planning the year-end 2017 - pwc.be · • regels i.v.m. de vorming en uitsluitingen van de nia...
TRANSCRIPT
PwC Planning the year-end 2017 1
Planning the year-end 2017From strategy through execution in a changing playing field
PwC
Introductie
Fiscale hervormingen
Personenbelasting en RSZ
Rechtspraak en rulings
Transfer Pricing
Btw en Douane
Conclusie
Agenda
2PwC
PwC Planning the year-end 2017 3
Planning the year-end 2017Fiscale hervormingen
PwC
1
Planning the year-end 2017 4
Fiscale hervormingen
PwC
1. Context en doelstellingen
2. 2018 maatregelen
3. 2020 maatregelen
4. Roerende fiscaliteit
Agenda
5PwC
PwC
BelangrijkDisclaimer
Planning the year-end 2017 6
Deze uiteenzetting is gebaseerd op informatie die op 12 december 2017 beschikbaar is. De slides houden geen rekening met mogelijke wijzigingen volgend op het akkoord van de Ministerraad van 8 december 2017, met uitzondering van de inwerkingtreding van bepaalde maatregelen. De nieuwe maatregelen die zullen worden gepresenteerd, kunnen tijdens het wetgevingsproces nog wijzigingen ondergaan. De beoordeling van de impact van deze nieuwe maatregelen dient geval per geval te worden onderzocht. De huidige uiteenzetting kan geenszins als een advies worden beschouwd en kan niet in de plaats komen van een specifieke analyse van een expert.
PwC
1Context en doelstellingen
Planning the year-end 2017 7
PwC
Context en doelstellingen van de hervorming
8Planning the year-end 2017
Context
• Belgische Ven.B. historisch opgebouwd rond een hoog nominaal tarief en verschillende niche systemen en aftrekposten om de reële belastingvoet te verlagen
• efficiëntie en rechtvaardigheid van deze structuur (en speciale regimes) onder druk
• regels in toenemende mate geharmoniseerd op Europees niveau en OESO aanbevelingen (BEPS)
• Europese context: verlaging van Ven.B. tarieven
strategie van fiscale niches te herzien
Budgettaire aspecten
• budgettair tekort
• via nieuwe investeringen en werkgelegenheid bijdragen tot de sanering van de publieke financiën
• geen rekening gehouden met terugverdieneffecten, noch bij een stand still-scenario met de omvangrijke negatieve effecten op de economische parameters en de overheidsfinanciën
• specifieke maatregelen om vervennootschappelijking te vermijden, maar verdere verlaging van de PB wenselijk (volgend op de reeds besliste tax shifts)
PwC
Doelstellingen van de hervorming
9Planning the year-end 2017
Focus op:
• stimuleren van onderzoek en ontwikkeling
• boost geven aan investeringen
• verschillende fiscale behandelingen wegwerken
• internationale aantrekkelijkheid verhogen (“consolidatie”)
Vereenvoudigd systeem
Meer rechtvaardige
fiscaliteit
Budget-neutraal(lager tarief,
grotere basis)
Bouwstenen van het nieuwe systeem:• tariefverlaging (Ven.B. en ACB)• hervorming NIA • omzetting ATAD richtlijnen • “fiscale consolidatie”
Hervorming spaar-
fiscaliteit
Winstdeelname van werknemers
aanmoedigen
PwC
Wetsontwerpen over de hervorming
10Planning the year-end 2017
Relancewet
• hervorming Ven.B. (tariefverlaging, minimum belastbare basis, NIA, DBI, meerwaarden op aandelen, fiscale consolidatie, vaste inrichtingen, omzetting ATAD I en II richtlijnen, procedure en “compliance”, beperking van de aftrek van bepaalde beroepskosten zoals autokosten, afschrijvingen, etc.)
• pensioensparen
• private privaks
• groeibedrijven
Programmawet
• winstdeelname voor werknemers
• heffing op het sparen
• vrijstelling van eerste schijf van 627 EUR van dividenden
• beurstaks
• vermindering van de vrijstelling van interesten op spaardeposito’s
• kaaimantaks
• gemeenschappelijke beleggingsfondsen
PwC
22018 maatregelen
Planning the year-end 2017 11
PwC
Belangrijkste maatregelen
• verlaging van het standaardtarief Ven.B.
• verlaging aanvullende crisisbijdrage
• “minimum belastbare basis"
• incrementele NIA
• 100% DBI-aftrek
• meerwaarden op aandelen
• kapitaalvermindering
Fiscale procedure
• effectieve belasting op supplement bij controle
• voorafbetalingen
• tarief van nalatigheids-en moratorium-interesten
• sancties bij gebrek aan aangifte
Diverse andere maatregelen
• voorzieningen voor risico’s en kosten
• vooruitbetaalde kosten
• investeringsaftrek
• investeringsreserve
• bedrijfsvoorheffing O&O
• minimumbezoldiging bedrijfsleider
• meerwaarden art. 47 WIB
• inschakelingsbedrijven
• hoogtechn. producten
Overzicht maatregelen vanaf 2018Voorontwerp Relancewet
Planning the year-end 2017 12
PwC
BelastinghervormingWat is positief ?
• tariefverlaging van 33% naar 29%
• crisisbijdrage van 3% naar 2%
• tarief KMO naar 20% (op 100 KEUR)
• DBI van 95% naar 100%
• afschaffing van de 0,412% belasting op meerwaarden van aandelen
• investeringsaftrek van 8% naar 20% voor KMO’s
– enkel voor 2018 en 2019 !!
• winstuitkering aan werknemers aan 20% belasting
• BV vrijstelling voor onderzoekers met houders van een bachelordiploma
• bedrijfswagen inruilen voor cash
Planning the year-end 2017 13
PwC
BelastinghervormingWat is negatief ?
• minimumbelasting indien meer dan 1 MEUR winst
• vermindering basis van NID
• voorwaarden vrijstelling meerwaarde op aandelen
• zelfde voorwaarde als DBI
• hervorming van het regime voor verwijl- en moratorium intresten
• minder voordelig voor belastingplichtige
• afzonderlijke taxatie (10%) indien geen minimum bestuurdersbezoldiging van 45 KEUR aan natuurlijke personen
Planning the year-end 2017 14
PwC
BelastinghervormingDiverse maatregelen
• nieuwe volgorde van fiscale aftrekken
• kapitaalsvermindering pro rata beschikbare reserves
• voorzieningen enkel nog aftrekbaar indien wettelijke, reglementaire of contractuele verplichting
• bij wijzigingen naar aanleiding van controle steeds belastingen te betalen
• voorafbetalingen hogere sanctie indien niet vooraf betaald
• bij niet aangifte, hogere forfaitaire belastbare basis
• vooruit betaalde kosten niet langer dadelijk aftrekbaar
• brandstofkosten ook gelinkt aan CO2 uitstoot (2020)
• valse hybrides niet langer hybride (aangekocht vanaf 1.1.2018) (zie ook voordeel van alle aard) (2020)
Planning the year-end 2017 15
PwC
2017 2018 2020
Tarief vennootschapsbelasting 33% 29% 25%
Aanvullende crisisbijdrage
(ACB)3% 2% 0%
Tarief incl. ACB 33,99% 29,58% 25%
KMO*
24,25%
1 - 25 KEUR
31%
25 KEUR
- 90 KEUR
34,5%
90 KEUR
- 322,5 KEUR
20%
voor het deel
≤ 100 KEUR
29%
voor het deel
> 100 KEUR
20%
voor het deel
≤ 100 KEUR
25%
voor het deel
> 100 KEUR
*KMO: wordt bepaald a.d.h.v. artikel 15, §§ 1 tot 6, van het Wetboek van vennootschappen en niet langer in verhouding tot het bedrag van het belastbaar inkomen. KMO tarieven zijn te verhogen met de aanvullende crisisbijdrage.
Tariefdaling in twee fasesArt. 215 WIB
Planning the year-end 2017 16
PwC
Nieuwe voorwaarden
• voldoen aan minstens 2 van de 3 volgende criteria:
– jaargemiddelde van het personeelsbestand < 50
– jaaromzet excl. BTW < 9 MEUR
– balanstotaal < 4,5 MEUR
• beoordeling op geconsolideerde basis
• verplichting om aan minstens 1 bedrijfsleider een bezoldiging toe te kennen > 45 KEUR
• uitsluiting voor holdings (zie oude voorwaarden)
• uitsluiting voor vennootschappen waarvan ten minste de helft van de aandelen in handen is van andere vennootschappen
Oude voorwaarden
• belastbaar inkomen < 322,5 KEUR
• verplichting om aan minstens 1 bedrijfsleider een bezoldiging toe te kennen > 36 KEUR
• dividenduitkering < 13% van het gestorte kapitaal bij het begin van het belastbaar tijdperk
• uitsluiting voor holdings (aandelen van minder dan 75% met beleggingswaarde > 50% van het EV)
• uitsluiting voor vennootschappen waarvan ten minste de helft van de aandelen in handen is van andere vennootschappen
Verlaagd tarief KMO – nieuwe voorwaardenArt. 215 WIB
Planning the year-end 2017 17
PwC
Minimum belastbare basis –nieuwe volgorde aftrekpostenArt. 207 WIB
Planning the year-end 2017 18
Nieuwe volgorde aftrekposten Beperking
3. Niet belastbare bestanddelen
Volledig
aftrekbaar
4. DBI-aftrek van het jaar
5. Aftrek van octrooi-inkomsten (overgangsregeling)
6. Aftrek innovatie-inkomsten
7. Investeringsaftrek
8. Groepsbijdrage (vanaf 2020)
9. Incrementele NIA (nieuw)Aftrek beperkt tot:
1MEUR + 70%
(belastbare basis voor beperking - 1 MEUR)
Minimale belastbare basis =
30%
(belastbare basis voor beperking - 1MEUR)
10. Overgedragen DBI
11. Overgedragen aftrek innovatie-inkomsten
12. Overgedragen verliezen
13. Overgedragen NIA (onbeperkt)
14. Overgedragen NIA (7 jaar)
PwC
Minimum belastbare basis – samenvatting
Art. 207 WIB
Samengevat
• belastbare winst tot 1 MEUR: alle aftrekken zijn volledig aftrekbaar volgens de nieuwe volgorde bepaald door artikel 207 WIB
• belastbare winst > 1 MEUR: de nieuwe incrementele NIA en de overgedragen aftrekken zijn beperkt tot 70% van het saldo boven 1 MEUR en worden afgetrokken volgens de nieuwe volgorde bepaald door artikel 207 WIB
• beperking niet van toepassing op de DBI-aftrek van het jaar zelf en op de innovatieaftrek
• de overgedragen aftrekken die niet kunnen worden gebruikt door toepassing van de nieuwe beperking zijn overdraagbaar naar volgende jaren
• de aftrek van de overgedragen NIA berekend volgens artikel 536, 1ste lid WIB is beperkt tot het saldo na de vorige aftrekbeperkingen (korf) (NIA beperking art. 536, 1ste lid: 1 MEUR + 60% van het saldo boven 1 MEUR)
Planning the year-end 2017 19
PwC
Minimumbelasting – werking van de korfArt. 207 WIB
Planning the year-end 2017 20
Gegevens in KEUR
Belastbare basis na de 3de bewerking 10.000
Innovatieaftrek 4.000
Overgedragen verliezen 7.000
Bepaling van de belastbare basis
Belastbare basis 10.000
Innovatieaftrek - 4.000
Belastbare basis voor beperking 6.000
Overgedragen verliezen - 4.500
Finaal belastbare basis (minimum) 1.500
Berekening van de belasting
Aftrek beperkt tot:
1.000 + 70% (6.000-1.000) = 4.500
Minimum belastbare basis: 30% x 5.000 = 1.500
Belasting : 1.500 x 29,58% = 443,7
Gegevens in KEUR
Belastbare basis na de 3de bewerking 10.000
DBI-aftrek van het jaar zelf 3.000
Overgedragen verliezen 5.000
Overgedragen NIA 7.000
Bepaling van de belastbare basis
Belastbare basis 10.000
DBI-aftrek van het jaar zelf - 3.000
Belastbare basis voor beperking 7.000
Overgedragen verliezen - 5.000
Overgedragen NIA - 200
Finaal belastbare basis (minimum) 1.800
Berekening van de belasting
Korf: 1.000 + 70% (7.000-1.000) = 5.200
Minimum belastbare basis: 30% x 6.000 = 1.800
Belasting: 1.800 x 29,58% = 532,44
Voorbeeld 1: Voorbeeld 2:
PwC
Incrementele notionele interestaftrek (“NIA”) Art. 205ter WIB
Incrementele NIA
• naar analogie met andere Europese landen (Italië) en de aanbevelingen van de EC (CCTB): huidige NIA vervangen door systeem dat enkel rekening houdt met het bijkomend kapitaal
• berekeningsbasis: stijging van het eigen vermogen ten opzichte van het voortschrijdend gemiddelde van de 5 voorbije jaren (EV x – EV x-5)/5
• gemiddelde over 5 jaar: dus, minder vatbaar voor misbruik (volgens de wetgever)
• regels i.v.m. de vorming en uitsluitingen van de NIA blijven onveranderd
• tarief van het inkomstenjaar waarop de aangifte betrekking heeft
• huidige overgangsregeling m.b.t. de overgedragen NIA blijft behouden maar nieuwe incrementele NIA kan niet worden overgedragen
• de nieuwe incrementele NIA maakt deel uit van de korf van te beperken aftrekposten (maar zou als eerste binnen de korf aftrekbaar zijn)
Planning the year-end 2017 21
PwC
*Afwijking van CCTB voorstel (waar taxatie is voorzien op de vermindering van het EV)
Incrementele notionele interestaftrek Art. 205ter WIB
Planning the year-end 2017 22
EV = eigen vermogenx = belastbaar tijdperk
incrementele NIA basis = (EVx – EVx-5)/5
jaar x-5 x-4 x-3 x-2 x-1 x oud nieuw
1. begin 1 - - - - - 100 100 20
2. EV ↗ 6 100 200 300 400 500 600 500 100
3. EV ↘ 7 200 300 400 500 600 400 600 40
4. EV ↗↗ 8 300 400 500 600 400 1300 400 200
5. EVx < EVx-59 400 500 600 400 1300 300 1300 0*
(400 – 200) / 5 = 40
(1300 – 300) / 5 = 200
PwC
Taxatievoorwaarde
Deelneming van 10% van het kapitaal of aanschaffingswaarde van 2,5 MEUR
Ononderbroken houdperiode van ten minste één jaar in volle eigendom
DBI aftrek van 100%
(i.p.v. 95%)
Wanneer de aandeelhouder een deelneming van minder dan 10% bezit waarvan de aanschaffingswaarde ten minste 2,5 MEUR bedraagt: de RV van 1,6995% wordt vervangen door een vrijstelling van RV (Tate & Lyle)
Definitief belaste inkomsten (“DBI”)Art. 204 en 205 WIB
Planning the year-end 2017 23
PwC
Meerwaarden op aandelen voor vennootschappen Art. 192 WIB
24Planning the year-end 2017
Nieuw regime: vrijstelling als aan bepaalde voorwaarden is voldaan
• afschaffing van het tarief van 0,40%
• taxatievoorwaarde
• ononderbroken houdperiode van ten minste één jaar in volle eigendom
• participatievoorwaarde:
– 10% van het kapitaal of aanschaffingswaarde van 2,5 MEUR
