“normen en waarden” een driejaarlijkse ldr update! · pdf filelassen en 1090-2,...

48
Lassen EN 1090-2, 2013 11-12-2013 (C) Henk J.M. Bodt, 2009, 2013 1 “Normen en waarden” een driejaarlijkse LDR update! 2 ‘Normen en Waarden’… in 2013 EN 1090 Hoe staat het ermee? Nieuw: EN-ISO 9606-1:2013 “Het kwalificeren van lassers – Smeltlassen ‘Deel 1: Staal”. Nieuw: EN-ISO 14732:2013: “Laspersoneel - Het kwalificeren van bedieners en stellers voor het gemechaniseerd en automatisch lassen van metalen”. Ter commentaar: een nieuwe “Working Draft” EN ISO 15614-1. 11 december 2013

Upload: nguyenhanh

Post on 18-Mar-2018

230 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

Lassen EN 1090-2, 2013 11-12-2013

(C) Henk J.M. Bodt, 2009, 2013 1

“Normen en waarden”

een driejaarlijkse LDR update!

2

‘Normen en Waarden’… in 2013

• EN 1090 Hoe staat het ermee?

• Nieuw: EN-ISO 9606-1:2013 “Het kwalificeren

van lassers – Smeltlassen ‘Deel 1: Staal”.

• Nieuw: EN-ISO 14732:2013: “Laspersoneel -

Het kwalificeren van bedieners en stellers voor

het gemechaniseerd en automatisch lassen van

metalen”.

• Ter commentaar: een nieuwe “Working Draft”

EN ISO 15614-1.

11 december 2013

Lassen EN 1090-2, 2013 11-12-2013

(C) Henk J.M. Bodt, 2009, 2013 2

3

Programma!

• Stand van zaken EN 1090 ▫ CPR

▫ FPC

▫ Bottle necks o.a.

Snijden en boren

Richten

Hechten

Uitvoeringsklassen

• Laspersoneel ▫ EN-ISO 9606-1 Lasserskwalificatie

▫ EN-ISO 14732 Operateur kwalificatie

▫ EN-ISO 14731 Lascoordinatie

• Lasmethodekwalificatie, nieuwe norm!

• Discussie….

LDR ‘Normen en Waarden’… 2013

4

CPD en CPR…???

“Construction Products Directive” en

“Construction Products Regulation”….

(“Bouwproduktenrichtlijn“ en “Bouwproduktenverordening“)

• De CPD (89/106/EEC) is op 9 maart 2011 door CPR (305/2011)

vervangen.

• De CPR concentreert zich op de positie van de aangemelde instanties

(Notified Body, NB) en TBI (Technische BeoordelingsInstantie, TAB).

• Het doel van CPD/CPR is om betrouwbare informatie te verstrekken

over bouwproducten met betrekking tot hun prestaties.

• Dit wordt bereikt door middel van een "gemeenschappelijke technische taal" en biedt

gestandaardiseerde evaluatiemethoden voor de uitvoering van de bouw.

Lassen EN 1090-2, 2013 11-12-2013

(C) Henk J.M. Bodt, 2009, 2013 3

5

Doelstelling

CPR

Deze verordening is van toepassing op voor de bouw

bestemde producten, voor zover de fundamentele

voorschriften voor bouwwerken, daarmee in verband

staan.

In deze verordening wordt onder „voor de bouw bestemde

producten” verstaan producten die worden vervaardigd om

blijvend deel uit te maken van bouwwerken, waaronder

zowel gebouwen als kunstwerken zijn begrepen.

6

Toepassing van EN 1090 wettelijk verplicht?!!

Lassen EN 1090-2, 2013 11-12-2013

(C) Henk J.M. Bodt, 2009, 2013 4

7

Wat is wat?

CPR

1. „Bouwproduct”: elk product of kit dat wordt vervaardigd

en in de handel wordt gebracht om blijvend te worden

verwerkt in bouwwerken of delen ervan, en waarvan de

prestaties gevolgen hebben voor de prestaties van het

bouwwerk met betrekking tot de fundamentele eisen

voor bouwwerken;

2. „Kit”: een bouwproduct dat door één fabrikant in de

handel wordt gebracht met ten minste twee

afzonderlijke componenten die gecombineerd moeten

worden om in het bouwwerk te worden verwerkt;

3. „Bouwwerken”: bouwkundige en civieltechnische

werken;

8

FUNDAMENTELE EISEN VOOR BOUWWERKEN

CPR

Het bouwwerk als geheel en ook de afzonderlijke delen ervan moeten

geschikt zijn voor het beoogde gebruik, in het bijzonder rekening gehouden

met de gezondheid en de veiligheid van de personen die er tijdens de hele

levenscyclus van het bouwwerk bij betrokken zijn. Bij normaal onderhoud

moeten bouwwerken gedurende een economisch redelijke levensduur aan

onderhavige fundamentele eisen voor bouwwerken voldoen.

1. Mechanische weerstand en stabiliteit

2. Brandveiligheid

3. Hygiëne, gezondheid en milieu

4. Veiligheid en toegankelijkheid bij gebruik

5. Bescherming tegen geluidshinder

6. Energiebesparing en warmtebehoud

7. Duurzaam gebruik van natuurlijke hulpbronnen

Lassen EN 1090-2, 2013 11-12-2013

(C) Henk J.M. Bodt, 2009, 2013 5

9

Hoe fundamentele eisen definiëren?

CPR

De link tussen “bouwproducten” en “fundamentele eisen”

wordt gegeven door:

• „Essentiële kenmerken”: kenmerken van het

bouwproduct die verband houden met de

fundamentele eisen voor bouwwerken;

En wordt gedefinieerd als:

• „Prestaties van een bouwproduct”: de prestaties met

betrekking tot de essentiële kenmerken, uitgedrukt in

niveau of klasse of op beschrijvende wijze;

10

De geharmoniseerde norm

CPR

Tot slot, het verband tussen de bouw bestemde producten,

met hun essentiële kenmerk, en de werken, met hun

fundamentele eisen, kan worden "uitsluitend" bereikt door

de conformiteit van het product met een Europese

"geharmoniseerde technische specificatie (meestal de

geharmoniseerde norm)"

De essentiële kenmerken van bouwproducten worden

vastgelegd en opgenomen in de geharmoniseerde

technische specificaties (normen), alsook de criteria die

moeten worden gebruikt voor de fabricage van de

producten zelf en het beginsel voor de

conformiteitsbeoordeling

Lassen EN 1090-2, 2013 11-12-2013

(C) Henk J.M. Bodt, 2009, 2013 6

11

http://eur-lex.europa.eu/LexUriServ/LexUriServ.do?uri=OJ:C:2013:186:0024:0061:NL:PDF

• EN 1090-1 refereert op veel plaatsen aan EN 1090-2 en 1090-3!

EN 1090 -1 Geharmoniseerd !

CPR

12

Type product

CPR

De aard van het product "Structurele metalen, materiaal

en toebehoren" omvat:

• Basismaterialen (platen en profielen)

• Lastoevoegmaterialen

• Structurele metalen onderdelen

• Structurele connectoren (bouten, moeren, etc.).

De geharmoniseerde norm voor de structurele metalen

onderdelen is de EN 1090-1!

