pantheon// 2010 politiek
DESCRIPTION
pantheon// is een twee maandelijkse uitgave van de Bouwkundige studievereniging Stylos, waarin vakgerelateerde artikelen en interviews staan, gericht op verschillende thema’s die wisselen per editie. Ook wordt er verslag gedaan van zaken waar Stylos zich mee bezig houdt.TRANSCRIPT
Op de cover is een deel van de koepel te zien die in 1999 bovenop de ‘Reichstag’ is geplaatst. Het Rijksdaggebouw is het huidige Duitse parlements-gebouw in Berlijn.
colofonjaargang 14, editie 4, november 2010 oplage: 2400Stylosleden en vrienden van de Stylos Stichting ontvangen pantheon//vijf maal per jaar
redactieadresBG. midden 110Julianalaan 132-1342628 BL [email protected]
eindredactieNina Verkerk
hoofdredactieEka Hintaran Quirijn Petersen
redactieOlaf KramerDaphne BakkerJoris HoogeboomRiemer PostmaSiriluck SongsriMarije Ruigrok
aan dit nummer werkten meeStylos bestuur 117, Simon Tiemersma, Pim Pelt, Josiena Simonian, studievereniging Cheops, Hans Larsson, Peter Arnts, Rutger Kraal, Jesper Moonen
advertenties07 | Koninklijke De Swart22 | de Architectkaft | Continu Engineering
drukkerKoninklijke De Swart, 's-Gravenhage
omslagQuirijn Petersen
Het Delftsch Bouwkundig Studenten Gezelschap Stylos werd in 1894 opgericht terbehartiging van studie- en studentenbelangen van studenten aan de faculteitBouwkunde van de TU Delft.
bestuur 117 D.B.S.G. Stylosvoorzitter: Maarten van Zutphensecretaris: Jennyfer van Leeuwenpenningmeester - pr: Heini Wandersonderwijs: Quirijn Petersenonderwijs: Eva Gaa!evenementen: Joris Hoogeboomprijsvraag: Matthijs Haak
adresBG. midden 110Julianalaan 132-1342628 BL [email protected]
telefoonnummersbestuur 015 2783697secretariaat 015 2781369
internetwww.stylos.nl
lidmaatschap Stylos10 euro per jaargironummer 296475
Stylos StichtingDe Stylos Stichting vervult een vliegwielfunctie ter stimulering van initiatievenvan en voor studenten van de faculteit Bouwkunde van de TU Delft. Zij kunnenbij het bestuur van de Stylos Stichting terecht voor "nanciële en inhoudelijkeondersteuning van hun project. Om u hiervan op de hoogte te houden ontvangt uelke 2 weken B-nieuws en 5 maal per jaar de pantheon//.Wij vragen om een donatie van 45 euro per jaar (pas afgestudeerden betalen deeerste twee jaar 10 euro). Aan bedrijven vragen wij 90 euro.gironummer 1673413
disclaimerAll photos are (c) the property of their respective owners. We are a non-pro"t organisation and we thank you for the use of these pictures.
pantheon//bimonthly edition of the study association Stylosfaculty of Architecture, TU Delft always printed on 100 % recycled paper
van de redactieEka Hintaran en Quirijn Petersen
Het collegejaar is net begonnen en iedereen begint met goede moed
aan een nieuwe periode. De tijd gaat snel, en je merkt dat je in alle
leuke dingen en deadlines die eraan zitten te komen je prioriteiten
moet stellen en keuzes moet maken. Politiek Nederland zal deze
tijden niet anders beleven: net gevormd, razend enthousiast, veel
nieuwe dingen die op hen afkomen, te weinig tijd in één dag. Toch
zullen ook zij prioriteiten moeten stellen; kijken we eerst naar de
pensioenleeftijden, na al die Franse toestanden, of moeten wij
er eerst voor zorgen dat we straks geen Zweedse IKEA meubilair
in de Tweede Kamer aantre!en? Ook zal dit kabinet straks grote
beslissingen moeten nemen over economie en wonen. De economie
dwingt tot bezuinigingen en bezuinigingen dwingen tot het maken
van keuzes en prioriteiten: tevens op ruimtelijk gebied. De overheid
bepaalt dus in grote mate wat er daadwerkelijk gebouwd wordt en
hoe een land eruit gaat zien. Ook de vorm van bouwwerken wordt
niet zelden bepaald door politieke besluiten.
Niet alleen het Rijk en gemeenten bemoeien zich met het uiterlijk
van ons land, daarnaast speelt Brussel een steeds grotere rol.
Andersom krijgen architecten ook steeds de opdracht om politiek
Nederland buiten de grenzen vorm te geven. En met succes: de
laatste jaren zijn in tal van wereldsteden spectaculaire Nederlandse
ambassades verrezen. Wat in 2003 begon met Berlijn, ging verder in
steden als Addis Abeba, Bangkok en Warschau. Met vernieuwende
en duurzame architectuur proberen de nuchtere Nederlanders een
nieuwe dimensie toe te voegen aan het Nederlandse tulpen- en
molenimago.
Deze pantheon// staat in het teken van het niet altijd even
harmonieuze samenspel tussen architectuur en politiek. Hoogleraar
Wouter Vanstiphout vindt dat politiek en design niet zonder elkaar
kunnen: ontwerp staat niet naast de politiek, maar ontwerp ís
politiek.//
tweemaandelijkse uitgave van d.b.s.g. stylos / nummer 4 / jaargang 2010
politiekpantheon//
1inhoudsopgave
36 38
8
16
20
20
32
stylos2 van de voorzittersSimon Tiemersma / Maarten van Zutphen
2 SteeOwee - ‘have it your way’Pim Pelt
4 Stylos bestuur 117Heini Wanders
6 van de onderwijscommissarisQuirijn Petersen
7 prijsvraag Stylos follyMatthijs Haak
8 looking for identityJosiena Simonian
10 op vakantie met pantheon//pantheon// redactie
11 Multipagina uitwisseling - Cheops Eindhoven
politiek12 recommended readingDaphne Bakker
13 themapaginaJoris Hoogeboom
14 politieke barrièresNina Verkerk
16 de stad van LeninEka Hintaran
18 Nederland, een merk?Riemer Postma
20 Den Haag in beeldOlaf Kramer
23 de nieuwe Tweede KamerQuirijn Petersen
26 design & politicsMarije Ruigrok en Siriluck Songsri
30 building a banana republicDaphne Bakker
32 maakbaarheidJoris Hoogeboom
34 amazing ThailandSiriluck Songsri
algemeen36 invisible City CairoHans Larsson
38 once upon a timeSiriluck Songsri
39 story abroadPeter Arnts / Rutger Kraal
40 get inspiredSiriluck Songsri
41 agenda
van de voorzittersSimon Tiemersma / Maarten van Zutphen
even wennen
Maarten van Zutphen, voorzitter Stylos 117: Na
127 dagen is politiek Nederland er dan toch
in geslaagd om een kabinet te vormen. Niet
helemaal zonder slag of stoot, het blijft natuurlijk
een minderheidskabinet en de vraag is dan ook
hoe lang het overeind zal blijven. Desondanks
is er weer een ‘nieuwe’ groep vol met ambities
en goede plannen om van Nederland een beter
land te maken. De eerste dag lijkt me ook wel
wennen, hoe ga je er nou voor zorgen dat je
plannen verwezenlijkt worden? Bij Stylos is de
wissel van het bestuur inmiddels ook gemaakt.
Het limegroene 116 heeft plaats gemaakt voor
het magenta 117. De eerste dagen van het 117e
bestuur waren ook wel even wennen. Bij mij
bekroop al gauw het gevoel: “Ja, leuk! En nu?”.
Ik had al een half jaar lang stiekem mee gekeken
bij het 116e bestuur, maar nu moeten we het zelf
gaan doen. Het enige wat ik zeker weet, is dat het
een sowieso een fantastisch jaar gaat worden.
Simon Tiemersma, voorzitter Stylos 116: In het
begin van het jaar is het inderdaad wennen,
maar het ritme komt vanzelf. Na een bestuursjaar
is het ook erg wennen om weer te moeten
studeren. Daar waar je binnen een bestuur
alles vóór de vereniging en anderen doet, ben
je met je studie weer vooral individualistisch
bezig, met het doel om te leren. Ook in een
bestuursjaar leer je natuurlijk dingen, al was
dit voor mij niet het hoofddoel. Samenwerken,
activiteiten organiseren en je plannen realiseren,
dat gaat het nieuwe bestuur ook zeker lukken,
misschien niet alles, maar wel genoeg om er
een fantastisch jaar van te maken. We zullen
de komende tijd wel merken of het kabinet en
het 117e goed gaan besturen. Veel succes aan
het magenta bestuur, van de voorzitter van het
oude, 116e bestuur!//
3s t y l o s / / p o l i t i e k / / a l g e m e e n
De nieuwe SteeOwee Ccommissie is alweer samengesteld, maar het geweldige weekend van 13 tot en met 15 augustus staat nog vers in ons geheugen gegrift.
Pim Pelt - voorzitter SteeOwee 2010
SteeOwee - ‘have it your way’
“Goedemorgen meneer Pelt. Wij zijn om de
hoek, alleen de weg is hier afgesloten”, zegt
een meneer met een Brabants accent over de
telefoon. “Dat klopt, als u eerst links afslaat en
dan naar rechts, sta ik daar te wachten, u kunt
mij herkennen aan een out!t in rood/blauw”. We
haasten ons naar het Westterrein waar twee van
de drie grote spantenten opgezet zullen worden
waar de aankomende eerstejaarsstudenten
het hele weekend in zullen slapen. Terwijl we
wachten zien we twee toiletwagens richting
hoofdingang gaan. Een commissiegenoot
trekt een sprintje en springt midden op het
kruispunt voor de tweede wagen. Zes !etsers
vol op hun remmen, een !le van de kruising tot
de brug. Terwijl ik naar de tweede wagen kijk
die inmiddels op de stoep voor de hoofdingang
gestopt is, zie ik daar tegen het verkeer in een
grote jeep met aanhangwagen en drie tenten
aan komen rijden. Die kwam dus niet van de
Sebastiaansbrug. De tweede toiletwagen is
inmiddels goed gereden, maar daarachter
draait een grote stadsbus boos toeterend de
bocht om, terwijl hij bijna tegen de jeep aan
rijdt. De file staat inmiddels tot bij de C1000
en er staan ongeveer twintig !etsers boos te
wachten die proberen zich door het verkeer
heen te dringen. De jeep werpt zich op het gras
terwijl de chau"eur die half uit het raam hangt,
op zoek naar mij, bijna wordt geraakt door een
spiegel van de bus, die nu gewoon vol gas geeft.
“Uhm… (nog altijd aan de lijn)… volgens mij
mocht u daar niet in.”
De vrijdag begon vroeg voor ons. Laatste
v o o r b e r e i d i n g , a a n m e l d e n , w o r k s h o p
klaarzetten en introductieverhalen, waarna het
programma losbarstte. Natuurlijk zaten daar
vaste activiteiten bij zoals de excursie en de
workshop, maar dit jaar werd ook geGPSgamed
en het al oude appeltje-eitjespel werd ook
weer gespeeld. Een activiteit die er uitsprong
was de betonworkshop. Het begon met de
masterclass van Siebe Bakker in de oranje Oost
Serre. Hierin vertelde hij uitvoerig over de
kenmerken van beton waarbij hij dieper inging
op de textuur en sfeer. Ook werd er verteld over
het verstandig gebruik van beton en gaf hij
verschillende voorbeelden waarbij het wordt
toegepast. In de afsluiting werd uitgelegd dat
de verhouding water in beton erg belangrijk
is. Daarna was het tijd voor de aankomende
eerstejaars om zelf met het beton aan de slag
te gaan. Met zelf meegebracht afvalmateriaal
‘de jeep werpt zich op het gras terwijl de chau!eur, die half uit het raam hangt op zoek naar mij, bijna wordt geraakt door een spiegel van de bus’
werden mallen gemaakt, waarna in emmers
beton werd gefabriceerd. Het bleek toch nog
redelijk moeilijk om een geslaagd object te
verkrijgen omdat de mallen niet stevig genoeg
waren of de vorm te moeilijk was. Uiteindelijk
zijn er toch mooie resultaten uitgekomen die
bezichtigd kunnen worden bij Stylos.
Na een actieve dag vol activiteiten is het
natuurlijk ’s avonds tijd voor een feestje.
In de middag was door de commissie de
Vormstudiehal omgebouwd tot een ware
undergrounddisco. De tafels waren omhoog
gezet zodat er een knusse dansvloer ontstond.
Op een gegeven moment meldde de crew
van Unit Sound zich waardoor er na een uur
een geluidsinstallatie verrees waar je bang
van werd. Het schijnt dat medewerkers onze
soundchecks tot in de uithoeken van de vleugels
hebben kunnen horen. Om 9 uur ging de
métropolitainparty dan echt los wat zorgde voor
een topafsluiting van de dag.
Het hele weekend ging als een sneltrein voorbij
en aan de gezichten van de aankomende
eerstejaars was af te lezen dat ze het naar hun
zin hadden gehad. En dat is toch waar we het
voor hebben gedaan. We kijken er als commissie
dan ook met een voldaan gevoel op terug en we
weten zeker dat de nu studerende eerstejaars
dit ook doen.//
4 s t y l o s / / p o l i t i e k / / a l g e m e e n
Heini Wanders namens het 117e bestuur
Stylos bestuur 117
Een nieuw Stylos bestuur introduceerde een nieuwe kleur bij Stylos. Het oude bestuur introduceert hen bij Stylos. Tijd om kennis te maken.
“(…) God aanschouwde het magenta, en zag
dat het goed was”. Min of meer op deze manier
is ooit het begin van het leven beschreven.
Vergelijkbaar begon ook het leven van het 117e
Stylos bestuur. Er werden zeven frisse bestuurs-
kandidaten op pad gestuurd. Missie: kom terug
met een nieuwe kleur voor jullie komende Stylos
jaar. Zes uurtjes later arriveerden zij vol trots op
Bouwkunde met een nieuwe kleur. “Jongens,
roze is al geweest!”, “Dit is geen roze…” “Oh,
maar paars is ook al geweest hoor” “Het is
magenta!” Het duurde tot week zeven van het
nieuwe jaar voordat ook bestuur 116 zag dat
het goed was.
In het begin werd door ons, 117 ,het magenta
(her)ontdekt en geïntroduceerd in de Stylos
bestuurskamer. Op haar beurt was het voor
116 tijd om ons te introduceren in de wondere
wereld van Stylos. Echter, pas nadat het o!ciële
wissel-moment was afgerond mochten wij
onszelf of f icieel ‘het bestuur van Stylos’
noemen. Deze dag van de wissel begon met een
ledenvergadering en werd afgesloten onder het
genot van een biertje. Ook wij zaten overigens
ónder het bier. Leuk hoor, Stylos. Nee echt!
Nu, weer een paar weken verder, wanneer de
magenta toner bijna een tweede keer op is, onze
quotelijst vol staat met oneliners van Matthijs
en de commissies grotendeels zijn opgestart,
kunnen we zeggen dat wij allemaal ons plekje
hebben gevonden. Ook dit hebben we weer
deels aan onze voorgangers te danken. Gezien
wij met een persoon meer zijn, moest er een
extra werkplek komen. Omdat de "explekken
niet zo’n succes blijken is er een grotere tafel
het hok in gehesen. Wij blij, want het is best #jn
die extra ruimte. Zeker wanneer iedereen een
sterke mening heeft is het prettig voldoende
ruimte en frisse lucht om je heen te hebben. De
bewaking vindt die frisse lucht wel prima, maar
is minder blij wanneer ze ‘s avonds de ramen
voor ons dicht moeten doen...
Grote kans dat jij, gezien je het al tot alinea vier
van dit artikel hebt gehaald, graag wilt weten
wat deze zeven nieuwe bestuursleden voor
enthousiaste plannen hebben. Om hier achter
te komen ben je bij deze van harte uitgenodigd
om gezellig met ons mee te lunchen, of onder
het genot van een (nu nog gratis!) kopje ko!e
onze ambities aan te horen. – Die heerlijk, verse,
luxe en rijkelijk belegde lunch van ons - (aldus
116) kost maar 1 euro! Wanneer je weet dat dit
bij bestuur 111 en 112 ook een euro kostte kan
je stellen dat wij ons best doen toegankelijk
proberen te zijn (of dat Stylos niet met zijn tijd
meegaat, het is maar hoe je het bekijkt). Ben
je zo druk met je project of vind je het stiekem
een beetje eng om met ons te praten, kan ik
je doorverwijzen naar www.stylos.nl. Daar zal
binnenkort ons beleid te vinden zijn.
Om tot slot alvast een indruk te geven van
de planning en het beleid van het komende
jaar, komen hier een aantal steekwoorden:
samenwerking, archief, prijsvraag, ambtelijk
secretariaat, magenta, toegangkelijk en
indesem!//
‘het duurde tot week zeven van het nieuwe jaar voordat ook bestuur 116 zag dat het goed was’
5s t y l o s / / p o l i t i e k / / a l g e m e e n
Stylos bestuur 117
Maarten van Zutphen
i s d e v o o r z i t t e r ,
5e-jaars student en
z i j n l e v e n s m o t t o
luidt: leef het leven!