– aanschaffingswaarde = onderschreven kapitaal (ook ev. niet volstort gedeelte)
Gevolgen van afstemming op het DBI-regime
• afwijkingen van de DBI-voorwaarden gelden ook voor vrijstelling meerwaarden (bv. verkoop van aandelen van of door een beleggingsvennootschap: bv. DBI-bevek)
• meerwaarden gerealiseerd op aandelen waarvan de dividenden slechts gedeeltelijk genieten van DBI-aftrek vrijstelling van de meerwaarde in dezelfde verhouding
• specifieke regels voor meerwaarde bij aandelenruil
PwC
Meerwaarden op aandelen voor vennootschappen Timing - Drie fases Art. 192 WIB
Planning the year-end 2017 25
2017• 0,412% indien grote
vennootschap en alle voorwaarden voldaan
• 25,75% indien minimum houdperiode van 1 jaar niet voldaan
• 33,99% indien taxatievoorwaarde niet voldaan
2018 en 2019• Vrijstelling indien
voorwaarden voldaan
• 25,5% indien minimum houdperiode van 1 jaar niet voldaan*
• 29,58% indien taxatievoorwaarde of participatievoorwaarde niet voldaan*
2020• Vrijstelling indien
voorwaarden voldaan
• 25% indien één voorwaarde niet voldaan*
*Voor KMO’s:2018 en 2019: 20,40% voor deel belastbare grondslag ≤ 100 KEUR 2020: 20% voor deel belastbare grondslag ≤ 100 KEUR
PwC
KapitaalverminderingenArt. 18 en 184 WIB
Planning the year-end 2017 26
• kapitaalvermindering belastbaar dividend pro rata bepaalde reserves
• idem voor uitgiftepremies (UP) en bedragen waarop ingeschreven is ter gelegenheid van de uitgifte van winstbewijzen (WB)
• inwerkingtreding: kapitaalverminderingen beslist door de AV vanaf 1.1.2018
1. gestort kapitaal (GK) op pro rata basis
2. belaste reserves (BR) geïncorporeerd in het kapitaal
3. BR die niet geïncorporeerd zijn in het kapitaal
4. vrijgestelde reserves (VR) geïncorporeerd in het kapitaal belast
• voorzieningen voor risico’s en kosten en waardeverminderingen
• niet-uitkeerbare herwaarderingsmeerwaarden• niet-geïncorporeerde VR• liquidatiereserve (541 WIB)• wettelijke reserve• onb. res. eigen aandelen• negatieve BR (niet overgedragen verlies)
berekening: reserves aan het einde van het voorgaande belastbaar tijdperk tussentijdse dividenden uitgesloten
• zonder afbreuk te doen aan de toepassing van de bijzondere liquidatiereserve (537 WIB)
Principe
Aanrekeningsvolgorde
Uitgesloten reserves
Andere
(GK + UP + WB) = T
(T + BR + VR in kap)
PwC
Fiscale aangifte aandeelhouder
Onderwaardering aandelen
0 200 200
200
Fiscale aanrekening
GK 600 * -300 300
BR 400 # -200 200
Totaal 1.000 -500 500
* 500 x 60% # 500 x 40%
600
600 + 400
= 60% 400
600 + 400
= 40%
dividend van 200
Kapitaalvermindering van 500
DBI van toepassing als voorwaarden voldaan en eventueel RV
KapitaalverminderingenArt. 18 en 184 WIB
27Planning the year-end 2017
Boekhoudkundig EV: kapitaalvermindering van 500
GK 600 -500 100
BR 400 0 400
Totaal 1.000 -500 500
Fiscale aangifte
BR 400 0 400
Negatieve reserve 0 -200 -200
Beweging reserves -200
Dividend 200
Belastbare basis 0
PwC
Opmerkingen
• traceerbaarheid voor de toekomst? (via 328D?)
• quid fairness tax?
• definitie van reserves:
– afschrijvingsexcedent?
– reserves vaste inrichtingen?
• wat met kapitaalverminderingen eind 2017?
• caveat: interne meerwaarden
* 800 x 20%
200
200 + 300 + 100 + 400= 20%
KapitaalverminderingenArt. 18 en 184 WIB
28Planning the year-end 2017
# 800 x 80% = 640
- BR in kapitaal: 300
- BR: 100
- VR in kapitaal: 240
volgorde van aanrekening
Ven.B.
dividend
Boekhoudkundig EV: Kapitaalvermindering van 800
GK 200 -200 0
BR in kapitaal 300 -300 0
VR in kapitaal 400 -300 100
BR 100 0 100
VR 200 0 200
Totaal 1.200 -800 400
Fiscale aanrekening
GK 200 * -160 40
BR in kapitaal 300 # -300 0
VR in kapitaal 400 # -240 160
BR 100 # -100 0
VR 200 0 200
Totaal 1.200 -800 400
PwC
Maatregelen om compliance te stimuleren
Planning the year-end 2017 29
Geen fiscale aftrekken op belastingsupplementen gevestigd n.a.v. fiscale controle cash out01
Bij niet-aangifte: belastbare forfaitaire minimumwinst opgetrokken tot 40 KEUR03
04
02Aanmoediging tot meer voorafbetalingen:verhoging van de basisrentevoet voor de vermeerdering tot 3% (i.p.v. 1%)
Tarief nalatigheidsinteresten: min. 4% en gekoppeld aan OLO. Tarief moratoriuminteresten steeds 2% lager dan dat van de nalatigheidsinteresten.
PwC
Daadwerkelijke aanslag volgend op belastingcontrolesArt. 207 WIB
Doel van de maatregel
• ondernemingen aansporen om hun aangifteplichten correct te vervullen en het bekomen van een grotere fiscale eenvormigheid (“compliance”)
Maatregel (art. 207 WIB)
• verhogingen van de belastbare grondslag vastgesteld na een belastingcontrole (correctie of aanslag van ambtswege) vormen een minimale belastbare basis
• geen fiscale aftrek meer toegestaan (bv. de verliezen van het boekjaar), metuitzondering van de DBI-aftrek van het jaar zelf die nog niet is uitgevoerd
• enkel bij effectieve toepassing van een belastingverhoging tegen minstens 10%
• bij een eerste overtreding met ontstentenis van kwade trouw, bv. bij principiële discussies, en wanneer de belastingverhoging niet wordt toegepast: geen toepassing van de maatregel
• inwerkingtreding: vanaf aanslagjaar 2019 met betrekking tot het belastbaar tijdperk dat begint vanaf 1.1.2018 geen retroactiviteit
Planning the year-end 2017 30
PwC
Voorafbetalingen
Art. 218 WIB
Doel van de maatregel
• vennootschappen aanmoedigen om het totaal van hun inkomstenbelastingen te betalen tijdens hetzelfde belastbaar tijdperk waarin ze hun inkomsten hebben verworven
Maatregel
• verhoging van de basisrentevoet bij de berekening van de vermeerdering: minimum 3% ingeval geen of ontoereikende voorafbetalingen zijn gedaan
• vanaf aanslagjaar 2019:
– vermeerdering van 6,75%
– bonificatie: 9% (1ste trimester), 7,4% (2de trimester), 6% (3de trimester), 4,5% (4de trimester)
• uitsluiting van de verhoging wanneer het bedrag een bepaald minimum niet bereikt, niet meer van toepassing voor vennootschappen
Planning the year-end 2017 31
PwC
Hervorming van de nalatigheids- (NI) en moratoriuminteresten (MI)Art. 414, 416, 418 en 419 WIB
Context en doel van de maatregel
• globale inspanning tot sanering van de overheidsfinanciën - bedrag van de MI (7%) heeft zwaar gewogen op de begroting
Nalatigheidsinteresten (laattijdige betaling door de belastingplichtige)
• tarief bepaald op min. 4% - max. 10% (voor 2018: 4%)
• jaarlijks aangepast aan het gemiddelde van de referte-indexen J met betrekking tot de lineaire obligaties 10 jaar
• NI ook van toepassing bij bepaalde schendingen van de onaantastbaarheids-voorwaarde (bv.: herbeleggingsmeerwaarde)
• nieuw tarief van toepassing vanaf 1.1.2018 voor bestaande situaties
Moratoriuminteresten (terugbetaling door de Staat)
• tarief: 2% lager dan NI tarief – om elke vorm van speculatie te vermijden (2% i.p.v. 7% in 2018) - gekoppeld aan OLO-tarief en jaarlijks aangepast
• nieuw tarief van toepassing vanaf 1.1.2018 voor bestaande situaties
Planning the year-end 2017 32
PwC
Sancties bij gebrek aan of laattijdige indiening van de aangifteArt. 342 WIB
Doel van de maatregel
ondernemingen aanzetten hun fiscale verplichtingen inzake de neerlegging van de aangifte na te komen
Maatregel
• viseert de ondernemingen onderworpen aan de Ven.B. en BNI/Ven.
• bij niet-aangifte of laattijdige indiening van de aangifte, minimum van de belastbare winst opgetrokken van 19 KEUR
– tot 34 KEUR in 2018 en tot 40 KEUR in 2020
– en jaarlijks geïndexeerd (vanaf 2022)
• bij herhaalde inbreuken: verhoging van de forfaitaire minimumwinst met een percentage bepaald tussen 25% (voor de 2de inbreuk) en 200% (vanaf de 5de inbreuk)
• de geviseerde vennootschap behoudt het recht om het tegendeel te bewijzen
Planning the year-end 2017 33
PwC
Voorzieningen voor risico’s en kosten - nieuw regime in de vennootschapsbelastingArt. 194 WIB
Maatregel (art. 194 WIB)
• zijn vrijgesteld van vennootschapsbelasting
• de voorzieningen die voortvloeien uit:
– een op balansdatum bestaande contractuele, wettelijke of reglementaire verplichting (andere dan die louter voortvloeien uit de toepassing van de wetgeving op de boekhouding en de jaarrekening)
– aangegaan door de onderneming tijdens het belastbaar tijdperk of tijdens een van de voorgaande belastbare tijdperken
– + voldoen aan de voorwaarden vermeld in artikel 48 WIB (zie nieuw artikel 194 WIB)
• zijn niet meer vrijgesteld: de voorzieningen die niet voortvloeien uit dergelijke verplichtingen (bv. voorzieningen voor grote herstellings- en onderhoudswerken)
• van toepassing op toevoegingen aan nieuwe voorzieningen aangelegd vanaf AJ 2019 verbonden aan een BT dat ten vroegste aanvangt vanaf 1.1.2018 (quidinwerkingtreding voor nieuwe toevoegingen aan bestaande voorzieningen?)
Planning the year-end 2017 34
PwC
Voorzieningen voor risico’s en kosten Art. 194 WIB
Voorbeelden
• blijven vrijgesteld de voorzieningen voor:
– waarborgverplichtingen (contractuele verplichtingen),
– wettelijke en reglementaire verplichtingen zoals ontslaguitkeringen na betekening van het ontslag of werkloosheid met bedrijfstoeslag, …
• milieuverplichtingen: bv. voorzieningen voor asbestverwijdering of voor de sanering van door tankstations gebruikte gronden, indien een decreet of een besluit van een gewestelijke regering dit soort verplichting voorziet
• hangende geschillen die voortkomen uit wettelijke of contractuele verplichtingen blijven vrijgesteld in de mate dat deze kosten geacht worden normaal op de resultaten van dat tijdperk te drukken
Planning the year-end 2017 35
PwC
Vooruitbetaalde kostenArt. 195/1 WIB
Context van de maatregel: het verleden
• beroepskosten kunnen afgetrokken worden voor het belastbaar tijdperk waarin zij vooruit worden betaald of het karakter van zekere en vaststaande schulden of verliezen hebben verkregen, zelfs indien deze kosten geheel of gedeeltelijk betrekking hebben op één of meer van de volgende belastbare tijdperken
geen matching principe in fiscaal recht
vb.: vooruitbetaalde huur
Maatregel (art. 195/1 WIB)
• de betaalde of gedragen kosten of die het karakter van zekere en vaststaande schulden of verliezen hebben verkregen, zijn slechts aftrekbaar
• tijdens het belastbaar tijdperk van hun betaling of hun boeking als schuld, of van de volgende belastbare tijdperken
• in verhouding tot het gedeelte van die kosten dat betrekking heeft op dat belastbaar tijdperk
Planning the year-end 2017 36
PwC
Investeringen en O&OArt. 69, 194quater en 275³ WIB
Investeringsaftrek (art. 69 WIB)
• verhoging van het tarief van 8 naar 20%
• voor de aanslagjaren 2019 en 2020
• voor vaste activa verkregen of tot stand gebracht tussen 1 januari 2018 en 31 december 2019
• zowel voor éénmanszaken onderworpen aan de personenbelasting (art. 13) als voor de “kleine” vennootschappen onderworpen aan de vennootschapsbelasting
Investeringsreserve (art. 194quater WIB)
• opgeheven voor nieuwe investeringen gedaan vanaf 1.1.2018
• blijft van toepassing op de reeds lopende reserves
Bedrijfsvoorheffing (art. 275³ WIB)
• uitbreiding van de gedeeltelijke vrijstelling van bedrijfsvoorheffing voor onderzoekers met houders van een bachelordiploma
• vrijstelling van 40% vanaf 2018 en 80% vanaf 2020
Planning the year-end 2017 37
PwC
Minimum bedrijfsleidersbezoldigingArt. 219quinquies WIB
Doel van de maatregel
• het oprichten van een vennootschap louter om fiscale doeleinden ontmoedigen
• voorkomen dat vennootschappen die een voldoende niveau van winst genereren, de natuurlijke personen die actief zijn binnen de vennootschap vergoeden door middel van dividenden, eerder dan via een bezoldiging belastbaar in de personenbelasting en onderworpen aan sociale bijdragen
Maatregel
• minimum bezoldiging van 45 KEUR of = belastbaar resultaat indien dit kleiner is
• aan ten minste één van haar bedrijfsleiders (natuurlijk persoon)
• sanctie: afzonderlijke aanslag van 5% (AJ 2019 en 2020), nadien 10% (AJ 2021), op het verschil tussen de minimumbezoldiging en de hoogste bezoldiging die door de vennootschap aan één van haar bedrijfsleiders is toegekend
• uitzonderingen: voor de KMO-starters en voor verbonden vennootschappen die slechts over één en dezelfde bedrijfsleider beschikken (max.: 75 KEUR)
Planning the year-end 2017 38
PwC
3
Planning the year-end 2017 39
2020 Maatregelen
PwC
Vaste inrichtingen en fiscale consolidatie
• definitie vaste inrichting
• verliezen van vaste inrichting
• horizontale en verticale fiscale consolidatie o.b.v. groepsbijdrage systeem (2019)
ATAD I en II
• 30% EBITDA beperking interestaftrek en marktrente
• CFC regime (2019)
• exit taxatie (2019)
• hybride mismatches (2019)
Anderemaatregelen
• autokosten
• aftrek boetes en belastingen
• afschrijvingen
• aanslag geheime commissielonen
• disconto op schulden
• omzetting vrijgestelde reserves
• tax shelter (tarief)
• vrijstelling bijk. pers.