Lassen EN 1090-2, 2013 11-12-2013

(C) Henk J.M. Bodt, 2009, 2013 7

13

Essentiële kenmerken

EN 1090-1

Eisen

Basisproducten

Toleranties op afmetingen en vorm

Lasbaarheid

Breuktaaiheid

Constructieve kenmerken:

Draagvermogen

Vermoeingssterkte

Brandwerendheid

Vervormingen in bruikbaarheidsgrenstoestand

Reactie bij brand

Gevaarlijke stoffen

Weerstand tegen stootbelasting

Duurzaamheid

14

Taakverdeling (Fabrikant en NoBo)

Taken Inhoud van de taak

Taken onder

verantwoorde-

lijkheid van de

fabrikant

Aanvangstypebeproeving Van toepassing zijnde

parameters die verband houden

met de prestatie kenmerken

van tabel ZA.1

Fabrieksproductiebeheersing (FPC) Van toepassing zijnde

parameters die verband houden

met de prestatiekenmerken van

tabel ZA.1

Nemen van proefstukken, beproeving en keuring

in de fabriek

Van toepassing zijnde

kenmerken van tabel ZA.1

Taken voor de

geaccrediteerde

instelling Certificeren van FPC

door een

geaccrediteerde

instelling op basis van:

Aanvangs- keuring

van fabriek en van

FPC

Van toepassing zijnde

parameters die verband houden

met de kenmerken van tabel

ZA.1

Continu toezicht,

beoordeling en goed-

keuring van FPC

Van toepassing zijnde

parameters die verband houden

met de kenmerken van tabel

ZA.1

Lassen EN 1090-2, 2013 11-12-2013

(C) Henk J.M. Bodt, 2009, 2013 8

15

Fabrieksproductiebeheersing (FPC)

EN 1090-1

De fabrikant moet een fabrieksproductiebeheersing-systeem (FPC)

opzetten, documenteren en onderhouden om te waarborgen dat de op

de markt gebrachte producten voldoen aan de verklaarde

prestatiekenmerken.

Beschrijving in Bijlage B van de EN 1090-1, met nadere toelichting

over:

• Personeel,

• Gereedschappen en machines,

• Proces van constructief ontwerpen,

• Basisproducten gebruikt in de fabrikage

• Onderdelen specificatie

• Productbeoordeling

• Niet-conforme producten

16

Certificatieinstelling (NoBo) (1)

1. Onderzoek naar de fabrieksproductiebeheersing zoals

geschreven in het handboek.

2. Eerste inspectie van de fabriek en van de praktische

uitvoering en documentatie van de FPC volgens een

checklist van de NoBo.

3. Evaluatie van de conformiteit van de FPC met de eisen

van EN 1090-1.

4. Certificering van de Fabrieksproductiebeheersing door

de afgifte van een certificaat.

5. Permanente bewaking van FPC.

Lassen EN 1090-2, 2013 11-12-2013

(C) Henk J.M. Bodt, 2009, 2013 9

17

Permanente bewaking – Intervallen (1) 17

B.4.1 Algemeen

De eerste controle moet één jaar na de eerste beoordeling

worden uitgevoerd.

De hoeveelheid inspecties kan worden verminderd zolang

geen van de volgende situaties zich voordoet:

Hernieuwing of wijziging van de relevante instellingen;

Veranderen van lascoördinator;

Introductie van nieuwe lastechnieken, ...;

Introductie van nieuwe en relevante voorzieningen.

(Zie tabel volgende sheet)

18

Permanente bewaking – Intervallen (2)

Uitvoeringsklasse lntervallen tussen keuringen van de FPC

van de fabrikant na de ITT (Jaren)

EXC1 en EXC2 1-2-3-3

EXC3 en EXC4 1-1-2-3-3

Tabel 8.3 - lntervallen van routinetoezicht

Lassen EN 1090-2, 2013 11-12-2013

(C) Henk J.M. Bodt, 2009, 2013 10

De EN 1090-2

20

Lastechnische opzet van EN 1090-2

• Algemeen

• Lasplan

• Acceptabele lasprocessen

• Kwalificatie van lasmethoden

• Kwalificatie van lassers en lasoperators

• Lascoördinatie

• Voorbewerking en uitvoering van lassen

• Acceptatie criteria

• Lassen van roestvast staal

• Verplichte aanvullende informatie

• Keuzemogelijkheden

• Richten

• Toelaatbare lastoevoegmaterialen

Lassen EN 1090-2, 2013 11-12-2013

(C) Henk J.M. Bodt, 2009, 2013 11

21

Meest gehoorde problemen

EN 1090-2 Bottle necks

1. Lascoordinatie (later)

2. Snijden

3. Richten

4. Hechten

5. Executie klasse

6. Hoe te handelen met nieuwe versie normen

(later)

22

Snijden - boren

EN 1090-2 Bottle necks

Er moeten vier proefstukken zijn geproduceerd van het

basisproduct dat met het proces moet zijn gesneden:

1. een rechte snede van het dikste basisproduct;

2. een rechte snede van het dunste basisproduct;

3. een scherpe hoek van een representatieve dikte;

4. een boog van een representatieve dikte.

Op de beide rechte proefstukken moeten metingen zijn

gedaan over tenminste 200 mm lengte en op de eisen van

de vereiste kwaliteitsklasse zijn gecontroleerd.

Hoe….?

Lassen EN 1090-2, 2013 11-12-2013

(C) Henk J.M. Bodt, 2009, 2013 12

23

Snijden – boren (2)

EN 1090-2 Bottle necks

Productnorm Staalsoort Waarde voor hardheid

EN 10025-2 tot en met -5

S235 tot S460 380

EN 10210-1, EN 10219-1

EN 10149-2 en EN 10149-3 S260 tot S700

450

EN 10025-6 S460 tot S690

NOOT Deze waarden zijn in overeenstemming met EN ISO 15614-1,

geldend voor staalsoorten als opgesomd in ISO/TR 20172.

Tabel 10 – Toegestane maximale waarden

voor de hardheid (HV 10)

24

EN 1090-2 Bottle necks

• Bij richten met de brander, moet de maximale staaltemperatuur en de afkoelingsprocedure beheerst worden.

• Voor EXC3 en EXC4 moet methodebeschrijving worden gemaakt. Deze moet op zijn minst omvatten:

▫ maximale staaltemperatuur en afkoelingsmethode;

▫ methode van verwarmen;

▫ methode gebruikt voor temperatuurmetingen;

▫ resultaten van beproevingen uitgevoerd voor goedkeuring van methode;

▫ aanduiding van personeel dat bevoegd is om methode toe te passen.

Richten met de brander

Lassen EN 1090-2, 2013 11-12-2013

(C) Henk J.M. Bodt, 2009, 2013 13

25

EN 1090-2 Bottle necks

• Bij EXC2, EXC3 en EXC4: gekwalificeerde lasmethode verplicht.

• Alle hechtlassen die niet worden opgenomen in uiteindelijke las moeten verwijderd worden.

• Hechtlassen die in uiteindelijke las zullen worden opgenomen moeten geschikte vorm hebben en worden gelegd door gekwalificeerd lassers.

• Hechtlassen moeten vrij zijn van lasfouten en moeten vóór het uiteindelijke lassen zorgvuldig worden gereinigd. Gescheurde hechtlassen moeten worden verwijderd.

Hechtlassen

26

Uitvoeringsklassen (EXC’s)

EN 1090-2 Bottle necks

• EXC1 t/m EXC4 (eenvoudig ►kritisch)

• Wordt bepaald door:

Gevolgklassen (Consequence Class, CC)

Productiecategorieën (Production Category,

PC)

Gebruikscategorieën (Service Category, SC) (Nu in EN 1090-2 Bijlage B, binnenkort beschreven in EN 1993-1)

Beslissing: (meestal) Contract!!

Gevolg Laag Gemiddeld Hoog

Gebruik Stat. Dyn. Stat. Dyn. Stat. Dyn.

Productie Eenv. EXC1 EXC2 EXC2 EXC3 EXC3 EXC3

Moeilijk EXC2 EXC2 EXC2 EXC3 EXC3 EXC4

Lassen EN 1090-2, 2013 11-12-2013

(C) Henk J.M. Bodt, 2009, 2013 14

© Henk Bodt, 2013 27

EN 1090-2 Bottle necks

Geldigheid lasmethodekwalificaties

Standaard is lasmethodekwalificatie onbeperkt geldig, maarrrrr…..

Beperkingen in de EN 1090!!

