l ichamen, aanbrengen van nieuwe fundeeringen, vernieuwing van de bamboe komedieloods e t c , ter
w i j l op herhaaldel i jk aandringen der standhouders in d i t jaar een oppervlakte van ± 550 m ' t r o t t o i r werd
aangelegd langs de stands, gelegen aan de hoofdallee met de bedoeling, elk volgend jaar door te gaan met
part ieele voorziening in d i t opzicht.
Verder moesten in den loop van d i t jaar, met het oog op de bedri j fszekerheid, de electrische grond-
kabels verzwaard, het geheele bovengrondsche net nagezien en degelijk verbeterd worden in verband
met de ju is t gestelde nieuwe eischen van den dienst van Wate rk rach t en Electr ic i te i t .
Een zeer gevoelig verlies t r o f de vereeniging door het aftreden van haar voorz i t te r , den heer Ir. G.J.
D i j kerman, Burgemeester van Soerabaia, wiens zetel in het Jaarmarktbestuur werd ingenomen door den
Resident t .b . J. F. Verhoog. De heer Di jkerman koesterde het voornemen voor goed naar Europa terug te kee-
ren, doch d i t laatste heeft niet zoo mogen zi jn, want op den 28sten Januari 1929 bracht het bericht van zijn
De voormalige groote dancing op het
achter terre in van de Jaarmarkt , ingericht
als „Japanese cherryblossom - garden".
(Foto Furukawa.)
over l i jden diepe ont roer ing in de harten van de leden der S.J.V., van welke vereeniging hij gedurende jaren het
voorz i t terschap bekleed had. Als heropr ichter en voorz i t te r van de Soerabaiasche Jaarmark t v^as Ir . Di jker-
man de man, die wist , vooru i tzag, leidde en bezielde.
De S.J.V. herdenkt hem met zeer groote erkente l i jkheid.
Ook de 15e Jaarmarkt van 28 September t o t en met 12 October 1929 had een gunstig ver loop en ken
merk te z ich, zooals boven reeds werd medegedeeld, door steeds groeiende belangstell ing.
Deze Jaarmarkt genoot de eer van een bezoek van Z. H. Prajadhipok en H. M. Rambaidarni , Koning en
Koningin van Siam, die met hun gevolg een reis over Java en Bali maakten en, te Soerabaia vertoevende, eeni-
ge uren op het Jaarmark t te r re in doorbrachten. A l het tentoongestelde werd met groote belangstell ing in
oogenschouw genomen, te rw i j l verscheidene stukken, die ex t ra de aandacht van het hooge gezelschap t r o k
ken, werden aangekocht en, hetzi j als curiosa, hetzi j als specimen onzer Nederlandsch-indische industr ieën,
hun weg vonden naar het Paleis te Bangkok.
H ierop volgde de 16e Jaarmarkt in 1930, die in het teeken stond der malaise, welke zich reeds begin
1930 deed gevoelen.
De verwachtingen van deze tentoonstel l ing waren in verband met de abnormale t i jdsomstandigheden
niet erg hoog, doch, daar de heerschende opinie is, dat ju is t in t i jden van depressie op alles en nog wat
bezuinigd behoort te worden, behalve ju is t op reclame, bleek, dat men in handelskringen het nut van
deelname aan de Jaarmark t wel inzag.
Het gevolg daarvan was, dat de technische afdeeling van de 16e Jaarmarkt , die eerst op 26 September
1930 geopend zou worden, reeds begin A p r i l geheel verhuurd was, te rw i j l ongeveer vi j f weken voor den aan
vang dezer Jaarmark t geen enkele stand meer onverhuurd was.
Ook de Kampong Pertoekangan was vol en meerdere aspirant-deelnemers moesten worden afgewe
zen, te rw i j l aanvragen voor het huren van open grond en het plaatsen van reclameborden binnenkwamen
t o t zelfs na de opening der Jaarmarkt .
Was aldus de verhuur voor deze Jaarmark t bi jzonder voorspoedig geweest, gedurende de Jaarmarkt
zelve werd ook door de S.J.V. de invloed der malaise gevoeld, hetgeen zich o.a. u i t te door een verminder ing
van het aantal bezoekers met 50.000.
Toch waren de eindresul taten, dank zij een voorz icht ig en zuinig beheer, voldoende, om aan alle
verpl icht ingen te kunnen voldoen, zoodat ook onder ongunstige omstandigheden de Jaarmarkt haar levens
vatbaarheid heeft bewezen.
NIEUW SOERABAIA
A F D E E L I N G 5
HET VERKEERSWEZEN
HOOFDSTUK 1
HOOFDSTUK 2
HOOFDSTUK 3
HOOFDSTUK 4
DE NED. INDISCHE SPOORWEG MIJ
DE „E LECTR I S C H E"
HET T A X I V E R K E E R
HET A U T O B U S V E R K E E R
I
0 D E NED.-IND. SPOORWEG MIJ. Het ontstaan van de lijn Soerabaia—Goendih. — De geschiedenis van deze lijn is nauw gekoppeld aan die der Solovallei-werken. — Uitbreiding van de li jn. — Opvoering van de treinsnelheid. — Uitbreiding van de werkingssfeer. — Vervoercijfers en tariefsmaatregelen. — Reizigersvervoer. — De N.I.S. in de spoorwegplannen van Soerabaia.
^ ^ poor „Lamongan" zoo duidt van oudsher de inheemsche reiziger hier ter stede de Goendih —
Soerabaia-lijn aan, en deze populaire benaming zal haar oorsprong wel hebben in het fe i t , dat het ver-
voerstraject zich oorspronkel i jk ook niet verder u i ts t rekte dan van Passer Toer ie t o t Lamongan (41 km) .
Di t oudste gedeelte van de later zoo belangri jk geworden Noordel i jke spoorverbinding tusschen Soe
rabaia en de Weste l i jk daarvan gelegen residenties werd op I A p r i l 1900 in explo i ta t ie genomen. Enkele maan
den later volgde de verlenging t o t Babat (21 km) , zoodat toen in totaal een baanlengte van 69 km voor het
algemeen verkeer was opengesteld.
Successievelijk, doch niet eerder dan Maart 1902, zi jn aansluitende baangedeelten voor het reizigers-
en goederenvervoer geopend, t o t op den len Februari 1903 de geheele S toomt ram Goendih —Soerabaia
(229 km) met een z i j l i jn t je Soemari—Grisee (14 km) in volledige explo i ta t ie was (totaal 243 km) .
Te Goendih werd aansluit ing gegeven op de t re inen van den breedspoorweg Semarang—Vorsten-
landen (spoorwijdte 1.435 m). De t ram l i j n zelf bezit de op Java als normaalspoor aangemerkte spoorwi jdte
van 1.067 m (die ook de S.S. bezit) , zoodat te Goendih overstappen van reizigers en overlading van goederen
noodzakel i jk is.
Bezat hiermede de streek, die ten opzichte van andere oorden op Java zoolang van i jzeren wegen ver
stoken gebleven was, eindeli jk haar vervoersl i jn, een snelle reisgelegenheid werd er niet door verkregen,
en het zou nog vele jaren duren alvorens de voor deze t r a m toegelaten ri jsnelheid van 30 km per uur *)
verhoogd werd .
Bij een dergeli jke lage treinsnelheid was de reis Soerabaia—Semarang zonder overnachting niet moge
l i jk. V o o r d e n lange-afstandsreiziger had de Goendih—Soerabaia-verbinding dan ook practisch geen waarde.
Voor het goederenverkeer was het spoorwegcontact tusschen de twee groote kuststeden wel
van belang.
De N.I.S.-tram in het toenmal ige stadium was echter in de eerste plaats van locale beteekenis. Met
den aanleg ervan werd beoogd de benedenvlakte van Java's grootste r iv ier (Solo-rivier of Kali Benga-
wan) t o t meerdere welvaart te brengen.
De concessie voor een t ramverb ind ing Soerabaia—Goendih werd verleend in het jaar 1896, in den t i j d ,
dat de u i tvoer ing der kostbare Solovallei-werken ru ime perspectieven bood.
De door de Soloval lei-werken te bevloeien oppervlakte zou in totaal 223.000 bouw beslaan, waar
van 71.600 bouw in het Rembangsche en 151.000 bouw in de Residentie Soerabaia waren gelegen.
Door het grootsche plan zouden voordeelen te bereiken z i jn, welke op een sti jging van 8 6 % der
inkomsten van de in de streek gevestigde Inlandsche bevolking werden geschat.
Men achtte toen te r t i j d , dat de gronden van de Solovallei in vruchtbaarheid niet behoefden onder te
doen voor die van de welvarende en dichtbevolkte Brantasdelta (Sidoardjo), en de verwacht ing bestond,
dat eerstgenoemd gebied, zoo d i t gebracht werd in een toestand van geregelde bevloeiing en af
water ing, een der meest productieve streken van Java zou kunnen worden, en wel in het bi jzonder
ten aanzien van de r i js tcul tuur.
*) Van 1900- 1905 was deze snelheid slechts 25 km per uur volgens het Algemeen Tramwegreglement van 1893.
268
Spoorwegen m Oostelijk-Java. Schaal t.z.ooa.oao.
J a V
e e
proemboe»
nedoeng Djal-he
. , Wilicml
rorakan r ^
y^onoiobo ^ ^ \ y OSa/ahga
TSel-jong
\Hagelang Bq/ö/a/i
Ojocja
\Qoettdih
Jjahrogo llerak Oerak _
\f1gii/on
^ Bod/onegon
Lamongaa ^
In d i t verband heeft de gedachte destijds voorgezeten, dat de streek door den aanleg der Solovallei-
werken voldoende rendeerend zou kunnen worden om op bevredigende wijze een spoorweg te voeden.
Aan den anderen kant heeft men de nadeelen van de aanwezigheid van een grootendeels aan den
spoorweg evenwijdig loopende en over het algemeen goed bevaarbare r iv ier ook reeds vroeg beseft, want
voormal ige concessieaanvragers (die de concessie niet toegewezen kregen) hadden de u i tvoer ing hunner
voornemens afhankeli jk gesteld van de inwi l l ig ing van hun verzoek, dat de Regeering gedurende 20 jaar
het verkeer met houtv lo t ten en goederenprauwen op de Solor ivier zou verbieden.
De geraamde kosten der Solovalleiwerken volgens het voorloopige plan in 1893 hebben
f 19.000.000.— bedragen, doch niet lang na den aanvang der werken bemerkte men, dat de raming
veel te laag was.
Een latere begrooting sloot op f38 .000.000.—.
De jaarl i jksche uitgave van 3 a 4 mi l l ioen gulden ten behoeve van den bouw werd al spoedig
als een bezwaar voor de Nederlandsche koloniale financiën gevoeld en het gevolg was, dat er in 1897
begonnen werd een mi l l ioen per jaar te bezuinigen.
Er was reeds f 10.5 mi l l ioen verwerk t , te rw i j l van de onderscheidene werken nog niets als vol
too id kon worden beschouwd.
Nog voor de opening van de Goendih —Soerabaiali jn werd de ui tvoer ing van het Solovallei-plan
op last van Zi jne Excellentie, den Minister van Koloniën geschorst (1898), omdat het zich l iet aan
zien, dat voor twerkende, de aanvankelijk noodig geraamde kosten van f 19.000.000.— belangrijk zou
den worden overschreden en omdat er intusschen twi j fe l was gerezen omt ren t het nut, de doelmatigheid
en de economische resultaten van een belangrijk onderdeel der ontworpen werken.
Latere onderzoekingen naar de wenschelijkheid de vroegere werken te hervat ten, dan wel op
andere wi jze in de bevloeiing te voorzien, hebben geleid t o t het toepassen van den bouw van wadoeks
I
LINKS:
R E C H T S :
Een groote knaap en een kleine van tempo-doeloe. De kleine locomotief werd in 1873 op de lijn Batavia—Buitenzorg in dienst gesteld en rijdt nu nog dagelijks tusschen Babat en Toeban.
Oud en nieuw mater iee l . De nieuwe 17 tons goederenwagen, geheel van ijzer en staal gebouwd, is het nieuwste op di t gebied. De r e m m e r is beschut tegen weer en wind.
(kunstmat ige water-reservoirs) . Zoo is in 1918 de wadoek Pridjetan t o t stand gekomen, welke een
opperv lakte van 6.000 bouw van water voorz ie t (Zuidel i jk van Babat) en in 1923, na vo l too i ing
der d is t r ibu t iewerken, in vol le explo i ta t ie werd gesteld.
Daarna heeft men de wadoek in de Patjal-vallei gebouwd, welke ongeveer f 3.000.000.— gekost
heeft en die 20.000 bouw bevloeit (Zuide l i jk van Bodjonegoro), te rw i j l nog op het p rogramma staat
de u i tvoer ing van den bouw van de wadoek Gondang (Zuidel i jk tusschen Babat en Lamongan) met
een bevloeiing van 20.000 bouw en die van de wadoek Kert jo-Tjawak-Lamong ( ten Zuiden van Lamongan)
met een bevloei ingsoppervlakte van 40.000 bouw.
De opening van andere l i jngedeelten had eerst vele jaren later plaats. Door den tegenvaller in ver
band met de schorsing van de Soloval lei-werken gaven de omstandigheden ui teraard weinig aanleiding t o t
het entameeren van nieuwe verbindingen, te rw i j l verder de ver t raging in de opening van aansluitende
l i jnen ook toegeschreven moet worden aan den invloed van den were ldoor log.
Na een lange rustper iode in den bouw van nieuwe ijzeren wegen werden tenslot te de navolgende z i j
takken aan de Goendih-Soerabaiali jn toegevoegd :
Opening o p :
I Mei 1919
I Aug. 1920
3 Jan. 1924
3 Jan. 1924
Van het l i jngedeelte :
Bodjonegoro—Djat i ro to
Babat—Toeban Merakoerak
Kandangan—Grisee
Semarang-Gambr ingan
Lengte
49
47
13
60 169
243 412
k m
km
km
km km
km km
Reeds in explo i tat ie
Totale lengte van de in explo i tat ie zijnde baanlengte
Zooals u i t het bovenstaande te constateeren val t , is het nog niet zoo lang geleden, dat een plaats als
Toeban (belangri jk handelscentrum voor Inlandsche producten) u i t haar landeli jk isolement verlost werd .
Een reis van Toeban naar Soerabaia en terug geleek te voren een avontuur l i jke onderneming. Ingeze
tenen van Toeban weten nog levendig te verhalen, hoe zij voor zoo'n ui tstapje verp l icht waren in het holst
van den nacht revei l le te houden, om daarna met het in die streek zoo bekende l igkarret je (t j ikar-veer of
„ t jenoenoek" *) op het pad te t i jgen, Babat-waarts, alwaar zij den eersten t re in naar Soerabaia gereed
vonden staan.
Eerst laat in den avond bracht hetzelfde vehikel hen na het „p le iz ie r re is je " half-ziek thuis.
De snelheid, waarmede de t re inen zich op de Goendih—Soerabaiali jn mochten bewegen, bedroeg eeni-
ge jaren 25 en daarna 30 km per uur. W e r d d i t in het begin der explo i tat ie geen bezwaar geacht, op den duur
t rad de noodzaak t o t opvoering der snelheid naar voren. In de eerste plaats was hiervoor noodig, dat de
baan vers te rk t werd .
* ) H e t Javaansche woord voor „ t raag" .
270
LINKS: De brandstofvoorraad op het locomotiefdepot te Soerabaia-Passer Toerie (djati-brandhout V, m gekloofd). De locomotieven vyorden uitsluitend met hout gestookt.
RECHTS: Massieve treinen vertrekken dagelijks van Soerabaia-Passer Toerie. Links de twee loodsen voor te verzenden, en te ontvangen goederen.
Bij besluit vanden Directeur van Gouvernements-Bedri jven werd in December 1910 vergunning verleend
om de snelheid op te voeren t o t 40 k m , te rw i j l in December 1911 vergunning t o t de snelheid van 45 km volgde,
toen de wi jz iging van het „A lgemeen reglement op den aanleg en explo i ta t ie van t ramwegen met machinale
beweegkracht, bestemd voor algemeen verkeer in Nederlandsch-Indië" (Staatsblad 1905) d i t toe l ie t .
In 1912 is de verhoogde rijsnelheid van 45 km per uur op de Goendih-Soerabaiali jn in toepassing
gebracht.
Ofschoon toen de reis Soerabaia—Semarang ook langs de Noordel i jke route mogeli jk was, bleef de
belangstell ing van het publiek voor deze reisr icht ing nog zeer lang afwezig en prefereerde men de reis met
de S.S. over Madioen.
Eerst op I Mei 1928 sloeg de balans over in het voordeel van de N.i.S., toen in doorgaande t re inen
zonder overstappen 2 x daags in elke r icht ing Soerabaia—Semarang of omgekeerd kon worden gereisd.
W e l was op 3 Januari 1924 de l i jn Semarang—Gambringan voor algemeen verkeer opengesteld, doch
daar er niet sneller dan met 30 km mocht worden gereden, had het geen zin den reisduur tusschen Gam
bringan—Semarang te verlengen met als eenig voordeel, dat onderweg niet behoefde te worden overgestapt.
De verrassing bestond h ier in , dat er door het Gouvernement wel vergunning was verleend t o t den
aanleg van een zware baan voor grootere snelheden, doch dat daarin nog geen toestemming was opgesloten
om de snelheid van 45 km in toepassing te brengen. De N.I.S. was derhalve verpl icht haar t re inen met 30
k m per uur te doen vervoeren in afwachting van de te verleenen vergunning.
De vert raging in het t o t standkomen van de verbinding door middel van doorgaande t re inen tusschen
Soerabaia—Semarang, welke dus duurde van 1924 t o t 1928, is hiermede toegel icht.
Gaandeweg heeft de Goendih—Soerabaiali jn, die in den aanvang een overwegend locaal karakter droeg,
zich geschaard onder de l i jnen welke hun werkingssfeer verder u i ts t rekken dan het eigen gebied, en zoo wer
den langzamerhand goederen van Soerabaia naar de Vorstenlanden vervoerd.
D i t was het begin van den concurrent ie-str i jd met de S.S., welke vele jaren geduurd heeft.
In A p r i l 1926 werd tusschen S. S. en N. I. S. het z.g. „ C o m p r o m i s " gesloten, waarbi j een
vervoers- en vrachtverdeel ing grootste en zwaarste machine
werd vastgesteld, die aan de deelen, welke op een spoorwagen concurrent ie een einde maakte.
Het vervoer naar de Vor
stenlanden, dat over Goendih
le idt , onderv indt door de uitne
mende out i l lage van evenge
noemd stat ion niet de minste
moei l i jkheid of vert raging. De Oude en nieuwe waardigheidsteekenenvan den stationschef.
te vervoeren zi jn, worden te
Goendih snel en zorgvuldig van
den smal- naar den breedspoor-
wagen of omgekeerd getrans
porteerd door middel van spe
ciale hef-bokken.
272
L I N K S :
R E C H T S :
De Kali Bengawan of Solo-rivier, die bij Tjepoe (gelegen op 140 k m van Soerabaia) nog goed bevaarbaar is en aldaar een breedte bezit van 152 m bij laag en 204 m bij hoog water . De spoorbrug bestaat uit 4 spanningen van elk 45 m.
Tjenoenoek of l igkarret je. H e t vervoermiddel voor langen afstand in het Rembangsche bij afwezigheid van spoor- en motorverkeer .
Ook naar de zijde van de Babat-Djombang-stoomtram had de N.I.S. haar invloed ui tgebreid, hetgeen
aanleiding is geweest, dat die l i jn in 1916 door het Gouvernement werd overgenomen.
Het rol lend mater ieel dezer t r a m was ingevolge de overeenkomsten van 1903, 1909 en 1913 in het
bezit gekomen van de N.I.S. en verhuurd aan de Babat—Djombang-tram. Bij de overname werd bedoeld
mater ieel weder te r beschikking van genoemde t r a m gesteld.
Het concurreerende r iv ie r t ranspor t op de kal i Solo heeft a l t i jd veel aandacht van de N.I.S. gevergd.
In 1910 werd het noodzakeli jk geacht om tar iefmaatregelen te t ref fen, welke succes hadden en de
groote vervoerders weder aan den i jzeren weg koppelden.
In de jaren 1925 en 1926 waren er voor tdurend pogingen gedaan om het houtvervoer langs de Solo
r iv ier te ontwikke len. In het begin van 1927 had het afvlot ten van hout belangri jke afmetingen aangenomen.
Van Tjepoe werden door den Dienst van het Boschwezen omvangr i jke houtv lo t ten van 100 m^ (40 x 5 x ^ g)
de r iv ier afgezonden. Bij de sluis te Boengah (nabij Sidajoe) werden de v lo t ten u i t elkaar gehaald en het hout
met prauwen door de kal i Mireng (oude monding der Solor iv ier) en over zee naar Tandjong-Perak en Kalimas
getransporteerd. Na onderhandeling met het Boschwezen werd een lager tar ie f door de N.I.S. vastgesteld
en kon de afvoer van het hout weder op de rai l worden gebracht.
Het t ranspor t van tabak u i t de bekende tabaksstreek Tjangaan, dat steeds per prauw naar Soerabaia
plaats vond, kon in het begin van 1929 voor het eerst naar den t re in getrokken worden in verband met de
verbeter ing van den landweg Tedjo—Tjangaan in aansluit ing op den weg naar het stat ion Soemberredjo.
Deze wegherstel l ing is door bi jzondere omstandigheden geschied op kosten der Maatschappij en is
als het ware te vergeli jken met den aanleg van een zijspoor in den vo rm van een verharden weg.
In den loop der jaren zijn verschillende goedkoope tar ieven ingevoerd voor het t ranspor t van Inland-
sche voedingsgewassen en producten.
De concurrent ie met het zeetransport tusschen Toeban en Soerabaia maakte het noodig, dat er een
buitengewoon laag tar ie f moest worden geheven voor : copra, gaplek, kapok, kapokpi t ten, katjang, kedele,
ma'is, r i jst en suiker.
Van de zijde van de vrachtauto werd nog geen noemenswaardige concurrent ie ondervonden, hetgeen
voornamel i jk te danken is aan de reeds over het algemeen zeer b i l l i jke ra i l tar ieven, die gericht zi jn tegen
de actie der mededingende sappie-karren.
Het reizigersvervoer, dat voor tdurend een jaari i jksche sti jging vertoonde was in de tweede helft van
1921 minderende, en is de volgende jaren geleideli jk bl i jven terugloopen, niettegenstaande diverse tariefs-
maatregelen.
De auto's en de autobussen waren op het te r re in van den str i jd verschenen en hebben zich sedert dien
een bli jvende plaats onder de vervoermiddelen veroverd.
a I d
z
d
z
g
d h
In de tweede helft van 1929 waren symtomen
aanwezig, welke er op wezen, dat de teruggang zijn
laagste punt bereik t had. Geacht kon toen worden,
da t de vervoersverdeeling tusschen spoor en auto
zich automatisch had ingesteld. Door de ingetreden
malaise is het reizigersvervoer toert toch bli jven
dalen.
Te Soerabaia-Passer Toer ie bestaat een bi jzonder
d ruk forensenverkeer van inheemsche reizigers. Een
zestal „v roeg- t re inen" bevatten groote aantallen passer-
gangers, en naar den aard der aangevoerde passerwaren
zi jn de populaire namen ontstaan van : gras-trein, toe
wak- t re in , k ippen-t re in, enz.
De druk te bij aankomst maakt het noodig, dat deze
t re inen ontvangen worden in een omheinde ru im te of z.g.
„koeroengan" , waarbi j poor tcont rö le word t toegepast.
De maatregel is noodzakeli jk, niet alleen om behoorl i jk
cont ro le te kunnen uitoefenen op de hoeveelheid der
meegevoerde passerwaren (elke reiziger heeft een piko-
lanvracht vr i j ) , maar ook om de plaatseli jke koelies bij
de aankomst van den t re in op een afstand te kunnen
houden, daar anders de uitstappende passergangers te
veel last ondervinden van de hen opwachtende Madoe-
reesche „pakjesdragers", die hun diensten op i n t im i -
deerende wijze opdringen, welk gedoe voor de invoe
r ing van den maatregel vaak t o t vechtpart i jen aan
leiding gaf.
N ie t zoodra is de t re in t o t sti lstand gebracht, of
iedereen haast zich naar de markt-wagens (speciale voer
tu igen ingericht voor het t ranspor t der passerwaren),
en t racht met den meesten spoed in het bezit te komen
van zijn goederen. Z i jn de manden aan den stok gehangen
en heeft de passerganger zi jn pikolan eenmaal op den
schouder, dan kan hij ongestoord de „koeroengan" ver
laten.
Het „va et v ien t " van de massa's koelies, die er
noodig zijn voor het havenbedrijf en de industrieele
ondernemingen, is mede een voorname oorzaak van de
dagelijksche reiz igersdrukte.
Een interessante vergel i jk ing leveren de volgende
cijfers, waaru i t b l i jk t , dat het reizigersvervoer te Soe-
rabaia-PasserToerie grooter is dan op de dr ie S.S.-
stations tezamen:
Totaal aantal reizigers (in „ver t rek" - r i ch t ing) :
1928
1929
W o n o k r o m o ,
Soerabaia-Goebeng
Soerabaia-Kotta
690.996
698.330
Soerabaia-
Passer Toer ie
809.301
750.349
De sneltrein langs de Noordelijke verbinding tusschen Soerabaia en Semarang.
Olie-vervoer der B.P.M.
Dagelijksche intocht te Soerabaia-Passer Toerie van de palmwijnverkoopers uit Grisee met den „toewak-trein". De bezetting van de rijtuigen bestaat hoofdzakelijk uit toewak-verkoopers.
De terreinen der houthandelaren rijen zich tot lange straten op het emplacement te Soerabaia-Passer Toerie. Hier wordt het beste djatihout van lava verhandeld.
De oplossing van het vraagstuk der spoorverbindingen in en om Soerabaia, dat in 1916 in het
brandpunt der algemeene belangstell ing stond, heeft voor de Goendih — Soerabaiali jn geen bi jzondere
veranderingen gebracht.
Het bezit eener rechtstreeksche N.I.S.-verbinding met de haven heeft a l t i jd wel op het verlangl i jst je
van de Maatschappij gestaan, doch moest ook bij deze gelegenheid t o t de v rome wenschen bli jven behooren.
Het eerste streven naar een rechtstreeksche zeeverbinding dateert u i t den t i jd der opr icht ing van de l i jn .
Het N.I.S.-jaarverslag van 1899 zegt h ie romt ren t het volgende :
„ D e pogingen, aangewend om het stat ionsemplacement onzer Maatschappij te Soerabaia op een
voudige wi jze met de Kali Mas en zoodoende met den waterweg naar de reede aldaar in verbinding te bren
gen, waren tevergeefsch . Het stat ionsemplacement te Soerabaia kan niet anders worden aangelegd, dan op
eenigen afstand van den waterweg.
Daar in de naaste toekomst een directe verbinding tusschen het vervoer per t r a m en het zeetrans
por t onmisbaar is voor de ontwikke l ing van het goederenverkeer langs den t ramweg, werd aan Zi jne Excel
lent ie den Gouverneur-Generaal van Nederiandsch-lndië vergunning gevraagd voor den aanleg en de ex
p lo i ta t ie van een zi j tak Soemari —Grisee, lang ongeveer 15 k m , aansluitende te Soemari op den S toomt ram
weg Goendih —Soerabaia".
De verbinding S.S.—N.i.S. te Soerabaia bleef bij de u i tvoer ing der Soerabaiasche spoorwegplannen me t
een geringe verplaatsing van het aansluit ingspunt op het overgangsstation Missigit-S.S. gehandhaafd.
De bouw dezer nieuwe verbinding, welke van oudsher slechts bedoeld is als een doorvoerweg ten be
hoeve van het goederentransport , kwam in 1926 t o t stand.
In de Soerabaiasche spoorwegplannen is een oogenblik plaats geweest voor een verhoogd Centraal
stat ion „Soerabaia-Hoog" ongeveer in het verlengde van de Djoharlaan aan de overzi jde der kal i , waar S.S.-
en N.I.S.-reizigerstreinen zouden samenkomen.
Daar aan deze oplossing geen u i tvoer ing werd gegeven, liggen de eindpunten van het reizigersverkeer
momentee! nog te Soerabaia-Kotta respectieveli jk te Soerabaia-Passer Toer ie met een tusschenafstand van
ongeveer I k m .
De uitwissel ing van reizigers tusschen de beide stations biedt een gewilde verdienste aan het door
middel van dogcarts en taxi 's bewerkstel l igde plaatseli jke vervoer.
Na het u i t de t re inen st roomen der reizigers is het een „ge tawar " van belang tusschen passagiers en
vervoerders. Te Passer Toer ie k l i nk t het gewoonl i jk „P ig i Malang, t oean ! " en te Soerabaia-Kotta „Spoor
Lamongan, mas !". En niet zoodra is de prijs van het r i t je wederzijds geaccepteerd, of de wedloop naar het
nevenstation neemt een aanvang.
Aan de snelheid van het vehikel onderkent men den volksaard van den koetsier. De „v l iegende" kar
retjes bezi t ten ongetwi j feld een Madoerees als paardenmenner, verzot als hij is op wedloopen, waaraan hi j
reeds als jongen placht mee te doen, zij het dan ook met een ploeg sappies als t rac t ie .
Van groot voordeel mag het geacht worden, dat de afstand van het N.i.S.-emplacement t o t deTandjong
Perak-haven (stat ion Kalimas-S.S.) slechts enkele k i lometers bedraagt, als gevolg van het fe i t , dat de haven Wes
te l i jk van de r iv iermonding is gebouwd. De weg naar de andere zijde der Kali Mas le idt over het verdeelempla-
cement Sidotopo-S.S. naar het stat ion Prins Hendr ik .
De kosten voor het vervoer van goederen tusschen
N.I.S. eenerzijds en de beide S.S.-kuststations Kalimas
en Prins Hendr ik anderzijds zi jn geli jk, zoodat er in d i t
opzicht geen voorkeur behoeft te bestaan bij de keuze
van het punt van afscheep of impo r t van goederen.
Dat zich de goederenbeweging zienderoogen naar
de Westz i jde van de Kali Mas verplaatst, is toe te
schrijven aan het voordeel van den kor teren weg daar
heen, doch in het bi jzonder aan de mogeli jkheid van
de directe verplaatsing der goederen: schip —wagon De opstelling van dogcarts en auto's te Soerabaia-PasserToene, welke een snelle ontruiming van het stationsplein toelaat. o f o m g e k e e r d .
e DE „ELECTRISCHE".
M.
De toename van het reizigersvervoer en de daardoor noodzakelijk geworden uitbreiding der t re in-formatle van de stoomtram vormden een belemmering van het overige straatverkeer. — Plannen voor den aanleg van een electrisch tramnet. — De aankoop van Darmo. — Aanleg stoomtramli jn en Wono-kromo — Koepang —Stadstuin. — De openstelling op 2 Maart 1916. — De zijtak naar de haven in Augustus 1920 in bedrijf genomen. — De lijnen I, I I , III en IV der „electrische" in 1923 in exploitatie genomen. — De baanaanleg. — Het woningpark op Sawaan. — Een nieuw ti jdperk op verkeersgebied.
leer dan tw in t i g jaren geleden had het stadsverkeer te Soerabaia reeds een zoodanigen omvang aan
genomen, dat de bediening daarvan door de s toomt ram geen bevrediging meer schonk. De nauwe straten
hadden slechts aanleg van een enkelsporige baan met een gering aantal wisselsporen toegelaten, waardoor
de dienstregeling als het ware aan banden was gelegd en de t re inenloop niet boven een bepaalde f requent ie
kon worden opgevoerd.
Oorspronkel i jk bestond hiertegen geen enkel bezwaar, doch toen het reizigersvervoer zich in den loop
der jaren meer en meer on tw ikke ld had, deden zich groote moei l i jkheden voor. Doordat het aantal t re inen
niet kon worden vermeerderd, moest, teneinde het reizigersvervoer zooveel mogel i jk te beheerschen, u i t
breiding worden gegeven aan de t re in fo rmat ie . De u i t 5 a 6 (soms zelfs8) r i j tu igen bestaande t re inen veroor
zaakten overlast aan de bewoners en belemmering voor het overige straatverkeer, dat met de ontwikke l ing
van het reizigersvervoer geli jken t red gehouden had.
Bovendien l iet de bediening van het reizigersvervoer, tengevolge van de geringe t re inf requent ie (een
halfuur-dienst) te wenschen over. U i t het verslag over het jaar 1911 b l i jk t , dat de
stoomtram-maatschappi j zich toen reeds geruimen t i jd had bezig gehouden met het vraagstuk, hoe in de verkeerstoestanden te Soerabaia verbeter ing zou moeten worden gebracht.
Aangezien de oplossing hiervan echter noodzakeli jk verband moest houden met de beslissing, welke omt ren t de verbeter ing der haveninrichtingen zou worden genomen, kon eerst in genoemd jaar, nadat de onzekerheid, waar in men op d i t gebied sedert 1898 had verkeerd, was opgeheven, t o t de u i twerk ing van een plan t o t verbeter ing van het t ramverkeer worden overgegaan.
Voor het stadsverkeer werd een electrische t r a m met dubbel spoor geacht het verkeersmiddel te z i jn, dat aan de eischen des t i jds ten volle zou beantwoorden.
Het plan voor d i t stadsnet omvat te de volgende li jnen :
I. een l i jn van W o n o k r o m o naar het W i l -A. Terkuhie, die van 1912 tot 1933 werkzaam was als ingenieur lemsplein via de Palmenlaan. bij de Zustermaatschappijen (Semarang-Joana.Semarang- „ ^^^ ,.. ^^^ Goebeng via Simpang, op Cheribon, Serajoedal- en Oost-Java Stoomtram Mij) en o.m. . . . ^. • . „ • •- . • . ^ j u j - ^ I *«.. ^»» A^„ het kruispunt Simpang-hoek Palmenlaan, belast IS geweest met de voorbereiding en later met den r r 6 > aanleg der electrische lijnen te Soerabaia. aansluitende op lijn I.
Het aspect van Simpang tijdens den baan-aanleg voor de „electr i -sche". De rails zijn reeds gelegd, maar de straat is nog opengebroken. Werklieden r i jn bezig om de bovengrondsche telefoon-leidingen onder den grond te werken. Rechts ziet men den leelijken blinden muur (later afgebroken) van de Automobiel Mij Verwey en Lugard. Op den achtergrond : de Simpang-Apotheek. Wat is het uiter l i jk van dit stadsdeel thans enorm verbeterd !
I I I . een l i jn , aansluitende op l i jn I van Toendjoengan naar de woonwi jk Sawahan.
IV. een l i jn van het Wi l lemsp le in door de Heerenstraat, ongeveer te r hoogte van den Westerbu i ten
weg aansluitende op de hierna te noemen ontworpen l i jn naar het nieuwe havengebied, behoorende t o t
het s toomt ramnet .
Men meende voorts, dat het belangri jke verkeer van de landstreek ten Zuiden van W o n o k r o m o me t
de stad Soerabaia — in hoofdzaak mark tverkeer — niet door de stad zou moeten worden geleid en dat d i t
verkeer het best door een s toomt ram zou worden bediend.
In verband hiermede werd een s toomt raml i jn ontworpen, welke te W o n o k r o m o van de
bestaande l i jn zou afbuigen en verder langs Koepang en Passer Toer ie, westel i jk om de stad
loopende, door de Regentstraat aan de bestaande s toomt raml i j n naar den Oedjoeng zou aan
slui ten. Bovendien werd een zi j l i jn geprojecteerd naar het nieuwe havengebied ten Westen van
de Kal imas, waarbi j de bedoeling voorzat daarop ook electrische t ract ie toe te passen (vgl . de
h iervoor genoemde l i jn IV) .
4 Mei 1911 werd concessie aangevraagd voor de geprojecteerde s toomtraml i jnen en 6 November
d.a.v. voor het electrische stadsnet.
De concessie voor de s toomt raml i jn werd 6 Januari 1913 ver leend; de concessiebehan
del ing der electrische l i jnen zou echter veel meer t i jd vorderen, waarop hieronder nader zal
worden teruggekomen.
intusschen werden voor den aanleg van de
s toomtraml i jnen en van het electrisch t ramwegnet
reeds voorbereidende maatregelen getroffen, meer
in het bi jzonder te r zake van de onteigening van de
voor den t ramaanleg benoodigde gronden.
De aanleg van wissels op het Wil lemsplein. Links, voor het voormalige gebouw van de „ In ternat io" , staat een oude kan-toorwagen, die men thans niet meer ziet. Rechts : de nieuwe centrale „Noo rd " .
Een van de eerste proefrit ten van de „electrische", waarvoor de jongensweezen werden uitgenoodigd. De beide t ram-wagens zijn feestelijk versierd
De vele moei l i jkheden, daarbij ondervonden, zi jn voor de Maatschappij aanleiding gev\^eest t o t
aankoop van het geheele part icul iere land Darmo, ter groot te van 2,8 mi l l ioen m-. Deze aankoop
heeft den stoot gegeven t o t den aanleg van geheel nieuwe woonwi jken in het meest Zuidel i jk deel
der Gemeente. Door den ingenieur Maclaine Pont werd een ui tnemend plan opgemaakt voor de bebou
wing van bedoeld land en in aansluit ing daarop werd een bouwplan gemaakt voor het land Koepang,
dat gelegen was tusschen Darmo en de toenter t i jd meest Zuidel i jk gelegen woonwi jk van Soerabaia
rond de Palmenlaan.
Sindsdien is voor tdurend aan de vol tooi ing van die plannen gewerkt , zoodat het grootste deel d ier
gronden thans reeds is bebouwd en een geheele nieuwe stadswijk is verrezen.
Nadat de concessie van de s toomtraml i jn was verkregen (6 Jan. '13) werd overgegaan t o t den aanleg
van de hoofdl i jn Wonokromo—Koepang—Stadstuin.
De ta l r i j ke onteigeningsmoeil i jkheden, in het bi jzonder daar waar de l i jn de Chineesche begraafplaat
sen moest doorsnijden, belemmerden echter in ernstige mate den voortgang van het werk, zoodat de l i jn
eerst den 2en Maart 1916 voor het verkeer kon worden opengesteld.
Z i j heeft een lengte van 7,4 km en is in dubbel spoor geheel op vr i je baan aangelegd, opdat een zoo
snel mogel i jke bediening van het buitenverkeer zou worden verkregen.
De aanleg ging gepaard met den aanleg van een ru im ennplacement te W o n o k r o m o . In totaal hebben
de kosten rond een mi l l ioen gulden bedragen.
Daar in de meeste gevallen bij den aankoop der voor de t rambaan benoodigde gronden de eisch gesteld
werd , dat door de Maatschappij langs de t rambaan een weg voor gewoon verkeer zou worden aangelegd,
kwam met de t ram l i j n buiten de stad om tevens een groote verkeersweg tusschen W o n o k r o m o en het cen
t r u m der stad t o t stand, waardoor de nauwe stadswegen, zooals Toendjoengan, Gemblongan en Passer Besar,
van het bui tenverkeer ontlast werden, hetgeen ui teraard voor het stadsverkeer een groote verbeter ing
beteekende.
De aanleg van den zi j tak naar het nieuwe Havengebied ondervond nog meer s t remming , voor
nameli jk als gevolg van de vertraging, welke de aanleg der havenwerken ondervond en verder als
gevolg van het fe i t , dat de bouwplannen voor de terre inen tusschen den Griseeschen weg en den Stadstuin,
welke ter re inen door de nieuwe t rambaan zouden worden doorsneden, niet def in i t ief konden worden
vastgesteld. In verband met d i t laatste werd voor de t r a m een t i jdel i jk tracé langs den Wester
buitenweg gekozen.
De eerste „electrische" r i jdt over Passer Besar. Links en rechts zijn de afsluithekken zichtbaar van den spoor-overgang, die, toen de „hooge baan" nog niet was aangelegd, daar den straatweg kruiste.
Deze zi j l i jn werd in Augustus 1920 in bedri j f genomen. Aanvankel i jk enkelsporig aangelegd, werd het
bij de u i tvoer ing der electr i f icat ieplannen tusschen den Griseeschen weg en Tandjong Perak verdubbeld om
een groote f requent ie van den dienst met electrische t ract ie mogel i jk te maken.
De to ta le lengte van deze zi j l i jn bedraagt 5,6 km, waarvan 4,2 km dubbelsporig. De kosten van deze
zi j l i jn hebben rond f 500.000 bedragen.
W a t de electrische l i jnen betref t , werd — zooals hiervoor reeds is medegedeeld —6 November 1911
een concessieaanvrage ingediend. Met het ontwerp der concessievoorwaarden verklaarde de Gemeente
zich 23 October 1912 te kunnen vereenigen.
Toch zou de concessie nog geruimen t i jd op zich laten wachten, als gevolg van een hinderpaal van eigen
aardig karakter . De concessievoorwaarden waren n.l. gebaseerd op een Koninkl i jk Besluit (van 27 September
1910), waarbi j de bevoegdheid t o t het verleenen van concessies voor t ramwegen binnen het gebied eener
gemeente aan den gemeenteraad werd toegekend. Di t Besluit werd afgekondigd, evenwel werd de datum
van inwerk ingt red ing niet bepaald, zoodat de gemeenten nog niet in de gelegenheid waren zoodanige con
cessies te verleenen.
O m redenen, welke hier buiten beschouwing kunnen bl i jven, was de Regeering niet voornemens een
datum van inwerk ingt red ing vast te stellen en daarom werd aan de concessie een zoodanigen vo rm gegeven,
dat zi j door den Gouverneur-Generaal kon worden verleend door u i t het oorspronkel i jke on twerp , dat be
stemd was om te dienen voor een door de Gemeente te verleenen concessie, de bepalingen te verwi jderen,
welke een verbintenis behelsden tusschen de Gemeente en de stoomtram-maatschappi j en deze bepalingen
over te brengen naar een overeenkomst, bestemd om tusschen de Gemeente en de stoomtram-maatschappi j
afzonderl i jk te worden gesloten, tegeli jk met het aanvaarden der concessie.
De Gemeenteraad hechtte den I5en A p r i l 1914 aan deze overeenkomst zi jn goedkeuring, waarna de
concessie door den Gouverneur-Generaal bij Besluit van 25 November 1915 werd verleend.
Intusschen waren nog eenige wijzigingen in de overeenkomst noodig gebleken, zoodat deze eerst op
20 Februari 15 Maart 1917 werd geteekend ; de concessie werd den I9en November d.a.v. aanvaard.
De kaarten voor den aanleg van de electrische li jnen werden in dezelfde maand bij den Gemeenteraad
ingediend.
Sedert de indiening der concessieaanvrage was door vorengenoemde omstandigheden geruimen t i j d
verstreken en bij de betrokken autor i te i ten was ernstige twi j fe l ontstaan o m t r e n t de doelmat igheid der in
de concessie opgesomde l i jnen. Het vraagstuk werd daarom op verzoek van den Gouverneur-Generaal on
derworpen aan het oordeel van den in 1918 op Java vertoevenden t ramspecia l i te i t Van Eelde, die terzake
278
een advies u i tbracht , dat door de Gemeente en de Maatschappij werd aanvaard. Het in de concessie
omschreven l i jnennet bleef daarbi j onveranderd ; slechts de ingediende kaarten moesten worden o m
gewerkt . Nadat d i t was geschied, werden zij 27 Augustus 1919 door de Gemeente goedgekeurd, waarna
t o t bestell ing der benoodigde mater ia len kon worden overgegaan en de aanleg met kracht ter hand
kon worden genomen.
Waren bijna 8 jaren noodig geweest om de zaak op papier te regelen, de aanleg zelve zou belangri jk kor teren t i jd in beslag nemen.
Nadat de li jnen tusschen W o n o k r o m o en Palmenlaan gereed gekomen waren, werd met ingang van
I Juli 1922 vergunning verkregen om t i jde l i jk van d i t baanvak voor het s toomtrambedr i j f gebruik te
maken, zoodat vanaf genoemden datum de l i jn langs Groedo buiten gebruik kon worden gesteld.
Den 15en Mei 1923 werd l i jn f, loopende van W o n o k r o m o naar het Wi l lemsp le in in explo i ta t ie
genomen; daags daarna volgden l i jn i l , het gedeelte tusschen de toen in aanbouw zijnde brug over de
Soerabaia-rivier en de Palmenlaan, en l i jn l i l , loopende van Toendjoengan naar Pesawahan.
Li jn iV, loopende van het Wi l lemsp le in langs de iHeerenstraat, den Griseeschen weg en verder naar de
haven Tandjong Perak, kwam den I2en Juli d.a.v. in explo i ta t ie .
Na het gereedkomen van de brug bij Kajoon, waarvan de kosten door de Gemeente en de s toomt ram
maatschappij elk voor de helft gedragen werden, werd op 11 Februari 1924 ook het gedeelte van l i jn l i op den
rechteroever van de kal i Mas in explo i tat ie genomen, zoodat op laatstgenoemden datum het geconcedeerde
net van electrische l i jnen geheel in explo i tat ie was. De kosten van aanleg (met inbegrip van gebouwen en de
woningwi jk te Sawahan) hebben 5 a 6 mi l l ioen, die voor het rol lend mater iaal 1,2 mi l l ioen gulden bedragen.
Teneinde de dienst zoo v lo t mogel i jk te doen verloopen en het andere verkeer zoo m in mogeli jk te h in
deren werd overal , waar zulks mogel i jk was, de t r a m op een eigen baan aangelegd; zoo liggen de li jngedeel
ten Wonokromo—Palmenlaan en Griseesche weg—Tandjong Perak geheel op vr i je baan. Gebruik is gemaakt
van het gewone vignolaspoor op dwarsliggers, waarbi j rails van resp. 33,4 kg en 25,7 kg per m zijn gebezigd.
in de stad moest het spoor evenwel in de straten worden gelegd; toegepast werd het ook in Hol land gebruikel i jke groefspoor met spoorstaven van 56 kg per m.
Al les bijeen werd door de Mij in de aanlegjaren 59.000 m^ wegverharding met asfalteering in de
stad gemaakt.
Ondanks de vele moei l i jkheden, die zich bij een zoodanigen aanleg in een drukke stad voordoen —
Nog een foto van Passer Besar met de „electr i sche". Links : het voormalige taartjespaleis van Gr imm, waarin later de Dunlop Banden Co. v^erd gevestigd. Rechts, waar nu het Luxor-theater staat, hetgebouw van den inmiddels opgeheven machine-handel J. F. Hellendoorn. Op den voorgrond : een tweetal dogears.
Het hoofdbureau Wonokromo.
van de Oost-Java Stoomtram Mij. te
Het station Wonol<romo, der O.J.S., waar zoowel de electri-sche als de stoomtramli jnen haar begin en eindpunt hebben.
De remise der ,,electrische" op Sawaan.
gewezen moge worden op de ta l r i j ke diensten die
daarbi j betrokken zijn — had die aanleg een v lo t
ve r loop : in het najaar van 1921 werd de eerste spa
in den grond gestoken in de Princesselaan, in Mei
1923 kon het bedri j f geopend worden.
Het r i jdend personeel (Inl.) voor de electrische
l i jnen bestaat u i t 93 conducteurs en 71 wagen-
bestuurders.
Ten behoeve van d i t personeel werd te Pesa-
wahan een woningpark gebouwd, bestaande u i t :
27 woningen, bevattende voorgaler i j , 2 kamers
en I keuken.
28 woningen, bevattende 2 kamers en I keuken.
1 commensalenhuis, bevattende 14 kamers en
I gemeenschappelijke keuken.
2 pavil joens, elk bevattende 5 kamers.
Bovendien beschikt de Maatschappij over 40 Inl .
woningen te W o n o k r o m o — e l k bevattende een voor
galeri j met 2 kamers —, waarvan een gedeelte eveneens
voor personeel der electrische l i jnen bestemd is.
De huur der woningen bedraagt voor de k le i
nere typen f 4 . — p.m. en voor de grootere f 6 . —
p.m., te rw i j l voor een kamer in het commensalenhuis
f 2 . — p.m. verschuldigd is.
Dat de dienstwoningen in een behoefte voorz ien,
b l i j k t u i t de omstandigheid, dat het slechts hoogst
zelden voorkomt , dat er een leeg staat.
Met de invoering van het electrisch t rambedr i j f
brak ten aanzien van het verkeer te Soerabaia een
nieuw t i jdperk aan. De lange en voor het drukke gewone
verkeer vaak zeer hinder l i jke s toomtrams verdwenen
ui t de nauwe straten, te rw i j l verschil lende stadsgedeel
ten , die tevoren van t ramverbindingen verstoken wa
ren geweest, in het t ramwegnet werden opgenomen.
De invoering kwam echter op een zeer ongun
stig t i jdst ip . Terwi j l met den aanleg een aanvang werd
gemaakt in een t i jdperk van hoogconjunctuur, had bij
de opening de malaise haar intrede gedaan. Onder alle
lagen van de bevolking was de weivaart sterk vermin
derd. Daarbi j kwam, dat de tax i als concurrent was ko
men opdagen en een deel van het vervoer t o t zich t r ok .
Het electrisch bedri j f ondervond van deze beide
factoren in ru ime mate de nadeelige gevolgen. Van
welken invloed desondanks de grootere f requent ie
en het meerdere comfor t op het vervoer waren, is
zeer duidel i jk gebleken op l i jn IV, waarop de exploi
ta t ie practisch eerst den I9en Mei 1924 ui ts lu i tend
electrisch werd gevoerd. Hoewel zonder u i tzonder ing
het reizigersvervoer op alle spoor- en t ramwegen
was teruggeloopen, nam op deze l i jn in genoemd
jaar de opbrengst vr i j belangri jk toe.
zi
d
m
i n
st
280
0 H E T TAXIVERKEER. H e t aantal taxi's neemt na 1921 sterk toe. — De vinnige concurrentiestrijd tusschen t r a m en tax i . —
V Requesten van den Sobova (1922 e n ' 2 4 ) . — De gemeenteverordening van 1925.—Verpl ichte keuring
van alle taxi's en van de chauffeurs (1926). — De taxi- tar ieven .— „'I Histoire se répète" . —
oor en ti jdens de hausse-jaren (1919—1921) waren s toomt ram, dogcar en kossong vr i jwel de eenige
publ ieke middelen van vervoer.
Het aantal taxi 's was toen nog betrekkel i jk gering. D i t nam eerst na de jaren der hoogconjunctuur
s terk toe. Hadden n.l. in laatstbedoelde jaren vele part icul ieren zich de luxe van een eigen auto kunnen ver
oor loven, toen de t i jdsomstandigheden minder gunstig werden, zag menig autobezi t ter zich genoodzaakt
zich van zi jn auto te ontdoen dan wel te t rachten er wat bij te verdienen, hetgeen veelal geschiedde door
de auto gedurende de uren, waarop zij niet door den eigenaar werd gebruik t , tax i te laten r i jden.
Oorspronkel i jk waren de tar ieven vr i j hoog en was de concurrent ie, welke de t r a m van d i t vervoer
middel ondervond, niet van zoo groote beteekenis.
Met het toenemen der malaise vermeerderde echter ook het aantal taxi 's, waardoor tenslot te een he
vige onderl inge concurrent iestr i jd ontketend werd , welke o.a. tengevolge had, dat door de chauffeurs met
abnormaal lage tar ieven genoegen genomen werd en de tax i ook een geduchte concurrent werd voor de t r a m .
In 1922—dus voor de electr i f icatie—bedroeg het reizigersvervoer op de stadslijnen in de I e klasse 37% en
in de 2e kiasse25% minder dan in 1921 ; het toenemend gebruik van taxi 's had hiertoe belangri jk bijgedragen.
Voor de taxi -verhuurder i jen was de toestand er door de veel te lage tar ieven, waartoe de concurrent ie
s t r i jd geleid had, ook niet rooskleuriger op geworden, hetgeen o.a. b l i jk t u i t de omstandigheid, dat door den
Soerabaiaschen Bond van Autoverhuurders, „Sobova", den lOen November 1922 aan den Gemeenteraad
van Soerabaia een request werd ingediend, waarbi j een dr ieta l tarievenschema's werd overgelegd en waar in
het verzoek werd gedaan, die tar ieven in den vo rm van gemeentel i jke verordeningen in werk ing te wi l len
doen stel len.
Als mot ieven hiertoe voerde de „Sobova" o.m. aan :
Ie. dat de moei l i jke t i jden zwaar op het taxi-bedr i j f d ruk ten,
2e. dat de ongebreidelde concurrent ie, den taxi-eigenaren van de zijde van niet beroepsverhuurders aan
gedaan, zoodanige afmetingen had aangenomen, dat hun bestaan daardoor ernst ig werd bedreigd.
3e. dat het gemis aan wet te l i j k gesanctionneerde tar ieven steeds sterker door hen werd gevoeld, storend
op hun nering werk te en onderbetal ing door het tax i r i jdend publiek ongestraft aanmoedigde, waar
tegenover de taxiverhuurder i jen vr i jwel machteloos stonden.
Een door den Burgemeester aan den Raad ingediende ontwerp-regel ing werd reeds bij de behande
l ing van het eerste a r t i ke l , in verband met een hierop door den Raad aangenomen amendement, ingetrok
ken, zoodat de ongebreidelde concurrent ie voor tduurde, waarvan ook de electrische t r a m in ru ime mate
de nadeelige gevolgen ondervond.
In 1924 diende „Sobova" opnieuw een request aan den Gemeenteraad van Soerabaia in. In de naar
aanleiding hiervan aan den Raad overgelegde ontwerp-verordening waren niet alleen bepalingen betreffende
de tar ieven, doch ook aangaande maximum-belast ing en regelmatige keuring der taxi 's opgenomen.
De meerderheid van den Raad was echter van meening, dat het vaststellen van een tar ie f en van max i
mum-belast ing geen overwegend publiek belang was en besloot de ontwerp-verordening niet in behandeling
te nemen.
Burgemeester en Wethouders l ieten zich hierdoor echter niet ontmoedigen en dienden den 22en
Augustus 1925 wederom een concept „Verorden ing voor het personenvervoer met huurautomobielen
( taxi 's) binnen de Gemeente Soerabaia" bij den Gemeenteraad in.
In de aangeboden verordening werden slechts regels gesteld voor die auto's, waarvoor als tax i een
vergunning was aangevraagd en die als zoodanig in het daartoe bestemde register waren ingeschreven.
Een verpl icht ing t o t inschri jving was niet opgenomen, zoodat het vr i je tax iverkeer kon bl i jven bestaan en
door de verordening niet werd be lemmerd.
De verordening moest dan ook als overgangsmaatregel worden beschouwd t o t geleideli jken tegen-
gang van het vr i je tax iverkeer , te rw i j l de prak t i j k zou moeten u i twi jzen, of een meer dwingend
optreden na ver loop van t i jd gewenscht zou z i jn. (Gemeenteblad 1925 No 183.)
Deze verordening, welke bepalingen bevatte betreffende keur ing der taxi 's, tar ieven en belasting,
werd door den Gemeenteraad aangenomen en t rad den len November 1925 in werk ing.
Den I7en Juni 1926 bereikte den Raad een voorstel t o t wi jz ig ing der verordening, dat neerkwam op ver
pl ichte keur ing van alle taxi 's en van de chauffeurs. Deze wi jz ig ing werd den 7en Juli 1926 aangenomen en
t rad den I9en Augustus 1926 in werking.^)
De tar ieven, vastgesteld door een commissie, bestaande u i t de leden van het college van Burgemeester en Wethouders en twee door B. en W . aan te wi jzen vergunninghouders, waren als v o l g t :
T A X I - T A R I E V E N T E S O E R A B A I A ^ )
Klass der tax i
Klasse 1 ( m a x i m u m vervoer van 5 personen) Klasse II ( m a x i m u m vervoer van 7 personen)
U u r - t a r i e f ^)
Per uur J^'' Va uur
f 3 . -
3.50
f 1.50
1.75
Per 1/4 uur
f 0.75
0.90
K m - t a r i e f «)
Per k m , , ^ ^ f "•'•* , ! ' * ^ ' ' T ' " " " * ( m i n i m u m ) wachten
f 0.20
0.25
f 0.40
0.50
f 0.021/2
0.021/2
Dat door bovenbedoelde verordening, in verband met de verpl ichte keuring van taxi 's en chauffeurs, een
belangri jke verbeter ing werd gebracht in de vei l igheid van het verkeer te Soerabaia behoeft geen betoog.
Het vaststellen der tar ieven heeft echter niet het gewenschte resultaat opgeleverd, aangezien het
publiek zich over het algemeen niet aan die tar ieven hield. Bl i jkbaar z iet men daarom thans het nut van op
de hierboven omschreven wi jze vastgestelde tar ieven niet meer in.