Kwam in aanraking met Stylos... via Bk Beats. //
magenta is... Stylos. // Bouwkunde is... stressvol
maar de moeite waard. // Het stomste aan
bouwkunde is... zelf ingenomen arrogante
docenten. // Je toekomst is... onbekend. // Je kan
me ‘s nachts wakker maken... om te vertellen dat
ik verder kan slapen. //
J e n n y f e r v a n
L e e u w e n i s d e
secretaris, 3e-jaars
en haar levensmotto
luidt: doe je eigen
ding!
Kwam in aanraking met Stylos door… mijn
enthousiasme om me in mn het eerste jaar als
eerste commissielid aan te melden! // Magenta
is… voor mij 0, 100, 0, 10. // Bouwkunde is…
te hard werken met te veel gezelligheid. // Het
stomste aan bouwkunde… van donker tot
donker in de faculteit zijn. // Je toekomst is… van
alles en nog wat, waar ik gelukkig van wordt. //
Je kan me ‘s nachts wakker maken voor… een
rondje zeilen. //
H e i n i Wa n d e r s i s
Commissaris PR en
p e n n i n g m e e s t e r,
3e-jaars student en
z i jn leve ns m ot to
luidt: leef van dag
tot dag
Kwam in aanraking
met Stylos door… Simon en Ludic // Magenta
is… voor ons 0, 100, 0, 20. // Bk is… een studie
die goed bij me past. // Het stomste aan
bouwkunde… de oprit bij het voorplein die je
voorband sloopt. // Je toekomst is… veelzijdig
en hopelijk internationaal. // Je kan me ‘s nachts
wakker maken voor… festini peer ijsjes. //
Eva Gaaf f is (ook)
C o m m i s s a r i s
onderwijs, 3e-jaars
s t u d e n t e n h a a r
l e v e n s m o t t o
luidt: geen gezeik,
iedereen rijk!
Kwam in aanraking met Stylos door… frustraties
van een niet nader te noemen Bsc 3 vak die
mij naar de onderwijs commissie dreven //
Magenta is… spannend, schitterend, stralend.
// Bouwkunde is… de mooiste studie van
de wereld. // Het stomste aan bouwkunde…
wachtten tot je posters zijn geprint. // Je
toekomst is… interessant. // Je kan me ‘s nachts
wakker maken voor… ontbijt. //
Quirijn Petersen is
(ook) Commissaris
onderwijs, 3e-jaars
student en zijn levens
m o t t o l u i d t : f *c k
motto’s
Kwam in aanraking met Stylos door… de
pantheon//commissie. // Magenta is… de manier
om punten onder de aandacht te brengen die
er echt toe doen. // Bouwkunde is… als een
thuis waar je altijd terecht kan. // Het stomste
aan bouwkunde… dat je altijd getest wordt
(overigens ook een positief punt). // Je toekomst
is… ergens verscholen in een nisje van een mooi
gebouw. // Je kan me ‘s nachts wakker maken
voor… een feestje zonder confetti. //
J or is H o o g e b o om
i s C o m m i s s a r i s
E v e n e m e n t e n ,
4e-jaars student en
z i jn leve ns m ot to
l u i d t : d o e m a a r
normaal, ik doe al gek
genoeg
Kwam in aanraking met Stylos door… de
mooiste commissie van Stylos (pantheon//). //
Magenta is… een lekker kleurtje. // Bouwkunde
is… diepe dalen, hoge pieken. // Het stomste aan
bouwkunde… te weinig punten voor projecten.
// Je toekomst is… bigger dan BIG? // Je kan me
‘s nachts wakker maken voor… een international
design seminar! //
M a t t h i j s H a a k
i s C o m m i s s a r i s
prijsvraag, 3e-jaars
student en zijn levens
motto luidt: een dag
niet gelachen is een
dag niet geleefd
Kwam in aanraking met Stylos door… Michael
van 116. // Stylos is… gezellig. // Magenta is…
een lekker opvallende kleur. // Bouwkunde
is… Elke dag wat anders. // Het stomste aan
bouwkunde… colleges om 08:45u. // Je
toekomst is… ga ik dit jaar over nadenken. // Je
kan me ‘s nachts wakker maken voor… niks, laat
mij maar lekker liggen. //
‘Zeker wanneer iedereen een sterke mening heeft is het prettig voldoende ruimte en frisse lucht om je heen te hebben’
6 s t y l o s / / p o l i t i e k / / a l g e m e e n
het regeerakkoord!van de onderwijscommissaris, Quirijn Petersen
Yes! Het zojuist gevormde kabinet investeert
1, 8 mil jard euro in het onder wijs ! Het
gaat er maar net om hoe je de boodschap
brengt. Er wordt heel wat gewijzigd in het
onderwijs en dat is ook niet zo gek, want
het onderwijs beweegt voortdurend. Het is
echter onze taak daar kritisch naar te kijken.
Om te beginnen bezuinigt de regering
bijvoorbeeld tegelijkertijd 1,8 miljard euro op
het onderwijs. Van een netto investering is dus
geen sprake. Het gaat om ombuigingen waarbij
andere speerpunten gevormd worden. De
kwaliteit van het hoger onderwijs moet omhoog
valt bijvoorbeeld te lezen in het regeerakkoord.
Het geld hiervoor moet van de studenten zelf
komen. Langer studeren dan nominaal gaat
geld kosten. Langer studeren dan nominaal
zorgt er voor dat je je OV jaarkaart in zal moeten
leveren. Langer studeren dan je bachelor gaat
je overigens ook geld kosten, waarvoor je
aangewezen bent op een sociaal leenstelsel.
Het zijn mooie speerpunten het ‘verbeteren van
de kwaliteit van het onderwijs en de bevordering
van hogere prestaties’. Wie wil dat nu niet? Maar
met deze maatregelen wordt voornamelijk
de technische student getroffen. De Delftse
student heeft een gemiddelde studieduur van
7,2 jaar. Inderdaad, dat is gemiddeld. Met de
invoering van een BSA (Bindend Studie Advies)
van vorig jaar wordt al meer nadruk gelegd op
de noodzaak van nominaal studeren. Dit geldt
eveneens voor de invoering van de Harde Knip,
waardoor je pas door kan gaan naar je master
wanneer je je bachelor in z’n totaliteit hebt
afgerond. Beide punten hebben echter ook het
e!ect dat je geen misstap kan permitteren of
het gaat je geld kosten.
Om terug te komen op eerder gezegd: de Delftse
student doet nu gemiddeld 7,2 jaar over zijn
studie, en ja, dit geldt ook voor de Bouwkunde
student die daar zelfs iets boven zit. Stel dit geld
wordt ook daadwerkelijk omgebogen naar de
inhoud en de kwaliteit van het onderwijs, zou
het probleem zich dan niet van zelf oplossen
omdat iedereen dan reëlere kansen heeft om
nominaal te studeren? Het is niet waarschijnlijk.
Daarbij komt dat het onderwijs meer wil, en
moet zijn, dan een tijdsrun. Onderwijs is niet
enkel een voldoende halen voor een vak.
Onderwijs is daadwerkelijk leren. Leren waar een
vak over gaat en hoe het vak werkt, maar meer
misschien nog wel leren waar je kwaliteiten en
passies liggen. Daarnaast is een studententijd
veelal het moment om volwassen te leren zijn
en handelen, met als ondersteuning hiervan
juist het onderwijs op de faculteit. We moeten
dus kritisch blijven!
Bewust zijn over wat er speelt is belangrijk. Dat
geldt voor beslissingen die genomen worden
in de landelijke politiek, maar vooral ook welke
invloed dat heeft op onze faculteit. Een goed
voorbeeld daarvan is de aankomende begroting
van Bouwkunde. Het gaat een "ink bezuiniging
worden en hij zal hoe dan ook invloed hebben
op het onderwijs. Stylos zal kritisch blijven kijken
naar de aankomende plannen. Tegelijkertijd is
het belangrijk dat jij bewust bent van de gang
van zaken en de invloed die de keuzes kunnen
hebben. Als middel om elkaar bewust te maken
is er sinds kort in de centrale hal het ideeënbord
te vinden. Door middel van een bierviltje kan
je vragen, opmerkingen en ideeën met elkaar
delen en tegelijkertijd ons op de hoogte houden
van wat er speelt op de faculteit. Denk er aan:
Het is maar net hoe je een boodschap brengt.//
// Een student die langer studeert dan nominaal
+1 jaar zal extra collegegeld moeten betalen,
3000 euro bovenop het wettelijk collegegeld.
// Na nominaal +1 moet ook de OV-jaarkaart
worden ingeleverd.
// De studie#nanciering wordt beperkt tot de
bachelor, voor de Master ben je aangewezen
op een sociaal leenstelsel.
// Deze maatregelen zullen waarschijnlijk
meteen na invoering ingaan. Het ziet er naar
uit dat deze invoering in 2012 zal plaatsvinden.
‘de Delftse student heeft een gemiddelde studieduur van 7,2 jaar. Inderdaad, dat is gemiddeld’
Belangrijk: het regeerakkoord is gepresenteerd, het nieuwe kabinet gaat aan de slag en het onderwijs gaat een flinke verandering tegemoet. Wat staat er te gebeuren en welke invloed heeft dat voor de Bouwkundestudent?
Ongeveer 15 jaar geleden ontstond bij Stylos het idee om studenten een paviljoen te laten ontwerpen en bouwen ter verbreding van hun studie. Stylos zal dit jaar weer een prijsvraag organiseren voor een bouwwerk bij de faculteit Bouwkunde. Jij kunt hier als student aan meewerken!
prijsvraag Stylos follyDe Stylos prijsvraag biedt studenten de unieke
kans om het hele bouwproces in praktijk te
ervaren.
Tot nu toe zijn door Stylos drie paviljoens
gerealiseerd. Helaas verloor na de sloop van
de vorige faculteit aan de Berlageweg het
laatste paviljoen zijn relatie met Bouwkunde
en Stylos. Toen dit paviljoen vorig jaar door
vandalisme in de as werd gelegd, ontstond
bij Stylos de gedachte om bij de faculteit aan
de Julianalaan een nieuwe prijsvraag uit te
schrijven. Deze prijsvraag zal, vooral vanwege
het ruimtegebrek rondom de nieuwe faculteit,
van kleinere omvang zijn. Komend studiejaar
schrijft Stylos daarom een prijsvraag uit voor een
Adv proefschrift 135x100.indd 1 18-11-2009 09:34:10Adv proefschrift 230x148.indd 1 24-02-2010 11:15:09
folly. Tijdens de prijsvraag zal deze folly worden
ontworpen en vervolgens worden gerealiseerd
op het voorplein van de faculteit.
Folly is Engels voor ‘dwaasheid’, maar over
het algemeen verstaat men onder het woord
een ‘bouwwerk zonder functie, gebouwd als
ornamenteel element’. Toch is dit niet altijd
het geval; er zijn follies die doelbewust zijn
gebouwd om een statement te maken. Met de
Stylos folly willen we dit ook bereiken. De folly
moet een uithangbord worden voor de faculteit
en voor Stylos. Middels de folly willen we de
mogelijkheid creëren voor Stylos en de faculteit
om een visie op de buitenwereld uit te dragen
op het gebied van duurzaamheid. Het thema
duurzaamheid zal dan ook geïntegreerd moeten
zijn in het ontwerp.
De wedstrijd begint 22 oktober met een open
ideeënprijsvraag. In januari worden vervolgens
uit alle inzendingen vijf winnende ontwerpen
gekozen. Deze winnende teams zullen worden
uitgenodigd om deel te nemen aan het
vervolgtraject. Dit vervolgtraject zal bestaan
uit een ontwerpvak in het tweede semester van
dit studiejaar. Tijdens het vervolgtraject worden
de ideeën, onder begeleiding, uitgewerkt tot
een definitief ontwerp. Uit deze definitieve
ontwerpen zal ook weer een winnaar worden
gekozen, wiens folly daadwerkelijk gerealiseerd
zal worden.
Meer informatie? Ga dan naar www.stylos.nl of
kom langs op Stylos!//
‘de folly moet een uithangbord worden voor de faculteit en voor Stylos’
8 s t y l o s / / p o l i t i e k / / a l g e m e e n
Josiena Simonian
looking for identity
De Grote Reis van Stylos ging dit jaar naar de Verenigde Staten en Canada. Lees hier een kort verslag over de reis naar Boston, Montréal, Toronto en New York, in het thema van ‘de ontwikkeling van de Europese kolonisatie tot een eigen cultuur’.
In juli 2010 stapten 25 avonturistische en
gedreven Bouwkundestudenten, begeleid
door een enthousiaste docente in het vliegtuig
naar Boston. Een indrukwekkende studiereis
stond voor de boeg, met een druk programma
en een gezellige sfeer. Tijdens deze drie weken
bezochten we vier wereldsteden: Boston,
Montréal, Toronto en New York. De reis stond in
het thema van ’de ontwikkeling van de Europese
kolonisatie tot een eigen cultuur in de Verenigde
Staten en Canada’. Oftewel: looking for identity.
Zo had elke stad zijn eigen identiteit en was
dit in de architectuur, de mensen, terug te
herkennen. Onze reis begon in Boston met een
bezoek aan het Old State House, waar ons alles
werd verteld over de kolonisatie en wat voor
e!ect dit op de stad had. Het was deze plek
waar werd gestreden om gelijke rechten en
uiteindelijk de Declaration of Independence aan
de Bostonians werd voorgelezen. Een paar van
de andere toppers van Boston waren het Big Dig
project, waar een grote verkeersader onder de
grond werd aangelegd om een openbaar park
te creëren. Ook bezochten we de universiteiten
van MIT (modern, met gebouwen van Eero
Saarinen en Frank O. Gehry) en Cambridge
(oud en statig). De studenten van beide
universiteiten leidden ons enthousiast rond.
Na extra aandringen bij de receptionist kregen
we een uitgebreide rondleiding in de Simmons
Hall van Steven Holl. Dit studentencomplex op
MIT was als een spons ontworpen met hier en
daar hol of bol lopende wanden. Jammer dat het
modulaire kamermeubilair weinig sfeer aan de
studentenkamers gaf.
In Montréal werden we aangenaam verrast
door de Nederlandse hoogleraar Peter Sijpkes.
Door zijn expertise en 40 jaar woonervaring in
Montréal bezorgde hij ons een leuke "etstocht
door de stad. Op onze tocht kwamen we langs
Canal Lachine (waar oude industrie tot woon/
New York; Central Park, At&t building, Plaza Hotel
New York Highline; Gehry, Jean Nouvel Canada; Niagara falls
9s t y l o s / / p o l i t i e k / / a l g e m e e n
werkcomplexen werd getransformeerd),
beklommen we de Mont Royal, met een
geweldig uitzicht over de stad, en bewonderden
we de torens van Mies. Als beloning van dit
ochtendje zweten trakteerden we onszelf op
een lunch bij Atwater Market. Zo konden we ons
voorbereiden op de WK !nale-die Nederland die
middag tegen Spanje zou spelen. Helaas liep dit
minder goed af dan we gehoopt hadden.
De volgende dag gingen we het erfgoed van
Expo `67 en de Olympische Spelen bekijken.
Habitat `67 is een appartementencomplex dat
Moshe Safdie als afstudeerontwerp op de Expo
liet bouwen. De Habitat is een enorm interessant
gebouw, waarbij geen blok hetzelfde gestapeld
is wat tot verschillende beelden vanuit elk
perspectief leidt. Eén van de appartementen
werd verbouwd, waardoor de bouwvakkers ons
de mogelijkheid gaven de woning van binnen
te bekijken.
Vervolgens liepen we verder naar de Geodesic
Dome van Buckminster Fuller. De bol was nog
helemaal intact; alleen ontbrak de kunststof
bekleding van de triangelconstructie, waardoor
de bol in open contact stond met de buitenlucht.
We liepen verder door het Olympische park en
bekeken het Olympisch zwembad van binnen.
In Montréal bezochten we de architectenbureaus
ARCOP en Saucier+Perotte. Ons bezoek aan
Montréal werd afgesloten met een bezoek
aan McGill University en het Centre Canadien
d`Architecture. Gelukkig was er ook genoeg
gezelligheid met een pannenkoekenfeest in
het hostel, een bezoek aan de legendarische
travestietenclub en een barbecue in de tuin van
Pieter Sijpkes.
In Toronto aangekomen kregen we een
rondleiding van West 8 langs de Waterfront,
waar zij nu een recreatieve boulevard aan
het bouwen waren. Het gebied zou helemaal
veranderen en met enthousiasme werden
ons de te realiseren en iets te enthousiaste
plannen verteld. Tijdens een rondleiding over
de University of Toronto kwamen we langs een
grote collectie oude gebouwen, wat aanvoelde
alsof we op een Harry Potterschool rondliepen.
Die middag kregen we een rondleiding door de
Art Gallery of Ontario naar ontwerp van Gehry en
kregen we een presentatie van Teeple Architects
over de projecten die zij realiseren.