Deze eist extra beproevingen voor lasprocessen die NIET in “gebruik” zijn:

a) van één tot drie jaar:

productie lasproef voor staalsoorten > S355. Onderzoek: visuele keuring, radiografische of ultrasone keuring (behalve hoeklassen),

magnetisch of penetrant onderzoek, macro beoordeling en hardheidsmeting.

b) voor periode meer dan drie jaar:

1) macro, van productieproef moet worden gekeurd voor

staalsoorten ≤ S355,

of

2) moeten nieuwe methodebeproevingen worden uitgevoerd voor

staalsoorten > S355.

28

Programma!

Stand van zaken EN 1090 CPR

FPC

Bottle necks o.a.

Snijden en boren

Richten

Hechten

Uitvoeringsklassen

• Laspersoneel ▫ EN-ISO 9606-1 Lasserskwalificatie

▫ EN-ISO 14732 Operateur kwalificatie

▫ EN-ISO 14731 Lascoordinatie

• Lasmethodekwalificatie, nieuwe norm!

• Discussie….

LDR ‘Normen en Waarden’… 2013

Lassen EN 1090-2, 2013 11-12-2013

(C) Henk J.M. Bodt, 2009, 2013 15

LASPERSONEEL

30

EN-ISO 9606-1 (1)

• Lasser moeten worden gekwalificeerd volgens

EN 287-1

nu dus de EN-ISO 9606-1,

lasoperators volgens EN 1418,

nu dus de EN-ISO 14732!

• En nu….?

Lassen EN 1090-2, 2013 11-12-2013

(C) Henk J.M. Bodt, 2009, 2013 16

31

EN-ISO 9606-1 (2)

EN ISO:

• EN 287-1: 2011 Deel 1: Staal

• ISO 9606-1: 2012 Deel 1: Staal

• EN-ISO 9606-2: 2005 Deel 2: Aluminium

• EN-ISO 9606-3: 1999 Deel 3: Koper (oude 287 vorm)

• EN-ISO 9606-4: 1999 Deel 4: Nikkel (oude 287 vorm)

• EN-ISO 9606-5: 2000 Deel 5: Ti & Zr (oude 287 vorm)

• EN 1418:1998: Operators

ASME:

• Section IX

AWS:

• Dx.x (bv. D1.1)

EN-ISO 9606-1: 2013 Deel 1: Staal

EN-ISO 14732: 2013 Operators

32

EN-ISO 9606-1

• Lasserskwalificatie

• Grote veranderingen t.o.v. de oude EN 287-1:

1. Basismateriaal wordt lastoevoegmateriaal!

2. Materiaaloverdracht wordt belangrijke

variabele!

3. Regels voor verlenging worden ruimer!

EN-ISO 9606-1 (3)

Lassen EN 1090-2, 2013 11-12-2013

(C) Henk J.M. Bodt, 2009, 2013 17

33

Lasprocessen

Wijzigingen in toe te passen lasprocessen

(nieuwe EN-ISO 4063:2009)

▫ 135 kwalificeert voor 138 en vice versa

▫ 142 kwalificeert alleen voor 142….

▫ Kortsluitboog MAG kwalificeert voor ALLE MAG-

materiaal overdrachtsvormen.

▫ Globulair-, sproei- en pulslassen kwalificeren NIET

voor kortsluitboog MAG lassen!

EN-ISO 9606-1 (4)

34

Kortsluitboog…..??

EN-ISO 9606-1 (5)

Lassen EN 1090-2, 2013 11-12-2013

(C) Henk J.M. Bodt, 2009, 2013 18

35

EN/ISO 9606-1 (6)

Essentiele parameters en geldigheidsgebied

• Hoe bepaal ik of ik in het kortsluitboog gebied aan het

lassen ben?

• Een zuiver kortsluitboogregime wordt bereikt als

men last met een spanningbron bij een lage

ingestelde boogspanning en draadsnelheid waarbij

tijdens het lassen kortstondige kortsluitingen en

doven van de boog optreden.

• In veel moderne stroombronnen is geen sprake van

een zuivere kortsluitboog, maar van een zogenaamde

“gemodificeerde kortsluitboog”.

Bijvoorbeeld CMT, Cold-Arc, Cold Weld, STT, Speedpulse, PCS,

forceArc, Rapid Weld, SpeedArc, DeepARC, enz..

36

EN-ISO 9606-1 (7)

Groep Toevoegmateriaal voor

het lassen van

Voorbeelden van toepasbare

ISO normen ([xx] verwijst naar de

bibliografie in de norm)

Voorbeelden van toepasbare

AWS normen

FM1

Ongelegeerde en

fijnkorrelige staalsoorten

ISO 2560, ISO 14341,[8]

ISO 636,[1] ISO 14171,[6]

ISO 17632[14]

AWS A5.1, AWS A5.18,

AWS A5.17, A5.20

FM2

Hoge sterkte staalsoorten ISO 18275,[21] ISO 16834,[13]

ISO 26304,[25] ISO 18276[22]

AWS A5.5, AWS A5.28,

AWS A5.28, AWS A5.23,

AWS A5.29

FM3 Kruipbestendige

staalsoorten Cr < 3,75 %

ISO 3580,[3] ISO 21952,[23]

ISO 24598,[24] ISO 17634[16]

AWS A5.5, AWS A5.28,

AWS A5.23, AWS 5.29

FM4

Kruipbestendige

staalsoorten

3,75 ≤ Cr ≤ 12 %

ISO 3580,[3] ISO 21952,[23]

ISO 24598,[24] ISO 17634[16]

AWS A5.5, AWS A5.28,

AWS A5.23, AWS 5.29

FM5 Roestvaste en hittevaste

staalsoorten

ISO 3581,[4] ISO 14343,[9]

ISO 17633[15]

AWS A5.4, AWS A5.9, AWS A5.22

FM6 Nikkel en nikkel

legeringen

ISO 14172,[7] ISO 18274[20] AWS A5.11, AWS A5.14

Geldigheidsgebied FM-nummers

Lassen EN 1090-2, 2013 11-12-2013

(C) Henk J.M. Bodt, 2009, 2013 19

37

Geldigheidsgebied FM-nummers

EN-ISO 9606-1 (8)

Lastoevoeg-

materiaal

gebruikt in

de proeflas

Geldigheidsgebied

FM1 FM2 FM3 FM4 FM5 FM6

FM1 X X - - - -

FM2 X X - - - -

FM3 X X X - - -

FM4 X X X X - -

FM5 - - - - X -

FM6 - - - - X X

2/3

38

EN-ISO 9606-1 (9)

Coating type Gedetailleerde informatie

03 Rutiel basische bekleding Titaandioxide, calciumcarbonaat

10 Cellulose bekleding Cellulose, natrium

11 Cellulose bekleding Hoog cellulose, kalium

12 Rutiel bekleding Hoog titaandioxide, natrium

13 Rutiel bekleding Hoog titaandioxide, kalium

14 Rutiel + ijzerpoeder bekleding IJzer poeder, titaandioxide

15 Basische bekleding Laag waterstof, natrium

16 Basische bekleding Laag waterstof, kalium

18 Basische + ijzerpoeder bekleding Laag waterstof, kalium, ijzerpoeder

19 Limoniet bekleding IJzeroxide, titaandioxide, kalium

20 IJzeroxide bekleding Hoog ijzeroxide

24 Rutiel + ijzerpoeder bekleding IJzer poeder, titaandioxide

27 IJzeroxide + ijzerpoeder bekleding Hoog ijzeroxide, ijzerpoeder

28 Basische + ijzerpoeder bekleding Laag waterstof, kalium, ijzerpoeder

45 Basische bekleding Elektroden voor neergaand lassen van pijpleidingen

48 Basische bekleding Laag waterstof, kalium, ijzerpoeder

Symbolen voor proefstukken & lastoevoegmaterialen

Symbolen voor proefstukken & lastoevoegmaterialen

Lassen EN 1090-2, 2013 11-12-2013

(C) Henk J.M. Bodt, 2009, 2013 20

39

Lasposities (EN-ISO 6947:2011-05)

EN-ISO 9606-1 (10)

• Verschil tussen lasposities (gepositioneerd in de

ruimte) en hoofd-lasposities (= testposities)!

