opdrachtgever: ministerie van infrastructuur & milieu...nut & noodzaak september 2016 extra...
TRANSCRIPT
PR3291.10 september 2016
Opdrachtgever: Ministerie van Infrastructuur &
Milieu
Nut & noodzaak
extra gemaalcapaciteit
na overstroming
PR3291.10 september 2016
Opdrachtgever: Ministerie van Infrastructuur & Milieu
Nut & noodzaak
extra gemaalcapaciteit
na overstroming
`
Auteurs
Marit Zethof Rudolf Versteeg
Bas Kolen
september 2016 Nut & noodzaak extra gemaalcapaciteit na overstroming
HKV lijn in water PR3291.10 i
Inhoud
1 Inleiding ................................................................................................... 1
1.1 Aanleiding voor het project ............................................................................................... 1
1.2 Doelstelling ..................................................................................................................... 1
1.3 Aanpak op hoofdlijnen en processtappen ............................................................................ 2
1.4 Uitgangspunten en randvoorwaarden ................................................................................. 2
2 Redeneerlijn ............................................................................................. 5
2.1 Beschrijving van het beslisprobleem voor extra gemaalcapaciteit na een overstroming ............. 5
2.2 Procesbeschrijving watervrij maken en bepaling schadereductie door extra
gemaalcapaciteit ............................................................................................................. 7
3 Stappenplan.............................................................................................. 9
3.1 Selectie casestudies ......................................................................................................... 9
3.2 Stappenplan op hoofdlijnen............................................................................................... 9
3.3 Stap 1: Overstromingsduur(verkorting) ............................................................................ 11
3.4 Stap 2: Overstromingsschade(reductie) ........................................................................... 12
3.5 Stap 3: Overige baten .................................................................................................... 14
3.6 Stap 4: Investeringskosten van maatregelen .................................................................... 15
3.7 Stap 5: Afweging kosten-baten ....................................................................................... 16
3.8 Stap 6: Overige overwegingen ........................................................................................ 17
4 Referentiesituatie ................................................................................... 19
5 Effecten van maatregelen aan de hand van de casestudies .................... 23
5.1 Kosten – Baten Analyse (KBA) ........................................................................................ 23
5.2 Resultaten .................................................................................................................... 24
6 Gevoeligheidsanalyse ............................................................................. 27
6.1 Beschouwde parameters ................................................................................................. 27
6.2 Resultaten gevoeligheidsanalyse ..................................................................................... 28
7 Conclusies en aanbevelingen .................................................................. 33
7.1 Conclusies .................................................................................................................... 33
7.2 Aanbevelingen .............................................................................................................. 34
8 Referenties ............................................................................................. 37
Bijlage A: Achtergrond bij hydrologische analyse watervrij maken .............. 39
Bijlage B: Checklist Nafase - Evacueren kun je leren .................................... 41
Bijlage C: Casestudies................................................................................... 43
Bijlage D: Kosten-baten analyse ................................................................... 53
Bijlage E: Bespreekverslag conceptbevindingen met beheerders ................. 55
september 2016 Nut & noodzaak extra gemaalcapaciteit na overstroming
HKV lijn in water PR3291.10 1
1 Inleiding
1.1 Aanleiding voor het project
Naar aanleiding van de Deltabeslissing ruimtelijke adaptatie [Min IenM, 2014] heeft het
Ministerie van Infrastructuur en Milieu (IenM) de opdracht gekregen om in beeld te brengen hoe
de hoofdgemalen van Rijkswaterstaat en de waterschappen zijn voorbereid op een
overstroming.
Op welke wijze en in welk tempo overstroomde gebieden droog kunnen worden gelegd en welke
opties in de toekomst denkbaar zijn om hoofdgemalen te beschermen. Onder hoofdgemalen
verstaan we boezemgemalen die het water uitslaan op buitenwater. Hiervoor heeft IenM in
2015 een inventarisatie uitgevoerd op basis van een vragenlijst bij de waterschappen. Deze
vragenlijst is ingevuld (per gemaal) door 9 waterschappen (HHD, HHSK, HDSR, R&W (nu
onderdeel van WDOD), HHR, WSRL, Waternet, HHNK, ZZL) en ook van Rijkswaterstaat is een
lijst met hoofdgemalen beschikbaar.
In 2016 is een besluit voorzien van het Ministerie en de waterschappen of ze, en zo ja welke,
aanvullende stappen en maatregelen nodig achten om gebieden na een overstroming sneller
droog te maken(WETEN). Indien hiertoe wordt besloten is het conform de deltabeslissing de
ambitie om in 2020 het beleid aangepast te hebben (WILLEN) en het uiterlijk in 2050
gerealiseerd te hebben (WERKEN).
In deze studie verkennen we via een globale aanpak of het op landelijke schaal zinvol is om te
investeren in het vergroten van de huidige gemaalcapaciteit ten behoeve van het watervrij
maken van Nederland na een overstroming. In een Kosten-Baten Analyse wordt beoordeeld of
investeringen in extra gemaalcapaciteit doelmatig zijn, waarbij we een bovengrensbenadering
hanteren. Als uit deze globale aanpak blijkt dat investeren mogelijk kansrijk is, dan kunnen
vervolgstappen worden bepaald.
1.2 Doelstelling
Het doel van deze studie is om middels een globale aanpak een eerste beeld te vormen van
de duur om Nederland weer watervrij te maken na een overstroming door de inzet van
gemalen, en het nut en noodzaak van de huidige inzet van de gemalen en uitbreiden van de
huidige gemaalcapaciteit.
Het uitbreiden van de huidige gemaalcapaciteit is te realiseren door gemalen beter te
beschermen tegen uitval door een overstroming zodat de kwetsbare en vitale voorzieningen van
de pomp blijven functioneren of door de pompcapaciteit te vergroten door structureel een extra
pomp te installeren of noodpompen.
Deze maatregelen worden beoordeeld voor twee situaties: waterkeringen hebben huidige
sterkte en de waterkeringen voldoen aan de nieuwe normen.
Nut & noodzaak september 2016 extra gemaalcapaciteit na overstroming
2 PR3291.10 HKV lijn in water
1.3 Aanpak op hoofdlijnen en processtappen
In Figuur 1 is een overzicht gegeven van de globale aanpak om het nut en noodzaak van
investeren in gemalen om Nederland na een overstroming weer sneller leeg te pompen.
Figuur 1 Aanpak op hoofdlijnen
in dit onderzoek zijn de volgende processtappen met de waterbeheerder doorlopen:
1. De resultaten van de enquête onder waterbeheerders. Deze is uitgevoerd door DGRW
en input geweest voor deze studie.
2. Voor de uitwerking van de casestudies is bilateraal contact geweest met de betreffende
waterbeheerder.
3. De conceptrapportage en bevindingen zijn besproken met de waterbeheerders
betrokken bij de casestudie. Het bespreekverslag is opgenomen in bijlage E.
Daarnaast is de studie begeleid door DGRW en de Unie van Waterschappen.
1.4 Uitgangspunten en randvoorwaarden
De belangrijkste uitgangspunten voor deze studie staan hieronder vermeld. De overige
uitgangspunten staan in het Hoofdstuk 3 – Stappenplan beschreven, waar we stapsgewijs
ingaan op de stappen om het beslisprobleem op te lossen.
1. Het begrip doelmatigheid wordt hierbij ingevuld door te kijken in welke mate de reductie
van het overstromingsrisico, vanwege een kortere duur van de overstroming, opweegt
tegen de benodigde investering. De baten voor dagelijks beheer worden niet
meegenomen in de Kosten-Baten Analyse. De Kosten-Baten Analyse wordt uitgevoerd
volgens de gelijke aanpak als in het Deltaprogramma. De Kosten-Baten Analyse wordt
uitgevoerd voor het zichtjaar 2050, omdat het de ambitie is om het beleid uiterlijk in
2050 te hebben gerealiseerd.
2. De analyse voor de maatregelen voeren we uit op basis van een bovengrensbenadering
gezien de naar verwachting hoge kosten. Dat betekent dat we de kostenschatting enkel
beperken tot de hoofdgemalen (gemalen die uitslaan op zee, rivier of grote meren).
Investeringen in het watersysteem (kades om het water via boezems en kanalen naar
de hoofgemalen te vervoeren) en kleinere gemalen binnen een polder (van peilgebied
naar peilgebied, van polder naar polder of van polder naar de boezem) worden wel
beschrijvend meegenomen in een kwalitatieve beschouwing, maar buiten beschouwing
gelaten in de kwantitatieve berekeningen.
Beslisprobleem
in kaart
brengen
Globaal
overzicht nut
en noodzaak
Referentie watervrij in kaart
o.b.v. enquête beheerder
Casestudies:
KBA maatregelen
Rotte-boezem
Flevo-polder
Masten-broek-polder
Vijf-heeren-landen
Hoeksche Waard
Globale aanpak
Vervolg-
stappen
september 2016 Nut en noodzaak extra gemaalcapaciteit na overstroming
HKV lijn in water PR3291.10 3
3. We voeren het onderzoek aan de hand van enkele casestudies. Deze zijn zo
geselecteerd dat er een spreiding over Nederland, grote en kleine dijkringen, hellende
en vlak etc. In casestudies betrekken we informatie van de beheerder om inzicht te
krijgen in het functioneren van de gemalen in huidige situatie. Hiervoor baseren we ons
op de enquête en de gesprekken die met de beheerders zijn gevoerd. De casestudies
gebruiken we om een landelijk beeld te vormen.
september 2016 Nut & noodzaak extra gemaalcapaciteit na overstroming
HKV lijn in water PR3291.10 5
2 Redeneerlijn
In dit hoofdstuk staat een beschouwing op het beslisprobleem en de bijbehorende
uitgangspunten. Vervolgens staat een procesbeschrijving om het beslisprobleem op te lossen. In
hoofdstuk 3 staat in een uitgebreidere beschrijving hoe deze stappen zijn uitgewerkt.
2.1 Beschrijving van het beslisprobleem voor extra gemaalcapaciteit na een overstroming
Het beslisprobleem van de nut en noodzaak van de inzet van extra gemaalcapaciteit om
overstroomde gebieden in Nederland weer sneller leeg te pompen, is een afweging tussen de
baten van de kortere overstromingsduur ten opzichte van de referentiesituatie en de kosten van
de extra investeringen in maatregelen die hiermee zijn gemoeid.
De referentiesituatie is het functioneren van de gemalen in de huidige situatie, op basis van de
inschatting van de beheerders. Met functioneren van de gemalen wordt bedoeld: wel/niet uitval
van het gemaal na een overstroming, of het gemaal is voorzien van een noodstroomvoorziening
en zo ja, hoe lang het gemaal op de noodstroomvoorziening kan functioneren en bij een defect
van het gemaal hoe lang het duurt voordat het gemaal weer kan functioneren.
De mogelijke oplossingsrichtingen om de inzet van de extra gemaalcapaciteit te vergroten zijn:
1. Wat is het effect van het vergroten van de inzetbare gemaalcapaciteit met 25%?
via een structurele oplossing of de inzet van noodpompen bij overstromingen.
2. Wat is het effect van betere bescherming van gemalen tegen uitval door een overstroming
zodat de kwetsbare en vitale voorzieningen van de pomp blijven functioneren?
via bescherming met noodmaatregelen of de herbouw bij vervanging of groot onderhoud1.
3. Wat is het effect van het vergroten van de inzetbare gemaalcapaciteit met 100% voor een
polder met een duur van het watervrij maken langer dan 3 maanden?
In een globale aanpak wordt de kansrijkheid en doelmatigheid van de inzet van gemalen in de
huidige situatie en bij uitbreiding van de gemaalcapaciteit beoordeeld, waarbij we een
bovengrensbenadering hanteren. Aan de hand van vijf casestudie vormen we een landelijk
beeld over het nut en noodzaak van investeren. Indien investeren mogelijk kansrijk wordt
geacht, adviseren we om te bekijken wat de vervolgstappen zijn.
Uitgangspunten voor beslisprobleem bovengrensbenadering:
• Alleen de kansrijkheid van de investering in hoofdgemalen worden beschouwd;
• Voor de huidige overstromingskans en de situatie na versterking tot de nieuwe normen;
• Capaciteit van het hoofdgemaal is maatgevend;
• Het interne watersysteem blijft zodanig functioneren dat het water het hoofdgemaal bereikt:
o Poldergemalen blijven functioneren na overstroming;
o Regionale waterkeringen blijven standzeker na het dichten van de bres;
o Boezemwateren en polderwatergangen raken niet verstopt of overbelast.
1 Omdat de effecten pas in 2050 hoeven te worden gerealiseerd, en dat herbouw puur vanuit waterveiligheid zeer kostbaar
is stellen we voor om een directe vervangingsopgave buiten beschouwing te laten.
Nut & noodzaak september 2016 extra gemaalcapaciteit na overstroming
6 PR3291.10 HKV lijn in water
Het is waarschijnlijk dat het interne watersysteem niet optimaal functioneert zonder extra
maatregelen te treffen aan de poldergemalen, de capaciteit van de boezemwatergangen en de
standzekerheid van de regionale waterkeringen.
september 2016 Nut en noodzaak extra gemaalcapaciteit na overstroming
HKV lijn in water PR3291.10 7
2.2 Procesbeschrijving watervrij maken en bepaling schadereductie door extra gemaalcapaciteit
De kosten-baten analyse baseren we op een overstroming bij een belasting bij het huidige
toetspeil. Voor het functioneren van het systeem in de referentie is gebruik gemaakt van de
inschatting van de beheerder. De maximale waterstand na een doorbraak van de primaire
waterkering wordt eerst verminderd met het volume water dat door de bres onder vrij verval
terug kan stromen naar het buitenwater. We nemen hierbij aan dat deze daling even snel gaat
als de daling van de waterstand op het buitenwater. Vervolgens wordt de bres gedicht. De duur
voor het lozen onder vrij verval en het dichten van de bres is erg onzeker en daarom wordt een
totale duur van 30 dagen verondersteld. Gemalen die zijn uitgevallen door een overstroming
dienen eerst te worden hersteld en afhankelijk van het type defect is de inschatting van de
beheerder dat dit 1 week tot wel 2 jaar duurt. Vervolgens kan met het leegpompen van het
gebied worden gestart. De leegpompduur wordt bepaald door de pompcapaciteit en het volume
water dat in het gebied overblijft na het lozen onder vrij verval. De gemiddelde tijdsduur voor
het leegpompen van gebieden bij een gemiddelde pompcapaciteit van 15 mm/dag varieert van
2 maanden 1 jaar.