De volgende dagen hebben we de natuur van
Toronto Islands, de Niagara Falls en vooral veel
stadswijken bezocht, omdat het verschil tussen
de verschillende stadsdelen erg uiteenliep.
Tijdens ons verblijf kregen wij vaak een goede
indruk van de multiculturele opzet van de stad.
Zo werd langs Lake Ontario elke dag een ander
festival gevierd, van jazz tot Braziliaans. Het is
duidelijk dat de globaliserende cultuur die van
alles een eenheidsworst probeert te maken in
Toronto zijn slag (nog) niet heeft geslagen en
de culturen vriendschappelijk naast elkaar leven.
In New York bezochten we elke dag een
andere stadswijk. Zo kregen we van alles
wat mee en kwamen we echte Amerikanen
maar ook geïmmigreerde culturen tegen. Ons
hostel was in Harlem gelegen, dit bleek een
hele gemoedelijke wijk te zijn waar iedereen
aardig was en de kerk ons welkom heette
voor het bijwonen van een gospeldienst. In
downtown New York kwamen we een hele
andere sfeer tegen. In tegenstelling tot Harlem
en Brooklyn waar vooral lage bebouwing te
vinden was stonden we hier midden tussen
de skyscrapers. We namen daarom de Staten
Island Ferry om de skyline van een afstand te
bekijken en bezochten daarna Battery Park
en het Skyscrapermuseum. In dit museum
kregen we de nodige lading informatie over
het ontstaan van de wolkenkrabbers en de
transformatie van Manhattan. Met deze basis
konden we dan eindelijk Ground Zero en Wall
Street verkennen. In Soho, Noho en Nolita
maakten we een wandeling langs een heleboel
interessante projecten. De Cooper Union, het
onderwijsinstituut ontworpen door Morphosis
was niet vrij toegankelijk voor publiek. We
mochten wel de tentoonstelling in de kelder
bekijken, daar aangekomen stapte iedereen in
de lift om toch het hele gebouw inclusief dak te
bekijken. We vervolgden onze wandeling langs
40 Bond Apartments van Herzog & de Meuron,
de Prada Store van OMA en bleven extra lang
hangen in het New Museum van SANAA en
bekeken het helaas gesloten Storefront for
Architecture van Steven Holl en Vito Acconci.
Gelukkig was het Storefront om de hoek
van de beste cheesecakebakkerij van New
York, waardoor we dit stukje Amerikaanse
cultuur ook konden ontdekken. Aan het
einde van de dag kregen we een uitgebreide
presentatie en rondleiding bij het bureau van
Richard Meier waar het interieur natuurlijk wit
was. Een paar dagen later bezochten we zijn
Modelmuseum in Queens, waardoor we weer
helemaal op de hoogte waren van de vele
precieze maquettetechnieken die bij het bureau
gebruikt werden.
Natuurlijk gingen we ook op ontdekkingsreis
naar de Europese roots. Het Dyckmann
Farmhouse was een oude Nederlandse koloniale
boerderij in het noorden van Manhattan, die
was opgeknapt en gemixt in 18e en 19e eeuwse
staat behouden. Het Nederlandse kolonialisme
straalde ervan af. In het Cloistersmuseum een
paar blokken verderop had een Amerikaanse
architectuurprofessor, uit ergernis dat zijn
studenten weinig van de Europese architectuur
wisten, een aantal oude Europese kloosters naar
Manhattan verscheept. In het enorme klooster
met kruidentuinen en binnenplaatsen waren
veel verschillende stijlen terug te vinden en
konden we ronddwalen om alles te ontdekken.
We konden New York niet verlaten zonder een
avond op Times Square te zijn geweest, een
musical of !lm te hebben bezocht, boven op
Rockefeller Centre te hebben gestaan, lang uit
te liggen in Central Park en ons enorm uitsloven
in de karaokebar.
Het was een onvergetelijke reis, waarop we veel
hebben gezien, ervaren en vooral hele gezellige
dagen, avonden en nachten met elkaar hebben
doorgebracht.//
>> De deelnemers en organisatie van de Grote Reis 2010 willen Tracé, Architectenweb, Cauberg-Huygen, Bouwen met Staal, Change architecten, Maas architecten, het Universiteits Fonds en het VSSD studiereisfonds in het bijzonder bedanken voor hun financiële steun en medewerking aan deze onvergetelijke reis.>> afbeeldingen door Peter Rosmulder
‘in het Cloistersmuseum had een Amerikaanse architectuurprofessor een aantal oude Europese kloosters naar Manhattan verscheept’
‘zo werd langs Lake Ontario elke dag een ander festival gevierd, van jazz tot Braziliaans’
10 s t y l o s / / p o l i t i e k / / a l g e m e e n
pantheon// redactie
op vakantie met pantheon//
De zomervakantie is een mooie periode om te ontspannen, maar ook om architectuur te bekijken. Als gevolg van de kleine prijsvraag (zie pantheon// sport), kun je op deze pagina de winnende inzendingen bekijken.
1e prijs: Simon Tiemersma
Op de foto zie je Habitat ‘67, een betonnen
opstapeling van woonblokken in Montréal,
Canada. De architect, Moshe Safdie, heeft dit
gebouw ontworpen voor de expo van 1967
met het doel om goedkoop woningen te
stapelen. Uiteindelijk bleek het veel duurder
dan verwacht. Het verband met sport is dat
het in de buurt ligt van de veelal ongebruikte
restanten van de Olympische Spelen in 1976,
de tegenstelling is dat dit gebouw nog wel
wordt gebruikt; er wonen nog steeds mensen.
2e prijs: Jimmy Verhoeven
Deze foto is genomen op mijn vakantie naar
Griekenland. In Athene kwam ik de ‘Witte
Olifanten’ van Santiago Calatrava tegen, waar in
de pantheon// sport een artikel over geschreven
was.
Eervolle vermelding:
Petra van Es
‘Stylos’ is latijn voor
‘zuil’ en kan gezien
worden als de basis
v a n h e t b o u we n .
Zuilen zijn in de loop
der jaren ontwikkeld;
van degelijk via sierlijk
met tierenlantijnen
naar streng en rigide.
Op deze foto zie je
e e n v e r l e i d e l i j k e
zuil, gevormd als het
vrouwelijk lichaam.//
12 s t y l o s / / p o l i t i e k / / a l g e m e e n
Architecture of Authority
Richard Ross //2007 // Aperture Foundation
Photographer Richard Ross explores di!erent institutional spaces - from preschool classrooms to the
United Nations - as a way of making visible the various elements that exert power over the individuals
within them. His photographs juxtapose seemingly unrelated spaces, making the viewer confront
the ordinariness of spaces we associate with repression.//
recommended reading
13s t y l o s / / p o l i t i e k / / a l g e m e e n
Politiek en architectuur gaan beiden over het
verwezenlijken van idealen. Dit gaat natuurlijk
niet zonder aan grenzen gebonden te zijn
en de NEN-normen zijn daar een voorbeeld
van. Binnen die grenzen zijn er echter talloze
mogelijkheden om van de wereld een betere
plek te maken. Want dat hebben politiek
en architectuur ook gemeen, je moet een
!inke dosis optimisme hebben om niet gek te
worden.//
politiek
14 s t y l o s / / p o l i t i e k / / a l g e m e e n
In naam van de staat en het volk worden vele beslissingen genomen en bouwwerken gerealiseerd. Zo zijn er in de geschiedenis, maar ook nu nog, veel muren gebouwd om het volk te ‘beschermen’.
Nina Verkerk
politieke barrièresstadsmuur irrelevant. In de 18e en 19e eeuw
zijn veel functieloze stadsmuren en –poorten
gesloopt vanwege de uitbreiding van de
steden. De overgebleven stadsmuren worden
tegenwoordig als monumentaal beschouwd en
zorgen voor een pittoresk en toeristisch karakter
van de locatie.
de Berlijnse muur
Van 1961 tot 1989 heeft dwars door het centrum
van Berlijn een harde grens gelopen waarmee
de oostelijke Duitse Democratische Republiek
wilde voorkomen dat men zou vluchten naar
de westelijke Bondsrepubliek. Uit wanhoop
het volk te verliezen aan de vijand besloten de
machthebbers de grens af te sluiten. Behalve als
afscheiding, was deze muur het ultieme symbool
voor de verdeling in de wereld, de Koude Oorlog,
waarbij de democratische Verenigde Staten
streden tegen de communistische Sovjet-Unie.
Waar de Chinese muur voor saamhorigheid
zorgde, zorgde deze muur voor angst en
onmacht. Het was ten strengste verboden af te
reizen naar de andere zijde. Desondanks deed
men er alles aan om aan de andere kant van de
muur te kunnen komen, met gevaar voor eigen
leven. Protesten en slogans werden door middel
van gra!ti op de muur gespoten. Het volk was
het niet eens met de situatie waardoor een
Waar dieren hun gebied afschermen door
middel van geur, doen mensen dit door middel
van bouw werken. Het voordeel van een
bouwwerk ten opzichte van geur is dat het
bescherming biedt, men loopt letterlijk tegen
een muur wanneer hij jouw gebied binnen wil
dringen. Al eeuwen lang bouwen mensen muren
om hun stad of zelfs land te beschermen. Op
welke verschillende manieren worden muren
gebruikt voor de afbakening van territorium
en wat voor e"ect heeft dit op de mensen die
hier leven?
de Chinese muur
Eén van de oudste muren is de Chinese muur.
Deze muur is 200 jaar voor Christus tijdens de
Qin-dynastie verrezen ter verdediging van de
pas samengesmolten Chinese dorpen tegen de
vijandelijke nomaden uit het noorden. Tijdens
verschillende dynastieën is de muur regelmatig
aangevallen en opnieuw hersteld. Omdat de
muur zo ver buiten de dorpen lag, was het
voor vele inwoners niet mogelijk om de muur
tijdens hun leven te kunnen zien. Naast deze
fysieke muur, leefde daarom bij de inwoners een
symbolische muur, een muur van zogenaamde
normen en waarden, een alom gerespecteerde
culturele muur. Er ontstonden verhalen over de
muur; een overlevering die de eenheid alleen
maar sterker maakte. Deze waarden werden een
bepaalde richtlijn voor sociaal gedrag.
De symbolische betekenis van de Chinese muur
is zo sterk geworden, dat men tegenwoordig
graag hiernaar verwijst, bijvoorbeeld als
naam van Chinese restaurants . Waar de
muur oorspronkelijk ter bescherming werd
gebouwd, is inmiddels een rijke cultuur en
saamhorigheidsgevoel ontstaan. De muur is
het kenmerk van China en een toeristische
trekpleister geworden. Als verdedigingslinie
heeft de muur nu geen waarde meer.
de stadsmuren
Toen in de middeleeuwen steden in opkomst
kwamen en koningen, landheren en pachters
regeerden, werden steden afschermt met een
stadsmuur, vaak gecombineerd met een gracht.
De muur had als hoofddoel bescherming tegen
rovers, plunderaars en vijandelijke legers.
Stadsmuren werden in het begin vaak gebouwd
van hout en vervolgens herbouwd met het
minder brandgevoelige materiaal steen. Met
de komst van het buskruit en de ontwikkeling
van wapens als kanonnen werd het e"ect van
barrière: Zelfst. Naamw. iets dat de doorgang belemmert. Synoniem: hindernis.
‘de barrière is ‘een schending van het internationaal recht’’
fragment van de Chinese muur fragment van de middeleeuwse stadsmuur bij Elburg
15s t y l o s / / p o l i t i e k / / a l g e m e e n
soberheid ontstond die jaren na de val van de
muur nog steeds te voelen is.
de barrière aan de Israëlische westelijke
Jordaanoever
De burgerstrijd en moorden bij de !uctuerende
grens tussen Palestina en Israël bij Jerusalem
waren de aanleiding voor de staat Israël om in
2003 aan de bouw van een grenshek te beginnen.
Het hek zou de ‘Palestijnse terroristen’ moeten
weghouden en de veiligheid waarborgen. Er is
bewust gekozen voor de term hek; wanneer de
term muur zou worden gebruikt, zou dit veel
negatieve associaties met de Berlijnse muur
oproepen. Een positief e"ect van het hek lijkt
de vermindering van het aantal Palestijnse
zelfmoordaanslagen te zijn.
Voor de Palestijnse economie en bevolking zorgt
dit grens hek voor veel negatieve gevolgen.
Omdat veel Palestijnen op het gebied van de
westelijke Jordaanoever wonen, worden zij
gescheiden van familie, landbouwgrond en
medische zorg. Zowel een meerderheid van
de Verenigde Naties als de Europese Unie
heeft afkeuring gegeven aan de barrière. De
barrière is “een schending van het internationaal
recht” en Amnesty International verklaart
dat “de barr ière bijdraagt aan ernstige
mensenrechtenschendingen”. Ondanks dit
besluit, houdt Israël de bouw van het hekwerk
toch in stand.
de Mexicaanse grensmuur
Een meer recente politieke muur is de grensmuur
tussen Mexico en Amerika. In oktober 2006
zette president Bush zijn handtekening onder
de ‘Secure Fence Act’. Eind 2008 was de bouw
van de betonnen en stalen muur die een derde
van de grens tussen Mexico en Noord-Amerika
beslaat, compleet. De muur heeft als doel het
tegenhouden van de illegale toestroom van
Mexicanen en drugshandel. Tegelijkertijd gaf
deze harde maatregel de Republikeinen een
steuntje in de rug bij de toen opkomende
verkiezingen.
De muur werd door de Mexicaanse regering
negatief ontvangen en al snel de nieuwe
‘Berlijnse muur’ genoemd. Er zijn miljoenen
in de bouw van de muur geïnvesteerd om de
toestroom van duizenden immigranten tegen te
houden. Maar net als bij de Berlijnse muur vinden
mensen mogelijkheden om toch aan de andere
kant van de muur te komen; de maatregelen
lijken niet hard genoeg; burgers beginnen
als reactie eigen burgerwachten te houden.
Naast het afscheiden van de verschillende
bevolkingen, worden nu ook natuurgebieden
gescheiden. Er is daarom veel commentaar
vanwege scheiding van de rivier, dieren en
volken die daar leven. Zou dit ecologische
vraagstuk niet ook een probleem zijn geweest
bij de Chinese en Berlijnse muur? Tientallen
jaren geleden werd minder onderzoek gedaan
naar de gevolgen van de menselijke ingreep
voor de natuur.
Conclusie
Naast bescherming van het eigen volk tegen
de aanval en instroom van andere volkeren
of individuen worden muren tegenwoordig
gebruikt om te voorkomen dat het eigen volk
naar een ander land vlucht waar een betere
politieke situatie heerst. De moderne muren
als de Mexicaanse grensmuur en de barrière
aan de Westelijke Jordaanoever zorgen voor
veel negatieve gevolgen terwijl de Chinese
muur of een middeleeuwse stadsmuur juist
voor veiligheid en saamhorigheid zorgden.
Ondanks alle negatieve psychische gevolgen
voor het eigen volk, acht de staat het vaak toch
noodzakelijk een barrière te plaatsen.//Bronnen>> the great wall in ruins, communication and cultural change in China>> Vakgroep Politieke Wetenschappen, De wereld van de 21ste eeuw: wanorde of déjà vu?, Rik Coolsaet>> www.volkskrant.nl
fragment van de barrière aan de Israëlische westelijke Jordaanoever
‘deze maatregel gaf de Republikeinen een steuntje in de rug’
16 s t y l o s / / p o l i t i e k / / a l g e m e e n
Communistische architectuur wordt vaak omschreven als ‘onmenselijk, kaal en grotesk’. De architecten leken geen rekening gehouden te hebben met de menselijke maat. De gebouwde, of niet gerealiseerde ontwerpen worden veel gezien als megalomane complexen zonder ziel.
Eka Hintaran
de stad van Lenin
Hoe ziet de ideale socialistische stad eruit?
Met deze vraag hielden de constructivistische
architecten zich bezig in de Sovjet-Unie
tijdens het Eerste Vij!arenplan (1928-1932). De
architecten hielden er verschillende meningen
op na en konden maar niet met praktische
oplossingen komen. Het feit was namelijk
dat de ‘grote stad’ een ziekelijke uitspatting
was van het kapitalisme en per direct moest
verdwijnen. Communistische grootheden als
Marx en Engels hadden immers voorspeld dat
onder het communisme het verschil tussen
stad en platteland zou worden opgeheven.
Volgens het Vij!arenplan zouden er honderden
nieuwe industriesteden gebouwd worden. De
zogenaamde urbanisten waren van mening
dat overal in het land steden moesten worden
gebouwd van hooguit 50.000 inwoners die
zouden worden ondergebracht in reusachtige
communehuizen. Het beruchte plan van Nikolaj
Koezmin is hier een voorbeeld van, een plan
dat het meest deed denken aan een ontwerp
voor een concentratieplan. Men leefde in
communewoningen waarin ontsnapping aan
het collectieve leven onmogelijk was: het
dagelijks leven werd strikt gereglementeerd.
De zogenaamde ‘desurbanisten’ wilden iedere
volwassene een eigen lichtgewicht hutje geven
zodat zij zelf konden bepalen waar zij het hutje
zouden plaatsen. Wonen en werken zouden
op die manier in de nabije toekomst niet meer
plaatsgebonden zijn. De desurbanisten wilden
de stad vervangen door uitgerekte stelsels
lintbebouwingen terwijl de urbanisten de stad
juist als concentratiepunt wilden behouden.
