nieuwe tijd - maart 2014

24
nieuwe tijd magazine voor openbare diensten maandblad van ACV-Openbare Diensten – maart 2014 v.u.: L. Hamelinck, Helihavenlaan 21, 1000 Brussel Wordt water het nieuwe spanningsveld in Europa?

Upload: acv-openbare-diensten

Post on 31-Mar-2016

227 views

Category:

Documents


3 download

DESCRIPTION

Het ledenblad va ACV-Openbare Diensten

TRANSCRIPT

Page 1: Nieuwe Tijd - Maart 2014

nieuwetijdmagazine voor openbare diensten

maandblad van ACV-Openbare Diensten – maart 2014v.u.: L. Hamelinck, Helihavenlaan 21, 1000 Brussel

Wordt water het nieuwe spanningsveld in Europa?

Page 2: Nieuwe Tijd - Maart 2014

In dit nummer

2

COLOFON Redactie Luc Hamelinck | Amélie Janssens | Chris Herreman | Joris Lermytte | Thomas Vael | Ilse Heylen | Marc Saenen | Frédéric De Gelissen | Jan MortierEindredactie Amélie Janssens | Luc HamelinckVormgeving Gevaert Graphics Druk Corelio Printing | www.corelio.be

16

17

18

19

03

04

14

13

1005

06

06

07

08

161004

FEDERalE oVERhEiDzoRg

federale overheidKrijtlijnen voor de evaluatie van het burgerpersoneel van defensie

De pop-up school. Opleidingen voor bevorderingsexamens bij de federale overheid zijn groot succes

vlaamse overheidUniversiteit Gent kiest de vertegenwoordigers administratief en technisch personeel voor de Raad van Bestuur

bijzondere korpsenACV Politie sluit sectoraal akkoord

Opleiding Timemanagement en work-life balans voor vrouwelijke militanten

zorg Hoger opgeleide verpleegkundigen = minder overlijdens in ziekenhuizen?

De privatisering van een woonzorgcentrum: zinlozer dan zinloos?

lokale & regionale besturenOpenbare Diensten TE KOOP? Een HARDE realiteit in het Gewest Gent-Eeklo

Lokale en Regionale Besturen, Favela of de basis van onze democratische samenleving?

edito Overheidspensioenen niet te hoog of te duur

focus Wordt water het nieuwe spanningsveld binnen het verenigd Europa?

Een beroepsgerichte opleiding met behoud van loon, zeker iets voor jou?

Openbare diensten te koop?Verkiezingsdebat in Gent

Memorandum voor de openbare sector

Focus

Page 3: Nieuwe Tijd - Maart 2014

edito 3

Overheidspensioenen niet te hoog of te duur

De minister van Pensioenen heeft een commissie van experten ingesteld die moet nadenken over de toekomst van de pensioenen. De commissie is samengesteld uit kleppers van namen en zal binnenkort haar verslag uitbrengen. Je kan er donder op

zeggen dat op dat ogenblik we opnieuw te maken krijgen met een regelrechte aanval in de media op het stelsel van de overheidspensioenen. Daarom herhalen we het nog maar eens: we zijn het echt niet eens met de kritiek van sommigen als zouden de overheidspensioenen te royaal zijn. We hebben daarvoor goede redenen.

Eén, de overheidspensioenen zijn niet te hoog. In netto termen (na belastingen) valt het gemiddeld overheidspensioen helemaal niet zo hoog uit dan men graag de publieke opi-nie voorhoudt. Berekeningen van professor Berghmans (KU Leuven) leren dat de hoogste pensioenen niet te vinden zijn in de openbare sector. Dat komt omdat de overheidspensi-oenen worden afgetopt. De regeling van de overheidspensioenen kent hierdoor de minste ongelijkheid. Dit geldt ook voor de verdeling tussen mannen en vrouwen. De overheids-pensioenen komen overeen met het Europees gemiddelde. Dat is dus zeker niet te hoog. Contractuelen die enkel kunnen terugvallen op het algemeen werknemersstelsel komen er zelfs bekaaid van af. Precies daarom vragen we een aanvullende regeling voor het contrac-tueel overheidspersoneel.

Twee, de evolutie van de kosten voor de overheidspensioenen is helemaal niet te hoog. De afgelopen tijd heeft VVSG, de vereniging van steden en gemeenten, er blijkbaar een strijd-punt van gemaakt. Zij probeert er bij de publieke opinie in te drammen dat de kosten voor de overheidspensioenen ondraagbaar hoog zijn. Dat is fel over-dreven. Want als de uitgaven toenemen, heeft dat vooral te maken met het feit dat er meer gepensioneerden zijn en door de indexatie. Ook speelt mee dat vrou-wen meer een volledige loopbaan hebben uitge-bouwd. Welnu, pensioenen verminderen louter omdat er meer gepensioneerden zijn, gaat echt niet op. De groei van de uitgaven tot 2030 voor het overheidsstelsel zal minder groot zijn dan in de andere stelsels (werknemers & zelfstandigen). Dat komt omdat de andere stelsels hun achterstand in-lopen. De overheidspensioenen zijn helemaal niet de grote kostendrijver achter de vergrijzing. En wat lokale besturen betreft: de pensioenen lig-gen maar voor 1/24e aan de basis van de toename van de uitgaven! Onbetaalbaar is wat anders…

Drie, bij pensioendiscussies wordt telkens uitgekeken naar de uittredeleeftijd. Want we moeten nu eenmaal allemaal langer werken. Maar zowel op het stuk van de feitelijke uit-tredeleeftijd als het aantal jaren dat mensen effectief gewerkt hebben, scoort overheidsper-soneel beter dan het globaal gemiddelde in ons land.

slotsom: De fundamenten van het stelsel van het overheidspensioen zijn echt wel OK Meer nog, de overheidspensioenen zijn het enige volwaardige wettelijke stelsel in ons land. Waarom zouden we dit laten afbreken?

Vriendelijke groeten

Luc Hamelinck, Voorzitter

Waarom zouden we de

fundamenten van het stelsel laten

afbreken?

Volg ons op twitter.com/acvopenbaar

Like ons op facebook.com/acv-openbarediensten

www. acv-openbarediensten.be

21

23

24

24

PENsioENEN

vervoerAUTOBUS-AUTOCAR Uitvoering van de sociale programmatie 2013-2014! Een stand van zaken

De Lijn: Twijfels!

pensioenenEen evenwichtig pensioenstelsel loopt op twee benen

Page 4: Nieuwe Tijd - Maart 2014

focus

4

Wordt water het nieuwe spanningsveld binnen het verenigd Europa?

Peter De PaepeEr is voldoende water ter beschikking van de

mensheid. De vraag stelt zich vooral of het

drinkbaar is en hoe de bevolking er toegang

toe heeft. Om ons in deze globale economie

het hele jaar door aardbeien uit Marokko, Ro-

zen uit Ethiopië of Kenia en soja uit andere

ontwikkelingslanden ter beschikking te stellen,

moeten deze landen hun watervoorraden gro-

tendeels verbruiken. Op Valentijn schenken we

duizenden rozen weg. Voor de productie van

één roos heeft men in Kenia 5 liter water nodig.

Jammer genoeg hebben 30% van de Kenianen

geen toegang tot water. De UNO verwacht dat

tegen 2040 het waterverbruik wereldwijd met

30% het aanbod zal overschrijden.

Europees burgerinitiatief gehoord in het parlementOp maandag 17 februari werden de initiatief-

nemers van het burgerinitiatief (EPSU en zijn

deelorganisaties waaronder ACV-Openbare

Diensten) gehoord door het Europese Parle-

ment. Het burgerinitiatief wil van de toegang

tot water en degelijke sanitaire voorzieningen

een mensenrecht maken. Watervoorraden en

-voorzieningen zijn een gemeenschappelijk

goed en geen commercieel product. EPSU

is de eerste organisatie die gebruik gemaakt

heeft van het burgerinitiatief en ook geslaagd

is in zijn opzet.

Het doel was om via de petitie de politieke druk

te verhogen. Uiteraard is het Europees burge-

rinitiatief verre van een wondermiddel, maar

dit is het enige wettelijke mechanisme dat

momenteel bestaat voor het Europese partici-

patief burgerschap. Het geeft de kans om aan

te tonen dat de besluitvorming op Europees

niveau er een is waarin mensen niet langer iets

te zeggen hebben.

De publieke hoorzitting van 17 februari om-

trent het burgerinitiatief is de eerste in zijn

soort. Het was de bedoeling een dialoog te cre-

eren tussen de afgevaardigden van verschillen-

de Europese commissies, het Europese Parle-

ment en de initiatiefnemers. In België haalden

we meer dan veertigduizend handtekeningen,

wat merkelijk meer was dan het vooropge-

stelde aantal. In totaal ondertekenden meer

dan één miljoen achthonderdduizend Euro-

pese burgers de petitie, waarvan er 1.680.172

officieel aanvaard zijn. Na de hoorzitting van

de Europese Commissie en het Europees Parle-

ment van 17 februari, heeft de Commissie tijd

De UNO verwacht dat tegen 2040 het wa-terverbruik wereldwijd met 30% het aanbod zal

overschrijden.

tot 20 maart om mee te delen welk standpunt

ze inneemt en welke acties ze zal ondernemen.

geen privatiseringOm water te beschermen moet men het milieu

beschermen. In België en Europa zijn talloze

woningen niet aansluitbaar op het waterlei-

dingnet en moeten ze zich behelpen met put-

water. Putwater is in vele gevallen bezoedeld

door chemicaliën of afvalwater. Dit bedreigt

de volksgezondheid, want zowel Hepatitis A

als bloederige diarree kunnen hier het gevolg

van zijn.

Naast het verankeren van water als mensen-

recht, moet ook werk gemaakt worden van

twee aansluitende doelstellingen. Zo mogen

de watervoorziening en het beheer van de

voorraden niet aan marktregels worden on-

derworpen en moet men wereldwijd toegang

hebben tot drinkbaar water. Via het liberalise-

ren van de voorzieningen door de Europese

Commissie zullen minderbedeelden de toe-

gang ontzegd worden omdat ze niet over vol-

doende financiële middelen beschikken. Pri-

vate bedrijven leveren enkel als er boter bij de

vis is. Tegengesteld is de overheid verplicht om

aan alle mensen (zowel arm als rijk) te leveren.

Een openbare dienst is verplicht water te leveren

• van een goede kwaliteit.

• tegen kostprijs (in principe is water een pro-

duct uit de natuur dat gratis ter beschikking

wordt gesteld. Het is wel aanvaardbaar dat

de transportkosten en investeringen in re-

kening gebracht worden).

Eerste Europese burgerinitiatief eist toegang tot water en behoorlijke sanitaire voorzieningen

Page 5: Nieuwe Tijd - Maart 2014

focus 5

• aan de inwoners van zijn verzorgingsge-

bied.

• water te allen tijde beschikbaar aan de be-

woners van het verzorgingsgebied.

Ecuador als voorbeeld mag voor de ganse we-

reld als model staan hoe men met water om-

gaat. De grondwet voorziet voor elke inwoner

het recht op water.

• Art 3: ….het dagelijks genot voor elke in-

woner van Ecuador van het beschikbaar

hebben van drinkbaar water, ongeacht de

opleiding, gezondheidstoestand en sociale

zekerheidstoestand.

• Art 12: het mensenrecht voor water is fun-

damenteel en onvervreemdbaar. Water is

een strategisch element van belang.

• ...

De watervoorziening is in handen van de staat

en wordt beschouwd als strategisch belang

voor het land en zijn volk.