Maatregelen die ervoor zorgen dat de gemalen beter beschermd zijn tegen een overstroming of
die de capaciteit voor het leegpompen vergroten kunnen de tijdsduur van het leegpompen
verkorten t.o.v. de referentie. De aanname is dat de maatregelen in 2050 zijn gerealiseerd:
1. Betere bescherming van de gemalen: alle gemalen functioneren en er is geen uitval.
2. Vergroten van de gemaalcapaciteit met 25%: alle gemalen functioneren en de capaciteit
wordt uitgebreid door een permanente pomp of een noodpomp.
3. Maatwerk oplossing waarbij de gemaalcapaciteit met 100% wordt vergroot voor
gebieden waar het leegpompen langer dan 3 maanden duurt.
Door de kortere tijdsduur van het watervrij maken, neemt de schade door bedrijfsuitval
(wegvallende omzet) binnen en buiten het overstroomde gebied af t.o.v. de schade in de
referentiesituatie. De schade door bedrijfsuitval binnen en buiten het overstroomde gebied
wordt bepaald met de standaard schade- en slachtoffermodule HIS-SSM (versie 2.5) voor de
referentiesituatie. Vervolgens wordt aangenomen dat de schade door bedrijfsuitval lineair
afneemt met de reductie van de tijdsduur voor het leegpompen. De vermeden schade is het
verschil van de schade met de inzet van de maatregel t.o.v. de referentiesituatie.
De jaarlijkse verwachtingswaarde van de vermeden schade wordt bepaald o.b.v. de
overstromingskans bij de nieuwe normen ([MinIenM, 2016a] en [MinIenM, 2016b]). De baten in
Euro’s per jaar worden contant gemaakt ten opzichte van het jaar 2050 over een oneindige
tijdshorizon (bovengrensbenadering) om deze af te wegen tegen de investeringskosten in 2050
van maatregelen. De contante waarde berekening is gebaseerd op de uitgangspunten van het
Deltaprogramma ([MinIenM, 2016a] en [MinIenM, 2016b]). De investeringskosten zijn
gebaseerd op kentallen en ervaringen en schattingen van de beheerders en eerdere studies.
De doelmatigheid van investeren beoordelen we aan de hand van drie klassen:
• niet doelmatig, geen vervolgstappen � kosten meer dan 3x groter dan baten;
• kostenneutraal, vervolgstappen bekijken � kosten en baten liggen binnen factor 3x;
• zeer doelmatig, vervolgstappen bekijken � kosten meer dan 3x kleiner dan baten.
Er zijn ook andere maatschappelijke baten die onderdeel zijn van het beslisprobleem, zoals de
snellere terugkeer naar huis en de baten van het dagelijks beheer. Ten slotte spelen nog
Nut & noodzaak september 2016 extra gemaalcapaciteit na overstroming
8 PR3291.10 HKV lijn in water
overwegingen van de beheerder en bestuurder een rol in de bredere afweging. Dit kunnen
overwegingen zijn t.a.v. uitvoerbaarheid, haalbaarheid, betaalbaarheid, bestuurlijke ambities.
Tijdslijn proces van overstroming tot herstel van gebied
In de onderstaande tijdlijn staan de stappen beschreven vanaf het moment dat de waterkering
overstroomd tot het moment dat het gebied is hersteld en mensen weer terug naar huis kunnen.
In deze studie beoordelen we de inzet van gemalen aan de hand van de reductie van de
tijdsduur van de stappen 4, 5 en 6.
Hydrologisch proces watervrij maken
In het dagelijks waterbeheer wordt water vanuit poldergebieden direct of via een boezem naar
zee of een rivier gepompt. Ditzelfde proces wordt gevolgd om Nederland weer watervrij te
krijgen na een overstroming. Dit gebeurt in een polder-boezemsysteem via de volgende stappen
(genummerd in Figuur 2):
Figuur 2 Watersystemen en processchema watervrij maken (bewerkt van bron: HH Delfland)
Water wordt eerst in de waterberging en watergangen van het poldergebied opgevangen (1).
Vervolgens wordt water gepompt met een poldergemaal (2) naar het boezemwater (3). Daarna
wordt het water in het boezemwater opgepompt (4) met een hoofdgemaal. Daarna kan het
water afstromen naar de zee of rivier (5). Naast het oppompen van het water is het mogelijk
om water onder vrij verval te lozen op het buitenwater, als de waterstand in het overstroomde
gebied het overstroomde gebied hoger is dan de waterstand op de rivier of zee. Bij een
eenvoudiger watersysteem wordt het water direct vanuit het poldergebied opgepompt (1) met
een hoofdgemaal (4) naar zee of rivier (5). Er is geen tussengelegen boezemwater en – land.
2. Waterstand op het buitenwater zakt en lozen onder vrij verval mogelijk op het buitenwater
1. Doorbraak van de waterkering
en achterliggend gebied
overstroomt
3. De bres in de waterkering
wordt gedicht
4. Reparatie van gemalen die door overstroming zijn uitgevallen en niet
functioneren
5. Leegpompen van overstroomd
gebied met hoofdgemalen
6. Eventuele installatie van
extra maatregelen om de tijdsduur voor watervrij
maken te reduceren
7. Gebied is watervrij: herstel
voorzieningen wonen, werken, scholen, winkels & infrastructuur
8. Mensen kunnen weer terug naar huis en bedrijven kunnen
productie weer opstarten
4
2
1
3
5 5
september 2016 Nut en noodzaak extra gemaalcapaciteit na overstroming
HKV lijn in water PR3291.10 9
3 Stappenplan
In dit hoofdstuk wordt de aanpak om het beslisprobleem op te lossen aan de hand van zes
stappen doorlopen. Hierin gaan we ook in de op de aannames en uitgangspunten die we
hanteren. In paragraaf 3.1 staat op hoofdlijnen welke zes stappen dit zijn.
3.1 Selectie casestudies
Om inzicht te krijgen in de effecten van maatregelen voeren we enkele casestudies uit. Op basis
van deze casestudies worden conclusies en aanbevelingen opgesteld. De casestudies zijn
gekozen op basis van een landelijke spreiding en de kenmerken van de dijkring. De keuze voor
de casestudies is gemaakt op basis van de ingevulde enquêtes van de waterschappen. De
volgende boezem / polder gebieden zijn beschouwd als casestudie:
• Flevoland;
• Mastenbroek;
• Alblasserwaard en Vijfheerenlanden;
• De Rotte;
• De Hoeksche Waard.
Van deze casestudies zijn de effecten van de verschillende maatregelen bepaald ten opzichte
van de referentie situatie. De gevolgde aanpak is beschreven in hoofdstuk 3.2.
3.2 Stappenplan op hoofdlijnen
Voor het oplossen van het beslisprobleem voorzien we de volgende aanpak op hoofdlijnen
(Figuur 3):
• Stap 1: Bereken de duur om een gebied leeg te pompen;
• Stap 2: Bepaal de schadereductie door de kortere overstromingsduur;
• Stap 3: Benoem de overige baten door de grotere gemaalcapaciteit;
• Stap 4: Bepaal de investeringskosten van maatregelen;
• Stap 5: Bepaal de Kosten-Baten verhouding;
• Stap 6: Benoem de overige overwegingen van de beheerder.
Nut & noodzaak september 2016 extra gemaalcapaciteit na overstroming
10 PR3291.10 HKV lijn in water
Figuur 3 Beslisprobleem in zes stappen
In de volgende paragrafen staat elke stap verder beschreven.
Stap 2
Stap 3 Stap 1 Stap 4
Stap 6
Stap 5
Afweging kosten - baten
september 2016 Nut en noodzaak extra gemaalcapaciteit na overstroming
HKV lijn in water PR3291.10 11
3.3 Stap 1: Overstromingsduur(verkorting)
De duur om een gebied weer watervrij te maken bestaat uit drie fasen:
1. Duur lozen onder vrij verval (evt. extra bressen/uitstroommogelijkheden maken).
2. Duur dichten van de bressen.
3. Duur leegpompen via het hoofdgemaal.
Figuur 4 Stappenplan: stap 1
1. Bepaal de duur lozen onder vrij verval
De tijdsduur dat afvoer van het gebied onder vrij verval mogelijk is hangt af van een aantal
factoren: onder andere de afvoergolf, het (doorstroom)oppervlak van de bres2 en het aantal
bressen.
2. Bepaal de duur dichten van de bressen
De tijdsduur varieert van orde twee dagen tot één week na de doorbraak, afhankelijk van de
stroomsnelheid door de bres. Dit is in ieder geval veel korter dan de tijd die het kost voor het
leegpompen van het gebied.
3. Bepaal de duur leegpompen via het hoofdgemaal
We nemen aan dat leegpompen wordt gestart nadat de bres is gedicht. De duur voor het
leegpompen van het gebied hangt af van het volume water in het overstroomde gebied dat
moet worden verpompt en de beschikbare capaciteit van het hoofdgemaal.
Het volume water is het oppervlakte van het overstroomde gebied en de resterende waterdiepte
in dit gebied nadat het lozen onder vrij verval op het buitenwater is gestopt en de bres is
gedicht.
2 Twee aannamen hierbij zijn dat 1) de bres zo diep is dat ook bij dalende waterstanden een verbinding tussen buitenwater
en ondergelopen gebied blijft bestaan en 2) de bres voldoende groot is om het water af te voeren.
Nut & noodzaak september 2016 extra gemaalcapaciteit na overstroming
12 PR3291.10 HKV lijn in water
De waterdiepte na het lozen onder vrij verval is
• bij de gebieden langs de rivieren ongeveer gelijk aan de gemiddelde winterwaterstand op de
rivier minus de hoogteligging van het maaiveld en
• bij de gebieden langs de meren gelijk aan het maximale waterstand bij een overstroming bij
toetspeil minus de hoogteligging van het maaiveld.
Voor de beschikbare pompcapaciteit3 wordt de capaciteit van het hoofdgemaal dat op het
buitenwater loost aangehouden. De snelheid (in mm per dag) waarmee de waterdiepte daalt in
het gebied neemt toe, naarmate er meer en meer gebieden “droogvallen”.
De duur voor het leegpompen wordt bepaald door het volume water in het overstroomde gebied
te delen door de beschikbare pompcapaciteit.
Schaalniveau bepaling van duur van het leegpompen
We bepalen de duur door de bemalingscapaciteit te verdelen per 'pixel', en daarmee niet per
bemalingsgebied. We doen dit om de verschillen in duur tot droogval binnen een bemalings-
gebied aan te geven. Bijkomend voordeel is dat minder informatie over de bemalingsgebieden
nodig is om de kaart te kunnen maken (zoals de exacte grenzen van bemalingsgebieden en de
relaties tussen bemalingsgebieden). Nadeel van deze benadering is dat er een fout ontstaat
doordat de capaciteit gemiddeld wordt over alle pixels binnen een bemalingsgebied, terwijl in
werkelijkheid de capaciteit van drooggevallen pixels beschikbaar komt voor de nog onder water
staande pixels. Met name de duur tot droogval van de pixels die als laatste droogvallen wordt
daardoor overschat.
3.4 Stap 2: Overstromingsschade(reductie)
Het verkorten van de overstromingsduur heeft een positief effect op de overstromingsschade.
In deze stap bepalen we de schadereductie. Het betreft hier de vermeden economische schade.
Economische schade door een overstroming
De schade door een overstroming is onder te verdelen in de schade binnen het overstroomde
gebied en de schade buiten het overstroomde gebied.
Binnen het overstroomde gebied:
• De directe schade aan objecten doordat deze in contact komen met water (zoals huizen,
auto’s en bedrijfsgebouw) en de directe schade door bedrijfsuitval doordat zij niet kunnen
produceren. De schade door bedrijfsverliezen ontstaat door het niet kunnen produceren en
daardoor geen toegevoegde waarde kunnen creëren aan de ingekochte goederen en
diensten van derden.4
Buiten het overstroomde gebied:
• Daarnaast treedt er ook indirecte schade bij bedrijven buiten het getroffenen gebied door
een wegvallende omzet door de overstroming in andere gebieden. Dit komt doordat de
vraag is afgenomen of doordat de toevoer van verwerkingsproducten (geproduceerd in het
overstroomde gebied) niet mogelijk is.
3 Een aanname hierbij is dat de volledige gemaalcapaciteit van het hoofdgemaal beschikbaar is. Uit de inventarisatie bij de
waterschappen blijkt dat bij grote overstromingen de gemalen niet zullen functioneren, doordat bijvoorbeeld de schakelkasten overstromen of omdat er sowieso geen elektriciteit beschikbaar is.
4 verschil tussen marktwaarde van de productie en gebruikte grond- en hulpstoffen en diensten van derden
september 2016 Nut en noodzaak extra gemaalcapaciteit na overstroming
HKV lijn in water PR3291.10 13
Figuur 5 Stappenplan: stap 2
Relatie schade en overstromingsduur
We veronderstellen dat de directe schade aan objecten doordat deze in contact komen met
water niet verandert als deze minder lang onder water staan. De schade treedt namelijk vrijwel
direct op.
Een kortere overstromingsduur leidt wel tot een reductie van de directe en indirecte schade
door bedrijfsverliezen zowel binnen en buiten het overstroomde gebied. De totale
overstromingsschade die een relatie heeft met de kortere overstromingsduur is de som van:
• Schadereductie door bedrijfsverliezen binnen het overstroomde gebied:
Door een kortere overstromingsduur kunnen mensen eerder naar huis en kunnen bedrijven
eerder beginnen aan het herstel van de schade aan hun bedrijf, machines en goederen om
zo de productie weer op gang te brengen.