Duidel i jk was wel dat de communisten
imposant wilden bouwen. Overal in Oost-
Europa verrezen indrukwekkende architectuur
en brede, monumentale boulevards bedoeld
voor militaire parades. Een voorbeeld hiervan
is de stad Minsk, de hoofdstad van Wit- Rusland.
de ideale stad
Na de Twe e de Wereldo or lo g was maar
liefst 95 procent van Minsk verwoest. Voor
het communistisch regime vormde dit de
aanleiding om de ideale stad op haar resten
te bouwen. De stad moest nieuw, modern en
imposant worden: van de stedenbouwkundige
structuur van het vooroorlogse Minsk werd
niets herbouwd. Het nieuwe hart van de stad
werd na de oorlog gevormd door de Praspekt
Francysk Skaryny, onlangs hernoemd tot
Onafhankelijkheidsboulevard. Wat voor de
oorlog een onbeduidende straat was, werd nu de
belangrijkste straat van het nieuwe Minsk: een elf
kilometer lange boulevard die driemaal breder
is dan haar voorganger. Aan deze boulevard
liggen ook de drie belangrijkste pleinen van
de stad. Jaarlijks paraderen op 9 mei, de dag
van de capitulatie van Nazi-Duitsland, en op 7
november, de viering van de Oktoberrevolutie,
militairen op deze boulevard naar de obelisk
op het Victorieplein. Halverwege komt men
langs het Oktoberplein. De maat en schaal
van het plein past bij het al even megalomane
Russisch constructivisme
Het (Russisch) constructivisme is een stijl die
ontstaan is na de Russische revolutie van 1917.
Kunstenaars en architecten wilden bijdragen
aan de opbouw van de Sovjet-Unie door het
ontwikkelen van een stijl waarin vooruitgang
en bewondering voor de techniek centraal
staat. Het idee was dat architectuur een middel
was om de communistische maatschappij op
te bouwen. Kenmerken van deze stijl zijn de
zichtbaarheid van de constructie en het gebruik
van staal, beton en veel glas. Ook was dynamiek
een belangrijk kenmerk (bijvoorbeeld in liften of
schijnwerpers) dat de technologie benadrukt.
Hoewel de ontwerpen zeer invloedrijk bleken,
zijn er weinig constructivistische ontwerpen
daadwerkelijk gebouwd. Een voorbeeld is Tatlin’s
niet gerealiseerde Monument voor de Derde
Internationale (1920). Dit ontwerp zou het icoon
van het constructivisme worden. Het ontwerp
betreft een vierhonderd meter hoge toren met
een stalen frame dat als een spiraal omhoog
ging en waarin drie ruimten hingen die een
blok-, driehoek- en cilindervorm hadden. In 1932
kwam er in Rusland plotseling een einde aan het
constructivisme toen Stalin’s communistische
partij de stijl afschafte. Constructivistische
architectuur werd door het communistische
regime gezien als onvoldoende pragmatisch,
onbegrijpelijk voor het volk en te internationaal
ingesteld. De nieuwe stijl die vanaf toen werd
voorgeschreven was het socialistisch realisme.
niet gerealiseerde ontwerpen in de Sovjet-Unie: Monument voor Nationale helden, Paleis van de Sovjets, Paleis van Zware industrie en Paleis van Technologie
17s t y l o s / / p o l i t i e k / / a l g e m e e n
cultuurpaleis aan dit plein, het Paleis van de
Republiek. Aan het andere uiteinde van de elf
kilometer lange Onafhankelijkheidsboulevard
l i g t h e t O n a f h a n ke l i j k h e i d s p l e i n . A a n
d i t e n o r m e p l e i n s t a a n v e r s c h i l l e n d e
overheidsgebouwen, waaronder het parlement
en de staatsuniversiteit. Deze gebouwen dragen
de herkenbare Sovjet architectuur met haar
lange gevels met rechthoekige ramen in een
strak wit raster. Een standbeeld van Vladimir
Lenin kijkt !er uit over het plein. Opvallend is
dat de nieuwe Nationale Bibliotheek ver weg
geplaatst is van het hart van het centrum. Een
bibliotheek heeft een bijzondere rol in het
communisme, het is namelijk een plek waar
iedereen kennis kon vergaren en op die manier
macht kon verwerven. De bibliotheek is het
nieuwste prestigeobject van Minsk; gevormd als
een diamant en ook blinkend als een diamant,
vooral in de avonduren. Dit gebouw past totaal
niet in de lijn van de Sovjet architectuur en zou
eerder bestempeld worden als Westers.
Zoals alle steden in de voormalige Sovjet-Unie
kent Minsk grillige verschillen tussen diverse
communistische en kapitalistische elementen.
Anders dan in andere steden, waar er sprake
is van grote acceptatie van het kapitalisme
als overwinnaar, is dit in Minsk niet het geval.
Zo is Minsk ook de enige Oost-Europese
miljoenenstad waar het duurste hotel van de
stad geen Hilton of Hyatt heet, maar gewoon
Minsk. De Onafhankelijksboulevard in het hart
van de stad wordt ook niet omgeven door
commercialisme maar door Stalinbarok, ofwel
Sovjet-monumentale architectuur. De enige
Westerse vindingen die zijn communistische
tegenhangers wel geheel hebben verdrongen
zijn de Westerse auto’s. Er rijden geen Lada’s
en Volga’s meer in de stad maar Audi’s en
Mercedessen. Ook de aanwezigheid van het
grote aantal (westerse) eetgelegenheden,
hippe ko"ebarretjes, cafeetjes en nachtclubs
duidt aan dat de moderne tijd niet aan Wit-
Rusland voorbij is gegaan. Sinds de val van de
Berlijnse Muur heeft in nagenoeg alle Oost-
Europese landen een politieke aardverschuiving
plaatsgevonden, met onafhankelijkheid en
marktwerking in plaats van repressie en
communisme. Behalve in Minsk, daar lijkt de
tijd stilgestaan te hebben. In plaats van grote
reclameborden en commercie bepalen de
Stalinbarokke gebouwen nog steeds het beeld
in de stad. Veel in het straatbeeld van Minsk
stamt nog uit de gloriedagen van de Sovjet-
Unie. Dat is bijvoorbeeld te zien in de beelden
waarmee de obelisk op het Victorieplein versierd
zijn, maar ook bijvoorbeeld aan de sociaal
realistische kunst waarmee de metrostations
voorzien zijn. Wit-Rusland, en vooral Minsk, is
dus een typisch communistisch land met grote,
imposante architectuur, brede boulevards,
standbeelden van nationale helden en vele
duizenden vlaggetjes langs de pleinen en
boulevards die de Wit-Russische kleuren dragen.
Anders dan andere Oost-Europese steden
hanteert Minsk niet de snelle overgang van
communisme naar kapitalisme. Minsk verkeert
in het voortraject van een post-communistische
stad. Hoewel Westerse tendensen onvermijdelijk
zijn in een stad van ongeveer twee miljoen
inwoners, blijft Minsk in de greep van het
communistisch politiek systeem.
de laatste echte communisten van Europa
Het communisme dat we kennen uit de
geschiedenisboeken is in Europa nog niet
helemaal uitgestor ven. De laatste echte
communisten van Europa wonen in een gebied
dat niet groter is dan 25 bij 200 kilometer
en gelegen is tussen Moldavië en Oekraïne.
Zij noemen zichzelf Transnistrië, en hebben
zich in 1922 vrijgevochten van Moldavië, het
land waartoe het stuk land o"cieel behoort.
Het land is bij zeer weinig mensen bekend,
en wordt internationaal ook door geen enkel
land behalve door Rusland erkend. Dankzij
Rusland heeft Transnistrië zich ook vrij kunnen
vechten van Moldavië; al 11 jaar lang zijn er
Russische troepen aanwezig in het landgebied.
Ondertussen is de republiek Transnistrië een
volledig onafhankelijk land geworden, met een
eigen munteenheid, leger, postzegels, regels
en zwaarbewaakte grensbewaking, uiteraard
wel met Rusland als de grote beschermheer.
Er wonen ruim 650.000 mensen in het land,
voornamelijk Russen en Oekraïners. Het land
wordt geleid door president Igor Smirnov, een
overtuigd communist. Onder zijn bewind zijn
de kanonnen constant op het Westen gericht,
de eeuwige vijand. Voor mensen die het land
willen bezoeken gelden strenge regels. Men
mag ook maar maximaal 10 uur in het land
rondlopen. Bij binnenkomst wordt op een
groot bord langs de weg het land geprezen met
een hamer en een sikkel. Voor het parlement
van Transnistrië, dat daar nog gewoon Sovjet
heet, staat Lenin vol trots op zijn sokkel. Overal
hangen portretten van Putin, de huidige
Russische president Medvedev en Che Guevara.
Het land kent twee grote steden: de hoofdstad
Tiraspol en de industriestad Rabnita. Rabnita is
een echte Sovjetstad met veel groen, imposante
gebouwen en een immens beeld van Lenin op
het centrale plein, pal voor het Huis van Cultuur.
Opvallend is dat Transnistrië een welvarender
e en schonere indruk maakt dan Moldavië: de
wegen en het groen zijn beter onderhouden,
en vooral de vrouwen zijn er moderner en
uitdagender gekleed. Verschil is wel dat er veel
meer tanks en soldaten op straat zijn dan in
Moldavië. De heimwee naar de gouwe, ouwe
communistische hoogtijdagen van toen is dus
duidelijk te merken in Transnistrië.//
de Macdonalds in Minsk het Onafhankelijkheidsplein met Lenin Russissche poppetjes het parlementsgebouw in Tiraspol portretten in Tiraspol
het Victorieplein in Minsk met de obelisk
18 s t y l o s / / p o l i t i e k / / a l g e m e e n
Nederland, een merk?Riemer Postma
Wanneer de wereld een grote supermarkt wordt waaruit iedereen zijn favoriete product kan kiezen wordt het steeds belangrijker om je op de juiste manier te profileren.
Dat steden zichzelf promoten is reeds bekend,
we weten allemaal van I am sterdam maar ook
lijkt het steeds belangrijker te worden om je neer
te zetten als land. Hoe doen we dat , kunnen
we dat beeld manipuleren en hoe wordt er
dan over Nederland gedacht? Als je bij jezelf
na gaat wat je precies weet over een land als
Australië of Zwitserland is dat waarschijnlijk
voor een deel gebaseerd op een vooroordeel, in
de wereld is waarschijnlijk op eenzelfde manier
een beeld gevormd van Nederland. Bij National
branding is het de zaak dit beeld bij te schaven,
aan te passen of te versterken, het is echter
van groot belang dat het beeld relevant blijft.
Het is de kunst om na te gaan wat het beeld
van Nederland is en of het mogelijk is dit te
transformeren tot een merk. Wat zou de rol van
een relatief klein land in de wereld kunnen zijn?
Branding is boven al een innovatief proces, van
Gogh en windmolens blijven in eerste instantie
dus buitenbeschouwing, zou je verwachten.
Maar wat te denken van het gedoogbeleid, het
homohuwelijk of het spelen van de WK-!nale?
Toen in de jaren ‘80 het begrip nationaal
branding zijn intrede deed, stuitte dit op veel
weerstand. Critici schrokken erg van het feit
dat een land werd behandeld als een product
in de supermarkt. In de late jaren negentig
kwam de regering Blair in Groot Brittannië voor
het eerst met een concreet voorbeeld, ‘Cool
Britannia’ moest het land redden maar werd
een enorme "op. Het grote gebaar overheerste,
met megaprojecten als de Millennium Dome,
hoogdravende televisiespotjes en vooral een
overdaad aan reclame (spin) in de Britse en
internationale media. Nog steeds geldt dit als
schoolvoorbeeld van een mislukte poging tot
nationaal branding. Het feit is alleen dat landen
zich altijd bezig houden met het scheppen en
beïnvloeden van hun reputatie, zolang daarbij
het woord marketing en de daarbij behorende
technieken er niet aan verbonden zijn is dit
algemeen geoorloofd.
Frankrijk werd na de val van Lodewijk XIV,
de Zonnekoning al gerebrand. De absolute
macht die ondermeer door het paleis Versailles
werd uitgeb eeld werd ver vangen door
een democratie. Hierbij werd het volkslied
veranderd, kreeg Frankrijk de vlag zoals we
die nog kennen en werd het metriek systeem
gewijzigd. Een paar jaar later nam Napoleon
Bonaparte de macht echter al weer over
en moest het beeld van Frankrijk opnieuw
worden bijgesteld. Napoleon bepaalde een
maatschappelijke structuur die nog zeer
zichtbaar is in onze huidige samenleving.
Kunstenaars en schrijvers hielpen Napoleon
met het verspreiden van zijn visie. Misschien
kunnen we een doorgaand proces ontdekken
in de lanen van Haussmann en in ParisPlus waar
Sarkozy vandaag de dag aan werkt. Niet alleen
Frankrijk onderging een dergelijke proces,
bijna ieder denkbaar land heeft een soort
gelijke verandering doorgemaakt. De Sovjet-
Unie en het uiteenvallen daarvan heeft grote
gevolgen gehad voor een groot aantal landen.
Opvallend zijn de ontwikkelingen die zich voor
doen in de koloniale rijken. Denk bijvoorbeeld
aan Indonesië, wat voorheen Nederlands India
heette. De hoofdstad Batavia veranderde in
Jakarta en daarnaast kreeg Indonesië zijn
eigen taal.
invloed
Grofweg kun je de vertaling van het merk in
drie sectoren voelen; de export, buitenlandse
investeringen en in het toerisme. Het succes
hangt af van de helderheid van het merk en
het enthousiasme waarmee dit merk wordt
uitgedragen.
Iedereen weet dat we bepaalde producten met
bepaalde landen associëren, denk bijvoorbeeld
aan de kwaliteit die de Duitse auto uitstraalt.
Duitsland wordt geassocieerd met de techniek
en e#ciëntie wat ondermeer in de auto-industrie
en de elektronica zeer positieve resultaten
met zich mee brengt. Hier staat echter wel
tegenover dat Duitsland niet wordt verbonden
aan bijvoorbeeld mode en cosmetica, deze
merken kunnen hun Duitse karakter dus maar
beter verzwijgen. Voor Italië is het omgekeerde
wellicht waarheid zijn.
Het merk wordt opnieuw zichtbaar als een
bedrijf buiten zijn eigen landsgrenzen wil gaan
vestigen. Dit is wat nu ondermeer gebeurt in Oost
Europa, een samenloop van lokale wetgevingen,
infrastructuur en het opleidingsniveau van
de werknemers maken landen gewild voor
buitenlandse investeerders. Eenmaal gevestigd
gaat op een emotioneel niveau het volgen van
de leider een rol spelen. Als een land zich goed
pro!leert op deze markt kan dat grote gevolgen
hebben voor de ontwikkeling.
Sommige landen zijn voor een groot deel van
hun inkomen afhankelijk van toerisme. Het
soort toerisme dat een land aantrekt bepaalt
19s t y l o s / / p o l i t i e k / / a l g e m e e n
voor een groot deel de inkomsten. Is het merk
meer cultuur gerelateerd, zullen de inkomsten
per bezoeker hoger zijn dan bij de associatie
met zon,zee en strand. Het Bilboa-effect is
ondertussen een ingeburgerd begrip en voor
vele landen een droom. Op dit moment probeert
vooral Polen een sterk met kunst en cultuur
verbonden merk te worden.
Het blijft natuurlijk de vraag in hoeverre dit proces
te coördineren is, wie de verantwoordelijke
persoon hiervoor is en niet te vergeten wie het
gaat betalen. Politici zijn niet zelden opzoek
naar een te verwezenlijken doel binnen hun
ambtsperiode, daarom geeft een samenwerking
tussen overheid en bedrijfsleven misschien een
uitweg.
identiteit
Hoe men in het buitenland over ons denkt en
welke houding ten opzichte van Nederland
wordt ingenomen is voor een groot deel
afhankelijk van onze politieke en economische
activiteiten. De informatiestroom die de
moderne mens krijgt te verwerken verdient
een heldere en effectieve inzet. Gezien het
feit dat de Nederlandse economie voor een
groot deel draait op internationale relaties, is
het relevant om deze informatiestromen in
te zetten om een sterk merk te vestigen. Het
gevestigde merk teert voor een groot deel op
de agrarische sector en de export van goederen
en diensten. Daarnaast hebben we ook een goed
merk ontwikkeld op het gebied van architectuur,
vormgeving en mode.
Een groot verschil tussen het brand making
van een product en het brand making van een
land is het feit dat het niet komt uit een tabula
rasa, een land heeft altijd al te maken met een
gevestigd beeld. Het wijzigen van een beeld
is zeer moeilijk, misschien wel onmogelijk.