Er is althans geen u i tvoer ing gegeven aan een bepaling, die wi jz ig ing der tar ieven beoogde en die in de
gewijzigde verordening van 4 December 1929 voorkwam. Deze bepaling luidde als v o l g t :
„ V o o r taxi 's , geen autobussen zijnde, wo rd t door een commissie van 7 leden, bestaande u i t de leden van het
College van Burgemeester en Wethouders van Soerabaia en dr ie door Burgemeester en Wethouders aan te w i j
zen tax iverhuurders, een ta r ie f ontworpen en door den Gemeenteraad vastgesteld, welk tar ie f de taxibestuur
der verp l icht is in een l i jst je met ru i t mee te voeren en op eerste aanvrage aan zi jn passagier te ver toonen" .
„ I 'H is to i re se repète" , ook de tax iverhuurder wo rd t d i t thans gewaar. De verschijnselen, die zich des
t i jds gedurende de malaise voordeden, kan men bij de huidige depressie opnieuw waarnemen. Verscheidene
autobezi t ters zi jn er reeds toe overgegaan hun auto als tax i te laten rijden.^)
Een fel le concurrent iestr i jd is wederom ontketend ; onderbetal ing is aan de orde van den dag. Ook de
tramwegmaatschappi j onderv indt hiervan zeer nadeelige gevolgen. Vooral degenen, die ui ts lu i tend van hun
tax ionderneming moeten bestaan, klagen sterk over de zeer slechte bedr i j fsui tkomsten en zien u i t naar
middelen om aan de onderbetal ing paal en perk te stel len. Reeds ging er in den Gemeenteraad een stem of
o m te komen t o t invoering van tax imeters .
Zoolang ten aanzien van de tar ieven geen afdoende maatregelen zi jn genomen, zal de mogel i jkheid
bl i jven bestaan voor een concurrent iest r i jd , zooals die zich thans voordoet en die op den duur ook het al
gemeen belang moet schaden, aangezien een dergeli jke st r i jd tenslot te moet leiden t o t verwaar loozing van
het mater iee l . ^) De gemeentel i jke keuringsdienst werd in 1934 opgeheven en bij de Provincie Oost-Java ondergebracht. ^) De taxi- tar ieven werden door B. en W . van Soerabaia in 1926 voor het eerst vastgesteld. ^) Van 6 uur 's morgens to t 11 uur 's avonds. Van 11 uur 's avonds to t 6 uur 's morgens 25°/^ vt rhooging. *) Voor elke 1 / , k m meer f 0,05 met een m i n i m u m van f 0.40 per r i t . Voor winkel- en visite-wagens kan, mits te
voren bij den eigenaar telefonisch besteld, een speciaal tar ief worden overeengekomen. ^) H e t aantal taxi's steeg volgens opgave van het gemeenteli jk bureau van Statistiek van 8 4 3 in 1929 to t 904 in 1930.
0 H E T A U T O B U S V E R K E E R . H e t gebruik van bussen voor stadstransport. — De eerste proef met een busdienst op het t raject
Wil lemsplein—Kaliondo (15 Sept. 1924—18 Nov. 1925). — De oorzaken der ongunstige bedrijfsresultaten.
— Verwoede concurrentiestri jd. — Kostbare exper imenten. — De gemeenteli jke verkeerscommissie
(ingesteld bij besluit van 27 M a a r t 1929). — De conclusies van haar rapport . — De ontwerp-autobus-
verordening aangenomen (26 Aug. 1931). — De buslijnen der O.J.S. — Soerabaia's verkeersnet.
I \ e e d s betrekkel i jk kor ten t i jd na het t o t stand komen van de electr i f icat ie had het vraagstuk van
bussen voor stadstransportbedri j f de aandacht van de tramwegmaatschappi j .
De aanleg van een dubbelsporige t rambaan in de bestrat ing brengt zoo hooge kosten met zich, dat
rendabi l i te i t alleen verkregen kan worden bij een verkeer van zoodanigen omvang, dat nog maar enkele
der overschietende verkeersaders voor verdere explo i tat ie in aanmerking komen. Verdere electr i f icat ie
zal zich dan ook wel beperken t o t de z.g. bui tenl i jn (Wonokromo—Koepang—Stadstuin) en de Oedjoengl i jn.
N ie t tem in vroegen belangri jke complexen in Soerabaia o m een goedkoop en behoor l i jk verkeersmiddel .
De tramwegmaatschappi j zag in , dat het t o t haar taak behoorde daarin te voorzien en nam reeds op 15 Sep
tember 1924 een proef met een busdienst op het t ra ject Wi l lemsplein—Kal iondo. De resultaten waren
onbevredigend. Slechts gedurende een gering aantal uren werd een behoorl i jke bezett ing verkregen.
Den I8en November 1925 moest deze busdienst in verband met de ongunstige bedri j fsresultaten worden
stopgezet.
De oorzaken der onbevredigende u i tkomsten waren :
Ie. geringe frequent ie, welke vooral bij vervoer over ko r te afstanden een belangri jke ro l speelt, en
2e. de construct ie van de bussen, welke in de prakt i j k niet bleek te voldoen.
U i t de proefneming werd de conclusie getrokken, dat, hoewel het vervoer op het t ra ject Wi l l ems
plein—Kaliondo niet aan de verwachtingen had beantwoord, de u i tkomsten toch niet zoo teleurstel lend wa
ren, dat t.z.t., wanneer de ti jdsomstandigheden zich zouden hebben gewijzigd en er technisch meer bekend
zou zi jn omt ren t de meest economische wijze van busexploi tat ie, niet opnieuw ernst ig in overweging zou
kunnen worden genomen de explo i tat ie op genoemd t ra ject def in i t ief te r hand te nemen en ook op andere
t ra jecten buslijnen te openen.
Voordat de tramwegmaatschappi j h ier toe echter kon overgaan kwam een concurrent opdagen, die
op 24 September 1927 een busdienst opende op het t ra ject Oedjoeng— Roode brug—Wonokromo, vr i jwel
paral lel met de s toomtrambaan en voor een belangri jk deel ten koste van het reizigersvervoer, dat door
de O.J.S. op genoemd t ra ject werd bediend.
Met dezen concurrent werd na verloop van kor ten t i jd overeenstemming verkregen, waarna de busli j
nen zoodanig werden omgelegd, dat de tramwegmaatschappi j daarvan minder zware concurrent ie ondervond.
N ie t lang daarna—den I7en September 1928—ging de O.J.S. opnieuw over t o t busexploi tat ie in
de s tad ; op genoemden datum opende zij een dienst tusschen Passer Toer ie en Kaliondo (via het Wi l l ems
p le in) .Wederom waren de resultaten onbevredigend met het gevolg, dat het t ra ject meermalen moest
worden gewijzigd.
Dergeli jke exper imenten zijn kostbaar, zoodat het de Maatschappij al heel slecht gelegen kwam,
toen den 5en Januari 1929 een tweede concurrent verscheen en een busdienst opende op het t ra ject
Wi l lemsp le in — Tandjong Perak, dus rechtstreeks in concurrent ie met de electrische t r a m . Het gevolg
hiervan is geweest, dat ook door de O.J.S. een busdienst op genoemd t ra jec t geopend werd en een zeer
fel le tar ievenstr i jd ontstond.
t o
ge Autobussen van de O. J. S.
Met de rustige ontwikke l ing, welke de O.J.S. zoozeer behoefde, was het plotsel ing gedaan. De opbreng
sten op de electrische l i jn Wi l lemsple in—Tandjong Perak werden onbevredigend, te rw i j l de busexploi tat ie
op genoemd t ra ject verliesgevend was. Dat het den concurrent ook niet naar den vleeze ging bleek u i t den
erbarmel i jken toestand, waar in diens bussen verkeerden.
Na ver loop van ru im een jaar kwam door opheffing van den concurreerenden dienst een einde aan den
verwoeden st r i jd , waarmede geen enkel belang gediend was geweest.
Intusschen was wel afdoende aangetoond, dat de te Soerabaia bestaande regeling ten aanzien
van het verleenen van vergunningen voor het doen ri jden van autobussen niet meer voldeed en
noodzakeli jk wi jz iging behoefde, wi lde men gevri jwaard bli jven van ongebreidelde concurrent ie en al
den aankleve van dien.
Volgens ar t i ke l 6 van de betreffende verordening was „he t op wegen, gelegen binnen de
bebouwde kom, gebruik maken van motor r i j tu igen , ingericht voor het vervoer van meer dan 10 per
sonen, verboden, tenzi j met schri f tel i jke toestemming van den burgemeester en onder de door dezen
noodig geachte voorwaarden".
Deze verordening was echter gebaseerd op eenige bepalingen van het motor reg lement , ter
wi j l het hierboven aangehaalde ar t ike l betrekking had op ar t ike l 3 l id a van het motor reg lement ,
dat als volgt l u i d t :
„B i j of krachtens locale verordening, of, waar een locale raad ontbreekt , bij reglement of keur van
pol i t ie van het hoofd van gewesteli jk bestuur kan het beri jden van wegen, hetzi j in elke, hetzi j in een bepaalde
r icht ing, worden verboden :
a. in het belang van de vr i jheid en veil igheid van het verkeer op die wegen, hetzi j voor alle
motor r i j tu igen , hetzi j voor bepaald aangewezen motor r i j tu igen , hetzi j voor moto r r i j t u igen ,
welke bij de verk lar ing te bepalen afmetingen te boven gaan ; met dien verstande dat de
voor het doorgaand verkeer met motor r i j tu igen vereischte en geschikte wegen daarvoor
open b l i jven" .
t o
ee
ce
va e.
n.l da
bu
pr
284
Doordat in laatstbedoeld a r t i ke l u i ts lu i tend sprake is van vr i jheid en vei l igheid van het verkeer, ont
stond er meeningsverschil over de vraag, of de Burgemeester op grond van a r t i ke l 6 der Gemeenteveror
dening de bevoegdheid had om maatregelen te treffen in het belang van de verkeerseconomie. Dat de over
heid h ie romt ren t zeggenschap toekomt , is duidel i jk. In Nederland was deze kvyestie reeds opgelost door de
aanvul l ing, welke de wet op de openbare vervoermiddelen van 23 A p r i l 1880 door de wet van 31 Juli 1926
had ondergaan.
Bij deze aanvull ing werd o.a. bepaald, dat voor het vervoer van personen in autobussen een vergunning
van Gedeputeerde Staten vereischt is.
Nadat de kwestie meermalen in den Gemeenteraad te r sprake was gebracht, werd bij besluit
van 27 Maart 1929 een verkeerscommissie ingesteld, wier taak het was de verhouding van t r a m
en autobus te bestudeeren en den Raad van advies te dienen inzake een meer afdoende regeling
van het autobusverkeer.
D i t advies is ui tgebracht in een „Rappor t van de commissie inzake de regeling van het auto
busverkeer".
Na ui tvoer ige uiteenzett ingen te hebben gegeven omt ren t de ontw ikke l ing van den thans bestaanden
toestand gaat de commissie na, welke gebreken zich daarbi j hebben voorgedaan om vervolgens een
oplossing aan de hand te doen, teneinde daarin te voorz ien.
Het spreekt vanzelf, dat het concurrentievraagstuk een der belangri jkste onderwerpen is geweest,
waarmede de commissie zich had bezig te houden.
Na d i t vraagstuk van alle kanten te hebben bekeken, komt de commissie t o t de conclusie, dat als a l
gemeen beginsel de mogel i jkheid van concurrent ie tusschen t r a m en autobus, alsmede tusschen busli jnen
onder l ing dient te worden gehandhaafd.
Op grond van de omstandigheid echter, dat de t r a m voor Soerabaia onmisbaar is, hetgeen op
duidel i jke wi jze word t aangetoond, stel t de commissie zich op het standpunt, dat alles, wat aan de t r a m
schade berokkent, zooveel mogel i jk dient te worden vermeden.
In d i t verband wi jst zij erop, dat de s toomt ram in de bebouwde Gemeentekom niet langer
toelaatbaar is, doch dat wel niet t o t verdere electr i f icat ie zal kunnen worden overgegaan, als de O.J.S.
haar bedri j f in het algemeen niet op een gezonden financieelen basis zal kunnen ontwikke len m.a.w. niet
tegen een al te zware concurrent ie op haar stadslijnen gevri jwaard word t .
Voor de t r a m schadelijke concurrent ie acht de commissie dan ook ontoelaatbaar, aangezien
daardoor het voortbestaan van de t r a m , welke een groot algemeen belang dient, kan worden bedreigd.
Daarom stel t zij met betrekking t o t het verleenen van vergunningen voor buslijnen voor, aan de O.J.S.
een recht van voorkeur toe te kennen.
Een dergeli jke oplossing brengt tevens mede, dat het bustransport in de stad practisch word t gecon
centreerd in één hand, hetgeen o.m. met het oog op de veil igheid van groot belang is.
Den 26sten Augustus 1931 nam de Gemeenteraad de door de Commissie bij het rappor t gevoegde
on twerp autobus-verordening in behandeling. De Raad had bezwaar tegen het verleenen van een recht
van voorkeur aan de O.J.S. en wijzigde d i t in een recht van voorrang, waardoor de beslissing omt ren t
e.v. te verleenen vergunningen steeds in handen bl i j f t van B. en W .
Verder werd de ontwerp-verordening nagenoeg ongewijzigd aangenomen.
Met deze verordening is het doel, waarmede de verkeerscommissie werd ingesteld volkomen bereikt ,
n.l. een zoodanige regeling te t ref fen, speciaal voor het autobusverkeer binnen de Gemeente Soerabaia,
dat daaraan de hoogste graad van efficiency kan worden gegeven.
Intusschen had de O.J.S. zi j het ook ten koste van zware offers (in 1930 werd op de explo i tat ie der
buslijnen een verlies geleden van f 85.000) haar busbedrijf sterk ui tgebreid en zich langs vr i je banen
practisch van een monopol ie in de stad verzekerd.
In November 1931 waren de volgende buslijnen in exp lo i t a t i e :
bus 5 Tambangbojo—Kendjeran—Wil lemsple in 3,6 km
6 Wonokromo—Stadstu in 9,3
7 Simpangplein—Wil lemsplein 4,9
8 Pat jark l ing—Wil lemsple in 4,8
9 Kepoetran—Babaan 7,3
10 Babaan—Tandjong Perak 5,1
Het aantal in bedri j f zijnde bussen, bedroeg Sl . i )
Gemiddeld werden per dag 15000 reizigers per autobus vervoerd.
Voor haar busbedri jf had de O.J.S. 81 chauffeurs en 55 conducteurs in dienst, voor wie dezelfde
bepalingen golden als voor het personeel der electrische l i jnen.
Volgens de statistische berichten van de Gemeente Soerabaia, jaa rnummer 1930, telde de Gemeente
Soerabaia 336.814 inwoners.
De lengte van het stadstramnet der O.J.S. is : ^ ' ' ' '
electr. l i jnen 18 km
s toomt ram 13,2 „
De lengte van de buslijnen der O.J.S.
bedroeg 35 „
tezamen 66,2 km
Dat geeft voor elke 10.000 inwoners 1.9 km verkeersl i jn.
In vergel i jk ing met Europeesche steden maakt het verkeersnet te Soerabaia geen slecht f iguur, vooral
als men in aanmerking neemt, dat :
Ie. men hier te doen heeft met een weinig draagkrachtige bevolking en
2e. de oppervlakte van een Indische gemeente in verhouding t o t het bevolkingscijfer veel grooter is dan
die van een Europeesche stad m.a.w. dat de dichtheid van de bevolking veel geringer is, waaru i t nood
zakel i jk de consequentie voor tv loe i t , dat de kosten van het verkeersnet veel hooger z i jn.
^) Op 30 Sept. 1933 werd vanwege de slechte ui tkomsten de verdere exploitat ie van het autobusbedrijf stopgezet.
NIEUW SOERABAIA
A F D E E LI N G 6
GEZONDHEIDSZORG
ORGANISATIE EN INRICHTINGEN
PEST EN C H O L E R A
T Y P H U S A B D O M I N A L I S
M A L A R I A
P O K K E N EN D Y S E N T R I E
DE STERFTE
DE GEMEENTELIJKE VEEARTSENIJ-KUNDIGE DIENST
D E W A T E R L E I D I N G
HOOFDSTUK 1
HOOFDSTUK 2
HOOFDSTUK 3
HOOFDSTUK 4
HOOFDSTUK 5
HOOFDSTUK 6
HOOFDSTUK 7
HOOFDSTUK 8
w,
ORGANISATIE EN INRICHTINGEN. De stadsgeneesheer. — Splitsing der werkzaamheden. — Instelling van den Dienst der Volksgezondheid (D.V.G.) in 1911. — Instelling van een Plaatselijken Gezondheidsdienst (P.G.D.) in 1916. — Zijn taak. — Het Stadsverband. — De verhuizing in 1906 van de beneden- naar de bovenstad. — Opheffing Mi l i ta i r Hospitaal in 1923. — Uitbreiding Stadsverband. — Moeilijke oorlogsjaren. — Het Stadsverband werd in 1915 omgedoopt in : Centrale Burgerlijke Ziekeninrichting (C.B.Z.). — Particuliere instellingen voor ziekenzorg. — Opname besmettelijke zieken. — Het doorgangshuis voor krankzinnigen. — De lepro-zerie te Semaroeng. — De poliklinieken. — De Ned. Ind. Artsenschool, opgericht in 1913. — De Stovit (1928). — Het Gewestelijk Laboratorium. — Het pestlaboratorium (opgeheven in 1919). — De malariabestrijding. — Het Assaineeringskantoor.
ie de toestanden op medisch-hygiënisch gebied in het begin van deze eeuw vergel i jk t met die
van nu, kan niet ontkennen, dat er een enorme voorui tgang te bespeuren valt . Vroeger was de zorg voor de
volkshygiëne in Soerabaia, evenals in de andere groote Indische steden, toever t rouwd aan een tweeta l stads-
geneesheeren. De eene droeg den t i t e l van oudstaanwezend stadsgeneesheer en de andere dien van tweede
stadsgeneesheer. Beiden waren manusje-van-alles en overk rop t met bezigheden.
In deze funct ie van stadsgeneesheer waren twee geheel verschil lende deelen van de overheidstaak op
medisch-hygiënisch gebied gecombineerd, n l . de algemeene zorg voor de volksgezondheid en de individueels
ziekenbehandeling. Twee belangri jke fei ten hebben het echter noodzakeli jk gemaakt om de werkzaamheden
van de stadsgeneesheeren te splitsen. In de eerste plaats nam de kennis o m t r e n t de oorzaken der t ropische
z iekten door ta l van proefnemingen en ontdekkingen toe. H ierdoor werd het langzamerhand mogeli jk meer
dere en betere voorzorgsmaatregelen tegen deze z iekten te nemen. Bovendien vermeerderde het aantal
pat iënten in de stadsverbanden en ook dat van de on- en minvermogende kranken op onheilspellende wi jze.
Aan verdeel ing van de werkzaamheden was niet meer te on tkomen.
Bij de instel l ing van den Dienst der Volksgezondheid (D .V .G . ; v roeger : B.G.D., Burger l i jke Genees
kundige Dienst) in 1911 zag de oudstaanwezend stadsgeneesheer zich de funct ie van d i recteur van het Stads
verband toebedeeld. Verder was hem de keur ing van de iandsdienaren opgedragen. Twee geneesheeren in
v r i j beroep werden — natuur l i jk tegen een bepaalde vergoeding — aangewezen voor de behandeling van al le
De voorgevel met het slanke torent je van het hospitaal der „Soerabaiasche Ziekenverpleging" op Darmo. De Vereeniging is opgericht in 1897. Het bestuur werd toen voor de eerste maal gevormd door de heeren: Dr. H.J. Offerhaus(voorzitter), E.Fabius (vice-voorzitter),J. Reysenbach (secretaris), R. van Lennep (penningmeester, tevens adjunctsecretaris),Dr.G.L. Mens Fiers Smeding, Dr. P.A. Platteeuw, Dr. C. Wink ler Prins en Mr. J. W . Ramaer (commissarissen). In 1898 werdin eengebouwencomplex op Ngemplak (thans geoccupeerd door Hotel Ngemplak) de eigenlijke ziekenverpleging gevestigd. Als eerste directrice trad op Mej. M. F. Bön-nekamp ( ^ 6 Maart 1903 te Tosari), die een der pioniers van de ziekenverpleegsters in indië is geweest. Einde 1922 werd het huidige gebouw op Da:rmo betrokken, dat is opgetrokken naar het ontwerp van architect C. Citroen. (Foto Isken.)
LINKS: Het voortnalige gebouw van het R. K. Ziekenhuis „St . Vincentius a Paulo" op Oendaan. (Voor de geschiedenis van di t gebouw verwijs il< o.a. naar het onderschrift bij de foto op biz. 180 in „Oud-Soera-baia".)
RECHTS: Het front van het nieuwe gebouw van het R.K. Ziekenhuis „St. Vincentius a Paulo" aan den Reiniersz-boulevard. De officieele opening had plaats op Zondag, 28 October 1934. Het gebouw is ontworpen door het architectenbureau Fermont Cuypers. (Foto Theobald.)
burger l i jke rechthebbenden op vr i je geneeskundige verpleging, zoowel Europeanen als Inlanders. Enkele
jaren later echter waren deze beide artsen nog alleen maar werkzaam voor Europeanen. Aan een Gou-
vernements Indisch arts werd de behandeling der inheemsche rechthebbenden opgedragen.
De inspecties van den Dienst der Volksgezondheid, welke voor West- , Midden- en Oost-Java waren
ingesteld, werden belast met de zorg voor de hygiëne in haar gewest en met die in de groote steden. Dan
ziet men dus voor het eerst een principieele splitsing in een dienst voor de individueele ziekenverzorging
en in een specialen hygiënischen dienst. Deze organisat ievorm beteekende weliswaar reeds een stap in de
goede r icht ing, maar ideaal was hij nog n iet .
In de grootere steden, waar de bevolking dicht opeengepakt bijeen woonde, werden speciale eischen
gesteld aan den zorg voor de volksgezondheid. Een organisatie diende in het leven te worden geroepen,
welke in staat zou zi jn om de puntjes op de i's te zet ten en intensief toezicht te houden op de st ipte nale
ving der bestaande voorschri f ten en bepalingen op hygiënisch gebied. Zoo ontstonden de speciale gezond
heidsdiensten in de groote gemeenten.
In September 1913 kreeg eerst Batavia zijn Plaatselijken Gezondheidsdienst. Toen volgde Soerabaia,
waar bij G.B. van 24 November 1916 een dergel i jke organisatie werd ingesteld. Deze vormde een onderdeel
van den hygiënischen dienst voor Oost-Java en stond onder leiding van den inspecteur van den D.V.G. Z i j
LINKS: De operatiekamer van het R.K. Ziekenhuis aan den Reinierszboulevard. Op den voorgrond: de electri-sche steril isator. (Foto Theobald.)
RECHTS: 'n Kijkje in de kapel van het nieuwe R.K. Ziekenhuis met het fraaie altaar op den achtergrond. (Foto Theobald.)
iV'^W "<•»!-"••«• -ir-S-"' • "7'"-'. ""y'*-""»'H/iW"j'iny<yj)";'!.-
.«rf.^^^HH^H
«--4::iysL'!-iM i w^M i p w p i ^ - -" H e t nieuwe gebouw van de Vereeniging
„Soerabaiasche Oogheelkundige Kliniel<"
op Oendaan. Op 29 Apr i l 1933 had de
officieele opening plaats. H e t gebouw
werd ontworpen door het A . I .A . Bureau.
O p Vr i jdag, 8 October 1915 werd de Ver
eeniging opgericht door Dr . J. T h .
Terburgh, Dr . A . Deutman en P. Egas.
In October 1917 was de Vereeniging zoo
ver, dat m e t het eigenlijke werk kon wor
den begonnen, en dat de kliniek, voor-
loopig gevestigd in een huurhuis op
Oendaan 36, kon worden geopend. (Foto
Isken.)
was en is u i ts lu i tend werkzaam in het belang van de openbare gezondheid binnen de gemeente Soerabaia
en heeft o.m. t o t taak :
Ie . het opsporen en bestr i jden van besmettel i jke z iekten, de zorg v o o r d e u i tvoer ing der wet te l i j k voor
geschreven maatregelen en het vervoer van besmettel i jke zieken ;
2e. het onderzoek naar de overbrenging van besmettel i jke zieken over zee en het verordenen der maat
regelen t o t tegengaan daarvan ;
3e. het verzamelen van gegevens o m t r e n t morb id i t e i t en mor ta l i t e i t , het opsporen van de oorzaken
daarvan, het nagaan van de invloeden, welke de volksgezondheid bedreigen en het aangeven van de
middelen te r verbeter ing ;
4e. het doen van speciale onderzoekingen, teneinde t o t de kennis te geraken van de meest doelmat ige
wi jze van bestr i jd ing van volksziekten ;
5e. het bestudeeren van de k inderster f te onder de Inlandsche bevolking en het aanwijzen van middelen
t o t beperking daarvan, en
6e. het u i tvoeren van speciale opdrachten met betrekk ing t o t de Volksgezondheid, door den hoofdinspec
teur of den inspecteur van Oost-Java gegeven.
Naast dezen dienst, welke
belast was met de openbare ge
zondheidszorg en met het gou-
vernementstoezicht op de volks
gezondheid binnen de gemeente
Soerabaia, bleef het Stadsver
band bestaan. D i t was vroeger,
De leprozerie in Semaroeng van het
Leger des Heils, geopend in Februari
1918. H e t landschap doet ietwat Ho l -
landsch aan. (Foto Isken.)
H
z '
di
k l i
BI
g b
VIJ
d=
di
d
b
va
bi
H
290
Het William Booth Vrouwen-en Kinderziekenhuis aan den Reinierszboulevard, dat in Januari 1925 werd geopend. Door dit ziekenhuis worden verschillende poliklinieken verzorgd, n.l. dieop Boeboetan, Wonokromo en Darmo. (Foto Fotax.)
evenals de meeste gouvernementsgebouwen, in de benedenstad gevest igd; de straatnaam „D ja lan
Blakang Stadsverband" getuigt daar nog van.
In 1906 werd de inr icht ing overgebracht naar Simpang, waar de gebouwen werden bet rokken, waar in
tevoren het doorgangshuis voor krankzinnigen was gevestigd ; d i t lag naast het Mi l i ta i re Hospitaal . Toen
het laatste in 1923 werd opgeheven, werden de vr i jgekomen gebouwen bij het Stadsverband get rokken, waar
door het een belangri jke u i tbre id ing onderging.
Deze vermeerder ing van ru im te was dringend noodig, aangezien de toevloed van patiënten steeds
grooter werd . In de zalen lagen de patiënten als sardines in een bl ik je. Zelfs de zi jgaleri jen moesten in ge
bru ik worden genomen ; daar stonden de bedden der zieken in dubbele r i jen opgesteld. Ook verbandru imte
kwam men te ko r t , zoodat onder de afdaken van de barakken provisoire verbandplaatsen moesten worden
ingericht om de gewonden nog zoo goed mogel i jk te kunnen helpen. Daarbij kwam, dat dr ie lokalen aan
de Artsenschool en twee aan het Gewestel i jk Labora to r ium waren afgestaan.
Deze lokal i te i ten kwamen pas in 1919 v r i j . Het Labora tor ium kreeg toen zijn eigen gebouw, te rw i j l
v i j f jaar later, in 1924, de Artsenschool naar het nieuwe complex op Karangmendjangan verhuisde.
De oorlogsjaren, vooral het l icht looze jaar 1918, leverden groote moei l i jkheden op voor de personen,
die belast waren met de individueele ziekenzorg. De scheepvaart was lamgeslagen. De aanvoer van medi
cijnen en verbandstoffen u i t Euro
pa stond s t i l . Toch moest er hulp
worden geboden aan de ta l r i j ke
pat iënten met beenwonden. V in
dingr i jke geneesheeren kwamen op
de gedachte om gedroogde en voor-
behandelde pisangbast geschikt te
maken voor het leggen van verban
den. Natuur l i j k waren deze verre
van ideaal en zij voldeden slechts
mat ig , maar men behielp er zich
mede ; de hoofdzaak was, dat de
binnenkomende patiënten konden
worden geholpen.
De quarantaine-inrichting op Pegirian. Het hoofdgebouw.
De polikliniek van „Mohammadijah".
Deze toestand duurde ongeveer t o t 1919 voor t . Door het beëindigen van den were ldoor log t rad lang
zamerhand weer een normale periode in. V ier jaar later, in 1923, werden de gebouwen van het Mi l i ta i re Hos
pitaal overgenomen en er kwam een einde aan het nijpend gebrek aan p laatsru imte.
Voordat ik de organisatie van de C.B.Z. behandel, dien ik nog even te vermelden, dat bij het overbren
gen van het Stadsverband u i t de benedenstad naar Simpang de naam behouden bleef. In 1915 werd de instel
l ing echter omgedoopt in Gouvernements Centrale Burger l i jke Z ieken inr ich t ing, bij a fkor t ing : C.B.Z.
Ook kwam de naam Simpang Hospitaal in gebruik.
in de C.B.Z. kunnen thans ongeveer 860 patiënten worden opgenomen, in d i t aantal is de Marine-af-
deeling (me t 100 t o t 150 bedden) begrepen. Deze afdeeling staat onder leiding van haar eigen Off ic ieren
van Gezondheid. De pat iënten, die in de C.B.Z. worden opgenomen, worden over verschil lende afdeelingen
verdeeld. Verder is het van belang te weten, dat de instel l ing beschikt over aparte barakken voor de opname
van besmettel i jke zieken.
in deze z iekeninr icht ing wo rd t geregeld cursus gehouden te r opleiding van inlandsch verplegend per
soneel en van inlandsche vroedvrouwen.
De C.B.Z. is te vergel i jken met de academische ziekenhuizen in Nederland, daar de studenten van de
Ned. Indische Artsenschool en der Ned. Indische Tandartsenschool er hun klinische (theoret ische en prac-
t ische) opleiding ontvangen. De leeraren in de klinische vakken aan de Artsenschool staan aan het hoofd der
afdeelingen en vinden er hun les- en studiemater iaal .
Naast het Simpang Hospitaal t re f t men nog verschil lende andere (par t icu l iere) instell ingen aan, die
zich belasten met de zorg en verpleging van zieken o.a.
het Darmo-ziekenhuis (vroeger op Ngemplak gevestigd
en daarom Ziekenhuis Ngemplak, of kor tweg „ N g e m
p lak" genoemd) met 78 bedden, het R.K. Ziekenhuis op
Oendaan^) (36 bedden), het W i l l i a m Booth-hospitaai van
het Leger des Heils aan den Reinierszboulevard (132
bedden), de Oogheelkundige k l in iek op Oendaan (60 bed
den) en tenslot te het kleine ziekenhuis van de Chinee-
sche vereeniging Soe Swie T iong Hwa ie W a n in de
benedenstad met 12 bedden.
De onderzoekkamer in het ziekenhuis, annex polikliniek, van „Soe Swie Tiong Hwa Ie Wan" op Kaliondo.
) Eind 1934 werd deze ziekeninrichting overgebracht naar een nieuw gebouwencomplex aan den Reinierszboulevard.
Een foto van „ tempo doeloe", welke een beeld geeft van de overvolle Centrale Burgerlijke Ziekeninrichting op Simpang In vroeger jaren. Zelfs In de open zijgalerijen lagen de patiënten in dubbele ri jen.
Deze inr icht ing, die de Chineesche inwoners van Soerabaia met bescheiden middelen in een
dichtbevolkte buur t hebben opgezet, geeft gelegenheid t o t opname van minvermogenden en van
opiumpat iënten van alle landaarden. De zieken worden er door de Chineesche doktoren (specialisten)
kosteloos behandeld.
Van de genoemde ziekenhuizen bezit alleen het W i l l i a m Booth-hospitaal, dat u i ts lu i tend bestemd
is voor de opname van vrouwen en kinderen, een opleidingscursus t o t vroedvrouw voor Europeesche
vrouwen en meisjes.
Besmettel i jke zieken kunnen t o t nu toe slechts worden opgenomen in de barakken der C. B. Z.,
t e rw i j l voor contactpersonen, indien d i t noodig b l i jk t te z i jn, een plaatsje kan worden inge
ru imd in de groote quarantaine- inr icht ing op Soekoli lo op Madoera of in het kleinere quarantaine
stat ion op Pegirian.
Voor krankzinnigen en gekrenkten van geest werd in 1929 eveneens op Pegirian een doorgangshuis
inger icht, waarin alleen Inlanders en Chineezen t i jdel i jk kunnen worden opgenomen, in afwachting van hun
opzending naar het Lawangsche gesticht.
Tenslot te noem ik nog de leprozerie van het Leger des Heils, waarin de opname vr i jw i l l i g geschiedt.
Deze inr icht ing is ondergebracht in een oud m i l i t a i r gebouw op Semaroeng, een dessa dichtbi j de zeekust
gelegen.
Naast deze inr icht ingen voor verpleging van zieken zi jn, vooral in het laatste decennium, ta l r i j ke
pol ik l in ieken opgericht, waar velen om raad op geneeskundig gebied kunnen aankloppen en kleinere
aandoeningen worden behandeld. Toch steeg het aantal polikl inische patiënten in de C.B.Z. belangri jk.
In 1928 bedroeg het aantal consulten in die inr icht ing 97.001; in 1929 steeg het t o t 112.719, te rw i j l in 1930
het recordcijfer van 136.082 werd bereikt . W e l een
bewijs hoe zeer de verleende pol ikl inische hulp aan
een gevoelde behoefte voldoet.
Indien men de ligging van de bestaande kl in ieken
en pol ik l in ieken op een kaart je van de stad zou aan
geven, dan zou bli jken dat die inr icht ingen op een
logische wijze over de stad zijn verdeeld. Tevens zou
men dan kunnen opmerken, dat de ziekenhuizen voor
opname van patiënten vr i j ver van de dichtbevolkte
In de oorlogsjaren heerschte te Soerabaia een groot gebrek aan verbandmateriaal. Op bovenstaande foto ziet men, hoe in die jaren verbandstof werd vervaardigd uit pisangbast.
293
Een luchtfoto van het gebouwencomplex der Ned. Indische Artsenschool op Karang Mendjangan. Op den voorgrond rechts : een voetbalterrein. Op den achtergrond : de zee en, flauwtjes afgeteekend, de kustlijn van Madoera.
benedenstad liggen. Het is ju is t de kleine k l in iek van de vereeniging Soe Swie Tiong Hwa ie W a n op
Kal iondo, die aan d i t inconvenient tegemoet komt .
Behalve de verschil lende cursussen t o t opleiding van mantr i -verp leger en -verpleegster en t o t vroed-
vrouv/, bestaat hier sinds 1913 een onderwi js instel l ing, welke haar leerl ingen opkweekt t o t een ambt met
een hoogere bevoegdheid, n l . t o t dat van Indisch arts. Ik doel op de Ned. Indische Artsenschool (N.I.A.S.).
O m t o t de Nias te worden toegelaten, moet men in het bezi t zi jn van het e inddip loma eener Mulo-
school. Na een zevenjarige opleiding kunnen de abi tur iënten Indisch arts worden. Z i j bezi t ten dan, althans
in Indië, dezelfde bevoegdheid t o t het uitoefenen van de genees-, heel- en verloskunde als de artsen, die af
gestudeerd zijn aan een der hoogescholen in Neder land. Het aantal leerl ingen der Nias bedroeg in de jaren
1929, '30 en '31 respectieveli jk 286, 291 en 317. U i t deze gestaag groeiende cijfers b l i jk t , dat de instel l ing
opneemt en aan de behoefte aan d i t soort van medisch onderwijs voldoet.
In 1928 werd de School t o t Opleid ing van Indische Tandartsen (S.T.O.V.i.T.) opgericht. Z i j maakt voor
zoover mogel i jk gebruik van de lokal i te i ten en de inr icht ing van de Nias, doch de practische opleiding v indt
plaats in de tandheelkundige pol ik l in iek van de C.B.Z. De toelatingseisch is : e inddiploma Mulo B. De op
leiding duu r t 5 j a a r ; het aantal leer l ingen, dat de Stov i t in 1931 bezocht, bedroeg 54.
Soerabaia, de grootste stad van Oost-Java en de zetel van de bestuursorganen voor d i t gewest, is de
standplaats van den inspecteur van den D.V.G. Er is een gewesteli jk labora to r ium gevestigd, dat in 1917
werd opgericht. De artsen kunnen in d i t l abora to r ium al hun mater iaal van besmettel i jke z iekten gratis
laten onderzoeken. Ook ver r i ch t deze instel l ing al le serologische en chemische reacties. Tevens bezi t zi j
een speciale afdeeling voor wateronderzoek.
Deze afdeeling staat onder leiding van het Proefstat ion voor Watervoorz ien ing te Manggarai en geeft
adviezen over nieuwe en reeds bestaande water le id ingen, niet alleen in Oost-Java, maar in de geheele oos
te l i jke helft van den Arch ipe l . Z i j cont ro leer t zoo geregeld mogel i jk het afgeleverde water op zijn hoedanig
heid en de werkwi jze der water le id ingen. Ook de contro le op het water der Gemeentel i jke Water le id ing
(b ronwater en gezuiverd r i v i e rwa te r ' ) is aan deze instel l ing opgedragen.
1) Sedert de aansluiting van de Oemboelanbron op het Stadsnet In 1932 wordt de Ngagel-installatle in reserve gehouden. (Zie ook het hoofdstuk „De Waterleiding".)
Het monumentale frontgebouw van de Nias op Karang Mendjangan.
De voorui tgang van de medische wetenschap, vooral der parasitologie, bacteriologie en serologie,
maal<te de opr icht ing van het Labora tor ium noodzakeli jk. Het kan gegevens verschaffen, welke onmis
baar zi jn, niet alleen voor het stellen van een zuivere diagnose, maar ook voor de epidemiologie
van vele z iekten.
In vroeger jaren bestond naast het Gewesteli jk Laborator ium nog een speciaal pest- laborator ium
onder een eigen leider. In 1919 is deze instel l ing echter opgeheven ; voortaan werden de onderzoekingen
in pestgevallen in het Gewesteli jk Labora tor ium verr icht .
In d i t labora tor ium is nu tevens gehuisvest de Dienst der Malar iabestr i jd ing voor de oostel i jke helft
van den Arch ipe l . Deze dienst verzamel t gegevens, verr icht onderzoekingen en brengt adviezen ui t over de
voor iedere landstreek noodige wi jze van malar iabestr i jd ing.
Tenslot te memoreer ik nog de opr icht ing in 1928 van het Assaineeringskantoor, dat hier
in het leven werd geroepen, nadat de afdeeling
Assaineering van het Departement der B. O. W .
naar het hoofdbureau van den D. V. G. was
overgegaan.
Het Assaineeringskantoor brengt adviezen ui t
over gezondmakingswerken (assaineering, aanleg
van water leidingen, r ioleeringen, volkshuisvesting,
enz.) en stel t daartoe de noodige plannen op. Be
halve het geheele gewest Oost-Java valt ook de
Gemeente Soerabaia onder de werkingssfeer van
d i t kantoor. Het Gemeentebestuur pleegt dan
ook, voor zoover het de gesubsidieerde gezond-
Het Gewestelijk Laboratorium op Karang Mendjangan. makingswerken betref t , geregeld overleg met den
(Foto Fotax.) leider van het Kantoor.
295
Aspirant-tandartsen van de Stovit practisch aan het werk. (Foto Isken.)
Zoo zien we dus ui t één organisatie (de stadsgeneesheer), waar in vereenigd waren de functies voor
openbare gezondheidszorg, individueele ziekenbehandeling en opleiding van hulppersoneel, langzamer
hand ontstaan een complex van organisaties, dat het steeds omvangr i jker wordende gebied der medisch-
hygiënische verzorging der bevolking geheel bestr i jk t .
In de volgende hoofdstukken zal ik eenige volksziekten en den algemeenen gezondheidstoe
stand beschouwen en dan tevens enkele belangri jke hygiënische maatregelen bespreken, welke door het
Gouvernement en de Gemeente zijn getroffen in het belang van de volksgezondheid.
296
0 P E S T EN CHOLERA. De eerste pestgevallen (1910). — Oprichting en weri<zaamheden van het Pestbestrijdingscomité. —Zijn taak en personeel overgenomen door den Dienst der Pestbestrijding. — Enkele hygiënische maatregelen der Gemeente. — De strijd tegen de krotwoningen. — Verbetering van de goedangs. — De cholera voor 1900 endemisch. — Gebrekkige afv^eermiddelen. — De Overheid gri jpt in. — Het binnendringen der ziekte van buiten af. — Een machtig vyapen : de cholera-vaccinatie. — Na de epidemieën in 1902 en '08 komt de ziekte niet meer endemisch voor. — De laatste aanval ( in 1918) afgeslagen. —Daarna is
D Soerabaia cholera-vrij.
e pest heeft in den loop der jaren ook hier, evenals in andere kustplaatsen op Java, een groot aantal
slachtoffers gemaakt. Z i j veroorzaakte echter nooit zulke uitgebreide epidemieën als in het binnenland. D i t
moge vreemd k l inken, maar is een fe i t , v/aarvoor zelfs de geleerden nog geen afdoende verk lar ing hebben
weten te vinden. De omstandigheden voor het u i tbreken van een ernstige epidemie waren en zijn te Soera-
baia nog t o t op zekere hoogte gunstig. Toch is het aantal dooden hier, als gevolg van het om zich heen gr i j
pen der gevreesde z iekte, nooi t zoo hoog gestegen als b.v. in sommige bergstreken.
D i t is voor een deel te danken aan de krachtige maatregelen, die oogenbl ikkel i jk werden getroffen
na het voorkomen en bekend worden van de eerste pestgevallen. Bij de verdere, intensievere bestudeering
der pestepidemiologie kwam men weliswaar t o t de conclusie, dat enkele van die maatregelen overbodig
wa ren , doch d i t bleek pas later.
In 1910 werden hier de eerste pestgevallen geconstateerd. De burgeri j kwam in het geweer en r ich t te
een Pestbestri jdingscomité op, dat in kor ten t i jd een aanzienli jk bedrag bijeenbracht. De kosten van ta l r i j ke
hygiënische maatregelen werden daarui t bestreden. De huizen, waar in pestgevallen waren voorgekomen,
werden, na verkregen toestemming van de bewoners en eigenaren, verbeterd. Zoo werd van alles gedaan
om de ziekte in den kor ts t mogeli jken t i jd den kop in te d rukken.
Zooals in zoovele andere gevallen, werk te het par t icu l iere in i t ia t ie f ook hier st imuleerend op de Over
heid. Het Gouvernement stelde den Dienst der Pestbestri jding in , welke dienst te Soerabaia de taak van
het Comi té overnam. Ook het personeel ging in zi jn geheel over.
Uitzwavel ingsposten aan de toegangswegen t o t de stad werden opgericht. (Zoo 'n post is o.a. jarenlang
gevestigd geweest op Goenoengsarie. A l le van en naar de stad komende prauwen, t j i kars , enz. werden met
inhoud en al uitgezwaveld.) Woningen en goedangs werden op gezette t i jden geïnspecteerd. Bleken zij pest-
gevaarl i jk te z i jn, dan gaf het hoofd van plaatselijk bestuur, de assistent-resident op advies van de artsen
der Pestbestri jding last om de woon- en opslagruimte u i t te zwavelen, te verbeteren of des
noods te on t ru imen .
Periodiek werd een groote schoonmaak gehouden in die kampongs, welke als pestgevaarli jk werden
beschouwd. H ier toe behoorden o.a. de kampongs Kepoetran, Njamploengan, Ampe l , Sidodadi, Kembang
Djepoen, Pengampon en Djagalan. Meer dan 12.000 woningen stonden onder voor tdurend toezicht en wer
den minstens éénmaal per week door daartoe aangestelde mantr i 's bezocht. Op de zindel i jkheid in de huizen
en op de erven heeft deze inspectie een uitstekenden invloed gehad.
Naarmate het aantal pestgevallen verminderde, werden deze maatregelen geleideli jk ingetrokken.
Ook het tevoren speciaal opgerichte Pest laborator ium werd opgeheven. Tenslot te bleven alleen
de internat ionaal voorgeschreven maatregelen (betreffende de per iod ieke ui tzwavel ing van schepen
en prauwen) over.
Hoe sommige men-schen in ons „Moo i Indie" wonen. Stulpjes te Songojoedan. Dieren krijgen betere hokken. (Foto Gleysteen.)
Mèt de ontwikke l ing der Gemeente en de toename van haar bemoeienis op velerlei gebied kwamen
de algemeene verordeningen in de plaats van de ta l r i j ke maatregelen, speciaal tegen de pest genomen ; deze
hadden een beperkt te r re in omvat , te rw i j l de verordeningen een ui tgestrekter gebied bestreken. Ik denk
b.v. aan de bouw- en woningverordening, de vui ln isverordening en aan sommige ar t ike len van de Bakkers
verordening. Ook de systematisch aangevangen en uitgevoerde kampongassaineering en de woningverbe
te r ing , zoowel door de Gemeente zelf als door de N.V. Volkshuisvesting geëntameerd, werk ten alle in
één zelfde r icht ing, n l . in die van meerdere en betere hygiënische toestanden.
Natuur l i j k heeft de afkondiging dier verordeningen niet dadeli jk aantoonbare resultaten opgeleverd.
Toch zijn er in den loop der jaren heel wat verbeter ingen door ontstaan. Toestanden, die men vroeger ,,ge
w o o n " vond, zou men nu, indien men ze aantrof, als abnormaal kwal i f iceeren.
Een van de gemeentel i jke verordeningen, waarvan de afkondiging in het bizonder heeft meegewerkt
om het pestgevaar te Soerabaia te verminderen, is de vui ln isverordening. Ook in de kampongs wo rd t nu het
vui l opgehaald. D i t heeft tengevolge, dat er geen vuilnishoopen meer in de Inlandsche wooncentra ontstaan.
Het afval en de etensresten bli jven niet lang in de huizen of op de erven, doch worden snel naar de belten
afgevoerd.
Ook met de systematische kampongsassaineering bereikt men, dat de zindel i jkheid in de kampongs
toeneemt, want z iet de omgeving van het huis er schoon en netjes u i t , dan k o m t men er vanzelf toe om ook
de woning beter te onderhouden.
Op het uitstekende werk , dat in het belang van de Volkshuisvesting is ver r ich t , heb ik reeds eerder ge
wezen. Toch is een ideale toestand nog lang niet bereikt . Vele complexen krotwoningen, die veelal pest-
gevaarl i jk en mede daarom onbewoonbaar zi jn, moesten eigenli jk worden afgebroken. Z i j bli jven echter
gehandhaafd om de eenvoudige reden, dat er een enorme woningnood bestaat. Bij de woningte l l ing der
Gemeente in 1929 bleek, dat van de 43.800 woningen, die er in totaal in Soerabaia waren, 12.500 van perma
nent, 7.600 van semi-permanent en 23.700, dus het meerendeel, van t i jde l i jk mater iaal waren opgetrokken.
To t het laatstgenoemde aantal behoorden de 22.000 krotwoningen. Een getal, dat voor zich zelf sp reek t !
Tenslot te vestig ik nog de aandacht op een maatregel , welke er ongetwi j feld eveneens toe heeft bi j
gedragen om de verbre id ing van de pest tegen te gaan, n l . de verbeter ing van de goedangs der groote s toom-
vaartmaatschappi jen en veemen op het haventerrein. Toen d i t t e r re in pas was opgespoten en de grond nog
nawerkte , was men wel genoodzaakt om opslagruimten van een l ichte construct ie op te t rekken . Deze goe-
298
dangs met hun gebarsten aarden vloeren waren soms verzamelplaatsen van rattennesten. Later, toen de
grond zich gezet had, werden de van l icht mater iaal opgetrokken pakhuizen afgebroken en vervangen door
stevige def in i t ieve goedangs met een uitstekende vloerconstruct ie.
Van de pest naar de cholera il n'y a qu'un pas. Beide gevreesde ziekten worden vaak in één adem
genoemd. Z i j hebben, oppervlakkig beschouwd, dan ook enkele punten van overeenkomst. De pat iënten
l i jden ko r t maar hevig. De ziekten kunnen zich snel verbreiden en een zeer groot aantal dooden maken.
Toch zijn er ook ta l r i j ke verschi lpunten. De cholera was hier veel eerderdan de pest. Voor 1900 was eerstge
noemde ziekte te Soerabaia vr i jwel epidemisch.
Z i j heerschte echter niet het geheele jaar door even sterk, maar wel veroorzaakte deze gevaarl i jke
en zeer infectieuse buikz iekte te lkenmale opnieuw epidemieën. D i t epidemisch optreden begon in den Oost-
moesson. De ziekte woedde dan soms in hevige mate. In den Westmoesson, na het invallen van de regens,
nam zij in hevigheid af om vervolgens, al dan niet schijnbaar, geheel te verdwi jnen.
De cholera heerschte hier niet elk jaar even sterk. Soms kwamen er slechts weinige gevallen voor,
andere jaren weer zeer vele. Vooral 1902 is voor oud-Soerabaianen een berucht cholerajaar geweest, waar in
de z iekte hevig woedde en ta l r i j ke slachtoffers eischte.
In den t i j d , dat de vaccinatie tegen cholera nog niet bestond, althans hier in indië nog niet werd toe
gepast, en ook de h/giënische toestanden te Soerabaia nog geheel anders waren dan tegenwoordig, was een
doeltreffende bestr i jding der ziekte u i te rmate moei l i jk , zoo niet geheel onmogel i jk. W e l isoleerde men de
zieken, vaak ook de contactpersonen, maar wi j weten nu, dank zij den voorui tgang van het bacteriologisch
onderzoek, dat er ook bij cholera naast de klinisch duidel i jke gevallen ta l van l ichte gevallen voorkomen.
Nog sterker : het gebeurde meer dan eens, dat geheel gezonde bacil lendragers de z iekte om zich heen ver
spreidden zonder dat men bevroedde hoe d i t kon geschieden. Pas veel later, toen de wetenschap het z iekte
ver loop had bestudeerd, vond men de oplossing van het raadsel.
Reeds spoedig na het optreden van de eerste choleragevallen greep de ziekte zoo snel om zich heen,
dat het geringe aantal doktoren en verplegers vr i jwel machteloos stond. Het eenige wat het Europeesche
publ iek kon doen, was het nemen van persoonli jke voorzorgsmaatregelen. De geneesheeren raadden aan
om het d r inkwater te koken, alleen gekookte en nog warme spijzen te nutt igen en onopengesneden vruch
ten te eten, maar het behoeft geen betoog, dat de breede lagen der bevolking dergeli jke maatregelen niet
namen, soms ook niet konden nemen. Het infectiegevaar bleef dus bestaan en maakte onder de Inheemsche
bevolk ing ta l r i j ke slachtoffers.
Voor de Overheid werd het t i jd om kracht ig in te gr i jpen, om aan de cholera den gunstigen voedings
bodem te ontnemen en zoodoende te belemmeren, dat de ziekte zou voor twoekeren. Er werd voor gezorgd,
dat betrouwbaar dr inkwater in overvloed verkr i jgbaar was, dat een goed functionneerende faecaliënafvoer
onts tond, dat het vu i l t ranspor t snel geschiedde, waardoor het weer mogel i jk werd om het vliegengevaar
Een pestgevaarlijk verklaarde woning.
299
te bestr i jden. Verder werd de schier eindelooze kamp aangevangen tegen de vervui l ing van huis, erf en kam-
pong. Ook werd de assaineering intensief aangepakt. Op deze wijze kon men voorkomen, dat de cholera in
de stad epidemisch bleef voortbestaan.
Maar al deze maatregelen beschutten de bevolking echter niet tegen het binnendringen van de ziekte
van buiten af. O m d i t te voorkomen dient er streng toezicht te worden gehouden op alles wat het binnen
komen der cholera bevordert . Worden , niettegenstaande deze contro le, toch nog ziektegevallen gecon
stateerd, die kenneli jk door invloeden van buiten de stad zijn ontstaan, dan bl i j f t er nog over den ver
koop en het gebruik van levensmiddelen nauwlettend na te gaan en daarbij al het schadelijke voor de volks
gezondheid te weren. Ook de cholera-vaccinatie is een macht ig wapen, waarmee men den individueelen
weerstand der bevolking tegen het infectiegevaar kan verhoogen, want de gevaccineerden loopen de ziekte
niet op en kunnen haar dus niet helpen verspreiden.
Na de ernstige epidemieën in 1902 en 1908 is de cholera, mede dank zij de getroffen maatregelen, u i t
Soerabaia verdwenen, d.w.z. zij heerscht hier niet endemisch. Wel iswaar ontstond in 1918 nog een kleine epi
demie, maar het is vr i jwel zeker, dat zij van buiten af, n l . van Sidoardjo, waar de ziekte toen heerschte, werd
ingevoerd.
Terstond werden ta l van ingri jpende maatregelen getroffen. Men had in den loop der jaren leergeld
betaald, dus werd er streng opgetreden. De verkoop van voedingsmiddelen en dranken (st roop, ijs, enz.) op
straat werd verboden en radicaal stopgezet. Zieken — ook de l ichte gevallen — en de contactpersonen wer
den snel en streng geïsoleerd. De massale vaccinatie van een zeer groot deel der bevolking, die zich daartoe
in groote getale aanmeldde, heeft er eveneens toe meegewerkt , dat de cholera in kor ten t i jd weer u i t de
stad verdween. Z i j nestelde zich nog een poos in het Oosten en Noord-Oosten van het voormal ig gewest
Soerabaia, maar toen zij ook daar werd geattaqueerd, sloeg zij voor goed op de vlucht.
H ier heeft men dus een pracht ig voorbeeld, hoe door isolatie van pat iënten, het nemen van hygiënische
maatregelen en massale vaccinatie een optredende epidemie kan worden bestreden.
Na 1918 is in Soerabaia geen cholera meer voorgekomen.
P E S f G E V A L L E > T E S O E R i B i l V
| T W E E - M A . V > D E L Y K S )
f SS
100 1
?
' ' , . i i r~>9\ : i " i i i-n'i I'll."' i Mi.- " M , ii>,T 1 "> i'T'd <",i I - . : ' ' ' ' ' ' ' I i' ' '::* i " ° t ' i-'^r '••"-•°' H)x'')~^<)ifi i^s i
Een interessante grafiek, aangevende het verloop van het aantal pestgevallen te Soerabaia in het ti jdvak 1911 - '31.
o TYPHUS ABDOMINALIS. Typhus, de ziekte der onzindelijkheid. — De „ l ichte gevallen" en de bacillendragers. — De typhus-morbldi tei t . — Onbetrouwbare cijfers. — Een statistiekje van den typhus te Soerabaia en te Amsterdam. — Mortaliteitci jfers. — De typhusbestrijding. — Drinkwatervoorziening. — Bestrijding van het vliegengevaar. — Het vraagstuk van den faecaliënafvoer. — De rol van de melk. — Het zoeken naar bacillendragers. — Het doordringen van hygiënische begrippen.
I y e bestr i jding van den typhus abdominal is onder een vri j levende bevolking is een der moei l i jkste
opgaven, welke de hygiënist zich kan stel len. Men zou de genoemde krankheid als „de z iekte der onzinde
l i jkheid par excellence" kunnen bet i te len. Ik doel met het woord onzindel i jkheid niet alleen op een vervui l
den toestand van huis en erf met al den aankleve van dien (zooals onrein badwater, slechte faecal iënafvoer,
vuilnishoopen en vliegen), maar ook op de onzindel i jkheid van gezin en huisgenooten (huisjongen, kokkie,
enz.).
De typhus-frequentie in een stad of in een landstreek geldt dan ook min of meer als een waardemeter
voor den graad van zindel i jkheid, waartoe de heele bevolking zich heeft weten op te werken. Tal van fac
to ren en maatregelen moeten er toe meewerken, teneinde deze frequent ie t o t zoo gering mogeli jke af
met ingen terug te brengen.
Verschil lende maatregelen kunnen door de Overheid alléén worden getroffen, voor andere is het ech
te r noodig, dat de bevolking medewerkt en juist d i t fe i t maakt de bestr i jding der z iekte onder een vr i j
levende bevolking t o t een probleem.
De grootste moei l i jkheid der typhus-bestr i jding schuilt in het bestaan van de ta l r i j ke l ichte gevallen
en van de bacil lendragers. Zonder dat deze het zelf weten — zij zi jn overigens immers geheel gezond — kun
nen zij vele jaren lang, soms gedurende hun geheele verdere leven, de ziekte (door contact of door besmet
t ing van voedingsmiddelen, d r inkwater , melk, enz.) helpen verspreiden.
Men kan nu wel van overheidswege tal van hygiënische maatregelen voorschri jven en ui tvoeren, maar
het is eenvoudig ondoenl i jk om alle l ichte gevallen van typhus en de bacil lendragers onder een vri j levende
bevolking op te sporen. Vooral deze laatste groep van besmetters
kunnen er alleen dan toe medewerken om de ziekte niet verder te
verbreiden, indien zij zelf hun gevaarl i jkheid kennen en bovendien
genegen zijn bij voor tdur ing al ler lei desinfectie-maatregelen toe te
passen.
Als men d i t alles weet en de toestanden kent, welke onder
de bevolking van Soerabaia heerschen, dan komt men vanzelf t o t
de conclusie, dat de typhus hier, evenals trouwens in andere Indische
steden, moet voorkomen en dat de st r i jd tegen deze ziekte een
moei l i jke en langdurige is.
