ons keverboek - dbnl · 2011. 9. 2. · § ii. de kever. uitwendige lichaamsbouw over het algemeen...

180
ONS KEVERBOEK Leo BENDEN, Pr.

Upload: others

Post on 11-Mar-2021

0 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

Page 1: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

ONS KEVERBOEK Leo BENDEN, Pr.

Page 2: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager
Page 3: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

ONS KEVERBOEK

Page 4: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

DAVI DS FON DS

Volksboek Nr 288

1939

4

Page 5: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager
Page 6: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

Wetenschappelijke Vulgarisatiewerken

VAN ZELFDEN SCHRIJVER :

Uit het huishouden der mieren (Davidsfonds1929) 2 deelen, rijk galustreerd. De 2 deelen

samen Fr 30.00Onze Huisinsekten (Davidsfonds 1933) (vlieg,

mot, spin, luis, wandluis, vloo, memel, enz.) en hunbestrijding uitgeput

Dramas en idyllen in den vijver (zoetwater-leven : muggen, torren, schrijverke, kokerlarven, enz.),rijk geillustreerd Fr 35.00

Bewoners van Krotten en Achterbuurten (terra-riumleven : glimworm, krekel, kakkerlakken, pieren,duizendpooten, enz.), rijk geillustreerd Fr. 35.00

Mooie vlinders (met talrijke natuurgetrouw ge-kleurde platen) Fr 40.00

Muggen en vliegenSpinnen, duizendpooten & CoLuizen en vlooien

«,verschijnen kortelings In de reeks Wat leeft en groeit»(Spectrum, to Utrecht).

Wetenschappelijke Apologie

Het ontstaan van het leven (2° uitg.) Fr. 7.50De orde 'in de natuur (2° uitg.). . . . Fr. 7.50

Page 7: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

INLEIDING

Voor enkele dagen ontvIng 1k een schrijven van den voorzittervan een onzer bloelende Davidsfondsafdeelingen, met uitnoodi-ging om aldaar nogmaals to komen spreken. « We hebben eenreferendum gehouden tusschen onze trouwe bezoekers, omtrenthun verlangens in zake soort lezingen. Die over natuurweten-schappen oogstten doorgaans den grootsten bijval. » Zoo luidde

de inhoud van zijn schrijven.Anderzijds, als men onze bibliothecarissen van publieke bocke-

rijen mag gelooven, als men nagaat hoeveel werken, ook in elgenbeperkt taalgebied, de laatste Jaren verschenen handelend overvulgariseerende wetenschap, dan komt men tot het besluit datsoortgelijke Iektuur met den dag meer en meer gegeerd wordt,voornamelijk door onze weetgierige jeugd, die nu eenmaal ver-zadigd schijnt met sport en roman.

De jarenlange ondervinding van het Hoofdbestuur van hetDavidsfonds moet wel tot dezelfde gevolgtrekkingen van yolks-

psychologie gekomen zip, anders zou het niet voortdurend metsoortgelijke werken blj zijn lezers komen aandraven.

De weiwillende lezer beelde zich niet in dat hij In «Ons Kever-

bock » een volledig overzicht krijgt van de torren, zelfs niet vandie In eigen land en streek voorkomen. Sommige kevers lletenwe met opzet van kant — de meikever o. m. — daar de !evens-beschrijving er van schier In elk lagere-schoolleesboek gegeven

5

Page 8: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

wordt. Andere torren werden elders reeds bestudeerd : b. v.In c Drama's en idyllen In den vyver » (het leliehaantje), In « Be-woners van krotten en achterbuurten », enz.

We hidden het bij enkele interessante nummers uit de onmid-dellijke omgeving, waarvan de naam wet, de levensgewoontendoorgaans filet ontslulerd werden.

Aan Vlaanderens jeugd, In de eerste plaats, bieden we « OresKeverboek » aan. Hierin vindt ze wat meer dan kloeke vulstenen gepeesde kuiten; hierin pogen we ze te verheffen tot eenhooger peat, ze te leeren bewegen In een edeler sfeer. — Dit IsLoch het ideaal dat het Davidsfonds steeds beoogde, en nog na-streeft.

L. S.

6

Page 9: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

TA

FE

L D

ER

VO

OR

NA

AM

ST

E IN

DE

ELIN

GE

N :

do

o de

sto

f :

ste

en,

za

nd, s

uik

er.

enke

le g

eest

en :

eng

e len

, du

ivel

en.

plan

ten

: he

bben

een

vas

te s

tand

pla

ats,

gee

n g

e voe

len

: g

eran

ium

, ap

pelb

oom

. pr

o toz

o ën

: éé

ncel

lige

we

zens

: i

nfu

sori

ën.

coel

ente

rata

: p

lant

dier

en : s

pon

s, k

wal

. he

lmin

tes : w

orm

en :

lintw

orm

, pie

r.

mo

lusc

a : w

eek

dier

en : o

est

er,

mo

sse

l, s

lak.

ve

rte

brat

a : w

erv

eld

iere

n :

vis

ch, v

og

el, z

oo

gdi

er, m

ens

c h.

Kla

sse

1 :

Cru

s tac

ea :

sc

haal

die

ren :

piss

ebed

, ga

rna a

l, kr

ab.

Kla

s se

Il :

Dip

lop

oda

: m

illio

enp

oote

n (

2 p

aar

poot

en

per

seg

men

t).

Kla

sse

Ill

: C

hilo

pod

a :

duiz

end

p oot

en

(één

paa

r po

oten

per

seg

men

t).

Kla

sse

IV :

Ara

chno

i da

: sp

inn

en (

acht

poo

ten)

.

He t

O

r de

1 :

Hy

men

opte

ra :

gesc

hape

ne

leve

nde

st

offe

li'k

e vl

iesv

leug

elig

en.

wez

ens ! di

eren

. m

etoz

oën

: O

r de

II . L

epid

opte

ra .

w

eze

ns

hebb

en g

e-

schu

bvle

ugel

igen

. vo

elen

, v

eelc

e llig

e ar

thro

- O

rde

Ill

: D

ipte

ra :

ku

nnen

van

org

anis

- po

da tw

eev

leug

elig

en.

plaa

ts v

er- m

en g

e led

e O

rde

IV :

Syp

hona

pte

ra :

an

dere

n d

ie

ren

vloo

ien.

Kl

asse

V :

Ins

ecta

Or

de

V :

N

euro

pte

r a

6 p

oote

n, n

e tv

leug

elig

en.

licha

am O

rde

VI :

Ort

hopt

er a

:

gele

ed. re

chtv

leug

elig

en.

Ord

e V

II :

Rhy

ncho

ta

• sn

avel

inse

kten

. O

rde

VII

I : C

ole

opte

ra :

I

schi

ldv l

eug e

ligen

1 t

1 of

kev

ers

.

Page 10: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager
Page 11: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

HOOFDSTUK 1

ALGEMEEN OVERZICHT

§ I. Systematisch overzicht

Bij de tafel.

Al te nauwgezette, piekerende, uitpluizende specialisten zullennatuurlijk komen aandraven dat die tafel niet accuraat, niet volledig,niet up-to-date Is. Hebben sommige planten geen gevoelen?Kunnen al de dieren van plaats veranderen : denk even aan desponzen ? Bestaat een mensch dan uitsluitend uit stof; waar blijftge met zijn onstoffelijke ziel ? Is die verdeeling wel volledig;stemt ze overeen met de laatste gegevens der systematiek?

Wees zoo welwillend, geachte geschoolde vaklui, voor oogente houden dat het Kier gaat om een vulgarisatiewerk, bestemdvoor het groote publiek, dat wel weetgierig is, ja, maar nietimmer gediend met vele twistpunten alleen voorbehouden aangeleerde menschen. Blijven we dan niet best bij de algemeenetrekken ? Wie verder de stof wil uitdiepen koope « wetenschap-pelijke werken » die maar al te vaak houterig en droog zijn,derhalve ongenietbaar voor den eenvoudigen liefhebber.

9

Page 12: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

Dezen faatste wil dit boek inlichten, en, zoo noodig, den wegwijzen.

De Insekten.De meest eenvoudige en tevens meest piste bepaling van een

insekt is : een levend wezen met zes pooten. Daarvan mag geenenkel insekt afwijken.

Een spin is derhalve geen insekt, want ze heeft acht pooten.De kiasse der insekten wordt ingedeeld in verschillende orden,

met het oog op den vorm van de vleugels.ORDE I. Hymenoptera of viiesvleugeligen. Deze insekten hebben

doorgaans vier vleugels, die meestal naakte vliesjes zijn, gespannenop een aderstel dat ongelijkmazig is. Bijen, wespen, mieren...

ORDE II. Leplcloptdra of schubvleugeligen hebben eveneens, doorden band, vier vleugels, die met schubben bekieed zijn. — Hetfijne stof, dat aan de vingers blijft kieven als men een viindervasthoudt, bestaat uit kleine schubben die, als de pannen eendak, de vleugels bedekken.

De larven van de vlinders en motten (hoofdvertegenwoordigersder lepidoptera) heeten hier meer bepaald rupsen.

ORDE III. Diptira of tweevleugeligen. In de eerste plaats vastbier op dat deze insekten slechts den paar, vliezige vleugels hebben :die vertegenwoordigen de voorvleugels der andere insekten. Deachtervleugels zijn vergroeid tot een paar kolfjes of halteren.Muggen, vliegen en dazen zijn zooal de meest bekende Insektendezer orde.

ORDE IV. Syphonaptira of Woolen : zijn vieugellooze, door-gaans zijdelings zeer afgeplatte insekten. De monddeelen zijntot een zuigenden hevel vergroeid, waarmee het insekt bloeduit zijn slachtoffer tapt. Schier elk dier heeft zijn eigen soort vloo.

ORDE V. Neuropthra of netvleugeligen : hebben vier, vliezige,doorgaans naakte, vleugels welke netvormig geaderd zijn; hetaderstel Is meestal vrij kleinmazig. Denk aan den mierenleeuw enon ze kokerjuffers.

10

Page 13: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

ORDE VI. — Orthoptêra of rechtvleugellgen. Dena orde omvatInsekten welke, in algemeen voorkomen, nogal van elkaar ver-schillen. De naam « rechtvleugeligen » is ontleend aan de wijzewaarop de achtervleugels, In ruststand, worden geplooid. Hetvoorste paar vleugels is lederachtig en wordt niet geplooid; deachterste en grootste vilezige vleugels worden waaierachtigopgevouwen. Kakkerlakken, krekels, sprinkhanen zijn recht-vleugeligen.

ORDE VII. Rhynchata of snavelinsekten vormen een nogal ulteen-loopende orde. Sommige zijn gevleugeld, andere niet. Al deleden dezer orde dragen een puntigen snavel, die goed stekenkan, die bloed of plantensappen zuigt. Luizen, bladluizen, rugge-zwemmers.

ORDE VIII. Coleoptera of kevers : het achterste, vilezige vleuget-paar is hier doorgaans verborgen onder de zg. dekschilden(vandaar de naam : schildvleugeligen). Dit is het eerste vleugelpaar;het is hoornachtig en ondoorschijnend; het bedekt meestal ganschhet achterlijf : de melkever, de geelrand, gouden tor.

Opmerkingen.I. Elke orde wordt verder onderverdeeld in onderorden; de

onderorden nog in familien; de familien ten stone In soorten ofgenera.

Dit al is weggelegd voor gespecialiseerde vaklui, systematlekersgeheeten, die de insekten determineeren, d. w. z. uitmaken waarze thuishooren In de groote tafel.

II. Het gaat vanzelf op dat schier leder systematleker er zijneigen verdeelingen en onderverdeelingen op nahoudt; dat derhalvesommige vaklui deze verdeeling noch volledig, noch evenwijdigmet hunne systematiek zullen vinden.

III.In dit, alsmede In onze andere vulgarisatiewerken, hechtenwe veel meer belang aan de levenswijze, de gewoonten en degebruiken van de insekten. Dit is de biologische kant van deentomologie, m. a. w. van de insektenkunde. Over het algemeenIs deze kijk op de zaak heel wat interessanter voor den gewonen

11

Page 14: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

mensch en tevens nuttiger als het er om gaat de schadelijke ele-menten doelmatig te bestrijden.

§ II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw

Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager van zintulgen en mond-organen; het borststuk of thorax, drager van de vervoertoestellen,zijnde drie paar pooten en twee paar vleugels; het achteriljf ofabdomen, dat uit overeenschuivende ringen bestaat.

Is bij de werveldieren de spiermassa gehecht aan een Inwendigbeenderenstel, bij de Insekten, en derhalve bij de kevers, Is hetschragend skelet uitwendig het lichaam van een kever bestaattilt een uitwendig, geleed pantser. Deze harde, hoornachtige stofvan dit uitwendig skelet heet chitine. Aan dit chitinepantservinden inwendige spieren en andere organen hun steun- enhechtpunt. Die harde chitinehuid behoudt tevens den kenmer-kenden vorm van het insekt.

A. De kop.

De kop zit vast aan het borststuk door een min of meet toe.gevend gewricht. Het kopstuk is drager van de zintuigen : sprietenen oogen, en van de monddeelen.

I. ZINTUIGEN. De sprieten of antennae, ook voelhoorns geheeten.Dit zijn de hoofdzintuigen van elk insekt. Als hij spreken mochtals 'n mensch, dan zou de kever zeggen dat hij ziet, hoort, voelt,riekt en tast met behuip van zijn sprieten. De vorm van de sprietenverandert van Insekt tot Insekt. Naast draad- en snoervormigesprieten, zijn er knotsvormige, gezaagde, gekamde voelhoorns, enz.

De oogen of oculi. Meest al de kevers beschikken over veel-lenzige facetoogen. Ze hoeven hun kop niet eens te draaien omt'allenkant uit te zien. De boile oogen, doorgaans vast in denkop gemetst, bestaan uit een reuzengroot aantal oogjes, die alseen miniatuur honigraat, zeshoekig, bij eikaar opgehoopt liggen.

J2

Page 15: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

De liptasters (palpi !ablates) en de kaaktasters (palpi maxillares)zijn kleinere, minderledige sprieten, die het hoofdzintuig wel-willend ter plaatse behulpzaam zijn.

Sprieten, oogen en tasters zip de zintuigen van den kever.

II. MONDDEELEN. Voor aan den kop bemerkt men de kaken(mandibulae). De twee kaken worden door Inwendige, sterkespieren bewogen. Met zijn kaken moet de kever trachten zijn

De kever : uitwendige lichaamsbouw langs boven en onderen bezien.

dagelijkschen kost te bemachtigen. Bijtend, priemend, knagendof schavend werken die forsche monddeelen, al naar gelang debroodwinning van hun eigenaar. Het heel wat kleiner tongetjeontwaart men fangs de borstzijde, met behuip van een vergrootglas,alsmede de achterkaken (maxillae) en de lippen (labia). Achter-kaken en lippen beschikken elk over een paar kleine tasters (palpi),die het aangesproken voedsel voorafgaandelijk keuren om nate gaan of het wel geschikt is voor den dienst. Al die zeer beweeg-lijke organen zijn nogmaals gebouwd uit stevig chitinemateriaal.

Page 16: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

Keverpoot.

B. Het borststuk (thorax).

Van boven bezien bestaat het borststuk van een kever uit eenmin of meer ontwikkeld chitinepantser. Daarachter ontwaartmen bij vele soorten het kleine, driehoekig schildje (scutellum)dat de dekschilden aan hun wortel vaneenscheidt.

Langs de buikzijde Is het borststuk lang zoo eenvoudig nietgebouwd. Het bestaat uit drie goed onderscheiden deelen, waarvande twee Iaatste onder het achterlijf verscholen liggen. Het voor-borststuk (prosternum) is drager van het eerste paar pooten; aanhet middenborststuk (mesosternum) zijn gehecht het tweede paarpooten en, fangs de rugzijde, de dekschilden; het ochterborststuk(metosternum) draagt het laatste paar pooten en de vliegvieugels.

Het eerste vleugelenpaar bestaat uit vergroeide vleugels, hoorn-achtige dekschilden (elytro) geheeten, die beschermend de daarondergelegen lichaamsdeelen bedekken. Bij de cc kortschilden » (stophy-

linidae), een onderorde der kevers, laten dekorte dekschilden, lijk de familienaim bet

Cu trouwens tanduidt, een groot deel van hetachterlijf blootliggen. Bij vele kevers dragende dekschilden ribben, groeven of stippel-lijnen; vaak zijn ze schitterend gekleurden keurig versierd.

De achtervleugels, kortweg vleugels ge-naamd, zijn in den regel heel wat grooterdan de elytra en liggen daaronder, in rust-stand, gevouwen. De achtervleugels hebben,over het algemeen, den officieelen vormvan de insektenvleugels behouden : ze zijnvliezig, doorschijnend, doorgaans ten deelegetint en duidelijk geaderd. Tot vliegen zijnze best geschikt bij de meeste soorten.

Een normale keverpoot bestaat uit vijfigoed onderscheiden deelen : de heup (coxa),

de daring (trochanter) meestal vrij, soms met het lichaam vergroeid.Bij verreweg de meeste kevers is het femur of de dij het grootste

14

Page 17: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

lid van den poot; daarop volgt de scheen (tibia), die allerlel gedaan-ten aanneemt, volgens den sties dien de kever uitoefent; ten slottekomt de voet of tarsus die doorgaans uit meerdere, zeer beweeglijkeleden bestaat en eindigt op twee klauwtjes waartusschen somshechtkussentjes (pulvilli) gelegen zijn. Wegens het felt dat diekussentjes ietwat zweet afscheiden, stellen ze hun eigenaar instaat om zonder hinder tegen ruiten op te loopen, of tegen hetplafond te kruipen.

C. Het achterlijf (abdomen).

Het achterste en grootste lichaamsdeel der kevers, door dedekschilden bedekt, heet het achterlijf. Het bestaat uit meerdereringen, die door veerkrachtige vliesjes aan elkaar houden. Delaatste ring, die vaak achter de dekschilden geheel of gedeeltelijkzichtbaar is, heet pygidium.

Elke ring bestaat uit een rugstuk(tergiet)en een buikstuk(sterniet),links en rechts aaneengesol-deerd door een zijstuk (pleura).

Neem, van een grootenkever (een meikever of eengouden loopkever b. v.), dedekschilden en de vleugelsweg. Beschouw aandachtig den stauitwendigen rand der tergie- Achterlijf of abdomen van een kever,ten : de kleine punten, openin-gen, die we waarnemen zijnde stigmata of stempelopeningen. Insekten ademen niet langs denmond, maar veeleer langs die stempelopeningen. Derhalve nemenveel watertorren tusschendeks hun Iuchtvoorraad mee, die ge-leidelijk langs de stigmata benut zal worden. De rugzijde vanhet achterlijf, voor zooverre het door de stevige dekschildenbeschut wordt, is vrij week van huid, terwiji de buikzijde uitstevig chitinemateriaal gebouwd is. De wijfjes van vele kevershebben een legboor die uitstulpbaar is en weggedoken wordtonder het pygidium.

15

$11

ft

Ill

met uitgestulpte legboor.

Page 18: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

Sommige kevers zijn achteraan versierd met twee uitsteekselsof aanhangsels (cerci). Bij de oorwormen zijn die cerci best bekend :daar zijn ze uitgegroeid tot een paar tangen met vervaarlijk uitzicht.

§ III. De kever. Gedaanteverwisseling

William Kirby, in zijn oud werk over insektenkunde, weetons op treffende wijze te pakken als hij ons er over inlicht hoeeen insekt zip leven verloopt.

K Moest een natuuriiefhebber de wereld melden dat hij eennieuw soort beest ontdekt heeft dat de vijf eerste jaren van zijnleven doormaakt als serpent; dat naderhand den grond inkruipten zijn huid inwisselt tegen een kleedje van prima-zijde; datgedurende geruimen tijd fakir speelt, zichzeif laat knevelen, ineen gesioten kist laat toespijkeren en daarna laat ingraven, inzooverre dat het dier nu best vergeleken kan worden met eenEgyptische mummie; dat ten laatste, na jaar en dag den strengstenvasten doorgemaakt te hebben, zijn zijden plunje afwerpt, zondereenige huip uit den diepen grond komt gekropen en de wijdewereld invliegt onder den vorm van een gezwinden vogel...Wat denkt ge van zOo'n sensationeel nieuws? >>

En toch, dat is de geschiedenis van menig ongekend insekt, endie van alie kevers.

*%

Een kat, een hond werpen jongen; de pasgeboren jongenhebben van meet of het uitzicht van hun ouders : het zijn miniatuurwezentjes die sprekend gelijken op hun vader en moeder.

Een kieken, een slang leggen eieren, die verder hoeven uit-gebroed. Na een min of meer lang noviciaat in het prangendeiomhulsel komt er een afstammeling uitgekropen, die nogmaalsspoedig op zijn ouders gaat gelijken.

De insekten, en de kevers heel in het bizonder, moeten eenheele universiteit doormaken met vier volledige studiejaren :el, larve, pop en volledig insekt of imago : dit zijn de gedaante-verwisseiingen of de metamorphose.

I '6

Page 19: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

Gedaanteverwisselingen bij den keverI. eitjes; 2. pas uitgekipte larve; 3. larve; 4. pop met laatste larvehuid.

(zeer vergroot)

Page 20: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

De

gou

den

loop

keve

r (C

ara

bus

aur

a tus

) ve

r hak

kele

n bu

itg

em

aakte

pro

cess

ieru

pse

n (

Cne

thoc

am

pa

pro

cess

ione

a);

van

hu

n bra

nd

hare

n sc

hij n

en z

e n

iet

ve

rvaa

r d! (naa

r F

abre

).

Page 21: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

De kevers hebben over het algemeen volledige gedaantever-wisselingen.

A. Het ei. Na de paring Iegt het wijfje ineens of in verscheidenemalen een zeker aantal eitjes. Bij de vogels hebben de eierenmeestal een kalkachtige schaal, waaronder het ei in een fijn vliesjeverpakt is. De schelp ontbreekt steeds bij de insekten. De vormvan de eitjes hangt of van insekt tot insekt.

De zonnewarmte, of de omgevende temperatuur van het middenwaarin de eitjes afgelegd worden, volstaat om deze uit te broedenzonder verdere tusschenkomst van het moederdier.

B. De larve. Na korteren of langeren tijd komt uit het el-omhulsel gekropen een wormvormige made, die dikwijis reedszes pootjes heeft. Wie oningewijd is in de wondere mysteriesder natuur zou nooit durven te vermoeden dat die onooglijke,kruip ande made eensdaags zal gepromoveerd worden tot 'n schit-terend, vliegend lid van het insektengild. We staan hier voor'n dagelijksch herhaald wonder, voor 'n soort verrijzenis vanlageren trap.

De larvetoestand is tevens de groeitoestand voor den aanstaan-den kever. Meerdere larven groeien zoo voorbeeldig op dat hunjurkje te eng, te prangend wordt. Ze spelen dan eenvoudig hunoude kiodden uit en wisselen hun te klein geworden kostumekenin tegen een heel wat ruimer, naar maat aangepast. In weten-schappelijke taai heet zulke verandering van toilet : vervelling.

C. De pop. Na de ritueele vervellingen is de gulzige madevoldaan en voigroeid. Nu treedt ze een strengen vasten in. Voordie plechtigheid trekt ze nogmaais een splinternieuw habijt aan,van gansch ander fatsoen en snit ditmaal : ze verpopt. Dikwijlsis de pop als een versteende mummie, die in geenen deele gelijktop de made waarvan ze voortkwam. Sommige insektenpoppenbiijven hun prille lenigheid wel eens behouden. Bij de muggeno. a. is dit het geval. — Wondere zaken vinden thans plaats ['Innenin het popomhulsel.

D. Het imago of volledig insekt. Een afzichtelijke made, dieenkel kruipen kan en vreten, trok zich terug in de popmummie.Na enkeien tijd rusten breekt het omhulsel open en doet een

Page 22: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

schitterend hupsch insekt, gevleugeld en pront van voorkomen,zijn blijde intrede in de wereld en het zonnegoud.

In zijn vierden en laatsten toestand zal het insekt niet meergroeien : het is volwassen en geslachtsrijp. De mannetjes en dewijfjes paren; moedertje Iegt haar eitjes op de geschikte plaats enhet geschikte midden, en de kringloop herbegint.

Bij sommige insekten en op bepaalde tijden van het jaar duurtde volledige metamorphose maar enkele weken. — Denk aan devliegen en muggen; bij andere loopen de gedaanteverwisselingenover meerdere jaren. Een meikever, een kniptor b. v. hebbendrie a vier jaar noodig om den cyclus volledig te doorloopen.

Bij vele insekten duurt het imagoleven niet erg lang : spreektmen niet over eendagsvliegen? Over het algemeen is deze dekortste levensperiode van de vier toestanden.

Is het niet te verwonderen dat, in de meeste studieboeken,juist aan dit korte imagoleven, en doorgaans daaraan alleen,aandacht geschonken wordt en het lange ei- en larveleven onver-schillig over het hoofd wordt gezien ?

18

Page 23: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

HOOFDSTUK II

DE GOUDEN LOOPKEVER(Carabus auratus)

De tijd en zijn nood, het leven en het lijden, roepen vol ver-twijfeling elken nieuwen morgen in het gelaat : evolueert hetmenschdom nu werkelijk volgens een stijgende ofwel volgens eenafdalende curve?

Weerzinwekkende gruwelen zijn het beslist : den bulk open-rijten van den vijand die in uw handen valt, de lever en het hartuit het slachtoffer trekken en ze, als hors-d'oeuvre, voorwerpenaan een stampend paard; walgelijke oorlogsgebruiken, aangeklaagdbij zoogeheeten barbaarsche stammen en wilde horden!

Maar minstens even afschuwelijk is het, wat dragers van cultuuren bevrijders van slavendom aanwenden, als ze « menschelijk »oorlog voeren en mosterd- en stikgassen verspreiden, die weer-!ooze vrouwen en kinderen levend van binnen verbranden!

Spijtig genoeg, dat al is van oudsher bekend, niet alleen bij deoermenschen maar ook bij de redelooze dieren. Aileen harakiriplegen, tegennatuurlijke misdaad, dat kennen de beesten niet,dat vermogen uitsluitend menschen die hun cede misbruiken!

De Ievensbeschrijving van den gouden loopkever moge u datop afdoende manier bewijzen.

I9

Page 24: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

§ I. Verbazende eetlust

Vechtersbazen houden er steeds aan pront voorkomen tehebben en in een onberispelijk pak te verschijnen. Ook hij, deridder van het gulden vlies, verzorgt zijn uniform; weinige zijner die het bij hem kunnen halen en in weelde en in smaak. Ja,als drijfwerk van gepatineerd goud gloort hij in de zon.

Een droom van een kever, ons hupsch hovenierke ! — Zegdan nog dat de wereld zich niet blind kijkt, als ze dien baanstroopereen zoo schoonen naam gaf! — Onder alle schallebijters is de gou-den tor zonder twijfel de meest innemende verschijning. Zijnslanke lijn schittert in brons en groen en goud. De stralen vande zon schijnen gevangen te blijven in de weelde van al die schit-tering. Op de beide dekschilden draagt hij drie breede, stomperibben die de keurigheid van zijn toilet merkelijk verhoogen.Smaakvol is zijn achterlijf te allen kante afgeborduurd met eenfonkelenden, koperkleurigen rand. Zijn zes ranke pooten, zijnstevige kaken blozen van het schitterendste morgenrood. Eenpaar goed ontwikkelde oogen belichten zijn levenspad en deLange, draadvormige sprieten speuren, als hij op jacht is, denbegeerden buit na.

De lengte van de tor schommeit tusschen 20 en 27 mm. Deonderzijde van den kever is glanzend zwart.

Als operatiegebied verkiest hij klei- en leemgronden, kalkbodem,bouwland en zonnige dijken.

Liefst begint hij de jacht bij het vallen der avondschemering :het is een ridder van den nacht. Als het moet komt hij evenwelook te voorschijn binst den dag en rent hij op zijn gesmijdigesteltpooten, vlug als de weerlicht, over pad en weg. Vliegenechter doet de « loopkever » zelden of nooit. Een schuchterevoetganger is hij, die liefst het zonnelicht mijdt en zich overdagschuilhoudt onder steenen en aardkluiten, in halfvergane boom-tronken, In rottend hout en onder loshangende schors. Daar ishet niet alleen lekker frisch en koel; meer nog : hier schuilenvaak vette maden en andere sappige hapjes, die immer welkom

20

Page 25: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

zip op het menu van dien woestaard met een bek die hapt eneen maag die voorbeeldig verteert.

Van nest bouwen, hol uitgraven of een home inrichten... geensprake. Nooit was een oorlogsvolk geschlkt tot lets opbouwends.Vechten, dooden en uitmoorden, dat is alles wat het vermag!

Onder de meest geduchte vijanden van de gouden tor mogengerekend de vos, de uil, de spitsmuis en de trage pad. Ze vindenhem een smakelijk gerecht, dat behaaglijk kraakt tusschen demalende tanden. •

De avond valt Iijze en zacht. Een jonge maan, speelsch nog,Iacht pinkend tegen de eerste sterren, die links en rechts in desombere hemeihuif mekaar komen begroeten. Nog zacht koketde eene bloem de andere toe wijl ze voorzichtig haar kelkblaadjestoe kiapt en geurig slapen gaat. Uit is het !even vandaag voor dekinderen van het licht! Ruimt bane dan voor de zonen der duis-ternis, waarvoor het uur nakend is!

En daar, over het pad met kladden zilver en lappen zwart-veloeren lommer, spokend In het manelicht, schaatst profijtelijkvooruit een neuzende slak. Haar glimmend zwarte massa houdtde lange trillende voelhorens op uitkijk vooraan. Met behulpvan die vettige vingers peilt ze het verraderlijke duister. — Ver-moedt de simpele sours dat de nacht over den hemel rijdt, getrok-ken door zijn dubbel gespan : de bleeke honger en de viammendeliefde? — Nog eens rekken, nog eens een hoogen rug zetten.–te langen Iaatste, slakje zwart, zult gij het land van belofte, hetkoolenbed wel bereiken, air, wat hooger, op dit bermpje! Engolvend gaat de vettige beweging gestadig voort...

Loerend van onder de aardkluiten, spiedend verdoken tusschendien grasbos zitten de groene bandieten op steek. Sluipend alseen tijger in de jungle, met wiegenden kop en trillende sprietenkomen ze nader en nader. Wip, daar springen ze met twee, drietegelijkertijd op de weerlooze proof. Als op afspraak komen nogandere kornuiten toegeloopen. Met hun bijtende kaken bewerkenze hun buit. De slak heeft schoon haar eigen te weren, te kronkelenen te rollen... lossen doen de stroopers niet. WijI ze hakken en

21

Page 26: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

De

gou

den

loop

keve

r (C

ara b

us a

ura t

us)

li

nks

: e

en d

oo

de m

uis

op

peu

zele

n d;

rec

hts

: ee

n p

ier

ve

rslin

den

d.

Page 27: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

bijten scheiden die scherpe kaken tevens een sterkriekend, bruin-achtig sap af, een brandend gift met verlammend uitwerksel. Delaffe moordenaars chioroformeeren hun prooi. Lang blijft hetniet uit of alle tegenstand is gebroken en de levensgeesten verlatenhet verhakkelde overschot van de lillende slak. Nu eerst gaat heter dapper op toe. leder trekt en sleurt en snijdt zijn part uit dengemeenen buit; inmiddels vergeten de dorstige broers niet wellustigte slurpen aan de vloeibare brij die uit de stukgereten ingewandenwegloopt. Wat 'n walgelijke zwelgpartij. In minder dan vijf minutentijds is het lijk gekwartierd. Jaloersch trekt leder slachter met zijndeel van den buit naar een verdoken hoekje, heelemaal toegedektmet schaduwen, om daar ongestoord van zijn roofgoed te genieten.

En gestadig, wijI ze bijten en smullen, scheidt de mond zijnbrandend bruin speeksel af, hetwelk voetstoots de hardere deelenomzet in halfvloeibare spijs, die guizig binnengespeeld words.

Na enkele minuten dapper werken schiet er van het slakken-Iijk geen sikkepit meer over. Vlug nu de pooten gezuiverd, dedrabbige spijs links en rechts wat afgelikt... en weer staat degulden ridder paraat. Even uitrusten aithans ? Geen sprake daarvan :de grollende maag, met haar gierhonger, is verre van voldaan.

Die kruipende, rekkende pier daar lokt de gouden tor uit haarherkauwende bespiegelingen. Op stel en sprong zitten ze hemmet vele samen te lijve. In een, twee, drie is de worm verhakkelden verbrokkeld en vreten de smullende broers weer een tijdjefang aan de versche prooi, waaruit de lillende ingewanden zwart-vloeiend puilen.

Kijkt toe : daar kronkelt een stoet processierupsen (Cnetho-campa processionea) voort in het manelicht. Lijk de kippen zijnze er weeral bij! Met zijn tien, twaalf bestormen de kevers denbehaarden stoet. Van de brandharen der rupsen en hun prikkelenduitwerksel schijnen ze weinig vervaard. Moedig beuken ze in ophet leger in slagorde, werpen de rupsen op hun rug en bewerkenduchtig de meer kwetsbare buikzijde. In minder dan een kijken een omzien is heel het garnizoen in de pan gehakt. Kruipendemaden en larven, ontpoppende emelten, jonge hagedissen, kleinemuizen en vorschen, uit het nest gevallen vogeltjes... al wat

23

Page 28: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

men ontmoet op het nachtelijk pad moet het ontgelden vanwegede groene bandieten.

hij het eerste morgengloren komt er rust en resplit, dan eerstkruipen ze terug In hun kazematten.

Hoeveel keeren een gouden Ioopkever, op den nacht, het gewichtvan zijn eigen lichaam naar binnenwerkt is nog niet uitgemaakt.In elk geval zuiveren de hovenierkens op gevoelige wijze land entuin van allerhand ongewenscht ongediert en schadelijke knabbe-laars. Onbestreden dragen ze dan ook den roem van hun nuttigheidin hun oud gildevaan.

Hun jachtgebied beperkt zich echter tot den platten grond;planten beklimmen om daar een vretenden bust te bestokenbestaat niet voor hen. Om officieel te spreken, ze hebben absoluutBeen « luchtvaartmentaliteit »!!

Een van mijn kleine neefjes is bezield met een oprecht akade-mischen weetlust, bijzonder op stuk van entomologie.

Tijdens de vakantie is hij dan ook mijn vertrouwensman, diedoorgaans de primeurs van later uit te geven werken te hoorenkrijgt. Hij is tevens mijn speuragent : heel den langen vakantiedag,dien God schept, heeft hij trouwens niets anders te doen dan teneuzen en te zoeken. Wat al materiaal bracht hij me niet aan!

Onlangs had ik hem dan ook de wreede geschiedenis verteldvan de smullende baanstroopers, die gulden torren heeten. Hijwas er heelemaal van overstuur — stilzwijgend liep hij weg :overgevoelig zieltje voor die ,al te groote gruwelen!

Een paar dagen nadien waren we op wandel... dus ook op weten-schappelijken zwerftocht. lk rustte even uit aan den zoom vaneen yen. De schaduwen der boomen van den oever zwijmeldenals zatte letters in het rimpelend water... en wijI ik daar te mijme-ren zat was het neefje vlijtig aan het snuffelen in de hei- en debremstruiken.

De avond begon te vallen. Het was het sprookjesachtig uurtusschen licht en donker, als de dag en de nacht eikaar begroeteneer elk zijn eigen afgebakend rijk weer beheerscht. Als blankstaal sneed plots de stem van het neefje door de stilte der hei :«Menonkel,ik heb er eenen,ik heb er eenen!>> Met overstelpende

24

Page 29: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

De

pro

cess

ieru

ps

(Cn

etho

cam

pa p

roce

ssio

nea)

Page 30: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

De

gou

den

loop

keve

r (C

ara

bus

au r

atus

) T

rag

isc

he

bru

iloft

sple

chti

ghe

den.

(

naar

Fa

bre

).