Vaak is een imago ontstaan zonder dat er een
bewuste strategie aan vooraf ging. Daarbij is
een gevestigd beeld niet zomaar gewijzigd. Wat
is vervolgens de invloed van onze dagelijkse
keuzes als we bijvoorbeeld de Olympische
spelen zouden organiseren of zoals bijna
gebeurde het WK zouden winnen? Het succes
van het afgelopen WK-voetbal lijkt in eerste
instantie voornamelijk invloed te hebben op
de binnenlandse economie. Het World Expo
paviljoen moet het Nederlandse merk in China
tot uitbeelding brengen, met als doel de
handelsrelatie tussen Nederland en China nog
sterker te maken en daarnaast toeristen naar
Nederland te lokken. Momenteel is er een sterke
discussie gaande of we de Olympische Spelen
naar Nederland moeten trekken. De komst
van de Olympische Spelen heeft een stad als
Barcelona toeristisch sterk op de kaart gezet,
het is echter sterk de vraag hoeveel invloed het
heeft op de merknaam Nederland. De huidige
trend in onze landspolitiek lijkt echter minder
positief voor het merk Nederland. Buitenlandse
zaken zou al doen aan damage controll met
onder meer teams in Cairo die een positieve
beeld over Nederland moet verspreiden.
Om aan Nederland een identiteit te kunnen
geven dien je eerst te weten of Nederland wel
een identiteit heeft, die identiteit die Maxima
niet in ons land heeft kunnen vinden. Het is
diezelfde identiteit die een grote groep mensen
meer het gevoel van samenhang geeft met
als gevolg dat mensen zich veiliger voelen en
zich rustiger gaan gedragen. In het verleden
is al gebleken dat rust in je eigen land je
sterker maakt ten opzichte van andere landen.
Misschien kan het recent verschenen boek ‘Dit
zijn wij’ ons daarbij helpen. Deze publicatie
toont het onderzoek naar tradities van het
Nederlands Centrum voor Volkskunde. Traditie
nummer één Sinterklaas, op twee de kerstboom
optuigen en op drie Koninginnedag. Molens
en tulpen komen in de top twintig niet voor.
Klompen staan niet in de lijst. Het Suikerfeest,
vindt zijn plek op plaats veertien.
Het vertalen van Nederland in een concrete
campagne is essentieel maar daarnaast
ook verschrikkelijk oubollig. We weten dat
Nederland wordt geassocieerd met klompen,
tulpen en molens. Het is hoe dan ook de vraag of
dit in de toekomst de belangrijkste kenmerken
van ons land moeten zijn. De vraag blijft of
we het beeld wel kunnen beïnvloeden. Maar
als we daar van uitgaan, hoe zou het kunnen
als we ‘out of the box’ denken? In Design and
Polics publiceerde MVRDV hun studie what if
NL…? Waar de gevolgen van politieke keuzes
op een aantrekkelijke manier worden verbeeld.
Hou zou Nederland er uit komen te zien als we
besluiten niet langer het water te keren, als we
besluiten autarkisch te worden, als we enorm
gaan investeren in duurzame energie of als we
het leefklimaat enorm willen verbeteren? Het
onderzoek toont de ruimtelijke veranderingen
in Nederland wanneer we het ideaal van een
ander land als uitgangspunt nemen.
Het transformeren van Nederland tot een merk
lijkt extreem complex. Is de enige oplossing om
het beeld van Nederland te versterken werkelijk
het versterken van de clichés? Die bijna niet meer
van toepassing lijken te zijn op onze moderne
maatschappij, of moeten we kijken naar de rest
van de wereld en Nederland transformeren
naar iets wat van nature minder in ons land
aanwezig is? Misschien zijn we onbewust wel
veel beter bezig dan we zelf denken. Denk
bijvoorbeeld aan de baggerschepen die overal
de in wereld landaanwinning doen of aan de
ontwerpstroming Super Dutch. Laten we in
ieder geval hopen dat een vertaling van onze
maatschappij rijker is dan tulpen op de metro
in New York.//>> Branding NL, Nederland als merk // SMO // 2004ontwerp en politiek // Ovink H, Wierenga E // 2009www.placemarketing.nl
20 s t y l o s / / p o l i t i e k / / a l g e m e e n
Den Haag in beeld
Collage van historische en nieuwe politieke gebouwen in onze Hofstad. De politieke gebouwen bevinden zich in de binnenstad van Den Haag op loopafstand van elkaar en in de Internationale Zone tegenover het Catshuis.
Olaf Kramer
Boven van links naar rechts:Ministerie van VROM
Rijnstraat 8
1993 Jan Hoogstad
Huis van Noyelles
Dienst Publiek en Communicatie (DPC)
Buitenhof 34
1675 onbekend
Logement van Amsterdam
Onderdeel van de Tweede Kamer
Plein 23
1737 -1743 Isaac de Moucheron
21s t y l o s / / p o l i t i e k / / a l g e m e e n
Kantoor ‘De Zeven Provinciën’
Raad van State
Lange Voorhout 3
1954-1960 F. en F.A. Eschauzier
Wijnhavenkwartier
Ministeries van Justitie & BZK
Turfmarkt
2003 - 2012 Hans Kollho!
Algemeen Rijksarchief
Onderdeel van de Tweede Kamer
Bleijenburg 7
1895 - 1903 J. van Lokhorst
Algemene Rekenkamer
Kleine Kazernestraat
1884 C.H. Peters
Helicon
Ministerie van VWS
Parnassusplein 5
1999 S. Soeters en J. van Eldonk
Ministerie van Koloniën
Onderdeel van de Tweede Kamer
Plein 1
1859 -1861 W.N. Rose
Onder van links naar rechts:Aegongebouw
Joegoslavië Tribunaal (ICTY)
Churchillplein 1
1951-1953 A. van den Steur
Castalia
Ministerie van VWS
Parnassusplein 5
1999 M. Graves en G. Lapera
Ministeries van Justitie & BZK
Schedeldoekshaven
1977 Lucas en Niemeijer
Ministerie van Financiën
Lange Voorhout 7
2008 Meyer en Van Schoten
Hoge Raad der Nederlanden
Kazernestraat 52
1988 P.K.A.Pennink
Organisation for the prohibition of chemical
weapons (OPCW)
Johan de Wittlaan 32
2000 Kallmann, McKinnell and Wood
Europol
Eisenhowerlaan
2011 Quist Wintermans Architecten
23s t y l o s / / p o l i t i e k / / a l g e m e e n
Ooit, lang geleden, was er behoefte aan een nieuwe Tweede Kamer. Ontwerp na ontwerp werd echter afgeslagen, en het leek eeuwig te duren voordat er een nieuw gebouw voor de Tweede Kamer er eindelijk stond. Het politieke proces dat nieuwbouw van de Tweede Kamer heet.
Quirijn Petersen
de nieuwe Tweede Kamer
In 1992 wordt het nieuwe gebouw voor de
Tweede Kamer in Den Haag opgeleverd. In
datzelfde jaar staat in de Architect een artikel
waarin verteld wordt dat het ontwerp is blijven
hangen in een ietwat stijf geheel waar te weinig
samenhang in zit. Dan heeft het echter al heel
wat bloed zweet en tranen gekost om überhaupt
tot een uiteindelijk ontwerp te komen. Het
politieke proces dat nieuwbouw van de Tweede
Kamer heet.
Ontwerpprocessen kunnen heel erg beladen
zijn, helemaal als het zo direct als brug tussen
de politiek en de burgerij opstelt. Het proces tot
de komst van de nieuwe Tweede Kamer heeft
niet alleen veel tijd gekost, maar kende ook
een mislukte prijsvraag en een stevig kritiek
op het gebouw naderhand. Voormalig minister
van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening
en Milieubeheer, J.G.M. Alders, schrijft in de
inleiding van het boek ‘Nieuwbouw Tweede
Kamer’ dat er al sinds 1863 werd gesproken
over een nieuw onderkomen voor de Tweede
Kamerleden. Deze werken tot dan toe namelijk
in de ‘Balzaal’, zoals de vergaderruimte aan
het Binnenhof heet. Pas in de jaren zeventig
werd de vraag zo sterk dat er een plan gemaakt
moest worden. Als gevolg van een rapport
met aanbevelingen en een programma van
eisen dat in 1975 verscheen, werd in 1977 dan
eindelijk een prijsvraag uitgeschreven voor een
nieuwe Tweede Kamer. In de voorbereiding had
de minister al enkele panden in de omgeving
opgekocht.
Er kwamen maar liefst 111 inzendingen waarmee
een poging werd gewaagd te beantwoorden
aan de vraag ‘vorm te geven aan de democratie
en aan de openbaarheid als wezenskenmerk
van ons parlementaire stelsel’. Desalniettemin
vond de jury geen van de plannen goed genoeg
voor een tweede ronde. De Kamer reageerde
hierop met een dringende brief aan de
verantwoordelijke minister Blokland onder de
naam ‘Bouwbegeleidingscommissie’, kortweg
BBC. Deze commissie was als ‘bijzondere
commissie’ gevormd na het uitschrijven van de
prijsvragen en had als leden: parlementariers,
vertegenwoordigers van de Kamer en de pers.
Deze commissie had haast. In een reactie in de
pers op het mislukken van de prijsvraag laat
zij dit duidelijk merken: ‘Het gaat ons niet in
de eerste plaats om iets moois in Den Haag
gebouwd te krijgen. Het parlement moet zo snel
mogelijk uit de ruimtenood geholpen worden.
Als het ook nog mooi kan worden, dan is het
meegenomen.’
Aan de rijksbouwmeester de taak om in 1978 een
aantal architecten te polsen of ze mee wilden
werken aan een meervoudige opdracht. Aldo
van Eyck zag echter geen duidelijker programma
van eisen dan bij de mislukten prijsvraag en
haakte af. Hij was van mening dat de Kamer
eerst duidelijker uit moest spreken over zaken
als ‘vormgeven aan democratie’ en ‘de relatie
kiezer/gekozene’. Drie architecten gingen wel in
op het voorstel en kregen tijd om met een plan
te komen. Het bureau Groep 5, Arie Hagoort van
bureau OD 205 en tenslotte ook Pi de Bruijn van
bureau Oyevaar waren de hoofdrolspelers. De
opdracht die zij mee kregen was om ongeveer
driemaal het bestaande Kamercomplex op
ongeveer dezelfde plaats neer te zetten met
inachtneming van de historische omgeving.
Begin 1980 werden de plannen van de drie
bureaus ingeleverd bij de Rijksgebouwendienst.
’De ontwerper heeft onvoldoende geluisterd naar het probleem.’ - BBC rapport 1977
24 s t y l o s / / p o l i t i e k / / a l g e m e e n
Pi de Bruijn ging de daaropvolgende maanden
nauwkeurig te werk en analyseerde het totale
gebied waar de politieke kamer beschikking
over had. De analytische benadering van de
Bruijn leverde een werkstuk op van verschillende
mogelijkheden dat ook wel bekend stond als
het ‘Sloopmodellenboek’. Door verschillende
modellen in maquettes uit te voeren kon
duidelijk worden gemaakt aan derden wat de
‘spanningsverhouding’ tussen het programma
van eisen en de ruimtelijke voorwaarden
was. Het voorkeursmodel werd uiteindelijk
gepresenteerd, goed bevonden en in 1985 ging
de bouw van start.
De eerdere oproep van Haagse kunstenaars en
architecten om ook het prijsvraagplan van Rem
Koolhaas mee te laten dingen, bleef overigens
hoorbaar. Dit kwam voornamelijk omdat Pi de
Bruijn zich volgens velen zich duidelijk had laten
inspireren door het plan van Koolhaas in zijn
ontwerp. Dit ging voornamelijk over de centrale
hal die als nieuwe as het gebied zou domineren.
Het plan van Rem Koolhaas had inderdaad een
centrale hal gekend dat dwars op het binnenhof
stond om alles met elkaar te kunnen ontsluiten.
Ve r v o l g e n s w e r d e e n c o m m i s s i e v a n
onafhankelijke deskundigen aangewezen om
de plannen te keuren. De commissie besloot alle
drie de plannen een aantal maanden tentoon
te stellen, met als toevoeging een ‘voorlopig
beoordelingsrapport ’. Zo stond onder het
ontwerp van de Bruijn bijvoorbeeld: ‘Eenvoudige
en sterk beeldende totaliteit. Gespannen relatie
met de omgeving. Architectonische visie op
het scherp van de snede’. Deze tentoonstelling
werd de Beoordelingscommissie niet door
iedereen in dank afgenomen; de architecten
werden hierdoor totaal verrast en in de media
werd de commissie van lafheid verweten. Men
wilde afwachten hoe de plannen politiek en
publiekelijk zouden vallen om zo zelf geen risico
te hoeven lopen.
Het gevolg was een flinke lobby vanuit alle
hoeken en gaten voor de verschillende partijen.
Groep 5 zou met hun ontwerp de beste pers
hebben gekregen, maar ondertussen sprak het
college van B&W en de gemeenteraad van Den
Haag zich juist uit voor het plan van Hagoort. De
toenmalig minister A. van Agt meende dat alle
drie de plannen totaal niet geschikt waren en
‘het Binnenhof en omgeving geweld aandeden’.
De staatsecretaris van Monumentenzorg
ging op zijn beurt totaal in tegen het advies
van zijn eigen dienst in uitspraken over het
Binnenhofcomplex en keerde zich voornamelijk
tegen het plan van de Bruijn. Tegelijkertijd kwam
een oproep van kunstenaars en architecten
uit de buurt om het prijsvraagplan van Rem
Koolhaas ook een kans te geven. Het laatste
woord zou natuurlijk voor de BBC zijn, maar ook
zij konden niet tot een unaniem oordeel komen.
Het ging er op lijken dat opnieuw de procedure
tot een ontwerp voor de nieuwe Tweede Kamer
zou stranden.
Het duurde tot halverwege 1980 voordat er een
beslissing werd genomen, voornamelijk gestuurd
door de nieuw aangetreden rijksbouwmeester
Dijkstra. De minister-president liet tijdens
de wekelijkse persbijeenkomst weten dat de
voorkeur naar Pi de Bruijn uit ging. Let wel: de
voorkeur naar Pi de Bruijn als architect en dus
niet de voorkeur naar zijn ontwerp. Er werd dus
gekozen voor een architect om opnieuw een
plan te ontwerpen.
25s t y l o s / / p o l i t i e k / / a l g e m e e n
Het plan had echter ook wat punten waar
het totaal afweek van het ontwerp van Pi de
Bruijn. Het stokpaardje van de Bruijn dat de hal
openbaar zou moeten zijn, was voor Koolhaas
niet geldig. Hij pleitte voor het feit dat dit niet
langer meer de zaak was (het einde van de
‘open samenleving’) in het politieke landschap
en hadden politiek en burgerij juist streng
gescheiden van elkaar binnen de plannen.
Het extreemste verschil lag - althans volgens
veel politici - dat het ontwerp van Koolhaas
het klassieke binnenhof niet met rust liet. Er
werd juist een stuk afgebroken en ingebroken
met een nieuw ontwerp, daar waar Pi de Bruijn
dit vrijwel met rust liet. Volgens Koolhaas kon
een nieuw ontwerp nu eenmaal niet bestaan
naast het oude, als je hetgeen met elkaar wilt
verenigen: ‘Met een historisch zo belangrijke
aanvulling als een nieuw parlement zou het
onnatuurlijk zijn de bestaande status quo te
bevriezen: dat zou betekenen dat de twintigste
eeuw alleen negatief - dat wil zeggen door zijn
afwezigheid - vertegenwoordigd zou zijn.’ Dit
gold volgens het bureau juist voor een gebouw
als dit, daar de politiek enkel verder kon komen
door te wijzigen en niet enkel vast te houden
aan het bestaande. Later zou blijken dat over het
punt dat de centrale hal niet openbaar kon zijn
Rem Koolhaas een vooruitziende blik had gehad.
Uiteindelijk werd het plan van Pi de Bruijn
dan toch opgeleverd in 1992. Zoals voorspeld
in het plan van Koolhaas kon de centrale hal
inmiddels, door het veranderde politieke
klimaat, niet langer geheel openbaar zijn. De
Bruijn had echter genoeg middelen om het
gebouw ‘openbaar’ te maken zoals hij zei.
Het materiaalgebruik werd zo toegepast dat
het van buiten naar binnen trok waardoor het
‘onduidelijk’ was wanneer je precies binnen
was. Daarnaast werd het gebouw opgetekend
met veel glas wat het mogelijk zou maken de
burger een blik naar binnen te gunnen. Ditzelfde
gold voor de wanden binnen het gebouw waar
vergaderruimtes zich achter bevonden. Naar
gelieve konden deze ruimtes open dan wel een
gesloten wand hebben.