Overzicht maatregelen vanaf 2019 en 2020Voorontwerp Relancewet
Planning the year-end 2017 40
PwC
Vaste inrichtingen (VI) – nieuwe definitieArt. 229, §2 en art. 231, §1, 3° WIB
Doel van de maatregel
• verscheidene wijzigingen aan de definitie van VI volgend op het BEPS rapport (actiepunt 7 : Voorkomen van de kunstmatige ontwijking van de kwalificatie als vaste inrichting): uitbreiding van de definitie
Maatregel
• definitie van “personele” Belgische VI verruimd met commissionairs die in eigen naam optreden, maar nauw verbonden zijn met een buitenlandse vennootschap waarvoor zij in België optreden
• definitie zal verder uitgewerkt worden overeenkomstig BEPS-actiepunt 1 (digitale economie) en verwacht EU voorstel in dit verband
Planning the year-end 2017 41
PwC
Vaste inrichtingen (VI) – nieuwe definitieArt. 229, §2 en art. 231, §1, 3° WIB
Principe : uitgebreide definitie
• “personele” vaste inrichting is eveneens
– vertegenwoordiger of andere tussenpersoon die in België optreedt
– voor rekening van een buitenlandse onderneming
– zelfs wanneer die persoon geen machtiging bezit om namens die onderneming overeenkomsten te sluiten
• alle soorten tussenpersonen
• ruime formulering om alle werkzaamheden te dekken bedoeld in artikel 5, § 5 van het OESO-modelverdrag
Uitzondering
• onafhankelijke tussenhandelaar die voor de onderneming in de normale uitoefening van dat bedrijf optreedt
• onafhankelijkheid beoordeeld o.b.v. de reikwijdte van de verplichtingen ten aanzien van de onderneming, de gedragen risico's of de vrijheid die de persoon heeft bij het uitoefenen van zijn werkzaamheden
Planning the year-end 2017 42
PwC
Vaste inrichtingen (VI) – nieuwe definitieArt. 229, §2 en art. 231, §1, 3° WIB
Uitzondering op de uitzondering
• is niet onafhankelijk: een persoon die uitsluitend of bijna uitsluitend optreedt voor een of meer ondernemingen waarmee hij nauw verbonden is
• een persoon is “nauw verbonden met een onderneming” indien uit alle relevante feiten en omstandigheden blijkt dat de ene zeggenschap heeft in de andere of dat ze beiden onder zeggenschap staan van dezelfde personen of ondernemingen
• dit is automatisch van toepassing
– indien de ene middellijk of onmiddellijk meer dan 50% bezit van het uiteindelijk belang in de andere persoon, of,
– in het geval van een vennootschap, meer dan 50% bezit van het totale aantal stemmen en de waarde van de aandelen van de vennootschap of van het uiteindelijk belang in het vermogen van de vennootschap, of
– indien een andere persoon of vennootschap dergelijke controle heeft over de persoon of vennootschap
Planning the year-end 2017 43
PwC
Verliezen van de vaste inrichtingArt. 185, §3 en art. 206, §1 WIB
Aftrek van verliezen van VI door Belgisch hoofdhuis
• aftrek van verliezen enkel nog mogelijk voor definitieve verliezen van VI geleden in de EER verliezen zijn definitief wanneer:
– de activiteiten van de VI zijn stopgezet en
– geen enkele aftrek of verrekening is verleend of nog kan verleend worden in de lidstaat van de VI (bv. via nationale fiscale consolidatie) en het recht van aftrek niet is overgegaan op een andere VI of verbonden onderneming in die staat
• idem voor verliezen m.b.t. activa gelegen in een EER-staat zonder VI
• terugname van het definitief verlies wanneer opnieuw activiteiten worden opgestart in dezelfde staat binnen de 3 jaar
Planning the year-end 2017 44
PwC
Fiscale consolidatie (2019)Art. 194septies, art. 198, §1, 15°/1, art. 205/5 en 207 WIB
45Planning the year-end 2017
Kwalificerende partijen
• moeder-, dochter-, zustervennootschap of hun vaste inrichtingen
• deelneming van minstens 90% gedurende ten minste 5 jaar (onafgebroken)
• VI van buitenlandse EER vennootschap
• zelfde begin- en einddatum van het belastbaar tijdperk
• uitsluitingen: vennootschappen die een onroerend goed ter beschikking stellen aan een van hun bedrijfsleiders, beleggingsvennootschappen, GVV, ...
Principe
• overdracht van belastbare winst van het belastbaar tijdperk naar een verlieslatende groepsvennootschap of VI via “aftrek van de groepsbijdrage” (economisch gezien betreft het een overdracht van verliezen)
• op basis van een “groepsbijdrage-overeenkomst”
• tegen betaling van een vergoeding aan de verlieslatende vennootschap of VI
PwC
Fiscale consolidatieArt. 194septies, art. 198, §1, 15°/1, art. 205/5 en 207 WIB
46Planning the year-end 2017
Overeenkomst
• één overeenkomst per belastbaar tijdperk
• bepaalt het bedrag van de groepsbijdrage (= max het bedrag van het verlies van het belastbaar tijdperk) en van de te betalen compensatie (belastingkost)
• legt de verbintenissen van beide partijen vast:
– de binnenlandse vennootschap of Belgische VI: neemt de groepsbijdrage op in de aangifte Ven.B. of BNI/Ven. als winst van het belastbaar tijdperk
– de belastingplichtige: betaalt een vergoeding
Voorwaarden
• groepsbijdrage-overeenkomst
• opname van de groepsbijdrage in de aangifte van de verlieslatende vennootschap of VI
• enkel Belgische groepsbijdragen
• effectieve betaling van de vergoeding (bewijs kan gevraagd worden)
• de belastingplichtige moet een opgave bijvoegen bij de aangifte (bij KB te bepalen)
Aanpassing van het fiscaal resultaat in de eigen aangifte
(geen geconsolideerde aangifte)
PwC
ANL
BE
fiscale consolidatie geïnspireerd op Zweeds model
B neemt 100 op in zijn aangifte C trekt 100 af in zijn aangifte
Fiscale consolidatieArt. 194septies, art. 198, §1, 15°/1, art. 205/5 en 207 WIB
Planning the year-end 2017 47
B-100 C+150groepsbijdrage-overeenkomst
overdracht winst van 100(aftrek van de groepsbijdrage)
betaling van vergoeding van 25 (non-event belastingsgewijs)
PwC
Groepsbijdrage-overeenkomst mogelijk tussen: B en A (moedervennootschap) B en C (zustervennootschap) B en VI D (VI van zustervennootschap) B en E (dochtervennootschap)
= niet mogelijkaftrek van definitieve verliezen VI door BelCo B
Fiscale consolidatiePraktische voorbeelden
Planning the year-end 2017 48
BelCo A
Co D BelCo B
VI D VI B
BelCo C
> 90%
- 5
- 10
- 10
- 30
Co F
- 15
BelCo E
- 20- 20
BelCo G
- 10
+ 100
PwC
Initieel fiscaal
resultaat
Groepsbijdrage-overeenkomst in 2021 m.b.t.
BT 2020: groepsbijdrage van 200
Fiscaal resultaat na fiscaleconsolidatie
Vergoeding (200 x 25% = 50) te betalen aan de
verlieslatende vennootschap
BT 2020 BT 2020 BT 2020 BT 2021
Verlies-latende venn.
-200
+200 opname van de
groepsbijdrage in de belastbare winst
0geen overdraagbaar verlies
+50vrijgesteld inkomen
Winst-gevende
venn.+400
-200aftrek van de groepsbijdrage
+200- 50
verworpen uitgave
afzonderlijke aangiften Ven.B. voor beide partijen
aftrek niet beperkt door
artikel 207 WIB
Fiscale consolidatieAangifte Ven.B. – voorbeeld
Planning the year-end 2017 49
boekhoud-kundige
verwerking?
PwC
Gegevens - stand alone situatie
Gegevens - stand alone situatie -3.000
Beweging belastbare reserves 1.000
Verworpen uitgaven 7.000
Bepaling van de belastbare basis
Beweging belastbare reserves -3.000
Verworpen uitgaven +1.000
Finaal belastbare basis -2.000
Vennootschapsbelasting
Vennootschapsbelasting
Belasting = 0 9.000
Gegevens - in fiscale consolidatie
Beweging belastbare reserves -3.000
Groepsbijdrage 2.000
Verworpen uitgaven 1.000
Overgedragen verliezen 7.000
Bepaling van de belastbare basis
Beweging belastbare reserves -3.000
Correctie voor groepsbijdrage +2.000
Verworpen uitgaven +1.000
Finaal belastbare basis 0
Vennootschapsbelasting
Belasting = 0
Overdragen verliezen 7.000
Fiscale consolidatieLink met minimumbelasting – Verlieslatende vennootschap
Planning the year-end 2017 50
PwC
Gegevens – stand alone situatie
Belastbare basis na de 3de
bewerking 10.000
Innovatieaftrek 4.000
Overgedragen verliezen 7.000
Belastbare basis
Innovatieaftrek 10.000
Belastbare basis voor beperking - 4.000
Overgedragen verliezen 6.000
Finaal belastbare basis (minimum) - 4.500
Berekening van de belasting 1.500
Berekening van de belasting
Aftrek beperkt tot:
1.000 + 70% (6.000-1.000) = 4.500
Minimum belastbare basis: 30% x 5.000 = 1.500
Belasting : 1.500 x 25% = 375
Gegevens – in fiscale consolidatie
Belastbare basis na de 3de
bewerking 10.000
Innovatieaftrek 4.000
Groepsbijdrage 2.000
Overgedragen verliezen 7.000
Bepaling van de belastbare basis
Belastbare basis 10.000
Innovatieaftrek -4.000
Aftrek van de groepsbijdrage - 2.000
Belastbare basis voor beperking 4.000
Overgedragen verliezen - 3.100
Finaal belastbare basis (minimum) 900
Berekening van de belasting
Aftrek beperkt tot:
1.000 + 70% (4.000-1.000) = 3.100
Minimum belastbare basis: 30% x 3.000 = 900
Belasting: 900 x 25% = 225
Fiscale consolidatieLink met minimumbelasting – Winstgevende venn.