Laten wi j nu eerst de frequent ie van den typhus, de typhus-
morb id i t e i t , in de gemeente Soerabaia beschouwen.
Een hoekje van den ouden, thans afgebroken passer Genteng. De toestanden, die er heerschten, spotten met elk begrip van hygiëne. Vliegenvrij waren dergelijke passers niet te maken; zij vormden dan ook een voortdurenden besmettingshaard van typhus.
In het begin van deze eeuw meende men, dat de typhus niet in Indië voorkwam. Men nam eenvoudig
aan, dat de pat iënten aan andere ziekten leden. Betere onderzoekmethoden en het onbevangen klinisch
onderzoek maakten, dat de z iekte herkend werd. Het is voornamel i jk aan den voorui tgang der bacteriologie
te danken, dat men geleideli jk aan t o t de overtu ig ing kwam van het veelvuldig voorkomen van typhusgeval-
len in de t ropen.
Zoo ook te Soerabaia. In de jaren 1918 —'31 werden de volgende aantal len typhusgevallen officieel
gerapporteerd. ( In de laatste ko lom is het sterftepercentage opgenomen.)
1918
1919
1920
1921
1922
1923
1924
1925
1926
1927
1928
1929
1930
1931
Typhus abd.
— — 66 81 115 114 183 188 347 164 153 181 195
Para-typhus.
— — II 10 7 6 21 23 5 10 24 23 28
Totaal.
151 145 209 77 91 122 120 202 211 352 174 177 204 223
Sterfte in "'(,.
20.-
32.-
21.-
18.2
20.9
14.8
20.8
19.8
26.1
19.9
16.7
24.9
20.1
21.1
302
Deze cijfers zeggen, zooals ik hieronder nader uiteen zal zet ten, weinig, maar één conclusie kan men
vei l ig t rekken. In 1927 ziet men het aantal typhusgevallen plotsel ing aanmerkel i jk sti jgen. Aan d i t fe i t werd
door tusschenkomst van de dagbladen bekendheid gegeven. Een ieder werd aangespoord om zich te laten
vaccineeren (dr ievoudige vaccinatie). Van deze gelegenheid werd een zeer r u im gebruik gemaakt en daarna
daalde het aantal typhusgevallen, t o t het normale peil weer was bereik t , maar beneden de gewone cijfers
zakte de frequent ie echter niet.
Een van de eersten, die na den oproep in de Pers om advies kwam vragen, was de beheerder van een
internaat voor Inheemsche studeerenden, een Javaan. De aan zijn zorgen toever t rouwde jongens werden ge
vaccineerd en toen kwam de s t room los. A l le scholen, ook de Inlandsche, kwamen zich voor de dr ievoudige
vaccinatie aanmelden. Ruim 27.000 personen werden gevaccineerd. In d i t opzicht valt sedert het begin
van deze eeuw een enorme voorui tgang te constateeren.
Ik w i l nog even terugkomen op de eerder genoemde onbetrouwbare cijfers. De tota len der beginjaren
van de officieele li jst zi jn in het algemeen lager dan later. Indien men h ieru i t t o t een voortdurende sti jging
van het aantal typhusgevallen zou concludeeren, zou men verkeerd doen. Men moet niet vergeten, dat de
bevolkingsaanwas in de periode 1920—'30 zeer belangri jk was en het dus zeer logisch is, dat ook het
aantal typhusgevallen toenam.
Daar komt nog bi j , dat grootere groepen van de bevolking, welke daar vroeger niet aan zouden heb
ben gedacht, medische hulp gingen inroepen. De weerzin tegen de behandeling in een ziekenhuis begon te
verminderen, te rw i j l als bi jkomend opmerkel i jk verschijnsel het pol ik l in iekbezoek vermeerderde. D i t zi jn
belangri jke fe i ten, waardoor de sti jging verklaarbaar word t , zonder te meenen, dat zij aan een toename
der onzindel i jkheid is toe te schri jven. Bernard en Debré hebben het in hun „Cours d 'Hygiène" zoo ko r t en
duidel i jk neergeschreven : „Plus les enquêtes sont menés avec soin, plus grand devient Ie nombre des cas
qu'on découvre". Zoo is het !
Hoewel er van officieele zijde tal van stat ist ieken zijn
opgesteld, o.a. betreffende het voorkomen van den typhus on
der de verschillende bevolkingsgroepen, publiceer ik die
ci j ferl i jsten hier niet, omdat zij om de hooger genoemde
redenen volkomen onbetrouwbaar zijn en men er dus totaal
verkeerde gevolgtrekkingen ui t zou kunnen put ten.
Ik w i l slechts één ui tzonder ing maken. Hieronder vol
gen ci j ferreeksen, aangevende het aantal typhusgevallen (per
10.000 Europeanen) in Soerabaia en in Nederlands hoofdstad.
JAAR
1925
1926
1927
1928
1929
1930
SOERABAIA
43
40,8
si . i 28,3
22,7
22,1
AMSTERDAM
2,2
1.2
1,3
1,5
—
—
U i t bovenstaand stat ist iekje b l i jk t duidel i jk, dat de ty-
phusfrequentie te Soerabaia, gelijk waarschijnl i jk in alle Indische
steden, belangri jk hooger is dan in Nederland. Wel iswaar is de
vergel i jk ing niet geheel zuiver, maar toch zuiver genoeg om
een algemeene conclusie te wet t igen. Men houde er echter
rekening mee, dat t o t de Europeesche bevolkingsgroep in
Eén van de voorwaarden voor een bevredigende typhusbestrijding is het leveren van bacterlevrij drini<- en badv/ater aan de kampongbevollcing. Het nevenstaande grafiekje geeft aan het totaal aantal geplaatste muntmeters (voornamelijk in de kampongs). Wat een stijging in luttele jaren i
? 3- 4' I" ? J • |, 2 ' 5< 4 ' !• £> J ' 4. !• 2 ' 3" 4 ' 1' 2' 3' V
, S ^ S ' ^ ^ ^ / ^ Z S ' " ^ " > 9 i 0 ' ^ ^ ' I
Een oude merkwaardige foto van de „sluis" op Goebeng. Op den achtergrond : de vroegere Goebengbrug.
Soerabaia ook gerekend moeten worden de Indo-Europeanen, van wie velen in kommervo l le omstandig
heden leven in kamponghuisjes temidden der Inheemsche bevolking. H ierdoor wo rd t het verhoudingscijfer
natuur l i jk gedrukt .
Als vergeli jkingsobject werd de t /phusfrequent ie van Amste rdam genomen, omdat slechts de cijfers
van deze stad verkr i jgbaar waren. Bil l i jkheidshalve zij hier echter vermeld , dat Amste rdam wat zi jn hygië
nische en sociale voorzieningen betref t vr i jwel aan de spits der Nederlandsche steden staat. Een vergel i jk ing
met andere groote plaatsen zou dus voor Soerabaia heel wat gunstiger u i tval len.
Sinds 1927 bewegen de cijfers voor Soerabaia zich in dalende l i jn. De periode t o t en m e t ' 3 0 is echter
te ko r t , dan dat men zou mogen concludeeren : „E r is een bli jvende verbeter ing" .
Had men aan de morbidi te i tsc i j fers weinig houvast, de zaak verandert , zoodra wi j de mor ta l i te i ts -
cijfers beschouwen. In onderstaande tabel plaats ik naast elkaar de aantallen geconstateerde t /phusge-
vallen ( in de jaren 1921 t o t en met 1931) onder de Europeanen en Inheemschen zoomede het percentage der
sterf te. H ierdoor wo rd t het t ref fen van een vergel i jk ing t o t op zekere hoogte mogel i jk.
Jaar
1921
1922
1923
1924
1925
1926
1927
1928
1929
1930
1931
Europeanen
Aantal
57 47 59 63 97 91 118 57 55 58 62
Sterfte in *'„
12.3
10.6
10.2
17.5
11.3
17.6
11.2
3.5 10.9
19.-
11.3
inheemschen
Aantal
15 28 49 44 74 93 164 47 61 89 93
Sterfte in "
46.7
32.1
18.4
25.-
26.-
31.2
28.-
23.4
44.3
23.6
24.7
De sterf te onder het aantal geconstateerde typhusgevallen bij de Inheemschen is dus twee- t o t
dr iemaal grooter dan die onder de Europeanen.
Op welke wi jze nu kan het typhusgevaar voor de be
volk ing van een groote stad verminderd worden, en wat
is er te Soerabaia in d i t opzicht gedaan? O m d i t na te
gaan, is het noodig te weten, hoe typhus w o r d t overge
bracht. D i t kan n l . op de volgende twee wi jzen geschie
den : Ie. door een di recte faecale besmett ing b.v. van het
d r inkwate r u i t den bodem (put ) , door middel van vl ie
gen, of tengevolge van een slechten afvoer van de faeca-
l iën, enz. en 2e. doordat l i jders, verplegers of bacil len
dragers besmet zi jn, in aanraking komen met het voedsel
en den drank van gezonden en zoodoende de bacil len
overbrengen.
Het voorkomen van de onder Ie genoemde besmett ingswijze vereischt de zorg voor goed en zuiver
d r inkwate r . In d i t opzicht heeft men in Soerabaia niet te klagen. Reeds in 1906 kreeg de stad haar
eigen dr inkwater le id ing, te rw i j l in 1927 de capaciteit vergroot werd door de verdubbel ing van de
hoofdaanvoerleiding. Sedert dien zijn de bronnen te Oemboelan gecapteerd, waarvan het water eveneens
naar Soerabaia word t geleid. Onderwi j l werd het t eko r t aangevuld met behulp van de zuiveringsin
stal lat ie te Ngagel. ( In het hoofdstuk over de Water le id ing t re f t men de noodige details aan.)
Binnenzijde pompstation Simolawang.
Juist d i t t eko r t , dat soms vooral op het einde van den Oostmoesson vr i j groote afmetingen aannam,
is de groote moei l i jkheid geweest, welke men bij de doorvoer ing van de watervoorz iening in de kampongs
heeft moeten overwinnen. Verder heeft het heel wat geduld, t i jd en tact gekost om bij de kampongbevolking
den bestaanden weerstand te overwinnen, teneinde het ideaal te kunnen verwezenl i jken : „ leder kampong-
huis zi jn eigen water le id ing" . U i t de toename van het aantal geplaatste muntwatermeters b l i jk t nu wel , dat
die weerstand practisch gesproken is opgeheven. Ook ui t het fe i t , dat in de periode van 1921 t o t 1930 het
waterverbru ik in de kampongs met niet minder dan 93 '^ is toegenomen en d i t , niettegenstaande men
deze toename als gevolg van het reeds gememoreerde gebrek aan water heeft moeten remmen.
De bestr i jding van het vliegengevaar is hier eveneens f l ink aangepakt, dank zij de door den Reinigings
dienst ontwikke lde act iv i te i t . Sinds 1928 heeft men de vui lnisverordening geleideli jk aan, maar systematisch
in alle kampongs van Soerabaia ingevoerd. Ook daar
w o r d t thans, evenals in de andere deelen van de stad,
vu i l en afval huis aan huis opgehaald. A l l e plaatsen,
waar vui l (o.a. stalvui l) zich kan ophoopen, worden ge
ïnspecteerd, te rw i j l overigens aan het v l iegenvr i j houden
van de passers en vui lnisbelten zooveel mogel i jk de hand
w o r d t gehouden. (Voor verdere bijzonderheden omt ren t
den Reinigingsdienst verwijs ik naar het betreffende
hoofdstuk, biz. 148 e.v.) j
H e t vraagstuk van den faecaliënafvoer in de kampongs,
bewoond door een hygiënisch zoo ongeschoolde bevol
k ing, is een der moei l i jkste om op te lossen. Reeds
jarenlang is de Gemeente op d i t gebied werkzaam. (B i j .
zonderheden h ie romt ren t kan men vinden in het hoofd
stuk „A fwa te r ing en Rioleer ing", bIz. 143 e.v.). De
ideaaltoestand zal pas bereikt z i jn , indien elk huis,
g roo t of k le in , langs de hoofdwegen of in de kampongs
gelegen, èn een afvoer van faecaalstoffen door een goed
Een l<ampongprivaat, 'n schamel afgeschut plekje, zonder dak, boven een kleine aarden afvoerleiding. Over deze leiding die in den Oostmoesson droog staat, hier en daar planken, die vaak de toegangswegen vormen to t de huisjes en vooral door de kinderen ook als W. C. worden gebruikt.
LINKS: Trap langs den kalikant op Njamploengan nnet de daar sinds jaar en dag liggende en steeds vernieuwde faecaalhoopen, een infectiebron voor de typhusverspreiding.
RECHTS: Dezelfde trap na de aangebrachte verbetering. Aan het einde van den weg een openbare W. C. en badplaats.
funct ionneerende r io leer ing, èn dr ink- en badwater u i t de leiding bezit , maar het is te begri jpen,
dat deze si tuat ie niet op kor ten t e rm i j n te verkr i jgen is.
Tenslot te st ip ik hier nog even aan, dat ook het bandj i rvr i j maken van de stad (zie biz, 145 en 146)
een belangri jk bestr i jdingsmiddel van het typhusgevaar is geweest.
Melk speelt bij de verspreiding van de ziekte te Soerabaia een betrekkel i jk kleine ro l . D i t k o m t ,
omdat melk hier in Indië vr i jwel algemeen gekookt wo rd t gedronken, te rw i j l voor de bereiding van
verschil lende ijssoorten (st raatverkoop) meestal b l ikkemelk w o r d t gebru ik t . D i t neemt niet weg, dat de
gemeenteveearts op den gang van zaken bij de melker i jen voor tdurend toezicht ui toefent. De kwa l i te i t van
de „drank jes" , snoeperijen en levensmiddelen, welke op straat ten verkoop worden aangeboden, zi jn
u i t een bacteriologisch oogpunt bezien, gewoonl i jk zeer slecht.
Het zoeken naar bacil lendragers heeft slechts zin bij de Europeesche bevolking en dan alleen nog maar
bij de betrekkel i jk kleine groep der beter gesitueerden, die de instruct ies van de medici betreffende desin
fectie van handen, l i j fgoed, enz. vr i j get rouw opvolgen. Bij de overige bevolkingsgroepen stu i t men in d i t
opzicht op onoverkomel i jke bezwaren, hetgeen niet te verwonderen is, indien men rekening houdt met
haar geringe hygiënische ontwikke l ing .
Beschouwt men de beschikbare typhusstat ist ieken, vooral de Europeesche en Amerikaansche, dan
k o m t men t o t de conclusie, dat de typhus in de landen met de hoogste cu l tuurontw ikke l ing meer en meer
afneemt. Rosenau conc ludeer t : „Typho id fever is more or less endemic in all countr ies. The amount of the
disease, however, varies great ly. I t is clearly a disease of defective c iv i l i za t ion" .
Seligmann v e r k l a a r t : „ D i e Typhusmor ta l i ta t eines Landes ist gewissermaszen ein Wer tmesser seiner
hyginiësche Ku l t u r " .
Het doordr ingen van hygiënische begrippen bij de geheele bevolking èn de overheidsmaatregelen vor
men tezamen de bestri jdingswijze van den typhus. Maar aan beide eischen is in een stad als Soerabaia met
haar heterogene bevolkingssamenstell ing buitengewoon moei l i jk te voldoen. O m de hygiënische begrippen,
waaronder begrepen moeten worden het inroepen van vroegti jdige medische hulp, opname (reeds in het be
ginstadium) van besmettel i jke zieken in de hospitalen en hygiëne in het huisgezin, ingang te doen vinden,
moeten de met d i t werk belaste personen beschikken over een groote mate van tact en geduld. Het door
dringen van die begrippen t o t in de laagste lagen der bevolking geschiedt zeer langzaam. Forceeren kan men
d i t werk niet, hoogstens st imuleeren o.a. door een doeltreffende propaganda. Maar aanwijsbare resultaten
zi jn slechts na vele jaren onvermoeiden en onverf lauwden arbeid in een tropische stad als Soerabaia te
bereiken.
306
0 MALARIA.
De toestand voor 1900. — Baanbrekende ontdekkingen. — Het aangrijpingspunt der bestrijding. — Het eerste onderzoek op uitgebreide schaal door Dr. Terburgh, aangevangen in 1911. — Verdere onderzoekingen. — De te Soerabaia voorkomende anophelessoorten en haar broedplaatsen. — De geïnfecteerde gebieden. — Een typisch verschijnsel. — Maatregelen. — Resultaten. — Wat nog te v/enschen overlaat.
V, oor 1900 was de wi jze, waarop de malar ia wo rd t overgebracht, nog niet bekend. Van welke zijde pre
cies het gevaar dreigde, wist men toen nog niet, maar wel was men er van over tu igd, dat laaggelegen, moe
rassige streken bevorder l i jk waren voor het verbreiden der z iekte. Daarom achtte men de stadsuitbreiding
naar wat nu de „bovenstad" wo rd t genoemd gunstig voor het tegengaan van de ma lar iamorb id i te i t . In de
benedenstad echter, welke als het ware door een gordel van moerassen en vischvijvers omsloten was, bleef
het malariagevaar onverzwakt bestaan.
In 1907 meld t de off icier van gezondheid J. H. A. T. Tresl ing, dat de ma la r iamorb id i te i t in de stad
zelve — bedoeld werd de huidige „benedenstad" — zeer groot was. De
mor ta l i t e i t was in bepaalde perioden van dat jaar zesmaal grooter dan in
dezelfde maanden van het voorafgaande jaar. In 1909 was deze malar ia
epidemie nog niet ui tgewoed. D i t b l i j k t o.a. ui t berichten van de stadsge-
neesheeren. in een kampong met 820 inwoners, gelegen temidden der tam-
baks (waarschi jnl i jk wo rd t de vroegere kampong Morokrembangan be
doeld), waren op een bepaald oogenblik 589 personen ziek.
Deze berichten i l lustreeren in welke hevige mate de malar ia kan
opt reden. Jarenlang kan deze sloopende en afmattende z iekte den gezond
heidstoestand van een bevolking gestadig ondermi jnen.
To t aan het begin van deze eeuw was de kennis o m t r e n t het ontstaan
en de verbre id ing van de malar ia nog een hoogst p r im i t ieve . W e l was men
ervan overtu igd dat de ziekte samenhing met moerassen, maar hoe die
samenhang was, wist men nog niet. Men meende, dat de malar ia veroor
zaakt werd door de miasmen, door de „slechte lucht" , welke boven de
moerassen hing. Vandaar ook de naam : mal-aria.
In de voor de bacteriologie en protozoölogie zoo belangr i jke jaren
tusschen 1880 en 1900 werden ook voor de kennis der malar ia en haar
bestr i jd ing baanbrekende ontdekkingen gedaan. In 1880 vond Lavéran te
Algiers de malariaparasiet in het bloed van de pat iënten. Hi j wees haar
aan als de veroorzaakster der malar ia. Ronald Ross in Engelsch-lndië
bouwde op deze gegevens en op die, door Patr ick Manson verzameld, voor t .
Hi j ontdekte den ontwikkel ingsc/clus der analoge vogelmalaria in muskie
ten (culex). Toen zocht hij naar de ontwikkel ingsvormen van de mensche-
Dr. J. Th. Terburgh (inspecteur B. G. D. van Apr i l 1911 to t en met Mei 1917), die het eerste onderzoek op uitgebreide schaal instelde, teneinde juiste gegevens te verkrijgen over de malaria-morbiditeit in de stad.
Malaria-onderzoek in den kampong ; bepaling van mi l t - en parasietenindex.
lijke malaria in muskieten, vond ze niet in de culex-soorten, maar wees de anophelinen (sported wings) aan als de muskietensoort, welke de malaria op gezonde personen kan overbrengen. Deze ontdekking deed hij in 1896.
Daar deze anophelinen overal voorkomen waar stilstaand water is, was met deze wetenschappelijke vondst het geheim van den door malaria gemfecteerden mensch reeds ten deele ontsluierd, doch op het gebied van de succesvolle malariabestrijding was nog niet veel bereikt.
Beter dan met woorden mogelijk is, geven deze drie kaartjes van Soerabaia aan, wat op het gebied der malaria-bestrijdmg is bereikt. De kampongs in Noord- en Oost-Soerabaia zijn uit een oogpunt van malaria-bestrijding steeds zorgenkinderen geweest van den D.V.G. Men vergelijke nu eens de getallen, betrekking hebbende op den mil tmdex, respectievelijk in de jaren 1917, 1922 en 1929, en constateere dan den grooten vooruitgang, welke tot uitdrukking komt in de steeds meer „gedrukte" getallen. Zelfs een leek op hygiënisch gebied merkt in één oogopslag op, dat zegenrijk werk is verricht.
f
r
S S E R * B A A
9 2 3
80.0 97 0
83.0 81.6
S3.9 46.1
83.0
^ j
308
ff—
Ook deze beide kaartjes met getallen, betreffende parasietenindex in 1922 en 1929, spreken voor zich zeK. Duidelijk bl i jkt , dat de malaria in dit zevenjarige t i jdvak in Noord- en Noord-Oost-Soerabaia sterk is teruggedrongen.
1922
- .Wvt ' - ) ' i
In d i t opzicht heeft de li jdende menschheid veel te danken aan den Italiaanschen onderzoeker Grassi,
die bewees, dat van de zoo ta l r i j ke en overal voorkomende anophelinen slechts enkele soorten de malar ia
kunnen overbrengen. Voor elk land, ja zelfs voor iedere landstreek zi jn het meestal slechts één of twee ano-
phel inensoorten, die de z iekte verbreiden.
Deze ontdekking bracht de malar iabestr i jd ing een f l inken stap vooru i t . Bij voortgezet onderzoek
bleek n.l. al spoedig, dat iedere anophelessoort zi jn eigen bepaalde broedplaatsen heeft. D i t fe i t nu is het
aangri jpingspunt der bestr i jding. Men gaat daarbij ongeveer als volgt te werk.
Eerst wo rd t naar de plaatsen gezocht, waar de malar ia het sterkst voorkomt . D i t geschiedt door be
paling van m i l t - en parasietenindex bij de bewoners. ( Ik zal hier niet nader op ingaan, omdat de techniek
daarvan op speciaal medisch te r re in l igt.) Dan gaat men na, welke anophelinensoorten besmet z i jn. In de
huizen worden de anophelinen gevangen. Daarna word t onderzocht, welke soorten met malar ia besmet
z i jn. Vervolgens zoekt men naar de broedplaatsen van de schuldige muskieten en maakt de diert jes onscha
del i jk. Men bl i j f t voor tdurend controleeren of de speciale soort anophelinen, die de malar ia overbrengt, weg
bl i j f t . Ook gaat men doorloopend na of het aantal malar ial i jders afneemt. Is d i t het geval, dan b l i jk t de str i jd
succesvol te zi jn geweest.
W a t is er nu te Soerabaia voor de malar iabestr i jd ing gedaan ? In 1911 stelde de toenmalige inspecteur
van den Burger l i jk Geneeskundigen Dienst Dr. Terburgh het eerste onderzoek op uitgebreide schaal in ,
teneinde juiste gegevens te verkr i jgen over de malar ia-morb id i te i t in de stad. Vi j f jaar later, in 1916, werd
de Plaatselijke Gezondheidsdienst ingesteld, welke o.m. t o t taak had onderzoekingen te verr ichten om t o t
de kennis te geraken van de meest doelmatige wi jze van bestr i jding van volksziekten. Daar de malar ia hier
een der meest verbreide volksziekten was, vond in het genoemde en het daaropvolgende jaar een uitge
breid mi l tonderzoek en in bepaalde gedeelten van de stad een bloedonderzoek plaats. D i t was noodig mede
in verband met de in 1917 optredende malar ia-epidemie. De gouvernements-arts Van Breemen en het toen
malige hoofd van den Gezondheidsdienst C i t roen, die samenwerkte met Dr. — thans professor — Swellen-
grebel , hebben in d i t opzicht verdienstel i jk werk verr icht .
In 1917 werd het werk van Van Breemen, inzake de opsporing van de eigenlijke malaria-overbrengers,
voortgezet. D i t was noodig, omdat men eerst moest weten, welke anophelinensoorten hier de z iekte ver
oorzaakten, om daarna de broedplaatsen te kunnen zoeken en verniet igen. Gelukte d i t , dan kon men de be
str i jd ing aanvangen. Ook van Marine-zijde bestond voor de oplossing van het moei l i jke vraagstuk groote
belangstell ing. Begri jpel i jk, omdat de gezondheid van de ta l r i jke Marine-menschen aan den Oedjoeng op
het spel stond. Daar werd dan ook een ui tgebreid en systematisch opgezet onderzoek ingesteld naar de
malaria-overbrengende anophelinen.
L I N K S : Anophelinenvangst in den kampong.
R E C H T S : Proefvangst van muskieten in een karbouwenstal in kampong Boelaksari. He t onderzoek van de vangst wijst
ui t , welke muskietensoort de z iekte veroorzaakt .
Daarbij bleek, dat de malar ia, in de kampongs aan brak water gelegen (aan de kust en nabij de visch-
vi jvers), veroorzaakt werd door de A. Ludlowi en in veel mindere mate door de A. Rossiï. Beide anopheles-
soorten hebben haar broedplaatsen in brak water . De dieper landwaarts in gelegen kampongs, zooals Keta-
bang en Goebeng, werden met malar ia geïnfecteerd door de A. Aconi tus. Deze kiest t o t broedplaats een
helder s t roomend water l iefst met begroeide oevers. Z i j k o m t ook voor op pas geoogste sawahs ( in het Zu i
den en Zuid-Oosten van Soerabaia). Het is typisch, dat deze anophelessoort jarenlang voor de malaria-over
brenging geheel onschadelijk kan z i jn, maar dan plotsel ing helpt zij de z iekte in hooge mate verbreiden.
Hoe d i t mogel i jk is, staat t o t nu toe nog niet vast.
Het onderzoek leverde echter nog meerdere positieve fei ten op. Er kon n.l. worden vastgesteld,
dat de gebieden, die het sterkst en chronisch door malar ia geïnfecteerd waren, in het Noord-Westen,
Noorden en Noord-Oosten van de stad lagen. In de kampongs Krembangan, Njamploengan en Kapasan
kwam de malar ia endemisch voor. Een hooge mi l t i ndex bij volwassenen en k inderen, gepaard aan
een hooge parasietenindex, in het bi jzonder bi j de kinderen op jongen leeft i jd, waren aanwijzingen,
dat hier de malar ia in sterke mate chronisch-endemisch heerschte en in sommige gedeelten nog
heerscht.
Naast deze endemische malar ia ontstaan af en toe acute opf l ikker ingen der z iekte, soms tengevolge
van het seizoen, soms door t o t nog toe onbekende oorzaken, waardoor de anophelinen betere bestaans
voorwaarden kr i jgen.
Dan zi jn bij een m in of meer belangri jk deel der bevolking plotsel ing ernstige ziekteverschijnselen
waar te nemen ; het sterf teci j fer kan soms sterk sti jgen.
Zoo was 1907 voor Noord-West- en Noord-Soerabaia een berucht malaria-jaar. Ook in Maart 1921
t rad de malar ia te Tandjong Perak ( N . W . Soerabaia) en aan de Oedjoeng (N.O.Soerabaia) epidemisch op.
D i t verschijnsel v indt zi jn verk lar ing in het ontstaan van ta l r i j ke brakwaterplassen op het toen pas opge
spoten haventerrein. In Augustus van dat jaar breidde de epidemie zich u i t over de Noordel i jke kampongs
van Krembangan, grenzende aan het havenemplacement. Juist een jaar later, n.l. in de maanden Augustus en
September 1922, sloeg de epidemie over naar de Sidotopo-buurt ( in N.O. Soerabaia), waar de z iekte, welke
acuut op t rad , vooral onder het daar wonend S.S.-personeel hevig woedde.
A l deze epidemieën ontstonden meestal in de maanden Juli (soms reeds in Mei) t o t September en
verdwenen weer, zoodra de regens in t raden. D i t opmerke l i jke fe i t had men ook theoret isch kunnen afleiden
u i t het aantal gevangen Ludlowi-anophel inen in de verschil lende maanden van het jaar. Het ondervolgend
staatje geeft aan wat ik bedoel. Ter Poorten meld t n.l., dat in 1924 op iedere 100 A. Rossi werden gevangen i n :
310
LINKS : Op deze foto ziet men tegen de klamboe van een karbouwenstal — het gefotografeerde oppervlak
bedraagt ± ' , m^—tientallen malar iamuskieten z i t ten . Men kan zich door d i t beeld een voorstell ing
maken van de intensiteit der nnalaria in den kampong Boelaksari.
RECHTS : Een broedplaats van de Aconitus-muskiet op W o n o k r o m o . Deze muskietensoort t ref t men vooral
aan in de meer landwaarts gelegen kampongs ; zij kiest to t broedplaats helder stroomend water ,
liefst met begroeide oevers.
Januari 25 A. Ludlowi
Februari 109
Maart 279
A p r i l 582
Mei 1198
Juni 1034
Juli 1371
Augustus 1035
September 720
October —
November —
December —
Ik her inner aan het hierboven vastgelegde fe i t , dat het voornamel i jk de Ludlowi-anopheles is,
die de malar ia in de kustkampongs veroorzaakt. Geheel anders is de toestand in de overige deelen
van de stad, waar de A. Aconitus de z iekte verspreidt . Daar mist men de malaria-endemie, de
voor tdurende infectie, waaraan de bevolking bloot staat. In de dieper landwaarts gelegen kampongs,
zooals b.v. in 1919 op Ketabang, t raden alleen de echte malaria-epidemieën op. Z i j verschenen op
raadselachtige wijze om betrekkel i jk plotseling bij het intreden van den regenti jd te verdwijnen en
dan ook meestal in jaren niet terug te keeren.
Al leen door een voortdurende controle der anophelinen (vangst en onderzoek naar soorten en
percentage der besmette exemplaren), gepaard aan een gestadig zoeken naar de broedplaatsen, kan men
ingelicht worden over een te verwachten u i tbre id ing der malar ia. Men kan dan t i jd ig zi jn maatregelen
t ref fen, teneinde het u i tbreken eener epidemie zooveel mogel i jk tegen te gaan. Di t gebeurt hier dan ook
sedert 1917. Dank zi j de geregelde bepaling van den m i l t - en parasietenindex heeft men bovendien een vr i j
ju is t inzicht gekregen in de resultaten van de maatregelen, welke in de verschil lende deelen der stad zijn
genomen te r bestr i jding van de ziekte.
Laten wi j nu nagaan welke die maatregelen waren. O m te beginnen moet ik er echter
nadrukkel i jk op wi jzen, dat vele van die voorzorgen niet alleen de malar ia -morb id i te i t hebben beïn
v loed, maar ook den algemeenen gezondheidstoestand ten goede zijn gekomen. Daarbij k o m t nog, dat
Hoe men door het opspuiten van tambaks en het zorgen voor een goed functionneerende afwatering van het opgespoten terrein een door malaria geteisterde streel< (Noord-Soerabaia) in een gezonde woonwijl< l<an herscheppen.
X 4r
^.^.y^ ^mk
.sakx. . i ^ ^ ^
W^ *9K
MA . , •pv«« | |^pf!
'""'mi..
•i • .
-
1 ^J ,
» ^ ^ ? 1 M M
Het Priokplein op Perak. Waar eens tambaks vaaren, l igt nu een uitgestrekte v^oonvi^ijk op het Haventerrein.
De omgeving van de kampongs Wonokerto en Wonoasih (in Noord-Soerabaia) voor en na de verbetering.
Deze foto geeft de verbetering in de afwatering aan, tengevolge waarvan alle broedplaatsen verdwenen.
zij in sommige gevallen groot economisch nut hebben
opgeleverd, aangezien belangri jke ter re inen daardoor be
woonbaar werden gemaakt.
De maatregelen, welke moesten en ten deele nog moe
ten worden genomen, betreffen in hoofdzaak :
Ie . Het bandj i rvr i j maken van de stad en de o m s t r e k e n ;
daarbi j dient gezorgd te worden voor een goede afwa
te r ing , zoodat geen poelen of plassen ontstaan en het
water overal snel afvloeit .
2e. a. Het ongevaarl i jk maken van de vischvijvers in N.W.
Soerabaia t o t ten Z. van de Doepakleiding ;
b. idem van het moeras, gelegen tusschen de Kal i Mas
en de Kali Pegirian in N. Soerabaia en
c. idem van de moerassige ter re inen ten O. van de
Kali Pegirian (N .O. Soerabaia).
( in vele der vor ige hoofdstukken, o.a. van afdeeling 3
„ D e Gemeente" , t r e f t men o m t r e n t deze uitgevoerde of nog
ui t te voeren werken de noodige bijzonderheden aan.)
We lke resultaten hebben deze maatregelen nu opgele
verd? Beter dan met veel woorden, kan ik de enorme ver
beter ing in den malar iatoestand hier duidel i jk maken met
behulp van de twee op de volgende bladzijde voorkomende
grafiekjes. Het eerste betref t de sterf te in het malar ia-
beruchte onderd is t r ic t Krembangan, het tweede geeft de
sterf te l i jnen aan in de geheele stad. Teneinde de groote
daling van het sterfteci j fer (u i tgedruk t in pro mil le-ci j fers
per maand) zoo opvallend mogel i jk te doen z i jn, heb ik de
twee uiteenliggende perioden 1907 —'15 en 1932—'30 onder
de loupe genomen, ik merk verder nog op, dat de „ t o p p e n "
in de sterf te l i jnen, welke de maandelijksche sterfteaangeven,
veroorzaakt werden door explosies van infect ieziekten. Be
halve de cholera, heeft vooral ook de malar ia op deze toppen
een zeer grooten invloed gehad. (Men let te op den typischen
Augustus-top, veroorzaakt door malaria-epidemieën.)
U i t het ver loop van deze li jnen kan geconcludeerd wor
den t o t : i e . een algemeen-dalende tendenz en 2e. de verdwi j
ning van den, voor het voorkomen van malar ia zoo typeeren
den Augustus-top in latere jaren. Door de bestudeering
van nog ta l van andere ci j ferreeksen, die ik echter, om
niet in herhalingen te verval len, achterwege moet laten,
k o m t men steeds weer t o t de verbl i jdende conclusie, dat
de malar ia in Soerabaia hoe langer hoe meer aan het
verdwi jnen is.
De economische gevolgen van d i t , voor den gezond
heidstoestand in de stad zoo belangri jke fe i t , begr i jpt men
het best, indien men weet, dat bij de Marine in kor ten t i jd
het aantal ziektedagen wegens malar ia per 100 man,
met alle kosten daaraan verbonden, verminderde voor de
Europeesche schepelingen t o t op \ en voor de inheem-
sche t o t op l/g.
312
• ^ htA toMA'
Qflwc-cvitc o o c c a o a i a ; SuiiUfu,mdu,i^nio.a.Hè
tS l ! - isse
Öiiè èii t t tclr c3ï»t<;m6an<3an . ^M^* i.»«nEt' ,r^«a««3
t l
5 » » -*r ^a*^ J i ^ /Tïvif y , /?M*~ ^^U« J^ <U^ 4<^ m^ A*v A^
Niettegenstaande deze prachtige resultaten, zou men er toch verkeerd aan doen, voldaan en tevreden, alles verder maar aan het lo t over te laten. N.O.Soerabaia met zi jn slechte afwater ing en brak water b l i j f t zorg en toezicht eischen. Maar ook de opgespoten en gedraineerde ter re inen in N.W. en N. Soerabaia me t hun bodem, die practisch geen verval heeft, daardoor moei l i jk kan afwateren en nog voor tdurend aan „ i n k l i n k i n g " onderhevig is, moeten hygiënisch nauwlettend bewaakt worden. Di t k lemt te meer, daar op die ter re inen (vroeger vischvijvers) woningen verr i jzen. Een geheel nieuw stadsgedeelte is daar ontstaan in de streek in het Noord-Westen der stad, die eens voor de gezondheid zoo fataal was.
Hoe meer men de volkskracht verhoogt en het vroeger onbewoonbare stadsdeel bewoonbaar maakt , hoe meer het mogel i jk zal worden om de gelden, besteed aan het opspuiten en draineeren van den grond, in mindere of meerdere mate rendabel te maken.
De kampongs Wonokerto en Wonoasih (in Noord-Soerabaia) voor en na de verbetering, tengevolge waarvan een A. Ludlowi-broedplaats, midden in den kampong gelegen, is verdwenen.
Wijze van afwatering op het opgespoten haventerrein. Zoowel de groote hoeveelheden water in den Westmoesson, als de geringere in den Oostmoesson kunnen zonder stagnatie worden afgevoerd.
313 I
0 POKKEN EN DYSENTERIE. In de groote steden in Indië komen meer pokkengevallen voor dan in liet binnenland. — De oorzaken. — Het aantal pokkengevallen, sedert de instelling van den Plaatselijken Gezondheidsdienst. — De epidemie van 1924. — Haar verklaring. — Bacillaire dysenterie. — Het vliegengevaar. — Veel verbeterd. — Statistische gegevens.
n de Europeesche landen, waar een goede vaccinatie en revaccinatie plaats vinden, zi jn de pokken
een vr i jwel onbekende ziekte geworden. Deze toestand w o r d t in Indië het meest benaderd in die st reken,
waar men met de koepokinent ing een belangri jk percentage der bevolking bere ik t . D i t is in de groote
steden helaas niet het geval. H ie rvoor zi jn verschil lende oorzaken aan te wi jzen.
Aangezien het dessaverband niet bestaat, bezi t ten de kamponghoofden weinig gezag over de bevol
k ing. Aan den oproep voor vaccinatie w o r d t niet of slecht voldaan. Ook door de ta l r i j ke verhuizingen is het,
ondanks de moei te , die gedaan wo rd t , moei l i jk eenig bevredigend resultaat te bereiken.
Wanneer dan tengevolge hiervan de pokziekte af en toe opleeft, k r i jg t de bevolking weer angst, n iet
alleen voor de z iekte, maar ook voor de noodzakel i jke gedwongen isolatie. Gedurende een kor ten t i jd heb
ben ta l r i j ke vaccinaties plaats, maar zoodra het gevaar, tengevolge van de inent ing op groote schaal, weer
geweken is, volgt een inz ink ing. Een geringer percentage van de bevolking begeeft zich naar de inentings-
plaatsen. L 'histoire se repète !
Verder moet men in aanmerking nemen, dat de toename der bevolking i nde groote Indische steden
en zeker in een stad als Soerabaia zeer groot is. D i t k o m t niet alleen door het hooge geboorteci j fer, maar
ook doordat velen, voor wie in de dessa geen plaats meer is, naar de stad t rekken om er werk te v inden.
Voor Soerabaia bedroeg de toename van de Inlandsche bevolking in de periode van 1920—'30 (volgens de
gehouden volkstel l ingen in die jaren) ongeveer 8 0 " „ ; het aantal Inheemschen steeg in dien t i j d n.l. van
147.841 t o t 265.872.
Binnen het dessaverband zorgen de hoofden ervoor, dat de bewoners op de inentingspunten verschij
nen, maar wie doet hetzelfde voor de „ t r e k k e r s " ? Ais die eenmaal in de groote stad zi jn aangekomen, moe
ten zi j v r i jwe l van den beginne af op eigen beenen staan. Maar dan is het ook n i e t t e verwachten, dat zi j zich
plotsel ing geheel v r i jw i l l i g tegen pokken laten inenten en daarvoor een tocht naar de opgegeven plaats over
hebben.
Hoe staat het nu met het aantal pokkengeval len, dat hier werd geconstateerd? D i t aantal bedroeg,
sedert de instel l ing van den Plaatselijken Gezondheidsdienst in 1919 16, in 1920 3 en in 1921 slechts I . Einde
1921 en in den loop van het daaropvolgend jaar hadden hier een algemeene vaccinatie en revaccinatie plaats.
Deze inentingen werden als voorzorgsmaatregel noodzakel i jk geacht, daar te Semarang ta l r i j ke pokkenge
vallen waren waargenomen.
De resultaten bleven echter beneden verwacht ing. Niettegenstaande de groote moei te, welke men zich
getroost te, bere ik te de revaccinatie 66''o der volwassen bevolking en slechts 3 6 % van het aantal k inderen ;
in to taa l werden 116.178 personen ingeënt. In 1922 werden 27.480 personen gevaccineerd ; het aantal pokken
gevallen steeg t o t I I . Het daaropvolgend jaar werd geen enkel geval gerapporteerd, doch in 1924 consta
teerde men niet minder dan 746 gevallen, waaronder 548 met doodel i jken af loop. In to taa l hadden dat jaar
146.033 vaccinaties plaats gehad.
Deze epidemie werd ontdekt bij de invoer ing van de verpl ichte doodschouvy. In de laatste maanden
van 1923 kwamen n.l. 10 pokkengevallen aan het l icht, welke niet als zoodanig waren gerappor teerd. In de
eerste helft van 1924 breidde de epidemie zich u i t . W e d e r o m had een algemeene vaccinatie plaats, waar
door 123.375 inwoners met pokstof werden behandeld. Als gevolg van de gedurende de volgende jaren
voor tgezet te massa-inentingen, luwde de epidemie om tenslot te practisch gesproken geheel te verdwi jnen.
De volgende statistische gegevens wi jzen d i t duidel i jk u i t :
Jaar
1925
1926
1927
1928
1929
1930
Aanta l
pokkengevallen
44
20
21
17
4
1
Aantal
vaccinaties
38.980
28.248
4.309
11.166
25.430
26.821
Opperv lakk ig beschouwd mag het misschien verwonder ing wekken, dat in 1924 nog 746 pokkengeval
len konden voorkomen, niettegenstaande in 1922 zoo'n groot percentage der Inheemsche bevolking was
gerevaccineerd. Maar zoo heel vreemd is d i t n iet . De beide jaren 1921 en '22 waren „malaise j a ren " . Einde
1922 t rad er een opleving in het economische leven in. D i t had t o t gevolg, dat vele Inlanders u i t het binnen
land naar de stad t rokken . De groote toename der Inheemsche bevolking, welke door de hierboven afge
d ruk te u i tkomsten van de volkstel l ingen in 1920 en '30 wo rd t aangegeven, viel in de jaren 1923 en '24. Juist die
bi jzondere toename van personen buiten de stad afkomst ig, veroorzaakte het groote aantal pokkengevallen.
Tenslot te w i l ik deze reeks beschouwingen over de te Soerabaia meest voorkomende volksziekten
besluiten met de baci l laire dysenterie. Voor deze infectieuse buikz iekte gelden ongeveer dezelfde opmer
kingen als voor den typhus, echter met d i t verschi l , dat om de verspreiding van de dysenterie tegen te gaan
men het vliegengevaar met nog grootere intensi te i t dient te bestri jden ; de bacil lendragers zijn evenwel
voor hun omgeving minder gevaarl i jk.
Op het gebied van de vui lverwi jder ing in de kampongs is na 1900 reeds heel wat verbeterd. Het aspect
van vele stadskampongs is enorm veranderd. Waar vroeger vuilnishoopen en modderpoelen, vaak met een
d ikken algengroei bedekt, de wegen versperden, heerschen nu zindel i jkheid en reinheid. Overal verr i jzen
de door de Gemeente gebouwde bad- en privaatgebouwtjes, waarvan steeds meer gebruik word t gemaakt.
Toch bl i j f t er nog heel wat te doen. In vele kampongs verkiest de bevolking nog steeds in de vr i je na
tuu r te defaeceeren in plaats van behoorl i jk gebruik te maken van de openbare W.C.'s. Vooral in de Madoe-
reesche kampongs t re f t men d i t euvel aan. Ook hier zal men tenslot te moeten geraken t o t den aanleg van
een stadsrioleering met huisaansluitingen en eenvoudige kampongpr ivaten.
A l is het aantal sterfgevallen aan baci l laire dysenterie niet hoog ( I I in 1924), het aantal l ichte geval
len, dat aan de waarneming ontsnapt, is veel grooter . De beteekenis van deze ziekte, vooral voor jonge
k inderen, moet dan ook niet worden onderschat.
Het ondervolgende staatje geeft het aantal aangegeven gevallen van baci l laire dysenterie ( in de ja
ren 1922 t m 1930) en het aantal aan die z iekte overleden personen. Men houde echter goed voor oogen,
dat het werke l i jke aantal veel grooter is, dan dat der gerapporteerde gevallen.
Gevallen
Overledenen
1922
31
7
1923
22
4
1924
66
I I
1925
22
2
1926
44
6
1927
53
8
1928
29
5
1929
21
4
1930
31
9
0 D E STERFTE.
Kindersterfte. — Moeilijkheden bij het verzamelen van betrouwbaar vergelijkingsmateriaal. — Babyverzorging. — Zuigelingensterfte vri j hoog. — Voornaamste oorzaken. — Bestrijding in organisatorisch verband. — Drie instellingen. — De kindersterfte beïnvloedt de algemeenc sterfte. — Volkstellingen en sterftecijfers.— De algemeene sterfte teruggebracht van 56 , i n l 9 l 9 t o t 2 l in 1931.—De toppen in het ie kwartaal, voornamelijk veroorzaakt door : Ie de zuigelingen- en kleutersterfte en 2e door die van ouden van dagen. — Oorzaken. — Balans,
n d i t hoofdstuk zul len de sterfteci j fers onder de loupe worden genomen; eerst zal ik de k inderster f te
en daarna de algemeene sterf te behandelen.
Wanneer men het s ter f teprocent van de k inderen en zuigelingen der Inheemsche bevolking w i l vast
stel len, s tu i t men op groote moei l i jkheden.
D i t is niet zoo heel v reemd, als men weet, dat voor deze bevolkingsgroep nog geen burger l i jke stand
bestaat. Wel iswaar moeten de geboorten bij de Inlandsche hoofden worden aangegeven en deze behooren
haar weer te rappor teeren, maar bij onderzoek bleek meerdere malen, dat deze wi jze van geboortenaan-
gi f te vr i j stroef we rk t . Bovendien zi jn de verkregen gegevens lang niet a l t i jd betrouwbaar.
V r i j algemeen wo rd t het aantal geboorten per jaar, dus ook het aantal zuigelingen (k inderen beneden
I jaar) op 4 ° o van de bevolking geschat. Let wel : geschat. De prak t i j k heeft echter uitgewezen, dat d i t
percentagecijfer vr i j zuiver is. Aangezien men, tengevolge van de verpl ichte doodschouw, het aantal
sterfgevallen nauwkeur ig weet en de zuigel ingensterfte kan ramen, beschikt men tenminste over meer of
minder betrouwbaar vergel i jk ingsmater iaal , dat des te waardevol ler wo rd t , naarmate het over een langere
t i j ds ru imte loopt .
Dat de zuigel ingensterfte te Soerabaia vr i j hoog is, behoeft geen verwonder ing te baren, als men be
kend is met de wi jze, waarop de Inlandsche moeder van iageren stand haar baby verzorg t . Na eenige dagen
of weken van borstvoeding w o r d t overgegaan t o t bi jvoeding, waartoe gebruik w o r d t gemaakt van b l ikke-
melk — goede koemelk is meestal te duur — of van ri jstepap met een stuk pisang. Als lepel voor de pap doet
de ongewasschen hand van de moeder dienst. De voeding zelf is een soort van st r i jd tusschen de baby, die
daarbi j op den rug liggend tusschen de knieën van de moeder, de pap met de tong u i t zi jn mondje t rach t t e
duwen, en de moeder, die deze teruggeduwde pap met haar vingers steeds weer in het mondje w u r m t .
Eindel i jk is de pap ve rwerk t en w o r d t de „ h a p " met een nieuwen aangevuld. Dat h ierbi j noch van een
goede voeding, noch van een hygiënische voedingswijze gesproken kan worden, is duidel i jk .
Bij de meer bemiddelde volksklassen is het met de zorg voor den baby echter heel anders gesteld ;
zi j staat weinig bij die der overeenkomstige Europeesche bevolkingsklassen ten achter. Bij de Chineesche
en Arabische bevolkingsgroepen evenwel laat de zuigel ingenzorg eveneens nog veel te wenschen over. Ook
daar heerschen nog methoden, welke met een hygiënische voeding en verzorging van den zuigel ing in s t r i jd
z i jn . Deze ingewortelde gewoonten kunnen, evenals bij de Inheemschen, slechts met veel moei te en na
langen t i jd door betere worden vervangen.
Ik laat nu , voordat ik de oorzaken van de vr i j hooge zuigel ingensterfte bespreek, eerst eenige
cijferreeksen volgen. Z i j hebben bet rekk ing op de zuigel ingensterfte ( in procenten u i tgedrukt ) onder de
verschil lende bevolkingsgroepen in het t i jdvak van 1924 t , m 1930.
Zuigel ingensterfte in % . Bevoll<ing :
1924
1925
1926
1927
1928
1929
1930 0
Inheemsche
')
30.2
18.9
21.6
21.0
21.2
22.3
17.4
Chineesche
')
19.0
17.2
20.2
22.3
19.3
19.1
17.8
Arabische
')
20.7
21.1
23.4
18.2
14.1
18.6
18.5
Europeesche
')
7.1
7.8
8.1
7.0
6.1
5.7
7.2
^) Het aantal zuigelingen, berekend naar 4 % van de bevolkingssterl<te, ^) Berekend naar de cijfers van de volkstelling 1930.
Naast de slechte hygiënische verzorging en de z iekten, welke het organisme van den zuigeling
verzwakken (o.a. malar ia) , moeten als de voornaamste oorzaken van de groote zuigelingensterfte worden
aangemerkt : voedingsstoornissen, aandoeningen der luchtwegen (bronchi t is , broncho-pneumonieën en
angina), ber i -ber i , enz.
De bestr i jd ing van de zuigelingensterfte kan niet incidenteel geschieden. Daar is een organisatie voor
noodig. Deze over tu ig ing v indt haar grond in de hierboven genoemde oorzaken en in het fe i t , dat de
malar ia, die de zuigel ingensterfte sterk beïnvloedde, t o t geringe proport ies is teruggebracht.
De organisatie, welke men hiervoor geprojecteerd en ook reeds aanvankeli jk t o t u i tvoer ing gebracht
heeft, omvat : huisbezoek, vroedvrouwhulp, voor l icht ing, pol ikl inische contro le der zuigelingen (consulta
t iebureau), melkkeukens, ziekenhuiszorg en algemeene propaganda. Men is uitgegaan van de gedachte, dat
het par t icu l ier in i t ia t ie f in deze organisatie een bepaalde taak heeft te vervul len, te rw i j l de overheid rege
lend, zoo noodig steunend en aanvullend werk ver r ich t .
Dr ie organisaties zijn hier reeds in de boven aangegeven r icht ing we rkzaam: Ie de Inheemsche Ver-
eeniging voor Kinderzorg ; 2e de Chineesche Vereeniging Soe Swie Tiong Hwa ie W a n en 3e de Vereeniging
Wi jkverp leg ing „ M a r d i Santosa". Aan de eerstgenoemde vereeniging is een vroedvrouw verbonden, die
samenwerkt met de zuigelingen- en k inderpol ik l in iek van den Gezondheidsdient en met de Chineesche
pol ik l in iek op Kal iondo. Soe Swie Tiong Hwa Ie W a n heeft speciaal een vroedvrouw in dienst voor het
werk buiten de pol ik l in iek, te rw i j l de Vereeniging Wi jkverp leg ing, welke uitgaat van de Zending, beschikt
over een Europeesche verpleegster (tevens vroedvrouw) en twee Inlandsche verpleegsters.
Dat de vr i j hooge kindersterf te (0—5 jaar) de algemeene sterf te beïnvloedt, is logisch. Ook in Europa
is d i t het geval. Daar dankt menig land zi jn geboorte-overschot zelfs nog alleen aan de daling van de
k inderster f te .
Het eigenaardig ver loop van de sterf tel i jn hier (me t toppen in het voorjaar) is voor een belangri jk
deel te w i j ten aan de zuigel ingensterfte in de regenmaanden en voor een geringer deel aan de in dien t i jd
geconstateerde grootere sterf te van ouden van dagen. De plotselinge temperatuurswissel ingen, de hooge
vochtigheidsgraad, de k ro t ten , waar in velen moeten wonen, en de onvoldoende kleeding van een deel der
bevolking zi jn daar mede schuldig aan.
Als logische afslui t ing tevens samenvatt ing van deze reeks van hoofdstukken, waar in o.m. werd ge
wezen op de vele maatregelen, welke in den loop der jaren werden genomen te r bestr i jding van de ver
schillende infect ieziekten, laat ik hier nog het een en ander volgen over de algemeene sterftecij fers. Daar
u i t zal dan tevens bl i jken, dat de genomen maatregelen doel hebben getroffen.
Het is echter een groote moei l i jkheid om over juiste cijfers de beschikking te kr i jgen. Vroeger tast te
men daaromt ren t vr i jwe l in het duister, daar er voor de meeste bevolkingsgroepen nog geen burger l i jke
Baby-contröledag van de Inheemsche vereeniging „Kinderzorg" in de polikliniek van den P.G.D. aan de Hce-
, — _ . renstraat.
Stand bestond. Nu is in dezen toestand verbeter ing gel<omen door de invoering van de verpl ichte
doodschouw. De sterfteci j fers zi jn tinans nauwi^eurig bel<end, te rw i j l de regelmat ig terugkeerende volks
te l l ingen correct ie der bevolkingscijfers mogel i jk maken.
Deze bevolkingscijfers waren vroeger niet nauwkeur ig bekend. Z i j werden meestal te laag opgegeven,
maar ook de sterfteci j fers werden (voor de invoering van de doodschouw) te laag gesteld, zoodat d i t elkaar
eenigszins compenseerde bij de berekening van de promil le-ci j fers. Daarna kwam de doodschouw juiste
in l icht ingen over de absolute sterf te verschaffen. Daar de bevolkingscijfers onnauwkeur ig en bli jkens de volks
te l l ingen te laag waren geschat, ontstonden perioden met te hoog getaxeerde sterfteci j fers. De per iodieke
volkstel l ingen maakten het mogel i jk een welkome correct ie aan te brengen.
In het ondervolgend grafiekje van de sterf tel i jnen b l i j k t deze correct ie duidel i jk u i t de plotselinge da
l ingen in de jaren 1920, 1925 en 1930, in welke jaren n.l. volkstel l ingen plaats vonden.
Aangezien de burger l i jke stand voor Europeanen reeds sedert lang bestaat, kunnen de sterftecij fers
van deze bevolkingsgroep dus met die van vroegere jaren vergeleken worden.
U i t de volgende ci j ferreeksen, betrekk ing hebbende op de groepen Europeanen en Inlanders, moge
de enorme verbeter ing van de getroffen maatregelen voor de sterf te bl i jken.
Jaren
1905 t m 1910
1925 t m 1930
1931
Sterf te O 00
E U R O P E A N E N .
22 - 24,2 - 30,21) _ 25,4 - 26.2 - 30,6
1 1 , 7 - 1 1 , 2 - 9,4 - 7 , 8 - 8 , 2 - 1 0 , 2
9,2
1905 t m 1910
1925 t m 1930
1931
I N L A N D E R S .
36 - 4 1 , 8 - 6 0 , 3 1 ) - 5 3 , 8 - 4 8 - 5 7 , 3
28,3 - 29,3 - 28 27.7 - 35,2 - 24,3
21
De onderstaande curve omvat een langer t i jdsver loop en geeft, zoowel de kwartaalster f te als de jaar-
sterf te aan van 1919 t o t 1931.
' ) 1907 was een nnalariajaar. De sterfte in 1929 is door de volkstell ing 1930 gecorrigeerd.
m m m
60
'40
m »
- 'V
1 1 1 I I ! I ! f I S g ! ! IIZS. < I 9 S S ' ]'Hit I ! 9 S 9 ' t » J 6 I I S ï t I ! 9 ? a I I 9 S » I I 9 Ï 0
W a t in deze l i jnen opval t , is de schol<sgewijze daling in de jaren 1920, 1925 en 1930. Deze daling is te
danken aan de hierboven bedoelde correcties op de sterftecijfers tengevolge van de volkstel l ingen, in 1920
en '30 door het Gouvernement en in 1925 door de Gemeente gehouden.
U i t het bovenstaande grafiekje b l i jk t dus, dat men er in geslaagd is om de algemeene sterf te te rug te
brengen van 56 / in 191 9 t o t 24 in I 930 en zelfs t o t 21 / ^ in 1931.
Er is echter nog meer u i t het graf iekje op te maken. Beschouwt men n.l. de l i jn der kwartaalster f te,
dan val t als eigenaardigheid op de telkens terugkeerende „ t o p p e n " in het Ie kwartaal van elk jaar, te begin
nen bij 1924. H iervoor is de volgende verk lar ing te geven. In 1923 waren de malariabestr i jdingsmaatregelen
in N.O. en N. Soerabaia reeds zoover gevorderd, dat er in de volgende jaren geen epidemieën meer ontston
den. Deze konden dus voortaan geen speciale tendenz meer geven aan den loop der sterf tel i jnen, welke haar
gr i l l ig ver loop ver loor en een vr i j vasten vo rm ging aannemen.