• Schadereductie door bedrijfsverliezen buiten het overstroomde gebied:
Doordat overstroomd gebied sneller watervrij en vervolgens hersteld is, komt de vraag naar
goederen en diensten afkomstig uit het overstroomde gebied weer op gang en daarnaast
worden ook verwerkingsproducten uit het overstroomde gebied weer aangeleverd.
Nut & noodzaak september 2016 extra gemaalcapaciteit na overstroming
14 PR3291.10 HKV lijn in water
Bepaling totale overstromingsschade die relatie heeft met de overstromingsduur
Voor elk van deze twee schadecomponenten gebruiken we de schadebedragen in HIS-SSM
(versie 2.5) voor een overstroming bij toetspeil. Deze schadebedragen worden vermeerderd
met de toeslagfactoren uit het Deltaprogramma5. Een verificatie van deze schadebedragen in
HIS-SSM voeren we uit op basis van de statistieken van de toegevoegde waarde per regio die
niet gecreëerd kan worden door een overstroming.
Bepaal duurverkorting door inzet van extra gemaalcapaciteit
Vervolgens bepalen we de duurverkorting door de inzet extra gemaalcapaciteit. Dit is de
verhouding tot de overstromingsduur met de inzet van een maatregel t.o.v. de
overstromingsduur in de referentiesituatie.
Schadereductie door inzet van extra gemaalcapaciteit
In deze sterk versimpelde aanpak veronderstellen we dat de reductie van de directe schade aan
bedrijfsverliezen in het overstroomde gebied en de indirecte schade aan bedrijfsverliezen buiten
het overstroomde gebied lineair afneemt met de duurverkorting door de inzet van extra
gemaalcapaciteit.
Hiermee houden we geen rekening met de overige herstelwerkzaamheden die nodig zijn
voordat de bedrijfsproductie weer op gang komt. De omvang van de herstelwerkzaamheden zijn
voor dienstverlening kleiner van omvang (kantoor tijdelijk verhuizen), dan voor
productiebedrijven (nieuwe fabriek en machines). In het project “Evacueren kun je leren” zijn
de herstelwerkzaamheden van de nafase van een overstroming benoemd [Vermeij-van den
Braak et. al., 2008]. Deze checklist is in Bijlage B opgenomen. Nadat het gebied watervrij is
gemaakt, kan gestart worden met de herstel van de voorzieningen voor wonen, werken,
scholen, winkels, infrastructuur worden gestart.
Bepaling van de baten door het sneller watervrij maken
De baten door de inzet van extra gemaalcapaciteit zijn gelijk aan de kans op een overstroming
x de vermeden schade door het sneller watervrij maken. Dit is een jaarlijkse verwachtings-
waarde van de vermeden schade in Euro per jaar. Dit bedrag wordt pas werkelijk 'uitgekeerd'
op het moment dat de overstroming ook optreedt. De baten wordt bepaald bij de huidige
overstromingskans en de situatie dat de primaire waterkeringen zijn versterkt tot de nieuwe
normen conform het Deltaprogramma ([Min IenM, 2016a] en [Min IenM, 2016b]).
Deze aanpak illustreert de benadering van de baten door het sneller watervrij maken. In
werkelijkheid zal het zo zijn dat de schade door bedrijfsverliezen door een overstroming ook
weer deels teniet worden gedaan door extra omzet van andere bedrijven (door een toenemende
vraag). Dit wordt het substitutie-effect genoemd, waarbij in HIS-SSM rekening mee wordt
gehouden.
3.5 Stap 3: Overige baten
Naast de economische baten van een kortere overstromingsduur zijn er ook de baten van de
inzet van de grotere gemaalcapaciteit voor het pompen in het dagelijks beheer.
5 De schadebedragen van HIS-SSM zijn gebaseerd op prijspeil 2000. Deze schade is omgerekend naar prijspeil 2011 via de
indexeringsfactor van 1,4 (-) voor periode 2000-2011. In de MKBA WV21 is onderzocht dat de totale schade door HIS-SSM berekend ongeveer met een opslagpercentage van 15% (bandbreedte 9 – 19%) moet worden vermeerderd, om te corrigeren voor de onderschatting van het effect van de duur van de bedrijfsuitval op de schade [Deltares, 2011]. Vervolgens is in de MKBA WV21 en DPV een risicopremie van 10% toegepast om het effect van risico-aversie in rekening te brengen. De schade voor het jaar 2050 wordt berekend door de schade uit 2011 (inclusief de bovenstaande toeslagfactoren) te vermenigvuldigen met de economische groeiverwachting van 1,9% per jaar.
september 2016 Nut en noodzaak extra gemaalcapaciteit na overstroming
HKV lijn in water PR3291.10 15
Daarnaast zijn er ook andere maatschappelijke baten doordat het gebied sneller weer kan
herstellen. Eén van de belangrijkste baten is het levensgenot (of anders gezegd: minder
menselijk leed en psychische ellende) dat mensen ervaren als ze weer sneller naar huis kunnen
en weer met het herstel van het dagelijks leven kunnen beginnen. Deze baten zijn lastig te
monetariseren. Maar de maatschappelijke waarde is wel van grote relevantie. Daarom is
belangrijk om deze overige baten wel onderdeel te laten zijn van investeringsafweging.
3.6 Stap 4: Investeringskosten van maatregelen
In deze stap worden de investeringskosten van de maatregelen bepaald. Een overzicht van de
maatregelen die in deze studie worden beschouwd staan in paragraaf 2.2. Hierbij is het
uitgangspunt dat de kosten worden gebaseerd op kentallen en ervaringen6 en schattingen van
de beheerders van de betreffende casestudies.
De investeringskosten van maatregelen bestaan uit eenmalige investeringskosten en variabele
kosten (d.w.z. binnen een bepaalde periode meerdere keren optreden worden).
Figuur 6 Stappenplan: stap 4
Uitgangspunten investeringskosten structurele oplossingen:
• Er wordt aan alle hoofdgemalen tussen nu en 2050 groot onderhoud gepleegd;
• De maatregelen om de capaciteit te vergroten of om het gemaal beter te beschermen tegen
uitval vindt plaats bij groot onderhoud of vervanging;
• De (eenmalige) kosten bij groot onderhoud bedragen alleen de meerkosten t.o.v. normaal
groot onderhoud;
• De kosten voor groot onderhoud aan alle hoofdgemalen in Nederland verdelen we evenredig
over de tijd verdeeld tussen nu en 2050.
Uitgangspunten investeringskosten noodoplossingen:
• De noodmaatregelen zijn gebaseerd op het prijspeil van 2016 en verondersteld is dat de
investering ook in 2016 wordt gedaan;
• De noodmaatregelen worden elk jaar geïnspecteerd en getest door de beheerder;
• De kosten zijn inclusief de opslag in het beheergebied.
6 Studies rondom de toetsing van extreme wateroverlast aan de normen uit het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW)
Nut & noodzaak september 2016 extra gemaalcapaciteit na overstroming
16 PR3291.10 HKV lijn in water
De volgende kostenkentallen zijn gehanteerd:
Kentallen investeringskosten
Bescherming gemaal tegen uitval bij hoogwater
Uitbreiding gemaalcapaciteit (t.o.v. huidige gemaalcapaciteit)
Structurele maatregelen vitale
infrastructuur gemaal
Tijdelijke of permanente keringen
om het gemaal
Permanente uitbreiding
+25%
Noodpompen +25%
Permanente uitbreiding +100%
0,5 miljoen Euro
per gemaal
voor hoogwatervrij
aanleggen vitale
infrastructuur in
bestaand gemaal voor
beschermen gemaal
tegen uitval bij
overstroming.
Extra maatregel is het
ophogen van het
gemaal.
2 miljoen Euro per km1
voor permanente en
tijdelijke kering
Permanente kering:
2 miljoen Euro per km1
Tijdelijke kering:
2 miljoen Euro per km1
uitgesplitst naar
* 1800 Euro per m1
aanschaf (eenmalig) +
* 130.000 Euro voor
opslag (eenmalig) +
* 50 Euro per m1
levensduurkosten per jaar
(oefenen, inspectie,
onderhoud)
1 miljoen Euro
per 1 m3/s permanente
capaciteitsuitbreiding
gemaal
1,25 miljoen Euro
per 1 m3/s
noodpompen
contante waarde
investeringskosten 50
jaar
1 miljoen Euro
per 1 m3/s permanente
capaciteitsuitbreiding
gemaal
Tabel 1 Kostenkentallen maatregelen
3.7 Stap 5: Afweging kosten-baten
Het besluit om te investeren in maatregelen om de inzet van gemalen na een overstroming te
vergroten is een afweging tussen de kosten en de (economische en maatschappelijke) baten. In
deze stap berekenen we de kosten-baten verhouding.
De contante waarde van de baten (vermeden schade uit stap 2) wordt berekend volgens de
methodiek van het Deltaprogramma7 over een periode oneindige tijdshorizon8, omdat dit leidt
tot een bovengrensinschatting van de kansrijkheid. De contante waarde van de baten wordt
afgewogen tegen de totale investeringskosten (eenmalige en variabele kosten) die naar het
prijspeil van 2016 zijn verdisconteerd.
De afweging tussen de kosten en baten is als volgt schematisch weergegeven:
Figuur 7 Stappenplan: stap 5
7 Discontovoet van 5,5 procent en economische groei van 1,9% per jaar.
8 Bij een berekening van de contante waarde over een oneindige tijdshorizon zijn de baten 19% groter t.o.v. een
verdisconteringsperiode van 50 jaar, bij de hier gehanteerde discontovoet en economische groeivoet.
september 2016 Nut en noodzaak extra gemaalcapaciteit na overstroming
HKV lijn in water PR3291.10 17
3.8 Stap 6: Overige overwegingen
De laatste stap van het beslisprobleem is het in kaart brengen van andere aspecten die van
belang zijn voor de uiteindelijke afweging. Dit zijn “zachte criteria” die door stakeholders
kunnen worden benoemd.
Dit kunnen technische overwegingen zijn, zoals de uitvoerbaarheid en de haalbaarheid van
een maatregel. Daarnaast zijn er ook financiële overwegingen: zoals de betaalbaarheid van
een maatregel en bestuurlijke overwegingen, zoals de bestuurlijke ambities die een gebied
heeft. Ten slotte kunnen er ook organisatorische overwegingen zijn: governance van een
maatregel.
In deze studie zijn de overwegingen van de beheerders uit de vijf pilotcases een indicator voor
de bredere afweging op landelijk niveau.
september 2016 Nut & noodzaak extra gemaalcapaciteit na overstroming
HKV lijn in water PR3291.10 19
4 Referentiesituatie
De referentiesituatie beschrijft de huidige situatie. Op basis van de referentiesituatie worden de
effecten van de maatregelen beoordeeld.
Het functioneren van het huidige systeem en de hoofdgemalen ten behoeve van het watervrij
maken na een overstroming wordt in kaart gebracht op basis van de inschatting, kennis en
ervaring van de beheerder. Aan de hand van een vragenlijst heeft het ministerie van IenM in
2015 een inventarisatie bij de waterschappen. Per hoofdgemaal zijn vragen beantwoord over de
onder andere:
1. Capaciteit van het gemaal.
2. Rekening gehouden met de bouw en inrichting rekening is gehouden met een mogelijke
overstroming door buitenwater? of functioneren na een overstroming nog mogelijk is (of
zijn motoren en/of elektrische installaties beschadigd?).
3. Binnen hoeveel tijd kan het gemaal weer functioneren na uitval door een defect?
4. Is er een noodstroomvoorziening aanwezig en de hoeveelheid noodvoorraad brandstof?
en hoe lang het gemaal daarop kan functioneren?
5. Welke voorzieningen of ingrepen aan het gemaal zijn nodig zodat het gemaal blijft
functioneren.
Een globale inschatting is dat 50% van de hoofdgemalen zal uitvallen bij een overstroming. In
de onderstaande twee tabellen staan voor de vijf casegebieden weergegeven: de waterdiepte
voor het leegpompen, de tijdsduur om het gebied leeg te pompen en de informatie over de
beschikbaarheid van de gemalen na een overstroming. Deze situatie komt overeen met de
huidige situatie en beschouwen we als de referentie in dit onderzoek.
Nut & noodzaak september 2016 extra gemaalcapaciteit na overstroming
20 PR3291.10 HKV lijn in water
Waterdiepte leegpompen Tijdsduur leegpompen
Gemiddeld 3,3 meter
Bij waterdiepten rond 3 tot 4 m is de leegpompduur 9 maanden tot meer dan een jaar.
Gemiddeld 9,5 maand leegpompen Inschatting van de beheerder dat de
gemalen van de Flevopolder niet uitvallen, dat wil zeggen dat alle
gemalen (100%) blijven functioneren.
Gemiddeld 0,5 meter
Bij waterdiepten rond 0 tot 3 m is de leegpompduur 0 dagen tot bijna 7 maanden.
Gemiddeld 2 maanden leegpompen, o.b.v. aanname dat 50% van de
gemalen zal uitvallen Geen informatie bekend over de uitval
van gemalen bij een overstroming.
Tabel 2 Waterdiepte leegpompen (links) en duur watervrij maken (rechts) voor de Flevopolder en
Mastenbroek
Waterdiepte leegpompen
< 0,5 m
0,5 - 1 m
1 - 2 m
2 - 4 m
4 - 6 m
> 6 m
Duur leegpompen
0
tot 1 week
tot 1 maand
tot 2 maanden
tot 3 maanden
tot 4 maanden
tot een half jaar
tot een jaar
langer dan een jaar
september 2016 Nut en noodzaak extra gemaalcapaciteit na overstroming
HKV lijn in water PR3291.10 21
Gemiddeld 0,5 meter
Bij waterdiepten rond 0 tot 2,5 m is de leegpompduur 0 dagen tot bijna 5 maanden.