De waterproblematiek is in het verleden te veel

als een zuiver technisch probleem gecatalo-

geerd. De roofbouw die gepleegd is op de na-

tuur en de watervoorraden verscherpt de strijd

om het beheer van de resterende watervoor-

raden. De diagnose, gemaakt door de Club

van Rome, dat ons Westers model van leven

en productie van goederen de beschikbare

natuurlijke rijkdom opeet, is geen fictie, maar

een realiteit. Het beschikbaar stellen van water

en sanitair dwingt ons dan ook naar een fun-

damentele gedragswijziging. Verspilling van

natuurlijke middelen is uit den boze.

investeringen dringen zich opVele drinkwaternetten zijn aangelegd door de

overheid. De dwang naar privatisering heeft

in sommige regio’s in de wereld een invloed

gehad op het onderhoud en de exploitatie

van deze netten. Gezien water een product

Een beroepsgerichte opleiding met behoud van loon, zeker iets voor jou?Nieuwe oproep voor de kwalifice-rende trajecten thuiszorg en kin-deropvang

Langdurige opleidingen tijdens de arbeids-

tijd met behoud van loon: het klinkt zeer aan-

trekkelijk. Vanaf september 2014 organiseert

Diverscity in samenwerking met het deeltijds

volwassenenonderwijs kwalificerende tra-

jecten, met het oog op het behalen van één

of meerdere van volgende kwalificaties:

• Verzorgende

• Zorgkundige

• Begeleider buitenschoolse kinderopvang

• Begeleider kinderopvang

Vanaf 10 maart kan je je hiervoor kandidaat

stellen. Voor de geïnteresseerde werknemers

zijn er regionale infosessies tussen 24 maart

en 4 april mits inschrijving vooraf. Daar wordt

uitgelegd hoe alles in zijn werk gaat. Dienst-

verantwoordelijken die hun medewerkers

willen ondersteunen zijn ook welkom. De

data en locaties van de infosessies alsook de

brochures met de modaliteiten van de diver-

se opleidingstrajecten vind je op de website

van www.diverscity.be.

Wat is diverscity?Diverscity is een samenwerkingsverband

tussen VVSG (Vlaamse Vereniging van Ste-

den en Gemeenten) en de drie erkende

overheidsvakbonden (ACV-Openbare Dien-

sten, ACOD-LRB en VSOA). Het bevordert en

ondersteunt vernieuwende projecten rond

arbeidsmarktbeleid en HRM-beleid in de sec-

tor lokale besturen.

uit de natuur is en ons door de natuur gratis

ter beschikking gesteld wordt, is de kostprijs

hiervan in principe verwaarloosbaar. De in-

vesteringen gaan voornamelijk naar het aan-

leggen en onderhouden van netten. Vooral

de private bedrijven nemen het niet zo nauw

met het onderhouden van deze netten. Elke

interventie om de leidingen intact te houden

heeft een kostprijs. Herstellingen worden door

de private exploitanten dikwijls genegeerd. De

kostprijs van het verloren lopend water is te

verwaarlozen ten opzichte van de herstelkos-

ten. Dit resulteert op sommige plaatsen (bv. in

Cairo) in een verlies van 40% van het beschik-

bare water. Dit is roofbouw op de natuur.

Ook voor België is dit een belangrijk aandachts-

punt. De netten zijn verouderd en investerin-

gen in het vernieuwen van de netten dringen

zich op. In deze context is de verleiding groot

om te privatiseren of de uitbestedingen van

bepaalde onderdelen van het waterbeheer

te verhogen. Door het huidige economische

klimaat en het bezuinigingsbeleid dat de over-

heden voeren, blijven de nodige investeringen

uit. Hierdoor kan de openbare sector zijn ver-

plichting ten opzichte van de bevolking en de

natuur niet waarmaken. Hopelijk worden we

later als openbare dienst niet met de vinger

gewezen op het niet efficiënt beheer van de

installaties en infrastructuur.

Hoe water en sanitaire voorzieningen als een

mensenrecht erkennen?

• Erkennen dat water geen handelswaar is.

• Erkennen dat water levensnoodzakelijk is

voor alle mensen en levende wezens.

• Erkennen dat water NOOIT mag geprivati-

seerd worden.

Page 6: Nieuwe Tijd - Maart 2014

focus

6

Openbare diensten te koop?Verkiezingsdebat in GentOp dinsdagavond 25 februari vulde de Gentse

Minard zich met politici en vakbondsmensen

om, naar aanleiding van de verkiezingen op 25

mei, de toekomst en de rol van de openbare

sector te bespreken. De vertegenwoordigers

van de politieke partijen bleven opvallend

mild voor de openbare diensten en de amb-

tenaren. Zowat iedereen bleek bijvoorbeeld

voorstander van het behoud van de statutaire

aanstelling van overheidspersoneel. Het te-

gendeel beweren zou natuurlijk onverstandig

zijn voor de verkiezingen. Voor ACV-Openbare

Diensten nam voorzitter Luc Hamelinck het

woord. Hij vroeg onder meer dat de politiek in

de komende legislatuur werk zou maken van

de wetgeving rond het aanvullend pensioen

van contractueel overheidspersoneel. Daar-

naast klaagde hij ook het gebrek aan overleg

met de vakbonden aan.

Deelnemers aan het debat waren: Chris Re-

niers (Algemeen Secretaris ACOD), Luc Ha-

melinck ( Voorzitter ACV-Openbare Diensten)

en Henk Herman (Algemeen Secretaris VSOA)

voor de vakbonden. Deelnemende politici wa-

ren: Marius Meremans (Vlaams Parlementslid

N-VA), Cindy Franssen (CD&V), Carina Van Cau-

ter (Federaal Parlementslid Open VLD), Kurt

De Loor (Federaal Parlementslid sp.a), Wou-

ter Van Besien (Voorzitter Groen) en Tom De

Meester (PVDA).

Moderator Christophe Callewaert van De We-

reld Morgen leidde het debat in goede banen,

al was dat niet altijd even makkelijk. Vanuit het

publiek klonk duidelijk het ongenoegen over

de standpunten van bepaalde partijen met

betrekking tot de openbare sector.

Memorandum voor de openbare sectorOp 20 februari stelde ACV Openbare Dien-

sten, Overheidsbedrijven en Onderwijs (dat

is het equivalent van FCSOD, het samenwer-

kingsverband tussen de ACV centrales voor

de openbare sector) haar memorandum voor

de openbare sector voor. De voorzitters van

de verschillende centrales presenteerden het

memorandum aan een publiek van politici en

topambtenaren. Ze benadrukten het belang

van een goed georganiseerde openbare sec-

tor in 4 thema’s:

1. Geen terugtrekkende, maar een betere

overheid

2. De overheid moet een aantrekkelijke

werkgever zijn

3. Overheidspensioenen zijn het enige vol-

waardige wettelijke stelsel

4. Goede sociale relaties in de openbare sector

Je kan het memorandum nalezen op

www.acv-openbarediensten.be

Naar aanleiding van het memorandum, ont-

wikkelden we ook enkele video’s om de 4

thema’s te illustreren. De video’s kan je vinden

op het YouTube kanaal van ACV-Openbare

Diensten (via de link op onze site).

Page 7: Nieuwe Tijd - Maart 2014

7focus

Opleiding Timemanagement en work-life balans voor vrouwelijke militantenHilde De LeeuwDe (vrouwelijke) vakbondsafgevaar-digde ervaart een steeds groter span-ningsveld tussen de functie als amb-tenaar binnen de openbare diensten, het engagement binnen de vakbond, en het behouden van een gezonde werk-privé balans. het in balans hou-den van deze drie afzonderlijke rollen (vakbondsafgevaardigde, ambtenaar en vrouw) is een dagelijkse uitdaging.

Drie zaken maken deze uitdaging des te gro-

ter:

1. Algemeen functioneert de gemiddelde

vakbondsafgevaardigde momenteel bin-

nen een uiterst uitdagende arbeidscon-

text. Openbare diensten moeten meer

doen met minder, de toekomst is op veel

vlakken onzeker en veranderingen volgen

elkaar in sneltempo op. Dit alles maakt dat

de sandwichpositie van de vakbondsaf-

gevaardigde tussen de belangen van de

werkgevers en de vakbond enerzijds, en

de noden en belangen van de collega’s

anderzijds steeds duidelijker voelbaar

wordt. Met andere woorden: de tijd en

energie van de vakbondsafgevaardigde

is een schaars goed en vraagt een goed

persoonlijk timemanagement. Bewust

omgaan met tijd en energie is hierbij on-

ontbeerlijk.

2. Als ambtenaar ervaart de militant een

steeds sneller veranderende werkinhoud

en procedures: meer taken, minder perso-

neel. Slim werken (prioritiseren, begren-

zen, omgaan met tijdsvreters, rekening

houden met energiebalans, …) is hierbij

onontbeerlijk.

3. De vrouwelijke militant heeft ook vaak

een groot takenpakket in te vullen en

verder persoonlijke interesses. Een goede

work-life balans is hierbij onontbeerlijk.

Deze opleiding is dynamisch, interactief en

Solution Focused. Ze bestaat uit een mix van

inhoud, theoretische inzichten en praktische

oefeningen en cases. Theoretische aspecten

worden gekoppeld aan praktijksituaties.

Vrouwelijke militanten die willen deel-

nemen kunnen inschrijven tot 15 april

bij [email protected]

Timing: De training beslaat telkens één

dag van 9u00 tot 16u30

De trainingen lopen van april 2014 tot

en met juni 2014 en wel op volgende

dagen:

25 april Antwerpen

8 mei Antwerpen

26 mei Gent

27 mei Torhout

2 juni Gent

17 juni Hasselt

24 juni Brussel

(regio Vlaams Brabant)

26 juni Hasselt

De groepen worden beperkt tot maxi-

maal 20 personen. Dus snel inschrijven

is de boodschap.

Tot dan?

De vorige vormingen voor vrouwelijke militanten

werden telkens gesmaakt door de deelneemsters.

Het in balans houden van de drie

afzonderlijke rollen is een dagelijkse

uitdaging.

Page 8: Nieuwe Tijd - Maart 2014

Pas door een beleid te ontwikkelen dat

teambevorderend is, kan de beste zorg gewaar-

borgd worden

Hoger opgeleide verpleegkundigen = minder overlijdens in ziekenhuizen?ACV-Openbare Diensten heeft sterke vragen bij sloganeske taal van de KU LeuvenJan Mortier“Meer en hoger opgeleide verpleegkundigen betekent minder overlijdens in ziekenhuizen” schrijft de Ku leuven bovenaan haar persbericht naar aan-leiding van een internationaal onderzoek in Europese algemene ziekenhui-zen onder leiding van professor Walter sermeus. als een verpleegkundige een extra patiënt toegewezen krijgt, stijgt het overlijdensrisico van patiën-ten na een routinematige heelkundige ingreep met 7 %. De studie zou daar-enboven uitwijzen dat het risico op overlijden met 7 % daalt bij 10 % meer verpleegkundigen met een bachelor diploma. Eens te meer wordt dit laat-ste aangegrepen om de hBo5-opleiding verpleegkunde in vraag te stellen. Voor acV-openbare Diensten zijn beide opleidingen volwaardige verpleeg-kundige opleidingen en moeten deze worden behouden.

ACV-Openbare Diensten eist al jaren dat de

overheid meer financiële middelen zou vrij-

maken om bijkomend verpleegkundig en ver-

zorgend personeel aan te trekken binnen de

zorginstellingen. Een verhoogde financiering

moet resulteren in extra jobs. Het is daarbij

noodzakelijk dat aan de instellingen striktere

regels worden opgelegd zodat het minimum

aantal verpleeg- en zorgkundigen per shift en

per dienst kan worden gegarandeerd. Naast

correcte loon- en arbeidsvoorwaarden moet

ook worden ingezet op de kwaliteit van de

zorg. Aan (zorg)medewerkers dienen o.a. fa-

ciliteiten te worden toegekend om een haal-

bare combinatie van arbeid en gezin moge-

lijk te maken, zijn ruime mogelijkheden voor

vorming en opleiding aangewezen, moeten

onregelmatige prestaties degelijk worden

vergoed en zullen er op het vlak van ergono-

mie bijkomende inspanningen nodig zijn.

Wij stellen echter vast dat pas na veel aan-

dringen heel sporadisch maatregelen worden

genomen die aan onze eisen wat tegemoet

komen. De werkdruk binnen de instellingen

blijft zeer hoog en nog te veel verpleegkundi-

gen en verzorgenden verlaten vroegtijdig de

sector. Pas afgestudeerde verpleegkundigen

kiezen dan weer niet altijd voor een instelling.