Maar de „ t o p p e n " in het eerste kwartaal bleven bestaan. Hoe k o m t d i t ? O m d i t na te gaan, heb ik
ondervolgend grafiekje laten samenstellen. De bovenste l i jn geeft aan de to ta le sterf te in verschil lende jaren
en wel kwartaalsgewijze, niet in promil le-ci j fers u i tgedrukt , doch in absolute getal len. H ierdoor komen de
toppen van het Ie kwartaal nog beter u i t .
— i
" ~
i
/ /
7
\
\
%
,---
— —- ^' /
\ V
X
• • - -
r:
/ •
^"
1
/ 1
2600
J»#öö
Zsoo 2008
fSöO ^
/soo \ / /•tao
_ 1 1 i I I /C^a-rA,-/ t' t' S' * ' / • 1' i'- &' ' ' ^' 3 ' <" «"• ^ ' '•• *••
-/«»- /9Z5 19 26 /SZ7 f^ZS /92P /930 /93/
xl» i U )w
t,c ^<- /<- ^' T 4'^ f' S' 3" Y*
Bij nadere beschouwing van die gr i l l ige l i jn b l i jk t , dat de sterf te in het 4e kwartaal een onregelmat ig
ver loop heeft. Nu eens is de sterf te dan het laagst van alle kwarta len, soms geli jk aan die van het 3e kwar taa l .
319
maar ook kan wel eens een aanloop t o t de sti jging in het Ie kwartaal worden geconstateerd. Regelmatig is
echter de verhoogde sterf te (welke den beruchten Januari-top veroorzaakt) in het Ie kwar taa l van elk jaar.
D i t fe i t b l i j f t n iet alleen beperkt t o t enkele onderd is t r ic ten, doch s t rek t zich u i t over de geheele gemeente.
H ie ru i t b l i j k t dus, dat de meer of minder goede hygiënische toestand in het een of andere onderd is t r ic t géén
invloed ui toefent op het ontstaan van dien bewusten „ t o p " . Maar wa t is daar dan wèl de oorzaak van ? O m
die oorzaak op te sporen, zul len wi j thans ook de overige curven van het graf iekje in beschouwing nemen.
Onder de l i jn van de to ta le sterf te z iet men er een getrokken waar (rechts) 0—5 jaar bij staat. Deze
curve geeft niet alleen de sterf te onder de zuigelingen (O—I jaar) , maar ook die van de kleuters (1—5 jaar)
aan. Deze sterf te l i jn (0—5 jaar) ver toont in haar loop een typische overeenkomst met de to ta le s ter f te l i jn ;
zi j loopt daar zelfs geheel paral lel mee. De scherpe 1 e-kwartaal-toppen komen in beide l i jnen voor.
Indien wi j nu de sterf te onder de zuigelingen en kleuters u i t de to ta le ster f te l i jn e l imineeren, kr i jgen
wi j een curve, aangevende de sterf te onder de menschen van 5 jaar en ouder. Deze curve ver toont , zi j het
dan ook in veel geringere mate, toch nog kleine toppen ; zi j loopt echter lang niet meer zoo evenwijdig aan de
to ta le s ter f te l i jn .
U i t de op de hierboven aangegeven wijze verkregen l i jn , welke de sterf te aangeeft onder de menschen
boven de 5 jaar, e l imineeren wi j tens lot te nog het aantal sterfgevallen van de 40-jarige en oudere perso
nen. Bl i j f t over de sterf te onder de menschen van 5—40 jaar. En deze curve heeft, vergeleken met de andere
sterf te l i jnen, een to taa l onafhankel i jk ver loop. Z i j ver toont weliswaar zeer geringe verheffingen in den
regen- en kenter ingst i jd , maar heeft overigens een bet rekkel i jk vlak ver loop. Er is weinig of geen geli j
kenis me t de to ta le ster f te l i jn .
W i j kunnen nu dus vei l ig concludeeren, dat het de zuigelingen- en k leuterster f te is, welke in de eerste
plaats de toppen veroorzaakt in de Ie kwarta len op de curve der algemeene sterf te. Vervolgens w o r d t het
ontstaan van deze toppen ook nog, zi j het in geringe mate, beïnvloed door de sterf te van de ouden van da
gen. Deze conclusie w o r d t vo lkomen gedekt door de gegevens van de verpl ichte doodschouw.
Als oorzaak van deze verhoogde sterf te, die elk jaar gedurende een bepaalde periode terugkeer t , v indt
men nog steeds ziekten van de ademhalingsorganen opgegeven. Vooral in de oudere leeftijdsklassen t re f t
men ook de longtuberculose als doodsoorzaak aan.
Indien wi j nu de balans opmaken van de resultaten der groote hygiënische maatregelen, dan komen
w i j in het ko r t t o t de volgende conclusie : De malar ia- en choleraëpidemieën, welke vele slachtoffers en de
zeer hooge toppen in de ster f te l i jn veroorzaakten, zi jn thans practisch gesproken verdwenen. W i l men de
sterf te nog meer doen dalen en ook de voorjaarstoppen v lakker laten worden, dan zul len de „ g r o o t e " maat
regelen, welke t o t nu toe alle aandacht opeischten, plaats moeten maken voor den meer geduldigen en lang
zamer inwerkenden arbeid, besteed aan zuigel ingenzorg, typhus- en tuberculosebestr i jd ing. Naast het directe
medisch-hygiënische werk zal men zich in de naaste toekomst meer dienen toe te leggen op de propaganda
en de volksopvoeding in hygiënisch opzicht .
^ p DE GEMEENTELIJKE VEEARTSENIJKUNDiGE DIENST. De noodzaak om toezicht uit te oefenen op vleesch en mell<. — Vleeschvergiftigingen. — Bezoedeling door pathogene en apathogene kiemen. — Voorzorgsmaatregelen. — De toestand voor 1912. — Aanstelling van een gemeenteveearts en een opzichter-keurmeester In 1913. — Het oude slachthuis, een wanhoop. — Terreinkeuze, kosten en Ingebruikname (in Maart 1927) van het nieuwe abattoir. — Ligging en indeeling. — Moeilijkheden. — Uitbreidingen. — Een koelhuis voor Soerabaia niet dringend noodig. — Het meeste vee komt van Madoera. — De slacht. — De halssnede : geen dierenmishandeling en zeker niet slechter dan de Europeesche methoden. — De vleeschkeuring. — De varkens van Bali. — De Slacht-verordening. — De vleeschverkoop. — De walidjo's. — De lage vleeschprijzen en het gevolg daarvan. — Grafische voorstelling van het aantal geslachte dieren (1920—'31).— De Melkverordening.— De keuring van het melkvee. — De tuberculose en haar bestrijding. — Mond- en klauwzeer. — Febris undulans. —
K Het melkonderzoek. — De melkerijen. — De stalhouderijen en het keuren van paarden.
o r t na de instel l ing van de Gemeente Soerabaia werd de behoefte gevoeld, toezicht u i t te oefenen
op eenige voedingsmiddelen, waarvan het bekend is, dat het nut t igen ervan onder bepaalde omstandig
heden ernst ig nadeel voor de gezondheid van den consument kan veroorzaken.
To t deze voedingsmiddelen, welke bij ui tstek geschikt z i jn, z iekten of vergif t igingen te verwekken,
behooren twee belangri jke van dier l i jken oorsprong, n l . vleesch en melk.
Het gebruik van vleesch afkomst ig van zieke dieren kan aanleiding geven t o t ernstige z iekten, welke
niet zelden den dood van den consument tengevolge kunnen hebben. Vele van dergel i jke vergif t igingen zi jn
in den loop der jaren in de medische en veeartsenijkundige l i te ra tuur beschreven, waarbi j het verband tus-
schen het zieke dier en de consumptie van het vleesch met absolute zekerheid kon worden vastgesteld.
De meeste vleeschvergift igingen door bacteriën veroorzaakt komen op rekening van de paratyphus-
k iemen, welke men als verwekker van verschil lende ziekten bij den mensch en onze huisdieren kent. Be
rucht en gevreesd is het gebruik van vleesch afkomst ig van zoogenaamde noodslachtingen, waaronder men
verstaat het slachten van dieren, welke zoo ernst ig ziek zijn geweest, dat voor het leven werd gevreesd en
waarbi j getracht werd het vleesch door t i jd ig slachten van het zieke dier nog voor de consumptie geschikt
te maken.
Het spreekt vanzelf, dat dergel i jk vleesch zeer streng moet worden onderzocht, waarbi j een bacte
riologisch onderzoek van vleesch en organen moet plaats vinden, opdat het geheel worde afgekeurd, indien
maar de minste afwi jk ing of geringste kiemhoudendheid van het vleesch word t geconstateerd.
Hetzelfde geldt voor vleesch, waar in parasitaire aandoeningen worden gevonden, zoodat niet zelden
heele dieren naar de verbrandingsoven worden gebracht, waar het ondeugdeli jk bevonden vleesch t o t vleesch-
en beendermeel, vet en l i jm wo rd t verwerk t .
Niettegenstaande de strengste keuring kan vleeschvergift iging toch nog plaats vinden, als n l . de
infectie pas opt reedt na den dood van het slachtdier. Men spreekt dan van de zoogenaamde postmorta le
infecties. Bezoedeling van het vleesch met pathogene (ziekteverwekkende) kiemen is dan de oorzaak. Niet
zelden zi jn In zulke gevallen de ziekteveroorzakende kiemen afkomst ig van smetstofdragers u i t de
bedri jven of zelfs u i t het huisgezin van de consumenten.
Doch ook bezoedeling met apathogene (niet-ziekteverwekkende) kiemen mag niet als geheel onge
vaar l i jk worden beschouwd. Berderf t reedt daardoor veel sneller op, te rw i j l het gebruik van dergel i jk
bedorven mater iaal niet onschadelijk is.
In de l i t e ra tuur zi jn verschil lende gevallen van vergif t igingen door het gebruik van bedorven hammen
en gehakt beschreven, hetgeen toch ook geenszins te verwonderen is, daar vleesch als een u i terst gunstige
voedingsbodem voor de meeste bacteriën is te beschouwen, zoodat deze, vooral bij de hier heerschende
hooge tempera tuur en grooten vochtigheidsgraad, zich snel kunnen vermeerderen.
Het is dan ook van het grootste belang, in het bi jzonder in de t ropen, dat veel zorg wo rd t besteed aan
de wi jze van slachten. D i t d ient te geschieden op plaatsen, waar besmett ing van bui ten niet zoo gemakkel i jk
kan geschieden. Vliegen moeten om die reden buiten worden gehouden. Het t ranspor t van het vleesch van
het slachthuis naar de verkoopplaatsen dient op doelmat ige wi jze te geschieden en ten s lot te, het bewaren
en het verkoopen van het vleesch behoort plaats te vinden in zindel i jke, luchtige en gemakkel i jk te reinigen
loka l i te i ten.
W a t heeft de Gemeente Soerabaia nu op d i t gebied in den loop der jaren t o t stand gebracht ?
Voor 1912 was de runderslacht reeds gecentraliseerd op een zeer p r im i t i e f ingerichte slachtplaats
te Kapasan, gelegen in de Chineesche kamp. Deze inr icht ing werd oorspronkel i jk geëxploi teerd door een
par t icu l ier (Chinees).
Keur ing van vee en vleesch vond niet of onvoldoende plaats. W e l bestond er eenig toezicht van Gou-
vernementswege — de te r plaatse aanwezige Gouvernementsveearts was, naast zi jn andere werkzaamhe
den, tevens belast met het toezicht op de keur ing — maar van een intensief onderzoek van vee en vleesch
kwam niets terecht , zoodat fe i te l i jk alleen contro le werd uitgeoefend op de inning der slachtbe-
lasting.
De behoefte aan een eigen veearts werd daarom begri jpel i jkerwi jze zeer sterk gevoeld, met het
gevolg, dat de Gemeente in 1913 besloot t o t het aanstellen van een eigen veeartsenijkundig ambtenaar, die,
behalve met het toezicht op de slacht, ook belast werd met de keur ing van melk, inspectie van melker i jen,
wagenverhuurder i jen, vleeschhouweri jen, enz.
Tevens werd een opzichter-keurmeester voor het slachthuis aangesteld en voorts werd een aanvang
gemaakt met de opleiding van veemantr i 's t o t keurmeester van vee en vleesch.
In hetzelfde jaar besloot de Gemeente het slachthuis in eigen beheer te nemen. Niettegenstaande
de Gemeente dus nu de beschikking had over eigen personeel, kwam van een goede keuring nog weinig
terecht . De oorzaak hiervan was de ui terst gebrekkige inr icht ing van het toenmal ige slachthuis. Het groot
aantal d ieren, dat dagelijks werd geslacht, en de buitengewoon slechte accomodatie maakten een goede
keur ing en cont ro le ten eenenmale onmogel i jk .
De l igging van de slachtplaats voldeed daarbij in geen enkel opzicht aan den geringsten eisch van
z indel i jkheid, integendeel, zij spotte met ieder begrip van hygiëne. De slachtplaats grensde aan en stond
in open verbinding met een kampongterre in , waarop al het vui l van de bewoners en ook het afval van de
slacht werd gedeponeerd.
Deze toestand, waar in moei l i jk en dan nog slechts met groote kosten eenige verbeter ingen zou zi jn
te brengen, was onhoudbaar. Daarbi j kwam, dat de slachtplaats niet eens het eigendom van de Gemeente
was. Z i j werd gehuurd van een Chinees, zoodat men tegen het aanbrengen van kostbare verbeter ingen, niet
ten onrechte, opzag.
De nieuw benoemde veearts kreeg dan ook ko r t na zijn in dienst t reden de opdracht plannen voor
den bouw van een geheel nieuw slachthuis in te dienen.
Men had reeds uitgekeken naar een geschikt te r re in voor het toekomst ige abat to i r , doch de keuze
daarvan veroorzaakte nog al eenige moei l i jkheden.
U i t den aard der zaak dient men hier met verschil lende factoren rekening te houden. De ligging ten
opzichte van den veeaanvoer en de vleeschverkoopplaatsen, de mogel i jkheid t o t afvoer van vu i l , en
spoelwater zi jn hiervan wel de voornaamste, te rw i j l het te r re in daarbi j zoo r u i m moet z i jn, dat er vo l
doende en op gemakkel i jke wi jze mogel i jkheid t o t u i tbre id ing bestaat.
Na lang overleg viel de keuze op een te r re in gelegen aan de kal i Pegir ian, waar zich vroeger een oud
kru i thu is bevond. De ligging niet ver van de Kali Mas, de aanlegplaats van de Madoeraboot en de vele
prauwen, tevens vr i jwel in het cent rum van de meeste vleeschverkoopplaatsen, vleeschwinkels en
passers, was wel de voornaamste reden, welke t o t deze keuze leidde, te rw i j l door de Kali Pegirian
een goede afvoer van het spoel- en afvoerwater kon worden verzekerd.
i ^ lÉ&MI ' "^•'iHP'<ü''MBBP"*^'i %slfc*^v-t^%«V-.^''"f #-r 1 / . ^ - .
U g-*<^».
Een gedetai l leerd plan werd ingediend, doch de
inmiddels ontbrande were ldkr i jg was oorzaak, dat
deze plannen nooi t werden ui tgevoerd. Het duurde
t o t 1923 voordat een nieuw plan werd ingediend.
D i t plan kon echter geen genade vinden in de oogen
van de leden van den toenmal igen Gemeenteraad,
omdat het te duur (f 300.000.—) was. In 1924 werd
een eenvoudiger plan van f 120.000.— goedgekeurd
en in 1926 met den bouw een aanvang gemaakt. In
Maart 1927 kon het nieuwe slachthuis in gebruik
worden genomen.
D i t werd gebouwd op een te r re in met een
oppervlakte van ongeveer 100 x 130 m. Aan de
Noordzi jde l igt het runderslachthuis en aan de Oe groote slachthal in het moderne gemeentelijke abattoir
Zuidzi jde het varkensabattoir . Tusschen beide is een aan de l<ali Pegirian. In deze hal kunnen tegelijkertijd 31
open ru im te gelaten te r breedte van 43 m, welke '"""''«••e" ^°^'^^" geslacht. (Foto H. Gieysteen.)
r u im te beschikbaar b l i j f t voor u i tbre id ing (o.a. voor het bouwen van een bester f ru imte met of zonder
koelhuis).
Beide slachthuizen zijn gescheiden door een 2 m hoogen muur , zoodat aan den Mohammedaanschen
r i tus, welke een strenge scheiding van runder- en varkensslachthuis voorschri j f t , is voldaan. Aan den ingang,
tusschen beide slachthuizen in , bevindt zich het administrat iegebouw met labora tor ium.
Het geheel is opgetrokken in gewapend beton en gebouwd door de Hollandsche Betonmaatschappij.
De technische inr icht ing is geleverd door de N.V. Geveke en Co.
Het runderslachthuis bestaat u i t een groote slachthal, waarin tegel i jker t i jd 31 runderen geslacht kun
nen worden, te rw i j l een afgesloten ru im te is bestemd voor het slachten van ziek of van ziekte verdacht vee.
Voor elk slachtrund is een ru im te van 3 x 5 m gereserveerd, zoodat de lengte van de groote slachthal
bedraagt 16 x 3 is 48 m. Aan deze hal grenst aan de voorzi jde de afneemruimte, aan de achterzi jde de
darmwasscheri j . Deze is 18 x 15 m groot , de afneemruimte betrekkel i jk k le in, n l .6 x 15 m.
A fneemru imte , slachthal en darmwasscherij zi jn zoo gebouwd, dat vergroot ing en u i tbre id ing
op eenvoudige wijze kan plaats vinden. Achter de darmwasscheri j l igt een gebouwtje, waarvan de eene
helft gereserveerd wo rd t voor huidenloods, te rw i j l de andere voor goedang en kamer voor opzichter en
keurmeesters is bestemd.
De slachthal van klein vee is 14,30 x 12 m groot en zeer eenvoudig ingericht. Er staan 4 slachttafels.
Aan den wand is een hakenri j aangebracht voor het ophangen en keuren der d ieren.
Aan de Oostzi jde van het te r re in is een ru ime stal ingericht. Van dezen vierr i j ïgen 40 m langen
stal is een gedeelte afgeschoten voor het stallen van klein vee. Het gebouw biedt ru im te voor een 160-
ta l runderen.
Het varkensabattoir is belangri jk kleiner en 13x20 m groot. Een 8-tal stallen is op 1,30 m hoogte
aangebracht. Van daar kunnen de varkens in de s teekru imte worden gedreven.
Verder is er een darmwasscheri j met waschbakjes en schraptafels, te rw i j l een mengkraan voor wa rm
en koud water niet ontbreekt . Aan de slachthal grenst een afneemruimte, welk groot genoeg is om als
bester f ru imte te worden gebru ik t .
Het administrat iegebouw bevat een kamer voor het Hoofd van het slachthuis, een kamer voor de
admin is t ra t ie , beide 6 x 5 m groot , een laborator ium voor vleesch-en melkonderzoek van 1 0 x 5 m, een
keuken voor het bereiden van voedingsbodems en een kleine goedang.
De afvoer van het spoel- en afvalwater is gescheiden van dien van het hemelwater en heeft plaats door
een stelsel van open goten. Het vaste vui l wo rd t zooveel mogeli jk tegengehouden door roosters. A l het
afvalwater k o m t samen in een grooten bezinkbak, waar zich het meeste zwevende vui l afzet, dat van
t i jd t o t t i jd kan worden verwi jderd. Het afvalwater kan, zoo noodig, met behulp van een chloorapparaat
in het bezinkbassin worden gedesinfecteerd. Ten slot te komt het afvalwater in een r ioo l , dat in de
kal i Pegirian u i tmond t .
Bij het in gebruik nemen van het nieuwe slachthuis deden zich ta l van moei l i jkheden voor . Den Inland-
schen en Chineeschen slagers, gewend aan hun p r im i t ieve wi jze van slachten, moest geleerd worden zich
aan de Europeesche slachtmethoden aan te passen. De bij hun van ouds in zwang zijnde methode van slach
ten op den grond me t de daarbi j steeds plaats hebbende bezoedeling van het vleesch me t den darminhoud
moest vervangen worden door het slachten aan spreiders en het gebruik van het luchtspoor moest hun
worden bi jgebracht.
De Inlandsche slagers maakten zich in kor ten t i j d de nieuwe wijze van slachten eigen, doch van de
zijde der Chineezen werd in den beginne nogal tegenwerking ondervonden. Op een bepaald oogenblik
legden zij hun slagersmes neer en gingen t o t staking over, zoodat gedurende eenige dagen geheel Soera-
baia van varkensvleesch verstoken was. Het spreekt vanzelf, dat de Chineesche slagers hiermede hun
eigen belang wel in de laatste plaats dienden en na eenige dagen maar weer om toegang vroegen. Daarna
pasten zij zich snel aan al het nieuwe aan.
Het nieuwe slachthuis heeft in de jaren, dat het nu in gebruik is, geheel aan de verwachtingen voldaan.
Zoowel l igging als in r icht ing bleken goed gekozen te z i jn. De geheele opzet was een u i terst eenvoudige. Met
het beschikbare bedrag had d i t ook moei l i jk anders gekund. Toch bleek al spoedig, dat eenige ui tbreidingen
noodzakel i jk waren.
O m van toez icht ook na de siachturen verzekerd te z i jn, was het wenscheli jk een woning voor den
hoofdopzichter te bouwen. Later ontstonden plannen voor het opr ichten van een veepasser, welke in 1929
gereed kwam. Het oorspronkel i jk plan deze in eigen explo i ta t ie te nemen, faalde, zoodat t o t verpachting
moest worden overgegaan. In 1930 werd aan het slachthuis verbonden een ru ime varkenskraal, bevattende
verschil lende varkensstal len, welke gr i f aan de Chineesche slagers konden worden verhuurd.
Zoowel veepasser als varkenskraal werden eveneens in gewapend beton opgetrokken ; zij voldoen in
alle opzichten. Voor ts werd de oude draadomheining vervangen door een betonnen muur , hetgeen de con
t ro le ten goede kwam.
Tusschen het runder- en varkensslachthuis werd een ru im te open gehouden voor den bouw van een
koelhuis.
De vraag dr ing t zich nu naar voren, of het noodzakel i jk is in de t ropen aan een modern ingericht slacht
huis ook een koelhuis te verbinden. Deze vraag wo rd t door de deskundigen verschil lend beantwoord. Zelfs
in Neder land en in andere landen van Europa is men het hierover nog lang niet eens. Ook in Indië bestaan
h ierover verschil lende meeningen.
De beantwoording van d i t vraagstuk is in de eerste plaats afhankeli jk van de geografische ligging van
het slachthuis. In de grootere bevolkingscentra, waar de aanvoer van vee niet dagelijks kan plaats vinden,
zoodat de slagers genoodzaakt zi jn steeds veel vee in voorraad te houden, heeft een koelhuis zeker reden
van bestaan. De slager is dan in de gelegenheid het aangevoerde vee d i rect te slachten en het vleesch in het
koelhuis op te slaan, zoodat hij de benoodigde hoeveelheden voor zi jn klanten dagelijks te r beschikking
heeft.
D i t geldt echter niet voor een stad als Soerabaia, welke voor een dagelijkschen invoer van vee al zeer
gunstig is gelegen. Het veeri jke Madoera, dat ongeveer 70% t o t 75% van de to ta le slacht levert , l igt n l . in de
onmiddel l i jke nabijheid. Veegebrek is er t o t nu toe dan ook niet geweest. Integendeel. De slagers kunnen
zich dagelijks op de passers in voldoende mate van vee voorz ien. H iermede verval t voor hen de
noodzakel i jkheid om steeds vee of vleesch in voorraad te hebben en tevens de voornaamste reden voor de
opr ich t ing van een koelhuis.
Het meeste vee, dat hier w o r d t geslacht, k o m t van Madoera, via Kamal . Het belangri jkste deel k o m t
u i t de naaste omgeving van deze plaats en w o r d t reeds 's nachts naar de inladingsplaats gedreven om
naar den overwal verscheept te worden of per Madoeraboot, of per sampang. Een kleiner gedeelte wo rd t
u i t Bankalan en zelfs van nog verder aangevoerd me t de Madoerastoomtram en per boot naar Soerabaia
gebracht. Het w o r d t in de vroege morgenuren rechtstreeks naar den veepasser geleid en daar ver
handeld.
W o r d t het vee nog denzelfden dag geslacht, dan moet het reeds om 8 uur 's morgens in de stal len van
het slachthuis zi jn. De groote slacht vangt om ongeveer I uur 's middags aan, zoodat het vee ongeveer
gedurende vi j f uren in de stal len staat.
Voordat het vee te r slachting v^ordt toegelaten wo rd t het „ l evend" gekeurd. Gedurende het verbl i j f
in de stallen kr i jgen de dieren geen voedsel meer. Z i j zi jn in de gelegenheid voldoende u i t te rusten. D i t
laatste is van zeer groot belang. Ui tgeruste dieren bloeden n l . bij het slachten veel beter en vol lediger
u i t , waardoor het vleesch aanmerkel i jk aan houdbaarheid w in t .
Het dooden der dieren geschiedt door middel van de halssnede. De Mohammedaansche r i tus — ook
de Joodsche godsdienst eischt zulks — houdt hieraan streng vast. Het gebruik van pistool , percureur of
welke verdoovende middelen ook, kunnen dus u i t religieuse overwegingen niet worden gebru ik t .
Het r i tueel slachten maakt , het zi j toegegeven, een zeer onaangenamen indruk, doch, indien het op
goede wi jze wo rd t ver r ich t , zooals hier door den penghoeloe aangestelde personen, de zg. , ,modins", dan
kan van dierenmishandel ing geen sprake zi jn.
Bij het slachten volgens de r i tueele methode heeft het ui tbloeden beter plaats, zoodat het invoeren
van de Europeesche slachtwijzen zeker geen verbeter ing zou zi jn.
Direct na het slachten v indt het onthulden plaats, waarna met de eigenli jke vleeschkeuring een aan
vang kan worden gemaakt. Deze keuring geschiedt door Inlandsche keurmeesters, die daartoe zijn opgeleid
en onder leiding en toezicht staan van den daarvoor in 1927 aangestelden indischen veearts.
De vleeschkeuring bestaat minder u i t een onderzoek van het eigenli jke vleesch, dan wel van de
organen i nbo rs t - en buikhol te . A l le organen, en als d i t noodig is ook het vleesch, worden aan nauwkeurige
inspecties onderworpen ; de inwendige deelen worden eveneens door het maken van verschil lende
insnijdingen geëxamineerd.
Ditzel fde geschiedt bij de keuring der varkens en kleine herkauwers.
De meeste varkens, die hier worden geslacht, zi jn afkomst ig van Bali en worden tweemaal per week
door een K.P.M.-schip aangevoerd. Ook hier geschiedt het dooden der dieren nog door den hartsteek. De Chi-
neezen zijn h ier in zeer bedreven. Di rect na den dood worden de varkens gebroeid, geschrapt (van de bor
stels ontdaan) en vervolgens op de reeds beschreven wijze gekeurd.
Nadat de dieren zi jn goedgekeurd, wo rd t het vleesch met voor de gezondheid van den mensch
onschadelijke groene ink t van goedkeuringsstempel voorzien. De slagers mogen daarna het vleesch
meenemen. Voor het t ranspor t moet gebruik worden gemaakt van gesloten wagens, welke aan de
binnenzijde met zink zijn bekleed.
O m het beroep van slager te kunnen uitoefenen, wo rd t een vergunning van den Burgemeester ver-
eischt. De eischen, waaraan de slagerijen en de vleeschverkoopplaatsen moeten voldoen, zi jn bij verordening
(de Soerabaiasche slachtverordening, welke alle voorschr i f ten, de slacht betreffende, regelt) vastgesteld.
In het ko r t komen deze hierop neer, dat de gebouwen voldoende ru im en goed geventi leerd moeten
zi jn. Verder moeten zij voorzien zi jn van een ondoordr ingbare vloer en gemakkel i jk te reinigen wanden en
muren, t e rw i j l een aansluit ing op de water le id ing verpl ichtend is gesteld.
Een klein gedeelte van de dagelijksche slacht wo rd t reeds in de avonduren verkocht. Het resteerende
gedeelte w o r d t den volgenden morgen naar de passers gebracht.
Aan de inr icht ing van de vleeschpassers is eveneens de noodige zorg besteed. Ook hierbi j wo rd t
gestreefd naar l icht , lucht en zindel i jkheid, ledere passer wo rd t door het personeel van den Veeartseni jkun-
kundigen dienst 's morgens ti jdens de verkoopuren tweemaal bezocht, zoodat er gelegenheid bestaat even
tueel bedorven of verontre in igd vleesch aan de consumptie te on t t rekken.
Behalve den verkoop in de winkels en op de passers kent men hier nog de vleeschrondventers of wa l i -
djo's. A l le rondventers zijn geregistreerd en als bewijs daarvan zijn ze voorzien van door den gemeente
veearts geteekende ident i f icat iebewijzen, voorzien van po r t re t en vingerafdruk van den houder.
Het vleesch mag alleen rondgevent worden
In goed gesloten, z indel i jke manden, welke voor
zien zijn van een reg is t ra t ienummer. Tevens moet
iedere wal id jo in het bezit zi jn van een gei jkt
weegtoestel.
Het zal dus duidel i jk z i jn, dat niet alleen aan de
keur ing, doch ook aan het t ranspor t en den verkoop
de noodige aandacht wo rd t besteed en dat daarop
steeds strenge contro le w o r d t uitgeoefend.
De vleeschprijzen te Soerabaia zi jn, vergeleken
met die van andere plaatsen, zeer laag. D i t is wel de
reden, dat het slagersbedrijf bijna geheel in handen
is van Inlandsche en Chineesche slagers. Europeesche
slagerijen kunnen h ie rom niet in groote getale bestaan. Deze kunnen de concurrent ie tegen hun Inlandsche
en Chineesche collega's niet gemakkel i jk volhouden.
Runderstal en reinigingsinstallatie voor afvalwater. (Foto H. Gleysteen.)
To t slot van d i t gedeelte nog iets over het aantal d ieren, dat hier dagelijks wo rd t geslacht.
Onderstaande grafische voorstel l ing geeft het aantal geslachte dieren aan gedurende het t i jdvak van
1920 t o t en met 1930.
H ie ru i t b l i j k t , dat de runderslacht in de
jaren 1929 en '30 aanmerkel i jk is gestegen, hetgeen
o.m. is toe te schrijven aan de belangri jke dal ing
van de veepr i jzen.
Eind 1930 waren hier 56 rundvleeschhouwe-
r i jen, 12 varkensvleeschhouwerijen en I geiten-
vleeschhouweri j . Verder waren hier in totaal
ingeschreven 321 vleeschrondventers (wal id jo 's) .
W i j zi jn nu aan het tweede voedingsmiddel
van d ier l i jken oorsprong gekomen, dat van niet
minder belang is voor de t ropen : de melk.
Evenals voor het opr ichten van slagerijen,
wo rd t ook voor het uitoefenen van het beroep van
55000
SOOOO
45000
3S000
30000
10000
ISOOO
10000
dtu*«
q^
3U
>iun^
iu^
I
1
1
/
-'
^
-i /
^
f
/
_-
SOOOO
4S00Q
3S000
30000
I92J 1922 1923 I924 1925 1926 1927 1928 1929 1930
melkveehouder een vergunning van den Burgemeester vereischt.
De voorschr i f ten, waaraan de melker i jen moeten voldoen, werden eveneens bij verordening
vastgesteld. De eerste melkverordening kwam te Soerabaia in Augustus 1921 t o t stand. In den
loop der jaren zi jn in deze verordening wel kleine veranderingen gebracht, doch in wezen is zij
v r i jwe l dezelfde gebleven.
In de verordening v indt men in de eerste plaats voorschr i f ten vermeld over stallen en vee.
W a t het vee betref t , d i t moet vanzelfsprekend gezond zi jn. Daarom is keur ing verpl ichtend gesteld.
Het is noodzakel i jk, dat alle aanwezige melkrunderen geregistreerd worden. Voor deze registrat ie zi jn de
koeien van oornummers voorz ien, te rw i j l de veehouder verpl icht is van mutat ies onder zi jn veestapel
binnen dr ie dagen ten kantore van den veearts kennis te geven.
De keur ing van het vee geschiedt jaar l i jks. Voor runderen, die voor de eerste maal aan d i t onderzoek
zijn onderworpen, wo rd t een re t r ibu t ie geheven van f 2,50, te rw i j l voor iedere volgende keuring het keur
loon f I.— bedraagt. Verder is de veehouder verp l icht van alle ziektegevallen onder zi jn vee kennis te geven.
326
Di t alles maakt het mogel i jk afdoende contro le u i t te oefenen, zoodat d ieren, waarvan de melk ongeschikt
is voor de consumptie, bi j t i jds van de product ie kunnen worden uitgesloten. Het verkoopen van melk van
zieke dieren is natuur l i j k strafbaar gesteld.
Behalve keuring van Gemeentewege, heeft een geregeld toezicht plaats op het melkvee door den
Provincialen Veeartsenijkundigen Dienst. Het voorkomen en de bestr i jding van besmettel i jke veeziekten
behoort t o t de taak van het Gouvernement, i.e. de Provincie.
To t de grootste plagen onder het melkvee behoort de tuberculose, welke om hygiënische redenen
voor den mensch, maar ook om besmett ing van den tuberculose-vri jen inlandschen veestapel te voorkomen
met groote energie wo rd t bestreden.
De tuberculose van het rund wo rd t veroorzaakt door den zoogenaamden bovine tuberkelbaci l , die
van den mensch door het zg. humane type. Tusschen beide bestaan wel eenige verschi l len, doch deze zi jn
niet zoo groot dat besmett ing van den mensch door den bovine tuberkelbaci l uitgesloten is. Integendeel,
het dr inken van rauwe melk afkomst ig van tuberculose runderen, kan t o t ernstige ziektegevallen aanleiding
geven. Een belangri jk percentage van de tuberculose bij jonge kinderen wo rd t dan ook op rekening geschre
ven van de rundertuberculose.
Het spreekt daarom vanzelf dat deze ziekte den vollen aandacht moet hebben en daarom ook heeft
en dat d ieren, l i jdende aan open vormen van tuberculose (dus waarbi j smetstof wo rd t verspreid), van de pro
duct ie moeten worden uitgesloten.
Een jaarl i jksch onderzoek v indt daarom plaats, te rw i j l — zoo noodig — d i t tusschentijds wo rd t her
haald. Het opsporen van zieke dieren geschiedt door middel van tubercul ine (een extract van tuberkelbaci l -
len), waarmede specifieke reacties kunnen worden opgewekt. Is de reactie posit ief ui tgeval len, dan v indt
een ui tgebreid klinisch onderzoek plaats.
Eenige jaren geleden werden alle reactordieren naar de slachtbank verwezen. Di t bracht groote f inan-
cieele offers met zich mede, zoowel voor de schatkist als voor de beurzen van de melkveehouders, die slechts
t o t de helft der geschatte waarden der onteigende dieren vergoed kregen. Het is dan ook best te begri jpen,
dat de tuberculosebestr i jding bij de veehouders verre van populair is en nog al eens t o t verzet van deze zijde
aanleiding heeft gegeven, te meer daar het nut van een rat ioneel doorgevoerde tuberculosebestr i jding onder
hun vee nog lang niet door alle melker i jhouders word t ingezien.
Een z iekte, welke zelden ernstige offers eischt, is het mond- en klauwzeer. Ofschoon sterfgevallen
weinig worden waargenomen, berokkent deze ziekte den eigenaren toch veel schade en overlast. De dieren
gaan ti jdens de ziekte in den regel sterk in melkproduct ie achterui t , te rw i j l de naziekten (ernstige klauw-
aandoeningen, dampigheid) de dieren veel nadeel kunnen berokkenen.
Het is bekend, dat het mond- en klauwzeer door het dr inken van rauwe melk van het rund op den
mensch kan overgaan. De smetstof is echter tegen verh i t ten weinig bestand, zoodat deze door koken geheel
onschadelijk wo rd t gemaakt.
De laatste jaren heeft een zeer specifieke aandoening van het rund groote belangstell ing, zoowel van
veter inaire als van geneeskundige zijde. Deze aandoening is het besmettel i jk verwerpen der runderen. Het
k o m t voor dat in een bedri j f meerdere melkrunderen in een kor t t i jdbestek aborteeren.
Als verwekker van deze ziekte werd door Bang ( te Kopenhagen) reeds in 1896 een bacterie ontdekt ,
welke naar hem werd genoemd en die in de laatste jaren ook als z iekteverwekker bij den mensch werd vast
gesteld. Z i j is oorzaak van een langdurige in termi t teerende koorts. De ziekte staat bekend als febris undulans
en word t wel geïdentif iceerd met de Maltakoorts, een analoge ziekte, het eerst op het eiland Malta gecon
stateerd en veroorzaakt door het dr inken van ongekookte gei tenmelk.
Gevallen van overbrenging van de bovengenoemde Bangsche ziekte van rund op mensch zijn reeds
in verschil lende landen van Europa beschreven. De ziekte, het besmettel i jk verwerpen, komt hier in indië
eveneens voor ; ook gevallen bij den mensch worden vermoed, doch het s t r i k t wetenschappeli jk bewijs van
het voorkomen van de febris undulans bij menschen is hier nog niet geleverd.
Gelukkig geldt hier hetzelfde als voor de mond- en k lauwzeersmetstof ; door verh i t t ing worden de
bacteriën snel vern iet igd, zoodat men, indien men de melk voldoende lang kookt , niet voor besmett ing
behoeft te vreezen.
327
Naast de contro le op vee en stallen is het eigenli jke melkonderzoek een onmisbare factor voor de
melkhygiëne. Van iedere melker i j wo rd t , indien d i t mogel i jk is, tweemaal per maand een melkmonster
onderzocht.
Laten de resultaten te wenschen over, dan kan proces-verbaal worden opgemaakt en bij herhal ing de
verleende vergunning worden inget rokken. Het spreekt vanzelf, dat de melkkeur ing zoowel prevent ief als
repressief we rk t , zoodat het publiek voldoende garant ie heeft, dat het een volwaardig product k r i jg t , iets
wat van de geïmporteerde b l ikkemelk niet a l t i jd kan worden gezegd.
Binnen de Gemeentegrenzen zi jn 23 melker i jen gelegen, te rw i j l aan 13 melker i jen buiten de Gemeente
vergunning is verleend t o t invoer van melk. Ook deze bedri jven staan onder contro le van den Veeartsenij-
kundigen dienst.
Onder beide categorieën zi jn enkele met een groot aantal melkd ieren (100 t o t 160 stuks), te rw i j l
daar naast eenige kleine bedri jven zi jn (met 5 t o t 10 dieren). De meeste melker i jen zi jn in het bezit van
Europeanen ; eenige kleinere worden gedreven door Chineezen.
De dagelijksche consumptie van versche melk kan geschat worden op ongeveer 5.000 l i ter .
Ongetwi j fe ld zou deze omzet vergroot kunnen worden, indien de verschil lende melker i jhouders meer
begrip van coöperat ief optreden zou kunnen worden bi jgebracht. Zoo zou het opr ichten van een melk-
centrale, van waar alle melk zou kunnen worden gedistr ibueerd, zoowel voor consument als producent van
groot voordeel z i jn .
Een poging door den gemeente-veearts in 1926 gedaan, mis luk te j a m m e r genoeg tengevolge van d i t
ontstel lend gemis aan coöperatief inzicht en onder l ing want rouwen van de belanghebbende melkveehouders.
To t de taak van den veter inai ren dienst behoort ten s lot te ook nog het toezicht op stalhouderi jen
en het keuren van de paarden. Over het algemeen laat de toestand van deze bedri jven veel te wenschen
over. De groote concurrent ie, welke de wagenverhuurders de laatste jaren te duchten hebben van de t r a m ,
auto's en bussen, maken het bedri j f n iet meer rendabel, zoodat het den vergunninghouders (ook voor het
uitoefenen van d i t bedri j f is het bezi t van een vergunning noodig) hoe langer hoe moei l i jker w o r d t om
aan hun verpl icht ingen te voldoen, laat staan kostbare verbeter ingen aan te brengen.
Daarom verwonder t het des te meer, dat nog zoo vele bedr i jven het hoofd boven water weten te
houden. Er zi jn hier n l . nog 59 wagenverhuurder i jen.
Het zou alleszins wenscheli jk z i jn , dat de verschil lende paardenstallen u i t de dichte bevolkingscentra
verdwenen ; een besluit om ze daartoe op den duur te verpl ichten werd reeds door den Gemeenteraad
genomen. Toch zal het nog wel eenige jaren duren voordat al le bedri jven naar den rand van de stad zi jn
overgebracht.
Het stalhoudersbedri j f wo rd t in den regel uitgeoefend door Armen ië rs en Arab ieren, doch daarnaast
ook door Europeanen, Chineezen en enkele inlanders.
Het zi jn meestal v r i j groote bedri jven, t o t 300 paarden toe. Paard en dogcar worden verhuurd aan
koetsiers. Het spreekt vanzelf, dat het gehuurde door het ruwe en meestal onoordeelkundige optreden van
deze menschen zeer veel te l i jden heeft.
Niettegenstaande al deze ongunstige factoren neemt het aantal verhuurder i jen en daarmede het
aantal paarden en dogcarren bet rekkel i jk weinig af. In de Europeesche wi jken ziet men de dogcarren nog
maar sporadisch, in de Chineesche kamp en in de omgeving van de passers daarentegen echter veel meer.
328
e DE WATERLEIDING. De overdracht op I Juli 1906 van de Gouvernementswaterleiding aan de Gemeente . — De periode der
doorloopende water tekor ten ( i 1910—'32). — Inbedrijfstelling van het pompstation Wonot jo lo in 1916
en van het pompstation te Sidoardjo in 1920. — D e waterzuiveringsinstallatie teNgagel in 1922 gereed.
— Van kal iwater to t zuiver dr inkwater . — Invoering nieuwe, het waterverbruik nauwkeuriger aan
wijzende meters. — Tegengaan der watervermorsing. — Voorstel-Van Kleef to t gedeeltelijke verdubbe
ling der hoofdaanvoerleiding door den Gemeenteraad aangenomen (29 Juli 1925). — De Oemboelan-
werken in 1932 gereed. — De watervoorziening in de kampongs met behulp van den muntmete r van
Van Kleef.
n mi jn „Oud-Soerabaia" ^) heb ik beschreven, hoe de stad aan haar water le id ing kwann. Begin October
1903 werd het grootsche plan verwezenl i jk t , waarvoor velen hadden gei jverd. Voor de watervoorz iening
van Soerabaia brak een nieuwe periode aan, welke aanving met de overdracht op I Juli 1906 van de
Gouvernementswater le id ing aan de Gemeente.
Het t i jdvak, dat in d i t boek beschreven wo rd t , zou men het best kunnen karakteriseeren als ,,de
periode der doorloopende wa te r t eko r ten " . In 1910 was het verbru ik per etmaal gestegen t o t ± 7.800 m '
en reeds grooter dan den inhoud van het bestaande hoogreservoir (6.200 m''). Daarom stelde de toenmal ige
wd. d i recteur der Wate r le id ing , R. van Laar, voor om een tweede hoogreservoir te bouwen. Hier toe
werd echter pas veel later besloten.
Inmiddels nam het watergebrek steeds toe. Tal van adviezen en nota's werden ingediend, nieuwe
plannen beraamd en weer t e r zi jde gelegd, aangezien de verwezenl i jk ing daarvan of te kostbaar, of
te t i jdroovend zou zi jn geweest. Er moest snel worden gehandeld, want het t e k o r t nam dreigende
vormen aan. Tenslot te besloot men om te Wono t j o l o een pompstat ion in de bestaande leiding te
schakelen, waardoor meer water naar de stad zou kunnen worden gejaagd. Di t pompstat ion, dat thans
bui ten werk ing is, kwam in 1916 t o t stand.
L INKS : H e t idyllisch oord bij Oemboelan, vanwaar Soerabaia een deel van zijn dr inkwater betrekt . In de verte het bron
gebouw, overschaduwd door lommerr i jk geboomte, dat donkere reflexschaduwen werpt op het koele r impellooze
water . (Foto M. J. van Benthem Jutting.)
RECHTS : H e t brongebouw Tojo-Arang. (Foto E. Liddle.)
1) Z i e biz. 232 en 233. 329
LINKS : Het pompstation Gempol. (Foto E. Liddle.) RECHTS : Een kijkje in het pompstation Gempol, waar de machtige pompaggregaten staan, die het water met kracht
Soerabaia-waarts stuwen. (Foto E. Liddle.)
Het middel baatte slechts voor kor ten t i j d . De watervoorz iening bleef ten eenenmale onvoldoende,
vooral in de jaren 1918,'19 en '20 . In laatstgenoemd jaar werd de bron Plintahan II (Kloewek) gecapteerd.
Nog meerdere bronnen wi lde men capteeren. Teneinde de wassende hoeveelheid water stadswaarts te
kunnen voeren, was het noodig om even bui ten Sidoardjo een tweede pompstat ion te bouwen. Di t werd in
September 1920 in bedri j f gesteld.
Inmiddels was ook het tweede hoogreservoir gebouwd, dat een inhoud heeft van 15.000 m'*. Door de
ingebruikname van d i t hoogreservoir verzekerde men zich een grootere reserve. Verder t racht te men het
verbru ik te beperken door den prijs van het water van f 0,25 t o t f 0,30 per m^ te verhoogen, want —zoo
was de redeneering, die later ju ist bleek te zijn — hoe meer het water kost, hoe zuiniger men er mee is.
Ondanks deze maatregelen, bleef het to taa lverbru ik sti jgen. Men moest dus ui tz ien naar een
u i tbre id ing van het wingebied. Dr. Ir. J. Versluis, de toenmal ige d i recteur der Wate r le id ing , diende een
voorstel in t o t het bouwen van een instal lat ie voor de zuiver ing van r iv ie rwater te Ngagel, benedenstrooms
van de sluis in het bandj irkanaal te W o n o k r o m o .
De teekeningen en begrootingen werden op 20 Juni 1920 door den Gemeenteraad goedgekeurd. Na
verkregen toestemming van den Irr igat iedienst werd met het werk begonnen. D i t bestond ui t den bouw van
resp. een inlaatsluis, een open aanvoerleiding, een bezinkbassin, een snelf i l ter, twee reinwaterkelders, een
ozonisat ie- inr icht ing en twee kelders voor geozoniseerd water . Het spreekt vanzelf dat een pompstat ion
van vr i j groote capaciteit moest worden ingeschakeld om het water naar de verschil lende instanties te
persen. De ozonisat ie- inr icht ing werd vervangen door een ch loor inr icht ing, omdat deze beter water
leverde en de explo i tat iekosten veel geringer waren.
De waterzuiver ingsinstal lat ie, die een capaciteit bezit van 90 I per sec. of bij een cont inu-bedri j f van
± 7.800 m^ per e tmaal , werd op 28 Nov. I 922 feesteli jk in gebruik genomen. Z i j heeft in den loop der jaren
ui tstekend voldaan. Sinds de aansluit ing echter van het stadsnet op de Oemboelan-leiding wo rd t de
instal lat ie in reserve gehouden.
De beide bruggen over de Porrongrivier ; de voorste voor het gewone verkeer, de achterste voor de treinen der Staatsspoorwegen. Aan weerszijden van de brug op den voorgrond liggen de groote buisleidingen, waardoorheen het aangevoerde drinkwater van de brongebieden bij Kasri en Oemboelan naar Soerabaia wordt gejaagd. (Foto E. Liddle.)
330
^n^SM,sm.;M^^^M^ii^mm&^ssmmm!ii^'^
De kabelbrug te Wonokromo over de Soerabaia-rivier. De brug draagt de beide hoofdaanvoer-leidingen der Soerabaiasche drinkwatervoorziening.
(Foto E. Liddle.)
' •""•"IIÜGRESERVDIR
ingang to t het lioogreservoir te Wonok i t r i . (Foto E. Liddle.)
Een hoekje in hetgebouvtr van het hoogreservoir, waar de zelfregistreerende meetinstrumenten
en de afsluiters staan. (Foto E. Liddle.)
De groote f i l terinstal lat ie van de waterzuiveringsinrichting te Ngagel. (Foto E. Liddle.)
De weg, die het ka l iwater aflegt, is de volgende. Het
wo rd t bovenstrooms van de sluis in het bandj irkanaal te
W o n o k r o m o , op ongeveer I m onder de opperv lakte, afgetapt.
Via de inlaatsluis v loei t het door de open, niet-bemetselde
aanvoerleiding naar het bezinkbassin. Voordat het d i t bassin
bereik t , wo rd t een oplossing van aluminiumsul faat toegevoegd
te r bevordering van de bezinking.
Het water u i t het bezinkbassin wo rd t door een ge
metselde goot naar het pompstat ion geleid, ook weer onder
toevoeging van aluminiumsul faat . Van het bassin u i t wo rd t
het water op het f i l t e r gepompt en daar met behulp van een
gotenstelsel over de verschil lende vakken verdeeld. Nadat het
water door de lagen gr ind, grof en f i jn zand is gesijperd,
s t roomt het door een groote buisleiding en onder toevoeging
van vloeibaar chloor naar de reinwaterkelders.
In deze kelders bl i j f t het water 5 a 7 uren staan. Daarna
word t het door pompen in het d is t r ibut ienet geperst, echter
niet voordat een ant ich loormiddel (voor het binden van het
vr i je chloor) is toegevoegd.
De f i l te rvakken, die vervui len, moeten op gezette
t i jden gereinigd worden. Di t ,,wasschen" geschiedt in omge
keerde r icht ing. Het waschwater wo rd t n l . u i t de reinwater
kelders onder in de f i l te rvakken gepompt. H ierdoor ontstaat
een reinigende woel ing in het zand, te rw i j l het waschwater
langs daartoe aangebrachte gootjes wo rd t verwi jderd.
Tijdens den bouw der instal lat ie bleef het waterverbru ik
sti jgen. Op voorstel van Dr. i r . Versluis besloot het Ge
meentebestuur om de oude meters te verwisselen tegen
nieuwe, die het waterverbru ik nauwkeuriger zouden aange
ven. Hiermee werd in Maart 1922 begonnen. Het geregis
t reerde verbru ik der consumenten steeg aanmerkel i jk , met
het gevolg: hoogere rekeningen. D i t was voor vele consumen
ten aanleiding om hun waterverbru ik te beperken.
Het voor tdurend wa te r teko r t was ook te wi j ten aan de
enorme verspil l ingen bij de hydranten en t i jdel i jke aftap
pingen en in de openbare bad-, wasch- en pr ivaat inr icht ingen.
Men l iet de kranen noodeloos openstaan. Het eerste euvel
bestreed men door de hydranten en t i jdel i jke aftappingen
om te zetten in waterverkoopplaatsen. Het water werd voort
aan verkr i jgbaar gesteld tegen 2 cent per pikoelan (2 petro-
leumbl ikken) . H ierdoor werd een eind gemaakt aan een grove
watervermors ing.
Tegen het misbru ik van water in de bad-, pr ivaat- en
waschinrichtingen werd getracht op vele manieren het hoofd
te bieden, doch niets hielp, to tda t de toenmal ige chef-exploi-
ta t ie , J. van Kleef, er in slaagde om in 1926 een practische
muntwa te rmete r te vervaardigen. Met behulp van deze
automaat was het niet alleen mogeli jk om een afgepaste hoe
veelheid water te verkoopen, maar tevens om contro le u i t
te oefenen op de opbrengst.
331
Intusschen bleef het waterverbru ik toenemen. Toen stelde de heer Van Kleef het Gemeentebestuur
voor om de bestaande hoofdaanvoerleiding gedeeltel i jk te verdubbelen. Bij Raadsbesluit van 29 Juli 1925
werd hier toe besloten. Het groote voordeel , aan d i t werk verbonden, was, dat deze verdubbel ing zich zelf
binnen kor ten t i jd betaald had door besparing op de bedrijfskosten der pompstat ions. Bovendien was een
deel van de toekomst ige u i tbre id ing der winning gereed. Tenslot te bood deze oplossing ook nog een
grootere bedri j fszekerheid. Het wachten was nu slechts op de toestemming t o t het capteeren van de
nieuwe bronnen in het Kasrische.
Debietmet ingen hadden plaats, het water werd bacteriologisch en scheikundig onderzocht en voor
de consumptie vo lkomen in orde bevonden ; het Gemeentebestuur vroeg vergunning aan t o t capteering,
maar de Regeering beschikte afwijzend op het verzoek ; zij adviseerde het water aan de Oemboelanbron te
on t t rekken . A l het werk en de uitgaven waren dus vergeefs gedaan.
Het was intusschen einde 1929 geworden. Met de grootst mogeli jke haast moest het Oemboelanplan
worden u i tgewerkt . Bij besluit van den Gemeenteraad van9 A p r i l 1930 no. 108 werd het plan goedgekeurd en
de noodige fondsen werden gevoteerd. Voor de levering van het mater iaal en de pompaggregaten werd een
openbare aanbesteding gehouden, te rw i j l de u i tvoer ing van het werk in eigen beheer plaats had. De empla
cementen te Oemboelan en Gempol verrezen, buizen werden gelegd, kunstwerken gebouwd en zoo kwam,
na een koortsachtigen arbeid, in 1932 de aansluit ing gereed van het stadsnet op de Oemboelan-capteering,
van waar sedert 1916 ook Pasoeroean zi jn water bet rek t .
Voor Soerabaia is nu eindel i jk een watervoorz iening geschapen, welke voor de eerstkomende jaren
voldoende zal bl i jken te zi jn. Ik zou deze historische opteekeningen bij d i t hoogtepunt in de ontwikkel ings
geschiedenis van het Soerabaiasche water le id ingbedr i j f kunnen beëindigen, indien niet een belangri jk vraag
stuk, dat ik ook reeds elders ') aanstipte, nog even de aandacht vroeg.
Dank zij de u i tv inding van den heer J. van Kleef, n l . zi jn muntmete r , was het voortaan mogeli jk
om ook in de kampongs water te verst rekken. Deze wijze van levering won al spoedig de sympathie der
bevolking. Geen wonder, want men kon naar draagkracht water koopen, zonder aanlegkosten te betalen en
een waarborgsom te s tor ten. De kosten van aanleg, aanschaffing van den mun tme te r en de bedrijfskosten
waren immers in den eenheidsprijs verdisconteerd.
In den beginne werden bij de invoering van d i t distr ibut ie-systeem groote moei l i jkheden ondervon
den, doch thans kan verk laard worden, dat t o t dusver deze verstrekkingswijze van zuiver dr ink- , bad- en
waschwater aan den kleinen man de meest practische is en van groot hygiënisch belang.
M Zie biz. 305.
NIEUW SOERABAIA
AFD EE LI N G 7
ONDERWIJS,
WETENSCHAP EN KUNST
HOOFDSTUK 1 H E T O N D E R W I J S
HOOFDSTUK 2 DE OPENBARE LEESZAAL EN BIBLIOTHEEK
HOOFDSTUK 3 DE D I E R E N T U I N
HOOFDSTUK 4 DE K U N S T K R I N G
«
0 HET ONDERWIJS. H e t Europeesch Lager Onderwijs. — Particuliere lagere scholen. — Katholieke scholen. — H e t
Christeli jk onderwijs. — De „Soerabaiasche Schoolvereeniging". — De Gouvernements Europeesche
kweekschool. — H e t onderwijs aan Chineesche, Inheemsche en Arabische kinderen. — H e t voort
gezet onderwijs. — H e t vakonderwijs. — De K.E.S.— De Ambachtsschool voor inheemschen. — De Bur-
G g e r Ambachtsschool. — Nias en Stovit . — De Zaalbergschool. — De Suikerschool. — De Soerabaiasche
Huishoud- en Industrieschool. — De school voor buitengewoon, individueel onderwijs,
elegenheid t o t het ontvangen van Europeesch Lager Onderwi js w o r d t in de eerste plaats vers t rek t door het Gouvernement . Naast 5 z.g. eerste scholen zi jn er nog4 niet-eerste scholen. Behalve u i tbre id ing van de Europeesche bevolking heeft er in den loop der laatste jaren ook een zekere verschuiving van die bevolking plaats gehad, waardoor de Gouvernementsscholen niet alle even gunstig gelegen zi jn. Zoo is er b.v. voor de geheele Ketabangwijk geen enkele openbare eerste school, t e rw i j l er voor de groote w i jk Darmo geen openbare niet-eerste school is. Van de beide openbare meisjesscholen is er in verband met de „bezu in ig ing" een opgeheven.
Een groot aantal par t icu l iere lagere scholen, zoowel confessioneele als neutrale, voorz iet verder in
de behoefte aan lager onderwijs. De meeste van die scholen zi jn opgericht in den t i j d , dat de subsidieregeling
bi jzonder gunstig was, zoodat een aantal van deze onderwijsinstel l ingen beter ingericht z i jn en in f raaier
gebouwen zi jn ondergebracht dan de openbare scholen.