Gemiddeld 4,5 maanden leegpompen Inschatting van de beheerder is dat 75%
van de gemalen zal uitvallen.
Gemiddeld 3,8 meter
Bij waterdiepten rond 2 tot 4 m is de leegpompduur 4 tot bijna 9 maanden.
Gemiddeld 1,5 jaar leegpompen, o.b.v. aanname dat 50% van de gemalen zal
uitvallen. Gemaal Smits (25 m3/s) is
hoogwatervrij. Dit wil overigens niet
zeggen dat het gemaal ook direct
beschikbaar is. Omdat het een elektrisch
gemaal betreft en de stroomvoorziening
tijdens een dergelijke overstroming
waarschijnlijk wordt onderbroken zal een
noodaggregaat moeten worden
opgesteld. We gaan er hier van uit dat het gemaal na het hoogwater en na het
dichten van de bres beschikbaar is.
Het Overwaardgemaal (25 m3/s) niet.
Gemaal Overwaard kan tot NAP+2 m
worden ingezet. Dit is lager dan de
waterstand ten gevolge van
overstroming. Het Kolffgemaal bemaalt
de Linge en is ook niet hoogwatervrij.
We gaan uit van een bovengrens-
benadering waarbij zowel het Kolffgemaal als gemaal Overwaard niet
beschikbaar zijn.
Gemiddeld 0,8 meter
Bij waterdiepten rond 0 tot 3,5 m is de leegpompduur 0 dagen tot 8 maanden.
Gemiddeld 4 maanden voor leegpompen, o.b.v. aanname dat 50% van de
gemalen zal uitvallen.
Het gemaal Schilthuis zal naar
verwachting uitvallen. Er is een
noodaggregaat beschikbaar voor het
overnemen van de dieselbemaling. De
dieselmotoren kunnen nog ongeveer 80 uur op de brandstof van de
noodaggregaat functioneren, mits de
brandstofopslag geen water heeft
binnengekregen. Het herstel van de
dieselbemaling duurt ongeveer 4 weken.
Het herstel van de elektrische bemaling
duurt ongeveer 1 jaar.
Tabel 3 Waterdiepte leegpompen (links) en duur watervrij maken (rechts) voor Vijfheerenlanden, De
Rotte en De Hoeksche Waard
Waterdiepte leegpompen
< 0,5 m
0,5 - 1 m
1 - 2 m
2 - 4 m
4 - 6 m
> 6 m
Duur leegpompen
0
tot 1 week
tot 1 maand
tot 2 maanden
tot 3 maanden
tot 4 maanden
tot een half jaar
tot een jaar
langer dan een jaar
september 2016 Nut & noodzaak extra gemaalcapaciteit na overstroming
HKV lijn in water PR3291.10 23
5 Effecten van maatregelen aan de hand van de casestudies
Het nut en de noodzaak van de inzet van extra gemaalcapaciteit om overstroomde gebieden in
Nederland weer sneller leeg te pompen, is een afweging tussen de baten van de kortere
overstromingsduur en de kosten van de extra investeringen in maatregelen die hiermee zijn
gemoeid. De baten van de kortere overstromingsduur bestaan uit een reductie van de
overstromingsschade en de maatschappelijke baten doordat mensen sneller weer naar huis
kunnen of minder leed ervaren. Hoe snel een gebied herstelt is echter niet alleen bepaald door
de kortere overstromingsduur, maar ook door de duur van het herstellen van de vitale
infrastructuur na de overstroming zoals de nutsvoorzieningen (drinkwater, gas en elektriciteit),
wegen en het watersysteem. Met name voor de gebieden met grote overstromingsdieptes zal
ook dit herstel significant kunnen bijdragen aan de duur van het economisch herstel en
bewoonbaar maken van het gebied.
Door enkele waterschappen is daarnaast genoemd dat het in die gebieden met hoge
overstromingsdiepten ook mogelijk is dat de inrichting van het gebied na overstroming
verandert en niet in de oorspronkelijk staat wordt hersteld. Bij de bepaling van de baten gaan
we er van uit dat het gebied in oorspronkelijk staat wordt hersteld.
5.1 Kosten – Baten Analyse (KBA)
In deze studie verkennen we de doelmatigheid van maatregelen aan de hand van de baten
(vermeden schade) door het watervrij maken en de investeringskosten die daarmee gemoeid
zijn. Het doel van deze verkenning is om inzicht te krijgen in de maatregelen en situaties
waarvoor het zinvol wordt geacht om vervolgstappen uit te stippelen of juist uit te sluiten.
We hanteren in de Kosten-Baten Analyse (KBA) de volgende uitgangspunten
• We veronderstellen dat in 2050 de maatregelen zijn gerealiseerd conform de
Deltabeslissing Ruimtelijke Adaptatie. De waterkeringen voldoen dan aan de nieuwe
normen.
• Uitbreiding met extra gemaalcapaciteit wordt enkel gerealiseerd in combinatie met de
bescherming van het gemaal/de gemalen tegen hoogwater. Robuustheid van de
gemalen bij een overstroming (geen uitval) is voorwaarde voor uitbreiding van de
capaciteit. De extra capaciteit is dan ook beschikbaar na overstroming. De kosten
daarvoor zijn opgeteld bij de kosten voor de gemaaluitbreiding.
• In het geval van noodpompen en de plaatsing van noodaggregaten gaan we er van uit
dat er voldoende noodmaterieel beschikbaar is. Als een groot aantal dijkringgebieden
tegelijkertijd faalt zal dit waarschijnlijk niet op korte termijn het geval zijn.
• De investeringskosten worden in 2050 genomen en daarmee worden de baten vanaf
2050 gerealiseerd. Vanwege de bovengrensbenadering van de kansrijkheid van
maatregelen worden de baten over een oneindige tijdshorizon berekend. We hanteren
een conservatieve aanpak, waarbij de investeringskosten optimistisch zijn ingeschat. Er
zijn veel extra kosten (o.a. poldergemalen, watergangen, keringen) die nog niet worden
meegenomen.
Nut & noodzaak september 2016 extra gemaalcapaciteit na overstroming
24 PR3291.10 HKV lijn in water
5.2 Resultaten
In Tabel 3 zijn de resultaten van kosten-baten analyse weergegeven, uitgedrukt in de
verhouding van de kosten t.o.v. de baten voor het jaar 2050. Ter illustratie: een kosten-baten
verhouding van 2,0 wil zeggen dat kosten twee keer groter zijn dan de baten die deze
investering oplevert. In deze tabel geeft rood aan dat de investeringskosten 3 maal groter zijn
dan de baten (het is de aanname dat de investering in deze bovengrensbenadering dermate niet
doelmatig is, dat er geen noodzaak is tot het onderzoeken van vervolgstappen), oranje geeft
aan dat investeringskosten gelijk zijn of tot drie keer groter dan de baten (geen kostenneutrale
investering in bovengrensbenadering, geen vervolgstappen), lichtgroen dat de
investeringskosten tot 3 keer kleiner zijn dan de baten (kostenneutrale investering,
vervolgstappen bekijken) en donkergroen dat de investeringskosten meer dan 3 maal kleiner
dan de baten (doelmatige investering, vervolgstappen bekijken).
Doelmatigheid maatregelen voor 2050
uitgedrukt in Kosten / Baten
Bescherming gemaal tegen uitval bij hoogwater
Uitbreiding gemaalcapaciteit (t.o.v. huidige gemaalcapaciteit)
Structurele maatregelen
vitale infrastructuur
gemaal
Tijdelijke of permanente keringen om het gemaal
Permanente uitbreiding
+25%
Noodpompen +25%
Permanente uitbreiding
+100%
Flevopolder geen verwachte uitval 11 14 18
Mastenbroek 0,5 0,2 1,0 1,2 2,4
Hoeksche Waard 0,2 0,1 0,5 0,6 1,3
Rotteboezem 0,5 0,2 - 0,5 10 12 29
Alblasserwaard en Vijfheerenlanden
0,2 0,1 0,4 0,4 0,9
Tabel 4 Doelmatigheid maatregelen 2050 (Kosten / Baten verhouding)
Op basis van de tabel constateren wij het volgende:
• Het beschermen van de gemalen tegen uitval ten gevolge van overstroming – zowel
structureel (bij meekoppelen met groot onderhoud) als tijdelijk - kan een
kosteneffectieve maatregel zijn. Deze maatregel zorgt er voor dat na de overstroming
het gebied kan worden leeggepompt.
• De structurele uitbreiding van gemaalcapaciteit met 25% lijkt ook een kosteneffectieve
maatregel te kunnen zijn voor enkele gebieden (voor Hoeksche Waard en
Alblasserwaard en Vijfheerenlanden oranje gekleurd in de tabel), maar dit wordt met
name veroorzaakt door de maatregelen die genomen moeten worden om het gemalen
te beschermen tegen overstroming.
Als er geen maatregelen worden genomen om de gemalen te beschermen tegen
overstroming, dan is de uitbreiding van de gemaalcapaciteit minder kosteneffectief. De
inzet van noodpompen en verdubbeling van de gemaalcapaciteit is alleen kostenneutraal
voor Alblasserwaard en Vijfheerenlanden en de Hoeksche Waard bij de gehanteerde
bovengrensbenadering.
• Waterschappen geven aan dat in de dagelijkse praktijk een extra investering om een
gemaal minder kwetsbaar te maken bij een overstroming lastig is. Dit wordt met name
ingegeven door de kleine kans van voorkomen waardoor de bereidheid voor deze extra
investering laag is.
• Over het algemeen kan worden gesteld dat de gebieden waarvoor de overstromingskans
relatief groot is (Mastenbroek en Hoeksche Waard) maatregelen rendabeler zijn dan
voor gebieden met een kleinere kans (Flevopolder en Rotteboezem). Voor gebieden met
september 2016 Nut en noodzaak extra gemaalcapaciteit na overstroming
HKV lijn in water PR3291.10 25
een relatief kleine kans op overstroming (Flevopolder en Rotteboezem) is de
verwachting van de haalbaarheid van maatregelen kleiner. Hierbij geldt wel de
kanttekening dat er ook nog kosten zijn voor het achterliggende watersysteem
(poldergemalen, watergangen, keringen).
september 2016 Nut & noodzaak extra gemaalcapaciteit na overstroming
HKV lijn in water PR3291.10 27
6 Gevoeligheidsanalyse
6.1 Beschouwde parameters
In deze studie zijn we uitgegaan van een bovengrensbenadering voor de bepaling van de
doelmatigheid van maatregelen. Als geldt dat de maatregel niet rendabel is, dan is het zeker
geen rendabele maatregel als de extra te maken kosten voor het watersysteem nog worden
meegenomen. Een gevoeligheidsanalyse is uitgevoerd om de invloed van een aantal aannames
en uitgangspunten op de rendabiliteit inzichtelijk te maken. De resultaten daarvan zijn
opgenomen in dit hoofdstuk.
Om de rendabiliteit van de uitbreiding van de gemaalcapaciteit te beoordelen, presenteren we in
de gevoeligheidsanalyse alleen de kosten/baten verhouding ná het nemen van maatregelen om
de gemalen te beschermen tegen hoog water. Van de volgende parameters is de gevoeligheid
onderzocht:
1. tijdsduur dichten van de bres; We zijn nu uitgegaan van de duur van het dichten van
de bres (of bressen) die de overstroming hebben veroorzaakt van 1 week. Door de
waterbeheerders is aangegeven dat de duur daarvan sterk afhankelijk is van de omvang
van de ramp en het aantal bressen. Materiaal en mankracht om de bressen te dichten
kunnen niet op meerdere plekken tegelijkertijd worden ingezet. Als de omvang van de
ramp groot is zal het langer duren, als maar één bres hoeft te worden gedicht is de duur
mogelijk aanzienlijk korter. We rekenen daarom in de gevoeligheidsanalyse met een
duur van 1 dag voor het dichten van de bres en een duur van 4 weken voor het dichten
van de bres.
2. overstromingsdiepten; De diepten van de inundaties zijn om meerdere redenen
onzeker. Enerzijds door de onzekerheden in de gebruikte resultaten van
overstromingsberekeningen, anderzijds door aannamen die we hebben gedaan over het
leeglopen onder vrij verval. We onderzoeken hier de gevoeligheid voor de dieptes van
de inundaties door de dieptes met een halve meter te vermeerderen en verminderen,
overeenkomend met ongeveer een maand langer of korter leegpompen.
3. aanvullende belasting watersystemen. Bij de uitgangspunten is geen rekening
gehouden met de neerslag en kwel/wegzijging die ook weggepompt moet worden. De
gemiddelde neerslag per maand in het zomer- en winterhalfjaar is in het huidige klimaat
respectievelijk 450 en 475 mm. De referentiegewasverdamping in zomer- en
winterhalfjaar respectievelijk 475 en 105 mm. We gaan voor de gevoeligheidsanalyse
uit van een worst-case scenario en nemen het neerslagoverschot in het winterhalfjaar
als maatgevend. Voor de gebieden die langer dan een jaar leeggepompt zouden worden
overschatten we het effect, maar voor de gevoeligheidsanalyse geeft dit voldoende
inzicht. We berekenen het effect door het neerslagoverschot in de winter van circa 2
mm/dag van de gemaalcapaciteit af te tellen. Voor Zuiderzeeland, Mastenbroek,
Rotteboezem en Alblasserwaard en Vijfheerenlanden tellen we daar ook een aanvullende
kwelbelasting van ½ mm/dag van af. Dit is weliswaar lager dan de normale
kwelbelasting in een deel van die systemen, maar door de hoge waterstanden ten
gevolge van de overstroming zal de kwel gemiddeld ook lager zijn dan normaal.