De overheid moet ook binnen de zorgsector

een aantrekkelijke werkgever willen zijn. Al

onderschrijft de federale regering dit mis-

schien wel, toch blijft ze talmen met de uit-

voering van bepaalde dossiers. Zo is bijv. de

invoering van de tweede pensioenpijler voor

het contractueel personeel van de publieke

zorgsector nog steeds niet geregeld hoewel

de middelen werden vrijgemaakt. Dit zint

ACV-Openbare Diensten helemaal niet.

Er kan geen sprake zijn van een nieuwe aanval op de hBo5-opleidingIn Vlaanderen, net zoals in heel wat andere

Europese landen, zijn er twee verpleegkun-

dige opleidingen: de HBO5-opleiding die

ondergebracht werd bij het hoger beroeps-

onderwijs (de vroegere A2-opleiding) en de

bacheloropleiding in het hoger onderwijs

(vroegere A1-opleiding). Beide diploma’s ge-

ven volwaardige toegang tot het verpleeg-

kundig beroep en dat is maar goed ook.

Volgens de studie zou er niet alleen een oor-

zakelijk verband zijn tussen het overlijden

van patiënten en het aantal patiënten per

verpleegkundige maar zou het daarenboven

een rol spelen of de verpleegkundigen een

bachelor of HBO5-opleiding genoten. Als

door professor Sermeus dan nog eens wordt

gesteld dat vanuit het perspectief van patiën-

tveiligheid een grondig debat over de struc-

tuur van het verpleegkundig onderwijs zich

opdringt, dan weten wij eens te meer hoe laat

het is.

Voor ACV-Openbare Diensten is het onaan-

vaardbaar dat deze studie (die trouwens op

dit vlak sterk moet worden genuanceerd)

zorg

8

Page 9: Nieuwe Tijd - Maart 2014

9zorg

wordt aangegrepen om opnieuw het debat te

voeren over de HBO5-opleiding. Wij weten dat

het voor sommigen helemaal niet gaat om de

inhoud of de kwaliteit van de zorg maar wel

om een finaliteit, m.n. de afschaffing van de

HBO5-opleiding. Blijkbaar een oude droom

die af en toe terug opflakkert.

Maar het is vooral een ziekelijke droom. ACV-

Openbare Diensten meent dat er andere prio-

riteiten zijn in de zorgsector. Het valt nu een-

maal niet te betwisten dat beide opleidingen

competente verpleegkundigen opleiden en

de praktijk wijst uit dat de twee opleidings-

vormen noodzakelijk zijn. De HBO5-opleiding

werd in Vlaanderen daarenboven grondig

hervormd om aan de Europese eisen te vol-

doen.

Maar er is meer. De grafiek hieronder toont

duidelijk aan dat beide opleidingen ook suc-

cesvol zijn. Het aandeel van de bacheloroplei-

ding bedraagt gemiddeld ongeveer 57 %, los

van heel sterke regionale verschillen (78 % in

Brussel versus 38 % in Limburg). En zelfs met

de toename van het aantal studenten in het

verpleegkundig beroep blijft het voor som-

mige instellingen hard zoeken naar verpleeg-

kundigen. De HBO5-opleiding schrappen, zou

pas nefast zijn voor de kwaliteit van de zorg.

Het is niet omdat beide opleidingen toegang

geven tot de uitoefening van het verpleeg-

kundig beroep dat er op de werkvloer geen

verschillen zijn. De jobinhoud, de verloning en

de verantwoordelijkheden zijn meestal ver-

schillend. Zo werden bijv. de bijzondere be-

roepstitels voorbehouden voor de bachelors.

Maar de zorg aan het bed en het sociaal con-

tact met de patiënt of de bewoner blijft een

cruciaal onderdeel van kwaliteitsvolle zorg

0

2012-20132011-2012

2010-20112009-2010

2008-20092007-2008

2006-20072005-2006

2004-20052003-2004

2002-20032001-2002

2000-2001

OR TOTAALBACHEL HBO5

en hier scoren de HBO5-verpleegkundigen

zeer goed. Veel bachelors kunnen dan weer

doorgroeien naar verantwoordelijke functies

binnen de zorg (afdelingsverantwoordelijke,

directeur woonzorgcentrum, dagverzorgings-

centrum…). Ook in het kader van erkenning

van ziekenhuisafdelingen, zorgprogram-

ma’s… worden functies specifiek voorbehou-

den voor bachelors.

alle verpleegkundigen zijn nodig om kwaliteitsvolle zorg te waarborgen Het is aan de instellingen om in overleg met

het personeel na te gaan hoe een verpleeg-

kundige het best kan worden ingezet zodat

efficiënte kwalitatieve zorg kan worden ge-

boden.

Het moet maar eens stoppen om steeds op-

nieuw verpleegkundigen, die dagelijks het

beste van zichzelf geven en die bereid zijn

gedurende hun ganse loopbaan bijscholing

te volgen, te viseren.

Een zorginstelling is een complex raderwerk

waar elke functie bijdraagt tot zorgkwaliteit.

Pas door een beleid te ontwikkelen dat team-

bevorderend is, kan de beste zorg gewaar-

borgd worden. Bakkeleien over de opleiding

is momenteel niet aan de orde en het helpt de

sector helemaal niet vooruit.

Als men dan toch iets nuttigs wil doen, dat men

dan eens zoekt naar de juiste maatregelen om

het verplegend en verzorgend personeel dat

de sector heeft verlaten of er nooit is gestart

terug te winnen. Ook voor hen is er nog plaats.

Evolutie aantal studenten verpleegkunde dagonderwijs

20.0

0015

.000

10.0

005.

000

Page 10: Nieuwe Tijd - Maart 2014

10

zorg

De privatisering van een woonzorgcentrum: zinlozer dan zinloos?Enkele bedenkingen over het onnut van privatiseringsoefeningen in de zorgJan Mortiersommige ocMW-besturen denken eraan hun woonzorgcentrum over te dra-gen aan de private sector. het privatiseren van woonzorgcentra is nochtans compleet zinloos. het levert geen besparing op en getuigt in de meeste ge-vallen van een gebrek aan langetermijnvisie op ouderenzorg.

De Vlaamse decreetgever heeft de lokale

besturen weliswaar een aantal wettelijke in-

strumenten gegeven om verzelfstandiging

en privatisering mogelijk te maken maar de

besturen die dit laatste in de praktijk wil-

len omzetten, zien “en cours de route” dat

het niet allemaal rozengeur en maneschijn

is. Soms is het dan al te laat, werd veel geld

uitgegeven aan consultancy, maar vooral, het

resulteert niet in een besparing en heeft zelfs

als pervers gevolg dat het de realisatie van

bijkomende bedden en een coherent oude-

renzorgbeleid vertraagt en in de weg staat.

ACV-Openbare Diensten heeft de besturen

hierop herhaaldelijk gewezen. Sommige

besturen zijn overtuigd geraakt en bergen

hun plannen op. Andere besturen zijn hard-

leers en doen gestaag verder. ACV-Openbare

Diensten is zeker dat ook die besturen tot het

besef zullen komen dat ze met veel factoren

geen rekening hebben gehouden waardoor

hun proces zinloos wordt. De huisvesting en

zorg van meestal (zwaar) zorgbehoevende

ouderen, die soms als enig houvast nog het

personeel van de instelling hebben, mag niet

het voorwerp zijn van een lichtzinnige zoek-

tocht naar middelen.

De rol van de publieke zorgsectorACV-Openbare Diensten heeft reeds in vorige

nummers van de Nieuwe Tijd de rol van de

openbare zorgsector in de verf gezet. Open-

bare zorg is voor iedereen toegankelijk, is

pluralistisch en transparant, kwaliteitsvol en

betaalbaar en is een belangrijke prijsregula-

tor. In deze bijdrage willen we stilstaan bij een

aantal valse argumenten die maar al te vaak in

het privatiseringsdebat worden gebruikt.

“De loon- en arbeidsvoorwaarden moeten worden gelijkgeschakeld?”Er zijn politici die stellen dat de noodzaak aan

privatisering het gevolg is van de verschil-

lende loon- en arbeidsvoorwaarden tussen de

private en de publieke zorgsector. Dus moe-

ten ze worden gelijkgeschakeld. Wat willen ze

daarmee bereiken? Dat de loon- en arbeids-

voorwaarden van de private sector omhoog

moeten? Of omgekeerd? Ondertussen wordt

de “fabel van de immense verschillen” verder

gevoed.

“De statutairen zijn te duur en te veel ziek.” Minder dan 1 op 4 medewerkers van het

OCMW is op vandaag statutair. Het overige

personeel heeft een arbeidsovereenkomst,

waarvan vrij veel personeel met een tijdelijk

of vervangingscontract. En voor wie er mocht

aan twijfelen statutairen zijn binnen de zor-

ginstellingen niet meer of minder ziek dan

contractueel personeel.

“De riante verlofregelingen in de woonzorgcentra nekken de ocMW’s”. De meeste OCMW’s hebben voor hun perso-

neel van de woonzorgcentra al een rechtspo-

sitieregeling (RPR) die minder gunstig is dan

deze van het gemeentepersoneel. Het ver-

schil met de private sector is hier quasi nihil.

“het personeel wordt te veel betaald in de openbare zorgsector.” Helemaal niet. Werken in een woonzorgcen-

trum is zwaar werk dat veel energie, zowel fy-

Sommige besturen zijn overtuigd geraakt en bergen hun

plannen op.

Page 11: Nieuwe Tijd - Maart 2014

11zorg

WZC Sint Jozef te WUUSTWEZEL – MINISTER KEURT PRIVATISERING NIET GOEDEen praktijkvoorbeeld

Kirsten Casteleynin één van de vorige edities brachten we de geplande privatisering van het Wzc sint Jozef te Wuustwezel al onder de aandacht. Dit keer kunnen we melden dat de geplande privati-sering niet alleen uitgesteld is, maar ook door de minister over gans de lijn afgekeurd.

De bestuursmeerderheid van het OCMW

Wuustwezel wenste om zogenaamde bespa-

ringsredenen haar woonzorgcentrum om te

vormen tot een privaatrechtelijke VZW. Een

eerste principiële beslissing werd reeds geno-

men in de raad voor maatschappelijk welzijn

van 2 april 2013.

ACV-Openbare Diensten heeft samen met het

personeel in dit dossier steeds duidelijke stel-

ling ingenomen tegen deze privatisering.

Een aantal argumenten die ACV-Openbare

Diensten in de vele discussies heeft inge-

bracht, worden nu ook door de Minister aan-

gewend ter motivatie van zijn beslissing:

• Het statutair personeel dat wordt gede-

tacheerd naar een VZW kan niet verder in

aanmerking komen voor financiering via

het RIZIV. De nieuwe VZW zou hierdoor

maar liefst 1.000.000 EUR aan ontvang-

sten verliezen. Geen onbelangrijk detail in

een besparingsdossier.

• Het bestuur wenste het aantal statutai-

ren af te bouwen (statutairen worden

niet meer vervangen of alleen nog door

contractueel personeel). Het OCMW van

Wuustwezel houdt geen rekening met het

feit dat hierdoor de responsabiliserings-

bijdragen voor de pensioenen van de sta-

tutairen gevoelig verhogen. Andermaal

van enige besparing geen sprake.

• Om besparingen of saneringen door te voe-

ren is de oprichting van een privaatrechte-

lijke VZW helemaal niet noodzakelijk.

• Overgedragen contractuele personeels-

leden moeten hun huidige loons- en

arbeidsvoorwaarden behouden bij de

nieuwe VZW. Dit levert al evenmin een be-

sparing op.

• De nieuwe personeelsleden die vanaf 1 ja-

nuari 2011 in dienst zijn gekomen bij het

woonzorgcentrum vielen reeds onder de

toepassing van de nieuwe rechtspositiere-

geling en hebben reeds een minder gun-

stige verlofregeling dan voorheen. Het be-

stuur wou doen geloven dat er nog steeds

een verschil was van 12 dagen verlof met

de private zorgaanbieder. In realiteit is dit

slechts 3 dagen.