Kathol ieke z.g. Broeder- en Zusterscholen v indt men in de benedenstad, maar ook in de nieuwere
wi jken. Zoo staan er aan den Coen-(vroeger Ani ta- ) Boulevard en aan den Darmo (vroeger gedeeltel i jk
Koepang-) Boulevard kapitale gebouwen, die zeer bijdragen t o t de schoonheid van het stadsbeeld. In het
gebouw aan den Coenboulevard zijn een lagere en een Mulo-jongensschool ondergebracht en dat aan den
Darmoboulevard huisvest o.m. een lagere school, een Meisjes H.B.S.-5, een idem-3, een kweekschool voor
onderwijzeressen en een fröbelschool.
Het Chr iste l i jk onderwijs (Europeesch) is eveneens goed vertegenwoordigd, ook ondergebracht in
gebouwen, die er zi jn mogen. Men zie b.v. de keurige, practisch ingerichte Nassauschool aan de Van Riebeeck-
laan en het mooie gebouw naast het Hoofdkantoor van de An iem in Embong Woengoe, in welk gebouw de
Chr istel i jke Muloschool is gevestigd.
De Vereeniging t o t bevordering van Gerefor
meerd Onderwi js heeft twee Europeesche lagere
scholen: een op Tegalsarie en een aan den A m -
benganweg.
In „ O u d Soerabaia"^) noemde ik de z.g. Gen-
tengschool en vermeldde daar enkele bijzonderheden
over deze inr icht ing. Thans is het scholencomplex van
de vereeniging „de Meisjesschool", sedert enkele jaren
omgedoopt in „Soerabaiasche Schoolvereeniging", u i t
gebreid met een f röbel - en lagere school in de Speel
manstraat (Darmo) en een Kweekschool voor onder
wijzeressen.
B B H H H H I H H H ^ H H H H H I ^ H H B H H H H ^ ^ H De Zusterschool aan den Darmoboulevard.
1) Z ie biz. 263 en 264.
De Christelijke Muloschool aan Embong Woengoe, gebouwd naar een ontwerp van Bruno Mobile de Vistarini. Dit is het eerste moderne schoolverdiepingsbegouw in Indië met een vrije en een overdekte gymnastiek- en speelruimte boven in het gebouw. Aan de buitenzijde zijn de muren beschermd tegen overmatige zonnebestraling door doorgaande luifels, die een element vormen van de geheele architectuur.
Hier moge tevens de aandacht worden geves
t igd op de Gouvernements Europeesclie Kweekschool
voor onderwijzers en onderwijzeressen, de eenige
openbare inr icht ing van dezen aard in geheel Indië.
Aanvankel i jk ondergebracht in de H.B.S., kreeg de
school later een eigen „ h o m e " in het semipermanente
gebouw op Kepandjen, dat eerst had gediend als
f i l iaal van de H.B.S.
Deze Kweekschool is, nu ik d i t schrijf, weer aan
het verdwi jnen. Er zi jn nog maar zoo weinig leer
l ingen, dat men de zaak opnieuw heeft laten verhuizen
naar de H.B.S. De laatste jaren zi jn er geen nieuwe
leerl ingen meer toegelaten, te rw i j l voor een aantal
part icul iere kweekscholen de subsidie successievelijk
wo rd t ingetrokken.
De ingri jpende bezuinigingsmaatregelen, op den
Onderwijsdienst toegepast, maken de opleiding van
personeel bijna overbodig, te rw i j l de ui tzending van
personeel u i t Nederland al jaren lang stop staat.
Het spreekt vanzelf, dat ook op het gebied van Onderwijs aan Chi-
neezen en Inheemsche kinderen naast het openbaar onderwijs het
par t icu l ier onderwijs t o t ontwikke l ing is gekomen, zoodat we naast
de openbare Hollandsch-Chineesche, Hollandsch-lnlandsche en Inlandsche
scholen ook Christel i jke en Kathol ieke inr icht ingen van denzelfden
aard aantreffen.
Heel wat minder dan de Gemeente Batavia, heeft de Gemeente Soe-
rabaia zich de zorg voor het onderwijs in het algemeen aangetrokken. Niet
alleen van Christel i jke en Kathol ieke zijde heeft men zich geïnteresseerd
voor het Chineesche en het Inheemsche k ind, ook Chineesche en Inheem
sche schoolvereenigingen hebben zelf de hand aan den ploeg geslagen.
Zoo vinden we naast de bovenbedoelde lagere scholen o.a. een
„Nat iona le H.C.S.", opgericht door de Theosofische Vereeniging en een
aantal Taman-Siswo-scholen, ook voor Mulo-onderwijs. Op deze laatste
scholen wo rd t een bi jzonder van andere scholen sterk afwijkend opvoe
dingssysteem gevolgd.
Deze scholen hebben geen subsidie: ze wenschen die ook niet, zoodat
ze geheel vr i j zi jn in de samenstell ing van hun leerplan. Het zou mi j te ver
voeren, als ik dieper op de beginselen van Taman-Siswo inging, al was het
alleen maar, omdat d i t onderwerp niet speciaal Soerabaia raakt.
Het spreekt vanzelf dat ook de Arabische gemeenschap zijn onder
wi js inr icht ingen heeft, voor zoover mi j bekend alleen door die Arabische
gemeenschap gesticht en in stand gehouden. ^)
Voor zoover hierboven nog niet te r sprake gekomen, w i l ik hier een
enkel woord zeggen over het voortgezet onderwijs. Het Gouvernement
had te Soerabaia twee groote Muloafdeelingen der Algemeene Middelbare
School, kor tweg Muloscholen genoemd. Een daarvan is opgeheven, niet
Bruno Mobile de Vistarini, de ontwerper van vele architectonisch-belangrijke bouwwerken te Soerabaia. Hij werd 8 Apr i l 1891 te Marburg a.d. Drau In Stiermarken (Oostenrijk) geboren en behaalde zijn diploma voor bouwkundig ingenieur aan de Technische Hooge-school te Graz. Zijn voornaamste werken te Soerabaia zijn : Christelijke Muloschool aan Embong Woengoe, Christ. Hol l . Chineesche School te Boeboetan, kantoorgebouw van de Droogdok Mij te Tandjong Perak, Deutscher Verein op Genteng (verbouwing) met eerste draaitooneel in Indië, details en architectonische verzorging van „Modder lust" (ontw. is van Ir. Muller), stratenplan en geheele bebouwing van Ketabang-Oost (als adviseur der N.V. Volkshuisvest ing), Noorderkerk aan den Gris-seeschen weg en tokocomplex te Songojoedan. (Foto Theobald.)
1) Zie ook biz. 77 en 78.
335
L I N K S : Meisjes krijgen gymnastiekles. (Foto Isken voor de Soerabaiasche Schoolvereeniging.)
R E C H T S : H e t inter ieur van een modern Indisch klaslokaal, n.l. van de Darmoschool aan de Speelmanstraat.Slechts éénpersoonsbanken zijn in gebruik. H e t lokaal is ru im en luchtig. (Foto Isken.)
ui t gebrek aan leerl ingen, maar u i t „bezulnigingsoverwegingen". Het ver laten gebouw is thans verhuurd
aan een Part icul iere H.B.S.
En zoo kom ik vanzelf op de Soerabaiasche Gouvernements H.B.S., die thans gevestigd is in een
modern gebouw op Ketabang. D i t jaar(1935) v ie r t deze school haar 60- jar ig bestaan.^)
De ink r imp ing van onderwijsgelegenheid op Gouvernements- of gesubsidieerde scholen heeft in de
laatste jaren ta l van z. g. „wi lde-scholen" in het leven geroepen, zoowel lagere scholen, als inr icht ingen
voor voortgezet onderwijs.
in het bovenstaande gaf ik een zeer globaal overzicht van wat men noemt het Algemeen Vormend
Onderwi js. Niemand zal daarbi j verwacht hebben een droge opsomming van al ler le i scholen, immers d i t
boek is geen adresboek of Baedeker.
Op dezelfde wi jze w i l ik thans nog een overzicht geven van wat Soerabaia biedt aan gelegenheid t o t
opleiding in een bepaalde r icht ing, voor een goed deel „vakonderwi js" . En dan denk ik in de eerste plaats aan
de K.E.S., de Koningin-Emma-School in de wi jk Sawahan, sedert ko r t een „Midde lbaar Technische School" .
De inr icht ing dateert van 1912. De toelatingseischen zijn in de laatste jaren geli jk gemaakt aan die voor
de Muloscholen. Bouwkunde, werktu lgkunde, electrotechniek en aanverwante vakken vinden een plaats op
het leerplan. De school mag zich in een voortdurenden bloei verheugen.
Ook het lager technisch onderwijs is niet vergeten. Sedert [909 bestaat de Ambachtsschool voor
Inheemschen. IJzer- en houtbewerk ing benevens auto-techniek worden hier onderwezen. Het behoeft
geen betoog, dat een inr icht ing als deze in een industr iestad als Soerabaia zeer gewaardeerd word t .
Op d i t gebied heeft ook de Gemeente zich niet onbetuigd gelaten. De Burger-Ambachtsschool is een
gemeentel i jke instel l ing met subsidie van het Gouvernement. Het onderwijs gaat hier verder dan op een
gewone ambachtsschool. Teekenen en theor ie vinden een plaats op het leerplan.
Aanvankel i jk was deze B.A.S. een Burger-Avond-School.^) Ook hier mag ik constateeren, dat de school
in een behoefte v o o r z i e t : het aantal leerl ingen — ook van Europeeschen landaard — is zeer groot .
Geheel bul ten het drukke stadsverkeer l ig t op een te r re in van dert igduizend v ierkante meter de
N.I.A.S., de Nederlandsch-indische Artsenschool'^), met zi jn schit terend ingerichte laborator ia , leslokalen,
pract icumlokaal , musea en de prachtige aula, waar 400 personen een plaats kunnen vinden. D i t gebouwen
complex dateert van 1923.
De N.I.A.S., geopend in 1913 was te voren gehuisvest op Kedongdoro, thans gelegen schuin tegenover
de sportvelden van Karang Mendjangan. H ie r worden jongelui opgeleid, zoowel jongens als meisjes en van
' ) Voor uitvoerige bijzonderheden o m t r e n t deze school verwijs ik naar mijn „ O . S." biz. 269 e. v.
' ) Z ie „O.S ." bIz. 267 en 268 .
») Z ie ook bIz. 294 .
LINKS: De jeugd op het voorerf van de Darmoschool gedurende het vrije kwart ier. Links : de lagere school, rechts op den achtergrond : de frobelschool. (Foto Isken.)
RECHTS: Voorzijde van een deel van het gebouv\rencomplex der Koningin Emma School op Sawaan. Rechts: het administratiegebouw, links : een vleugel.
alle landaarden t o t arts met volledige bevoegdheid t o t het uitoefenen van genees- en verloskundige prak
t i j k in Nederlandsch-Indië en in haar geheelen omvang, gedurende een studiet i jd van ongeveer 8 jaar.
De eischen van het eindexamen zijn voor de verschillende vakken geli jk aan die van de Hoogeschool-
artsexamens. Men ziet dus : een opleiding, die voor een universi taire niet hoeft onder te doen.
Ook de opleiding voor tandarts aan de Stovi t , School t o t opleiding van Indische tandartsen, mag er z i jn.
Aan de andere zijde van de bovenstad, aan den Reinierszboulevard valt al heel gauv^ de I.E.V.-Zaal-
bergschool in het oog, gebouwd v/elisv/aar naar een soort bezuinigingsnormaalproject in denzelfden geest
als de Openbare Ie School A , maar toch een gebouv/, dat het in die omgeving goed doet.
De school is een instel l ing van het I.E.V. en draagt den naam van den bekenden voorman van d i t
verbond Karel Zaalberg, journal is t met een wel versneden pen, in leven hoofdredacteur van het
„Bataviaasch Nieuwsblad" .
Men zou deze inr icht ing kunnen noemen een Muloschooi met een handelsprogramma. De Gemeente
heeft op royale wi jze medegewerkt aan de to ts tandkoming van deze school, mede als gevolg van de groote
belangstell ing die zij ondervond van de zijde van wi j len Ir. G. J. D i jkerman, burgemeester van Soerabaia.
I Juli 1928 werd de school geopend, voor loopig ondergebracht in de lokalen van de B.A.S. De Heer H.
Bach Kol l ing, de tegenwoordige wethouder, maakte de bouwplannen voor het nieuwe gebouw, dat op 20
September 1930 officieel werd geopend door den Heer F.H. de Hoog, thans nog voorz i t te r van het I.E.V. Ook
deze school is een bloeiende onderwi js inr icht ing geworden en neemt een voorname plaats in onze stad in .
Schuin tegenover de Zaalbergschool ziet men het, thans ver laten, gebouw van de Suikerschool van
den Suikerbond. Deze bond van geëmployeerden in de suiker industr ie had grootsche plannen met deze school,
maar de malaise heeft helaas de slui t ing van deze nutt ige inr icht ing ten gevolge gehad.
Een zeer oude instel l ing, met een geschiedenis, die ik hier slechts ko r t bespreek, is „ D e Soerabaiasche
Huishoud-en Industr ieschool" , opgericht in 1901 op in i t ia t ie f van „de Loge". Oorspronkel i jk heette de school
„ Industr ieschool voor Meisjes", vermoedel i jk in navolging van een dergeli jke inr icht ing te 's Gravenhage.
Meerdere malen is deze school verplaatst, veel heeft ze te tobben gehad met financieeie en andere
moei l i jkheden, to tda t ze na veel beraadslagen met het Gemeentebestuur een gebouw kreeg aan de
Kembodjastraat .
Er wo rd t thans onderwijs gegeven in al ler lei voor aanstaande huisvrouwen en moeders nutt ige kundig
heden. Er kunnen ook diploma's worden behaald.
Voor de Europeesche Indische maatschappij is de opleiding van de kinderen in vele gevallen nog steeds
een probleem. Zoo langzamerhand is bij de Europeesche bevolking de overigens onjuiste opvat t ing ontstaan,
dat men al lereerst de H.B.S. moet probeeren en, zoo dat niet lukt , achtereenvolgens Mulo, K.E.S., B.A.S., of
337
. ^ i '
Huishoudschool. Vermoedel i jk is d i t de oorzaak van de vele
moei l i jkheden, die deze school in vroegere jaren heeft moeten
doormaken. Gelukkig mag ze zich thans verheugen in grootere
belangstell ing van het Soerabaiasche publ iek. Ik w i l hier den
naam van de tegenwoordige d i rectr ice Mej. M. E. Mewe vermel
den, als een bl i jk van waardeer ing voor haar buitengewone toe
wi jd ing en doorzet t ingsvermogen, waardoor de inr icht ing gewor
den i s : een volwaardige Huishoud- en Industrieschool voor
meisjes !
Als vanzelf komen mi jn gedachten h ierdoor op den naam
van een andere vrouw : Mevrouw Levy-van Ravesteyn, die hier
een school heeft gesticht, zooals er nog maar weinig in Indië z i jn.
Ik bedoel een inr icht ing voor k inderen, die het gewone klassikale
onderwijs niet kunnen volgen, in d i t geval, een „School voor bu i
tengewoon, individueel onderwi js" .
Dat in een groote stad een dergel i jke inr icht ing op haar
plaats is, behoeft geen betoog. De steden in Nederland hebben
t ienta l len van zulke scholen.
Ik zal me niet verdiepen in de oorzaken, waardoor deze
school minder leerl ingen t e l t dan ze zou moeten hebben. Ook
onze Gemeenteraad heeft het nut van deze inr icht ing ingezien
en subsidie toegekend.
Hiermede ben ik aan het einde gekomen van mi jn not i t ies
betreffende het onderwijs in onze stad. Ik ben er van over tu igd,
verre van vol ledig te zi jn geweest. Er zi jn nog ta l van part icul iere
scholen en cursussen voor onderwijs in ta len en al ler le i kundig
heden, die men in meerdere of mindere mate dient te bezi t ten
o m den st r i jd o m het bestaan met succes te kunnen voeren en
volhouden. W e l meen ik, dat de belangstellende lezer
aan het einde van d i t hoofdstuk gekomen, den indruk heeft ge
kregen, dat de stad ook met betrekk ing t o t het „onderw i j s " een
groote stad is.
B O V E N : Ingang to t de Burger-Ambachtsschool op Boeboetan.
M I D D E N Het gebouw van de Zaalbergschool aan den Relnierszboulevard.
O N D E R : Front van „ D e Soerabaiasche Huishoud- en Industrieschool" in de
Kembodjastraat (Ketabang).
R E C H T S : Kookles in de Soerabaiasche Huishoudschool.
338
o DE OPENBARE LEESZAAL EN BIBLIOTHEEK. Opricht ing op 9 Februari 1920. — Eerste huisvesting in twee lokalen der oude H.B.S. (1921 —'27). —Het
begin der boekeri j . — De stand van zaken in 1922. — Kaartcatalogi, de eerste gedrukte catalogus en de
„Mededeel ingen". — Heffing waarborgsom (1923) had een vermindering van het ledental tengevolge.
— Tweede behuizing in het voormalige Stadstuinrestaurant (1927—'29). — Afschaffing waarborgsom
(1927). — Het eigen gebouw betrokken (1929).— Nieuwe ledenkring. — De kinderbibliotheek gesticht
(1931). — Nieuwe catalogi in afdeelingen. — Opening der beide f i l ialen (1932). — De buitenleden. —
W a t de Vereeniging den leden biedt. — Cijfers, die den groei i l lustreeren.
n 1919 ontstonden de eerste plannen t o t opr icht ing van een openbare leeszaal en bibl iotheek te
Soerabaia. De toenmal ige burgemeester Mr. A . Me/roos nam het in i t iat ief . In December van genoemd jaar
vormde zich ti jdens een vergadering te zijnen huize een voor loopig comi té. Twee maanden later, n l . op
9 Februari 1920, werd de Vereeniging opgericht. In het eerste bestuur werden gekozen Mr. A . Meyroos
(voorz i t te r ) , mevr. I. G. West r i k -Westers en de heeren Mr. K. Derx, J. C. de Haan, J. G. Slothouwer en
H. Moed He lmig (leden).
Van verschil lende zijden werden hulp en steun ontvangen. De Gemeente schonk een bedrag van
f 15.000.— te r bestr i jding van de eerste kosten. Bovendien kende zij de nieuwe vereeniging een jaarl i jksche
subsidie toe. Bij G.B. van 20 Augustus 1921 verwier f de „Openbare Leeszaal en Bib l io theek" rechtspersoon
l i jkheid.
Onderwi j l had het bestuur niet st i l gezeten. Het was op zoek gegaan naar een geschikte loka l i te i t ,
welke echter vanwege den enormen huizennood in de jaren '21 en '22 niet gemakkel i jk was te vinden. Ten
slot te viel het oog op een tweeta l ongebruikte lokalen van het H.B.S.-gebouw, dat toenmaals nog stond op
de plaats, waar nu het nieuwe postkantoor is verreden.
De vereischte toestemming, om de lokalen in gebruik te nemen, werd verkregen. Medio September
werden zij on t r u imd , In de daarop volgende maanden ingericht en op 31 Maart 1921 konden Leeszaal en Bi
bl iotheek met eenige feestel i jkheid worden geopend.
De Vereeniging begon haar werkzaamheden met een kleine boekeri j . De directeur van O. en E. stond
n l . een 1500-tal boeken en t i jdschr i f ten u i t de
H.B.S.-bibliotheek in bruik leen af, echter on
der voorwaarde, dat deze niet uitgeleend,
doch slechts in de Leeszaal geraadpleegd
mochten worden.
De eerste u i tbre id ing had plaats door
aankoop van een part icu l iere bibl iotheek van
plusminus 1200 deelen (grootendeels roman-
lectuur) . Verder stonden het Algemeen Ne-
derlandsch Verbond en de Theosophische
Vereeniging geheel of gedeeltel i jk hun bibl io
theken af, zoodat bij de opening de boekeri j
u i t ongeveer 5.000 deelen bestond. Door
schenkingen van kleine, soms van ook groo
tere collecties en door geregelde aankoopen
breidde de Bibl iotheek zich gestadig u i t .
Voor de Leeszaal stonden de direct ies
Front der Openbare Leeszaal op Ketabang.
339
_ j U
der plaatseli jke dagbladen en van de „Locomo t i e f " gratis abonnementen af.
Verder abonneerde de Vereeniging zich op eenige belangri jke periodieken en
geïl lustreerde t i jdschr i f ten, te rw i j l andere week- en maandbladen gratis
werden toegezonden.
In 1922 bedroeg het aantal leden ongeveer 4 0 0 ; de gemiddelden per
maand van het aantal bezoekers der Leeszaal en van die der uitgeleende
boeken konden respectieveli jk worden vastgesteld op plusminus 400 en ru im
2.600. De min imum-con t r ibu t ie bedroeg f I,—, rechtgevend op 2 boeken per
dag. De leestijd voor romans was bepaald op 4 weken, die voor wetenschap
peli jke werken op 6 weken.
De secretaris r ich t te de bibl iotheek geheel in volgens het kaartsysteem,
waardoor beter contro le kon worden uitgeoefend op de uitgeleende boeken.
Kaartcatalogi werden aangelegd voor de wetenschappeli jke werken volgens
Wijlen w . Itallie, een der meest het decimaals/steem van Melvi l Dewey en een alphabetische catalogus op actieve ijveraars der Vereeni- , .. ging, die bijna van de oprichting schri jversnaam. af tot zijn overlijden in 1928 de Spoedig verscheen Ook een gedrukte catalogus van de bel letr ist ische functie van penningmeester be- , . ... ,nt^ • • . • • J L I J i ^ -. . . . werken, te rw i j l na 1926 de aanwinsten geregeld werden bekend gemaakt in
de zg. „Mededeel ingen" met een kor te vermeld ing van den inhoud der boe
ken. Het jaar daarvoor zag ook een gedrukte catalogus der wetenschappeli jke werken het l icht.
Langzamerhand steeg het aantal uitgeleende boeken, maar ook het aantal der niet-terugbezorgde
en dat der beschadigde boeken nam in zoodanige mate toe, dat het bestuur genoodzaakt was, ingr i j
pende maatregelen te nemen. Aangezien aanmaningen t o t betal ing van schadevergoeding alleen t o t ge
volg hadden, dat de leden, zonder daaraan te voldoen, als l id bedankten, besloot het bestuur in Maart
1923 van de leden een verpl ichte s tor t ing van een waarborgsom van f 5 , — te eischen. Onmiddel l i j k na de
inwerk ingt red ing van dezen maatregel nam het ledental sterk af.
In hetzelfde jaar zag de Vereeniging zich nog voor andere groote moei l i jkheden geplaatst. De H.B.S.
verhuisde n l . naar Ketabang en de vr i jgekomen ru im te werd bestemd voor den bouw van het Postkantoor.
Voor Leeszaal en Bibl iotheek moesten nieuwe lokal i te i ten worden gezocht.
Dank zij de hulp en medewerk ing van den hoofdcommissaris kon de Vereeniging de beschikking
over de door haar geoccupeerde lokalen bli jven behouden t o t Ap r i l 1927, waarna de instel l ing werd over
gebracht naar het voormal ige Stadstuinrestaurant.
Deze maatregel kon slechts van t i jdel i jken aard z i jn, omdat het houten gebouw weinig ru im te bood
en op den duur niet geschikt was om er de zich steeds ui tbreidende bibl iotheek in onder te brengen.
De gunstige l igging van het nieuwe gebouw deed haar invloed gelden. Het aantal leden, dat der
uitgeleende boeken, maar ook het aantal bezoekers der Leeszaal stegen in belangri jke mate.
Hoewel deze fei ten t o t verheuging stemden, deden zich weer andere moei l i jkheden voor. in de plaat
seli jke bladen gingen in dien t i j d s temmen op om den eisch der verpl ichte s to r t ing van een waarborgsom te
laten verval len, daar deze s to r t ing voor velen een bezwaar vormde voor de toet red ing als l id .
Het bestuur der Vereeniging ging op deze aanwijzingen in en schafte in 1927 de verpl ichte s tor t ing der
waarborgsom af. De cont r ibu t ie werd echter t o t f 1,25 verhoogd, teneinde u i t het geringe meerdere bedrag
van f0,25 een fonds te vormen, waaru i t de kosten van vervanging der weggeraakte, beschadigde en door min
der goede zorg gehavende boeken, bestreden konden worden, nu geen d i rect verhaal meer mogel i jk was.
Deze maatregel had als bijna onmiddel l i j k gevolg een steeds toenemend ledental. Ook de jaar tota len
der uitgeleende boeken vertoonden een belangri jke st i jging.
Onderwi j l vroeg een ander vraagstuk weer om een oplossing. Het voormal ige Stadstuinrestaurant,
een houten gebouwtje, bleek steeds minder aan de eenvoudigste eischen te voldoen. Bovendien begon het
cent rum der stad zich hoe langer hoe meer naar het Zuiden te verplaatsen. Statistische gegevens wezen
dan ook u i t , dat de Bib l iotheek niet meer in het cen t rum der woonplaatsen van de leden was gevestigd.
Het werd dus t i j d om naar* een ander gebouw om te zien.
Nadat het bestuur der Vereeniging tevergeefs op zoek was geweest naar geschikte loka l i te i ten,
besloot het in 1928 op Ketabang een te r re in te koopen aan den Ondomohenweg, gelegen schuin tegenover
het Raadhuis. Leeszaal en Bibl iotheek zouden een eigen „ h o m e " kr i jgen.
De financieele posit ie der Vereeniging stond echter niet toe den bouw geheel u i t eigen middelen te
bekostigen. Men moest dus t rachten om een hypotheek te vestigen. Di t luk te , doch de eisch werd
gesteld, dat het gebouw ook voor andere doeleinden zou zijn te bezigen. H ierdoor werd de archi tect in
zi jn plannen beperkt .
Niettegenstaande deze belemmer ing verrees een gebouw, dat aan redeli jke eischen voldeed.
Het bevat twee groote zalen. Een daarvan werd door een houten afscheiding verdeeld in een wacht lokaal en
in een ru im te voor de ui t leening, de admin is t ra t ie en de boekbinder i j . De andere zaal werd inger icht
als leeszaal, welke plaats bood voor een 30 t o t 40-tal bezoekers. Achter deze zaal l igt een zeer ru ime
opslagplaats voor de boeken.
Nadat het eigen gebouw in September 1929 was bet rokken, moest de Vereeniging zich wederom
gedeeltel i jk een nieuwen ledenkr ing scheppen, omdat een aantal leden den afstand van hun woning naar de
bibl iotheek te groot vond. Langzamerhand werden echter weer nieuwe leden geworven. Oud-leden, die
waarschijnl i jk hun lectuur misten, werden wederom l id . Het aantal uitgeleende boeken steeg, na een
kortstondige dal ing, voo r t du rend ; het bere ik te in 1931 zelfs het recordci j fer van 77.65 I deelen.
Het aantal bezoekers echter daalde eerst belangri jk omdat de oude leeszaal vaak door inge
schrevenen bij de nabij gelegen arbeidsbeurs als wacht lokaal werd gebru ik t . Toch vond de leeszaal spoedig
een voldoend aantal t rouwe bezoekers, ernstige lezers, te rw i j l ook velen de ru ime lokal i te i t begonnen te
gebruiken om het een of andere werk te bestudeeren, dan wel u i t de vele, vaak kostbare en zeldzame
werken, welke de Bibl iotheek bezit , de gewenschte gegevens te put ten.
In September 1931 werd een afzonderl i jke k inderbibl iotheek gesticht, waarvoor de cont r ibut ie f 0,35
per maand bedraagt, recht gevend op twee kinderboeken per week ( in de vacanties v ier) . Ook deze st icht ing
had succes en toonde levensvatbaarheid te bezi t ten. Het bl i j f t echter een moei l i jkheid om voor voldoende
geregelde aanvul l ing te zorgen.
De groote aanwas van boekwerken der hoofdbibl iotheek maakte het uitgeven van nieuwe catalogi
noodzakeli jk. Bij de samenstell ing daarvan werd van het beginsel uitgegaan de naam- en t i te l l i js ten in
afdeelingen u i t te geven, zoodat de leden zich niet steeds een completen catalogus zouden behoeven aan
te schaffen.
Opgezet op wetenschappeli jke basis volgens Dewey's decimaal-systeem, waardoor men een beter over
zicht kreeg, verschenen reeds de catalogi voor de afdeelingen „Le t t e r kunde" (met supplement), „Geschiede
nis, Land- en Vo lkenkunde" en „Socio log ie" ; die voor de andere afdeelingen zijn nog in bewerking.
Onderwi j l deed zich weer een nieuw vraagstuk voor. De langgerekte v o r m der stad en de daarmee
verband houdende groote afstanden verhinderden nog te velen, van de bibl iotheek gebruik te maken. O m
aan d i t ongerief tegemoet te komen, besloot het bestuur t o t het st ichten van een tweetal f i l ia len over te gaan.
De Stadstuinvereeniging stelde grat is r u im te in den Stadstuinkoepel, het bestuur van de Zaalberg-
school een lokaal in die onderwi js inr icht ing beschikbaar, zoodat in Februari 1932 de f i l ia len konden
worden geopend. Voor loopig zouden daar tweemaal 's weeks de boeken kunnen worden ingewisseld. De
cont r ibu t ie werd om te beginnen op f 0,75 per maand vastgesteld.
Niet alleen in de stad, maar ook daar bui ten, op ondernemingen en in kleine steden, te l t de Vereeni
ging haar leden. Deze buitcnieden, die vaak vereenigd zi jn in combinaties, kunnen tegen een lage cont r ibut ie ,
doch verpl ichte s tor t ing van een waarborgsom, eveneens geregeld boekwerken in leen ontvangen. Steeds
ru imer w o r d t de werkingssfeer van Leeszaal en Bibl iotheek.
De Vereeniging heeft er steeds naar gestreefd — voor zoover de geldmiddelen d i t toel ieten — haar
leden niet alleen de nieuwste waardevol le romanlectuur , maar ook de laatst verschenen wetenschappelijke
werken, mits niet streng tot vakliteratuur behoorend, te kunnen aanbieden. De Bibliotheek bezit, dank zij de vele schenkingen en de in bruikleen afgestane collecties, belangrijk materiaal voor speciale studies.
Tenslotte doe ik nog, ter illustratie van den uitgroei in de afgeloopen jaren, een greep uit het cijfermateriaal, loopend over het tijdvak van 1922 tot en met 1931. Het aantal leden klom in die periode op van plusminus 400 aan het eind van 1922 tot 758 op het eind van 1931 (exclusief de 89 leden van de kinderbibliotheek). Niettegenstaande onderwijl de in bruikleen ontvangen bibliotheken van den Kunstkring en van de H.B.S., respectievelijk geheel en gedeeltelijk waren teruggevraagd, was het totaal boekenbezit in 1931 gestegen tot rond 16.000 deelen.
Er werden uitgeleend in :
Jaar
1922
1923
1924
1925
1926
1927
1928
1929
1930
1931
Wetenschappelijke werken
624 1303
4616
5926
6496
5477
5527
7665
Belletristische werken
24865
25565
29239
34453
48836
45779
56147
69986')
Totaal
31978
28009
25489
26868
33855
40379
55305
51256
61674
77651
' ) Inclusief de uitgeleende kinderboeken in de vier maanden van het bestaan der Kinderbibliotheek (3.792 din.).
Dat ook de Leeszaal de belangstelling van het publiek heeft getrokken, moge uit de navolgende cijfers blijken :
Jaar
1922
1923
1924
1925
1926
Aantal bezoekers
4891
6603
7154
7867
9468
Jaar
1927
1928
1929
1930
1931
Aantal
bezoekers
13524
14595
12435
II 195
15479
0 DE DIERENTUIN. De geboorte der Vereeniging op 31 Augustus 1916. — De lijdensweg van de collectie van den heer H . F.
R. Kommer . — Begin 1918 : verhuizing van die verzameling van Kaliondo naar Groedo. — Moeil i jkheden.
— Verhuisplannen. — De „beau geste" der O.J.S. — Statutenherziening en nieuwe moeil i jkheden. —
„Hei l ig Indië". — Van een Soerabaiaschen Voronoff en een herboren beweging. — Het Gemeentel i jk
subsidieplan ad f 106.000.—. — De verhuizing naar Darmo. — Steun en medewerking. — Hoog bezoek.
— Openstell ing aquar ium (1927). — Eenige belangrijke gebeurtenissen.
I _>^ e geschiedenis van deze instel l ing begint met den lijdensweg van de collectie van den heer H. F. R.
Kommer , die op Kaliondo een dierenverzamel ing bezat, welke tegen een kleine vergoeding te bezichtigen
was. Dat het streven van den heer Kommer gesteund moest worden, stond velen voor den geest en zeker zal
menig dierenvr iend ui t dien t i jd onze tegenwoordige instel l ing in een d room hebben aanschouwd.
O m een par t icu l iere col lect ie van den steun der overheid te doen genieten, is een officieel erkende
vereeniging, als kanaal voor de gelden u i t de openbare kas, onmisbaar.
De Vereeniging Soerabaiasche Dierentu in is geboren bij het verleenen van de rechtspersoonli jkheid
op 31 Augustus 1916 no. 40. Voord ien was zij voor loopig geconstitueerd en het naaste doel was dus :
de dierencol lect ie van den heer Kommer aan te koopen, naar een beter te r re in over te brengen en het
publ iek daar op meer ger ief l i jke wi jze te ontvangen. Zoo werd dan op 14 Mei 1916 met den heer Kommer
een opt ie-contract voor den t i jd van zes maanden gesloten. De p romotors van deze plannen waren ;
Mr . J. P. Mooyman, Edw. H. Soesman, A. H de W i l d t , P. Egas, Ir. F. C. Frumau en M. C. Valk.
De overeenkomst met den heer Kommer noemde een kooppri js van f I,—, de eerste gulden, waarvan
in de geschiedenis van den Tu in sprake zou z i jn. Er k o m t nog zulk een merkwaardige gulden in voor, waar
over straks nader.
Verder bepaalde d i t contract , dat de dieren zouden worden overgebracht naar een te r re in van de
Bouwmaatschappij Koepang op Groedo. De Vereeniging had het gehuurd voor f 7 5 , — per maand met een
opzeggingstermijn van dr ie maanden. Er waren gebouwen en een woning aanwezig, en in ieder geval was
de si tuat ie daar beter dan op het erf van Kommer op Kal iondo.
Kommer zou d i recteur worden en eventueel de verzamel ing weer voor f I,— terug kunnen koopen.
Bij zi jn onverhoopt overl i jden zou zi jn huishoudster Harma Satbina minstens f 2 5 , — per maand voor
levensonderhoud ontvangen.
Toen het def in i t ie f contract op 21 December 1917 was geteekend, begon de verhuizing van dieren
en kooien van Kaliondo naar Groedo. In A p r i l 1918 werd de verzamel ing tegen entree voor het publ iek
toegankel i jk.
Reeds het eerste jaar (1917—'18) bedroegen op Groedo de uitgaven f 31.000,— en de inkomsten
ongeveer f 10.500,—. Gelukk ig stond de d i recteur van Onderwi js en Eeredienst een lo ter i j toe, waaru i t
ongeveer f47 .000,— werd verkregen. Het verlies van ru im f20.000,— kon dus gedekt worden.
In het vereenigingsjaar 1918—'19 waren de moei l i jkheden niet m inde ren def inancieele resultaten be
droevend. De rampen bereikten een record. Het aantal contr ibueerende leden daalde t o t 38. Er waren slechts
12.799 betalende bezoekers, die f8 .690,40 in het laatje brachten. De Gemeente kreeg aan vermakel i jk-
heidsbelasting f 1.644,52, doch het verlies bedroeg f 11.153,42, zoodat het kapitaal van de lo ter i j het
volgende jaar zeker ve rb ru ik t zou z i jn .
343
Maar de s t room van moei l i jkheden hield aan. De groote h i t te had een sterf te onder de papagaaien
tengevolge. Het personeel was zeer nalatig en ongeschikt voor de verzorging der collectie, want het l iet
de deurtjes der volières vaak open staan, zoodat de Koningsparadljsvogel, sinds 1914 in gevangenschap, in
Juni 1919 de r icht ing van Nieuw-Guinea koos. De Rosella-parkiet t rach t te Austra l ië weer te bereiken, ver
gezeld van een Nymphpark ie t , die echter nog wat verder moest, n l . naar Tasmanië. Verschil lende andere
uitheemsche vogels zochten hun vaderland weer op.
Den 13den Januari des morgens om half vijf, wist de gevlekte Javapanter zi jn boeien te
verbreken om het erf onvei l ig te maken, doch een der bestuursleden, de heer M. C. Valk, toenmaals
leeraar in de plant- en dierkunde aan de H. B. S., schoot het vr i jheidl ievende dier neer, waarschijnl i jk
met loopers, want ook de groote python werd doodel i jk getroffen. De Hanoman-aap, de heil ige aap
der Hindoes, werd t o t zi jn vaderen verzameld en t r o k naar de eeuwige oerwouden van v r i j
heid en overvloed.
De gele Kuifkakatoe werd gestolen èn dr ie papagaaien èn de groote Paradijsvogel, maar die kon vier
dagen later van een Chinees te Bongkaran worden teruggekocht voor f 5 . — ; dat was b i l l i jk , voor een vogel
van f 150.— inkoop. Daki jzer werd gestolen, doch de dief werd gepakt en kreeg 20 dagen kraka l . Ook 70
glazen dakpannen van de t i jgerkoo i werden meegevoerd door iemand, die bl i jkbaar iets wi lde gaan kweeken
onder glas. Een jeugdig natuuronderzoeker werd in den Tu in door een aap gebeten ; d i t kostte f 2 7 , — aan
den dokter , enz.
Het was duidel i jk voor het bes tuur : er moest meer toezicht zi jn en W . A. Hompes, vroeger in A r t i s
werkzaam, daarna in dienst bij de Genie, verbrak deze verbintenis en vat te zijn oude bezigheid weer op.
Hi j zou Kommer , die oud werd , te r zi jde staan. Men schreef toen reeds 1920.
Het te r re in op Groedo zou binnen kor ten t i jd moeten worden ver laten en zoo moest de Vereeniging
naar een beter, grooter en def in i t ief te r re in u i tz ien. De admin is t ra teur der O.J.S. bood een stuk grond op
Darmo aan, groot 30.400 m- en toen de Vereeniging op het punt stond een contract betreffende den grond
aan te gaan, kwam de vergadering van 12 Januari 1921, waar in de Gemeenteraad van Soerabaia vertegen
woord igd was door Mr. A . van Gennep en Dr. R. Soerjat in.
De Gemeente gaf van 23 Juli 1920 af een subsidie van f 1.500.— per maand en had groote
plannen met den Dierentu in . De heer Faubel, ook Gemeente-autor i te i t , tevens l id van het bestuur
„Raak 'm niet aan !" Ma-ma-orangoetan en de baby. (Foto F. F. Schoenmakers.) IJV»* -p^
der Vereeniging, opperde reeds het p l an ' op dien grond tevens een eierenbroederi j , een muziektent ,
een dansgelegenheid enz. te st ichten ; hij zag met zi jn geestesoog in de toel<omst op Darmo een
geweldig cent rum van at t rac t ie ontstaan.
Zoo ging dan de O.J.S. met de Gemeente Soerabaia in zee en t rad de tweede gulden op, die een groote
ro l zou spelen in de geschiedenis van den Tu in . Deze merkwaardige gulden werd door de Gemeente Soerabaia
ui tgekeerd aan de O.J.S. in ru i l van bovengenoemden lap grond met de bepaling, dat op dien grond een
diergaarde zou worden geëxploi teerd. De Vereeniging zou dat doen ; en thans begon het maken van
plannen en berekeningen o m t r e n t het overbrengen der dieren.
Een ontwerp van f400 .000 ,—werd opgemaakt en als te grootsch verworpen. Een m in imumon twerp
van f 235.000. — vo lgde ; daar werd ernst ig over gedacht. Men zou voor loopig voor een bedrag van
f 106.000.— gaan u i tvoeren, maar nu begonnen de moei l i jkheden eerst recht.
De Gemeente eischte een herziening van de statuten der Vereeniging, waarin moest worden opgeno
men, dat het bestuur voor de helft plus een, u i t leden van den Gemeenteraad of hoofdambtenaren der
Gemeente Soerabaia moest bestaan. Di t was niet een, twee, dr ie in orde en dus werd de eerste tranche van
de f 106.000.— geweigerd en de subsidie van f 1.500.— per maand werd I Januari 1922 opgezegd.
Nu was zelfs de heer F. C. Frumau stri jdens moede. Men kon voor- noch achterui t . Men stelde alles
in het werk om de zaken op te heffen en de vereeniging te ontbinden. Men l iet per I Januari I92i2 water
en l icht op Groedo afslui ten, gaf Hompes met ingang van I Februari d.a.v. eervol ontslag, zegde per I A p r i l
het te r re in op Groedo op en t racht te zonder kleerscheuren van den heer Kommer af te komen door hem
restanten u i t de kas te beloven.
Alles slaagde op wonderbaar l i jke wi jze, maar nu zou men de Vereeniging opheffen. Vr i jdag, 10 Februari
1922,'s middags om half zeven zou d i t gebeuren; het mis lukte, want de vergaderden konden niet geacht
worden een algemeene ledenvergadering te z i jn. Het zou 21 Juli 1922 nog eens beproefd w o r d e n ; het
mis lukte om dezelfde reden.
H ier mag men dan wel eens u i t vol le borst het „He i l i g ind ië " doen schallen, want een vereeniging is
in deze gewesten niet op te heffen, aangezien een algemeene ledenvergadering, waarschijnl i jk door de drukke
werkzaamheden der leden op andere ter re inen dan dat der op te heffen vereeniging, niet bijeen kan komen.
345
Varanen koesteren zich in den zonneschijn. Jumbo en de baby nennen een bad.
Hompes werd schadeloos gesteld. Kommer kreeg een tegemoetkoming, verkocht zi jn col
lectie naar Melbourne en st ier f in 1923. De oudste geschiedenis van den Soerabaiaschen Dierentu in
was afgesloten.
Middeleeuwen en Nieuwen Ti jd l iepen, wat deze thans inderdaad belangri jke st icht ing betref t , ineen
De overgang was een aaneenschakeling van toeval l ige bestieringen. Hompes woonde op het te r re in te
Darmo in een alles behalve r iante behuizing en hield daar enkele d ieren. Hi j had een groote roep als
d ierenvr iend en d ie ren temmer en kwam in de krant vanwege het ka lm medevoeren van een grooten
python, die de benedenstad ergens onvei l ig m a a k t e ; een aanwinst voor zi jn kleine col lect ie.
Zoo was de s i tuat ie, toen Dr. S. Voronof f de geheele wereld ( in de eerste jaren alleen de
wetenschappeli jke wereld) in verbazing bracht door zi jn t ransplantat ieproeven, bij verschil lende dieren
en bij den mensch, van jong weefsel der mannel i jke geslachtsklieren om oudere exemplaren te verjongen.
Ook in Soerabaia was toenmaals een off icier van gezondheid, die deze geniale denkbeelden nader wi lde
u i twerken .
Hi j hoorde van Hompes en zocht contact met de bedoeling, van dezen iets te vernemen omt ren t
de apen-fauna van den Oosthoek van Java, teneinde na te gaan, of proefdieren voor deze menschlievende
bewerkingen zouden zijn te verkr i jgen. Het bleef een droombeeld ; de anthropoïde apen, die voor
deze kunstbewerkingen worden gebru ik t , komen op Java niet voor, doch de geschiedenis van den
Soerabaiaschen Dierentu in kan het tweede hoofdstuk in luiden.
Hompes maakte een excursie met den bedoelden medicus naar een bekende slangengrot. Dr. S. W .
de W o l f f hoorde van het geval en zocht den heer Frumau op, die weer moed vat te en I I Mei 1923 was
de beweging herboren, want de Vereeniging was niet opgeheven, alleen de kas was leeg.
Een eeresaluut voor deze beide heeren moge hier een plaats vinden. Ir. F. C. Frumau en Dr. S. W . de
W o l f f hebben den Dierentu in gemaakt t o t wat hij thans is.
Nu begon een t i jd van ernstige werkzaamheid en van een voor tdurend aandringen bij de Gemeente
om subsidie. Dat ging niet zoo v lot . Den 26sten Mei 1924 wees de Gemeenteraad met 8 s temmen voor en
14 tegen, die aanvrage af. In 1926 kwam er een kenter ing ten goede.
Het oude subsidieplan werd te voorschijn gehaald en in 1931 zou de laatste f 20.000.— van d i t plan
van f 106.000.— worden verwerk t . W a t daarmede bere ik t is, kan iedere bezoeker op Darmo zien.
In deze periode ontv ing men van vele zijden steun en medewerking. De K.P.M., de Stoomvaart-
maatschappij „Nede r l and " , de Rotterdamsche Lloyd, de S.S. en de N.I.S. en andere spoor- en t ramwegen
gaven vr i j vervoer voor de d ieren, die voor den Tu in bestemd waren, eventueel met geleide. Een paar gezag
voerders der K.P.M., de heeren Esser en Kroef brachten de zeldzaamste dieren aan en steunden den Tu in
op de meest onbekrompen wi jze. Gouverneurs, Residenten en Assistenten-Resident gaven belangri jke
geschenken in natura. De Regenten van Toeloengagoeng en Ngandjoek l ieten zich niet onbetuigd. Miss
Riboet schonk haar l ievelingsbeertje en gaf een door loopend toegangsbewijs voor haar voorstel l ingen
aan den di recteur en zijn echtgenoote. Het ru i lverkeer met Rot terdam, Ams te rdam, Sydney, Melbourne,
enz. was in vol len gang. Het Gouvernement weigerde de aangevraagde subsidie ; maar ook niet alles kon
voor den wind gaan.
De Gouverneur-Generaal Jhr. Mr. A . C. D. de Graeff bezocht den Tu in . Ook den Koning van Siam
mocht het bestuur der Vereeniging ontvangen; Z .M. schonk f 200 .—voor de kas. De Soesoehoenan van
Soerakarta en de Sultan van Djok jakar ta bezichtigden de verzamel ing. Het Pan Pacific Science Congres
wi jdde de noodige aandacht aan de col lect ie en was zeer voldaan, het Ned. Ind. Natuurwetenschappel i jk
Congres eveneens.
De Dierentu in heeft z ich, dank zij het subsidieplan van de Gemeente van f106.000.—, betrekkel i jk
snel kunnen ontwikke len t o t een instel l ing, die ook door de grootere zusterinstel l ingen voor vol wo rd t
aangezien. Er is veel gedaan voor de verfraai ing en u i tbre id ing van den Tu in . Alles werd op degelijke wi jze
opgetrokken, zi j het dan ook, dat de gelden niet toereikend waren om de verbl i jven der dieren om te
scheppen t o t een meer natuur l i j k m i l ieu .
Het Aquar ium werd een groot succes (1927) en het gelukte, daarin verschillende dieren der koraal
r i f fen, die in geen enkel ander aquar ium te r were ld t o t nog toe werden ver toond, in het leven te houden en
voor tdurend te r bezichtiging te stel len. De koraalbank „Zwaant jesdroogte" met de omringende riffen gaf
steeds nieuwe vondsten, die dan in !de zoutwater-afdeel ing de bewondering en verbazing der ta l r i j ke
bezoekers van alle landaarden gaande maakten. Ook de zoetwater-afdeel ing is goed voorzien van een
aantal bezienswaardige soorten.
Het doel der Vereeniging is : de fauna van den O. i . Arch ipe l en van de nevengebieden in haar col lect ie
te laten zien. De Paradijsvogels zul len een special i teit moeten worden, evenals de Komodo-varanen. De
Koningsparadijsvogel (Cicinnurus regius) heeft reeds gebroed. Dat was een zeldzaam eit je en dan nog wel
onder d i rect en deskundig toez icht gelegd
Er is nog een ei van dezen vogel bekend en
wel in de collectie van een der Rothschilds.
Het bestuur gaf d i t zeldzame exemplaar,
dan ook aan het Museum te Bui tenzorg.
Nog een andere belangri jke gebeur
tenis w i l ik t o t besluit vermelden. Op den
29sten December 1930, 's middags om half
zes, bracht een Orang Oetan-wijf je een wel
geschapen jong te r wereld. Een klasse teer-
gierige meisjes met haar leerares was bij
d i t zeldzame natuurtafereel aanwezig en
heeft d i t kleine dierenkind als het ware
ten doop gehouden.
Zoo ziet men de Soerabaiasche Die
rentu in , ondanks de vele moei l i jkheden, die
overwonnen moesten worden en nog te
overwinnen z i jn, een goede toekomst te
gemoet gaan.
„ W a t zeg-je van deze houding?" Papa-orangoetan
laat zich por t re t teeren.
347
0 D E KUNSTKRING. H e t „Kunsf ' - leven vroeger en nu. — Opricht ing op 9 Oct . 1911 van de „Vereeniging to t bevordering
van Kunst en Schoonheidsgevoel", in 1915 omgedoopt in : „Soerabajasche Kunstl<ring". — H e t fusieplan.
— Opening op 2 Mei 1925 van het Kunstkringhuis aan Embong Malang en op 5 Sept. d.a.v. van het Open
luchttheater. — Verhuiz ing naar Simpang en feestelijke ingebruikname van het nieuwe Kunstkring-
huis op 15 Mei 1933. — „Kunst is geen Regeeringszorg". — W a t de Kunstkring zijn leden bood.—De
Orkestvereeniging, opgericht in 1925. — De Officiers-Tooneel-Vereeniging (O.T .V . ) — Beoefening der
I y e taak van den Bond van Ned. Indische Kunstkr ingen, waarvan de Soerabaiasche Kunstkr ing deel
u i tmaak t , is in de eerste plaats het brengen van Westersche Kunst aan de in Indië verbl i jvende Europeanen.
De Bond t racht zi jn doel te bereiken door het organiseeren van concerten, tooneelvoorstel l ingen, tentoon
stel l ingen, lezingen enz.
Hoewel veelal kunstenaars u i t Hol land of het buitenland worden aangezocht voor Indische tournees,
zal het vaak mogel i jk z i jn, belangri jke ar t is ten en belangri jke kunstwerken in Indië zelf te vinden. Ook dan
is de Kunstkr ing daar om het contact met het publ iek t o t stand te brengen.
W i j verbazen ons tegenwoordig dan ook niet meer, wanneer in enkele maanden ti jds een aantal ar t is
ten van wereldnaam voor ons optreden, ja, we klagen zelfs wanneer er een maand ver loopt , zonder dat we
in de gelegenheid zijn gesteld om een of andere belangri jke kunstprestat ie bij te wonen.
Natuur l i j k heeft Indië, ook voordat de Kunstkr ingen werden opgericht, zi jn prestaties op Kunstgebied
gehad. Het waren echter u i tzonder ingen, evenementen in de Europeesch-lndische samenleving en men was
heel wat eerder tevreden met het gebodene dan thans. De t i j d , dat we alles best en alles pracht ig
vonden, is thans voorgoed voorbi j !
Te Soerabaia werd op 9 October 1911 door den heer M. J. Drechsler opgericht de „Vereenig ing t o t be
vorder ing van Kunst en Schoonheidsgevoel", welke naam eerst in 1915 werd veranderd in „Soerabajasche
Kunstk r ing" . Eigenaar
dig is het, dat het doel
van de Vereeniging in
1 I den beginne eigenli jk
1 V geen ander was dan de
348
H e t voormalige Openluchttheater , gelegen achter het Kunstkringhuis aan Embong Ma lang; er wordt nu niet meer in gespeeld.
belang zi jn voor de leden, zich ook op ander gebied zal hebben te bewegen, zoodat in 1916 een
speciale afdeeling voor muziek werd opgericht, welke onder leiding van Maestro Mario Paci, eert i jds d i r i
gent van St. Caecilia ' ) , den Kunstkr ing t o t betrekkel i jk grooten bloei bracht. Deze bloei duurde t o t 1919
(het ledental bedroeg toen 382), waarna de jaren 1920 1922 een inzinking vertoonden, zoodat het aantal
leden aan het einde van het jaar 1922 slechts 283 bedroeg.
Het toen optredend Kunstkr ingbestuur heeft daarop het zg. „ fus iep lan" doorgevoerd. Men was van
meening, dat er te Soerabaia naast den Kunstkr ing nog te veel vereenigingen bestonden, welke aan „ K u n s t "
deden. Men had de Off icierstooneelvereeniging, een Vereeniging voor Kamermuziek, een comité dat
lezingen organiseerde, enz. en het toenmal ig Kunstkr ingbestuur oordeelde, dat men door samenwerking,
met behoud van zelfstandigheid der verschil lende vereenigingen, een veel sterker posit ie zou kunnen inne
men, zoodat al deze verschil lende vereenigingen als onderafdeelingen bij den Soerabaiaschen Kunstkr ing
werden ingel i j fd.
Het resultaat was verbluffend. Het ledental steeg van 283 in 1922 t o t 900 in l924,om zich daarna na ver
schillende schommelingen op een behoor l i jk peil te bl i jven handhaven. Als gevolg van deze enorme toename
Een tafereel uit den in 1930 in het Openluchttheater opgevoerden „Driekoningenavond".
' ) Z i e „Oud-Soerabaia" biz. 349 e. v. 349
van leden en de daardoor ontstane ui tgebreide
admin is t ra t ie , werd al spoedig kan too r ru imte
dr ingend noodzakel i jk, t e rw i j l het onmogel i jk
werd , zonder betaald personeel de exp lo i ta t ie
te bl i jven voeren.
De noodlot t ige omstandigheid, dat Soera-
baia na den verkoop van den Schouwburg in de
benedenstad geen behoor l i jke zaal bezat, ge
schikt om concerten te geven, deed tenslot te
besluiten t o t de opr ich t ing van het Kunstkr ing-
huis, waar in een voor tentoonstel l ingen, kamer
muziek en kleine kunst bij u i tstek geschikte zaal
werd ingericht, echter met beperkte p laatsru im
te. Voor tooneelvoorstel l ingen was men aange
wezen op de tooneelzaal van de sociëteit Con
cordia.
2 Mei 1925 werd aan Embong Malang het
Kunstkr inghuis geopend en op 5 September van
hetzelfde jaar in den achter het Kunstkr inghuis gelegen tu in het Openlucht theater , dat plaats bood aan
900 personen.
Gedurende zeven jaren heeft de Soerabajasche Kunstkr ing het gebouw aan Embong Malang geoccupeerd,
doch in den loop der jaren bleek ook d i t gebouw niet meer aan het gestelde doel te beantwoorden.
Door het steeds toenemend ledental bleek de p laatsru imte te beperkt , te rw i j l het fe i t , dat de sociëteit
Concordia, aan Tegalsarie gelegen, door de t i jdsomstandigheden werd gedwongen te slui ten, t o t gevolg
had, dat er te Soerabaia geen geschikte ru im te meer beschikbaar was om tooneelvoorstel l ingen te geven.
Daar deze voorstel l ingen een belangri jk deel van het Kunstk r ingprogramma vormden, was de vereeniging
genoodzaakt maatregelen te nemen, welke het mogel i jk maakten Soerabaia in het bezit te stel len van
een gelegenheid om tooneel te spelen.
Was de toenmal igen toestand bli jven bestaan, dan zou niet alleen de tooneelafdeeling van den
Kunstkr ing (de O.T.V.) de verdere werkzaamheden hebben moeten staken, doch Indië bereizende too-
neelgezelschappen hadden Soerabaia moeten mi jden, omdat er nergens een behoor l i jke zaal was, waar in
voorstel l ingen mogel i jk waren.
H e t huidige Kunstl<ringliuis aan Simpang. Vroeger waren in het
gebouw bioscooptheaters en dancings gevestigd. Beneden is de
groote theaterzaal , boven ligt de tentoonstel l ingsruimte.
Door toeval l ige om
standigheden was het bios
coopgebouw aan Simpang
(C i ty Theater) leeg komen
te staan en er scheen, na
de droeve ervaringen geen
bioscoopexploi tant te vin
den, die daarin zi jn f i l m -
geluk wi lde probeeren.
Hoewel het daarin ge
bouwde tooneel voor alle
De dir igente Mevrouw Jos Vin
cent -Woldendorp en executan
ten tijdens het concert, gegeven
op 15 Mei 1933 ter gelegenheid
van de feestelijke opening van
het nieuwe Kunstkringhuis.
350
tooneelvoorstel l ingen vo lkomen ongeschikt was, zag het toenmal ig Kunstkr ingbestuur de mogeli jkheid
om d i t bioscooptheater, na verbouwing, t o t een nieuw Kunstkr inghuis in te r ichten, dat vele voordeelen
boven het oude zou bieden, n l . een veel g rooter aantal beschikbare plaatsen en een afzonderl i jke expo
sit iezaal, welke ti jdens voorstel l ingen tevens als foyer zou kunnen dienst doen en voor alles een zaal,
waar in een behoorl i jke tooneelvoorstel l ing gegeven kon worden.
Vele Kunstkr ingleden werden bereid gevonden de noodige verbouwingen te f inancieren, een huur
contract op langen te rm i j n kon worden gesloten, zoodat met kracht de verhuiz ing werd aangepakt.