‘De nieuwbouw maakt geen architectuur-
geschiedenis’ aldus het NRC Handelsblad in
1992. Het is tekenend voor de reacties van
de pers op het nieuwe gebouw dat de vraag
naar meer openheid deel uitmaakte van de
oorspronkelijke ontwerpopgave, en dat juist dit
deel door veranderende tijdgeest niet mogelijk
was, maakten het voor het gebouw van Pi de
Bruijn niet makkelijk. Het totale ontwerp kon,
juist met een hart van een openbare hal dat alles
met elkaar verbindt, hierdoor niet meer tot zijn
recht komen. De Architect reageert sceptisch in
een artikel (1992 - 12): ‘Het is al een cliché om te
denken dat het gebruik van glas automatisch
voor een open gebouw zorgt, maar het gaat in
ieder geval in dit geval bovendien niet op.’ Dat
de ontwerper de wens had juist een openbaar
gebouw te maken wordt vaag bevonden,
daar nu in het daadwerkelijke gebouw juist
duidelijkheid is gekomen: ‘Een monumentaal
gebouw dat ingezet wordt als uitdrukking van
macht en geslotenheid’. Het artikel sluit af door
te stellen dat het gebouw statisch en nu al
een anachronisme is: ‘Een gebouw dat slechts
nog herinnert aan de herinnering van een
ontwerp. Zo’n gebouw als symbool van onze
democratie moet ons wel te denken geven.’
In de inleiding van het boek ‘Nieuwbouw
Tweede Kamer’ dat vlak na de oplevering te
persen gaat, schrijft toenmalig minister Alders:
‘Een open en toegankelijk ogend gebouw.’ Er
wordt behendig om heen gedraaid, ook als
iets verder te lezen valt: ‘Maar vooral een fraaie
verbinding tussen bevolking en parlement!’
In het blad Items van dat zelfde jaar wordt er
geprobeerd een keerzijde op het kritiek te
vinden, bijvoorbeeld in de volgende passage:
‘Maar misschien is het beter zo. Een saai en
degelijk parlement, waarin zelden iemand wordt
betrapt op overmatige spiritualiteit en waarin
een debat over kunstwerken ogenblikkelijk
een kolderieke wending neemt, kan bezwaarlijk
in het architectonische vlaggeschip van het
land huizen. Zo’n parlement verdient een net
gebouw dat niemand tegen de haren instrijkt,
een kundig gebouw van gepast luxe.’ Het artikel
beschrijft een rondleiding door het gebouw
door Pi de Bruijn. Hij is zelf goed te spreken over
het ontwerp, wat blijkt uit de slotalinea waar hij
ontroerd lijkt te zijn door zijn eigen schepping:
‘Kijk eens hoe prachtig dat zonlicht op die stenen
valt - een superieure steenkwaliteit!’.
Tegenwoordig is het gebouw te bezoeken, maar
gelden er wel strenge veiligheidsmaatregelen.
Na detectiepoortjes sta je in de centrale hal
welke zich als een pijl richt op de politieke arena
van de Tweede Kamer. Het contact van de burger
met een politicus is inderdaad teruggebracht
naar enkel zichtlijnen, maar het wekt inmiddels
de illusie openbaar te zijn. In 1992 werd al
geschreven dat het later met een druk op de
knop weer totaal openbaar zou kunnen zijn, wie
weet gebeurt het nog eens. Er kan inmiddels
wel gesteld worden dat de publieke kijker bij
dit specifieke gebouw ondertussen weer op
de inhoud wordt gericht in plaats van op het
uiterlijk. Tot zover de architectuur.//
Bronnen>> Nieuwbouw Tweede Kamer, Jan Rutten ISBN: 90-6450-148-3>> ‘Met Pi de Bruijn door de nieuwe Tweede Kamer’ Items, Olof Koekebakker, 1992>> ‘Gebouw voor de Tweede Kamer der Staten Generaal te ‘s-Gravenhage’Bouw, Pi de Bruijn, 1993 nummer 1>> ‘Herinnering aan de herinnering van een ontwerp’ de Architect, Mariette van Stralen, 1992 nummer 12
26 s t y l o s / / p o l i t i e k / / a l g e m e e n
Het ministerie van VROM wil de positie van het ontwerp in ruimtelijke ordeningsvraagstukken in Nederland versterken. In samenwerking met de TU Delft is een leerstoel opgericht die zich specifiek op de rol van het ontwerp in de politieke context richt. Een gesprek met proffesor Wouter Vanstiphout de eerste hoogleraar inl:
Marije Ruigrok Siriluck Songsri
design & politics
Een leerstoel Design and Politics?
Het initiatief voor het opstarten van deze
leerstoel komt voort uit het ministerie van VROM.
Het zogenaamde directoraten Ruimtelijke
Planning, onder leiding van Henk Ovink, heeft
een programma gestart genaamd Ontwerp
en Politiek. Dit heeft ondermeer tot een serie
boeken geleid. Ook ontstond het verlangen
naar een universitaire tak die zich speci!ek kan
richten op dit complexe onderwerp.
Wat wil VROM bereiken met deze leerstoel?
Ontwerpen moet veel meer in het hart van de
politiek worden gebracht. Ontwerp is politiek.
Ontwerpen impliceert een specif iek soort
kennis, een manier van kijken die cruciaal zou
kunnen zijn voor de politiek omdat ingewikkelde
maatschappelijke thema’s zich steeds vaker
ruimtelijk manifesteren. Het is van groot belang
dat ontwerpers en politici hier bewust van
worden zodat ontwerpen e"ectief kan bijdragen
aan politieke vraagstellingen.
Kunt u dit iets concreter uitleggen?
In een dichtbevolkt land als Nederland en een
steeds dichterbevolkte wereld, worden de grote
maatschappelijke en economische thema’s al
snel ruimtelijk. Vanuit deze gedachte is kritiek
ontstaan op het ruimtelijk ontwerp omdat het
te veel los zou staan van grote maatschappelijk
thema’s; het ontwerp is te dienend geworden.
De opdrachtgever vraagt, de architect maakt. De
ontwerper moet weer proberen zijn invloed in
zijn vakgebied terug te krijgen en te ontwerpen
ten behoeve van een idee over het land, de stad,
het collectief. Als je kijkt naar de geschiedenis
van architectuur en stedenbouw werkten
ontwerpers helemaal niet voor de behoefte
van mensen maar probeerden ze behoefte
te creëren vanuit een ideële of kritische
houding. Een voorbeeld zijn architecten/
stedenbouwkundigen die “we voeren een strijd
tegen de verrommeling” zeggen, terwijl de
verrommeling een optelsom is van menselijke
activiteiten. Hierin zie je de tegenstrijdigheid
dat een architect niet kan zeggen; ”wij doen
alleen wat de maatschappij van ons vraagt”,
want de maatschappij vraagt alles en alles is
tegenstrijdig.
Dus het gaat om het bewustzijn dat de
maatschappij –letterlijk en !guurlijk niet in
een hokje te duwen is...Kunt u een voorbeeld
geven waarbij de maatschappij zich niet in
een hokje liet duwen zoals de ontwerper had
gewenst?
Het fascinerende van dit vak is dat architectonisch
ontwerp een soort trial-and-errorproces is,
en zeker geen wetenschap gebaseerd op
herhaalbare experimenten en modellen. Die
fantastische opeenvolging van mislukkingen
van stedenbouwkundige modellen, en dan toch
dikwijls doorgaan met dezelfde modellen, dat
fascineert me. Een klassiek voorbeeld van de
falende architectuuridealen zijn de
hoogbouwwijken uit de jaren ’50 en ’60. Het
interessante is dat er altijd wordt gezegd
dat architecten uit die tijd geloofden in de
maakbaarheid van maatschappij; meegaan in
de modernisering, samenwonen op een ideale
manier. Hoogbouw#ats, het groen: een mooi
plaatje, maar het werkte niet… Mensen wilden
zo niet wonen; die wijken ontaarden in geweld,
criminaliteit, werkloosheid… ”Ze moeten de
boel afbreken, de architect heeft gefaald”.
In de jaren ’70 kreeg ons land te maken met
massa-immigratie. Veel allochtonen kwamen
in hoogbouwflats terecht, hiermee nam het
slechte imago van de hoogbouwwijken bij
de autochtone bevolking toe. Er ontstond
maatschappelijke opschudding wanneer de
politici, architecten, publicisten en kranten riepen
hoe verschrikkelijk de leefomstandigheden
in een wijk als de Bijlmer waren. Deze wijken
werden niet meer acceptabel geacht, waarmee
deze partijen in principe zeiden niet meer te
geloven in de manier waarop men vroeger
plande. Ze zijn zich er echter niet van bewust
dat ze goed beschouwd zelf in staat zijn tot een
vergelijkbare ingreep als de bouw van de Bijlmer.
Dit doen ze niet door middel van bouwen, maar
door te slopen. De sloop van de Bijlmer, en
van vele andere hoogbouwwijken, was net zo
grootschalig als de bouw van die wijken, en men
verwachtte er even sterke maatschappelijke
ef fecten van. Er moet afscheid genomen
worden van het maakbaarheidsdenken. Maar
woningcorporaties en stedenbouwkundige
diensten die verantwoordelijk zijn voor de
herstructurering zwelgen in een minstens
even sterk maakbaarheidsdenken als hun
voorvaders in de jaren zestig en zeventig. Dat is
één fenomeen, het andere is hoe stedenbouw
en stadspolitiek door het steeds bedenken van
nieuwe modellen en nieuwe ideologieën, de
stad in een permanente staat van bouwkundige
en maatschappelijke zelfkastijding houden.
Voordat een plan gerealiseerd is, gaat er zoveel
tijd overheen dat je te maken kan krijgen met
factoren die de ontwerper niet had kunnen
bedenken, bijvoorbeeld de massa-immigratie
‘de maatschappij vraagt vanalles, en alles is tegenstrijdig’
‘er moet afscheid genomen worden van het maakbaarheidsdenken’
27s t y l o s / / p o l i t i e k / / a l g e m e e n
die u net aankaartte. Zijn ‘mislukte projecten’
eigenlijk niet onoverkoombaar, een plan kan
zogezegd gelukkig of ongelukkig uitpakken?
Juist vanwege die onvoorspelbare factoren is
het noodzaak dat politiek en architectuur op
een fundamentele manier samen nadenken
over de beperkingen van hun eigen vak. Dat ze
aanvaarden dat dit vak berust op een !loso!sche
onmogelijkheid, namelijk het niet kunnen weten
wat ze nog niet weten, wat dus betekent dat het
heel moeilijk wordt om op een gecontroleerde
wijze om te gaan met het informele en het
ongeplande.
Aan de andere kant pleit ik ook absoluut niet
voor een totaal relativistische bottom-up-
architectuur die alleen maar reageert op wat
er op dat moment wordt gevraagd. Die zich
op opzichtige wijze tot dienaar van de zieken,
armen en onderdrukten maakt, of deze nu in
Amsterdam Noord of in Port-au-Prince wonen.
Architectuur is natuurlijk ook een manier voor
de maatschappij om dingen uit te proberen en
hele grote collectieve stempels te zetten, hoe
rampzalig de a"oop soms kan zijn; dikwijls is hij
ook wonderlijk en sprookjesachtig, maar altijd
anders dan de ontwerpers hadden voorzien. De
wereld is bot gezegd een groot laboratorium
voor architecten en stedenbouwers met ons
allemaal als proefdieren.
Toch kun je de architectuur en stedenbouw
niet enkel zien als constante trial and error-
projecten. Er zijn in de loop van de tijd
architectuurtypen en modellen ontstaan die
houvast kunnen geven bij het ontwerpen. Ook
door gebruik te maken van analysetechnieken
hoeft de architect niet keer op keer het wiel
uit te vinden.
Professor Wouter Vanstiphout op 9 juni jl. tijdens zijn intreerede als hoogleraar Design &Politics, de dag dat Nederland stemde voor een nieuw kabinet.
Wouter Vanstiphout is in 1991 afgestudeerd in Kunst- en Architectuurge-schiedenis en Archeologie aan de Rijksuniversiteit Groningen. Momenteel maakt hij deel uit van het onderzoekscollectief Crimson Architectural Historians, dat hij in 1994 samen met Michelle Provoost oprichtte.Vanstiphout geeft bovendien lezingen en vervult gastdocentschappen aan diverse onderwijsinstituten in binnen- en buitenland en is hoogleraar aan Architectonisch en Stedenbouwkundig Ontwerp aan de Technische Universiteit van Berlijn.
Gebrek aan kennis over een speci!eke situatie
is juist de reden waarom vaak gebruik wordt
gemaak t van modellen. Het gevaar van
modellen is dat ze een ongelofelijke reductie van
de werkelijkheid zijn. De ruimte en de aanleiding
om nieuwe dingen uit te proberen wordt heel
klein. De architect werkt met een mengeling
van arrogantie, gebrek aan kennis, met het geld
van andere mensen, in plekken die hij slecht
kent, aan projecten met een enorme impact op
generaties mensen die hij nooit zal kennen. Hij
weet dat het beter moet, en heeft weinig opties:
onderdompeling in de situatie of toepassen van
een model dat overtuigend overkomt op de
lokalen? Het eerste is onmogelijk, het tweede is
fake. Hier ligt het dilemma van het vak.
Eigenlijk kunnen architecten het dus nooit
goed doen?
Dezelfde onmogelijkheid om het ooit goed te
doen geldt immers voor de politiek, en maakt
het tot zo’n eindeloos fascinerend en verslavend
vak. Het grootste drama voor een politicus is
dat het nooit lukt om zijn idealen werkelijkheid
te zien worden; maar het grootste gevaar voor
de wereld is als de ideaalplannen van een
politicus wel letterlijk en integraal uit worden
gevoerd. Stel je voor dat politici wel letterlijk
de idealen uit hun partijprogramma’s in één
keer uitvoeren zonder ’checks & balances’?
Juist in het gevecht om het maken van het
compromis in regeringsplannen zit de kern van
het vak politicus. De permanente worsteling van
politici met de werkelijkheid, terwijl ze enerzijds
opereren vanuit een wereldbeeld/ideaal/
theorie: sociaaldemocratisch, liberaal, fascistisch
wat mij betreft… Die theorie heb je nodig als
begin. Het geeft houvast door een bottom line
‘de wereld is een groot laboratiorium voor architecten en stedenbouwers, met ons allemaal als proefdieren’
28 s t y l o s / / p o l i t i e k / / a l g e m e e n
architectuurstudenten en opdrachtgevers over
de hele wereld: de starchitect. Maar zijn status
is heel dun, heel kwetsbaar, een reus op lemen
voeten.
Er moet flink bezuinigd worden, dus ook
in de architectuur. Van welke ruimtelijke
vraagstukken hoopt u dat het nieuwe kabinet
ze ondanks de bezuinigingen hoog op de
politieke agenda zal zetten?
De steden zijn een groot probleem in Nederland.
Door de bouw van Vinex-wijken werden er
aan mensen in de stad huizen buiten de stad
aangeboden, met meer rust en groen. Veel
middenstanders trokken de stad uit waardoor
er enorm geïnvesteerd moest worden in de
oude wijken/stadsdelen. De trek van binnen
naar buiten de stad en andersom zijn net
communicerende vaten. Door het bouwen
van Vinex-wijken buiten de stad maak je het
mensen te gemakkelijk om uit de stad te
trekken. Modellen waarbij mensen onbewust
gedwongen worden om op een manier en een
plek te wonen vanuit een collectief oogpunt,
bleken haast allemaal onsuccesvol (althans
in een democratie). Vandaar dat utopische
conceptuele plannen geen enkele zin hebben.
We moeten ons concentreren op het worstelen
met de dilemma’s die we tegenkomen en met
de grootst mogelijke creativiteit vanuit het
bestaande de wereld beter proberen te maken,
zonder vooropgezette modellen.
Het probleem is ook dat bestaande stadsdelen
als een probleem worden beschouwd dat je
moet oplossen, alsof het om een lekkende
olieleiding gaat of een ander technisch
probleem (Vogelaarwijken/probleemwijken).
Een wijk moet voldoen aan bepaalde eisen die
worden getoetst aan landelijk geldende criteria.
Als een wijk niet aan de gestelde voorwaarden
voldoet, dan wil de politiek dat zo’n wijk toch
aan die eisen gaat voldoen. Hieruit ontstaat een
ongelofelijke modelmatige manier van ingrijpen
in de stad. Een stedelijk vernieuwingsproces (met
of zonder de corporaties) werkt niet met zo’n
aanpak. Neem een probleemwijk: een toppunt
van complexiteit probeert men te versimpelen
met checklists met kwantitatieve eisen. Veel van
die in cijfers weergegeven criteria zijn echter niet
kwantitatief, zoals leefbaarheid, wat dan weer
leidt tot een ontzettende pseudowetenschap
van het in cijfers en spreadsheets onderbrengen
van dingen die niet meetbaar zijn.
Welke aanpak ziet u voor zich?
Er mo et e en manier van s t adsont werp
komen die niet reduceert maar uitgaat van
een bepaalde mate van complexiteit. Van
een bepaalde gelijktijdigheid, gelaagdheid,
onvoorspelbaarheid: de modellen en de
pseudowetenschap, de criteria, de targets,
en dat hele rataplan van onderzoekers,
consultants , adviseurs , kenniscentra en
communicatiebureaus kunnen wat mij betreft
allemaal het raam uit, zeker uit het raam van
de TU Delft.