Nut & noodzaak september 2016 extra gemaalcapaciteit na overstroming
28 PR3291.10 HKV lijn in water
4. beschikbaarheid gemalen. We gaan in de analyse uit van een beschikbaarheid van de
hoofdgemalen van 50% (of als anders beschikbaar overgenomen uit de enquête). In
andere gebieden en afhankelijk van de hoogwatersituatie kan de beschikbaarheid hoger
of lager zijn. We onderzoeken daarom ook een hogere en lagere beschikbaarheid van de
bemaling. We kiezen hiervoor een beschikbaarheid van 25% en 100% van de capaciteit.
Voor de Flevopolder was aangegeven dat gemalen altijd beschikbaar zijn, daar toetsen
we alleen de gevoeligheid voor een beschikbaarheid van 50% van de capaciteit.
5. investeringskosten. De kosten zijn geschat op basis van kostenkentallen op basis van
verschillende bronnen. De onzekerheid in de kosten is daardoor groot. Bovendien zullen
de kosten en oplossingen voor specifieke locaties sterk verschillen. De gevoeligheid voor
de kosten maken we inzichtelijk door de kosten voor de maatregelen tweemaal duurder
en tweemaal goedkoper dan de uitgangssituatie te schatten.
Hierbij verwachten we overigens dat de totale investeringskosten eerder hoger dan
lager zullen uitvallen. In gebieden met polderbemaling moet immers ook de capaciteit
van de poldergemalen worden uitgebreid om de gebieden sneller droog te maken. Ook
zullen bijvoorbeeld de regionale keringen in die gebieden standzeker moeten zijn en
eventueel gemaakt moeten worden.
6. schadereductie/baten. De baten zijn geschat in relatie tot de verkorting van de duur
voor het droogmaken van het gebied. We schatten dat dit tot een overschatting van de
baten leidt, met name omdat een gebied na het droogmaken ook nog hersteld moet
worden voordat het weer geheel in gebruik kan worden genomen. Hieronder vallen
bijvoorbeeld herstel van de NUTS-voorzieningen, wegen, regionale kaden, sloten,
hoofdwaterlopen, gebouwen en landbouwgebieden. De relatieve bijdrage van de
verkorting van de duur door de waterhuishoudkundige maatregelen wordt daardoor
kleiner. Voor de gevoeligheidsanalyse nemen we aan dat de schadereductie de helft is
van de schadereductie in de uitgangssituatie.
6.2 Resultaten gevoeligheidsanalyse
Het beeld van de doelmatigheid van de maatregelen wordt beperkt beïnvloed door de
beschouwde gevoeligheden. We trekken daaruit de volgende conclusies:
• De doelmatigheid van maatregelen om gemalen te beschermen tegen overstroming
zodat zij na een overstroming snel kunnen worden ingezet om het gebied leeg te
pompen blijven relevant om verder te onderzoeken.
• De doelmatigheid van maatregelen om het gebied sneller leeg te pompen zijn minder
kansrijk voor nader onderzoek. Het gevoeligheidsonderzoek geeft aanwijzingen dat de
investeringskosten snel 3 maal groter zullen zijn dan de baten. Met name de schatting
van de kleinere baten en hogere kosten wijzen in deze richting.
Hieronder wordt de gevoeligheid voor elke parameter besproken.
Tijdsduur dichten bres.
De kortere duur (van 1 week naar 1 dag) heeft geen invloed op de doelmatigheid van de
maatregelen. De langere duur van 4 weken heeft wel invloed, weergegeven in onderstaande
tabel. Voor de Rotteboezem verschuift het structureel beschermen van het gemaal tegen
hoogwater van mogelijk doelmatig naar niet doelmatig; voor Mastenbroek verschuift de
uitbreiding van de gemaalcapaciteit met 25% met noodpompen van waarschijnlijk niet
september 2016 Nut en noodzaak extra gemaalcapaciteit na overstroming
HKV lijn in water PR3291.10 29
doelmatig naar zeker niet doelmatig. Voor de Rotteboezem verschuift voor structurele
maatregelen om uitval te voorkomen van mogelijk doelmatig naar niet doelmatig. Door de
langere duur voor het dichten van de bres – en dus een langere totale duur voor herstel van het
gebied - zijn de baten voor het sneller (kunnen) leegpompen in onze benadering lager. Hierdoor
wordt de kosten-baten verhouding negatief beïnvloed.
Doelmatigheid maatregelen voor 2050,
langere duur dichten bres
Bescherming gemaal tegen uitval bij hoogwater
Uitbreiding gemaalcapaciteit (t.o.v. huidige gemaalcapaciteit)
Structurele maatregelen
vitale infrastructuur
gemaal
Tijdelijke of permanente keringen om het gemaal
Permanente uitbreiding
+25%
Noodpompen +25%
Permanente uitbreiding
+100%
Flevopolder geen verwachte uitval 12 15 19
Mastenbroek 0,6 0,2 1,3 1,5 3
Hoeksche Waard 0,2 0,1 0,6 0,6 1,5
Rotteboezem 0,6 0,2 - 0,5 11 14 34
Alblasserwaard en Vijfheerenlanden
0,2 0,1 0,4 0,5 0,9
Tabel 5 Doelmatigheid 2050: langere duur dichten bres
Overstromingsdiepten
De diepte van de inundaties met +/- een halve meter heeft beperkt invloed op de doelmatigheid
van de maatregelen. De diepere inundaties geven geen verschuiving in de doelmatigheid van
maatregelen. De ondiepere inundaties geven wel een verschuiving, net als bij de gevoeligheid
voor de tijdsduur voor het dichten van de bres bij de Rotteboezem en Mastenbroek. Dit is
weergegeven in de onderstaande tabel. Hierdoor wordt de kosten-baten verhouding negatief
beïnvloed.
Doelmatigheid maatregelen voor 2050,
ondiepere inundaties
Bescherming gemaal tegen uitval bij hoogwater
Uitbreiding gemaalcapaciteit (t.o.v. huidige gemaalcapaciteit)
Structurele maatregelen
vitale infrastructuur
gemaal
Tijdelijke of permanente keringen om het gemaal
Permanente uitbreiding
+25%
Noodpompen +25%
Permanente uitbreiding
+100%
Flevopolder geen verwachte uitval 11 14 18
Mastenbroek 0,6 0,2 1,3 1,5 3
Hoeksche Waard 0,2 0,1 0,5 0,6 1,4
Rotteboezem 0,6 0,2 - 0,5 11 13 33
Alblasserwaard en Vijfheerenlanden
0,2 0,1 0,4 0,4 0,9
Tabel 6 Doelmatigheid 2050: ondiepere inundaties
Aanvullende belasting watersystemen (waterbalans)
De doelmatigheid van de maatregelen is niet gevoelig voor de aanvullende belasting van de
watersystemen. Zowel de referentiesituatie als de situatie met maatregelen veranderen. De
duur van het leegpompen wordt in beide gevallen langer. De baten van de maatregelen blijven
daardoor praktisch gelijk aan die van de uitgangssituatie.
Beschikbaarheid hoofdgemalen
De invloed op de doelmatigheid van de maatregelen is weergegeven in onderstaande tabellen.
Als bemaling maar voor 25% beschikbaar is worden de maatregelen om de beschikbaarheid te
Nut & noodzaak september 2016 extra gemaalcapaciteit na overstroming
30 PR3291.10 HKV lijn in water
verbeteren doelmatiger, alsook de inzet van noodpompen. De doelmatigheid voor het
structureel uitbreiden van de gemaalcapaciteit – aanvullend op de bescherming tegen
hoogwater - is minder gevoelig. Bij volledige beschikbaarheid van bemaling is het plaatsen van
noodbemaling mogelijk alleen doelmatig voor het permanent installeren van 25% meer
pompcapaciteit.
Doelmatigheid maatregelen voor 2050,
minder beschikbaarheid bemaling
Bescherming gemaal tegen uitval bij hoogwater
Uitbreiding gemaalcapaciteit (t.o.v. huidige gemaalcapaciteit)
Structurele maatregelen
vitale infrastructuur
gemaal
Tijdelijke of permanente keringen om het gemaal
Permanente uitbreiding
+25%
Noodpompen +25%
Permanente uitbreiding
+100%
Flevopolder 0,2 0,1 4 5 12
Mastenbroek 0,4 0,2 0,8 0,9 1,9
Hoeksche Waard 0,2 0,1 0,4 0,5 1,2
Rotteboezem 0,5 0,2 - 0,4 7 9 24
Alblasserwaard en Vijfheerenlanden
0,2 0,1 0,3 0,4 0,8
Tabel 7 Doelmatigheid 2050: minder beschikbaarheid bemaling
Doelmatigheid maatregelen voor 2050, volledige beschikbaarheid bemaling
Bescherming gemaal tegen uitval bij hoogwater
Uitbreiding gemaalcapaciteit (t.o.v. huidige gemaalcapaciteit)
Structurele maatregelen
vitale infrastructuur
gemaal
Tijdelijke of permanente keringen om het gemaal
Permanente uitbreiding
+25%
Noodpompen +25%
Permanente uitbreiding
+100%
Flevopolder Uitgangspunt geen uitval 11 14 18
Mastenbroek Uitgangspunt geen uitval 2,5 3 4
Hoeksche Waard Uitgangspunt geen uitval 1,5 1,9 2,4
Rotteboezem Uitgangspunt geen uitval 30 37 47
Alblasserwaard en Vijfheerenlanden
Uitgangspunt geen uitval 0,7 0,9 1,1
Tabel 8 Doelmatigheid 2050: volledige beschikbaarheid bemaling
Investeringskosten
De resultaten van de gevoeligheid van de doelmatigheid voor de kosten zijn weergegeven in de
twee onderstaande tabellen. Bij hogere kosten voor de bescherming van de gemalen tegen
hoogwater wordt de doelmatigheid van die maatregelen lager. De uitbreiding van de
gemaalcapaciteit wordt voor Hoeksche Waard en Alblasserwaard en Vijfheerenlanden niet meer
haalbaar. Bij lagere kosten verandert worden de maatregelen om gemalen te beschermen tegen
hoogwater doelmatiger. Voor Mastenbroek is ook de structurele uitbreiding gemaalcapaciteit
met 25% en 100% doelmatig en voor de Hoeksche Waard worden noodpompen en structurele
uitbreiding van de gemaalcapaciteit met 100% mogelijk doelmatig.
september 2016 Nut en noodzaak extra gemaalcapaciteit na overstroming
HKV lijn in water PR3291.10 31
Doelmatigheid maatregelen voor 2050, kosten maal twee
Bescherming gemaal tegen uitval bij hoogwater
Uitbreiding gemaalcapaciteit (t.o.v. huidige gemaalcapaciteit)
Structurele maatregelen
vitale infrastructuur
gemaal
Tijdelijke of permanente keringen om het gemaal
Permanente uitbreiding
+25%
Noodpompen +25%
Permanente uitbreiding
+100%
Flevopolder geen verwachte uitval 22 28 36
Mastenbroek 0,9 0,4 2,1 2,4 5
Hoeksche Waard 0,4 0,2 1,0 1,1 2,6
Rotteboezem 1,0 0,4 - 0,9 19 23 59
Alblasserwaard en Vijfheerenlanden
0,4 0,2 0,8 0,9 1,7
Tabel 9 Doelmatigheid 2050: investeringskosten 2x hoger
Doelmatigheid maatregelen voor 2050, kosten gedeeld door twee
Bescherming gemaal tegen uitval bij hoogwater
Uitbreiding gemaalcapaciteit (t.o.v. huidige gemaalcapaciteit)
Structurele maatregelen
vitale infrastructuur
gemaal
Tijdelijke of permanente keringen om het gemaal
Permanente uitbreiding
+25%
Noodpompen +25%
Permanente uitbreiding
+100%
Flevopolder geen verwachte uitval 6 7 9
Mastenbroek 0,2 0,1 0,5 0,6 1,1
Hoeksche Waard 0,1 0,1 0,2 0,3 0,6
Rotteboezem 0,3 0,1 - 0,2 5 6 15
Alblasserwaard en Vijfheerenlanden
0,1 0,1 0,2 0,2 0,4
Tabel 10 Doelmatigheid 2050: investeringskosten 2x lager
Schadereductie/baten
De resultaten van de gevoeligheid van de doelmatigheid voor de schadereductie zijn
weergegeven in onderstaande tabel. De gevoeligheid is – logischerwijs – vergelijkbaar met de
gevoeligheid voor de kosten van de maatregelen.
Doelmatigheid maatregelen voor 2050,
baten twee maal zo klein
Bescherming gemaal tegen uitval bij hoogwater
Uitbreiding gemaalcapaciteit (t.o.v. huidige gemaalcapaciteit)
Structurele maatregelen
vitale infrastructuur
gemaal
Tijdelijke of permanente keringen om het gemaal
Permanente uitbreiding
+25%
Noodpompen +25%
Permanente uitbreiding
+100%
Flevopolder geen verwachte uitval 22 100 36
Mastenbroek 0,9 0,4 2,1 7 5
Hoeksche Waard 0,4 0,2 1,0 3 2,6
Rotteboezem 1,0 0,4 - 0,9 19 81 59
Alblasserwaard en Vijfheerenlanden
0,4 0,2 0,8 2,3 1,7
Tabel 11 Doelmatigheid 2050: baten 2x kleiner
september 2016 Nut & noodzaak extra gemaalcapaciteit na overstroming
HKV lijn in water PR3291.10 33
7 Conclusies en aanbevelingen
In dit hoofdstuk zijn de conclusies en aanbevelingen opgesteld naar aanleiding van het
onderzoek inclusief de bespreking met de vertegenwoordigers van de waterschappen van de
bekeken casestudies.
7.1 Conclusies
Op basis van het onderzoek zijn de volgende conclusies opgesteld:
• In de huidige situatie is na een overstroming een aanzienlijk deel van de
gemaalcapaciteit die uitslaat op buitenwater niet beschikbaar omdat deze gemalen
onderstromen en uitvallen. Veel gemalen staan aan de voet van de kering en vallen
grotendeels uit (als in de Hoeksche Waard). Slechts in enkele gevallen zijn gemalen zo
geplaatst dat deze droog staan (als in de Flevopolder). Hier kan (tijdelijke) uitval nog
optreden door uitval in de energievoorziening of verstopping.