Verbouwing en inr icht ing hadden onder leiding van Ir. B. de Vis tar in i in den recordt i jd van ongeveer
6 weken plaats en toen op 15 Mei 1933 het nieuwe Kunstkringhuis werd opengesteld, vonden de leden
een zaal, zoowel geschikt voor tooneel als voor concertui tvoer ingen, een ru ime expositiezaal en ru ime
kantoor local i te i ten.
Ter gelegenheid van de feesteli jke opening had een concert plaats onder leiding van Mevrouw Jos V in
cent—Woldendorp en den heer Loo Vincent, te rw i j l den daaropvolgenden avond het tooneel in gebruik werd
genomen door de O.T.V., welke in de nieuwe omgeving onder regie van Co Balfoort de première gaf van een
serie voorstel l ingen van ,,Vader des Vaderlands", heldendrama van Eduard Veterman, waarmede het bewijs
werd geleverd, dat het nieuwe tooneel voldeed aan de eischen van snelle en veelvuldige decorwisseling. Door
het openen van het nieuwe gebouw van den Kunstkr ing werd Soerabaia een schouwburg r i jk , welke zeer
zeker met eere mag worden genoemd.
Het is wel wonder l i jk , dat het Gemeentebestuur zich over het fe i t dat Soerabaia schouwburgloos
was, nooi t ongerust heeft gemaakt. Men achtte dat bl i jkbaar een zeer overbodige luxe. Als de Kunstkr ing
terzake niet het in i t ia t ie f had genomen, dan had Soerabaia nog steeds geen schouwburg. In Indië geldt nog
wel heel sterk Thorbecke's uitspraak : „Kuns t is geen Regeeringszorg".
W a t heeft de Kunstkr ing zi jn leden in den loop der jaren alzoo gebracht? Concerten, tooneelvoor
stel l ingen, lezingen en causerieën gehouden door bekende personen, k indervoorstel l ingen, l ichte kunst
programma's !
W i e t raden er te Soerabaia op ?
Van de m u s i c i noemen w e : Sven Scholander, Kathleen Parlow, Godowsky, Z imbal is t , Francis Koenen,
I t u rb i , Gerard Hekking, Het Dresdener-, Budapester-, Kendalle-, en Guarner i S t r i j kkwar te t , Weingar tner
Anna El Tour , Andres Segovia, Van Leeuwen Boomkamp, Maurice Maréchal, Ignaz Fr iedman, Andr ies
Roodenburg, Paul Schramm, A r t h u r Rubinstein, e.a.
T o o n e e l g e z e l s c h a p p e n : Het gezelschap Ruys, dat verschil lende tournees door Indië maak
te , het gezelschap Verheyen met Huber t Laroche, het gezelschap Jan Musch, te rw i j l ook het art istenpaar
Jeanne van Rijn — Co Bal foort succesvolle opvoeringen gaf.
D a n s k u n s t brachten ons o.m. The Denisshawn Dancers, Ger t rud Leist ikow, Niddy Impekoven,
de Sakharoffs.
V o o r d r a c h t k u n s t e n a a r s : Char lo t te Kohier, V ic to r Chenkine.
S p r e k e r s : Dr. Berlage, Rabindranath Tagore, Luc Dur ta in , Prof. B rom, Ds. van Holk , Prof.
Huizinga, Ds. Spelberg, Ds. Weger i f f , de Karakoroem-onderzoeker Ph. Chr. Visser, Jan Fabricius.
Ook heeft de Kunstkr ing Soerabaia er steeds naar gestreefd t o t een eigen sterk plaatseli jk Kunstleven
te geraken en heeft daarbi j kracht igen steun ondervonden van zi jn verschil lende onderafdeelingen met name
vooral van de Orkestvereeniging, welke u i t Soerabaiasche musici bestaande, twee a dr ie concerten per jaar
geeft en de O.T.V. met ongeveer een geli jk aantal ui tvoer ingen per seizoen.
De Orkestvereeniging werd in 1925 opgericht en heeft van den dag van opr icht ing af t o t op heden onder
leiding gestaan van den Heer J. C. Madlener. Na het ver t rek van Meastro Paci werd te Soerabaia geen orkest
muziek ve r to l k t , zoodat het nieuwe orkest het wederom mogel i jk maakte om op geregelde t i jden van een
orkestu i tvoer ing te genieten.
Een greep ui t de ten gehoore gebrachte programma's is zeker belangri jk. Van Beethoven werden
ui tgevoerd: de ouvertures „ C o r i o l a n " en „ E g m o n t " en de symphonieën no. I , no. 3 (Eroïca), no. 5, no. 7
en no. 8. Van Mozar t de ouvertures „Figaro's Hochzei t " , en , Die Zauber f lö te" benevens de symphonie
in G-mineur en „Eine kleine Nachtmus ik" . Van Von Weber de ouvertures „Fre isch i i tz " en „ O b e r o n " .
Voor ts werden ten gehoore gebracht Mendelssohn's ouver tures ; „M idsummern igh tsd ream" en „Meeres-
s t i l l e " en Weber 's ouver ture „Preciosa".
Aan symphonieën werden nog ui tgevoerd : van Haydn de D-majeur symphonie en Schubert's „ U n -
vol lendete" . Verder t ref fen we op de programma's aan Wagner, Josef Suk, Tschaikowsky, Gr ieg (Peer Gynt
Suite), T a r t i n i . Bij de in 1929 en 1930 in het openlucht theater te Soerabaia door de O.T.V. gegeven
Shakespeare-voorstell ingen verzorgde het orkest de muzikale i l lus t ra t ie .
Het doel van de Off icierstooneelvereeniging is o m , gedurende den t i j d , dat geen belangri jk tooneel-
gezelschap te Soerabaia voorstel l ingen geeft, het publ iek in kennis te brengen met tooneelwerken, welke
meestal niet door een beroepsgezelschap in Indië kunnen worden gebracht, hetzi j tengevolge van de aan een
opvoering verbonden kosten, hetzi j door de te groote ro lbezet t ing der stukken.
Het Openlucht theater , achter het oude Kunstkr inghuis gelegen, heeft de leiders van de O.T.V. ver lok t
t o t een paar Shakespeare-voorstell ingen en wel t o t de opvoering van de „V roo l i j ke Vrouwt jes van W indso r "
in 1929 en „Dr iekon ingenavond" in 1930. W e l heel duidel i jk is bij deze gelegenheden gebleken, hoe groot de
belangstell ing voor het tooneel , niettegenstaande alle sombere voorspel l ingen, niettegenstaande f i l m , caba
ret , dancing, in Indië was! Honderden personen u i t naburige plaatsen hadden er een autotocht (vaak van on
geveer 100 km) voor over om deze Shakespeare-voorstell ingen bij te wonen. Ook de opvoeringen van Pieter
Langendijk's „Wederz i jds Huwel i jksbedrog" in het Openlucht theater hadden een groote belangstell ing.
Van het moderne werk noem ik „ H e t proces van Mary Dugan" van Bayard Vei l ler , „Journey's
End" , „Vader des Vaderlands", „ C e t t e nui t l a " en nog in 1935 de opvoering van „ D e B 21 vl iegt om de
we re ld " , s tukken, die zeer veel belangstel l ing t r okken .
Ook de beoefenaars van de beeldende kunsten hebben thans gelegenheid elkander te ontmoeten en te werken in het Kunstkr inghuis. Een atel ier werd bi jgebouwd, waar zij te samen komen om te schilderen en te teekenen en, samenwerkende, elkanders werk kunnen beoordeelen en door opbouwende cr i t iek elkander steunen.
Wanneer we terugzien op de afgeloopen jaren, dan zien we dat het Kunstleven te Soerabaia aan
in tens i te i t heeft gewonnen.
Steun, behalve van zi jn leden en zi jn „wer
kende" leden, heeft de Kunstkr ing niet. Hi j zal moeten
t rachten met eigen middelen zi jn taak te volbrengen.
Ik hoop van harte, dat het der Vereeniging gegeven zal
z i jn, haar cul tureele taak in onze stad te bli jven
vervul len.
Een scène uit „ In ' t huis van den duivel" , opgevoerd door het mar ionet tentheater „ D e Kakatoe". Het mar ionet tentheater werd hier medio 1931 op init iatief van de heeren Bruno de Vistarini en Robert Deppe als onderafdeeling van den Kunst-l<ring opgericht. N a het ver t rek van Deppe, die de ziel en den leider van het mar ionet tentheater was, werden geen voorstellingen meer gegeven.
NIEUW SOERABAIA
AFDEE L I N G 8
GODSDIENSTIG EN
MAATSCHAPPELIJK WERK
HOOFDSTUK 1
HOOFDSTUK 2
HOOFDSTUK 3
HOOFDSTUK 4
DE PROTESTANTSCHE KERK
DE GEREFORMEERDE KERK
DE ROOMSCH-KATHOLIEKE KERK
PHILANTROPISCH EN MAATSCHAPPELIJK WERK
35?
o DE PROTESTANTSCHE KERK. Het kenmerkende in de periode na 1900 : terugtrekken op zuiver kerkelijk terrein. — Verzwaring van den arbeid. — Veel wisseling van predikanten, soms om het andere jaar alle drie nieuw. — Het Wees-huisbestuur zelfstandig (1910). — De Wijkzusters (1914—'17). — Oprichting van Diaconiehuis (1916) en van „Kerkbode" (1912). — Opkomst en bloei van de Maleische gemeente. — Godsdienstleeraar W. Akkerman (1902 —'25). — Twee Inlandsche leeraren (1927).— De Zending in Soerabaia.— Geestelijke verzorging van de Vloot (1925). — Het Oedjoengkerkje (gesticht 1913; gerestaureerd 1930).— De oude stadskerk en pastorie verkocht (1917). — De Boeboetan-kerk gebouwd (1920—'22).— Het voorlezers-instituut opgeheven. — De Kapel in de „bovenstad" (1930). — Arbeid in de kerk.
n de periode na 1900 hebben de predikanten ook hier te r stede zich meer en meer moeten terugt rekken
van al ler le i maatschappeli jk werk om zich te bepalen t o t geesteli jken arbeid. W e l zat steeds een der
predikanten in het bestuur van een der ta l r i j ke vereenigingen en ging soms kracht ig in i t ia t ie f u i t van een
der voorgangers der Protestantsche gemeente, zoo bij voorbeeld van Ds. H. J. Offerhaus voor de opr icht ing
van een vereeniging voor ziekenverpleging (thans Darmo, onder de oud-Soerabaianen bekend als Zieken
verpleging Ngemplak) .
De sterke groei van de stad gaf een grooten aanwas van scholen, waardoor het aantal lesuren voor
het godsdienstonderr icht aanmerkel i jk vermeerderde, zwaardere eischen werden gesteld aan huis- en
ziekenbezoek. Het aantal godsdienstoefeningen werd verdubbeld. Helaas, dat een concentrat ie van de
l in ie op Soerabaia alleen niet mogel i jk was, doch d i t hangt samen met het geheel van de Protestantsche
kerk in Nederlandsch-Indië.
Het getal ambtsdragers werd niet vergroot in al die
ja ren, waar in de toename van arbeid minstens een
verdubbel ing van werkkrachten noodzakeli jk had
gemaakt. Zoo behoorde in 1931 bij het ambtswerk van
de predikanten van Soerabaia ook nog de zorg voor
de westel i jke helft van Madoera, Sidoardjo, Grissee
en door de langdurige vacature te Modjoker to , practisch
ook Modjoker to en omgeving, Lamongan, Toeban en
Bodjonegoro.
De l i jst van predikanten en hun t i jd van arbeid in Soe
rabaia wi jst op een veelvuldige wisseling. H ie ru i t zou
men meenen te mogen opmaken, dat de dominees hier
niet gaarne waren, doch deze gedachte wo rd t terstond
gelogenstraft door een nauwkeuriger b l ik op de naam
li jst, welke ons doet zien, dat sommigen hunner twee
maal er op voorkomen, een enkele zelfs vier malen
(Ds. J. F. Verhoeff ) .
De moei l i jkheden, welke zij door den groei van hun
werk ondervonden, werden nog vergroot , doordat vaak
in één jaar t i jds alle dr ie predikantsplaatsen door nieuwe
functionarissen werden bezet. D i t gebeurde soms om het
andere jaar, in het geheel wel vi j f malen tusschen 1908 De Protestantsche kerk te Boeboetan, welke op 24 Dec. 1922 werd ingewijd. (Foto M. J. van Benthem Jutting.) en 1929 .
354
Ook de kerkeraad heeft gevoeld, dat
specialisatie noodzakel i jk was, want het
Protestantsche Meisjesweeshuis (opge
r icht 1835) was in den beginne geheel
onder zi jn beheer, maar de beslom
meringen, daaraan verbonden, werden
dusdanig omvangr i jk , dat de kerkeraad
in 1866 een geheel eigen, zelfstandig
bestuur instelde.
Zoo werd hi jzelf ontheven van de
zorg voor die onnoemel i jk vele k leinig
heden, welke bij zulk een in r ich t ing
zich voordoen. Doordat de benoeming
der bestuursleden bij den kerkeraad
bleef berusten, alsmede de supervisie
over de f inanciën, is er een nauwe band
bli jven bestaan tusschen Protestantsche
Kerk en Meisjesweeshuis.
Een andere tak van arbeid, de kerke
l i jke armenzorg, is steeds met enthousiasme door een onderdeel van den kerkeraad, het college van
diakenen, behart igd.
De maandelijksche huisbezoekcommissie bracht aan het l icht, hoe noodig een tehuis voor ouden van
dagen was, speciaal voor vrouwen. Reeds in 1912 werd er in den kerkeraad over gesproken; maar zijn de
promotors wel l icht ko r t daarna ver t rokken ? Zoo vaak bli jven al ler le i plannen in Indië door de vele mutat ies
langen t i jd onui tgevoerd. Zooveel is zeker, pas in 1916 treffen wi j in de notulen de gedachte weer aan.
W e l had de kerkeraad reeds in 1914 iets anders gedaan voor de ouden van dagen en voor de zieken
thuis. Een wi jkzuster was aangesteld. Achtereenvolgens hebben de zusters Ingenohl, Fehr en Kooy haar
moei l i jk en vaak ondankbaar werk met toewi jd ing verr icht . In 1917 lag echter d i t werk weer s t i l , maar
intusschen had de kerkeraad niet st i l gezeten.
De Darmokapel aan het Merkusplantsoen, gesticht in 1930 als een tweede middelpunt voor het gemeentewerk. (Foto M. J. van Benthem Jutting.)
In 1916 kon een pand aan de Krembangan Westerkade, tegenover de m i l i t a i re cantine, in gebruik geno
men worden als diaconiehuis. Dat hier met bekwamen spoed is gewerkt , mag bl i jken ui t het fe i t , dat het
huis in Juni te huur kwam en reeds I Juli door 15 oudjes kon worden betrokken. Dat Zuster Kooy in die act i
v i te i teen belangri jk aandeel heeft gehad,
mag gerust worden aangenomen. Een
brochure met foto's, uitgegeven ten bate
van het tehuis, bracht f400.— in kas. Aan
maandelijksche bijdragen voor het doel
werd f 160.— toegezegd. Sedert „ l i e p "
het.
Van het weeshuisbestuur werd een
stuk grond achter het meisjesweeshuis
overgenomen. Hier verrees het tegen
woordige gebouw op een rustige plaats
in de st i l le Van Geunsstraat, waar het
29 Februari 1920 werd geopend.
Doorloopend word t er een 20-tal
oudjes verzorgd. Daar zij natuur l i jk niet
meer zoo gemakkel i jk kunnen uitgaan,
wo rd t er wekeli jks voor hen tehuis een Oude vrouwtjes uit het diaconiehuis te Boeboetan poseeren voor den
godsdienstoefening gehouden. fotograaf. (Foto M.J. van Benthem Jutting.)
355
De groeiende gemeente maakte het hoe langer hoe moei l i jker om contact te houden tusschen predi
kanten en gemeenteleden. De behoefte aan een kerkel i jk blad, voor het doen van al ler le i mededeclingen,
deed zich gevoelen. Een in 1906 gedrukt „ ke rkb r i e f j e " had een begin kunnen z i jn, maar deze uitgave is al heel
spoedig gestaakt. Oorzaak onbekend.
In 1912 werden serieuse besprekingen gevoerd om een „p red ikbeur tenb lad" op te r ichten. Het bleek,
dat de kerkeraad de onkosten niet kon dragen. Een der leden echter was een zoo enthousiast voorstander,
dat hij de helft van de kosten voor zi jn rekening wi lde nemen. Toch s tu i t te het plan van uitgave af en wel op
twee bezwaren. A l lereers t wi lde geen der predikanten, vooral Ds. D. J. Leepel niet, de redactioneele ver
antwoordel i jkheid dragen voor een weekblad, te rw i j l de kerkeraad geen maandblad wenschte. Vervolgens
vreesde men het r ichtingsverschi l .
Dr ie jaren later is de kerkeraad, bl i jkbaar door een heel andere constel lat ie, te vinden voor het plan
van Ds. Leepel. Sedert beleefde de „ K e r k b o d e " reeds zi jn 21 en jaargang als maandblad.
Bevatte het eerst u i ts lu i tend mededeelingen over preekbeurten, catechisatie's, geldmiddelen, enz.,
in 1918 „waagde" men het ook een st ichtel i jk stuk op te nemen, met het gevaar van het r ichtingsverschil
voor oogen. Verschi l lend geluid werd er in vernomen, maar steeds klonk er harmonie. Steeds werd vast
gehouden aan de bedoeling : opbouwend werk te verr ichten voor het gemeentel i jk leven.
De verschil lende redacteuren, die in den loop der jaren het blad vulden, volgden niet steeds eenzelfde
p rogram. Soms stond actual i te i t op den voorgrond, dan weer bestr i jding van on-Protestantsche ideeën, of
ook opbouw van eigen Protestantsch geloofsleven.
Langen t i jd verleende de „ K e r k b o d e " gastvri jheid aan ar t ike len in de Maleische taal . In den I5en jaar
gang werd de daarvoor gereserveerde ru im te in een apart bijvoegsel met eigen kop te r beschikking gesteld.
Zoo werd de weg gebaand t o t een eigen orgaan in het Maleisch, hetwelk in 1931 werd opgezet. Dat het mo
geli jk was, is te danken aan de opkomst van dat deel der gemeente.
Di t heeft merkwaardige schommelingen meegemaakt. In 1849 was het aantal leden ervan en hun
belangstell ing zoo gering, dat de Maleische godsdienstoefeningen werden stopgezet. Voor degenen, die
een weinig met de menta l i te i t van de Christenen ui t de Groote Oost bekend zi jn, kan het geen verwon
dering baren, dat zij h iermee niet tevreden waren.
Langs welken weg de opbloei weer is gekomen, is niet met zekerheid vast te stel len. Het schijnt, dat
de invloed van den in zendingskringen bekenden hor logemaker „Vader Emde" hieraan niet vreemd is, want
zi jn leer l ing Gambar heeft den ouden Inlandschen Leeraar Sopacua, die in het begin dezer eeuw hier
werk te , zeer veelvuldig in diens z iekte vervangen.
In 1902 werd het werk van zooveel belang geacht, dat er een Godsdienstleeraar werd benoemd.
Als zoodanig heeft hier gestaan de heer
R. Akke rman . Voor Amboneesche,
Menadoneesche en andere mi l i ta i ren
r ich t te hij een tehuis op, dat tevens
dienst deed als vergaderlokaal voor den
Bond van Evangelisatie.
De Maleische burgergemeente is haar
^v > u i m ^ ^ V ' ^ ^ ^ ^ ^ H H P ^ " ^ ' ^ " ^ ^ l ^ H ' P I S n ' ^ M i ^ H i k S ^ ^ K ' bloeiperiode begonnen, toen, t i jdens het buitenlandsch ver lof van den heer
Akke rman , de gepensionneerde zende
ling Schwarz er in het bi jzonder zi jn
krachten aan wi jdde. Langzamerhand
werd de arbeid voor één man te veel.
Bij het ver t rek van den heer Akkerman
werd dan ook de vacature nog maar
voor 'n paar jaren door een Europee-
schen Godsdienstleeraar vervuld, doch
daarna kwamen er twee Inlandsche Het vriendelijk uitziende en In 1930 geheel gerestaureerde Oedjoengkerkje. (Foto M. J. van Benthem Jutting.)
356
Leeraren. De eerste bekleeders van deze funct ie in onze stad waren
O. F. Patty en J. W . Rumbajan.
Was de bediening der Sacramenten eerst nog opgedragen aan
een der predil<anten, sedert eenigen t i jd geschieden Doopsbediening
en Avondmaalsvier ing, bevestiging van ambtsdragers en van nieuwe
l idmaten door de Inlandsche voorgangers zelf.
Een wi jk iokaal aan den Grisseeschen weg, door Ds. R. W . F.
Ki j f tenbel t persoonli jk gehuurd, werd later overgenomen door den
kerkeraad. Hier is gelegenheid voor het houden van weekgodsdienst-
oefeningen en voor de repet i t ies van zangvereenigingen en f lu i to r -
kesten, die vaak hun medewerking verleenen bij de diensten op
Zondagen en hoogti jden.
De Zending onder de Javanen in Soerabaia, ongeveer in het
midden der vorige eeuw uitgegaan van de kerk, werd na kor ten t i jd
overgenomen door het Nederlandsch Zendel ing Genootschap. D i t
had zi jn cent rum in Modjowarno. Van hier u i t bezocht de zendeling
o.m. de „ p o s t " Soerabaia. De toenemende belangstell ing b l i jk t u i t
het fe i t , dat een eigen kerk werd gesticht aan de Viaductstraat. , . _, ^. j , , ° ° Interieur van de z.g. Noorderkerk aan
Zooveel omvangr i jker en belangri jker werd het werk, dat er den Grisseeschen weg.
in de stad zelf een persoon moest komen, die ook leiding zou
kunnen geven aan de groeiende jeugdbeweging onder de Christen-Javanen. Daartoe werd hier geplaatst
Ds. S. A . van Hoogstraten.
De Protestantsche Gemeente zelve heeft intusschen voor haar rekening gekregen de zorg van een
der zendingsvelden van de Indische kerk, en wel op Ceram.
Ook is, geheel los van de kerk, als een aparte tak van arbeid gekomen de geestelijke verzorging van de
Marine. In 1925 t rad Ds. D.F. Bart lema op als eerste v lootpredikant . Z i jn helper voor het Maleisch spreken
de deel werd de v lootpendi ta J. Westp la t . Deze beide functionarissen behooren niet t o t de fo rmat ie van de
Protestantsche kerk. W e l bestaat er een band door wederzijdsch hulpbetoon in geval van ziekte of verlof.
Voor de godsdienstoefeningen met de Inheemsche Christenen heeft de v lootpendi ta natuur l i jk
behoefte aan een passend gebouw. De kerkeraad gaf hiervoor de beschikking over het Oedjoengkerkje.
D i t was inder t i jd (1913) door Ds. P. Nieuwenhuis gesticht om in dat verre deel van de stad een
geschikte plaats voor gemeentesamenkomsten te hebben. Voor d i t doel werd de oude Pyrotechnische
Werkp laats gekocht, en op een andere plaats herbouwd als bedehuis. Zoo was het dus niet meer noodig
te vergaderen. Kerstfeest te houden, enz. op de zg. „ma l lenzo lder " of in de cantine.
Voor de Europeesche gemeentenaren werd het kerkje echter van minder belang, toen men door de
snellere verkeersmiddelen gemakkel i jk de hoofdkerk kon bereiken. Het was dus ui ts lu i tend ten behoeve
der Marine, dat de kerkeraad in 1930 het kerkje geheel l iet restaureeren.
De st icht ing en vernieuwing van het Oedjoengkerkje is in de laatste kwarteeuw niet de eenige
verandering, welke vermeldenswaard is op het gebied van kerkbouw. Het is in dien t i jd ook noodzakeli jk
gebleken de hoofdkerk te verplaatsen. De oude stadskerk op den hoek van de Heerenstraat en het
Wi l lemsp le in (waar nu het gebouw van de Internat io pr i j k t ) en ook de pastorie, welke daarnaast
heeft gestaan, werden bouwval l ig.
Laatste bewoner van d i t huis, waar zoovelen bij de vroegere predikanten steun en t roos t hebben
gezocht, was de godsdienstleeraar Akke rman . Hier ontv ing hij zi jn m i l i t a i ren , hier werden ook week-
samenkomsten van de Evangelisatie-vereeniging gehouden.
Toen onderhandsche aanbiedingen kwamen om die ter re inen te koopen, heeft de kerkeraad in menige
vergadering beraadslaagd. Noode kon men scheiden van de plek, waar velen van ouder op kind in t i jden van
vreugde en van leed als gemeente, Gods aangezicht hadden gezocht. De hoop echter, om van de opbrengst
twee kerken te kunnen bouwen, één in de bovenstad en één meer in het cen t rum, benevens de overweging,
dat deze oude kerk door het ver loop van de bevol
king in de r icht ing van de bovenstad hoe langer hoe
meer buiten het cent rum zou komen te staan, deed
in 1917 de kerkeraad besluiten t o t verkoop.
Schetsontwerp van het nieuwe Protestantsche Jongenswees-huis. Architect Ing. B. de Vistarini.
Voor de centrale nieuwe kerk werd grond gezocht
op Goebeng, Genteng, Ketabang, en elders. Vr i j on
verwachts werd de hand gelegd op een te r re in aan
Boeboetan. 29 Juni 1920 kon de eerste steen gelegd
worden, waarbi j Ds. J. M. Coops het woord voerde.
24 December 1922 had de inwi jd ing plaats. De
moei l i jkheden bij den bouw en daarna zijn vele
geweest. Door vereende krachten van kerkeraad en
gemeente zi jn deze overwonnen. De hulp van het
Gouvernement in den v o r m van een aandeel in de lo ter i j moge gememoreerd worden.
Van de oude stadskerk was weinig meer de moei te van het meenemen waard. Het wapenbord en de
grafzerk van den st ichter vonden piëteitshalve natuur l i j k een plaats in het nieuwe gebouw. Dezelfde
lu idk lok doet zich nog steeds hooren en het orgel door de organiste Mejuffrouw M. Gambar sedert 1902
bespeeld, bleef nog t o t 1930 in gebruik. Een deel der banken werd in de Boeboetankerk geplaatst. Waar
zij vroeger vele kerkgangers in het deftige zwar t tusschen haar r i jen zagen doorschri jden om de eigen
plaatsen in te nemen, dragen zij thans de belangstellenden in het lucht iger w i t .
W a t niet mee overging was het ins t i tuut van voor lezer. Voor dezen funct ionaris was geen plaats gereserveerd. Zoo is deze f iguur ook u i t de Soerabaiasche gemeente verdwenen. D e m o r t u i s (ook over de afgestorven gebruiken) n i l n i s i b e n e .
De hoop om voor de verkoopsom van de oude kerk en pastorie één kerk te kunnen bouwen aan Boe
boetan en één in de bovenstad, is ijdel gebleken. Het woord „bovens tad" is in den loop der jaren op een heel
ander stadsdeel van toepassing geworden. Als men in de notulen van 1906 leest, dat Ds. R. W . F. Ki j f tenbelt
in de bovenstad een local i te i t huurde voor catechisaties en godsdienstoefeningen, dan heeft men te denken
aan de omgeving Simpang—Toendjoengan en niet aan de Darmo-buur t .
H ier is in 1930 dank zij de voor tdurende actie van den kerkeraad de Darmo-Kapel gesticht, als een
tweede middelpunt voor gemeentewerk. Aan het Merkusplantsoen l igt d i t gebouw centraal ten opzichte van
het geheele nieuwe stadsdeel, dat zich in den loop der laatste jaren ontwikke lde en zelfs van ui t de beneden
stad gemakkel i jk te bereiken is per electrische, zoowel als per s toomt ram.
W a t het gemeentel i jk leven aangaat mag niet onvermeld bl i jven, dat de Protestantsche kerk te Soe-rabaia zich gelukkig mag pri jzen een aantal in i t ia t ie f nemende voorgangers en leden in haar midden gehad te hebben. Hiervan spreekt de opr icht ing van Chr iste l i jke scholen, van Zondagscholen, waar vele toegewijde gemeenteleden hun krachten aan geven, alsmede de bouw van de „ N o o r d e r k e r k " (Grisseesche Weg 50), de opr icht ing met nieuwbouw van een Jongensafdeeling van het Protest. Weeshuis, van een Jeugdhuis-Oost-Java (voor verwaarloosde kinderen) te Malang, van een Wi jkgebouw op Tambaksar i , enz.
Liturgische diensten werden het eerst gehouden door Ds. E. J. B. Janzen; Wijdingssamenkomsten
georganiseerd waar vocale- en instrumentale muziek de indruk van het gesproken woord t racht ten t e ver
sterken. Jeugdsamenkomsten, begonnen door Ds. Bar t lema, t rekken aandachtige hoorders en hoorderessen.
U i t den kerkeraad van Soerabaia is de stoot gekomen t o t het houden van gewesteli jke vergaderingen.
Telken jare komen de kerkeraden van geheel Oost-Java samen in de „Oosthoek-Conferent ie" , waar al ler le i
gemeenschappelijke belangen en moei l i jkheden worden besproken.
Er mag gewaagd worden van herlevende belangstell ing in a l ler le i kr ingen voor religieuse vragen. T ien
ta l len, die den weg naar de kerk hebben ver leerd, beginnen haar gemis als een leegte te voelen. Sedert jaren
heerscht er tusschen de predikanten en de kerkeraadsleden onder l ing en wederkeer ig een geest van waar
deering en eensgezindheid, ve r to l k t door het kerkel i jke zegel.
D i t ver toont in het midden een kruis, het Chr is te l i jk symbool voor het Geloof, geflankeerd door een
anker der Hoop en een hart met uitslaande v lammen der Liefde. Ter verduidel i jk ing staat er onder gedrukt
I Cor in th . 13 : 13. (Zoo bli jven dan Geloof, Hoop en Liefde.)
O D E GEREFORMEERDE KERK. InstitueeringvandeKerkop I I Sept. I 881.—Overdracht van het Zendingswerk in 1923 aan het N.Z.G.— Vorming van kringen van Gereformeerden. — Het zelfstandig virorden van den kring Malang in 1931. — Behoefte aan een tweeden predikant. — Eigen Zendingsterrein in Zuid-Celebes (1933). — Evangelisatiewerk. — Oprichting in 1927 van de Vereeniging tot Christelijk Hulpbetoon. — Gereformeerd onderwijs. — De predikanten. — De groei der kerkelijke gemeente.
L x e Gereformeerde Kerk te Soerabaia dankt haar eerste ontstaan, evenals die te Batavia, aan het
Zendingswerk in eigen kr ing. Haar eerste predikanten waren dan ook geen dominees maar zendelingen.
De zendeling-leeraren A. Delfos en A. Bolwi jn waren van Nederland u i t hierheen gezonden om Zendings
werk te verr ichten onder de Inheemsche bevolking en daarnaast eenige geestelijke verzorging te geven
aan de hier wonende Europeesche Christenen.
Zoo werd deze Kerk den Hen September 1881 geïnst i tueerd. Het Zendingswerk is hier steeds van ge
ringen omvang gebleven, te rw i j l de Hollandsche gemeente allengs groeide. In 1908 was deze Hollandsche
gemeente reeds zoover ui tgegroeid, dat zi j Ds.W. Pera, die hier van 1900 af voornamel i jk voor de Zending
werk te , kon beroepen t o t haar eigen predikant.
To t het laatst toe heeft deze predikant zi jn arbeid moeten verdeelen tusschen Zending en Kerk. Toen
hij in 1920 echter ver t rok , viel het de gemeente steeds moei l i jker haar Zendingswerk te onderhouden,
omdat er geen krachten voor in de gemeente waren.
Zoo is men er in 192 3 t oegekomen , d i t werk over te dragen aan de Zendingscorporat ie, die ook
Soerabaia t o t haar arbeidsveld had : het Nederlandsch Zendel ing Genootschap. Dat was toen de beste
zorg, die Soerabaia voor haar Zendingswerk kon dragen.
intusschen groeide de Kerk te Soerabaia gestadig en wierp zich nu met alle kracht op haar eigenli jke
taak als Hollandsche Ke rk : de geestelijke verzorging van haar eigen leden, met name ook die op haar
u i tgestrekt en moei l i jk te bearbeiden te r re in van verstrooid wonende leden, want alle Gereformeerden in
Oost-Java, in de Zuider- en Oosterafdeeling van Borneo en verder in heel de Groote Oost behoorden t o t
de Kerk van Soerabaia.
Onder de energieke leiding van twee predikanten, Ds. A . Ringnalda en Ds. P. van der Spek breidde de
gemeente zich steeds u i t . Geregeld maakten zij de verre reizen, die noodig waren om het contact met alle
Gereformeerden te bewaren. Door hun arbeid werden overal kr ingen van Gereformeerden gevormd, o.a. te
Malang, Ked i r i , Makasser, Menado en Balikpapan.
U i t den kr ing te Malang is in 1931 een zelfstandige Gereformeerde Kerk ontstaan, die, toen het t o t het
beroepen van een eigen predikant kon overgaan, van de moederkerk te Soerabaia als „ ve rs t roo iden te r re in "
heeft ontvangen geheel Oost-Java en de Kleine Soenda-eilanden.
Door de overdracht van d i t belangrijke „verst rooidengebied" aan de Kerk van Malang, waaraan
reeds was voorafgegaan de overdracht van West-Borneo aan de Kerk van Batavia in 1925, omdat het
van die plaats u i t veel gemakkel i jker te bereiken is, heeft de Kerk van Soerabaia sinds Augustus 1932
nog slechts een predikant . Ds. P. Veenhuizen.
De gemeente bestaat, sinds de Kerk van Malang geïnsti tueerd is, u i t bijna 700 leden, waarvan er meer
dan 400 te Soerabaia woonacht ig z i jn. Door de vele reizen naar bui ten doet zich dan ook weer sterk de be
hoefte gevoelen aan een tweeden predikant.
Toen het eigen kerkel i fk leven door den arbeid van de predikanten Ringnalda en Van der Spek
meer en meer geconsolideerd werd , voelde de Kerk van Soerabaia zich ook weer gedrongen t o t
Zendingswerk.
Het verrassende resultaat van de Zendingsactie binnen de gemeente is geweest, dat de Kerk van Soe
rabaia, al is het dan ook met behulp van bui ten, de eerste en eenige Kerk in Indië is, die zelfstandig een mis
sionair-predikant voor d i t werk heeft kunnen uitzenden.
Als Zendingsterrein werd , na veel overleg, Zuid-Celebes gevonden met als centraal punt de stad Ma-
kasser ; d i t t e r re in werd nog door geen enkele Zendingscorporat ie bearbeid. Wanneer men bedenkt, dat
Makasser de sleutel is van het omliggend gebied en tevens het ontmoet ings- en uitgangspunt van de geeste
l i jke s t roomingen in de Groote Oost gevoelt men de belangri jkheid van d i t Zendingsterre in.
Sinds Februari 1933 wo rd t hier door Ds. H. van den Br ink, missionair-predikant van de Gereformeerde
Kerk van Soerabaia, gearbeid. Dank zij zi jn bemoeienissen zi jn reeds enkele Zendingsscholen t o t stand
gekomen, te rw i j l hij in de stad Makasser bij zi jn arbeid gesteund w o r d t door een Evangelist.
Het spreekt vanzelf, dat Ds. Van den Br ink geregeld voorgaat in den Dienst des Woords voor den kr ing
van Gereformeerden te Makasser. D i t geschiedt in het bekende, historische kerkgebouw in het Fort Rotter
dam. In de andere kr ingen k o m t men geregeld des Zondags samen; dan wo rd t door een der leden een predi-
catie gelezen.
Langzamerhand heeft de Kerk van Soerabaia naast het gemeentel i jk werk in engeren zin en het Zen
dingswerk, zich ook georiënteerd naar het Evangelisatiewerk. Geregeld worden goed bezochte Evangelisatie
samenkomsten gehouden ; van het bekende Evangelisatieblad ,,De Zaa ier " worden bijna 1.000 exemplaren
verspreid, te rw i j l tevens een Chr istel i jke bibl iotheek werd aangelegd.
Twee Zondagsscholen gaan van de Kerk u i t , die tezamen door ongeveer 100 kinderen worden bezocht.
Behalve dat, geli jk vanzelf spreekt, de Kerk voor zi jn eigen armen zorgt , heeft de Kerk van Soerabaia
ook gevoeld de barmhart igheid van Christus te moeten uitdragen t o t de a rme en li jdende bevolking van Soe
rabaia, die in geen enkel contact met de een of andere Kerk staat. To t dat doel is in 1927 een Vereeniging
t o t Chr iste l i jk Hulpbetoon opgericht, die vooral in dezen t i jd van crisis zeer gezegend werk t .
De Gereformeerde kerk aan Pregolan Boender. Deze kerk, gebouwd in de jaren 1920 en'21 door het architectenbureau Rijksen en Estourgie, werd in gebruik genomen op Zondag 26 Juni 1921 , met een predikatie door den consulent dezer kerk, Ds. D. Bakker, docent aan de opleidingsschool te Djokja Vroeger kwam de gemeente samen m het kerkgebouw aan de Djo-harlaan, welk kerkgebouw, en vooral de plaats, waar het gebouw gevestigd was, langzamerhand niet meer geschikt was om geregeld en rustig samen te komen. De bouw van het viaduct, alsmede andere omstandigheden in de naaste omgeving, maakten het op den duur niet meer mogelijk, rustig te vergaderen, zoodat, mede in verband met de uitbreiding van Soerabaia naar het Zuiden, door den kerkeraad werd besloten, het nieuwe kerkgebouw te bouwen in de toenmalige „bovenstad". (Foto Theobald.)
In nauw verband met de Gereformeerde Kerk staat tenslot te nog de Vereeniging t o t bevordering van
Gereformeerd onderwijs te Soerabaia. Van deze Vereeniging gaan ui t twee Europeesche scholen en door de
energieke leiding van het bestuur dezer Vereeniging ook sinds 1933 een Chr. Ho l l . Chin. School.
Achtereenvolgens werd de Gereformeerde Kerk bediend door de volgende predikanten : Ds. A. Delfos
(1881 - ' 8 7 ) ; Ds. A . Bolwi jn ( 1 8 8 7 - ' 9 6 ) ; Ds. W . Pera ( l 9 0 0 - ' 2 0 ) ; Ds. A . Ringnalda ( 1 9 2 3 - ' 3 2 ) en Ds. P.
van der Spek (1926—'32), te rw i j l thans Ds. P. Veenhuizen deze Kerk dient.
O m eenig idee te geven van den groei dezer kerkel i jke gemeente moge de volgende opgave van
het aantal leden der Kerk in de achtereenvolgende jaren dienen : 1918 362; 1924 441 ; 1928 680 ; 1931
8 6 5 ; en 1933 656.
Hierb i j moge worden opgemerkt , dat de achteruitgang in 1932 veroorzaakt werd , door de inst i -
tueer ing van een zelfstandige Gereformeerde Kerk te Malang, waardoor vele verstrooid-wonende leden
afgeschreven werden als l id van de Kerk van Soerabaia en ingeschreven in Malang.
T o t 1920 werden de Kerkel i jke samenkomsten gehouden in een gebouw gelegen aan de Djoharlaan,
te rw i j l in dat jaar het tegenwoordige kerkgebouw in gebruik genomen werd , gelegen Pregolanboender
26, een gebouw, dat in Oosterschen sti j l werd opgetrokken.
De Pastorie ; zij werd In 1916 gebouwd en betrokken door Ds. W. Pera, den toenmaligen predi kant der Gereformeerde Kerk. (Foto Theobald.)
e
T,
DE ROOMSCH-KATHOLIEKE KERK. H e t succesvolle einde van Pastoor P. J. van Santen's werk te Soerabaia (1906 ) .— Twee jaren (1907 en '08 ) .— Benoeming van F .W. M. J. Fleerakkers to t hoofdpastoor (1909) . —De jaren der hoogconjunctuur. — Inwijding van de nieuwe kerk in de bovenstad : 31 Juli 1921.— De groei der R.K. bevolking in de periode : 1906—'22. — De uitbreiding der kerkeli jke instellingen naar buiten. — H e t ontstaan en de groei der Katholieke sociale en andere vereenigingen. — H e t Katholiek onderwijs. — De komst der Lazaristen in 1923. — De eerste acht Zusters van Steyl (1925) . — Pastoor Fleerakkers, de eerste Vlootaalmoe-zenier (1925—'27) .—Soerabaia bij pauselijke breve van 6 Juni 1928 to t zelfstandige apostolische prefectuur verheven. — Opricht ing van de Johannes Gabriel Stichting (1925) . — De huidige situatie.
oen in 1906 de Gemeente werd ingesteld, was ool< voor de Katholiel<en van Soerabaia een periode
afgesloten. Na vele jaren van tegenspoed en te leurste l l ing, was het eindel i jk aan Pastoor P. J. van Santen
gelukt den bouw van zi jn Godshuis, de st i j lvol le O.L. Vrouwe Kerk op Kepandjen, te vo l tooien. Di t was een
prestat ie voor het Indië van die dagen.
Er bleef alleen nog wat schuld aan te zuiveren. D i t wi lde het Kerk- en Armbes tuur t rachten te
doen door middel van een aan te vragen loter i j van f 500.000.— bru to , waarvan de zuivere opbrengst
voor 2 5 zou komen aan het R.K. Kerk- en Armbes tuur van Soerabaia, 2 5 aan de Loge L'Union
Frederic Royal te Soerakarta en I ,5 aan de Ziekenverpleging van Dr. Van Buuren te Semampir (Ked i r i ) .
Bij G.B.-besluit van 3 Augustus 1906 werd de gevraagde lo ter i j toegestaan, te r aflossing van de schulden
der O.L. Vrouwe Kerk.
Met de aflossing der schulden in het nabije verschiet had de Pastoor schoon schip. Hi j kon gaan
en wel naar Bandoeng, toen nog een nauweli jks opkomende R.K. gemeente. Een groot aantal zorgvuldig
opgeleide, goed-Kathol ieke gezinnen l iet hij als begeerenswaardig erfdeel aan Pastoor C. A. M. Laane, zi jn
opvolger, na.
Er val t voor de jaren 1907 en 1908 weinig te signaleeren in het rustige leven der Kathol ieke Kerk
te Soerabaia. Al leen wat nazorgen aan het kerkgebouw, noodzakeli jk gemaakt door de verzakking der
biechtkamers en het h inder l i jk werken van het plafond boven het pr iesterkoor , welke laatste kwaal thans
nog niet radicaal schijnt genezen te z i jn .
Een plechtige bidstond en Te Deum, welke gehouden werd te r gelegenheid der geboorte van Prinses
Juliana in 1909 en waarbi j al le au tor i te i ten tegenwoordig waren, doen zien, dat ook toen Soerabaia's
Kathol ieken gaarne bl i jk gaven van oprechte vaderlandsliefde en van gehechtheid aan het Oranje-Huis.
De benoeming van Pastoor F. W . M. J. Fleerakkers t o t hoofdpastoor in datzelfde jaar 1909 was voor
de Kathol ieke gemeente van beteekenis. In 1911, een t ien ta l jaren slechts na de inwi jd ing der groote kerk
op Kepandjen, maakte hij het idee levendig, om maar spoedig te streven naar een nieuwe kerk in
de zg. bovenstad.
Een te r re in , g roo t 2.633 m^, gelegen op den hoek van Kaliasin en Embong Woengoe, werd in Mei
1911 aangekocht. De Kerk kreeg vier huizen in eigendom, maar, zooals het meer gebeurt, werd ook hier het
spreekwoord bewaardheid : Huizen zi jn kruizen ! Vele onaangenaamheden en verl iezen ontstonden door
wanbetal ing van enkele huurders.
Intusschen werd uitgezien naar een ander stuk grond, dat nog beter was gelegen en wel aan de
overzi jde op Tegalsari , waar later de voormal ige Sociëteit Concordia haar tenten heeft opgeslagen. Het
i jverige bestuursl id van het Hulpfonds van den H. Vincentius a Paulo, de heer F. Geelen, legde namens het
Kerkbestuur beslag op dien grond, voor den pri js van f 23.000.—, te rw i j l de huizen aan Embong Woengoe
als bron van inkomsten voor de Kerk behouden bleven.
362
Steeds meer bleek Soerabaia's
Hoofdpastoor ook een gelukkige f inan
cier te z i jn, die van de gunstige t i jdsom
standigheden zeer handig par t i j wist te
t rekken . Van 1914 af werden vele ver
gaderingen vooral besteed aan f inan-
cieele besprekingen, teneinde te geraken
t o t den bouw van een nieuwe kerk.
De volgende jaren brachten de
hoogconjunctuur. Daarvan dacht de R.K.
gemeente ook te mogen prof i teeren.
Eerst werd besloten t o t den verkoop der
gronden op Tegalsari en t o t aankoop van
een ander perceel aan den An i ta (thans :
Coen)-Boulevard,terwi j l bovendien werd
aangeraden om ui t te ki jken naar een
groot en geschikt te r re in voor een R.K.
Ziekenhuis.
Het moet erkend worden, dat de transacties in die weelderige t i jden voor het Kerkbestuur bui ten
gewoon gunstig en voordeel ig u i tkwamen. In de vergadering van I I Februari 1919 werd een ernst ig voorne
men besproken : het aankoopen van een te r re in , bestaande ui t twee perceelen, het eene gelegen aan den
Ani ta-Boulevard, het andere aan de Van den Boschlaan, samen groot 7.200 m^. Tijdens de vergadering van
30 Maart 1919 bleek, dat die grondaankoop voor kerkbouw reeds een voldongen fe i t was.
Ingevolge besluiten en volmachten der vergadering van 6 Juni 1919 werd in October d.a.v. een groot
te r re in aan den Reinierszboulevard van de Oost-Java S toomt ram Mij gekocht tegen den prijs van f59.200.—.
Deze grond werd bestemd voor den bouw van een R. K. Ziekenhuis.
In December 1919 werd het te r re in op Tegalsari van de hand gedaan aan de Sociëteit Concordia voor
een som van f 132.360.—. Ook de huizen en erven aan Embong Woengoe werden voor een bedrag van
f 125.000.— aan de Bouwmaatschappij „Ka l i Woengoe" verkocht. D i t geschiedde op 15 A p r i l 1920.
De Kathol ieke gemeente stond wederom klaar om den bouw van een nieuwe kerk, thans in de bo
venstad, te entameeren.
Plannen werden ontworpen door het Bureau Hulswi t -Fermont , doch besloten werd het werk in eigen
beheer te nemen. De u i tvoer ingvan het bouwwerk werd opgedragen aan den heer M. H. Voets. Op 11 Augustus
1920 had de eerste steenlegging der nieuwe kerk plaats en nog geen jaar nadien, medio Juli 1921, wer
den kerk en pastorie door den bouwer aan Kerk- en Armbestuur opgeleverd.
Op 31 Juli 1921 had, in tegenwoordigheid van alle au tor i te i ten , de inwi jd ing met groote plechtigheid
plaats. Z i j werd ver r ich t door Z .D.H. Monseigneur S. Luypen S.J., Apostol isch Vicaris van Batavia.
Bli jven wi j een oogenblik sti lstaan bij de ontwikke l ing der Kathol ieke bevolking in Soerabaia, dan zien
wi j die jaar l i jks langzaam groeien van 2.840 in 1906 t o t 3.400 einde 1922. De stat ist ieken waren al
die jaren heusch niet opgedreven. Zoo was er b.v. geen rekening gehouden met de vele zg. crypto-
Kathol ieken. D i t zou in latere jaren meer en meer u i t diepere nasporingen bl i jken.
Aangezien de moederkerk te Soerabaia de zorg had over de omliggende plaatsen, t o t in den ui tersten
Oosthoek van Java en nog even daarbui ten, zou bij d i t brok geschiedenis eenigszins aan de bi l l i jkheid te ko r t
worden gedaan, indien niet met enkele woorden de verdiensten werden vermeld van haar werken en ui t
zwermen naar bui ten.
Zoo val t te signaleeren, dat de kerk van Soerabaia t o t in Banjoewangi en op Borneo toe de Kathol ieken
l iet bezoeken en geestelijk verzorgen, o.a. door Pastoor H. Fisscher.
Reeds in 1907 vroeg Pastoor Th . H. van Hout aan het R.K. Kerk- en Armbestuur van Soerabaia geldeli j-
ken bijstand voor de te bouwen kerken te Modjoker to en Djombang. De Pastoor had het genoegen, nog voor
l ^ ^ g ^
^
T'F^ J. f 1 M tkh 1 % mw] «H»
• •
// «. « # ^
. . . „
WÊÊIK9. ^ B ^ f c s i ^
1. l«3iB«S*
Ml*- i ^ lu «d hm'
^•>«^ U^ liii
JM. t k . l » . * « J M
K i ( W s™i .-WW
f ^ g ^
"e. jrf fa n ^ M Kfi n Kt K«^w i««A»l b.r^.V!« «iK l™rf» l*(4 «ri « ^ - i™
^ T l t H I K H ^ È ^ n U l itnW «• W
i Een merkwaard ig oud document, een oproep uit 1898 aan de leden van de Katholieke gemeente Soerabaia om een bedrag van f 7 5 . 0 0 0 . — bijeen te brengen voor den bouw van de O.L. Vrouwe Kerk op Kepandjen.
zi jn ver t rek naar Magelang, zi jn kerkje te Djombang aan de Heerenstraat, in 1908 gereed te zien ; de fami l ie
Evrard van de suikerfabr iek Djombang voorzag het gebouw r i jke l i jk van kerkgewaden en benoodigdheden.
De vermeld ing van het kerkje te Modjoker to vinden w i j in 1916 volgenderwijs gedaan : „ I n her inner ing
werd gebracht het i jver ig streven van Pastoor H. J. Vaal, waardoor een fraai en practisch kerkje kon verr i jzen
voor f8.500.—, op een te r re in van 2.200 m-, gelegen te Mod joker to " .
Zou Probolinggo, sinds 1923 ressorteerend onder de Eerwaarde Carmel ieten van Malang, t o t 1924 op
zi jn kerkje en pastorie moeten wachten, Soerabaia had de verdienste, reeds eind 1913, voor dat doel beschik
baar te stel len een bedrag van f 1.500.—, waarmede alvast een stuk grond aan de Heerenstraat voor een te
bouwen kerk werd gekocht.
Het is ver le idel i jk , maar niet doenl i jk in het ko r t bestek van d i t hoofdstuk, melding te maken van de
opr icht ing en de u i tbre id ing van alle Kathol ieke vereenigingen te Soerabaia, t i jdens de periode 1906—'23.
Toch mag een woord over het ontstaan en den eersten groei van den Bond voor Kathol ieken hier niet
achterwege bl i jven, al was het alleen maar om den invloed te kenschetsen, die van den Bond ui tg ing bij
het t o t stand brengen of t o t stand komen van andere Kathol ieke vereenigingen te r plaatse.
De Bond voor Kathol ieken werd opgericht in 1909, op een vergadering geleid door den Overste der
Broederschool, den Eerwaarden Broeder W . Keens. De Vereeniging stelde zich ten doel : „ H e t gemeen
schapsleven onder de Kathol ieken te verhoogen, zoowel door bespreking en behart ig ing hunner belangen,
als door het bevorderen van een gezell ig onder l ing verkeer" . Die doelstel l ing werd in 1914 als volgt nader
gewi jz igd: „ D e Vereeniging stel t zich ten doel volgens de Kathol ieke beginselen mede te werken t o t de
socialen bloei van Nederlandsch-Indië."
De eerste jaargang van het nieuwe „Orgaan van den Bond van Katho l ieken" draagt in zi jn redactie
staf de nog bekende namen van J. Suys, L. J. M. Feber en J. C. Vermeulen.
In 1912 werd in en door den Bond opgericht „ H e t Ondersteuningsfonds voor onze Jeugd", ook een
eigen spaarbank. Het eerste denkbeeld van een afzonderl i jke Kathol ieke onderwijzersorganisatie ging u i t
van het Bestuur van den Bond voor Kathol ieken te Soerabaia, u i t welk denkbeeld eerst volgde het u i t t re
den ui t het N.I.O.G. en de opr icht ing, in 1913, van den Kathol ieken Onderwi jzersbond, die thans meer dan
600 leden t e l t .
Het Ondersteuningsfonds voor Onze Jeugd, een sociale instel l ing aan het in i t ia t ie f van den Bond voor
Kathol ieken ontsproten, hielp een goed aantal Kathol ieke jongens en meisjes, na de Lagere School hun ver
dere studie door te zet ten, teneinde zich een behoorl i jk bestaan in de maatschappij te veroveren.
Aan het in i t ia t ie f van den Bond was ook te danken de opr icht ing van de R.K. Mi l i ta i re Vereeniging
St. Michael, in 1925 gevolgd door de werken, ontstaan onder invloed van het ins t i tuut van den Vlootaal-
moezenier. Pastoor F. W . M. J. Fleerakkers, thans Pastoor G. W . Lit jens. Voor ts nog in 1925 de R.K.
Sportvereeniging met eigen te r re in op Ketabang-Oost; de Tooneelclub Di l igent ia en andere werken en
pogingen, om het contact onder de Kathol ieken levendig te houden.
In 1914, na een vi j f jar ig t i jdvak van den Bond voor Kathol ieken te Soerabaia, werd de Vereeniging aan
gesloten bij den „Cent ra len Raad van Kathol ieke Sociale Bonden in Nederlandsch-Indië", maar terecht mocht
de bond voor Kathol ieken hier de nestor der Kathol ieke Sociale Bonden in Ned.-lndië worden genoemd.
Sindsdien heeft de Kathol ieke Sociale Bond per iodiek zi jn voorspoedige met minder welvarende ver-
eenigingstijden zien wisselen. Bij de komst der Lazaristen te Soerabaia in 1923 leed hij een kwijnend bestaan.
Nadien heeft hij dagen gekend van goeden voorui tgang en bloei en was hij steeds de aangewezen bond t o t
bevorder ing der saamhoorigheid onder de Kathol ieken te r stede.
Nadat het denkbeeld van een ziekenverpleging onder leiding van R.K. Religieuze Zusters meermalen
naar voren was gebracht en een groot stuk grond voor dat doel op Darmo was aangekocht, werd 2 Mei 1920
besloten t o t opr icht ing eener vereeniging, genaamd „R.K. Ziekenhuis te Soerabaia" ; de statuten der nieuwe
vereeniging werden goedgekeurd bij Besluit van den G.G. van 9 September 1920.
364
In 1920 gaven de zeven dagen lang schit terend gevierde feesten te r gelegenheid van het 50-jarig
jub i leum der Broeders van St. Louis, Oudenbosch, aanleiding om de belangri jkheid van hun werken te doen
u i tkomen in cijfers en in de algemeene waardeering der ingezetenen van stad en gewest. Zoo ook voor
de zusters Ursul inen. De feesteli jke v ier ing van het gouden jub i leum der Zusters viel in 1913.
Vanzelfsprekend werden bij de feestviering der Eerw. Broeders, in het bi jzonder de buitengewone
verdiensten van den di recteur der scholen. Broeder W i l l i b r o r d Keens, t i jdens zijn 35-jarenlangen arbeid»
mede op velerlei sociaal gebied te Soerabaia, geprezen en speciaal door Resident J. Einthoven (1908—'13)
onderstreept door het u i t re iken eener Koninkl i jke onderscheiding.
Waren de Broeders hoofdzakeli jk naar Soerabaia gekomen voor de opleiding en opvoeding der m in
der bedeelde Indo-jongens, bij hun gouden jub i leum had hun inr icht ing zich geleideli jk on tw ikke ld in twee
afdeelingen : een eerste en een tweede school, die beide in 1913 bloeiden en ieder jaar gelukkige resultaten
bij de examens opleverden. i
Tien jaren later, in 1923, werd een nieuwe Broederschool geopend in de statige gebouwen aan den I
Ani ta-boulevard. Bijna gel i jk t i jd ig (n l . in 1922) was een deel der Zusterschool van Kepandjen naar den I
Koepang-boulevard verhuisd. Daar was overgebracht de hieisjes-H.B.S., evenals de Kweekschool voor
Onderwijzeressen ; er werd voorts een Lagere Meisjesschool met Fröbelschool geopend.
Resident J. van Aalst (1913—'18) constateerde als volgt den groei der Zusterschool : „Den 3en Novem
ber 1863 had de opening plaats der eerste school der Zusters met slechts 21 leerl ingen. Di t aantal is thans
(1913) gestegen t o t 240. In 1907 werd de tweede school geopend met 7 leer l ingen; ook d i t aantal is thans
geworden t o t 240. In die 50 jaren hebben in het geheel 95 Zusters aan de onderwi js inr icht ing gearbeid, van
wie 31 te midden van haar arbeid zijn overleden. Op de eerste school zi jn in de registers ingeschreven . i
4.000 leerl ingen, op de tweede ru im 2.000 leer l ingen." »'
Het groote werk werd in 1923 door 43 Zusters t rouw voortgezet voor r u im 800 leerl ingen, die op dat
t i jdst ip de Lagere Scholen en de andere inr icht ingen der Zusters bezochten.