Hoewel nog een beroep tegen de beslissing

mogelijk is bij de raad van state is deze beslis-

sing alvast een opsteker voor de vele militan-

ten en het personeel die zich steeds tegen

deze privatisering hebben verzet. De verant-

woordelijkheid voor de zorg voor hulpbehoe-

vende ouderen zomaar overdragen naar een

VZW gaat dus nog altijd niet zo makkelijk. Ge-

lukkig maar.

sisch als psychisch, vergt. De loon- en arbeids-

voorwaarden zijn allesbehalve te hoog. Of is

het misschien een schande om medewerkers

die instaan voor de dagelijkse en vaak com-

plexe zorg van zorgbehoevende ouderen

tijdens hun laatste levensjaren correct te ver-

lonen?

“Met te privatiseren daalt de loonkost van de contractuelen?”Enkel met nieuwe werknemers kunnen na de

overdracht afwijkende loon- en arbeidsvoor-

waarden worden bedongen. Nochtans trach-

ten besturen al één jaar na de overdracht de

loon- en arbeidsvoorwaarden van het over-

gedragen personeel terug te schroeven. Dit

is voor ACV-Openbare Diensten onaanvaard-

baar en mochten er dergelijke beslissingen

door een bestuur eenzijdig worden genomen,

dan zullen deze ook juridisch worden aange-

vochten.

Het verschil in de loonkost zit hem eerder

We moeten bijzonder alert blijven want het gaat hier om

de toekomst van de zorg

Page 12: Nieuwe Tijd - Maart 2014

zorg

12

in het aantal “bovennorm” personeelsleden

die bij de openbare sector aanzienlijk ho-

ger is dan bij de private non-profit sector en

de commerciële sector. Uiteraard heeft dit

rechtstreekse gevolgen voor de kwaliteit van

de zorg. Vandaar dat de kwaliteit van de zorg

beter is in openbare instellingen en worden

openbare instellingen veel minder geconfron-

teerd met klachten van bewoners en familie.

ACV-Openbare Diensten blijft pleiten voor het

optrekken van de personeelsnormen zodat

ook in de niet-openbare zorgsector voldoen-

de kwalitatieve zorg wordt geboden.

“Bij een overdracht naar een VzW behouden we de financiering van het RiziV?”Besturen denken dat zij bij het overbrengen

van hun woonzorgcentrum naar een VZW ver-

der kunnen genieten van dezelfde financie-

ring van het RIZIV, ook voor de gedetacheer-

den. Dat is helemaal niet zo. Het ministerieel

besluit dat de financiering regelt, is zeer dui-

delijk en het RIZIV houdt er terecht een correc-

te interpretatie op na. Enkel eigen personeel

kan worden betoelaagd en gedetacheerd per-

soneel is geen eigen personeel van de VZW.

“geen probleem voor de middelen van de sociale Maribel?”De middelen vanuit de sociale Maribel zijn

middelen die tot doel hebben bijkomende

tewerkstelling te creëren. Hiervoor moet een

bepaald arbeidsvolume op peil worden ge-

houden. Door de overdracht van personeels-

leden daalt het arbeidsvolume en kan een

bestuur de middelen van de sociale Maribel

kwijtspelen. ACV-Openbare Diensten zal haar

goedkeuring niet geven om afwijkingen op

deze regel te bedingen bij het beheerscomité

van de sociale Maribel.

“Bij privatisering behouden we als bestuur toch de verdere controle want we maken deel uit van de raad van bestuur van de VzW?” OCMW’s die hun dienstverlening willen pri-

vatiseren, verliezen ook de impact op de or-

ganisatie van de residentiële ouderenzorg.

Eenmaal de overdracht is geregeld, kan de

afgestoten instelling haar eigen leven gaan

leiden. Het OCMW zal wel nog mogen beta-

len. De private sector zal de verliezen van het

woonzorgcentrum niet zelf dragen. Men blijft

dus middelen van de gemeenschap, zelfs van

de lokale gemeenschap, aanwenden maar de

democratische controle op deze middelen

wordt ontweken of vermeden.

Een vals debatJuist op het moment dat alle krachten moe-

ten worden gebundeld om meer bedden in

de ouderenzorg te realiseren en nieuwe zorg-

vormen op te richten, steken lokale besturen

geld en tijd in het onderzoeken van een mo-

gelijke privatisering van een woonzorgcen-

trum. Hierbij wordt tijd noch moeite gespaard

maar niets wordt opgelost. Er wordt geen

enkel bijkomend bed gecreëerd, integendeel.

Dergelijke tijd verspillende activiteiten zijn ne-

fast voor een modern ouderenzorgbeleid. Een

bestuur dat vindt dat ouderenzorg geen geld

mag kosten, is hoe dan ook verkeerd bezig en

zet een ganse groep van de bevolking letter-

lijk en figuurlijk op straat.

Openbare besturen moeten in de eerste

plaats bijkomend investeren in ouderenzorg,

moeten bijkomende plaatsen creëren en

daarnaast inzetten op thuiszorg.

De OCMW’s met een woonzorgcentrum heb-

ben de laatste decennia een enorme exper-

tise ontwikkeld op het vlak van ouderenzorg

en hebben hiermee een enorme voorsprong

opgebouwd. Zij gaan die expertise toch niet

verpanden? De besturen moeten deze zelf ge-

bruiken en aanwenden in andere domeinen

van de ouderenzorg, zoals bijv. de realisatie

van woonzorgzones. Dat OCMW’s ook een be-

langrijke coördinatierol hebben, is al evenzeer

een feit maar zonder zelf een voldoende aan-

bod te hebben, is deze rol verwaarloosbaar.

acV-openbare Diensten als sterkhouderWij kunnen natuurlijk maar onze rol volledig

spelen als we sterk staan. Inhoudelijk heb-

ben we de juiste argumenten maar we heb-

ben onze militanten en veel leden nodig om

onze boodschap kracht bij te zetten. Hoog

tijd dat iedereen die tewerkgesteld is binnen

de (zorg)sector aan hetzelfde zeil trekt want

de aanvallen zijn nog moeilijk te overzien en

komen vanuit verschillende hoeken. Het erg-

ste daarbij is dat aanvallen op personeel van

overheidsdiensten bij een bepaalde groep

populair blijken te zijn. Dat tij zullen we keren.

ACV-Openbare Diensten maakt nu reeds het

verschil en heeft al vaak een dam opgewor-

pen tegen privatisering. We moeten met zo-

veel mogelijk bijzonder alert blijven want het

gaat hier om de toekomst van de zorg en dus

ook om onze eigen toekomst. Zorg die uitein-

delijk iedereen, veel of weinig, vroeg of laat,

zal nodig hebben. Dit basisrecht zullen wij als

ACV-Openbare Diensten blijven verdedigen.

Page 13: Nieuwe Tijd - Maart 2014

13

Openbare Diensten TE KOOP?

We zijn bijna één maand verder en wat het

OCMW-bestuur met de schorsing gaat doen

is ons een raadsel. Nazareth heeft wel een

overleg georganiseerd rond ‘Sociale Maribels’,

het bestuur wil subsidies om zo extra tewerk-

stelling te creëren…

Als ACV-Openbare Diensten hebben we ons

akkoord gegeven, echter wel met opmerkin-

gen. We vermeldden dat we het betreuren

dat er in 2013 in het OCMW Nazareth er 21

personeelsleden werden afgedankt.

gentBij stad gent is het rond de inhoudelijke

cijfers (-435 VTE’s) inzake de meerjarenplan-

ning oorverdovend stil, we zijn drie maand

verder…

EekloOok in Eeklo wil men de DienstenChequeOn-

derneming van het OCMW afbouwen! Con-

creet gaat het hier over een afbouw van 19

Voltijdse Equivalenten. In de praktijk (gezien

de vele deeltijdse contracten) kan het gaan

over 38 personeelsleden van de 66 perso-

neelsleden uit de DienstenChequeOnderne-

ming van het OCMW.

De afbouw moet gerealiseerd moeten wor-

den tegen 2017. Mondeling heeft het bestuur

werkzekerheid gegeven voor 2014-2015-

2016. Dit moet uiteraard nog formeel worden

bevestigd!

Op de personeelsvergadering was de versla-

genheid onder het personeel enorm groot,

zelzateOp de avond van Valentijnsdag ging de

OCMW-raad door in Zelzate. Hier werd beslist

dat het OCMW zal overgaan tot de bouw van

het nieuw WoonZorgCentrum maar dat de

uitbating niet meer zal gebeuren door OCMW

personeel. Ook de lokale kinderopvang zal

niet meer worden uitgebaat door het OCMW.

Kortom, door het jarenlang financieel wanbe-

leid is zorg geen kerntaak meer van het lokaal

bestuur in Zelzate. Geen hart voor het perso-

neel, maar hard voor het personeel!

Wat de bouw van het nieuw WoonZorgCentrum

betreft, hier loopt men het risico dat door de ge-

speelde politieke spelletjes, de mogelijke subsi-

die van 9 miljoen euro in het gedrang komt. We

hebben meermaals een oproep gedaan dat het

personeel niet het slachtoffer mag worden van

de politieke spelletjes in Zelzate! We hopen dat

men dit uiteindelijk eens beseft!

NazarethU zal zich waarschijnlijk ook nog herinneren

dat we maanden geleden in Nazareth sensi-

biliseringsacties hebben gevoerd tegen de

gedeeltelijke privatisering van de Diensten-

ChequeOnderneming van het OCMW. Naast

deze sensibiliseringsacties hebben we ook op

diverse fronten klacht ingediend. Zo dienden

we klacht in bij de Oost-Vlaamse Gouverneur

Briers en bij de bevoegde Minister Bourgeois.

Op 7 februari 2014 werd door de gouverneur

de beslissing van de OCMW-raad van 5 no-

vember 2013 geschorst omdat het ‘gunnings-

verslag’ tekortkomingen vertoont op vlak van

motivering.

Peter Wieme op 25 februari 2014 was de ‘gentse Minardschouwburg’ volgeladen met vakbondsmilitanten uit de openbare sector, dit voor een debat tussen vakbondsleiders en politici over het thema ‘openbare Diensten TE KooP?’. in het gewest gent-Eeklo is dit een zeer toepasselijke vraag.

de personeelsleden zitten met heel veel vra-

gen. Voorlopig voeren we geen acties om de

klanten niet in de kou te laten staan!

Wordt vervolgd!

Meer info over de Gentse meerjarenplanning

online op www.REDgent.blogspot.be en voor de

andere besturen binnen ons gewest Gent-Eeklo

op www.lrbgenteeklo.blogspot.be

lokale & regionale besturen

Een HARDE realiteit in het Gewest Gent-Eeklo

az Jan Palfijn gent: syndicale werking 1 jaar later, het is ‘hartverwarmend’

Peter Wieme 1 jaar geleden (1 maart 2013) is Kim Colman ge-

start als Nieuwe Vast Afgevaardigde AZ Jan Palfijn

Gent – OCMW Gent en ZORGplatform Gent-Eeklo.

Eén van onze doelstellingen was om bij AZ Jan

Palfijn Gent vanuit iedere discipline binnen het zie-

kenhuis een vertegenwoordiging te hebben. We

hadden 10 afgevaardigden voorop gesteld, op 25

februari 2014 hebben we Rudy Van Win (Zorgkun-

dige) aangesteld als onze 10e afgevaardigde.

Bij deze wensen wij de volledige ploeg van AZ

Jan Palfijn Gent (Arlette, Bianca, Carine, Cathy,

Erik, Ghislaine, Kim, Marie-Christine, Rudy, Viviane,

Wendy) van harte te bedanken voor hun dagelijkse

inzet voor het personeel!