• Maatregelen gericht op het voorkomen van uitval van de gemalen bij een overstroming
zijn het meest doelmatig, zodat de bestaande gemaalcapaciteit inzetbaar is. Investeren
in structurele extra capaciteit is veelal niet doelmatig of wenselijk vanuit het perspectief
van herstel na een overstroming (vanwege de benodigde ingrepen in het achterliggende
watersysteem).
o Het beschermen van de gemalen tegen uitval ten gevolge van overstroming –
zowel door structurele aanpassingen (als een permanente kering of aanpassing
vitale infrastructuur) als door middel van tijdelijke maatregelen (als een mobiele
kering) - kan een kosteneffectieve maatregel zijn.
� Voor structurele maatregelen geldt dat investeringen alleen rendabel (en
realistisch) zijn als deze gekoppeld worden aan voorzien groot
onderhoud. Het realiseren hiervan zal dus enkele decennia duren.
� Voor tijdelijke maatregelen geldt dat voldoende mensen en middelen
beschikbaar moeten zijn om deze ingrepen uit te kunnen voeren (met
voldoende kans op succes).
o Het vergroten van de structurele gemaalcapaciteit (met 25 of 100%) is voor
enkele gebieden, op basis van de veronderstelde bovengrensbenadering,
kosteneffectief. Het effect wordt veroorzaakt doordat 1) de extra capaciteit die
beschikbaar is maar ook door 2) dat de totale capaciteit beschikbaar is waarbij
die eerder deels uitviel. Uit de gevoeligheidsanalyse blijkt dat een groot deel van
het effect wordt al bereikt door te zorgen dat de bestaande capaciteit inzetbaar
blijft en dat extra investeringen in capaciteit minder doelmatig zijn.
Echter om de extra capaciteit daadwerkelijk te effectueren zijn ook extra
investeringen nodig in de capaciteit van watergangen en poldergemalen die nu
nog niet zijn beschouwd. Waterschappen geven aan deze maatregel niet
realistisch te vinden vanwege deze extra kosten. Ook uit de
gevoeligheidsanalyse blijkt dat als de kosten verdubbelen in geen enkele
casestudie de investering doelmatig is. Daarnaast wordt deze extra capaciteit
vrijwel nooit gebruikt, mede omdat vanuit het waterbeheer eerst gekeken wordt
naar vasthouden, daarna bergen en pas als laatste naar afvoeren.
Nut & noodzaak september 2016 extra gemaalcapaciteit na overstroming
34 PR3291.10 HKV lijn in water
o Het vergroten van de gemaalcapaciteit met noodpompen levert een gelijk beeld
op als voor de structurele gemaalcapaciteit. Echter voor de noodpompen geldt
dat er extra mogelijke baten zijn omdat deze ook ingezet kunnen worden bij
wateroverlast door extreme neerslag. Ook is er nog schaalvoordeel mogelijk als
waterschappen deze gezamenlijk beheren. Het nadeel is echter weer dat deze
noodpompen ook onderhoud en opslagruimte vergen.
• Uit de gevoeligheidsanalyse blijkt dat hierdoor de conclusies over doelmatigheid van de
verschillende type maatregelen nauwelijks veranderen. Door andere inschattingen is het
niet waarschijnlijk dat, in grote lijnen, maatregelen die eerst niet kansrijk waren wel
kansrijk worden. De mate van doelmatigheid van maatregelen kan wel veranderen, de
kosten van de maatregelen en de basisinschatting in de referentiesituatie over de
beschikbaarheid zijn het meest van invloed.
Uit de gevoeligheidsanalyse blijkt wel dat het realistisch is te veronderstellen dat de
kans groot is dat diverse maatregelen minder kansrijk worden, bijvoorbeeld door
rekening te houden met kosten die we nu nog niet hebben meegenomen als
investeringen in watergangen en poldergemalen. Dit is naar verwachting op basis van
de gekozen bovengrensbenadering.
• Over het algemeen kan worden gesteld dat de gebieden waarvoor de overstromingskans
relatief groot is (als de casestudies Mastenbroek en Hoeksche Waard) maatregelen
rendabeler zijn dan voor gebieden met een kleinere overstromingskans (als Flevopolder
en Rotteboezem).
• De kleine kans op een overstroming bemoeilijkt de keuze om in het minder kwetsbaar
maken van gemalen te investeren.
7.2 Aanbevelingen
Op basis van het onderzoek zijn de volgende aanbevelingen opgesteld:
• Bij de besluitvorming rondom investeringen in het behouden of extra gemaalcapaciteit
voor na een overstroming is door beheerders aangegeven dat naast de kosten en baten
ook de beschikbaarheid van de gemalen op zichzelf een aspect is wat een rol speelt.
• Bij investeringsbeslissingen rondom groot onderhoud van gemalen is het wenselijk om
beter te borgen hoe de inzetbaarheid na overstroming kan worden meegenomen als
expliciet onderdeel in deze beslissing. Hiervoor wordt aanbevolen:
o Te werken aan het bewustzijn bij de waterbeheerder (inclusief de beslissers over
investeringen) dat deze gemalen uit kunnen vallen.
o Daarnaast bewust te zijn van de duur voor het watervrij maken en de impact
van uitval van gemalen hierop. Deze kennis ook te delen met de partners uit de
veiligheidskolom, zodat het handelingsperspectief voor de crisisbeheersing
hierop kan worden afgestemd.
o Een beter beeld te hebben over de kwetsbaarheid van het gemaal en de
oorzaken van falen na een overstroming (denk aan directe blootstelling,
beschikbaarheid van energie etc.). De huidige inschattingen zijn vooral op basis
van expertinschattingen.
september 2016 Nut en noodzaak extra gemaalcapaciteit na overstroming
HKV lijn in water PR3291.10 35
o Bij investeringsbeslissingen risico (en dus ook de kosten en de baten bij een
mogelijke overstroming) centraal te stellen in plaats van de kleine kans op een
overstroming.
o Te borgen dat bij dergelijke beslissingen (veelal ingegeven vanuit asset
management of waterbeheer) de overwegingen vanuit waterveiligheid expliciet
worden meegenomen.
• Indien extra noodpompen worden aangeschaft verdient het aanbeveling die als
waterschappen gezamenlijk te doen, waarbij deze al naar gelang waar de overlast zich
voordoet ingezet kunnen worden. Het wordt niet aanbevolen om deze pompen in te
huren vanwege de grote aantallen en het risico dat deze dan niet beschikbaar zijn
(omdat andere in dezelfde situatie ook een grotere vraag zullen hebben).
• Het verdient aanbeveling om te onderzoeken hoe de tijdelijke bescherming van gemalen
kan worden vormgegeven en hoe die op termijn ook kan worden gegarandeerd. Het
gaat hierbij om:
o Wat is nodig aan mensen en middelen om dit tijdig en effectief uit te kunnen
voeren (met voldoende kans op succes), dit kan per gemaal verschillend zijn.
Hiermee kunnen ook de kosten beter worden onderbouwd en kan de
doelmatigheid worden geverifieerd.
o Is het wenselijk dit te verankeren in rampenplannen of protocollen rondom
waterkeringen (deze zijn nu veelal gericht op het voorkomen van een
overstroming en kunnen mogelijk worden aangevuld met het zorgdragen dat
voorzieningen zijn veilig gesteld om het water weer af te voeren na een
overstroming).
september 2016 Nut & noodzaak extra gemaalcapaciteit na overstroming
HKV lijn in water PR3291.10 37
8 Referenties
[Min IenM, 2014]
Ministerie van Infrastructuur en Milieu. Deltaprogramma 2015 – Werk aan de delta, in
samenwerking met Ministerie van economische zaken, september 2014.
[Deltares, 2011]
Gauderis J., J. Kind. Maatschappelijk Kosten Baten Analyse Waterveiligheid 21e eeuw –
bijlage D: bewerking van de schadegegevens, maart 2011.
[MinIenM, 2016a]
Slootjes, N., H. van der Most. Achtergronden bij de normering van de primaire
waterkering in Nederland - hoofdrapport, in samenwerking met DG Ruimte en Water en
Directie Algemeen Waterbeleid en Veiligheid juni 2016.
[MinIenM, 2016b]
Slootjes, N., H. van der Most. Achtergronden bij de normering van de primaire
waterkering in Nederland - bijlagen, in samenwerking met DG Ruimte en Water en
Directie Algemeen Waterbeleid en Veiligheid, juni 2016.
[Vermeij-van den Braak et. al., 2008]
Vermeij-Van den Braak, E., Besselink, E. en M. Rooze. Handreiking nafase bij een
grootschalige overstroming - Opgesteld in kader van “Van dreigend hoogwater tot en
met evacuatie”, rapportage, PR1115.10, 2008.
Bijlagen
september 2016 Nut en noodzaak extra gemaalcapaciteit na overstroming
HKV lijn in water PR3291.10 39
Bijlage A: Achtergrond bij hydrologische analyse watervrij maken
In deze bijlage wordt een toelichting gegeven op de bepaling van de
overstromingsduur(verkorting).
Wat bepaalt de bemalingscapaciteit van het hoofdgemaal?
In deze studie gaan we ervan uit dat de bemalingscapaciteit van het hoofdgemaal
(boezemgemaal) dat direct op het buitenwater loost maatgevend is voor de tijdsduur van het
watervrij maken, vanuit de bovengrensbenadering.
In werkelijk heeft de gesommeerde polderbemaling vaak een hogere capaciteit dan de
boezembemaling. Als een groot deel van de polderbemaling continu aan staat ten behoeve van
het leegpompen van de polders of ten gevolge van wateroverlastsituaties in het algemeen wordt
de boezem overbelast. De capaciteit van de boezembemaling kan op die manier beperkend
werken in het leegmalen van de polders, afhankelijk van het aantal overstroomde polders of de
mate van waterbezwaar van de polders.9
Wanneer afwateren onder vrij verval en dichten van de bres?
Na een overstroming loopt het gebied mogelijk deels leeg door de bres waar de overstroming
door is ontstaan. Als de buitenwaterstand daalt omdat de afvoergolf of storm voorbij is kan een
deel van het water door de bres die de overstroming heeft veroorzaakt terugstromen. Hierdoor
kan het gebied al voor een deel onder vrij verval zijn leeggelopen. Daarna zal de bres die is
ontstaan weer moeten worden gedicht. De duur van het dichten van de bres varieert voor de
meeste bressen tussen de 2 – 7 dagen. In 1953 duurde het dichten van sommige bressen veel
langer.
Wanneer de bres wordt gedicht, hangt af van het type dreiging voor een gebied:
- in gebieden onder invloed van getij én storm zal zo snel mogelijk de bres worden
gedicht. Een stormduur is over het algemeen relatief kort (een dag tot enkele dagen),
dus het normale getij zal zich snel weer instellen. Totdat de bres dicht is, zal het water
door de bres bij elk hoog tij het overstroomde gebied inlopen en bij laag tij vanuit het
gebied richting het buitenwater. Dit is niet wenselijk voor het droogmaken van het
gebied. Bij voorkeur wordt de bres bij laag tij gesloten.
- in gebieden onder invloed van de rivierafvoer zal men eerst zo lang mogelijk onder
afwateren onder vrij verval op de rivier, totdat de hoogwaterstand op de rivier is gezakt
tot niveau in het overstroomde gebied. In hellende gebieden die onder invloed staan
van de rivierafvoer zullen waarschijnlijk extra bressen benedenstrooms worden
gegraven om water onder vrij verval af te wateren naar de rivier.
- in gebieden onder invloed van meerpeil en storm zal het moment van dichten van
de bres afhangen van de hoogteligging van het overstroomde gebied. Als de waterstand
in het overstroomde gebied na de overstroming lager is dan het winterpeil op het
buitenwater, dan betekent dit dat de polder nog niet helemaal is volgelopen. De bres zal
zo snel mogelijk worden gedicht. Dit geldt met name voor grote gebieden zoals
9 Als maar een beperkt aantal polders is overstroomd én het leegpompen van de overstroomde polders lang doorgaat na de
gebeurtenis is deze beperking in afvoer niet meer relevant.
Nut & noodzaak september 2016 extra gemaalcapaciteit na overstroming
40 PR3291.10 HKV lijn in water
bijvoorbeeld de Flevopolder. Kleinere gebieden, zoals bijvoorbeeld Marken, zullen na
een overstroming sneller vollopen. Dat betekent dat in deze gebieden de
binnenwaterstand gelijk is aan de verhoogde waterstand op het buitenwater. Voor deze
gebieden zal, nadat de waterstand op het buitenwater is gezakt, worden geloosd op het
buitenwater via de bres. Direct daarna zal de bres worden gesloten. We er van uit gaan
dat de bres dusdanig groot is dat totdat de binnenwaterstand gelijk is aan de
buitenwaterstand.
Nadat de bressen zijn gedicht, kan gestart worden met het leegpompen van het gebied.
Hoe lang duurt orde-grootte het leegpompen?
Een poldergemaal heeft doorgaans een capaciteit van rond 15 mm/dag. Dat zou betekenen dat
als het water door overstroming in een polder gemiddeld 1 m (1000 mm) boven maaiveld staat
er iets meer dan twee maanden nodig is om het gebied leeg te pompen – als we er van uit gaan
dat er in die periode weinig neerslag valt en dat doorgebroken kades of dijken hersteld zijn óf
de waterstand van het buitenwater zo laag is geworden dat er geen water het gebied meer in-
of uitstroomt.
We hebben het bij het leegpompen van poldergebieden na overstromingen dus snel over een
duur van enkele maanden.
Daarnaast zal de bemaling ook het neerslagoverschot en eventuele kwel moeten verwerken.