Planning the year-end 2017 51
PwC
Inwerkingtreding volgens Belgische implementatiewet: • CFC, hybriden en exit taxatie : vanaf aanslagjaar 2020 verbonden aan een BT dat
ten vroegste aanvangt vanaf 1.1.2019, exit taxatie : overdrachten die plaatsvinden vanaf 1.1.2019
• beperking interest aftrek : vanaf aanslagjaar 2021 verbonden aan een BT dat ten vroegste aanvangt vanaf 1.1.2020
Art. 4 ATAD
Art. 13 CCTB
BEPS actie 4
1.1.2019(1.1.2024)
beperking interest-
aftrek
Art. 7-8 ATAD
Art. 59 CCTB
BEPS actie 3
1.1.2019
CFC
Art. 9 ATAD
Art. 61 CCTB
BEPS actie 2
1.1.2019-20(22)
ATAD II
hybriden
Art. 5 ATAD
Art. 29 CCTB
niet-BEPS
1.1.2020
exit taxatie
Art. 6 ATAD
Art. 58 CCTB
niet-BEPS
1.1.2019
algemene anti-
misbruik-bepaling
Overzicht ATAD-maatregelen & inwerkingtreding
Planning the year-end 2017 52
PwC
30% EBITDA regel – overzichtArt. 194sexies-septies, art. 198, §1, 11°, 11°/1, 15° en art. 198/1 WIB
Planning the year-end 2017 53
“Financieringskostensurplus (FSK)” aftrekbaar ten belope van het hoogste bedrag van (i) 30% van de fiscale EBITDA van de belastingplichtige en (ii) 3 MEUR
1Niet-aftrekbare FKS kan worden verkocht aan andere Belgische groepsentiteiten met EBITDA overschot tegen betaling van een vergoeding en de niet afgetrokken interesten zijn onbeperkt in de tijd overdraagbaar
2
Regel niet van toepassing op(i) bepaalde financiële
ondernemingen (ii) op zichzelf staande
entiteiten (drempel van 25%) en
(iii) publiek-private samen-werkingsprojecten
3
PwC
• alle interestkosten (intra-groep en t.o.v. derden) en
• alle andere kosten door de Koning omschreven als “economisch gelijkwaardig aan interesten”
• die aftrekbaar zijn o.b.v. de artikelen 49, 52, 2°, 54 en 55 WIB
• alle belastbare interestopbrengsten en
• alle andere belastbare opbrengsten door de Koning omschreven als “economisch gelijkwaardig aan interesten”
Out of scope
• alle interestkosten /opbrengsten van de volgende leningen:
– leningen afgesloten voor 17.6.2016
– leningen toegekend i.k.v. publiek-private samenwerkingsprojecten
– leningen tussen Belgische vennootschappen
Netting
ruime definitie van de notie “interesten” en vertrekkend van notie van financieringskostensurplus
30% EBITDA regel – financieringskostensurplusArt. 194sexies-septies, art. 198, §1, 11°, 11°/1, 15° en art. 198/1 WIB
54Planning the year-end 2017
-
+
±
PwC
*EBITDA: “earnings before interest, taxes, depreciation and amortization”
30% EBITDA regel – fiscale EBITDAArt. 194sexies-septies, art. 198, §1, 11°, 11°/1, 15° en art. 198/1 WIB
Planning the year-end 2017 55
Fiscale EBITDA* =
resultaat van het belastbaar tijdperk na 1ste bewerking
+ aftrekbare waardeverminderingen
+ aftrekbare afschrijvingen
+ aftrekbare (netto)interestlasten (FKS)
- DBI-aftrek van het jaar
- innovatieaftrek van het jaar
- aftrek voor octrooi-inkomsten van het jaar
- bij verdrag vrijgestelde winst
- winst uit publiek-private samenwerkingsprojecten
PwC
de ad hoc consolidatie is evenwel niet zo simpel in de praktijk
30% EBITDA regel – vereenvoudigd voorbeeld Art. 194sexies-septies, art. 198, §1, 11°, 11°/1, 15° en art. 198/1 WIB
Planning the year-end 2017 56
Belgische groepsvennootschappen (in MEUR) X1 X2 X3 groep
resultaat van het belastbaar tijdperk na 1ste bewerking 80 60 3 143
+ aftrekbare waardeverminderingen 0 0 0 0
+ aftrekbare afschrijvingen 10 0 0 10
+ aftrekbare (netto) interestlasten (A) 40 10 2 52
- DBI-aftrek van het jaar -30 0 0 -30
- innovatieaftrek van het jaar 0 -20 0 -20
- aftrek voor octrooi-inkomsten van het jaar 0 0 0 0
- bij verdrag vrijgestelde winst 0 0 0 0
- winst uit publiek-private samenwerkingsprojecten 0 0 0 0
= fiscale EBITDA 100 50 5 155
x 30% = max. aftrekbare (netto)interest (B) 30 15 1,5 46,5
verworpen interestaftrek (A - B) 10 -5 0,5 5,5
PwC
Gekozen opties
• grandfatheringsclausule voor leningen afgesloten vóór 17.6.2016*
• berekening op groepsniveau
• de minimis regel: FKS < 3 MEUR op groepsniveau (uitz. voor betalingen aan belastingparadijzen*)
• uitsluitingen:
• op zichzelf staande entiteiten (drempel van 25%)
• financiële ondernemingen
• publiek-private samenwerkingsprojecten
• onbeperkte overdraagbaarheid van niet-aftrekbare interesten
Niet gekozen optie
• geen “group escape clause”
* bestaande ratio van 1/5 blijft van toepassing voor bepaalde interesten
30% EBITDA regel - gekozen optiesArt. 194sexies-septies, art. 198, §1, 11°, 11°/1, 15° en art. 198/1 WIB
Planning the year-end 2017 57
PwC
A
B C
Geen groep ratio regel
Ad hoc consolidatie voor EBITDA en FKS van
- Belgische vennootschappen - Belgische VI en van dezelfde groep
berekening?
30% EBITDA regel – groepArt. 194sexies-septies, art. 198, §1, 11°, 11°/1, 15° en art. 198/1 WIB
58Planning the year-end 2017
Berekening van EBITDA en FKS voorelke entiteit afzonderlijk maar zonderrekening te houden met intra-groepverrichtingen
1
Toepassing de minimis regel van 3 MEUR op geconsolideerde basis(evenredige verdeling over de verschillende groepsentiteiten)
2
Niet-aftrekbare FSK kan worden overgedragen naar een groepsentiteitmet EBITDA overschot tegen betalingvan een vergoeding cf. fiscale consolidatie regeling
3
PwC
Andere regels i.v.m. beperking interestaftrek
Art. 55 WIB
Markrente (art. 55 WIB)
• nieuw concept van markrente gelinkt aan de “MFI-rente” als bovengrens voor de aftrekbaarheid van interesten
• niet van toepassing voor cash pooling activiteiten
Planning the year-end 2017 59
PwC
CFC of Controlled Foreign Company
• anti-misbruikregel om in hoofde van een controlerende moedervennootschap niet-uitgekeerde winsten te belasten die middels een laagbelaste dochter (CFC) worden behaald
• doel: tegengaan van:
– winstverschuivingen naar laagbelaste of niet-belaste entiteiten
– langetermijn uitstel van belasting
• quid dochters van BelCos (34% 25%) in Ierland (12,5%), Hongarije (9%), en andere EU-lidstaten met een laag nominaal tarief?
belastingplichtige
CFC
controle
laagbelaste entiteit
Belasting op niet-uitgekeerdewinsten van CFC
België belast het wereldwijde inkomen
CFCArt. 185/2 en art. 202, §1, 4° WIB
60Planning the year-end 2017
PwC
CFC’s in de groep ?Stap 1. Welke entiteiten kwalificeren als CFC?
• participatievoorwaarde
• taxatievoorwaarde
Stap 2. Wat is de belastbare basis van een CFC?
• welke inkomsten zijn in scope?
• TP analyse
Stap 3. Hoe dubbele belasting vermijden?
• dividenduitkering door een CFC
• meerwaarde bij de verkoop van eenCFC?
CFCArt. 185/2 en art. 202, §1, 4° WIB
61Planning the year-end 2017
BelCo
Bermuda
laagbelastfinance
laagbelastintellectueleeigendom
laagbelasttrading
BelCo
CHCoBahamas CHCo
LuxCosUSCo
PwC
Participatievoorwaarde
de belastingplichtige heeft rechtstreeks of onrechtstreeks een deelneming in de CFC van ten minste 50% in kapitaal, stemrechten of winstverdeling
Taxatievoorwaarde
de CFC is krachtens de wetgeving van zijn vestigingsstaat niet aan inkomstenbelasting (IB) onderworpen of onderworpen aan een IB die minder dan 12,5% bedraagt van het belastbare inkomen van de CFC vastgesteld volgens de Belgische regels
CFC = entiteit waarvan de winst in die lidstaat niet aan belasting is onderworpen of vrijgesteld is van belasting
CFC – definitie en toepassingsvoorwaarden
Art. 185/2 en art. 202, §1, 4° WIB
62Planning the year-end 2017
Voorbeeld taxatievoorwaarde casus 1 casus 2
Door de CFC in het buitenland
betaalde Ven.B. (A)
10 20
Ven.B. van de CFC berekend
op basis van de Belgische
regels (B)
25 25
C = B - A 15 5
C > A ? Ja CFC nee
PwC
Kunstmatige constructies in de mate dat de CFC:
- geen eigenaar van de activa zou zijn die al haar inkomsten, of een deel ervan, genereren of
- niet de risico’s op zich zou hebben genomen indien zij niet onder de zeggenschap stond van de belastingplichtige waar de voor die activa en risico’s relevante sleutelfuncties [niet gedefinieerd], worden verricht, welke een relevante rol vervullen bij het genereren van de inkomsten van de CFC
Transactionele benadering: belastbare winst omvat eveneens de niet-uitgekeerde winst van de CFC die voortkomt uit kunstmatige constructies die zijn opgezet met als wezenlijk doel een belastingvoordeel te verkrijgen arm’s length principe [maar hoe moet dit worden toegepast?]
Maatregel ter vermijding van dubbele belasting
Door de CFC uitgekeerde winst: 100% DBI
in de mate dat deze dividenden reeds op basis van de Belgische CFC regels werden belast [quid op basis van CFC regels van de andere lidstaten?]
CFC – belastbare basis en vermijding van dubbele belastingArt. 185/2 en art. 202, §1, 4° WIB
63Planning the year-end 2017
PwC
Hoe geïmporteerde mismatches aanpakken?
• geïmporteerde mismatches verschuiven het effect van een hybride mismatch tussen partijen in derde landen naar een lidstaat m.b.v. een niet-hybride instrument
• neutralisatie: lidstaat zal de aftrek verwerpen wanneer het overeenkomstige inkomen uit die betaling, direct of indirect, wordt afgezet tegen een aftrek in het kader van een hybride mismatch
aftrekbaarheidsanalyse wordt complexer
mismatch situaties komen niet vaak voor in België
ATAD II bevat regels om hybride
mismatches te neutraliseren gebaseerd op BEPS-actiepunt 2
mismatch situatieskunnen leiden tot
dubbele aftrek of aftrek zonder betrekking in de
heffing
interestBelCo
USCo dividendgeen opnamein belastbaar
inkomen
aftrek
H
Y
B
R
I
D
E
verwerping van de aftrek is van toepassing op elke aftrek (bv. interesten, royalties, kosten om goederen te verwerven, etc.)
aftrek
betaling
interest
Hybride mismatchesArt. 2, §1, 16°-18°, art. 185, §1 en art. 198, §1 WIB
SwissCo
Planning the year-end 2017 64
PwC
HQHQ HQ HQVI
• bestaand art 413/1 WIB: optie tot spreiding over 5 jaar en garantie (zonder interest)
• step-up bij inbound overdracht van andere lidstaat of – onder bepaalde voorwaarden – van 3de landen
Exit taxatieArt. 184ter, §2, art. 185/1, art. 229, §5 en 413/1, §1, 1°/1 WIB
Planning the year-end 2017 65
activa activa fiscale residentie VI
VI
VI
VIVI
VI
1 2 3 4
VI
overdrachtactiva
HQ 3de partij
verkoopactiva
niet-gerealiseerde meerwaarde
meerwaardestep-upexitheffing
PwC
Aftrek van autokosten
Art. 24, 27, 64ter, 66, 185ter, 190, 190bis, 198bis en 235 WIB
Doel van de maatregel
vergroening van het wagenpark en harmonisatie van de regimes PB en Ven.B.
Maatregel:
• aftrekbeperking voor alle autokosten gelinkt aan de CO2-uitstoot (min. 50% en max. 100% - uitgezonderd zeer vervuilende wagens) volgens formule:
– dieselmotor : 120 - (0,5 x 1 x aantal gram CO2/km) of
– andere motor : 120 - (0,5 x 0,95 x aantal gram CO2)
• brandstofkosten aftrekbaar aan zelfde tarief als de wagen
• financieringskosten: 100% aftrekbaar
• aftrek van kosten van “valse hybrides” (zgn. oplaadbare hybride voertuigen)
– viseert de voertuigen die deels werken op brandstof en deels op een oplaadbare elektrische batterij die een energiecapaciteit heeft van minder dan 0,6 kWh per 100 kilogram van het wagengewicht, aangekocht vanaf 1.1.2018
– zelfde formule met CO2-uitstootgehalte van een overeenstemmend voertuig of, bij gebrek aan overeenstemmend voertuig : uitstootwaarde x 2,5
Planning the year-end 2017 66
PwC
Voertuigen tarief formule
200 grCO2 of meer 40% /
dieselmotor tussen 50 en 100% 120 - (0,5 x 1 x gCO2/km)
andere motor tussen 50 en 100% 120 - (0,5 x 0,95 x gCO2/km)
aardgasmotor en <12 fiscale paardenkracht tussen 50 en 100% 120 - (0,5 x 0,90 x gCO2/km)
“valse” hybride aangekocht vanaf 1.1.2018 tussen 50 en 100% formule en CO2 waarde
overeenstemmend voertuig of, bij
gebrek, waarde CO2 x 2,5
“echte” hybride tussen 50 en 100% 120 - (0,5 x 0,95 x gCO2/km)
(officiele CO2 waarde)
elektrisch max. 100% /
Aftrek van autokosten in de Ven.B. in 2020Art. 24, 27, 64ter, 66, 185ter, 190, 190bis, 198bis en 235 WIB
Planning the year-end 2017 67
PwC
Aftrek van belastingen en boetesArt. 53, 6° WIB
Doel van de maatregel
Ingaan tegen de huidige rechtspraak die ervan uit gaat dat de geldboeten die niet het karakter van een strafrechtelijke sanctie hebben, of berekend zijn op basis van een als beroepskost aftrekbare belasting, niet worden beoogd door de huidige formulering van artikel 53, 6° WIB en bijgevolg als beroepskosten kunnen worden afgetrokken (vb.: belastingverhogingen, administratieve geldboeten inzake BTW, registratierechten, OV, of BV, verhogingen van sociale bijdragen).
Kartelboeten zijn geen aftrekbare beroepskosten (GwH 20.12.2012).