Page 31: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

geluksweelde komt hij aangedraafd met... een gouden loopkever.Van het eindtipje van zijn haren tot aan zijn kleinen teen jeuktehet hem van voldoening. De vreugde lag over gansch zijn wezenals zonneschijn op een gulden tarweveld. Hij was wat in zijnknollen! «We zouden nu eens zien, met &gen oogen zien, of datbeestje wel the) kon eten ! »

We hadden onderweg, achter een ploegenden boer, een paarlarven van een meikever gevonden : van die dikke, welgedanelarven in kraakporselein. Het komt allemaal te pas in ons kraam !Thuis zouden we in het donker nog wel een pier kunnen loterenin den tuin... de zaak was dus gezond!...

Thuisgekomen werd onze welkome Bast aanstonds naar zijnprivate appartementen gebracht; t. w. in een ledig jambokaaltje.Hij voelde er zich niets in thuis, en met zijn scherpe pootjeskon hij niets dan schaatsen op den gladden bodem. Een kronkelendeaardworm, die dra gevonden was, werd samen met den guldenspitsbroeder opgesloten in de nauwe ruimte. Deze laatste hadmeteen het gevoelen als was hij een vreemde eend in de bijt.Plots krijgt de hongerige tor de verleidelijke proof in de gaten enschiet er op los. Er zijn er weinig die geen vooroordeel koesterentegen een pak slaag, laat staan tegen wat de weerlooze pier tewachten staat. Doch de eerste aanval mislukt totaal : de loop-kever heeft geen vasten grond onder de pooten. Een handvolakkeraarde zorgt voor een meer natuurlijk terrein op den bodemvan het bokaaltje. Nu eerst geraakt de tor in zijn element. Hetduurt geen tien seconden of hij heeft den aardworm te pakkenin het midden van zijn krinkelende lengte. Met zijn forsche kaken,die opengaan als de messen van een schaar, knapt hij den pier netjesmiddendoor. De eene lillende helft kruipt onder het zand weg ;de andere zal de smullende tor niet meer lossen. Nooit in mijn'even heb ik meer gulzigheid gezien... Na tien, twaalf minutenwas heel de lengte van zeven, acht centimeter roze knakworst naarbinnengespeeld : geen oogenblik'rust had de veelvraat zich gegund.

Kom, we zouden hem nog een spekmade van den meikevervoorschotelen. Die weegt minstens viermaal het gewicht vaneen nog nuchteren kever.

25

Page 32: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

De larve is maar even op den bodem terechtgekomen of descherpe kaken van de vretende tor hebben ze reeds een duch-tigen beet gegeven op den bultigen rug. De made wentelt en keert,krult en kronkelt. De kever, die vast in het harnas zit, laat echterniet los en rolt holderdebolder met de made mee; nu eens boven

Gouden loopkevers (Carabus auratus)I. een spekmade van den meikever verslindend;2. mevrouw haar man oppeuzelend.

op haar rug, dan weer onder haar plompe mass y in het zand gedrukt.Wie gaat het winnen hier ? David de hupsche, of Goliath de zware

Wiji de messen der kaken vastzitten in het lillend vleesch derwitgele proof, scheiden ze ongezien hun bruin, corrosief vocht af.De forsche larve van daareven wordt meer en meer een lijdelijkslachtoffer dat machteloos ligt in den mull van den laffen aanvaller.Nog een stuiptrekking, nog een zenuwachtige rifling_ en levenloos

26

Page 33: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

ligt het stukgereten Iijk onder de almacht van den brutalen aan-rander. Deze heeft nu zijn schaapkens op het droge. Hij zuigt,hij Iikt, hij smult en trekt almaardoor...

... Doch de kiok staat elf! Tijd om naar bed te gaan. Morgenvroeg zullen we verder den afloop der gebeurtenissen nagaan.... En het morgenrood bestraalt in de bokaal een kever met eenvervaarlijk embonpoint. Zijn volgevreten achterlijf staat vasttegen het ontploffen. Gisteren lag het netjes weggeborgen onderde beschermende dekschilden; thans puilt het minstens acht,negen millimeter er onder uit, in zooverre dat de kever het moel-zaam achteraan sleurt. Aan weerskanten van de dekschildenontwaart men met het bloote oog de blootliggende stempelopenin-gen (stigmata) langswaar het insekt ademhaalt. De pooten hebbenvoorloopig hun dienst opgezegd en zijn niet meer bij machtehet rolrond buiksken van hun overladen heer en meester voortte trekken. Na dergelijke slemppartij in voile natuur siaapt deadellijke koppensneller zijn roes uit, half verscholen achter afvalof mospollen.

Van de pier geen spoor meer. Van de vette made van den mei-kever vinden we nog enkel weer den gepantserden chitinekop ende knokige pooten. Dat was denkelijk te taai materiaal!

§ II. Stikgassen

Uit hooger aangehaalde feiten blijkt reeds kiaar en duidelijkdat de monddeelen van Carabus auratus niet alleen bijtende enstukscheurende werktuigen zijn, maar dat ze ook een ontbIndendspeeksel afscheiden, dat de spierweefsels van hun stukgeretenbust dadeiijk omzet in halfvloeibare brij. Dergelijk verschijnselstellen we eveneens vast bij de zuigende vliegenlarven (I), bijde priemende maden van den glimworm (Lampyrus noctiluca) (2),

( I) Cfr. L. Senden : Onze huisinsekten, bI. 40.(2) Cfr. L. Senden : Bewoners van krotten en achterbuurten, bI. 38.

27

Page 34: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

den mierenleeuw (Myrmeleon formicarlus) (I) en andere vleesch-eters. Doch onze hupsche gouden loopkever heeft meerderefleschjes met odeuren noodig voor zip opschik. Pak een groenetor tusschen de vingers vast, en ruik! De reuk die sommige cara-biden omgeeft, zoo Zugmayer, vermag de spitsmuizen en hunandere vijanden op deftigen afstand te houden. Heel hun lichaamis als doordrenkt met stank; hun lijfgeur is absoluut niet aange-naam. In het spoor van hun reukwerken is het niet behaaglijkte wandelen. Doch zelfs daar blijft het niet bij.

Op zoek naar bust om haar gierhonger te stillen, loopt onze torbij maneschijn rond, zoekend wat zij gaat verslinden. Zonderachterdocht loopt zij blijgemoed langs den weg. Doch plots heefteen loerende spitsmuis het lekker hapje in de gaten gekregen.Begeerig sliert ze, als een kat op een ressort, haar achterna.Doch de vervolgde kever heeft het dreigend gevaar voor zijnanatomie ingezien. Uit twee vurige karbonkels van oogen beloerthem een guizige dood. Van vluchten geen sprake. De al te rappespitsmuis zal hem dra de loef afsteken. Het onderspit moet hijonvermijdelijk delven in den marathon. Plots blijft de groenetor pal staan, heft met een ruk haar achterwerk naar omhoog,mikt en bombardeert, uit haar anus, op den vijand de voile ladingvan een bruine, sterk brandende vloeistof die, zoo Reuter, alseen vuile wolk, tot op een halven meter afstand een nevel stikgassenverwekt. — Onthutste muss, die thans overwerk heeft om de gloei-ende pijnen uit oogen en snuit weg te wrijven met haar voorstepootjes! Neen, daar had ze beslist niet op gerekend... Middelerwijiheeft de groene mitrailleur de kans klaar gezien om zich vlug onderde voeten uit te maken en een veilige schuilplaats te bereiken...Door het oog van een naald zijt ge gekropen, vriendje; het scheeldegeen haar!

Chlorofomeeren van voren; bombardeeren van achter!... Zegnog dat die moderne oorlogvoerende niet op de hoogte is vanzijn moordende taak!

(I) Cfr. L. Senden : Uit het huishouden der mieren, II, bl. 47.

28

Page 35: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

§ Ill. Hart en lever

Maar wat driftige gasten, die groene schallebijters! Met hunbegeerige oogen hebben de zonen van de ridders van het guldenvlies ingezien dat de dochters der hovenierkens . pront waren ennet in hun voorkomen. Had de natuur niet ongewoon mild willenzijn ten opzichte der torren van beider kunne? Meteen is hetvuur der liefde in alter harte aan het laaien gegaan.

Niet voorniet is hij een zoon van het heete oosten, en bruisteen niet in te dammen drift in zijn binnenste. Wie thuisblijftonder zijn steen heeft geen kans de uitverkoren bruid te ontmoeten.Er uit dan maar, in den dichterlijken maneschijn! Maar zij ookkoesterde in haar boezem gelijkaardige gevoelens, zij ook verlangdenaar aangenaam gezelschap... Daar ontmoeten beide elkaar op hetnachtelijk pad. Zoo stralend als een beursmagnaat in den guldentijd der topnoteeringen schiet hij op haar toe. Het akkoord isaanstonds gesloten,... en het is er nu al koek en honig! Voorbeiden is het wel het Walhalla van alle zalighei511 Ze staan thansop de zonnehoogten van hun geluk!

Het gebeurt ook wel dat twee pretendenten tegelijkertijd naarde hand dingen van eenzelfde huwbare dochter. Vaak ontstaaner dan spanningen welke alleen maar in het bloed ontladingkunnen vinden... En wijI de twee twistencie minnaars elkaar inhet haar zitten is de freule dikwijls met een derde reepen snijden...

Ja, ja, vechtende bazen, zoo kunt ge beiden de overtuigingopdoen dat er In de wereld ook nog plaats bestaat voor vervallengrootheden! Gaat elders uw geluk zoeken ! Wellicht lacht de liefde,als een roze bloem, u beiden op een ander pad wel tegen!

Heel den zomer door vrijen de gulden kevers dat het klettert.Erg voorbeeldig is hun huwelijkstrouw echter niet. Ze huldigenvolmondig het heidensch beginsel der vrije liefde.

... De zomer loopt op zijn eind. De komende herfst zet allesIn den glans van het koninklijk purper naast de schittering vanvorstelijk goud. Zwarte wolken met maanbleeke randen jagen,als monsterachtige spookgestalten, door het onrustige luchtruim.Wild waait de wind vol storm door de huilende takken en de

29

Page 36: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

boomen schijnen rillend ter beschutting bij elkaar te kruipen.Nog altijd brandt de viam der Iiefde in de onverzadigbare hartender romantische kevers. De dames vooral schijnen er thans bijzon-der op gesteld mannelijk gezelschap te ontmoeten.

En weer wordt er duchtig gevrijd! Het gaat hun al te kust ente keur. Doch het loopt niet fang aan of de helleveeg heeft erten slotte haar voile goesting van. Heelemaal voidaan in haarlusten, zit het serpent thans haar man, die het aftrappen wil, op dehielen. Woedend valt ze den lu mmel aan, bijt den vluchtenden keverIn den staart om hem niet meer los te laten. En hij, de onnoozele,hij Iaat begaan zonder tegen te preutelen of een zweem van weer-stand te bieden... Wat 'n tang van een wijf! Is ze nu haar ventniet van stukje tot beetle aan het binnenspelen ?... Aileen hyenasen gieren verkeeren hierbij in behaaglijken toestand. Wij waigenvoor zulke wildemanszeden! Vier dan al bruiloft, man!... Houdtboven de sterren de liefde haar woord, hierbeneden worth ditmaar al te dikwijls vergeten!...

Hier hebt ge er een die nooit meer eten zal, die de grooteschaduwen van den dood is binnengetreden, weike vroeg of iaatvallen om al wat leeft. In het zwarte hart van dien onzaiigen nachtheeft de hartelooze katijf, zonder biikken of blozen, heel hetachterlijf van haar wederheift uitgehaald en opgepeuzeld; alleen dekop, het borststuk en de pooten, te taai materiaal denkeiijk,bleven onaangeroerd. Het is de wrange vrucht van dit losbandigleven!... En de kiemende dag vindt een verwonderden zonnestraaldie zich spiegelt in de gulden schaal, gevormd door de binnenzijdenvan de nog immer aaneengesloten dekschilden, die blootliggenaithans.

Och ja! er zijn er nog die geiukkig vaarden overheen den storm-achtigen oceaan, om daarna in water van twee voet diepte teverdrinken!

30

Page 37: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

HOOFDSTUK III

DE COLORADOKEVER(Doryphora decemlineata)

De coloradokever (Doryphora decemlineata of Leptinotarsa decemi.)werd onlangs officieel en plechtig « staatsvijand nummer den »verklaard.

In lezingen gehouden in boerenmiddens, in strooiblaadjes voorden buiten bestemd, in de radio, ja, tot op de briefkaarten vanhet postkantoor toe, werd op dit onlekker personaadje — metportret er bij asjeblief — de onweiwillende aandacht van het geachtpubliek gevestigd, en werd meteen die staatsgevaarlijke boefvogelvrij verklaard.

Meer nog : zijn vermoedelijke aanwezigheid in de buurt nietseinen aan de aangestelde speuragenten, hemzelf niet dadelijkachternazitten of, erger nog, hem tersluiks nachtlogies ver-schaffen... evenzooveel misdaden waarop hooge boeten, mits-gaders Iijfsdwang staan. De veiligheid van den staat, van de werelden omgeving staan hier trouwens op het spel!

De uitloopers van de wetenschappelijke « Scotland Yard », dieover gansch den aardbol vlijtig neuzen, hebben, naar het heet,voor het eerst zijn aanwezigheid vastgesteld in den Amerikaan-schen staat Colorado — vandaar zijn naam — waar, zoo verteltmen verder, de velddief inheemsch is en leeft op een bepaaldesoort nachtschade (Solanum rostratum), een plant die nauwe familie-betrekkingen heeft met onzen aardappelstruik (Solanum tuberosum).

31

Page 38: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

Zijn « werkgebied » strekte zich geleidelijk uit met de toenemendeaardappelteelt en bereikte weidra oostwaarts de zeekust. Inge-boren globe-trotter, stak hij als blind passagier achtereenvolgensden zilten oceaan over, stapte hij in 1876 incognito aan wal toBremen en verkoos als nieuw operatieveld de nude wereld, waarinhij zich, wegens zijn reuzeaanpassingsvermogen, van meet ofthuis gevoelde. Schitterend lid in den bond der kroostrijke gezin-nen verspreidde hij zijn nageslacht op ontzettende wijze; meteen voorbeeldigen eetlust bedeeld, richtte hij, waar hij zich ookbeyond, gewetensvol onafzienbare schade aan in de knollenakkers,In zooverre dat de aardappeloogst met volledigen ondergangbedreigd schijnt, zoo men dien modernen Baeckelandt niet draIn de netten krijgt.

§ 1. Het volledig insekt

Ziehier het signalement van dien guren kwidam : de elf a dertienmillimeter lange kever heeft vrij bol gewelfde dekschilden, waarvande grondkleur vuilgeel is, een toon die letwat herinnert aan dienvan oud goud ; smaakvol zijn de dekschilden versierd elk met vijfzwarte, evenwijdige, overlangsche strepen, alle ongeveer evenbreed : aan die tlen !linen ontleent de tor zijn Latijnschen bijnaam« decemlineata D. De knotsvormige sprieten, de opvallend rankepooten — heette Say hem daarom « leptinotarsa », d. I. rank-pootige, steltlooper ?—, de heele buikzijde zijn rosrood met glan-zend zwarte dwarsstrepen. Kop en halsschild zijn nogmaals ingoudrood gezet en versierd met onregelmatige . zwarte vlekken;de middelste van het borststuk heeft doorgaans den vorm van V.Dit pak van onberispelijk snit pleit sterk ten voordeele van denkeurigen smaak van zijn eigenaar in take toilet; de milde natuurheeft beslist edelmoedig willen zijn ten opzichte van dit droevigfuifnummer. De systematiekers, die het torretje « doryphora »doopten, moeten denkelijk den zoo zuiver geproportioneerden« speerdrager » van Polycleites voor oogen gehad hebben, alsze het hupsche kevertje, met zijn pront voorkomen, aan ditmodel vergeleken. Wat bedenkelijker is : deze doortrapte bandiet

32

Page 39: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

De coloradokever (Doryphora decemlineata).3K

Page 40: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

zoekt meermaals zijn hell en veiligheid in de kunst van vermommenen, alles wel ingezien, daar heeft hij slag van.

Van uit dit belangrijk standpunt bestudeerde Tower heel inhet bijzonder onzen beruchten aardappelkever. Zijn rake proef-nemingen Ilepen over een groot aantal kevers en larven van dory-phora. Uit oordeelkundig geleide proeven bleek weldra dat lichteafwijkingen In de temperatuur, tijdens het 'larveleven, zoowel instijgende als in afdalende kurve, leidden tot zg. melanismus; m.a.w.de volledige insekten waren donkerder getint : de kleur van dedekschilden neigde meer en meer naar somber grijs. — DeedTower de temperatuur schommelen tusschen hoogere grens-verschillen, dan bekwam hij specimens die onderhevig waren aanhet tegenovergestelde verschijnsel, t. w. aan albinismus, andersuitgedrukt, zijn proefexemplaren verbleekten in zooverre dat deoverlangsche zwarte lijnen gereduceerd werden tot nietige, haastonmerkbare stippellijnen.

Belnvloedt de temperatuur de pigmentatie, ook de vochtig-heidsgraad spreekt hierin graag zijn woordje mee : kleine af-wijkingen hebben melanismus, grootere echter weer albinismusals gevolg.

Samenvattend : door het combineeren van warmte en droogtebekomt men lichter gekleurde typen; koude en vocht daarentegenleiden tot donkerder varieteiten.

Daardoor vond men gereedelijk een voldoenden uitleg hoehet kwam dat, In sommige Jaren van bestendige droogte, dekevers in bepaalde warme streken een heel ander uitzicht haddendan hun confraters die hun leven doormaakten In kille gewestenmet aanhoudenden neerslag. Zoo komt het ten slotte dat een be-paald specimen heelemaal niet overeenstemt met het standaard-type, beschreven in zg. algemeene werken.

Dat anderzijds, bij sommige misbaksels, de langslijnen uit hunevenwijdige sporen schieten is een uitzonderingsverschijnsel, lijkdat voorkomt bij alle levende wezens : ook bij menschenkinderenvindt men Individus met to veel ruggegraat voor hun lengte;alleman is daarom geen bochel omdat men bultenaars tegenkomttusschen de afstammelingen van Adam!

34

Page 41: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

Melanismus en albinismus doen zich eveneens voor bij de Iarvenvan leptinotarsa, die voortdurend in gelijkaardige omstandig-heden moeten leven.

§ II. Ei, larve, pop

Van de kevers, op het einde van het seizoen tot volledigenwasdom gekomen, sterft een vrij aanzienlijk gedeelte bij het uit-breken der eerste koude dagen, als mange! aan voedsel zich tevensIaat gevoelen. Een niet te onderschatten aantal is echter de moor-dende koude voor geweest, en heeft zich ijverig een diepe schachtin de mulle akkeraarde uitgedabd. Daaronder, veilig weggedoken,buiten het bereik van den nijdigen vorst met zijn bijtende tanden,de pootjes en sprieten stiff en stram tegen het verkleumde lijfgedrukt, slapen ze gerust op hun beide ooren heel den langenwinter door.

Doch niet zoohaast is een verschgeschuurde meizon in hetvlekkeloos blauwe firmament komen stralen, of de sluimerendetorretjes zijn er met haast en spoed gaarne bij. Inmiddels heeftook de vlijtige landman zijn aardappelen gepoot en komen delinks en rechts piepende scheuten de vriendelijke zon hun blijdendank zeggen boven den warmgestoofden bodem. Kever en plant,beide werden ze ongeveer gelijktijdig eenzelfde krieuwelinggewaar in hun verstijfde organen, beide vernamen ze de uit-noodiging tot hoopvol verrijzen en beide gaven ze blij te moedegehoor aan den wekroep tot nieuw leven.

Roerloos stil zitten de kevers op den boord van hun schacht,uit puren nood om hun levensblijheid uit te vieren, met de verras-sing van een eersten blik op een nieuwe wereld vol zonnegoud.

Lang echter loopt het niet aan of de hongerige maag eischt haarrechten op. Een voorbeeldige spijsvertering scherpt den eetlustna zoo'n strengen vasten, heel den langen, langen winter door.Zoo welkom als frissche dauw na zwoeiheeten nacht ware nuwel een bete groens. En die sappige loten van die schietende aard-appelen, voor wie anders kunnen die bestemd zijn ? Voor anderenzijn die bladeren toch maar doodelijk gift; voor leptinotarsa moeten

35

Page 42: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

ze dus wel geschapen zijn. Er maar op los dan! En of er geknabbeldwordt, en of het smaakt! Voorloopig wil die wolfshonger maarniet luwen en aan de gulzige smulpartij schijnt geen eind te komen.

Jawel, te langen Iaatste hebben de schitterende kevers inter-essant gezelschap In de buurt waargenomen, erg aangenaamgezelschap, voor hetwelk men de slemppartij wel een paar oogen-blikken kan stopzetten. En ze verstonden elkaar weldra, want dejeugd heeft overal een manier van spreken die dezelfde Is in alletalen vanaf het ontstaan van de wereld. Bij aandachtig toeschouwenblijkt voor elk heertje, met verblindende duidelijkheid, dat hijmet dit bruidje daar prachtig kan opschieten... En op de aardappel-struiken, overgoten door zilveren manelicht, viert men bruiloftaan alle kanten.

De hongerige stem van het darmkanaal wordt echter dra weeromzoo gebiedend dat men voor haar zelfs de vlam der Iiefde moetdooven. Zonder veel liefdeverdriet verlaten de paartjes elkaarom elk van zijn kant te gaan grazen op de vette werden... op dehooger en hooger schietende aardappelstruiken. Tomaten- entabaksplanten, petuniabedden, doornappel- of dolappelstruiken(datura) worden evenmin versmaad : al wat nachtschade heet inde plantenkunde der menschen, al wat hevig gekruid sap heeft,dat giftig is voor niet daartoe getrainde magen, is welkom ophet menu van den coloradokever.

Enkele dagen naderhand vindt men menigen kever zitten langsde onderzijde van de half afgevreten bladeren. Al knabbelend zijnde wijfjes hun lange, dooiergele eitjes met pakketten vast aan hetIiimen onderaan de bladeren. Zoo zullen die 35-40 stuks, andersnogal opvallend van kleur, geel afstekend tegen donkergroenloof, wellicht ontsnappen aan het speurend oog van al degenendie het gemunt hebben op de nakomelingschap van ons moedertje.— Om de twee, drie dagen geeft het torretje weer toe aan denInwendigen drang om eitjes of te leggen. Wie op een seizoen600-700 eitjes Iegt Is een heel gewoon doorsnee-burger. Kroost-rijke gezinnen spreken van 1100-1200 eitjes, met belofte vanlatere kevertjes er in weggelegd. Ook I 800, ja 2461 stuks werdennageteld. Maar die Immer nijpende honger daarbinnen laat het

36

Page 43: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

moederkevertje niet toe verder naar haar milden ultbloel omte zien; ze heeft al last genoeg om In haar eigen nooddruft tevoorzien zonder dat ze zich om anderen kan bekommeren, wezenhet ook bloedeIgen spruiten.

Gelukkig dat de onbaatzuchtige zon de gulden kraaltjes onderde bladeren komt zoenen en streelen en uitnoodigen tot het blijeleven vol rijke beloften. Na een week of Brie is de kiem daarbinnenrijp geworden en doet het Iarfje het ei barsten als de bloesemde omhullende bladeren.

Als erfenis kreeg de made van haar gulzige moeder een onover-troffen vraatzucht mee : de eerste en de Iaatste van haar bezig-heden is knabbelen, bijten en verteren. Onder den verslindendeneetlust van zoovele dischgenooten moet het loof van de patattenhet erg ontgelden : al wat bladgroen is wordt gewetensvol afge-vreten... alleen de middelste nerven worden hooghartig versmaad...en nog.

Naar het schijnt zijn de Iarfjes die uit het ei kippen eer rood-geel. Een smakelijke appetijt heeft als natuurlijk gevoig zichtbarenwasdom. Binnen de tijdspanne van een paar weken moeten zenoodgedwongen driemaal van pakje wisselen : de eerste huidwerd een te prangend keurslijf. Na drie vervellingen Is de madevolwassen en bereikt ze de lengte van I 0-13 mm.

Een wonder merkwaardig, doch uiterst gelukt onaesthetischnatuurprodukt, die coloradolarve. Een welvarend buikske is welhet meest opvaliend gevoig van die ongeneeslijke kwaal : denimmer knagenden honger. Een vettige, dikke spekiarve in glanzigtomaatrood geverfd, waarop een stet zwarte wratten wansmakelijkafsteekt. Kop, halskraag en zes pooten zijn pikzwart. Aan weers-kanten van de aarsopening komt een korte naschuiver voor :daarop steunt al schaatsend de uitermate ontwikkelde buikmassa,wijI vooraan de zes pooten vlijtig trekken. Zonder respijt vreeten vreet de larve. De gulzige mond kan de nog guiziger maagnaar behooren niet bijhouden. Dag en nacht werkt derhalve hetministerie van binnenlandsche zaken : de reeds zoo gehavendeaardappelplanten betalen weeral de kosten van het gelag. Eindelijkschijnt de vraatzucht voldaan en de honger gestild. Lager en

37

Page 44: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

lager zakt de zwaarlijvige larve de plant of en verbergt ze haarwansmakelijke gestalte in den grond. Daar verpopt ze. Ze trekthaar Iaatste kleedje uit; zwart verschrompeld ligt het naast eenovaalronde pop, roodachtig gees, met een zwartgrijzen doorn aanden eindring (1042 mm.).

Na 9-14 dagen rust, komt uit de pop to voorschijn getredeneen hupsche kever, heelemaal in gouden brokaat gedost. Elkjaar beleeft de Iandbouw aldus twee, zoo geen drie achtereen-volgende geslachten van den coloradokever.

§ III. Schade. — Bestrijding

Willen we even nadenken, en uitcijferen waar die milde vrucht-baarheid der eierstokken van leptinotarsa haar nageslacht heen-leiden kan ? Beslist, die rankpootige kever moet vermenigvuldigenals het zaad van de aartsvaders van het nude-verbond, waarvande nakomelingen talrijk zouden zijn als de druppels water in denschoot van de zee, ontelbaar als de zandkorrels op het strandvan den zilten plas.

Nemen we een paartje met gemiddelde vruchtbaarheid, eenwijfje in de lente, dat 600 eitjes legt. Zoo ze alle gedijen, engeen afgunstige vijanden de springtij indammen, leveren ons dieeitjes van den moeder 300 mannetjes en 300 wijfjes. — Elk dezerlegt in den loop van dezelfde lente 600 eitjes, waaruit 300 nieuwewijfjes voortkomen :

300 x 300 = 90.000 wijfjes.Zoo er een derde geslacht is ditzelfde jaar, lets wat vaak voor-

vak, leggen die 90.000 wijfjes elk nogmaals 600 eitjes. Hetproduceervermogen van den echtpaar bereikt dus, tegen het eindevan het seizoen, een nageslacht dat bij optelling de nette som van

90.000 x 600 = 54.000.000zegge een slordige vijftig millioen spruiten in de derde generatlebereikt. Duizelingwekkendi

Vier en vijftig millioen vretende en grazende monden, vier envijftig millioen verterende, immer hongerige magen. Gelukkig

38

Page 45: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

de aardappelvelden, de tomatenbedden die bezoek krijgen vandie talrijke bezetting!!

En als men nu even nadenkt dat de groene bladeren voor deplant zijn, wat de ademende longen zijn voor den mensch...,landbouwer, wat peist ge van de vorming van knollen aan uwzoo gehavende planten ? — Het uitdoen beslist niet waard ! Onaf-zienbaar is de schade berokkend door dien nietig kleinen bandiet,door dien netten sinjeur met zijn adellijk voorkomen, gehuld inzijn goud-en-zwart harnas, fonkelend in de zonnestralen.

De Amerikaansche pers, die er als de kippen bij is als er sensatIe-nieuws te vermelden is, illustreerde destijds de ontzettendevruchtbaarheid van den coloradokever op een, haar gansch eigenmanier : Ten fare 0. H. zooveel — ik verontschuldig me bij hetIezend publiek wegens mijn diepgaande onkunde in de Internationalegeschiedenis — streek een zwerm coloradokevers, die naar nieuweexploratiegebieden aan het uitzien was, neer op het spoor vanDenver naar S. Louis. Over een Iengte van meer dan twee kilo-meter was de bodem als overtrokken met een krieuwelendemassa van geel-zwarte torren, zoekend wat ze verslinden zouden.Zoo dik was de keverlaag op de spoorstaven — wat moet het danwel daarnaast geweest zijn ?? — dat de raderen van den treinop die vette, papachtige brij netjes uitschoven en het verder fijnvertikten op zoo'n gladde baan zoo'n log gevaarte van een D-treinverder te trekken. Genie van het leger en karrevrachten zandmoesten het konvooi uit zijn neteligen toestand komen verlossen.

Drastische maatregelen door de onderscheiden regeeringenvan meet af genomen konden, tot voor den wereldoorlog, voor-komen dat dien ongenooden gast den tijd gegund werd om onge-stoord te vermenigvuldigen in Europa.

Duitschland en Engeland bonden af en toe kordaat den strijdaan, van zoodra de tor in de omgeving van havensteden gesigna-leerd werd. BurgerU en leger werden opgeroepen; het aardappel-loof afgehakt en opgestookt; de besmette akker met een Iaag zage-meel bedekt, nadien gedrenkt met petrool, om daarna In brandgestoken te worden (MOhlheim 1877). Om zeker te spelen werdalles naderhand nog eens duchtig besproeid met voorloop van

39

Page 46: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

;.4.,f‘r ---

I) 1876 Bremen.21 1877 Miihlheim.3) 1877 Schildau.4) 1887 Torgau.5) 1887 Lobe (Hanno-

ver).6) 1901 Tilbury Docks

(Londen)7) 1914 StadeAbli Ham-

burg).8) 1922 Bordeaux (56-

noljac).9) 1935 Furnaux.

10) 1938 Hoogstraten (4maal).

zeep (kaliloog) om de meest verscholen kevers ook in hun diepstehinderlagen uit te moorden.

In den loop van 1922 wordt de aanwezigheid van den zwart-geel gestreepten ridder opgemerkt te Senêjac, In de nabyheid

Kaart van Europa ;geleideliike uitbreiding van het gebied geteisterd door den

coloradokever.

van Bordeaux... en stelde men teleurgesteld vast dat een gebiedvan circa 25.000 hektaren « gedoryphoreerd » was. Oorlogs-bodems of cargobooten komende uit Amerika waren de ver-moedelijke importeurs, en tijdens den ooriog had men anderekatten te geeselen. De bres was geslagen in den burcht, en de

40

Page 47: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

IQ.

Is

9.

De coloradokever (Leptinotarsa decemlineata)I tot 9. verschillende vormvarieteiten naar gelang het weder droog is of vochtig,warm of koud ; I0 - I I. larven van den coloradokever (ietwat vergroot)

(naar Morgan).

Page 48: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

De coloradokever (Doryphora decemlineata)De kever; eierpaketten onderaan de bladeren van aardappelloof; kleinereen grootere larven. — Boven links de pop van onder en van boven bekeken.

(natuurlijke grootte)

Page 49: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

vijand binnenshuis. Aan uitmoorden viel er niet meer te denken...lndammen werd het nieuwe desolate wachtwoord. lndammen!!jawel : waren er, In 1 922, 56 gemeenten besmet, In 1935 steltmen hopeloos vast dat 1 442 kantons en daarenboven nog 2068gemeenten door de coloradoplaag geteisterd werden, en datIn Frankrijk alleen.

Het bezette gebied wordt mettertijd grooter en uitgestrekter;als een olievlek vloeit het verder en verder ult. In den loop van1935 krijgt men op het Ministerie van Landbouw te Brussel een

telegram toe, meldend dat de bandiet de grens is overgestokenen zich schuilhoudt In Furnaux (Prov. Namen). Op stel en sprongwordt heel de wetenschappelijke brigade van het ministerieopgeroepen, al de speuragenten rondgestuurd... Helaas, uit eenuitgebreid onderzoek blijkt ten duidelijkste dat er voor 't oogen-blik niet minder dan 30 haarden van besmetting in het land voor-komen : we zitten beslist met 'n mooi stelietje huurlingen.

Van officieele zijde wordt er voetstoots een « Antidoryphorlschcomiteit » gesticht; een lichaam dat open oog moet houden voorde besmetting, waar ze ook voorkomt; een organisme dat kracht-dadig moet optreden overal waar de aanwezigheid van den keververmeid wordt; een bureel waar men desgewenscht InlIchtingenkan Inwinnen om de plaag tijdig te voorkomen.

Voor mededeeling :

A. Waar een broeihaard van coloradokevers ontdekt wordt moetenI) Al de aardappelstruiken waarop de tor voorkomt opvallend

met behuip van een staak gemerkt worden;2) Eierpakketten, larven, poppen en Imagos verzameld en

vernietigd (best aanstonds In een flesch met petrool steken);3) Al de pianten binnen een straal van drie meter rond den

aangetasten struck met wortel en al uitgerukt;4) Door een nauwgezet omwoeien van den grond In de nabije

omgeving van de staken alle onderaardsche larven, poppen enkevers opgespeurd worden (ziften zoo mogelijk);

5) De akkeraarde zal men besproeien met een mengsel van

41

Page 50: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

gelijke deelen petrool en benzine (of met mazoet), op voet vanvijf liter vloeistof per vierkanten meter.

6) Drie dagen nadien moet de akkeraarde uitgezift wordenom de laatste verscholen exemplaren te ontdekken.

B. Prophylactische middelen, om de plaag te voorkomen.

Moest de aanwezigheid van den coloradokever In de buurt

Belgic : bezettingsgebied van den coloradokever in 1938

geseind worden, dan doet men best alle aanplantingen van aard-appelen ofwel

I) te besproeien met loodarseniaatpap, °I:dossing van I %(Pb2 H As 04),

2) te bestuiven met kalkarseniaat (CO (As 04)2).

42

Page 51: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

Bij gebrek aan deze produkten kunnen ze vervangen wordendoor koperarseniet, anders genoemd : uraniagroen of Parijschgroen (Cu H As 03).

N. B. Al deze produkten zijn uiterst giftig.

C. NatuurlUke vijanden : de gaasvlieg en het onzedleve-vrouwen.beestje.

Ingr. Peeters, In zijn interessant artikel onlangs verschenenIn « Agricultura », vermeldt terloops dat in Furnaux, naast devervloekte coloradolarven, tevens de hand gelegd werd op eenpotsierlijke larve van de gewone gaasvlieg (Chrysopa vulgaris), diewellustig te knabbelen, of beter gezeid te zuigen zat aan een vettemade van leptinotarsa. — Deze weiwillende medewerker wachtteniet eens de ministerieele voorschriften of om den strijd tegenhet verderfelijk ongediert aan te binden.

Het volledig insekt, de groene gaasvlieg met haar prachtig goudenoogen — van daar haar naam « Chrysopa » — is bij sommigenbekend. De man van de straat noemt ze « groene waterjuffertjes,met den paar vleugels ». In elk geval zijn het netvleugeligen (neu-roptera)van de familie der waterjuffers, kokerjuffers, mierenleeuwen,enz. De groene vleugels zijn zoo doorzichtig ais glas en bedekkenhet insekt in rusttoestand als het dak een huis (lengte van hetlichaam I I- I 2 mm.). Eigenaardig is de manier van eierleggen.De witte peervormige eitjes worden doorgaans aan de bladerengevestigd. Het wijfje drukt de spits van haar achterlijf tegen hetblad, heft zich zoo hoog mogelijk op en trekt aldus uit haarlichaam een dunne slijmvezel die aanstonds tot draad verstolt.Het uiteinde van den draad draagt een balietje, een knopje dat hetei is. Zoo'n stel eitjes Iijkt best op een hoopje ruige schimmeldie het blad bezoedelt. — Uit het eitje kipt weidra een slankebruine larve, ruig behaard. Deze staat beter bekend onder denveelzeggenden naam « bladluisleeuw. » Tusschen haar puntigezuigkaken prangt de larve haar zoete proof, zuigt ze wellustig ult...en legt de fletse huid op haar rug; waarop ze kieven blijft.