Page 14: Nieuwe Tijd - Maart 2014

lokale & regionale besturen

14

kenhuis over sociale dienstverlening, bijstand

en zorg op maat tot rusthuis; het OCMW staat

tot uw dienst. Kwaliteit tegen een betaalbare

prijs. Kan dit nog verder aan de modale bur-

ger gegarandeerd worden nu de gemeente-

besturen door budgettaire besognes bijna

gedwongen worden om diensten uit te be-

steden en privatiseren? Ik denk het niet! Tot

nu toe heeft het uitbesteden van openbare

dienstverlening zelden of nooit geleid tot

een betere of beter betaalbare service. De ge-

meentebesturen kunnen, nu het (financieel)

water hen aan de lippen staat, moeilijk weer-

staan aan de lokroep en euro’s van gretige in-

vesteringsmaatschappijen. Als de visie van de

bestuurders (of de portemonnee) niet verder

reikt dan de legislatuur, is het risico niet on-

Natuurlijk is Vlaanderen super belangrijk nu

de 6de staatshervorming een feit is; vanzelf-

sprekend is Europa allesbepalend. Maar waar

wonen, werken en leven de stemgerechtig-

den? Met welke publieke dienstverlening krij-

gen zij dagelijks te maken? Waar is er recht-

streeks contact tussen burger en overheid?

Waar is het vertrouwen in de overheid het

grootst? Juist ja, in steden en gemeenten…

Het is dan ook bijzonder moeilijk om te be-

grijpen - laat staan aanvaarden - dat de poli-

tieke tenoren er blijkbaar op uit zijn om net

dit bestuursniveau te laten bloeden.

zorg…Onder meer via de OCMW’s staan de gemeen-

ten in voor een breed scala van zorg. Van zie-

Lokale en Regionale Besturen, Favela of de basis van onze democratische samenleving?

Christoph VandenbulckeTerwijl iedereen zich warmloopt voor ‘De moeder aller verkiezingen’, leve-ren steden en gemeenten een strijd op leven en dood om budgettair rond te komen. in deze struggle for life komt de dienstverlening al eens zwaar onder druk te staan. afbouw van openingsuren, inkrimpen van de dienst-verlening, afbouw of zelfs ontslag van dienstverleners, etc…

denkbeeldig dat de maatschappij levenslang

zal opdraaien voor de winsten van de privé-

aandeelhouders. En of de kwaliteit van de

zorg en dienstverlening dan nog meespeelt?

Als er al één zekerheid is dan is het dit; ieder-

een is in zijn/haar leven ooit afhankelijk van

de hopelijk goede, menselijke en betaalbare

zorg…

uitbesteden…In de voortdurende zoektocht naar midde-

len laten kortzichtige bestuurders zich nogal

makkelijk verleiden tot de totale uitverkoop.

Snel geld, minder zorgen en de volgende le-

gislatuur zien we wel weer! Voor privé-inves-

teerders, met aandeelhouders die enkel pro-

centueel bevredigd kunnen worden, zijn dit

gouden tijden. Op lange termijn is deze pak-

de-poen-show natuurlijk dramatisch. Je kunt

maar één keer iets te gelde maken. Al te vaak

wordt een publiek monopolie overgenomen

door een private monopolist. En daar spelen

enkel economische belangen en motieven.

Eens een dienst uitbesteed of verkocht, zijn

er nieuwe bazen met andere wetten. Zij zul-

len in de toekomst bepalen welke diensten

tegen welke prijzen verleend zullen worden.

De kwaliteit zal niet bespreekbaar, wel een

gegeven zijn. Te nemen of te laten, als je het al

kan betalen natuurlijk…

En of het nu gaat om zorg, huisvuil, infrastruc-

tuur, informatica, etc… Een verantwoordelijke

overheid zou de uitzonderlijke uitbesteding

van diensten enkel mogen overwegen na

Egoïsme in goede tijden is makkelijk; in slechte tijden heb je

solidariteit nodig.

Page 15: Nieuwe Tijd - Maart 2014

15lokale & regionale besturen

iedereen is in zijn/haar leven

ooit afhankelijk van de hopelijk goede, mense-

lijke en betaalbare zorg

15lokale & regionale besturen

een grondige kosten/batenanalyse waarbij

de kwaliteit omschreven en gegarandeerd

kan worden, rekening houdend met de soci-

ale last. Als de overheid nog de ambitie heeft

om regulerend en corrigerend op te treden,

dan zal die overheid altijd moeten voorzien

in een volwaardig openbaar alternatief voor

de soms beursgenoteerde marktspelers. Dit

‘behoorlijk bestuur’ is een verantwoordelijke

overheid de burger verschuldigd!

Kwaliteit…Zeker nu er weer eens naar de gunst van de

kiezer moet gehengeld worden, zal geen en-

kel politicus de nood van kwalitatieve dienst-

verlening aan de burger in twijfel durven trek-

ken. Maar koken kost geld; en lekker koken...

Om goede mensen aan te trekken en te be-

houden, die kunnen instaan voor die kwa-

litatieve dienstverlening, moeten er ook

competitieve arbeidsvoorwaarden voorzien

worden. In de openbare sector worden die

behoorlijke arbeidsvoorwaarden normaliter

gegarandeerd door de statutaire benoe-

ming. In de Lokale en Regionale Besturen is

die vaste benoeming eerder de uitzondering

dan regel geworden. Dit ‘voorrecht’ is enkel

nog voorbehouden voor hogere functies of

afhankelijk van de goodwill (lees willekeur)

van de toevallige bestuurders. Waar de vaste

benoeming vroeger de objectiviteit van de

ambtenaar over de politieke legislaturen

moest helpen garanderen, is dit verworden

tot de spreekwoordelijke wortel…

Ondertussen blijft de vaste benoeming tot

nader order wel de regel bij de Vlaamse voog-

dijoverheid en de FOD’s. Is iedere ambtenaar

gelijk voor de wet/de wetgever?

sectoraal akkoordDe afspraken rond arbeidsvoorwaarden wor-

den normaliter om de 2 jaar vastgelegd in een

Sectoraal Akkoord. De gesprekken om tot een

akkoord te komen, lopen moeilijk. Om alsnog

de meubelen te redden, werden de bespreek-

punten door de toeziende Vlaamse overheid

gedevieerd naar werkgroepen. De conclusies

van deze werkgroepen worden medio maart

verwacht. Op korte termijn een eerbaar ak-

koord bereiken zou in de gegeven omstan-

digheden een klein mirakel zijn. De Vlaamse

voogdijoverheid zou moeten beseffen dat het

realiseren van een verbetering van de collec-

tieve arbeidsvoorwaarden quasi onmogelijk is

zonder input. Als er geen specifieke middelen

voorzien worden voor het afsluiten van soci-

ale akkoorden voor het collectief van het per-

soneel van Lokale en Regionale Besturen, dan

organiseer je de onvrede. Bij ontstentenis van

een budget voor sociale akkoorden moeten

de middelen hier en daar bijeengesprokkeld

worden. Een puzzel van middelen uit de Fede-

rale zorg akkoorden, een beetje VIA-middelen,

aangevuld door hier en daar een korting op

sociale zekerheid of Sociale Maribel midde-

len… Een soep!

Bijkomend zijn al die verschillende ‘potjes’ en-

kel inzetbaar voor de omschreven doelgroep,

met eigen criteria en regels. Dit zorgt ervoor

dat voorziene middelen soms niet optimaal

kunnen benut worden en ook - en jammer

genoeg vooral - voor verdeeldheid tussen de

personeelsleden die net wel of net niet onder

het toepassingsgebied (en dus in de prijzen)

vallen. Een voorbeeld van hoe het niet moet,

als alles dan toch efficiënt en effectief moet

verlopen?

Broodnodige overheid…Egoïsme in goede tijden is makkelijk; in slechte

tijden heb je solidariteit nodig. Om iedereen

van minimale rechten en dienstverlening te

verzekeren, is er een goede, efficiënte overheid

nodig. In de eerste plaats een overheid dicht

bij de mensen. Om die rol ten volle en in alle

objectiviteit te kunnen laten opnemen, zijn

er middelen nodig. Dus, Vlaanderen, niet aan

uw ‘peterschap’ verzaken, Nieuwjaar is al een

beetje voorbij, wij (ver)wachten nog steeds…

Page 16: Nieuwe Tijd - Maart 2014

16

federale overheid

Krijtlijnenvoor de evaluatie van het burgerpersoneel van defensie

Het moet voor iedereen

duidelijk zijn wat het takenpakket

inhoudt.De evaluatie geldt voor het burgerpersoneel

van defensie met uitzondering van het onder-

wijzend personeel van de KMS en Saffraan-

berg, de aalmoezeniers, morele consulenten,

het wetenschappelijk personeel van het

museum en contractuelen die werken voor

derden (bijvoorbeeld Amerikaans Leger). Het

personeel van ACOS IS en het administratief

en technisch personeel van het Museum krij-

gen een aparte regeling.

De leidend ambtenaar(= de voorzitter van de

directieraad) duidt de hiërarchische meerde-

re aan. Deze laatste is ook evaluator en heeft

steeds het statuut van rijksambtenaar.

De functionele chef is de persoon die dage-

lijks met de geëvalueerde werkt. Dit kan een

militair of burger zijn. De functionele chef

heeft als opdracht constructief mee te wer-

ken bij de bespreking van de functiebeschrij-

ving, die een reële weergave is van de huidige

functie van de geëvalueerde. De hiërarchi-

sche meerdere (= de evaluator) ontvangt de

nodige informatie van de functionele chef en

overloopt samen met de geëvalueerde het

takenpakket. Iedereen kan op- of aanmerkin-

gen maken. De hiërarchische meerdere moet

erover waken dat tijdens de hele procedure

de objectiviteit bewaard blijft. Uiteindelijk is

hij eindverantwoordelijke en zal op het einde

van de rit ook hij geëvalueerd worden. Het

moet voor iedereen duidelijk zijn wat het ta-

kenpakket inhoudt.

De evaluator is dus een ambtenaar, aangeduid

door de leidend ambtenaar. Iedere geëva-

lueerde weet wie zijn evaluator is. Dit wordt

hem bij het begin van de evaluatie meege-

deeld. Belangrijke informatie over de evalu-

atie zal via intranet gecommuniceerd worden.

Daar vind je ook bij welke contactpersoon je

terecht kan met je vragen.

Alle evaluatoren kregen vorming om de pro-

cedure in goede banen te leiden. Het is niet

de taak van de directie om een aantal perso-

nen de rekening te presenteren, maar op een

constructieve basis de loopbaan van de me-

dewerker te helpen uitbouwen.

Aangezien defensie pas begonnen is om het

nieuwe systeem uit te werken voorziet de

directie dat men pas eind maart zal rond zijn

met de functiebeschrijving en het plannings-

gesprek.

Tijdens dit gesprek wordt er verwacht dat

men niet alleen de functiebeschrijving goed

definieert maar ook de planning maakt voor

het komende werkjaar. Beide partijen (= eva-

luator en geëvalueerde) ontvangen een

basisdocument dat ze verder

kunnen aanvullen

en door

beiden ondertekend wordt. Dit document en

een duidelijke planning zijn de bouwstenen

voor een goede evaluatie.

De voorzitter van het sectorcomité heeft

duidelijk gesteld dat er geen quota voorop-

gesteld zijn in defensie. Het is vrij duidelijk:

iedereen die een ‘uitzonderlijk’ verdient, zal

dit ook krijgen. Objectiviteit is hier dan ook

nodig. Want de evaluator zal ook zijn evalu-

atie tot een goed einde moeten brengen.

In ieder geval : één ding is duidelijkheid. Bur-

gers evalueren burgers en de ‘uitzonderlijke’

ambtenaar zal beloond worden.

Ondanks alles zal ACV-Openbare Diensten de

evaluatie opvolgen en niet nalaten tussen te

komen waar nodig.

Hilde De Leeuwhet K.B. van 24 september 2013 betreffende de evaluatie van personeel in het federaal openbaar ambt werd besproken in het sectorcomité van defen-sie.

Page 17: Nieuwe Tijd - Maart 2014

federale overheid

We leveren geen bandwerk af, maar een degelijke

en kwalitatieve opleiding.