Voor mij is het ontwerpen zelf een uiterst
mysterieus en fascinerend fenomeen; dat
komt wellicht omdat ik zelf niet als ontwerper
ben opgeleid. Het is een versmelting van
groupthinking met persoonlijke intuïtie, van
echte nieuwsgierigheid naar de wereld, met
een puur esthetisch autisme; het combineert
de meest verschrikkelijke chaos en verspilling
van tijd en moeite, met een ongelooflijke
efficiency en doelgerichtheid. Alleen al hoe
sommige architectenbureaus dit proces weten
te organiseren is bizar. Tientallen mensen
op te stellen waarop je kunt terugvallen zodat
je in een worsteling van compromissen niet
vergeet waar je voor staat. Zo gaat dat vaak ook
in een ontwerpproces; je concept is je houvast, je
dogma, je evangelie; maar God bewaar ons voor
het integraal uitvoeren van het concept. Maar
God bewaar ons nog meer voor de architect
zonder concept, zonder ideaalbeeld, zonder
evangelie.
Kan de politiek architectuur als visueel middel
gebruiken om van een abstract politiek idee
een concrete uitwerking in de maatschappij
te plaatsen?
Architectuur wordt de laatste 20 jaar steeds
meer als een retorisch middel gebruikt, als
een vorm van representatie. Architectuur is
één van de cultuuruitingen geworden en past
daarmee in het rijtje van design, muziek, kunst,
mode en theater. Het belang van architectuur is
vanzelfsprekend voor de elite die houden van
cultuur en natuurlijk voor de architectenbranche
zelf. Echter, het gevaar bestaat dat je architectuur
als een soort autonome cultuuruiting op den
duur niet meer kunt uitleggen, en er niet meer
de steun voor kunt verwerven die je nodig
hebt om relevant te zijn. Zo kun je de projecten
van de Why Factory van Winy Maas binnen de
architectuurwereld goed uitleggen, en hebben
ze een plek, maar daarbuiten verworden ze tot
heftige en spectaculaire statements over dingen
die in de wereld aan de hand zijn, zonder dat ze
er daadwerkelijk invloed op hebben: kunst dus,
maar dan nogal eendimensionale kunst.
Zolang er geld voor vrijgemaakt wordt is
het voor de architectuur een net iets te
verleidelijke positie. De architect waant zich
een held, geeft interviews op televisie en
voor damesbladen, wordt bijna een halve
filmster, en wordt aanbeden door legers van
‘met een mengeling van arrogantie en gebrek aan kennis, stopt de architect het geld van anderen in projecten met een enorme impact op generaties mensen die hij nooit zal kennen’
‘God bewaar ons voor de architect zonder concept, zonder ideaalbeeld, zonder evangelie’
29s t y l o s / / p o l i t i e k / / a l g e m e e n
zijn bezig met maquettes te maken en dan
wordt er één uitgepikt, door iemand die hem
ondersteboven houdt, maar er dan ineens iets in
ziet wat niet was bedoeld maar wel toepasbaar is
Het idee van collectief speculeren en het
samen vormen van intuïties en speculeren van
oplossingen, door middel van een met militaire
discipline georganiseerde chaos. Daar is Winy
Maas, met zijn OMA-verleden erg goed in; en
daarom is zijn aanwezigheid in deze oude en
bureaucratische ontwerpschool potentieel heel
belangrijk.
Denkt u dat architecten als Winy Maas/MVRDV
de toekomst zijn met hun experimenteel
denken die de door u gevreesde modellen
kunnen doorbreken? De alom bekende
MVRDV-varkensflat (Pig City) is een totaal
andere, radicale en controversiële benadering
van omgaan met ruimte.
Het probleem van de Why Factory is dat de
‘Why?’ vraag te zelden wordt gesteld; het zou
eigenlijk de Don’t Ask Why Factory moeten
heten. De projecten zijn stuk voor speculaties
over wat er zou gebeuren als we ons met huid en
haar aan één totaalconcept zouden overleveren,
zonder kritiek, zonder re!ectie, zonder getwijfel
of getreuzel. Mijn kritiek op deze manier van
werken is dat de oplossingen heel ver worden
opgetrokken maar vervolgens zweven ze daar
en word er niets meer mee gedaan. Ze moeten
dan eigenlijk weer terug naar de grond worden
gebracht en dan zou je ze moeten uitproberen.
Er zou veel meer een wisselwerking moeten
zijn tussen permanente confrontatie met de
vuile werkelijkheid. Nu zijn het internationale
statements zonder context.
Ook al zijn dit soort ideeën absurd en bijna niet
meer realistisch, kan hier geen inspiratie voor
ruimtelijke vraagstukken uit worden geput?
Het is niet genoeg voor architectuur om beelden
en iconen, symbolen en slogans te maken. Die
symbolen zijn aan in!atie onderhevig omdat
ze een industrie op zichzelf worden. Dat is mijn
kritiek op de beroemde visionaire architecten:
dat het een doel op zich is geworden om dat
soort wilde ideeën te lanceren: want er is een
enorme markt voor. Ik sta er een beetje dubbel
in. Want ik zou ook niet willen dat iedereen zich
als een architectonische ontwikkelingswerker
zou opstellen. Ik denk dus dat je pas echt
‘visionair’ bezig bent als je dat visionaire nog
kan inzetten bij een echte tactiek, een echte
strategie. Die strategieën moeten werken voor
verschillende maatschappelijke belangen.
Eigenlijk moeten de partijen (binnen faculteit)
veel meer de discussie aangaan met elkaar om
het optimale uit hun specialismen te halen?
Precies, iedereen is te veel bezig met zijn
eigen rol en door de bezuinigingen met het
beschermen van eigen territorium. Dat is ook
politiek, maar van het foute soort. Maar het
totaal, de impact van het ontwerpen op de
maatschappij, en vice versa ,moet altijd voorop
staan. Je moet alles zo ingewikkeld, zo complex
mogelijk maken, de wereld waarin een ontwerp
terecht komt is immers ook complex.//
>> dit interview heeft plaatsgevonden op 20 september 2010
‘The Why Factory zou eigenlijk de ‘Don’t ask me Why Factory’ moeten heten’
‘Weet je wat? We geven de Architect de schuld’Peter van Straaten
30 s t y l o s / / p o l i t i e k / / a l g e m e e n
With the right ingredients and the ability to manipulate and intimidate the ignorant and opportunistic, anyone can become president. Suriname is a perfect example of this. Let us examine.
Daphne Bakker
building a banana republic
political party, consisting of opportunist and
your friends from your military regime, takes part
in the election and receives the least amount
of votes. However you still have control of the
army and a comfortable life while the former
colony is left in complete ruin. You’ve introduced
a new criminal element to the nation - the
drugdealers, money launderers and smugglers.
They’re power and !nancial clout transform the
built environment: McMansions are introduced
and homes are torn down - even though there
is a housing shortage - and replaced by empty
warehouses and unnecessary stores.
After some time there is an incident at Schiphol.
You were (rightly) treated as a common criminal
when the new Surinamese president refused
to take your hand and you were escorted away
from the media. Humiliated, your pride hurt,
you stage a second coup by simply placing a
phone call informing the government it has
been overthrown. A chaotic period follows.
New elections are held and your party loses...
again. The new government is forced to adopt
unpopular measures - after you and your men
completely decimated the bank reserves - to
return to some monetary stability and create a
foundation for further development of the small
country. As the years pass, crucial successes are
accomplished, resulting in a growing economy.
However the most vulnerable groups within the
society do not witness improvements in their
day-to-day lives.
5. Avoid jailtime
It’s common knowledge how you make a living
and thus only a matter of time before you
would get caught. The Dutch government has
collected enough evidence against you and
you are tried and convicted in absentia for drug
trafficking. Luckily the constitution you had
made during your reign protected you against
being extradited. You spin the conviction as a
1. Take matters into your own hand
With new elec t ions around the corner,
impatiently stage a coup with other sergeants
and justify it by citing the public’s disapproval
of the current political situation and your own
frustrations with the “arrogant” attitude of the
ruling leaders. Quickly climb the ranks in the
new military government and gain control over
the inexperienced new nation. Adopt socialist
rhetoric that’s quite in vogue in the region, even
though with your limited education you have
no idea what you’re talking about. Take credit
for infrastructural improvements and housing
projects that were initiated by the government
you overthrew. After a year rebrand the coup
as a revolution by erecting a monument on the
ruins of the Police headquarters you destroyed
when you violently took control.
2. Silence your critics
For fear of losing control of your own personal
little playground, start ruling with an iron
fist. Have the army patrol the streets, initiate
a curfew, shut down the university and all of
the media when those pesky intellectuals start
publicly protesting your modus operandi. Even
go so far as to burn down buildings of radio
stations and newspapers in order to send a clear
message. When you have no options left, have
your men pick up 16 of your most prominent
critics in the middle of the night, dragging
them from their homes and after abusing them,
sentence 15 of them to death with no trial or
jury. Afterwards spin the murders as a means of
thwarting a contra-coupe. But keep changing
your story over the years, !nally claiming that
you had no knowledge of the event, that it was
committed by rogue members of your army.
3. Enrich yourself...by any means possible
Now that you have all this power, you can have
a little fun. Start by cherry-picking pieces of
land - your own personal compound along
the Surinamese river, headquarters for your
“political” party and your own private holiday
shack in the pristine jungle. The dwindling
monetary reserves of your country force
you to consider other means of f inancing
your expensive lifestyle. Reinvent yourself
as a drug baron, turning the tiny nation into
an important link in the chain that is the
international drug trade. Unfortunately more
people would like a piece of the lucrative pie
(main ingredient: forbidden white powder).
Your former bodyguard establishes a guerilla
group and starts attacking strategic economic
targets, in hopes of gaining control of the drug
trade, resulting in a civil war that devastates
the communities in the jungle. Your men are
responsible for a tragic massacre - the murders
of 35 innocent civilians, mostly women and
children, from the village of the guerilla leader.
Again, claim innocence.
4. Use intimidation to get your way
You realize that the party is over. Who knew
ruling a country would be so much work!
You’d rather enjoy your ill-gained wealth while
lounging in the cool rapids of your amazonian
get-away. Besides the increasing pressure to
return to democracy, from the US and the
Netherlands, have you running scared. Best
to get out willingly than to be forced into an
American prison. Agree to hold new democratic
elections under one condition - the winning
party/coalition adopts the inferior constitution
your minions have put together. Your own
‘reinvent yourself as a drug baron, turning the tiny nation into an important link in the chain that is the international drug trade’
31s t y l o s / / p o l i t i e k / / a l g e m e e n
political ploy by the Dutch government and have
your lawyer claim that their allegations were
backed up by weak evidence, knowing full well
that most of the Surinamese media would not
contest this statement.
6. Makeover!
Your image needs an overhaul. No one wants
to vote for the man responsible for the mess
they !nd themselves in. Start claiming you’ve
changed your ways. Make it known that you’ve
found Jezus by joining the church of a self-
declared “bishop”, a snake ooil salesman, who
believes he has the power to cure the believers
from cancer and HIV. In a Al-Jazeera interview
compare yourself to world peace leaders,
specifically Ghandi and Mandela, explaining
that anyone who has ever fought for the rights
of the poor has been treated like a criminal. Cast
yourself as the leader of the common man, even
though you live in a highly secured mansion
!nanced by drug money, as someone young and
vital, even though you’re the same age as the old
men you criticize. Promote your party as being
ethnically diverse, as an organization that has
come together to reach the same ideals instead
of being drawn together by a same cultural
heritage. But pretend that these ideals aren’t in
fact based on gaining power and wealth.
7. Master the art of puppetry
Since the majority of the population would
rather not see you in power, you have to !nd
another way of achieving it. First you steal away
the newly elected members of parliament from
the winning parties, possibly by promising
!nancial compensation, i.e. bribes. Have them
vote your presidential candidate into power,
whom you’ve chosen to be your marionette. But
this Pinocchio wants to be a real boy. He starts
carving out his own plans. However his reign
is nearly just as damaging...at least !nancially.
Besides !lling his own pocket with the country’s
hard-earned dough, “spreading” the wealth
among his friends, he legalized gambling (the
perfect way to launder money) and pumped
borrowed money into populist vanity projects,
completely emptying the reserves.The economy
stumbles into chaos...again. The citizens turn to
the streets, calling for his resignation. He refuses,
but agrees to new elections. Both your parties
lose the elections and it’s up to the others to
clean up your mess again.
8. Promises, Promises
Start planning your return to power. Manipulate
the poor and ignorant with promises that can’t
possibly be kept - 4 lane highways that connect
us to Brazil, wealth and home-ownership for
everyone. Court the young - who are the largest
single group of voters - by promising “change”.
9. Unholy allegiances
Finally gain most votes in this years election.
Unfortunately it’s not enough to rule, forcing
you to work with other parties lead by former
enemies and criminals. Explain that the only
way the country can move forward is by working
together, even with people whom you vili!ed in
threatening speeches months before.
10. Regain power and slowly drop your “mask”
Get elected as president and quickly revert
back to old habits. Start to chip away at the
murder trial held against you by taking away
the security detail of the judges and !ring it’s
spokesperson, claiming that these were budget
cuts, while at the same time planning expensive
populist projects. Start making steps to rebuild
the army you need to exert your power over
the sad excuse of a republic. In the meantime
start squabbling with the other leaders of your
coalition for the right to place their people
in cushy, well-paid and powerful positions of
national companies and organizations.
The !rst cracks in the facade are appearing. It’s
only a matter of time before it’s starts to crumble
and the whole cycle of decay and rebuilding can
start again.//
Bronnen
>> Tim Padget,12/08/2010, Time, Suriname: The Dictator Who Came in from the Cold>> Ellen de Vries, 06/01/2010, De Groene Amsterdammer, ‘De heer Bouterse lust ik rauw’>>Joost Oranje, 21/11/2007, NRC Handelsblad, Desi Bout-erse is al een mythe: sportleraar, legerleider, zakenman>> starnieuws.com
‘4 lane highways that connect us to Brazil, wealth and home-ownership for everyone’
32 s t y l o s / / p o l i t i e k / / a l g e m e e n
maakbaarheidJoris Hoogeboom
ontwikkelingen over het hoofd te zien, waarvan
sommige zelfs erg bewonderenswaardig zijn
en krediet geven aan dat anarchistisch model.
improvisatie
De extreem hoge dichtheid van dit bouwblok
brengt een hoop ontwerpproblemen met zich
mee, die ook als het door een architect zou worden
ontwikkeld, uitdagingen zouden vormen. Zoals
ook bij tamelijk normale bouwwerken hebben
de inwoners levensbehoeften zoals: water,
licht, voedsel en ruimte. De dichtheid was zo
hoog dat er in de onderste lagen bijna geen
licht meer was, op een paar lichtschachten
na, en met lampen moest worden verlicht. In
water werd voorzien door met vele individuele
pompen water uit ondergrondse aquifers
te pompen naar water tank s op het dak ,
waarvandaan het via een warrig netwerk van
waterleidingen naar beneden werd gevoerd.
Voor het rioleringssysteem was in het begin
geen echt systeem, maar wonderbaarlijk genoeg
infecteerde dit niet de waterbronnen. Om de
verlichting en pompen te laten werken was
natuurlijk elektriciteit nodig, dit werd gestolen
van het elektriciteitsnet eromheen. Eén van de
problemen waar echter nooit een oplossing
voor is gevonden was het afvalprobleem. Het
organische afval was vrij makkelijk te verwerken.
Echter werd het anorganische afval zoals oude
televisies, kapot meubilair en versleten kleren
verzameld op het dak en daar achter gelaten.
bouwblok als stad
Op deze manier was er een soort van stedelijke
substructuur ontstaan die niet helemaal perfect
was, maar op een bepaalde manier werkte voor
dit bouwblok. Onder deze omstandigheden
begon zich een samenleving te vormen die
zichzelf kon onderhouden. Elke mogelijke
industrie was hier vertegenwoordigd; van
gokhuizen tot visfabrieken tot restaurants. Het
herbergde meerdere scholen en kinderopvang,
maakbaarheid
“De term maakbaarheid duidt op een analyse
van de mogelijkheden om iets te kunnen
construeren. In die zin kan de term zowel op
fysieke als psychische mogelijkheden duiden. In
!loso!sch opzicht kan de term gebruikt worden
tegenover determinisme (!loso!e).”
In de context van architectuur heeft het de
betekenis dat de gebouwde omgeving sociaal
politieke e"ecten heeft.
super dutch
Sinds de verlichting heeft maakbaarheid altijd
hoog in het vaandel gestaan in de Nederlandse
samenleving. In de meest zichtbare vorm is dat
in het fysieke model: zoals de inpolderingen
en deltawerken. Die zijn gevormd vanuit een
ideologie dat een omgeving op grote schaal
gevormd kan worden naar een centraal idee.
Bij grote civieltechnische werken is dit natuurlijk
niet verwonderlijk, des te meer omdat een
algemeen doel en draagvlak gemakkelijk
gecreëerd is. In dit geval was dat het dreigende
gevaar van watersnood en ruimtegebrek. Deze
ideologie heeft zijn weerklank gehad in de
Nederlandse stedebouw en architectuur, van
gesammtkunstwerken tot uitbreidingswijken.
Hierbij is het creëren van draagvlak en noodzaak
een minder duidelijk gebied waarbij het
democratisch bestel via een lange weg de
koppeling tussen burger en bestuurder vormt.