Zoo volgen gestadig de bladluishuidjes het eene het andere engaat de larve ten slotte gehuld in een afzichtelijk lompenkleed,

43

Page 52: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

vermomd in oude klodden van bladluizen. Raak die smotsige slonsniet aan : ze geeft geurtjes of die absoluut niet tusschen de wel-riekende kunnen gerangschikt.

Zoolang er bladluizen te vinden zijn — heel den zomer door —ontdekt men tevens gaasvliegen in haar groene falie, en haar lekkerewelriekende maden die zich vergasten aan suikerhoudende luizen.

Ter overweging nu aan degenen die zich bezighouden metekonomische insektenkunde : op grond van de kennis der kanni-baleninstinkten der gaasvliegenlarven, waarvan men er ontdektedie zich te goed deden aan coloradolarven... zou het dan geen on-derzoek waard zijn na te gaan of men in dezen natuurlijken vijandgeen kostbare, Iaat het zijn baatzuchtige, huip kan vinden in debestrijding van de coloradoplaag die zich aanmeldt; zou het demoeite niet loonen desaangaande stelselmatig proeven te nemenen eventueel naar middelen uit te zien om rationeel gaasvlieglarvenop groote schaal te kweeken ? Bij den eersten uitval van dengeduchten vijand kon men wellicht die stormtroepen vooruit-zenden om den aanval te stuiten, zoo niet het vijandelijk heirnetto uit te moorden.

In dezelfde richting kon getast met het oog op de larven van hetonze-Iieve-vrouwenbeestje, waarvan de kieine mannen eveneensbloeddorstig zijn en zich bezondigen aan moord op bladluizen...en misschien op leptinotarsa haar nageslacht...

Het zou de eerste maal niet zijn dat de natuur ons de afdoendemiddelen ter hand steit om de noodige orde te handhaven enhet vereischte evenwicht te herstelien.

A bon entendeur... doch 1k zit op andermans jacht! ( I)

(I) Mt jaar, Ju1i 1939, vond 1k telkens massas 0. L. V.-beestjes-Iarven opde aardappelvelden aangetast door de coloradolarven. Guizig peuzelden zede tomaatroode larven op.

44

Page 53: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

HOOFDSTUK IV

DE ERWTENKEVER(Bruchus psi)

Even voorstellen ? Bruchus pie, de erwtenkever in hoogsteigenpersoon I — Een dik, ineengedrongen kevertje, amper vier avier en halve millimeter lang. Niets aristokratisch in zijn voor-komen. Donkerbruin, haast zwart is de grondtoon van zijn kos-tuum; de buikzijde heelemaal grijsgrauw behaard, alsmede (opeen paar eironde zwarte vlekken na) het uiteinde van het achterlijfdat uitsteekt buiten de to korte dekschilden. Een idioot nietigkopje, hoofdzakelijk door een paar uitpuilende, zwarte facetoogenIngenomen. Knotsvormige sprieten, waarvan de vier eerste ledenbruin, de Iaatste en dikste gitzwart zijn. Het halsschild draagtin het midden een geelgrijze, behaarde vlek; de dekschilden even-eens zijn versierd met soortgelijke vlekken : naar het einde toekomen er, op elk dekschild, drie witgrijze vlekken in dwarsrijIiggen; deze zijn erg kenmerkend. De grondtoon der zes rankepooten is hoofdzakelijk zwart. — Adres : woont In de erwten. —Zijn neven en nichten : de boonenkever (Bruchus rufimanus), dewikkenkever (Bruchus granarius) en de linzenkever (Bruchustent's), (even op de zaden der planten waaraan ze hun naam ont-leenen.

45

Page 54: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

§ 1. Eerste kennismaking

In aloude tijden was de daartoe aangesteide student, opSt.-Norbertusgesticht te Antwerpen, werkeiijk een belleman, dieaan het zeel trok en de klok luidde. Sinds den vooruitgang derwetenschap drukte hij op het eiektrisch knopje en regelde alzooden gang van het gesticht. Buiten dit zeer op prijs gestelde

... komt hij aangedragen met een apothekersflesch vol erwten met« beestjes er in D...

voorrecht had de dignitaris, die belleman heette, nog andere,niet te onderschatten privilegidn : grondwettelijk was hij aan-gesteid om tijdens bepaaide speeitijden den bestuurder van hetgesticht op zijn kamer te komen vinden, kwestie brieven te postenof diplomatieke boodschappen over te brengen.

Krachtens zijn onvervreemdbaar recht meidde de belleman

46

Page 55: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

dus, naar gewoonte, ook dien dag, einde Oktober, zip hoog-staande persoonlijkheid aan op de bestuurskamer :

— « Mijnheer de Bestuurder?... »— « Niets bijzonders vandaag, Albert. »Eerbiedig en onderdanig meende de jongen zich bescheiden

terug te trekken; doch vertrouwelijk klonk het nogmaals .— « Mijnheer de Bestuurder? ...»— « Albert ? »— « We hebben thuis volop beestjes in de erwtjes zitten. Zal

ik er wat meebrengen ? »Ja, ook studenten hebben doorzicht en menschenkennis en

Albert kende de pappenheimers van zijn bestuurder; waaromzou hij geen stootje geven aan den entomologischen vooruitgangin Vlaanderland, bijzonder nu dat het hem zoo goedkoop voorde hand lag.

... En het woord indachtig, « het is zaliger te geven dan te ont-vangen », kwam de jongen den volgenden morgen, fier als eenvlieg op een plankske, aangedragen met een apothekersflesch volerwten « met beestjes er in », een flesch met een doorboordstopsel « opdat de beestjes niet zouden stikken. »

§ II. Tijdens de wintermaanden

Wie van beiden het meest gelukkig was, de edelmoedige geverof de weetgierige ondergeteekende, stond tot nu toe nooit vermeldIn de annalen der menschelijke geschiedenis. Het feat staat echtervast dat, sinds dien oktoberdag, in een hoek van mijn studeertafeleen apothekersfleschje prijkt, dat veel, ja meer beziens heeft danmenig kunststuk gemaald door het penseel van een bedrevenschilder. Geduld is immers de kardinale deugd van hem die denatuur haar geheimen wil ontfutselen.

Meestal luidde het bericht « van het front, geen nieuws! »Een bokaaltje vol grijszwarte torretjes, die doorgaans in dolcefar niente den guren wintertijd behooren door te maken; onderaanvoetsporen van zekere discrete bezigheden die ze In gezelschapplegen te verrichten en het onomstootbaar bewijs leveren dat

47

Page 56: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

ze niet werkeloos biliven en dat hun darmkanaal gewetensvoizijn plichten van staat kwijt. Waagt een vroolijke zonnestraalhet echter door de vensterruiten te priemen en de kevertjes meteen vriendelijken lach te bezoeken, dan komt er !even en gekrieuwelonder de bevolking en wordt er druk gewandeld op de wegenIn haarspeldbochten tusschen de erwten in. Ze zijn er innig vanovertuigd, de erwtenkevers (Bruchus pisi), dat het leven eengelukkige ultvinding is, bijzonder dan als ge zelf bij de uitverkore-nen zijt.

Doch de zon is nog niet zeker van haar zaak, en als een bewolktehemel ze uitvaagt in het firmament, dan staakt tevens alle levens-uiting bij de torren en rusten de huurlingen weer met onverdrotenijver.

Met langzamen tred strompelde de winter voorbij. Maart kwamen hield aan zijn officidele rechten en gutste ze dapper tegen derusten, de kletsende maartsche buien, half sneeuw en half regen.— Geen nieuws bij de kevertjes!

Elkeen heeft zijn voile bezigheid met de zorg van zijn stacked.De tijd wordt verdeeld over eten en slapen. Soms zitten de drievierden van de kevers haast onzichtbaar geborgen, elk in zijneigen erwt. Het grijs behaard achterlijf, dat zichtbaar blijft doorhet ronde venstergat, verraadt alleen hun aanwezigheid. Enwie, op een muisstille kamer, aandachtig toeluistert, verneemtmet spitse ooren dat de scherpe kaken het hart van het erwtjevender en dieper aan het uitboren zijn, dat die raspen den inhoudgeleidelijk tot meel verpulveren, meet dat gereedelijk door dehongerige maag in bezit genomen wordt.

Is het toegelaten bier terloops te wijzen op een dubbele dwaling,die in sommige boeken van geslacht tot geslacht overgeleverdwordt I

Eerste dwaling : dat de larve, en zij alleen, de erwt uitvreeten de kever, al vastend, den langen winter doorspartelt.

Tweede dwaling : dat de erwtenkever door zijn patrijspoorthet dek niet verlaat voor het einde van den winter. Op enkeleuitzonderingen na, worden de cirkelvormige deksels van dehalf uitgevreten erwten verwijderd rond September-Oktober.

48

Page 57: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

De erwtenkever (Bruchus pisi)zijn eitjes leggend op de zwellende peul.

(naar Fabre.)

Page 58: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager
Page 59: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

April komt met zijn grillen : als trippelende vogelpootjes opglazen koepels, zoo vallen de malsche regendruppels warmen zacht. — Geen nieuws, bij de torretjes!

Werken, daar houdt de vadsige kever beslist niet van! Aileendan als het lekker warm is in de buurt en een lieve zonnestraalu uitnoodigt tot herleven, knaagt en zaagt de tor. Lui zijn, is hetniet schoon, bijster gemakkelijk is het vast : dat princiep onder-schrijft de erwtenkever volledig.

Wat schiet er dan, tijdens dien gerekten winter, niet overaan zaligen tijd om te dutten en te maffen. Een Arabier haalt hetbeslist niet bij onze tor, als hij onder zijn vijgeboom lamlendiguitgestrekt, geduldig wacht totdat de overrijpe vrucht hem rechtIn den mond valt!

§ Ill. In den blijen Mei...

En daar valt de langverbeide gast, de blije Mei, plots met dedeur in huis. De zon schittert en giet alle hoekskens vol helderlicht; de bloemen openen voorzichtig hun schuchtere harten;de vogels, in de boomen, stemmen hun liedjes voor de vreugde-symphonie van het ontluikende leven en het windeke speelt kat-teken met de wiegende twijgen van de boomen vol blanke bloesems;overal verneemt men de blijde boodschap vol gulden zaligheid.

Grondige wijziging althans In het levensprogramma van deerwtentorretjes!

Het bestaan van elk levend wezen wentelt steeds om een dubbeleas. De polen der eerste zijn gevormd door den strijd om het zelf-behoud, het eeuwig kampen tegen den nijdigen dood, die u voort-durend langs honger en dorst beloert. Dit is het ikzuchtig, ego-centrisch gedeelte, waarbij maag en darmkanaal de voorposteninnemen op het gevechtsterrein. Om de tweede as wentelt hetinstinkt van het instandhouden van het ras, het voortplantenvan het geslacht. Dit Is de weggevende liefde die het jonge levenzal rechthouden door den loop der tijden heen.

De vrekkige eenzaat van daar straks is romantisch geworden, deegoist zoekt de gelegenheid om zichzelf weg te schenken, om

Page 60: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

de tresoren van zijn hart uit te strooien, h ulk de lieve zon haargulden stralen.

Hoe het gekomen was, dat wisten ze zeif niet, maar een heelander uitzicht had het leven voor hen gekregen : het geluk gingmet hen mee, licht en klaar als de meimorgen, beschermendwarm als moederhanden. — Wat konden hun verder die futloozeerwten schelen, die toch heelemaal uitgevreten waren en alleennog een doorzichtig ivoren pel bezaten; ze hadden er hun bekomstevan, van die meelachtige, droge zaden, waar ze niet eens meernaar omzagen. Vroeger, ja, dan waren ze er aangehecht geweestgelijk een mossel aan haar schelp, maar nu! nu hadden ze alleennog oogen voor de kevertjes uit de buurt. « Hij » had het vroegerniet eens opgemerkt hoe schoon « zij » was; en zij had nog dentijd niet gehad een oogenblik aandacht te verleenen aan hem, wijIze sliep of vrat. Maar nu! een tot nu toe onbekend gevoelen hadhun boezem bekropen, vroeger onvermoede driften bruistenstormend in hun keverhart, waarin thans de liefde ontkiemd was.Och de taal der liefde zal immer en overal gesproken worden;de taal der liefde zal nooit tot de doode talen behooren, want deliefde vergaat nooit.

Wat een leven thans in de brouwerij! Het is een gaan en komen,een gereedmaken tot de vlucht; het is poetsen en vagen... allemanmaakt toilet en wil fatsoenlijk voor den dag komen. En gindszitten een paar kevers te fikfakken, ja te vechten... en daar zijnde gehuwde koppels verstopt en verscholen tusschen de brozeerwtenomhulsels : de zorg voor het ras is thans in hun instinktgenageld.

Dagen- en dagenlang viert men de bruiloftsfeestelijkheden.Doch schoone liedekens duren nooit lang en aan alles komt eeneind, hier onder de zon.

De mannetjes hebben hun tol betaald aan de natuur; heel hunfortuin is uitgeput... och vriendje! het leven is een broze zeepbel,als een stroomend water dat onder een brug verdwijnt! Verlaatgerust dit schouwtooneel, uw rol is afgespeeld. Tarpeja's rotsligt dicht bij het Capitool!... Tusschen de opalen erwtomhulselsrusten hun drogende mummies.

50

Page 61: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

De erwtenkever (Bruchus piss)met ultgevreten erwten; onderaan een kevertje half verscholen

In de ultgevreten erwt.

Page 62: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

§ IV. Het kwaad wordt bedreven

Wie niet gevangen zit achter grendel en slot, lijk dit het gevalis met onze torretjes in de apothekersflesch, viert in de wijdenatuur de bruiloft met heel wat meer apparaat en luister.

Begin Mei staan ook de erwtjes in de tuinen en op de veldenIn vollen bloei. Hun muffe winterkwartieren, duffe zakken, drogezolders, winkelkisten hebben ze zonder preutelen verlaten, dekevertjes, en blijgemoed, met viuggen spoed, zijn ze de guldenweelde der zonnestralen ingevlogen.

Bij aandachtig toeschouwen blijkt In hun bolle torrenoogen,met verblindende duidelijkheid, dat dit blanke wapperen van aldie vlindertjes op de erwtenranken niets anders zijn kan dan eenfeestelijke beviagging die hen welkom heet in de buurt, niets andersclan een uitnoodiging tot blije huwelijksplechtigheden. En het gaater jolig toe in de geurige bloemenweelde overgoten met zonne-goud : vrijende paartjes t' allen kant. En 's nachts, kan men hetbeter hebben dan in de lekkere zachte kussens van het hart derzachte bloesems? Daarin slapen ze als een roos. En morgen alsde bloemen den nachtdauw uit hun oogen wrljven zal het leutigeleven herbeginnen.

En een veertien dagen naderhand, als leder rechtschapen vrouwe-lijk insekt, uitsluitend bedacht op het instandhouden van haarsoort, zoekt het vruchtbare wijfje naar een geschikte plaats omhaar eitjes veilig to leggen.

De vlijtige moedertjes hebben het wat druk! Het is een wegen weer kruipen over de peulen der vruchten, waarop de zwellen-de zaden bulten en bobbels doen puilen. Al neuzend links ensnuffelend rechts legt het wijfje haar eitjes op de hauw alhieraldaar, zonder veel orde of doorzicht. De milde eierstokken daar-binnen hebben voorraad voldoende; de nietig kleine legboorpriemt uit het achterlijf en strooit haar ambergele kiempjes kwistiguit. De gouden eitjes zijn langwerpige cylindertjes eindigend opbolle kalotjes; hoop en al zijn ze een kleinen millimeter lang. letwatkleefstof voorkomt dat ze van het land van beloften in hun verderfzouden tuimelen.

52

Page 63: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

De vorschende Fabre telde geduldig het aantal eitjes per petiten kwam tot de bevreemdende bevinding dat er soms wel zes-,ja achtmaal meer kandidaten dischgenooten waren vergelekenmet het aantal vruchtbeginsels in de hauw voorhanden. Als hetnu eenmaal een uitgemaakt felt is, dat elke Bast zijn eigen erwtmoet hebben als voldoende, doch ook als juist volstaande rantsoen,hoe gaan de kindekens die weidra geboren zullen worden alleaan den kost geraken ? De groote hoop is dus gedoemd om to

I. Erwtenkever (Bruchus pisi). — a. : kever uit de erwt kruipend, natuurlijkegrootte. — 2. Boonenkever (Bruchus rufimanus). — b. : kop en borststuk ver-

groot. — 3. Wikkenkever (Bruchus granarius). — c : zijn larve, vergroot.

sterven bij gebrek aan bevoorrading. Waartoe al die verkwistingin de natuur ? Och, ouwe jongen, al ons weten Is stukwerk en hetlaatste waarom van vele Bingen blijft vaak voor ons begrensdverstand verborgen, zoowel als de andere kant der maan...

En de warme zonnestralen komen ook het nietige eitje streelenen de kiem daarbinnen koesteren. Tegen einde Mei, begin Junidoet het boorlingske triomfantelijk zijn blijde intrede in de wereld.Te vergeefs zoudt ge een weistellender larve zoeken op onze aardeen op al de omliggende planeten. Een welgedane, dikbuikige larve,bleekwit met een zwarten kop, spartelt uit het prangende ei-

53

Page 64: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

omhulsel; een larve met een gierhonger en, eigenaardig, dit zalhaar voorkomen circa alle dagen van haar !even. Amper een milli-meter tang voor het oogenbiik zal ze, gezien haar appetijt, ziender-oogen opschieten mettertijd.

Kijk aandachtig toe : waar gisteren het langwerpige eitie vast-gemeerd lag, vinden we nog alleen een flets omhulsel, dat ver-schrompeid te bengelen hangt aan de jonge peul. Daarnaast merkenwe op dat de opperhuid losgewoeld is : een kronkeiend wegelkedaaronder is de gang uitgevreten door het Bruchusiong dat oprefs is naar het land van belofte. Het geluk ligt vaak op een kleinplaatsken, niet grooter dan de punt van een naald! Al knagenden borend is het booriingske tot aan de halfwas erwt geraakt.Wat een weelde hier, wat een schat ontdekt! Gedwee als stopverfgeeft de jonge vrucht toe aan de bijtende kaken van den sterkenindringer. Recht naar het hart of boort de mijnwerker zijn schacht;zijn grijze plastiek verdwijnt geleidelijk in den kelder. De jongelevenssappen die onstuimig bruisen door het groeiende zaad,zullen dra de wonde geheeld en vermaakt hebben. Een rosbruinlitteeken op de groene of blonde erwt is het eenige spoor doorden indringer nagelaten van zijn inbraak.

De welvarende larve heeft nu haar schaapjes op het droge :de huishuurkwestie is opgelost en brood ligt er voldoende opde plank : wat kan haar hartje meer wenschen! Er dient nu dappergewerkt! Knagen en zuigen gansch den dag door, niet uitsluitendom den honger daarbinnen te stillen, maar minstens evenveelom voldoende plaats te vinden voor de voorbeeldig opschietendemade : hoe grooter en dikker de huurling, hoe breeder en wijderde kamer hoeft te zijn : gelukkig dat honger en wasdom gelijkentred houden : het woningsvraagstuk wordt dus op keurige entevens op meesterlijke wijze opgelost.

Fabre beweert dat in geval van dubbele bezetting, alleen delarve die aan het hart van het zaad vreet den strijd van het leventriomfantelijk doorworstelt; wie in het grensgebied zijn kan-tonnement opsloeg sterft weldra, denkelijk bij gebrek aan sap-pigen kost, dien de jonge maag vooraisnog uitsluitend verterenkan.

54

Page 65: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

Nu eigendomsrecht noch vruchtgebruik van de rijke voorraad-schuur hem verder betwist worden geniet de bezitter op royalewijze van de schatten van zijn erf. Hij groeit zienderoogen open bereikt tegen einde Juli een vervaarlijk embonpoint, in zooverre dat hij het wijs acht de smullende bezigheden te staken.Het wondere instinkt meldt hem inmiddels dat hij nu gespierden forsch is, maar dat zijn nazaat, de volwassen kever, in verreniet zal beschikken over zooveel arbeidsvermogen, dat deze, bijhem vergeleken, eerder een tengere zwakkeling zal zijn. Dat-zelfde instinkt zal de larve er toe drijven het potdicht gevang,waarin ze gekerkerd zit, te voorzien van een licht uit te brekenpoort. Even lekker draaien en wentelen op zichzelf en dan met defreesmachine der puntige kaken een cirkelvormig gat boren, juisttot aan de pet van de nu versteende erwt. Ja, het uiterlijke,hoornachtige vlies wordt zelfs voorzichtig aangetast : een rondelijn van minimumweerstand worth er in gegraveerd, in zooverredat het cirkelvormig deksel vast blijft hangen aan de pel, maardat den forsche stoot met den moker van een kop, volstaat omde patrijspoort wagenwijd open te zetten : dat zal de rijpe keverlater wel kunnen, dat is niet meer boven zijn zwakke kracht.

Verpop nu gewetensvol binnen in het zaad, dat driekwartuitgevreten is : niemand kan binnen, want de deur Is nog op slot!In den loop van de maanden September, Oktober, is de pop rijp;een grijsgrauw kevertje maakt zich spoedig vrij uit de luren,stoot de deur open en doet zijn blijde intrede in de wijde wereldvol nieuwe beloften.

55

Page 66: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

HOOFDSTUK V

MESTKEVERS

Het zijn niet alien monniken die kappen dragen. Neen, nietnaar het uiterlijk past het dat we de menschen beoordeelen;dat leerde nuchtere menschenkennis, dat Iegde de praktischziende man vast in het spreekwoord.

Past dit gezegde bij de menschenkinderen, schitterend ookwordt het in het licht gesteld in de insektenwereld. Wanneermen de spelers, die verder optreden, buiten hun tooneeilevenop 's !evens paden ontmoet, komen ze geen beetje « pront »voor. Netjes zijn ze afgeborsteld, keurig verzorgd en daaren-boven een lijfrok van de beste snit. Denkelijk lieten ze zich kieedenin de eerste-rangshuizen van de grootstad. Niet in schreeuwendekleuren zijn ze gedost; de kevers blijken integendeel een uiterstverfijnden smaak te bezitten : worden meestal voor het ondergoeduitgekozen groenachtige tinten "en schitterende staalblauwekleurnuances.

Maar ga hun gangen niet te nauwkeurig na in de hun eigentooneelwereid : al die nette sinjeuren verdienen hun dagelijkschbrood, ja, zijn gehuisvest in de meest demokratische produktendie u kunt uitdenken; hun bedrijf oefenen ze uit in de nagelatenuitwerpselen van mensch en dier! Wie zou hun dat nageven

Nu, of men eeriijk aan den kost geraakt door diamant en edel-gesteenten te siijpen, ofwel door een gierinrichting uit te baten...

$6

Page 67: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

ten slotte doet het weinig ter zake : beide stielen kennen eerlijke1uI.

... Daarmee is tevens ons eigen pad ietwat schoongevaagd.

Rolbezetting.

Zal ik, om te beginnen, de eer en het genoegen hebben u depersonages voor te stellen, die in ons openluchttheater voorhet voetlicht komen ?

I) In de titelrol treedt op Geotrupesstercorarius. In zijn privaat leven heetmijnheer, brutaalweg, paardenmestkever.Zoo 'n Grieksch-Latijnsch adellijk titeltjeklinkt heel wat voornamer! Een prachtigekever, 2,5 cm. lang, met zwarte, diep-gegroefde dekschilden, met blauwen ofgroenen weerschijn; de buikzijde fonkeltfraai violet. Overdag vindt men hem weleens verzeild in karresporen, waaruit hij,de onhandige buiten zijn natuurlijk mid-den, zich moeilijk kan opwerken. Bij val-avond komt de tor eerst voorgoed opdreef. Diep brommend snort zij dan rond,zoekend wat zij verslinden gaat. Is een (Geotrupes stercorarius).paardenfrikadel haar 'n « plat favori »,andere lekkernijen als die van runderen en menschen versmaadtzij evenmin. In zake menu is zij de kieskeurigste niet. — Als des-sert, snoept zij wel aan rottende paddestoelen.

Haar dubbelganger, Geotrupes hypocrite, onderscheidt men vanG. stercorarius, door zijn effen, niet gestreepte dekschilden.

2) Copris lunaris, laten we hem koemestkever doopen in hetNederlandsch. 'n Eigenaardige verschijning, het mannetje van Co-pris : midden op zijn kop staat een hoorn geplaatst. Op zijn borst-stuk draagt hij twee getande uitsteeksels, alsof zijn schouders doorzijn kleederen heengegroeid waren; boven op de borst prijkt eendiepe, halvemaanvormige groef: vandaar zijn naam « lunaris ». Hijook gaat getooid met gestreepte dekschilden. Lengte 15-20 mm.

57

De mestkever

Page 68: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

Zijn dame, zwart gekleed als haar gemaal, moet het stetlenzonder dien preutschen hoorn op haar schabbernak. Mijnheer enMevrouw Copris hebben een uitgesproken Iiefde voor koemest.

Hun buikzijde neemt dan ookde kleur aan van het middenwaarin ze den kost verdienen :vuilgeel, bruin. Opvallend istevens hun hooggewelfde rug-zijde.

Geotrupes en Copris zijn specia-listen in het schachten boren

•° (geotrupes wil trouwens in het.

Grieksch zeggen : den gronddoorboren).

3) Onthophagus fracticornis, en zijn neven Onthophagus taurus,Onth. vacca en Onth. nuchicornis, zijn heel wat kleiner van formaat :wie een Iengte bereikt van 7-8 mm., is een reus in zijn soort. Integenstelling met de vorige soorten, met opvallend bolle dekschil-den, is Onthophagus een kleine, ineengedrongen, eer platte kever.Hier ook Is het mansvolk wat preutsch over zijn hoorn op denkop geplant. Ze houden alien meer vankleur in hun toilet : bruin en bronsgroenis de heerschende mode. Ze leven onderversche uitwerpselen van mensch en rund,graven daaronder Ioodrechte gangen omer hun kroost in op te brengen. Ontho-phagus is van verre verwant met de meerzuidelijk voorkomende « pillendraaiers ».

4) Aphodius fimetarius is geen eenzaatlijk zijn collega's mestkevers. Hij houdt Jeer van gezelligheid. Vooral op de warmerelentedagen ziet men ze talrijk uit verscheuitwerpselen opvliegen, wellustig daarboven kreitsen om weerIn den walmenden buit te duikelen. Het zijn kleine (5-8 mm.)roironde kevertjes, opvallend stank. Glimmend zwart zijn kopen borststuk; bruine sprieten en een rosbruin vlekje op de voor-

58

De koemestkever (Copris lunaris).

(Onthophagus vacca).

Page 69: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

randshoeken van het halsschild; lakroode dekschliden. Met hunlarven !even ze samen in allerhande uitwerpselen, in mesthoopenen, bij gebrek aan beters, in vette akkeraarde en rottende padde-stoelen. Hun witte, paarlemoeren eitjes liggen, zonder meer,In pakjes verspreid in de drekmassa; de kleine mannen, die eruit geboren worden, moeten zelf hun plan zien te trekken en elkzijn eigen kluis maar uitvreten.

Verder, als figuranten, de gevolmachtIgden van verschillendekortschildkevers (Staphylinidae) en vertegenwoordigers van deonderscheiden vliegenkorpsen, aangevoerd door de rosse vliegenop stelten, waarvan een deftig menschbeweert den naam niet eens te kennen(Scatophaga stercoraria).

Tooneelschikking.

De zomeravond neigt, zacht als eenschaduw, over de bloeiende weide. De bloe-men wachten op den avonddauw en wiegenbevallig hun geurige kelken in den lijzigenwind. Bijen zoemen viug in den laatsten zonne-straal; dronken viinders sidderen op den randvan bedwelmende bioemen; en, hoog in deiucht, scheren de zwaluwen rond de slanke Aphodius

populieren al tierelierend en kwetterend over fimetarius.

het gelukzalig !even.Hier! Kijk : hier heeft een oververzadigd koebeest zijn staart

opgeheven en in het gras gedeponeerd het teveel van zijn spijs-vertering. — Een bedenkelijk luchtje draagt de blijde mare heindeen verre rond. — Naar gelang hun stand en hun vermogen komende genoodigden toe. Ze spoeden zich rond den walmenden disch.Afgevaardigden van alle vliegenstammen krieuweien tusschenkevers en kortschiiden van divers formaat. Elkeen doet zichte goed aan de sappige spijs; onze torren, hoofdzakelijk, hebbenhet wat druk! Voorloopig schijnt elk aanzittende uitsiuitend

59

Page 70: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

bedacht zichzelf te goed te doen : zie ze maar gretig smullen!AIs u toelaat, hier nog een andere schat! Denkelijk waren het

dringende bezigheden van zeer intiemen card, die een belasten beladen menschenkind buiten den kring van het gezelschapdwongen te gaan. Daar, tegen de haag, liggen de verzachtendeomstandigheden : een weelde vol walmende beloften!

Oogenblikkelijk seint de radiopost der insekten de mare rond :« Geachte kevers, vliegen en andere belanghebbenden! Gelieveeven onze etalage te komen bezichtigen ! Hier vindt u lets voorleders smaak! Alles prima waar en ruime keus. »

Op dit bericht, draadloos rondgezonden in de buurt, komende gespecialiseerde ploegen met haast en spoed toegeviogenof aangetrippeid.

Het zijn circa dezelfde liefhebbers ais rond de koevia, met dezelf-de goesting en dezelfde vlijt.

De verlichting van het tooneel Is toevertrouwd aan de firmaLampyris en Co » van de giimwormen.Het orkest staat onder de kundige ieiding van kapeimeester

Krekel, die voor een fijn verzorgd strijkje instaat.

Het spel.

Het voorspel begint reeds bij vaiavond. — Het eerste bedrijf,het meest interessante, worth bij voorkeur gespeeld ais de duis-ternis voiledig ingetreden is. — De maan, die achter de boomenten hemel rijst, is doorgaans de eenige toeschouwer met een paarpinkeiende sterren, die in den engelenbak zitten. De maan schijntdoor het open loofwerk en legt schaduwen, ais van zwart fluweelenborduursel, op de slapende natuur, verder zift ze haar bleek lichtdoor de millioenen schichten der biaderen heen. Alles blijft stilals op een film.

Maar hier, op den drekkoek, kiotst de goifsiag van den strijdom het bestaan. Bij de dischgenooten, reeds tang aan tafel geze-ten, komen voortdurend andere notabelen uit het torrengild,zwaar snorrend, aangeviogen.

Doch het is niet meer zoozeer de maagkwestie die de zaken

60

Page 71: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

Vormverschil tusschende pooten van een loop-kever (links) en die vaneen mestkever (rechts)

thans regelt. Als leder rechtschapen insekt, uitsluitend bedachtop het instandhouden van zijn soort, zijn de torren hoofdzakelijkin de weer om de noodige provisies op te doen met het oogop hun aanstaande telgen. Dezen, als kinderen van goeden huize,moeten ze een rijke erfenis nalaten.

Geotrupes en zijn dame hebben het wat druk thans. OpvallendIs het verschijnsel dat ze meestal met paartjes werken. Nu, alsvoorbeelden van echtelijke trouw verdienen de mestkevers eenbijzondere vermelding.

Het rondloopen over den koek heeft,zoodra de nacht volledig ingetreden is, eeneind genomen. Af en toe duikelen de mest-kevers in de diepten van den schat neer, omkort daarop, glimmend van de drabbige spijs,weer te voorschijn te komen.

Eigenaardig : het is steeds ongeveer de-zelfde plaats waarop ze op het tooneel ver-schijnen : hij en zij. Wat mag dat beteeke-nen ? Straks zullen we het wel achterhalen.Zie ze maar scharren en vergaren. Met heelearmvollen tusschen de pooten verdwijnen zeviug onder de via.

Bekijk even die forsche pooten van heteerste paar : ze wijken beslist of van dennormalen vorm. De eindleden van den voet(tarsus) zijn onbenullig Mein; hun sterk ge-reduceerd formaat schijnt er op te wijzendat ze, in de eerste piaats, niet gemaakt zijnom er mee te loopen. Erg wankeibaar warehet evenwicht op zoo'n tenger steunpunt. Tibia en femur In-tegendeel zijn opvallend sterk ontwikkeld. De scheen, heel inhet bijzonder, wekt onze weiwillende opmerkzaamheid : ditdeel is drager van zes zware tanden, uit soiled chitinemateriaalvervaardigd. Het lijkt meer een riff om mee te scharren, daneen gewone insektenpoot. Breed, plat, forsch en getand : zoek nogbeter alaam voor den stiel.

61,

Page 72: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

De vier Iaatste pooten eveneens zijn sterk gebouwd, tang enkrom gebogen; hun vorm op de getande scheen na, herinnertaan Bien van den officieelen looppoot, bij de kevers in de mode.

Met breeden zwaai hanteeren de torren hun gritsel, keeren ergansche vrachten koespijs mee bijeen, prangen de kiad stevigtegen de glanzende borst, omarmen ze met de schenen en, opde vier andere loopmachines, er mee den dieperik in, vlug engezwind.

Waartoe at die drukte ? Komt het er op aan het deeg te knedenen te herkneden, zooals de bakker dat doet? Er de noodige hoe-veelheid Iucht in te verwerken om naderhand een lekkere gistingte verzekeren ?

Na een paar uur zwoegens, schijnt de werkzaamheid van hetGeotrupes-koppel gevoelig of te nemen. Mijnheer verschijntabsoluut niet meer op het tooneel; mevrouw nu en dan en nogtersluiks. In den papketel echter schijnt de gisting meer en meertoe te nemen. Op bepaalde plaatsen blaast de spijs op, als wender een kogel in naar boven gestooten. Kost wat kost moeten weachter het geheim geraken. — Het klein yolk van de familieAphodlus trekt zich al die zaken niet aan en gaat gestaag voortmet moezelen en peuzelen. MiddelerwijI ze het hun eigen latensmaken laten ze onbezorgd hun eitjes vallen in de weelde : hierzullen hun spruiten, over enkele dagen uitgekipt, vooralsnog vanhonger niet sterven.

• • • • • • • • • • • • • 00000 • • • • • • • • • • • • • • • • • 00000 • • • • • • • • • • • • • • • • • •

In den vroegen morgen komen we weer, om na te zien water zooal achter de schermen plaats greep. Gansch de hemel isdoordrenkt met rozerood en vloeibaar zonnegoud; een zingendeleeuwerik trilt in het hemelblauw; het is alsof zijn melodie langsde zonnestralen afdaalt; in leder bloemenoog schittert een regen-boogkleurige traan; de wind reuzelt door de spichtige grashalmenen zijn lied zingt vele zielen wakker.

Aileen bier op den drekkoek schijnt alle !even stilgelegd. Suitenwat kleine kortschilden en de immer drukke vliegen, zou menzeggen dat het personeel der maatschappij in staking is gegaan.

62

Page 73: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

Zijn er dan dingen gebeurd waarvan vele het daglicht niet kunnenverd ragen

We hebben ons graversgereedschap bij en zijn zinnens de mijn-Inrichting van den « gatenboorder » grondig te onderzoeken.

Opvallend ! Van de massa door de koe in de wei gelegd schleter haast niets meer over. Gisteren een eerbiedwaardige taart,Is ze heden morgen weggeslonken tot wat vuil dat de uitstekendegrasstengels bezoedelt.

Voorzichtig graven we de aarde weg In de nabije omgeving.Na wat geduld beoefend te hebben geraken we aan de vermoedemijnschacht. Hier, we zijn er! Nu omzichtig voortgewerkt.

Onder de plaats waar de foeces gisteren lagen, ontdekken wevier, vijf schachten, dertig, ja zestig centimeter diep, ongeveerIoodrecht in den grond geboord; drie en halven a vier centimeterbreed. Meestal is er, op 30-40 cm. diepte, een zijdelingschevertakking, even breed.

Heelemaal verbouwereerd door het binnenvallend daglicht,blijven de onthutste kevers, als versteend van baren schrik, zittenop hun schat bovenaan de kolom.