40

Lasposities (EN-ISO 6947)

Strikte scheiding tussen lasposities voor stompe lassen

en lasposities voor hoeklassen:

EN-ISO 9606-1 (11)

Lassen EN 1090-2, 2013 11-12-2013

(C) Henk J.M. Bodt, 2009, 2013 21

41

EN-ISO 9606-1 (12)

Type las

• Alternatief, gecombineerd proefstuk voor hoeklas

(Annex C), waarin een gedeelte als hoeklas en een

gedeelte als stompe verbinding kan worden gelast en

in één kan worden beproefd.

Echter pas op géén doorlassing mogelijk.

• Geldigheidsgebied van de stompe lasverbinding!

De toepassing van deze optie MOET speciaal op het

certificaat worden aangegeven.

Essentiele parameters en geldigheidsgebied

© Henk Bodt, 2013 42

EN-ISO 9606-1 (13)

Testmethode

Stompe verbinding

(in plaat of pijp)

Hoeklas en knooppunt

Visueel onderzoek volgens EN 970

Verplicht Verplicht

Radiografisch onderzoek volgens EN 1435

Verplicht a b d

Niet verplicht

Buigproeven volgens EN 910

Verplicht a b f

Niet van

toepassing

Breekproeven volgens EN 1320

Verplicht a b f

Verplicht c e

a. Radiografie OF buigproeven OF breekproeven is vereist.

b. Bij radiografie moeten voor sommige processen aanvullende proeven worden uitgevoerd

c. Breekproeven mogen worden vervangen door 2 macro’s

d. Radiografie mag in sommige gevallen worden vervangen door ultrasoon onderzoek

e. Breekproeven op pijp mogen worden vervangen door radiografie

f. Bij kleinere pijpen mogen zowel de breek- als de buigproef worden vervangen door een gekerfde trekproef van het hele proefstuk.

Lassen EN 1090-2, 2013 11-12-2013

(C) Henk J.M. Bodt, 2009, 2013 22

43

EN-ISO 9606-1 (14)

• Pas op: proefplaat afmetingen zijn veranderd!

▫ Stompe naad: korter (200 mm was 300 mm)

▫ Hoeklas: langer (200 mm was 150 mm)

• Was: één stop-start én één in de sluitlaag!

Wordt: bij meer dan een lasproces: tenminste één stop-

start voor ieder toegepast lasproces.

Pas op: een overgang van massieve of metaal gevulde

draad naar poeder gevulde draad is een proces-wissel!

• Wachttijd tussen stop en start: zolang het materiaal

nodig heeft om te stollen.

Praktische tip: laat de lasser een krijtlijntje trekken daar waar hij is gestopt. In

deze tijd heeft het lasmateriaal kunnen stollen. Vervolgens last hij verder.

44

Grote verschillen bij geldigheidstermijn!

Begin geldigheid op de datum van beoordeling!

Verlengen:

Drie methoden, vooraf aangeven welke te gebruiken!

1. Telkens na drie jaar opnieuw kwalificeren.

2. Telkens na twee jaar onderzoek twee productielassen

uit laatste periode van zes maanden: RT, UT of DO.

3. Onbeperkt geldig als:

▫ Werkzaam bij zelfde werkgever

▫ Onder een kwaliteitssysteem conform

EN-ISO 3834-2, of -3 (aantoonbaar).

▫ Lasser maakt lassen van acceptabele kwaliteit.

Dus…. verantwoordelijkheid van de werkgever!!

ISO 9606-1 (15)

Lassen EN 1090-2, 2013 11-12-2013

(C) Henk J.M. Bodt, 2009, 2013 23

© Henk Bodt, 2013 45

Het NIEUWE certificaat!

Garandeert het

ACTUELE

kennen en

kunnen!

46

Resumé nieuwe (EN-)ISO 9606-1

• Wereld van de LK’s gaat op zijn kop!

• De wijzigingen zijn technisch wel degelijk realistisch!

Ook hier een belangrijke tekst in norm:

“Aan het einde van de geldigheidsperiode mogen

bestaande en geldige lasserskwalificaties worden her

gewaardeerd naar deze Internationale Norm. Het nieuwe

geldigheidsgebied moet dan worden geïnterpreteerd

volgens deze Internationale Norm.”

ISO 9606-1 (17)

Lassen EN 1090-2, 2013 11-12-2013

(C) Henk J.M. Bodt, 2009, 2013 24

47

Resumé nieuwe (EN-)ISO 9606-1 (vervolg)

• Staat nergens een jaartal gespecificeerd bij de vermelding van de

EN 287-1, dan wordt dat automatisch de EN-ISO 9606-1.

• Staat er wel een jaartal achter de norm (bv. EN 287-1:2011) dan

blijft die norm geldig.

• Er zal een theoretische overgangsperiode zijn van maximaal 5

jaar.

• Systematisch review van een norm is om de 5 jaar, na 5 jaar

zouden alle EN normen aangepast moeten zijn.

• In de EN 13445 is wel een verwijzing voor de EN 287-1:2004 dus

deze norm zal pas in 2016 in aanmerking komen voor een review.

(Of er moet voor die tijd nog een corrigendum worden uitgegeven

waarin de wijziging is opgenomen.)

• In de EN 1090-2 zit geen probleem daar is geen verwijzing naar

jaartal voor de EN 287-1.

ISO 9606-1 (18)

© Henk Bodt, 2013 48

EWF document EWF-

De European Welding

Federation (EWF) heeft

een hulp-document

gemaakt om de

industrie te helpen de

overgang van de oude

EN 287-1 naar de

nieuwe EN-ISO 9606-1

zo efficiënt mogelijk te

maken.

GRATIS verkrijgbaar op:

http://www.ewf.be/

technical-information/

technical-documents

EWF praktijkrichtlijn

Lassen EN 1090-2, 2013 11-12-2013

(C) Henk J.M. Bodt, 2009, 2013 25

Kwalificatie van bedieners van lasmachines

(lasoperator)

)

© Henk Bodt, 2013 50

Automatisering…?!

Foto Maurice Mol, 2008

Lassen EN 1090-2, 2013 11-12-2013

(C) Henk J.M. Bodt, 2009, 2013 26

51

De lasoperator (2)

EN ISO 14732:2013 biedt vier mogelijkheden:

• Kwalificatie op basis van:

▫ lasmethode kwalificatieproef (EN ISO 15614);

▫ pre-productieproef (EN ISO 15613);

▫ standaard lasserskwalificatieproef (EN ISO 9606-1);

▫ productie test.

• Aanvullend MOET de kennis van de

functionaliteit van de apparatuur formeel

worden getoetst!

LET OP: ook de geldigheidstermijn

is anders dan bij handlassen!!

52

Uitgaande van het feit dat gelast wordt volgens een gekwalificeerde WPS,

kent het geldigheidsgebied de volgende grenzen:

▫ Verandering van lasproces (behalve voor 13);

▫ Lassen met of zonder boog- en/of lasnaadsensor (bij automatisch

lassen);

▫ Verandering van directe visuele controle naar controle op afstand en vice

versa (bij gemechaniseerd lassen);

▫ Verandering van één laags techniek naar meerdere lagen (niet

omgekeerd);

▫ Weglaten van een automatische booglengte regeling;

▫ Weglaten van een automatisch lasnaad volgsysteem;

▫ Verandering van type lasapparatuur (incl. een robot bedieningssysteem);

▫ Toevoeging van nieuwe lasposities (bij gemechaniseerd lassen);

▫ Weglaten van backing (bij gemechaniseerd lassen);

▫ Weglaten van “consumable inserts” mee smeltende inzetstukken (bij

gemechaniseerd lassen).