Hierdoor zal de duur van leegstromen groter worden. Gemiddeld is het neerslagoverschot in de
winter in Nederland orde 70 mm per maand. Dit levert een ongeveer 5 dagen langere duur van
leegpompen van het gebied.
september 2016 Nut en noodzaak extra gemaalcapaciteit na overstroming
HKV lijn in water PR3291.10 41
Bijlage B: Checklist Nafase - Evacueren kun je leren
Bron: Checklist Nafase - Van dreigend hoogwater tot en met evacuatie. Vermeij-Van den Braak, E., Besselink, E. en M. Rooze, 2008, Handreiking nafase bij een grootschalige overstroming - Opgesteld in kader van “Van dreigend hoogwater tot en met evacuatie”, rapportage, PR1115.10.
september 2016 Nut en noodzaak extra gemaalcapaciteit na overstroming
HKV lijn in water PR3291.10 43
Bijlage C: Casestudies
C.1 Flevopolder
Systeembeschrijving
De Flevopolder beslaat een oppervlak van ongeveer 100.000 ha en wordt bemalen door vier
gemalen: de Blocq van Kuffeler, Colijn, Wortman en Lovink. De gesommeerde gemaalcapaciteit
is 130 m3/s. Dit levert een capaciteit van circa 11,2 mm/dag. Het gebied bestaat uit een Lage
Afdeling en een Hoge Afdeling met een streefpeil in de bemalen peilgebieden van respectievelijk
NAP-6,20 m en NAP-5,20 m. Het maaiveld in de Lage Afdeling ligt rond NAP-4,50 m met de
laagste delen rond NAP-5,00 m. In de Hoge Afdeling ligt het maaiveld rond NAP-3,50 m.
In de situatie van overstroming loopt de gehele polder onder en zijn de maximale waterstanden
rond NAP-0,40 m, gelijk aan het winterstreefpeil van het IJsselmeer/Markermeer. De
overstromingsdiepten liggen rond 4 meter in de Lage Afdeling en 3 m in de Hoge Afdeling.
Resultaten
Overstromingsduur
Conform de aanpak zoals eerder geschetst bepalen we de overstromingsduur als volgt:
• Leegloop via bressen:
De maximale waterstand bij overstroming ligt rond NAP-0.40 m. Dit is het
winterstreefpeil van het IJsselmeer, Markermeer en de randmeren. Er is daardoor geen
sprake van het via de bres of bressen leeglopen van het gebied na overstroming. Er
wordt daarom geen rekening gehouden met leegloop via de bressen.
• Duur gebeurtenis:
De duur van de gebeurtenis na doorbraak schatten we op 2 dagen omdat de faalkans
stormgedomineerd is. Ongeveer twee dagen na de piek van de storm zal de situatie
weer normaal zijn en kan met het dichten van de bres worden begonnen.
• Duur dichten bres:
De duur voor het dichten van de bres na de gebeurtenis is aangenomen op 7 dagen. We
gaan er van uit dat pas daarna zal worden begonnen met leegpompen.
• Duur beschikbaar krijgen bemaling:
In de enquête naar de beschikbaarheid van de bemaling na overstroming is aangegeven
dat de gemalen kunnen functioneren.
• Duur leegpompen:
De capaciteit van de bemaling is 11.2 mm/dag. Dit levert bij diepten rond 3 tot 4 meter
een duur op van 9 maanden tot meer dan een jaar. In Figuur C-1 is de duur voor het
leegpompen schematisch weergegeven. De gemiddelde duur over het gebied is 290
dagen. Hierbij is verondersteld dat alle gemalen werken.
De totale gemiddelde duur is dan 290 dagen + 7 dagen + 2 dagen = 299 dagen.
Hierbij merken we op dat dit niet betekent dat na 300 dagen herstel van het gebied is
gerealiseerd. Dit zal ruim langer duren omdat na het droogmaken pas de vitale infrastructuur
kan worden hersteld en aan herstelwerkzaamheden kan worden begonnen.
Nut & noodzaak september 2016 extra gemaalcapaciteit na overstroming
44 PR3291.10 HKV lijn in water
Figuur C-1: Duur voor leegpompen van Oostelijk en Zuidelijk Flevoland
De totale gemiddelde duur is dan 290 dagen + 7 dagen + 2 dagen = 299 dagen. Dit is de totale
gemiddelde duur als 100% van de hoofdgemalen functioneert. Het is de inschatting van de
beheerder dat de gemalen blijven functioneren bij een overstroming.
Hierbij merken we op dat dit niet betekent dat na 300 dagen herstel van het gebied is
gerealiseerd. Dit zal ruim langer duren omdat na het droogmaken pas de vitale infrastructuur
kan worden hersteld en aan herstelwerkzaamheden kan worden begonnen.
Duur leegpompen
0
tot 1 week
tot 1 maand
tot 2 maanden
tot 3 maanden
tot 4 maanden
tot een half jaar
tot een jaar
langer dan een jaar
september 2016 Nut en noodzaak extra gemaalcapaciteit na overstroming
HKV lijn in water PR3291.10 45
C.2 Mastenbroek
Systeembeschrijving
Polder Mastenbroek beslaat een oppervlak van ongeveer 9500 ha. Het maaiveld loopt van een
meter boven NAP in het zuiden van het gebied tot NAP-3 m in het noordenwesten van het
gebied. Het laagste gebied is polder de Koekoek. We gaan uit van een gemaalcapaciteit van
15 mm/dag gemiddeld over de gehele polder.
In de situatie van overstroming loopt de gehele polder onder en zijn de maximale waterstanden
rond NAP+2,25 m met dus maximaal inundatiediepten van 2 meter in het zuiden van het gebied
tot 5 meter in polder de Koekoek.
Resultaten
Overstromingsduur
• Leegloop via bressen:
De maximale waterstanden bij overstroming ligt rond NAP+2.25 m. Dit is ruim hoger
dan de normale waterstanden van de IJssel (in het zuidwesten) en het Zwarte Water (in
het oosten). De normale waterstanden in de winter liggen op de IJssel en het Zwarte
Water rondom NAP-0.20 m. We gaan er daarom van uit dat het gebied kan leeglopen
via de bressen waardoor het gebied ook is volgelopen.
Aan de kant van de IJssel ligt het maaiveld in Mastenbroek rond NAP. Dat is hoger dan
NAP-0.20 m. We gaan uit van een bovengrensbenadering en gaan er daarom van uit dat
het gebied niet verder kan leeglopen dan tot NAP. Bij een bres aan de Zwarte Water
zijde van Mastenbroek zal het gebied verder leeg kunnen lopen. Als het gebied is
leeggelopen via de bressen is het zuidelijke deel al drooggevallen, in polder de Koekoek
is de overstromingsdiepte dan nog ongeveer 3 meter.
• Duur gebeurtenis:
De duur van de gebeurtenis na doorbraak schatten we op 15 dagen omdat de faalkans
riviergedomineerd is. Dit geldt zowel voor doorbraak langs de IJssel als doorbraak langs
het Zwarte Water. Ongeveer 15 dagen na de piek van de afvoergolf zal de situatie weer
normaal zijn en kan met het dichten van de bres worden begonnen.
• Duur dichten bres:
De duur voor het dichten van de bressen na de gebeurtenis is aangenomen op 7 dagen.
We gaan er van uit dat pas daarna zal worden begonnen met leegpompen.
• Duur beschikbaar krijgen bemaling:
De enquête naar de beschikbaarheid van de bemaling na overstroming is niet ingevuld
door Waterschap Groot Salland. We gaan er van uit dat de bemaling beschikbaar is als
de bressen gedicht zijn.
• Duur leegpompen:
De capaciteit van de bemaling hebben we aangenomen op 15 mm/dag. Dit levert bij
diepten rond 0 tot 3 meter een duur op van 0 dagen tot bijna 7 maanden. In Figuur C-2
is de duur voor het leegpompen schematisch weergegeven. De gemiddelde duur over
het gebied is 30 dagen. Hierbij is verondersteld dat alle gemalen werken.
Nut & noodzaak september 2016 extra gemaalcapaciteit na overstroming
46 PR3291.10 HKV lijn in water
Figuur C-2: Duur voor leegpompen van Mastenbroek
De totale gemiddelde duur is dan 30 dagen + 15 dagen + 7 dagen = 52 dagen. Dit is de totale
gemiddelde duur als 100% van de hoofdgemalen functioneert. Als uitgegaan wordt van 50%
uitval neemt dit toe tot gemiddeld 60 + 15 dagen + 7 dagen = 82 dagen.
Duur leegpompen
0
tot 1 week
tot 1 maand
tot 2 maanden
tot 3 maanden
tot 4 maanden
tot een half jaar
tot een jaar
langer dan een jaar
september 2016 Nut en noodzaak extra gemaalcapaciteit na overstroming
HKV lijn in water PR3291.10 47
C.3 Alblasserwaard en de Vijfheerenlanden
Systeembeschrijving
Het gebied Alblasserwaard en Vijfheerenlanden beslaat een oppervlak van ongeveer 39000 ha.
We gaan uit van een lozingscapaciteit van polder- en boezemgemalen van 15 mm/dag. Het
maaiveld loopt van een NAP+0,5 m in het noordoosten van het gebied tot ruim NAP-1,5 m in
het westen van het gebied.
In de situatie van overstroming bij toetspeil loopt het gehele gebied onder en zijn de maximale
waterstanden rond NAP+2,50 m met dus maximaal inundatiediepten van 2 meter in het
noordoosten van het gebied tot 4 meter in het westen van het gebied.
Resultaten
Overstromingsduur
• Leegloop via bressen:
Door het waterschap is aangegeven dat er niet wordt verwacht dat het waterschap via
de bressen leeg kan lopen. Er zal in het getijdegebied in ieder geval niet actief een bres
worden gemaakt om het gebied sneller leeg te laten lopen vanwege de complexiteit van
het dichten van een bres in het getijdegebied. Het terugstromen via een bres
bovenstrooms van Vianen is ook niet realistisch omdat dat het hoogste punt van het
gebied is. We gaan er van uit dat de waterdiepeten uit LIWO maatgevend zijn voor de
duur van het leegpompen.
• Duur gebeurtenis:
De duur van de gebeurtenis na doorbraak schatten we op 15 dagen omdat de faalkans
riviergedomineerd is. Dit geldt zowel voor doorbraak langs de Lek als doorbraak langs
de Waal. Ongeveer 15 dagen na de piek van de afvoergolf zal de situatie weer normaal
zijn.
• Duur dichten bres:
De duur voor het dichten van de bressen na de gebeurtenis is aangenomen op 7 dagen.
We gaan er van uit dat pas daarna zal worden begonnen met leegpompen.
• Duur beschikbaar krijgen bemaling:
Gemaal Smits is hoogwatervrij. Dit wil overigens niet zeggen dat het gemaal ook direct
beschikbaar is. Omdat het een elektrisch gemaal betreft en de stroomvoorziening
tijdens een dergelijke overstroming waarschijnlijk wordt onderbroken zal een
noodaggregaat moeten worden opgesteld. We gaan er hier van uit dat het gemaal na
het hoogwater en na het dichten van de bres beschikbaar is.
Het Kolffgemaal en Overwaardgemaal niet. Gemaal Overwaard kan tot NAP+2 m worden
ingezet. Dit is lager dan de waterstand ten gevolge van overstroming. We gaan uit van
een bovengrensbenadering waarbij zowel het Kolffgemaal als gemaal Overwaard niet
beschikbaar zijn.
• Duur leegpompen:
De capaciteit van de bemaling hebben we aangenomen op 15 mm/dag. Dit levert bij
diepten rond 2 tot 4 meter een duur op van 4 maanden tot 9 maanden. In Figuur C-2 is
de duur voor het leegpompen schematisch weergegeven. De gemiddelde duur over het
gebied is 261 dagen. Hierbij is verondersteld dat alle gemalen werken.
Nut & noodzaak september 2016 extra gemaalcapaciteit na overstroming
48 PR3291.10 HKV lijn in water
Figuur C-3: Duur voor leegpompen van het gebied Alblasserwaard en de Vijfheerenlanden
De totale gemiddelde duur is dan 261 dagen + 15 dagen + 7 dagen = 283 dagen. Dit is de
totale gemiddelde duur als 100% van de hoofdgemalen functioneert. Als uitgegaan wordt van
50% uitval neemt dit toe tot gemiddeld 522 + 15 dagen + 7 dagen = 544 dagen.
Duur leegpompen
0
tot 1 week
tot 1 maand
tot 2 maanden
tot 3 maanden
tot 4 maanden
tot een half jaar
tot een jaar
langer dan een jaar
september 2016 Nut en noodzaak extra gemaalcapaciteit na overstroming
HKV lijn in water PR3291.10 49
C.4 De Rotte
Systeembeschrijving
De Rotteboezem watert af met boezemgemaal mr. U.G. Schilthuis via een ondergrondse leiding
naar de Nieuwe Maas. Het afwaterend oppervlak bedraagt 8032 ha en de gemaalcapaciteit
17.5 m3/s. Dit komt neer op een relatief hoge capaciteit van 18.8 mm/dag. De gemalen die op
de boezem lozen (Kooij, De Wilde Veenen, Bergweg – Noord, Tweemanspolder, Anjerweg en
Eendracht) hebben een lagere capaciteit van gemiddeld 16 mm/dag. De polders kunnen
daarmee niet sneller worden leeggemalen dan met een capaciteit van 16 mm/dag, tenzij
noodbemaling wordt ingezet.
Het overstromingsbeeld bij toetspeil levert een divers beeld op. Alleen een deel van de polders
aan de oostzijde van de Rotte, zoals de Eendragtspolder kennen grootschalige overstroming
met diepten van meer dan 3 meter. Het betreft polders met een maaiveldhoogte van dieper dan
NAP-5 m. De rest van het gebied rond de Rotteboezem kent beperktere overstromingsdiepten.
Resultaten
Overstromingsduur
• Leegloop via bressen:
De maximale waterstanden bij overstroming liggen lager dan het buitenpeil.
Terugstroming via de bressen is dan niet mogelijk.
• Duur gebeurtenis:
De duur van de gebeurtenis na doorbraak schatten we op 4 dagen, omdat de faalkans
stormgedomineerd is [HR2006]. Ongeveer 4 dagen na de doorbraak zal de situatie weer
normaal zijn en kan met het dichten van de bres worden begonnen.