De schacht is onderaan opgepropt met de massa die de vlijtigemijnwerkers tijdens den nacht ingegraven hebben. Neen, het wasgeen kwestie het deeg goed ondereen te zetten, noch de spijs teverluchten; andere drijfveeren leidden hun vluggen arbeid. In denbeginne la, toen ze of en toe te voorschijn kwamen op het tooneel,moesten ze wel, bij gebrek aan uitgeboorden put, opduikelen ende uitgegraven aarde naar boven brengen. Naarmate de gaanderijuitgedabd werd, kwam er meer en meer ruimte daaronder, inzooverre dat ze niet meer hoefden in het voile licht te komen.Dat oppuilen van de massa werd verwekt door den kever die naaromhoog kroop en in de drekstof een nieuwe vracht vergarenkwam, om ze mee in den dieperik te sleuren. Even nadenken!Nemen we zoo 'n cylinder afvalstof, dertig centimeter diep, opvier centimeter doorsnee. De meetkunde berekent dat er danop 66n nacht door 66n koppel, zoowat 400 kubieke centimetergrondstof veilig weggeborgen werd. Drie koppels verwerken duseen volledlgen kubieken decimeter materiaal op den avond!

63

Page 74: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

Drekworsten, onderaan de schachten van Geotrupesstercorarius. — Ei in een gang; vretende larve in de

andere schacht.

Hoeveel maal hun eigen gewicht ? Wat een krachtprestatie voordie nietige diertjes. Zoo 'n slag dokwerkers dient nog uitgevonden!En morgen, en overmorgen hernemen ze hun duister werk.

Nietige kevertjes, wat zijn we er u dankbaar om! Gij weet, metuw simpel in-sti nkt, I ngegevendoor een alwijzeVoorzienigheid,heel eenvoudig,als vanzelfspre-kend, op to los-sen een vraag-stuk waar ver-standige m e n-schenkinderenvaak geen uit-komst voor yin-den.

Voor het stads-bestuur van elkgroot centrumis en blijft heteen neteligevraag : het zooingewikkeld ge-zond heidspro-bleem. Antwer-pen heeft zijn« reinigheids-dienst », Brusselzijn « service de

Ia proprete publique », Parijs zijn « service de Ia voirie », waaraanjaarlijks millioenen en millioenen worden uitgegeven. Tijdig dienenweggeruimd die produkten van de menschelijke spijsverteringen andere onreinheden Welke anders de atmosfeer zouden be-zoedelen en het leven ondragelijk maken. Zonder dralen hoe-

64

Page 75: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

We

hebb

en o

ns g

rave

rsg

ere

eds

cha

p bij

en

zij

n z

inne

ns

de m

ijn

inr i

chti

ng v

an

den

« g

ate

nboo

r der

» g

ron

dig

te o

nde

rzo

eke

n.

Page 76: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

Twee schachten van den mestkever (Geotrupes) die tot 60 cm. diepte dengrond ingaan. In de gaanderij rechts een onthutste-kever.

Page 77: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

yen verwijderd de haarden van schadelijke mikroben en dood-zaaiende miasmen. Met den voortdurenden aangroei der bevolkingen de aanhoudende uitbreiding der grootstad wordt de kwestiemet den dag ingewikkelder.

In Gods wijde natuur wordt de moeiliikheid op de meest sierlijkewijze opgelost; neen, het vraagstuk wordt zelfs niet eens gesteld.Waar hinderende produkten worden nagelaten door mensch ofdier wordt dadelijk de ploeg gemobiliseerd, door den wijzenBeheerder der natuur daartoe aangesteld : de vliegen- en torren-syndikaten. Deze werken niet per uur, zijn geen dagdieven, maarondernemen den dienst in stukwerk.

En dat ze hun stiel grondig kennen en niet lui gevallen zijn,daar pleit de reuzenmassa afdoende voor, die ze op een etmaalweten te verwerken en onschadelijk te maken. Meer nog. Nietalleen ruimen ze tijdig de onzindelijke produkten op, ze doener eveneens restitutie mee aan de natuur die ze elders noodigheeft.

Het teveel van mensch en dier is welkom gerief in de plantenwe-reld. Loop even door een wei waarin verleden jaar koebeesten graas-den : sprekend bewijzen de fleurige grasmotten op sommige plaatsenhoe dankbaar de gewassen de kevers zijn wegens de doelmatigebemesting waaraan ze zoo vlijtig meehielpen. Het voigend jaar,als de koe niet meer zoo viesgevallen is, krijgt het rund, omgezet,zijn eigen overschot weer; het afgevreten gras zal de spierweefselshun groei en bloei verzekeren. En de guizige mensch vindt, opzijn beurt, zijn gading in de maische brokken rundvieesch.Och, in Gods natuurekonomie gaat er niets verloren. Verkwistingis hier totaal onbekend. Heel het programma is tot in de puntjesverzorgd. De genadige minzaamheid van God heeft vaak het geringeuitverkoren om des te heerlijker zijn goedheid en wijsheid tedoen uitschitteren.

Onze sympathieke vrienden Geotrupes stercorarius en Co ver-kiezen uiteraard ercgenamen te zijn van de nalatenschap vanpaarden en ezeis. Het is maar bij gebrek aan beters dat ze zichvergenoegen met de produkten van runderen die hun aschbakleegschudden.

Page 78: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

Een uitgesproken voorliefde hebben ze eveneens voor de groeneen zwarte olijven van schapen die klein-duimpje spelen langs denweg.

Anderzijds wordt Copris lunaris, de specialist in koedrek, inonze streken niet zoo vaak aangetroffen : zeldzaam is eer zijnverschijning in onze killige gewesten : deze kouwelijke houdt meervan de uitgeroosterde berghellingen der warmere zuiderlanden :&fir voelt hij zich heelemaal thuis, waar de milde zon de spijsIekker opstooft.

Naast die grossisten hebben we de kleinhandelaars van denstam Onthophagus.

Hier, in de wei, heeft een koe aan moeder natuur weergeschon-ken , wat haar darmen niet konden verwerken. De brandende Julizon,die er reeds een paar dagen haar schichtige stralen op neerschoot,heeft den koek gebakken en het brood geroosterd. De korst isopvallend doorzeefd met talrijke gaten en gaatjes. We nemenvoorzichtig het harde deksel op... het krieuwelt daaronder vantientallen kleine kevertjes, die het absoluut niet leuk vinden datwij ze in hun drukke bezigheden komen storen.

De meeste zijn aangesloten bij de Onthophagus-groepen. Alsge niet to vies gevallen zijt bekijk dan even weiwillend die klein-ooden van het drekbewerkersgild.

Onthophagus taurus, het grootste nummer tusschen zijn collega's,is heelemaal in ebbenhoutzwart gedost. Hij is wat fier over zijnreuzeborstschild, sierlijk gewelfd, en op zijn twee lange hoorns,met smaak naar achteren gericht. Hij aapt den stier na; kreeghij daarom zijn bijnaam taurus? De grootste specimens bereikeneen lengte van I cm.

Zijn neef Onthophagus furcatus is nog heel wat meer gereduceerdvan formaat : hoop en al een halven centimeter lang. Preutschdraagt hij op zijn kop Brie, ongeveer rechte, doorns. Zijn dekschil-den zijn gemaald in bruinzwart en afgezoomd, naar achteren toe,met morgenroos. Bij het vrouwvolk zijn de uitwassen op den koptot den meest eenvoudigen vorm herleid : het zijn enkel lichtegezwellen, die niets meer weg hebben van de pronkerige hoornsvan hun gemaal. In tegenstelling met de menschenkinderen is het

66

Page 79: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

hier dus het sterke geslacht dat overwegend met praalzucht beheptis. Zijn de Geotrupes-soorten bathysspheer-bewerkers, die diepeschachten uitboren, Ontophagus vergenoegt zich met puttekenste delven, ten hoogste drie, vier centimeter diep. Die van O. furcatuszijn een potlood dik; die van den grooten 0. taurus bereiken eendubbel kaliber : ze gelijken best op een omgedraaiden vingerhoed.Vlijtig vergaderen ze daarin hun schatten geleverd door koe-beesten die avarij hadden.

Tusschen al die akteurswemelen en krieuwelen, 7-- -

immer neuzend, de klei-ne figuranten, de ros-bruine Aphodius. Ze ma-ken wel poeha, maar mui-zennesten hebben ze nietIn hun hoofd : leven zeniet in het land van beloftesamen met hun welgedanenazaten, aan denzelfdendisch gezeten ? Van nestmaken of gaten borenhebben ze geen benul : -. ieder zorgt voor zichzelf;

smullensmpapbaardenapde Schachten van Geotrupes stercorarius, total 60 cm. diep. — Onderaan de drekworsten.

en zwelgen om ter meest. Rechts, bovenaan : schachtjes van OnthophagusDe klein mannen hebben furcatus en taurus.den aard naar geen vreemden.

In samenwerking met de andere kornuiten, slurpen en moezelende verschillende kortschilden (Staphylinidae) aan de geurige pap,waarin ze zich draaien en wentelen als maden in den vettenkaas. (Zie fig. bl. 68.)

Ziedaar het libretto. Nu naar de natuur om het stuk met eigenoogen te zien spelen.

Had Breughel dat in zijn leven geweten en gezien, wat zoudie daar niet van gemaakt hebben!!

67

Page 80: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

Het ei.

Naar het schijnt sterven de meeste mestkeversoorten zoodrade gure winterdagen in aantocht zijn. Met zachten tred en ge-sluierd aangezicht wandelt de tijd door de dagen en de jaren.En hij verandert het uiterlijk van menschen en dingen. Hij trekteen fijn net van rimpels over gladde gezichten, verbleekt donkerelokken en dooft geleidelijk den glans In veler oogen. Zijn sloopings-werk vergat ook niet de pieterige kevertjes van te lande.

Wit Is de aarde en wit zijn de boomen, zoo zuiver wit dathet een hermelijnen mantel lijkt, die overgansch de slapende natuur uitgespreid ligt.Verstard liggen de lijken van de torren in hetzand, verstijfd tusschen de schichtige sprietenvan verdorde grasstengels, die treurend uit-steken boven het sneeuwtapijt.

Geotrupes integendeel schijnt met den helmgeboren. Tusschen al zijn confraters, die hundagelijksch brood op de mestpacht verdienen,Is hij de eenige die er Mathusalemmanierenop nahoudt.

Veilig weggedoken in de warme diepten vanbroeierigen stalmest — wel 50 cm. diep —slaapt hij den gelukzaligen slaap van wie eengerust geweten heeft, na volbrachten plicht.

Kortschildkever Slapen is nu wel het juiste woord niet : dut-(Staphylinus olens). ten, maffen, dat trekt er beter op. Meerdere

malen heb ik ze gezien tijdens de koudere December- en Januari-maanden. Waren ze wel niet kwiek en monter toen ik ze ontdekte,versteende mummies waren het bepaald niet. Zoo lijk een kinddat uit zijn beaten slaap geleidelijk wakker wordt en tot het be-wustzijn komt, rekten en strekten ze zich in mijn warme hand.

Buiten hun natuurlijke winterkwartieren, op een warme kamerb. v., houden de gevangen torren het niet lang ult. 's Avondsgaan ze aan het brommen, zetten ze hun vleugels open, als warrenze zich in voile lente, en trachten ze per vliegmachine de wijdewereld In te snorren.

68

Page 81: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

'n Paar dagen nad1en deden ze lets wat, tot hlertoe, totaalbuiten hun gewoonte lag. Ze stierven namelijk. Pietje-de-dood,die ze blijkbaar niet vinden kon toen ze verschanst zaten In dediepten van den mest, had ze nu te knippen.

Het juichend voorjaar doet weer zijn blijde intrede in de zonnigewereld. De onvoorzichtige perzikboom Is pas aan het bloeien enwappert zijn rozeroode vlaggestokken in het speelsche windekeen de eerste warme straal van de verschgeschuurde zon kust ookde torren wakker : « Sta niet te gapen! toe rep je, man! ruimje weg uit Bien suffen hoop! » roept hij hem uitnoodigend toe.En wijl de merel goochelt in de groenende struiken, kruipt enwoelt de schitkrevel ( I) zoo goed hij kan, immer excelsior. Alde wegen Leiden naar het morgenland vol rijzend licht.

En in den Mei, als de dagen kronen dragen van goud en de avondensluiers van purperen schoonheid, fezelen de nachten geheimendie alleen de sterren kennen. De lustige paartjes van Geotrupesbrommen blijgemoed rond : ze zijn op huwelijksreis in den blankenmaneschijn vol romantische poezij.

Maar hemelhooge plannen en verheven gevoelens kunnenniet altijd, op de vleugels der begeestering, op dezelfde hoogtezweven. De nooden en de kwellingen van het moeizame levenbedekken de vleugels met stof en drukken ze neer. De keversleggen hun feestgewaad of en hun !even hult zich weer In de grauwesluiers van het alledaagsche.

Niet alleen de ouderen van dagen doch ook het pas ontpoptegeslacht is van de partij. Weinigen onder de insekten Is gegevenhet geluk de elgen kinderen te zien trouwen, hen een nieuwenhaard te zien stichten. Dat is een uitzonderlijk voorrecht eigenaan mieren, bijen, termieten en enkele zeldzame gepriviligiderden,waartusschen onze paarden-mestkevers.

( I) Zoo heeten de boeren In de Kempen Geotrupes, schilderachtig. KrevelIs denkelijk een vervorming van kever.

69

Page 82: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

En bij valavond gaan de koppels op zoek; ze gaan neuzen ofer nergens ballast overboord gesmeten werd door oververzadigdehoefdieren. Met de vlijt van een prille jeugd graven ze weer hunschachten onder het Walhalla van alle zaligheid dat ze ontdekten.

Bij nader onderzoek blijkt dat moedertje onderaan in denbeuling een kamertje heeft uitgespaard. Daarin Iegt ze haar eitje,een witte rijstkorrel gelijkend. (Zie fig. bI. 64.)

Af en toe stijgt vader naar boven om nieuw materiaal aan tehalen. Bij elke vracht geeft hij zijn telg tevens een stuk van zijnelgen leven, dat van lieverlede wegvloeit. Zij, met moederlijketeederheid, tast de materialen. En beide negerkinderen schijnente neurien, wijI ze werken, het wiegeliedje dat ook de gepotloodemoeders in Kongoland zingen :

Het hart, dat u haat,is veraf als de maan;het hart dat u liefheeft,zoo nabij als de huisdeur.

Dit Is hun laatste krachtprestatie, dit hun zwanezang. Bovenop de schachten sterven beiden aan uitputting. Gelukkig zij, Wierleven in de handen van hun kind veilig geborgen ligt.

De lance.

Binnen afzienbaren tijd zal de goedzakkige, hartelijke zon heteitie zoolang gestreeld hebben dat het rijp wordt. De kleinelarve doet, na zoowat veertien dagen, het ei barsten als een bloesemde omhullende bladeren. Een vettig welvarende made doet haarblijde intrede in de duistere wereld. Zoohaast ze zich, als bore-lingske, op het tooneel laat zien blijkt, met verblindende duidelijk-held, dat ze niet tusschen de mooien dezer aarde hoeft gerekend.

Een schooner monument van kaalheid zult ge ver moeten zoe-ken ; een bulk die op zes pooten voortstrompelt ; drie kwart butt,van voor een mond en langs achter een andere opening. De onbe-nullig kleine kop, stroogeel getint, is drager van een paar sterkekaken, okerbruin naar het einde toe. Het gereedschap is heelemaal

70

Page 83: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

geschikt om het half verteerde paardenvoedsel te knabbelen ente kauwen. Er steken immers nog zooveel weeren in van alle slag :taai stroo, haverkorrels die maar ten deele verwerkt werden;dit alles dient de larve om te zetten in eigen spierweefsels. Nu,ze is er op ingericht; de stevige kaken zullen alles wel kort enklein krijgen. In normalen toestand schijnt de larve in tweedngevouwen, en, wie zou het vermoeden, in het onedele middenwaarin ze leeft, is ze steeds netjes en keurig afgeborsteld. Geenkladdeke drek bezoedelt haar blanke wezen : een kostbare perelin een bedenkelijk schrijn gevat!

Als we de made, heug tegen meug — ze spartelt weerbarstigtegen — openvouwen is het een halve cylinder, met een reuze-bochel; bol van boven, plat van onder. Drie pootenparen zijnaangesteld om de noodige bewegingen te verrichten. De tweeeerste paren zijn normaal in lengte; dit zijn de kruipmachines, vanstevige grijphaken voorzien, die de massa in de schacht heen enweer zullen sleuren. De twee laatste pootjes, och arme, zijnmaar nietige stompkens. Ze bereiken niet eens het derde vande lengte van het tweede paar. Terwiji de voorste pooten trekken,schaatst op de laatste het gezwollen buiktonneken vooruit. Enzeggen dat de kreupele van gisteren, morgen als voiwassen insektflunk gebouwde, zes lange looppooten zal hebben. Gebeurde ditmaar dens, we stonden hier voor een mirakel; doch in de wonderenatuur kan de Almachtige Schepper dit verrichten ook voorelken ongekenden engerling van den paardenmestkever. Wat ergroats geschiedt, geschiedt immer zwijgend.

We beklagen de sukkel misschien dat ze haar blijde jeugd moetslijten in zoo 'n keurige ellende. Zij echter heeft er een heelanderen kijk op. Voor haar is die drekkolom al koek en honing.Gretig begint het boorlingske van meet of te smullen aan desappige spijs. Eerst de gelei van den boterham likken : zoo doentoch alle kinderen. Het sap, dat zweet uit de foeces, is haar eerstevoedsel. Daarna tast ze de mik moedig aan. Om niets hoeft zebezorgd te zijn : de voorraad is onuitputtelijk zelfs voor eenvoorbeeldig werkende spijsvertering. Ook dan, als geen malscheregen het deeg gesmijdig houdt, zal ze ruimschoots voldoende

7l

Page 84: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

hebben aan het hart van den beuling. De korst en de rest laat zeover aan de planten die er boven den grond goed mee zuilen varen.Met het overschot van haar spijsvertering kaifatert ze de ruimteonderaan uitgevreten dicht, en smeert ze er de wanden mee effende juf houdt van zindeiijkheid in haar huishouden! De inneriijkegroeiwetten dwingen de opschietende larve meerdere malen tevervellen. Ook de versieten piunjes worden in de muren gemetsten zullen dra verteerd zijn.

Zeifs in de heetste hondsdagen van Juli biijft het hart van devertikale worst sappig en malsch. De mik droogt van binnen nooituit, niettegenstaande de korst keihard gebakken wordt. Menheeft me wijs gemaakt dat voorheen, toen ze nog over geenafdoende warmtehoudende materialen beschikten, men den ketelder lokomotieven huide in een foedraal van koedrek. Dit om hetwater tegen vrieskoude eenerzijds, en tegen veriies van warmtedoor uitstraling anderzijds, te vrijwaren. De uitgedroogde stof,siechte warmtegeleider, liet circa noch warmte buiten, noch koubinnen, naar geiang de omstandigheden het meebrachten. Speeltdie uitgeroosterde drekkorst hier soms dezeifde rol tot heil enzegen van haar zwakken bewoner gedurende de schroeiendezomerhitte? Zal diezelfde korst tijdens de gure wintermaandende afgunstige koude en haar bijtende tanden doelmatig afweren?Een felt staat vast, dat de tengere larve hindernis ondergaat nochvan kou noch van hitte.

Gaandeweg smuilend is inmiddels de engerling voigroeld geraakt.Een maand tot zes weken duurde de feestelijke larvetoestand. Mid-delerwiji is de voorraadschuur eveneens tot aan den nok uitge-vreten. Nu verpoppen en lekker uitrusten, tot het uur der verrij-zenis zal siaan.

En op een schoonen morgen breekt de enge kluis open. Deboeien los, de banden stuk, komt uit de onoogiijke popmummieeen, raafzwarte tor gekropen, met zes goed gevormde pootenen twee flinke vieugeienparen, gehuld in de stralende weelde vanhaar versche huid, die geieideiijk stevig chitinepantser wordt.

Uit de donkere kiuis ziet de pas ontpopte kever reikhalzenduit naar den dageraad vol hoop. Hij woeit zich uit de aarde en

72

Page 85: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

_

Boven : de klapekster, (Lanius excubator). Onder : de grauweklauwier (Lanius collurio). 1/3 ware grootte. (volgens Brehm).

Page 86: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

snort, behaaglijk brommend, de ijle ruimte in. Stierven de oude luivan verleden jaar, na enkele weken nieuw !even in de lente-maanden, de pas ontpopten tijdens den winter houden het langervol. Heel den zomer door boren ze schachten en leggen er huneitje in. Wie later op het tooneel verschijnt, maakt den winteroverwinnend door en verheugt zich in het blije samenzijn metde versch verschenen kevers.

** *

Naast de officieele vijanden van al de insekten : mollen, uilen,grootere insektenetende vogels, heeft onze mestkever nog heelaparte belagers.

Wie kent de klapekster (Lanius excubator) of zijn zus de grauweklauwier (Lanius collurio) niet; de montere roofvogel die zichzoo gemakkelijk tam laat maken en zoo vroolijk zijn verzorgerbegroet? Naast muizen, kleine vogels komen op zijn spijskaartvoor allerhande insekten, waar een beet aan is. Den paardenmest-kever beschouwt de vogel als een extra dessert. Als hij dien in degaten krijgt stuikt hij er op neer, vat hem met zijn forschen beken, zoo de, honger op dit oogenblik niet te nijpend is, prikt hijde tor voorloopig op doornen of spitse takken; soms spiest hijzijn prooi op het uiteinde van een dunnen stok of rijshout.Wellicht moet het wild eerst goed gefaisandeerd zijn eer hij hetopdischt aan zijn guizige jongen met gapende bekken ( l).

Nog grooter vijand, waarvan Geotrupes het erger te verdurenheeft, is de zg. keverluis of kevermijt (Gamasus coleoptratorum)Als ge tegen zomeravond een kever verzeild vindt in een karre-spoor, raap hem op en bekijk even de staalblauwe buikzijde. Gijzult verwonderd stun over het aantal mestkevers die gedekoreerdzijn, niet met den maar met twintig, dertig eereteekens, glinsterendgoud in de slaapgaande zon.

Vastgeankerd met hun acht klauwpootjes, zitten ze vast Inden zadel, de zuigende parasieten. Ze doen zich niet alleen te

( I) Een vogelkenner beweerde dat de klauwier gewoonlijk negen torrennaast elkaar prikt, ook aan pinnekensdraad : vandaar zijn naam negendooder.

74

Page 87: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

I. Keverluis (Gamasus coleop-tratorum) vergroot.

goed aan het kleurloos bloed van hun weerloos slachtoffer, dat zeof tracht te wrijven met schuivende pooten; meer nog, de mijtengebruiken onbeschaamd de vliegende tor als goedkoop vervoer-middel. Komen ze zoo toe op den drekkoek, waar andere tafel-genooten aan den disch zitten, dan maken ze van de gelegenheiddankbaar gebruik om versch wild binnen schot te krijgen. Ze ver-laten tersluiks hun eerste proof, die ze gedeeltelijk haar bloed

2. De mestkever (Geotrupes ster-corarius) : buikzijde vol luizen.

(volgens Brehm).

afgetapt hebben, en verhuizen naar een nieuw roofgoed dat zegaan treiteren en koeionneeren.

Zoo de mijten talrijk den kever bezetten gebeurt het niet zeldendat ze de levenssappen in zooverre uitzuigen dat de tor weldraaan uitputting, aan bloedarmoede sterft.

75

Page 88: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

HOOFDSTUK VI

KNIPTORREN(Elateridae)

De sport zit nu eenmaal In den geest der menschen gebakkenlijk gist in het brood. Haal ze er dan maar uit!

Stel u voor! Voor een paar jaar waren de kleuters op de speel-plaats bezig met... wandelende boonen! Boonen, duivelsboonenzeggen ze in Duitschland, die behekst zijn, die huppelen en wan-delen... en waarmee de blije jeugd het spelleken « om ter rapst »kan spelen!

« Op de vogelenmarkt gekocht, menheer, verleden Zondag,tegen een frank 't pakske! Er zaten er vier of vijf in... ».

Een of andere fijne Abraham moet dit wel een « aardig zaakje »gevonden hebben!

Die boonen waren wel Been echte boonen, veeleer de harde,roestbruine zaadhuisjes van een soort wolfsmelkplant van de familieder Sebastiana, afkomstig uit Mexiko. — De vrucht is kogelrond,door drie groeven verdeeld in evenveel zaadhuisjes die, met eenhoek van 1200, accuraat aan elkaar sluiten. (Denk aan de vruchtvan de Oostindische kers (Tropaeolum majus), beter bekend onderden naam : capucientje, mastoeche.) Die zaadhuisjes nu zijn deberuchte boonen. Een bijzonderheid, en wel de meest interessantewil ik hier terloops naar voren brengen : Lui en loom bij elkaar,lijk dat fatsoenlijke boonen past, liggen ze daar. Plots, zondereenige waarneembare oorzaak, beginnen ze te buitelen, te rollen

76

Page 89: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

ja, te wandelen! Enkele wippen met een ruk van het eene viakop het andere en wentelen dan weer verder door. Bijzonder dan,als de zon van de partij is en ze de boonen warm komt aaien,geraken deze op dreef. Dan rollen en bollen ze, als zotte kinderen,door elkaar, over elkaar heen : beslist een heksenketel waarinde duivelsboonen aan het spoken zijn!

Wandelende boonenI. Kogelronde vrucht. — 2. Een der drie zaadlobben. — 3. Zaadlob waaruit demade reeds gekropen is. — 4. Zaadlob geopend, niet verscholen larva. — 5. Het

volwassen insekt.

Alle nieuwigheid, in het geheim gepekeld, heeft prikkeiendengeur en gekruiden smaak die aantrekken. We zouden, we moestenhet sekreet achterhalen!

« 't Is de(n) duvel en z'n moeler! » zeggen ze in 't plat Vlaamsch.Omzichtig kraken we zoo'n harde boon. Den knappen goochelaar,die de toeren uitricht, hebben we te pakken : hij houdt zich

77

Page 90: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

schuil binnen In de dansende boon. Wel, wel, wien we hier ont-moeten? Een dikke, welgedane larve; de witte made, met gepant-serden kop, van een uitheemsche mot Carpocarpsa saltitans. Dehuurling heeft zijn uitgevreten huis met zijden gobelins behangen.

Bij wijze van tijdverdrijf richt de gevangene, in zijn enge kluis,akrobatentoeren ult. Wiji hij zich vasthoudt aan het spinsel derwanden, wentelt en keen hij zijn logge massa in de Iichte hut.Daardoor worth het evenwicht gebroken, het zwaartepunt ver-plaatst, met het gevoig dat de boon aan het wandelen, aan hetrollen gaat. En... basta!

Beslist, the) hoog op de sportladder waren wij in den goedenouden tijd niet geklauterd! Geen bijdehandsche Joden voerdendestijds dit aardig artikel reeds in. — Wij speelden eenvoudigmet « molenaars » ofte meikevers (Melelontha vulgaris) aan eendraadje en —ja, dit was bepaald een extranummer — met wippendespringende kevers, «om ter hoogst». «Hans spring in 't land»zoo doopten we onmondig de kniptor, die voor het tooneelzorgde. En als ge ze tusschen prangende vingers vasthieldt,knipte en knikte zij met haar kop en antwoordde zij welwillendop de naieve kindervraag « zal ik in den hemel komen ? » eenwelgemeend « ja »!

§ I. De kniptor

Hier te lan ge moeten we ons vergenoegen met twee, hoogstensdrie vertegenwoordigers der familie der kniptorren (Elateridae).

I) Meest van alien komt voor de zg. gestreepte graankniptor(Agriotes Iineatus). Lijk trouwens al haar familieleden, is het ereen van de slanke Iijn. Noch op reusachtige afmetingen, nochop schitterend voorkomen mag zij bogen. Ten andere, dat alkomt in haar kraam niet te pas! Zij wenscht incognito door het!even te gaan. Aldus ontsnapt zij best aan het speurend oog vande vele vijanden die haar leven belagen.

Agriotes gaat gekleed in een zwartbruin, weinig afstekend pak.Een kleine, idiote kop, zit bijna heelemaal verdoken onder zijngroot gewelfd halsschild. Aileen de lange, draadvormige sprieten

78

Page 91: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

neuzen immer vooraan. Het ongeveer vierkante halsschild is langsde rugzijde, bij wijze van kussen, gezwollen. Het is donkerbruinen voorzichtig bepereld met een stelletje stippels. De randener van zijn ietwat lichter getint en versieren hun eigenaar met eensober doch keurig galon. Zijn lange, smalle dekschilden drageneveneens elk acht, overlangsche reeksen zwarte stippels. Vandaarzijn bijnaam « gestreepte » kniptor. De ruimten tusschen destippellijnen zijn afwisselend goudbruin en dofbruin : geen schreeu-wende kleuren, neen, maar fijne, bescheiden goesting in zake toilet.Langs de bovenzijde zijn de pooten ietwat behaard, wat den glanser van tempert. Aan de onderzijde schemert, getaand, een bruin-zwarte grondkleur door.

Dit klein nummer der familie van de kniptorren bereikt hoog-stens een lengte van acht tot negen millimeter. Als vakman inde springkunst behaalt hij echter den eersten prijs en laat hij zijngrootere collegas ver achter zich.

2) Athous hirtus, de ruige kniptor behoort tot de grootsteinlandsche soort. Deze slanke, zwarte springkever wordt tot14-15 mm. lang en is 4,5 mm. breed. Een uitgesproken voorliefdekoestert deze sybariet voor de bloeiende schermbloemigen, diehun paraplu wijd openzetten hoog boven het Bras van weilanden akkerrand. Uit de gastvrije kelkjes der bedwelmende bloempjessnoept hij graag den verwelkomenden honingdruppel. — De glansvan de zwarte dekschilden wordt, door grijze beharing, smaakvolgetemperd.

Haalt hij het niet, in het knippen en springen, bij zijn kleinerenkozijn, den gestreepten agriotes, toch blijkt hij uiterst zwaken lenig als het er op aan komt.

3) Wat algemeenen lichaamsbouw betreft kennen we nog eenderden vertegenwoordiger te lande : de muisgrauwe kniptor(Lacon murinus); lengte 14-16 mm.; kleur zwartbruin, door grijs-grauwe korte beharing keurig gemarmerd. Deze kever schijntzijn springvermogen verloren te hebben. Wel doet hij zijn uiterstebest en spant hij zich in om knakkende, knippende bewegingente maken; van opspringen echter geen sprake. Het officieele,knarsende geluid is voor ons oor wel waarneembaar; het nuttig

79

Page 92: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

effekt van zijn edelmoedige inspanning blijft immer ult. Dezevertegenwoordiger der kniptorren is geparfumeerd. Aan de zij-kanten van de achterlijfspunt beschikt hij over twee groenachtigwitte klierzakjes, die hij in- en uitstulpen kan. Deze zorgen vooreen onaangenaam Iuchtje, waarmee veel van zijn hongerige vijan-den beslist niet gediend zijn.

** *

Midden Juni. — Een eerlijke regenbui spreidde haar paarlen-stroolende sluiers uit over helling en delling. Doch de uitgeschreidewolken daarboven scheuren weidra open als een voorhangsel.Een blije zonnestraal wipt er moedig doorheen en breekt inzeven kleuren in de glinsterende druppels die beven als juweelenaan de wiegende grashalmen. Verrukt kijkt de overwinnende zonnaar de weenende wolken die beschaamd afdruipen, ginder veraan den horizont. Glinsterend zonnestof hangt weer in de frisscheIucht en bonte vlinders wapperen vroolijk in het rond.

Op handen en voeten komen we voorzichtig uit den elzenkantgekropen, die ons welwillend beschut heeft tegen die malscheregenbui. Als tijdverdrijf hadden we zitten scharrelen in de dorrebladeren, die een dik, reuzelend tapijt vormen onder de breedehaag. Naast andere specimens uit het insektengild, hadden we, indit welvoorziene midden, ook meerdere springkevers gevangen.Zoodra ze echter gewaar werden dat ze ontdekt waren en hunschuilplaats niet meer veilig bleek, namen ze hun toevlucht toteen lang gekende kneep : den schijndoode uithangen, de opge-trokken pootjes strak tegen het lijf houdend. Neen, vriendje,met zoo 'n wassen neus kunt ge ons niet meer verschalken : datkunstje kennen we sinds jaren.

Onder de loshangende schors van vermolmde boomtronkenvonden we eveneens een rijken bust aan dito torretjes : daarachterzitten ze immers behoorlijk gevrijwaard tegen regen en wind.

En knarsen dat ze deden tusschen nijpende vingers, zoo boosals een stier bij het zien van een rooden lap.

En Iijk weleer In de zonnige kinderjaren hebben we gespeeldmet a Hans spring in 't land » en deden we de torretjes wippen,

80

Page 93: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

Wie speelde er nooit met een paar muntstukken ?..

drie vier centimeter hoog, om ze netjes op hun pooties to taterivallen. Aangaande dit knipvermogen, een specialiteit van het hutsder kniptorren Elateridae, werden meerdere verklaringen vooruit-gezet, de eene al ingewikkelder dan de andere. Ten slotte is deuitleg doodeenvoudig.

Wie speelde er nooit met een paar muntstukken ? Het eeneleggen we op tafel. Met behulp van een ander pitsen we den randvan het eerste dat we aldus in de hoogte doen wippen, hats overkop, overgelukkig dat het uit zijn prangende knelling vrijkwam.

Die eenvoudigekneep kept dekniptor vanaf hetbestaan der we-reld. Willen weden kever evenaandachtig bekij-ken en wel tangsde buikzijde? Ge-bruik maar uwvergrootglas. Hetborststuk bestaathier uit drie, dui-delijk gescheiden,segmenten : hetvoorborststuk, Iangwerpig, gelegen onder het reuzehalsschild,is drager van het eerste pootenpaar; het middenborststuk, onge-veer vierkant, het grootste van de drie, met het tweede pooten-paar; daaronder Iigt gedeeltelijk bedekt het achterborststuk, metde twee Iaatste pooten. Hoofdzakelijk verdienen voor- en midden-borststuk thans onze opmerkzame aandacht.

Het is een bijzonder kenteeken, de kniptorren eigen, dathet voorborststuk gewapend is met een stevigen, harden borst-stekel, een naar achteren gerichten tand (zie fig. 4 A). Dezewigvormige chitinedoorn Is op het uiteinde voorzien van eenminiatuur-, dichtbehaarden borstel (zie fig. 6), waarmee de eige-naar de glijbaan in de gleuf netjes zuiver zal houden.

6K

81

Page 94: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

Het middenborststuk draagt tusschen de pooten — weer letsheelemaal aparts — een diepe, traanvormige gleuf. (Zie fig. 5, B.)Deze sluit een diepere groef af, die binnenin gepolijst is als eenspiegel : dit is de bedoelde glijbaan.

We leggen een in zwijm gevallen kniptor op haar rug op tafel

De gestreepte graankniptor (Agriotes lineatus)I. De kniptor op haar rug. — 2. Zij heft het middenlijf omhoog. — 3. Een wip,een sprong in de lucht.— 4. Details van borststuk fangs onderen bekeken. A. Naar

achter gerichte tand. — 5. Traanvormige gleuf (B). — 6. Tand vergroot.

en kijken belangstellend toe. Haar zes pootjes liggen strak tegenhet Iijf (fig. I). — Opgelet nu! Rustend op zijn halsschild en opde welving van zijn dekschilden, heft de kever, als gebroken, zijnmiddenlijf omhoog (fig. 2). De doorn komt vrij en to voorschijn;de nauwe gleuf is zoo dicht mogelijk gesloten. Met een knarsendgetuid drukt de in tweeen gebroken kever den veerkrachtigen

82

Page 95: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

stekel in de even veerkrachtige gleuf. Knak! een wip, een sprong Inde hoogte en de akrobaat valt sierlijk op zijn pooten neer (fig. 3).