Met het vorenstaande is in algemeene t rekken de ontwikke l ing van het Kathol icisme in Soerabaia
weergegeven, t o t aan de komst, in 1923, der nieuwe Missionarissen : de Lazaristen.
Er is een opvallende overeenkomst waar te nemen tusschen het werken en heengaan der beide Hoofd
pastoors van Soerabaia: Pastoor van Santen in 1906 en Pastoor Fleerakkers in 1923. Toen het fraaie godshuis
op Kepandjen in gebruik was genomen en voor de toekomst van zwaar drukkende financieele lasten bevr i jd,
werd Pastoor Van Santen naar elders geroepen. De H. Har t -Kerk aan den Ani ta-boulevard was nauwelijks
in gebruik genomen, de nieuwe stichtingen der Eerwaarde Zusters Ursul inen en der Eerwaarde Broeders
in dat stadsgedeelte waren pas t o t stand gebracht, of ook voor Pastoor Fleerakkers was de t i jd aange
broken, thans tevens voor zi jn Orde-medeleden, om naar elders te ver t rekken. Echter niet dan nadat
door heel Kathol iek en andersdenkend Soerabaia van hen op hartel i jke wijze afscheid was genomen.
Voor zi jn heengaan werd Pastoor Fleerakkers op Jubilee-Koninginnedag van 1923 tenslot te nog be
gi f t igd met het Ridderkruis van Oranje-Nassau. 's Anderen daags ver t rok hij onder enorme belangstell ing j
met de N.I.S. naar Semarang. ^
Den 6en Juli 1923 kwamen de vi j f eerste Heeren Lazaristen te Soerabaia aan, om er den arbeid van de |
Eerw. Paters Jezuïeten over te nemen. Het Missie-gebied, omvattende de toenmal ige Residenties Soerabaia, \
Kedir i en Rembang, was hun in 1922 door de H. Congregatie der Propaganda Fide toegewezen. j
Vele gebeurtenissen in de Kathol ieke wereld hier t rokken spoedig de aandacht. In 1924 werd de Zus- i
ters-H.B.S. aan den Koepang-Boulevard afgebouwd. In Januari 1925 ging de „K l in iek van Oendaan" over in 1
handen van de bestuursleden der Vereeniging „R.K. Ziekenhuis te Soerabaia". Begin Mei van het zelfde jaar
arr iveerden de eerste acht Zusters van Steyl, om als ervaren en goedgeschoolde krachten de ziekenverpleging I
te entameeren en daarmede al dadeli jk een stijgend succes te bereiken t o t zegen van de zeer gemengde
bevolking van Soerabaia en ommelanden.
Intusschen was ook weer te Soerabaia teruggekomen de nauwelijks ver t rokken Pastoor Fleerakkers,
die inmiddels t o t majoor-Vlootaalmoezenier der Koninkl i jke Marine in Ned.-lndië was benoemd. De gees- j
te l i jke verzorging van het R.K. Marinepersoneel werd door hem op actieve wi jze ingezet.
Het linterieur der Vrije Katholieke kerk, Serajoestraat I I .
ANDERE GODSDIENSTIGE INSTELLINGEN.
m
f;\
h» W:^..
1 h m ÊiM
f
^•^"'^m^
WÊÊL^^^^^^^^^^^^M
^
Het kerkgebouw der Vrije Katholieke G« meente. Het ligt in een rustgevende sfeei werd een tiental jaren geleden gebouw door de Nedam, volgens ontwerp van Jo en Sprey, en op 9 Mei 1926 ingewijd doo den toenmallgen regionairen Bisschop va Ned.-lndle, Mgr. J. L. Mazel.
De co-ma^onnieke Loge „St. Germain", Serajoestraat 9. De eerste steen van het gebouw werd gelegd op 3 Aug. 1929 door den Z. V. Br. C. W. Leadbeater. De inwijding had plaats op 23 Augustus 1930 door den V. Br. A. G. Vreede, gemachtigde van den Opperraad voor Ned. Indie.
BOVEN Het gebouw van de ,,Pinkster-Gemeente" aan den Westerbuitenweg. Het werd 4 juni 1933 ingewijd. De „Pinkster - Gemeente" is hier sinds 1923 gevestigd en groeide door middel van tentzending uit van huiselijke bidstonden tot een gevestigde gemeente te Kawattan. Reeds na korten ti jd bleek de zaal daar te klem te zijn ; men verhuisde eerst naar een woning aan Em-bong Malang, later naar het eigen kerk gebouw. (Foto Isken.)
RECHTS Gebouw der Theosofische cesselaan 13.
Loge, Prln-
LINKS Advent-kerk aan Gang Butteweg.
Dank zij eenigen financiëelen
steun van de Regeering, wist Pastoor
Fleerakkers de beschikking te kri jgen
over een huis op Soeloeng ; het werd
voor loopig als R. K. Mi l i ta i r Tehuis
ingezegend. De nieuwe instel l ing
stond op een betere basis dan de
Vereeniging „S t . Michael" , w ier Te
huis in de Gatot tan bij gebrek aan
financiën einde 1923 gesloten was.
De eerste Vlootaalmoezenier in
Indië, in 1927 opgevolgd door Pastoor
G. W . Lit jens, had een zware taak.
Beiden boekten echter, ondanks de
vele moei l i jkheden, die overwonnen
moesten worden, zoo veel succes, dat
langzamerhand kon worden overge
gaan t o t den bouw van een nieuw,
ru imer R.K. Marine-Tehuis, gelegen
op Tembaan.
Naast het ins t i tuu t van den Vlootaalmoezenier en het R.K. Marine-Tehuis zijn te vermelden de
te Soerabaia opgerichte Vereeniging „S te r re der Zee" , die opkomt voor de belangen der R.K. schepelingen,
evenals de Kathol ieke Vereeniging St. Chr istophorus, bedoeld als vakbond van het R.K. Marinepersoneel
beneden den rang van off icier.
De kerk in de „bovenstad", gebouwd door M. H . Voets, naar een ontwerp
van het Bureau Hulswi t -Fermont , en ingewijd op 31 Juli 1921 door Z . D . H .
Monseigneur S. Luypen S. J., Apostolisch Vicaris van Batavia.
Terugkeerend t o t 1925, vallen twee gebeurtenissen van beteekenis te memoreeren : in de eerste
plaats de opening van de Kathol ieke Mulo-school der Broeders aan den Ani ta-Boulevard en ten tweede
de opr icht ing van de eerste Kathol ieke Hollandsch-lnlandsche Jongensschool te W o n o k r o m o . Verder val t
voor November 1925 nog aan te stippen de verhuizing der Broeders naar hun nieuw klooster en naar de
groote scholen aan den Ani ta-Boulevard. Einde 1925 bracht een onpret t ige verrassing. Het bleek, dat groote
restaurat iewerken aan de H. H a r t Kerk noodig waren geworden ; zij werden in 1926 ui tgevoerd.
In Maart 1926 ver l ieten de Kathol ieke weesmeisjes, een veert ig in getal , haar bouwvall ige woning in
de Gato t tan . Z i j verhuisden naar het gebouwen-complex der Broeders op Kepandjen, dat omgedoopt werd
in Ursulaschool, een Tehuis voor studeerende Kathol ieke meisjes. De Broeders l ieten op het voormal ige ter
rein van het weeshuis aan de Gato t tan een nieuwe jongensschool bouwen, de St. Alo/sius-school, welke thans
bezocht wo rd t door ongeveer 300 jongens.
Ruime lokalen waren vr i j gekomen tengevolge van het verhuizen van een der twee lagere scholen der
Zusters naar de voormal ige Broederschool op Kepandjen in 1926. Het daaropvolgend jaar werden die lokalen
in gebruik genomen voor de huisvesting van een nieuw opgerichte Hollandsch-lnlandsche meisjesschool met
voorklasse. Die onderwi js inr icht ing wo rd t nu reeds door r u im 250 Inlandsche kinderen bezocht.
In 1927 brachten de Eerwaarde Broeders voor de laatste maal hun vacantie door te Nongkodjadjar.
Tegen de Juni-vacantie van 1928 werd voor de Broeders te Batoe een vacantieoord gebouwd.
To t in 1928 was Soerabaia verbonden met het apostolisch vicariaat van Batavia. Bij pauselijke breve
van 6 Juni van dat jaar werd eerstgenoemd missiegebied verheven t o t zelfstandige apostolische prefectuur,
met Soerabaia als zetel van den kerkvoogd. Bij de nieuwe prefectuur werd gevoegd de oude residentie Ma-
dioen, zoodat de missie van Soerabaia thans omvat de voormal ige gewesten Soerabaia, Kedi r i en Madioen
in de provincie Oost-Java en de regentschappen Rembang en Blora in de provincie Midden-Java.
W i j kunnen den groei van het Kathol ic isme te Soerabaia in de laatste jaren ook op een andere wi jze
nagaan.
366
In October 1925 werd hier in het leven geroepen de Johannes Gabriël-St icht ing, die als doel heeft scho
len op te r ichten, kerken, zelfs ziekenhuizen, enz. te bouwen. Kracht ig heeft deze organisatie gewerkt aan
de verbre id ing van het Kathol ieke onderwijs, zoowel in als buiten de stad.
In 1926 opende de Johannes Gabr ie l St icht ing haar eerste Hollandsch-lnlandsche School op eigen ter
rein te Bl i tar . Daarna volgden andere scholen van verschil lend type en voor verschil lenden landaard. Van
h ieru i t werd o.a. in 1930 buiten de stad, hoofdzakeli jk in Zu id-Ked i r i , een tw in t ig ta l inr icht ingen geopend voor
Inlandsch Onderwi js ; ook twee Hollandsch-Chineesche scholen werden geopend : één te Kertosono en één
te Paree.
Te Soerabaia zelf kwam de Sticht ing energiek op voor de belangen en de u i tbre id ing van het Kathol iek
Onderwi js, speciaal voor Europeesche kinderen. Zoo r ich t te zij in 1928 op Ketabang een Europeesche La
gere school op, welke sinds 1929 is ondergebracht in de Theresia-school, gebouwd op een groot perceel te
Ketabang-Oost, voor de Gouvernements Mulo. Daar is bereids de schoolbevolking gegroeid t o t 370 k in
deren, zoodat in 1931 moest worden overgegaan t o t splitsing en nieuwbouw van een aparte jongensschool,
annex het begin van een Hollandsch-Chineesche school.
Zoo nam ook in 1930 de Johannes-Gabriël St icht ing voor haar rekening de opr icht ing van een nieuwe
R.K. Europeesche Lagere School aan den Grisseeschen weg, evenals de eerstgenoemde aanvankeli jk door de
Regeering erkend en goedgekeurd als f i l iaal van de Broederschool Gato t tan . Die onderwi js inr icht ing word t
bezocht door 150 k inderen.
Veelvoudig is het werk der R.K. Sociale en Liefdadigheidsinstell ingen. De van oudsher bestaande St.
Anna-Vereeniging voor hulpverschaffing in den vo rm van kleeren en anderszins moest haar werkzaamheid,
vooral in de laatste jaren van economischen achteruitgang, zeer u i tbre iden.Ta l r i j ker werden de schoolgaande
kinderen en ook de ouden van dagen, die aan kleeren en andere benoodigdheden werden geholpen.
Het werk wo rd t ver r ich t door een klein damescomité onder bijstand en aanmoediging van een
pastoor. In 1930 kregen 162 kinderen om de dr ie maanden een stel nieuwe kleeren en schoenen.
Even na de instel l ing van den Voogdijraad in 1927 werd te r stede de Don Bosco Sticht ing opgericht.
Z i j heeft ten doel onderstand te verschaffen aan onverzorgde, minder jar ige R. K. kinderen en die in
gestichten of bij par t icu l ieren te huisvesten.
In twee jaar t i j d plaatste Don Bosco 90 kinderen in gestichten of gezinnen. Z i j heeft in de
periode van 1929—'31 de voogdij aanvaard over 65 minder jar igen, te rw i j l het aantal der verzorgde en
geplaatste kinderen in laatstgenoemd jaar met een der t ig ta l was vermeerderd.
Ook het „R.K. Studiefonds Soerabaja", eveneens in 1927 in het leven geroepen, verdient een kor te
vermeld ing. In het verslagjaar 1930 konden door d i t Fonds 138 kinderen van 99 diverse famil ies bij
hun studies, te Soerabaia of elders, b.v. aan de R.K. A.M.S. te Batavia terz i jde worden gestaan. Sinds
de opr icht ing van die St icht ing ( t o t medio 1931) beteekent dat een getal van ru im 250 kinderen. Het
jaarverslag van 1929 maakt zelfs melding van het verstrekken van 5 f ietsen, laatste model .
Boven vermeldde ik de aankomst, op 31 Mei 1925, van de eerste Zusters voor het R.K. Ziekenhuis.
Men kr i jg t een idee van den voorui tgang der Kathol ieke Ziekenverpleging, als enkele cijfers worden
vergeleken. Over 1926 bedroeg het aantal verpleegde patiënten 504; in 1930 werd het aantal van 1521
bereikt .
De ongehoorde nooden van onzen t i jd waren aanleiding t o t de opr icht ing in 1930 van de Vincentius-Ver-
eeniging, die zich den erbarmel i jken toestand der armsten aantrekt . Door persoonli jk bezoek en het inwinnen
van informaties kri jgen de Heeren van Vincentius een beeld der diepe ellende. Z i j helpen naar vermogen,
niet alleen mater iee l , doch ook moreel en geestelijk. Hun edel streven was mede aanleiding, om het werk van
de St. Anna Vereeniging, dat door dames word t volbracht, eveneens in denzelfden geest te ver ru imen.
Voor de behart iging der belangen van het Inlandsche meisje en der Inlandsche vrouw kreeg Soerabaia
in 1928 zi jn afdeeling van het St. Melaniawerk. Deze damesvereeniging heeft onder haar leiding staan een
standaardschool voor Inlandsche meisjes, de Melania-School op Ketabang-Oost en een dubbele cursus voor
nutt ige en fraaie handwerken : één bij de Zusters Ursul inen op Kepandjen en één aan haar eigen schooi ver
bonden. Op dien cursus l<unnen getrouwde Javaansche vrouwen, zoowel als grootere meisjes zich verder
bekwamen in de huishoudeli jke vakken.
Rust na werken is zoet en in de t ropen dringend noodig. Er zi jn te Soerabaia Zusters, die meer dan
50 Indische jaren tel len en nooit naar het vaderland terugkeerden. De Zusters Ursul inen van Kepandjen heb
ben haar rust- en vacantieoord te Kasri, nabij Pandaan. Voor de Zusters van Koepang kwam in 193 I te Patjet
een schilderachtig op de hellingen van het Ardjoeno-gebergte gelegen bui tenverbl i j f in gereedheid.
Al les in enkele cijfers samenvattend, kan ik het best de tegenwoordige positie der Kathol ieke Kerk te
Soerabaia als volgt weergeven.
Aan den lagen kant genomen en voor zoover de getallen eenigszins te controleeren zi jn, bedraagt
het aantal Kathol ieken in de stad om de I 1.000. Die groei van 4.000 t o t 11 .000 in ru im 7 jaren is aan
verschillende factoren toe te schr i jven: o.a. aanwas door geboorten, speciaal bij de Indo-Europeesche
bevolking, overgang, immigra t ie , nauwkeuriger registrat ie door mogel i jk geworden grooter contact.
In plaats van 5 priesters, zi jn er thans 10 in Soerabaia werkzaam. Het aantal Broeders en Zusters is
overigens sinds eind 192 3 respectieveli jk van 10 en 40 toegenomen t o t 27 en 80.
Het aantal Kathol ieke scholen te Soerabaia bedraagt momentee l : 9 Lagere Scholen en 5 Fróbelscholen
met ongeveer 2700 leerl ingen ; een Jongens-Mulo met 120 leerl ingen; een Meisjes-Kweekschool volgens het
nieuwe leerplan in 3 klassen met 50 leerl ingen en een Meisjes H.B.S. met rond I 60 leerl ingen. Voorts is er
een R.K. Meisjes Weeshuis met 85 pupi l len en een nieuwbouw, die plaats biedt voor nog 100 kinderen meer.
Er is echter daarop plaats gereserveerd voor een groep studeerende Kathol ieke meisjes, die te Soerabaia
inr icht ingen van voortgezet onderwijs, zooals H.B.S., Kweekschool en Mulo bezoeken. Tenslot te stip ik
nog even aan, dat po l i t iek de Katho
l ieken van Soerabaia georganiseerd
zijn in de Indische Kathol ieke Part i j ,
welke hier in 1931 rond 750 leden
telde.
Interieur van de Heilige Hart-kerk aan den Coenboulevard.
^ZFa
Het linterieur der Vrije Katholieke kerl<, Serajoestraat I I .
" ^ >•'' i ^
^M^.
•^^^B
-r ' V-jJIgl
' - ^ • ^ '
':> f • M
w
^K.K U - --r
•m
Wm--
4 •1 ' ^
- •., „1 \ f , \
• !'1 .,.t^
a.
•'t' •'
èÊ&md • - ^
^
ANDERE GODSDIENSTIGE INSTELLINGEN.
De co-ma^onnieke Loge „St. Germain", Serajoestraat 9. De eerste steen van het gebouw werd gelegd op 3 Aug. 1929 door den Z. V. Br. C. W. Leadbeater. De inwijding had plaats op 23 Augustus 1930 door den V. Br. A. G. Vreede, gemachtigde van den Opperraad voor Ned. Indie,
Het kerkgebouw der Vrije Katholieke G( meente. Het ligt in een rustgevende sfeei werd een tiental jaren geleden gebouw door de Nedam, volgens ontwerp van Jo en Sprey, en op 9 Mei 1926 ingewijd doo den toenmaligen regionairen Bisschop va Ned.-lndie, Mgr. J. L. Mazel.
BOVEN Het gebouw van de „Pinkster-Gemeente" aan den Westerbuitenweg. Het werd 4 Juni 1933 Ingewijd. De „Pinkster - Gemeente" Is hier sinds 1923 gevestigd en groeide door middel van tentzending uit van huiselijke bidstonden tot een gevestigde gemeente te Kawattan. Reeds na korten t i jd bleek de zaal daar te klein te zijn ; men verhuisde eerst naar een woning aan Em-bong Malang, later naar het eigen kerk gebouw. (Foto Isken.)
RECHTS Gebouw der Theosofische Loge, Prin-cesselaan 13.
LINKS Advent-kerk aan Gang Butteweg.
© PHILANTROPISCH EN MAATSCHAPPELIJK WERK.
Van een georganiseerd maatschappelijk werl< to t voor kor t geen sprake. — Mol iammedanisme t rok de Armenverzorging binnen de grenzen van den Koran. — Aantal Chineesche philantropische vereenigingen gering.— De vermenging der rassen maakte de ontwikkel ing en de organisatie van het maatschappelijk v/erk m e t Westerschen inslag noodig. — Kerk en Overhe id .— Inwerkingtreden der Armenzorg -Ordonnant ie op I Juni 1934. — Vereenigingen, instellingen en stichtingen.
Het phi lantropisch en maatschappeli jk werk, zooals dat in Westersche landen t o t u i td rukk ing k o m t ,
was t o t dusver in Indië zoo goed als geheel onbekend. Niet , dat in Ned.-lndië geen phi lant ropie werd be
oefend. Integendeel. Maar het maatschappeli jk werk , zooals men dat in Europa kent, kon onder de sterk v lot
tende Europeesche bevolking geen wor te l schieten. M.a.w. : van een georganiseerd maatschappeli jk werk
was dan ook t o t voor ko r t in indië geen sprake. Later, en vooral tengevolge van de crisis, welke in 1930 inzette
en die ook op de Indische samenleving zi jn stempel d ruk te , werd d i t anders.
•
De Inheemsche bevolkingsgroepen daarentegen hebben het vraagstuk der onderl inge hulpverleening
van oudsher op haar p r im i t ieve wi jze opgelos t ; het stamverband en vooral het dessa- en fami l ieverband
zorgen voor de behoeftigen en noodli jdenden. Deze opvat t ing wo rd t nog al t i jd gehuldigd en kan ais een
voorbeeld van communaal bezit worden geacht.
De Mohammedaansche godsdienst heeft het vraagstuk der Armenverzorg ing 'ge t rokken binnen de
grenzen van den Koran. De geloovigen worden daar in verp l icht t o t het opbrengen van een tweeta l a rmen
belastingen : de zg. „ Z a k a t " (d jakat) en „ Z a k a t a l - f i t r " (p i t rah) . A l moge d i t voorschr i f t in de prakt i j k veelal
t o t een bloote le t ter zi jn gebleken, in het algemeen kan men zeggen, dat de Mohammedaansche wet getracht
heeft te bereiken, dat de armen behoor l i jk zouden worden verzorgd.
De Chineezen, die zich in Ned.-lndië hebben gevestigd, of daar geboren werden, strekken de weldadig
heid veelal n iet verder u i t , dan t o t hun onmiddel l i jke fami l ie . N ie t t em in w o r d t de ondersteuning van den
arme, de zorg voor den noodli jdende en verlatene, als een pl icht van de leidende personen genoemd. Hiervoor
behoeft men slechts de boeken van Confucius, Mensius of andere Chineesche philosofen op te slaan. Ta l r i jke
ui tspraken wi jzen daar op.
Toch is het aantal der phi lantropische instel l ingen dezer bevolkingsgroep in indië, niettegenstaande
haar ui tgebreidheid in z ie lental , bet rekkel i jk gering ; in hoofdzaak werden enkele weeshuizen opgericht.
in het algemeen kan men zeggen, dat het sociaal gevoel in Oostersche landen, ook in indië, onder de
niet-Europeesche bevolkingsgroepen nog weinig on tw ikke ld is, althans gemeten naar Westerschen maatstaf.
Voor de on tw ikke l ing van het maatschappeli jk werk met Westerschen inslag, heeft ongetwij feld ook
bijgedragen de vermenging der rassen in vorige eeuwen, als gevolg van een gebrek aan Europeesche vrouwen,
waardoor de indo-Europeesche volksgroep ontstond, die in de Europeesche maatschappij werd opgenomen
en in tegenstel l ing met de „ t r e k k e r s " een constant deel der Indische samenleving vormde. Naarmate deze
bevolkingsgroep in aantal toenam, werd de behoefte gevoeld voor de zwakken en noodli jdenden, in r i ch t in
gen in het leven te roepen, waar in zi j konden worden verzorgd en verpleegd.
Ook de Protestantsche Kerk en de R.K. Geestel i jkheid t rokken zich het lo t der behoeftigen aan.
Daar de kerkel i jke fondsen veelal niet toereikend bleken te zi jn om in den nood te voorz ien, werd
in 1829 door de Regeering steun verleend.
In dat jaar n l . werden bij Staatsblad
de „Cent ra le Commissiën van Weldad ighe id"
in het leven geroepen, die t o t taak hadden
de ondersteuning van Christel i jke armlast igen.
In 1886 werd de werkk r ing dezer commissies,
waarvan de naam voortaan luidde „Commiss ie
t o t ondersteuning van Behoeftige Chr istenen",
nader geregeld; de commissies waren ge
vestigd te Batavia, Semarang, Soerabaia en
Padang.
Het was haar taak om de Christen
armen, die niet of n iet in voldoende mate
u i t de fondsen van andere instell ingen van
liefdadigheid werden bedeeld, te ondersteunen.
De middelen dezer commissies bestonden
ui t een heffing van één pro mi l le van openbare verkoopingen, verhuringen en loter i jen, een Het voormalige „Tehuis voor Socialen Arbeid" van het Leger des
Hei Is op Oendaan Wetan. (Foto Fotax.) gedeelte van de opbrengst der loter i j -belasting en de armengi f ten, door de ambtenaren van den Burgerl i jken Stand gecollecteerd.
De zg. Armengelden werden reeds ten t i jde der Oost-Indische Compagnie geheven. In de generale
resolutie van het Kasteel Batavia van 22 Februari 1745 komt daarover voor : „Van alle publieque vendutiën,
zul len de armen één per mi l le genieten, wordende van deze belasting geëximineerd d'insolvente boedels,
i tem die van Wees- en Boedelmeesteren, benevens den curator ad l i tes" .
Het armengeld is reeds van de vroegste t i jden af bestemd geweest, ui ts lui tend voor de behoeftige
Christenen, omdat door de Landsoverheid steeds het standpunt werd ingenomen, dat de Inlandsche en met
deze gelijkgestelde bevolking „middels hare volkinstel l ingen gehouden was, voor hare eigene armen en
gebrekkigen te zorgen".*)
Bij de vaststel l ing der Armenzorg-Ordonnant ie (Staatsblad 1934 no. 26), in werk ing getreden op I Juni
1934, werden de verouderde „Commissies voor Behoeftige Chr is tenen" opgeheven. De Armenzorg werd
aan de locale gebiedsdeelen opgedragen.
Als gevolg hiervan wo rd t geen onderscheid gemaakt tusschen Christenen en niet-Christenen. A l le
bevolkingsgroepen komen thans volgens de hiervoor vastgestelde normen, geli jkel i jk voor ondersteuning van
de Overheid in aanmerking, een beginsel, dat ook meer in deze t i jden past.
Na deze beknopte inleiding zal ik achtereenvolgens een kor t overzicht geven van het phi lantropisch
en maatschappeli jk werk te Soerabaia, zooals d i t zich in den loop der t i jden heeft on tw ikke ld . Ik begin met :
A r m e n z o r g . Behalve de Kerkel i jke Armenzorg , die in de voorafgaande hoofdstukken word t be
schreven, w o r d t hier ook de par t icu l iere A rmenzorg beoefend. Verschil lende vereenigingen hebben zich
die taak gesteld.
De oudste vereeniging op d i t gebied is de Neutrale Armenzorg , welke in 1906 onder den naam van
„Meisjesvereeniging A r m e n z o r g " werd opgericht. Verder noem ik de I.E.V.-Armenzorg (1928- ) en de
St. Vincentius Vereeniging.
Van Inheemsche zijde werden in 1931 eveneens pogingen gedaan om te komen t o t een georganiseerde
Inheemsche Armenzorg . Verder werd in 1933 een Chineesche Armenzorgvereeniging opgericht onder
den naam „T iong Hoa Tjee Pien Hwee" . O m t r e n t haar arbeid en resultaten is echter weinig bekend.
Bijzondere vermeld ing verdient de Gemeentel i jke Armenzorg . In 1925, na het intreden der malaise,
als gevolg van den wereldoor log, werd door den Gemeenteraad een post ad f 2.000.— op de begrooting
gebracht, waaru i t aan hulpbehoevenden een klein bedrag voor levensonderhoud kon worden toegekend.
') Zie hieromtrent de instructie der Regenten en die der Residenten. (Staatsblad 1867 No. I 14.) ) Het oprichtingsjaar.
Vier jaar later waren de werkzaamheden dermate toegenomen, dat besloten werd t o t de instel l ing
van een Gemeentel i jke Armenzorgcommiss ie . Van den aanvang af heeft deze commissie er naar gestreefd,
een goede samenwerking t o t stand te brengen met de verschil lende plaatseli jke instel l ingen op hét gebied
der A rmenzo rg , waardoor het werk der commissie beter t o t zi jn recht kwam.
Steeds meer kwam de commissie t o t de over tu ig ing, dat voor een behoor l i jke ui toefening der A r m e n
zorg, een goed werkend bureau onder deskundige leiding noodzakel i jk was. D i t Bureau werd dan ook met
Ingang van I A p r i l 1930 ingesteld. In 1934 bedroegen de uitgaven rond f 100.000.—.
Twee belangri jke fei ten u i t de geschiedenis der Gemeentel i jke A rmenzo rg mogen hier nog aangestipt
worden. Op I Mei 1930 werd met de „Commiss ie t o t ondersteuning van Behoeftige Chr is tenen" overeen
gekomen, dat voortaan door de Gemeentel i jke A rmenzo rg alle betalingen voor Soerabaia ten behbeve van
gemeld Fonds zouden geschieden. Deze maatregel beteekende voor de Overheids-armenzorg een groote
verbeter ing.
Op 9 Maart 1932 stelde de Gemeenteraad de Soerabaiasche Armenzorg-verordening in. Men ging
daarbi j van het pr incipe u i t , dat de Overheids-armenzorg slechts suppleerend werk t .
Tenslot te zij er op gewezen, dat te Soerabaia geleidel i jk aan een streng onderscheid werd gemaakt
tusschen Werk loozenzorg en A rmenzorg . Was vroeger de werk looze ui ts lu i tend aangewezen op de hulp van
de A rmenzorg , na de instel l ing in 1931 van het Plaatselijk Steuncomité voor Werk loozen veranderde deze
toestand. Het besef groeide, dat de werk looze, die door de algemeene economische oorzaken, dus niet door
zi jn schuld, werkloos is geworden, bui ten de A rmenzo rg moet bl i jven.
Z o r g v o o r v o e d i n g e n k l e e d i n g . Voor zoover ik kon nagaan, maakte de Loge „ D e
Vriendschap" te Soerabaia het eerst (n. l . in 1886) een aanvang met het verstrekken van kleeding en
schoeisel aan onvermogende schoolkinderen. D i t Schoolkleerenfonds werd echter omstreeks 1920 opge
heven, aangezien inmiddels op andere wi jze voldoende in deze behoefte werd voorzien.
Thans zijn op d i t gebied nog werkzaam de (Kathol ieke) St. Anna Vereeniging (goedgekeurd bij G.B.
dd. 3 Dec. 1888 No. 13) en het Soerabaiasche Kieedingfonds (opgericht in 1930) ; verder bestaat hier een
Chineesch Kieedingfonds.
B r o k k e n h u i s w e r k . Het Soerabaiasch Brokkenhuis, opgericht in 1930 en officieel geopend op
26 Juni 1931, is een instel l ing, hoofdzakeli jk bestemd voor minvermogenden, dus l ieden, die nog iets kunnen
missen. Het bestuur stel t zich daarbi j op het standpunt, dat de verleende hulp een opvoedend karakter moet
dragen. Daarom worden de goederen, welke het publ iek voor d i t doel afstaat, aan daartoe in aanmerking
komende personen ui ts lu i tend a contant en tegen min imale pr i jzen verkocht .
V o e d s e l v e r s t r e k k i n g . In d i t verband dient vooral genoemd te worden de „Weldadigheids-
vereeniging Char i tas" , welke jaar l i jks aan ca. 200 schoolkinderen eens per dag een stevig bord eten verst rekt
De Gemeente opende op I Januari 1935, resp. te Tambaksarie, Dapoean, Kapassarie en Krembangan, een
v ier ta l volksgaarkeukens. Na een „ p r o e f " van slechts 10 dagen werden zij echter weer opgeheven.
A r b e i d s b e m i d d e l i n g . Deze wo rd t hier van officiëele zijde behart igd door het Gemeentel i jk
Bureau voor Arbeidsbemiddel ing, dat op 15 A p r i l 1925 zi jn werkzaamheden aanving. Het bureau heeft ten
doel werkzoekenden en werkgevers met elkaar in contact te brengen. Ook van part icu l iere zijde wo rd t in
die r icht ing gewerkt .
W e r k l o o z e n s t e u n . In Januari 1931 werd hier, evenals in vele andere Indische steden, een plaat
selijk Comi té t o t steun aan Werk loozen opgericht, dat door bemiddel ing van het Centraal Comi té te Bata
via van de Regeering een financieele bijdrage ontv ing ; deze bedroeg 50% van de eigen inkomsten.
Het werk van het (plaatsel i jk) Steuncomité is verdeeld over een aantal subcomité's. Voor vrouwel i jke
ondersteunden bestaat er samenwerking met de st icht ing „V rouwen- en Kinderbescherming". Verder staat
het Comi té in verbinding met het Leger des Heils, welke st icht ing o.a. belast is met het beheer over het
Sociaal Tehuis voor Europeesche Werk loozen op Oendaan. ' )
1) Werd op I Aug. 1935 opgeheven.
W e r k v e r s c h a f f i n g . Ook de werkverschaff ing had de aandacht van het Steuncomité, dat in
Juni 1933 zijn medewerking verleende t o t de opr icht ing van de Indische Maatschappij voor Individueele
Werkverschaff ing ( I .M. i .W. ) , welke Mij hier reeds verschil lende werkzaamheden heeft geëntameerd. Zoo
bestaat er o.a. een wi tka lkbedr i j f , een tokobedr i j f , een tu inbouwbedr i j f , een speelgoedwerkplaats, enz. Vele
werkloozen hebben er reeds nutt igen arbeid in gevonden. Ook voor geestelijke ontwikke l ing wo rd t zorg
gedragen door het instellen van cursussen, lectuurverschaff ing, enz.
Z o r g v o o r o u d e n v a n d a g e n , s l e c h t h o o r e n d e n e n z w a k z i n n i g e n . Hetgeen
hier door de Diaconie der Protestantsche Gemeente voor de zorg voor ouden van dagen werd gedaan, heb
ik in het betreffende hoofdstuk') toegel icht. Voor de behart iging der belangen van slechthoorenden bestaat
hier een vereeniging, die in 1932 werd opgericht. Het zwakzinnige kind kan een speciale opleiding genieten
aan de in 1930 opgerichte ,,School voor buitengewoon en individueel onderwi js" .
Z i e k e n f o n d s w e z e n . Over de individueele ziekenzorg en de wi jkverpleging v indt men gege
vens in hoofdstuk I, Organisatie en inr icht ingen, der 6e Afdeeling : Gezondheidszorg-). Aangezien op die
plaats niets werd vastgelegd omt ren t het ziekenfondswezen, mogen hier nog enkele gegevens volgen.
Op in i t ia t ie f van eenige medici en andere belangstellenden werd in 1928 het Soerabaiasch Ziekenfonds
opgericht, dat op I Maart van dat jaar zi jn werkzaamheden aanving en daarbij geassisteerd werd door een
9-tal artsen voor de huispracti jk en een lO-tal specialisten.
Niettegenstaande de laag gestelde eischen en de groote medewerking der medici , moest het Fonds,
na een tweeta l jaren te hebben bestaan, worden opgeheven. Thans worden opnieuw pogingen in het werk
gesteld om t o t een dergeli jke instel l ing te geraken'), en wel van twee zi jden. Op 25 Januari 1935 werd
door het I.E.V. een ziekenfonds opgericht, te rw i j l ook van Roomsch Kathol ieke zijde terzel fder t i jd t o t de
instel l ing van een dergel i jk fonds werd besloten.
H e t R o o d e K r u i s - w e r k . Op 28 Juni I 934 kwam hier een onderafdeeling t o t stand van het
Nederlandsche Roode Kruis. In Oct. d.a.v. ving de onderafdeeling haar werkzaamheden reeds aan door een
begin te maken met de cursussen voor „Eerste hulp bij Ongelukken". Het doel dezer cursussen is om mannen
ten behoeve van te vormen transport-colonnes op te leiden, en vrouwen to t helpsters van zieken.
T u b e r c u l o s e - b e s t r i j d i n g . Medio I 934 werd , nadat van medische zijde daartoe propaganda
was gevoerd, een plaatseli jke afdeeling van de Centrale Vereeniging ter bestr i jding van de Tuberculose
opgericht. Op 17 Dec. d.a.v. kon de afdeeling reeds een consultatiebureau op Peneleh openen.
K i n d e r z o r g . Op d i t gebied zijn te Soerabaia verschillende instell ingen werkzaam. O m slechts
de voornaamste te noemen : Consultatie-bureau voor Zuigelingen, uitgaande van de Huisvrouwenvereeniging
(1934 ' ) , de Inheemsche Vereeniging voor Kinderverzorging „ D h a r m o Hoesodho" (1930^), Kinderzorg der
St. Melania-Vereeniging (1934^), het Kleuterhuis van de R.V.V. (1930 ' ) , de liefdadigheidsvereeniging
„Char i tas " , enz. ; deze laatste stelt door haar vacantiekolonie te Lawang honderden kinderen in de
gelegenheid, jaarl i jks van de frissche berglucht te genieten.
M e d i s c h s c h o o l t o e z i c h t . D i t werd door den Plaatselijken Gezondheidsdienst ter hand
genomen. Het onderzoek beperkt zich hoofdzakeli jk t o t de Inheemsche schoolgaande jeugd. Behalve het
verleenen van medische hulp, het behandelen van l ichte trachoomgeval len, beginnende beenzweren, huid
aandoeningen, enz. bestaat de werkzaamheid der schoolartsen ook in het onderkennen van besmettel i jke
ziekten en het beschermen der kinderen tegen een mogel i jke besmett ing op school.
I n t e r n a t e n . Het oudste en meest bekende internaat is dat der Part icul iere Meisjesschool op
Genteng, dat in 1899 werd gesticht. Het is een neutrale instel l ing. Verder zi jn er nog verschillende kleinere
1) Zie biz. 355. ' ) Zie bIz. 288 e.v. ^) Inmiddels is het plan verwezenlijkt. ') Het oprichtingsjaar.
373
in ternaten, op neutralen, Protestantschen en R.K. grondslag. Ook van Inheemsche zijde werd een
tweetal internaten gesticht.
Tenslot te meen il< nog te moeten aanstippen, dat er eenige comité's bestaan, die zich belasten met
het toezicht op de kostk inderen, te rw i j l vanwege de Soerabaiasche Huisvrouwenvereeniging bemiddel ing
word t verleend bij huisvesting, enz.
S t u d i e f o n d s e n . Er zi jn hier verschil lende fondsen voor steun aan studeerenden ; om er enkele
te noemen : het Schoolfonds Soerabaia, uitgaande van de Loge „ D e Vriendschap", het R.K. School- en
Studiefonds, het Studiefonds van het I.E.V., enz. Ook vanwege de Gemeente worden studiebeurzen
toegekend.
P a d v i n d e r i j . Deze heeft te Soerabaia vele vertakkingen ; zoowel door Europeanen, Chineezen
(Chung Hwa Hui ) , als Inheemschen wo rd t zij beoefend.
Z o r g v o o r w e e z e n e n h a l f w e e z e n . Voor de verzorging van weeskinderen te l t Soerabaia
een vi j f ta l inr icht ingen, t .w. : het Weezengesticht der Protestantsche Gemeente te Soerabaia, thans meer
bekend onder den naam van Meisjes Weeshuis ( I835 i ) , de Jongens-Weezen-Inrichting (1858') , R.K. Meisjes
Tehuis „S t . Ursu la " ( I 926 i ) , het Chineesche Meisjes- en Jongensweeshuis „Thay Tong Bong Y a n " (1921 ' ) en
het Inheemsche Weeshuis „Roemah Pemil iharaan Anak Jat in" (1931') .
Ik volsta met deze opsomming, daar meerdere gegevens over de belangri jkste dezer instel l ing
elders in d i t boek en ook in mi jn „Oud-Soerabala" te vinden zi jn.
„ P r o J u V e n t u t e " - w e r k. Op 15 Juli 1917 werd besloten t o t de opr icht ing van de „P ro Juven-
tu te Vereenig ing" te Soerabaia. Hoewel bij de opr icht ing de bedoeling voorzat alleen onder Europeesche
minder jar igen werkzaam te z i jn, werd d i t beginsel reeds zes maanden na de st icht ing ver laten en sedert
w e r k t de vereeniging voor jeugdige personen, ongeacht ras of afkomst. Steeds evenwel hield zij vast aan
a r t i ke l 2 harer s tatuten, luidende : „ D e Vereeniging heeft ten doel de bestr i jd ing van de c r im ina l i te i t van
jeugdige personen in Ned.- lndië".
In Mei 1920 werd te Klakah, waar de Vereeniging beslag had weten te leggen op geschikte
ter re inen, de eerste steen gelegd voor een Landbouwkolonie, welke reeds in het daaropvolgend jaar
kon worden opengesteld. Naast het eigenli jke landbouwbedri j f bezit de kolonie een groenten- en
b loementuin, een varkens- en gei tenfokker i j , een steenbakkeri j en sedert ko r t ook een eenvoudigen
ambachtscursus.
Naast de Landbouwkolonie bezit de Vereeniging te Soerabaia een doorgangshuis, waar de aan haar
zorgen toever t rouwde pupi l len een voor loopig onderdak vinden, alvorens naar aard en aanleg hun defini t ieve
bestemming te volgen.
D e R o e m e r V i s s c h e r V e r e e n i g i n g . Deze dateert van 1905. Z i j stelt zich ten doel : Ie
het steunen in den meest uitgebreiden zin van het woord van vrouwen en meisjes, die zich een zelfstandig
bestaan zoeken te verwerven en 2e het bevorderen van vakopleiding voor die vrouwen en meisjes.
De R.V.V. verkreeg op 14 Aug. 1905 rechtspersoonli jkheid en van dat oogenblik af begon haar arbeid.
De Vereeniging bezit thans over heel indië haar ver takkingen.
Te Soerabaia beheert de R.V.V. het „Tehuis voor Werkende Vrouwen en Meisjes" op Plampitan, een
bloeiende naaiafdeeling en het Kleuterhuis in Embong Kenongo.
„ V r o u w e n - e n K i n d e r b e s c h e r m i n g " . De vereeniging van dezen naam werd hier in 1932
opgericht. Z i j v o r m t een t r a i t d'union tusschen andere vereenigingen, zooals Steun-Comité, R.V.V., Pro Ju-
ventute, enz.
R e c l a s s e e r i n g v o o r v o l w a s s e n e n . Aangemoedigd door de gunstige resultaten, verkre
gen in West-Java, werd in 1929 van Regeeringswege ook voor Oost-Java te Soerabaia een landsambtenaar
' ) Het oprichtingsjaar.
374
geplaatst^), nadat tevoren bij G.B. dd. 5 Aug. 1927 No. 19 het Centrale College voor de Reclasseering was
ingesteld. Daar de reclasseeringsarbeid zonder hulp van het par t icu l ier in i t ia t ie f vr i jv iel onmogel i jk zou
z i jn, werden verschil lende sociale instel l ingen als reclasseeringsvereeniging erkend.
Z o r g v o o r m i l i t a i r e n e n z e e v a r e n d e n . In een havenstad als Soerabaia, waar tevens
de Marine is gevestigd, kon men op den duur niet zonder instel l ingen, waar den zeevarenden een vr iendel i jk
tehuis w o r d t geboden en door vers t rekk ing van goede lectuur als anderszins in hun geesteli jke behoeften
voorzien word t . Op d i t gebied zi jn hier de volgende reeds elders in d i t boek besproken vereenigingen werk
zaam : het Chr iste l i jk Marinetehuis in de Hoffmanstraat ( I924- ) , R.K. Marine-Tehuis op Tembaan, Mi l i ta i r
Tehuis van het Leger des Heils aan de Lange Gato t tan , Nieuw Christel i jk M i l i ta i r Tehuis aan den Reiniersz-
boulevard ( I935-) en het Neutra le Zeemanshuis te Tandjong-Perak ( I933- ) .
W o e k e r b e s t r i j d i n g . Op 13 Maart 193 I werd de Soerabaiasche Ant i -Woekervereenig ing op
ger icht , welke van den beginne af een groote act iv i te i t aan den dag legde en verschil lende wantoestanden
signaleerde, zoodat de autor i te i ten moesten ingri jpen, teneinde aan de gewraakte misstanden een einde te
maken. Naast het succes, dat de Vereeniging kon boeken, ondervond zij ook veel tegenstand. De woekeraars
die zich door het optreden der S.W.V. bedreigd zagen, stelden vele pogingen in het werk om de Vereeniging
onschadelijk te maken.
N e d . I n d . G e n o o t s c h a p v o o r P h i l a n t r o p i s c h e n e n M a a t s c h a p p e l i j k e n
A r b e i d . Bovenstaande opsomming w i l ik beëindigen door nog met enkele woorden gewag te
maken van deze in 1930 t o t stand gekomen st icht ing. Het Genootschap stelt zich ten doel : „bevorder ing
op neutralen grondslag van samenwerking op het gebied van het phi lantropisch en maatschappelijk werk ,
t o t meerdere bekendmaking, u i tb re id ing en verbeter ing van dezen arbeid, in den ru imsten zin van
het w o o r d " .
Ko r t na de opr ich t ing werd het t i jdschr i f t „Maatschappel i jk Hu lpbe toon" uitgegeven. Vervolgens
werd een „Boeker i j voor Maatschappelijk W e r k " samengesteld, welke reeds meer dan 2500 deelen bevat.
Van de overige werkzaamheden van het Genootschap
memoreer ik nog de instel l ing van het Brokkenhuis
in 1931, de ui tgi f te van het „Handboek voor Phi
lantropisch en Maatschappelijk W e r k in Ned. Oost
en West - lnd ië" in 1932 en de opr icht ing van
de „Opleidingsschool voor Maatschappelijk W e r k "
in 1933.
Het „Tehuis voor Werkende Vrouwen en Meisjes" der Roemer Visscher Vereeniging op Plampitan.
1) Zi jn kantoor werd inmiddels wegens de malaise opgeheven. ^) Het oprichtingsjaar.
^
NIEUW SOERABAIA
AFDE E LI N G 9
SPORT EN ONTSPANNING
HOOFDSTUK
HOOFDSTUK 2
S P O R T
O N T S P A N N I N G EN VERMAAK
0SPORT ) Voetbal. — Lichamelijke opvoeding. — Athlet iek. — Tennis. — Korfbal. — Hockey. — Golf. — Motorsport. — De vliegsport. —Wielrennen. — Hippische sport. — Zwemmen. — Roeien. — Schieten. — Boksen krachtsport. — Schaken.
V V o e t b a l . Omstreeks 1900 begon deze sport zich te Soerabaia in te burgeren. Voetbal nam spoedig
de voornaamste plaats in . In 1896 ontstonden hier de eerste twee echte voetbalvereenigingen „Spa r ta " en
„ V i c t o r i a " , voornamel i jk dank zij het in i t ia t ie f van de heeren P. Swens, A . Mesrope en de gebroeders A. C ,
J. en E. W . Edgar. Op het Missigitplein verrezen de eerste goalpalen en speelden de Spartanen en de V ic tor ia -
nen hun wedstr i jden.
Sedert dien werden ta l r i j ke clubs opgericht. De oudste, nog bestaande zi jn : „T .H .O.R. " (To t Hei l
Onzer Ribbenkast), opgericht op 2 Maart 1902, „Exce ls io r " ( I A p r i l 1906), „T i ong H w a " (1908) en
„H.B.S. " (19 Januari 1913). Nog tal van andere vereenigingen zijn hier in den loop der jaren ontstaan ;
s o m m i g e zijn al weer van het tooneel verdwenen. Er is bijna geen bevolkingsklasse of belangri jke groep
van werknemers, of zij bezi t haar eigen e l f ta l .
Reeds in het beginstadium van de voetbalsport te Soerabaia werd de behoefte gevoeld aan een bond,
die dan ook in 1899 onder den naam „Soerabaiasche Voetba lbond" werd opgericht. Deze eerste „S.V.B. " heeft
slechts dr ie jaar bestaan. Daarop volgde de „Oost-Java Voetbal Bond" , die omstreeks 1903 bestond en t o t
1910 in het leven is gebleven. In laatstgenoemd jaar r icht ten de u i t den „O.J.V.B." getreden vereenigingen
den thans nog bestaanden „Soerabaiaschen Voetba lbond" op, die tegen de verdrukk ing in groeide en nu ste
viger dan oo i t in het Soerabaiasche voetbal leven staat.
Er zi jn hier steeds meer vereenigingen geweest, dan goede voetbal terre inen. „T iong H w a " beschikt over
de beste accomodatie, dan volgen de „ A r m e n i a n Sport ing C lub" , „ T h o r " (me t l icht insta l la t ie) , „Excels ior " ,
„H.B.S. " , „ Z e e m a c h t " en „ M . L . D . " , die ook over behoorl i jke velden beschikken, maar de overige ter re inen
— misschien met u i tzonder ing van het „A.D.O." -ve ld op Darmo —zi jn niet bepaald up-to-date te noemen.
L i c h a m e l i j k e o p v o e d i n g . Het is een verheugend verschijnsel, dat in den laatsten t i jd op
verschil lende scholen enkele uren per week besteed
worden aan de l ichamel i jke on tw ikke l ing der leer
l ingen. Sommige onderwijsinstel l ingen organiseeren
op vr i je dagen onderl inge wedstr i jden, te rw i j l de
enkele demonstrat ies van leerl ingen op het „T i ong
Hwa"-ve ld op een bevredigend peil stonden. De
eerste, die hier de l ichamel i jke opvoeding der jeugd
op moderne wi jze in ju iste banen leidde, was G. van
Zoonen.
A t h l e t i e k . In 1921 werd hier de „ N e d .
Ind. A th le t iek Bond" opgericht, welke als zelfstandige
organisatie slechts enkele maanden heeft bestaan om
daarna, nog in hetzelfde jaar, in de „ N . I . A . U . "
(Ned. ind. A th le t iek Unie) te worden opgenomen.
' ) Slechts de belangrijkste h i s t o r i s c h e feiten zal ik aanstippen. Beschouwingen, toelichtingen, eventueel cr i t iek, zijn in een geschiedkundig werk als di t niet op hun plaats.
Geen doodgravers, maar voetbalenthousiasten uit „Anno dazumal".
Voetbal bij avond in den lichtschijn van krachtige stralenbundels.
Sinds genoemd opricht ingsjaar
is de atli letiel< hier met groote
sprongen vooruitgegaan. Jaarlijl<s wor
den eniceie athlet iekdagen gehouden
(o.a. t i jdens de Jaarmar l t t ) , waarvoor
het publielc wel belangstell ing bezi t .
Ook het lange-afstand-loopen door de
stad, over afstanden van :± 10 k m ,
k o m t er meer en meer in .
Belangri jk u i t een propagandis
t isch oogpunt waren de demonstra
ties van den Duitschen kampioen
Dr. Peltzer en het star ten van den
Hollandschen kampioen Jan Zeegers. Toen bleek echter duidel i jk , dat de Soerabaiasche athleten nog lang
n iet het Hollandsche — o m maar niet te spreken van het in ternat ionale — ath let iekpei l benaderen, doch
de an imo st i jgt en er is geen enkele reden om aan te nemen, dat men het hier, ook in de ath let iek, niet
nog een heel eind zal brengen.
T e n n i s . In 1905 werd de nog bestaande „Soerabaiasche Cr icket en Lawn Tennis C lub " opgericht,
die haar banen — toen nog aan den rand der stad gelegen — aan Embong Sawoe heeft. Sinds dien is het
aantal beoefenaren van tennis enorm toegenomen en ook het spelpeil is sterk verbeterd.
De Japansche Club levert verreweg het grootste cont ingent spelers van klasse. Tennis is de sport , die
de Japanners het beste „ l i g t " . De jaarl i jksche wedstr i jden op de Japansche banen achter het Gemeentehuis,
op Ketabang vormen dan ook steeds een hoogtepunt in het Soerabaiasche tennisseizoen.
Behalve de reeds genoemde banencomplexen, n l . aan Embong Sawoe en op Ketabang, bezit de stad
nog diverse andere, waar minder bekende clubs beslag op hebben gelegd. Ook op de banen te Kajoon,
Ketabang Kali en in den Stadstuin worden jaarl i jks wedstr i jden georganiseerd.
K o r f b a l . D i t spel wo rd t hier nog betrekkel i jk weinig beoefend. Als de meest bekende club noem
ik „E .D .O. " Verder bezit de voetbalclub „ T h o r " een korfbalafdeel ing, te rw i j l ook de Padvinders het spel
hebben geadopteerd. Tegenwoordig worden al stedenwedstri jden georganiseerd, welke gedurende de Kerst
dagen van 1933 voor de eerste maal te Soerabaia plaats hadden.
H o c k e y . Evenals kor fba l , is ook hockey een sport in opkomst. Oorspronkel i jk werd zij bijna ui t
slui tend beoefend door de Engelsche en Armenische ingezetenen van Soerabaia, doch sinds de komst van
Ir . Anke rman , die zelf in Hol land de oran je t ru i droeg, doen ook de Nederlanders mee.
G o l f . Soerabaia bezit twee uitstekende golf l inks. Op Goenoengsarie spelen de Engelschen, in
den laatsten t i jd ook vele Hollanders, op Karangmen-
djangan de Armeniërs . De jaarl i jksche tournooien,
welke beide clubs organiseeren, vormen een u i tmun
tende propaganda en al zal golf n immer een volks
sport worden, het aantal beoefenaren van deze, juist
voor de t ropen zoo geschikte sport , bre idt zich lang
zaam maar zeker u i t .
M o t o r s p o r t . Niets heeft de ontwikke l ing
van het automobi l isme in d i t land der voor het toe
r isme onbegrensde mogeli jkheden kunnen remmen.
Zoo kwam het, dat ongeveer een kwar t eeuw geleden
Massa-demonstratie van sciioolkinderen.
379
H e t clubhuis van de „Soerabaiasche Cr icket en Lawn Tennis Club", welke haar banen heeft aan Embong Sawoe.
hier de autohandel begon op te komen. De f i r m a
Bouman met de „Renau l t " , Verwey en Lugard met de
„F i a t " , de „Sp i j ke r " en de „ V l a m " , Ve lodrome met
de „ R e o " en de „ H u m b e r " , L 'Auto met de „ F o r d " ,
de „ M a x w e l l " en later de „ F . N . " en in de daarop
volgende jaren nog diverse andere f i rma 's gingen
I ^iJMl^^^^^^^^^^^^^^^B^ÊÊÊÊt^JSÊHBÊM ^*^^ °P ^^'^ verkoop van auto's toeleggen ; sommige Ê , Ï ^ ^ ^ ^ ^ ^ ^ ^ W P B ^ ^ ^ W ^ P w I w I p w B I B B l ui ts lu i tend met Europeesche, andere met A m e r i -
kaansche „wagens".
W i j l en de heer C. J. J. Habni t , een belangri jke
f iguur in de Indische autowereld en opr ichter ( in 1909)
van „ H e t Spor tb lad" ( la ter omgedoopt in : „ D e
M o t o r " ) , organiseerde toen al tochten, b.v. naar
Malang, Poedjon, Wend i t , Blauwwater, enz. Op die
r i t t en hadden de autohandelaren gelegenheid de
capaciteiten van hun wagens te toonen en bovendien,
men kon elkaar zoo noodig helpen, zoodat men er zeker van was weer t i jd ig in de stad te rug te zi jn.
De tochten, die men toen maakte, hebben nu niets meer te beteekenen, doch destijds plaatsten zij de
deelnemende bestuurders voor bijna onoverkomel i jke moei l i jkheden. Ik denk onwi l lekeur ig aan dien eer
sten r i t naar Tosari in 1908. Verder aan dien eersten autotocht in 1910 naar Nongkodjadjar door den heer
Bouman Sr. Ook die eerste r i t in 1908 van den heer P. A . de Bont, over Malang en Poedjon (daar eindigde
de weg) naar Paree, is het boekstaven waard.
Dat waren prestaties, welke nog worden geaccentueerd, als men, behalve de onvolkomenheid der
mo to ren , ook de slechte wegen in aanmerking neemt en bedenkt, dat op hulp der kampongbevolking niet viel
te rekenen, aangezien bij de nadering van een auto elk levend wezen zich op grooten afstand in vei l igheid
bracht.
W e stappen, als we nu de stad in gaan, in een tax i of dr iewie ler , zonder te weten, dat reeds in 1910 po
gingen werden aangewend, om een tax i -onderneming op touw te zet ten, of dat er in 1909 reeds dr iewielers
(auto le t ten) reden.
Voor de auto en voor de motor f ie ts is op Java, dus ook in Soerabaia, nog een groote toekomst
weggelegd.
D e v l i e g s p o r t . Te Soerabaia is voor het eerst „gev logen" in 1909 en wel op Goenoengsa-
r ie, echter niet lang, omdat het toestel spoedig in onzachte aanraking kwam met Moeder Aarde. Daarmede
was het met de „ v l i ege r i j " voor loopig gedaan.
De eerste, die zich hier werke l i j k in de lucht verhief, was Kui ler , Hi j was op eigen gelegenheid naar
Indië gekomen met Bouwmeester Jr. als manager en impressario. De noodige garantiesom van f 15.000.—
bracht de Soerabaiasche burger i j bijeen, het contract met Bouwmeester werd geteekend en op Woensdag,
22 Maart 1911 des middags even over vieren volbracht Kui ler zi jn eerste goedgeslaagde vlucht boven het
schiet terre in te Passer Toer ie.
Ook bal lontochten werden hier omstreeks dien
t i jd ondernomen. Zelfs werd een achtervolgingsr i t
georganiseerd, waarbi j automobi l is ten een, in de
ochtenduren opgestegen bal lon, zoo goed en zoo
kwaad als dat ging, over land moesten volgen. Bij een
dezer tochten viel de ballon in Straat Madoera ;
een der inz i t tenden was de reeds eerder genoemde
heer P. A . de Bont. Het ongeval l iep, wonder boven
wonder, goed af.
Automobi l isme uit den tijd van stofjassen en -bri l len. Excursisten maken een t r ip naar Tosar i . (Foto-atel ier O. Kurkdjian uit 1907.)