Maatregel
• alle administratieve geldboeten opgelegd door overheden zelfs als zij berekend zijn op basis van een als beroepskost aftrekbare belasting en ongeacht de kwalificatie van deze boeten als strafsanctie op grond van het Belgisch recht of artikel 6 EVRM = verworpen uitgaven
• parkeerretributies en schadevergoedingen van contractuele aard blijven aftrekbaar (als voorwaarden van artikel 49 WIB zijn vervuld)
Planning the year-end 2017 68
PwC
Aftrekbeperking diverse andere beroepskostenArt. 198, §1, 1° en nieuw 8° en art. 219, al. 4 WIB
Aanslag geheime commissielonen
• afzonderlijke aanslag geheime commissielonen is niet langer aftrekbaar (art. 198, §1, 1° WIB)
• verdoken meerwinsten kunnen niet langer spontaan opgenomen worden in de boekhouding en afschaffing van het verlaagd tarief van 50% (art. 219, lid 4 WIB)
Disconto op lange termijn schulden
• het in resultaat genomen disconto op renteloze of abnormaal laagrentende schulden op lange termijn die betrekking hebben op de overdracht van niet-afschrijfbare vaste activa, is niet langer aftrekbaar voor zover de aankoopprijs lager is dan de werkelijke waarde verhoogd met het disconto
Planning the year-end 2017 69
PwC
Diverse andere maatregelen Art. 196 en 62 WIB, art. 519ter WIB
Wijzigingen in de afschrijvingsregimes (art. 196, §2 WIB)
• afschaffing van het degressief afschrijvingsstelsel in de vennootschapsbelasting
• voor de KMOs in de zin van art. 15, §§1 tot 6, van het Wetboek van vennootschappen:
– verplichting tot pro rata afschrijving in het jaar van de investering
– stelsel van de bij de aankoop komende kosten: als keuze voor gespreid over meerdere jaren afschrijven bijkomende kosten op dezelfde wijze als de hoofdsom van de aanschaffingswaarde van de activa af te schrijven
Mobiliseren van vrijgestelde reserves (art. 519ter WIB)
• mogelijkheid voor de aanslagjaren 2021 en 2022 om bepaalde vrijgestelde reserves (die bestonden vóór 2017) om te zetten in belaste reserves tegen een verlaagd tarief van 15% of 10% (zelfde maatregel zoals die bestond voor de aanslagjaren 2008 tot 2010)
Planning the year-end 2017 70
PwC
4
Planning the year-end 2017 71
Roerende fiscaliteit
PwC
Programmawet
• heffing op het sparen (art. 19bis WIB)
• vrijstelling van eerste schijf van 627 EUR van dividenden
• vermindering van de vrijstelling van interesten op spaardeposito’s
• beurstaks
• kaaimantaks
• gemeenschappelijke beleggingsfondsen (fiscale transparantie)
Relancewet
• pensioensparen
• private privaks
• groeibedrijven
Overzicht maatregelen inzake roerende fiscaliteit
Planning the year-end 2017 72
PwC
Roerende fiscaliteit
• taks op effectenrekeningen van 0,15% (maakt onderwerp uit van afzonderlijke wet)
• heffing op “obligatiefondsen”: verhoging van de drempel naar 10% en uitbreiding naar alle ICB
• spaardeposito’s: vrijgestelde schijf van interesten van 1.880 EUR naar 940 EUR
• nieuwe vrijstelling van dividenden tot een bedrag van 627 EUR
• pensioensparen: alternatieve optie voor belastingvermindering van 25% berekend op een maximum van 1.130 EUR
• beurstaks: verhoging van het tarief van 0,09% naar 0,12% en van 0,27% naar 0,35%
• private privaks: introductie van een verlaagd tarief RV van 15% en belastingvermindering voor minderwaarden geleden naar aanleiding van de gehele verdeling van het maatschappelijk vermogen van een private privak onder voorwaarden
• uitbreiding / versterking van de kaaimantaks via de programmawet
Planning the year-end 2017 73
PwC
Afkortingen
74
ACB : aanvullende crisisbijdrage
AJ : aanslagjaar
ATAD : anti tax avoidance directive
BEPS : bare erosion and profit shifting
BEVEK : beleggingsvennootschap met veranderlijk kapitaal
BNI/Ven. : belasting niet-inwoners/vennootschappen
BT : belastbaar tijdperk
BV : bedrijfsvoorheffing
CCTB : common corporate tax base
CFC : controlled foreign company
DBI : definitief belaste inkomsten
EC : Europese Commissie
EER : Europese Economische Ruimte
EV : eigen vermogen
EVRM : Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens
GVV : gereglementeerde vastgoedvennootschap
GwH : Grondwettelijk Hof
HQ : headquarters (hoofdhuis)
ICB : instelling voor collectieve belegging
KB : koninklijk besluit
KMO : kleine of middelgrote onderneming
MFI : monetaire financiële instellingen
NIA : notionele interestaftrek
O&O : onderzoek en ontwikkeling
OESO : Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling
OLO : obligation linéaire/lineaire obligatie
OV : onroerende voorheffing
Planning the year-end 2017
PwC
Afkortingen
75
PB : personenbelasting
RV : roerende voorheffing
TP : transfer pricing
VI : vaste inrichting
Ven.B. : vennootschapsbelasting
WIB : wetboek van de inkomstenbelastingen 1992
Planning the year-end 2017
PwC
IFRS US GAAP
Timing recognition tax law changes
Substantive enactment date
Approval Belgian Parliament
Enactment date
Signature Belgian King
General rule accounting for the tax law changes
“Backwards tracing”
to determine proportion tax P/L, other comprehensive income or equity
The effects, both current and deferred
continuing operations (tax P/L)
Point of attention Consider the IFRS consequences of all tax law changes holistically
Consider the US GAAP consequences of all tax law changes holistically
For ‘dual GAAP reporters’:possible different impact on ETR
Tax accounting impact
Planning the year-end 2017 76
Be prepared: perform simulation tax accounting impact timely, i.e. before (substantive) enactment date
ContactenFiscale hervormingen
This publication has been prepared for general guidance on matters of interest only,
and does not constitute professional advice. You should not act upon the information
contained in this publication without obtaining specific professional advice. No
representation or warranty (express or implied) is given as to the accuracy or
completeness of the information contained in this publication, and, to the extent
permitted by law, PwC, its members, employees and agents do not accept or assume
any liability, responsibility or duty of care for any consequences of you or anyone else
acting, or refraining to act, in reliance on the information contained in this publication
or for any decision based on it.
© 2017 PricewaterhouseCoopers Tax Consultants bcvba. All rights reserved.
Tom WallynPwC | DirectorDirect: +32 9 268 80 21Mobile: +32 474 34 23 84e-mail: [email protected]
Hasselt/Gent
Antwerpen Philippe VancloosterPwC | PartnerDirect: +32 3 259 32 88Mobile: +32 475 51 03 08e-mail: [email protected]
PwC Planning the year-end 2017 78
Planning the year-end 2017Personenbelasting en RSZ
Hoe haal je je voordeel uit de aangekondigde hervorming?
PwC
1. Winstdeelname voor werknemers
2. “Bedrijfswagen inruilen voor cash” - (R)evolutie
3. Onderzoek en ontwikkeling
4. Voordeel in natura – PC, laptop, gsm, tablet en Internet
5. Aanpassing sociale-zekerheidsbijdragen werkgever
Agenda
79PwC
PwC
Winstdeelname voor werknemers
De maatregel
• Enkel voor werknemers
• Deelname in de winst van de onderneming (zonder kapitaaldeelname)
• Zonder verplichting voor de werkgever
• Gelimiteerd tot 30% van de totale loonmassa
• Formaliteiten afhankelijk van identieke of gecategoriseerde winstpremie
• Mag niet gebruikt worden om salaris om te zetten
• Premie komt niet in aanmerking voor de berekening van de loonnorm
(Para)fiscale behandeling
• Werknemer: sociale zekerheid (13,07%) + belasting op winstdeelname (7%)
• Werkgever: geen sociale zekerheid, maar vennootschapsbelasting (via verworpenuitgaven)
Planning the year-end 2017 80
PwC
Werkgeverskost
Reguliere bonus CAO 90 bonus Winstdeelname
2.000 2.000 2.000
Vennootschapsbelasting (29,58%) - - 457
WG SZ (27,19%) 425 - -
Solidariteitsbijdrage (33%) - 496 -
Bruto bedrag (WN) 1.575 1.504 1.543
WN SZ (13,07%) 206 197 202
Belastbaar bedrag 1.369 1.307 1.341
Personenbelasting (53,5%) 732 - -
Belasting op winstdeelname (7%) - - 94
Netto bedrag 637 1.307 1.247
Ratio Netto bedrag / Werkgeverskost 32% 65% 62%
Winstdeelname voor werknemers
Planning the year-end 2017 81
PwC
“Bedrijfswagen inruilen voor cash” (R)evolutie
De maatregel
• Mobiliteitsbudget, vanaf 1 januari 2018
• Werknemers kunnen hun ‘bedrijfswagen’ inruilen voor een ‘cashvergoeding’
• Goedkeuring van zowel de werkgever als werknemer is vereist
• Specifieke voorwaarden:
– WG: moet al 3 jaar bedrijfswagens ter beschikking stellen aan personeel
– WN: moet al ten minste 12 maanden over een bedrijfswagen beschikken, incl. 3 maanden voorafgaand aan het mobiliteitsbudget verzoek
• Budget = [(6/7 * cataloguswaarde laatste bedrijfswagen) * 20%]
– verhoogd met 20% (bij inlevering met tankkaart)
– indexatie (toekomst)
Planning the year-end 2017 82
PwC
“Bedrijfswagen inruilen voor cash” (R)evolutie
(Para)fiscale behandeling
• Taxatie op een forfaitair voordeel dat lager zal zijn dan het effectief ontvangen bedrag
• Beperkte aftrekbaarheid vennootschapsbelasting
• CO2-bijdrage o.b.v. ingeleverde wagen
• Geen werknemers sociale zekerheid
• Geen cumulatie met vergoeding woon-werkverkeer
• Mogelijke impact op bedrag forfaitaire onkostenvergoeding
Planning the year-end 2017 83
PwC
“Bedrijfswagen inruilen voor cash” (R)evolutie
Planning the year-end 2017 84
Lager
Segment
Benzine
Middel
Segment
Hybride
Middel
Segment
Diesel
Hoger
Segment
Diesel
Top
Segment
Diesel
Bedrijfs-
wagen
Netto kost individu EUR 475 EUR 590 EUR 1.370 EUR 2.050 EUR 5.160
Kost vennootschap 1 EUR 9.120 EUR 10.620 EUR 14.260 EUR 18.825 EUR 31.095
Mobiliteits-
budget
Budgetbedrag 2 EUR 4.730 EUR 8.950 EUR 8.840 EUR 12.215 EUR 17.085
Personenbelasting EUR 213 EUR 590 EUR 580 EUR 880 EUR 1.315
Netto bedrag EUR 4.517 EUR 8.360 EUR 8.260 EUR 11.335 EUR 15.770
Kost vennootschap 3 EUR 5.570 EUR 9.700 EUR 10.340 EUR 14.125 EUR 20.555
1 Gebaseerd op de huidige wetgeving – Wijzigingen voorzien in 20202 Incl. inlevering tankkaart3 Jaar van inlevering
PwC
Onderzoek & ontwikkeling
Bedrijfsvoorheffing (art. 275³ WIB)
• Uitbreiding van de gedeeltelijke vrijstelling van bedrijfsvoorheffingvoor onderzoekers met houders van een bachelordiploma
• Vrijstelling van 40% vanaf 2018 en 80% vanaf 2020
Planning the year-end 2017 85
PwC
• Aanpassing bedragen voordeel in natura (per jaar)
• RSZ en fiscus op dezelfde lijn
Tot 31/12/2017 Vanaf 01/01/2018
PC en/of laptop 180 euro 72 euro (per toestel)
Tablet, gsm en smartphone Werkelijke waarde 36 euro (per toestel)
Gratis Internet 60 euro 60 euro (per abonnement)
Telefoonabonnement Werkelijke waarde 48 euro
Voordeel in naturaPC, laptop, gsm, tablet en Internet
Planning the year-end 2017 86
PwC
Categorie 1 2015Vanaf
1 april 20162017 2018
Basispercentage 24,92% 22,65% 22,65% 19,88%
Loonmatigingsbijdrage 7,48% 7,35% 7,35% 5,12%
Basiswerkgeversbijdrage 32,40% 30% 30% 25%
Aanpassing socialezekerheidsbijdragenwerkgever
Planning the year-end 2017 87
• Graduele vermindering socialezekerheidsbijdragen werkgever
• Te vermeerderen met bijzondere bijdragen
PwC
• Vanaf 1 januari 2018: structurele vermindering enkel nog van toepassing op werknemers met lage lonen
• < 7.178,76 EUR per kwartaal in 2017, verhoogd tot 9.207,54 EUR in 2018 en9.400,01 EUR in 2019
EUR 28.000 EUR 100.000
2017 (32,19%) 2018 (27,19%) 2017 (32,19%) 2018 (27,19%)
Onderworpen salaris 26.149,43 26.149,43 93.390,80 93.390,80
SZ werkgever 8.417,50 7.110,03 30.062,50 25.392,96
Totaalbedrag verminderingen 2.221,95 1.462,19 4.009,27 0
Verschuldigde SZ werkgever 6.195,55 5.647,84 26.053,23 25.392,96
% SZ werkgever 22,13% 20,17% 26,05% 25,39%
Aanpassing socialezekerheidsbijdragenwerkgever
Planning the year-end 2017 88
ContactenPersonenbelasting
This publication has been prepared for general guidance on matters of interest only,
and does not constitute professional advice. You should not act upon the information
contained in this publication without obtaining specific professional advice. No
representation or warranty (express or implied) is given as to the accuracy or
completeness of the information contained in this publication, and, to the extent
permitted by law, PwC, its members, employees and agents do not accept or assume
any liability, responsibility or duty of care for any consequences of you or anyone else
acting, or refraining to act, in reliance on the information contained in this publication
or for any decision based on it.
© 2017 PricewaterhouseCoopers Tax Consultants bcvba. All rights reserved.
Nico VerbercktPwC | Senior ManagerDirect: +32 3 2593142Mobile : +32 476 97 11 56e-mail: [email protected]
Hasselt
Antwerpen
Gent
Nadja De BiePwC | Senior ManagerDirect: +32 3 2593137Mobile: +32 473 91 06 27e-mail: [email protected]
Bart LombaertsPwC | DirectorDirect: +32 3 2593225Mobile: +32 475 98 28 17e-mail: [email protected]
Gudrun SimoensPwC | ManagerDirect: +32 3 2593084Mobile: +32 479 04 22 94e-mail: [email protected]
Martijn De MeulemeesterPwC | Senior ManagerDirect: 32 2 7109125Mobile : +32 492 74 39 44e-mail: [email protected]
Nadja De BiePwC | Senior ManagerDirect: +32 3 2593137Mobile: +32 473 91 06 27e-mail: [email protected]
PwC Planning the year-end 2017 90
Planning the year-end 2017Rechtspraak en rulings
PwC
1
Planning the year-end 2017 91
Rechtspraak
PwC
1. AGB ontvangen van een buitenlandse vennootschap en substantie
2. Primauteit van de internationale verdragen
3. Bezoldigingstheorie
4. Receptiekosten
5. Fairness Tax
Agenda
92PwC
PwC
Abnormale of goedgunstige voordelen ontvangen van een buitenlandse vennootschap = minimale belastbare basis Antwerpen 28 maart 2017
Rappel
• Rb. Brussel in 2014 (gevolgd door Brussel 28.9.2017) en Hof van Beroep van Luik in 2015: art. 207 WIB is niet van toepassing wanneer het voordeel van een buitenlandse vennootschap wordt gekregen
• Cass. 10.3.2016: art. 207 WIB moet worden geïnterpreteerd in de zin dat het AGB een minimale belastbare basis vormt, ongeacht of het resultaat van het boekjaar positief dan wel negatief is
Ontwikkelingen in 2017
Toepassing van 207, 2de lid WIB als het voordeel wordt gekregen van een buitenlandse vennootschap?