Die krachtprestatie, lukt ze den eersten keer niet, wordt ge-makkelijk twee-, driemaal achtereenvolgens herhaald.

Nemen we nu een kniptor tusschen voorzichtig prangendevingers. Het gevangen insekt is daar heelemaal niet mee gediend.Met een uiterste krachtsinspanning tracht het diertje de lievevrijheid te heroveren. Nu eerst stellen we goed en wel vast wateen energie zoo'n nietig torretje opgeborgen houdt in zijn bol-ronde borstkas, wat een kracht het ontwikkelen kan met zijnknikkende borstringen.

We snijden een kever door in de richting der Iengte. De reuze-afmetingen van het sterk gewelfde halsschild waren ons vroegerreeds opgevallen. Uit de doorgesneden borstkas puilt een buiten-gewoon ontwikkelde spiermassa : hier hebben we den krachtigenmotor, die voor de noodige drijfkracht, voor de heftige bewegin-gen en voor de uiterste inspanning van zijn knippenden baas kaninstaan.

Bij weinig insekten, zelfs bij deze die voortdurend vliegentijdens hun langeren imagotoestand, zijn de spierweefsels tot zulkeen ontwikkeling uitgegroeid.

De voorzienige Schepper gaf onze nietige kniptor dat wel-willend mee op haar levenspad, wat zij, blijkens haar beroep, uit-eraard broodnoodig heeft. Alles is doelmatig ingericht, alles totIn de puntjes verzorgd door een alwetende Wijsheid, die zorgdraagt zoowel voor het onmetelijk groote dat de banen der heme-len bewandelt,als voor het oneindig kleine dat krieuwelt in hetzand!

§ II. Koperwormen, ritnaalden

Wie aan de straat werkt moet tegen de kritiek kunnen.Een prachtige Juniavond vandaag! Bij haar ondergaan giet de

zon, In onvergelijkelijke pracht, een stroom van purper over devruchtbare landouwen en zet de heuvels in een vurigen gloed,zoodat de natuur in viammen schijnt op te gaan.

83

Page 96: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

Hij had geen oogen voor al die weelde, die tuinbouwer heelemaalverdiept in zijn malsche kropsla; al foeterend in zijn &gen smeethij telkens en telkens een plant weg. — Wat een buitenkansjevoor hem heel zijn toorn, onder hoogspanning, te kunnen ontladenop den opmerkzamen voorbijganger — uw dienaar — die eenoogenblik bleef staan om den man of te spieden.

... « Emelten ! geen pooten ! geen pooten ?... zoo schrijft gijhet toch In uw « Krotten en Achterbuurten »! (I) maar daar zijtgij nu eens glad mis! Geen pooten ? — Kijk hIer aan de wortelsvan de kropsla... 't Zit er vol... Ze vreten letterlijk dat kostelijkplantsoen kapot. — Emelten, geen pooten ? — Zes hebben zeer... kijk toe, ja, zoo ge er u wilt van overtuigen. Zes, zeg ik :hier, zie!... En in de radijzen hebben ze ook al leelijk huisgehou-den... en de helft van de viooltjes heeft het moeten ontgelden.'n Ramp! — maak stadslui wijs dat emelten geen pooten hebben...Onzin! voor ons, lieden van het vak!... »

Het kwam er allemaal boos ultgeloopen, met eenparIg versnel-lende beweging, als uit een vat dat lek had.

En ik stond daar, gansch onthutst, met den mond open, tekijken!

En de lmmer grollende boer schudde uit de wortels van eenhalfvergane, half dorre slaplant een heel regiment wormen inzijn eeltige hand en Meld den krieuwelenden inhoud, tot stavingvan zijn mopperende gezegden, onder mijn neus.

— « Zijn dat emelten, ja dan neen ? En hebben ze pooten ?En tel ik er geen zes? En ik ben toch bij mijn positieven!... Aldie boekenwijsheid kan niet opwegen tegen de ondervindingvan Iemand die dag aan dag op het land werkt!! »

Nogmaals, ik was heelemaal overstuur.— « Even kijken ? — Hum, hum ? goudgele emelten, behaarde

emelten? »— « Emelten zien toch officIdel muisgrauw... en deze? Maar,

man, die hebben heel wat meer weg van meelwormen (Tenebrio

( I) SENDEN : Bewoners van Kronen en Achterbuurten, bl. 137, Averbode,1936.

84

Page 97: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

molitor) dan van emelten. Laat eens goed zien!... Zaten die ookniet aan de bieten?... En vondt ge die noolt, in het klein, knagendaan den malschen inhoud van uw kweekpaddestoelen ?... »

— « Ja, daar ook vindt men ze met heele kluwens. »— « We zijn er! Dit zijn geen emelten, ook geen meeiwormen!

Deze rolronde, koperkieurige maden, zijn de klein mannen vande rulge kniptor (Athous hirtus). In de wandeling heeten zeritnaalden, ritwormen of. nog sprekender, koperwormen. >>

Trots dit alies bleef de boer eerder sceptisch gestemd.— « Hoor eens hier, pachter. — Hebt gij verieden jaar, in

den loop der maanden Juni en Juli, geen langwerpige keverkens,I 4.d 5 mm. lang, op het land gevonden; ruige, zwarte torretjes,die als ge ze vastnaamt, in het in zwijm vallen fiimsterren vaneerste gehaite zijn ? Kevers, die als ge ze tusschen de vingersprangde, knippen en knarsen om los to geraken? »

— « Nu ge dat zegt, ja, die kwamen hier nogal voor. Zoozwarte, fijnbehaarde ? die ge moeiiijk kondt terugvinden aisze ontglipten ? »

— « Heelemaal juist! — Van die kniptor zijn dit de koperenmaden. — Te bekiagen zijt ge, man, ais ge met een stelletje vandie vretende spruiten zit ! En lang nog zult ge er piezier aan beleven :die hebben zoo circa drie a vier jaar noodig vooraleer zij voigroeidzijn en verpoppen tot kniptor. »

— « Allemaal goed en wel; dat ondervind ik nu reeds aan denlijve, of liever aan die kosteiijke sia. — Maar hoe geraak ik van dieongenoode gasten af? »

— « Kainiet en sodanitraat strooien, man! Daar zullen ze zichvan beioven; dat brandt in hun lange maag; dat overieven zebesiist niet! »

— « En verder? »— « Ja! snijd aardappelen in fijne schijfjes; doop die in een

opiossing van uraniagroen ( I%); steek die schijfjes In den grondtusschen uw slapianten : wie van dit gift ook maar proeft, teekentdoor 't felt zeif zijn doodvonnis. »

En een ultgestoken eeltige hand, bewees zijn dankbaar ge-voeien.

85

Page 98: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

...En door de bloeiende acacialaan wandel ik verder. Blankebloesem valt welriekend op den grond, de bodem is er mee be-strooid alsof er een kralensnoer gebroken is... wat verder dejubel van een Ieeuwerik, die fangs den zilverdraad van zijn trif-lers, hoog in de zon-doorlichte lucht klimt — en in het westen eenin schoonheid wegbloeiende zon.

... De man van het vak en die van de wetenschap waren weereens verzoend dien prachtigen avond vol gouden zonnegloeien...

86

Page 99: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

HOOFDSTUK VII

ASPERGEKEVERTJES

Met zwoelen adem hijgen de dagen verder. Het land ligt tebraden in de zon. Geen windje, hoe schuchter ook, durft hetaan te waaien. Rozen van brandend purper staan daar als bloed-vlekken midden het warme groen; maar ze laten hun kopjes hangen,alsof ze aan het schreien waren.

Doch we moeten verder den tuin in vandaag, ginds bij de asperge-bedden. Als de zomer over hun pluimstengels kookt, als hetgras daarnaast verdort en verschroeit, spotten de aspergeplantenmet al dat zonnegeweld. Oude, veredelde heideplanten als ze zijn,met lange, loopende wortels die diep uit den grond het vochtweten te putten, zijn ze getraind tegen langdurige droogte enverzengende hitte.

Einde Juli. Rustig is het yolk, rustig, kinderlijk en blij als dezomerbloemen doorbeefd van zonneglans. Op het donkergroeneaspergeloof integendeel gaat het er zeer druk toe. Het wemelter van tientallen en tientallen kleine torretjes, die mastklim-men tegen de schichtige stengels op. Zij ook voelen zich heelemaalthuis in die broeiende hitte; ja, ze wandelen thans op de geluks-toppen van bun seven. Met heete oogen speurt het eene kevertjehet andere na, wijl daarnaast de bruiloft reeds in vollen gang is.Het valt dadelijk op dat twee gansch verschillend gekleedeaspergekevertjes broederlijk naast elkaar aan het werk zijn.

87

Page 100: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

Links : zwart aspergekevertje (Crio-ceris campestris). Rechts : ros asper-gekevertje (Crioceris duodecimpunctata)

Vooreerst het rosse aspergekevertje (Crioceris duodecimpuncta-ta). Volgens zijn Latijnschen naam moet het Iakrood kevertje, uitplicht van staat, twaalf zwarte stippels dragen op zijn dekschilden.Bij nader toezicht blijkt dat de hupsche kevertjes absoluut nietwillen gebonden zijn door wetenschappelijke benamingen. Veleja, plooien zich gewillig naar de vakkunde en gaan getooid met deofficreele twaalf vlekken; andere vergenoegen zich met tien,ja met acht zwarte puntjes. Kop, borststuk en dekschilden,alles samen 7 a 8 mm. tang, zijn in het Iakrood-ros geverfd.Het onderlijf is zwart. Een paar zwarte krentenoogjes puilen

uit het nietige koppeken,dat tevens versierd is mettienledige, zwarte sprietjes.Zoodra het diertie onraad ver-moedt steekt het die voel-horentjes recht voor zich uit,als wilde het poolshoogte ne-men. De zes pootjes zijn af-wisselend zwart en goud-rood.

Naast den rossen dikzak, hetzwarte aspergekevertje (Crio-ceris campestris), dat eerdervan de slanke lijn is. Koppekezwart met dito oogjes ; het

borststuk Iakrood, Iijk dit van zijn collega; de dekschilden, diegansch het achterlijf bedekken, zijn zwart, doch opgesmukt metzes grijswitte vlekken, die pleiten voor den fijnen smaak vanhet nietig torretje; pootjes en sprieten heelemaal in het gitzwartgezet; lengte 7-8 mm.; onderlijf glanzend zwart.

Ziedaar het signalement van de twee soorten kevertjes.Alhoewel beide kevertjes tot dezelfde firma behooren — heeten

ze niet alle twee «Crioceris» in den kataloog der systematiekers?— niettegenstaande ze hetzelfde arbeidsveld ontginnen — menvindt ze uitsluitend op aspergegroen —, nooit of nimmer warenwe getuige van een gemengd huwelijk : rosse verkeeren steedsmet rosse en zwarte trouwen immer met zwarte.

88

Page 101: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

Schuster is de eerste, bij mijn weet, die het buitengewoonscherp gezichtsvermogen der aspergekevertjes in het licht stelde.Erg interessant is het zijn eenvoudige proeven te hernemen :Tracht even het kevertje langs boven te grijpen; aanstonds trekthet pootjes en sprietjes in en Iaat het zich op den grond vallen :zoek het nu maar tusschen dien wirwar van groen en scheuten.Houd nu beide handen onder het diertje, opdat het er in vallenzou. Neen, neen! krampachtig grijpt het kevertje den asperge-stengel vast; onbeweeglijk blijft het zitten, als wilde het ver-stoppertje spelen. Steek uw grijpende hand uit ter linkerzijde...in een viug tempo kruipt het beestje weg ter rechterzijde; wiltge het vatten langs den rechterkant, zoo vlucht het schuchterediertje fangs den linkerkant weg. Immer hangen ze dus de husknaar den wind.

Beide kevertjes !even en tieren, ja, op de groene asperge-pluimen. Af en toe snoepen ze wel eens aan het bittere kruid enknabbelen ze enkele schichtige blaadjes af. Hun larven echter zul-len er erger huis op houden!

Heelemaal verschillend is de manier van eitjes leggen, alsmedede plaats waar ze gelegd worden. Het zwarte aspergekevertje(Crioceris campestris) legt immer zijn eitjes op stengeis en loof.De Iangwerpige, donkergroene eitjes hangen, als een fijne franje, tebengelen aan de stengeltjes der bloemen of vruchten, of links enrechts aan het ranke loof. De vuilgroene maden, die er kortelingsuit gedijen, vermeien zich op het loof, en doen er zich te goed aan.Al grazend op die vette wei zullen ze zienderoogen opschietenten slotte is het toch het eten dat van een lammetje een schaapmaakt. Zwart koppeke, bollig vuilgroen buikske, met uitrekbaarstaartstuk, dat zich krullen kan, als een vinger, rond de stengeis,zijn ze heelemaal aangepast aan hun koordedansersstiel.

Als ze zoo het loof en den bast van de stengels afvreten, latende torretjes natuurlijk ook iets na, waar men in net gezelschapniet over spreekt; iets dat men in een fatsoenlijk boek niet eensnoemen kan, al speeit het ook een voorname rol in het !even.

In de oksels van de stengels vindt ge de nagelaten dokumen-ten van hun doorloopend werkende spijsvertering. Zet zoo'n

89

Page 102: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

bevolkten stengel in een bokaal op een tafel, met 'n wit papierals kieedje daaronder... voortdurend valt als manna uit den hemeleen hagelbui van zwarte drekjes, voortkomend van de madenvan Cr. campestris. De klokken van Rome zijn nooit milder geweestop Paaschzaterdag.

Het zwarte aspergekevertje (Crioceris campestris)

Larven. — I. eitjes; — 2. drekjes.

Angstvallige ekonomisten in zake landbouw, rangschikkenderhalve de aspergetorretjes tusschen de schadelijke insekten.

Doch laten we zakelijk blijven : wie toch kweekt nu aspergesvoor het loof? En die enkele loten, afgevreten door de nietigekeverlarven, zullen die den dood van de zoo weelderige plantinluiden, zal de plant, of de wortel hoofdzakelijk, het dan zooerg to verduren hebben ?

90

Page 103: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

Het rosse kevertje (Crioceris duodecimpunctato) Iegt zijn eitjesnook of nimmer op het groen, maar prikt het steeds vast, als eenwratje, op de halfrijpe bolle vruchtjes van de aspergeplant. Dejonge made, die er enkele dagen nadien uit te voorschijn komt,boort zich in de vrucht weg. Dit is thans haar ultsluitende eigen-dom geworden : de eerste die het huts betrekt is de wettige baas;een verdere indringer wordt meedoogenloos uitgehongerd enhoudt het er niet lang in vol. Sappig vleesch van de vrucht, zoetekernen binnenin leveren den dagelijkschen kost aan den eigenaar,die er zich te goed aan doet. Tegen dat de tijd van verpoppen daaris, is de schatkamer heelemaal uitgeput en hangt de !ooze vrucht-bal als een flets, opaal ballonneken aan den stengel. Lichtloopendebriesjes, die streelend over het loof aaien, mogen daar thans wie-gelend mee spelen. — Nog eens, indien men de asperges kweekteom wine van het zaad, dan gaf ik gereedelijk toe dat Cr. duodecim-punctota diende vervolgd en uitgeroeid; maar thans!

Tegen den tijd dat de vruchtbolletjes als kralen te bengelenhangen aan het roswordend loof zijn de maden van beide torretjesvolgeeten en volgroeid. De tijd om te verpoppen is aangebroken.Voordat de gure najaarswind door de takken der ontbladerendeboomen giert, zijn de maden tangs de stengels, of viugger nog alvallend, op den grond terechtgekomen. Ze wroeten hun vettetronie de aarde in en verpoppen daar aan den voet van de voedsel-planten. Aanstaanden zomer, als de menschen volgens den offi-cidelen kalender — na 24 Juli, St. Jan-Baptist — ophouden met as-perges te steken, zullen de torretjes uit hun vermummiede poppenlosbreken, gaan spelen en stoeien in de gulden zonnestralen enneerstrijken op het frissche loof der asperges, dat lenig als loopendwater op en neder deint onder den Iijzen adem van streelendezomerwindjes.

91

Page 104: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

HOOFDSTUK VIII

LIJKBIDDERS

Vlaanderen! o dat lieve landje van den regen! Neen zoo 'nweertje hadden zelfs de oudste boeren nooit in hun !even gekend!De wolken dropen van het water. De hemelen smolten letterlijkweg. De dag mocht uitgelezen heeten als de zon, door een lagewolkengrot, een bundel stralen mocht zenden, als zoeklichtnaar de natte aarde toe.

Och, een boer, die slaaft of hij klaagt. — Een felt is dat anno1937 het water in de Meimaand beslist nog hoog in den grondzit. Ten bewijze : Mijnheer de onderpastoor heeft, achteraan inzijn tuin, een sterfput die, wegens hooge tij, thans als miniatuur-vijver fungeert.

In dit vijvertje pleegde, op 2 Mei, een pinegel (Erinaceus Europeus)brutaalweg zelfmoord. Hoe hij daarin versukkeld was blijft noguit te maken; dat hij er in verdronk en er het lieve Leven bij in-schoot, dat blijkt uit de feiten.

De goede kapelaan stond reeds met de spa in de hand om denaflijvige aan moeder aarde toe te vertrouwen — de aarde issteeds een toevlucht geweest voor haar in het nauw gedrevenkinderen —, als het wetenschappelijk parket tusschenbeikwam enboudweg de toelating weigerde om het Iijk te begraven.

92

Page 105: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

§ 1. Het personeel der maatschappij

Veertien dagen zijn sindsdien verstreken, en nog ligt de egelboven aarde. Gereedelijk geef ik toe dat hij een meer dan gewoononaangenaam Iuchtje verspreidt in de omgeving. Anderzijds isde belangstelling van het vroeger onverschillig publiek in hoogemate gestegen. Het rottend kreng krijgt schier heel den dag doorbrandend nleuwsgierig bezoek. Wat gisteren afstootend en wal-gelijk heette, is thans het centrum van weetgierige belangstellinggeworden. Aan vraagstaarten en nieuwsgierige Aagjes is er voorals-nog Been mangel in de buurt.

Naast de nieuwsgierige, krijgt de doode egel ook nog meergenteresseerde bezoekers. De eerste er bij zijn natuurlijk devliegen ( I). Onze gewone huisvlieg (Musca domestica), de vliegmet goudgele pooten (Musca stabulans), de blauwe bromvlieg(Musca vomitoria), de glanzend blauwe lijkvlieg (Sarcophaga car-naria) zijn er lijk de kippen bij. Zelfs het fijnste reukorgaan vaneen menschenkind merkte heelemaal niets, en toch werden t' alien-kant rondgeseind draadlooze reukberichten, waarop beter waar-nemende insektenzintuigen reageerden.

Met heele zwermen komen ze toegeviogen en stuiken ze neerop de aanlokkende proof. Oogen en mond, zonder te sprekenvan het ander uiteinde van het spijsverteringskanaal, hebben meerdan gewone aantrekkelijkheid. Daar immers zijn de slijmvliezendunner en de toegang tot het interleur gemakkelijker. Den avondvan den eersten dag zijn die plaatsen hoofdzakelijk als wit bepoe-derd; het is alsof daar een grijze schimmel reeds aan het woekerenis op het lijk. Bij nader onderzoek, onder het vergrootgias, blijktdit poeder niets anders te zijn dan hoopen eitjes, aldaar gedepo-neerd door voorzienige vliegenmoeders; het lijk komt hoofdzake-lijk hun nakomelingschap ten goede.

's Anderendaags zijn die eitjes spoorloos verdwenen; doch opbedoelde plaatsen krieuwelt, daarbinnen in het lijk, een massanietige wormpjes, die zich wentelen in dit paradijs en likkebaarden

(I) Cfr. SENDEN : Onze huisinsekten, bi. 210 en v. v.

93

Page 106: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

aan de spierweefsels die geleidelijk omgezet worden in halfvloeiende,onwelriekende spijs. Straffe kost, die liebig! Zienderoogen schietende maden op wijI ze onophoudelijk Iikken en vreten.

Voorbij en vervloeid is de dag; een goud-roode avondzon zinktweg achter grijze en treurige wolkenzwerken. De boomkruinenzingen hun oeroud geheimzinnig lied; de nachtegaal, de zilverenzanger, Iaat, als perelen, de trillende noten vallen uit zijn rijk-gevulden gorgel; bezwaard door bange geluiden, huilt de nacht-wind door de rillende boomen. Het is in het zwarte hart van eendonkeren nacht. Dit is het uur der kinderen van de duisternis.

Van uit de vier windstreken komen ze toegeviogen, de officidelaangestelde lijkbidders.

Necrophorus vespillo, de geparfumeerdedoodgraver komt de eerste toe, en wel pervliegmachine. Met toegevouwen dekschilden,de voorste pooten omhooggestoken als vlag-gestokken, snort de kever door den donkerenavond, zoekend naar proof. Alles wat rottendstinkt is hem welgekomen; niets versmaadthij als het maar voldoende gefaisandeerd is :alle afval van het leven wordt door hem

Necrophorus vespillo met dezelfde voorkomendheid bejegend.Wat een voorname verschijning, die aan-

spreker! Een tor, 14-15 mm. lang; het groot, opvallend rondborststuk is afgezoomd vooraan door een smaakvollen fluweelenboord : goudgele haartjes zorgen voor dit keurig bontwerk. Viergitzwarte knobbeltjes steken daar glanzend op of : dit zijn haarrouwjuweelen. De dekschilden, achteraan rechthoekig afgesneden,bedekken het uiteinde van het achterlijf niet volkomen. De oranje-gele dekschilden zijn netjes versierd door een breeden, zwartengebekten band, die er dwars overheenloopt. Die dekschildendienen niet, zooals dit bij de meeste torren het geval is, als zweven-de vlakken bij het vliegen ; ze blijven immer toegevouwen tijdensde vlucht, zooals dit eveneens voorkomt bij den rozenkever(Cetonia aurata). De veel langere vliesvleugels, bruingebrand endoorschijnend, die daaronder gevouwen liggen, worden uitsluitend

94

Page 107: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

gebezigd bij het vliegen. Het uiteinde van het achterlijf, dat zicht-baar achter de vleugels uitsteekt, is evenzoo met een fijn dons vanbruingele haartjes opgeknapt. De buikzijde van het borststuk,

eveneens dicht behaard, schijnt geiriseerd inde zonnestralen. Pooten en buikzijde zijn

_

glanzend zwart : dat hoort zoo bij den stiel!De forsche, sikkelvormige kaken vooraan

den kop, wijzen er op dat Necrophorus bijmachte is zijn lillende proof aan Harden toscheuren. Diezelfde krachtige kaken helpen

r, den doodgraver tevens bij het uitdelven vanhet graf van zijn proof. Wie zou het ver-moeden : de doodgraver houdt van odeurtjes:hij geeft een discreet muscusgeurtje af. Meernog, deze sombere aristokraat is gedekoreerd.

coleoptratorum) Tal van goudglanzende kevermijten (Gamasuscoleoptratorum) bedekken de ruimte tusschen

de pooten, zuigen en scharrelen daar ondereen.Eerst even cirkelen boven den walmenden buit en dan plots

er op neervallen.MiddelerwijI zijn andere bedienaars der begrafenis neergestreken

op het Iijk. Hun uiterlijk past beter bij hun sinisteren stiel. Dezeten minste gaan in het zwart gekleed. Als eenkat rond de heete pap kruipen en krieuwelenze rond de begeerde proof.

Een glanzend rouwjuweel die kleine Saprinussub-nitidus. Het kevertje is gezegend met eenmoos klinkenden Latijnschen naam, maar eenpopulairen naam bezit Saprinus niet. De deftigeman van de straat kijkt niet naar al dat vuilgespuis dat ploetert in de buurt van rottende Saprinus sub-nitidusIijken.

Niet veel grooter dan een lieve-vrouwe-beestje (6-8 mm.) isSaprinus keurig in glanzend laque gedost. Pieterig koppeke,heelemaal verborgen onder het breede borstschild; de dek-vleugels, glinsterend zwart, zijn smaakvol versierd met over-

95

Kevermijt (Gamasus

Page 108: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

Iangsche strepen. Deze strepen stelien de systematiekers in degelukkige gelegenheid om de torretjes in meerdere ondersoortente verdeelen (Saprinus sub-nitidus, Saprinus detersus, Saprinus macu-lotus, enz.). Hun korte forsche pootjes zijn afgeplat en van tandenvoorzien : ze apen hierin slaafs de mode van sommige mestkeversna; graven schijnt hun een behoefte te zijn, als we dit uit denvorm der pooten mogen afleiden.

Graaft Necrophorus zich wellustig weg onder het Iijk dat hij moetter aarde bestellen, Saprinus Integendeel loopt er never rondom,neuzend dan hier, dan daar. Welke is zijn betrekking in de begrafe-nisonderneming ? Aan de hand van verkeerde boekengeleerdheidzou men zeggen dat hij eveneens het Iijk uitloogt en snoept aande Ifflende ingewanden. Bij nader toezicht blijkt dit niet evenwijdigmet de echte waarheid. Van huize uit is Saprinus geen smulleraan dood vleesch, noch een zuiger aan rottende spieren. Hij isveeleer een fijnproever, die meer trek voelt voor versch wild ensappige knakworstjes.

De milde vruchtbaarheid van de eierstokken van de verschillendevliegensoorten is meer dan gewoon bekend.

De nakomelingschap van de vliegen allerhand loopt in de duizen-den. Het inwendige van het stinkend Iijk is opgevuld, opgezwollenals een etterbuil, door een krieuwelende massa van voortdurendgroeiende vliegenlarven, die haast geen plaats meer vinden aanden toch zoo rijk voorzienen disch. Moesten die maden alle gedijentot volkomen insekten, waar toch gingen we naartoe met dit legiovliegen ? Remmende faktoren, die de tij gevoelig indammen, zijner volstrekt noodig om het evenwicht in de natuur te verzekeren.

Dwalen de Saprinus-soorten immer in grooten getale rondomrottende Iijken, dan is het wel juist niet daardoor dat ze aange-trokken worden door de verpeste Iijkgeuren. Neen, andere drijf-veeren nopen er hen toe tot stinkende krengen hun toevlucht tenemen. Hier immers vinden ze een uitstekend jachtgebied, waarhet wild beslist niet zeldzaam op voorkomt. De vliegenmoederzorgde er vlijtig voor!

Kijk toe; een welvarend buikske, het logge bewijs van een over-verzadigden eetiust puilt uit de rottende massa. Het is een circa

96

Page 109: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

Lij k

bid

der

s ve

rric

hten

hu

n nar e

n s

t iel

op

het

lijk

van

een

mu

is.

Page 110: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

Lij k

bid

der

s a

an h

et

werk r

ond e

en

do

ode

n m

ol.

Sap

rinu

s- k

eve

rs, nec

rop

ho

rus,

silp

ha-s

oort

en

en

sp

ek

keve

rs. (naa

r F

ab

re).

Page 111: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

2 4

Een

doo

de v

ink

wo

r dt

ple

c hti

g b

egra

ven

do

or

de l

ijkb

idder

splo

eg.

Tu

ssc h

en

I e

n 4

ver l

oop

en

er c

irca

4 u

ren.

(naa

r B

ar t

els

).

Page 112: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

De bladluis (aphis).Gevleugelde en ongevleugelde luizen aan de onderzijde van een blad; merk

de versleten plunjes op.

Page 113: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

volwassen vliegenlarve die door haar collega's buitengewiggeldwordt. Daar juist lag Saprinus op te loeren : hij schiet toe : hetverscholen kopje komt te voorschijn, hapt gulzig naar het sappigspek; de mull trekt, sleurt en zwoegt totdat hij den last uit demassa vrij heeft. Dat is nogal wat smakelijker kost dan die rottendebrij! Wellustig peuzelt hij de larve op, speelt ze in korten tijdnaar binnen, om andermaal op de loer te gaan liggen naar verscheprooi!

Na een zwelgpartij van belang is de hoop der vliegen volgezogenen volgroeid. De tijd is aangebroken om te verpoppen. Er dientuitgezien naar geschikte plaatsen om dit punt van het levenspro-gramma ongehinderd te kunnen afwerken. De maden verlatenstiekem hun rottend arbeidsveld, en graven zich, liefst bij nacht,in de buurt den grond in. Vindt Saprinus geen larven meer, die zichwelwillend aanbieden om zijn vraatzucht te voldoen, dan moethij, noodgedwongen, uitzien naar andere inkomsten om zijn stof-kleed in eere te houden. Bij gebrek aan larven jaagt hij nu opvliegenpoppen. Uitstekend komen hem thans van pas die prima-klas graafpooten. HU boort zijn glanzend lijf in den grond, graaften zoekt naar poppen, die zijn instinkt hem licht laat vinden. Metdenzelfden ijver als hij voorheen larven verslond, snoept hij nuaan de verder ontwikkelde vliegenkinderen.

Oh! dit prachtig evenwicht in de ingewikkelde natuur. Godshand kan ook op kromme lijnen recht schrijven. Waar wij, eindigemenschenkinderen, niet klaar inzien, daar weet de AlmachtigeWijsheid middel te schaffen om alles netjes en keurig te schikken.De vlieg zou eerst schijnbaar in zulke mate vermenigvuldigen dathet een onafzienbare ramp zou worden; Saprinus, uit plicht vanstaat, hem gedikteerd door een Wijs Verstand dat zijn lompinstinkt blindelings volgt, zorgt er voor dat die nakomelingschapvan duizenden en nog duizenden gereduceerd wordt tot enkelenummers, die verder hun rol zullen te spelen hebben. Neen, geenschakeltje ontbreekt er in de natuurekonomie. Gods wijsheid reiktheel wat dieper, dan eindig menschenverstand vaak peilen kan.

Zoo ge, vriend lezer, uzeif overtuigen wilt van wat hoogerbeschreven werd, heel eenvoudig is de proef die gij nemen kunt.

Page 114: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

Silpha thoracica

Silphaquadripunctata

S pan ru ps (Geometridae)

Vu! een jam-pot met aarde waarin vliegenlarven aan het verpoppenzijn. Zet er een stelletje Saprinustorretjes bij en onderzoek den

inhoud enkele dagen later. Te vergeefs zult gezoeken naar larven en poppen; lang zult gehoeven te wachten naar ontluikende vliegen.Saprinus speelde er korte metten mee!

Na dit intermezzo aan de Saprinuskevertjesgewijd komen we weer op de echte lijkbidders.Mag ik Ued. even voorstellen de achtbare ver-tegenwoordigers der aaskeverfamilie

Naast de enkele doodgravers (Necrophorus vespillo) zijn tijdensden nacht op het lijk neergestreken heele drommen silphiden.(aaskeve rs).

De meeste torretjes zijn Silpha thoracica, Silphaatrata naast enkele Silpha quadripunctata. Allesoorten zijn sterk afgeplatte kevers, met zeerbreed halsschild waaronder de kop verdokenzit. De elfledige sprieten eindigen op een knots.De zwartglanzende aaskever (Silpha atrata) heeft,lijk zijn naam het trouwens zegt, zwartglanzendedekschilden. Het halsschild, mat-zwart door degrof-korrelige chitinehuid, reikt verder dande basis der dekschilden. Silpha quadripunctata heeft een sierlijkervoorkomen. Haar gitzwart halsschild is afgezoomd door een leder-

bruinen band; de dekschilden zijneveneens opgesmukt door vier rood-gele vlekken. Silpha thoracica enSilpha rugosa zijn heel wat zeld-zamer ten onzent; de laatste isdofzwart; halsschild en dekschildenzijn van ruw korrelig materiaal.

Terloops weze nog aangestipt datSilpha quadripunctata graag, zooaisde meikever, zich overdag schuil-

houdt in de lekkere schaduw van elk- en beukgebladerte. Daarvindt die roover vette rupsen om zijn vraatzucht te voldoen.

98

Page 115: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

Spekkever (Der-mestus lardarius)

(vergroot)

Hoofdzakelijk maakt deze kever jacht op de eigenaardige rupsenvan de spanners (Geometridae). ledereen kent ze voldoende deslanke, zooveel als niet behaarde rupsen van de spanners, die meteen sterke bocht voortkruipen fangs de scheuten van heesters

en boomen; die rupsen welke om te rusten,alleen met de achterste pootenparen, welkezeer forsch zijn, de takjes vasthouden, om danhet verdere lichaam sty uit te strekken, zoodatdit een scherpen hoek maakt met den twijg.Men zou haast zeggen een afgebroken takjedat vastzit op een gezonden twijg.

De processierups (Cnethocampa processionea)moet het vaak ook ontgelden vanwege de on-verzadigbare vraatzucht der aaskevers.

En last not least verdient een eervolle vermelding de weinigsympathieke spekkever (Dermestus lardarius) (7-9 mm. lang).Deze rolronde kevertjes !even niet alleen in onze provisiekamers,pakhuizen en schepen, doch ook, en wel met uitgesproken voor-liefde, onder uitgeloogde krengen. Het torretje is licht herkenbaaraan den breeden, gebekten, uitgeelgrauwe haren bestaandendwarsband, vooraan de dek-schilden; dit bontwerk is ver-der versierd met zes zwartevlekken. Zijn larve is eerdereen dicht behaard speldekus-sen gelijk.

Een uitgesproken voorliefde Dermestus lardarius. Pop, larve enheeft dit heerschap voor ranse imago. ( I en 2 vergroot. — 3. na-

rl grootte).vetstoffen, die in perkamenten tuuijke

mummies rijkelijk voorradigzijn. Hij zal er voor zorgen den.arbeid, begonnen door zijn collegaslijkbidders, netjes of te werken en zich te goed doen aan de vet-weefsels die spierliefhebbers versmaadden. ledereen vindt zijngading in de weeide van het weiriekend kadaver.

99

Page 116: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

§ II. Aan het werk!

Van oudsher zijn de zeden en gewoonten der Iijkbiddersbestudeerd zoo door liefhebbers als door vaklui. Hun te interes-sante levenswijze en werkmethode moesten natuurlijk de aandachtgaande maken van alwie niet blind voorbijloopt fangs het levenspad.

Dat naieve vertelsels dra gesponnen werden in de schering vande werkelijke waarheid hoeft geen betoog. Doch laten we daarbijniet stilstaan.

Al wat lijk beet geniet dezelfde voorkomende welwillendheidvan Necrophorus en zijn lijkbiddersploeg. Even welgekomen Is dereusachtige egel als de nietige veldmuis; een vogeltje uit het nestgevallen, een pad, een kikker, een kleine slang : alles wordsgereedelijk aanvaard door het instinkt dat onwelriekende krengenals het summum van geluk en weelde beschouwt.

Onze reus, de eerbiedwaardige egel, was een al te volumineuzevracht voor de kleine kevers, om daarop hun plichten van staatop sierlijke manier te kwijten. Den kleinen kop, ja, konden detorren wel ondergraven; doch de al te groote massa van hetplompe lijf vermochten ze niet onder den hiel te krijgen.

Proeven naderhand hernomen op kleinere lijken zouden totbeteren uitslag leiden.

Lilt den kriekenboom was een bijna volwassen vogeijong uithet nest gevallen. Nog voor de blijde lentedagen van zijn levenuitgebloeid waren was het diertje het geheimzinnige, met droomenomweven koninkrijk van den dood ingetreden. De vleugeltjeslam, de pootjes omhoog lag het wezentje daar te wachten opwat komen zou.

De avond kwam op zachte voeten aangetreden; de eerstesterren, als vuurgensters tegen de hemelhuif vastgespat, kwamenpinkelen naar de zwarte aarde. Snorrend en brommend kwamenNecrophorus en Silpha, op de onwelriekende uitnoodigingen vanhet lijk aangevlogen.

Van het eindtipje van hun sprieten tot aan het uiteinde vanhun staart jeukte het hun van voldoening. Zonder dralen gingenze dapper aan het werk.

100

Page 117: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

Drie, vier doodgravers waren er reeds in drukke doening.Tientallen Silphas stonden hen bij in de onderneming; neuzend

alhier, zuigend aldaar, kropen ze voortdurend op het Iijk heenen weer. Het seizoen der hofmakerij was bij hen volop aan dengang. En het bleef niet lang uit of de voorzienige Siipha-moedertjesIegden hun eitjes te vinden boven op het Iijk van het vogeltje.