De pop-up schoolOpleidingen voor bevorderingsexamens bij de federale overheid zijn groot succes

ben we onlangs een hoofdstuk rond logisch

en abstract denken toegevoegd, omdat we

merkten dat Selor hier meer aandacht voor

had. Onze opleiding is dus continu in ontwik-

keling, om zo goed mogelijk aan te sluiten bij

het bevorderingsexamen van Selor.

De opleiding wordt aangepast en bijgeschaafd. geldt dat ook voor de lesgevers?De kwaliteit van de lesgevers is zeker een

permanent aandachtspunt. We zijn allemaal

vakbondsmilitanten die zich hebben bijge-

schoold. En we krijgen een grondige opleiding

vooraleer we voor een ‘klas’ gaan staan. Een

opleiding wordt ook altijd gegeven door 2 of

3 lesgevers. Dat zorgt niet alleen voor afwisse-

ling voor de deelnemers. Maar iedere lesgever

heeft ook zijn specialiteit. We zijn trouwens al-

tijd op zoek naar nieuwe lesgevers, maar door

die grondige voorbereiding en opleiding, kun-

nen maar 2 of 3 mensen per jaar instromen.

luc, Mita, zijn de opleidingen ook dit werkjaar weer een succes?Zeker. We hadden tot nu al ongeveer 600

deelnemers aan onze vormingen. Per werk-

jaar kunnen ongeveer 1000 mensen deelne-

men aan de vormingen. Dat is wel het maxi-

mum. We letten erop dat we geen bandwerk

afleveren, maar een degelijke en kwalitatieve

opleiding.

Vanwaar dat succes?Dit jaar organiseert Selor (het selectiebureau

van de federale overheid, nvdr) een bevorde-

ringsexamen naar niveau A voor de federale

overheid. Het is 5 jaar geleden dat dit gebeur-

de, en dus is er veel interesse. Wij organiseren

een opleiding voor het eerste algemene ge-

deelte van het examen. Wie daarvoor slaagt,

mag naar de universiteit of hogeschool om

er een opleiding te volgen op master-niveau.

Merken jullie goede resultaten van de opleiding?Ja. Wie heeft deelgenomen aan onze vor-

ming, heeft duidelijk een streepje voor. We

zien een slaagpercentage van 33%, en dat is

zeker hoger dan wie zonder opleiding aan

het examen deelneemt. We zorgen dan ook

voor een kwaliteitscontrole van onze oplei-

ding. Na iedere lesdag evalueert de lesge-

ver de vorming samen met de deelnemers.

Soms worden enkele zinnetjes aangepast

omdat ze onduidelijk zijn. Soms worden zelfs

nieuwe hoofdstukken toegevoegd. Zo heb-

Mark SaenenacV-openbare Diensten zet al enkele jaren in op vorming van onze leden. Dankzij de opleidingen zijn ze beter voorbereid op de bevordering- of wer-vingsexamens en vergoten hun slaagkansen aanzienlijk. ook bij de fede-rale overheid worden opleidingen georganiseerd. De lesgevers zijn meestal militanten. zij weten hoe de examens worden afgenomen, en kunnen onze leden dus heel gericht begeleiden in hun voorbereiding. luc Jacobs en Mita Van Damme zetten zich dit werkjaar in voor de vorming ter voorbereiding op de bevorderingsexamens bij de federale overheid.

Wat brengt de toekomst?De opleiding voor wervings- en bevorde-

ringsexamens is onze core-business en heeft

veel succes. We zullen dit dan ook niet snel

opgeven. Maar vanaf deze zomer zullen we

ook opleiding geven over evaluaties, zowel

voor geëvalueerden als voor evaluatoren. We

werken via het systeem ‘train-the-trainer’. We

selecteerden een aantal mensen om bij een

externe organisatie (Arabel vzw) de theorie

en de vaardigheden aan te leren om deze

materie goed te kunnen over brengen. Deze

mensen kunnen dan op hun beurt vorming

geven rond evaluatie, op vraag van groepen,

gewesten of instellingen. We hopen natuurlijk

dat dit ook zo’n succes wordt.

Wil je meer informatie over de opleidingen?

Neem dan contact op met cindy.decleene@acv-

csc.be

17

Page 18: Nieuwe Tijd - Maart 2014

18

vlaamse overheid

Kandidaten voor ACV-Openbare Diensten zijn

Stefanie Vermeire (titularis) en Hilde Dewulf

(vervanger).

stefanie, hilde, waarom is het zo belangrijk

om vertegenwoordigers voor het adminis-

tratief en technisch personeel te hebben in

de Raad van Bestuur?

stefanie: Reeds jaren ben ik actief als vrijge-

stelde voor het ACV en als lid van de ATP raad.

Hierbij staat het belang van het ATP voorop.

Een zitje in de Raad van Bestuur betekent mee

besturen, een stem kunnen uiten, een beleid

kunnen bepalen en uitstippelen.

hilde: Vanuit de Raad van Bestuur worden

verschillende commissies toegewezen, zoals

bijvoorbeeld de begrotingscommissie, com-

missie zelfstandig academisch personeel, com-

missie ATP... In de commissies worden de grote

lijnen uitgezet over het personeelsbeleid, de

financiering, enzovoort. De commissie ATP is

momenteel niet actief, wat we graag veran-

derd zien. Ik vind het belangrijk dat we al van

bij de commissies betrokken zijn bij de bespre-

king van de dossiers.

Universiteit Gent kiest de vertegenwoordigers administratief en technisch personeel voor de Raad van Bestuur

Welke zijn jullie belangrijkste programma-

punten?

Een eerste punt van ons programma is de cor-

recte verloning en duidelijke communicatie over

salariswijzigingen. Geen foutieve inkomstenfi-

ches meer! Er is veel onduidelijkheid rond de

inschaling van de personeelsleden. De verlo-

ning, hieraan gekoppeld, kan daardoor grote

verschillen tonen. Er zijn verdere onderhan-

delingen nodig over de eindejaarspremie! In

2014 krijgen alle personeelsleden een ecoche-

que bovenop de eindejaarspremie...Wij willen

dit op termijn uiteraard verankerd zien in het

loon.

Een tweede punt van ons programma is een

nieuwe functieclassificatie met aandacht voor

experten-loopbanen en bevorderingsmoge-

lijkheden voor iedereen. Onze huidige functie-

classificatie dateert van 2004. Ondertussen zijn

er al heel wat nieuwe functies bijgekomen met

nieuwe profielen. Een nieuwe functieclassifica-

tie dringt zich op. Met meer parameters om de

functie te wegen en meer functiefamilies om

de functies te catalogeren. Momenteel moet

men vaak ad hoc oplossingen invoeren, met

grote ongelijkheid op de werkvloer tot gevolg.

De functieclassificatie moet uitgebreid worden

met experten-loopbanen, opdat personeels-

leden die uitmuntend presteren hiervoor

beloond kunnen worden binnen hun

graad. Bewijzen dat je goed bent via een

rapport van potentieelinschatting is

overbodig als je de functie reeds jaren-

lang uitvoert! Bevorderen naar een ho-

gere graad moet kunnen op basis van

de juiste competenties en eventueel op

basis van een geschiktheidson-

derzoek per functie voor alle

categorieën.

Amélie JanssensTussen 5 en 9 mei kan het administratief en technische personeel (aTP) van ugent zijn stem uitbrengen op hun vertegenwoordigers in de Raad van Be-stuur. Deze vertegenwoordigers zetelen de komende 4 jaar in de Raad van Bestuur van de universiteit en zorgen er voor dat het aTP personeel een stem krijgt.

Een derde punt op het programma is een

uitbreiding van de aanvullende pensioenver-

zekering voor alle contractuelen! De wet op de

aanvullende pensioenen stelt dat er geen dis-

criminatie mag bestaan tussen de contractue-

len bepaalde duur en onbepaalde duur. Daar

de personeelsleden met een contract onbe-

paalde duur beschikken over een aanvullende

pensioenverzekering, is een uitbreiding naar

de contractuelen bepaalde duur een must en

wettelijk verplicht sedert 2003. Als ATP ver-

tegenwoordiger zien we toe op een correcte

uitbreiding en regularisatie van het verleden!

Een afbouw van verworven rechten kan niet

toegestaan worden.

Als laatste punt op ons programma willen we

het beleid rond psychosociaal welzijn nog ver-

der uitbreiden. Momenteel is er centraal één

vertrouwenspersoon. Op termijn dienen er

decentrale vertrouwenspersonen te komen in

alle faculteiten, die de signalen snel kunnen

doorgeven aan de centrale vertrouwensper-

soon. Van daaruit kan dan met toestemming

van het personeelslid een oplossing gezocht

worden. Om deze oplossingen te kunnen reali-

seren, moet er een solidair systeem komen van

beschikbare centrale punten om eventuele

verplaatsingen zo snel mogelijk te kunnen re-

aliseren. Vandaag stellen we vast dat verplaat-

singen over de faculteiten heen zeer moeilijk

zijn, aangezien men als faculteit het contin-

gent aan punten niet graag ziet dalen bij een

vertrek van een statutair personeelslid. Een

centrale vervangingspool met enkele punten

kan op korte termijn heel wat soelaas brengen.

Wat is jullie boodschap aan het administra-

tief en technisch personeel van ugent?

In de eerste plaats: durf stemmen! De stem-

ming is vrij, dus het is belangrijk dat de perso-

neelsleden niet vergeten om hun stem uit te

brengen. Er zal een online een verkiezings-

module beschikbaar zijn. Mensen nemen best

ook een kijkje op onze site www.acv-openba-

redienstenugent.be , daar kan je alle informatie

vinden over de verkiezingen.

durfSTEMMEN

5/5/2014 tot 9/5/2014

Verkiezingen Vertegenwoordigers ATP in de Raad van Bestuur

Stefanie Vermeire

Hilde Dewulf

TITULARIS

VERVANGER

Page 19: Nieuwe Tijd - Maart 2014

19bijzondere korpsen

Jan AdamOp 26 februari 2014 heeft ACV Politie een

sectoraal akkoord afgesloten. Er waren drie

uitgangspunten om tot dit akkoord te komen:

• Het uitvoeren van eerdere akkoorden

ofwel reeds gepubliceerd en van

kracht

ofwel in finale fase voor publicatie in

het Belgisch Staatsblad:

- Valorisatie geldelijke anciënniteit

- Bevordering loonschaal AA4 -

A4A

- Het in aanmerking nemen van de

competentietoelage voor de be-

rekening van het pensioen

- …

• Realistisch cahier gelet de korte tijdspan-

ne en de budgettaire krapte

• Eerder kwalitatieve maatregelen

coNclusiEs VaN DE oNDERhaNDEliNgENVoor wat betreft de sectorale onderhande-

lingen 2012 – 2013 werd een akkoord be-

reikt tussen de overheid en de representa-

tieve vakbonden ACV-Politie en NSPV over

de volgende items:

Zichtbaar maken van de anciënniteitTer aanvulling en verfijning van de actuele

HRM-concepten die van toepassing zijn bin-

nen de geïntegreerde politie, zal de opge-

bouwde anciënniteit gevisualiseerd worden

door de toevoeging van het kwalificatief “eer-

ste” bij de graad en dit na het verwerven van

13 jaren graadanciënniteit. Het vereiste aantal

jaren graadanciënniteit zal verminderd wor-

den met het aantal jaren dat het betrokken

personeelslid is aangesteld in de betrokken

graad.

Met het oog op het bepalen van de graadan-

ciënniteit, wordt rekening gehouden met de

sinds 01/04/2001 opgebouwde graadanciën-

niteit. Voor de Calog’ers die evenwel pas op

01/01/2002 werden ingeschaald en nu nog

steeds diezelfde graad hebben, zal het vereis-

te aantal jaren graadanciënniteit verminderd

worden met 9 maanden.

Deze maatregel is van toepassing op het ge-

hele personeel van de geïntegreerde politie

(Ops en Calog, statutair en contractueel). De

visualisering op het uniform gebeurt door

middel van een graadsymbool dat zal worden

aangebracht op het uniformstuk dat de graad

weergeeft.