• Antwerpen 28.3.2017: ja
• Brussel 28.9.2017: nee
Planning the year-end 2017 93
PwC
Abnormale of goedgunstige voordelen ontvangen van een buitenlandse vennootschap = minimale belastbare basis Antwerpen 28 maart 2017
Feiten: lening zonder % toegekend door de buitenlandse moedervennootschap
Fiscus: AGV = minimale belastbare basis zelfs als het voordeel door een buitenlandse venn. werd toegekend
Hof van beroep:
• op dezelfde lijn als de rechtspraak van het Hof van Cassatie (kostenbesparing)
• art. 207: geen onderscheid en brede draagwijdte
• wat betreft de strijd tegen abnormale winstafvloeiingen, worden alle binnenlandse venn. die een AGV ontvangen op dezelfde wijze behandeld ongeacht de woonplaats van de voordeel verstrekkende venn.
art. 207, lid 2 is van toepassing: AGV = minimale belastbare basis
leningzonder rente
Volgens HvB Antwerpen is art. 207, 2de lid WIB van
toepassing =>AGV = minimale BB
Andere standpunten?
Planning the year-end 2017 94
BelCo
Aandeelhouderbuitenlandse vennootschap
PwC
Substantie en abnormale of goedgunstige voordelen Brussel 28 september 2017 (niet gepubliceerd)
Feiten:
• inbreng van kapitaal van Lux HoldCo in FinCoBelgië onmiddellijk gevolgd door de toekenning van intra-groepsleningen
Rb.: geeft de belastingplichtige gelijk
Fiscus (voor het Hof van Beroep):
• oprichting van een FinCo in België om misbruik te maken van het regime van de aftrek voor risicokapitaal (NIA)
• inbreng = kunstmatige verrichting onder abnormale omstandigheden met een fiscaal doel (AGV) NIA mag niet worden geïmputeerd op het gedeelte van het resultaat dat voortkomt van het AGV
Planning the year-end 2017 95
inbrengin kapitaal
Lux HoldCo Lux HoldCo
FinCo België
LuxCo 1 LuxCo 2
LuxCo 3 LuxCo 4
leningen
PwC
Te onthouden
• hangt af van de feitelijke omstandigheden (Brussel: geen AGV –Antwerpen: AGV)
• Brussel: 207, 2de lid viseert belastingontwijking van Belgische belastingen en sluit deze gevallen uit als de vennootschap die het AGV toekent een buitenlandse vennootschap is (Com.IB)
• Antwerpen: “in abstracto” benadering: strijd tegen abnormale overdrachten van inkomsten en gelijke behandeling van ontvangende vennootschappen
• rechtspraak nog niet op dezelfde lijn: op te volgen
Substantie en abnormale of goedgunstige voordelen Brussel 28 september 2017 (niet gepubliceerd)
HvB: BS bewijst niet wat zij aanvoert:
• werkelijke substantie (werkelijkheid van leningen, werkelijke economische activiteit, …)
• geen AGV: toepassingsvoorwaarden van art. 207, 2de lid WIB zijn niet vervuld*:
– niets dat economisch abnormaal is
– belastingontwijking wordt niet aangetoond want:
- belastbare basis in de VenB in België
- 207, 2de lid is niet van toepassing als het AGV wordt toegekend door een buitenlandse venn. waarvan de inkomsten niet aan de Belgische VenBonderworpen zijn (geen ontduiking van Belgische belastingen)
* “zelfs op basis van de brede interpretatie van het Hof van Cassatie”
Planning the year-end 2017 96
PwC
Primauteit van de internationale verdragen Cass. 16.6.2017, F.15.0102.N
Historiek
• DBV Frankrijk-België:
– Frankrijk kan een bronheffing van max. 15% toepassen op dividenden van Franse oorsprong
– België kan deze dividenden aan Belgische belasting onderwerpen (art. 15)
– eliminatie van dubbele belasting door verrekening van het FBB die wordt toegepast “onder de voorwaarden bepaald bij de Belgische interne wetgeving” (art. 19.A.1)
• 1988: de wet van 7.12.1988 heft de verrekening van het FBB op voor Belgische natuurlijke personen die buitenlandse roerende inkomsten verkrijgen uit kapitaal dat niet aan een beroepsactiviteit is toegewezen
• talrijke pogingen zijn gestrand: systematische weigering door de Administratie en afwijzing door de Belgische en Europese Hoven en rechtbanken
Planning the year-end 2017 97
PwC
Feiten: verrekening van het niet-aanvaarde FBB op dividenden onderworpen aan een bronheffing van 15% en belastbaar aan 25% (na aftrek van de buitenlandse bronheffing)
Hof van Cassatie:
• België heeft zich geëngageerd om dubbele belasting te vermijden
• het verdrag voorziet een minimale FBB van 15% op netto dividend
• de bepalingen van het DBV moeten primeren op de bepalingen van het interne recht
België moet de verrekening toestaan van een minimaal FBB voorzien door het DBV
Primauteit van de internationale verdragen Cass. 16.6.2017, F.15.0102.N.
Franse venn.
dividenden
Planning the year-end 2017 98
PwC
Primauteit van de internationale verdragen Cass. 16.6.2017, F.15.0102.N.
Te onthouden
• principe: primauteit van de internationale verdragen op het interne recht
• de zaak werd doorverwezen naar het Hof van Beroep te Antwerpen op te volgen
• niet te vergeten dat het DBV Frankrijk-België in heronderhandeling is
• een bezwaarschrift of een verzoek tot ambtshalve ontheffing indienen om de terugbetaling te bekomen van de te veel ingehouden roerende voorheffing op reeds ontvangen dividenden
• het gaat hier om een specifiek geval van het DBV met Frankrijk maar de reikwijdte van het arrest zou breder kunnen zijn: de redenering zou kunnen worden doorgetrokken naar interesten; andere DBV zouden in een gelijkaardig mechanisme van belastingkrediet kunnen voorzien (vb.: Italië, Australië, Hongarije, Israël …) en, tenslotte, andere belastingplichtigen, zoals VZW’s en stichtingen (onderworpen aan RPB), zouden het arrest van het Hof van Cassatie kunnen inroepen
Planning the year-end 2017 99
PwC
Feiten: Antwerpen (zie tekening) en Gent (weekendverblijf aan zee ter beschikking gesteld aan de bedrijfsleider)
HvB Antwerpen en Gent: verwerpen de aftrek want geen bewijs dat de vergoeding (VAA) aan werkelijke prestaties beantwoordt
Hof van Cassatie:
• kosten die niet aan werkelijke prestaties beantwoorden, zijn niet aftrekbaar
• kosten gemaakt om aan de bedrijfsleider een VAA te verlenen zijn niet altijd aftrekbaar: de Administratie of de rechter moet kunnen nagaan of tegenover deze kosten werkelijke prestaties staan
• bewijslast rust op de belastingplichtige
Bezoldigingstheorie: bewijs van werkelijke, corresponderende prestaties (49 WIB)Cass. 14.10.2016, F.14.0203.N. en F.15.0103.N.
Planning the year-end 2017 100
AangifteVAA
Aftrek kosten en afschrijvingen
98% vrucht-gebruik
80% ter beschikkingvan de bedrijfsleiders
2% VE98% BE
Vennootschap A
20% gebruiktdoor A
PwC
Feiten: aankoop van een woning (+ werken: zwembad, sauna, fitness, …) en 2 geleasede wagens ter beschikking gesteld van de bedrijfsleider
Fiscus: verwerpt de aftrek van de kosten m.b.t. de woning ten belope van 84% en aanvaardt de kosten van 1 wagen
HvB Antwerpen:
• verwijst naar Cass. 16.10.2016
• voorwaarden van art. 49 WIB vervullen: bewijs dat de ter beschikking stelling van het privégedeelte = vergoeding voor werkelijke prestaties
• feit dat de bedrijfsleider prestaties levert voor zijn vennootschap en dat het VAA werd aangegeven en belast: onvoldoende
• in casu: geen bewijs
Bezoldigingstheorie: bewijs van werkelijke, corresponderende prestaties (49 WIB)Antwerpen 28.3.2017
Planning the year-end 2017
Aftrek kosten en afschrijvingen
AangifteVAA
16% gebruiktdoor A
84% ter beschikkingvan de bedrijfsleider
en zijn familie
vrucht-gebruik
BE
leasing
ter beschikkingvan de
bedrijfsleider
Venn. A
101
PwC
Te onthouden
• de kosten m.b.t. de voordelen toegekend als vergoeding zijn geen aftrekbareberoepskosten tenzij ze beantwoorden aan werkelijke prestaties (aangifte en belasting van VAA volstaat niet)
• komt vaak voor bij ManCo’s waar een vergoeding werd toegekend in de vorm van de ter beschikking stelling van een onroerend goed, wagens, enz. (dat/die door de Administratie als excessief worden beschouwd)
• bewijslast rust op de belastingplichtige: feitenkwestie – geval per geval te documenteren (gedocumenteerd verloningsbeleid)
Bezoldigingstheorie: bewijs van werkelijke, corresponderende prestaties (49 WIB)Cass. 16.10.2017, F.14.0203.N. en F.15.0103.N.
Planning the year-end 2017 102
PwC
Te onthouden
• ongeacht de intentie
• de kosten die de aard van receptiekosten hebben (traiteurs, drank, voedingswaren, bloemen, huur van lokalen, personeelskosten, enz.)
• zijn aftrekbaar voor 50% (behoudens bepaalde relatiegeschenken)
Aftrekbaarheid receptiekosten: objectieve benaderingGent 22.11.2016
Context: aftrek beperkt tot 50% maar omstreden in de rechtspraak: de volledige aftrek van receptiekosten werd verschillende keren aanvaard in het kader van reclame evenementen (cf. Cassatierechtspraak m.b.t. BTW)
Feiten: informatiesessies voor klanten en prospecten (ten laste neming van verblijfskosten, maaltijden, drank, ontspanning) (volgens de belastingplichtige, om de verkoop te bevorderen)
Fiscus en HvB: objectieve benadering
• duidelijke tekst: geen intentie vereist door art. 53, 8° WIB
• de aard van de uitgave is doorslaggevend
• beperking voor alle receptiekosten behoudens voor deze die de wet uitdrukkelijk uitsluit
(Gent komt terug op zijn vorige rechtspraak)
Planning the year-end 2017 103
PwC
Fairness TaxGwH 28.3.2015 en HvJEU C-68/15, 17.5.2017
Rappel van de principes
• een afzonderlijke aanslag, los van, en in voorkomend geval, complementair aan andere aanslagen in het WIB (219ter, §1 WIB)
• van toepassing op binnenlandse vennootschappen (behoudens kleine vennootschappen in de zin van art. 15, §§ 1er tot 6 W.Venn.) en Belgische inrichtingen
• belastbare basis + tarief: 5,15%
• belastbaar feit: twee cumulatieve voorwaarden:
– de uitkering van dividenden of een betaalbaarstelling ervan door een vennootschap die niet als een “kleine vennootschap” kwalificeert voor een bedrag hoger dan de finale belastbare basis waarop het VenB-tarief wordt toegepast
– deze vennootschap trekt van haar belastbaar inkomen de aftrek voor risicokapitaal en/of overgedragen fiscale verliezen af
Planning the year-end 2017 104
PwC
Fairness TaxGwH 28.3.2015 en HvJEU C-68/15, 17.5.2017
Mogelijke beperking van de vrijheid van vestiging voor buitenlandse vennootschappen die over een vaste inrichting in België beschikken:
• in de BNI wordt de fairness tax berekend op de uitkering van “fictieve” dividenden en dus op een gedeelte van de dividenden die door de buitenlandse vennootschap worden uitgekeerd en dat aan de vaste inrichting wordt toegewezen, terwijl in de VenB de fairness tax wordt berekend op de dividenden die door de Belgische dochter zelf worden uitgekeerd
na te gaan door de verwijzende rechter
• als het GwH vaststelt dat de berekening van de belastbare grondslag ertoe leidt dat een buitenlandse vennootschap wordt belast op winsten waarvoor België niet heffingsbevoegd is: beperking van de vrijheid van vestiging
Planning the year-end 2017 105
PwC
Fairness TaxCC, 28.3.2015 et CJE C-68/15, 17.5.2017
Schending van de Moeder-Dochterrichtlijn (MDR)
1. Belgische tussenholding:
• een in België gevestigde vennootschap ontvangt dividenden en keert ze op haar beurt uit (in een later jaar dan het jaar waarin ze de dividenden heeft ontvangen)
• de belasting is strijdig met de MDR als ze het plafond van 5% overstijgt zoals voorzien in art. 4.3 want dubbele belasting
2. Verboden bronbelasting in de zin van art. 5 MDR?
• de fairness tax is geen verboden bronbelasting: één van de voorwaarden is niet vervuld (de belastingplichtige is de uitkerende vennootschap terwijl het moet gaan om de begunstigde/houder van de waardepapieren)
Planning the year-end 2017 106
PwC
Fairness TaxGwH 28.3.2015 en HvJEU C-68/15, 17.5.2017
Te onthouden
• HvJEU C-68/15, 17.5.2017:
– tussenholdings: belasting in strijd met de MDR
– is geen verboden bronbelasting (want een voorwaarde is niet vervuld: de belastingplichtige is niet de begunstigde/houder van de waardepapieren)
• onderzoek door het Grondwettelijk Hof:
– schending van de vrijheid van vestiging ten aanzien van Belgische vaste inrichtingen?