Ze zijn goede maatjes met elkaar; geen een is er te vindendie het geluk van zijn evennaaste ook maar in het minst benijdt.Van hooge plichtsbetrachting of verheven huwelijkstrouw is erbij hen geen sprake. De vrije liefde viert hier hoogtij. Zou menhet ook anders kunnen verwachten bij sombere luitjes met nogsomberder stiel ?

Bij de ernstige doodgravers gaat het er heelemaal anders toe.Boven alles geldt het hun ambtsplichten. Alhoewel het mansvolkoverwegend in getal is, geen spoor van naijver of jaloersche mede-dinging. Boven de liefde gaat hier de plicht. liverig weggedokenonder het doode Iichaam scharrelen en wroeten ze om ter hardst.Trots tegenstand en moeilijkheid vordert hun sloopingswerkzienderoogen.

Af en toe komen de gestreepte kevers van onder het Iijk bovenaarde en wroeten er een vracht aarde onderuit; dieper en dieperzakt het doode vogeltje weg in de uitgedabde silo. In den letterlij-ken zin van het woord wordt het Iijk ingekuild. En als het eerstewindje van den dageraad de frischheid van den morgen in de plooienvan zijn mantel ronddraagt is schier alle spoor van het lijk ver-dwenen. Een schamel hoopje losgewoeld zand verraadt nog deplants waar het aflijvige diertje begraven Iigt.

Necrophorus! ge zijt een kapitale vent! Een uur of vier vijf...en het honderdvoudige van uw eigen gewicht hebt ge ter aardebesteld.

Volgens Fabre zouden, na voldanen plicht, de later aangekomenmanskerels, die het eerst toegekomen paar onbaatzuchtig geholpenhebben tijdens den nacht, er stiekem van door trekken om eldershun ambtsbezigheden te hernemen en hun diensten aan te bieden.Man en vrouw Necmphorus, erkend door al de overigen alswettige eigenaars van het kreng en zijn schatten, blijven alleen

101

Page 118: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

op de werf achter. Dieper en dieper graven ze het Iichaam dengrond in. In de onderaardsche krypte blijven nog andere plichtente vervullen. De toekomst van het doodgraversras hoeft ver-zekerd; voor opvolgers van hun geslacht dient er gezorgd. Jazeker, zeif mogen ze ook wel eens smullen aan het welriekendwild. Huid en pluimen worden uit het rottend lijk getrokken...een vieze onaangename bol schiet er ten slotte van over. DaarinIegt het voorzienige moedertje haar eitjes. Haar kindekens kunnennu gerust de toekomst tegemoetzien en zonder achterdocht vanzorgen de komende dagen afwachten.

Vader en moeder kruipen den een of anderen nacht weer Liltden grond omhoog om elders een nieuwe stichting van hun gezinneer te zetten.

Zoo werken en wroeten ze maanden fang, al zaaiend alhieraldaar hun kiemen in vruchtbaar geschikten bodem.

Wat ze zelf niet oppeuzelden zullen hun gretige larven welverder afwerken, om alleen vetweefsels en beendergestel over telaten aan andere liefhebbers.

Begin Juni eindigen de werkzaamheden van de nu gevorderdenvan dagen. Van lieverlede vloeit de levenskracht weg uit hun stramwordende ledematen. Ze worden ouder met den dag. De eerstelevensblijheid en hupschheid verminderen zienderoogen. Meerdan vroeger in heel hun druk leven houden ze thans van dutten. Dieslaap zal voor het mannetje worden de broeder van den dood.

Vele afgeleefden worden de prooi van vretende en zuigendekevermijten (Gamasus coleoptratorum), doch niet alle vallen alsslachtoffer van die onlekkere parasieten.

Een nieuw instinkt schijnt te ontwaken in het oude wijfje. Haarliefde is gekeerd : als lavagloed bruist de gloeiende haat inhaar aderen. Den eenen of anderen nacht overvalt ze haar gemaal.Als razend geworden, begint de katijf brutaalweg haar vent opte peuzelen, onbarmhartig flarden en stukken van zijn lillendlichaam te scheuren en deze wellustig in te zwelgen. Oh! die narefeeks!

Fluistert de stuiptrekkende haar misschien niet toe : « Datmijn erfvijand, die me haat, me zoolets aandeed, tot daar toe!

102

Page 119: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

Maar gij, mijn vriendin, die met mij dweepte, die samen met mijlekkere spijzen nutte... dat had ik van u nooit durven te ver-moeden! Dat noch regen noch dauw ooit deze plek bevruchten,waar de liefde sneuveide en de innigheid versmoord werd inhet bloed! »

Lijkbidders, van weike nationaliteit ook, wij menschen zijnu harteiijk dankbaar wegens de onschatbare diensten die gij hetmenschdom bewijst. Tijdig ruimt gij van de baan de onlekkereprodukten van den nijdigen dood. Halverwege voltrok de doodsiechts zijn werk. Met zijn onbarmhartige zeisen smakte hij hetleven neer; verder reikte zijn macht echter niet. Onverschilligliep hij elders om zijn droeven stiel uit te oefenen, zonder zich maareven te bekommeren om zijn slachtoffers.

Wat moest er van de aarde geworden, bieven al die stinkendekrengen jaar en dag de omgeving verpesten met hun moorddadigeuitwasemingen ? Op siagveiden, waar gij het werk niet eens bijkunt houden, siuipt, vanaf de in ontbinding tredende lijken, hetgrijnzend spook van besmetting de troepen tegen; veel meervreezen ze die uitwasemingen dan het moordend schroot vanden vijand.

Simpele kevertjes, hoe somber en naar ook uw bedrijf schijnein de oogen van den oningewijde, gij zorgt er voor dat het !evenmogelijk biijve, door het werk van den dood ten voile of te werken.We promoveeren u tot nuttige insekten, met al de punten ende omhelzing van de jury... u verstaat best, dit iaatste in denfiguurlijken zin!!

I 03

Page 120: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

HOOFDSTUK IX

HET ONZE-LIEVE-VROUWENBEESTJE(Coccinella)

§ 1. Inleiding

Wilt ge naam en faam verwerven, roem en eer inoogsten ? Eengoede raad : word struikroover van groot formaat, moord men-schen uit als dieren, slacht ze in massa, voer oorlog, win veldslagenen... in gulden letters prijkt uw naam in de annalen van wat zepotsierlijk « geschiedenis der beschaving » noemen.

De kinderen en de jongelui van de aankomende geslachten zullenu zalig prijzen. Enkel door het hooren vernoemen van uw naamen het vernemen van uw glansrijke daden zullen ze in begeesteringgeraken.

Kent ge ze niet : de beihamels van Xenophoon; Cesar; Hannibal;Catilina...? Waarom werden Agamemnoon en Achilleus verheer-lijkt door Homeros en bezongen in onsterfelijke gedichten ?Wie waren ze : Alexander de Groote, die, die... en Napoleon ?Het geheim van hun granieten roem, die zelfs aan den alverslin-denden « tand des tijds » weerstond ?... Het waren vermaardeveldheeren, die op het slagveld, pardon, op « het veld van eer »hun onverwelkbare lauweren plukten.

Een trapje lager. Sla de krant open, gelijk dewelke en onver-schillig op wat datum. Geen blokletters zijn groot genoeg, geen

I04

Page 121: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

kolommen te tang, om in het wijd en het breed voor het geachtpubliek uit te rafelen het doen en het laten van die buitengewooninteressante specimens der menschelijke natuur, alom bekend onderdiverse titels als gangster, struikroover, sluipmoordenaar, kid-napper en Co w met portret er bij asjeblieft.

lntegendeel, ga weldoende rond, ontdek een serum om derazernij afdoende te bestrijden, bevorder kunsten en weten-schappen, wees een lid dat zich veelzijdig nuttig maakt in demaatschappij — och, uw naam is het vernoemen niet eens waard :« niets bijzonders te vermelden! ».... en draai de bladzijde om.Kan men een koning nog beter doodverven in de historie dan doorte zeggen : « onder zijn regeering leefde zijn yolk in durendepeis en blijvenden vree ? » — Wie den boel niet onderste bovenzet en maakt dat alles op stelten staat is van geen tel! De geschiede-nis! Een vernederend gewetensonderzoek, waarbij een eerlijkmensch van schaamte aan het blozen gaat.

Zoo verloopt het niet alleen bij de menschenkinderen, ook inde insektenwereld is het aldus gestaan en gelegen. Aangaande de« schadelijke insekten » vindt ge literatuur met boekdeelen;van de « nuttige » integendeel amper een paar regels vermelding.

Die bewering wordt voor de zooveelste maal gestaafd in dit,ons geval. Buiten systematieke werken vindt men zooveel als geengegevens over het onze-lieve-vrouwenbeestje.

Nuttig zijn is lets; schoon zijn veel meer in veler oogen. Tusschenal de kevers is Coccinella voorzeker een van de liefste verschijningen.Bestaat er tusschen zonsopgang en avond nog een torretje dat schoo-ner is ? Daaraan heeft het diertje te danken een heel stel namen,den eenen al vriendelijker dan den anderen : onze-lieve-vrouwen-beestje, lieven-heerbeestje, onze-lieve-heerkuikentje, Deezekesmoederken, koffie-engeltjes : zoek nog liever namen in eigen taal!Bete-a-bon-Dieu, vache-h-Dieu heeten ze in 't Fransch; Maridn-kafer, Herrgottskafer, Gottesschaflein, Sonnenkifer, Flerrgotts-kiihlein zeggen de Duitschers; Lady-bird, Lady-cow noemt deEngelschman die sierlijke kleinooden der insektenwereld.

105

Page 122: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

De familie der Coccinellen telt zoo maar circa duizend soortenover gansch de wereld verspreid. Een vijftigtal soorten mogenbier inheemsch geheeten.

Het zevenstippelig onze-lieve-vrouwenbeestje (Coccinella septem-punctata) (6-7 mm.) is wellicht het grootste en het meest verbreidevan zijn soort in onze gewesten. Wat van dit torretje hier gezegdwordt, mag Belden, cum grano salis, voor de andere vertegen-woordigers van zijn geslacht.

Het zwart gepolitoerd kopke is aan het borststuk als gesoldeerd.Buiten een paar hagelwitte vlekjes steken blank of de twee hoekenop het halsschild. De lakroode dekschilden die het halfkogelig

Onze-lieve-vrouwenbeestje met zijn larven (Coccinella septempunctota).

achterlijf bedekken zijn versierd met zeven zwarte stippels :vandaar zijn naam.

De kleine kop draagt vooraan een paar sprietjes die op eenminiatuur-knots eindigen. In rusttoestand zijn die voelhoornsnaar beneden teruggeslagen. Opvallend kort zijn de zes rankepootjes, die amper buiten het bolle Iichaam zichtbaar zijn, zelfsdan als het vlugge kevertje aan het loopen gaat. Het onderlijf isglanzend zwart gekleurd. In aparte groefjes kunnen de pootjesweggeborgen, als het kevertje den doode uithangt, waar het trou-wens toe overgaat telkens het verontrust wordt.

Fatsoenlijk opgebracht is het nietige schepseltje juist niet. Neemhet vast tusschen de vingers... en ruik. Dit negatief odeurtje is eengroet van het kevertje dat zich in zijn torreneer gekrenkt voelt.

106

Page 123: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

Bij de lichtste aanraking trekt het beestje zijn pooten samen.Daardoor wordt een kleurloos bloed afgescheiden uit de gewrich-ten tusschen de segmenten. Mallasz heeft vastgesteld dat diebittere vloeistof, met erg onaangenamen smaak, veel roofinsekten,mitsgaders de vogelen, op eerbiedigen afstand houdt.

Bij andere insekten trouwens stelt men soortgelijke afscheidin-gen vast : denk aan den gouden loopkever (Carabus auratus), denrandkever (Dytiscus marginalis), den rozenkever (Cetonia aurata)en andere.

De ietwat kieinere Coccinella interrupta is evenmin zeldzaam.De grondkleur der dekschilden is hier zwart-glanzend. Elk dek-schild draagt den heiroode vlek.

De wispeiturige teekening van C. bipunctata (5 mm.) vertoontnu eens 2 zwarte stippels op de lakroode dekschilden; soms wel 4;ja, het gebeurt dat die zwarte punten zoo uitgroeien dat ze dedekschilden overwoekeren en slechts vier roode vlekken vrij-laten. Deze soort is zeer gemeen in tuin en huis.

C. sexdecimguttata, met haar rood-geie dekschilden, draagt16 witte, eironde vlekken op haar vleugels.

Welke ook de kleuren zijn van het uniform van de verschillendelieve-vrouwenbeestjes, de hoeveelheid en de rangschikking derpassementen, een felt staat vast dat de torretjes alle biijk gevenvan een zeer verfijnden smaak. Het zijn en blijven « lieve » beestjesdie oog en zinnen streelen... echte edelgesteenten die op aardeconcurreeren met de gulden sterren die fonkelen in het diepefirmament.

Koesteren menschen en kinderen maar al to vaak weerzin vooral « dat vuile ongediert » dat op den grond kruipt, heeiemaaianders is het gestaan met de innemende koffie-engeltjes. Voor ditheilig boontje laten ze eer sympathie en welwillendheid blijken...Maken ze er zelfs geen « porte-bonheur » van, de bijgeioovige lui

Maar we kennen nog van die vriendelijke verschijningen, diein de gunst van de menschenkinderen staan : denk even aan hetschrijverken (Gyrinus natatory, zoo hoog aangeschreven bij denzangerigen Gezelle; aan het sierlijke leliekevertje (Crioceris merdi-gem), een droom van een torretje, een levend koraalkieinood;

107

Page 124: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

aan de glanzende gouden tor (Carabus auratus), zonder te sprekenvan de uitheemsche ridders van het gulden vises. Goed is hetdikwijls het doen en het laten van die hoogere aristokratie vanhet torrengild niet van te dichtbij te kennen. Hun sierlijke kleedijen hun handel en wandel loopen niet steeds evenwijdig.

Och, er zijn er nog die met een roode letter in den almanakaangeschreven staan, die daarom nooit heilig verklaard werden.

Doch laten we voorloopig den staf niet breken over het lieve-vrouwenbeestje, laten we het eerst op de stang rijden en nauw-lettend zijn gangen nagaan om naderhand ons oordeel te vellenop grond van een gemotiveerd rekwisitorium.

Heel den langen winter door slapen de onze-lieven-heer-kuikentjes beaat verdoken achter loshangend blehangselpapier,verscholen in spleten en reten van boomschors, liefst daar waareen verdwaalde zonnestraal tijdens een beteren dag ze komt zoenen.

Een echt merkwaardig instinkt, om zich tegen de koude tevrijwaren, neigt niet alleen bijen en mieren, maar ook sommigeinsekten, die anders alleenlevende eenzaten zijn, tot samendrom-men tijdens den winter. SchOnichen heeft dit eveneens waarge-nomen bij de onze-lieve-vrouwenbeestjes. Ze trossen vaak samen,zooals de vliegen dat ook doen, in kamers die onbewoond zijn engelegen langs den zonnekant, om zich te verschuilen achter vallenen gordijnen, waar ze tot een bol samenhokken.

Achter de zonnige voetstappen van de lente is het groenendoveral op den verdorden bodem. In het land praalt het nieuweseizoen met bloemenweelde en zonneheerlijkheid. Nooit had delente met zulk een weelderigen glans geschitterd als dit jaar. Hetwas alsof de gansche natuur opging in een feestroes vol zaligheid,zoo zoet kweelden de vogels, zoo gui scheen de zon, zoo heerlijkbloeiden en geurden de bloemen met nooit vermoede pracht enzinnen-verrukkende schoonheid. Het was als galmde een hosanna-lied door gansch de herievende schepping.

Neen, aan die uitnoodiging tot blij herieven kon ook het moosekevertje niet weerstaan. Graag zou het al het bloed dat doorzijn lijf stroomde geven, alleen om deze dingen te mogen zien.

108

Page 125: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

De stramme vleugeltjes worden opengezet... gedost in feestgewaadloopt het rond met lichtgevlerkte schreden; als harpeklank ruischtdoor zijn leden een lied van hoop en verrijzen...

En op de bottende twijgen van de boomen is het al koek en honingvoor de lieve beestjes. De jonge zon lacht pinkend tegen dekevertjes die, verzadigd van liefde, hun blijde bruiloft vieren.

...en hij wist zoo lief en lustigmet gelonk van lentestralen,met gevlei van honingwoorden,met gezucht, gezang, gezabber,geur en glans van al wat lief is,rond dat maagdelijk kind te zwervendat hij 't won en eindelijk meetoogin zijn peerschen dagraatsmantel... ( I)

§ II. Eerst jets over bladluizen

Wie zegde ook weer dat het geluk de Voorzienigheid incognitois? Wij1 de zon, met een gulden gebaar, den hemel in stralendlicht zette, bracht ze ook de blijde boodschap over aan de zwarte,roodbruine en bruingele eitjes van de verschillende bladluizen-soorten (Aphididae) die den winter doormaakten aan den voetvan de boomen of in de oksels der botten. Uit elke schijndoodekiem tokkelt ze te voorschijn een welgedane Aphis-moeder. Zoovlug als zijn wankele pootjes het toelaten kruipt het insekt even-tueel den stam op, immer excelsior, totdat het belandt in hetparadijs der bottende bladerknoppen, in de Elyseesche veldender sappige scheuten. Moedig drift de luis haar puntige zuig-tromp door de teere schors en zuigt wellustig haar mollig buikjevol aan de nooit gestelpte bron.

(I) Longfellow : Song of Hiawatha. — Vertaling Gezelle.

109

Page 126: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

Kesler, die grondig en op uitgebreide schaal het Ievensverloopder verschillende Aphissoorten ( I) bestudeerde, meidde ons ingroote trekken wat volgt.

Eitjes op het einde van het goede seizoen gelegd overwinterenmeestal aan den voet van de boomen en struiken waar de vol-

wassen insekten op tieren.Doorgaans zijn die eitjes tezoeken gelegd in den humus-grond tusschen de worteltjes,soms in de mik van jongetwijgjes.

In de vroege lente, bij hetbotten der respecti eve I j ke

De bladluis (Aphis), de zuigtromp ge- Planten, komt uit elk eitjeeen ongevleugelde, vrouwelijkebladluis te voorschijn.

Hier staan we nu voor eenklassiek felt van parthenogenesis, m. a. w. deze luis zal, op haareentje, zonder behoefte om te paren, het ras voortzetten. Meer

( I) Noch de kleur, noch de grootte zijn betrouwbare gidsen in de systematiekder bladluizen. Op enkele uren kan, bij een individu, de kleur veranderen,in het bijzonder na groote wijziging in de temperatuur. « Is een bladluis « wel-doorvoed» zegt OUDEMANS, «dan is door de uitzetting van het achterlijfhet geheele voorkomen van het dier anders dan bij een voorwerp dat het« niet breed » gehad heeft. Het meest voor de hand liggend hulpmiddel tothet onderscheiden der soorten is de kennis der voedselplant. » Zoo kennenwe bestSiphonophora rosae, zeer gemeen op de rozen.Myzus cerasi, op de kers.Chaetophorus aceris, ch. testudinatus, ch. lyropictus, op den eschdoorn.Rhopalosiphum ribis, op zwarte, kruis- en aalbessen.Aphis mali, op appels en peren.Aphis sorbi, op lijsterbes en appelboom.Aphis viburni, op sneeuwbal.Hyalopterus pruni, op pruimsoorten.Hyalopterus arundinis, op riet (phragmites communis).Pterocallis tiliae, op linden (waarvan vooral honingdauw wordt waargenomen).

110

boord in een sappige loot

Page 127: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

nog; deze bladluizen zijn levendbarend : ze brengen geen eitjesmaar voetstoots volkomen jongen voort.

Deze nieuwe generatie bestaat meestendeels uit ongevleugeldewijfjes naast enkele individus getooid met twee vleugelenparen.De ongevleugelde exemplaren moeten goedschiks hun verdereIevensdagen slijten op de plant waarop ze geboren werden, enparthenogenetisch hun geslacht ter plaatse voortzetten. De ge-vleugelde specimens daarentegen kunnen elders andere, nog nietbesmette planten van een nieuwe neerzetting gaan voorzien :deze doen aan kolonisatie.

Sommige soorten geven nu zoogeheeten zomerlarven, waarvanbepaalde genera « paletjes » dragen. Dezekleinere nummers zijn ten hoogste drie kwartmillimeter groot. Deze eigenaardige zomer-larven maken een lange rustperiode door vancirca drie maand, vervellen naderhand, ver-liezen daarbij hun paletjes en ontwikkelenzich op hun beurt tot vleugellooze, levend-barende wijfjes.

Het vierde geslacht, kinderen van de laatstevrouwelijke luizen, bestaat deels uit vleugel-looze wijfjes, deels uit ranke, gevleugelde man- bladluis met paletjesnetjes. Na de paring leggen deze wijfjes eenklein aantal eitjes (6-15 stuks). Het zijn deze sterke kiemen dieden winter zullen trotseeren en er aanstaand jaar voor zorgenweer vrouwelijke jongen to geven, die op hun beurt er voorinstaan dat het zuigend geslacht der gulzige bladluizen voorloopignog niet uitsterft.

Als men nu overweegt dat, In den loop van den zomer, de vrucht-bare bladluizen om de week — ja, binnen kortere tijdspanne zelfs,— telkens jongen werpen; dat de eerste bladluis na een veertiendagen grootmoeder, ja overgrootmoeder kan zijn, baart het danverwondering dat een plant, vandaag vrij van dit vuige ongediert,na een paar weken bedekt en beladen is met vieslijke foedralenbestaande uit bezettingen van honderden en duizenden blad-luizen ? Het is het legio van moeders en dochters, tanten en

Zomerlarve van de

Page 128: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

Neuzende mieren die de Wad-luis, hun melkkoe, komen

melken

nichten die zich verdringen om toch maar plaats te vinden aande zoo druk bezette tafel.

Als men verder weet dat elke moederbladluis I) zoo maar90 jongen kan werpen in het seizoen; 2) dat elk dier telgen opzijn beurt 90 afstammelingen in de wijde wereld zendt; 3) dat ertot vijftien achtereenvolgende generaties op een jaar mogelijkzijn... reken dan maar even uit hoeveel kinderen, kleinkinderen,achterkleinkinderen... er op een jaar uit een stammoeder geborenworden. — Ontzettend!

Het sap dat de bladluizen uit de plant aftappen gaat door hundarmkanaal In transito. Eerlijk wordt het weergegeven, omgezet

ditmaal in een suikerachtig vocht,dat afgescheiden worth langs ach-teren : dit is de zoogeheeten honing-dauw, die opdroogt en de stengelsen de bladeren doet glimmen in dezon. Liefhebbers van die zoete waarzijn in de eerste plaats de mieren (I).

De twee horentjes, die het achter-lijf versieren, zorgen inmiddels vooreen wasachtig produkt, dat de luizenaanwenden om hun lichaam mee op

te poetsen, en het te vrijwaren tegen regen en vocht.

§ III. Het onze-lieve-vrouwenbeestje :uitmoordenaar der bladluizen

Na dit Intermezzo, komen we terug op het geluk, de Voor-zienigheid incognito.

Omstreeks denzelfden tijd dat de lieve-vrouwenbeestjes ont-waken uit hun langen winterslaap zijn ook de eerste bladluizengeboren uit de eitjes.

(I) Cfr. SENDEN : Uit het huishouden der mieren. II Deel. bl. 6 en v. v., Davids-fonds, Leuven, 1929.

112

Page 129: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

De hazelnootkever met zijn drilboor aan het werk.(volgens Fabre).

Page 130: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

De eikelsnuitkever (Balaninus elephas) die zelfmoord pleegt.(volgens Fabre)

Page 131: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

Zip de kevertjes In gewone omstandigheden al bezield meteen voortreffelijken eetlust, voor het oogenblik grolt hun maagvanwege een buitengewonen gierhonger.

Gedreven door hun instinkt komen de lieve beestjes aangevlogenop die planten waarop de wellustige bladluizen gretig aan hetzuigen zijn. — Honger maakt rauwe boonen zelfs zoet; wat dangezegd van die malsche proof, sappig en vet? Beslist, het is hier inden zoeten inval. Ze zijn ook van den ketting... en ze vliegen er op!Neen, neen, mollige luisjes, daar helpt geen lievemoederen aan...uw laatste uren zijn geteld. Zie de koffie-engeltjes maar pootaan 't spelen!

Het eene na het andere slachtoffer verdwijnt in de hongerigemaag... In den letterlijken zin maaien de kevertjes de luizen weg.Gaandeweg boren ze gangen in de dichte bezetting, die onver-stoord doorgaat met zuigen, wijI naast hen hun evennaaste stuip-trekkend vermoord wordt.

Wat de lieve-vrouwenbeestjes op een etmaal zooal verslindengrenst aan het ondenkbeeldige. Hun nuttigheidsgraad mag ook aandienzelfden maatstaf gemeten.

Naar het heet zijn de welvarende larven van den beruchtencoloradokever even welkom op tafel als de bladluizen.

Van tijd tot tijd nemen de moederkevertjes wat rust. Van dieoogenblikken maken ze gebruik om hun vuil-gele eitjes, zand-korreltjes groot, in hoopjes op de plant of te zetten, vaak mid..den tusschen de luizen.

Toe! Bladluizen! maakt daar korte metten mee, met die weer-!ooze eitjes. Durft ge de stevig gepantserde kevers zelf niet aan,van die eitjes, niet eens in een schaal gevat, hoeft ge bepaald geenschrik te hebben. Meer nog, het mes snijdt aan twee kanten :het is een fijn hapje eenerzijds, en langs den anderen kant moordtge netjes uw aartsvijand uit, door hem te versmachten in de kiem;het is al koren op uw molen...

En reeds duizenden en duizenden Jaren maken de Iieve-vrouwen-beestjes razzias in de luizenparken; even lang leggen ze onbekom-merd hun eitjes midden het vijandelijke kamp... en nog hebbendie lompe luizen geen sikkepit bijgeleerd. Och la; ze hebben ook

8 K 113

Page 132: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

geen verstand... en voor ontwikkeling is een verstard instinktniet vatbaar. Hun noodlot is nu eenmaal zoo, en met hangendepootjes leggen ze er zich goedschiks bij neer.

En onder de streelende stralen van de stouter wordendezon komt enkele dagen nadien uit leder kiempje een uiterstnietig larfje gekropen. Tusschen de aesthetische produkten vande natuur moeten de kinderen van het pronte lieve-heerbeestjebeslist niet gerangschikt.

Klopt hun profiel niet met dit der keurige ouders, in zakeeetlust mogen ze beiden best onder een hoedje gaan. De pas gekiptejongelui varen er duchtig op los. En de moedige David heeft lichtspec met den meer dan goedzakkigen Goliath, die maar laat begaanen zich zijn eigen kapitale zaken niet eens schijnt aan te trekken.Meer dan eens heb ik het verschijnsel opgemerkt dat, wijI de nietigelarve een mollige voiwassen bladluis aan het oppeuzelen was vanvoren, er tersluiks nog rap een hoopvol spruitje in de wereldgezonden werd door de stuiptrekkende moeder, met den doods-reutel in de keel. Levens doofden als glimmende vonken, maar« het !even » zeif bruiste in een machtigen stroom verder.

In den beginne zijn de larfjes zwartgeverfd; flunk schieten ze open vervellen noodzakelijkerwijze meerdere malen om hun groeiendlichaam bij te houden. Tegen de laatste vervellingen zijn delarven I I a 12 mm. lang geworden; hun vuile kleur lijkt eerschalieblauw; op hun wansmakelijk profiel steken schril af een paarroode kralenrijtjes : den snoer aan elke zijde.

En op een schoonen dag, dat de benauwende zwoelheid roerloosstiff in de lucht hangt, denkt de afzichtelijke made er ernstig aanhaar derde levensstadium in te treden en te verpoppen. Haarstaartpenseel scheidt een kleverig vocht af, waarmee het achter-einde aan blad of twijg vast blijft zitten. Nu krult de larve zich totkomma; de huid splijt open in de heele lengte en geeft de popvrijen uitgang. Tusschen de versleten plunjes van haar voorbijejeugd in, hangt de nog meer afzichtelijke pop te bengelen aan detakken van de boomen. Een grauwzwarte knots, een erwt groot,met doornen en punten t' allenkant : een mislukte goedendagvan den Groeninger kouter.

1 I 4

Page 133: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

Meestal verpoppen de maden in den loop van juli en Augustus.De Iucht is van zomerblauw gebouwd; de witgloeiende zon schietpijien neer op de verzengde aarde. Het loopt niet lang aan —binnen de veertien dagen — of in alle poppen heffen hoopvollespruiten het koppeken omhoog uit donkere treurnis in lichtendeverwondering. De verschrompelde poppenhuid barst open onderden druk van den heer die het binnen te eng en te prangendvoelt... Een kevertje doet zijn intrede in het zomergoud : eenoostersch visioen, een sterrenbeeld dat op aarde gevallen is; hetbeeft en siddert, ontroerd van zijn eigen schoonheid. Wie andersdan een Almachtig Schepper kon uit zulk een wansmakelijke pop-gestalte zulk een droomjuweel te voorschijn tooveren ? In denbeginne is alles nog slapjes en flets; de volledige kleurentooi isnog niet heelemaal afgepenseeld. Een paar dagen lekkere zonne-stralen en de zaak komt in orde.

Een smachtend verlangen naar de velden des hemels bekruipthet beestje; het is alsof het vermoedt dat zip blinktijd maar kortis en vlinderend.

Neen, neen, lieve-heerbeestje, ge hebt beslist een streepjevoor : u wacht een vrij en onbekommerd !even heel denlangen zomer door; de zorg voor het instandhouden van uw raszult ge eerst leeren kennen na de overwintering, het volgendjaar.

Ruk blijgemoed de luizenparken in, bijt en kerf en snijd : beter66n jaar geleefd als leeuw dan vijftig als ezel! Dat zei Mussolini ook!

§ IV. Stormtroepen tegen bladluis en coloradokever

In verband met experimenteele gegevens staat het nu een-maal vast dat de gulzige lieve-vrouwenbeestjes en hun wan-smakelijke larven zich vergrijpen niet alleen aan bladluizen alter-hand doch ook aan de vette larven van den geduchten colorado-kever.

In den loop van 1936 had ik de eer het Ministerie van Landbouwdaar attent op te maken, opdat men, van bevoegde zijde, tijdig

115

Page 134: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

de noodige maatregelen zou kunnen treffen met het oog op deeventueele bestrijding van de coloradoplaag die zich aanmeldtvoor wie niet stekeblind is. Werden die gegevens niet Iichtzinnigin den wind geslagen ? Zal men voor de zooveelste maal niet pogenden put te vullen als het kaif verdronken is ? «Gouverner c'estprêvoir » blijft toch de gulden steiregel van hem die aan hetbewind gesteld is. Zou het de moeite dan niet loonen stelselmatigproeven te nemen, en na te gaan of de Iieve-vrouwenbeestjes nietde aangeduide stormtroepen zijn die men in het vuur kan jagenzoodra de coloradokever in het strijdperk treedt ? Het zou trou-wens de eerste maal niet zijn dat we, in de natuur, de geeigenderemedie vinden tegen een kwaal.

Zelfs de moderne wetenschap, met haar arsenaal van chemi-calien, kan de gouden sterren niet uit den hemel halen, laat staanhaar nieuwe banen aanwijzen; wat ze wet kan is, den loop dernatuurkrachten nuchter nagaan om er naderhand haar profijtuit te halen, door ze doelmatig te kanaliseeren. Een paar voor-beelden mogen dit toelichten. Brehm, in zijn standaardwerk« Tierleben », raapte ze reeds bijeen.

Het eerste experiment van dien aard werd genomen in de Jarentachtig van verleden eeuw, in Kalifornie. De aanleggers van oranje-appel- en citroenvelden kloegen Steen en been wegens de onaf-zienbare schade berokkend door een bepaalde schildluis (lceryapurchasi), die Ieelijk huishield op de vruchtboomen. Het scheeldeBeen haar of ze gaven alle hoop op om doelmatig den kleinen vijandte bestrijden. Besproeringen met giftige wolken, aanwending vandoodende poeders... alles bleek onafdoend. Te langen laatstestelden ze hun opperste vertrouwen op de medewerking van eenuit Australia ingevoerde coccinellensoort, Novius cardinalis, eenlieve-heerbeestje zoo rood als een tomaat. Het bleef nietlang uit of hun pogingen werden met meer dan verhoopt succesbekroond. Na een korte tijdspanne hadden de lieve-vrouwen-beestjes zich, op kosten van de bladluis, in zulke mate ver-meerderd, dat de golfvloed totaal ingedamd en de schildluisIetterlijk uitgemoord was door de onbaatzuchtige huip van dekoffie-engeltjes.

116

Page 135: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

Aangemoedigd door dien onverhoopten bijval riepen de in-woners van de Haweaansche Eilanden kort daarop eveneens dehulp in van Novius cardinal's. Schrikwekkend waren de verwoestin-gen aangericht door verschillende insekten, in zooverre dat menin de geschiedenis geen tweede voorbeeld kende van zulke ellende.Tropische en andere kultuurgewassen waren op de afgesloten ei-landen ingevoerd de Iaatste Jaren. Op den maagdelijken bodem,begunstigd door een heerlijk klimaat, tierden ze aanvankelijkwelig en wierpen er rijke vruchten af. Met de gemporteerdeplanters had men tevens allerhande schadelijke kerfdieren binnen-geloodst. Door geen natuurlijke vijanden binnen bepaalde grenzengehouden vermeerderden deze op ontzettende wijze ; de springtijkonden menschelijke krachten niet meer binnen de dijken houden.Het landschap, een weelde van aanplantingen voor eenige jaren,was rond de tachtig van verleden eeuw, omgeschapen in een oordvan verwoesting en ellende; op de velden staken de bladerloozestruiken wanhopig hun afstervende takken boven den verzengdenbodem uit. De koffieplantages werden verwoest door een schildluisPulvinaria psidii, de oranjeboomen stikten onder een kleverigelaag, opgedroogde afscheiding van de Icerya-schildluis. Gouverne-ment en Iandbouwers bundelden hun krachten samen en, ten kostevan geweldige opofferingen, gaven ze verstandige entomologenopdracht uit Australia, China, Japan en Ceylon Novius cardinal'sen een andere coccinelide Cryptolaemus montrouzieri in te voeren.Dra waren de kevertjes in hun nieuw vaderland ingeburgerd. Hetverliep niet lang na hun naturalisatie of ze hadden hun werkgebiedtotaal gezuiverd van de verwenschte vijanden. Een andere Indo-Australische soort, eveneens binnengebracht, Coccinella repanda,stond haar evennaaste vlijtig bij in de bestrijding van het on-gedierte.

Het Amerikaansche voorbeeld werkte besmettelijk in op de meervooruitziende Italianen. Ook hun moerbeziestruiken hadden heterg te verduren van den kant van bepaalde schildluizen : Diaspispentagona. Het entomologisch station van Portici nam de zakendegelijk ter hand, bestelde in Japan onafzienbare zwermen vanChilocorus kuwanae, in Australia massas Rhizobius lophantae en

I. 1 7

Page 136: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

elders buttenlandsche coccinellen-soorten. Deze stormtroepenzuiverden op korten tijd de besmette gebieden totaal van dezoo gevreesde Diaspis-plaag.

En thans staat bij ons de verschrikkelijke verwoesting vanaardappelvelden, voor klaarziende oogen, voor de deur.

Nu, voor dat het to laat is, dient uitgezien naar doelmatigebestrijding. Kan de hulp van het lieve-vrouwenbeestje hier ookniet ingeroepen tegen de coloradoplaag die zich aanmeldt?