De lasoperator (3)

Lassen EN 1090-2, 2013 11-12-2013

(C) Henk J.M. Bodt, 2009, 2013 27

53

De lasoperator (4)

Theorie:

• Lastechnisch: facultatief (helaas?)!

• Functionele kennistoets: verplicht! :

▫ Begrip van lasprocedure en invloed van parameters;

▫ Overeenkomst van de lasnaadvoorbewerking met de lasmethodebeschrijving, WPS;

▫ Reinheid van de laskanten;

▫ Identificatie, oorzaken en remedie van lasfouten;

▫ Geldigheidsgebied van zijn kwalificatie;

▫ Functionaliteit lasproces:

Programmeren (wanneer relavant);

Bediening en signalering;

Parameters en correctie daarvan;

Start-stop procedures;

Bewegingsmechanismen en

Veiligheidsvoorzieningen.

54

Ook grote verschillen bij geldigheidstermijn!

Begin geldigheid op de datum van proeflassen?!

6-maandelijkse bevestiging als bij EN-ISO 9606-1.

Verlengen:

Drie methoden, vooraf aangeven welke te gebruiken!

1. Telkens na zes jaar opnieuw kwalificeren.

2. Telkens na drie jaar onderzoek twee productielassen

uit laatste periode van zes maanden: RT, UT of DO.

3. Onbeperkt geldig als:

▫ Werkzaam bij zelfde werkgever

▫ Onder een kwaliteitssysteem conform

EN-ISO 3834-2, of -3 (aantoonbaar).

▫ Lasser maakt lassen van acceptabele kwaliteit.

Dus…. verantwoordelijkheid van de werkgever!!

De lasoperator (5)

Lassen EN 1090-2, 2013 11-12-2013

(C) Henk J.M. Bodt, 2009, 2013 28

Lascoördinatie

Super belangrijk! (EN ISO 3834-2 par. 7.3)

56

Lassen - Lascoördinator…

Q: Wat is een lascoördinator?

A: Een lascoördinator is een persoon die

verantwoordelijk is voor, en in staat is tot het

uitoefenen van coördinatie van alle

fabricageprocessen voor alle lastechnische en

daaraan verbonden werkzaamheden.

• Één of meerdere personen.

• Altijd één eindverantwoordelijk: de RWC.

• Mag in principe worden uitbesteed (met restricties).

Lassen EN 1090-2, 2013 11-12-2013

(C) Henk J.M. Bodt, 2009, 2013 29

57

Taken van de Lascoordinator (EN-ISO 14731 Annex B)

Taken Specificatie & voorbereiding

Toezicht Inspectie, controle of observatie

B.1 Beoordeling van eisen

B.2 Technische beoordeling

B.3 Uitbesteding

B.4 Laspersoneel

B.5 Uitrusting

B.6 Productieplanning

B.7 Goedkeuring van lasmethoden

B.8 Lasmethodebeschrijvingen

B.9 Werkinstructies

B.10 Lastoevoegmaterialen

B.11 Materialen

B.12 Inspectie en beproeving voor het lassen

B.13 Inspectie en beproeving tijdens het lassen

B.14 Inspectie en beproeving na het lassen

B.15 Warmtebehandeling na het lassen

B.16 Niet-overeenstemming en corrigerende maatregelen

B.17 Kalibratie en geldigverklaring van meet-, inspectie-

en beproevingsapparatuur

B.18 Identificatie en naspeurbaarheid

B.19 Kwaliteitsrapporten

• Specificatie & voorbereiding,

• Toezicht,

• Inspectie, controle of observatie.

67 x 3 = 201 zaken te benoemen!

Dat is de “Lascoordinatie matrix”!

58

• Producten van constructiestaal (5.3)

• Lastoevoegmaterialen (5.5)

Geschiktheid voor lassen

• Lijst van preventieve maatregelen bij de behandeling

en opslag van materiaal (Tabel 8)

• Thermisch snijden (6.4.3) (hardheid..…)

• Richten met de brander (vlamrichten) (6.5.3)

• Koud vervormen (6.5.4) (warmtebehandelen)

• Specifieke eisen voor het lasplan (7.2)

• Lasprocessen (7.3)

• Kwalificatie van lasprocedures en laspersoneel (7.4)

• Etc.

Aanvullende taken van de Lascoordinator – 1 (EN 1090-2)

Lassen EN 1090-2, 2013 11-12-2013

(C) Henk J.M. Bodt, 2009, 2013 30

59

Meer van de EN 1090-2:

• Inspectie en testen onder toezicht van de (R)WC.

• Lasreparaties vereisen goedkeuring van de

Lascoordinator.

• De Lascoordinator moet aangeven wat en hoe moet

worden gekalibreerd!

• Soms zij extra lasprocedures vereist; de

Lascoordinator moet dit behandelen

• Etc.

Aanvullende taken van de Lascoordinator – 2 (EN 1090-2)

60

Lassen – De Lascoördinator: EN-ISO 14731

Criteria:

• Taken en Verantwoordelijkheden

• Kennis:

▫Algemene Kennis

▫Specifieke Kennis

Lassen EN 1090-2, 2013 11-12-2013

(C) Henk J.M. Bodt, 2009, 2013 31

61

De lascoördinator (EN ISO 14731)

2.1. Algemene kenniseisen voor de lascoördinator

• Voldoende technische kennis voor uitvoering van toegewezen taken.

• Denk aan:

▫ algemene technische kennis;

▫ specialistische technische kennis van lassen en verwante processen die

van belang is voor toegewezen taken, die kan worden verworven door combinatie van theoretische kennis, scholing en/of ervaring.

• Omvang van vereiste fabricage-ervaring, opleiding en technische kennis moet door fabrikant worden bepaald, en moet afhankelijk zijn van toegewezen taken en verantwoordelijkheden.

62

De lascoördinator (EN ISO 14731)

2.2. Specifieke kenniseisen verantwoordelijke lascoördinator (Responsible Welding Coordinator, RWC).

• Verplichte indeling voor verantwoordelijke lascoördinatoren (verwijzend naar “aanbevelingen” in bijlage A van de norm; volgende sheet):

a) personeel met uitgebreide technische kennis, waarbij volledige technische kennis is vereist volgens vorige sheet, voor de planning, de uitvoering, het toezicht en het beproeven van alle taken en verantwoordelijkheden bij lastechnische fabricage;

b) personeel met specifieke technische kennis, waarbij het niveau van technische kennis voldoende moet zijn voor de planning, de uitvoering, het toezicht en het beproeven van de taken en verantwoordelijkheden bij lastechnische fabricage binnen een geselecteerd of beperkt technisch gebied;

c) personeel met technische basiskennis, waarbij het niveau van technische kennis voldoende moet zijn voor de planning, de uitvoering, het toezicht en het beproeven van de taken en verantwoordelijkheden binnen een beperkt technisch gebied met uitsluitend eenvoudige gelaste constructies.

Lassen EN 1090-2, 2013 11-12-2013

(C) Henk J.M. Bodt, 2009, 2013 32

63

De lascoördinator (EN ISO 14731)

Bijlage A

(informatief)

Aanbevelingen voor technische kennis over lassen

• Het International Institute of Welding (IIW) heeft aanbevelingen voor minimumeisen voor opleiding, examinering en kwalificatie van lascoördinatoren.

• Deze aanbevelingen zijn in de volgende documenten opgenomen:

▫ International Welding Engineer (IWE), document IAB-252;

▫ International Welding Technologist (IWT), document IAB-252;

▫ International Welding Specialist (IWS), document IAB-252.

• Lascoördinatoren die voldoen aan de eisen in deze documenten of die erkende nationale kwalificaties bezitten, worden geacht te voldoen aan de relevante eisen van de norm.