– andere bezwaren op basis van het Belgische recht: schending van het gelijkheidsbeginsel, het legaliteitsbeginsel, het gelijkheidsbeginsel in samenhang gelezen met de DBV die door België werden gesloten
• aanvraag tot terugbetaling van de fairness tax die door tussenholdings werd betaald
• bezwaar uit voorzorg voor de anderen
• afschaffing na het arrest van het Grondwettelijk Hof? Op te volgen …
Planning the year-end 2017 107
PwC
2
Planning the year-end 2017 108
Rulings
PwC
1. Auteursrechten
2. Kapitaalvermindering (na voorgaande interne meerwaarde)
3. Taxatievoorwaarde bij DBI-regime / meerwaarden op aandelen
4. Aftrek voor innovatie-inkomsten
Agenda
109PwC
PwC
In 2016 werden over auteursrechten:
• 38 dossiers ingediend waarvan 27 tot een ruling hebben geleid
• 107 pre-filings aangevraagd waarvan 35 tot een rulingaanvraag aanleiding hebben gegeven
In 2017 werden over auteursrechten 46 rulings gepubliceerd
top 5 van de rulings die momenteel worden afgeleverd
deze rulings dekken een breed toepassingsgebied
Recente rulings over auteursrechtenInleiding
Planning the year-end 2017 110
PwC
• ondersteunende functies (HR, finance, procurement, boekhouding)
• 1 op 1 consulting
• marketing manager
• technische schrijver
• chief technical officer
• architecten
• software ontwikkelaar
• copywriter
• (grafische) designer
• …
0% 1 - 15% 15 - 25%
in vorige rulings m.b.t. werknemers bedroegen de percentages 0% tot 25% (op basis van specifieke dossiers)
Gangbare praktijk om aan de rulingdienst een benchmark te vragen van het marktconform % van het loon dat kan worden beschouwd als vergoeding voor de overdracht van auteursrechten
25% x (100% - tijd gespendeerd voor ‘niet-creatieve taken’) voor kwalificerende functies
Recente rulings over auteursrechtenWerknemers
Planning the year-end 2017 111
PwC
Feiten
• in 2008 was de inbreng van W in nieuwe en per familietak op te richten HoldCo’s(waaronder Z) het voorwerp van ruling 800.xxx
• de hierbij opgelegde engagementen werden nageleefd
• familie B en C zijn onafhankelijke families
• in jaar x werd een groeps-vennootschap verkocht voor een hoge prijs
• de aandeelhouders van Z willen een kapitaal-vermindering doorvoeren
Ruling over kapitaalverminderingNa ruling over interne meerwaarden in 2008
112Planning the year-end 2017
strategische participaties van Z
interne meerwaardein 2008
verkoop
HoldCo U
familie C
Groupe
HoldCo W
soc.
HoldCo Z
F social impact
familie B
tak D
Ruling 2017.152
PwC
• familietak D heeft geen controlerende participatie in U en kon in jaar x niet het opzet hebben gehad om middelen via een kapitaalvermindering uit gecontroleerde vennootschappen te halen
• financiering van kapitaalvermindering
– via het vrijmaken van geldbeleggingen met onvoldoende rendement: komt niet ten koste van de strategische participaties van Z
– niet via schuldfinanciering (geen impact voor schuld/eigen vermogen ratio)
• familietak D wil investeren in bos- en landbouwgronden in België en Frankrijk via Groupement Foncier Agricolevennootschappen wat naar Frans recht slechts kan door natuurlijke personen
Voorwerp
De kapitaalvermindering:
• kwalificeert niet als een dividenduitkering (art. 18, 1ste lid, 2° WIB)
• is niet gesimuleerd
• maakt geen fiscaal misbruik uit en is verantwoord (art. 344, §1 WIB)
Art. 344, §1 WIB: n/a
• Z beschikt over overtollige liquiditeiten na o.a. opstroming via dividenden van de verkoopprijs van de groepsvennootschap
• Z is een actieve holding: Z heeft de ontvangen dividenden steeds duurzaam herbelegd (cf. oprichting van F en social impact investeringen)
Ruling 2017.152 (vervolg)
Ruling over kapitaalverminderingNa ruling over interne meerwaarden in 2008
113Planning the year-end 2017
PwC
Voorbeelden om een kapitaalvermindering te verantwoorden
• de financiële en operationele stabiliteit van de onderliggende OpCo’s of van de vennootschap komt niet in het gedrang (2016.068 en 2016.859)
• de dividenden komen voort van liquiditeiten opgebouwd na de inbreng (2016.068 en 2017.630)
• successieplanning van de aandeelhouders (2016.068 en 2016.465)
• de OpCo’s hebben bijkomende investeringen gedaan (2016.068)
• engagement om ook een dividend uit te keren (2016.630)
• uitkering van overtollige cash na onvoorziene en ongewenste uitkoop van een partner (2016.859)
• gedeeltelijke overdracht van de groep aan een derde partij, die niet geïnteresseerd is in bepaalde activabestanddelen (2017.519)
• de vereffening van de vennootschap is niet mogelijk wegens een verbintenis tot bodemsanering (2017.058)
Rulings over kapitaalverminderingen
Planning the year-end 2017 114
Andere rulings
PwC
Feiten: BelCo is de moeder van 3 Servische dochtervennootschappen
1ste taxatievoorwaarde: n/a
• Servië staat op de DBI-landenlijst (art. 73/4quater KB/WIB)
• dit wettelijk vermoeden wordt weerlegd, want het nominaal VenB-tarief in Servië is 15% sinds 1.1.2013 vergissing op de lijst
• de Servische dochters genieten niet van een afwijkend belastingregime
BelCo
dividend
Servië
Recente rulings over de taxatievoorwaardenDBI / meerwaarden op aandelen
115Planning the year-end 2017
Ruling 2016.740 : Servië
PwC
Feiten: BelCo X (logistieke dienstverlener) is de moeder van SinCo E in Singapore die de moeder is van een tweede SinCo T en een operationele vennootschap in China (W). In het kader van een reorganisatie zal X haar deelneming in E verkopen aan de overkoepelende HoldCo van de groep.
(5de juncto) 1ste taxatievoorwaarde: n/a
• het nominaal VenB-tarief is 17% in Singapore en 25% in China en zij staan niet op de DBI-landenlijst
• SinCos E en T genieten van een:
– partial tax exemption (met vrijstelling van 75% op het belastbaar inkomen tot 10k SGD en 50% op de volgende schijf van 290k SGD)
– tijdelijk belastingkrediet van 50% van de betalen belasting (met een max. van 20k SGD)
Recente rulings over de taxatievoorwaardenDBI / meerwaarden op aandelen
116Planning the year-end 2017
Ruling 2017.178 : Singapore en China
SinCo TSingapore
HoldCo
OpCo WChina
BelCo X
SinCo ESingapore
PwC
(5de juncto) 7de taxatievoorwaarde: n/a
• de aandelen in SinCo E werden door de groep verworven naar aanleiding van een acquisitie in jaar x.
• de tussenplaatsing van SinCo E leidt niet tot een situatie waarin BelCo X geen recht zou hebben op DBI-aftrek naar een situatie waar X wel recht zou krijgen op DBI-aftrek: X zou ook recht kunnen hebben op de DBI-aftrek op inkomsten die rechtstreeks door T en W zouden worden uitgekeerd
Ook de andere taxatievoorwaarden werden in hoofde van SinCo’s E en T en ChinaCo W gerespecteerd
(5de juncto) 1ste taxatievoorwaarde: n/a
• ChinaCo W genoot in boekjaren 1 en 2 van een vrijstelling en in boekjaren 3 en 4 van een belastingkorting van 50%. Vanaf 1.1.2008 is het verlaagde tarief van 24% vervangen door een enterprise income tax van 25%.
(5de juncto) 3de taxatievoorwaarde: n/a
• taxatie van buitenlandse inkomsten op remittance basis geldt voor alle Singaporese vennootschappen
• ChinaCo W kan niet genieten van een afzonderlijke belastingregeling die afwijkt van het Chinese gemene recht
Recente rulings over de taxatievoorwaardenDBI / meerwaarden op aandelen
117Planning the year-end 2017
Ruling 2017.178 : Singapore en Chinea (vervolg) nieuw
PwC
Feiten: BelCo is de moeder van holding SinCo in Singapore die de moeder is van een operationele vennootschap in Indië (InCo)
(5de juncto) 1ste taxatievoorwaarde: n/a
• het nominaal VenB-tarief is 17% in Singapore en 30% in Indië en zij staan niet op de DBI-landenlijst
• InCo bevindt zich in de 2de vijfjarige periode van de tijdelijke Special Economic Zone (SEZ) taxholiday: vrijstelling van 50% op exportwinsten, maar InCo heeft nog geen winst gemaakt
• InCo is ook onderworpen aan de Indische Minimum Alternative Tax (MAT) van 18,5%: verrekenbaarmet de verschuldigde VenB en overdraagbaar voor 10 jaar (minimumbelasting)
(5de juncto) 3de taxatievoorwaarde: n/a
gegeven de MAT, genieten InCo’s inkomsten die hun oorsprong buiten Indië vinden, geen belastingregeling die afwijkt van het gemeen recht
Recente rulings over de taxatievoorwaardenDBI / meerwaarden op aandelen
118Planning the year-end 2017
Ruling 2016.283 : Indische tax holding
HoldCoSingapore
OpCoIndië
BelCo
dividend
dividend
PwC
3. Buitenlandse VI van Belgische Venn.?
4. Voordeel geplafonneerd totoperationeel resultaat?
5. Van ‘entrepreneur’ naar ‘contract R&D entiteit’?
1. Bindend advies van Belspovereist?
2. Vóór 1.1.2016 gecommercialiseerde software?
• Posities ingenomen door andere landen (e.g. Nederland)
• Kwalificeren kosten van buitenlandse vaste inrichtingen voor de modified nexus?
• Beperking van het voordeel tot de operationele marge voor intellectuele eigendom in recente afgeleverde rulings over aftrek voor octrooi-inkomsten
• Bijkomende vereiste?
• Test per jaar of per levenscyclus?
• Herinvesteringsvoorwaarde voor meerwaarden op intellectuele eigendom
• Is contract R&D een kwalificerende herinvestering?
• Bindend advies van Belspo over de kwalificatie van een project of programma als O&O (software hieruit kan voor AvII in aanmerking komen)
• Up-front vereiste voor de rulingaanvraag of kritische assumptie in de ruling?
• Uitgesloten: software die voor 1.1.2016 inkomsten voortbracht
• Quid afgeleid werk of verbetering van bestaande van software?
• Ratione temporis geïmpacteerd door het octrooi?
nog geen AvII-ruling gepubliceerdStatus van de aftrek voor innovatie-
inkomsten (AvII) bij de rulingdienst
Planning the year-end 2017 119
Afkortingen
120
AGB : abnormaal of goedgunstig voordeel
aj : aanslagjaar
art. : artikel
AvII : aftrek voor innovatie-inkomsten
AvOI : aftrek voor octrooi-inkomsten
BE : blote eigendom
BelCo : Belgische vennootschap
BNI : belasting van niet-inwoners
BS : Belgische Staat
BT : belastbaar tijdperk
Cass. : Hof van Cassatie
DBI : definitief belaste inkomsten
DBV : dubbelbelastingverdrag
EU : Europese Unie
FBB : forfaitair gedeelte van de buitenlandse belasting
FinCo : financieringsvennootschap
GwH : Grondwettelijk Hof
HoldCo : holdingvennootschap
HvB : Hof van Beroep
HvJEU : Hof van Justitie van de EU
KEUR : duizenden euro
ManCo : managementvennootschap
MDR : Moeder-Dochterrichtijn
n/a : niet van toepassing (not applicable)
NIA : aftrek voor risicokapitaalnotionele interestaftrek
O&O : onderzoek en ontwikkeling
OpCo : operationele vennootschap
PB : personenbelasting
Rb. : rechtbank
RPB : rechtspersonenbelasting
Planning the year-end 2017
Afkortingen
121Planning the year-end 2017
RV : roerende voorheffing
SGD : Singapore dollar
VAA : voordeel van alle aard
VE : volle eigendom
VenB : vennootschapsbelasting
venn. : vennootschap
VI : vaste inrichting
WIB : wetboek van de inkomsten-belastingen 1992
W.Venn. : wetboek van vennootschappen
ContactsRechtspraak & rulings
This publication has been prepared for general guidance on matters of interest only,
and does not constitute professional advice. You should not act upon the information
contained in this publication without obtaining specific professional advice. No
representation or warranty (express or implied) is given as to the accuracy or
completeness of the information contained in this publication, and, to the extent
permitted by law, PwC, its members, employees and agents do not accept or assume
any liability, responsibility or duty of care for any consequences of you or anyone else
acting, or refraining to act, in reliance on the information contained in this publication
or for any decision based on it.
© 2017 PricewaterhouseCoopers Tax Consultants bcvba. All rights reserved.
Gent/Hasselt Philippe VynckePwC | PartnerDirect: +32 9 268 83 03Mobile: +32 475 56 13 06e-mail: [email protected]
Maarten TemmermanPwC | DirectorDirect: +32 3 2593021Mobile: +32 479 32.78.94e-mail: [email protected]
Antwerpen
PwC Planning the year-end 2017 123
Planning the year-end 2017Transfer Pricing reporting: a changing playing field
PwC
1. Flashback
2. Lessons learned
3. Flash forward
Agenda
124PwC
PwC
1
Planning the year-end 2017 125
Flashback
PwC
Wat nog te doen voor het jaareinde? (31/12/2017)?
Laten we terugblikken op de vereisten van 2017
Planning the year-end 2017 126
Wat ? Wanneer ? Hoe ?
FY17 CbCNotificatie
CbCReport
Master File
Elektronisch via ‘MyMinfinPro’ adhv een
geldig XML bestand
Uiterlijk op31 december 2017
1 2 3
Local fileFocus op de Belgische entiteit en haar
intragroep transacties
CbC ReportBevat geaggregeerde financiële en fiscale gegevens per belastingsrechtsgebeied om het uitvoeren van een gedegen risicoanalyse te vergemakkelijkenMaster file
Omvat algemene informatie met betrekking tot de groep in haar totaliteit
Wijkt af van OESO benadering
Algemeen uitstel tot31 maart 2018
Wettelijk vertegenwoordiger
van de vennootschap (met Belgische elD)
Persoon met de rol ‘FOD FIN
Aanstelling Eigen Onderneming, Indiener BEPS13
bestand’ (met Belgische elD)
Persoon met een mandaat ‘BEPS13’
voorbereiding indirecte stroom
directe stroom
Persoon die de rol ‘FOD FIN
Aanstelling Eigen Onderneming,
Indiener BEPS13 bestand' krijgt De uitnodiging aanvaarden
Mijn eGov-rollenbeheer
Een uitnodiging voor een roltoekenning aanvaarden
indirecte stroom
Nog niet beschikbaar
Een Hoofdtoegangs-beheerder aanstellen
Toegangsbeheerders aanstellen
Toegangen beheren
Indienen van de BEPS13-
formulieren via
Indienen van de BEPS13-
formulieren via
Uitnodigingen beheren
Een uitnodiging voor een roltoekenning versturen
Rollen toekennen
Mijn eGov-rollenbeheer
PwC
2Lessons learned
Planning the year-end 2017 128
PwC
Wat hebben we geleerd dit eerste jaar
Planning the year-end 2017 129
ManagementstructuurWelk type informatie moet worden toegevoegd onder de managementstructuur (bv. Juridische vs. operationele structuur)
RapporteringsstructuurNet zoals in het vorig punt, zijn er heel wat klanten vragen over het type informatie dat moet worden toegevoegd onder de rapporteringsstructuur.