Deze erkenning genereert geen bijkomende

geldelijke valorisering en behelst een auto-

noom concept.

OGP/HPK-bevoegdheid voor INP-RECHOm de werking van de recherchediensten te

optimaliseren, zullen de inspecteurs aange-

wezen voor de lokale recherche en voor een

ambt binnen DGJ, de OGP/HPK-bevoegdheid

verkrijgen. Daartoe zal de functionele oplei-

ding worden aangepast. De actuele leden van

de lokale recherche en DGJ zullen die oplei-

ding ook volgen met uitsluiting van zij die op

1 januari 2014 reeds 50 jaar zijn tenzij zij hier-

toe vrijwilliger zijn.

Op basis van vrijwilligheid kan een inspecteur

met 6 jaar kaderanciënniteit zich ook inschrij-

ven voor de opleiding OGP/HPK (geen evalu-

atie onvoldoende en, bij weigering, een gemo-

tiveerd advies van de korpschef ).

De alzo verworven hoedanigheid van OGP/

HPK beoogt de uitvoering van de daaraan ver-

ACV Politie sluit sectoraal akkoord

Over deze items werd een

akkoord bereikt tussen de overheid en de

vakbonden

bonden bijzondere bevoegdheden, niet de

verantwoordelijkheid van omkadering door

een lid van het middenkader (HINP).

Het verwerven van deze hoedanigheid zal in

aanmerking genomen worden voor de verde-

re loopbaanontwikkeling; dit zal in de ontwik-

keling van een concept van “EVC” (eerder ver-

worven competenties) opgenomen worden.

Verminderde prestaties wegens medische redenenNa uitputting van de duur van het voorziene

stelsel van verminderde prestaties wegens

ziekte, kan het betrokken personeelslid de

verminderde prestaties verlengen overeen-

komstig de in het statuut van het federaal

openbaar ambt voorziene verlengingen in

het raam van het stelsel van de verminderde

prestaties wegens een langdurige medische

ongeschiktheid.

Proeven sociale promotie CalogDe overheid engageert er zich toe die proe-

ven op een regelmatige basis te organiseren,

te weten om de twee jaar, beginnende in 2014

met een duidelijke examenkalender.

Geldigheidsduur brevetten Sociale promotie CalogVoormelde brevetten verkrijgen een geldig-

heidsduur van onbepaalde duur. Dit is ook het

Page 20: Nieuwe Tijd - Maart 2014

20

bijzondere korpsen

geval voor de reeds behaalde brevetten.

Ter zake zal een navolgend debat worden ge-

voerd m.b.t. de andere brevetten.

Frequentie directiebrevetDe overheid engageert er zich toe die proe-

ven op een regelmatige basis te organiseren,

te weten om de twee jaar tenzij de kaderbe-

hoeften voldaan zijn.

Concept en inhoud van die opleiding zullen

met de sociale partners worden geëvalueerd

in 2014.

Arbeidsongevallen – hernemingEen personeelslid dat na een arbeidsongeval

gedeeltelijk tijdelijk arbeidsongeschikt blijft,

kan aanspraak maken op de schadeloosstel-

ling voor tijdelijke arbeidsongeschiktheid (cfr.

GPI 36).

Er valt aan te stippen dat die schadeloosstel-

ling ook een forfait bevat ter vergoeding van

de niet genoten toelagen voor dienstpresta-

ties uitgevoerd op een zaterdag, een zondag,

een feestdag of tijdens de nacht. Indien het

deeltijds tewerkgestelde personeelslid even-

wel in het raam van zijn deeltijdse werkhervat-

ting dienstprestaties levert op een zaterdag,

een zondag, een feestdag of tijdens de nacht,

gelden de volgende regels:

• indien de toelagen die verschuldigd zijn

voor de reële dienstprestaties op een za-

terdag, een zondag, een feestdag of tij-

dens de nacht gelijk of groter zijn dan het

forfait → het personeelslid ontvangt de

reëel verschuldigde toelagen

• indien de toelagen die verschuldigd zijn

voor de reële dienstprestaties op een za-

terdag, een zondag, een feestdag of tij-

dens de nacht kleiner zijn dan het forfait

→ het personeelslid ontvangt het forfait.

Deze maatregel maakt onderdeel uit van het

globaal actieplan tegen geweld op politie-

ambtenaren.

Reglementair kader voor ordemaatregelenDe overheid en de representatieve vakbon-

den zijn het eens over de noodzaak om een

reglementair kader te scheppen betreffende

de ordemaatregelen. Dit moet de geldigheid

van de procedures alsmede de eerbiediging

van de wederzijdse rechten en plichten ten

goede komen. Onderhandelingen daartoe

zullen worden aangeknoopt.

Sociale maatregelen bij optimalisatieEen Change-team zal de optimalisa-

tiebeweging van de federale poli-

tie alsmede bepaalde delen van de

opdrachtbrief van de commissaris-

generaal en het NVP faciliteren. Via

programma’s en projecten zullen er

voorstellen ontwikkeld worden voor

validatie op het directiecomité. Het

change-team houdt het overzicht,

waakt over de coherentie van de

programma’s en het integreren van

welzijnsaspecten en begeleidende maatrege-

len. Dit team zal ook regelmatig en proactief

feedback geven aan de vakorganisaties. Het is

tijdens deze vergaderingen dat de specifieke

sociale maatregelen aan bod zullen komen.

Die maatregelen zullen vervolgens, zo nodig,

worden voorgelegd aan het hoog overlegco-

mité dan wel aan het onderhandelingscomité.

Deze aanpak zal model staan voor andere re-

organisaties en fusies.

Syndicaal statuut - omzendbriefTen behoeve van de werkgevers en de syndi-

cale organisaties zal een omzendbrief worden

uitgevaardigd (reeds onderhandeld) met be-

trekking tot de toepassing van het syndicaal

statuut binnen de geïntegreerde politie. Het

doel van die verduidelijkingen is bij te dragen

tot het optimaliseren van de sociale dialoog

en de werking van de diensten alsmede het

verhogen van het welzijn, de veiligheid en de

hygiëne op het werk.

Het uitzonderlijk verlof voor de begeleiding van bepaalde personenDe bepalingen die dienaangaande van toe-

passing zijn binnen het federaal openbaar

ambt, zullen worden opgenomen in het RPPol.

Geweld tegen politieambtenarenDe overheden bevestigen hun respectieve

engagementen vervat in het protocol nr 309.

De vier werkgroepen en de overkoepelende

ministeriële stuurgroep zetten hun werkzaam-

heden en vergaderingen verder en het item

zal geregeld worden geagendeerd op het

onderhandelingscomité. Om de vooruitgang

te kunnen meten, wordt een geactualiseerde

stand van zaken van de werkzaamheden bin-

nenkort op onze website www.acvpolitie.be

gepubliceerd.

Page 21: Nieuwe Tijd - Maart 2014

21vervoer

Hierover werden een reeks cao’s afgesloten.

Bij de ‘openbare diensten’ verwijzen wij naar

de cao van 21 november 2013 en naar de cao

van 13 februari 2014. De cao’s voor de sec-

toren ‘speciale diensten’ en ‘autocardiensten’

werden getekend op 13 februari 2014.

Een kort overzicht:

openbare autobusdiensten• Niet-recurrente bonus:

In de cao van 21 november 2013 werd af-

gesproken dat een niet-recurrente bonus

van 140 euro (bruto) wordt uitbetaald. In

de cao van 13 februari wordt het toeken-

ningsplan, ons opgelegd door de wet,

opgenomen.

In de maand augustus 2014 zal een bo-

nus van 140 euro bruto (niet-recurrent)

worden uitbetaald aan de voltijdse werk-

nemers van de sector die tijdens de refer-

teperiode tewerkgesteld waren. Het be-

drag van de bonus wordt geproratiseerd

in functie van de arbeidsprestaties. Voor

werknemers die in dienst zijn getreden in

de loop van de referteperiode wordt de

bonus berekend pro rata van 1/181ste per

gepresteerde (of gelijkgestelde) dag.

Deze bonus kan slechts worden uitbe-

taald indien de algemene doelstelling

wordt gehaald. Het betreft een verhoging

van de ontvangsten van de VVM tijdens

AUTOBUS-AUTOCARUitvoering van de sociale programmatie 2013-2014! Een stand van zaken

de periode van 1 januari 2014 tot en met

30 juni 2014 (referteperiode) ten opzichte

van de periode van 1 januari 2013 tot en

met 30 juni.

• Fietsvergoeding: met ingang van 1 janu-

ari 2014 is deze vergoeding opgetrokken

naar 0,21 euro/kilometer;

• anciënniteitsverlof: met ingang van 1

januari 2014 wordt een dag anciënniteits-

verlof ingevoerd voor alle leden van het

rijdend personeel met vier jaar anciën-

niteit. De toekenning ervan gebeurt op

basis van de dienstanciënniteit verwor-

ven op 1 juli van het toekenningsjaar. Bij

deeltijdse tewerkstelling wordt het anci-

enniteitsverlof geproratiseerd in functie

van het arbeidsregime;

• geldelijke loopbaan: het einde van de

geldelijke loopbaan wordt vanaf 1 janu-

ari 2014 verlengd met de toekenning van

een halve biënnale na 2 jaar.

• uniform: de werkgevers die werkkledij

ter beschikking stellen betalen een jaar-

lijkse vergoeding voor het onderhoud van

de kledij van 26,88 euro per jaar. De werk-

gevers die geen werkkledij ter beschik-

king stellen betalen een maandelijkse

vergoeding van 8,05 euro per maand. De

sjaal, de muts, het thermisch ondergoed

en de fleece worden aan de kledijmassa

toegevoegd.

Jan Coolbrandtop het einde van 2013 werd in de verschillende sectoren ‘openbare auto-busdiensten’, ‘speciale diensten’ en ‘autocardiensten’ een akkoord afgeslo-ten over de sociale programmatie ‘2013-2014’.

Het besef groeit dat het openbaar

vervoer niet stopt aan de gewestgrenzen.

Page 22: Nieuwe Tijd - Maart 2014

22

vervoer

speciale dienstenOp 13 februari 2014 is in het paritair comité

een cao afgesloten over de toekenning van

een ecocheque van 125 euro. De ecocheque

wordt elk jaar uitbetaald uiterlijk voor 30 juni

van het betreffende toekenningsjaar. Een eer-

ste keer dus in 2014.

Chauffeurs die minimum vijf opeenvolgende

jaren tewerkgesteld zijn in hetzelfde bedrijf

hebben recht op deze ecocheque. De duur

van de prestaties speelt geen rol. Aan deze

voorwaarde moet voldaan worden in de loop

van de maand januari van het betreffend jaar.

Voor het bepalen van het bedrag (volledig of

gedeeltelijk) wordt zoals bij de berekening van

de eindejaarspremie rekening gehouden met

volgende elementen: de berekening gebeurt

over een referteperiode van 12 maanden.

Voor diegenen die geen 12 maanden tewerk-

gesteld zijn geweest wordt het bedrag prorata

het aantal maanden berekend. Een effectieve

prestatie van 10 dagen geldt voor een volle-

dige maand. De wettelijke vakantiedagen en

de afwezigheidsdagen als gevolg van ziekte of

arbeidsongeval worden gelijkgesteld met da-

gen arbeidsprestaties met een maximum van

zes maanden.

Deeltijdse chauffeurs krijgen het bedrag van

125 euro prorata hun wekelijkse arbeidsduur.

Chauffeurs die tussen januari en het tijdstip van

de uitbetaling uit dienst treden behouden hun

rechten. De uitbetaling gebeurt uiterlijk op 30

juni van elk jaar. In ons geval dus 30 juni 2014.

Vanaf 1 januari 2014 wordt de nachtvergoe-

ding verhoogd tot 1 euro per uur.

autocardienstenOok in deze sector moeten de chauffeurs mi-

nimum 5 opeenvolgende jaren bij dezelfde

werkgever hebben gewerkt om het recht te

‘openen’. De duur van de prestaties speelt

geen rol. Ook de aard van de arbeidsovereen-

komst speelt geen rol.