380
Het duurde echter, zooals eigenli jk overal , t o t na den
wereldbrand eer de vl iegsport werke l i j k een hooge
vlucht nam. Hilgers en Koppen, die in 1927 met de
„Postdu i f " naar Indië kwamen, behoorden t o t de voor
naamste gangmakers. Er kwamen buitenlanders met
toestel len, waarmede passagiersvluchten werden ge
maakt . Poulet berekende voor een vlucht f 125.—,
een aardige som, die n ie t temin gr i f werd betaald.
Chanteloup kwam en waagde het in de Zandzee te
dalen. Ook hij nam passagiers mee, maar de pr i jzen
waren toen al heel wat bescheidener.
Er werden vele pogingen gedaan; sommige mis lukten,
andere slaagden, doch deze pogingen, welke ook men-
schenlevens kost ten, waren niet vergeefsch, want zij
hebben de basis gelegd voor de huidige Ned. Ind.
Vl iegclub, waarvan in Februari 1933 een afdeeling te Soerabaia werd opgericht. Nu t e l t de stad reeds
enkele vliegenthousiasten, die men af en toe door de klare luchten boven onze veste kan zien rondcirkelen.
Het eerste zweeftoestel in Indié, even voor de eerste opstijging te Goenoengsarie In 1909.
W i e l r e n n e n . Soerabaia is vroeger een wielerbaan r i j k geweest. W a a r nu Tegalsari l ig t , reden
in het begin van deze eeuw de „pedaalr idders" rond. Deze bloeiperiode heeft echter niet lang geduurd en
behoort nu weer t o t het verre verleden. Er worden thans soms weliswaar wegwedstr i jden georganiseerd —
voornamel i jk door r i jwielhandelaren, die een bepaald merk propageeren — en de t i jden, welke door de voor
aanstaande renners worden gemaakt, zi jn ook zeer behoorl i jk , maar het wachten is toch op een, volgens de
eischen des t i jds ingerichte baan.
H i p p i s c h e s p o r t . Er word t hier al sinds 1874 — ik dur f echter niet met zekerheid te zeggen,
dat d i t het eerste jaar was —aan paardensport gedaan. Op 3 en 4 Juli werden wedrennen gehouden op een
„baan" , welke overal beter geschikt voor was, dan voor het bestemde doel. U i t de vele kui len en gaten van
het schiet terrein op Pegirian kropen krabben te voorschijn, die zich aan de paardenstaarten vastklampten
en zoodoende den ren, ten ongerieve van de hardloopende dieren, gratis meemaakten.
Op dergeli jke kleinigheden werd echter niet gelet. De rennen slaagden dan ook boven verwacht ing,
zoodat al spoedig de „Ri jc lub Sawaan" werd opgericht, welke, zooals de naam trouwens aangeeft, zich in
genoemd stadsdeel installeerde. In 1878, ti jdens het Landbouwcongres, hadden de eerste races op Sawaan
plaats, alweer onder zeer groote belangstell ing. Als jockeys fungeerden voornamel i jk off icieren der
bereden wapens. Slechts een enkele Cresus kon zich veroor loven, zi jn paarden door buitenlandsche
jockeys te laten r i jden.
Op de „Ri jc lub Sawaan" volgde de „Soerabaiasche jockey C lub" , welke in 1879 rennen uitschreef op
het schi j fschietterrein te Simo. Daarna kwam een lange periode, waarin te Soerabaia in het geheel geen
races werden gehouden. Thans berust de organisatie op het gebied der paardensport sinds 1925 bij het
bestuur der Soerabaiasche Harddraver i j - en Renvereeniging, welke een up-to-date baan op Sawaan bezit.
Z w e m m e n . To t 1924 had Soerabaia geen zweminr icht ing. In dat jaar bouwde N. J. Avoocaat
het bad „Soerabaia Haven" . Op de opening der inr icht ing volgde p romp t de opr icht ing van de Soerabaiasche
Het toestel van Kuiler, even nadat het op 22 Maart 1911 uit de bamboe hangar was gereden om de eerste vlucht in Indié te maken. Mil i tairen verleenden daarbij hulp, terwi j l het publiek op grooten afstand werd gehouden. Deze historische eerste opstijging had hier plaats op het Passer Toerle-terrein en werd naar schatt ing bijgewoond door tienduizend toeschouwers van verschillende landaarden. Küller's vliegmachine was een ééndekker met een 8-cyllnder-motor In V-vorm.
381
LINKS : De tribunes van de Soerabaiasche Harddraverij- en Renvereeniging op Sawaan. RECHTS : Een gedeelte van de moderne renbaan op Sawaan.
Z w e m - en Polo-Club „De Krokod i l l en" ' ) , te rw i j l weldra ook de damesvereeniging „ D e Water ju f fers"- ) het
levenslicht aanschouwde. Nog wat later^) r ich t ten enkele ex-leden van „ D e Krokod i l l en" de S. Z. en P.C.
„Nep tunus " op.
In 1925 had Avoocaat het zwembad „B ran tas " op Goebeng gebouwd, dat ongeveer in het cent rum der
woonwi jken l igt en een groote aantrekkingskracht op de zwemliefhebbers ui toefent. In dien t i jd t raden op
den voorgrond N. R. Sturkop (de Hollandsche spr ingkampioen) en J. Snoek. Beiden namen in 1927 het
in i t ia t ie f t o t de opr icht ing van den „Oost-Java Zwem-Bond" , die niet alleen te Soerabaia, doch in den
geheelen Oosthoek u i tnemend propagandistisch werk heeft ver r ich t .
In de laatste jaren zijn de gelederen der zwemmers zeer versterkt . Ook de Marine kreeg haar eigen
zwembad aan den Oedjoeng. D i t was het derde in de stad en te rw i j l ik d i t schrijf, is reeds het vierde zwem-
bassin op Tegalsari In aanbouw.
R o e i e n . Te Soerabaia wo rd t reeds sinds ongeveer 30 jaar geroeid. In den beginne gebeurde d i t op
pr im i t ieve wijze. Mevrouw Wi l son , die aan de Kali Brantas woont , stond in 1904 een oude wherry in bruik
leen af aan eenige roei-enthousiasten, waarschi jnl i jk niet vermoedende, dat zi j daarmede den grondslag leg
de voor het roeileven in Indië.
Hoewel de wherry niet bepaald Brantaswaardig was, beoefende men er hardnekkig de roeisport mee.
W e l ontstond — en d i t kon moei l i jk anders — het verlangen naar betere booten.
In 1907 kwam de leiding van de inmiddels opgerichte „Roeivereeniging Brantas"*) in goede handen.
De oud Njord-Henley-roeier Mr. J. B. A . Vreede^) nam de teugels van het bewind over en sinds dien bewoog
het roeileven zich in opwaartsche l i jn.
De Oor log was voor de Roeivereeniging indirect
een voordeel, want te rw i j l het niet mogel i jk was,
nieuwe booten te laten u i tkomen, was het zeer goed
mogel i jk de cont r ibut ie te incasseeren, wat dan ook
naarst igl i jk geschiedde.
Zoo had „de Brantas" na den wereldbrand een aardige som in kas, waarvoor nieuwe booten konden worden aangeschaft. Tevens werd een begin gemaakt met de vorming van een fonds voor den bouw van een nieuw clubgebouw, dat op 19 September 1925 officieel in gebruik genomen werd.
W a t betreft het aantal booten in verhouding t o t het aantal leden, kan „de Brantas" de vergel i jk ing Het oude roeihuisje aan Kajoon.
1) Opgericht op 14 April 1924. ) Opgericht op 13 April 1925 en ontbonden in 1933.
4 n.l. op 2 Maart 1926. *) De statuten der Vereeniging werden goedgekeurd bij Besluit van den Gouverneur-Generaal van 8 Februari 1908. ) Hij trad op 10 Sept. 1917 als voorzitter der Vereeniging af.
382
met Hollandsche vereenigingen glansri jk doorstaan en
ook de roeiprestaties, welke in de jaarli jksche wed
str i jden worden geleverd, zi jn lang niet slecht, wat
ook wel begri jpeli jk is, als men weet, dat de kern van
de Roeivereeniging u i t ex-universiteitsroeiers bestaat.
De woorden, waarmede in 1908 het eerste jaar
verslag eindigde, mogen ook thans nog gelden: „V iva t
crescat, f loreat ad aeternum".
S c h i e t e n . De „Kroonpr ins der Neder landen",
in welke vereeniging de Soerabaiasche schutters hun
schietvaardigheid meten, is een der grootste en oudste
schietclubs in Indië. Z i j werd in 1871 opgericht.
Twee jaar later werd het eerste concours ge-_ Een kijkje over het roeiwater, gezien van het platte dak van
houden, onder leiding van de heeren Bouricius en De ^et stijlvolle nieuwe clubgebouw der „Roeivereeniging Bran-Graaf, toen respectievelijk voorz i t te r en secretaris. *»='"• (P°t° ^ J . van Benthem Jutting.)
Behalve door de Soerabaianen, was door de schietvereeniging „ W i l l e m I I " u i t Grissee en „S t Hube r t " u i t
Toeban ingeschreven, te rw i j l u i teraard ook Land- en Zeemacht vertegenwoordigd waren.
In 1876 verhuisde de „K roonpr ins " naar de thans nog bestaande schietbanen op Tembaan, waar nu
evenwel nog slechts met kleine wapens mag worden geschoten. Voor concoursen op zware wapens maakt
men gebruik van de mi l i ta i re schietbanen op Goenoengsarie.
Het praedicaat „Kon ink l i j ke " , dat ter gelegenheid van het 50-jarig bestaan werd verleend, was een
waardige belooning voor de juiste wijze, waarop deze vereeniging steeds werd geleid en t o t bloei gebracht.
B o k s - e n k r a c h t s p o r t . De bokssport is hier niet jong meer. Z i j l i jd t echter sinds haar ge
boorte een kwijnend bestaan en er is geen reden om aan te nemen, dat in dezen toestand binnen afzienbaren
t i jd verandering zal komen.
In één adem met de bokserij kan de krachtsport worden genoemd, welke — ook niet georganiseerd —
haar aanhangers voornamel i jk heeft in enkele Chineesche vereenigingen.
S c h a k e n . Tenslotte nog iets over schaken. De „Soerabaiasche Schaakclub" is de oudste en de grootste der nog bestaande schaakvereenigingen in indië. Z i j werd opgericht op 18 November 1896 met 14 leden, als gevolg van de in December 1894 aangevangen wekelijksche samenkom
sten van de dr ie schaakvrienden : F. C. E. Bousquet, destijds hoofdredacteur van de „B in tang Soerabaja" (over l . te Soerabaia in 1905), S. J. Veen-stra, ingenieur, later hoo fd ingen ieu r van het Marine-Etablissement (overleden te 's Gravenhage in 1925) en i r . M. F. Onnen, leeraar aan de H.B.S. Bij G.B. van 30 Januari 1917 no. 50 werd d e V e r e e n i g i n g a l s r e c h t s p e r s o o n erkend.
Een kijkje in een der Soerabaiasche zwembaden.
383
0 ONTSPANNING EN VERMAAK. Een karakteristiek. — Drie perioden. — Drie hoogtepunten uit de derde periode : bioscoop, dancing en radio. — Een opsomming to t slot.
f oo a rm als Soerabaia is aan cultureele instel l ingen, zoo r i jk en gediffentieerd is het vermaaksleven hier.
De stad ont leent haar beteekenis en opbloei aan Handel en Cultures, aan Scheepvaart en Industr ie. Er
word t geploeterd, gesjouwd en gesjacherd, van 's morgens vroeg t o t vaak laat in den middag gezwoegd om
de materieele belangen der verschillende f i rma's te behartigen. Daarna wi l men even uitblazen om zich
dan te verzet ten.
D. C. M. Bauduin beschrijft in zijn boek „ H e t Indische Leven" ^) die s temming na slui t ing der
kantoren op de volgende rake wijze :
„V i j f uur in den middag. Een eindelooze s t room van auto's schiet u i t den nauwen t rechter , die de slok
darm is van de benedenstad, met veel meer dan maximum-snelheid naar boven over het weeke asfalt. Daar
onder zijn luxe-wagens, prachtstukken van Europeesche fabrieken, maar ook rammelende Amer ikanen en
met i jzerdraad bijeengehouden taxi 's. Maar in elk dier voort i j lende voertuigen liggen of hangen een of meer
bleeke en amechtige wezens moe, bezweet, suf, groezelig, met doffe hersens, k lam, kapot De handel
gaat naar huis !
„En al die bleeke verfomfaaide wezens koesteren onder het voort jachten in hun moede hersens naast
het t o t obsessie geworden gepieker over suiker, koffie, tabak en wisselkoersen een bot en inst inctmat ig ver
langen naar een kop thee, een pyjama, een bad en ook naar slaap. N ie t slechts de visch wo rd t duur
betaa ld ! En in duizend huizen speelt zich dan over een poos hetzelfde tooneel af: de huisheer in p/ja-
ma loopt voorz icht ig op zijn sloffen over het gr ind en v l i j t zich in een langen stoel bij de theetafel in
zi jn tu in . Daar wacht hem zi jn fami l ie . Al ras bengelt nu een pantoffel aan een blooten teen en gaan twee
moede oogen dicht. De beste echtgenoot, de braafste vader praat nu niet met v rouw en kirrderen. Een
poos is hij lamgeslagen, de krant ontg l ip t zi jn slappe hand, zi jn thee bl i j f t onaangeroerd. Eerst als de
schemering k o m t en de eerste muskieten beginnen te steken, herleeft in hem genoeg energie voor een
slag naar den kwelgeest en voor een leeli jk woord .
Dat is Soerabaia.
„Soerabaia, stad van leven en van l icht. N ie t als
Batavia, dat in zi jn ontzagl i jke ui tgestrektheid en
met zi jn bevolking van een half mi l l ioen om acht uur
's avonds reeds uitgestorven in Indische donkerte
neerl igt om te rusten van den langen, warmen dag. In
Soerabaia weet men nog van geen ophouden. Hier
v lammen nu overal de l ichtreclames en knipperen met
Het feestgebouw der Simpangsche Sociëteit. De uitbreiding werd uitgevoerd door de Hol l . Beton Mij naar een ontwerp van Job en Sprey. (Foto Fotax.)
1) Uitgave van : H. P. Leopold's Uitg.-Mij, 's Gravenhage, 1927.
384
De knusse, moderne eetzaal der Simpangsche Sociëteit. (Foto Fotax.)
hun vurige oogen,hier
stralen nu de winke l -
kasten ook na slui
t ingst i jd nog in een
zee van l icht . H ier is
het ook 's avonds nog
vol le, vol le dag."
Dan vangt het ver-
maaksleven aan.
In de ontwikkel ings
geschiedenis van het
amusementsleven te
Soerabaia zi jn dr ie
perioden te onder
kennen. De eerste
vangt ongeveer hon
derd jaar geleden aan.
Ontspanning en ver
maak concentreer
den zich toen nog in
den huiseli jken kr ing.
Men kwam bij elkaar
op bezoek, doodde
t i jd en vervel ing met praten, dansen, dr inken, kaarten en musiceeren. Daarop volgde de tweede periode,
waar in het vermaaksleven zich hoofdzakeli jk afspeelde in soos en schouwburg^).
De laatste is verdwenen, ten offer gevallen aan de handen van sloopers ; een handelspaleis is er voor
in de plaats gekomen. Ook het soosleven heeft een f l inken knauw gekregen. Soerabaia's oudste sociëteit
, ,Concordia" werd , na een kwakkelend bestaan gedurende een lange reeks van jaren, begin 1935 ontbon
den. „Modde r l us t " en de „Simpangsche Sociëtei t" bestaan nog, zi jn zelfs in fraaie gebouwen gehuisvest,
doch beider glansperioden liggen in het verleden.
Naarmate de stad zich ui tbreidde en het aantal inwoners toenam, het leven in al zi jn lagen gecompli
ceerder en gedifferentieerder werd, wijzigden zich ook soort en aard van het vermaak. Veel veranderde in
naam, wat in wezen geli jk bleef, maar eveneens verrezen ta l van nieuwe inrichtingen-van-plezier Steeds
kleiner wo rd t de klove, welke de vermaaksmogeli jkheden hier scheidt van die in het buitenland. Soerabaia
behoeft in d i t opzicht zeker niet onder te doen voor welke stad ook met een geli jk aantal (Europeesche)
ingezetenen. Deze derde periode is hier een jaar of 10, 15 geleden ingetreden.
Als ik de chaos van fei ten en namen, betrekking hebbende op het vermaaksleven ui t de laatste der t ig
jaren, in gedachten doorzoek, dan doemen dr ie punten voor me op. Bioscoop, dancing en radio hebben aan
vele t ienduizenden personen van verschil lenden landaard, aan r i jken en minder gesitueerden, aan jong en
oud, af leiding en ontspanning bezorgd. Z i j hebben het betrekkel i jk vlakke, inhoudlooze vermaaksleven in
het begin van deze eeuw een diepere, warmere kleur geschonken, het op een hooger peil en een breedere
basis gebracht. Het vermaak, dat vroeger slechts voor een betrekkel i jk kleine categorie van personen was
weggelegd, is nu, voornamel i jk dank zij de ui tv inding en verdere ontwikke l ing van f i l m en radio, vr i jwel
gemeengoed geworden.
De f i l m werd hier het eerst ingevoerd door een Bri tsch-lndiër, een zekeren Joesoef, die in
1905 en '06 met een zeildoeksche tent , een simpel projectie-apparaat en een serie kor te „ t r i l bee lden"
van plaats t o t plaats door den Indischen archipel t r ok . Veel is er van den man niet te ver te l len. Z i jn
' ) Voor uitvoerige bijzonderheden verwijs ik naar de tiende afdeeling (Kunst en Vermaak) van mijn „Oud-Soerabaia", biz. 333 e.v.
385
„gambar idoep" ^), welke gevestigd was onder een grooten djoewetboom^) op het te r re in langs de tegen
woordige „hooge baan", ten Noorden van het gebouw van den Raad van Just i t ie, wekte lederen avond de
groote belangsteli ing van de ingezetenen, vooral van de Inheemschen. De oud-Soerabaiaan C. J. Umbgrove
wist me te ver te l len, dat die Br i tsch- lndiër de eerste, misschien ook wel de eenige opnamen van den
Japansch-Russischen oor log vertoonde.
Na hem kwam Salzwedel, die met Etty samendeed en op de zelfde plaats in een bamboeloods zi jn
ro lprenten afdraaide. Lang heeft d i t niet geduurd. Het compagnonschap werd ontbonden. Salzwedel
ve r t rok naar Semarang en werd opgevolgd, eerst door Johannes, later door Vardon.
Onderwi j l was Umbgrove in een zinken loods —er zat c l imax in de wi jze van behuizing der
f i lmondernemingen — de Oost-Java Bioscoop begonnen. Die loods, waarnaast na eenigen t i jd de Sirene-
Bioscoop verrees, stond op een te r re in , gelegen tegenover het gebouw van den Raad van Justi t ie, waar nu het
Gouverneurskantoor l igt. Daar werden de eerste Asta Nielsen-fi lms ver toond, die het publiek pracht ig vond.
Umbgrove maakte zulke goede zaken, dat hij besloot, mede in verband met de ondervonden moei l i jk
heden bij den inhuur van den gouvernementsgrond, om een permanent theater te st ichten. Hi j koos daartoe
de Bierhal van Oei Moo L iem ui t , gelegen aan het Bultz ingslöwenplein. In 1913 werd in het geheel gerestau
reerde gebouw de Oost-Java Bioscoop gevestigd.
Het theater , dat groot , r u i m en lucht ig was en een goed gebouwd tooneel bezat, viel bij het publiek
bi jzonder in den smaak. Hoe groo t het wel was, kan men opmaken ui t het fe i t , dat er 1001 zitplaatsen in wa
ren. Behalve f i lmver toon ingen, werden er o.m. ook var iété- en operetteopvoeringen gegeven. Het Duitsch-
Indische Operettegezelschap, dat in 1914 voor de Koloniale Tentoonstel l ing te Semarang ui tgekomen en
hier was bl i jven hangen, v ierde er t r i omfen . De namen van Hanna Mund, A r t h u r Elstorf en Franzel wekken
bij oud-Soerabaianen nog steeds herinneringen op aan avonden van jo l i j t en ar t is t iek genot.
Dr. A . J. A . Prange, die van 1907—'16 di recteur van de H.B.S. was, bewerkte eens voor een speciale f i l m
de muzikale begeleiding. De muziek werd op den avond der ver tooning door meer dan 100 executanten ui t
gevoerd. N i m m e r tevoren en ook n immer daarna is een f i l m door zulk een groot en ui tstekend ingespeeld
orkest muzikaal geï l lustreerd. De baten werden afgestaan aan het „Studiefonds Oost-Java", dat naar aan
leiding van de v ier ing van hét 40-jar ig bestaan der H.B.S. t e Soerabaia, op in i t ia t ie f van Dr. Prange, opgericht
en bestemd was om „onbemiddelde jongelieden van aanleg en van goed gedrag bij hunne verdere studie in
Europa te ondersteunen".
in 1918 t ro f den eigenaar een groote ramp. Het geheele gebouw brandde ui t . Meer dan IOOJOOO meters
f i l m gingen ver loren. Di t was het einde van de Oost-Java Bioscoop, doch spoedig verrezen weer nieuwe thea
ters. E. V. Hélant Mul ler schiep in 1919 op den hoek van Kranggan en Boeboetan een vermaakscentrum, in
hoofdzaak bestaande ui t een dr ieta l bioscopen, waarvan één was ingericht als openluchtbioscoop voor
Inlanders en een ander tevens als theater.
Aloon-Aloon Tjontong, twint ig jaar geleden, toen de stoonntram nog door de stad reed. Rechts: liet Bultzingslöwen-monument. In liet midden : de Oost-Java bioscoop, annex restaurant, dat in 1918 uitbrandde.
^) Levende beelden = bioscoop. ^) Djoewet (Jav.) = Eugenia Jambolana, is een dikke boom met korte stam. De donkerpaarse langwerpige, vaak gekromde
vruchten ter grootte van een olijf, smaken zoet en worden gegeten.
386
•m^
LINKS- Een reeks versierde auto's, welke deelnam aan het bloemencorso tijdens de Jubileumfeesten (30 Aug. to t 6 Sept. 1923).
RECHTS: Versierde prauwen op de Kali Mas tijdens de Jubileumfeesten.
In d i t t hea te r gaf de „Or ig ina l Wiener Opere t te " (d i recteur J. van W i j k ) ta l van uitstekend geënsceneer
de opvoeringen o.a. van „Das Hol landweibchen", „D ie Czardasfürst in" en „D ie Blaue Mazur". Bijna avond
aan avond traden de ar t is ten, onder vyie RosI Schack, Hans Steilau, O t t o Beek, Bobby Nel ton en Ku r t
W i t t e l s bijzondere vermelding verdienen, met groot succes op. Van W i j k maakte goede zaken, doch was
een slecht f inancier. Toen hij zi jn ar t is ten niet of zeer ongeregeld betaalde, ontstond er zoo'n hevige ruzie,
dat het operettegezelschap u i t elkaar spatte.
Er zijn hier in den loop der jaren vele gebouwen geweest, waarin f i lms werden vertoond, o.a. in het
Stadstuin-, Concordia- en Simpang Theater. Naast laatstgenoemd theater, dat na een langen t i jd gesloten
te zijn geweest, in „ M a x i m " werd omgedoopt, lag in ter t i jd — tegenwoordig is er een winkelgaler i j — het
Simpang Restaurant.
Het zou volkomen misplaatst z i jn, om in een werk als d i t , waarin de historische ontwikkel ing van
verschillende Soerabaiasche instell ingen slechts in groote lijnen word t beschreven, de namen op te sommen
van de vele hier geopende en vaak reeds lang weer gesloten bioscopen. Ik volsta daarom met te
constateeren, dat deze stad thans een aantal moderne, luchtige bioscooptheaters bezit, die alle voorzien zi jn
van geluidsfi lm-instal lat ies.
Dezelfde ontwikke
lingsgang, die de f i l m
elders heeft gevolgd,
heeft zij ook h ierdoor-
loopen, slechts met
d i t kleine verschil , dat
het stadium van den
expl icateur werd over
geslagen. De muzikale
begeleiding van de
reeks van beelden op
het w i t t e doek stond
echter, op een enkele
ui tzonder ing na, niet
op hetzelfde peil als
Interieur van een der Soerabaiasche dancings.
387
2£aaii£fe_
. ^
Het in 1930 geheel omgebouwde complex van het voormalige Simpang-restaurant, Boven : een dancing (eerst de „Cercle Art is t ique", nu „Cercle Hellendoorn"), beneden : een winkelgalerij.
in Europa, maar d i t
onderscheid l<wam in
begin I 930 met de in
voering van de „spre-
l<ende" f i l m te ver
vallen.
Een andere soort
v e r m a a k s g e l e g e n -
h e i d , die men hier in
de vorige eeuw niet
kende, is de dancing.
Gedanst werd er ook
vroeger veel, maar
slechts in den int ie-
men kr ing van het
huisgezin, of in de so
ciëtei ten. De eerste
werkel i jke d a n c i n g
werd hier pas medio
1923 geopend. De promotors van de „Cerc le A r t i s t i que"— zoo heette die dancing — waren de veelzijdige
Dick van Driest en mevr. J. Ie Rutte.
Na dien heeft Soerabaia nog vele andere dancings zien verschijnen en verdwijnen. De voornaamste
zi jn wel geweest : „ H o l l y w o o d " , „Ga ie té" , „Cerc le In t ime" , „Chantecla i r C lub" , en niet te vergeten het ca
baret „Mou l i n Rouge" annex de dancing „F lo r ida " , waar „Rooie Sien" met krachtige hand regeerde en men
zijn geld en huweli jksgeluk v lot kon verl iezen.
Sommige van die inr icht ingen beconcurreerden elkaar fe l , vinnig, lang niet a l t i jd op eerl i jke wi jze.
Kapitalen werden verspi ld, die voor nut t iger doeleinden besteed hadden kunnen worden. Tegenwoordig is
de „Cerc le Hel lendoorn" , die een tweetal dancings explo i teer t , oppermacht ig.
„ D e r D r i t t e im Bunde" is de radio. Z i j bezit een interessante voorgeschiedenis, die omstreeks 1921
aanvangt. In dien t i jd was de l iefhebberi j in Indië voor de radio te Soerabaia het sterkst on tw ikke ld .
Voor l icht ing op het gebied der radio bestond er nagenoeg nog niet, zoodat het begri jpel i jk is, dat de amateurs
er behoefte aan hadden om hun ervaringen en gedachten ui t te wisselen. Di t kan het best geschieden in ver-
eenigingsverband en zoo ontstond de Ned.-Indische Vereeniging voor Radiotelegrafie (N.I.V.v.R.).
De moei l i jkheden, welke de amateurs hadden te overwinnen, waren legio. Slechts zi j , die over een
groote dosis energie beschikten en volharding aan handigheid paarden, konden in hun l iefhebberij geheel op
gaan. Onderdeelen kon men nog niet koopen, zoodat men afstemcondensatoren, t ransformatoren e.d. zelf
moest maken. De eerste lampen, welke de amateurs
in handen kregen, waren afkomst ig van radio-installa
ties van schepen en van de Marine. Later werden zij
door Radio-Holland bij Ak i z verkr i jgbaar gesteld, in
1922 ontstond hier de eerste radiozaak in Indië, n l . de
N. V. Electrotechnisch Verkoopkantoor (Elveka). Het
werd toen voor de radio-amateurs reeds heel wat
gemakkel i jker om hun eigen toestel len te bouwen.
Het voormalige^Simpangrestaurant in 1924. Rechts: de „Garten-laube", waar het 's avonds gezellig zit ten was. Links in den hoek : het voormalige Simpang(bioscoop)theater, dat na verbouwd en gemoderniseerd te zijn, in Maxim-Theater werd omgedoopt.
388
Verlichte stadsgedeelten tijdens de Jubileumfeesten. Beneden: de voormalige Wilhelmina-toren op de Oedjoeng, boven : een deel van het verlichte Kroesenpark.
Behalve op technische, s tu i t te men spoedig ook op juridische
rroeili j l<heden. Er bestond nl . een lu isterverbod, waarbi j het
verboden v/as, een radio-ontvangtoestel te bezi t ten. In het
eerste nummer van het op 15 November 1923 verschenen
maandblaadje „Onze Antenne" , der N.I.V.v.R. v/erd d i t verbod
becri t iseerd. In samenwerking met de Soerabaiasche dagbladpers
en de Handelsvereeniging werd al het mogeli jke in het werk
gesteld om het opgeheven te kr i jgen. Voor d i t doel werd zelfs
een deputatie naar den Gouverneur-Generaal gezonden.
Het resultaat der actie was, dat er een testcase werd inge
steld. H. J. de Ruyter, mededirecteur van de N.V. „De Indische
Courant" , werd op Donderdag, 23 December 1923 voor den
Raad van Justit ie gedagvaard. Hem werd ten laste gelegd : „he t
aanleggen van een telegraaf of telefoon, waarbij de toestellen op
de eindpunten niet onderl ing door draden of geleidingen zijn
verbonden". „De Indische Courant " ving nameli jk in die dagen
(buiten „ A n e t a " om) de door het station Nauen uitgezonden
persberichten op en publiceerde ze. Het dagblad werd t o t een
boetebetaling van f 100.— veroordeeld, te rw i j l het inmiddels in
beslag genomen toestel werd vrijgegeven.
In hooger beroep werd de boete teruggebracht op f 25.—en
bepaald, dat zij was opgelegd, wi j l er door den P.T.T.-dienst geen
vergunning was verleend. Een nieuwe actie werd ingezet, om die
vergunningen te verkr i jgen. De eerste werd officieel in 1925 verstrekt tegen een re t r ibu t ie van f 8.—'s jaars.
Onderwi j l had de N.I.V.v.R. een propagandacampagne ingezet. Op het jaa rmark t te r re in werd in
1923 met toestemming van den Gouverneur-Generaal een zend- en ontvangstation opgesteld. In het
volgend jaar werd het eerste telefoniezendertje gebouwd en in 1925 voor de eerste maal eenigszins
genietbare muziek uitgezonden.
Weer een jaar later werd de vereenigingszender overge
bracht naar het Kunstkringgebouw in Embong Malang, waar
thans de N i r o m is gevestigd. Met behulp van den inmiddels
sterk verbeterden zender werden dagelijks programma's uitge
zonden. De radio ontwikkelde zich in een snel tempo. Op 10
November 1927 gelukte het F. Weyr i ch , een van de pioniers in
Indië op het gebied van het radio-amateurisme, om een geregeld
telefoongesprek t o t stand te brengen tusschen den vereenigings
zender 3 A. N. en den amateurszender P. K. I. D i t „wapenfe i t "
werd door de N.I.V.v.R. beloond met een fraaien beker.
in 1928 ontstond een groote ommekeer. De N.I.V.v.R. viel
in een aantal plaatselijke radiovereenigingen uiteen. Zoo werd
hier op 15 Januari van genoemd jaar de Soerabaiasche Radio-
vereeniging (S.R.V.) opgericht, welke op 6 Juli d.a.v. van
Embong Malang naar Simpang verhuisde en daar een nieuwe
studio opende.
Sprongsgewijze maakte de radio-omroep vorderingen. In
Augustus 1929 werd een bezoldigde omroeper aangesteld.
Orkesten speelden in de studio, zangeressen traden voor de
microfoon op, zelfs een elftal operavoorstel l ingen werd uitge
zonden. Het aantal leden nam enorm toe.
in 1934 kwam het vr i j abrupte einde der S.R.V., die op 29
Maart haar werkzaamheden aan de Ned. ind. Radio Omroep Mij
389
H e t Luxor-theater, een der moderne Soerabaiasche bios
copen, gebouwd in 1927. Een magnesiumopname op den
openingsavond van het theater.
( N i r o m ) overdroeg.^) Hiermee zijn wi j in de jongste
periode van de ontwikkelingsgeschiedenis der radio
te Soerabaia beland.
Moest men zich een jaar of t ien geleden met
wat klankengesputter en muziekf larden ui t zijn
eigengemaakt toestel tevreden stellen, nu draai t men
maar aan een knopje en haalt de wereld in huis. De
radio heeft Indië u i t zi jn isolement helpen verlossen
en het aantal vermaaks- en ontspanningsmogeli jkheden
aanmerkel i jk vergroot.
Ik zou nog vele andere facetten van het Soera
baiasche leven van ontspanning en vermaak kunnen
toonen en o.m. wijzen :
— op de vele eetgelegenheden in de stad,
waar gastronomen aan Inlandsche, Chineesche, Japansche Hongaarsche en wat al kostjes meer zich
kunnen verzadigen ;
— op het knusse „Zeez ich t " te Perak, gelegen aan het einde van de lange donkere „ lovers lane", aan
zee, nabij het piert je en zijn „ l ampo id jo " ^), een baken voor de scheepvaart en verl iefde paartjes ;
— op de gezellige weekendtr ips naar de koele bergoorden, mogel i jk geworden door de snelle
on tw ikke l ing der automobiel industr ie en de verbeter ing van het wegenstelsel ;
— op de interessante excursies, georganiseerd door de N«d. Ind. Natuur-Histor ische Vereeniging
of door het Stedelijk Historisch Museum, naar de bezienswaardigheden van den Oosthoek ;
— op het optreden voor eigen rekening van art isten als Anna Klaasen, Louis Davids, Anton Verheyen
en „De spelers van Stad en Lande", Poldi — „der schone P o l d i " — Reiff, Geert ru ida van Vladeracken
en Jan Poortenaar, Jan Mulder en Elly van Stekelenburg e.a. ;
— op de in t ieme bridge-avondjes thuis of in de soos ;
— op de taptoe's door de stad, waaraan oud en jong deelnemen ;
— op de tai looze andere, nog ongenoemde vermakel i jkheden (circussen, modeshows, ple iz iervaarten,
enz.), maar ik meen met het bovenstaande voldoende te hebben aangetoond, dat Soerabaia niet alleen kan
bogen op zi jn handel en ni jverheid, op zi jn havens en fabr ieken, op zi jn weelderige winkels en schoone ge
bouwen, maar dat Soerabaia zich ook daarop kan beroemen, dat het een
stad is, die het leven weet te veraangenamen, die verstrooi ing biedt op
zoo velerlei manier, dat een ieder zich op eigen wijs en naar eigen
aanleg kan vermaken.
^
Een tafereel van de in Maar t 1911 door de zang-en orkestvereeniging „Di l igent ia" opgevoerde operette „Der Graf von Luxemburg". „Di l igent ia" werd hier op init iatief van Constant van de W a l l opgericht op I October 1907. Er werd een koor gevormd van 24 dames met den Heer John Edgar als accompagnateur. Op 3 Maar t 1908 gaf de vereeniging haar eerste uitvoering in den voormaligen Schouwburg. Later werd het koortje een gemengd koor, waaraan een klein orkest werd verbonden, dat een enkele maal zelfstandig optrad, zelfs eens— in samenwerking met beroepskrachten— een uitvoering gaf van Beethoven's „Eerste Symphonic", Ta l r i jke concerten werden het publiek aangeboden. Veel belangstelling genoten de opgevoerde operetten : „The Geisha", fragmentarisch, ging voorop ; dan volgden „Ein W a l z e r t r a u m " , „Abu Hassan" en „Der Graf von Luxemburg". Na het ver t rek van den init iat iefnemer stierf de vereeniging, wegens gebrek aan nieuwe levenssappen, op de bekende Indische wijze.
I 390
1) Volledigheidshalve stip ik nog aan, dat hier op 12 Juli 1934 werd opgericht de , ,Algemeene Radio-Vereeniging Oost-Java
( A r v o ) , die nu dagelijks m e t haar nieuwen sterkeren 75 -Wat t zender in de lucht is.
^) Groene lamp.
SLOT EN NIEUW BEGIN. Overwonnen moei l i jkheden. — Eere wien eere toeJtomt. — Het doel der
beide boeken. — De voor tzet t ing ervan in Stehimu en Promu. — Nut en mogeli jkheden van een museumorganisatie. — Grondslagen. — W a t bereik t werd . — Van onbewoonbare t o t aangenaam bewoonbare stad.
EEN VOLK DAT ZIJN GESCHIEDENIS NIET EERT, IS GEEN GESCHIEDENIS WAARD. HET BLIJFT OP HET PEIL VAN D E N P R I M I T I E V E N M E N S C H , DIE SLECHTS IN HET HEDEN LEEFT. HET KENMERK VAN EEN CULTUURVOLK DAARENTEGEN IS, DAT HET WELBEWUST NAAR EEN TOEKOMST STREEFT, HARMONISCH OPGEBOUWD OP HET HEDEN EN HET VERLEDEN. HOE Z O U DIT MOGELIJK ZIJN ZONDER DIEPERE KENNIS, ZONDER LIEFDERIJK DOORDRINGEN IN ZEDEN EN GEBRUIKEN
VAN HET VERLEDEN ?
Mr. W . H. VAN HELSDINGEN, BURGEMEESTER V A N S O E R A B A I A , BIJ DE
OPENING VAN HET „STEHIMU".
Nu belde boeken „Oud Soerabaia" en „N ieuw Soerabaia" er zijn en verreweg het be-
langrijl<ste deel van de stedelijl<e historie is vastgelegd, nu mijn jeugdideaal in den vorm van boe-
l<en en van het Provinciaal en Stedelijl< Historisch Museum verwezenlijl<t is, zie il< met genoegen
en — laat ik het eerlijk bekennen — ook met een t ikje trots op de achter mij liggende periode
van t ien jaren terug.
Omstreeks 1925, eigenlijk al iets eerder, begon ik, niet wetende welke moeil i jkheden over
wonnen moesten worden, met het systematisch verzamelen van geschiedkundige gegevens.
Ta l van fei ten, namen, data moesten bijeengegaard, gezift, gerangschikt en bewerkt worden.
Het duurde soms ettel i jke maanden en het kostte een hoop geschrijf, voordat een belangrijk
hiaat kon worden aangevuld.
Een stedelijk archief, waaruit men de oude geschiedenis der stad kan putten, is er niet.
Ook de oude archieven — of wat daarvoor door moet gaan — van particuliere f irma's en instel
lingen laten alles te wenschen over. Belangrijke documenten zijn zoek geraakt, of door de beruch
te wi t te mieren verslonden, zonder dat ook maar een bescheiden poging werd gedaan, ze voor het
nageslacht te redden. Daar voelde men blijkbaar niet de minste behoefte aan.
Moesten de meeste gegevens en ook een belangrijk deel van het i l lustrat iemateriaal voor
„Oud Soerabaia" dus elders bijeengegaard worden, bij de samenstelling van „N ieuw Soerabaia"
stuit te ik weer op andere moeil i jkheden. Wel iswaar waren de gegevens voor de geschiedschrij
ving van de laatste kwar t eeuw ter plaatse ruimschoots aanwezig, doch in vele gevallen waren
de moderne archieven voor mij als buitenstaander niet toegankelijk.
Ik was genoodzaakt, een beroep te doen op de hulpvaardigheid van terzake kundige in
siders en alleen dank zij hun belangelooze medewerking, welke ik hoogelijk waardeer, kon
„N ieuw Soerabaia" tot stand komen. Ik laat hieronder volgen de namen van de voornaamste
medewerkers ' ) en de t i tels van de hoofdstukken, waarvoor — in een of anderen v o r m — een
bijdrage werd geleverd.
EERE W I E N EERE TOEKOMT.
BACKERE, Mgr. T H . E. : De Roomsch-Katholieke Kerk.
BETHE, J. T . : Afwater ing en Rioleering, De Reinigingsdienst, De Kampongverbetering, De Volks
huisvesting, H e t Grondbedrijf , He t Passerbedrijf, De Straatverl ichting, De Begraafplaatsen.
C O L I J N , A. W . : Sport .
E R P E C U M , L. V A N : De Ned. Ind. Spoorweg Mi j .
F O O Y , Dr . J. P. : De Gemeentel i jke Veeartsenijkundige Dienst.
G R A A F L A N D , N . B. P. : De Arabieren.
H A R K I N K , E. T H . : Inrichtingen van Onderwijs.
H E I D A , Ir . R. : De Stadsuitbreiding.
H O E N E V E L D , G. : Instelling en Groei der Gemeente.
H O R S T , J. V A N DER : De Stadsbebouwing.
K E M P E N , T H . W . V A N : Het Algemeen Bestuur.
KLEEF, J. V A N : De Brandweer.
KOSTELIJK, Ds. K. : De Protestantsche Kerk.
KOSTERS, N . : Sociaal en Maatschappelijk W e r k .
LIE P I N G A N : De Chineezen.
MISSET, I. H . : De Stadspolitie en haar Organisatie.
P L A N T E N , Mr . H . M. : De Kunstkring.
Q U I S P E L , H . V . : De Marine-basis.
R E N A U D , J. J. T H . : De Water le id ing .
S A N D K U Y L , K. H. : De „Electrische", H e t Taxiverkeer , H e t Autobusverkeer.
S O E P A R T O , R. : De Inheemschen.
ST IEL , C. F. : Haven en Scheepvaart.
V E E N H U I Z E N , Ds. P. : De Gereformeerde Kerk.
VISSER S M I T S , Dr . D. DE : De Dierentuin.
1) In alphabetische volgorde.
LINKS
RECHTS
Bij de opening van het „Steh imu" op 20 Oct. 1934. Op de voorste rij van linl<s naar rechts : de Marine-commandant, l<ap. t.z. H. Jolles ; de burgemeester, Mr. W . H. van Helsdingen; het Hoofd van den Oudheidkundigen Dienst, Dr. F. D. K. Bosch en de directeur der Haven, Ir. K. K. J. L. Steinmetz. (Foto Theobald.) Met het Stedelijl< Historisch Museum op excursie. (Foto M. J. van Benthem Jutting.)
VRIES, W. J. DE : De Jaarmarl<t. WATER, A. DE : De Handel, De Industrie. WOLFF, Dr. S. W. DE : Organisatie en Inrichtingen der Gezondheidszorg, Pest en Cholera, Typhus Abdominalis, Malaria,
Pokken en Dysenterie, De Sterfte.
Deze lijst geeft de hoofdmedewerkers aan. Mocht ik echter misschien — natuurli jk onopzettelijk — een naam niet hebben vermeld, dan bied ik bij voorbaat mijn verontschuldiging aan. Nog vele andere personen, hebben, hetzij door het verschaffen van inlichtingen, hetzij door het afstaan van foto's als anderszins, een steentje bijgedragen to t het to t stand komen van di t werk. Ook hun ben ik dank verschuldigd.
De ontvangen bijdragen liepen wat vorm en inhoud betreft zoozeer uiteen, dat ik genoodzaakt was, ter bevordering van de eenheid in den opzet van het boek, vele ervan geheel om te werken, teneinde ze zooveel mogelijk te doen aansluiten bij de overeenkomstige hoofdstukken van „O.S."
Dat aan beide boeken fouten kleven'), daar is niemand meer van overtuigd dan schrijver dezes. Het doel, dat ik me stelde, nl. om de hoofdmomenten vast te leggen uit de stedelijke geschiedenis, sinds de komst der eerste Hollanders te Soerabaia, meen ik echter bereikt te hebben. De belangrijkste feiten, namen, jaartallen en hun onderling verband zijn thans genoteerd en
voor een ieder toegankelijk. Beide boeken zijn als algemeen naslagwerk tevens als basis voor de verdere verbreiding en populariseering van de kennis der geschiedenis van Oost-Java's grootste centrum bedoeld. Met deze doelstelling houden vorm en opzet der werken nauw verband.
Een naslagwerk bli jft echter een naslagwerk en daarom, althans door ,,de groote massa", veelal ongelezen. Tijdens de samenstelling van „Nieuw Soerabaia" werd begin 1933 een organisatie in het leven geroepen (nl . Het Stedelijk Historisch Museum, afgekort : Stehimu), welke zich
Bezoek van kweekelingen aan het ,,Stehimu". (Foto Isken.)
') Het zetduiveltje b.v. heeft, niettegenstaande wij doorloopend op hem letten, ons menigmaal parten gespeeld.
392
to t taak stelt om op eenvoudige, algemeen begrijpelijke wijze te bevorderen „de kennis omtrent de geschiedenis van de stad Soe-rabaia in den ruimsten zin des woords", of korter en populairder gezegd om een plaatselijk bewustzijn aan te kweeken. In 1934 werd het Provinciaal Museum Oost-Java (Promu) opgericht, dat, voortbouwende op de basis van het Stehimu, een veel grooter gebiedsdeel omvat. Beide museumvereenigingen zullen worden samengesmolten.')
Een van de middelen, welke der Vereenigingen ten dienste staan, is het Museum, het blijvende, toonbare gedeelte, waaraan de instellingen haar namen ontleenen.
Op het groote belang van een goed ontwikkeld museumwezen behoef ik hier niet te wijzen. Dit is bekend. Men kan er zijn geschiedenis, zijn zeden en gewoonten en tradities mee vastleggen. Verder kan een modern-ingericht en efficient-beheerd museum — mits men het als middel niet als doel beschouwd — een belangrijk en waardevol hulpmiddel zijn o.a. voor het Onderwijs, voor het stimuleeren van het binnenlandsch en buitenlandsch toerisme en voor de bevordering der Inheemsche kunstnijverheid.
Een hechte museumorganisatie biedt, behoorlijk „ui tgenut", nog talr i jke andere mogelijkheden. Men kan er een bibliotheek (met werken over Indie) en een inlichtingenbureau aan verbinden. Zij kan advies uitbrengen in alle zaken, betreffende het in stand houden van historische gebouwen, monumenten, begraafplaatsen, enz. Om kort te gaan, zij moet, diep wortelend in het heden, een practische schakel vormen tusschen de gewezen en de toekomstige maatschappij en daarbij trachten een zekeren band te leggen tusschen de verschillende cultuurstroomingen, die in den loop der eeuwen haar stempel hebben gedrukt op het openbare leven in den Archipel.
De basis moet een wetenschappelijke zijn, de bovenbouw een populaire, anders bereikt men slechts een te geringe groep personen, nooit „de groote massa". Nimmer mag de organisatie, zooals ik me die denk, ontaarden in een doode verzameling oudheden, want het kapitaal, dat daarin in den loop der tijden wordt gestoken, levert een onvoldoende „rentabi l i te i t " . Ook zal het wenschelijk en noodzakelijk zijn om aansluiting te zoeken met andere, eveneens op cultureel gebied werkzame organisaties.
Het is verleidelijk om het door mij gedachte organisatieschema nader uit een te zetten, doch ik kan daarover hier niet uitweiden.-) Wel wijs ik er nog even op, dat men m.i. bij de inricht ing van nieuwe cultuurhistorische musea het beste doet, met de kleine geografische eenheid, de stad, te beginnen, om daarna de werkingssfeer der organisatie geleidelijk aan naar behoefte uit te breiden over grootere omringende gebiedsdeelen. Studie en op-teekening van de plaatselijke geschiedenis dienen echter of aan het verzamelwerk vooraf te gaan, of er parallel mee te loopen, doch mogen zeker niet, wi l de arbeid tenminste nuttig en vruchtbaar zi jn, achterwege blijven.
Op deze grondslagen zijn het Stehimu en het Promu opgericht. Voor het Stehimu diende de collectie foto's, kaarten, tee-keningen en enkele voorwerpen, welke voor „ O . S." en ,,N.S." werden bijeengebracht, als kernverzameling. De verzameling is inmiddels sterk uitgegroeid en ondergebracht in twee ruime lokaliteiten van het voormalige ,,Concordia"-gebouw op Tegalsari. Plannen bestaan om op een door het Gouvernement aan de vereenigingen in bruikleen afgestaan terrein op Simpang, gelegen naast de Gouverneurswoning, een permanent museum op te trekken.
Hoewel de huidige museumruimte betrekkelijk beperkt is, kan het bezoek van personen, vereenigingen en scholen zeer bevredigend worden genoemd. Het is bemoedigend, een steeds toenemende belangstelling voor stad en ommelanden te kunnen constateeren. Deze interesse wordt ook door het houden van excursies, waaraan gemiddeld door 40 a 80 personen wordt deel-
^) En dan misschien een anderen naam krijgen, aangezien het woord „Museum" bij velen verkeerde gedachtenassociaties wekt.
-) Mijn ideeën hieromtrent zijn vastgelegd in „Het Museumwezen in Indie — Een organisatiesysteem" door G. H von Faber. (Publicaties no. I, uitgave van het Prov en Sted Hist Museum, Jan. 1936.)
Een gedeelte van het groote diorama, voorstellend de petroleumwinning nabij Soerabaia. (Foto Theobald.)
Het diorama van de Soerabaiasche drinkwatervoorziening. (Foto Theobald.)
Een hoekje uit „de oude zaal" in het „Stehimu". Het ameublement dateert ui t de eerste helft der vorige eeuw. (Foto Theobald.)
Ouderwetsch slaapkamerameublement uit de vorige eeuw. Opzij van het alkoofachtige bed: een „sam-piran" (kleeren- en sloffenrak en een) „krossi-males" (luierstoel met opendraaibare voetsteunen). (Foto Theobald.)
393
Nog een hoekje uit „de oude zaa l " in het „Steh imu" .
V.O.C.-l<anonnetjes en de eerste „stoomfiets" in Indië. Aan
de wanden : foto's uit „Oud-Soerabaia". (Foto Theobald.)
genomen, door vertooningen van f i lms, door voordrachten en
lezingen aangewakkerd. Verder werden m e t succes reeds enkele
opgravingen verr icht , adviezen verstrekt , enz. Nog vele andere
middelen te r bereiking van het gestelde doel staan op het
programma, o.a. het oprichten van een populair-wetenschap
pelijk tijdschrift en het houden van cursussen.
H e t is te hopen, dat de Overheid het volle nut van het
streven zal inzien en het in de toekomst krachtig zal steunen.
H e t bestudeeren der interessante Oost-Javasche geschiedenis,
het opteekenen der verschillende leerri jke cultuurstroomingen,
het bewaren van haar belangrijkste voortbrengselen, het bekend
maken van de vele bezienswaardigheden in den Oosthoek kan
en mag ook hier een zaak der Overheid worden.
Zoo kom ik als vanzelf to t het opmaken van de balans.
In woord en beeld heb ik aangetoond hoe de stad van een com
plex kampongs in de modder is geworden to t een modern-
Oostersche handelsstad met een krachtigen Westerschen inslag
en een belangrijke toekomst. De plaats was vroeger ongezond
en bijna onbewoonbaar.
Hygiënisten vingen hun zegenrijken arbeid aan. Volhardend werd de strijd gestreden tegen de sloopende z iekten. De gevreesde cholera en pest verdwenen. De afmattende malar ia werd teruggedrongen naar de peripherie van de stad, de heerschappij van typhus, dysenterie en pokken beknot. Men zorgde voor afwatering en r ioleering. Een water le i ding werd aangelegd, een reinigingsdienst ingesteld, kampongs werden verbeterd straten geasfalteerd en 's avonds goed verl icht. Er zijn verschillende onderwijsinstell ingen, die de jeugd ta l r i jke opleidingskansen bieden. H e t f lakkerend licht van het godsdienstig leven vlamde hooger op. Maatschappelijke werkers lenigden den ergsten licha-meli jken nood. Sport en vermaak volop. Een begin van cultureel leven is te bespeuren.
Men staat aan het eind van het tweede t i jdvak. De stad is bewoonbaar geworden. De derde periode zal aanvangen als, na de algemeene malaise. Handel , Scheepvaart en Industrie opnieuw opbloeien en onder wijs beleid van de Overheid de stad a a n g e n a a m bewoonbaar wordt .
Moderne ideeën zullen ingang vinden. Steeds grootere groepen van personen zullen hier voor langeren tijd moeten blijven en hoogere eischen aan het leven in de t ropen stellen. H e t aan intensiteit en snelheid winnend verkeer zal den aanleg van meerdere, breedere hoofdverkeersaders noodzakelijk maken. Soerabaia zal „longen" krijgen in den vorm van plantsoenen, parken en kinderspeeltuinen. Men zal meer aandacht gaan schenken aan het aspect van de stad. „Zonden" van het voorgeslacht, dat hier als in een doorgangshuis leefde, zullen uitgebannen worden.
O o k aan de huisvesting van beter- en mindergesitueerden zal meer aandacht worden besteed. De woningen en kantoren zullen practischer worden ingedeeld en ingericht, de vindingen der moderne wetenschap (o.a. der koeltechniek) meer en beter worden toegepast. Snelle, goedkoopere verkeersmogeli jkheden met de bergoorden zuilen de inwoners in staat stellen om op gezette ti jden nieuwe krachten op te doen.
H e t „duizendjar ig" anker, opgegra
ven door het „Steh imu" . (Foto Theobald.)
Alles wat het leven veraangenaamt en daaraan een dieperen inhoud geeft, zal
worden geëntameerd. T e zware lasten zullen worden gedrukt . Kapitaalsvorming in d i t
land zal aangewakkerd. Kunst en Wetenschappen zullen gestimuleerd, cultuuruit ingen
opgewekt worden.
Dan . zal de vervlakkende „ t rekkers"-menta l i te i t vervagen en zullen velen
blij zijn hier te mogen blijven om
samenwerkend met de andere
bevolkingsgroepen aan den cultu-
reelen opbouw van het land mede
te arbeiden. Dan . zal weer
een nieuw t i jdperk aanvangen.
Eere-plaquette Moeder v.d. Steen,
ontworpen door J.W, Haasmann, in
den achterkant van de plaat is de
volgende tekst gegraveerd : „Deze
plaquette van verdienste schenkt
de Vereeniging „ H e t Stedelijk His
torisch Museum te Soerabaia" aan haar stadgenoote mevr , de wed
H . G. M. L. van den Steen-Gersom op haar tachtigsten verjaardag als
blijk van erkenteli jkheid voor de vele genoeglijke en kunstvolle avonden
aan Soerabaia geschonken. Soerabaia, I October 1934". (Foto Isken.) Een oude reiskoets uit het begin der vorige
eeuw. (Foto Theobald,)
INHOUDSOPGAVE') B L A D Z I J D E
INLE ID ING VII
* Ie AFDEELING. DE STAD EN HARE INWONERS. H O O F D S T U K 1. De Stadsuitbreiding 1
2. De Stadsbebouwing 17
,, 3. De Europeesche Gemeenschap 29
,, 4. De Inheemschen 43
,, 5. De Chineezen 61
„ 6. De Arabieren 74
* 2e AFDEELING. BESTUUR EN OVERHEIDSZORG. H O O F D S T U K 1. Het Algemeen Bestuur 87
2. Instelling en Groei der Gemeente 95
„ 3. De Stadspolitie en haar Organisatie 107
4. De Marine-basis 115
* 3e AFDEELING. DE GEMEENTE. H O O F D S T U K 1. Afwatering en Rioleering 143
2. De Reinigingsdienst 148
,, 3. De Kampongverbetering 155
,, 4. De Volkshuisvesting 163
5. Het Grondbedri j f 171
6. Het Passerbedrijf 178
7. De Straatverlichting 183
„ 8. De Begraafplaatsen 186
9. De Brandweer 193
* 4e AFDEELING. DE ECONOMISCHE ONTWIKKELING DER STAD.
H O O F D S T U K 1. Haven en Scheepvaart 198
2. De Handel 222
3. De Industrie 240
4. De Jaarmarkt 257
* 5e AFDEELING. HET VERKEERSWEZEN. H O O F D S T U K 1. De Ned.-lnd. Spoorweg Mij 268
2. De „Electrische" 275
3. Het Taxiverkeer 281
„ 4. Het Autobusverkeer 283
1) De korte inhoud van elk hoofdstuk is op de aangegeven bladzijde onder den t i te l vermeld.
395
B L A D Z I J D E
* óe. AFDEELING. GEZONDHEIDSZORG.
HOOFDSTUK 1. Organisatie en Inrichtingen 288
2. Pest en Cholera 297
3. Typhus abdominalis 301
4. Malaria 307
„ 5, Pokken en Dysentrie 314
6. De Sterfte 316
.. 7. De Gemeentelijke Veeartsenijkundige Dienst 321
8. De Waterleiding 329
* 7e. AFDEELING. ONDERWIJS,
WETENSCHAP EN KUNST.
HOOFDSTUK 1. Het Onderwijs 33-4
,, 2. De Openbare Leeszaal en Bibliotheek 339
3. De Dierentuin 343
,, 4. De Kunstkring 348
* 8e. AFDEELING. GODSDIENSTIG
EN MAATSCHAPPELIJK WERK.
HOOFDSTUK 1. De Protestantsche Kerk 354
2. De Gereformeerde Kerk 359
3. De Roomsch-Katholieke Kerk 362
4. Philantropisch en Maatschappelijk Werk 370
* 9e. AFDEELING. SPORT EN ONTSPANNING.
HOOFDSTUK 1. Sport 378
2. Ontspanning en Vermaak 384
Slot en Nieuw Begin 391
Inhoudsopgave 395
%
tk_ J