Sinds de liberalisering heeft dit een negatieve
betekenis gekregen als bedreiging van de
marktwerking. Hieraan gekoppeld gaat ook
een langlopende verschuiving in machtspositie
en verandering van politieke structuren van
een centraal georganiseerd model naar een
meerkernig model. Dit heeft ook zijn weerklank
gevonden in de stedebouw waarin steeds
meer losstaande partijen onderdeel zijn van
het proces met zowel private als publieke
rollen. De e"ecten van dit soort initiatieven en
ontwikkelingen zijn echter een stuk moeilijker te
herkennen en te daardoor ook te objecti!ceren.
Hoe kun je het ongereguleerde herwaarderen
in een neoliberale consumerende context?
Een context waarin masterplannen gemarket
worden als merken en langzame, ontwikkelingen
niet opvallen.
kowloon walled city
Een extreem voorbeeld waarin een zelf-
regulerend groeiproces zich heeft voltrokken
is een heel special bouwblok in Kowloon
genaamd ‘the walled city’. Een onderdeel van
een sloppenwijk waarin zowel Hong Kong als
Engeland geen invloed had heeft gezorgd
voor een politiek vacuum waar zich door de
jaren heen een stad binnen een bouwblok
heeft ontwikkeld. Het bouwblok, dat met recht
een stad genoemd kan worden, steekt in schril
contrast met zijn omgeving, met een dichtheid
van 1,900,000 bewoners per vierkante kilometer
is het enorm bouwwerk in de verder niet
bijzondere sloppenwijk. Geteisterd door triad
gangs, grote ratten, slechte riolering en branden
was het lang geen aangename plek om te wonen.
Maar paradoxaal genoeg ook het dichtste
bij een zelfregulerende, zelfonderhoudende
en organisch ontwikkelende moderne stad
die er ooit is geweest. In die zin is ‘the walled
city’ in Kowloon een werkend model van een
anarchistische samenleving. Waar de stad
niet alleen een bouwblok was maar ook een
economie, waar voedsel werd geproduceerd
en medische zorg werd verleend. Het is
makkelijk om te vervallen in afgrijzen van de
leefomstandigheden en daarbij de positieve
‘In die zin is ‘the walled city’ in Kowloon een werkend model van een anarchistische samenleving’
33s t y l o s / / p o l i t i e k / / a l g e m e e n
medische praktijken en een tempel in het
midden. De diversiteit en rijkheid op deze
schaal en dichtheid is ongekend. Al deze
menselijke activiteit, al dan niet willekeurig,
levert een omgeving die ontzettend gevarieerd
is en als beste vergeleken kan worden met het
regenwoud in zijn variatie en beleving.
Waar in Nederland architectonische creaties
soms onaantastbaar zijn, zijn veranderingen in
Hong Kong vrijwel orde van de dag. Dit is naar
mijn inzien mogelijk omdat het beheer door een
en hetzelfde collectief gedaan wordt in plaats
van aparte partijen met aparte belangen. Ramen
worden aangepast, zo nodig air-conditioning
geïnstalleerd, daken verbouwd en antennes
geïnstalleerd. Op deze manier, en nog wel
ingrijpender, worden steeds meer aanpassingen
gemaakt om het iets comfortabeler te maken;
het gebouw als organisme dat nooit stopt met
evolueren.
Wat hierbij fascinerend is, dat ondanks al zijn
verschrikkelijke tekortkomingen, dit gebouw
en zijn bewoners erin geslaagd zijn wat nog
geen architect is gelukt met al hun expertise
en budget; Een megablok zonder rigide
structuur dat zich constant kan aanpassen
aan de eisen die de bewoners stellen aan het
gebouw. Van watervoorziening tot goederen
tot het toebehoren aan een grote familie en
het huiskamergevoel. Door de jaren heen is
het bouwblok langzaam geintegreerd met de
reguliere netwerken zoals stadswaternetwerk,
elektriciteitsnetwerk en afvalverwerking.
Desondanks werd deze manier van ontwikkelen
en leven niet door iedereen als wenselijk gezien
en is uiteindelijk besloten om het geheel te
slopen. Het is natuurlijk niet de intentie om
dit bouwblok in kowloon te romantiseren,
de leefomstandigheden waren niet op een
acceptabel niveau en er waren vele misstanden.
Een reactief ontwikkelproces is ook niet het
ideaal, maar misschien kan lering uit worden
getrokken uit de positieve ontwikkelingen van
een zelfregulerende gemeenschap die groot
genoeg geworden is om zichtbaar te worden.//
Bronnen
>> Greg Girard & Ian Lambot,1993, City of Darkness: Life in Kowloon walled city
34 s t y l o s / / p o l i t i e k / / a l g e m e e n
amazing Thailand
Het land van de glimlach, gouden tempels en vakantiestranden. Dat is het imago van Thailand. Niet alleen voor de toeristen maar ook voor de inwoners zelf. Het vaderlandsliefde gevoel wordt vanaf kleins af aan in je hart gelegd. Trots moeten wij zijn op ons land, ons bloed en onze koning…
Siriluck Songsri
uitstraling van een klassieke krottenwijk; muren
en daken van de huizen, bestaan uit geroeste
stalen golfplaten, houten planken en alles wat
stevigheid en weerstand tegen de elementen
biedt. De straten langs de ‘klong’ (kanaal) zijn
bedekt met ophopende vuilnis. Ik vraag mij
af waarom iemand in zo’n conditie zou willen
wonen en waarom er niets wordt ondernomen
vanuit de overheid om de leefomstandigheden
in deze wijk te verbeteren.
De Klongtoey slum is de grootste slum in
Bangkok. Het is gelegen aan de eerste zeehaven
van Thailand. In het begin, in de jaren ’50,
woonden er werkers die meewerkten aan de
constructie van de zeehaven. Er waren enkele
tientallen huishoudens. Tegenwoordig zijn
er meer dan twaalfduizend huishoudens
of zeventigduizend mensen. Deze slum is
uitgegroeid tot een zelfstandige gemeenschap
met tempels, markten, scholen en eigen
belangenorganisatie om met de overheid te
communiceren.
Door de jaren heen zijn ze in con!ict gekomen
met de overheid. De overheid vindt dat de
leefomstandigheden van deze mensen niet
acceptabel zijn. Leuk detail is dat dit gebied
een strategische ligging heeft waar het nieuwe
economische centrum geplaatst zou kunnen
worden.
Al meer dan twintig jaar probeert de overheid
de transformatie van dit gebied te realiseren.
Het gebied beslaat meer dan 2300 ‘rai’ (1 rai is
1600 vierkante meter) en is het eigendom van
de Thaise Port Authority. Ongeveer éénvijfde
Afgelopen periode heeft Thailand roerige
gebeurtenissen meegemaakt. Een nationale
onrust, een identiteitscrisis. Op het nieuws
wordt gepraat over de rode en gele shirts, die
het niet met elkaar eens kunnen worden over
wie het land mag regeren. Achter de vriendelijke
glimlach, verschuilen knagende tanden. Maar
nauwelijks een half jaar na de ‘burgeroorlog’
in Bangkok stonden de meeste stadsbewoners
keurig in een rij van 3 kilometer lang, om als de
eerste de nieuwe donut, Krispy Kreme, te mogen
proeven. De bitterheid wordt vervangen door
de zoete smaak.
En boeddhistisch zijn wij. Regelmatig geven wij
aalmoes aan de monniken en doneren wij aan
de tempels, gelovend dat wij dit vrijwillig doen
voor het welzijn van anderen. Maar diep van
binnen doen wij het omdat we hopen iets terug
te krijgen; wie goed doet die goed ontmoet, het
liefst nog in dit leven en anders in het volgende
leven (wij geloven namelijk in reïncarnatie). Wij
zijn eigenlijk zelfzuchtig en begrijpen weinig
van Boeddhisme. Het trotsgevoel van eigen land
maakt men blind voor eigen onvolmaaktheid.
Vraag een Thai wat de reden is geweest voor
de binnenlandse politieke onrust van afgelopen
periode, dan zal zijn vinger onmiddelijk naar
iemand anders wijzen, nooit naar zichzelf.
Als iemand die al bijna tien jaar niet meer in
Thailand woont, kijk ik nu met de ogen van een
buitenstaander terug naar mijn moederland.
Het is verbazingwekkend hoe tegenstrijdig
Thailand is.
Het tegenstrijdige karakter zou een reden
kunnen zijn voor de onrust in het land, als
een onderliggend proces dat zich al lange
tijd ontwikkeld en nu het kookpunt heeft
bereikt. Het proces heeft zich geuit in de
vorm van stedelijke omgeving, het meest
zichtbaar in Bangkok en de steden eromheen.
Er zijn megastores om de snelgroeiende
consumptiemaatschappij te voldoen aan haar
verlangens. Er zijn dichtbevolkte vervallen
wo o nw ijke n , ‘o p g e b o u wd ’ d o o r zowe l
autochtonen als allochtonen op verboden
terreinen. De infrastructuur is gericht op
automobilisten, bereikbaarheid met eigen
vervoer is het ideaal. Hoewel er steeds meer
tendensen zijn waarbij men pleit voor een beter
openbaar vervoersysteem, blijft de individuele
‘sabai-sabai’ (ontspannen) houding het meest
toonaangevend.
Ik heb niet in Bangkok gewoond maar mijn
herinneringen daarover, roepen zo nu en dan
vraagtekens op. Iedere zomer bezochten wij
onze grootouders in het noordoosten van het
land. Daarvoor moesten wij via Bangkok rijden,
door de rimboe van high-rise gebouwen,
snelwe gen en b ouw terre inen. Dat was
indrukwekkend om te zien. De meters hoge
snelweg gaat dwars door een woonwijk.
Als je lange handen hebt, kun je bijna het raam
van een flatgebouw naast de weg aanraken.
Verderop was men druk bezig met het bouwen
van de nieuwe verhoogde snelweg. Het zou
de file in dat gebied verlichten. Een zomer
later was die snelweg een paar meter langer
geworden. Maar het zou niet verder worden
afgemaakt. Het stond daar weg te rotten. Het
is voor mij nog steeds een mysterie waarom
het project afgeblazen werd terwijl de bouw in
volle gang was.
De snelweg strekte zich verder langs woningen,
kantoorgebouwen en scholen. Rechts zag ik een
krottenwijk, de Klongtoey wijk. Het heeft de
‘de Klongtoey wijk heeft de uitstraling van een klassieke krottenwijk; muren en daken van de huizen bestaan uit geroeste stalen golfplaten, houten planken en alles wat stevigheid en weerstand tegen de elementen biedt’
35s t y l o s / / p o l i t i e k / / a l g e m e e n
van het gebied is bezet door illegale bewoners.
Hoe en waar moeten deze mensen opgevangen
worden? Je kunt ze niet zomaar uit het gebied
verbannen. In het verleden heeft de overheid
geprobeerd om bewoners uit andere slums een
plek te geven buiten het centrum van Bangkok.
Er werd gekeken naar Europese voorbeelden
van hoogbouwwijken uit de jaren ’50 en ’60. De
illegale bewoners konden deze !atwoningen
huren voor weinig geld. Maar de meesten
verhuurden hun !ats verder aan middenklassers,
blijkbaar was er vraag voor zulk woningen, en
zelf gingen zij terug naar de slum. Omdat zij
daar dichter bij hun werkomgeving konden
wonen. Dit is zeker een belangrijk punt in het
herontwikkelingsproject van Klongtoey waar
opgelet moet worden. Het is niet geoorloofd
om weer dezelfde fouten te maken omdat de
overheid al veel economische schade heeft
opgelopen door de goedkope huur!ats.
Een andere factor die voor een moeizame
herontwikkeling zorgt is de belangenkwestie
van de private ondernemers die verschillende
locaties van de Port Authority huren. Deze
locaties verhuren ze verder aan plaatselijke
handelaars, zo ontstaan markten in Klongtoey.
Soms zijn de contracten reeds verlopen maar
toch geven zij de locatie niet terug aan de
overheid. De plaatselijke handelaars willen ook
niet vertrekken uit de markt omdat niemand
de zekerheid kan bieden dat ze ergens anders
hun geld kunnen verdienen. Telkens wanneer
er gepraat werd over de herontwikkeling
ging men in protest en kon het uitlopen in
geweld en vielen er doden. Wat opgemerkt
kan worden, is het belang van deze markten
voor de middenklassers in dat gebied. De
middenklassers hebben het niet breed en
leven van goedkope middelen die ze kunnen
verkrijgen van de markten. Eigenlijk zijn deze
plaatselijke handelaars het tandwiel van de stad
en houden de economie draaiend.
Onlangs heeft de Port Authority opdracht
gegeven aan het architectenbureau A49
om te onderzoeken naar herontwikkeling
mogelijkheden van het gebied. Het project dat
in 2003 gestart werd, heet ‘Modern Port City’.
Het concept van dit herontwikkelingsplan is
het verbeteren van de leefkwaliteit van de
Klongtoey bewoners en het optimaliseren van
de transportcapaciteit van de zeehaven. De
ontwerptechniek dat toegepast wordt is de
zonering waarin verschillende functies zoals;
woningen, faciliteiten, parken etc., een plek
krijgen. Op deze manier kan het gebied in
verschillende fases worden gerealiseerd. Het
project ziet er belovend uit. Het enige zwakke
punt, en meteen de grootste, is dat het ontwerp
van de bereikbaarheid van het gebied afwezig
is. Er moet een nieuw ontwerp komen waarin
alles geïntegreerd wordt, echter is het project
wel nuttig geweest. Het wordt gebruikt als
een leidraad voor de herontwikkeling en als
communicatiemiddel met de buurtbewoners en
handelaars. De belangenorganisaties van deze
twee groepen hebben gezegd mee te willen
werken aan de herontwikkeling nu zij zien dat er
oplossingen zijn bedacht voor hun problemen.
Wat nu nog rest is de geldkwestie. De overheid
heeft private investeerders nodig omdat het een
megaproject is dat meer dan honderdduizend
miljoen bath gaat kosten. Tot nu toe is het nog
niet duidelijk geworden welke investeerders mee
mogen doen. Blijkbaar is het lastig investeerders
te vinden die ‘transparant’ ondernemen en
geaccepteerd zijn door de samenleving. Het
zou een langdurig gevecht zijn tussen de
machthebbers, met zowel bondgenootschap
als prijs. Terwijl de machthebbers met elkaar aan
het uitvechten zijn wie het meeste pro"jt mag
ontvangen, wachten velen vol spanning op de
komst van de Modern Port City, met hoop op een
betere toekomst. Daarna zou het weleens een
realiteit kunnen zijn dat het snelwegproject aan
het begin van dit verhaal eindelijk afgemaakt
wordt.//
Afbeelding: ‘Bangkok Slums’, Grind en Barrett, http://www.flickriver.com/photos/universaleducation/popular-interesting/
5-7 novlocatie // Berlijn
site // www.stylos.nl
1-2 declocation // Oost Serre, BK-City
times // Wed 16.00 -19.30
site // www.stylos.nl
Berlijn excursieStylos reist af naar het mondaine Berlijn voor een !etsstocht langs de architectonische hoogtepunten van Berlijn en daarnaast project bezoeken aan het recent in de vakbladen gepubliceerde project van Brandlhuber architecten, de Tempelhof en Tacheles
Berlijn excursieStylos reist af naar het mondaine Berlijn voor een !etsstocht langs de architectonische hoogtepunten van Berlijn en daarnaast project bezoeken aan het recent in de vakbladen gepubliceerde project van Brandlhuber architecten, de Tempelhof en Tacheles
Composing Urban Space
Qinyung MaIn zijn lezing ‘Designeloper’ zoomt Qinyung Ma in op de ontwikkeling van de Chinese architectuur en de rol van de architect in China. Deze ontwikkeling en positionering verloopt namelijk geheel anders dan in Westerse landen.
Thomas RauThomas Rau volgde opleidingen op het gebied van beeldende kunst en dans aan de Kunstacademie en studeerde architectuur aan de RWTH Aken. Sinds 1990 werkt hij als architect in Amsterdam, waar hij in 1992 RAU oprichtte. Steeds meer gebouwen van RAU zijn energieneutraal en zijn gebouwd.
agenda
11 - 12 novlocatie // Faculteit Bouwkunde Delft
site // www.designersofthefuture.nl
6 declocatie // Zwarte doos Eindhoven
site //www.architectuurcentrumeindhoven.nl
The symposium will focus on composing and proportioning Urban Space. Rob Krier and Sjoerd Soeters will both lecture on this theme and invite you to join in on a discussion about architecture, urbanism and education. This will be led by professor Henco Bekkering (Chair of Urban Design).
11 - 12 novlocation // New Town Institute Almere
site // www.newtowninstitute.org
New Towns & PoliticsOr is the idea to build a New Town from scratch just proof of a fatal misunderstanding of what makes a city a city? Is it a sign of a gross ignorance on the part of politicians, planners and all those involved in this process of the complexity and the unpredictability of the urban?
9 novlocatie // Den Haag
site // www.haac.nu
ADHDDrie experts geven deze avond hun visie op een aantal actuele thema’s in de stedenbouw, zoals citymarketing en het zelforganiserend vermogen van de stad, en koppelen daar een advies aan. Erik Pasveer zal vervolgens met hen en het publiek in gesprek gaan.