• Duur dichten bres:
De duur voor het dichten van de bressen na de gebeurtenis is aangenomen op 7 dagen.
We gaan er van uit dat pas daarna zal worden begonnen met leegpompen.
• Duur beschikbaar krijgen bemaling:
Het gemaal Schilthuis zal naar verwachting uitvallen. Er is een noodaggregaat
beschikbaar voor het overnemen van de dieselbemaling. De dieselmotoren kunnen nog
ongeveer 80 uur op de brandstof van het noodaggregaat functioneren, mits de
brandstofopslag geen water heeft binnengekregen. Het herstel van de dieselbemaling
duurt ongeveer 4 weken en het herstel van de elektrische bemaling duurt ongeveer 1
jaar.
• Duur leegpompen:
De capaciteit van de bemaling hebben we aangenomen op 16 mm/dag gezien de
capaciteit van de polderbemaling. In Figuur C-2 is de duur voor het leegpompen
schematisch weergegeven. De gemiddelde duur over het gebied is 55 dagen. Hierbij is
verondersteld dat alle gemalen werken.
Nut & noodzaak september 2016 extra gemaalcapaciteit na overstroming
50 PR3291.10 HKV lijn in water
Figuur C-4: Duur voor leegpompen van de Rotteboezem
De totale gemiddelde duur is dan 55 dagen + 4 dagen + 7 dagen = 66 dagen. Dit is de totale
gemiddelde duur als 100% van de hoofdgemalen functioneert. Als uitgegaan wordt van 50%
uitval neemt dit toe tot gemiddeld 110 + 4 dagen + 7 dagen = 121 dagen. De verschillen
binnen het gebied zijn echter groot.
Duur leegpompen
0
tot 1 week
tot 1 maand
tot 2 maanden
tot 3 maanden
tot 4 maanden
tot een half jaar
tot een jaar
langer dan een jaar
september 2016 Nut en noodzaak extra gemaalcapaciteit na overstroming
HKV lijn in water PR3291.10 51
C.5 De Hoeksche Waard
Systeembeschrijving
De Hoeksche Waard bestaat uit meerdere bemalingsgebieden die direct op het buitenwater
lozen. Uitzondering vormen Polder Moerkerk en Sint Antony die via de tussenboezem de
Binnenbedijkte Maas afwateren op buitenwater.
Resultaten
Overstromingsduur
• Leegloop via bressen:
De maximale waterstanden bij overstroming ligt in de gebieden rond NAP+0,5 m tot
NAP+1.00 m. Dit is hoger dan de normale waterstanden tijdens eb op het buitenwater.
De normale waterstanden tijdens eb liggen rond NAP. We gaan er daarom van uit dat
het gebied kan leeglopen via de bressen waardoor het gebied ook is volgelopen.
• Duur gebeurtenis:
De duur van de gebeurtenis na doorbraak schatten we op 4 dagen omdat de
faalgebeurtenissen veelal stormgedomineerd zijn. Ongeveer 4 dagen na de piek van de
storm zal de situatie weer normaal zijn en kan met het dichten van de bres worden
begonnen.
• Duur dichten bres:
De duur voor het dichten van de bressen na de gebeurtenis is aangenomen op 7 dagen.
We gaan er van uit dat pas daarna zal worden begonnen met leegpompen.
• Duur beschikbaar krijgen bemaling:
De beschikbaarheid van de bemaling na overstroming is niet voor alle bemaling
ingevuld. We gaan er van uit dat de bemaling beschikbaar is als de bressen gedicht zijn.
Door het waterschap is mondeling aangegeven dat 75% van de bemaling uitvalt.
• Duur leegpompen:
De capaciteit van de bemaling hebben we aangenomen op 15 mm/dag. In Figuur C-2 is
de duur voor het leegpompen schematisch weergegeven. De gemiddelde duur over het
gebied is ongeveer 35 dagen indien alle gemalen in werking zijn. Als uitgegaan wordt
van 75% uitval neemt dit toe tot 136 dagen.
Nut & noodzaak september 2016 extra gemaalcapaciteit na overstroming
52 PR3291.10 HKV lijn in water
Figuur C-5: Duur voor leegpompen van het gebied De Hoeksche Waard
De gemiddelde duur is dan 35 dagen + 4 dagen + 7 dagen = 46 dagen. Dit is de totale
gemiddelde duur als 100% van de hoofdgemalen functioneert. Als uitgegaan wordt van 75%
uitval neemt dit toe tot gemiddeld 136 + 4 dagen + 7 dagen = 147 dagen.
Duur leegpompen
0
tot 1 week
tot 1 maand
tot 2 maanden
tot 3 maanden
tot 4 maanden
tot een half jaar
tot een jaar
langer dan een jaar
september 2016 Nut en noodzaak extra gemaalcapaciteit na overstroming
HKV lijn in water PR3291.10 53
Bijlage D: Kosten-baten analyse
In de KBA veronderstellen we dat in 2050 de maatregelen zijn gerealiseerd conform de
Deltabeslissing Ruimtelijke Adaptatie. De waterkeringen voldoen dan aan de nieuwe normen.
De investeringskosten worden in 2050 genomen en daarmee worden de baten vanaf 2050
gerealiseerd. Vanwege de bovengrensbenadering van de kansrijkheid van maatregelen worden
de baten over een oneindige tijdshorizon berekend.
Uitbreiding
gemaalcapaciteit (t.o.v. huidige
gemaalcapaciteit)
Contante Waarde Baten (miljoen Euro)
Investeringskosten (miljoen Euro)
Permanente uitbreiding / Noodpompen
+25%
Permanente uitbreiding
+100%
Permanente uitbreiding +25%
Noodpompen +25%
Permanente uitbreiding
+100%
Flevopolder 5 14
61 * geen verwachte
uitval
76 * geen verwachte
uitval
246 * geen verwachte
uitval
Mastenbroek 12 15 8+5 10+5 31+5
Hoeksche Waard 66 72 20+12 25+12 81+12
Rotteboezem 1 1,5 10+0,5 12+0,5 40+0,5 Alblasserwaard en Vijfheerenlanden 44 55 10+7 12+7 40+7
NB: Bij structurele oplossing zijn de kosten opgeteld van de maatregelen om ervoor te zorgen
dat de huidige gemalen niet uitvallen. Gemalen Flevopolder zullen niet uitvallen bij
overstroming.
Bescherming gemaal
tegen uitval bij hoogwater
Contante Waarde Baten (miljoen Euro)
Investeringskosten (miljoen Euro)
Structurele maatregelen
vitale infrastructuur
gemaal
Tijdelijke of permanente
keringen om het gemaal
Structurele maatregelen
vitale infrastructuur
gemaal
Tijdelijke of permanente
keringen om het gemaal
Flevopolder * geen verwachte uitval
Mastenbroek 10 10 5 2
Hoeksche Waard 62 62 12 5
Rotteboezem 1 1 0,5 0,5 Alblasserwaard en Vijfheerenlanden
37 37 7 3
september 2016 Nut en noodzaak extra gemaalcapaciteit na overstroming
HKV lijn in water PR3291.10 55
Bijlage E: Bespreekverslag conceptbevindingen met beheerders
Project : Nut en noodzaken watervrij maken
Datum : 23 augustus 2016
Onderwerp : Beheerdersbijeenkomst 23 augustus 2016
Opgesteld : HKV
Aanwezig : Koos Poot (DGRW), Cisca Blom (UVW), Jessica Zoethout (WSRL), Bart van Dijk
(ZZL), Wim Polderman (WSHD), Bas Kolen (HKV) en Marit Zethof (HKV)
Aanwezig : Henk Jan Vochteloo (HHSK) en Gerard Verstoep (WDOD)
Circuleren : genodigden
Koos schets de aanleiding van de studie. Deze vloeit voort uit het Deltaprogramma om NL
robuuster in te richten (naast preventie wat de belangrijkste pijler blijft).
Een cruciale vraag is hoe we gebieden na een overstroming weer droog krijgen en wat de rol
van de gemalen is. Eerst is dat globaal en oriënterend gedaan vandaar de focus op de
hoofdgemalen.
Vraag 1. Kunnen we eisen stellen dat gemalen overstromingsbestendig zijn?
Nu is de inschatting dat al 50% van de gemalen zal het uitvallen. De snelheid van herstel is
variabel (weken tot langer). Overwegingen.
- Bij vervanging anders bouwen? Nu staan soms gemalen laag (incl. hun leidingwerk)
- Wegen de kosten op tegen de baten?
- Voorraden diesel zijn aanwezig (bv Hoeksche Waard), daar kan gemaal veelal een paar
dagen op draaien. De aansluitpunten staan nu vooral onder water.
Antwoord op de vraag:
- ZZL: Ze zijn al hoog gelegen (aangelegd bij de bouw van de polder). Gemaal zelf is
bestendig, toevoer van energie is afhankelijk van waar de doorbraak is. Bestendigheid
van de energielevering is aandachtspunt.
- WSRL: reactie na interne afstemming.
- WSHD: Binnen WSHD wordt een nieuw gemaal gebouwd, hier is de afweging gemaakt
voor hoger opstellen of niet. Dat kostte tonnen Euro meer en daarom is dat niet gedaan.
De kans is ‘piepklein’ en daarom is het laag gebouwd.
o Ook kijken naar KBA en niet alleen naar de kans
o Ook kijken naar inzetbaarheid van de gemalen
- Technisch wel mogelijk, maar de vraag is of het wenselijk is (en betaalbaar).
100% overstromingsbestendig is niet waarschijnlijk en haalbaar, de vraag is wel tot op
welk niveau eisen kunnen worden gesteld.
Vraag 2. Uitgangspunten en aannames voor de bepaling van de duur voor watervrij maken in de
huidige situatie?
Antwoord op de vraag:
- De analyse is nu bedoeld om een beeld te vormen of het nodig is om je hierin verder te
verdiepen. Hier geeft de studie een goed beeld op.
Nut & noodzaak september 2016 extra gemaalcapaciteit na overstroming
56 PR3291.10 HKV lijn in water
- Voor gebieden die interessant zijn om vervolgstappen te bekijken, zal je in meer detail
moeten analyseren dan nu is gedaan. Dan zal ook de beschikbaarheid van
poldergemalen en watergangen, en de standzekerheid van regionale keringen moeten
worden meegenomen. Er wordt gevraagd hoeveel de kosten toenemen als ook de
poldergemalen, watergangen en keringen worden meegenomen. Dit is in de
gevoeligheidsanalyse beschouwd (kosten factor 2 hoger of lager).
- WSHD: Hoeksche Waard is aanname 50% aan de hoge kant. Uitval is meer orde 75%.
Vraag 3. Aanpak voor kosten en baten.
- Er is een lineaire relatie verondersteld tussen de duurverkorting van het watervrij
maken en de reductie van de indirecte schade (bedrijfsverliezen). Deze relatie is echter
niet bekend in de huidige schademodellen. Er is weinig bekend voor een meer
gedetailleerde aanpak.
Voor gebieden met een lange duur kan het anders zijn.
- Andere baten
o Mensen kunnen eerder naar huis, aan het werk
o Zijn er nog andere baten te benoemen?
- Investeringskosten (prijspeil 2015 � getallen omgerekend naar waarde in 2050):
o 0,5 mljn Euro voor hoogwatervrij aanleggen vitale infrastructuur in bestaand
gemaal voor beschermen gemaal tegen uitval bij overstroming. Extra maatregel
is het ophogen van het gemaal.
o 2 mljn Euro per km1 voor permanente en tijdelijke kering:
� Permanente kering: 2 mljn Euro per km1,
� Tijdelijke kering: 2 mljn Euro per km1 uitgesplitst naar,
1800 Euro per m1 aanschaf (eenmalig) +
130.000 Euro voor opslag (eenmalig) +
50 Euro per m1 levensduurkosten per jaar (oefenen, inspectie,
onderhoud).
o 1 mljn Euro per 1 m3/s permanente capaciteitsuitbreiding gemaal.
o 1,25 mljn Euro per 1 m3/s noodpompen contante waarde investeringskosten 50
jaar.
o Onderscheid maken tussen eenmalige en jaarlijkse kosten.
- Er is een gevoeligheidsanalyse uitgevoerd waarin de gevoeligheid van de parameters op
de K/B analyse is onderzocht. De investeringskosten en de relatie tussen de
schadereductie zijn de belangrijkste parameters. De conclusie blijft dat investeren in
gemalen om deze te beschermen tegen uitval blijft de meest interessante maatregel.
Antwoord op de vraag:
- Is het interessant om collectief noodpompen aan te schaffen? WSHD geeft aan dat het
inhuren van de noodpompen geen opties was;
- Kosten vergelijkbaar maken (contant maken);
- Ook extra kosten benoemen, bv voor de organisatie (mensen om pompen of
noodkeringen neer te zetten).
september 2016 Nut en noodzaak extra gemaalcapaciteit na overstroming
HKV lijn in water PR3291.10 57
Vraag 4: neveneffecten en andere overwegingen
Antwoord op de vraag:
- WSHD: Extra gemaalcapaciteit heeft niet altijd een gunstig effect bij wateroverlast, ook
hier zijn extra investeringen nodig in het watersysteem. Een kleine uitbreiding voor
neerslag (van 15 naar 17) is een kleine stap voor overstromingen.
- UvW: Er komt nu een bestuurlijke commissie voor extreme buien. Hierbij
overstromingen meenemen als extra afweging.
- Agenderen van het verkleinen van de kwetsbaarheid van gemalen bij bestuurders
Afronding:
- DGRW en UvW gaan de landelijke richting bepalen.
- Noot is bewustwording van de huidige faalkans van gemalen. Waterschappen gaan zelf
over het besluit wel/niet extra te investeren in de verkleining van de kwetsbaarheid van
de gemalen.
september 2016 Nut en noodzaak extra gemaalcapaciteit na overstroming
HKV lijn in water PR3291.10 58