118

Page 137: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

HOOFDSTUK X

DE APPELBLOESEMKEVER

(Anthonomus pomorum)

In de blauwe lucht, heel hoog, hangt een zingend stipje, datmet kleine schokjes in den hemel opfladdert, net of een engeltjehet optrekt aan een onzichtbaar draadje. Het is de leeuwerik diezijn lentevreugde uitkraait boven de bloeiende weelde van roze-roode reuzeruikers : de appelboom, de 1schoonste onzer bloeiende fruitboomen staatgesmukt in bruidstooi.

Wat al hoop ligt er weggelegd in die blozen-de bloesems!... En veertien dagen, drieweken nadien ligt de grond onder den boombestrooid met vergane kroonblaadjes. Anderebruine, verschrompelde bloemen, zonderspoor van eenig vruchtbeginsel, ontsieren detwijgen. Hier en daar een appeltje dat belooft De perenbloesem-tegen den herfst. kever (Anthonomus

Menig oningewijde schuift de schuld op den pyro (lengte :

regen of op de vorst die nog even vroos op 4 mm.)

een helderen nacht. Ja, regen en vrieslucht kunnen schade berok-kenen, doch de hoofdplichtige is elders to zoeken.

De appelbloesemkever (Anthonomus pomorum) is een heel nietig

1 I 9

Page 138: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

kevertje, van de familie der bloesemsnuitkevers. Ten hoogsteis het torretje 4 mm. lang. Vooraan een korte, stompe snuit,versierd met een paar geknikte sprieten. Lijk zijn collegas, deechte snuitkevers, draagt hij ook een klein pompoentje op heteinde van zijn voelhoorns.

De kleur van het kevertje is bruinzwart; op de miniatuurdek-schilden groeit achteraan een grijsgele haarversiering, die devleugels smukt met een soort U.

De appelbloesemkever doet zijn blijde intrede in de wereldin den loop van de lentemaanden, in het seizoen dat de appel-boomen aan het bloeien gaan.

Onderzoek even een appelboomgaard, tegen het einde van debloeiperiode. Een scherpziend oog zal dan opmerken dat meerderebloemen hun kelkjes niet opengekregen hebben, dat de kroon-blaadjes verwelkt zijn, dat de rosse blaadjes nog vast aan hetvruchtbeginsel gehecht zijn.

Dat zijn de aangetaste bloemen, waarop de bloesemkever zijnonwelkom eitje gelegd heeft. Nader toekijken zal u de overtuigingdaarvan geven : onder de bruine bloemblaadjes zit een nietige,lichtgele made verscholen : deze heeft de bloemknoppen uit-gevreten, stamper en meeldraden, voor dat ze goed gevormd wer-den, verteerd. Hoe kan nu een bloem tot vrucht gedijen als dezeabsoluut noodige deelen verwoest werden

Een confrater van den appelkever beoefent hetzelfde noodlottigbedrijf in de perenbloem, ni. de perenbloesemsnuitkever (Antho-nomus pyri). In stede getooid to zijn met een harige U, loopt dezekever met een paar rechte bontstrepen, die den rand der dek-schilden niet volkomen bereiken.

« Hoe de zaken verloopen zijn ? vraagt gij.Het wijfje, op zoek naar geschikte nesten voor haar eitjes, boort

met haar snuit een gaatje in den nog toeen bloemknop, schuiftden eitje in de bloem, stoot de wonde in de kroonblaadjes dichten verzegelt deze met een kieverig speeksel. Haar kindeke kangerust de toekomst tegemoetzien thans : het zit hoog endroog. Elk wijfje legt telkens een ei per bloem en kan haar schade-lijken sties tot vijftig keeren beoefenen.

120

Page 139: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

3.

4-.

De appelbloesemkever (Anthonomus pomorum)I. kever; 2. larve; 3. pop; 4. aangetaste bloesem; 5. pimplo pomorum, sluip-

wespke. — Verkleinde figuren in natuurl. grootte.(volgens Ministry of Agriculture).

Page 140: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

In geval van erg goed weder en lekkeren zonneschijn gedijende bloemen spoedig; in die omstandigheden kan de knop reedsopen zijn voor dat de larve het eitje verlaat : dit is haar dood.

De warme zonnestralen,die nu binnen kunnen drin-

am. gen, verschrompelen het ei-410 tje... van larf komt er danyams,kasto niets in huis. Dit Iegt uit,Jaw van een zijde beschouwd,

waarom bij zonnige enwarme bloeiseizoenen deschade, door de kevertjesberokkend, veel mindergroot is dan bij regenachtigen somber weder.

Is de made uit het eitje gekipt voor dat de bloem open is, danis ze gered ; ze zal, al knagend, er wel voor zorgen, dat de bloem-kroon niet open geraakt, dat ze zeif in een Iekkere schaduw onderhaar loofhut beschut blijft.

De witgele larve (volgroeid bereikt ze5-6 mm.) Iigt, wellustig gekruld, to knab-belen op haar bloembed; haar bruin chi-tinehoofd en dito kaken moezelen aanstamper en meeldraden en doemen debloem ten doode. Volwassen, verpopt zein hetzelfde midden. Na een week a tiendagen, breekt een snuitkevertje de poppen-hulsels open, vreet een opening dwars doorde bloemblaadjes en gaat lustig spelen in degulden zonnestralen. appelbloesemknoppen

De herfst met goud en brons heeft paszijn weemoedige intrede gedaan of de snuittorretjes verdwijnenvan het tooneel. Ze betrekken hun winterkwartieren. Warmverscholen achter de ruige schorsspleten, weggedoken in doodebtaderen op den grond, of teruggetrokken in het mostapijt, tartenze vorst en sneeuw. Aanstaande jaar, als de appel weer aan het

122

Doorgesneden bloesemknop met ei vanAnthonomus pomorum. Id. larve ; kaken

van de larve.

Aangetaste peer- en

Page 141: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

bloeien gaat, komen ze een Iaatste maal kijken hoe de werelddraait, om te zorgen voor het instandhouden van hun ras.

***

Hoe die ongenoode gasten bestreden ?Kleverige Iijmbanden om de boomen brengen niet veel aarde

aan den dijk. De gevleugelde torretjes brengen bezoek aan deuitverkoren boomen per vliegmachine. Zelfs dan als een enkelkevertje vastplakt op de banden moet men dezer nuttig effektniet overschatten.

Het best wat men doen kan is, na het afvallen der verknoeidebloesems, deze zorgvuldig bijeenrijven en opstoken. In het najaarzal men even gewetensvol de verspreide bladeren, bijzonderonder haag en kant, bijeengritselen en deze verbranden. In gevalvan overrompeling moet men noodgedwongen drastischer optre-den. In Frankrijk spreidde men destijds dekzeilen uit onder deboomen, door de tallooze kevertjes bezocht. Deze laatste werdenduchtig geschud om de torretjes er te doen afvallen. De gevangenbeestjes werden samengebracht en aan het alverdelgend vuur prijs-gegeven. Terloops weze nog opgemerkt dat een kleine sluipwesp,Pimpla pomorum, er een specialiteit van maakt, haar eitje te depo-neeren bij dit van de appeltor. Ze zal er verder wet voor instaandat de made van haar roofgoed niet tot volledigen wasdom geraakt.Het onheil wordt Kier dan in de kiem gestikt.

123

Page 142: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

HOOFDSTUK XI

DE APPELBLADROLLER(Carpocapso pomonella)

Dit hoofdstuk, aismede het volgende, hoort in feite niet thuisin een boek handelend over kevers.

Beide hoofdstukken vormen te langen Iaatste een hors-d'oeuvrebij het vorige over den appelbloesemkever.

Waarom ze hierin toch voorkomen ? Wel, zeer eenvoudig.De ondervinding leerde ons dat er, naast « Piet secuur» die allesbeter weet ( ?) en vindt dat het vertelde aangaande den bloesemkeverzoo niet juist, dan toch onvolledig is, weetgierige menschen zijn,die zich afvragen : is de made in de wormstekige appels dan dezelfdeals die van den appelbloesemkever ? — Gevolg : een stel brieven,aan het adres van den schrijver, om meer uitleg. Om die te voor-komen deze twee hoofdstukken handelend over I) den APPEL-BLADROLLER, en 2) de APPELBLADWESP.

De appelbloesemkever richt hoofdzakelijk zijn schade aan opde bloem en het vrucht-« beginsel » van den appel. De twee andereIekkere gasten verwoesten het rijpend fruit.

De wormpjes van den bladroller (Carpocapsa pomonella) zijnongunstig genoeg door Jan en alleman bekend; het motje zeif,dat de eitjes ter plaatse bestelde, geniet van het meest strikteincognito bij den man van de straat.

Anno 1937 zijn de kinderen uit de buurt manden en nog

124

Page 143: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

manden « vermaaide » appelen komen rapen in den tuin. Detoestand wordt hopeloos : sommige boomen, betrekkelijk goedgeladen voor een maand of wat, dragen zooveel als geen gezondevruchten meer : al de andere appelen werden verknoeid doorden appelbladroller (Carpocapsa pomonella) en door de appel-

De appelbladroller (Carpocopso pomoneila)I. vlinder; 2. rups; 3. pop; 4. aangetaste appel : a. : ingang; b. : aanstaande

uitgang van de voiwassen rups.(volgens Ministry of Agriculture),

bladwesp (Hoplocampa testudinea) : roerend eens zijn beideongenoode gasten het in hun somber bedrijf. De peren eveneensmoeten het ontgelden vanwege beide soorten ongedierte.

We werpen den wormstekigen appel niet weg, doch onder-zoeken hem ditmaal nauwkeurig. De meeste appelen dragentwee wonden, waaruit bruin schaafsel kieverig puilt. Deze vielen

125

Page 144: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

als slachtoffer van den bladroller. Zoo we de vrucht oordeelkundigdoorsnijden vinden we er twee uitgeknaagde gangen in : een dievertrekt van uit het kroontje, bovenaan, en uitkomt in het kiok-huis; een tweede, die van de pitten uit, uitmondt, dwars door hetvleesch heen, in de wang van den appel, zijdelings dus. De beidetunnels werden geboord door de geelwitte made, die vaak nogverscholen zit in de gestoken vrucht. Geven we den bandiet dentijd om te ontvluchten, dan zal hij dikwijls gauw een draadjespinnen waaraan hij te bengelen hangt en langwaar hij, zonder zijndartel vleesch te kwetsen, voorzichtig op moeder aarde kan te-rechtkomen : een parachutist!

Een kleine mot (twee centimeter vrucht, 8-9 mm. lang), die tegeneinde Mei tot half Juni op het schouwtooneel verschijnt, is deschuldige in deze kwestie. Dit vlindertje, zou men zeggen, isbewust van de plichtigheid van zijn naar bedrijf. Overdag blijfthet zooveel als onvindbaar, zit het vastgekleefd tegen de ruigeschors van den boom of verscholen tusschen takken en bladeren.Wie onvooringenomen voorbijgaat merkt den pepel niet eens op :zijn kleur versmelt met die van de boomschors. (Tegen muren envensters van opslagplaatsen van winterappelen en peren fladderenze soms met dozijnen om de lieve vrijheid in te vluchten.) Zijnedonkergrijze, blauwachtige voorvleugels vertoonen fijne, gekron-keide, bruine dwarslijnen. Bovenaan, tegen het lichaam, schijnteen donkerbruine vlek, afgezoomd door een goudkleurigen randals van zijde geweven. Het andere uiteinde der bovenvleugelsfonkelt als ware het van koper. Als marmeren aders loopen zilver-achtige lijnen daarover. De kleinere achtervleugels ziJn grauwbruinen glanzen nogmaals in de zon als gepoetst koper.

De nietige vlindertjes van Carpocapsa verlaten hun poppen zooongeveer op het einde der Meimaand en vliegen, bij het valienvan den avond en tijdens de rustige nachturen, rond gedurendeeen week of drie.

Eerst en vooral wordt er gedacht aan trouwplannen. Na dehuwelijksplechtigheden bij maneschijn, vliegt het wijfje naar deappel- en pereboomen. De haast microscopisch kleine eitjes,amper een millimeter groot, zouden nogmaals de besten om den

126

Page 145: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

tuin leiden. Ze Iijken absoluut niet op gewone eitjes; het zijneerder ovale, platte schilfertjes, glinsterende stofdeeltjes in de zon.Meestal worden ze afzonderlijk gelegd op het kroontje van deaandikkende vruchtjes. Soms liggen de eitjesverspreid, in pakketten,op de bladeren of de twijgen van den boom. Tien, twaalf dagennaderhand doet een nietig wormpje zijn blijde intrede in de wereld.Wie op den appel ontkiemt hoeft niet ver te loopen; de anderezoeken, nogmaals bij nacht, vrije, nog onbezette vruchten op,klimmen op den appel totdat ze beland zijn op het kroontjebovenaan. Van daaruit begint nu de knagende pelgrimage, almaar-door naar het klokhuis toe. Het verteerde voedsel, bruin en kor-relig, vult achteraan de uitgevreten gang. Ook de kernen wordenvaak aangesproken en opgevreten. Aan die krachtige voedingdankt de larve haar volledigen wasdom. Ze bereikt nu een lengtevan 15 a 20 mm. Ze is eerder stank, vooraan drie paar echtepooten; achteraan vier paar valsche, met aan het staartstuk eennaschuiver. Ze is geelwit en heeft een bruinen harden chitinekopvoorzien van betrekkelijk sterke kaken.

Na het rijk festijn gehouden in het uitgevreten klokhuis vande vrucht denkt de made er ernstig aan de lieve vrijheid te ver-overen en de wijde wereld in te gaan. Moedig valt ze het rijpendevleesch van den appel aan, knaagt en bijt en graaft totdat ze ein-delijk de wang van de vrucht bereikt. Nog een laatste inspanningen ze is verlost uit haar donkeren kerker. Hangt de wormstekigevrucht nog te bengelen aan den twijg, dan spint ze spoedig eendraad fangs denwelken ze den vasten grond bereikt. Is de appelreeds afgevallen dan wordt die laatste inspanning een overbodigeweelde. Verscholen tusschen dorre bladeren op den grond ofverborgen achter een spleet in de ruige schors, spint de rups nuop haar duizend gemakjes een zijden cocon, vertoeft daarin onderden norm van larve tot aanstaande lente, en verandert dan eerstin een geelbruine pop. Deze wacht geduldig de blije Meimaandof om haar feestelijke intrede In de wereld te doen, bij zilverenmaneschijn.

Per Coeval ontpoppen reeds sommige vlindertjes in den loopvan Augustus... doch dit is een zeldzame uitzonderIng In ons

127

Page 146: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

guur klimaat. Haast en spoed zijn zelden goed : deze ongeduldigenzijn ten doode opgeschreven zoodra de eerste vorst in de vriesluchtkomt.

BESTRIJDING. Een Brusselsch « confirencier agricole » — ikzal hem de eer aandoen zijn naam te verzwijgen — proneert devolgende remedie, die hij zg. in Duitschland ontdekt heeft :een pappeken maken als volgt : 5 Kos tabak laten trekken op 8 literkokend water, juist 24 uur. Afgieten en er bijvoegen : evenveelossenbloed; mengel nog daarbij ongebluschte kalk, 66n deel, enverschen koedrek, zestien deelen. Goed laten gisten; en daarmeede boomen inzeepen! In de middeleeuwen zou men beslist nietsbeters kunnen uitdenken hebben!! Nog wat afkrabsel van nagelendaarbij, plus enkele druppels dauw, bij helderen maneschijngelezen... me dunkt, het zou nog beter zijn!!

Nuchtere lui zouden m. i. beter varen als ze al de mosgewassenen de loshangende schors tijdig verwijderden van de boomen :daarin zitten immers de poppen gedeeltelijk verscholen. De boo-men duchtig afkrabben vciOr den winter leidt nog tot beter resultaat.

Wie het vorig jaar erg te lijden had van den bladroller, nemehet volgend seizoen zijn voorzorgen. Besproei dan de ooftboomen,in den tijd dat de bloemblaadjes voorgoed aan het vallen zijn, meteen oplossing van loodarseniaat (Pb 2 H As 04), hetzij van urania-groen (Cu H As 03), hetzij, bij gebrek aan beters, met verlengdebordeleesche pap. .

Hoofdzaak is dat men er bijtijds bij weze, voordat de kroontjestoegegroeid zijn. Dan is het achter het net gevischt. De larve dieuit het eitje kipt zal dus als eersten beet onder haar tanden krijgenhet doodende gif, en het welhaast besterven.

Let nogmaals op : het afgevallen fruit vernietigen : ofwel alsvoedsel voorzetten aan de zwijnen; ofwel, zoo men er appelmoesuit bereidt, den weggesneden afval opstoken, niet op den mesthoopgoolen.

Aan te bevelen ten laatste, tijdens den herfst, de bladeren onderde boomen bijeen te rijven en er een reuzebrandstapel van te ma-ken. Met de bladeren vernietigt men tevens de daarin weggedokenlarven. Zoodoende wordt het kwaad in de kiem gestikt.

128

Page 147: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

HOOFDSTUK X11

DE APPELBLADWESP

(Hoplocampa testudinea)

Nog een pest voor de fruitboomen! Het is een nietig blad-wespken dat van einde April tot in Mei rondvliegt in de boom-gaarden. Het hoort thuis in onderfamilie der bladwespen (Tenthredl-nidae), waarvan vele specimens het hoofdzakelijk gemunt hebbenop de bladeren van bepaalde boomen (vandaar de naam). Menigeendie nauwer toekeek heeft verwonderd gestaan dat in vollen zomerde kersenboom sommige takken vertoonde waarvan de afgevretenbladeren schier nog uit nervenmazen bestonden, overtrokkenmet een wazig netje, zijnde de onderhuid van het blad. Wienog beter toezag ontdekte van boven op de blaadjes een stelletjevretende slakjes, bruingroen. Die slijmerige slakjes zijn geenechte weekdieren; het zijn veleer de smotsige larven van dekerzenbladwesp (Eriocampa adumbrata), die hier Iekker aan hetsmeukelen zijn aan het sappige bladgroen.

Kersen-, peren-, pruimen-, abrikozenboomen moeten hetontgelden vanwege die vraatzuchtige knagers. Hun eigen neef,onze appelbladwesp, alhoewel gegoten in ongeveer gelijkenvorm, tast niet zoozeer de bladeren van den uitverkozen boomaan doch veel meer de jonge vruchten.

9 K 129

Page 148: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

De kerzenbladwesp(Eriocampa adumbra-to ). — Daaronderblad met larven en

vraatfiguren.(volgensTaschenberg)

Het is in den Mei. De bloeiende lentevreugde zingt met duizendtongen haar nieuw lied, het stemmig triomfied van het !evenover den dood. Al wat ademt stemt in met haar gulden jubeizang

en verkondigt ons de blijde boodschap, demeiboodschap van hoop en van leven. In dewereld van den dood heerschte tot nogtoede stilte der eeuwigheid; doch de lente, metlijze vingeren, tokkelde aan de deur en riepop verrijzenis en herleven.

En ongeduldig, verscholen in zijn zijdencocon, versierd met perelen en edelgesteen-ten, fonkelende zandkorrels aller kleur, gevattusschen de ragfijne zijdedraden — zit eenklein wespken te wachten op zip beurt omopgeroepen te worden uit de duisternis tothet Licht, uit den dood tot de hoopvolleverrijzenis.

En de goede meizon had ook Bien kleineneenzaat niet vergeten. Warm zoent ze dengrond waarin de pop te slapen lag haar langen,langen winterslaap. Haar levensgeesten komenwakker. Zoo goed ze kan boort ze een gatdoor het zijden omhulsel, vroet zich hoogeren hooger op totdat ze belandt in de reinesfeer van zon en Licht. De pooten van hetdiertje zijn nog een beetje onzeker, alsofhet zijn heel leven langer er op gestaan haddan hem lief was. De viiesvleugeitjes zijn nogslap en niet gespannen. Doch nogmaals biedtde milde zon haar onbaatzuchtige huip, deinnerlijke groeiwetten doen hun plicht, en na

een paar uren is het insekt kant en kiaar voor de nieuwe roepingdie het te wachten staat.

De appelbladwesp bereikt nog geen vlucht van 15 mm.; heelhet lichaam is amper 5 mm. lang. Het geheel blijkt te nietig voorden gewonen mensch om daar zijn aandacht op te kunnen vestigen.

130

Page 149: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

Kop, borststuk en bovenkant van het achterlijf zijn eer zwart;de rest van het lichaam roodachtig geel : alles samen een kleinprutsken van een vlieg.

De appelbladwesp (Hoplocampa testudinea)I . aangetast vruchtje; la: id. in doorsnee; 2. de appelbladwesp, 3.de rups.—

onderaan id. in natuurl. grootte.(volgens het British Museum).

Klein ja, maar erg. En dan die krieuwelende jeugd in dit ont-wakend leven. Wat kan het diertje er aan doen dat het nog Jong isen den schroeienden gloed van de liefde voelt laaien in zijn lede-

131

Page 150: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

maten ? En het gaat er lustig toe, tegen struik en heestergewas,onder de wijde kroon van de bloeiende boomen. Zwermen enzwermpjes op en neer dansende vliegskens bij valavond. Avond-stond is het uur der innigheid... bij avondstond geeft de stoeiendejeugd elkaar het blijde « jawoord » en in den zilveren maneschijnwordt het huwelijkscontract gesloten.

En nu eerst merkt het wijfje al die bloemenweelde op, daar inden appelgaard. Wat moet Hij vriendelijk zijn, die voor de wesp-kens de verrassing van appelbloemen heeft uitgedacht! Neen!die bloemen staan daar niet toevallig. De Schepper heeftdie klaar gezet voor mij. — Zooals een bruid, waar zij een ruikervindt, vermoedt dat haar geliefde er geweest is om haar te groeten.

En wat moet het zacht zijn, zoo te liggen rusten in de weiriekendekelken van rozeroode bloemen!

En wUl de zon haar stralen vademt door het oog der Wader-kruinen heen, en gouden schilfers strooit op den donkeren grond,Is moedertje bladwesp bezig haar nietige eitjes toe te vertrouwenaan de bloemen vol hoop en vol toekomst.

De eitjes, nog geen zandkorrel groot, worden gelegd onder aanden kelk van de bloem, een stuk per bloem. Tusschen dit enveertien dagen breekt een haast onzichtbaar rupsje zijn eiomhulselopen en begint van meet of te knagen in de aandikkende vrucht.

Hier nu het grondverschil tusschen de schade aangericht door

den appelbladroller

(Carpocapsa pomonella)IIMM

verschijnt einde Mei-half Juniplatte schilfertjeseitjes gelegd in het kroontje

vreet van uit het kroontjeboort een tweeden uitgang vanuit het klokkenhuisslanke rups

132

de appelbladwesp

(Hoplocampa testudinea)MEM

einde April-begin Meibolle, witte eitjeseitje vastgehecht onderaan den

kelkvreet van de wang uitverlaat de gestoken vrucht langsden ingang, zijdelingswelgedane made

Page 151: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

verlaat de circa rijpe vrucht

vreet slechts den vrucht uit

eer smalie gangen van bepaaidkaliber

vruchten vallen af in September

verlaat jonge, nog niet half-vol-wassen appelen

richt haar schade aan op verschil-lende vruchtjes

gang met onregeimatige ver-breedi ng

vruchtjes vallen af in den loopvan Juli.

Afdoende bestrijdingsmiddelen blijven bij mijn weet nog tevinden tegen de appelbladwesp.

De kippen die scharrelen in den boomgaard bewijzen ons een.niet te versmaden dienst.

De afgevallen appeltjes bijeenrijven en ze de zwijnen voedenvoordat de rups ze verliet, brengt voorzeker aarde aan den dijk.

Aan te raden ook den grond onder de boomen om te spittenin den loop van den herfst, nadat men er voorafgaandelijk gebluschtekalk op strooide.

133

Page 152: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

HOOFDSTUK XIII

DE HAZELNOOTKEVER & Co(Balaninus nucum)

In nooIt geziene pracht, als een koningin in gouddoorzinderdpurpergewaad, op lichtende, roodafgezoomde wolkenbanken rus-tend, ging de zon Bien Septemberavond langzaam onder en scheente verdwijnen achter de poort van den hemel, terwijI ze heel denatuur met een rozeroode schemering overgoot.

Boven het water van de gracht, zilver in de zon en inkt in deschaduw, deint op en neer een voorbijtrekkende muziekmaat-schappij van gonzende muggen. Daarnaast staat een kant vanhoog hazelnotengewas. De struiken sidderen van boomengeluk;ze geven elkaar hun takken zooals vrienden elkaar de hand.

In die hazelnotenstruiken hadden heerooms neefjes reeds heelden namiddag gezocht, gesnuffeid en gevonden. Af en toe brachtenze, edelmoedig, een handvoi van de smakelijke nootjes.

Er stonden langstaarten (Corylus rostrata), roode en gulden,naast gewone, ronde hazelnoten (Corylus avellana). Welke vanbeide de beste zijn, hoeven de fijnproevers maar uit te maken.En knarsen dat ze deden tusschen krakende tanden. Paarden aanden bak vol haver maakten geen melodieuser geluid dan de malendemonden van de snoepende knapen.

En daar plots « Foei! »... een gestoken hazelnoot, bitter alsgal, met daarin een vettige made, midden bruin schaafsei vanopged roogde d re kstoffe n .

134

Page 153: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

Even den maaisteek onderzoeken! Geen spoor van opening opgansch de gladde schaal. Alleen een heel klein puistje, een minia-tuurwratje is het eenige wat deze Hoot onderscheidt van andere,die volkomen gezond zijn. Hoe is die hoefijzervormige wormdaarin beland ? Knusjes ligt de witte made te slapen in de doezeligewarmte van het nootje. Ze ziet er al zoo vinnig uit als de paardendie zeventien jaar lang in de mijnen wagens hebben weg en weergetrokken. Goed is het, eh vriend, riemen te snijden uit andermansleder, zonder uzelf ook maar lets of te sloven!

Overbekend ja, zijn de kreemwitte maden die schuilgaan inveel zaadvruchten. Ontdekken we ze niet in hazelnoten, amandelen,kastanjes en — wie beter toezagen — in eikels? Maar de mildeschenker, die ze daarin te vinden lei, is doorgaans een illustereonbekende. Ook de kindekens vinden 's morgens hun korf vollekker en zoet op 6" December; den grooten Sint, die ver-moedelijk de rijke weelde daarin bestelde, zagen ze echter nooit.

Gereedelijk geef ik toe dat bewuste kevertjes nogal moeilijkte vinden zijn. Ten eerste, juist in den tijd dat men ze ontdekkenzou is de hazelnootstruik een van de minst interessante heesters,wijl er nog niets goed op te vinden is; tweedens, het torretje enzijn spitsbroeders weten zich meesterlijk aan te passen aan dekleuren van het midden, waarin ze hun somber bedrijf uitoefenen;en, ten laatste, erg schuchter als ze zijn laten de kevertjes, bijhet minste onraad, zich van de takken vallen, hangen den doodeuit en zijn zooveel als onvindbaar tusschen dorre takjes en ver-schrompelde bladeren, op den grond verspreid.

Doch niet slechts de vraag : wie bracht hier de made binnen,maar veeleer hoe werd ze hier binnengeloodst vergt een afdoendantwoord.

Dat de erwtenkever (Bruchus pisi), de boonenkever (Bruchusrufimanus) en andere hun eitjes leggen op de peul der vruchten;dat daaruit larfjes gedijen die in het hart der weeke vruchtenkruipen, dat is verstaanbaar. Maar door die harde schaal, alompotdicht toe, hoe difirdoor geboord ? Ten andere, dit tengerewratje dat we opmerkten is heelemaal geen opening... ten hoogsteeen litteeken van een toegegroeide, haarfijne wonde.

135

Page 154: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

De hazelnootkever

De eikelsnuit-kever (Balaninus

elephas)

Beslist juist geredeneerd! En toch, de worm zit in de noot,hij moet er dus wel binnengeraakt zijn : voor een felt zwichtalle theorie.

Aileen de geduldige hoort den stinger der tijden tikken, waaranderen doodsche stilte slechts vernemen.

We staan hier voor een sportieve top-prestatie. Willen we het geheim achterhalendan moeten we trachten de snuitkevertjes(Curculionidae) na te gaan, elk op hun bepaal-den tijd, en meenemen kilos geduld.

De hazelnootsnuitkevers (Balaninus nucum)werken bij voorkeur in den loop van de maandJuli; de eikelsnuitkevers (de groote : Balaninus

(Balaninus nucum) elephas, de kleine, Balaninus turbatus) zijnvoorgoed op dreef tijdens de Oktobermaand;

de kastanjesnuitkevers (die ten onzent trouwens zeldzaamvoorkomen, wegens het feit dat we schier geen tamme kastanjeskweeken, en meer in Spanje en Amerika thuishooren— de groote :Curculio proboscideus, de kleinere, Curculio auriger) zijn In voiledoening van half-Oogst tot half-September.

Alle hebben vermoedelijk hun stiel geleerdop dezelfde ambachtsschool, onder de leidingvan denzelfden werkmeester, want ze oefenenhun bedrijf uit op dezelfde manier.

Het meest opvallend kenmerk der onderordeder Curculionidae of snuitkevers is wel de uiter-mate lange, spitse snuit. Hun monddeelen (dekaaktasters) zijn vergroeid tot een slanke boor,uit zeldzaam hard chitinemateriaal. Die snuit isdikwiils langer dan het lichaam zelf, bij sommigesoorten is hij niet lijnrecht maar zacht gebogen.De snuit der wijfjes is in den regel veel langerdan die der luie mannetjes, voor dewelke hij ten slotte een onnut-tig sieraad blijkt te zijn.

Den naam van den grooten eikelsnuitkever : « B. elephas »vied ik schilderachtig gekozen : ons nietig torretje, dat vergeleken

136

Page 155: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

wordt met den massieven dikhuid : het kevertje en de olifant!...Ziet ge ze beide opstappen in den stoet, elk met zijn slurf oftromp!! 't Is zoo ongeveer de geschiedenis uit de fabel van denkikvorsch en de koe.

Andere specialiteit van het huts : de geknikte sprieten, die ophet einde van hun zweep een knotsje dragen, staan doorgaansgeplant in het midden van den langen snuit. Voorts plooien dekevertjes zich gewillig naar de heerschende gewoonten van dekeverfamilie.

Vanaf Mei is de 8 mm. lange kever reeds op de hazelaars tevinden. Het ineengedrongen zwart lichaam is overal met geel-achtig grijze haartjes begroeid, derwiize dat de dekschilden somsgelijken op een slecht afgewerkt dambord. De lange, ietwatgebogen snuit is roodbruin. Zooals reeds hooger gezegd werd,is de snuit van de vrouwelijke tor veel langer dan die van haargemaal. Tijdens de maanden Mei en Juni denken de torretjes,losbol als ze zijn, alleen aan luilekker !even en pleziermaken.God zet het lenteleven in een lijst van zang en bloemen en kleuren;de kevertjes, die meenen dat al die weelde ook voor hen geschapenis, nemen er ruimschoots het hunne van. Lang blijft het echter nietuit of hun hart zoekt naar de gepaste bruid lijk de zonnestraalde bloem. En wiji de wolkjes blond en bol, in den saffierblauwenhemel, de zon tegenlachen, vieren de nietige kevertjes, dronkenvan liefde, hun blije bruiloft tusschen het loof der hazelnoten-struiken overgoten met goud en licht.

Tegen Juli zegt het oeroude instinkt het wijfje dat degepaste tijd aangebroken is om aan het nageslacht te denken.MiddelerwijI zijn de jonge hazelnoten flink opgeschoten en goedaangedikt. Van houten schaal vooralsnu nog geen sprake. Eenmaagdelijk wit, lichtgroen, betrekkelijk week omhulsel omgeeftde kern die immer nog zacht is en onrijp. Dat is de toekomstigebakermat van moeders hoopvolle larven. Kwestie daar in tegeraken. Op zijn hooge steltpooten zit het wijfje op de gladdehazelnoot. De hechtkussentjes tusschen den voet der pooten ko-men nu wat van pas om te schaatsen op de gladde, bolle oppervlaktezonder er of te vallen. Even neuzen, nog eens poolshoogte nemen,

137

Page 156: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

de witte noot grondig onderzoeken nu links dan rechts. Tenslotte wordt de blonde noot bruikbaar bevonden door den vak-man en aanvaard als geschikt werkterrein.

Vooruit nu, en moedig de drilboor gestoken in de niet te hardevrucht. Uren en uren blijft de vlijtige kever aan zijn werk. Nuzwenkt hij links, dan weer rechts, almaardoor om de boormachinedieper en dieper in de massa te krijgen. De kever werkt zooongeveer gelijk wij doen als we een kram willen loswringen uiteen weerbarstige plank, met dit verschil dat wij de kram er uit,hij zijn boor er in moet krijgen.

Hopeloos traag vordert het lastige werk. Langzaam maar zekerdrift hij zijn priem in het hart van de foot.

Na zeven, acht uren zwoegen en zweeten komt hij te langenlaatste toch klaar met zijn taak. De els is tot het einde toe door-gedrongen, tot aan de basis van de vrucht. Op dezelfde manierals de boor er ingeraakt is, wordt ze weg en weer uit de hazelnootgewrongen. Daartoe volstaan een paar minuten. De wonde in devrucht, een haast onzichtbare prik, is kleiner dan die van een speld.Wat een uiterst fijn alaam bezit het nietige torretje. In die dunnebuss zal het eitje gelegd worden, heelemaal onderaan. Ernstigeschrijvers, zelfs Oudemans, beweren dat moedertje haar eitje methaar snuit in het dunne kanaaltje schuift. Fabre die, onvoorin-genomen, beter toezag verkiapt ons den sleutel van het geheim.Hij opende het lichaam van de eierlegster. Binnenin ontdekte hijeen lange, rosse, stevige legboor, dun als een haar, circa evenlang als de snuit vooraan. Op haar beurt worth die legboor nugeschoven in het buisje dat de snuit uitboorde; heelemaal van onderdeponeert ze het eitje, daar waar de spijs nog zachter is dan eldersin de noot. Die sappige, papachtige brij zal het beste voedseluitmaken van de aanstaande larve, die in haar prille levensurennog geen zwaren kost kan verteren. Een paar dagen volstaan omde wonde in de noot te heelen en toe te doen groeien. Het eenigelitteeken is een kleine puist.

Niet altijd loopt het schip zoo goed van stapel. De geduldigeFabre, prima-klas waarnemer, vertelt ons het volgende van deneikelsnuitkever. Hij vond een exemplaar van een dood, opgedroogd

138

Page 157: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

wijfje, dat tusschen hemel en aarde hing, boven op den halfinge-drilden snuit. Hij oppert de gedachte dat we hier staan voor eenwerkongeval. Midden de drukke bezigheden moet het wijfjehoogstwaarschijnlijk vasten grond onder de pooten verloren heb-ben; de kieverige hechtkussentjes moeten een oogenblik hun plich-ten van staat vergeten hebben, met het droeve gevoig dat de veer-krachtige snuit zijn rechten heeft doen gelden. Die snuit, tijdensde driloefeningen, moet vaak meer gekromd worden dan zijnelasticiteit lijden kan. Dan treedt automatisch zijn stijve eigenschapop den voorgrond. De snuit en zijn veerkracht halen het op hetklevend vermogen van de pooten. Deze lossen... en de kever,die geen steunpunt meer vindt, heeft schoon zich of te sloven, teprobeeren de pooten op den eikel te krijgen : alles te vergeefs.Ten doode is hij opgeschreven, slachtoffer van zijn moederplicht.

Uit het onooglijk kleine eitje, amper een Witten zandkorrelgroot, kipt kort daarop een blanke made, met bruinen, hardenchitinekop; ze is totaal blind. Wat baten ook kijkers in den duiste-ren, potdichten kerker waarin nook een lichtstraal door kan dringen

Lijk alle engerlingen vreet ze dag in dag uit, schiet voorbeeldigop, verwisselt van tijd tot tijd van linnen en vult achteraan deleeggevreten holte op met Naar bruine uitwerpsels. Dat alles Isoverbekend.

We willen echter nog een oogenblik stilstaan bij de wijze waaropde made den kerker ontvlucht. Somtijds nog voor dat de hazelnootafvalt begint ze aan die lastige taak. Meestal gebeurt dat echternadat de rijpe vrucht ten gronde viel.