BedrijfseenhedenHet identificeren van de verschillende bedrijfsactiviteiten – en bijgevolg het aantal bedrijfseenheden – blijkt niet zo vanzelfsprekend te zijn. Vooral rekening houdend met het feit dat dit van het grootste belang is voor deel B van het formulier.
Elektronische indieningHeel wat problemen werden ondervonden
met de elektronische manier van indienen. Het versturen van kopies van getekende LFs
en CbC notificaties naar het BEPS13 emailadres wordt aanvaard tot en met
30/12/2017.
Joint VenturesGroepen met enkele Joint
Ventures in hun structuur – vooral 50/50 JVs – hebben heel wat
vragen gesteld met betrekking tot de manier waarop deze moeten
worden behandeld en opgenomen in deel A van 275LF (bv. het al dan niet opnemen in de deelnemingen)
BedrijfsherstructureringenDe interpretatie van wat onder
‘Bedrijfsherstructureringen’ valt, is breder dan Hoofdstuk XI van de OESO richtlijnen.
Meest voorkomende uitdagingen mbt Deel A
PwC
3Flash forward
Planning the year-end 2017 130
PwC
Welke informatie is vereist om deel B van het formulier 275LF in te vullen?
Deel Bloert om de hoek
Kan worden opgenomen in Box C1 (Andere documentatie) Link Master File / Andere TP documentatie
B3 tot B9 (Verbonden grensoverschrijdendetransacties per BU van het huidige belastbaar tijdperk)
B3 tot B9 B10 (TP methodologie en studies per BU per type van transactie)B12 (kostendelingsovereenkomst, APAs, rulings en captive (re)insurancearrangements)
Gesegmenteerde financiële gegevens per BU
• Omschrijving van BU (s)
• BU(s) van de entiteit – van omzet tot bedrijfswinst over een periode van 3 jaar (vrij om GAAP te kiezen)
• Bijkantoren en hoofdhuis
Specifieke gegevens in de balans en P/L
• Identificatie van de type(s) verbonden grensoverschrijdende transacties per BU
• Identificatie van de betrokken tegenpartij, i.e. landcode.
• Financiële gegevens per transactie per tegenpartij (cash & accrual)
• Toegepaste TP beleid
Ondersteunende documentatie voor elke transactie
• Toegepast TP beleid / TP berekening (incl. aanpassingen)
• Overeenkomsten / Memorandum van overeenstemming
• APAs/rulings• TP studies
B1 (Aard van de activiteiten per BU)
B2 (Overzicht van verbonden en niet-verbonden transacties per BU)
B11 (Winsttoekenning aan vasteinrichtingen)
A5 (Bedrijfsactiviteiten)
Bo
x b
inn
en d
e L
oca
lfi
leIn
form
ati
e
Planning the year-end 2017 131
PwC
Gesegmenteerde financiële gegevens per bedrijfseenheid –Uitdaging inzake kwaliteitsvolle data!
Data
Ondersteunende documentatie voor elke transactie –link met Master File / andere TP documentatie!
Er is meer informatie vereist om Deel B te kunnen vervolledigen in vergelijking met Deel A…
Deel Bloert om de hoek
Planning the year-end 2017 132
Docs
PwC
Het achterliggend proces bij het vervolledigen van Deel B
Planning the year-end 2017 133
Bevestigen van de verplichtingen + bepalen en verzamelen van de gegevens
• Welke ondernemingen/bedrijfseenheden moeten Deel B van het lokaal formulier opstellen?
• Welke grensoverschrijdende transacties?
• Analyse van de boekhoudkundige gegevens beschikbaar via het ERP system alsook de TP gegevens beschikbaar binnen de tax-functie
Fit/gap analyse
• Het linken van de ERP gegevens aan de Local TP Form
• Identificeren & oplossen van gaps in de gegevens
Local form
• Verzamelen van de nodige informative vanuit de boekhouding en de tax-functie
• Vervolledigen van het formulier in het vereiste XML formaat
Procesverbetering
• Zijn verbeteringen mogelijk aan de opzet van het ERP-system en de onderliggende boekhoudschema’s
• Opzetten van periodieke controles om nieuwe transacties te identificeren gedurende het jaar
• Bepalen van de vereiste veranderingen aan het bredere TP beleid
Controle
• Consistentie nagaan met SFS
• Uitvoeren van risicobeoordeling vanuit een TP perspectief
• Gebruik van zowel tax-technologie als data visualisatie om een beter inzicht te krijgen in de meegedeelde informatie
Uitvoering
PwC
De kwaliteit van de gegevens in uw ERP-systeem is essentieel ...
Planning the year-end 2017 134
Kan u verbonden transacties van niet-
verbonden transacties onderscheiden in uw
ERP systeem, dit zowel in de balans als
op niveau van de P&L?
Kan u rapporteren adhv het Belgische
rekeningstelsel en is dit voldoende
gedetailleerd om de verschillende soorten transacties van elkaar
te scheiden zoals voorzien in Deel B?
Bent u in staat om de inkomsten en kosten
zoals ontvangen / betaald te
rapporteren, exclusiefde regularisatie-
rekeningen en nog tebetalen facturen?
Staat uw ERP systeem het toe om per
transactie te filteren en rapporteren binnen
de verschillende bedrijfseenheden?
Rapportering op BU niveau
Verbondentransacties
Granulariteit van het rekeningschema
Cash !
PwC
Stemt Deel B overeen met andere (publieke) beschikbare informatie?
Wat onthult Deel B m.b.t. de gerealiseerde marges in vergelijking met de industrie?
Wees voorbereid!
ContactsTransfer Pricing
This publication has been prepared for general guidance on matters of interest only,
and does not constitute professional advice. You should not act upon the information
contained in this publication without obtaining specific professional advice. No
representation or warranty (express or implied) is given as to the accuracy or
completeness of the information contained in this publication, and, to the extent
permitted by law, PwC, its members, employees and agents do not accept or assume
any liability, responsibility or duty of care for any consequences of you or anyone else
acting, or refraining to act, in reliance on the information contained in this publication
or for any decision based on it.
© 2017 PricewaterhouseCoopers Tax Consultants bcvba. All rights reserved.
Carla BuyensPwC | Senior ManagerDirect: +32 3 2593183Mobile: +32 493 24 06 80e-mail: [email protected]
Hasselt
Gent Tim PietersPwC | DirectorDirect: +32 2 7109328Mobile: +32 474 63 65 16e-mail: [email protected]
Kim De SmetPwC | Senior ManagerDirect: +32 3 2593182Mobile: +32 492 74 39 29e-mail: [email protected]
Charlotte BroekaertPwC | Senior ManagerDirect: +32 9 2688350Mobile : +32 492 74 39 46e-mail: [email protected]
Antwerpen
PwC Planning the year-end 2017 137
Planning the year-end 2017
BTW & Douane
PwC
• Circulaire 2017/C/64 –factuurvoorwaarden voor het recht op aftrek
• TP aanpassingen
• Brexit
• EiDR
• Locatie van de fysieke verificatie
• Indirectevertegenwoordiging
Agenda
138PwC Planning the year-end 2017
PwC
Circulaire 2017/C/64 betreffende de factuur, voorwaarde voor het uitoefenen van het recht op aftrek inzake btw
139
1. Principes: recht op aftrek
• Materiële vereisten: art. 45 W.BTW; en
• Formele vereisten: art. 5 KB nr. 1.
2. HvJ case law
Het Hof van Justitie bevestigt “substanceover form”-principe (Barlis (C-516/14) en Senatex (C-518/14)):
• Aftrek van voorbelasting toegestaan indien de materiële voorwaarden daartoe zijn vervuld, ook wanneer niet alle formele voorwaarden zijn voldaan.
3. Gevolgen voor de Belgische praktijk
Onregelmatige factuur leidt niet noodzakelijk tot verwerping van het recht op aftrek van de belastingplichtige door de administratie.
De administratie zal in het concrete geval het recht op aftrek beoordelen:
• op basis van een gecorrigeerde factuur; en/of
• in combinatie met aanvullende bewijskrachtige stukken voorzover:
– voldaan is aan materiële voorwaarden; en
– de handeling waarvoor aftrek gevraagd wordt geen (onderdeel van) fraude of misbruik is.
Het blijft echter aangewezen om alle formele vereisten nauwkeurig te volgen gezien in dat verband nog steeds boetes geheven kunnen worden.
Planning the year-end 2017
PwC
TP-aanpassingenAandachtspunten
EU
• Kwalificatie verrekenprijsaanpassing voorBTW :
– Link met de onderliggende levering van goederen of diensten prijsaanpassingd.m.v. debit- or creditnota
– Aparte transactie? Dienstverlening?
– Buiten toepassingsgebied?
• Head office / branch implicaties (cf. Skandia)?
• In lijn met onderliggende TP documentatie?
• Houding EU / BE level (Ruling Commissie / VEG)
Niet-EU
• Royalty / licentie vergoedingen: in douanewaarde bij import (cf. economischedubbele belasting indien ook verlegging van heffing op royalty / licentie contracten)?
• Impact aanpassingen douanewaarde op jaareinde?
• …
Levering van goederen /
diensten
VP aanpassing
op jaareinde?
EU
Niet-EU
VP aanpassing op jaareinde?
Levering van goederen / diensten
VP aanpassingop jaareinde?
Vennootschap AA Vennootschap AB
HMENSO
HMENSO
HMENSO
AA Verbonden
Vennootschap AC
Derde partijen
Vergoeding VP aanpassingLevering
140
PwC
BrexitWat verandert mogelijk voor uw onderneming?
Planning the year-end 2017 141
Implementatie van de geïdentificeerde wijzigingen in het
ERP systeem
Berekening en vastleggen van VK oorsprong
Uiteenlopende handelsverordeningen (REACH, labelen, merktekens) met onbeslist EU-VK gelijkwaardigheden
EU Grens
Verlenen van diensten
Levering van goederen
VK ProducentEU Lidstaat
VK Dienstverlener
Geldigheid van EU grensoverschrijdende
vergunningen en toelatingen
Beperkte toegang tot EU interne markt:• Financiële sector• Restrictie op
investering• Erkenning van
Intellectuele Eigendomsrecht
Invoerrechten en invoer BTW worden verschuldigd
PwC
De vergunning EiDR als opvolger van de vergunning Domiciliëringsprocedure
Planning the year-end 2017 142
EiDR (AEO)
Entry in Declarant’s Records
Aanvullende aangifte (*)
(*) In sommige gevallenwordt er een vrijstellingvoorzien van de aanvullendeaangifte
EiDR (nietAEO)
Entry in Declarant’s Records
Op vraag van de douane autoriteiten: Goederen
aanbrengen voor verificatie
Kennisgeving van aanbrenging(bv. per e-mail)
Aanvullende aangifte(bv. Per week/maand)
EN1
2
PwC
Locatie van de fysieke verificaties bij wederuitvoer
Planning the year-end 2017 143
Standaardprocedure Goederen aanbieden op het bevoegde douanekantoor1
Vereenvoudigdeprocedure*
(*) Vergunningvereist (ziehieronder)
Fysieke verificatie zal plaatsvinden op de vooraf vergunde locatie van de economische operator
2
Vanaf 1/05/2019
Voor 1/05/2016Overgangsperiode (t.e.m uiterlijk
30/04/2019)
Afzonderlijke vergunning:
goedgekeurde plaats voor
lading
Tot herbeoordeling bestaande vergunning bijzondere regeling (vb.: douane-entrepot): Afzonderlijke
vergunning goedgekeurde plaats voor lading
Na herbeoordeling bestaande vergunning bijzondere regeling of bij nieuwe aanvraag: Aangewezen plaats
opnemen in de desbetreffende vergunning bijzondere regeling
(*)
Ve
rg
un
nin
g
PwC
Indirecte vertegenwoordiging bij plaatsing onder een bijzondere regeling
Planning the year-end 2017 144
Op basis van de huidige interpretatie van de DWU, de houder van de douaneregeling en de houder van daarbijhorende douanevergunning (Actieve veredeling, Passieve Veredeling, Bijzondere Bestemming,
Tijdelijke Invoer en Douane-entrepot) dient dezelfde persoon te zijn.
Als resultaat, indirecte vertegenwoordiging mag niet worden toegestaan ingeval de goederen worden geplaatst onder bijzondere douaneregeling.
ContactsBTW & Douane
This publication has been prepared for general guidance on matters of interest only,
and does not constitute professional advice. You should not act upon the information
contained in this publication without obtaining specific professional advice. No
representation or warranty (express or implied) is given as to the accuracy or
completeness of the information contained in this publication, and, to the extent
permitted by law, PwC, its members, employees and agents do not accept or assume
any liability, responsibility or duty of care for any consequences of you or anyone else
acting, or refraining to act, in reliance on the information contained in this publication
or for any decision based on it.
© 2017 PricewaterhouseCoopers Tax Consultants bcvba. All rights reserved.
Bart VranckenPwC | DirectorDirect: +32 9 268 81 82Mobile: +32 479 42 63 18e-mail: [email protected]
Hasselt Wim PolletPwC | Senior ManagerDirect: +32 2 710 77 29Mobile: +32 477 72 32 09e-mail: [email protected]
Antwerpen/Gent Tim VerdijckPwC | Senior ManagerDirect: +32 2 7104923Mobile: +32 499 77.55.36e-mail: [email protected]
Bart VranckenPwC | DirectorDirect: +32 9 268 81 82Mobile : +32 479 42 63 18e-mail: [email protected]
Thank you
This publication has been prepared for general guidance on matters of interest only, and does not constitute professional advice. You
should not act upon the information contained in this publication without obtaining specific professional advice. No representation or
warranty (express or implied) is given as to the accuracy or completeness of the information contained in this publication, and, to the
extent permitted by law, PricewaterhouseCoopers Tax Consultants bcvba, its members, employees and agents do not accept or assume
any liability, responsibility or duty of care for any consequences of you or anyone else acting, or refraining to act, in reliance on the
information contained in this publication or for any decision based on it.
© 2017 PricewaterhouseCoopers Tax Consultants bcvba. All rights reserved. In this document, “PwC” refers to PricewaterhouseCoopers
Tax Consultants bcvba which is a member firm of PricewaterhouseCoopers International Limited, each member firm of which is a
separate legal entity.