64

EN 1090-2 par. 7.4.3 “Lascoördinatoren” (1)

• Voor EXC2, EXC3 en EXC4: lascoördinatie tijdens

lassen door lascoördinatiepersoneel,

gekwalificeerd voor en ervaren met laswerkzaamheden

waar ze toezicht op houden, zoals gespecificeerd in

EN ISO 14731.

• Met betrekking tot de laswerkzaamheden waarop

toezicht wordt gehouden, moet het lascoördinatie-

personeel een technische kennis hebben volgens

tabellen 14 en 15 (volgende sheets).

Lassen EN 1090-2, 2013 11-12-2013

(C) Henk J.M. Bodt, 2009, 2013 33

65

EN 1090-2 par. 7.4.3 “Lascoördinatoren” (tabel 14)

Dikte (mm) EXC

Staal (Staalgroep)

Referentienorm

t≤25 a 25 < t ≤ 50

b t>50

S235 t/m S355 (1.1, 1.2, 1.4)

EN 10025-2 EN 10025-3 EN 10025-4 EN 10025-5, EN 10149-2, EN 10149-3

EN10210-1, EN 10219-1 B S C

c

EXC2

S420 t/m S700 (1.3, 2, 3)

EN 10025-3 EN 10025-4 EN 10025-6 EN 10149-2, EN 10149-3 EN10210-1, EN 10219-1

S C d C

S235 t/m S355 (1.1, 1.2, 1.4)

EN 10025-2 EN 10025-3 EN 10025-4 EN 10025-5, EN 10149-2, EN 10149-3

EN10210-1, EN 10219-1 S C C

EXC3

S420 t/m S700 (1.3, 2, 3)

EN 10025-3 EN 10025-4 EN 10025-6 EN 10149-2, EN 10149-3 EN10210-1, EN 10219-1

C C C

EXC4 Alle Alle C C C

a Kolomvoetplaten en kopplaten ≤ 50mm

b Kolomvoetplaten en kopplaten ≤ 75mm

c Voor staal tot en met S275 is niveau S voldoende

d Voor staal N, NL, M en ML is niveau S voldoende

B: (Basic) Technische basiskennis

S: (Specific) Specifieke technische kennis

C: (Comprehensive) Uitgebreide technische kennis

B

S

S

C

C

S

C/S

C

C

C

C/S

C

C

C

C

© Henk Bodt, 2013 66

Nieuwe ontwikkeling!

Europees alternatief voor de

welding coördinator voor beperkte

risicogebieden is er!

• EWF heeft een Europees

opleidingsschema

geïntroduceerd, speciaal

bedoeld voor KMO in staal-

constructiewerk.

• Niveaus B en S; EXC 2, tot en

met S355. EXC

Steels (Steel group)

Reference standards Thickness (mm)

t≤25 a 25 < t ≤ 50

b t>50

EXC2

S235 to S355 (1.1, 1.2, 1.4)

EN 10025-2 EN 10025-3 EN 10025-4 EN 10025-5, EN 10149-2, EN 10149-3

EN10210-1, EN 10219-1 B S C

c

S420 to- S700 (1.3, 2, 3)

EN 10025-3 EN 10025-4 EN 10025-6 EN 10149-2, EN 10149-3 EN10210-1, EN 10219-1

S C d C

EXC3

S235 to S355 (1.1, 1.2, 1.4)

EN 10025-2 EN 10025-3 EN 10025-4 EN 10025-5, EN 10149-2, EN 10149-3

EN10210-1, EN 10219-1 S C C

S420 to S700 (1.3, 2, 3)

EN 10025-3 EN 10025-4 EN 10025-6 EN 10149-2, EN 10149-3 EN10210-1, EN 10219-1

C C C

EXC4 All All C C C

a Column base plates and endplates ≤ 50mm

b Column base plates and endplates ≤ 75mm

c For steels up to and including S275 level S is sufficient

d For steels N, NL, M and ML level S is sufficient

Lassen EN 1090-2, 2013 11-12-2013

(C) Henk J.M. Bodt, 2009, 2013 34

© Henk Bodt, 2013 67

Hoe gaan we dit oplossen voor het MKB? (2)

Hoe lossen we de problemen van het KMO op? (2)

IWS criteria +

3 yr ervaring

IWS criteria +

6 yr ervaring

4 yr ervaring

8 yr ervaring

IWP diploma +

6 yr ervaring

68

De lascoördinator (EN ISO 14731)

• DUS: de lascoördinator op drie niveaus:

▫ Uitgebreid technisch kennis

▫ Specialistisch technisch kennis

▫ Technische basiskennis

• Soms (contract-) eis voor gecertificeerd

lascoördinator.

• Kunnen/mogen meerdere personen zijn.

• Altijd één eindverantwoordelijke, de “RWC”!

Lassen EN 1090-2, 2013 11-12-2013

(C) Henk J.M. Bodt, 2009, 2013 35

69

De lascoördinator (EN ISO 14731)

• IIW diploma (IWE, IWT, IWS) biedt grote

voordelen, maar is NIET noodzakelijk!

• EWF biedt nieuwe mogelijkheden voor het

MKB.

• Een lascoördinator kan ALLEEN

worden gecertificeerd in combinatie

met EN ISO 3834 en dus alléén in

combinatie met een bedrijf!

70

EN ISO 3834 certificeren?

• IIW heeft mondiaal systeem om bedrijven te certificeren volgens EN ISO 3834!

• Certificatie door aangewezen nationale “ANBCC’s” (NIL) (“Authorized National Bodies for Company Certification”)

• Deze certificatie kan worden erkend en overgenomen door een NoBo die de overeenstemming met de EN 1090-1 onderzoekt.

Lassen EN 1090-2, 2013 11-12-2013

(C) Henk J.M. Bodt, 2009, 2013 36

71

Professional Interview

Ten aanzien van het “Professional Interview”:

• Heeft de RWC voldoende kennis van de lasbewerkingen die hij/zij beheerst (zie EN-ISO 14731)?

• Vervult de RWC de rol die hem wordt toebedeeld inclusief de bijbehorende verantwoordelijkheden (See EN-ISO 14731, Annex B.) ?

• Heeft de RWC voldoende kennis van de relevante normen en specificaties (zie EN 1090-2, clause 7.4.3 en EN-ISO 14731, Annex B)?

• Heeft de RWC de mogelijkheid om defecten te ontdekken en te kwalificeren en instructies te geven om ze te repareren en in de toekomst te voorkomen?

• Heeft de RWC relevante technische kennis zoals gespecificeerd voor de IIW kwalificaties?

• Enz….

Een technische rondgang door het bedrijf is een “must”!

De beoordeling van de lascoordinator moet iedere lascoordinator betreffen volgens de “Lascoordinatie Matrix”!

72

Programma!

Stand van zaken EN 1090 CPR

FPC

Bottle necks o.a.

Snijden en boren

Richten

Hechten

Uitvoeringsklassen

Laspersoneel EN-ISO 9606-1 Lasserskwalificatie

EN-ISO 14732 Operateur kwalificatie

EN-ISO 14731 Lascoordinatie

• Lasmethodekwalificatie, nieuwe norm!

• Discussie….

LDR ‘Normen en Waarden’… 2013

Lassen EN 1090-2, 2013 11-12-2013

(C) Henk J.M. Bodt, 2009, 2013 37

LMK

De lasmethodekwalificatie (EN ISO 3834-2 par. 10.2 & 10.3)

74

Een nieuwe EN-ISO 15614-1 Nú ter commentaar!

Lasmethodekwalificatie

• Twee niveaus: Niveau 1 “Level 1” en Niveau 2 “Level 2”

▫ Niveau 1 is gebaseerd op ASME code Sectie IX

▫ Niveau 2 is gebaseerd op de huidige

EN-ISO 15614-1

• Toepassingsnorm (Code) of contract geeft niveau aan,

anders altijd Niveau 2!

• Niveau 2 kwalificeert automatisch ook niveau 1!