De voiwassen larve heeft een bruinen, harden chitinekop,voorzien van soliede chitinekaken. Gewapend met die staalhardefret gaat ze moedig aan het werk om zich uit het nu te prangendgevang te bevrijden. De vroeger min of meer weeke notenschaalis thans hard hout : de moeilijkheid om daardoor te boren is deste grooter geworden. De gepatenteerde luiaard van gisteren isherschapen in een moedig werkman met taai geduld. Langzaammaar zeker vreten de kaken... na dagen en dagen onverdrotenarbeid komt de worm te langen Iaatste klaar en krijgt hij depatrijspoort open.

139

Page 158: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

...-.,...._

Aangetaste hazelnoot met de pop (inden grond) van den hazelnootkever

(Balaninus nucum)

Daarmee is hij absoluut nog niet door al zijn miseries heen.Hoe toch kan die vette, welgedane made, drie-, viermaal dikker dande ronde opening, daar doorheen ? Juist de kop past in het zolder-venster. Die dan maar eerst buitengestoken! Heerlijk zoo'nhapje versche Iucht na de lange opsluiting in die muffe kamer!Nu eerst Iekker uitrusten om weer op dreef te geraken voorhet tweede bedrijf.

Is de larve in de leer gegaan bij de draadtrekkers in de Waalscheijzergieterijen ? Een feit staat vast : ze is volkomen op de hoogtevan haar nieuwen stiel. Krampachtig wroet ze het voorste vanhaar gesmijdig lichaam door de ronde opening heen. Inwendige

spieren treden nu aan hetwerk. Zooveel mogelijk wor-den bloed en sappen naarbuiten gedrongen. De eersteleden van het lichaam zwel-len uitermate op, groeientot een reuzegezwel. Hetnatuurlijk gevoig daarvan isdat het achterlijf dunner endunner wordt. Nogmaals eenuiterste krachtsinspanning entwee drie segmenten komen

pullen uit den engen kerker. Nog eens alles zooveel mogelijknaar voren gepompt, nog eens krochen, nog eens duwen... ennieuwe ringen geraken vrij. Te langen laatste valt de afgesloofdemade uit de noot : ze is vrij en zonder banden. Eerst wat op zijnverhaal komen en dan den grond inkruipen om daar gezapig teverpoppen.

Middelerwijl hebben de kevertjes toegegeven aan een gewoontezoo oud als de wereld : na volbrachten plicht zijn ze gestorven.

Aanstaand jaar, als de blije Mei weer in 't land komt getreden,zullen de nieuwgekipte snuittorretjes weer eens komen kijkenhoe de wereld draait.

** *

140

Page 159: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

Hier bij ons te lande wordt noch de hazelnoot, noch de tammekastanje op groote schaal aangeplant. EikeIs anderzijds wordenmeestal als zwijnenvoeder aangewend, en de varkens kijkenzoo nauw niet. Elders : in Spanje, in sommige gewesten van deVereenigde Staten, worden deze vruchten in ruime mate, meestalvoor den exporthandel bestemd, gekweekt.

Daar kunnen de snuitkevers, alter soort, werkelijke schadeberokkenen. Brooks en Cotton, die weleer statistieken desaan-gaande opmaakten, weten ons te melden dat in sommige departe-menten van de U. S. A. de oogst op sommige Jaren totaal ver-Meld werd door die ongenoode gasten. Sommige partijen kastanjesbevatten tot 100 % gestoken, nietswaardige vruchten. Natuurlijkdiende er uitgezien naar bestrijdende middelen. De beste zijn enblijken die, welke de natuur ons zelf aanbiedt. — Als we Davismogen gelooven zijn de meest verwoede vijanden van maden enpoppen in den grond de eekhoorns en de molten. Deze graven demaden uit en snoepen er wellustig aan. Sommige vogelmagen lieteneveneens, bij inwendig onderzoek, blijken dat ze die vette worstjesabsoluut niet versmaadden. Bepaalde soorten spinnen en wespen,en voornamelijk sommige sluipwespen maaien de rangen der Cur-culionidae-larven eenvoudig weg of dunnen ze gevoelig.

Brooks beschrijft, na Greene, een paar sluipwespen : Wintheniaquadripustulata en Urosigalphus armatus, die het voornamelijkgemunt hebben op de maden van den kastanjesnuitkever. Dehandelwijze van de laatste sluipwesp vooral wijst nog eens op degoedgeordende natuurekonomie. Urosigalphus is een klein, stin-kend wespje. Het verschijnt op het wereldtooneel ongeveertegelijker tijd als de snuitkever, dien ze als proof uitkiest. Hetbezoekt de pinnekensversperring van de onrijpe kastanjes inhet seizoen dat de snuitkever zijn eitjes gelegd heeft in de vruchten.Instinktmatig vindt het de haarfijne opening der smalle buss dietoegang verleent tot de diepten waarin het eitje rust.

Opmerkenswaardig : de slanke legboor van Urosigalphus is opweinig na even fang als de snuit van de borende tor. Haar eitjeen dat van den kever worden naast elkander in den korf gelegd.WijI de larve van den snuitkever zienderoogen groeit, blijft die

141

Page 160: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

van de slulpwesp, klein en achterlijk, verscholen in de proof.Tegen den tijd dat onze Curculio er aan denkt te verhuizen en teverpoppen komt eerst de voile wasdom In zijn parasiet. De larvein den grond wordt de gelegenheid ontnomen om er rustig teverpoppen. Deze van de siuipwesp zal de lokalen betrekken enin de perkamenten iuren van den kever zeif tot verdere gedaante-verwisselingen overgaan.

Heet ge zooiets louter toeval ? Klinkt wijze doelmatigheidvan een regelende Voorzienigheid niet beter?

142

Page 161: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

HOOFDSTUK XIV

DE MEELWORM

(Tenebrio molitor)

Hij was niks bijgeloovig, maar niks hoor! onze welgedaneAmerikaan op refs naar het heete Oosten. Heel de spokerij raaktezijn koude kleeren niet eens : een positief geldmagnaat heefthoegenaamd geen tijd over om zich met dergelijke onnoozeledingen In te laten... maar nu! nu lag hij te rillen in zijn bed, hetkoude zweet brak uit op zijn ij1 voorhoofd. Ja, het spookte werke-lijk op die rijk gestoffeerde kamer van het Grande Albergo delleRose, het eerste-rang-hotel op de kust van Rhodes, het immerbloeiend eiland midden het kobalt-blauw water van de Middel-landsche zee. ... [Mr, op zijn nachttafel, naast zijn bed, danstehet spook, krieuwelde het spook, knarste het spook... vlak tegenzijn hoofd! Met bovenmenschelijke inspanning gelukte zijn metlamheid geslagen hand er ten slotte In aan den schakelaar tetrekken en licht te maken.

Zijn haren rijzen te berge! Nu eerst blijkt het in voile klaarheid!Neen, het is beslist geen zinsbegoocheling... dials , voor hem, dansthet speldenkussen; nu zweet het weer op om daarna flets in elkaarte valien; dan weer puilt het links uit, dan weer rechts... onderden duisteren invloed van het knarsetandend spook dat er huisin houdt. Hij sterft bijna van baren schrik.

143

Page 162: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

Een behekst speldenkussen!... om er griezlig van te worden!...Nog een opperste inspanning... de elektrische bel rinkelt in destifle gang... en het kamermeisje verschijnt in de deur : eenkrijtwit man in het bed, bepereld voorhoofd, oogen vol schriken angst... een vinger die wijst op het dansende speldenkussen...Een kreet van de in bezwijming vallende kamenierster doet verderehuip opdagen, nuchtere hulp in den hoogsteigen persoon vanden hotelbaas.

Het verdacht speldenkussen wordt opengesneden... een heeleprocessie van spoken ?... neen van glimmende, bruinzwarte torrenkomt uit het speldenkussen gekropen!!!

Uit verder onderzoek bleek dat het kussen destijds opgevuldwerd met zemelen; zemelen waarin wellicht eitjes van de meeltor(Tenebrio molitor) verscholen zaten. In den loop van de zooveleJaren waren de zemelen totaal opgevreten en de gasten op ont-zettende wijze vermeerderd, in zooverre dat ze het noodig achtten,tijdens de stifle nachtelijke uren, de netelig geworden huishuur-kwestie op te lossen... en meer ruimte te eischen voor hun al tefel geprangde lichamen! — Neen, neen, de welgedane Amerikaangeloofde niet, had trouwens nooit geloofd aan spoken!!! ... derest van den nacht sliep hij gelijk een roos.

**

Mijn eerste persoonlijke kennismaking met den meelwormdagteekent anno... in den tijd toen ik, broekventje, zoo stilaantot de jaren van discretie ende verstand aan het opgrcieien was.finder maatjes waren we den buiten opgegaan naar het pachthofvan een « nonkel » van een onzer. De tante — ze studeerdevast voor heks — was een oude, versieten katijf, zoo gierig als eenpin. We kregen toch 'n dikken boterham met plattekaas... eigen-gebak! nogal wat beter dan al dat flauwe stadsbrood! En wiji delekkere boterham wegschoof tusschen neus en kin... foes! dfifirzit 'n beest in!! Hoch de honger overwon de walg.

Naderhand werd het tusschen de kameraadjes druk besprokenof men zoo'n boterhammen ook 's Vrijdags mocht opeten, kwestieof meelwormen vleesch of visch waren!...

144

Page 163: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

Uit het vorige blijkt reeds welke voorliefde het instinkt vanden meelworm heeft : bakkerijen, molens, opslagplaatsen vanallerhande meelwaren, bloemzakken enz. zijn de schuilplaatsenwaarin men de geelbruine wormen meest aantreft. Het zijn kin-deren der duisternis, die zich overdag kaim en koest teruggetrok-ken houden en eerst bij avond op dreef geraken. nude plankenen vermolmd hout worden, als het moet, ook gereedelijk in huurgenomen; Scott beweert zelfs larven van Tenebrio molitor ontdektte hebben in de looden platen van het dak van een bakkerij; hijbetrapte er meelwormen die het lood aan het uitvreten waren ?

Staat de meelworm niet in een goed blaadje bij alle hoogerver-melde heeren, des te meer wordt hij op prijs gesteld en geroemdals het nuttigste onder de insekten door een ander slag menschen.Het kweeken van meelwormen brengt trouwens een aardigen stuiverop; op de vogelenmarkt te Antwerpen kunt ge ze per kilo koopen,elken zondagvoormiddag... en de zaakjes floreeren in dit kraampje.Ze worden uit Engeland ingevoerd! verzekerde me een kramer.

Beter aas zoudt ge ver hoeven te zoeken : nachtegalen, merelsen veel andere jonge vogels zoudt ge moeilijk groot kunnenbrengen zonder meetwormen; aquariumvisschen, jonge insekten-etende dieren, slangen, ja kweekerijen van duizendpooten enandere leelijkheden hebben meelwormen circa broodnoodig.Philippi vermeldt dat ze, met dit doe!, heel bijzonder in Chiliwerden ingevoerd.

Maak nu maar uit of ge de meelwormen moet rangschikkentusschen de bokken of de schapen, tusschen de schadelijke of denuttige insekten.

* *

De man van de straat kent doorgaans wel den meelworm, veelminder de meeltor.

Van boven bezien schijnt de meelworm een rolronde mademet vooraan zes korte, armzalige pootjes. De buikzijde echteris plat. Doorgaans is de hoofdkieur van den worm glanzend vuil-geel; kop en laatste ringen ietwat donkerder getint. Dit is demade van « Tenebrlo molitor », de meest bekende meeltor in

10 K 14

Page 164: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

De meelwormen zijn larve (Tene-

brio molitor)

onze gewesten. De worm van zijn eigen kozijn « Tenebrio obscurus »Is kastanjebruin, de uiterste leden zelfs zwartbruin. De volwassenlarven van beide varieteiten bereiken na hun Iaatste vervellingtot 25 mm. Bij elke vervelling—en sommige specimens veranderentot negen- en tienmaal van toilet — is het nieuwe kostuum maag-delijk blank; na een paar dagen Is de neophiet echter niet meerte onderscheiden van de andere.

De eitjes worden heel het jaar door gelegd door de vlijtigemoedertjes. Het zijn langwerpige eivormige, glanzende korrels,anderhalven millimeter lang. De eitjes zijn overtrokken met 'n dunlaagje kleefstof waaraan bloem en meel blijven plakken. Moeilijkzijn ze, In die chapelure vermomd, te ontdekken door niet voor-

ingenomen zoekers.De hoofdfaktor in de ontwikkeling is hier

de warmtegraad : van vier tot twintig dagenkan het aanloopen eer het boorlingske zichaanmeldt en het prangend eiomhulsel barstendoet.

Die larve met den schoonsten, vurigstenrossen kop, die oolt onder Gods lieve zongloeide, is een dom onnoozel wezen, dat alleeneten en, onder den drang der innerlijke groei-

wetten, vervellen kan. Erg moeilijk Is de meelworm niet in zakemenu. Naast zijn lievelingskost, nl. allerhande meelstoffen, zemelenen afval van bakkerijen, versmaadt de eetlustige ook den afval nietvan het spijsverteringsorgaan van duif en kip (ontdekt men hemMet vaak In de tillen onder en naast de nesten ?) Als het moet,knabbelt de worm even gewetensvol aan doode insekten en pluimenvan vogels. Brehm vermeldt dat een vogelliefhebber, die voor zijnzangvogels meelwormen fokte in een ouden pot, waarin gewoonlijkoud brood, zemelen en lompen werden geworpen, door de meel-wormen ook kleine zoogdieren en vogels Bet skeleteeren. Zorg-vuldig knaagden de huurlingen het laatste rottend spiertje vleeschvan de beenderen of t veranderen van spijs doet immer eten!

Wat een voorbeeldig lute gemeente, zoo'n pot krieuwelendemeelwormen. Ze vinden het zelfs te veel Inspanning hun loom

146

Page 165: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

Iijf voort te trekken op de korte pooten. Wentelen en rotten,als een speelsche kat in het matsche lentegras, Is veel gemakkelijker!Vooraleer hun frak van mika uit te trekken, bij elke ritueele ver-veiling, moeten de vadsigaards minstens twee, drie dagen volledigerust hebben... juist alsof hun te eng vet niet vanzelf zou openrijten.De oude klodden, die ze verder kunnen missen als kiespijn, dienenals vlokkige versierselen, die t' alienkant hun home vervrooliiken!

Veel bijzonders valt er tijdens heel hun etend larveleven niet opte merken. Instinktmatig voeten de wormen een afkeer voor alleswat op ultblinken gelijkt : « ge moet gelijkvloers blijven > luidthun lamme leuze. En is het niet schattig, hier in dit luilekkerland,waar de tafel steeds gedekt is en proviand als voor het grijpen ligt ?Hun verstand is van zuiver lood.

Uit menigvuldige proeven door Cotton genomen, blijkt dathet larveleven van Tenebrio schommelt tusschen drie maand encirca twee jaar; alles hangt of van de hoeveelheid mondbehoefteen meet nog van den warmtegraad. Gemiddeld leeft de larve zesmaand. Te Iangen taatste zijn ze volgroeid en volgevreten. Nudenken ze er ernstig aan te verpoppen. Lui en loom kruipenze naar de oppervlakte van het meetmidden; men zou zeggendat ze absolute behoefte gevoelen aan meer en versche lucht.Alvorens tot zoo'n gewichtIge operatie over te gaan moeten zenog eens dapper rusten : enkele dagen schijnen de gele madenlevenloos, ja dood : vooruit nu maar. Het staat nu eenmaal vastdat uw knabbelende larveleven voor eeuwig en drie dagen denhoek om is; rept u!

Wegens dien grooten eetlust der vorige weken, krijgt de larvahet gevoel atsof zij ult elkaar zou springen. 0! je! dat is mijn straf!1k wilde eten tot ik barstte... en nu barst Ik! Een laatste maalworden de oude klodden uitgespeeld en een witte pop ligt NIen loom op het meet : van nest maken, draad spinnen, geen sprake;dat vraagt allemaal te veel inspanning. De 14-20 mm. lange popwordt van lieverlede geel. De vlugste zijn er bij na een week;de meest geruste ontpoppen eerst na veertien, zestien dagen.

Een heel burgerlijke kever doet zijn Intrede in de wereld. Detwee soorten zijn ongeveer even groot, ongeveer 25 mm. lang.

147

Page 166: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

Tenebrio molitor gaat In glanzend donkerbruin, Tenebrio obscurusIn het pIkzwart gekleed. Hoofdzakelijk verschijnen de torren ophet schouwtooneel tijdens de lente, alhoewel heel het jaar doorde burgerlijke stand geboorten In to schrijven krijgt.

Lang duurt het Imagoleven niet : wie drie maand oud wordsIs een Mathusalem tusschen de zijnen. Paren en eitjes leggen,daarin bestaat heel hun doen en laten. Cotton stelde vast dathet aantal eitjes van een wijfje schommelde tusschen 73 en 970stuks : gemiddeld 100-150 nakomelIngen.

148

Page 167: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

BRONNENLUST

AGRICULTURE (Ministry of —) : Insect Pest of Fruit-trees, 5th ed. London 1928.» (») : Insect Pest of Farm and Garden crops, 2d ed. London 1928.

ALTUM B. : Forstzoologle (3 T.), Berlin 1874.ARENDSEN H. :Studies on variation in the mealworm, Journ. Genetics 1920.BALACHOWSKY A. : Coccides, Paris 1932.BOUTTET G.: Comment detruire les insectes nuisibles, Bruxelles 1916.BREHM : Tierleben (12 Bde) Leipzig u. Wien 1920.BROOKS CH., COOLEY J. S. & FISHER D. F. : Diseases of apples in storage.

Washington 1930.BROOKS F. E. : The chestnut curculios. Washington 1929.CALMAN W. T. : Marine boring animals. London 1919.CHITTINDEN F. H. : Insects Injurious to the violet, rose and other ornamental

plants. Washington 190 I .» : The lesser grain borer. Washington 1911.» : Some insects injurious to stored grain, Washington 1896.

COOKE A. 0. : British insects. London, Edinburgh.COTTON R. T. : The mealworms. Washington 1929.COWARD T. A. : Life of the wayside and woodland. London.DAVIS W. T. : Insects as the food of squirrels.Canad. Ent. 39. 16. 1907.DONGE E. & ESTIOT E. : Les insectes et leurs diets. Paris.FABRE j. H. : Souvenirs entomologiques. 10 Vol. Paris 1925.FREYER J. C. F. : Colorado beetle at Tilbury. Journ. of the Ministry of Agriculture.

Jan. 1935.GUNTHER K. : Leven der insekten (Vertaling Rinke Tolman, Amsterdam 1938.HEDLEY C. : The marine wood-borers of Australia. Report of the eight meeting.

Austr. assoc. f. the advancement of science. Melbourne 1901.HESSE u. DOFLEIN : Tierbau u. Tierleben. 2 Bde. Berlin 1914.HIRST ST.: Arachnida and myriapoda. 2d edit. London 1920.

o : Mites injurious to domestical animals. London 1922.HOEK P. P. C.: Rapport der Commissie betreffende de levenswijze en de werking

van Limnoria lignorum. Verh. der Kon. Akad. v. wetenschappen. Amster-dam 1893.

149

Page 168: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

HOULBERT C. : Les coleopteres d'Europe. Paris 1921.HOWARD : The insectbook. New-York 1905.JORDAN H. : Ueber extra-intestinale Verdauung im Aligemeinen u. bei carabus

auratus im besonderen. Biol. Central bl. 1910.JOY (NORMAN H.) : British Beetles, their homes and habits. London-New-York

1933.JOY (NORMAN H.) : A practical handbook of britisb beetles. London.KALTENBACH : Doryphore. Paris 1932.KESSLER H. F. : Die Entwicklungs- und Lebensgeschichte von Chaitophorus.

Nova acta der K. Acad. Leopold Carol. Bd 51. I 886.KIRBY W. & SPENCE W. Introduction to entomology. 5th ed. (4 vol.) London

1828.KOLBE : Einfahrung in die Kenntnis der Insekten. Berlin 1893.

1> : Ueber Brutpflege bei der Ka fern. Aus der Natur VI. 1910.LANDBOUW (Ministerie v. -) : Twee plagen v. d. aardappel. De Coloradokever.

nu. 4 & 5. Brussel 1936.MALLASZ J. : Ueber gewissen Eigenheiten der Coccinellen. Rovartanl Lspok VI.

1899.MAYNE M. : Le Doryphore de la pomme de terre. Journ. de la soc. contr. d'Agrk.

de Belg.Avril 1933.MEGNIN P. : Les parasites et les maladies parasitaires. Paris 1880.OUDEMANS J. TH. : De Nederlandsche insekten. Den Haag 1900.PEETERS G. & COUSTRY R. : Histoire du Doryphore en Belgique. Agriculture.

Febr. 1936.PHILIPPI R. A. : Ueber die Veränderungen welche der Mensch in der Fauna Chiles

bewirkt hat. Cassel 1886.PORTEVIN G. : Les nécrophages d'Europe. Paris.

x• : Coleopteres de France. Paris 1931.: Les grands acrophages du globe. Paris 1926.

QUATREFAGES (A. de -) : Mdmoire sur le genre Taret. Ann. de sc. natur. 1849.RAILLIET A. : Traitd de zoologie mddicale et agricole. 2e edit. Paris 1895.REAUMUR : Memoires pour servir a l'histoire des insectes (12 vol.). Paris 1734-

1742.REUTER 0. M. ; Lebensgewohnheiten und Instinkte der Insekten. Berlin 1913.RILLEY C. V. : Larvae of tenebrio molitor. U. S. Depart of Agric. 1889.RITSEMA-BOS : Tierische Scheidlinge und Niitzlinge. Berlin 1891.ROBERT P. A. : Les insectes. 2 Vol. Paris 1936.SCHONICHEN W. : Der Scheintod als Schutzmittel des Lebens. Darwin Vortr.

Abh. no 7. Odenkirchen 1903.SCHONHERR C. J. ; Genera et species curculionidum. Parislis et Lipsiae 1843.SCHOUTEDEN H. : Les Aphides radicicoles de Belgique et les Fourmis. Ann soc.

entom. BeIg. T. 46. 1902.SCHUSTER W. ; Biologisches Ober Crioceris-typen. Entom. Zeitschr. Wien 1907. SCOTT H.: Insects damaging lead and other metal-works. Entom, Mo. Mag. 1920.

150

Page 169: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

SLUITER C. PH. : De dierlijke parosieten. Amsterdam 2e uitg. 1921.SNELLEN VAN VOLLENHOVEN M. S. C. : Entomologische wandetingen.

Haarlem 1872.SNELLEN VAN VOLLENHOVEN M. S. C. : Gedaanteverwisselingen en Levens-

wijze der Insekten.VAN POETEREN N.: Bestaat er voor ons land een Coloradokevergevaar? Tijdsch.

over plantenziekten 1930.VOSMAER G. C. J. : Leerboek van de grondbeginselen der dierkunde. Leiden 1908.WAGENINGEN (Versiagen en med. v. d. plantenziektekundigen dienst to —) :

De Coloradokever. no 68. 1932.» Wet tot bestrijding v. d. Coloradokever n° 79. 1935.

WETENSCHAPPEN (Meded. der Kon. Akad. v. —) : Verslag over den Paalworm.1860 en 1869.

WOLFF M.: Der Mehlwurm u. seine Zucht. Tierwelt 1905.ZUGMAYER E.: Mimikry u. verwandte Erscheinungen. Zeitsch. f. wiss. Zool.

1908.

151

Page 170: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

ALPHABETISCH REGISTER

A

Aanhangsel 16.Aas voor vogels 145.Abdomen 15.Achterborststuk 14.Achterkaken 13.Achterlijf 15.Ademhaling bij insekt 15.Agriotes lineatus 78, 82.Albinismus 34.Antennae 12.Anthonomus pomorum 119, 121.- pyri 119, 120.Aphididae 109.Aphis 109, 110, 111.- malt 110.- sorbi 110.- virburni 110.Aphodius fimetarius 58, 59, 67.Appelbladroller 124, 125, 132.Appelbladwesp 124, 129, 131.Appelbloesemkever 119, 121.Appelluis 110.Arachnoida 7.Arthropoda 7.

Aspergekevertje 87, 88.- (ros -) 88.- (scherp gezicht) 89.- (zwart -) 88, 90.Athous hirtus 79, 85.

B

Balaninus elephas 134, 136.- nucum 134, 136, 140.- turbatus 136.Begrafenis van vogeltje 100.Bestrijding v. appelbladroller 128.- appelbloesemkever 123.- coloradokever 38.- koperwormen 85.- perenbloesemkever 123.- ritnaalden 85.- ritwormen 85.Bladluizen 109, 110, 111.Bladwesp 129.Blauwe bromvlieg 93.- lijkvlieg 93.Bloemensnuitkevers 120.Bloesemknoppen 122.Boonenkever 45, 135.Bordeleesche pap 128.

15 (cursief getal) verwijst naar een figuur.119 (vetjes) verwijst naar meer uitgebreiden tekst.

152

Page 171: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

Borststekel 81, 82.Borststuk 14.Bromvlieg 93.Bruchus granarius 45.- lentis 45.- OM 45, 51, 53, 135.- rufimanus 45, 53, 135.Bruiloftsplechtigheden 30.Buikstuk I S.

C

Capucienties 76.Carabus auratus 19, 22, 107, 108.Carpocapsa pomonel la 124.- saltitans 78.Cerci 16.Cetonla aurata 94, 107.Chaetophorus I10.Chilocorus Kuwanae 117.Cbilopoda 7.Chitine 12.Chloroformeeren 23.Chrysopa vulgaris 43.Cnethocampa processionea 23, 99.Coccinella 104, 106.- bipunctata 107.- interrupts 107.- repanda 117.- septempunctata 106.- sexdecimguttata 107.Coelentemta 7.Coleoptem 7, II.Colomdokever 31, 33, 113.- bestrijding 38, 115.Copris lunaris 57, 58, 66.Corylus avellana 134.- rostmta 134.Coxa 14.Crioceris campestris 88, 90.- duodecimpunctata 88.- merdigem 107.Crustacea 7.Cryptolaemus montrouzieri 117.

Curcutio auriger 136.- proboscideus 136.Curculionidae 136.

D

Datum 36.Deezekes moederken 105.DekschlIden 11, 14.Dermestus lardarius 99.Diaspis pentagons 117.Dij 14.Diking 14.Diplopoda 7, 10.Diptera 7.Doelmatigheld (zie Orde).Dolappelstruik 36.Doode ulthangen 106.Doodgmver 94.Doornappel 36.Doryphora decemlineata 31, 33.Dytiscus marginalis 107.

E

Eencellige wezens 7.Egel 92.Ei 17.Eikelsnultkever 136.Elateridae 76.Elytra 14.Emelten 84.Entomologle 1 I.Erinaceus Europeus 92.Erlocampa adumbrata 129, 130.Erwtenkever 45, 51, 53, 13S.

F

Facetoogen 12.Femur 14, 61.

'53

Page 172: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

GaasvIleg 43.Gamasus coleoptratorum 74, 75, 95,

102.Gatenboorder 63.Gedaanteverwisselingen 16.Geometridae 98.Geotrupes hypocrita 57.— stercorarlus 57, 67, 75.— (tang !even) 68.Geparfumeerde kever 95, 106, 107.Gestreepte graankniptor 78.Glimworm 27, 60.Gouden loopkever 19, 107.Geuden tor 19, 22, 26, 108.Graankniptor 78.Grauwe klauwier 73, 74.Groelperiode v. Insekt 17.Groene schallebijter 29.Gyrinus natator 107.

H

Halteren 10.Hazelnoot (gulden —) 134.— langstaart 134.— (roode —) 134.Hazelnootkever 134, 136, 140.Hazelnootsnuitkever 136.Hechtkussentjes 15.Helmintes 7.Heup 14.Honingdauw 110.Hoorn (kever met —) 57.Hoplocampa testudinea 125, 129, 131.Hovenierken 20.Huisvlieg 93.Hyalopterus arundlnis 110.— prunl 110.Hymenoptera 7, 10.

154

I

Icerya purchasi 116.Imago 17.Infusoriön 7.lnsekt (bepaling) 10.

K

Kaken 13.Kalkarseniaat 42.Kastanjesnuitkever 136.Kersenbladwesp 129, 130.Kersenluis 110.Kever 7, 1 I.Keverluis 74, 75.Kevermijt 74, 75, 95, 102.Klapekster 73, 74.Klauwler (grauwe —) 73, 74.Kniptorren 76.Koemestkever 57, 58.Koffie-engeltje 105.Kolfjes 10.Kop 12.Koperarseniet 43.Koperworm 83.Kortschilden 14, 59, 67, 68.Kortschildkevers 59, 68.Krekel 60.

L

Labii 13.Lacon murinus 79.Lampyris 27, 60.Langstaarten 134.Lanius collurio 73, 74.— excubator 73, 74.Larve 17.Larvetoestand 17.Legboor 15.

G

Page 173: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

Lellekevertje 107.Lepidoptera 7, 10.Leptinotarsa decemlineata 31.Lichaamsbouw v. kever 13.Lleven-Heerbeestje 105, 106.Lieven-Heerkuikentje 105, 106.Lieve-Vrouwenbeestje 104, 106.Lijkbidders 92.Lijkvlieg 93.Lindenluis 110.Linzenkever 45.Lippen 13.Liptasters 13.Loodarseniaat 42, 128.Loopkever 20, 22.Luis 109.

M

Maaisteek I 35.Mandibulae 13.Mastoeche 76.Maxillae 13.Mazoet 42.Meelworm, 84, 143.Meeltor 145.Meikever 78.Melanismus 34.Melolontha vulgaris 78.Mesosternum 14.Mestkevers 56, 75.Metamorphose 16.- (duur) 18.Metasternum 14.Metazoan 7.Middenborststuk 14.Mieren 112.Mierenleeuw 28.Molusca 7.Muisgrauwe kniptor 79.Musca domestica 93.- stabulans 93.- vomitoria 93.

Myrmeleon formicarlus 28.Myzus ceras1 110.

N

Nachtschade 36.Necrophorus vespillo 94.Negendooder 74.Netvleugeligen 7, 10.Neuroptera 7, 10.Novius cardinal is 116.

0

Oculi 12.Onthophagus fracticornis 58.- furcatus 66.- nuchicornis 58.- taurus 58, 66.- vacca 58.Onze-Lieve-Vrouwenbeestie 44.Oogen 12.Oostindische kers 76.Orde In de natuur 65, 72, 97, 103,

141.Orthoptera 7, 11.

P

Paardenmestkever 57.Paletjes 111.Palpi 13.- labiales 13.- maxillares 13.Parijsch groan 43.Parthenogenesis 110.Perenbloesemkever 119, 120.Perenluis 110.Petunia 36.Pillendraalers 58.

155

Page 174: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

Pimpla pomorum 120.Pinegel 92.Plantdieren 7.Pleura I5.Pooten I4, 61.Pop 17.Processierupsen 23, 99.Prosternum 14.Protozoan 7.Pruimenluis 110.Pterocal I is tiliae I I0.Pulvilli 15.Pulvinaria psIdii 117.Pygidium 15.

R

Randkever I07.Rechtvleugeligen 7, I I .Reinigheidsdienst in de natuur 64.Rhizobius lophantae 117.Rhopalosiphum ribis 110.Rhynchota 7, I I.Ritnaald 83.Ritworm 85.- (verdelging) 85.Rozenkever 94, 107.Rozenluis I10.Rugstuk 15.Rulge kniptor 79.Rups 10.

S

Saprinus detersus 96.- maculatus 96.- subnitidus 95, 96.Sarcophaga carnaria 93.Scatophaga stercoraria 59.Schacht v. mestkevers 63, 64, 67.Scheen 1 S.Schijndoode uithangen 80.

156

Schildje 14.Schildvleugeligen 7, I I.Schitkrevel 69.Schrijverken 107.Schubvieugeligen 7, 10.Scutellum 14.Sebastiana 76.Silpha atrata 98.- quadripunctata 98.- rugosa 98.- thoracica 98.Siphonophora rosae 110.Slakjes op bladeren 129, 130.Sluipwesp 121, 142.Snavelinsekten 7, 1 1.Snuitkevers 136.Sodanitraat 85.Solanum rostratum 31.- tuberosum 31.Spanners 98.Spanrups 99.Spekkever 99.Spekmade 26.Sprieten 12, 137.- (geknikte) 137.Springvermogen v. kniptor 81, 82.Staphylinidae 14, 59, 67, 68.Staphylinus olens 68.Stempelopeningen 15.Sterniet 15.Stigmata 15.Stikgassen 27.Syphonaptera 7, 10.Systematiek I I.

T

Tarsus I S.Tasters I3.Tenebrio molitor 84, 143.- obscurus 146.Tenthredinidae 129.Tergiet 15.

Page 175: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

Thorax 14.Tibia 15, 61.Tomaten 36.Tongetje 13.Trochanter 14.Tropaeolum majus 76.Tweevleugeligen 7, 10.

UUitwerpselen (kevers op —) 58.Uraniagroen 43, 85, 128.Urosigaiphus armatus 141.

V

Vermaaide appelen 125, 127.Verve! 1 ingen 17.Vleugels 14.Vliegen 59, 93.— (blauwe brom—) 93.— (blauwe Iijk-..) 93.— (rosse—) 59, 93.

Vliegenlarven 97.Vliesvleugeligen 7, 10.Vlooien 7, 10.Voelhoorns 12.Voet 15.Voorborststuk 14.

W

Wandelende boonen 76, 77.Wikkenkever 45, 53.Winthenia quadripustulata 14 iWolfsmelkplant 76.Wormstekige appel 125, 127

Z

Zevenstippelig 0. L. Vr.-beestje 106.Zomerlarve III.Zwerm coloradokevers 39.Zijstuk 15.

157

Page 176: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

INHOUD

Inleiding 5Tafel der indeelingen 7

HOOFDSTUK I. Algemeen overzicht 9§ I. Systematisch overzicht 9§ II. De kever. UItwendige lichaamsbouw I 2§ III. De kever. Gedaanteverwisseling 16

HOOFDSTUK 11. De gouden Ioopkever I9§ I. Verbazende eetlust 20§ II. Stikgassen 27§ 111. Hart en lever 29

HOOFDSTUK III. De coloradokever ' 3I§ I. Het volledIg Insekt 32§ II. EI, larve, pop 35§ III. Schade. — Bestrijding 38

HOOFDSTUK IV. De erwtenkever 45§ 1. Eerste kennismaking 46§ II. Tijdens de wintermaanden 47§ ftl. In den blijen Mel 49§ IV. Het kwaad wordt bedreven 52

HOOFDSTUK V. Mestkevers 56

HOOFDSTUK VI. Kniptorren 76§1. De kniptor 78§ II. Koperwormen, ritnaalden 83

158

Page 177: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager

HOOFDSTUK VII. Aspergekevertjes 87

HOOFDSTUK VIII. Lijkbidders 92§ I. Het personeel der maatschappij 93§11. Aan het werk! 100

HOOFDSTUK IX. Het onze-lieve-vrouwenbeestje 104§ I. Inleiding 104§ II. Eerst lets over bladluizen 109§ Ill. 0. L. Vrouwenbeestje : uitmoordenaar der bladluizen 112§ IV. Stormtroepen tegen biadluis en coloradokever •••• 115

HOOFDSTUK X. De appelbloesemkever 119

HOOFDSTUK XI. De oppelbladroller 124

HOOFDSTUK XII. De oppelbladwesp 129

HOOFDSTUK X111. be hazelnootkever & C° 134

HOOFDSTUK XIV. De meelworm 143

Bronnenlijst 149Alphabetisch register I 52

159

Page 178: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager
Page 179: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager
Page 180: ONS KEVERBOEK - dbnl · 2011. 9. 2. · § II. De kever. Uitwendige lichaamsbouw Over het algemeen Is het lichaam van een kever duldelijk Inge-deeld in drie deelen : de kop, drager