Op het moment dat het recht is geopend,

wordt voor het vaststellen van het bedrag

(volledige of gedeeltelijk) teruggrepen naar

de toepassingsmodaliteiten van de einde-

jaarspremie ‘autocar’.

In tegenstelling tot de speciale diensten wordt

nog een voorwaarde opgelegd. Chauffeurs

die in 2013 geen zes maanden hebben ge-

werkt hebben geen recht.

Chauffeurs die in 2013 in dienst zijn getre-

den krijgen het bedrag pro rata het aantal

gewerkte maanden. Chauffeurs die in 2013

ziek of arbeidsongeschikt zijn geweest krij-

gen het bedrag prorata het aantal maanden

arbeidsprestaties. Een effectieve prestatie van

10 dagen geldt voor een volledige maand.

Wettelijke vakantiedagen en ziektedagen (en

arbeidsongeval) worden gelijkgesteld met da-

gen arbeidsprestaties met een maximum van

6 maanden.

Deeltijdse chauffeurs krijger het bedrag van

125 euro prorata hun wekelijkse arbeidsduur.

Chauffeurs die uit dienst treden tussen januari

en 30 juni 2014 behouden hun rechten.

De uitbetaling gebeurt uiterlijk op 30 juni van

elk jaar. In dit geval: 30 juni 2014.

Voor meer informatie kan u altijd op onze

website www.acvbuscar.be terecht. Voor in-

formatie over de ecocheques verwijzen wij

naar www.ecocheques.be

uitbetaling van de vakbondspremieBegin maart starten wij met de uitbeta-

ling van de vakbondspremie 2013 (uitbe-

taald in 2014).

Voor een voltijdse werknemer bedraagt

de premie 135 euro. Voor een deeltijdse

werknemer 67,50 euro.

Wat moet je hiervoor doen? Je bezorgt

je legitimatiekaart, dat je per post werd

bezorgd, aan uw vakbondsafgevaardigde

van je bedrijf of je bezorgt dit attest aan

uw ACV-secretariaat.

Nieuwe uurlonen garagepersoneelDe nieuwe uurlonen van het garageper-

soneel (vanaf 1 januari 2014) vinden jullie

op onze website www.acvbuscar.be

Page 23: Nieuwe Tijd - Maart 2014

vervoer 23

Jan CoolbrandtEerst het goede nieuws. Tijdens de bijeenkomst van het paritair comité van 4 februari jl. werd onze cao ‘brugpensioen’ verlengd tot eind december 2016. het gaat hier over het brugpensioen op 55 jaar met een loopbaan van 38 jaar, en op 58 jaar voor werknemers met een loopbaan van 25 jaar.

De Lijn:Twijfels!

ReorganisatieEr valt niet zo veel (goed?) nieuws te vertel-

len over de fameuze reorganisatie ‘De Lijn

van de toekomst’. Medewerkers hebben

ondertussen hun persoonlijke brief ontvan-

gen en weten waar ze staan. Alhoewel! Heel

wat medewerkers tasten nog in het duister,

ondanks het feit dat het jobcenter op volle

toeren draait. Het is nog te vroeg om hier-

over een definitief oordeel te vellen. Toch

hopen we dat onze vrees niet zal worden

bevestigd. Deze reorganisatie heeft alles in

zich om heel wat trouwe en goede mede-

werkers teleur te stellen. Sommigen onder

hen zullen zich ondergewaardeerd voelen,

anderen overbodig. Van verspilling van ta-

lent gesproken. Net op het moment dat

men wil inzetten op talentmanagement…

Medewerkers zullen nieuwe functies, an-

dere taken toegewezen krijgen. In de mate

dat zij hierin begeleid en gesteund en on-

dersteund kan dit lukken. Hopelijk wordt

ook geen ‘talent’ verkwist. Hier ligt ook een

grote verantwoordelijkheid bij het hoge en

middenkader.

Medewerkers zullen ook anders moeten

gaan werken. De transitieperiode voor de

implementatie van de reorganisatie is van

start gegaan. De eerste afdelingen verdwij-

nen in de entiteiten en de centrale diensten.

De nieuwe gemeenschappelijke diensten

worden in de entiteiten opgestart. Onder-

tussen is men ook volop bezig aan de voor-

bereiding van de implementatie van ERP.

Kwaliteit We kunnen natuurlijk niet op de zaken voor-

uit lopen maar ook hier moeten we de vrees

uitdrukken, dat ondanks de goede intenties

en inzet van iedereen, de kwaliteit van onze

dienstverlening aan onze medewerkers er,

zeker in eerste instantie, niet zal op voor-

uit gaan. We hebben steeds gezegd dat het

succes van deze reorganisatie staat of valt

met een goeie dienstverlening naar o.a.

onze werknemers. Als het moet zullen wij

De Lijn hierop ook appelleren.

Voor wat de directie ‘Techniek’ betreft,

hebben wij tijdens het paritair comité van

februari de gelegenheid gehad om onze

vragen, verzuchtingen en opmerkingen

aan de directie over te maken. Het betreft

de organisatiestructuur, de organogram-

men, de invulling van de nieuwe organisa-

tiestructuur, de functies(-beschrijvingen),

de inschaling van bepaalde functies. Bij

het ter perse gaan, hadden wij nog geen

concrete antwoorden vanwege de directie.

Vreemd, want deze plannen liggen nu toch

al een tijdje op tafel. Mogen wij hier toch

een pleidooi houden voor duidelijkheid en

continuïteit? Mogen wij onze zorg uiten

over ‘onze’ technische diensten’? En mogen

wij de directeur-generaal geloven wanneer

hij zegt dat het net de bedoeling is om onze

technische diensten sterker, performanter

te maken? Waarom geloven wij, en de me-

dewerkers, dat nog niet?

Uiteraard worden in het licht van de verkiezingen politieke spelletjes

gespeeld

Binnenkort wil De Lijn de gesprekken op-

starten over de harmonisatie van de loon-

en arbeidsvoorwaarden. Het zogenaamde

‘regelset’-dossier. De Lijn wil omwille van

het gelijkheidsprincipe – laten we daar nu

eventjes van uitgaan –, en omwille van SAP

àlle regels onder de loep nemen en ‘gelijk

trekken’. Dit is geen simpele oefening en

raakt ook aan wezenlijke elementen van

onze loon- en arbeidsvoorwaarden. We zul-

len hier omzichtig te werk moeten gaan.

En voor de duidelijkheid. De Lijn zal moeten

beseffen dat wij ook lokale afspraken niet

met een vingerknip ongedaan zullen ma-

ken. Deze lokale en andere afspraken zor-

gen er met name voor dat de kern, de mo-

tor van onze activiteiten, t.t.z. de exploitatie

en de technische diensten blijven draaien.

Houden zo!

Nu wij toch onze twijfels uiten, kunnen

wij er niet onderuit dat De Lijn de laatste

tijd ook extern onder druk staat. Uiteraard

worden in het licht van de verkiezingen

politieke spelletjes gespeeld en worden re-

keningen vereffend. Trouwens een treurig

schouwspel, als je ons vraagt!

Dit is alvast geen goed nieuws show. Wij

durven er alvast aan twijfelen dat hierachter

goede bedoelingen schuil gaan!

Page 24: Nieuwe Tijd - Maart 2014

Joris Lermytteom mensen aan te zetten tot langer werken pleiten veel partijen er vandaag voor om meer nadruk te leggen op de lengte van de loopbaan. leeftijds-grenzen worden dan minder belangrijk. Te veel nadruk op de loopbaanduur dreigt evenwel onze pensioenstelsels uit evenwicht te brengen.

Een evenwichtig pensioenstelsel looptop twee benen

leeftijd en loopbaanLanger werken blijft hoog op de agenda

staan. Wie langer werkt, betaalt immers

langer bijdragen en ontvangt minder lang

een pensioen, zo luidt de redenering. Dat

komt de financiën ten goede. De huidige

pensioenhervorming verstrengt reeds de

loopbaanvoorwaarden voor vervroegd

pensioen, waardoor we reeds langer aan de

slag moeten blijven. Vervroegd pensioen op

62 jaar, na een loopbaan van 40 jaar wordt

nu de norm. Na een lange loopbaan van

42 jaar is het mogelijk om vanaf 60 jaar te

vertrekken. Na een loopbaan van 41 jaar op

61 jaar. Wie aan geen van deze voorwaar-

den voldoet kan pas met pensioen vanaf

de pensioenleeftijd. Die ligt op 65 jaar. De

pensioenleeftijd is dus de leeftijd vanaf

wanneer iedereen met pensioen kan, on-

geacht de lengte van de loopbaan. Voor de

aanvang van het pensioen spelen loopbaan

en leeftijd dus beide een cruciale rol. Dat is

overigens niet het geval bij de berekening

van het pensioenbedrag. Dat wordt bepaald

door de loopbaan en het inkomen.

loopbaanduurVandaag pakken de partijen uit met voor-

stellen om de loopbaaneis voor vervroegd

pensioen op te trekken tot 42 jaar of zelfs 45

jaar. Op die manier zouden we met z’n allen

langer aan de slag blijven. Daarenboven zou

dit ook een vereenvoudiging betekenen. De

lat zou voor iedereen gelijk komen te liggen.

Het grote gevaar bij dit soort voorstellen is

dat ze aantrekkelijk lijken omwille van hun

schijnbare logica en eenvoud, maar dat ze

in de praktijk heel wat mensen uitsluiten.

Meer nadruk op de loopbaanduur betekent

dat iedereen die niet voldoet aan een loop-

baaneis langer zal moeten gaan werken.

Loopbaankeuzes uit het verleden zullen

hierdoor een grotere impact gaan krijgen.

In de praktijk betekent dit vooral dat wie in

het verleden bepaalde periodes niet heeft

gewerkt, zonder daarvoor een vervangings-

inkomen te krijgen, in de toekomst langer

zou moeten gaan doorwerken. Wie recht

had op een vervangingsinkomen heeft im-

mers recht op een gelijkstelling, waardoor

die periode meetelt voor het pensioen.

De vraag is dan wie langer zal moeten

gaan werken. Op de eerste plaats zullen dat

vrouwen zijn. We weten dat tien jaar gele-

den slechts 1/3e van de vrouwen bij hun

pensioen een loopbaan van 40 volle jaren

of langer konden voorleggen. Slechts 1/4e

haalde 42 volle jaren. Bij de mannen bereik-

te slechts 1 op 6 geen 40 loopbaanjaren, en

1 op 4 geen 42 loopbaanjaren. De illusie dat

Langer werken blijft hoog op

de agenda staan.

alleen de wereldreizigers het gelach zullen

betalen, kunnen we beter achterwege laten.

solidariteit en verzekering Vandaag wordt het evenwicht tussen de

twee benen van ons pensioenstelsel, het

verzekeringsprincipe en het solidariteits-

principe bereikt door belang te hechten aan

zowel de loopbaan, als de leeftijd. Enerzijds

bepaalt de loopbaan de omvang van het

pensioen. Wie minder lang gewerkt heeft,

krijgt dan ook op de eerste plaats een la-

ger pensioen. Het pensioenbedrag wordt

zo gestuurd door het verzekeringsprin-

cipe. De leeftijdgrenzen voegen dan weer

solidariteit toe. De pensioenleeftijd is voor

iedereen gelijk en waarborgt dat iedereen

op een bepaald moment recht heeft op

een pensioen. De loopbaanvereisten voor

vervroegd pensioen dalen met de leeftijd.

Op die manier is het pensioenstelsel niet

uitsluitend een verzekering, maar zorgt het

ook voor een sociale correctie. Daarmee is

het stelsel in evenwicht. Wie meer nadruk

wil gaan leggen op het verzekeringsaspect

zal ons pensioenstelsel uit balans brengen.

De sociale rekening zal dan betaald worden

door zij die vandaag op mededogen kun-

nen rekenen.