• Past een standaard proefstuk niet…dan EN-ISO 15613!

• Bedoeld voor lassen, reparatielassen en oplassen.

• Acceptatie criteria: verschillend per Niveau!

EN-ISO 15614-1 nieuw in 2014 (1)

Lassen EN 1090-2, 2013 11-12-2013

(C) Henk J.M. Bodt, 2009, 2013 38

75

Niveau 1: uit te voeren tests:

• For level 1: Type and the extent of testing shall be in accordance

with the requirements of Tables 1.

EN-ISO 15614-1 nieuw in 2014 (2)

Test piece

Type of test

Extent of testing

Footnote

Butt joint with full

penetration - Figure 1

and Figure 2

Visual

Transverse tensile test

Transverse bend test

100 %

2 specimens

4 specimens

a

T- joint with full

penetration - Figure 3 Visual

Macroscopic examination

100 %

2 specimens

b

Fillet welds - Figure 3 Visual

Macroscopic examination

100 %

2 specimens

b

a For bend tests, see 7.4.2.

b Where mechanical properties are relevant to the application it shall be tested accordingly. If an additional test piece

is needed, the dimensions should be sufficient enough to allow testing of the mechanical properties. For this

additional test piece only the welding parameters range, parent material group, filler metal and heat treatment shall be

the same.

76

Een toepassingsnorm kan aanvullende testen

voorschrijven voor Niveau 1, zoals:

▫ longitudinal weld tensile test;

▫ all weld metal bend test;

▫ corrosion tests;

▫ chemical analysis;

▫ microscopic examination;

▫ delta ferrite examination;

▫ cruciform test.

EN-ISO 15614-1 nieuw in 2014 (2)

Lassen EN 1090-2, 2013 11-12-2013

(C) Henk J.M. Bodt, 2009, 2013 39

77

Niveau 2: uit te voeren tests:

• For level 2: Examination and testing of the test pieces.

EN-ISO 15614-1 nieuw in 2014 (2)

Test piece

Type of test

Extent of testing

Footnote

Butt joint with full

penetration - Figure 1 and

Figure 2

Visual Radiographic or

ultrasonic Surface crack

detection Transverse tensile

test Transverse bend test

Impact test

Hardness test

Macroscopic examination

100 %

100 %

100 %

2 specimens

4 specimens

2 sets

required

1 specimen

- a b

- c d e

-

T- joint with full penetration -

Figure 3

Branch connection with full

penetration -

Figure 4

Visual

Surface crack detection

Ultrasonic or radiographic

Hardness test Macroscopic

examination

100 %

100 %

100 %

required

2 specimens

f

b and f a, f

and g e and

f

f

Fillet welds - Figure 3 and

Figure 4

Visual

Surface crack detection

Hardness test Macroscopic

examination

100 %

100 %

required

2 specimens

f

b and f e

and f

f

78

Een toepassingsnorm kan aanvullende testen

voorschrijven, ook voor Niveau 2, zoals:

▫ longitudinal weld tensile test;

▫ all weld metal bend test;

▫ corrosion tests;

▫ chemical analysis;

▫ microscopic examination;

▫ delta ferrite examination;

▫ cruciform test;

▫ hardness test;

▫ impact test;

▫ NDT.

EN-ISO 15614-1 nieuw in 2014 (2)

Lassen EN 1090-2, 2013 11-12-2013

(C) Henk J.M. Bodt, 2009, 2013 40

© Henk Bodt, 2013 79

Maximale hardheden lasmetaal, beide HAZ’s

beide basismaterialen:

EN-ISO 15614-1 nieuw in 2014 (2)

Steel groups

ISO/TR 15608

Non-heat treated

Heat treated

1 a, 2 b

380

320

3 b

450

380

4,5

380 c

350 c

6

-

350

9.1

9.2

9.3

350

450

450

300

350

350

a If hardness tests are required.

b For steels with min ReH > 890 N/mm2 special values shall be specified.

c For certain materials higher values may be accepted.

80

Acceptatie criteria voor onvolkomenheden

ISO 5817

ref.

ISO 6520

No. Beschrijving Niveau 1

Niveau 2:

Kwaliteitsniveau

in ISO 5817

1.1 100 Scheur Niet toegestaan B (niet toegestaan)

1.5 401 Bindingsfout Niet toegestaan B (niet toegestaan)

1.6 4021 Onvoldoende doorlassing Niet toegestaan B (niet toegestaan)

1.16 512 Overmatige asymmetrische hoeklas h ≤ 3 mm B

1.9 502 Te zware doorlassing (stompe las) Geen eisen C

1.10 503 Te bolle hoeklas Geen eisen C

1.21 5214 Overmatige keelhoogte Geen eisen C

1.11 504 Overmatige doorlassing Geen eisen C

1.12 505 Onjuist aangevloeide las Geen eisen C

1.7 5011

5012

Doorlopende inkarteling

Onderbroken inkarteling Geen eisen C

Alle andere onvolkomenheden Geen eisen B

EN-ISO 15614-1 nieuw in 2014 (2)

Lassen EN 1090-2, 2013 11-12-2013

(C) Henk J.M. Bodt, 2009, 2013 41

© Henk Bodt, 2013 81

Basismaterialen

EN-ISO 15614-1 nieuw in 2014 (2)

Test piece

material A

Test piece material B

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11

1 1-1 - - - - - - - - - -

2

2-1

1-1

2-2

2-1

1-1

-

-

-

-

-

-

-

-

-

3

3-1

2-1

3-2

3-1

3-3

3-2

3-1

-

-

-

-

-

-

-

-

4

4-1

4-2

4-3

4-4

4-1

4-2

4-3

-

-

-

-

-

-

-

5

5-1

5-2

5-3

5-4

5-5

-

-

-

-

-

-

Table 5 — Range of qualification for steel groups and sub-groups a b c

82

Basismaterialen

a) Materialen in groep 1, 2, 3 en 11 kwalificeren staal met

een gelijke of lager gespecificeerde minimale rekgrens

(onafhankelijk van de dikte van het materiaal).

b) Materialen in groep 4, 5, 6 en 9 kwalificeren staal in

dezelfde subgroep en in lagere subgroepen, binnen de

groep.

c) Materialen in groep 7, 8 en 10 kwalificeren staal in

dezelfde subgroep.

EN-ISO 15614-1 nieuw in 2014 (2)

Tabel 5 — Geldigheidsgebied voor staalgroepen en subgroepen a b c

Lassen EN 1090-2, 2013 11-12-2013

(C) Henk J.M. Bodt, 2009, 2013 42

83

8.2 Gerelateerd aan de fabrikant

Een lasmethodebeproeving uitgevoerd door een

fabrikant volgens deze norm, is geldig in

werkplaatsen of bouwlocaties waar de fabrikant die

de lasmethodebeproeving uitvoerde de volledige

verantwoordelijkheid voor alle laswerk heeft.

EN-ISO 15614-1 nieuw in 2014 (2)

84

Geldigheidsgebied dikte stompe lassen - cladding

Dikte proefstuk

Geldigheidsgebied

Basismateriaal dikte Lasmetaal laagdikte

Niveau 1 Niveau 2 Niveau 1 en 2

Een laag Meer lagen

≤ 3 0,5t – 2t max. 2s

3 < t ≥ 12 1,5 – 2t 0,5t (3 min.) – 1,3t 3 – 2t max. 2s )3 12 < t ≥ 20 5 – 2t 0,5t – 1,1t 0,5t – 2t max. 2s

20 < t ≥ 40 5 – 2t 0,5t – 1,1t 0,5t – 2t max. 2s als s < 20

max. 2t als s ≥ 20

40 < t ≥ 100 5 – 200 - 0,5t – 2t max. 2s als s < 20

max. 200 als s ≥ 20

100 < t ≥ 150 5 – 200 - 50 – 2t max. 2s als s < 20

max. 200 als s ≥ 20

t > 150 1,33 t - 50 – 2t

max. 2s als s < 20

max. 200 als s ≥ 20

max. 1,33s als s ≥

150

t = Basismateriaaldikte

s = Lastoevoegmateriaal dikte voor ieder toegepast lasproces

)3 = Wanneer er kerfslageisen zijn, dan is de kwalificatiedikte beperkt tot 12 mm tenzij

kerftaaiheidsproeven zijn uitgevoerd.

EN-ISO 15614-1 nieuw in 2014 (3)

Lassen EN 1090-2, 2013 11-12-2013

(C) Henk J.M. Bodt, 2009, 2013 43

85

Geldigheidsgebied dikte stompe lassen - cladding

Dikte proefstuk Geldigheidsgebied

t > 150 1,33 t - 50 – 2t

max. 2s als s < 20

max. 200 als s ≥ 20

max. 1,33s als s ≥

150

t = Basismateriaaldikte

s = Lastoevoegmateriaal dikte voor ieder toegepast lasproces

)3 = Wanneer er kerfslageisen zijn, dan is de kwalificatiedikte beperkt tot 12 mm tenzij

kerftaaiheidsproeven zijn uitgevoerd.

Voor niveau 1: Voor de processen 114, 12 en 13 waarbij ieder snoer dikker is dan 13 mm, is de maximale

basismateriaaldikte 1,1t. Wanneer taaiheidsproeven vereist worden, voor proefstukken van 16 mm en

dikker, is de minimale gekwalificeerde dikte 16 mm. Voor proefstukken dunner dan 16 mm, is de

minimale gekwalificeerde dikte die van het proefstuk.

Voor proefstukdikten kleiner dan 6 mm, is de minimale gekwalificeerde dikte 0,5 maal de dikte van het

proefstuk.

EN-ISO 15614-1 nieuw in 2014 (3)

86

Geldigheidsgebied hoeklassen

Level 1: een hoeklas kwalificeert voor alle

hoeklassen in alle dikten

Level 2: zie onderstaande tabel.

EN-ISO 15614-1 nieuw in 2014 (3)

Thickness of test

piece t

Range of qualification

Material thickness

Throat thickness

Single run Multi-run

t ≤ 3 mm 0,7 t to 2 t 0,75 a to 1,5 a No restriction

3 mm < t < 38 mm 3 mm to 2 t 0,75 a to 1,5 a No restriction

t ≥ 38 mm ≥ 5 mm 0,75 a to 1,5 a No restriction

Note 1: The a is the throat thickness as specified in pWPS for the test piece.

Note 2: Where a fillet weld is qualified by means of a butt weld test, the throat thickness range shall be based on the thickness of the deposited weld metal.

Lassen EN 1090-2, 2013 11-12-2013

(C) Henk J.M. Bodt, 2009, 2013 44

87

Lastoevoegmateriaal: F-nummers!

EN-ISO 15614-1 nieuw in 2014 (4)

88

Neergesmolten lasmetaal; A-nummers!

A-Nr. Type lasmetaal

1 Ongelegeerd staal

2 C-Mo staal

3 Staal met 0,4 – 2% Cr en Mo

4 Staal met 2 – 4 % Cr en Mo

5 Staal met 4 – 10,5 % Cr en Mo

6 Martensitisch chroomstaal

7 Ferritisch chroomstaal

8 Chroom-nikkel staal (max. 0,15 C; 14,50 – 30 Cr; max. 4 Mo; 7,5 – 15 Ni)

9 Chroom-nikkel staal (max. 0,30 C; 19 – 30 Cr; max. 6 Mo; 15 – 37 Ni)

10 Staal met tot 4% Ni

11 Mn-Mo staal

12 Ni-Cr-Mo staal

EN-ISO 15614-1 nieuw in 2014 (5)

Lassen EN 1090-2, 2013 11-12-2013

(C) Henk J.M. Bodt, 2009, 2013 45

89

Bijzondere overige variabelen

verschillen per niveau!:

• Mechanisatiegraad

• “Optellen en aftrekken” van geldigheid

• Laspositie

• Type joint

• Lastoevoegmateriaal

• Voorwarm/interpass

11 december 2013

90

Geldigheidsgebieden

EN-ISO 15614-1 nieuw in 2014 (6)

• Level 1: herkwalificatie vereist bij:

▫ Verandering van F-nummer, of

▫ Verandering van A-nummer, of

▫ Verandering van fabrikant of handelsnaam wanneer

geen F- of A- nummers voorhanden.

• Level 2:

▫ Kwalificatie blijft geldig voor toevoegmaterialen met

gelijke mechanische eigenschappen, zelfde

bekledingstype (of kerndraadvulling), zelfde nominale

chemische samenstelling en zelfde of lager

waterstofgehalte.

½

Lassen EN 1090-2, 2013 11-12-2013

(C) Henk J.M. Bodt, 2009, 2013 46

91

Warmte inbreng (HI)

• hoogste HI wordt begrensd door:

▫ De maximale HI die werd gebruikt bij het lassen van het proefstuk; of

▫ Een gemiddelde waarde van de HI die werd gebruikt tijdens het lassen

van het proefstuk, vermeerderd met 25%,

• laagste HI wordt begrensd door:

▫ De minimale HI toegepast bij het lassen van het proefstuk; of

▫ Een gemiddelde waarde van de HI toegepast bij het lassen van het

proefstuk, verminderd met 25%.

• De HI moet worden bepaald voor z.g. “typische” lasgebieden:

grondlagen, vullagen en sluitlagen afzonderlijk!

• Geen thermisch rendement (de “k-factor”) meer (zit in lasproces).

• Ook alternatieve methoden voor bepalen van de HI: “energie per

laslengte” en “vermogen per laslengte”.

EN-ISO 15614-1 nieuw in 2014 (7)

92

Overige geldigheidsgebieden

• Lasprocessen

• Lasposities

• Type lasnaad

• Lastoevoegmateriaal (maat, type en fabrikant)

• Type stroomsoort

• Voorwarmtemperatuur

• Tussenlagentemperatuur

• Nawarmen

• Warmtebehandeling na het lassen

• Initiële warmtebehandeling

• Procesafhankelijke variabelen:

▫ OP-lassen (12)

▫ MIG/MAG lassen (13)

▫ TIG lassen (14)

▫ Plasma lassen (15)

▫ Autogeen lassen (311)

Hierover later meer….

EN-ISO 15614-1 nieuw in 2014 (8)

Lassen EN 1090-2, 2013 11-12-2013

(C) Henk J.M. Bodt, 2009, 2013 47

93

Resumé nieuwe EN-ISO 15614-1

Allereerst wordt het een “EN-ISO” en dus verplicht!

Tekst in norm is essentieel:

“Alle nieuwe lasmethodekwalificatie proeven moeten

worden uitgevoerd in overeenstemming met deze norm

vanaf de datum van uitgifte.

Echter deze Internationale Norm maakt eerder

uitgevoerde lasprocedure proeven volgens eerdere

nationale normen of specificaties of eerdere versies van

deze norm, niet ongeldig.”

Commentaar tot 5 februari 2014

EN-ISO 15614-1 nieuw in 2014 (9)

© Henk Bodt, 2013 94

www.svets.se/overview

Lassen EN 1090-2, 2013 11-12-2013

(C) Henk J.M. Bodt, 2009, 2013 48

95

Contactgegevens

Voor nadere informatie:

• Bodt Welding Consultancy

[email protected]

www.bodtwelding.nl

96

Programma!

Stand van zaken EN 1090 CPR

FPC

Bottle necks o.a.

Snijden en boren

Richten

Hechten

Uitvoeringsklassen

Laspersoneel EN-ISO 9606-1 Lasserskwalificatie

EN-ISO 14732 Operateur kwalificatie

EN-ISO 14731 Lascoordinatie

Lasmethodekwalificatie, nieuwe norm!

• Discussie….

LDR ‘Normen en Waarden’… 2013